OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE PREMIEPERCENTAGES EN CAO- BIJDRAGEN IN 2021.

OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE PREMIEPERCENTAGES EN CAO- BIJDRAGEN IN 2021.

CAO VOOR HET UITGEVERIJBEDRIJF

1. WGA-hiaatverzekering (uitgebreid) / Arbeidsongeschiktheidsvoorziening (AOV)

Ten behoeve van de werknemers, die vallen onder de cao UB, is een collectieve WGA-hiaatverzekering (uitgebreid) afgesloten bij Centraal Beheer. De WGA-hiaatverzekering (uitgebreid), neergelegd in artikel 8.3 van de cao-UB, betreft een werknemersverzekering.

Op advies van de Stichting Arbeidsongeschiktheidsvoorziening UB (artikel 8.3 en Bijlage 4 van de cao) is de premie voor de regeling WGA-hiaat (uitgebreid) per 1 januari 2021 vastgesteld op 0,302% over het (gemaximeerde) loon volgens het uniform loonbegrip (artikel 8.3 lid 4 van de cao). Deze premie wordt door de werkgever bij de werknemer ingehouden en afgedragen aan Centraal Beheer als verzekeraar.

De werkgever dient de onderneming zelf bij Centraal Beheer aan te melden indien er nog geen verzekering is afgesloten.

2. Bedrijfstakbureau voor het Uitgeverijbedrijf (BTB)

De werkgever is ingevolge artikel 18.2 van de cao-UB jaarlijks gehouden een premie af te dragen aan het Bedrijfstakbureau, de stichting waarin cao-partijen gezamenlijk participeren in het kader van de uitvoering van de cao. De premie is gelijk getrokken voor alle functiegroepen in de cao en bedraagt per 1 januari 2021 0,027% van het ongemaximeerde sociaal verzekeringsloon over het voorgaande jaar.

De bijdrage wordt geïnd door de Mediafederatie als administrateur van de stichting.

3. Werkgeversbijdrage (v/h ‘Vakbondstientje’)

De werkgever is ingevolge artikel 19.6 van de cao-UB jaarlijks de zgn. Werkgeversbijdrage verschuldigd ten behoeve van de activiteiten van de vakorganisaties. De bijdrage wordt geïnd door de Mediafederatie als administrateur en wordt daarna afgedragen aan de verschillende vakorganisaties. De bijdragen, die per functiegroep in de cao verschillen, zijn in 2021 ongewijzigd. De bijdragen worden berekend op basis van het ongemaximeerde sociaal verzekeringsloon over het voorgaande jaar en zijn weergeven in onderstaand schema.

4. Schematisch overzicht bijdragen cao-UB

In het navolgende overzicht treft u een totaaloverzicht van de premies 2021 aan voor de verschillende cao- fondsen in de uitgeverijsector.

CAO-fonds	Premie verdeling	Functie- groep BTU	Functie- groep PU/OP	Functie- groep VAK	Functie- groep DU	Functie- groep DJ	Functie- groep HAH
1. WGA-hiaat (uitgebreid) Art. 8.3.6	Werk- nemer	0,302%	0,302%	0,302%	0,302%	0,302%	0,302%
2. BTB* Art 18.1.2b	Werkgever	0,027%	0,027%	0,027%	0,027%	0,027%	0,027%
3. W-bijdrage* Art 19.6.1	Werkgever	0,0833%	0,05%	0,05%	0,09%	0,04%	0,04%

De grondslag van de premieheffing is als volgt:

1. WGA-hiaat Uitgebreid: het (gemaximeerde) loon volgens het uniform loonbegrip.

2. BTB: het ongemaximeerde sociaal verzekeringsloon van het voorgaande jaar.

3. Werkgeversbijdrage: het ongemaximeerde sociaal verzekeringsloon van het voorgaande jaar. *Deze twee laatstgenoemde premies worden geïnd door de Mediafederatie alsadministrateur.

5. Pensioen

Voor werkgevers in de zin van de cao-UB geldt een pensioenverplichting op grond van artikel 8.5 van de cao. De franchise en de hoogte van het pensioengevend salaris worden jaarlijks herzien.

Franchise

De franchise (artikel 8.5 lid 2b van de cao) wordt jaarlijks geïndexeerd conform de indexatie die Pensioenfonds PGB voor de Grafimediaregeling voor de franchise vaststelt. Per 1 januari 2021 bedraagt de indexering 3,02% (NB. dit percentage is exact gelijk aan de indexatie per 1 januari 2020!).

De franchise bedraagt daarmee per 1 januari 2021 € 16.012,-

Pensioengevend salaris

Het pensioengevend salaris (artikel 8.5. lid 2 c van de cao) is gebaseerd op de loongebouwen, zoals opgenomen in de betreffende functiegroepbepalingen van de cao voor het Uitgeverijbedrijf. Wat tot het pensioengevend salaris conform de cao voor het Uitgeverijbedrijf wordt gerekend, is gebaseerd op de betreffende functiegroepbepalingen.

Het maximum van het pensioengevend salaris wordt geïndexeerd conform de structurele loonstijging cao voor het Uitgeverijbedrijf. Op peildatum 1 januari 2021 is heeft geen structurele loonstijging stijging plaatsgevonden. Per 1 januari 2021 wordt de hoogte van het maximum pensioengevend salaris in de cao derhalve gehandhaafd op € 79.585,-

ANDERE PREMIES

6. Vanaf 2020: WW-premie naar type contract

Sedert 1 januari 2020 betaalt de werkgever een lage WW-premie voor werknemers met een vast contract en een hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract. Per 1 januari 2021 geldt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een vaste omvang een lage premie van 2,70%.

De premie voor werknemers met een tijdelijk of flexibel contract wordt 5 procentpunten hoger: 7,70%.

De verschillen in de WW-premie zijn bedoeld om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om werknemers een vast contract aan te bieden.

7. Premie verzekering 3e WW-jaar door SPAWW

Per 1 februari 2019 maakt de sector Uitgeverijbedrijf deel uit van de Cao PAWW Sector Dienstverlening Niet (Semi) Publiek Domein, Sector 4 No 06. (Cao-code 4020). Deze cao is een zgn. verzamel-cao waarin de private financiering van het 3e WW-jaar is geregeld. De verzamel-cao omvat een aantal zelfstandige grote ondernemingen en verschillende bedrijfstakken met samen ca. 65000 werknemers in dienst. De vaststelling en de inning van de werknemerspremie PAWW geschiedt door Stichting PAWW (xxx.xxxxx.xx).

Het bestuur van de Stichting PAWW (SPAWW) heeft de premie voor 2021 gehandhaafd op 0,4%.

Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de stichting.

DIVERSEN

8. Rekenregels SZW 2021

Het ministerie van SZW heeft recent de rekenregels 2021 gepubliceerd. Deze treft u voor de goede orde als bijlage aan. In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 januari 2021 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het minimumniveau.