Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20222023-0530
Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20222023-0530
02-02-2023
BIJLAGE
Bijlage nr. 3 Outputspecificaties
Bijlage 2 van het Definitief beschrijvend Document:
• Outputspecificaties: algemene eisen
• Outputspecificaties: ruimtefiches
1
Multifunctioneel Verbouwingsproject Nekkersdal
Bijlage 2: Outputspecificaties: algemene eisen
Aanpassingen in het document via nota van toelichting werden als volgt gemarkeerd: Aanpassingen –
Toegevoegde items – Geschrapte items
Basiseisen
1.1. Algemene ambitie
De Outputspecificaties dienen steeds geïnterpreteerd te worden uitgaande van de algemene ambitie die werd opgemaakt bij het Initieel beschrijvend document.
Plaats voor (spontane) ontmoeting
Het gemeenschapscentrum zet een laagdrempelige werking op poten die gericht is op gemeenschapsvorming en op het realiseren van kansen op ontmoeting. Nekkersdal wil een plek zijn waar iedereen uit de buurt zich welkom voelt, waar (spontane) ontmoetingen leiden tot verbinding, waar informatie te vinden is en dienstverlening en activiteiten mensen samenbrengen. Daarom is een integrale toegankelijkheid en de creatie van ruimte die ontmoeting en participatie van de buurtbewoners stimuleert, ook buiten het georganiseerde activiteitenaanbod, belangrijk. Op die manier wil Nekkersdal bijdragen aan een tolerante, inclusieve samenleving.
In het verleden was naast de brede werking van het gemeenschapscentrum, de bibliotheek, het Huis van het Kind met het consultatiebureau en de diverse en vele activiteiten ook het eetcafé een belangrijk uithangbord. Het eetcafé heeft, door omstandigheden, momenteel slechts beperkte en onregelmatige openingsuren. Dit wordt als een gemis ervaren, in het nieuwe Nekkersdal is de verwachting dat het nieuwe eetcafé met buitenruimte een aangename plek wordt voor de buurtbewoners.
Buurtbewoners hebben, naast de omliggende stedelijke parkjes, pleinen en de nabijgelegen Tour en Taxis site, nood aan een aangename en groene buitenruimte in deze dichtbevolkte wijk. Dit verbouwingsproject biedt een opportuniteit om hierop een passend antwoord te vinden in de vorm van een collectieve en kwalitatieve buitenruimte. De kernwoorden daarbij zijn ontharding, kwalitatief groen, aanleiding tot bewegen, laagdrempeligheid en plaats voor spontane ontmoeting.
Architecture Workroom Brussels leverde in 2020 een rapport af na een studieopdracht over de verkenning naar multifunctioneel ruimtegebruik bij de 22 gemeenschapscentra in Brussel. Op basis van hun analyse schuiven ze acht prototypes naar voor, waar Xxxxxxxxxx zich in enkele ervan kan identificeren. Een uitgebreidere toelichting wordt toegevoegd als bijlage.
De ankerplek laat je ‘thuis zijn op een ander’, en biedt ruimte voor ontmoeting met bekenden en
onbekenden in een diverse, grootstedelijke context.
De antenne heeft vele voelsprieten in de omliggende buurten en vormt een onmisbare schakel in tal van lokale netwerken.
Van organiseren, faciliteren tot activeren
Vandaag werkt Xxxxxxxxxx reeds samen met heel wat partners uit de buurt. Er zijn de klassieke samenwerkingen die mee vorm geven aan het cultureel en educatief aanbod en de naschoolse ateliers van de Brede Schoolwerking. Ook wordt het tal van lokalen intensief gebruikt voor lokale verenigingen en
initiatieven, in de vorm van zaalhuur of in samenwerking, hetzij voor vergaderingen en workshops of voor activiteiten in de sport, speel – bewegingsruimte of voordrachten en optredens in de (voormalige) theaterzaal. Een belangrijke insteek bij dit educatief aanbod, maar ook bij de bibliotheek en via het podium in Nekkersdal is om kinderen en volwassenen de kans te geven hun talenten te ontdekken en verder te ontplooien.
Het gemeenschapscentrum en de bibliotheek zijn partners, decretaal bepaald, in het Lokaal Cultuurbeleidsplan van de Stad Brussel, waarin de ontwikkeling van het sociaal en cultureel kapitaal van de jonge Brusselse ketjes als gemeenschappelijk doel wordt nagestreefd.
Naast het ter beschikking stellen van lokalen en ondersteuning bij of het samen opzetten van projecten, huizen er vandaag partners op de site waarbij een experimenteel gedeeld ruimtegebruik leidt tot een interessante kruisbestuiving met een win-win voor alle partners en de verschillende publieken. In de toekomst wil Xxxxxxxxxx deze inzichten en ervaringen meenemen en vertalen in een verder doorgedreven vorm van samenwerking. Het motto daarbij is eerder te faciliteren en activeren en in dan te programmeren en zelf organiseren. De ambitie is om met het nieuwe Nekkersdal een omgeving te creëren waar partners en buurtbewoners zelf ideeën aanbrengen voor nieuwe activiteiten. Kernwoorden daarbij zijn laagdrempeligheid, multifunctioneel ruimtegebruik en aandacht voor safe spaces waar groepen veilig kunnen samenkomen.
Ook hier zijn twee prototypes (ontwikkeld door Architecture Workroom Brussels) van toepassing.
De experimenteerruimte is gelegen op een plek die op een of andere manier in transitie is, wordt
getypeerd door een ‘out of the box’ werking en creëert mogelijkheden om hier samen met andere partijen
actief mee aan de slag te gaan.
Het podium staat in het teken van tonen in de brede zin en is dé plek voor talentontwikkeling.
Buurtgerichte werking
Laken is een superdiverse gemeente met veel verschillende nationaliteiten, veel kinderen, veel lage inkomens, en veel dichtbevolkte en verharde wijken. In de nabije buurt zijn meerdere scholen gehuisvest. De werking van Nekkersdal tracht steeds mee te evolueren binnen deze lokale stedelijke context. Dit heeft zich de voorbije jaren vertaald in een sterke scholenwerking, een brede(re) kinderwerking, de ondersteuning van deelinitiatieven, veel lokalen voor buurtbewoners en verenigingen, een cultuur- en educatie aanbod, evenals een wijkwerking buiten de muren van het gemeenschapscentrum. Het gemeenschapscentrum staat dicht bij de (kwetsbare) buurtbewoners en biedt veel gratis activiteiten aan of werkt met sociale en Paspartoe kansentarieven. Ook het IBO heeft een sterke buurtgerichte werking.
Ruimte voor kinderen en jongeren
Op de site is er vandaag een ruim en divers aanbod voor kinderen en jongeren van alle leeftijden:
- Het gemeenschapscentrum organiseert een scholenwerking (podium, film, kunsteducatie) voor de leerlingen van de basisscholen;
- Het gemeenschapscentrum biedt tal van andere activiteiten aan zoals de maandelijkse kinderevenementen Xxxxxx Xxxxx (4-12 jaar) en Café Puree (0-4 jaar);
- Daarnaast ook een educatief aanbod (3-12 jaar) na de schooluren en in het weekend; aangevuld met:
I. Ateliers van Brede School Laken;
II. Lessen van de Hoofdstedelijke Academie;
III. Ateliers van Jeugd & Muziek Brussel;
- Er is de dagelijkse naschoolse opvang, de opvang tijdens snipperdagen en de speelweken tijdens de schoolvakanties van IBO Nekkersdal;
- De jeugdafdeling en de scholen- en jeugdwerking van de bibliotheek;
- De studieplekken onder de noemer ‘Study Spaces’ voor studenten secundair en hoger onderwijs in
het gemeenschapscentrum en de bibliotheek;
- Het Huis van het Kind en het consultatiebureau voor het jonge kind organiseren preventief medische, psychosociale en pedagogische consultaties van gezinnen met kinderen tot ze naar school gaan, en zorgen daarnaast voor ontmoetingsactiviteiten met o.a. Café Purée Quartier, gezinsondersteuning en een activiteitenaanbod naar kwetsbare gezinnen;
- De terugkerende activiteiten en grotere projecten: Ezelsoor (boekenkaftdag), Winterwandeling, het
jongerenfestival C’Est Bon In Laken, … ;
Om kinderen en jongeren voldoende ruimte in de stad te geven, wordt werk gemaakt van een speelbeleid dat zorgt voor speelimpulsen. De VGC wil kinderen en jongeren voluit de kans geven om zich te ontwikkelen, om te experimenteren en om te spelen. Dit is mogelijk door kinderen en jongeren ruimte te geven in de stad om in alle vrijheid hun ding te doen. De stad wordt een speelterrein, een plek voor geborgenheid én avontuur.
Dit renovatieproject is de uitgelezen kans om dit speelbeleid met speelimpulsen concreet vorm te geven in Nekkersdal als een plek waar kinderen welkom zijn en waar ze uitgedaagd worden om te spelen en te experimenteren in een veilige omgeving.
Nekkersdal zou in de toekomst bijkomend willen inzetten op jongeren (12-18 jaar), een doelgroep die nu niet structureel bereikt wordt. Vandaag vinden zij een plek in Nekkersdal als animator in het IBO tijdens de vakanties, als vrijwilliger op activiteiten of in het café. Of occasioneel voor een schoolvoorstelling of in het kader van artistieke projecten van bijvoorbeeld de naburige kunsthumaniora. In de toekomst kan er eventueel verder gewerkt worden aan een structureel aanbod. Om deze mogelijkheid open te houden moet in het nieuwe Nekkersdal vooral een plek gecreëerd worden waar tieners en jongeren zich in de eerste plaats welkom voelen en waar ze gewoon kunnen ‘zijn’.
Ondersteuning deelinitiatieven
Nekkersdal biedt momenteel een onderkomen aan volgende (recent ontwikkelde) deelinitiatieven:
- Verdeling voedselpakketten;
- Babytheek (uitleendienst voor babyspullen);
- Sport Switch (uitleendienst voor sportartikelen + laagdrempelige tweedehands sportwinkel);
- Fietsbieb (uitleendienst voor fietsen);
- De bibliotheek waar je boeken, films, muziek en gezelschapsspelen (spelotheek) kan ontlenen
Gezien de grote kansarmoede in de wijk is het belangrijk om deze sociale component van de werking niet te verliezen.
Lokalen voor buurtbewoners en lokale verenigingen
Nekkersdal heeft veel ruimte en probeert die aan zoveel mogelijk verenigingen en buurtbewoners beschikbaar te stellen. Daarbij wordt gestreefd naar maximale flexibiliteit en gedeeld gebruik. Ook in de toekomst wenst Nekkersdal aan zo veel mogelijk buurtbewoners en verenigingen ruimte te blijven bieden. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door de aanwezigheid van een conciërge die gehuisvest wordt op de site. Na de openingsuren van het onthaal, zorgt de conciërge voor het openen en sluiten van lokalen, klaarzetten van materialen etc. Op die manier kunnen buurtbewoners maximaal gebruik maken van de
lokalen om samen te komen, zowel overdag als ’s avonds, zowel in de week als in het weekend.
Cultuuraanbod
Nekkersdal is ook een cultuurhuis, de afwezigheid van een toneelzaal is dan ook een groot gemis vandaag. De cultuurwerking behelpt zich via artistieke interventies in de openbare ruimte, samenwerkingen met partners die wel een theaterzaal hebben, en technisch lichte evenementen in de niet-uitgeruste loods. Het is de ambitie om deze culturele werking nieuw leven in blazen met een nieuwe theaterzaalzaal geschikt voor de schoolprogrammatie, artistieke cursussen, toonmomenten partners, residenties en jaarlijkse optredens.
Nekkersdal experimenteert met projecten en interventies in de openbare ruimte, op pleintjes, parken, een stukje braakliggend bouwterrein of gewoon de eigen stoep. Hiermee verhogen ze de zichtbaarheid en toegankelijkheid en wil dit graag voortzetten in de toekomst.
Ambitie bibliotheek
De bibliotheek wil nieuwsgierige geesten tegemoet komen. De bibliotheek wil er zijn voor iedereen die wil lezen, studeren of werken. Maar ook voor iedereen die even wil rusten, babbelen, internetten of van de stilte genieten. Uiteraard zet de bibliotheek breed in op de jeugd maar evenzeer probeert ze zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van volwassenen, met speciale aandacht voor de ouderen. De bibliotheek wil informatie, kennis en amusement aan haar publiek bezorgen door zo divers mogelijke bibliotheekdiensten te leveren. Iedereen is welkom in onze bibliotheek, of je nu de Nederlandse taal machtig bent of niet. Of je nu een bibliotheekkaart hebt of niet.
Samengevat is de ambitie tweeledig: enerzijds een perfecte collectie aanbieden en anderzijds een derde plek zijn (naast huis en school / werk) voor iedereen. Dit vertaalt zich in de volgende streefdoelen:
- De bibliotheek is een luwteplek in de stad waar mensen tot rust kunnen komen. De collectie biedt inspiratie en reflectie. De bibliotheek is een verblijfsplek voor ouders met jonge kinderen: ouders kunnen er even uitblazen terwijl hun kinderen in de jeugdafdeling vertoeven of een activiteit van het gemeenschapscentrum meedoen.
- De bibliotheek is een vrijplaats, niemand vraagt je ooit wat je in een bibliotheek komt doen. Je kan er lezen, werken, deelnemen of gewoon voor je uit staren. Je kan de collectie zelfstandig doorzoeken en kennis opdoen die je nodig hebt. De bibliotheek is een plek waar veel kinderen onbegeleid naartoe mogen en zelf kiezen wat ze lezen of doen. De bibliotheekmedewerker kan je hierbij helpen en staat in voor de goede sfeer in de bib. Dat is nodig want van met een publiek van 0 tot 99 jaar delen jonge kinderen de bibliotheek met stiltezoekers, meer of minder serieuze studenten, pubers die elkaar willen ontmoeten en senioren.
- De bibliotheek is een openbare plek waar je mensen ontmoet op een laagdrempelige manier door de ruimte te delen.
- De bibliotheek is een deelinitiatief avant la lettre, maar tegelijkertijd meer dan ooit actueel én toekomstgericht: de gemeenschap staat in voor een grote collectie boeken en materialen die je zelf nooit zou kunnen verzamelen. Je deelt de collectie met iedereen.
- De bibliotheek is een veilige plek: hier kan je terecht voor wegwijs in juiste informatie, ouders zien de bibliotheek als een veilige plek voor hun kinderen en pubers.
- De openbare bibliotheek, de plaatselijke toegangspoort tot kennis, schept een essentiële voorwaarde voor levenslang leren, onafhankelijke besluitvorming en de culturele ontwikkeling van individuen en maatschappelijke groeperingen (missie openbare bibliotheken Unesco, 1994). Een openbare bibliotheek is een essentiële dienstverlening (tijdens de lockdowns bleven bibliotheken dan ook open en een CST werd niet gevraagd) en moet vrij zijn van commerciële druk.
Kunstintegratie
Samen met het vernieuwen van de gebouwen op de site van Nekkersdal zal de VGC ook een kunstintegratie traject opstarten. Een (lokale) kunstenaar zal de opdracht krijgen om een kunstwerk te maken voor de vernieuwde site. Doorgaans wordt er gekozen voor beeldende kunst, maar in principe kan dit alle mogelijke vormen aannemen. Deze kunstintegratie kan ook ingezet worden binnen het speelbeleid (zie boven).
Belangrijk is dat alle partners op de site worden betrokken bij dit traject. Idealiter wordt de insteek van participatie, zoals in de D&B procedure, ook hier toegepast en worden gebruikers en buurtbewoners betrokken in dit proces. Wanneer de kunstenaar is aangesteld en na het kiezen van een winnend DB- wedstrijdontwerp dient het kunstwerk (afhankelijk van het concept) geïntegreerd te worden in de uitvoeringsplannen. Er wordt dan een traject opgezet samen met het bouwteam om dit mogelijk te maken en dit zal deel uitmaken van de DB-opdracht.
Vandaag bevindt zich op de muur op de binnenkoer een kunstwerk van Xxxxxxxx Xxxxxx, een 20-tal jaar geleden aangebracht, na het doorlopen van een gelijkaardig traject. Uit het projectvoorstel zal blijken of dit behouden en gerestaureerd kan worden. Zie kunst in opdracht - link 1 en kunst in opdracht - link 2
Leidende principes
De ambities van het project worden samengevat in tien leidende principes. Deze werden door alle partijen onderschreven, werden uitvoerig besproken en aangepast tijdens het participatieproces, en vormen zo de basis voor het nieuwe Nekkersdal. Alle principes werden in de projectdefinitie bij het initieel beschrijvend document zo helder mogelijk uitgelegd en gedefinieerd. De ambities blijven nog steeds gelden en dienen meegenomen te worden in het finale ontwerp.
1. Het binnengebied wordt zoveel mogelijk ontpit en onthard.
2. Doorheen de site komt een semi-publieke doorsteek als centrale drager van de verschillende ruimtes.
3. De architectuur heeft een informeel en laagdrempelig karakter waarbij er ruimte is voor witruimtes en latere inbreidingen.
4. Alle gebouwen, met uitzondering van de eventuele witruimtes, zijn bouwfysisch en energetisch duurzaam.
5. Er wordt gestreefd naar een multifunctioneel ruimtegebruik met aandacht voor de minimale veiligheidseisen voor de verschillende gebruikers.
6. Het nieuwe Nekkersdal wordt een kind-, beweegvriendelijke en integraal toegankelijke site.
7. De bezoeker wordt bij het betreden van de site ontvangen door een laagdrempelige en gezamenlijke onthaalplek.
8. Het integreren van de stedelijke bibliotheek met respect voor de eigen werking en identiteit.
9. Het realiseren van een zo een goed mogelijk project binnen het kader van een vast verbouwingsbudget.
10. Volgende primaire ruimtes maken minimaal onderdeel uit van het nieuwe Nekkersdal:
- Bibliotheek met een oppervlakte van minimaal 850m² bruto voor exclusief gebruik van de bib en gelegen aan een straatzijde volgens overeenkomst;
- Multifunctionele theaterzaal geschikt voor onder meer voorstellingen;
- Ruimte voor sport, spelen en beweging;
- Eetcafé bij voorkeur zichtbaar voor een toevallige passant;
- Ruimte voor IBO, Huis van het Kind en het Consultatiebureau (Opgroeien) met minimale oppervlakte volgens normering;
- Ruimte voor verenigingsleven.
1.2. Duiding outputspecificaties
Totstandkoming en verwachting
De outputspecificaties kwamen tot stand in nauw overleg met de VGC en de gebruikers. De Opdrachtgever voorziet de vertaling van de outputspecificaties naar een plan uitdrukkelijk als een taak voor de Kandidaat. Op dit vlak wordt verwacht dat bij het samenbrengen van deze puzzel een aantal verrassende ontwerpkeuzes worden gemaakt. Desalniettemin is het duidelijk dat de ontwerpvrijheid vooral bestaat uit het ruimtelijk omzetten van dit uitgewerkt programma in de outputspecificaties. Dezelfde redenering geldt ook voor de gekozen technieken en afwerking van de gebouwen. Ook daar staat de Opdrachtgever open voor eigen keuzes van de Kandidaat.
Het project moet verplicht voldoen aan alle wettelijke bepalingen die gelden in het Brusselse gewest met inbegrip van de stedenbouwkundige, milieurechtelijke en veiligheidsvoorschriften (w.o. brandweer).
In beginsel zijn de opgegeven outputspecificaties echter indicatief. Indien de Kandidaat ervan afwijkt dient hij per bepaling wel duidelijk aan te geven waarom werd afgeweken evenals waaruit deze afwijking bestaat. De afwijkingen worden gebundeld in een nota die dezelfde nummering en structuur heeft als het document met de algemene eisen zodat met tot duidelijk overzicht komt. Ingeval van onduidelijkheid primeren zoals eerder aangegeven het bestek en de gevraagde outputspecificaties.
Het uitgangspunt is dat het project resulteert in een gebruiksklaar gebouw en bijhorende omgevingsaanleg. De Opdrachtgever dient tenzij anders opgegeven door de Kandidaat geen bijkomende werken meer uit te voeren om de gebouwen te betrekken en in dienst te nemen (uitgezonderd casco ruimtes en witruimtes).
Afwerking bibliotheek
Tot op heden werd binnen het project voor de bibliotheek louter een casco afwerking voorzien. In het kader van de wedstrijd wordt gevraagd om op basis van de toegevoegde outputspecificaties voor de bibliotheek ook een optieprijs voor de afwerking op te geven. Dit budget behoort dus niet tot het totale maximumbudget en kan apart besteld worden bij of na de gunning. Samen met de aanstelling van de Voorkeursbieder zal de Opdrachtgever aangeven of deze afwerking verder dient te worden uitgewerkt en zal het nodige overleg worden voorzien om dit verder uit te werken. Idealiter wordt dit formeel beslist samen met of kort na de gunning van deze opdracht.
Op vraag van de stad Brussel wordt een optieprijs gevraagd voor de afwerking van de cluster bibliotheek die in de basisopdracht casco was. De uitwerking hiervan dient te gebeuren op basis van de algemene eisen zoals bezorgd bij het definitief beschrijvend document. Op basis van hun eigen werking en wensen zijn er een aantal afwijkingen of verfijningen die in onderstaand overzicht worden opgenomen.
Enkel wanneer er wijzigingen zijn ten opzichte van de initiële opgave wordt dit in deze tekst in het groen gemarkeerd. Alle andere bepalingen blijven onverkort gelden.
Witruimte
In het huidige project wordt ook de mogelijkheid voorzien om delen van het project als witruimtes voor te stellen. Er wordt wel gevraagd na te denken over de praktische invulling van deze witruimtes. Zelf ziet de opdrachtgever volgende mogelijkheden:
- bepaalde ruimtes (vb. verdiepingen van woning Bockstaellaan) worden nu in het projectvoorstel niet of slechts deels aangepakt maar kunnen achteraf door de Opdrachtgever, al of niet al uitbreiding van de huidige opdracht worden ingericht.
- Ruimte voor een nieuwbouw welke volledig los kan worden gerealiseerd van de rest van het project en die kan gebruikt worden zowel door het GC of door een derde .
Voorbeelden van mogelijke maatregelen zijn:
- voorzien nodige elektrische vermogens voor ventilatie, verwarming en verbruik (assumptie van programma door Kandidaat)
- verzwaren warmtepomp waar achteraf kan worden op aangesloten
- aantonen via scenarioplanning hoe er per verdieping, voor verschillen de scenario’s, bijkomend technieken kunnen geënt worden op de technische schachten/ kokers (horizontaal verloop van leidingwerk HVAC, maximale hoogte van de kanalen, verloop kabelgoten elektriciteit, in combinatie met de gekozen ruwbouwconstructie (vb vloeren en balken, ribbenvloeren,…)
- voorzien plaats voor plaatsen warmtepomp en/of ventilatie
- voorzien van voldoende ondergrondse technische leidingskokers/ kanalen tussen de verschillende bouwdelen die toegankelijk zijn om achteraf bijkomende technieken, afvoeren, bekabeling… toe te kunnen voegen
Mocht de Kandidaat er niet in slagen het omschreven project te realiseren binnen het opgegeven maximumbudget kan eventueel worden gedacht om een aantal van de hierna volgende maatregelen niet op te nemen in het basisvoorstel:
- In de ruimtefiches werd een onderscheid gemaakt tussen prioritaire ruimtes die deel uitmaken van het basisprogramma en ruimtes ‘nice to have’ die gewenst zijn maar in functie van budgetoverwegingen geschrapt kunnen worden.
- Witruimtes: Naast de casco witruimtes, kunnen deze ook eng beschouwd worden als het bouwrijp maken van een (deel van het) terrein, met voldoende aandacht voor de toegankelijkheid van die delen van het terrein ihkv potentiële toekomstige werkzaamheden achteraf, waarbij onder casco wordt verstaan: het voorzien van een rioleringsstelsel, voldoende wachtbuizen en technische schachten die toegankelijk zijn en verbonden met de rest van de technieken en een voldoende stabiel grondmassief of een aanzet tot een fundering met aanduiding van de maximale draagkracht.
Hoewel deze afwijkingen niet automatisch leiden tot een onregelmatige offerte, zal het ontbreken hiervan een negatieve invloed hebben op de gunningscriteria met betrekking tot de architecturale en technische kwaliteit. Bovendien wordt gevraagd wanneer delen van de outputspecificatie niet worden opgenomen in de offerte daar toch een aparte prijsvermelding van op te geven.
Algemeen
1.3. Regelgeving
Er moet voldaan worden aan onderstaande opsomming van eisen en wetgevingen, deze lijst is niet limitatief. Alle latere aanvullingen en/of wijzigingen op de boven vermelde toepasselijke documenten en regelgeving zijn eveneens op deze Opdracht van toepassing voor zover ze ten laatste van kracht waren op de datum van de bekendmaking van deze Opdracht tenzij de wetgeving zelf dit anders voorziet. Ingeval deze wettelijke bepalingen onderling afwijken of afwijken van de opgegeven outputspecificaties gelden steeds de strengste bepalingen.
Brandveiligheid Algemeen:
- de basisbrandnormen brandveiligheid volgens KB van 7 juli 1994 en wijzigingen (recentst KB 2016)
+ bijkomende verplichtingen zoals bepaald door de brandweer;
- Het KB van.12.04.1974 betreffende richtlijnen inzake brandbeveiliging overeenkomstig met aanvullingen (BS van 24.05.1974); Weerstand tegen brand van bouwelementen;
- Het KB van 19.12.1997 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen;
- Noodsignalisatie en noodverlichting volgens EN 1838
- Alle voorschriften inzake brandveiligheid zijn van toepassing zoals de bereikbaarheid van het gebouwcompartimentering - evacuatiemogelijkheden voor gebruikers - veiligheidsverlichting - veiligheidssignalisatie -blusmiddelen. Een branddetectie-brandmeldings-en waarschuwingssysteem worden voorzien volgens betreffende normen.
- De brandweerstand van de materialen dient te voldoen aan NBN 713-020. Specifiek voor IBO:
- Brandveiligheid buitenschoolse kinderopvang
- Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 (BS 13 januari 2014) houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters. (VIPA en Opgroeien werken een nieuw normenkader uit in de nabije toekomst.)
Ruimtelijke ordening Stedenbouwkundig:
- Gewestelijk bestemmingsplan: gebied van collectief belang of van openbare diensten
- geen bijzonder bestemmingsplan/verkaveling. Regelgeving:
- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest
- Stedenbouwkundige verordening stad Brussel Milieu:
- zie geldende regelgeving van Leefmilieu Brussel Toegankelijkheid:
- Wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek.
- Koninklijk Besluit van 9 mei 1977 genomen in uitvoering van de wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek.
- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5/6/2009 Titel IV: Toegankelijkheid van gebouwen voor personen met beperkte mobiliteit
- De gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV)
- Richtlijnen:
o Handboek toegankelijke gebouwen (vb. contrasten): xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx;
o Handboek toegankelijke gebouwen (vb. contrasten): meer info op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
o Richtlijnen van het Brussels Hoofdstedelijk gewest, titel IV en VII. Om de erfgoedwaarden van de gebouwen te vrijwaren adviseert URBAN-DCE:
- Het behoud en herwaardering van de historische gevel Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx 107-107a-107b- 109 (gebouw A);
- Het maximaal behoud van de nog oorspronkelijke indeling en decoratieve elementen op de verdiepingen en in de laterale traphallen van de woningen 107-107a-107b-109 (gebouw A);
- Het behoud en de renovatie van gebouw H (uit 1930) en van zijn geïntegreerde schouw (uit 1924);
- Optioneel:
o Indien mogelijk het behoud en de valorisatie van de drievoudige trapgevel van het achterliggend magazijn (gebouw B);
o Indien mogelijk de integratie van de trapgevel aan de Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx van de voormalige kunstsmederij (gebouw K) in het nieuwe project.
Duurzaamheid
- Ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing en latere wijzigingen en betreffende uitvoeringsbesluiten.
- Besluit van 3 juni 2010 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode.
- Besluit van 21 februari 2013 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen
Welzijn en veiligheid
- De CODEX over het welzijn op het werk;
- Het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB):
- Het KB van 04.08.1996 de welzijnswet;
- Het KB van 12.08.1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen;
- Het besluit van de Vlaamse regering betreffende de primaire preventie van de veteranenziekte in voor het publiek toegankelijke plaatsen van 22.11.2002;
- KB 25 januari 2001 betreffende tijdelijke en mobiele werkplaatsen
- NBN S 23-002 de nieuwe (veiligheids)glasnorm
- Wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten
- KB van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen, aangepast door KB van 28 september 2003
- NBN EN 1176-serie betreffende de veiligheid van speeltoestellen
- EN 1177 betreffende schokabsorberende ondergronden – bepaling van de kritische valhoogte Specifiek voor Huis van het Kind (consultatiebureau)
- Handleiding regelgeving consultatiebureaus (Bijlage verstrekte informatie)
Stabiliteit
1.4. Specifieke eisen
Regelgeving:
- Veiligheidsconcept en belastingen: Eurocode 1 (EN 1990 en 1991)
- Betonconstructies: Eurocode 2 (EN 1992)
- Staalconstructies: Eurocode 3 (EN 1993)
- Staal-betonconstructies: Eurocode 4 (EN 1994)
- Houtconstructie: Eurocode 5 (EN 1995)
- Metselwerkconstructies: Eurocode 6 (EN 1996)
- Xxxxx xxxxxxxxxx ontwerp: Eurocode 7 (EN 1997) Gebruiksbelastingen:
- Er wordt rekening gehouden met windklasse terreincategorie III met basis windsnelheid tot 25 m/s. Voor het gebouw langsheen het kanaal wordt er rekening gehouden met terreincategorie II voor de gevels en het buitenschrijnwerk.
- Volgende belastingen worden aangenomen: het eerste cijfer geeft de vaste belasting weer (kg/m²)
– dit betreft chape, isolatie, vloerafwerking, het tweede cijfer de mobiele belasting (toestellen, meubels, personen):
o Gebruiksruimtes: 400 / 300
o Bibliotheek: 600 / 500
o Terrassen, gaanderijen: 200/400
o Toegankelijke terrassen
o Sporthal: 300 / 500
o Daken: 200 / 100 (constructie + groendak + zonnepanelen + technieken plafond + personen)
Kolommen:
- Beperken aantal kolommen in gebruiksruimte teneinde deze zo flexibel mogelijk te maken.
- Indien toch kolommen in gebruiksruimtes dient dit duidelijk op plan te worden aangeduid.
- Bibliotheek: De publiekscluster van de bibliotheek wordt zo open mogelijk georganiseerd. De indeling in zones geldt enkel als een zone waar bepaalde boeken geplaatst worden maar niet als aparte ruimte.
Structuur nieuwbouw:
- In functie van flexibiliteit streven naar vast grid in plaats van maatwerk oplossing
- Voorkeur voor kolommen en balken structuur in plaats van dragende binnenmuren
o Rooster en opties invulling aantonen;
o Kolommen en balken: min 2 verschillende uitwerkingen aantonen van HVAC leidingwerk met het voorgestelde balkenrooster i.f.v. de flexibiliteit. Vb.: hoe werkt ventilatie voor een verdieping die open is? Hoe voor een opgedeeld plan met gangen waarop aparte lokalen geënt worden?
Thermisch comfort Wintercomfort:
- NEN-EN 7730
- Gebruikslokalen:
o Turnzaal en bergingen in beschermd volume: 18 ± 2 °C
o Huis van het kind: comfortklasse B + 2°
o Overige ruimtes: comfortklasse B (22 ± 2 °C) Lokale thermische behaaglijkheid:
- Verticale temperatuurgradiënt: comfortklasse B (< 3 °C) volgens NEN-EN 7730
- Vloertemperatuur Comfortklasse B (19 - 29 °C) volgens NEN-EN 7730
- Stralingsasymmetrie Comfortklasse B volgens NEN-EN 7730
- Tocht: Comfortklasse B volgens NEN-EN 7730
- Relatieve vochtigheid: n.v.t. (er wordt geen actieve luchtbevochtiging opgenomen in de eerste uitrusting)
Oververhitting
Oververhitting is hét probleem van vele nieuwe gebouwen. Er dient dan ook bij het ontwerp gevraagd om daar bijzondere aandacht aan te besteden.
Absolute overschrijdingsuren (zomer):
- > 26 °C 100 h
- > 28 °C 20 h
Omdat zontreding afhankelijk van het seizoen moet rekening worden gehouden dat zontreding zich kan voordoen bij ramen met zuid, zuid-west en zuid-oost oriëntatie. Voor deze ramen wordt gevraagd om:
- zonwerende beglazing te voorzien
- Vaste luifel of zonwering: zeker bij ramen bereikbaar door gebruikers/passanten of zones waar balsporten kunnen zijn is dit wenselijk;
- Schrijnwerk in deze gevels niet tot op vloerniveau te laten doorlopen:
o Oververhitting wordt teruggedrongen door het raamoppervlak (oppervlakte van de instraling) te verminderen;
o Lichtwinst gebeurt via het hoogste deel van het raam: door ramen op zuid of zuid- westgevels een borstwering te geven vermindert de oververhitting aanzienlijk zonder de lichttoeval te beperken.
- Buitenzonwering
Deze maatregelen zijn niet nodig wanneer de inschrijver kan aantonen dat de gebruiksruimte kan voldoen aan bovenstaande eis van oververhitting.
Wanneer de temperatuur in de lokalen te hoog is en de buitentemperatuur is voldoende laag (min. 3 °C lager dan de binnentemperatuur) kan de ventilatie gebruikt worden om het lokaal te koelen. Bij een ventilatiesysteem D wordt de luchtgroep dus steeds uitgevoerd met een bypass om free cooling mogelijk te maken. Nachtventilatie vraagt een aantal aanpassingen aan het gebouw waar, vanaf de start van het ontwerp, rekening moet mee gehouden worden:
- Er moet voldoende thermische massa in het gebouw aanwezig zijn.
- Deze thermische massa moet in direct contact staan met de lucht.
De te voorziene warmtepomp dient steeds een koelfunctie te hebben:
- 4-pijpsysteem
- Besteden aandacht aan warmteafgifte in functie van mogelijke koeling, zeker bij risicoruimtes op oververhitting
Akoestische voorschriften
De akoestische prestatie-eisen volgens NBN S 01-400-2 (tabel 6) zijn van toepassing, in het bijzonder:
- Tabel 6 voor langdurig hoorbare technische installaties
- Tabel 5 voor tijdelijk hoorbare technische installaties
Indien hieronder niet anders is gespecifieerd is de normale eis van toepassing. De verhoogde eisen is van toepassing voor:
Burelen, vergaderzalen, ateliers, grote zaal..: 35 dB (A) Bibliotheek : 30 dB (A)
Aanvullingen:
- Trilgeluiden afkomstig van losse onderdelen zijn niet toegelaten
- Er moet steeds voldaan worden aan de gewestelijke milieureglementering
- Er moet decibel meting zijn volgens gewestelijke normering bij elke vorm van versterkt geluid.
Gebruikscomfort
Waar mogelijk een borstwering van min 90cm (geen ramen tot op vloerniveau)
Sloop
1.5. Sloop en bestaande toestand
Achtergrond:
- Sloopopvolgingsplan inclusief asbestinventarisatie (zie verstrekte informatie) Omschrijving:
- Te slopen gebouwen: inclusief alle funderingen en eventuele kruipkelders en alle steenpuin;
- Te behouden gebouwen: verwijderen alle asbest
- verharding: inclusief verwijderen bijhorende fundering en alle steenpuin;
Verwachting:
- vanuit streven naar circulariteit wordt gevraagd in de mate van het mogelijke naar hergebruik van te slopen bouwcomponenten.
- voorgaande onder welke vorm. Bv een plan van aanpak (op terreinniveau) om (tijdens de sloop) de afvalstromen te scheiden, selectief af te breken tijdelijke opslag en opties voor verwerking of vervreemding (o.a. beton voor brekercentrale Interbeton, elektrisch materiaal, schrijnwerk Rotor DC, …)
Behoud bestaande gebouwen Achtergrond:
- studies opgemaakt door studiebureau Lambda Xxx (zie versterke informatie)
Omschrijving:
- in offerte melding te maken van eventuele randvoorwaarden en bijkomende uit te voeren onderzoeken
- in onderhandelings- en uitvoeringsfase bijkomend onderzoek
- afwijkingen tov studie is geval voor vergoeding
Grondverzet en vervuiling Omschrijving:
- uitgangspunt is om de bestaande grond maximaal te hergebruiken op de site
- in fase offerte mag voor het budget worden uitgegaan worden dat er geen vervuiling aanwezig is (in de BAFO-fase en fase uitvoering wordt dit verder uitgeklaard op basis van bijkomend onderzoek)
- afwijkingen t.o.v. studie is geval voor vergoeding
1.6. Richtlijnen technische installatie
Opwekking energie
Er wordt maximaal gebruik gemaakt van de daken om hernieuwbare energie op te wekken door het gebruik van pv-panelen. Het gaat om een “slimme” installatie die in verbinding staat met de andere technische installaties van het gebouw, waardoor eventuele reserves optimaal worden benut (overproductie aan zonnestroom inzetten om buffervaten en warmtecapaciteit van het gebouw te verhogen op het juiste moment). Indien hierbij de mogelijkheid kan gecreëerd worden voor een eventuele latere energy-community ten dienste van de buurt, kan Nekkersdal een voorbeeld worden op dit vlak.
Voor de bijkomende zaken t.o.v. het basisprogramma (vb. zonnepalen, geothermie,..) mag gebruik worden gemaakt van een 3de partij investeerder mits opgave duidelijk financieel kader waaruit blijkt dat tijdens gebruiksperiode de Opdrachtgever geen extra kosten heeft t.o.v. het basisscenario.
Ontwerprichtlijnen
Elke beslissing is gesteund op:
- Flexibiliteit
o het programma kan gedurende de jaren evolueren
o technieken zijn flexibel en makkelijk uitbreidbaar en aanpasbaar doorheen de jaren
- Verbruik beperken (materiaal, ruimte, energie, …).
o correct dimensioneren;
o hoog rendement garanderen;
o correcte uitvoering en afstelling.
- Duurzame oplossingen:
o vertrouwde, zekere en gewaarborgde technieken en systemen kiezen;
o enkel op objectieve en traceerbare informatie steunen;
o toepassingen kiezen waarvan de eigenschappen in de tijd kunnen worden aangehouden;
o rekening houden met de impact op de rest van het gebouw en op de gebruiksfase;
o onzekere factoren vermijden.
o Waar mogelijk, wordt met low tech oplossingen gewerkt, gaande van natuurlijke ventilatie, vermijden van transmissieverliezen en vermijden van oververhitting door een gepast gebruik van glas.
o Algemeen moet de omvang van toekomstig onderhoud mee wegen bij de initiële keuze van materialen en technieken, dit aan de hand van een beschrijving van de vereiste onderhoudshandelingen inclusief hun periodiciteit alsook de continuïteit van de gekozen technieken of materialen, zodat een correcte inschatting van de totale levensduur van de gekozen materialen en technieken kan gebeuren.
- De (technische) functies worden zoveel mogelijk gegroepeerd, dit zowel horizontaal als verticaal. De installaties zijn steeds toegankelijk voor inspectie en onderhoud.
- Er wordt steeds rekening gehouden met de door de fabrikant opgelegde eisen betreffende opstelling, schema e.d.
- Ingeval technische installaties (zekeringskasten, dataracks, kleppen,…) in bergingen of gebruiksruimte wordt dit duidelijk aangegeven en erop toegezien dat deze de functionaliteit zo weinig mogelijk hinderen, zoveel mogelijk fysiek af te schermen om schade te vermijden.
- Collectoren en dergelijke in gebruiksruimtes dienen steeds afgeschermd te worden en toch bereikbaar te zijn
Handleidingen
Van elke installatie moet een handleiding, in het Nederlands, beschikbaar gesteld worden. Deze handleidingen bevatten minstens:
- omschrijving functie;
- omschrijving werking en veiligheidsvoorschriften;
- uitgebreide toelichting van de bediening aan de hand van foto’s en/of afbeeldingen;
- definitieve instellingen parameters;
- uitgebreide toelichting instellen parameters aan de hand van foto’s en/of afbeeldingen
- toelichting onderhoud:
o Frequentie;
o Omschrijving uit te voeren handelingen aan de hand van foto’s en/of afbeeldingen.
Er wordt een overzichtstabel voorzien:
- van alle in te plannen onderhoud, met korte omschrijving + frequentie;
- van alle installateurs en leveranciers met hun contactgegevens;
- schets (A3 per verdiep) met aanduiding inplanting alle toestellen (incl. pompen);
- van alle ingebouwde (verlaagd plafond, technische koker, …) toestellen, kleppen en ventielen wordt een foto genomen. Deze foto’s worden genummerd en deze nummers worden opgenomen, op de correcte locatie, op de in het vorig punt vermelde schets per verdiep. Deze foto’s worden mee opgenomen in het As-built dossier.
Opleidingen
Elke opleiding bestaat uit twee sessies:
- Infosessie: hierbij wordt uitleg gegeven over de functie, de werking, het bedienen, het onderhoud en het instellen van de installatie.
- Praktijksessie: Hierbij moet elke cursist elke installatie, min. éénmaal bedienen en min. de instelling van één parameter wijzigen.
De twee sessies worden ingepland op twee verschillende data.
Bedieningsvoorschriften
Bij toestellen voorzien van een bedieningspaneel (bijv. verwarmingstoestel, luchtgroep, …) worden
bedieningsvoorschriften, in het Nederlands, op of in de onmiddellijke buurt ervan opgehangen. Deze bedieningsvoorschriften, met afmetingen van ongeveer 1 à 2 A4’s, bevatten zeker volgende informatie:
- Wie mag de handelingen uitoefenen (functie, geen naam)?
- Hoe zet je het toestel aan/uit?
- Hoe controleert men de hoofdinstellingen?
- Hoe raadpleegt en reset men de storingsmeldingen?
Voor een optimale toegankelijkheid, wordt bij de opmaak maximaal gebruik gemaakt van illustraties
(tekeningen, schermvoorbeelden, …) en zo weinig mogelijk tekst.
Onderhoud
Tot de voorlopige oplevering (VO), staat de aannemer in voor alle onderhouds- en herstellingswerkzaamheden, ook bij een (gedeeltelijke) ingebruikname voorafgaand aan de VO.
Uitgangspunten:
- Preventief n.a.v. normaal gebruik: kosten ten laste van de VGC (vb. vervangen filters)
- Curatief n.a.v. defecten/storingen bij normaal gebruik: kosten ten laste van de aannemer (vb. verwarmingsketel die in storing valt)
- Curatief n.a.v. verkeerd gebruik of beschadigingen: kosten ten laste van de VGC voor zover de beschadigingen niet door een (onder)aannemer werden veroorzaakt (vb. omver gereden verlichtingspaal)
- Garantie elektrische toestellen voor 2 jaar.
Opmerkingen:
- De periodieke keuringen behoren niet tot het onderhoud.
- Werkzaamheden t.g.v. gebreken in de uitvoering vallen niet onder het onderhoud en zijn volledig ten laste van de aannemer: Bijv. bijstellen regelingen
- De vervroegde indienststelling kan geen invloed hebben op de verplichtingen van de aannemer om, zowel voor de betrokken werken als voor de andere werken van de aanneming, de bepalingen na te leven van de bestekken.
- Vanaf de VO start de wettelijke waarborgtermijn.
Materialisatie
Algemeen
2.1. Verwachtingen
De opdrachtgever laat het aan de kandidaat over hoe de materialisatie van dit gebouw gebeurt. Zo staat de opdrachtgever open voor zowel een vals plafond als een architecturaal concept met de technieken in opbouw. Belangrijk is wel dat hij dit in zijn voorstel duidelijk aangeeft zodat de opdrachtgever daar een duidelijk zicht over heeft. Daarbij wordt ook gevraagd in hoofdlijnen aan te geven hoe:
- wordt omgegaan met het circulair bouwen waarbij het de inschrijver vrijstaat gebruik te maken van een specifiek classificatiesysteem of werkwijze.
- Onderhoud(splan) ingeval het gebruik van specifieke materialen
- Akoestiek in de binnenruimtes
Gevel:
2.2. Materialisatie buitenschil
- De buitengevel moet toelaten om op een eenvoudige manier graffiti te verwijderen zonder hardnekkige graffiti verwijderaar te gebruiken en zonder sporen of schaduwen na te laten. Dit moet het geval zijn voor alle gevelvlakken die bereikbaar zijn voor graffiti spuiters en minimaal over een plint van 2 m rondom rond het gebouw te meten vanop het maaiveld.
- De gevelplinten zijn voldoende hoog en uitgevoerd in een vandalismebestendig materiaal.
- Voor gevelafwerking in hout is TV 243 (WTCB) van toepassing.
- Gevelafwerking in zichtbeton voldoet minimaal aan klasse C volgens de norm NBN B 15-007
Isolatie buitenschil en lichtdichtheid
Alle warmteverliesoppervlakten van de te verbouwen gebouwen en nieuw te bouwen gebouwen moeten
voldoende geïsoleerd worden (of reeds zijn) zodat deze voldoen aan de minimale U-waarde van nieuwe
gebouwonderdelen gesteld in de EPB wetgeving. Volgende uitzonderingen kunnen hierop worden gemaakt:
- De historische voorgevel van het gebouw aan de Bockstaellaan
- Ondergrondse ruimtes ingericht als opslagruimtes of ruimtes voor technieken mogen afgestoten worden van het verwarmd volume. De scheiding tussen deze ruimtes en anderen dient wel geïsoleerd te worden.
- De witruimtes zullen in functie van het concept en gebruik geïsoleerd worden dus dienen niet verplicht te voldoen aan deze regel.
Toepassing EPB:
- De verschillende gebouwen binnen het project worden beschouwd als ‘afzonderlijk te gebruiken’ en vormen elk een afzonderlijke EPB-eenheid met volgende opdeling:
o Renovatie herenhuis Bockstaellaan
o Renovatie gebouw met geïntegreerde schouw
o Renovatie sporthal
o Nieuwbouw (in functie van ontwerp)
o Renovatie overige gebouwen (in functie van ontwerp) Extra eis ingeval renovatie:
1. De te renoveren gebouwen dienen, naast de officiële EPB-verslaggeving, te worden berekend als een EPB-eenheid volgens ‘met nieuw gelijkgesteld’, waarbij het primair energieverbruik voldoet aan de geldende eis voor deze ‘met nieuw gelijkgestelde’ EPB-eenheid.,
2. Alle warmteverliesoppervlakten in contact met buiten moeten voldoende geïsoleerd worden (of reeds zijn) zodat deze voldoen aan de minimale U-waarde van nieuwe gebouwonderdelen gesteld in de EPB wetgeving.
3. Uitzonderingen zijn op extra eisen nummers 1 en 2 :
a. De historische voorgevel van het gebouw aan de Bockstaellaan
b. Ondergrondse ruimtes ingericht als opslagruimtes of ruimtes voor technieken mogen afgestoten worden van het verwarmd volume. De scheiding tussen deze ruimtes en anderen dient wel geïsoleerd te worden.
c. De witruimtes zullen in functie van het concept en gebruik geïsoleerd worden dus dienen niet verplicht te voldoen aan deze regel.
4. Overige afwijkingen dienen uitdrukkelijk te worden aangegeven
Buitenschrijnwerk Algemeen:
- Overeenkomstig EN 1026 en EN 12207-1: minimaal luchtdichtheidsklasse 4 en lekdebiet bij 100Pa
< 1,2 m³/(h.m²).
- PVC buitenschrijnwerk wordt niet toegestaan.
- De aannemer geeft een tienjarige waarborg op de water- en winddichtheid van het geheel van het buitenschrijnwerk
- Alle schrijnwerkelementen (inclusief alle onderdelen van het beslag) op de gelijkvloerse verdieping en bereikbaar van buiten (balkon, platform, etc.) dienen te voldoen aan weerstandklasse 3 volgens de Europese ontwerpnormen prEN 1627 tot 1630.
- Het buitenschrijnwerk moet op een vlotte, eenvoudige manier door een gemiddelde gebruiker bediend kunnen worden.
- Buitenraamdorpels steeds met opkant te voorzien;
- Onder aluminium dorpels wordt een geluidsabsorberende isolatie aangebracht.
- Buitendeuren zijn steeds zelfsluitend. Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden zodat deuren niet kunnen overslaan. Bij naar buiten draaiende buitendeuren wordt er een paaltje voorzien. Frequent gebruikte toegangsdeuren moeten kunnen verankerd worden in de grond of muur op 90° of 180°.
- Buitendeuren die enkel vluchtdeur zijn, worden uitgerust met pushbars en deurdrangers om de uitgaande beweging mechanisch te verzekeren, zonder elektrische componenten (drukknop, badges…);
Materialisatie:
- Aluminium (indien van toepassing):
o profielen beschikken over een ATG keuring (of gelijkwaardig).
o STS 36 Metaalschrijnwerk – Vensters, lichte gevels en omlijstingen
o STS 52.2 Buitenschrijnwerken in aluminium (van toepassing vanaf publicatie)
o NBN EN 14024 Metalen profielen met thermische onderbreking - Mechanische prestaties -
Xxxxx, toetsen en beproevingen voor beoordeling
o NBN EN 12020 Aluminium aluminiumlegeringen - geëxtrudeerde precisieprofielen van legeringen EN AW-6060 en EN AW-6063
o NBN EN 12373 Aluminium en aluminiumlegeringen – Anodiseren
- Hout (indien van toepassing)
o Minstens duurzaamheidsklasse III volgens EN 350.2
o Het hout is afkomstig uit Europa of Midden-Noord Amerika en beschikt over een FSC of PEFC label (100%)
o Gevingerlaste houten profielen worden toegelaten
o De volgendende normen zijn van toepassing:
▪ STS 52.1 Houten buitenschrijnwerk
▪ STS 04.2 Schrijnwerkhout
▪ STS 04.3 Hout en plaatmaterialen op basis van hout – Behandeling van het hout
▪ STS 04.4 Platen op basis van hout
▪ Leidraad voor de productiecontrole voor houten buitenschrijnwerk (TCHN)
▪ NBN EN 14220 Hout en houtachtige materialen in buitenramen, buitendeurvleugels en buitendeurkozijnen – Eisen en specificaties
▪ NBN EN 13307 Gezaagd hout en half afgewerkte profielen voor niet-constructieve toepassing
▪ NBN EN 636 Multiplex – Specificaties
▪ NBN EN 927 Verven en vernissen – Coatingmaterialen en –systemen voor buitenhoutwerk – Delen 1 t.e.m. 5
▪ Infofiche WTCB nr. 16 – Afwerking van houten buitenschrijnwerk
- Beglazing:
o lichttransmissie > 60 %
o Type glas volgens de geldende glasnorm NBN s23-002;
Ramen:
- Opendraaiende ramen:
o 1/3 van het totale raamoppervlak, in de ruimte aanwezig, is opengaand (kip-draai).
o Men kan ten allen tijde het raam op kip zetten. Het volledig openen (draai) van de ramen wordt beveiligd met een slot op de kruk. (1 sleutel per gebouw(deel) om meerdere ramen te kunnen openen).
o Minstens één opengaand raam per verdieping voldoende groot voor het uitvoeren van een verhuis. Aan te duiden in as-built dossier. Ter plaatse van verhuisramen op de verdiepingen opstelplaats voor de verhuiswagen voorzien.
o Indien valgevaar borstwering
- Opdeling:
o Indien ramen aan slechts een zijde: minstens een opdraaiend raam
o Indien ramen aan meerdere zijdes: minstens opendraaiend raam aan 2 zijdes (in functie van maken tocht)
- Vensterbanken verplicht steenachtig indien bereikbaar voor passanten; Automatische entreedeur:
- De toegang is bij voorkeur een tochtsas met 2 maal een automatisch schuifsysteem.
- De bediening moet zowel via aanwezigheidssensor kunnen gebeuren als met badge
- De openings- en sluitingstijden van het element zijn instelbaar
- De gebruiksveiligheid wordt vergroot met een geïntegreerd activerings- en aanwezigheidsdetectiesysteem voor vingerbeveiliging en onderloopbeveiliging, dat mensen en voorwerpen in de opening detecteert en ervoor zorgt dat het element pas zal sluiten wanneer dat veilig is.
- Carrouseldeuren zijn niet wenselijk, zowel voor het gemeenschapscentrum als de bibliotheek Bescherming tegen verblinding:
- Op alle ramen die verblinding kunnen veroorzaken, wordt lichtdoorlatende zonwering voorzien aan de binnenzijde, maar niet noodzakelijk verduistering.
- De anti-verblinding is traploos instelbaar en bedienbaar door de gebruikers
- Met de zonwering volledig neergelaten moet een goed zicht naar buiten mogelijk zijn Buitendeuren:
- Beslag:
o voorzien systeem van overwaaibeveiliging, evenals systeem zodat deuren continu kunnen blijven openstaan;
o nooddeuren niet te combineren met toegangsdeuren;
o pushbars en soortgelijk kunnen niet worden gebruikt voor dagelijks gebruik;
o Aantal scharnieren in functie van gewicht en robuust gebruik (hufterproof);
o 3-punten sloten inbraakklasse niveau 3 straatzijde of bereikbaar vanuit circulatie
o Gebruiksdeuren:
▪ binnenhandgrepen met (nood)kruk;
▪ buitenhandgrepen met trekker;
- Folie:
o indien gevaar op doorloop;
o Bij ramen en deuren tot op de grond;
Dak Dakdichting:
- geen kunststof noch EPDM -> voorkeur roofing;
- Bibliotheek: in het geval van platte daken: waar op het dak geen technieken, groendaken of zonnepanelen geplaatst worden, gaat de voorkeur uit naar lichtgekleurde coating tegen oververhitting;
- steeds aantonen van levensduur; Toegankelijkheid:
- Indien geen borstwering van minstens 1,20m: levenslijnen en/of ankerpunten op 2 meter van de rand;
Impact technieken (indien van toepassing):
- Voor de doorvoering van stroomkabels en dergelijke zijn er specifieke hulpstukken in de handel verkrijgbaar waar de kabel doorgetrokken kan worden (zie afbeelding). In voorkomend geval zal men de plakplaat moeten bevestigen op de ondergrond en vervolgens moeten overgaan tot de aansluiting van de afdichting.
- Wanneer er zware belastingen op de plakplaat kunnen aangrijpen (bv. bij het doortrekken van een grote bundel kabels), kan de bevestiging doorheen de isolatie onvoldoende zijn en zal men een drukvast isolerend kader moeten voorzien.
- Stabiliteit en doorvoeren in functie van zonnepanelen:
o steeds mogelijkheid om zonnepanelen te plaatsen;
o specifieke dakdoorvoeren te voorzien;
- Buitenopstelling technieken:
o Voorkeur voor inpandige technische installaties
o aandacht voor zichtbaarheid en indien installatie hoger dan 50cm of risico op lawaai akoestische omkasting te voorzien;
o Corrosie-categorieën (volgens ISO 12944-2) is categorie: C3 middelmatig -> toegestane materialen: AISI 304, AISI 316 L of 316 Ti
o beschermingssyteem (verzinken + verlakken) dat een duurzaamheid "hoog" (> 15 jaar voor eerste schilderonderhoud) biedt bij de van toepassing zijnde corrosie-categorie conform ISO 12944. Een certificaat van de fabrikant is hiervoor voor te leggen.
o Ventilatierooster blootgesteld aan buitenomgeving zijn steeds in AlMg3 (gepoederlakt).
o Luchtkanalen worden steeds uitgevoerd in gegalvaniseerd staal.
Zonwering Algemeen:
- Voor toepassing zie eisen met betrekking oververhitting Eisen:
- Doek:
o Acryl of soortgelijk
o Robuust
o Gewicht minstens 290gr/m2, of te kiezen ifv de studie
- Materiaal algemeen:
o Geëxtrudeerd aluminium (NEN-EN 573-3-03): EN-AW 6060
o Kaststeunen: gegoten aluminium
- Indien niet geautomatiseerd en maximaal tot de eerste verdieping; mechanische ophanging mogelijk maken gedurende bepaalde periodes in het jaar (zonnedoeken) (voorkeur low-tech)
Aansturing:
- Automatische bediening:
o per verdieping van elk blok
o met weercentrale
o mogelijkheid tot herijking manuele bediening
- Xxxxxxx xxxxxxxxx:
o Elk gevelvlak per gebruikscluster
Signalisatie
Te voorzien in overeenstemming met de voorschriften van zowel stedenbouw als Bpost (zowel aan kant Bockstaellaan en Schildknechtstraat):
- Huisnummer
- Brievenbus
Plafond:
2.3. Materialisatie binnenzijde
- Akoestische spuitpleister wordt gezien de onmogelijkheid tot onderhoud niet toegelaten
- Ingeval kabelgoten zichtbaar of verlichting in pendel dient te worden vermeden dat dit vergaarplaatsen voor stof worden, evenals deze op een eenvoudige manier te ontstoffen zijn
- Toegankelijkheid van kleppen in functie van onderhoud
- Waar gekozen wordt voor valse plafonds, toegankelijkheid van de technieken in de valse plafonds mogelijk maken (geen vaste gipskarton of andere vaste afwerking op deze plaatsen, voor de
bibliotheek geldt er een voorkeur voor modulaire akoestische elementen die gemakkelijk vervangbaar zijn).
Wanden:
- De opdrachtgever verkiest voor de gebruiksruimtes (burelen, leslokalen,…) gepleisterde en geschilderde muren, waarbij het schilderen binnen het project zit.
- Bibliotheek: De Stad geeft de voorkeur aan materialen op ecologische/natuurlijke basis zoals het gebruik van klei,…
- Voor de circulatieruimtes zijn andere materialen mogelijk voor zover deze voldoende robuust zijn.
Voorbeelden daarbij zijn beton,…
- Toevoegen houtaccenten
- Spatwand:
o Rondom alle lavabo’s, uitgietbakken en werkvlakken keuken
o wanden van douchecabines
Vloer:
Algemeen:
- Voorkeur voor robuuste vloer zoals tegels, polierbeton
- Geen voorkeur voor linoleum behalve wel toegelaten in de bibliotheek in de personeelsruimtes
- Tapijt niet toegelaten
- Ingeval gepolierde beton:
o in overeenstemming te zijn met de normen NBN EN 206-1:2001 en de NBN B15-001: 2004.
o de TV 204 van het WTCB gevolgd te worden
- Xxxxxx xxxxxxx toegelaten in:
o specifieke ruimtes volgens ruimtefiches (multifunctionele theaterzaal en expressieruimte).
o Verdiepingen herenwoning (te bekijken ifv akoestiek en brandveiligheid)
o Bibliotheek: Voorkeur voor robuuste houten vloer in de publieksruimtes die gemakkelijk te onderhouden is, indien een alternatief wordt voorgesteld moet deze steeds onderhoudsvriendelijk zijn. Ecologische afwerking zoals was of olie.
▪ Voorkeur voor dikke vloermaterialen met akoestische eigenschappen.
▪ Het hout is afkomstig uit Europa of Midden-Noord Amerika en beschikt over een FSC of PEFC label (100%)
- sportvloer:
o mix elastisch
o klasse 1 conform NOC
o nominale dikte ifv type vloer
o Ref. Pulastic 180 XLS of soortgelijk
o Plint: in PU via een voorgevormd hoekelement;
o Belijning in PU
o Onderhoud en klein herstel: plan van aanpak beschrijven Gerelateerd:
- vaste matten:
o De nodige vaste matten zijn te voorzien aan de toegangen tot het gebouw om vuil buiten het gebouw te houden.
o De mat absorbeert vocht (minimaal absorptievermogen 5 l/m²), vuil en zeer fijn stof. De droogloopmat heeft een degelijke, duurzame kwaliteit.
o De mat is overrijdbaar met transpaletten.
- Plinten:
o Steeds te voorzien
o De afwerking van de plint bestaat uit een stootvast, duurzaam, onderhoudsvriendelijk materiaal.
o De materiaalkeuze van de plint is af te stemmen op het gekozen type vloer- en wandafwerking. De plinten moeten stevig vasthangen
Binnenschrijnwerk Binnendeuren en ramen:
- Doorgangsafmetingen dienen te voldoen voor rolstoelgebruik, schoonmaakapparatuur, materiaal- en goederentransport, afhankelijk van de Ruimte. Er dient eveneens rekening te worden gehouden met het vervangen van onderdelen van technische installaties voor de bepaling van de breedte van de deuropeningen. De vrije breedte van de deuren dient eveneens te voldoen aan de bepalingen uit de brandnormen en de eisen ivm toegankelijkheid
- Alle deuren worden voorzien van een deurstop, ook in het geval dat er een deurpomp voorzien wordt
- Het schrijnwerk dient te voldoen aan norm NEN-EN 179:2008
- De deurbladen zijn massief en vlak uitgevoerd
- Aantal deurscharnieren volgens grootte en gewicht, minstens 4
- Bij dubbele deuren dient het eerste opengaande deurdeel een netto breedte te hebben van minstens 90cm
- Deurpompen te voorzien op alle branddeuren en alle deuren met toegangscontrole
- Toiletdeuren worden voorzien van een deurblad in HPL en vrij-bezet slot. Binnendeuren met magneetcontacten:
- te voorzien op alle zelfsluitende deuren versus te bepalen ifv logistiek (sluitplan)
- blijven in normaal gebruik openstaan, ingeval brandalarm gaan ze automatisch dicht
- Uitgangspunten:
o bij deuren die open moeten blijven tijdens gebruik:
o branddeuren: magneetcontact
o geen branddeuren: voetstop Verstevigde deuren:
- wat: bescherming van de deur tegen belevering materialen
- waar: belevering rolcontainers, diverse karren, grote stukken,
- afwerking:
o deur: metalen plaat op onderste 60cm
o houten kader met onderaan metalen hoekprofiel Doorloopbeveiliging:
- indien gevaar op doorloop;
- Bij ramen en deuren tot op de grond;
Comfortsignalisatie
Signalisatie in functie bewegwijzering:
- Leesbaar vanuit de inkom
- Belangrijkste functies Lokaalaanduiding:
- Te voorzien op volgende plaatsen:
o per gebruikslokaal
o Niet bergingen, binnen clusters,..
- Uniform systeem:
o kader formaat A5;
o klipssysteem waardoor de inhoud verwisselbaar is.
o Bibliotheek: discrete nummering lokalen
Casco-afwerking (cluster bibliotheek door stad Brussel) Overeenkomst:
- Inclusief water- en elektriciteitsaansluiting;
- Het gebouw moet wind- en waterdicht worden opgeleverd: inclusief ramen met glas, deuren en dakbedekking;
Eisen:
- Hoogtes van minimum 3 meter netto
- Opmaak ontwerp in functie van later haalbaarheid technieken:
o Plaats voor warmtepomp en ventilatiegroep
o Voldoende gedimensioneerde schacht(en)
o Inschatting elektrische installatie
- Nodige maatregelen in functie van advies brandweer:
o Branddeuren in functie van compartimentering
o Detectoren
Voor de optieprijs afwerking vervalt deze titel ‘Casco-afwerking’ en worden de ruimtes afwerkt op basis van de algemene eisen, aangevuld met de specifieke toegevoegde eisen voor de bibliotheek. In de ruimtefiches werden eveneens elementen toegevoegd die deel uitmaken van deze aparte prijs voor afwerking. De
optieprijs “afwerking bibliotheek” bevat dan het kostenoverzicht van alle gevraagde elementen die
bijkomend zijn aan de casco eisen.
Maatwerk gebruikersmeubilair Algemeen:
- Het materiaal waaruit het meubel gemaakt wordt dient stootvast en goed afwasbaar te zijn. Er dient keuze te zijn uit een heel gamma van afwerkingen.
- ISO 11064, ISO 0000-0-0000, NEN 2449-2006, NPR 1813:2009, EN 527-1 voor de afmetingen en EN
572-2 voor de mechanische veiligheidseisen.
- De vloerafwerking zal doorlopen onder het element, teneinde verplaatsingen mogelijk te maken.
- De stopcontacten en datastopcontacten dienen in het meubel ingewerkt te worden.
- De nadruk moet liggen op ergonomie, verschillende zitmogelijkheden en een design dat past bij het algemene design van het gebouw
Onthaalbalie:
- De balie dient gemakkelijk toegankelijk te zijn en goed verlicht. Het ontwerp houdt rekening met het bedienen van kinderen en personen in een rolstoel.
- De balie biedt plaats voor 2 werknemers.
- Minimale breedte van 1,50m per werkplek.
- onthaal van rechtstaande bezoekers gebeurt op gelijke ooghoogte zonder dat het onthaalpersoneel daarvoor moet rechtstaan.
- onthaalmogelijkheid van rolstoelgebruikers en kinderen is zo naadloos mogelijk te integreren, dit
moet zo min mogelijk aanvoelen als een ‘aparte’ behandeling.
- Er is voldoende opbergruimte voorzien in de vorm van afsluitbare, geïntegreerde kasten en schuiflades
- Voor de bibliotheek wordt het bestaande baliemeubel hergebruikt.
- De balie bevat de nodige stopcontacten en datapunten voor tenminste:
o 2 werkplekken met pc en beeldscherm
o Stroomvoorziening voor bijkomend toestel
o Printer
o Bankcontact terminal
Trappen:
2.4. Materialisatie trappen, hellingen en leuningen
- Een goede verhouding op- en aantrede verzekert het gebruiksgemak. Bij het ontwerp wordt rekening gehouden met de formule M = 2H + A, met:
o M (stapmodulus) = 600 tot 650 mm
o A (aantrede gemeten van neus tot neus): minimum 230 m
o H (optrede): maximaal 185 mm.
- Trappen in gemeenschappelijke delen voldoen aan:
o H <= 180mm
o A >= 200 mm
o Helling <= 75
o Neus > 5 mm
o Alle treden zijn even hoog.
o De afwijking op de tredehoogte van 2 opeenvolgende treden mag niet meer dan 2 mm bedragen.
- Verdrijven van trappen dient te gebeuren volgens aanvaardbare methodes, zoals daar zijn de harmonische verdrijving of de verdrijving in het oneindige.
- De trappen bevatten geen wentelvormige delen (geen spil- of draaitrappen). Ze worden verdeeld door bordessen zodat elke traparm niet meer dan 17 treden telt. Voor noodtrappen kan hiervan worden afgeweken mits een excpliciete goedkeuring van de Brandweer kan voorgelegd worden. Het aantal trappen en de breedte worden mee bepaald door de veiligheids- en brandvoorschriften.
- treden worden voorzien van antislipstroken (bvb. Antislipstroken met kwartszand).
o Bij de eerste en laatste eerste trede is dit een contrasterende kleur, bij de overige treden in het zwart.
o Bij de start van een trap die naar beneden gaat dienen noppen te worden voorzien (zie hiervoor de eisen inzake integrale toegankelijkheid).
Toegangshellingen voor rolstoelgebruikers:
- De helling is beperkt in functie van het te overbruggen hoogteverschil:
o niveauverschil van 2 cm tot 10 cm: max. 10%
o niveauverschil van 10 cm tot 25 cm: max. 8,3 %
o niveauverschil van 25 cm tot 50 cm: max. 6,25 %
o niveauverschil van meer dan 50 cm: max. 5 %
- Doorgangsbreedte minimum 120 cm
- Boven- en onderaan horizontaal bordes (idealiter 150 cm x 150 cm)
- Bij een niveauverschil van meer dan 10 cm aan de open zijde van de helling een opstaande rand te voorzien van minimum 5 cm
Leuningen en borstweringen Trapleuningen:
- Als een trap breder is dan 1,20m worden aan beide zijden leuningen voorzien, anders aan één zijde.
- Vanaf een breedte van 2,40m wordt een tussenleuning voorzien.
- Leuningen hebben een voldoende hoogte, zijn niet beklimbaar, hebben indien van
toepassing voldoende kleine tussenafstand tussen de verticale spijlen. Een gesloten leuning sluit onderaan niet aan tot op de trap om ophoping van vuil te vermijden.
- Standaard hoogte leuning: tussen 90 en 110 cm
- Op plaatsen waar regelmatig kinderen (IBO, crea-atelier, sportzaal, kinderafdelingen bibliotheek..) komt extra leuning:
o Hoogte tussen 60 en 75cm
o Diameter tussen 1,6 en 4,5 cm
- Doorlopend tot op de grond (conform toegankelijkheid) Borstweringen en overlopen:
- Bordessen en gaanderijen: minstens 1,3m;
- trap: 90 cm in opgang, 130 cm bij bordessen;
- buitenruimtes op verdieping: minstens 1,5m;
- aan de onderkant voorzien van een stootrand (‘colablik’ bescherming);
Leuningen voor hellingen geschikt voor rolstoelgebruikers:
- Bij een niveauverschil van meer dan 25 cm aan weerszijden van de helling een ononderbroken leuning op een hoogte van 100 cm en een regel op 70 à 75 cm van het vloerpeil te voorzien.
- De opstaande rand kan vervangen worden door een derde regel op 10 cm.
- De leuning loopt 40 cm horizontaal door boven en onderaan de helling
2.5. Materialisatie buitenomgeving
Poorten/afsluitbaarheid Gebruik algemeen:
- tijdens gebruiksuren: bezoekers en passanten kunnen domein vrij betreden
- na gebruiksuren: domein wordt volledig afgesloten zodat dit niet meer kan worden betreden
Eis:
- Voldoende hoge en robuuste omheining
- Poorten afsluitbaar met sleutel
- Komt op de perceelsgrens
Gebruik bibliotheek:
- tijdens gebruiksuren: bezoekers en passanten kunnen domein vrij betreden
- na gebruiksuren: domein wordt volledig afgesloten zodat dit niet meer kan worden betreden
- er dient een (bijkomstige) toegang tot het gebouw voorzien te worden waarbij een bezoeker vanuit het openbaar domein de bibliotheek rechtstreeks kan betreden. Deze toegang zal enkel tijdens de avondopeningen bruikbaar zijn en wordt bediend via een apart systeem van toegangscontrole waarbij elke bezoeker apart binnenkomt na verificatie van de identiteit. Deze toegang dient minder zichtbaar te zijn en is enkel bruikbaar voor een beperkt aantal personen die gemachtigd zijn om hier gebruikt van te maken.
Fietsenbeugels Algemeen:
- conform de voorschriften van Mobiliteit Brussel (Ondersteunend bestand: 05.01.00-vademecum 7 - Fietsparkeervoorzieningen.pdf)
- Het fietsenrek is van het type 'omgekeerde U', met een extra dwarsbalk. Waar aangegeven wordt dat er enkel kinderfietsen worden gestald mag dit een afwijkend type zijn.
- De tussenafstand tussen 2 stalplaatsen bedraagt ten minste 100 cm.
- Het geheel is voorzien van een corrosiewerende afwerking.
Minstens een oplaadpunt per fietsenstalling:
- Minimaal IPSS of CEE-form IP67.
- Dit element heeft een schokweerstand IK10
- Het laadpunt is vergrendelbaar.
- Het geheel is voorzien van een corrosiewerende afwerking
- Het oplaadpunt wordt voorzien van 2 onafhankelijke stopcontacten, uitgerust met vergendelluikjes om oneigenlijk gebruik te vermijden.
Nutsaansluitingen en energiemonitoring
3.1. Algemeen
De kosten te betalen aan de nutsbedrijven vallen buiten de opdracht. Wel wordt verwacht dat de uitvoerder instaat voor de coördinatie en eventuele specifieke eisen vanuit de nutsbedrijven.
Alle ondergrondse leidingen en kabels worden geplaatst volgens geldende reglementering. Gas ligt minimum 60 cm onder het maaiveld, water minimum 80 cm. Op 15 cm boven de buizen en kabels worden signalisatielinten aangebracht. Kabels worden afgedekt met kunststof afdekkappen. Na uitvoering worden gedetailleerde as-built plannen opgemaakt met de maatvoering.
Voor geen enkele van de gebouwen wordt het gebruik van aardgas toegestaan.
Algemeen
3.2. Hoogspannings- en laagspanningsaansluiting
De opdrachtgever geeft de voorkeur voor een project dat geen hoogspannings behoeft. Om dit te realiseren mag indien het architecturaal concept dit toelaat de bibliotheek worden uitgerust met een eigen aparte elektrische aansluiting. Er dient in elk geval een hoogspanningsklasse 3 (26-1kV) te worden voorzien indien de vereiste stroomsterkte groter is dan 238A. Dit stemt overeen met 166,1 KVA bij een net van 3x400V+N.
Eisen hoogspanningsaansluiting (voor zover noodzakelijk)
De hoogspanningskabel is van het monopolair type PRC. Voor de cabine is een voorkeur voor een oplossing waarbij dit wordt geïntegreerd in gebouw. Daarbij wordt gevraagd om materieel te gebruik met minimaal risico (categorie AA10) of materieel zonder externe verschijnselen (categorie AA20). Het lokaal behoort tot de klasse BB00.
Laagspanning
De gehele elektrische installatie (HS en LS) voldoet aan volgende documenten en voorschriften:
- AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties);
- Codex over het welzijn op het werk;
- De voorschriften van de lokale Distributienetbeheerder (DNB);
- Synergrid;
- Internationale (IEC), Europese (EN) en Belgische (NBN) normen;
- Typebestek 400 en aanvullende delen.
Bij een LS-aansluiting op intern- of openbaar net gebeurt een onderzoek door de ontwerper. Hij houdt hierbij rekening met de bestaande verdeelspanning en het aanwezige aardingssysteem. Er moet totale selectiviteit zijn over de hele installatie.
3.3. Internetaansluiting
Indien het architecturaal concept dit toelaat mag voor de bibliotheek worden gewerkt met een aparte data aansluiting. Als dit niet mogelijk is dient een glasvezelaansluiting te worden voorzien in de bibliotheek vanuit de centrale aansluiting.
Algemeen:
3.4. Watermeter
- De wateraansluiting wordt conform het technisch reglement van de nutsmaatschappijen uitgewerkt.
- Voor de bibliotheek bij voorkeur werken met een aparte wateraansluiting.
- Nagaan nood aan drukopvoer voor bluswater Dimensionering:
- Algemeen:
o Rekening te houden met instructies waterbedrijf en plaatselijke eisen opgelegd door de brandweer en/of binnen de stedelijke en gemeentelijke bouwvoorschriften.
o In geval van brandbeveiliging met muurhydranten dient steeds voorafgaand overleg gepleegd te worden met de waterleverancier m.b.t. de diameter van de aftakking.
o Drukopvoer voor brandleidingen steeds na te gaan
- Sanitair water:
o De aftakking is minstens één maat groter dan de berekende hoofdleiding.
- blusleidingen:
o Twee axiale haspels min. PE 40
o Meer dan twee haspels min. PE 50
o Vanaf acht haspels en/of hydrant(en) min. PE 75
o Indien bovengrondse hydrant BH80: min. 100mm
o Indien bovengrondse hydrant BH100: min. 150mm
o Indien ondergrondse hydrant OH 80: min. 100mm.
Algemeen:
3.5. Energiemonitoring
- De energiemeters moeten voldoen aan de eisen opgenomen in bijlage XII van het Energiebesluit en in de Europese Richtlijn 2004/22/EG over meetinstrumenten. Zo worden de meters uitgerust met een voorziening waarmee de gemeten hoeveelheden zowel ter plaatse als van op afstand afgelezen kunnen worden
- Per gebouw en voor het eetcafé worden sub-meters, geschikt voor uitlezing vanop afstand, voorzien voor elektriciteit, gas en water.
- De uitlezingen van alle tellers worden samengebracht in één bord (per gebouw). De plaats van dit bord wordt bepaald door het ontwerpteam.
- Bepaalde installaties vanaf bepaald vermogen apart monitoren om snel afwijkingen te detecteren
o luchtgroepen groter is dan 10.000m³/u,
o alle warmtepompen
o …..
Specificaties submeters:
- De waterteller meet het verbruik weergegeven in de vorm van een numerieke index met een minimale resolutie van 0,001 m³, bij voorkeur met RS 485 poort (Modbus RTU standaard) en minimum pulsuitgang.
- De calorimeters:
o zijn van het integrale type:
o uitgerust met een elektronische rekeneenheid die de numerieke integratie uitvoert van het gemeten waterdebiet en het verschil in watertemperatuur tussen de vertrek- en de retourleiding.
o Communicatie via Modbus RTU standaard (RS 485 poort).
o voldoen aan de klasse 2 volgens de norm NBN EN-1434 warmtemeters. Elektriciteitsmeters:
- meet de actieve energie weergegeven in de vorm van een numerieke index met een minimale resolutie van 1 kWh, meters op DIN-rails, RS 485 poort (Modbus RTU standaard).
- beantwoorden aan de normen NBN EN 62053-11 en NBN EN 62053-21.
- De nauwkeurigheidsklasse is minimum klasse 1 voor actieve energie.
- dienen bidirectioneel, of te wel retourgeschikt, te zijn voor zonnepanelen
Sanitair
Algemeen:
4.1. Riolering
- Voorkeur is een gravitaire aansluiting naar zowel de Schildknechtstraat als de Bockstaellaan. Eisen:
- TV 265 ‘Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen’ (WTCB).
- NBN EN 12056-2 ‘Binnenriolering onder vrij verval - Deel 2: Ontwerp en berekening van
huishoudelijk afvalwatersystemen’.
- Afvalwater en regenwater worden gescheiden afgevoerd, ook bij openbare infrastructuur met gemengd Stelsel.
- Alle toestellen zijn via een waterslot op de afvoer aangesloten.
- Onder dienstkranen wordt binnen een vloerkolk voorzien.
- Minimale afvoerdebieten conform TV 265 tabel 2
- Terugslagklep bij risico van terugstroom vanuit de straatriool.
Rioleringsplan
Op te maken bij voorontwerp met aanduiding van:
- tracé en diameters;
- koppelingen;
- toezichtputten;
- alle voorzieningen zoals afvoeren voor oppervlaktewater, klokputten, …;
- aanduiding van het type afvalwater.
De afvoerinstallatie wordt verlucht op volgende wijze:
- Primair: Standleiding bovenaan verlucht.
o Eenvoudig systeem.
o Grote afvoerdiameters.
- Primair + secundair: Standleiding verlucht net boven aansluiting van elke horizontale verzamelleiding
o Ingewikkelder systeem.
o Kleinere secties afvoeren.
- Primair + secundair + kopverluchting: Verluchting aan begin van elke horizontale verzamelleiding.
o Secundaire en kopverluchting sluiten bovenaan aan op primaire verluchting.
o Dubbele installatie (afvoer en verluchting).
- Verluchting mondt uit boven dak.
o 15 cm tot 15°, 30 cm boven 30°, wind afwaarts en minstens 2 m van ramen. OF
o Uitmonding in goed verluchte (dak)ruimtes via een snorkel die afsluit bij overdruk in de ruimte.
Leidingen
- Diameters in functie van type en aantal aangesloten toestellen.
o Dimensionering voor te leggen bij DO.
- Helling continu en i.f.v. diameter (min. 2 cm/m).
- Buismateriaal: temperatuur- en chemisch bestendig.
- Leidingen, waterdichte en drukbestendige koppelingen en hulpstukken vormen een systeem.
- Voorzieningen om uitzettingen op te vangen (afvoer warm/heet water).
- Tracé zo rechtlijnig en eenvoudig mogelijk.
- Y-verbindingen gebruiken; T-verbindingen en korte of rechte bochten zijn verboden.
Toezichtsputten
- Voorzien bij richtingveranderingen, samenkomst van leidingen, reinigingsopeningen en waar
verstopping mogelijk is, …
- Deksels luchtdicht afsluiten.
- Stevigheid volgens te verwachten belastingen.
- Prefab-putten, aangepast aan het toegepaste leidingsysteem, hebben de voorkeur.
Varia:
Regelgeving
4.2. Hemelwater
Er dient rekening te worden gehouden met de eisen vanuit Leefmilieu Brussel waarbij mag worden
verondersteld dat de vergunning in ’23 wordt ingediend. Als een hemelwaterput, infiltratievoorziening en/of een buffervolume voor vertraagde lozing wordt voorzien, wordt op de plannen naast de exacte inplanting, de inhoud van deze voorzieningen (in liter), het horizontale dakoppervlak en het totale verharde grondoppervlak (in m²), alsook de aftappunten van het hemelwater vermeld.
Voorkeur voor natuurlijke infiltratie via wadi.
Opvang en gebruik
Het regenwater verzameld in de buffertank wordt gebruikt voor:
- Toiletten, urinoirs
- Buitenkraantjes
o Per groenzone:
o Afsluitbaar ingeval vorst
o Signalisatie dat water niet drinkbaar is
Het water afkomstig van groendaken (moeten over min. 35 l/m² buffervolume beschikken) is sterker vervuild t.o.v. dat afkomstig van een naakt dak. Om bijkomende nafiltering te vermijden en aldus de installatie niet onnodig complex te maken wordt het hemelwater van groendaken niet afgeleid naar de buffertank, tenzij anders verplicht.
Indien de lengte van de aanzuigleiding het toelaat gaat de voorkeur naar een droog opgestelde pompgroep met zelfaanzuigende pomp(-en). In het andere geval wordt een pomp voorzien in de buffertank die een droog opgesteld reservoir voedt, waarin dan ook de eventuele bijvulling met stadswater geschiedt.
Dimensionering regenwateropvang:
Er wordt gestreefd naar een leegstandspercentage gelegen tussen 5 en 10 %
Bij ontstentenis van verdere gegevens dient hierbij worden uitgegaan van volgende waarden:
- Bezoekers: 300 toiletbeurten per kalenderdag (365 dagen/jaar)
- Personeel: 150 toiletbeurten per kalenderdag (behalve zondag)
Opmerkingen:
- installatie conform EN 1717 (Belgaqua);
- op de regenafvoeren moeten voorfilters geplaatst worden die op een eenvoudige manier kunnen gereinigd worden;
- na de voorlopige oplevering en vóór de definitieve oplevering dienen de bufferwatertank(s) gereinigd te worden door een reinigingsdienst, attest voor te leggen bij definitieve oplevering;
- de installatie moet conform de richtlijnen van de watermaatschappij uitgevoerd worden.;
- de buffertank wordt voorzien van een niveaumeting;
- op de bijvulling wordt een waterteller geplaatst ;
- alarmmeldingen van de installatie worden doorgemeld;
o storing
o overloop
o laag peil regenwaterput
- bijvullen van de ondergrondse buffertank wordt niet toegelaten;
- de aanzuigleiding (bij zelfaanzuigende pompen) wordt voorzien van een aanzuigkorf en vlotter, deze zijn van dezelfde fabrikant/leverancier als van de pomp;
- na de regenwaterpomp wordt een terugspoelfilter geplaatst;
- na de pomp wordt een expansievat (geschikt voor regenwater) geplaatst, dit vat wordt zodanig gedimensioneerd dat het pendelen van de pomp wordt uitgesloten;
- wanneer meer dan één buffertank nodig is wordt de verbinding bij voorkeur niet door een sifon gerealiseerd, maar door de beide tanks onderling te verbinden, tenzij de stabiliteit van de tanks onvoldoende kan worden gegarandeerd, deze verbinding moet echter steeds een minimale zetting, die steeds onvermijdelijk is, toelaten, daartoe kan de verbinding bijvoorbeeld zijwaarts gebeuren;
- alle aftappunten op regenwater worden voorzien van de vereiste pictogrammen.
Eisen:
4.3. Verdeling leidingwater
- leidingen in opbouw zijn enkel toegestaan in bergingen, technische ruimtes, verlaagde plafonds, verhoogde vloeren en schachten. Andere ruimtes worden voorzien van inbouwleidingen
- koppelstukken voor inbouwleidingen zijn niet toegestaan
- leidingen met vorstgevaar worden voorzien van isolatie E8 en tracing
- op alle leidingen in opbouw wordt anti-condens isolatie voorzien
- elke verdeelkring is afzonderlijk afsluitbaar d.m.v. membraankraan voor onderhoud.
- Vlinderkraantjes te voorzien op elke vertrekkende leiding aan collector
- maximale temperatuur bedraagt 20°C
- Op elk tappunt van het watercircuit wordt een minimale druk van 1 bar en een maximum van 3 bar voorzien
- Het waterverdelingssysteem moet voldoen aan de wettelijke voorschriften in het bijzonder de BBT voor Legionella-beheersing (model conformiteitsattest).
- Waterverzachter op aanvoerleiding: na de waterverzachter alleen inerte (bijv. RVS, HD-PE) leidingen gebruiken.
- Het wordt maximaal vermeden om leidingen in te werken in chapes, indien toch noodzakelijk wordt in dit geval alleen kunststof gebruikt (het gebruik van koppelingen is echter niet toegestaan) en dient er een voorafgaande drukproef uitgevoerd te worden.
- Indien een drukverhogingspomp nodig is voor de blusmiddelen voedt deze uitsluitend het bluswaternet.
- Als hoofdafsluiter (direct na de waterteller) wordt er steeds een membraanafsluiter voorzien. Voor andere afsluiters wordt tot en met DN50 kogelafsluiters gebruikt.
- De leidingen worden door de aannemer gespoeld vóór de ingebruikname.` De sanitaire installaties wordt zo ontworpen en uitgevoerd dat:
- Verkeerd gebruik en verontreiniging uitgesloten wordt.
- Er geen overdreven snelheden, te lage snelheden of stagnerend water is (DIN 1988-300:2012).
- Water in voldoende hoeveelheden beschikbaar is aan alle tappunten, ook bij piekverbruik.
- Ze geen aanleiding geven tot een ontoelaatbare kwaliteitsverandering van het water.
- Ze een voldoende levensduur waarborgen, bij een normaal gebruik en onderhoud.
- Ze gemakkelijk kunnen worden geïnspecteerd en onderhouden.
- Geluidshinder beperkt wordt.
- Onnodig waterverbruik vermeden wordt en waar mogelijk gebruikgemaakt wordt van waterbesparende technieken.
- Energieverliezen geminimaliseerd worden.
- Elk aangesloten sanitair element dient met een aparte leiding aangesloten te worden op de collector.
Kenmerken kraanwerk:
- hangtoilet met ingebouwd spoelreservoir en spaarknop 3/6 liter spoeling
- waterbesparende douchekoppen (max. 7 l/min)
- lavabokranen:
o voorzien van straalbrekers met debietbeperking (max. 6 l/min)
o hoge kraan (ifv vullen drinkbekers)
- ingeval warm en koud water: thermostatische mengkranen
- wastafels toiletten: zelfsluitende kraan (instelbaar 5-7 sec)
- urinoirs hebben een spoelvolume van xxx. 1,5 l en er wordt gewerkt met een algemene spoeling door magneetventiel of alternatief geautomatiseerd-systeem (geen infrarood detectie)
- Drinkfontein:
o 1 tegen buitenmuur IBO
o 1 op een geschikte locatie in functie van ontwerp
o Afsluitbaar in functie van vorst
Gemiddelde debieten, zowel voor koud als warm water (cfr. technisch reglement):
- wasbak: 12 liter/minuut
- douche: 7 liter/minuut
- spoelbak toilet: 10 liter/minuut
- was- en vaatwasmachine: 10 liter/minuut
4.4. Sanitair warm water
4.4.1. Algemeen
Warm water te voorzien zoals aangegeven in de ruimtefiches.
Algemeen
Het sanitair warm gebeurt bij voorkeur via elektrische boilers. Om de stilstandsverliezen te beperken wordt er gekozen om het opslagvolume hiervan te beperken (max. ca 75 liter) en de boiler te voorzien van een voldoend groot verwarmingsvermogen zodanig dat het water snel (i.f.v. de behoefte) terug op temperatuur is.
De toestellen worden voorzien van een Europees Energielabel conform de Europese Ecodesign-richtlijn Indien de installatie (verwarming + SWW) samengesteld wordt uit verschillende onderdelen dient een pakketlabel (ELD-label) door de installateur afgeleverd te worden.
Stilstandsverliezen:
- boilers < 25 liter: < 0.5 kWh per 24h bij 65 °C
- boilers 25 tot 75 liter: < 1 kWh per 24h bij 65 °C
- boilers > 75 liter: < 15 + 5 x V0,4 x 24 per 24h bij 65 °C
Specifiek voor douches personeel
Ingeschat verbruik voor alle douches (zonder conciërgewoning):
- gemiddelde 5 douchebeurten/kalenderdag,
- maximaal 10 douchebeurten/dag
Ruimteverwarming
5.1. Dimensionering
Bij de dimensionering van een verwarmingsinstallatie moet men een compromis zoeken tussen het gewenste comfort en de installatie- en exploitatiekosten. Zo zal een te grote installatie – zelfs op een uitzonderlijk koude winterdag – een comfortabele binnentemperatuur kunnen garanderen, maar zal deze ook duurder en minder performant zijn. Een installatie die niet krachtig genoeg is, zal daarentegen goedkoper en performanter zijn, maar zal tijdens de koudste dagen niet het gewenste thermische comfort kunnen bieden.
De ontwerptemperaturen moeten dan ook overeenstemmen met het werkelijk gebruik. Referentie ontwerptemperaturen:
- Huis van het Kind 24 °C
- Gebruikslokalen: 22 °C
- Sanitaire ruimte: 18 °C
- Circulatieruimtes, sportzaal: 18 °C
Warmteverliesberekening
Berekening volgens de norm NBN EN 12831 – methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting, samen met de bijlage NBN EN 12831 ANB:2020.
Er wordt steeds gerekend met de nieuwe basisbuitentemperaturen, voor de berekening van de warmtebelasting van gebouwen, volgens NBN EN 12831 ANB:2020
Een rekenblad hiervoor is (gratis, met bijhorende toelichting) te downloaden (WTCB): xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxx-xxx- gebouwen/
Richtwaarden opwarmtijd:
- 2 uur bij een temperatuurdaling van 2 °C
- 3 uur bij een temperatuurdaling van 3 °C
- 4 uur bij een temperatuurdaling van 4 °C
Een dimensioneringsnota van de verwarmingsketels dient opgesteld te worden. Deze nota wordt bij het logboek gevoegd en bevat minstens (ordonnantie van 21 juni 2018):
- Datum van opmaak
- De gegevens van de auteur (natuurlijke persoon + firmagegevens)
De details van de berekeningsmethode die de warmtebehoefte bepaalt (per gebouw), het totaal nuttig vermogen dat vereist is om aan deze behoeften te voldoen en de resultaten die met deze methode werden verkregen
5.2. Systeem
Warmtepomp met voorkeur voor afgifte via water:
- Geen gasaansluiting gewenst
- Luchtverwarming enkel toegestaan mits uitdrukkelijke motivatie
- Verwarmingsregime: maximaal 40 – 30 °C
- Specifiek voor beoveld:
o Meerprijs t.o.v. klassieke lucht-water warmtepomp kan worden betaald door 3de investeerder
o Xxxxxxx kandidaat van deze optie gebruik wenst te maken dient deze partij een voorstel op te maken waarbij deze extra investering wordt terugverdiend en geen verplichting is voor een extra vergoeding voor onderhoud en keuringen
Op te maken studies:
- debieten en opvoerhoogtes v/d pompen
- dimensionering, afstelling en plaats v/d regelafsluiters
- instelling regelorganen (Kv-waardes inregelafsluiters en radiatorkranen i.f.v. gevraagde vermogens
- Hydraulische studie met de reële warmtebehoefte en hydraulische kringen
Inregelen
Een goed ingeregelde installatie is cruciaal om een optimaal werkende installatie te bekomen.
Dit verzekert niet alleen een zuinig verbruik, maar ook een maximaal comfort (o.a. een gelijkmatige opwarming van alle lokalen).
Het is dan ook vanzelfsprekend om hier voldoende aandacht aan te besteden. Minimum uit te voeren werkzaamheden:
- lijst opmaken (type + parameters) van Ketels, pompen, inregelafsluiters, radiatoren
- bepalen Kv-waardes i.f.v. vereiste vermogens (enkel bij voorinstelmethode)
- instellen dubbel instelbare radiatorkranen/voetventielen
- instellen regelafsluiters
- instellen pompen
- meting op meetbare hoofdregelafsluiters
- controle retourtemperaturen buitentemperatuur opgeven waarbij gemeten werd
- inregelrapport (incl. radiatorlijst per kring) Warmteopwekkers
- dienen een CE-merk te hebben en een EU-conformiteitsverklaring waarin gegarandeerd wordt dat deze voldoen aan de Europese regelgeving. Deze verklaring moet melding maken van de code 813/2013/EU (verwijzing naar de EU-regelgeving)
- voorzien van een Europees Energielabel conform de Europese Ecodesign-richtlijn:
o warmtepomp lucht-water: A+
o warmtepomp grond-water: A++
- Indien de installatie samengesteld wordt uit verschillende onderdelen dient een pakketlabel (ELD- label) door de installateur afgeleverd worden.
- Minimaal opwekkingsrendement conform EPB-regelgeving
Natlopercirculatiepompen
Bij de keuze van de circulatoren wordt rekening gehouden met de max. toegelaten EEI (Energie-Efficiëntie- Index) opgegeven in de Europese Ecodesign-richtlijn
Warmteafgifte-elementen Inplanting:
- voldoende ver geplaatst van de afzuigroosters voor ventilatie.
- aan te duiden op de plannen bij het voorontwerp.
Bij de keuze v/d warmteafgifte-elementen wordt o.a. rekening gehouden met:
- de toepassing van het lokaal
- het verwarmingssysteem (verwarmingsregime);
- het ventilatiesysteem (C of D);
o Bij een ventilatiesysteem C kan alleen vloerverwarming toegepast worden als de verse lucht wordt voorverwarmd. Dit om te kunnen voldoen aan de vooropgestelde comfortparameters.
o Er dient hierbij de nodige aandacht te gaan naar bescherming tegen vorst. Dit zowel bij de uitwerking van de installatie als bij de opleiding van de gebruikers.
- de invloed op de toekomstige aanpasbaarheid (future-proof bouwen).
o Warmteafgifte-elementen geschikt en gedimensioneerd voor lage verwarmingsregimes, bieden meer flexibiliteit bij eventuele latere renovaties.
- Bij keuze voor radiatoren gaat de voorkeur naar standaard staalplaatradiatoren (kostprijs en onderhoudsvriendelijkheid) met opgangconsole met vergrendeling.
- Specifiek voor de verwarming van de turnzaal aandacht voor:
o Balvastheid (i.f.v. balsporten)
o geen sterke luchtverplaatsing (i.f.v. badminton)
Distributiesysteem
Voor het distributiesysteem wordt de voorkeur gegeven aan het tweepijpssysteem. Hierbij wordt ieder verwarmingslichaam apart gevoed. De verwarmingskringen worden logisch opgedeeld volgens aard van de lokalen en/of oriëntatie. Er wordt geopteerd voor een variabel debiet systeem.
Bij het voorontwerp dienen reeds de leidingen aangeduid te worden op de plannen, als ook het ruimtegebruik in de technische kokers bepaald te worden. Dit om conflicten zo snel mogelijk op te sporen.
Alle leidingen, afsluiters en appendages (tenzij anders opgegeven door de fabrikant) die zich buiten de te verwarmen lokalen bevinden worden geïsoleerd. De isolatie voldoet minimum aan de eisen zoals opgenomen in de ordonnantie betreffende verwarmings- en klimaatregelsystemen van 21 juni 2018 (in het bijzonder bijlage 3). De leidingen worden uitsluitend binnen het geïsoleerde bouwvolume geplaatst.
Appendages
Alle actieve appendages (pompen, regelorganen, afsluiters, ontluchters, filters,…) blijven steeds toegankelijk
voor afstelling, controle en onderhoud.
Tot DN50 worden kogelafsluiters gebruikt, vanaf DN50 vlinderkranen. Recirculatie
Recirculatie kan alleen weerhouden worden voor verwarming van de sportzaal en grote zaal. In dit geval dient de recirculatielucht steeds gefilterd te worden en dient aandacht te worden besteed aan het beperken van het lawaai. Eisen filtersectie:
- Filterklasse: min. ePM1 80 % (voorheen F8)
- Lekdebiet: Voor de maximale lekdebieten i.f.v. de filterklasse is de tabel 7 in de norm NBN EN 1886 (2007) van toepassing.
- Verschildrukbewaking met alarmmelding
Algemeen
5.3. Regeling
De regeling laat de gebruiker toe de temperatuur van de lokalen (beperkt) aan te passen aan het gewenste comfort en waarborgt een zuinig energieverbruik.
Bij de uitwerking ven de regeling wordt rekening gehouden met de CE-regelgeving, in het bijzonder gaat de aandacht uit naar de voorwaarden betreft samenbouw. Indien toestel en regeling niet van dezelfde
fabrikant zijn dient een “EU-conformiteitsverklaring” opgemaakt te worden door de samenbouwer (aannemer of zijn onderaannemer). Dit document moet ter goedkeuring voorgelegd worden samen met de technische fiches van de betrokken onderdelen.
Automatische regeling verwarming Algemeen:
- In alle lokalen met menselijke bezetting kan d.m.v. een bedieningsknop op de temperatuurvoeler de voorgeprogrammeerde vraagtemperatuur xxx. 2°C worden bijgesteld. Per lokaal wordt een elektrisch zoneventiel geplaatst dat de radiatoren afsluit. Er worden geen thermostatische radiatorkranen voorzien in deze lokalen.
- In gangen, sanitair en bergingen worden thermostatische koppen voorzien type overheidsmodel. Bij dit type van thermostaat wordt door het draaien van de kop de instelstand niet gewijzigd.
- Alle radiatoren worden voorzien van een inregelkoppeling
- Elke verwarmingskring wordt voorzien van een inregelafsluiter
- Bij warmtevraag (van één of meerdere voelers) stuurt de besturingscentrale de verwarmingsinstallatie aan.
Regeling:
- Per gebouw: overwerkregeling
- Per gebruiksruimte: temperatuurvoeler met regelmogelijkheid +/- 2°C
- Niet bezette ruimtes: vaste thermostatische kraan (indien radiator nodig) Vorstbeveiliging
- Alle leidingen bevinden zich binnen de bouwschil -> De verwarmingsinstallatie schakelt in bij een binnentemperatuur < 5°C
- Er bevinden zich leidingen buiten de bouwschil -> De verwarming schakelt in bij een buitentemperatuur < 5 °C
Ventilatie
6.1. Algemeen
Elk lokaal wordt voorzien van de nodige ventilatie conform de wettelijke voorschriften. Er wordt hierbij de nodige aandacht besteed aan:
- Europese luchtkwaliteitsrichtlijnen (o.a. richtlijn 2008/50/EG, EN 16798-1);
- KB 2 mei 2019 verluchting arbeidsplaatsen;
- Vlaams binnenmilieubesluit; Bijzondere aandachtspunten:
- Om tot een goed werkend ventilatiesysteem te kunnen komen is het noodzakelijk dat de verschillende onderdelen en hun positie reeds bij het voorontwerp worden bepaald en opgenomen worden in de plannen.
- De positie van de roosters wordt zodanig gekozen dat een goede doorspoeling van de ruimte wordt bekomen en de afzuigroosters voldoende ver verwijderd zijn van de verwarmingslichamen zodanig dat de afgegeven warmte optimaal kan worden benut.
- Om tot een goede efficiëntie van de ventilatie te komen dient de afstand tussen de rooster(-s) voor verse lucht name en de afblaasrooster(-s) van de bedorven lucht voldoende groot zijn. De richtlijnen volgens EN 13779:2006 Annex A worden hierbij aangehouden.
6.2. Dimensionering : ventilatiedebieten en luchtkwaliteit
De luchtkwaliteit wordt bepaald door:
- de luchtkwaliteit van de buitenomgeving;
- de verontreiniging door de aanwezige personen (voor het beheersen van de verontreiniging door personen kan uitgegaan worden van de CO2-productie van de aanwezige personen);
- de emissie van de (bouw-)materialen: de kwaliteitsnormen voor het binnenmilieu worden bepaald in de bijlage van het Vlaams binnenmilieubesluit.
Algemeen:
- De debieten moeten afgeregeld worden met een nauwkeurigheid van +0 tot +5%. Op deze wijze kan zowel de luchtkwaliteit als de energiezuinigheid gegarandeerd worden;
- Voor de keuken wordt er steeds een filter voorzien op de luchttoevoer;
- Meting debieten (commissioning) bij ingebruikname verplicht;
- De luchtsnelheid in de kanalen wordt beperkt tot 4 m/s in verlaagde plafonds en 3 m/s in aftakkingen, in technische kokers bedraagt de luchtsnelheid 5 à 6 m/s. Dit zijn de luchtsnelheden die optreden bij het debiet zoals bepaald voor de basisventilatie.
Ruimten bestemd menselijke bezetting:
- De ventilatie voor deze ruimten wordt bij voorkeur gerealiseerd door een combinatie van mechanische ventilatie (=basis) en natuurlijke ventilatie (=piekventilatie).
- Het te ventileren mechanisch debiet is het grootste van:
o eisen EPB
o effectieve bezetting:
▪ ruimte voor bezoekers: 25 m³/h per persoon (volgens KB van 2 mei 2019 en praktijkrichtlijn)
▪ burelen: 40 m³/h per persoon (volgens codex arbeidsplaatsen)
- Vraagsturing (op CO2-concentratie) en de afstelling gebeurd op 1200 ppm: Indien men hieraan niet voldoet debiet van 40 m³/h per persoon en afstelling op 900 ppm.
- Specifiek voor piekventilatie:
o Indien de luchtkwaliteit onvoldoende blijkt, bijvoorbeeld bij maximale/uitzonderlijke bezetting, moet de gebruiker de mogelijkheid hebben om via manuele tussenkomst extra luchtdebiet beschikbaar te stellen via (deur)rooster en/of klapraam.
o Voor de berekening van deze piekventilatie (via ramen) kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van de norm NEN 1087.
Ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting:
- Debieten:
o toiletten: 25 m³/h per toilet of urinoir
o gangen, bergplaatsen, …: 1.3 m³/h per m²
- Opmerkingen:
o Voor deze ruimten wordt maximaal gebruik gemaakt van lucht afkomstig van andere ruimtes (ETA 1).
o Voor de ventilatie van het sanitair wordt er rekening gehouden met het gebruik van het gebouw. Indien nodig wordt het sanitair van een afzonderlijk ventilatiesysteem voorzien om te vermijden dat grotere units in gebruik moeten blijven om alleen het sanitair te ventileren.
Algemeen:
6.3. Keuze ventilatiesysteem
- Het uitgangspunt is een systeem D
- enkel ingeval specifieke omstandigheden (vb. herenhuis Bockstaellaan) kan mits uitdrukkelijke motivatie worden gekozen voor een systeem C.
- De drukken in de hoofdkanalen worden constant gehouden, zodanig dat debietvariaties in het ene kanaal geen invloed hebben op de rest.
- De afzuiging van het sanitair gebeurt met een afzonderlijke ventilator, tenzij een kruisstroomwarmte- wisselaar voor de warmteterugwinning wordt aangewend.
Ventilatiesysteem D (uitgangspunt):
- De verdeling van de lucht in het kanalenstelsel wordt bewerkstelligd met kleppen (irisventielen met meetpunten).
- De luchtgroep wordt steeds uitgevoerd met een bypass om free cooling mogelijk te maken
- Bij voorkeur wordt de nodige plaats voorzien om de luchtgroep binnen op te stellen, hierbij wordt ook rekening gehouden met de vereiste ruimte voor onderhoud en toegang voor vervanging. Indien het
echter niet mogelijk is de luchtgroep binnen te plaatsen wordt deze op een verzinkt frame geplaatst. Voor de montage van dit frame worden er sokkels voorzien op het dak conform TV 244. De details van de bevestiging en van de afdichting worden in de ontwerpplannen opgenomen.
- Bij buitenopstelling dient er verder nog bijzondere aandacht te gaan naar de de geluidsnormen volgens de milieuwetgeving
- Houd rekening bij de keuze van het warmteterugwinningsysteem met de bijhorende problematiek van contaminatie van de verse lucht.
- Bij de keuze voor een warmtewiel gelden volgende vereisten:
o Onderhoudsvriendelijk inzonderheid voor de vervanging filters
o correcte opstelling ventilatoren (ventilatoren na het warmtewiel)
o een verschildrukbewaking met alarmmelding
o spoelsectie
o voorzie een meetverslag ter staving van de correcte afstelling van de onderdrukken in de verschillende secties van de luchtgroep
o het besturingssysteem moet aan de gebruiker toelaten om op een eenvoudige wijze de by- pass over het warmterecuperatiesysteem te activeren
- Eisen luchtbehandelingskasten:
o doorbuiging/mechanische stabiliteit: D2 (binnenopstelling) D1 (buitenopstelling)
o thermische isolatie: T3 (binnenopstelling) T2 (buitenopstelling)
o koudebrugfactor: TB2
o luchtdichtheid: L3
- Filterklasse te onderzoeken i.f.v. de buitenluchtkwaliteit en de toepassing van het lokaal, maar min. ePM1 50% (voorheen F7).
- Voor de maximale lekdebieten i.f.v. de filterklasse is de tabel 7 in de norm NBN EN 1886 (2007) van toepassing.
Ventilatiesysteem C (specifieke omstandigheden, uitdrukkelijk te motiveren):
- In elk lokaal, bestemd voor menselijke bezetting, wordt een CO2-sensor geplaatst.
- steeds verwarmd met radiatoren waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan de inplanting van de radiatoren zodanig dat de verse (koude) lucht die wordt aangezogen zo snel en efficiënt mogelijk gemengd wordt met de warme lucht.
- vermijden tochteffect door rechtstreekse inblaas buitenlucht
6.4. Energieverbruik
CO2-gestuurde ventilatie
Door de CO2-concentratie te meten in elk lokaal bestemd voor bezetting kan het energieverbruik drastisch beperkt worden bij een systeem C, bovendien draagt dit ook bij tot het comfort.
- ventilatiesysteem C: wordt steeds gecombineerd met CO2-meting
- ventilatiesysteem D: CO2-meting verplicht voor lokalen met een nominaal ventilatiedebiet vanaf 2000 m³/h
Hergebruik van de afvoerlucht
Door afvoerlucht van klasse ETA 1 en/of 2 te hergebruiken voor lokalen niet bestemd voor menselijke
bezetting (gangen, sanitair,…) kan het energieverbruik verder verlaagd worden.
Ventilatoren
De ventilatoren (met uitzondering van deze specifiek voor de afzuiging van het sanitair) worden voorzien van een snelheidsregeling. Dit laat toe om de initiële druk(-ken) in te stellen en de schommelingen op te vangen t.g.v. de variatie in de ventilatiedebieten.
Specific Fan Power (SFP)
Om het energieverbruik van het ventilatiesysteem te beperken worden volgende waarden aangehouden classificatie volgens NBN EN 16798-3:
- ventilatiesysteem C: SFP 1, rekening houdend met EU verordening 1253/2014:xxx. 230 W/(m³/s)
- ventilatiesysteem D: SFP 3, rekening houdend met EU verordening 1253/2014: te berekenen i.f.v. filtersysteem, thermisch rendement HRS en debiet.
Warmteterugwinning (ingeval systeem D):
- Verplicht met warmteterugwinning met bypass te voorzien
- Om het rendement van de warmteterugwinning optimaal te houden wordt de onbalans tussen de aangezogen- en afgevoerde lucht beperkt tot max. 5 %
o Warmtewiel (WTW): ƞ ≥ 80 %
o Kruisstroomwarmtewisselaar (PLW): ƞ ≥ 75 %
o rendementen conform EN 308 (vereist voor EPB) en EU-verordening 1253/2014
6.5. Dampkappen
Uitgangspunten:
- Van toepassing op:
o keuken eetcafé
o specifieke verhuurbare zaal keuken
- Dampkap binnen project te voorzien, keukenuitrusting in deze ruimtes niet.
- Dimensionering uitgaande van 6 kookplaten.
- Automatische blusinstallatie in functie van compartimering
Eisen:
- Bij het ontwerp wordt aandacht besteed aan de vereiste luchttoevoer voor de dampkap(-pen). Op deze manier wordt er voor gezorgd dat de ventilatie van de rest van het gebouw niet of weinig wordt verstoord
- door de werking van de dampkap(-pen).
- Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de eis betreffende de maximale luchtsnelheid. Het ventilatievoud van de keuken (meubilair en toestellen worden in mindering gebracht bij bepaling van het volume) wordt bepaald bij het voorontwerp.
- Indien een ventilatievoud > 15 wordt bekomen dient hiervoor een verantwoording opgemaakt te worden.
- De nodige maatregelen worden getroffen om er voor te zorgen dat geuren en dampen afkomstig van de keuken zich niet zouden verspreiden in de rest van het gebouw dit door een lichte onderdruk van de keuken te bewerkstelligen.
- Ingeval hoofdzakelijk gebruik als opwarmkeuken of huishoudelijk gebruik is het gebruik van een recirculatiedampkap toegestaan
- De dampkap(-pen) zijn steeds uitgevoerd met een metalen vetfilter die geschikt is om in de vaatwasmachine gereinigd te worden. De dampkap is dus steeds voorzien met een afvoer naar buiten.
- Dampkappen en bijhorende kanalen worden steeds uitgevoerd in RVS 316
- Het maximale geluidsniveau van de dampkappen bedraagt 60 dB (A) conform NBN S01-400-2.
- De dampkap is voorzien van een energielabel klasse A.
Algemeen
6.6. Regeling en brandkleppen
De ventilatie wordt gelijktijdig aangestuurd met de verwarming, d.w.z. vanuit dezelfde besturingscentrale.
Bij de uitwerking wordt rekening gehouden met de CE-regelgeving, in het bijzonder gaat de aandacht uit naar de voorwaarden betreft samenbouw. Indien toestel en regeling niet van dezelfde fabrikant zijn dient een “EU-conformiteitsverklaring” opgemaakt te worden door de samenbouwer (aannemer of zijn onderaannemer). Dit document moet voorgelegd worden samen met de technische fiches van de betrokken onderdelen.
Regeling ventilatoren
De ventilatoren zijn geschikt voor snelheidsregeling (EC-motor)
Er wordt gebruik gemaakt van de autonome regeling van de ventilatorfabrikant Regeling kleppen
Bij een ventilatiesysteem C worden de kleppen modulerend gestuurd, hiervoor wordt een CO2-sensor per klep in het kanaal ingebouwd. Er wordt gebruik gemaakt van de autonome regeling van de klepfabrikant Brandkleppen:
- CE conform volgens NBN EN 15650 – Ventilatie van gebouwen – Brandkleppen in kanalen.
- Bedieningstype B (conform de Belgische Basisnormen voor Preventie van Brand en Ontploffing);
- Bediening valt volledig buiten de muur;
- Herbewapeningsmechanisme: automatisch;
- Ingeval verdoken opstelling: een toegangsluik voor gemakkelijk nazicht, onderhoud en vervanging
6.7. Onderhoud
Bij het ontwerp dient tevens rekening gehouden te worden met het onderhoud van de installatie, zo moeten:
- alle componenten toegankelijk;
- Het aantal bochten tussen twee toegangsluiken (of roosters) beperkt blijven;
- Brandkleppen, flexibels en geluidsdempers steeds bereikbaar zijn;
Om vervuiling tijdens de bouwwerkzaamheden te vermijden moeten alle onderdelen beschermd worden
tegen indringing van vuil (o.a. afdichten kanalen, roosters, kleppen, …) en mag het ventilatiesysteem pas in dienst worden genomen nadat alle andere vervuilende werken zijn voltooid.
Het ventilatiesysteem vormt een afgesloten en volledig afgewerkt geheel, zodus kan bijv. de ruimte boven het verlaagd plafond niet als plenum worden gebruikt.
Opmaak van onderhoudsdocument opgemaakt conform het ministerieel besluit van 21 maart 2014 betreffende het minimum onderhoud op klimaatregelingssystemen.
Gebouwbeheersysteem
Algemeen
Er wordt een besturingscentrale (bedienbaar van buiten het bord én op afstand) voorzien met de mogelijkheid voor het instellen van:
- het vakantieprogramma (min. 6 verlofperiodes/jaar + 15 feestdagen);
- het weekprogramma (7 dagen programma met min. 3 blokken per dag) voor verwarming en ventilatie;
- het overwerk (tijdelijk verlengen bedrijfstijd);
- in functie van avondlijk gebruik kan de dagtemperatuur langer aangehouden en blijft de verwarming en ventilatie langer werken. Dit wordt bekeken per verhuurbare ruimte of cluster (kantoren, IBO, huis van kind, sportzaal) in functie van het gebouw;
- de dag- en nachttemperatuur;
- het maximaliseren ventilatiedebiet (bijv. bij een pandemie); Opbouw:
- sturing vanop afstand (in the cloud)
- regelingen zo simpel mogelijk (vb. Siemens Synco) zodat dit makkelijk kan worden beheerd door bevoegd personeel IM en onderhoudsfirma’s
- De besturingscentrale is modulair opgebouwd (gemonteerd op DIN-rail) met uitzondering van het bedieningspaneel (afzonderlijke opstelling, locatie bij het VO te bepalen).
- Een bedieningspaneel rechtstreeks op de regelaar kan niet als gebruiksvriendelijk beschouwd worden voor niet technisch geschoold personeel.
- De hardware componenten van het besturings-stuursysteem dienen fabrikant onafhankelijk (m.a.w.
communicatieprotocol = “open source” protocol) te zijn.
De programmeerbare besturingscentrale bestaat o.a. uit:
- een voldoende groot en duidelijk bedieningsscherm;
- de controller(s);
- een in- en uitgangsmodule(s) (min. 2 reserve in- en uitgangen te voorzien);
- de voeding(en);
- de dataconcentrator/logger (Modbus RTU standaard) + webserver/gateway.
Specifieke eisen stad Brussel voor bibliotheek:
- voldoende performant systeem
- voorkeur voor een gesloten systeem zoals bijvoorbeeld Schneider of Honeywell
Xxxxxxx xxxxxxxxx
Op het bord HVAC worden (keuze-)schakelaars met signalisatie (LED) voorzien voor:
- automatische werking (via de programmeerbare besturingscentrale)
- uit
- aan
Dit voor elke circulatiepomp, ventilator, brandklep, ….
Voor wat de regeling en aansturing betreft worden volgende zaken, vóór de voorlopige oplevering, door de aannemer correct ingesteld:
- instelling op automatisch
- de weersafhankelijke regeling
- tijdsinstelling van de klok
- de bezettingstijden
- de vakantiekalender
- vorstbeveiliging
Gebruikersinterface
De bediening en uitlezing dient eenvoudig te zijn en toegankelijk voor niet technisch geschoolde personen. Tevens wordt een duidelijke handleiding voorzien in het Nederlands met beschrijving (aan de hand van schermvoorbeelden) van de bediening.
Er worden verschillende toegangsniveaus voorzien, waarbij de eindgebruiker (niet technisch geschoold) alleen de menu items te zien krijgt die hij zelf dient te consulteren en/of in te stellen.
Uitlezing van (min.):
- Dag, datum en tijd (met automatische omschakeling zomer - wintertijd)
- Kalender met gebruikstijden
- Buitentemperatuur
- Temperaturen lokalen
- Storingen Bediening:
- op afstand via een TCP/IP protocol te raadplegen zijn via een webbrowser met login en paswoord.
- naast zijn bedieningsfuncties voor verwarming en ventilatie, ook monitoring van alle verbruiken van nutsvoorzieningen
Elektriciteit
8.1. Algemeen
De elektrische installatie is volledig conform met:
- AREI (Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties)
- Codex over het welzijn op het werk
- NBN S 21-100-1(2) Branddetectie- en brandmeldsystemen
- Voorschriften van de lokale Distributienetbeheerder (DNB)
- Synergrid
- huidige comforteisen Berekeningen:
- kortsluitstroomberekening
- max. beveiligde kabellengte
- spanningsval
- berekeningen noodzakelijk conform het AREI en de Codex.
8.2. Laagspanningsborden
Principes hoofdverdeelbord of ALSB (algemeen laagspanningsbord), onderverdeelborden en HVAC-borden:
- Conform met EN 61439-1, EN 61439-2 en EN 61439-3.
o bestemd voor bediening door leken
o IP-graad : IPxxD
- Min 30 % reserveplaats te voorzien in het verdeelbord.
- Verlichting en stopcontact te voorzien in het verdeelbord, op afzonderlijke kring geplaatst.
- Kortsluitvermogen automaten in functie van berekeningen, en minimum 10 kA volgens huishoudelijke norm.
- De selectiviteit dient doorheen de gehele installatie gewaarborgd te zijn, dit zowel voor overstroombeveiliging als differentieelbeveiliging.
Aandachtspunten:
- Klasse 1-borden hebben een MASSA dewelke moet geaard worden. De omhulling is in elektrisch geleidend materiaal, dwz metaal (meestal staal).
- Klasse 2-borden zijn de zogenoemde DUBBEL GEÏSOLEERDE BORDEN (of totale isolatie). Deze borden mogen niet geaard worden. De bescherming tegen indirecte aanraking van het bord zelf, is per definitie gewaarborgd.
Het hoofdverdeelbord of algemeen laagspanningsbord (ALSB) is conform met NBN EN 61439, bord klasse 1.
Op de aankomst van het ALSB (dit is de kabel in het ALSB die vanuit de transformatorcabine of vanuit de straat komt) dienen los van het netsysteem (TT, TN) volgende beveiligingen voorzien te worden:
- Een vermogenschakelaar ter beveiliging van kortsluiting en overstroom.
- Een algemene instelbare differentieel beveiliging van het volledige ALSB bord dat in geval van een TNS-systeem op 1A/50ms en in geval van de andere netsystemen op 300mA moet ingesteld worden.
Op de vertrekken vanuit het ALSB naar onderliggende borden (dit zijn de kabels in het ALSB die naar onderliggende borden vertrekken) dienen los van het netsysteem (TT, TN) volgende beveiligingen voorzien te worden:
- Een vermogenschakelaar (vaak automaat genoemd) ter beveiliging van kortsluiting en overstroom op het vertrek naar elk onderliggend bord.
- Een differentieel beveiliging van 300mA op het vertrek naar elk onderliggend bord, dus ook op de vertrekken naar de HVAC borden!
- Een algemene differentieel beveiliging van vertraagd 300 mA op het vertrek naar elk onderliggend bord.
Op de vertrekken vanuit het ALSB naar onderliggende verbruikers (dit zijn de kabels in het ALSB die naar de verbruikers zoals stopcontacten en verlichting lopen maar niet naar onderliggende borden) dienen los van het netsysteem (TT, TN) volgende beveiligingen voorzien te worden:
- Een vermogenschakelaar (vaak automaat genoemd) ter beveiliging van kortsluiting en overstroom op het vertrek naar elk onderliggende verbruikerskring.
- Een differentieel beveiliging van 300mA dient niet per kring maar dient voor alle verbruikerskringen samen geïnstalleerd te worden.
- Een differentieel beveiliging van 30mA dient achter de differentieel beveiliging van 300mA geplaatst te worden en enkel ter beveiliging van alle verbruikerskringen samen waarvan de verbruikers zich in vochtige ruimten bevinden.
Per differentieelschakelaar worden maximum 6 kringen stopcontacten voorzien of maximum 9 verlichtingskringen.
Overspanningsbeveiligingen:
- Hoofdverdeelbord of ALSB:
o Indien bliksembeveiliging noodzakelijk: overspanningsbeveiliging type 1
o Indien noodzakelijk: overspanningsbeveiliging type 2
- Tussenliggende borden: overspanningsbeveiliging type 2
- Borden die eindgebruikers voeden: overspanningsbeveiliging type 3 Overspanningsbeveiliging bij voorkeur herbewapenbaar.
De HVAC-borden die rechtstreeks gevoed worden vanuit het ALSB zijn eveneens conform met NBN EN 61439, bord klasse 1.
Andere verdeelborden zijn conform met EN61439, bord klasse 2.
Liften, waterdrukopvoerpompen voor de brandbestrijding, serverlokaal worden rechtstreeks vanaf het hoofdbord gevoed, met een Rf-kabel van 1 uur. Te voorzien in deel elektriciteit.
Beveiligingssystemen (branddetectie, rookkoepel, …) worden rechtstreeks vanaf het hoofdbord gevoed.
De ontwerper zorgt voor de vereiste kortsluitstroomberekeningen (voor gehele installatie; bij laag- en hoogspanningsaansluitingen).
8.3. Leidingen sterkstroom en zwakstroom
De verdeelkabels zijn naargelang de toepassing en volgens de classificatie en uitwendige invloedfactoren van het AREI.
De kabelgoten zijn te voorzien van scheidingsschotten voor zwakstroom.
Kabels worden steeds in een kabelgoot of in een buis geplaatst. De kabels naar stopcontacten voor burelen/vergaderzalen zijn te verdelen via wandgoten om de flexibiliteit te garanderen. Enkel indien dit niet mogelijk is mag worden overgegaan naar vloergoten.
Laagspannings- en signalisatiekabels, hun dimensionering en aanleg moeten beantwoorden aan de voorschriften van het AREI en de overige vigerende (Europese) wetgeving en normen. Onder
signalisatiekabels worden alle kabels verstaan die geen energie/voedingskabels zijn, dit zijn onder meer zwakstroomkabels zoals kabels voor telefonie, datanetwerk, zwakstroominstallaties enz.
Doorvoeringen van kabels doorheen wanden, vloeren en plafonds dienen te gebeuren met respect voor de norm NBN EN 13501-2.
De brandweerstand van een kabel wordt volgens de Belgische norm NBN C30-004 gedefinieerd en krijgt de classificatie FR2 mee. Hoelang die kabel in geval van brand zijn functie blijft vervullen – de duur van het functiebehoud – wordt dan weer volgens de norm NBN 713-020, add.3 gedefinieerd en wordt uitgedrukt in een Rf-waarde, in een veelvoud van 30 minuten. Kabels die hier in een reële situatie (inclusief kabel draagsysteem en bevestiging) en gedurende minimum 1 uur of 60 minuten aan voldoen, hebben volgens NBN 713-020 dus een functiebehoud van Rf 1h. De volledige classificatie van een dergelijke kabel wordt dan FR2 Rf 1h. Op termijn zal ook deze Belgische FR2-classificatie, net zoals die voor de brandreactie, via de CPR baan moeten ruimen voor een algemene Euroklasse, al is de betrokken Europese classificatienorm (EN 50577) vandaag nog niet van toepassing. De CPR omvat bijgevolg nog geen bepalingen omtrent brandweerstand of functiebehoud. Hier is men nog steeds aangewezen op de oorspronkelijke voorschriften van het AREI en de Belgische FR-classificatie.
- Rf-laagspanningskabels (bv. liften, rookkoepel, waterdrukopvoerpompen voor de brandbestrijding) en Rf-signalisatiekabels (bv. branddetectie), hun dimensionering en aanleg moeten beantwoorden aan de voorschriften van het AREI en de overige vigerende (Europese) wetgeving en normen.
- In het bijzonder dienen deze Rf-kabels en hun omhulsel minstens te beantwoorden aan de meest recente basisnormen betreffende de preventie van brand, zijnde een intrinsieke brandweerstand van minimaal:
o PH 60 volgens NBN EN 50200 voor leidingen waarvan de buitendiameter kleiner is dan of gelijk aan 20 mm en waarvan de doorsnede van de geleiders kleiner is dan of gelijk aan 2,5 mm2.
o Rf 1h volgens add. 3 van NBN 713-020 voor leidingen waarvan de buitendiameter groter is dan 20 mm of waarvan de doorsnede van de geleiders groter is dan 2,5 mm2.
o Daarenboven tevens FR2 1h volgens NBN C30-004 voor alle leidingen van vitale installaties volgens art. 104 van het AREI.
- Voor vitale stroombanen wordt beoogd de ophanging, bevestiging en verbinding van kritische bekabeling zodanig uit te voeren dat het vereiste functiebehoud wordt gegarandeerd voor de bekabeling die dient te beantwoorden aan FR2 van de norm NBN C30-004.
- Bijgevolg dienen alle leiding distributiesystemen voor voedingskabels van vitale installaties, hun ophanging en bevestiging, maar dus ook de ophanging en bevestiging van individuele vitale voedingskabels te beantwoorden aan DIN 4102-12. De E-klasse voor functiebehoud cfr. DIN 4102- 12 bedraagt E60 (1 uur gewaarborgde operationaliteit, zoals opgegeven in het AREI).
Ingeval ruimten voor minstens 40 personen toegankelijk zijn, dient het voorschrift van punt a. van onderafdeling 4.3.3.7. van het AREI te worden gerespecteerd.
- Geïsoleerde geleiders en energiekabels met de kenmerken SA en SD of met de aanvullende verklaringen a1 en s1.
- Buizen, open en gesloten goten, kabelrekken en aftakdozen die halogeenvrij zijn of een veiligheidsniveau bieden dat tenminste gelijkwaardig is.
8.4. Installatiemateriaal
Algemene eisen
Zoveel mogelijk standaardmateriaal te gebruiken in overleg met de bouwheer.
Het installatiemateriaal moet voldoen aan de geldende normen en CE markeringen. Bovendien wordt er in het kader van de uniformiteit en eenvoud van onderhoud zoveel mogelijk gewerkt met standaardmateriaal
dat snel voorradig is. Installatiemateriaal waarvan de afdekplaatjes zonder gereedschap kunnen verwijderd worden, is niet toegestaan.
Eisen ingeval buitenopstelling
- Alle stopcontacten in buitenopstelling dienen minimaal IP65 te zijn en zijn voorzien van een klepje dat het stopcontact aan de voorzijde afschermt wanneer het niet gebruikt wordt.
- Stopcontacten, schakelaars, … : enkel schroefklemmen zijn toegelaten, insteekklemmen zijn niet
toegelaten.
- Alle aftakdozen en verdeeldozen in buitenopstelling dienen minimaal IP65 te zijn en deksels dienen na montage gemakkelijk bereikbaar te zijn.
- Alle deksels van aftakdozen en stopcontacten dienen voorzien te worden van dekselschroeven, kliksystemen zijn niet toegelaten.
- Membraanwartels zijn niet toegelaten, enkel wartels met contramoer zijn toegelaten om kabels door te voeren in aftakdozen en stopcontacten.
- Enkel schroefklemmen zijn toegestaan die in de aftakdoos op DIN rail bevestigd worden ter aansluiting van de kabels. Steekklemmen zijn niet toegestaan in de aftakdozen voor buitenopstelling.
- In de aftakdozen dient ook steeds een aardingsklem voorzien en aangesloten te worden aan een aardingsgeleider van de LS-installatie.
- Bij gebruik van specifieke verbruikers zoals zelfregulerend verwarmingslint dient de aansluiting van deze verbruikers conform de voorschriften van de fabrikant van de verbruiker gerespecteerd te worden en mogen geen alternatieve oplossingen naar voren geschoven worden. Bvb tracinglint van een bepaalde fabrikant dient aangesloten te worden in de daarvoor voorziene aansluitdozen van dezelfde fabrikant. Verwarmings- of tracinglint dient doorgevoerd te worden met speciale door de fabrikant voorgeschreven hittebestendige doorvoerwartels.
- Aantal buitenstopcontacten:
o 10 dubbele stopcontacten, te verdelen over volledig buitenruimte
o 5 stopcontacten bij fietsenstalling personeel
o 2 buitenstopcontacten 5 polig 32A in functie van programma.
Eisen voor binnenopstelling
- Stopcontacten moeten steeds veilig zijn tegen elektrocutie en voorzien worden van een kinderslot.
- Stopcontacten, schakelaars, … : enkel schroefklemmen zijn toegelaten, Insteekklemmen zijn niet toegelaten.
- In de aftakdozen dient ook steeds een aardingsklem voorzien en aangesloten te worden aan een aardingsgeleider van de LS-installatie.
- Afgewerkte aftakdozen en stopcontacten moeten in niet vochtige ruimten minimaal een beschermingsgraad van IP41 bevatten.
- Zowel doorzichtige steekklemmen als schroefklemmen zijn toegestaan ter aansluiting van de kabels in de aftakdozen voor binnenopstelling.
- Vloerdozen niet gewenst
- Aantal binnenstopcontacten:
o Voor burelen wandstopcontacten
o vergaderzalen -> via meubilair (wel niet verplaatsbaar)
o grote zaal?
Algemeen
8.5. Eisen verlichting
Er zal gekozen worden voor een energiezuinige LED-verlichting (<2 W/m².100lux). Aan de hand van Dialux berekeningen wordt de keuze van verlichting verantwoord. De gebruikte armaturen worden toegelicht
door middel van een technische fiche met bijhorend spreidingsdiagram. De voorgestelde armaturen kunnen op vraag van de opdrachtgever binnen dezelfde prijscategorie gewijzigd worden.
De toestellen zijn te kiezen in functie van het visueel comfort vereist voor de toepassing.
Er wordt gekozen voor standaard toestellen en er wordt gestreefd naar een minimum aan verschillende types verlichtingstoestellen.
Bij het voorzien van de verlichtingstoestellen dient steeds rekening gehouden te worden met de bereikbaarheid voor toekomstige onderhouds- en herstellings-werkzaamheden.
Materiaalkeuze
De verlichtingstoestellen in de gebruikslokalen en burelen moeten minimum aan volgende eisen voldoen:
- Kleurtemperatuur: 4000°K of 3000°K, kleurweergave-index (KWI) ≥ 80.
- In lokalen waar een goede perceptie van kleur noodzakelijk is (bv. tekenlokalen en sommige praktijklokalen) is een kleurweergave-index ≥ 90 aanbevolen.
- Lage luminantie toestellen voor burelen, vergaderzalen, computerlokalen en andere lokalen met veel schermen. Algemeen geldt een UGR < 19.
- Arbeidsfactor min. 0.90
- Harmonischen : THD max. 0,95
- De armaturen zijn voorzien van een ENEC-certificaat en zijn CE goedgekeurd. De armaturen moeten gefabriceerd zijn in een fabriek waaraan het certificaat van kwaliteitszekerheid ISO9001 werd toegekend.
- Ze voldoen aan de voorschriften van het type bestek 400.D.02 art. b2 van de daar vermelde NBN- normen wat betreft:
o de metalen delen
o de doorschijnende wanden
o de lichtroosters
o de dichtingen volgens de algemene constructieregels
- Er wordt steeds rekening gehouden met de laatste edities en eventuele addenda:
o Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk : Hoofdstuk III. Verlichting (art. III.1- 31 - III.1-33).
o alle toestellen beschikken over het keurmerk ENEC of CEBEC, het CE-label en een ISO 9000 kwaliteitslabel
o EN 60598: Verlichtingstoestellen
o EN 60570: Elektrische lichtrailsystemen
o EN 60904: Metingen van de foto – elektrische elementen
o EN 12464-1: Kleurtemperaturen van de lampen
o EN 61347: Elektronische circuits gebruikt in verlichtingsarmaturen en voorschakelapparaten
o EN 61547, EN 55015, EN 55014: EMC-immuniteitseisen en radiostoringskenmerken
o NBN-EN 12464-1: Werkplekverlichting
o NBN EN 12464-2: Licht en verlichting - Werkplekverlichting - Deel 2: Werkplekken buiten
o NBN EN 62471 Photobiological Safety
o Directive 2002/95/CE (RoHS)
o Directive 2002/96/CE (WEEE)
- Armaturen zullen, in het kader van duurzaamheid, gefabriceerd zijn in de EU, conform ISO14040:2006 en voorzien zijn van een EPD (Environmental Product Declarations) conform ISO14025:2006.
- De kleurtemperatuur heeft een maximale afwijking van +of-50K over de levensduur. De lichtkleur heeft een maximale afwijking van SDCM <= 3.
- LxBx-waarde bij 50.000 branduren van de LED-armaturen dient minstens L80 B10 te zijn bij 25°C.
- De armaturen zullen een minimale efficiëntie hanteren van 115lm/W. Hierbij zal de lumenoutput van het armatuur uitzet worden tegenover het systeemvermogen. Voor een armatuur met diffusor, in optie voor comfort redenen, zal minimum 100lm/W gehanteerd worden.
- Photometrische flicker zal beperkt worden tot 100Hz (>100Hz).
- Ieder LED-armatuur is voorzien van aangepaste structuur voor optimaal passief warmtebeheer.
- Aangepaste voorschakelapparatuur (drivers/convertors), al dan niet dimbaar in functie van zijn toepassing.
- De dimbare energiebesparende voorschakelapparatuur (drivers/convertors) is geschikt voor daglichtregeling met sensoren en/of drukknopbediening via dimmodules.
- De lichtstroom kan continu geregeld worden van 1 % tot 100 %.
- De driver is geschikt in functie van de stuur-/dimmingsmodule (Dali-sturing).
- De lichtregeling gaat gepaard met een daling van het energieverbruik.
- Iedere toestel dient voorzien van aangepaste filters voor beperking van de totale harmonische vervuiling door de verlichting van het net (> 5 %).
- Van ieder type LED-armatuur dient een uitvoerig labo rapport geleverd te worden conform de Europese regelgeving.
- De armaturen zelf moeten efficiënt (.N5 of LOR > 0,75) zijn en een goed stralingspatroon hebben.
Ontwerpnorm
Het ontwerp en de verlichtingstoestellen voldoen aan:
- de wettelijke voorschriften.
- de Codex over het welzijn op het werk
- het AREI
- alle gangbare normen in verband met verlichting (in het bijzonder NBN EN12464-1 en NBN EN 12193), dit zoals vastgelegd in de Codex.
- de Code van goede praktijk voor binnenverlichting (WTCB).
- Minimale lichtsterke:
- burelen, vergaderzalen, crea atelier…: 500 Lux
- Bibliotheek: publiekscluster 500 Lux
- leefruimtes IBO, sportzaal, omkleedruimtes, eetcafé: 300lux
- circulatie, bergingen,sanitair,…: 150 lux Bediening:
- gebruikslokalen: xxxxxxx xxxxxxxxxx
- circulatie, kantoren en sanitair: aanwezigheidsdetectie
- bergingen: afwezigheidsdetectie
- all-uit knop (per gebouw)
- publiekscluster binnen bibliotheek: bediening licht via schakelaars en systeem toegangssysteem open+
▪ als een bezoeker binnenkomt gaat het licht automatisch aan
▪ als de laatste bezoeker het gebouw verlaat doven de lichten
▪ aandacht voor override schakelaars bij bediening door systeem van onbemande bibliotheek.
Regeling:
- voorkeur voor daglichtsturing of dimming
- ruimtes > 100m2: minstens 2 verschillende circuits
Lichtstudie
De uniformiteit van de verlichtingssterkte (Emin/Egem) bedraagt op de werkplek (het taakgebied) minstens 70%. Rond het taakgebied geldt een randgebied van minimaal 0,5m breedte, waarvoor de eisen ten aanzien van de gemiddelde verlichtingssterkte globaal twee derde van die van het taakgebied bedragen en waar de uniformiteit minstens 50% is. Als de positie van de tafels niet gekend is moet de uniformiteit voor
het hele lokaal minimaal 70% zijn (met uitzondering van een strook van 0,5m langs de muren). Als er tafels tegen de wanden worden voorzien, mag de rand zone van 50 cm niet in aanmerking genomen worden.
Er wordt ook nagegaan of de reflectiewaarden van plafond en muren wel voldoende zijn. Indien nodig wordt in de lichtstudie geadviseerd om deze oppervlakten in een bepaalde kleur te laten schilderen.
Buitenverlichting Algemene eisen:
- minimum 20 lux voor de volledig buitenruimte
- op astroklok basis Extra eisen voor gebruikszone:
- 50 lux
- Zones: fietsenstalling, terras eetcafé; buitenruimte IBO, …volgens zonering in ontwerp
- Bediening: schakelaar of aanwezigheidsdetectie Verlichting calamiteiten:
- Enkele grote spots die volledige site kunnen verlichten
- Bediening: manueel te bedienen vanuit de conciërgewoning
8.6. Specifieke eisen voor stad Brussel i.v.m. bibliotheek
Voorafgaand:
- Deze aanvullingen zijn enkel van toepassing op de keuze binnen de bibliotheek en voor zover deze specifieke eisen geen invloed hebben op de algemene installatie van het volledige project
- Deze eisen dienen voor de bibliotheek te worden gelezen als aanvullend op de vorige eisen: enkel als deze specifieke eisen strenger zijn deze van toepassing
Bijkomende eisen Ontwerprichtlijn:
- De installaties zijn evolutief ontworpen, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan toegankelijke technische schachten met kabelladders voor de verticale circulatie, voor de horizontale circulatie met kabelbanen (in opbouw of in demonteerbare plafonds) en een verdeling in doorlopende lege buizen waarin de elektrische leidingen worden getrokken (voor inbouw installaties) of in halogeenvrije buizen in opbouw montage (met gegalvaniseerde brugbevestigingen) in technische ruimten en het gebruik van kabelgoten in ruimten met een hoge concentratie aan apparatuur (voor opbouw installaties).
Elektrische borden:
- Installatie gemaakt op basis van een voeding van 3x400V/230 – 50Hz- Schema TT vanaf een gemeenschappelijk algemeen laagspanningsbord, verdeelbord per verdieping. Beveiliging van kringen enkel van het type tweepolig of vierpolig.
- Filiatie en selectiviteit van de beveilingingsapparaten tegen overbelasting, korsluiting alsook de differentieelbeveilingingen (type A) zoals voorzien in de normen.
- Voor de laadpalen en liften, een differentieelbeveiliging (Type B)
- De constructie van de elektrische borden moeten de voorschriften van het Lastenboek 400 deel 400.B.03 Hoofdstuk f naleven en de uitrustingen 400.B.03 Hoofdstuk
- Disj <32A min 6kA – Disj ≥ 32A min 10kA
- Algemene Automaten (ALSB) of ≥ 125A – In Regelbaar, Diff Regelbaar.
Leidingen
- Minimaal sectie 2,5mm² voor de verlichting en stopcontacten, het gebruik van voorbedrade (preflex) leidingen is verboden. Trekken van de kabels na pleisterwerk en chape. Leidingen en bedrading zijn halogeenvrij en Cca (voorheen F2).
- Inbouwinstallatie : Buizen met minimum 20mm diameter met trekdraad
- Opbouwinstallatie : Versterkte buizen, 20mm diameter, gegalvaniseerde bevestigingsmiddelen, eindstukken
- Gezamenlijk leggen van de bekabeling in kabelbanen met scheiding voor leidingen met zwakstroom. Het gebruik van goten wordt in beperkte mate, aanvaard op de plaatsen waar er veel stopcontacten zijn.
- Het plaatsen van de leidingen en de minimale kenmerken van het materiaal beantwoorden aan de voorschriften van het Lastenboek 400 deel 400.B.01 Hoofdstuk h tot k
Schakelmateriaal
- Conform CEBEC type 10A voor de verlichting en 16A voor de stopcontacten en gemengde kringen, schroefbevestiging in 60mm dozen voor inbouwapparaten, halfhermetisch type voor opbouwapparaten
- Maximum 6punten voor een kring met stopcontacten
- Het geïnstalleerde materiaal in goten is tevens conform CEBEC of van hetzelfde merk van deze laatste.
- Gebruik maken van energiebesparende maatregelen zoals aanwezigheidsdetectoren,
tijdsschakelaars, klokken, schermerschakelaars,…
- De uitrustingen gelegen in openbare ruimtes zijn vandalisme bestendig
- De schakelmaterialen zijn uitgerust met schroefklemmen.
- Het lastenboek 400 deel 400.D.02 Hoofdstuk a is van toepassing Verlichting en Noodverlichting
- Verlichtingsniveau volgens NBN EN 12464 en addenda
- Economische verlichtingstoestellen LED. Ze zijn vandalisme bestendig op toegankelijke plaatsen. Veralgemenen van het gebruik van LED Panelen 60x60 of 30x120 (bijvoorbeeld Merk Teconex , Yala).
- LED Noodverlichting volgens de huidige normen en conform met de voorschriften van het Lastenboek 400 deel 400.D.05, met auto-test functie
- Een keuring voorzien van de Lux-waarden van de noodverlichting door een erkendorganisme (uit te
voeren ‘s nachts ). Keuringsattest lastenboek 400.D.05 te leveren
Data:
De bibliotheek wenst te werken met OPEN+ voor het realiseren van de onbemande bibliotheek. Dit is een specifieke toegangscontrole installatie gebaseerd op een abonnement aan de Bibliotheek.
Om het systeem te kunnen realiseren moet aan volgende voorwaarden worden voldaan:
- Aparte lijn CAT 7(max 30m) voor een buitenpost toegangscontrole Open+
- Inbraak alarm kan automatisch in/uitgeschakeld worden via een klok
- Bediening van de verlichting : Automatische (Klok), Manueel (drukknop of via bewegingsdetectoren)
- Bekabeling voor camera’s te voorzien alsook voor een communicatie systeem (luidspreker)
- Specifiek OPEN+ systeem in een apart Rack te voorzien
Brandveiligheid
9.1. Algemeen
Installatie dient te voldoen aan de voorschriften opgelegd door de Brusselse brandweer.
De technische installaties mogen de brandveiligheid niet in het gedrang brengen noch door een ondoordacht ontwerp of een nalatige uitvoering.
De brandveiligheid zal ook in tijd en ruimte gewaarborgd moeten blijven. Daarom moet controle en onderhoud mogelijk gemaakt worden.
Om de brandweerstand van een wand te waarborgen, is het van essentieel belang dat alle onvermijdelijke doorboringen (elektrische kabels, leidingen voor fluïda, luchtkanalen, schakelaars, stopcontacten, …) die erin aanwezig zijn, correct afgedicht worden. Deze afdichting dient dezelfde brandweerstand te hebben als de doorboorde wand.
Voor afdichting van kabeldoorgangen worden brandstopkussens aanbevolen, voor doorgangen van leidingen rotswol in combinatie met mortel.
Opmerking: het gebruik van brandwerend schuim is slechts toegestaan voor het afdichten van kleine spleten. De uitvoering dient conform TV 254 te zijn. Zie ook KB van 12 juli 2012.
9.2. Brandbestrijdingsmiddelen
Haspels
De binnenhaspels worden uitgerust met een hydrantkoppeling DSP 45, brandslangenhaspels met vormvaste slang en met axiale voeding, conform de norm NBN EN 671-1 en met constante watertoevoer die onmiddellijk beschikbaar is
De brandslangenhaspels bestaan uit een toevoerafsluiter, een slang, een straalpijp, een haspel en een slanggeleider, de haspel is van het zwenkbaar type
Een vergrendeling dient ingebouwd te worden zodat dat men het afsluitmondstuk niet kan verwijderen zonder dat de watertoevoer aangesloten is door het openen van een handbediende afsluiter
De toevoerleiding van de muurhaspel heeft steeds een doormeter van minimaal één duim, en is uitgevoerd in metalen electro verzinkte buis DIN 2440 14
De toevoerafsluiter is uit messing, type kogelafsluiter van minstens 22 mm, beantwoordend aan de NBN E29-320 voorzien van een bedieningskruk uit metaal
De aansluiting gebeurt met een schroefkoppeling, de slanglengte is 20 of 30 meter zodat ieder punt van het gebouw bereikbaar is met de waterstraal
Haspels kunnen in een haspelkast geplaatst worden op voorwaarde dat ze vlot bereikbaar zijn en de nodige signalisatie voorzien wordt; indien geopteerd wordt voor een nis moet voldoende plaats voorzien zijn voor het plaatsen van een poederblusser
Haspels moeten geplaatst worden op een vlot bereikbare plaats m.a.w. dus niet gekneld worden achter een deur
Overige brandbestrijdingsmiddelen
Brandblustoebehoren zoals poederblussers, CO2- blussers, branddekens, … worden voorzien door de
inrichtende macht.
Sprinklerinstallatie, buitenhydranten en Rook- en warmteafvoer dienen enkel te worden indien geëist door de brandweer
9.3. Veiligheidsverlichting
De veiligheidsverlichting moet producttechnisch voldoen aan de normen:
- NBN C71 597-1 Verlichtingsarmaturen
- NBN EN 00000-0-00 Bijzondere eisen - Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting
- NBN EN 62034 Automatische beproevingssystemen voor batterij gevoede noodverlichting voor vluchtwegen
- ENEC
- Klasse II
- CE markering
- Vervaardigd door een fabrikant die over het kwaliteitscertificaat ISO 9001 beschikt
- F-brandveiligheid voor gebruik bij normaal ontvlambare materialen.
- Bij voorkeur voldoen aan het lastenboek 400.D.02/ 400.D.03. Voor een correcte installatie moet worden voldaan aan:
- De reglementering (koninklijk besluit van 07/07/1994 en alle wijzigingen).
- NBN EN 1838 Toegepaste verlichtingstechniek – Noodverlichting.
- EN 60598-1.
- NBN EN 00000-0-00 Bijzondere eisen - Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting.
- NBN EN 50172 Noodverlichtingssystemen voor vluchtwegen.
- Codex over het algemeen welzijn op het werk.
- Naast de inplanting volgens de normen dient er minimaal bij ieder elektrisch bord, brandhaspel, blustoestel en handmelder een veiligheidstoestel geplaatst te worden zodanig dat men bij iedere spanningsonderbreking voldoende zicht heeft bij de verschillende elementen. De veiligheidsverlichting moet verzekeren dat brandbestrijdingsmiddelen en veiligheidsmiddelen vlot moeten kunnen gelokaliseerd en bediend worden.
- Eventueel aan te vullen met de eisen van de lokale brandweer.
- Op te merken valt dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen de vluchtwegverlichting en de veiligheidslichtsignalering.
Andere eisen:
- LED-lichtbron.
- Er wordt steeds gewerkt met autonome veiligheidsverlichting met zelftest; batterijen ingebouwd in verlichtingstoestellen voor algemene verlichting zijn niet toegestaan. De autonome veiligheidsverlichtingstoestellen worden aangesloten op de verlichtingsstroomkringen van het bij stroomonderbreking te verlichten lokaal.
- De toestellen zullen gebruik maken van een centraal monitoringsysteem, dit zal draadloos werken om het aantal inbreuken te beperken. Dit draadloze systeem werkt via het Zigbee protocol waarbij elk armatuur een knooppunt is en ontvangt en verzendt het signaal naar andere armaturen. Het signaal dringt gemakkelijk door normale wanden, deuren en vloeren en klimt op trappen. Het netwerk wordt alleen gebruikt voor het verzamelen van informatie en heeft geen invloed op de werking van de armaturen. Tot 5000 armaturen kunnen op één monitoringsysteem worden aangesloten. De typische tussenafstand van communicatie tussen armaturen is 40m. De centrale monitoring unit zal beschikken over een USB interface waar een historiek van de aangesloten toestellen via gedownload kan worden. De centrale monitoring unit dient gekoppeld te worden aan het gebouwbeheersysteem
- Belgische certificaat voor draadloze technologie: CE-ETSI bij draadloze monitoring.
- Controle: De interne microprocessor controleert de status van het apparaat en voert periodiek de functionaliteit en autonomietests uit en rapporteert de status met behulp van de LED-indicatoren in de behuizing (zelftest - conform EN50172). De tests kunnen eveneens handmatig worden aangevraagd met bediening van op afstand wanneer deze op de netstroom aangesloten zijn.
- De LED-signalisatie verlichting is opgebouwd rond een krachtige lineaire LED-lichtbron met optiek geschikt voor belichting van het pictogram alsook een evacuatie of anipaniek lens. Het is onderdeel van een uitgebreide armaturenfamilie voor compacte noodverlichting. Binnen dezelfde productfamilie zijn er varianten voor wand- en plafondmontage, inbouwmontage, gependelde montage en batterij beschikbaar.
9.4. Waarschuwings- en alarminstallatie (branddetectie)
Regelgeving:
- KB van 07/07/1994 en alle wijzigingen;
- brandweerverslag;
- normen NBN S21-204 en NBN EN54;
- materialen zijn Bosec gekeurd.
Materiaalkeuze
- Het principe van de waarschuwings- en alarminstallatie is gebaseerd op de analoge uitlezing van de diverse meetpunten (detectoren en drukknoppen) d.m.v. microprocessoren.
- De centrale is uitgerust met een module die toelaat evacuatie alarm te geven van op afstand.
- Centrale en detectoren zijn adresseerbare type. Systeem:
- Centrale:
o het principe van de waarschuwings- en alarminstallatie is gebaseerd op de analoge uitlezing van de diverse meetpunten (detectoren en drukknoppen) d.m.v. microprocessoren;
o uitgerust met een module die toelaat evacuatie alarm te geven van op afstand.
- Branddetectoren:
o lokalen met een verhoogd brandrisico zoals opslaglokalen voor gevaarlijke producten,
opslagkelders, keukens, stookplaatsen, elektrische oplaadstations, …;
o niet te voorzien in sanitaire ruimtes;
o verspreid over het gebouw.
- Waarschuwingsdrukknoppen:
o Verspreid in het gebouw worden waarschuwingsdrukknoppen geplaatst (minstens bij haspels en uitgangen)
o Evacuatie-alarm wordt gegeven vanuit de brandcentrale of herhaalbord.
- waarschuwingssignaal:
o eentonig geluid;
o lokaal hoorbaar, bijvoorbeeld op een bepaalde verdieping;
o is verbonden met het branddetectienetwerk (moet dus automatisch afgaan bij detectie) en
met het netwerk van de drukknoppen “glas breken in geval van”;
- evacuatiesignaal (-alarm):
o tweetonig, continu golvend geluid;
o hoorbaar in elke ruimte van het gebouw en in de directe buitenomgeving ervan volgens strengste criteria van:
▪ heeft op alle plaatsen een geluidsniveau van minimaal 15 dBA boven het gemiddelde omgevingsgeluid;
▪ minimaal 5 dB(A) boven het maximaal mogelijke omgevingsgeluid;
- Te voorzien:
o In basis: centrale voor gemeenschapscentrum VGC o In optieprijs: centrale voor bibliotheek o Mogelijkheid om deze te koppelen
9.5. Diversen
Autonome stroombronnen
Zoveel mogelijk voor individuele batterijen per toestel:
- Veiligheidsverlichting en eventueel de vervangingsverlichting
- Installaties voor melding, waarschuwing en alarm
- Installaties voor rookafvoer
- Lift (ingeval gebruikt voor evacuatie)
Het vermogen van die autonome stroombronnen moet voldoende zijn om gelijktijdig alle aan die stroomkringen aangesloten installaties te voeden. Zodra de normale stroom uitvalt, verzekeren de autonome bronnen automatisch en binnen één minuut, de werking gedurende één uur van de bovenvermelde installaties.
UPS drukopvoer bluswater:
- De grootte van de UPS wordt bepaald op basis van het vermogen van de drukopvoer bluswater en de gevraagde autonomie van 1 uur.
- De continuïteit van de stroomtoevoer moet gegarandeerd worden.
- Er worden een afzonderlijke vermogenschakelaar/beveiliging voorzien voor:
o voeding gelijkrichter/omvormer
o inwendige automatische bypass
o uitwendige manuele bypass
- Rendement van de UPS is min. 90%.
- De UPS wordt van stroom voorzien d.m.v.:
o vliegwiel zonder batterijen
o onderhoudsvrije loodzuur batterijen met een levensduur van min. 12jaar (volgens EUROBAT LONG LIFE)
Bij brand zelfsluitende deuren
Bij ontwerp dient de circulatie goed te worden bekeken, branddeuren noodzakelijk voor de compartimentering maar hinderlijk in de circulatie (vb. sasdeuren lift) moeten uitgerust worden met deurmagneten.
Rookevacuatie langs rookkoepels in trappenhal:
Bij ontwerp dient de voeding voor de rookkoepels voorzien te worden vanuit het verdeelbord met aangepaste zekeringen en kabel tot aan de stuurkast met noodbatterijen. De stuurkast wordt zo kort mogelijk bij de rookkoepel geplaatst.
Noodsignaliatie Wat:
- Evacuatieplannen (bv pictogrammen van haspels, aanduiding verdiepingshoogte, …)
- Pictogrammen
- Aanduiding lokaal nummer Werkwijze:
- Volgens instructies brandweer
- plan ter goedkeuring wordt voorgelegd
Bliksembeveiliging
Om te kunnen evalueren of een bliksembeveiliging van een object noodzakelijk is, moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd volgens de procedures van deel 2 van de norm EN 62305.
9.6. Specifieke eisen voor stad Brussel i.v.m. bibliotheek
Voorafgaand:
- Deze aanvullingen zijn enkel van toepassing op de keuze binnen de bibliotheek en voor zover deze specifieke eisen geen invloed hebben op de algemene installatie van het volledige project
- Deze eisen dienen voor de bibliotheek te worden gelezen als aanvullend op de vorige eisen: enkel als deze specifieke eisen strenger zijn deze van toepassing
Bijkomende eisen
Installatie type analoog vanaf een brandcentrale (Voorrang geven aan NOTIFIER, of eventueel UTC) met noodbatterijen, herhaalbord(en), brandbestendige bekabeling (F3) naar herbewapenbare manuele waarschuwingsapparaten, brandsirenes 100dB op 1meter minimum. Branddetectie op advies van de
brandweer. Sturing van de installatie naar de andere technieken (HVAC, liften, deurmagneten,…).
Telefoonverbinding via GPRS Module
Voor de gebouwen die dat nodig hebben, een AMOK installatie voorzien
Data
10.1. Algemeen
Scope project:
- binnen opdracht: databekabeling en patchkasten;
- buiten opdracht: alle actieve apparatuur (telefoontoestellen, routers, switchen, zenders , beamers,
camera’s,…) tenzij anders vermeld;
Glasvezel:
- backbone en afstanden > 80m
- OM3 fiberkabel van 6 par (alle paren af te zekeren op LC-LCI)
- Steeds aan te sluiten in rack Datakabels:
- aansluitingen af te monteren, te nummeren en te testen
- Xxxx xxxxx beschikt over 4 getwiste paren
- Bandbreedte en snelheid: volgens categorie 7 (CAT 7).
- Minimum 1 afscherming met folie rond de kabel of rond elk paar [(S)F/UTP of (S)U/FTP]
- De folies afscherming of gevlochten afscherming dienen aan één zijde van de kabel op correcte wijze geaard te worden om kringstromen te voorkomen
- Gecertifieerd volgens de IEEE 802.3bt PoE type 4 (up to 100 Watts)
- Er mogen maximum 20 kabels gebundeld worden op éénzelfde gescheiden deel van een kabelbaan.
- Wat betreft de aansluitingen (connectoren) dient de folie van de U/FTP steeds door te lopen tot
aan de connectie bloc/contact zoals in bijgevoegde foto’s wordt toegelicht.
10.2. Data lokalen
Hoofddatalokaal Specifieke ruimte:
- Geen andere technieken in de ruimte voorzien
- Beperkte toegang tot het lokaal, enkel bevoegde personen hebben toegang Hoofd-datakast:
- Algemeen:
o 19” Serverracks met diepte 120cm , afstand tussen de steunen 90cm, ongeveer 200 cm hoog (minstens 42U)
o De rack mag uitgevoerd zijn met halve, geperforeerde deurtjes (links en rechts openen) De perforatie is nodig voor de luchtstroom
o 2 stopcontacten per rack, op elk hun eigen zekering (20A) en differentieelschakelaar
o De rack is steeds ruim toegankelijk langs de beide zijkanten en voor & achterkant (1 meter vrije doorgang voor & achteraan)
o Telkens de nodige voorzieningen treffen voor data intro’s op koper, kabel en fiber
- Opbouw:
o 1U Fiber optic patchpaneel
o 1U Begeleider
o 1U FireWall
o 1U Begeleider
o 1U Hoofdswitch (48p)
o 1U Begeleider
o 1U patchpaneel eindbekabeling 24 aansluitingen
o 1U Begeleider
o 1U patchpaneel eindbekabeling 24 aansluitingen
o 1U Begeleider
o …
o 1U POE switch voor WiFI & Telefonie
o 1U Unit voor Stopcontacten
o Minstens 12 units datakast afhankelijk van aantal eindkabels
o Per 24 kabels extra à + 3U Actieve koeling:
- regelgeving:
o besluit Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 nov. 2018 ‘Voorwaarden tot exploitatie van koelinstallaties’
o EU-verordening EG 1005 2009 ‘Ozonlaag afbrekende stoffen’
o EU-verordening EG 517 2014 ‘Gefluoreerde broeikasgassen’
o de geluidsniveaus buitenunits conform het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002
- Eisen:
o Het gebruik van ozonlaag afbrekende koelmiddelen is niet toegestaan.
Overige datalokalen Algemeen:
- Mag in berging mits voldoende ruimte voor primaire functie
- Patchkast vrijstaand et alle 3 de zijden bereikbaar zijn.
- belang van goede verluchting, maar geen ventilatie noodzakelijk. Patchkast:
- Afmeting: 42 U (breedte/diepte 80/80 cm).
- met geperforeerde deur voor een goede koeling van de componenten.
- Glasvezellade bovenaan in patchkast voorzien.
- Opbouw patchpanelen vanaf bovenaan in deze configuratie (patchpaneel / kabelmanagement / 1U ruimte voor switch / kabelmanagement / patchpaneel
- Opbouw:
o 1U Fiber optic patchpaneel
o 1U Begeleider
o 1U Switch (48poort)
o 1U Begeleider
o 1U patchpaneel eindbekabeling 24 aansluitingen
o 1U Begeleider
o 1U POE switch voor WiFi & Telefonie
o 8U datakast is voldoende
Algemeen
10.3. Datapunten
In functie van de scheiding van de datanetwerken voor bezoekers en personeel worden alle kabels individueel afgezekerd vanaf datalokaal tot datapunt.
Werkwijze
Per ruimte overzicht te maken vanuit benodigde aantallen:
- Gebruiksdatapunten steeds dubbel uit te voeren (af te ronden naar boven indien oneven aantal of verkeerde plaats)-
- Voor camera en wifi mag dit enkel worden uitgevoerd Aantallen
PC:
- per werkpost: 1 datapunt
- gebruikslokalen: zie ruimtefiches WIFI:
- Liefst op de muren indien toch in plafonds, dient de locatie in het plafond duidelijk aangeduid te zijn op een plan en ook zo zijn uitgevoerd en dienen de plafonds uitgevoerd te zijn met platen die makkelijk demonteerbaar zijn.
- Aantal WiFi-antennes kan bepaald worden door een theoretische survey op plan, maar kan nog worden aangepast wanneer het gebouw is gerealiseerd.
- voldoende datapunten (geen stopcontacten) te voorzien voor volledige dekking in het gebouw: rekening houden met binnenmuren en – beglazing, beton en massieve wanden;
- richtlijn is een datapunt per 50m2 gebruiksruimte (en minstens één centrale aansluiting per gebruiksruimte);
Telefonie:
- VoIP-telefonie
- per werkpost: 1 datapunt
- per gebruikslokaal: 1 datapunt Camerabewaking:
- uitgangspunt: alle gelijkvloers circulatieruimtes zijn gecoverd
- te voorzien :
o basis: onthaal, hoofdassen; deuren personeelsclusters
o optie: bibliotheek: minimale dekking publieke zones waar vanuit de onthaalbalie of de personeelscluster toezicht kan gehouden worden.
Printerbeheer:
- per cluster kantoren apart printlokaal met 2 datapunten
- balie, gespreksruimte: 1 datapunt voor decentrale printer per ruimte Projectie:
- plafondbeamer (grote vergaderzalen en publiekscluster bibliotheek):
o 220V: stopcontact plafond;
o HDMI: verbinding plafond en bedieningspost;
- Smart TV (gespreksruimtes en alle vergaderzalen):
o 220V: nodig voor touchscreen of projector;
o HDMI: beeld en geluid van computer naar touchscreen of projector (tafel)
o UTP: geeft touchscreens een internetverbinding voor het gebruik van de ingebouwde Androidomgeving
o Externe netwerkkabel ifv telefoon
10.4. Specifieke eisen voor stad Brussel i.v.m. bibliotheek
Voorafgaand:
- Deze aanvullingen zijn enkel van toepassing op de keuze binnen de bibliotheek en voor zover deze specifieke eisen geen invloed hebben op de algemene installatie van het volledige project
- Deze eisen dienen voor de bibliotheek te worden gelezen als aanvullend op de vorige eisen: enkel als deze specifieke eisen strenger zijn deze van toepassing
Bijkomende eisen
- 2 dataracks:
o Gebruik: datapunten, telefonie
o Technisch: camerabekabeling, geluid, toegangscontrole,…
Overige installaties
11.1. Liften
Van toepassing zijnde regelgeving:
- Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
- Bij nieuwbouw moet elke lift geschikt zijn voor rolstoelgebruikers, bij renovatie telkens dit bouwtechnisch enigszins mogelijk is (NBN EN 81-70 minstens type 2).
- NBN EN 81 Veiligheidsregels voor de vervaardiging en de installatie van liften – Liften voor het vervoer van personen en goederen.
- Koninklijk besluit 7 december 2016 Basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing nieuwe gebouwen.
- “Evacuatie van de personen met beperkte mobiliteit (PBM) in geval van brand” : interpretatie van “Koninklijk besluit 7 december 2016 Basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing nieuwe gebouwen“ door Veiligheid & Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken [ xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxx-xxx-0-xxxx-0000- evacuatie-van-de-personen-met-beperkte-mobiliteit ].
- In de liftschacht mogen enkel die elementen worden aangebracht die nodig zijn voor de goede werking en het onderhoud van de lift, het gebruik van de schacht voor andere technieken is verboden.
Overige:
- De lift is standaard toegankelijk voor gebruikers.
- Autonoom gebruik door rolstoelgebruikers dient gegarandeerd te worden
- Liften wordt altijd rechtstreeks vanaf het hoofdbord van het gebouw gevoed, met een Rf-kabel van 1 uur. Ook indien het een gewone lift betreft. Te voorzien in deel elektriciteit.
- Telefonie via SIM-box
Goederenlift (enkel nodig wanneer grote zaal niet kan worden beleverd):
- 1000 kg
- Afmetingen kooi: 2000 x 3000 mm
- Uitvoering: volgens standaard assortiment leverancier
- Stootvast en robuust (voor vervoer goederen)
11.2. Xxxxxx
Niet te voorzien
11.3. Geluid
Scope project:
- binnen opdracht: bekabeling en boxen;
- buiten opdracht: versterker Waar:
- multifunctionele theaterzaal
- grote vergaderzaal
- sportzaal
- eetcafé
- IBO
- Expressieruimte
- Buitenruimte (apart circuit voor IBO)
- Bibliotheek: minstens per verdieping in de publiekscluster te voorzien, goed hoorbaar in alle publieke ruimtes
Te voorzien:
- Bekabeling in de 4 hoeken
- Centraal punt voor bediening (te bepalen met opdrachtgever, voor bibliotheek vermoedelijk in serverruimte en balie)
11.4. Inbraak
Verwachtingen:
- PIR-detectoren in de circulatieruimte, buitendeuren, lokalen met ramen op gelijkvloers;
- de centrale installatie dient vanuit de inkomstzone te kunnen worden bediend met codepaneel;
- rekening houden met het vooropgesteld breed gebruik.
- Te voorzien:
o In basis: centrale voor gemeenschapscentrum VGC o In optieprijs: centrale voor bibliotheek o Mogelijkheid om deze te koppelen
11.5. Toegangscontrole
Badgesysteem Systeem Nekkersdal:
- Salto (gekoppeld aan yes-plan)
- Bekabeld
- vrij te programmeren; Waar te voorzien:
- Minimaal:
o Alle buitendeuren (gekoppeld aan brand- en inbraakcentrale)
o Zalen die voor extern gebruik of verhuur in aanmerking komen
o Overgang tussen publieksgedeelte en werkplekken
- Verder te onderzoeken:
o Specifieke lokalen
o meerprijs op te geven (buiten bouwproject) voor badges i.p.v sleutelplan voor binnendeuren (al of niet via bekabeld systeem).
Systeem bibliotheek:
- Systeem dat kan gekoppeld worden met bibliotheeksysteem – in functie van onbemande bibliotheek -> verder te bekijken bij opmaak uitvoeringsdossier, enkel van toepassing op toegangsdeuren die bruikbaar zijn voor onbemande bibliotheek.
- overige toegangsdeuren op ¨Paxton “ systeem.
- Bekabeld
- Hoofdzakelijk van toepassing op toegangsdeuren die bruikbaar zijn voor onbemande bibliotheek, overige toegangsdeuren te bekijken.
Sleutelplan:
Algemeen:
- systeem van beveiligde cilinders;
- sleutelplan op te maken in overleg met opdrachtgever waar te voorzien:
- alle binnen- en buitendeuren;
- alle overige sleutelcontacten (voor zover technisch mogelijk)
- uitzondering: deuren individuele toiletten;
Video- en parlofonie Eisen:
- Mogelijkheid tot cascade (ook gsm)
- geen aanraakschermen
- locaties in functie van programma, wat betreft bibliotheek: inkomdeuren (hoofdinkom en inkom onbemande bibliotheek)
- deuren die door videofoonbel worden bediend, dienen een elektrisch slot te krijgen.
Werking:
- Vrije toegang tijdens kantooruren
- Na kantooruren via aanmelding of vrije inloop (in functie van activiteiten) Waar:
- Locatie videofoon-bel:hoofdinkom per gebouw
- Locatie antwoordpost:
o secretariaat /balie bibliotheek
o mobiel toestel
11.6. Specifieke eisen voor stad Brussel i.v.m. bibliotheek
Voorafgaand:
- Deze aanvullingen zijn enkel van toepassing op de keuze binnen de bibliotheek en voor zover deze specifieke eisen geen invloed hebben op de algemene installatie van het volledige project
- Deze eisen dienen voor de bibliotheek te worden gelezen als aanvullend op de vorige eisen: enkel als deze specifieke eisen strenger zijn deze van toepassing
Bijkomende eisen
Anti inbraak installaties:
- Materiaal is INCERT gekeurd
- Minimaal samengesteld door een centrale (voorrang geven aan Honeywell Galaxy) met 8zones, bedieningsklaviers, bewegingsdetectoren, deurcontacten, buiten en binnen sirenes,
telefoontransmitter via GPRS module, batterijen,…Het beheer op afstand van de installatie is compatible met het bestaande systeem van de Stad.
Toegangscontrole installatie:
- Systeemcontrole door een centrale PC met een database van de gebruikers compatible zijn met de bestaande installaties van de Stad (Materiaal en Software Paxton !). Nazicht van elk component van het systeem met historiek van de verschillende gebeurtenissen.
- Gebruik van proximity badgelezer, drukknoppen voor ontgrendeling, sloten, deurmagneten,…
Buitenapparaat is weerbestendig en vandalisme bestendig.
- installatie conform met Protocole MiFARE 2
- Aangezien dat er een videofooninstallatie + toegangscontrole kan dat gebeuren met één
Paxtonsysteem…
Videofooninstallaties:
- Samengesteld door één of meerdere buitenposten met camera, weer- en vandaalbestendig, één of meerdere binnenposten met monitor en ontgrendelingsbediening, stevig slot, binnen ontgrendeling door drukknoppen, positieve veiligheid voor evacuatie
Akoestiek
12.1. Introductie
Het akoestische comfort aspect omvat 2 grote deelaspecten. Enerzijds impact op de omgeving anderzijds de interne akoestische comfort beleving. De prioriteit wordt als volgt gegeven. De inschrijvers dienen te voldoen met hun voorstel aan de milieuwetgeving (Brussel, gemeentelijkpolitierecht, wetgeving i.v.m. geluid ) en dit voor de geluidafstraling van toestellen en de rekening houdende met de geplande activiteiten. De inschrijvers leggen hiervoor ter staving de nodige documenten voor en bevestigen expliciet met een schrijven dat alle nodige maatregelen hieromtrent genomen zijn. Voor het akoestisch comfort binnen de ruimtes wordt de methodologie zoals voorgesteld in de GRO versie2020.1 als leidraad genomen. De inschrijvers kunnen hier puntsgewijs van afwijken mits melding en motivering (bijvoorbeeld kosten baten analyse ten gevolge van bestaande toestand).
Wat betreft trillingen van toestellen en ook vanwege het operationele regime van de geplande inrichting dient ‘DIN 4150-2 Trillingen in gebouwen Deel 2 : Effecten op personele in gebouwen ‘ gevolgd te worden. Geluiddrukniveaus te gevolge van afstraling van bouwdelen die aangestoten worden door laag frequent geluid en trillingen ( > 125 hZ ) dient beperkt te worden tot 10 dBA onder het vooropgestelde toegelaten maximale achtergrond niveau. Bijvoorbeeld 25 dBA in een lokaal waar 35 dBA achtergrondniveau is toegelaten.
12.2. Geluidafstraling
Technische installaties
Al de geplande technische installaties dienen te voldoen aan de meest actuele vigerende milieuwetgeving ( Brussel, gemeentelijk politierecht, wetgeving i.v.m. geluid ). Een low noise inplanting van toestellen en al additionele maatregelen maken inherent deel uit van de inschrijving.
Geluidafstraling van multifunctionele theaterzaal
Voor de multifunctionele theaterzaal wordt een verhoogde comfortsituatie nagestreefd. Er dient in basis uitgegaan te worden van een maximaal geluiddrukniveau LAeq, 15 minuten, glijdend = 85 dBA ( Besluit van de Brusselse hoofdstedelijke 26 januari 2017, Vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in publiek toegankelijke inrichtingen ). De inschrijver dient echter in het basis ontwerp de mogelijkheid te verwerken om deze zaal te kunnen opwaarderen en hoger geluiddrukniveau 105 dBA te faciliteren. Deze mogelijkheid en de impact hiervan worden in een latere ontwerpfase na gunning toegelicht met de gunnende overheid. Het ruimtebeslag (voldoende dikte van wanden, vloeren, plafonds, sas constructies met deuren en aanpasbare technische installaties) dient hiervoor voorzien te worden in basis en te worden aangegeven en het verkennende scenario dient in de architecturale documenten te worden toegelicht bij de inschrijving. Bijkomend dient de spraakverstaanbaarheidsindex van deze zaal dient
STI => 0.75 (ISO 3382-1:2009 ) te garanderen ter hoogte van de verschillende publieksconfiguraties. De naastliggende zalen en functies moeten vanzelfsprekend autonoom en gelijktijdig kunnen werken zonder stoorgeluiden te ontvangen vanuit de zaak. Minimaal wordt hier verhoogd comfort volgens de GRO nagestreefd. Puntsgewijs kan van de interne geluidsafstraling omwille van economische redenen van worden afgeweken mits dit apart vermeld wordt. De eisen met betrekking tot milieuwetgeving en geluidafstraling naar de omgeving zijn vanzelfsprekend dwingend op te vatten.
12.3. Akoestisch comfort van de ruimtes.
Voor het akoestisch comfort binnen de ruimtes wordt de methodologie zoals voorgesteld in de GRO versie2020.1 als leidraad- ontwerpmethodologie voor akoestisch comfort genomen. De inschrijvers leveren een volgende documenten tijdens deze fase:
- Akoestisch zoneringsplan en akoestische waardering van de ruimtes conform de eisentabel BIN01
- Een beschrijvende nota met aanduidingen van de in het ontwerp genomen maatregelen en ook een oplijsting waar er wordt afgeweken omwille van ontwerpmatige of economische redenen. De nota bevat volgende aspecten:
1. Luchtgeluidisolatie
2. Contactgeluidisolatie
3. Installatielawaai
4. Gevelgeluid
5. Ruimteakoestiek (nagalm)
Er wordt gestreefd naar een normale comfort situatie. Een functiewaardering is gegeven in onderstaande tabel hierbij worden de akoestisch gevoelige project specifieke ruimtes vanuit het programma gerelateerd aan de type ruimtes vanuit de GRO.
bibliotheek
bibliotheek
normaal comfort
overige polyvalente ruimtes
polyvalente ruimte
normaal comfort
multifunctionele theaterzaal
polyvalente ruimte
verhoogd comfort
Sport-, speel- en bewegingsruimte
sportzaal
normaal comfort
koffiehoek
koffiehoek, pauzeruimte
normaal comfort
onthaal, lobby, foyer
Aan de hand van deze waarderingen kan de inschrijver de nodige maatregelen begroten conform de eisentabellen vanuit de Gro handleiding met name de BIN eisen tabel (met kruistabellen per topic) en de toepassingstabel. Indien specifieke ruimtes of functies niet vermeld zijn in de tabel maar toch een akoestische gevoeligheid hebben dan dient de inschrijving deze aan te geven en hiervoor een waardering voor te stellen op basis van actuele normering.
onthaal, atrium met overlegfunctie
normaal comfort
individueel kantoor, EHBO lokaal
individuele kantoren
normaal comfort
vergaderzaal
vergaderzaal, gesprekslokaal
normaal comfort
open kantoor omgeving
open kantooromgeving
normaal comfort
Lokaal als ontvangstlokaal
Project specifieke ruimte cfr programma eisen Nekkersdal.
Functiewaardering type functie volgens classificatie t.o.v. gro BIN01 toepassingsmatrix ( versie GRO 2020.1) - classificatie van ruimten.
Comfort niveau
n.v.t. | technische ruimten | technische ruimtes (geluidsniveau > 70 dBA) |
n.v.t. | sanitair, kleedruimte | Berging dagelijkse schoonmaak, sanitair kleedruimtes |
n.v.t. | leslokaal | IBO |
normaal comfort | bibliotheek | bibliotheek |
normaal comfort | restaurant, refter, cafetaria | eetcafé |
normaal comfort | kunstklas | crea-atelier |
normaal comfort | voordrachtsstudio | expressieruimte |
n.v.t. | keuken | keuken |
normaal comfort | Residentieel | conciërgewoning: ontwerp conform huidige wetgeving ( NBN S01 400- 01:2022). |
12.4. Methodologie
Offerte- en onderhandelingsfase
De specifieke uitwerking van bovenstaande akoestische eisen wordt toegelicht tijdens de offertefase waarna deze finaal op punt kunnen worden gesteld voor de contract closing en aanvang uitvoering.
Opmaak uitvoeringsdossier en uitvoering
Na uitvoering wordt een meetverslag toegeleverd waaruit conformiteit met de geconsolideerde akoestische eisen (outputspecificaties bij contract close) worden aangetoond. Steekproefsgewijs worden 10 % van de ruimtes beproefd en bijkomende de multifunctionele zaal wat betreft alle akoestische aspecten (incluis geluidafstraling). Al de technische buiteninstallaties worden eveneens doorgemeten wat betreft geluidafstraling en conformiteit met milieuwetgeving. Indien twijfel of indien geval van non-conformiteit kan de opdrachtgever een second opinion vragen aan erkend controle bureau en dit ten laste van de Opdrachtnemer.
Blue Strategy
Nekkersdal
Rapportnaam | Versiewijzigingenrapport |
Vergeleken versies | Versie 1 Bestek, |
Werkversie | |
Gegenereerd op | 2023-01-27 |
Inhoudsopgave
Versiewijzigingenrapport
Vergeleken versies
NAAM | OMSCHRIJVING | DATUM |
Versie 1 Bestek | Versie goedgekeurd door college | 2022-11-25 14:46 |
Werkversie | 2023-01-27 13:48 |
Legenda
Groen = Toegevoegd object, kenmerk of relatie Geel = Gewijzigd object
Rood = Verwijderd object, kenmerk of relatie
Project
Projectinformatie
NAAM | WAARDE |
VGC | |
Omschrijving |
Doelen & uitgangspunten
10 leidende ontwerpprincipes (DP-1)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
De ambities van het project worden samengevat in tien leidende principes. Deze werden door alle partijen onderschreven, werden uitvoerig besproken en aangepast tijdens het participatieproces, en vormen zo de basis voor het nieuwe Nekkersdal. Alle principes worden in dit deel van de projectdefinitie zo helder mogelijk uitgelegd en gedefinieerd. Hierbij wordt gestreefd naar voldoende vrijheid voor de kandidaten binnen een minimaal gewenst kader. 1. Het binnengebied wordt zoveel mogelijk ontpit en onthard. 2. Doorheen de site komt een semi-publieke doorsteek als centrale drager van de verschillende ruimtes. 3. De architectuur heeft een informeel en laagdrempelig karakter waarbij er ruimte is voor witruimtes en latere inbreidingen. 4. Alle gebouwen, met uitzondering van de eventuele witruimtes, zijn bouwfysisch en energetisch duurzaam. 5. Er wordt gestreefd naar een multifunctioneel ruimtegebruik met aandacht voor de minimale veiligheidseisen voor de verschillende gebruikers. 6. Het nieuwe Nekkersdal wordt een kind-, beweegvriendelijke en integraal toegankelijke site. 7. De bezoeker wordt bij het betreden van de site ontvangen door een laagdrempelige en gezamenlijke onthaalplek. 8. Het integreren van de stedelijke bibliotheek met respect voor de eigen werking en identiteit. 9. Het realiseren van een zo een goed mogelijk project binnen het kader van een vast verbouwingsbudget. 10. Volgende primaire ruimtes maken minimaal onderdeel uit van het nieuwe Nekkersdal: - Bibliotheek met een oppervlakte van minimaal 850m² bruto voor exclusief gebruik van de bib en gelegen aan een straatzijde volgens overeenkomst; - Multifunctionele theaterzaal geschikt voor onder meer voorstellingen; - Ruimte voor sport, spelen en beweging; - Eetcafé bij voorkeur zichtbaar voor een toevallige passant; - Ruimte voor IBO, Huis van het Kind en het Consultatiebureau (Opgroeien) met minimale oppervlakte volgens normering; - Ruimte voor verenigingsleven. | REQ-707 |
Ruimten & locaties
Site GC (LOC-1)
Ongewijzigd
Site GC
Nekkersdal (GS-8)
Ongewijzigd
Te plaatsen systemen
NAAM | AANTAL | ID |
(72) Vaste gebruikersvoorzieningen / Maatwerk gebruikersmeubilair | REQ-2105 | |
(73) Vaste keukenvoorzieningen / Vaste keukentoestellen | REQ-2107 |
Nekkersdal
Administratie en logistiek (GS-6)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
De cluster administratie en logistiek bundelt alle ruimtes waar enkel het personeel van het gemeenschapscentrum en bij uitbreiding het personeel van partners toegang toe heeft. Bezoekers kunnen h ier enkel onder begeleiding komen. | REQ-1359 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Badgelezer | REQ-1360 |
Administratie en logistiek
Personeelscluster (GS-1)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
De personeelscluster is afgescheiden van het publieke gedeelte en is enkel toegankelijk voor het personeel van het gemeenschapscentrum. | REQ-1107 |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Bijkomende informatie | = Personeelsbezetting: - Centrumverantwoordelijke - 8 medewerkers - 7 medewerkers IBO, waaronder verantwoordelijke - 3 poetspersoneel - 3 technisch personeel (conciërge, technieker, klusjesman) - Occasioneel: stagiair, externe partners, … Toekomst: - Omgaan met nieuwe evoluties - Flexibel - In gemeenschapscentrum beperkte mogelijkheden voor thuiswerk: burelen intensief gebruikt - Ruimte voor partners of derden | REQ-1106 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Badgelezer | REQ-1109 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-1992 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1954 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2017 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Ondersteunende functies / Omkleedruimte personeel mannen | In de buurt van: | REQ-1155 | |
Ondersteunende functies / Omkleedruimte personeel vrouwen | In de buurt van: | REQ-1153 | |
Onthaal / Balie | In de buurt van: | REQ-2209 |
Personeelscluster
Open kantoorruimte (SP-1)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Landschapskantoor met zowel flexdesks als vaste werkplekken. Mag ook opgedeeld worden in kleinere clusters. | REQ-1102 |
LABELS |
KantoorOpen kantooromgeving |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1103 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 128 m2 | REQ-2109 |
Capaciteit | ≥ 16 personen | REQ-1104 |
Minimale vrije hoogte | = 2.7 m | REQ-1847 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2171 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2590 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2659 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1441 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Zone van 1ste daglicht | REQ-1448 |
Kunstlicht | = Verplicht conform norm | REQ-1455 |
Verblinding | = DGP ≤ 0,40 voor 95% gebruikstijd | REQ-1462 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1469 |
Sturing | = CO2 sturing | REQ-1476 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-1993 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1955 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2018 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) Toelichting: Polyvalent gebruik | REQ-2394 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 4 element(en) Toelichting: Polyvalent gebruik | REQ-2467 |
Werkplek / werkplek kantoor standaard | = 16 element(en) | REQ-1108 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Personeelscluster / Printerlokaal en ekonomaat | In de buurt van: | REQ-1120 |
Personeelscluster
Kantoor centrumverantwoordelijke (SP-2)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Individuele kantoorruimte met vergadertafel. | REQ-1 |
LABELS |
KantoorIndividuele kantoren |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1110 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 15 m2 | REQ-2110 |
Minimale vrije hoogte | = 2.7 m | REQ-1848 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2172 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Badgelezer | REQ-1111 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2591 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2660 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1442 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Zone van 1ste daglicht | REQ-1449 |
Kunstlicht | = Verplicht conform norm | REQ-1456 |
Verblinding | = DGP ≤ 0,40 voor 95% gebruikstijd | REQ-1463 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1470 |
Sturing | = CO2 sturing | REQ-1477 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-1994 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2019 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) Toelichting: Polyvalent gebruik | REQ-2395 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 1 element(en) Toelichting: Polyvalent gebruik | REQ-2468 |
Werkplek / vergadertafel, module per 2 personen | = 2 element(en) | REQ-1112 |
Werkplek / werkplek kantoor standaard | = 1 element(en) | REQ-1113 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Personeelscluster / Printerlokaal en ekonomaat | In de buurt van: | REQ-1121 |
Personeelscluster
Personeelsrefter (SP-3)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Personeelsrefter die occasioneel ook gebruikt kan worden voor interne vergaderingen of vergaderingen van vaste partners. | REQ-1114 |
LABELS |
PolyvalenteRestaurant, ruimtecafetaria, refter |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1115 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 25 m2 | REQ-2111 |
Capaciteit | ≥ 15 personen | REQ-1116 |
Minimale vrije hoogte | = 2.7 m | REQ-1859 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2173 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2592 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2661 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1513 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Noodzakelijk | REQ-1523 |
Kunstlicht | = Verplicht conform norm | REQ-1533 |
Verblinding | = DGP ≤ 0,35 voor 95% gebruikstijd | REQ-1543 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1553 |
Sturing | = CO2 sturing | REQ-1563 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-1995 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1956 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2020 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) Toelichting: Polyvalent gebruik | REQ-2396 |
(63) Verlichting / Dimbare verlichting presentatie | REQ-1216 | |
(64) Communicatie / Datastopcontact | REQ-2469 | |
(73) Vaste keukenvoorzieningen / Keukenmeubel Kitchenette | = 1 element(en) | REQ-1117 |
Werkplek / vergadertafel, module per 2 personen | = 8 element(en) | REQ-1721 |
Personeelscluster
Serverlokaal (SP-4)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Gekoeld serverlokaal met patchkast. | REQ-1118 |
LABELS |
Serverlokaal |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 2 m2 | REQ-2112 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2174 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2593 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2662 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 10°C - 26°C | REQ-1583 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1584 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1585 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1586 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1587 |
Kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Patchkasten | Patchkasten: - inplanting(en) te bekijken in functie van IT-architectuur; - uit oogpunt van flexibiliteit voldoende ruim te dimensioneren: o hoogte: 48U, 47LE, +/- 215cm; o afmeting: 19”; | REQ-1722 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(55) Koude-opwekking en distributie / Koeling serverruimte | REQ-1119 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) | REQ-2397 |
Personeelscluster
Printerlokaal en ekonomaat (SP-5)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Printerlokaal met opslag van papierwaren en bureaubenodigdheden | REQ-1123 |
LABELS |
WachtzoneCopy-, koffie- en pauzeruimte |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 5 m2 | REQ-2113 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2175 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2594 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2663 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1648 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1653 |
Kunstlicht | = Verplicht conform norm | REQ-1658 |
Verblinding | = DGP ≤ 0,35 voor 95% gebruikstijd | REQ-1663 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1668 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-1996 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1957 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2021 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) | REQ-2398 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 5 element(en) | REQ-2471 |
(8-) INRICHTING DOOR DE OPDRACHTGEVER / Vaste kast | Toelichting: Afsluitbaar | REQ-1122 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Personeelscluster / Open kantoorruimte | In de buurt van: | REQ-1120 | |
Personeelscluster / Kantoor centrumverantwoordelijke | In de buurt van: | REQ-1121 |
Personeelscluster
Archiefruimte (SP-6)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Opslagruimte voor dossiers, boekhouding, communicatie, verslagen, documentatie,... | REQ-1124 |
LABELS |
Dode stock |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 8 m2 | REQ-2114 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2176 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Niet van toepassing | REQ-2595 |
Overige akoestische eisen | = Niet van toepassing | REQ-2664 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = Door en vorstvrij | REQ-1396 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1405 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1414 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1423 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1432 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-1997 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1958 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2022 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(48) Afwerkingspakketten / ruwe afwerking | REQ-1820 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 1 element(en) | REQ-2399 |
Atelier / materiaalrekken | REQ-1723 |
Administratie en logistiek
Ondersteunende functies (GS-4)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
De ondersteunende functies zijn niet toegankelijk voor het publiek maar worden maximaal gedeeld met het personeel van de verschillende entiteiten die gehuisvest zijn op de site. | REQ-1125 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2025 |
Ondersteunende functies
Grote poetsberging (SP-17)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
De grote poetsberging doet dienst als centrale opslagplaats van de voorraad aan kuisproducten, en verbruiksmateriaal sanitair. Ook kan hier een wasmachine en droogkast geplaatst worden. | REQ-1139 |
LABELS |
Xxxxxxx actief |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1140 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 15 m2 | REQ-2115 |
Capaciteit | ≥ 2 personen | REQ-1141 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2177 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Sleutel | REQ-1724 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Niet van toepassing | REQ-2596 |
Overige akoestische eisen | = Niet van toepassing | REQ-2665 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = ≥ 18°C | REQ-1361 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1368 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1375 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1382 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1389 |
Kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Technieken | Technieken in de berging zoveel als mogelijk te beperken om vrije muren voor kasten/rekken te maximaliseren. | REQ-1746 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-1736 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(52) Afvalwater afvoer / Afvoerputje vuil water | = 2 element(en) | REQ-1138 |
(53)Vloeistoffentoevoer / Koud water tappunt | REQ-1142 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 2 element(en) | REQ-2400 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 1 element(en) | REQ-2473 |
(75) Vaste onderhoudsvoorzieningen / Uitgietbak met warm en koud water | REQ-1137 | |
Atelier / materiaalrekken | REQ-1747 | |
Atelier / Wasmachine | REQ-1727 | |
Atelier / Droogkast | REQ-1728 | |
Atelier / Poetskar | REQ-1748 |
Ondersteunende functies
Kleine poetsberging (SP-18)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Decentrale poetsbergingen in functie van ontwerp voor de opslag van poetskar en poetsmateriaal. Van toepassing indien de grote poetsberging te ver of moeilijk bereikbaar is. | REQ-1134 |
LABELS |
Dode stock |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 3 m2 | REQ-2116 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2250 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Sleutel | REQ-1725 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Niet van toepassing | REQ-2597 |
Overige akoestische eisen | = Niet van toepassing | REQ-2666 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = Door en vorstvrij | REQ-1397 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1406 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1415 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1424 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1433 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-1737 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(52) Afvalwater afvoer / Afvoerputje vuil water | REQ-1136 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 1 element(en) | REQ-2401 |
(75) Vaste onderhoudsvoorzieningen / Uitgietbak met warm en koud water | REQ-1135 | |
Atelier / Poetskar | REQ-1749 |
Ondersteunende functies
Technisch atelier (SP-19)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Atelier voor het technische personeel waar kleine reparaties kunnen worden uitgevoerd. | REQ-1194 |
LABELS |
Sport of atelierAtelier |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1195 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 10 m2 | REQ-2117 |
Minimale vrije hoogte | = 3 m | REQ-1860 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2178 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Badgelezer | REQ-1726 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2598 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort; aandacht voor nagalm | REQ-2667 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1588 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Noodzakelijk | REQ-1593 |
Kunstlicht | = Verplicht 500 lux | REQ-1598 |
Verblinding | = DGP ≤ 0,40 voor 95% gebruikstijd | REQ-1603 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1608 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
GC Nekkersdal / | REQ-1731 |
Personeel GC | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-1735 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(48) Afwerkingspakketten / ruwe afwerking | REQ-1819 | |
(52) Afvalwater afvoer / Afvoerputje vuil water | REQ-1681 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Industrieel stopcontact 5-polig 32A | = 2 element(en) | REQ-1680 |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) | REQ-2402 |
(75) Vaste onderhoudsvoorzieningen / Uitgietbak met warm en koud water | REQ-1682 | |
Werkplek / werkplek atelier standaard | = 1 element(en) | REQ-1196 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Multifunctionele theaterzaal / Berging theatertechnieken | Verbonden met: | Toelichting: Mag ook in dezelfde ruimte | REQ-914 |
Ondersteunende functies
Omkleedruimte personeel mannen (SP-25)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Gedeelde omkleedruimte voor personeel GC, bibliotheek en eetcafé. | REQ-1144 |
LABELS |
Kleedruimte en douches |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1145 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 10 m2 | REQ-2118 |
Minimale vrije hoogte | = 2.7 m | REQ-1861 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2179 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2599 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2668 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1483 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1488 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1493 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1498 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1503 |
Sturing | = Hygrostaat (douches) | REQ-1508 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
GC Nekkersdal / Personeel GC | REQ-1730 | |
Personeel GC / Staf | REQ-1998 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1959 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2023 | |
Bibliotheek / Personeel bibliotheek | REQ-1305 | |
Eetcafé / Personeel eetcafé | REQ-1325 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 2 element(en) | REQ-2403 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Douchecabine | = 1 element(en) | REQ-1151 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Wastafel met warm en koud water | REQ-1683 | |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Spiegel boven wastafel met verlichting | REQ-1686 | |
(76) Vaste opslagvoorzieningen / Locker kledij personeel | = 20 element(en) | REQ-1150 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Administratie en logistiek / Personeelscluster | In de buurt van: | REQ-1155 | |
Ondersteunende functies / Sanitair personeel | In de buurt van: | REQ-1157 | |
Ondersteunende functies / Fietsenstalling personeel | In de buurt van: | REQ-1159 | |
Eetcafé / Keuken | In de buurt van: | REQ-1156 | |
Bibliotheek / Personeelscluster | In de buurt van: | REQ-857 |
Personeelscluster / Sanitair personeel | In de buurt van: | REQ-2377 |
Ondersteunende functies
Omkleedruimte personeel vrouwen (SP-78)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Gedeelde omkleedruimte voor personeel GC, bibliotheek en eetcafé. | REQ-1146 |
LABELS |
Kleedruimte en douches |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1148 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 10 m2 | REQ-2119 |
Minimale vrije hoogte | = 2.7 m | REQ-1862 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2180 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2600 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2669 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1484 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1489 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1494 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1499 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1504 |
Sturing | = Hygrostaat (douches) | REQ-1509 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
GC Nekkersdal / Personeel GC | REQ-1729 | |
Personeel GC / | REQ-1999 |
Staf | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1960 |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2024 |
Bibliotheek / Personeel bibliotheek | REQ-1306 |
Eetcafé / Personeel eetcafé | REQ-1324 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 2 element(en) | REQ-2404 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Douchecabine | REQ-1152 | |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Wastafel met warm en koud water | REQ-1684 | |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Spiegel boven wastafel met verlichting | REQ-1685 | |
(76) Vaste opslagvoorzieningen / Locker kledij personeel | = 20 element(en) | REQ-1149 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Administratie en logistiek / Personeelscluster | In de buurt van: | REQ-1153 | |
Ondersteunende functies / Sanitair personeel | In de buurt van: | REQ-1158 | |
Ondersteunende functies / Fietsenstalling personeel | In de buurt van: | REQ-1160 | |
Eetcafé / Keuken | In de buurt van: | REQ-1154 | |
Bibliotheek / Personeelscluster | In de buurt van: | REQ-1147 | |
Personeelscluster / Sanitair personeel | In de buurt van: | REQ-2378 |
Ondersteunende functies
Technisch lokaal (SP-26)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Lokaal met technische installaties. | REQ-1175 |
LABELS |
Technische ruimte |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | Toelichting: Kan verspreid worden over meerdere lokalen | REQ-1176 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2181 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Sleutel | REQ-1177 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2601 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2670 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = Door en vorstvrij | REQ-1615 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1616 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1617 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1618 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1619 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-1738 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(48) Afwerkingspakketten / ruwe afwerking | REQ-1821 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 2 element(en) | REQ-2405 |
Ondersteunende functies
Sanitair personeel (SP-37)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Sanitair personeel opgedeeld voor mannen, vrouwen en MIVA aanleunend aan personeelscluster. Het volstaat om 3 genderneutrale toiletten te voorzien voor het personeel van het GC. | REQ-1126 |
LABELS |
Sanitair |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1679 |
Capaciteit | ≥ 3 personen | REQ-2366 |
Minimale vrije hoogte | = 2.7 m | REQ-1863 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2182 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2602 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2671 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = ≥ 18°C | REQ-1573 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1575 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1577 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1579 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1581 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
GC Nekkersdal / Personeel GC | REQ-1739 | |
Personeel GC / Staf | REQ-2000 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1961 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2016 | |
Bibliotheek / Personeel bibliotheek | REQ-1307 | |
Eetcafé / Personeel eetcafé | REQ-1326 | |
Consultatiebureau / Personeel consultatiebureau | REQ-1342 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 1 element(en) | REQ-2406 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Onderrijdbare wastafel voor mindervaliden met automatische sensor | = 1 element(en) | REQ-1133 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Wastafel met warm en koud water | = 2 element(en) | REQ-1127 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Spiegel boven wastafel met verlichting | = 3 element(en) | REQ-1128 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Beugels WC mindervaliden | = 1 element(en) | REQ-1130 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / WC | = 2 element(en) | REQ-1131 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / WC mindervaliden | = 1 element(en) | REQ-1132 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Ondersteunende functies / Omkleedruimte personeel mannen | In de buurt van: | REQ-1157 | |
Ondersteunende functies / Omkleedruimte personeel vrouwen | In de buurt van: | REQ-1158 | |
Bibliotheek / Personeelscluster | In de buurt van: | REQ-858 | |
Toelichting: Gedeeld met personeel Nekkersdal |
Ondersteunende functies
Afvalberging (OS-4)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Afvalberging die eenvoudig bereikbaar is voor alle entiteiten op de site. | REQ-1161 |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1173 |
Kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Afvalophaling | De inplanting zorgt voor een efficiënte verbinding van de afvalberging met een straatzijde voor eenvoudige ophaling. | REQ-1162 |
Containers GC | Huidige situatie (rol)containers: o restafval : 2 stuks van 1.100 liter + 1 stuk van 250 liter o papier en karton : 1 van 1.100 liter + 1 stuk van 250 liter o PMD : 1 van 1.100 liter + 1 stuk van 250 liter o glas : 1 van 240 liter o olie: 1 van 140 liter | REQ-1174 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
GC Nekkersdal / Personeel GC | REQ-1167 | |
Personeel GC / Staf | REQ-2001 | |
Personeel GC / | REQ-1962 |
Animatoren IBO | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2014 |
Bibliotheek / Personeel bibliotheek | REQ-1170 |
Eetcafé / Personeel eetcafé | REQ-1168 |
Consultatiebureau / Personeel consultatiebureau | REQ-1169 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | REQ-2407 | |
(9-) TERREIN / Buitenverlichting | REQ-2529 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx | Verbonden met: | Toelichting: Goed bereikbaar van minstens 1 straatkant | REQ-1740 |
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx | Verbonden met: | Toelichting: Goed bereikbaar van minstens 1 straatkant | REQ-1741 |
Ondersteunende functies
Fietsenstalling personeel (OS-5)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Afsluitbare overdekte fietsenstalling voor het personeel. | REQ-1180 |
LABELS |
Garage en parking |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1181 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Codeclavier | REQ-1182 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
GC Nekkersdal / Personeel GC | REQ-1171 | |
Personeel GC / Staf | REQ-2002 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1963 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2015 | |
Bibliotheek / Personeel bibliotheek | REQ-1172 | |
Eetcafé / Personeel eetcafé | REQ-1327 | |
Consultatiebureau / Personeel consultatiebureau | REQ-1341 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | REQ-2408 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Oplaadpunt elektrische fietsen | = 5 element(en) | REQ-1179 |
(71) Vaste verkeersvoorzieningen / Fietsbeugels | = 20 element(en) Toelichting: 15 normale fietsen en 5 bakfietsen | REQ-1178 |
(9-) TERREIN / Buitenverlichting | REQ-2530 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Ondersteunende functies / Omkleedruimte personeel mannen | In de buurt van: | REQ-1159 | |
Ondersteunende functies / Omkleedruimte personeel vrouwen | In de buurt van: | REQ-1160 |
Ondersteunende functies
Conciergewoning (GS-5)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Gezinswoning of appartement met een maximale netto oppervlakte van 100m² | REQ-2210 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Sleutel | REQ-1703 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Concierge | REQ-1298 |
Conciergewoning
Slaapkamer (SP-20)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Een hoofdslaapkamer en twee kinderslaapkamers. | REQ-1704 |
LABELS |
Residentieel |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 3 | REQ-1253 |
Capaciteit | ≥ 2 personen | REQ-1760 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2183 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2603 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2672 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Concierge | REQ-1299 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) | REQ-2409 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 2 element(en) | REQ-2478 |
Conciergewoning
Woonkamer (SP-21)
Gewijzigd
Algemeen
LABELS |
Residentieel |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1745 |
Capaciteit | ≥ 6 personen | REQ-1756 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2184 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2604 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2673 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Concierge | REQ-1300 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) | REQ-2410 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 2 element(en) | REQ-2479 |
Conciergewoning
Keuken (SP-22)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Uitgeruste keuken. | REQ-1742 |
LABELS |
Keuken |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1744 |
Capaciteit | ≥ 4 personen | REQ-1757 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2185 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2605 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2674 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Concierge | REQ-1301 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) | REQ-2411 |
(73) Vaste keukenvoorzieningen / Keukenmeubel Kitchenette | = 1 element(en) | REQ-1716 |
Vaste keukentoestellen / Kookplaat | REQ-1708 | |
Vaste keukentoestellen / Dampkap | = 1 element(en) Toelichting: Deze dient voorzien te worden door de ON. Mag van het type recirculatie zijn. | REQ-1709 |
Vaste keukentoestellen / Koelkast groot | REQ-1710 | |
Vaste keukentoestellen / Microgolfoven | REQ-1711 | |
Vaste keukentoestellen / Vaatwasser | REQ-1712 | |
Vaste keukentoestellen / Wasbak klein | REQ-1713 | |
Vaste keukentoestellen / geïntegreerde vuilnisbakken | REQ-1714 | |
Vaste keukentoestellen / Combi-oven | REQ-1715 |
Conciergewoning
Badkamer (SP-23)
Gewijzigd
Algemeen
LABELS |
Kleedruimte en douches |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1743 |
Capaciteit | ≥ 2 personen | REQ-1758 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2186 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2606 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2675 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Concierge | REQ-1302 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 2 element(en) | REQ-2412 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Douchecabine | = 1 element(en) | REQ-1687 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Wastafel met warm en koud water | = 2 element(en) | REQ-1688 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Spiegel boven wastafel met verlichting | = 2 element(en) | REQ-1689 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / WC | = 1 element(en) | REQ-1717 |
Conciergewoning
Gastentoilet (SP-24)
Gewijzigd
Algemeen
LABELS |
Sanitair |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1720 |
Capaciteit | ≥ 1 personen | REQ-1759 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2187 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2607 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2676 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Concierge | REQ-1303 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 1 element(en) | REQ-2413 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Wastafel met warm en koud water | REQ-1691 | |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Spiegel boven wastafel met verlichting | REQ-1692 | |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / WC | REQ-1690 |
Conciergewoning
Berging (SP-75)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Berging met wasplaats | REQ-734 |
LABELS |
Xxxxxxx actief |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1719 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2188 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Niet van toepassing | REQ-2608 |
Overige akoestische eisen | = Niet van toepassing | REQ-2677 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Concierge | REQ-1304 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(52) Afvalwater afvoer / Afvalwater afvoer polyvalent | REQ-1694 | |
(53)Vloeistoffentoevoer / Koud water tappunt | REQ-1693 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 1 element(en) | REQ-2414 |
Atelier / Wasmachine | REQ-1701 | |
Atelier / Droogkast | REQ-1702 |
Conciergewoning
Tuin/terras (OS-10)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Een rustige buitenzone afgescheiden van de publieke ruimte op de site met inbegrip van de nodige privacy. | REQ-1705 |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-1706 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | REQ-2415 | |
(9-) TERREIN / Buitenverlichting | REQ-2528 |
Nekkersdal
Publieke cluster (GS-7)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Nekkersdal beoogt een open karakter te hebben waardoor bezoekers binnen de openingsuren de publieke cluster kunnen betreden zonder dat het noodzakelijk is om zich aan te melden aan het onthaal. | REQ-745 |
Publieke cluster
Onthaal (GS-2)
Ongewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
De bezoeker wordt bij het betreden van de site ontvangen door een laagdrempelige en gezamenlijke onthaalplek. Vanuit deze balie wordt doorverwezen naar alle functies op de site. | REQ-714 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-2003 |
Onthaal
Inkomsas (SP-74)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Klassiek tochtsas | REQ-1097 |
LABELS |
Trappen, sassen, liften en gangen |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-718 |
Minimale vrije hoogte | = 3 m | REQ-1865 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2189 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2609 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2678 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = ≥ 16°C | REQ-1620 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Niet noodzakelijk | REQ-1621 |
Kunstlicht | = Verplicht | REQ-1622 |
Verblinding | = Niet van toepassing | REQ-1623 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1624 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-2004 | |
GC Nekkersdal / Bezoekers GC | REQ-1281 | |
Consultatiebureau / Bezoekers consultatiebureau | REQ-1354 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
Buitenschrijnwerk / Automatische entreedeur | REQ-1718 | |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | REQ-2416 | |
(64) Communicatie / Datastopcontact | REQ-2480 | |
(76) Vaste opslagvoorzieningen / Brievenbus met huisnummer | REQ-3021 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Onthaal / Balie | Verbonden en zichtrelatie met: | REQ-746 | |
Ondersteunende functies / Publieke circulatie | Verbonden met: | REQ-2340 |
Onthaal
Balie (SP-8)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Bezoekers kunnen zich tijdens de openingsuren tot de balie wenden voor informatie. Er is ruimte voor twee medewerkers, naast het helpen van bezoekers is dit ook een volwaardige werkplek. Een derde werkplek wordt achterliggend voorzien. | REQ-750 |
LABELS |
WachtzoneOnthaal, atrium met overlegfunctie |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-719 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 28 m2 | REQ-2247 |
Capaciteit | ≥ 3 personen | REQ-1096 |
Minimale vrije hoogte | = 3 m | REQ-1866 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2190 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Badgelezer | REQ-1750 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2610 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2679 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1649 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = Wenselijk | REQ-1654 |
Kunstlicht | = Verplicht conform norm | REQ-1659 |
Verblinding | = DGP ≤ 0,35 voor 95% gebruikstijd | REQ-1664 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1669 |
Kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Afsluitbaar | De balie is volledig afsluitbaar zodat de werkplekken niet toegankelijk zijn wanneer deze niet bemand zijn. Bij voorkeur met (schuif)deur of andere veilige afsluiting. | REQ-723 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-2005 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 4 element(en) | REQ-2417 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 2 element(en) | REQ-2481 |
Maatwerk gebruikersmeubilair / Onthaalbalie | = 1 element(en) | REQ-747 |
(8-) INRICHTING DOOR DE OPDRACHTGEVER / Vaste kast | REQ-748 | |
Werkplek / werkplek kantoor standaard | = 3 element(en) Toelichting: 2 frontoffice en 1 backoffice werkplekken | REQ-749 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Administratie en logistiek / Personeelscluster | In de buurt van: | REQ-2209 | |
Onthaal / Inkomsas | Verbonden en zichtrelatie met: | REQ-746 | |
Onthaal / Gespreksruimte en EHBO | Verbonden en zichtrelatie met: | REQ-715 | |
Onthaal / Opslag leveringen | In de buurt van: | REQ-716 | |
Onthaal / Wachtzone | Verbonden en zichtrelatie met: | REQ-717 | |
Ondersteunende functies / Publieke circulatie | Verbonden met: | REQ-2339 |
Onthaal
Gespreksruimte en EHBO (SP-9)
Gewijzigd
Algemeen
OMSCHRIJVING | ID |
Bezoekers die een afspraak hebben met een medewerker of die meer tijd nodig hebben om geholpen te worden kunnen hier terecht. De ruimte maakt mogelijk dat er vertrouwelijke gesprekken kunnen plaatsvinden. Naast de functie van gespreksruimte voldoet de ruimte ook aan alle eisen omtrent EHBO lokaal. | REQ-751 |
LABELS |
VergaderlokaalVergaderzaal/gespreksruimte |
Standaard kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Aantal | = 1 | REQ-720 |
Richtcijfer functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO) | ≥ 12 m2 | REQ-2120 |
Capaciteit | ≥ 3 a 4 personen | REQ-752 |
Minimale vrije hoogte | = 2.7 m | REQ-1849 |
Prioritair programma | = Ja, prioritair. | REQ-2191 |
Toegang
NAAM | WAARDE | ID |
Slot | = Badgelezer | REQ-759 |
Toegankelijk met | = Brancard | REQ-760 |
Binnenklimaat
AKOESTISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Luchtgeluidisolatie en contactgeludiisolatie | = Normaal comfort | REQ-2611 |
Overige akoestische eisen | = Normaal comfort | REQ-2680 |
THERMISCH COMFORT | WAARDE | ID |
Wintercomfort | = 22 ± 2°C * | REQ-1625 |
VISUEEL COMFORT | WAARDE | ID |
Daglichttoetreding | = 50% in zone van eerste daglicht, overige daglicht noodzakelijk | REQ-1629 |
Kunstlicht | = Verplicht conform norm | REQ-1633 |
Verblinding | = DGP ≤ 0,40 voor 95% gebruikstijd | REQ-1637 |
LUCHTKWALITEIT | WAARDE | ID |
Minimale eis | = Conform wetgeving | REQ-1641 |
Kenmerken
NAAM | WAARDE | ID |
Ruimte bed | In het lokaal dient voldoende ruimte zijn voor de plaatsing van een enkel bed. | REQ-3054 |
Gebruik/functionaliteit
GEBRUIKERS | AANTAL GEBRUIKERS | ID |
Personeel GC / Staf | REQ-2006 | |
Personeel GC / Animatoren IBO | REQ-1964 | |
Personeel GC / Onderhoudspersoneel | REQ-2027 |
Te plaatsen elementen
NAAM | AANTAL | ID |
(62) Secundair elektriciteitsnet / Stopcontact dubbel | = 2 element(en) | REQ-2418 |
(64) Communicatie / Datastopcontact | = 1 element(en) | REQ-2482 |
(74) Vaste sanitaire voorzieningen / Wastafel met warm en koud water | = 1 element(en) | REQ-753 |
Werkplek / vergadertafel, module per 2 personen | = 2 element(en) | REQ-755 |
School / Smartscreen | = 1 element(en) | REQ-1220 |
Varia / EHBO kist | REQ-2211 |
Ruimtelijke relaties
NAAM | RELATIE | AFSTAND | ID |
Onthaal / Balie | Verbonden en zichtrelatie met: | REQ-715 | |
Ondersteunende functies / Publieke circulatie | Verbonden met: | REQ-2341 |
Onthaal
Opslag leveringen (SP-10)
Ongewijzigd