VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET VOORAFGAANDE BEKENDMAKING
VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET VOORAFGAANDE BEKENDMAKING
WERKEN
W11038 Verplaatsen Dispersie- en HS cabine
Gebouw 438-02 Auditorium Oude Molen Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx 00
0000 XXXXXXXX
Perceel 2A: ruwbouw
Bestek nr. TD/103456/MAG-mean
Limietdatum en uur voor indiening van de elektronische offertes: 22-02-2024 om 11:00 uur
KU Leuven
Directie Technische diensten Xxxxxx xx Xxxxxxxx 00X xxx 0000 0000 XXXXXXXX
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
DEEL 1. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
- ALGEMEEN
- KB PLAATSING VAN 18 APRIL 2017: PLAATSING VAN DE OPDRACHT
- KB UITVOERING VAN 14 JANUARI 2013: UITVOERING VAN DE OPDRACHT
- OVERIGE BEPALINGEN
DEEL 2. TECHNISCHE BEPALINGEN
Hoofdstuk 1: Algemeen technische bepalingen
Hoofdstuk 2: Technische voorschriften
DEEL 3. BIJLAGEN
- Offerteformulier (A1 document) op te vragen via onze website xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
- Samenvattende meetstaat (A2 document)
- Gedetailleerde meetstaat
- Asbestinventaris
- VGP externe veiligheidscoördinatie
- Plannen
- Planning
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
DEEL 1. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
De gunning van deze overheidsopdracht gebeurt op basis van een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, op basis van artikel 41, § 1 van de Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.
Toepasselijke wettelijke bepalingen
Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk:
• De wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 (hierna: de Wet);
• De wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen in zake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni 2013;
• Het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten van 18 april 2017 (hierna: KB Plaatsing);
• Het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 (hierna: KB Uitvoering);
• De bijzondere bepalingen van onderhavig bestek;
• Reglement werken door opdrachtnemers aan de KU Leuven xxxxx://xxxxx.xxxxxxxx.xx/xxx/xxx/xxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx- bezoekers
De inschrijver, die aanvaardt te contracteren, doet afstand van elk tegenstrijdig beding dat voorkomt in zijn algemene of bijzondere verkoopsvoorwaarden.
Lijst van afwijkingen van het KB Uitvoering
Er wordt in dit bestek afgeweken van de volgende artikelen van het KB Uitvoering:
- Artikel 45 (straffen)
- Artikel 38/9 (onvoorzienbare omstandigheden)
- Artikel 76§2 (aanvang van de werken)
Toepasselijke plannen en documenten
- Onverminderd de bepalingen en voorwaarden zoals vermeld in huidig bestek, gelden eveneens de volgende bepalingen en voorwaarden:
- De opdrachtnemer moet er zich toe verbinden al de vigerende wetten en reglementen inzake veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk (CODEX, ARAB, AREI, …) en inzake leefmilieu (VLAREM, VLAREBO, VLAREA, …) na te leven
- De opdrachtnemer moet ervoor zorgen dat zijn werknemers beschikken over de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen en ervoor zorgen dat de werknemers deze ook dragen.
- Reglementen van gemeente en provincie
- NBN-normen, Typebestekken, Afleveringen en Eengemaakte Technische Specificaties STS, van toepassing bij overheidsopdrachten.
- In het bijzonder:
- typebestek 104 – aanneming van bouwkundige werken – technische voorschriften;
In geval van eventuele tegenstrijdigheden hebben de bepalingen van dit bestek steeds voorrang op de bepalingen van het typebestek.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
Aanbesteder
KU LEUVEN
Directie Technische Diensten Dienst Aankoop
Xxxxxx xx Xxxxxxxx 00X, xxx 0000 0000 Xxxxxxxx
Telefoon: + 32 16 32 20 81 Hierna “het Bestuur” genoemd.
Voorwerp van de opdracht:
Deze opdracht is een overheidsopdracht voor aanneming van werken in de zin van artikel 2, 19° van de Wet. Zij heeft als voorwerp W11038 - Verplaatsen Dispersie- en HS cabine in
gebouw 438-02, Auditorium Oude Molen, Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx 00 xx 0000 XXXXXXXX. Perceel 2A: ruwbouw
Bijkomende inlichtingen:
Directie Technische Diensten KU Leuven Dienst Aankoop
Xxxxxx xx Xxxxxxxx 00X, xxx 0000 0000 Xxxxxxxx
Xxxx Xxxxxxx Tel. + 00 00 00 00 00
Verplicht plaatsbezoek
Een plaatsbezoek is verplicht.
Gelieve hiervoor een afspraak te maken met Xxx. Xxxx Xxxxxxx op telefoonnummer 016/322177 GSM
x00 000000000 of via e-mail xxxx.xxxxxxx@xxxxxxxx.xx.
Het bewijs van plaatsbezoek, afgegeven en ondertekend door de leidend ambtenaar of zijn aangestelden tijdens dit plaatsbezoek, zoals vermeld in artikel 1’ controle en toezicht op de uitvoering’ van dit bestek, dient verplicht bij de offerte gevoegd te worden
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
UITSLUITING
De inschrijver mag zich niet bevinden in één van de in de artikelen 67 tot en met 69 van de Wet bedoelde situaties. Dit behelst de verplichte uitsluitingsgronden, de uitsluitingsgronden in verband met fiscale en sociale schulden, en de facultatieve uitsluitingsgronden.
Indien een verplichte uitsluitingsgrond van toepassing is op de inschrijver, moet de inschrijver overeenkomstig art. 70, § 2 Wet Overheidsopdrachten op eigen initiatief in zijn offerte aangeven of hij corrigerende maatregelen heeft genomen die voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond.
Voor wat betreft de facultatieve uitsluitingsgronden kan de inschrijver op eigen initiatief in zijn offerte aangeven of hij dergelijke corrigerende maatregelen heeft genomen. Indien de aanbestedende overheid overweegt om een facultatieve uitsluitingsgrond in te roepen, zal zij aan de inschrijver de mogelijkheid bieden om corrigerende maatregelen aan te dragen in de loop van de plaatsingsprocedure, overeenkomstig art. 70, § 3, eerste lid Wet Overheidsopdrachten.
Wanneer de inschrijver corrigerende maatregelen aanvoert, wordt de betrokken inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure als de aanbestedende overheid het geleverde bewijs toereikend acht.
Deze bepaling is individueel van toepassing op de deelnemers die samen als een combinatie een offerte indienen, alsook op entiteiten op wiens draagkracht de inschrijver een beroep doet met het oog op het voldoen aan de eisen inzake kwalitatieve selectie (zie verder).
Bewijsmiddelen
Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver dat er geen uitsluitingsgrond op hem van toepassing is, voor zover het gaat om uitsluitingsgronden die bewezen worden aan de hand van documenten die de aanbesteder zelf kan opvragen via elektronische weg. Het gaat met name om het RSZ-attest, het attest van fiscale schulden en het attest van niet-faling via elektronische weg.
Eventuele corrigerende maatregelen moet de inschrijver echter bewijzen door schriftelijke stukken toe te voegen aan de offerte.
De inschrijver dient tevens volgende documenten toe te voegen:
• de Belgische inschrijver: een uittreksel uit het strafregister op naam van de onderneming dat maximaal 6 maand oud is op het uiterste tijdstip van ontvangst van de offertes;
• de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: een recent attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse overheid waarin bevestigd wordt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is;
• de buitenlandse inschrijver: uittreksel uit het strafregister op naam van de onderneming, certificaten inzake fiscale en sociale schulden, en een certificaat inzake niet-faling.
• Wanneer een document of certificaat niet wordt uitgereikt in het betrokken land of dit niet afdoend voor alle uitsluitingsgronden het nodige bewijs levert, kan ter vervanging een verklaring onder eed toegevoegd worden, of in landen waar dit niet voorzien is, een plechtige verklaring van de betrokkene voor een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, notaris of bevoegde beroepsorganisatie van het land van herkomst of van het land waar de ondernemer gevestigd is.
•
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
NALEVING VAN MILIEU SOCIAAL EN ARBEIDSRECHT
De ondernemers zijn ertoe gehouden alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu- sociaal en arbeidsrecht na te leven en te doen naleven door elke persoon die handelt als onderaannemer in welke fase ook, en door elke persoon die personeel tewerkstelt voor de uitvoering van de opdracht.
Indien een inbreuk op deze verplichtingen wordt vastgesteld door het bestuur, treft zij zo nodig de maatregelen voorzien door de wetgever.
SELECTIECRITERIA
De inschrijver dient te voldoen aan onderstaande selectiecriteria.
Financiële en economische draagkracht
Voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden van de financiële en economische draagkracht van de inschrijvers, volstaat het bewijs dat geleverd wordt krachtens de wetgeving betreffende de erkenning van opdrachtnemers van werken.
Het bestuur behoudt zich het recht voor om bijkomende financiële informatie op te vragen via Xxxxxxx ter evaluatie van dit selectiecriterium.
Technische bekwaamheid
Voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden van de technische draagkracht van de inschrijvers, volstaat het bewijs dat geleverd wordt krachtens de wetgeving betreffende de erkenning van opdrachtnemers van werken.
Erkenning
Voor de uitvoering der prestaties die het voorwerp van onderhavige opdracht uitmaken is een erkenning vereist van:
- voor de opdracht: categorie D1 , klasse 3
Het bestuur is van oordeel dat de werken behoren tot de klasse hierboven vermeld.
De inschrijvers moeten erkend zijn in de klasse van de voorgestelde categorie of ondercategorie overeenstemmend met het bedrag van hun aanbod.
GEBRUIK ONDERAANNEMERS EN BEROEP OP DE DRAAGKRACHT
Beroep op draagkracht in het kader van kwalitatieve selectie
De inschrijver kan zich met het oog op de kwalitatieve selectie, beroepen op de draagkracht van onderaannemers of andere entiteiten.
In dat geval zijn de volgende regels van toepassing:
1. De inschrijver voegt de nodige documenten toe aan zijn offerte, waaruit de verbintenis van deze onderaannemers of van andere entiteiten blijkt om de voor de opdracht noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen van de inschrijver.
2. Deze onderaannemers of entiteiten mogen zich niet in een toestand van uitsluiting bevinden, zoals hoger vermeld onder uitsluitingsgronden.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
3. Wanneer de inschrijver een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten en wanneer die draagkracht bepalend is voor zijn selectie, vermeldt hij in zijn offerte voor welk gedeelte hij een beroep doet op die draagkracht en welke andere entiteiten hij voorstelt.
4. De onderaannemers of entiteiten moeten, in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren, voldoen aan de minimumeisen die worden opgelegd in zake financiële en economische draagkracht en/of technische en beroepsbekwaamheid.
5. Indien de inschrijver beroep doet op draagkracht in het kader van studie- en beroepskwalificaties of relevante beroepservaring, is hij verplicht om voor de uitvoering van de opdracht daadwerkelijk beroep te doen op de onderaannemers op wiens draagkracht hij beroep doet. Het inzetten van andere onderaannemers is onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de aanbesteder.
Ongeacht het voorgaande blijft de inschrijver als enige aansprakelijk voor de uitvoering van de opdracht.
Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van inschrijvers zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.
Onderaanneming
Wanneer de inschrijver zich niet beroept op de draagkracht van een onderaannemer of andere entiteiten die bepalend zijn voor zijn selectie, zullen de gegevens over eventuele onderaannemers die bij de offerte worden gevoegd, als niet bestaande beschouwd worden.
Vóór de uitvoering dient de gekozen inschrijver voor te stellen welk gedeelte van de opdracht hij wenst in onderaanneming te geven en dient hij de identiteit van alle onderaannemers te melden.
Het inzetten van een onderaannemer bij de uitvoering van de werken is bovendien steeds onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de aanbesteder.
VARIANTEN
Vrije variant
Het indienen van vrije varianten is verboden.
OPTIES
Vrije opties
Het indienen van vrije opties is verboden.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
VORM, INHOUD, ONDERTEKENING, INDIENING EN OPENING VAN DE OFFERTES
Vorm
De inschrijver maakt zijn offerte op en vult de inventaris in door middel van de bij het bestek bijgevoegde formulieren.
Indien hij deze op andere documenten maakt dan op de voorziene formulieren, dan draagt de inschrijver de volledige verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem gebruikte documenten met deze van het bestuur.
Het offerteformulier wordt zowel in Word als in PDF versie ter beschikking gesteld. In geval van betwisting wordt de PDF versie als enige originele versie beschouwd.
Inhoud
De offerte bestaat uit volgende stukken:
1. Het ingevulde en gedateerde offerteformulier volgens het model dat ter beschikking wordt gesteld via onze website xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx;
2. De ingevulde samenvattende meetstaat die bij het bestek is gevoegd;
3. De gevraagde documenten met betrekking tot de uitsluitingsgronden;
4. De gevraagde attesten en documenten ter beoordeling van de selectiecriteria;
5. De gevraagde documenten indien er beroep wordt gedaan op de draagkracht van onderaannemers of andere entiteiten;
6. Een degelijk ingevulde materiaallijst;
7. Het bewijs van verplicht plaatsbezoek (te bezorgen door de L.A.);
8. Eventuele andere in het bestek of het offerteformulier gevraagde of door de inschrijver noodzakelijk geachte bijlagen.
Ondertekening
Hoe?
De inschrijver wordt er op gewezen dat zijn offerte, ingediend via e-tendering, elektronisch moet worden ondertekend.
Buitenlandse ondernemingen gevestigd in een EU land dat over een eigen nationale QES (Qualified Electronic Signature) methode beschikt, maken bij voorkeur gebruik van deze QES methode (zoals bijvoorbeeld in België de eID handtekeningmethode of Itsme).
Buitenlandse ondernemingen gevestigd in een (EU) land dat niet over een eigen QES methode beschikt, moeten minstens een Simple Electronic Signature gebruiken (zoals bijvoorbeeld DocuSign of een vergelijkbare softwareoplossing voor elektronische ondertekening).
Een gescande handtekening is onvoldoende!
Voor buitenlandse ondernemingen mag het certificaat niet op naam van de rechtspersoon staan. Overeenkomstig EU-Verordening 910/2014 (eIDAS-verordening) kan dit immers geen bindende elektronische ondertekening van de offerte voortbrengen.
Voor rechtspersonen in België gevestigd, is dit daarentegen wel het geval, op basis van art. XII.25. §3 Wetboek Economisch Recht.
Waar?
De elektronische handtekening dient globaal te worden geplaatst op het indieningsrapport in e- tendering.
Wie?
De offertes die namens een rechtspersoon worden ingediend, moeten ondertekend zijn door de personen die bevoegd zijn om de vennootschap te vertegenwoordigen, met bijvoeging van de stukken waaruit hun bevoegdheid blijkt. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid kan blijken uit de statuten van de vennootschap of uit een bijzondere volmacht.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
In geval van indiening van een offerte door een combinatie van ondernemingen, moet voor elke deelnemer aan de combinatie een elektronische handtekening geplaatst worden door een bevoegd persoon of bevoegde personen.
Waarom?
Door in te schrijven op deze opdracht verbindt de inschrijver zich tot de uitvoering van de in dat bestek beschreven opdracht, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden ervan.
In geval van indiening van een offerte door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid verbindt elke deelnemer aan de combinatie zich hoofdelijk.
Werkwijze?
Meer informatie betreffende de werkwijze voor het indienen van offertes via e-tendering: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxxxxx/xxx_xxxx_xxxxxxxx_xx_00000000_000
Indiening van de offertes
Iedere inschrijver mag slechts één offerte indienen per opdracht. Limietdatum: 22-02-2024
Limietuur: 11:00 uur
Deze limietdatum en het limietuur zijn bepalend voor de tijdige indiening door de inschrijvers. Elke offerte die op of na dit tijdstip toekomt, wordt als laattijdig beschouwd. Laattijdige offertes worden niet aanvaard.
De offertes moeten elektronisch worden ingediend via de e-tendering internetsite xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx, een elektronisch platform in de zin van art. 14, § 7 van de Wet Overheidsopdrachten.
Belangrijk:
Gelieve indien u problemen ondervindt met het opladen van uw dossier, rechtstreeks contact op te nemen met de helpdesk van e-procurement op het nummer x00 (0)0 000 00 00, of x.xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx .
Gelieve in de titel van uw document en uw bestandsnaam steeds het dossiernummer, perceel, naam document, firma en datum te vermelden:
Voorbeeld:
W11038-P2A_OFF_FIRMA_DATUM
Meer informatie omtrent het gebruik van e-tendering kan worden bekomen op de website xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of via de e-procurement helpdesk op het nummer x00 (0)0 000 00 00, of x.xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx .
TAALGEBRUIK
Alle documenten in verband met deze opdracht worden in het Nederlands opgesteld.
VERBINTENISTERMIJN VAN DE OFFERTE
De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van 120 kalenderdagen, die een aanvang neemt de dag na de uiterste indieningsdatum van de offertes.
De indiening van aangepaste offertes tijdens de onderhandelingen doet de verbintenistermijn telkens opnieuw lopen.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
SAMENVATTENDE MEETSTAAT
Eventuele opmerkingen en/of aanpassingen dienen in een aparte nota te worden meegedeeld. Verschillen in het informaticasysteem blijven buiten de verantwoordelijkheid van het bestuur.
De inschrijver voert, rekening houdend met de opdrachtdocumenten, zijn beroepskennis of persoonlijke vaststellingen, verbetering door voor:
• De fouten die hij ontdekt in de forfaitaire hoeveelheden
• De fouten die hij ontdekt in de vermoedelijke hoeveelheden, op voorwaarde dat de voorgestelde verbetering minstens 10% in meer of in min van de hoeveelheid van de post in kwestie bedraagt
• De leemten in de samenvattende opmeting
Hij voegt bij zijn offerte een aparte nota ter verantwoording van deze verbeteringen.
Bij het nazicht van de door de inschrijvers aangebrachte verbeteringen van hoeveelheden zal het bestuur de samenvattende meetstaat aanpassen met de aanvaarde hoeveelheden en deze voorleggen aan alle inschrijvers voor een eventuele prijsaanpassing.
PRIJS
Prijsvaststelling
Deze opdracht is:
- een opdracht met gemengde prijsvaststelling: de opdracht waarbij de prijzen worden vastgesteld op de verschillende wijzen zoals omschreven in artikel 2, 3° tot 5° van het KB Plaatsing
Prijsopgave
• De eenheidsprijzen en de totale prijzen voor iedere post van de samenvattende opmeting moeten worden opgegeven met inachtneming van de betrekkelijke waarde van die post ten opzichte van het totale bedrag van de offerte. Al de algemene en financiële onkosten alsook de winsten moeten over de onderscheiden posten, in verhouding tot hun belangrijkheid, worden verdeeld.
• De offerte moet opgemaakt worden in euro.
• Alle sommen van de posten van de samenvattende opmetingsstaat worden naar de cent afgerond.
• Alle heffingen welke de opdracht belasten met uitzondering van de BTW vallen ten laste van de inschrijver en worden verondersteld te zijn begrepen in de eenheidsprijzen en de globale prijzen van de opdracht.
De meetcode gebruikt voor het bepalen van de hoeveelheden wordt, in principe, in de technische bepalingen bij elk artikel aangeduid. Indien de meetcode in de opdrachtdocumenten niet verder wordt gespecifieerd, dient deze te worden beschouwd als een forfaitaire hoeveelheid. In principe wordt daarbij aangenomen dat:
1. de afrondingen gebeuren op 0,01 voor de posten die in lopende meters of m2 worden gemeten, en op 0,001 voor de posten die in m3 of kg worden gemeten;
2. bij de uitgravingen - grondwerken geen taluds worden aangerekend;
3. alle afmetingen worden genomen op de plannen, behalve deze voor de vermoedelijke hoeveelheden, die ter plaatse genomen worden;
4. alle openingen worden afgetrokken volgens de bijkomende bepalingen zoals zij in deel 2 “Technische bepalingen” per artikel worden opgenomen.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
Elementen die in de prijs zijn inbegrepen (artikel 32§1 KB Plaatsing)
Onverminderd de bepalingen van artikel 32§1 zijn eveneens in de prijs begrepen: alle eventuele door de opdrachtnemer aan zijn personeel te betalen kost- en huisvestingsvergoedingen of andere gelijkwaardige vergoedingen.
Prijs- of kostenonderzoek
Op verzoek van de aanbesteder verstrekt de inschrijver alle nodige inlichtingen om het prijsonderzoek van zijn offerte mogelijk te maken.
De aanbesteder kan ofwel zelf overgaan tot, ofwel een persoon aanduiden voor het uitvoeren van alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse, teneinde de juistheid na te gaan van de gegevens die de inschrijver in het raam van het prijsonderzoek heeft verstrekt.
De ingewonnen inlichtingen mogen door het bestuur voor andere doeleinden dan hoger vermeld onderzoek worden gebruikt.
GUNNING VAN DE OPDRACHT
Gunningscriteria
De aanbesteder zal de economisch meest voordelige offerte vaststellen op basis van de prijs.
ONDERHANDELINGEN
De aanbesteder heeft de mogelijkheid om te onderhandelen met één of meerdere inschrijvers, of om zonder het voeren van onderhandelingen over te gaan tot het gunnen van de opdracht.
In dat laatste geval telt de initieel ingediende offerte als definitieve offerte.
Indien een offerte een substantiële onregelmatigheid bevat, kan de aanbesteder deze substantiële onregelmatigheid laten regulariseren.
Een laattijdig ingediende offerte kan echter niet geregulariseerd worden
Wanneer de aanbesteder de onderhandelingen wenst af te sluiten, stelt zij de resterende inschrijvers daarover in kennis. Met resterende inschrijver wordt bedoeld de inschrijvers waarmee de aanbesteder op dat ogenblik nog onderhandelingen voert. Deze resterende inschrijvers worden uitgenodigd om een definitieve offerte in te dienen.
De aanbesteder kan tijdens de loop van de onderhandelingen aangeven hoe de aangepaste en definitieve offertes moeten worden ingediend.
Over de definitieve offerte kan niet meer onderhandeld worden.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
UITVOERING VAN DE OPDRACHT
UITVOERINGSTERMIJN
Belangrijk: ·De uitvoeringstermijn van de werken bedraagt in totaal 70 werkdagen. Voor het bepalen van deze uitvoeringstermijn wordt er gerekend met de bouwvakanties, rustdagen bouw en vervanging feestdagen die collectief werden vastgelegd in de regio waar de opdracht wordt uitgevoerd en die terug te vinden zijn op de website van de bouwkroniek (xxx.xxxxxxxxxxx.xx). De inschrijver dient desgevallend de nodige schikkingen te treffen.
LEIDING EN CONTROLE OP DE UITVOERING (artikel 11, 39 KB Uitvoering)
De leidend ambtenaar Xxxxxxx Xxxxx, directeur van de Technische Diensten KU Leuven, bijgestaan door - Xxxxxx Xxxxxxxx, Hoofd Divisie Monumenten en Bouwkundig Onderhoud
- Xxx Xxxxxxxxx, Hoofd team Monumenten
- Xxxx Xxxxxxx, Divisie Monumenten en Bouwkundig Onderhoud zijn belast met de leiding en de controle op de uitvoering van de opdracht.
De opdrachtnemer kan zich niet beroepen op het uitgevoerde toezicht en controle om van zijn aansprakelijkheid te worden ontheven wanneer de prestaties uit hoofde van één of ander gebrek achteraf zouden worden geweigerd.
ONDERAANNEMERS
Aansprakelijkheid
De opdrachtnemer blijft aansprakelijk ten opzichte van het bestuur wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. Het bestuur heeft geen enkele contractuele band met die derden. De opdrachtnemer blijft de enige verantwoordelijke tegenover het bestuur.
Inschakelen van onderaannemers tijdens de uitvoering van de opdracht
Het gebruik van onderaannemers is onderworpen aan de toestemming van de aanbesteder. Inschakelen van onderaannemers zonder deze toestemming geeft het bestuur het recht om de opdracht te verbreken en de uitvoering te laten voltooien op kosten en risico van de in gebreke zijnde opdrachtnemer.
Ten laatste bij de aanvang van de uitvoering van de opdracht maakt de opdrachtnemer volgende gegevens over aan het bestuur: naam, contactgegevens en wettelijk vertegenwoordigers van alle onderaannemers die bij de uitvoering betrokken zijn en dit ongeacht hun aandeel of plaats in de keten van onderaanneming.
Indien deze gegevens nog niet bekend zijn bij de aanvang van de werken, worden deze gegevens tijdens de looptijd van de opdracht onverwijld meegedeeld aan het bestuur alsook elke wijziging van de bedoelde gegevens.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
Technische-en beroepsbekwaamheid onderaannemers
Het bestuur kan steeds eisen dat de onderaannemers van de opdrachtnemers, op welke plaats in de onderaannemingsketen zij ook optreden en in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij uitvoeren, voldoen aan de minimumeisen in zake technische en beroepsbekwaamheid die de opdrachtdocumenten opleggen.
Onderaannemers moeten, op welke plaats in de onderaannemingsketen zij ook optreden en in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij uitvoeren, steeds voldoen aan de bepalingen van de wetgeving houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken.
De opdrachtnemer blijft in elk geval de enige verantwoordelijke tegenover het bestuur.
Rechtstreekse vordering van de onderaannemer
Onderaannemers die worden ingezet bij het oprichten van een gebouw of voor andere werken die bij aanneming zijn uitgevoerd, hebben tegen de bouwheer een rechtstreekse vordering ten belope van hetgeen deze aan de aannemer verschuldigd is op het ogenblik dat hun rechtsvordering wordt ingesteld. De onderaannemer wordt als aannemer en de aannemer als bouwheer beschouwd ten opzichte van de eigen onderaannemers van de eerstgenoemde.
VERTROUWELIJKHEID
De informatie die de aanbesteder in het kader van deze opdracht ter beschikking stelt, mag niet voor andere doeleinden worden aangewend, noch aan derden worden meegedeeld.
De opdrachtnemer dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter van de beschikbaar gestelde informatie, de gegevens en de onderzoeksresultaten te doen bewaren door hemzelf en door eenieder die er toegang toe heeft.
De opdrachtnemer dient in zijn contracten met de onderaannemers eveneens deze verplichtingen in zake vertrouwelijkheid over te nemen.
VERZEKERINGEN (artikel 24 KB Uitvoering)
De inschrijver sluit de verzekeringen die zijn aansprakelijkheid inzake arbeidsongevallen dekken, alsook zijn burgerlijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden bij de uitvoering van de opdracht. De inschrijver zal het bewijs leveren, dat de personeelsleden van het bestuur als derden beschouwd worden in de zin van zijn verzekeringspolis "Burgerlijke aansprakelijkheid Uitbating"
Door zich in te schrijven op deze opdracht, verklaart de opdrachtnemer dat hij binnen een termijn van 30 dagen volgend op het sluiten van de opdracht, de gevraagde verzekeringscontracten is aangegaan.
Xxxxxxx dit tijdens de uitvoering van de opdracht wordt gevraagd, levert de opdrachtnemer het bewijs dat de vervallen premies werden betaald.
Het bestuur behoudt zich het recht voor inzage te nemen van de verzekeringspolissen van de opdrachtnemer en de uitvoering van deze opdracht afhankelijk te stellen van de vorm en de modaliteiten van deze polissen.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
BORGTOCHT (artikelen 25 tot en met 33 KB Uitvoering)
Er wordt een borgtocht geëist voor onderhavige opdracht.
De borgtocht wordt in euro vastgesteld; deze zal afgerond worden naar het hogere tiental. Zij wordt bepaald op 5 percent van de aannemingssom zonder BTW.
Het bewijs van de borgstelling moet binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht worden bezorgd aan de Directie Technische Diensten, Dienst Aankoop van de KU Leuven, Xxxxxx xx Xxxxxxxx 00X, xxx 0000, 0000 Xxxxxxxx.
Alle aanvragen tot opening van een nieuw dossier moeten bij de Deposito- en Consignatiekas gebeuren via het passende formulier, online beschikbaar op deze site xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx#x0 . Voor meer informatie kan u terecht op de website van de Deposito- en Consignatiekas
Van de borgtocht wordt de helft vrijgegeven na formele voorlopige oplevering van de gehele opdracht en de andere helft na formele definitieve oplevering van de gehele opdracht en na aftrek van de sommen die de opdrachtnemer eventueel aan de aanbesteder verschuldigd is.
PLANNEN DOCUMENTEN EN VOORWERPEN OPGEMAAKT DOOR DE AANBESTEDER (artikel
35 KB Uitvoering)
De lokalen waar het bestek en zijn bijlagen, de door het bestuur goedgekeurde tekeningen, modellen, monsters, mallen enz. ter inzage liggen, bevinden zich op de Technische Diensten van de KU Leuven, Xxxxxx xx Xxxxxxxx 00X, xxx 0000, 0000 Xxxxxxxx.
DETAIL- EN WERKTEKENINGEN OPGEMAAKT DOOR DE OPDRACHTNEMER (artikel 36 KB
Uitvoering)
De opdrachtnemer maakt op eigen kosten alle detail- en werktekeningen op die hij nodig heeft om de uitvoering van de opdracht tot een goed einde te brengen.
Uitvoeringsschema’s, eventueel uitvoeringsplannen, detail- en werktekeningen moeten in functie van de planning, door de opdrachtnemer in één exemplaar worden voorgelegd aan het bestuur. Deze worden genoteerd in het werf- en coördinatieverslag.
Het betreft volgende niet beperkende lijst: zie technische bepalingen (indien van toepassing)
Indien het bestuur tijdens de uitvoering van de werken het nodig acht dat er voor sommige zaken een detailtekening moet gemaakt worden om te kunnen oordelen over de goede afwerking ervan, zal de opdrachtnemer eveneens deze detailtekening verwezenlijken en ter goedkeuring voorleggen.
De goedkeuring is vereist van het bestuur. Slechts na ondertekening mag op de werf tot uitvoering overgegaan worden.
- Ieder plan draagt het titelblad van de Technische Diensten KU Leuven. Model is verkrijgbaar bij de leidende ambtenaar.
- Het titelblad wordt genummerd; een aangepast of gewijzigd plan verandert van index.
- Toegekende nummers zullen per perceel vooraf vastgelegd worden door de coördinator of de leidende ambtenaar.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
WIJZIGINGEN TIJDENS DE UITVOERING
Prijsherziening
De prijsherziening gebeurt volgens de formule:
p = P (0,40
s + 0,40
S
i + 0,20) Cat. D
I
In de term s/S is:
S= het gemiddeld uurloon, van kracht tien dagen voor de uiterste indieningsdatum van de definitieve offerte (in geval van een (niet)openbare procedure: de initiële en enige offerte)
s= het gemiddeld uurloon van kracht op de aanvangsdatum van de in de betaling in mindering beschouwde maandperiode
in de term i/I is:
I= index I 2021 met betrekking tot de kalendermaand voor de uiterste indieningsdatum van de definitieve offerte (in geval van een (niet)openbare procedure: de initiële en enige offerte)
i= index I 2021 met betrekking tot de kalendermaand voor de aanvangsdatum van de in de betaling in mindering beschouwde maandperiode
Heffingen die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag
Heffingen die een weerslag hebben op de opdrachtprijs kunnen aanleiding geven tot een aanpassing van deze prijs mits voldaan is aan volgende cumulatieve voorwaarden:
1. de wijziging van de heffing moet effectief in werking zijn getreden na de 10e dag voor de uiterste datum van ontvangst van de offertes. Heffingen die reeds eerder waren in werking getreden kunnen geen aanleiding geven tot herziening;
2. de wijziging in de opdrachtprijs ingevolge de xxxxxxxxx mag niet reeds opgevangen worden via een eventuele prijsherzieningsformule (rechtstreeks of onrechtstreeks via een index)
De herziening geldt zowel bij een verhoging van de heffingen als bij een verlaging van de heffingen.
De opdrachtprijs zal dan overeenkomstig worden aangepast, tenzij u bij verlaging van de heffingen het uitdrukkelijke bewijs voorlegt dat u desbetreffende heffingen tegen de oude (hogere) aanslagvoet heeft betaald. In dat geval wordt de prijs niet naar beneden bijgesteld overeenkomstig de nieuwe lagere heffingen.
Met het oog op de toepassing van de betrokken herziening moet u een becijferde en gerechtvaardigde eis in de zin van artikel 38/15 KB Uitvoering indienen binnen de in dat artikel voorziene termijn van uiterlijk 90 dagen volgend op de datum van betekening van het PV van (voorlopige) oplevering.
Onvoorzienbare omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer
Wanneer het contractueel evenwicht van de opdracht wordt ontwricht in het nadeel van de opdrachtnemer door omstandigheden die vreemd zijn aan de aanbesteder en die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren bij de indiening van de offerte, die niet konden worden ontweken en waarvan de gevolgen niet konden worden verholpen niettegenstaande de opdrachtnemer al het nodige daartoe heeft gedaan, kan de opdrachtnemer aanspraak maken op volgende herziening nl.:
- termijnverlenging
- bij een zeer belangrijk nadeel, een andere vorm van herziening (bv. schadevergoeding) of verbreking van de opdracht.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
Wanneer het contractueel evenwicht wordt ontwricht in het voordeel van de opdrachtnemer om welke omstandigheden ook die vreemd zijn aan de aanbesteder kan de opdracht worden herzien:
- hetzij door een inkorting van de uitvoeringstermijnen in hoofde van de opdrachtnemer;
- hetzij wanneer er sprake is van een zeer belangrijk voordeel in hoofde van opdrachtnemer, door een andere vorm van herziening of verbreking van de opdracht ten voordele van de aanbesteder.
Het door de opdrachtnemer geleden nadeel of genoten voordeel wordt geacht de drempel van het zeer belangrijk nadeel/voordeel te bereiken als het nadeel of voordeel ten minste 2,5% bedraagt van het initiële opdrachtbedrag.
Gelden niet als onvoorziene omstandigheden: de normale en abnormale koersschommelingen van vreemde munten t.o.v. de euro, wanneer de opdrachtnemer een deel van zijn materialen of producten moet aankopen in deze vreemde munten. Ten einde zich tegen deze risico’s in te dekken moet de opdrachtnemer, die dergelijke aankopen in vreemde munten moet verrichten, onmiddellijk na de betekening van de gunning van de opdracht, bij een financiële instelling een wisseltermijncontract sluiten waarbij hij de vereiste vreemde deviezen aankoopt op termijn. Hij moet de kostprijs van deze wisseltermijncontracten in zijn eenheidsprijs verwerken.
Motivering afwijking: dit artikel verplicht de opdrachtnemer zich in te dekken tegen wisselkoersrisico’s. Derhalve kan dit risico niet meer ingeroepen worden als onvoorziene omstandigheid, die aanleiding geeft tot schadevergoeding. Zowel het bestuur als de opdrachtnemer hebben er alle belang bij dit risico uit te schakelen.
Feiten van de aanbesteder en van de opdrachtnemer
Wanneer de aanbesteder ten gevolge van nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook ten laste van de opdrachtnemer een nadeel lijdt, kan een herziening van de opdracht worden doorgevoerd die kan bestaan uit één of meer van volgende maatregelen:
- de aanpassing van de contractuele bepalingen inclusief de inkorting van de uitvoeringstermijnen;
- een schadevergoeding:
- de verbreking van de opdracht.
Wanneer de opdrachtnemer ten gevolge van nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook ten laste van de aanbesteder een nadeel lijdt, kan een herziening van de opdracht worden doorgevoerd die kan bestaan uit één of meer van volgende maatregelen:
- de aanpassing van de contractuele bepalingen inclusief de verlenging van de uitvoeringstermijn
- een schadevergoeding;
- de verbreking van de opdracht.
Xxxxxxxxx op bevel van de aanbesteder
De opdrachtnemer heeft recht op een schadevergoeding voor de schorsingen op bevel van de aanbesteder onder volgende cumulatieve voorwaarden:
1. de schorsing overschrijdt in totaal 1/20 van de uitvoeringstermijn en minstens 10 werkdagen of 15 kalenderdagen naargelang
2. de schorsing is niet het gevolg van ongunstige weersomstandigheden
3. de schorsing vindt plaats binnen de uitvoeringstermijn van de opdracht 4.
Vervanging van de opdrachtnemer bij faillissement
In geval van faillissement van de opdrachtnemer kan de opdracht overgedragen worden naar een door de curator voorgestelde onderneming, bijvoorbeeld naar de onderaannemers.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
Uitgesteld werk
Wanneer bepaalde werken niet uitgevoerd kunnen worden tijdens de uitvoeringstermijn ten gevolge van omstandigheden vreemd aan de opdrachtnemer en/of de aanbesteder, dan worden deze werken in principe uit de lopende opdracht gehaald als een wijziging in min.
De aanbesteder kan beslissen deze werken op een later tijdstip (na de voorlopige oplevering) alsnog te laten uitvoeren door dezelfde opdrachtnemer als een "uitgesteld werk" of om de werken op een andere wijze aan te besteden en opnieuw toe te wijzen.
Om de werken nadien te laten uitvoeren als een uitgesteld werk zal de aanbesteder deze werken, na bespreking met de opdrachtnemer, opnemen in een nieuwe opdracht (een opdracht van beperkte waarde of een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking op basis van artikel 42, §1, 1°, d van de Wet, al naargelang de waarde van de uitgestelde werken ).
In dat geval moet de opdracht voor de uitgestelde werken worden uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden van huidig bestek, in het bijzonder de technische bepalingen, maar met uitzondering van de specifieke uitvoeringsvoorwaarden die worden vastgelegd in verband met de uitgestelde werken (zoals bijvoorbeeld maar niet limitatief, de uitvoeringstermijn, de precieze omvang van de werken en zo meer).
ACTIEMIDDELEN VAN DE AANBESTEDER (artikel 44 tot 49 KB Uitvoering)
Wanneer in hoofde van de opdrachtnemer tekortkomingen worden vastgesteld, stelt hij zich bloot aan sancties door toepassing van één of meerdere maatregelen zoals bepaald in de artikelen 45 tot 49 en 85 tot 88 van het KB Uitvoering.
Straffen
Elke gebrekkige uitvoering waarvoor geen specifieke straf is voorzien, geeft aanleiding tot een algemene straf.
Een algemene straf is eenmalig of dagelijks en het bedrag ervan wordt berekend volgens artikel 45,
§2, 1° en 2° van het KB Uitvoering.
In afwijking van artikel 45, §3 van het KB Uitvoering zal er (enkel) voor de toepassing van de bijzondere straffen een vereenvoudigde procedure worden toegepast:
Bij vaststelling van een feit dat aanleiding geeft tot de toepassing van een bijzondere straf, zal er geen proces-verbaal per aangetekende zending worden verstuurd naar de opdrachtnemer. In de plaats hiervan wordt er door de leidend ambtenaar of de personen die hem bijstaan een e-mail verstuurd die dezelfde waarde wordt toegekend als een proces-verbaal.
Motivering van de afwijking
Het recht op verdediging overeenkomstig de bepalingen van artikel 44, §2, 2de lid van het KB Uitvoering blijft behouden, met die afwijking dat ook de opdrachtnemer zijn eventueel verweer per gewone e-mail aan de aanbesteder mag versturen. Deze afwijking betekent voor beide partijen een belangrijke administratieve vereenvoudiging.
De aanbesteder is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd. De aanbesteder is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan worden bepaald.
Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld.
Deze afwijking wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende opdrachtnemer mogelijk is.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
Vertragingsboetes
De vertragingsboetes zijn onafhankelijk van de in artikel 45 bedoelde straffen. Zij zijn eisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn en zonder opstelling van een proces-verbaal. De vertragingsboetes worden berekend op grond van de bepalingen en formules zoals opgenomen in artikel 86 KB Uitvoering.
OPLEVERINGEN EN WAARBORG
Door de voorlopige oplevering beschikt de aanbesteder over heel het door de opdrachtnemer uitgevoerde bouwwerk. De volledige of gedeeltelijke inbezitneming van het bouwwerk door de aanbesteder geldt echter niet als voorlopige oplevering.
Vóór de voorlopige oplevering bezorgt de opdrachtnemer zijn “as built” dossier (zie deel 2 “Technische bepalingen”) aan de leidend ambtenaar. Dit dossier bevat alle essentiële informatie voor een degelijk en noodzakelijk onderhoud.
Eventuele opleveringskosten vallen ten laste van de opdrachtnemer. In deel 2 “Technische bepalingen” worden de modaliteiten hieromtrent verder omschreven.
De waarborgperiode bedraagt twee jaar en gaat in op de datum van voorlopige oplevering. Wanneer er tijdens de oplevering tekorten en gebreken worden vastgesteld die een voorlopige oplevering niet in de weg staan, maar die niettemin dienen te worden rechtgezet, zal er een termijn worden vastgesteld waarin aan deze opmerkingen moet worden voldaan. Indien niet aan deze opmerkingen wordt voldaan binnen de gestelde termijn zal er een PV van ingebrekestelling worden opgesteld. De waarborgperiode zal in dit geval verlengd worden met een periode gelijk aan het aantal kalenderdagen vertraging, te rekenen vanaf de datum van voorlopige oplevering. In dit geval zal de nieuwe datum van definitieve oplevering in een proces-verbaal vastgelegd worden.
LONEN EN ALGEMENE ARBEIDSVOORWAARDEN (artikel 78 KB Uitvoering)
§1 - Ongeacht of zij voortvloeien uit de wet dan wel uit paritaire overeenkomsten op nationaal, gewestelijk of lokaal niveau, zijn alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen inzake de algemene arbeidsvoorwaarden, veiligheid en hygiëne, toepasselijk op al het personeel op de bouwplaats. De aannemer neemt de nodige maatregelen zodat alle belanghebbenden de teksten van de collectieve overeenkomsten die op de bouwplaats van toepassing zijn, kunnen raadplegen.
§2 - De aannemer, eenieder die in enig stadium als onderaannemer optreedt en eenieder die personeel ter beschikking stelt, is verplicht zijn personeel de lonen, bijlonen en vergoedingen te betalen tegen de prijs die is vastgesteld ofwel bij wet, ofwel door collectieve overeenkomsten gesloten door paritaire comités of door ondernemingsovereenkomsten.
§3 - De aannemer houdt te allen tijde een dagelijks bijgewerkte lijst van al het personeel dat hij op de bouwplaats tewerkstelt, ter beschikking van de aanbesteder op een door deze op de bouwplaats aangeduide plaats.
Deze lijst bevat minstens de volgende individuele inlichtingen :
1° de naam;
2° de voornaam;
3° de geboortedatum;
4° het beroep;
5° de kwalificatie;
6° de reële prestaties per dag, op de bouwplaats geleverd;
De onderhavige paragraaf is niet van toepassing op de opdrachten van werken waarvoor het in artikel 31ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bedoelde aanwezigheidsregistratiesysteem of –wijze op de werf verplicht is.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
§3/1 De opdrachtnemer maakt, op het eerste verzoek van de aanbesteder, de gegevens omtrent de uurlonen over, wanneer deze niet rechtstreeks kunnen geraadpleegd worden door de aanbesteder.
§4 - De aannemer zorgt ervoor dat eenieder die in enig stadium als onderaannemer optreedt of personeel ter beschikking stelt op de bouwplaats, een dagelijks bijgewerkte lijst van al zijn op de bouwplaats tewerkgesteld personeel ter beschikking houdt van de aanbesteder op een door haar op de bouwplaats aangeduide plaats.
De verantwoordelijkheid voor het opstellen van deze lijst berust bij de onderaannemer of bij de persoon die personeel ter beschikking stelt. De lijst moet de inlichtingen bevatten die in § 3 bedoeld worden.
§5 - Alvorens zijn werk aan te vatten, maakt de aannemer, wat hem betreft, het volledig adres in België bekend waar de afgevaardigden van de aanbesteder zich op eenvoudig verzoek hierna genoemde documenten ter beschikking kunnen doen stellen :
1° de individuele periodieke loonstaten, volgens het door de sociale wetgeving voorgeschreven model, van ieder op de bouwplaats werkend arbeider;
2° de periodieke aangifte aan de bevoegde dienst inzake sociale zekerheid.
Deze verplichting van de aannemer geldt ook wat de personen betreft die in enig stadium als onderaannemer optreden of personeel ter beschikking stellen, vooraleer zij hun werken aanvatten.
§6. Dit artikel is van toepassing op alle opdrachtnemersaannemers en op alle personen die personeel ter beschikking stellen, ook op hen waarvan de zetel of het domicilie op het grondgebied van een andere Staat is gevestigd, en dit alles wat ook de nationaliteit en de verblijfplaats van het tewerkgesteld personeel zij.
BETALING VAN DE WERKEN (artikel 95 KB Uitvoering)
Verplichte schuldvordering
Zowel voor de betaling in mindering, als voor de betaling van het saldo of van de enige betaling van de opdrachtsom is de opdrachtnemer verplicht om een gedateerde en ondertekende schuldvordering met een gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken (vorderingsstaat) voor te leggen. Deze staat wordt opgemaakt volgens het schema van de samenvattende opmetingsstaat en volgens de onderrichtingen van het bestuur.
Verificatietermijn
Het bestuur beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van ontvangst van de schuldvordering om de ingediende staat van de werken na te kijken en eventueel te verbeteren. Ze maakt een proces-verbaal van aanvaarding van de schuldvordering op met het verzoek aan de opdrachtnemer om binnen de vijf kalenderdagen een factuur in te dienen voor het goedgekeurde bedrag.
Factuur
De opdrachtnemer stuurt zijn factuur in één exemplaar volgens de onderrichtingen vermeld op de bestelbon.
Betalingstermijn
Het bestuur beschikt over een betalingstermijn van 30 kalenderdagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn.
Voorschotten worden niet toegestaan.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
E-invoicing: nieuw KB van toepassing voor het versturen van facturen !
Ingevolge het KB van 9 maart 2022 tot vaststelling van de modaliteiten aangaande de verplichting voor de ondernemers op het gebied van de elektronische facturering in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten (BS 31 maart 2022), worden opdrachtnemers verplicht om hun facturen elektronisch te versturen naar aanbestedende overheden.
Facturatie aan KU Leuven
De mogelijkheden om de factuur elektronisch (via XML) aan te leveren aan KU Leuven worden hierna beknopt opgesomd.
Let op: deze bepalingen gelden enkel voor KU Leuven en zijn aldus niet van toepassing voor de facturen gericht aan UZ Leuven of voor eventueel andere deelnemende instellingen. De opdrachtnemer dient hiervoor verder af te stemmen met UZ Leuven of met de andere instelling(en).
Elektronische facturen aan KU Leuven kunnen op de volgende wijze worden aangeleverd:
1. In XML-formaat via het e-invoicing platform van Basware NV: dit is mogelijk ongeacht aan welk elektronisch facturatie-adres van KU Leuven de factuur wordt gericht, i.e. de XML-tag “endpointID” kan het GLN-nummer van KU Leuven (zie verder), het KBO-nummer, of het BTW nummer bevatten.
2. In XML-formaat via het OpenPeppol netwerk
! verplicht om het GLN*-nummer van KU Leuven Universiteit (zie verder) op te nemen in de XML-tag “endpointID” (i.e. niet KBO- of BTW nummer in “endpointID”).
3. via het Basware web portaal van KU Leuven (key in)
enkel indien het niet mogelijk is om de factuur aan KU Leuven aan te leveren conform de 2 bovenstaande mogelijkheden
*GLN (Global Location Number): Voor KU Leuven is het belangrijk om een onderscheid te kunnen maken tussen haar twee deelentiteiten. Teneinde dit onderscheid mogelijk te maken, voorziet KU Leuven in een unieke GLN per sub-entiteit. Indien de verzender in de systeemtechnische mogelijkheid is om het GLN-nummer op te nemen in de XML, moet volgend GLN gebruikt worden:
5430000592017 = KU Leuven Universiteit
Verplichte vermeldingen op de factuur
Het is van belang dat – naast de wettelijk verplichte factuurvermeldingen - de factuur steeds het bestelbonnummer van KU Leuven bevat. Dit bestelbonnummer dient in de XML te worden opgenomen in het veld “orderreferenceID”.
Kosten en voorwaarden verbonden aan de facturatie aan KU Leuven
KU Leuven komt in geen enkel geval tussen in de kost die de opdrachtnemer draagt voor het elektronisch versturen van facturen (m.n. kosten voor de systeemtechnische opzet en/of transactiekosten voor het elektronisch versturen van facturen).
De opdrachtnemer waakt erover dat de elektronische factuur vrij is van virussen, macro’s of andere schadelijke instructies. Bestanden die aangetast zijn door virussen, xxxxx’x of andere schadelijke instructies kunnen als niet ontvangen worden beschouwd.
LEIDING VAN EN TOEZICHT OP DE WERKEN (artikel 75 KB Uitvoering)
De opdrachtnemer neemt persoonlijk de leiding van en het toezicht op de werken op zich of wijst hiervoor een gemachtigde aan. Hij of zijn gemachtigde moet voortdurend op de bouwplaats aanwezig zijn. De opdrachtnemer blijft steeds verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de werken.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
UITVOERINGSTERMIJNEN (artikel 76 KB Uitvoering)
Aanvangsdatum van de werken
In afwijking van de bepalingen onder artikel 76 §2 houdt het bestuur zich het recht voor een latere termijn te voorzien voor de aanvang van de werken dan de hierin bepaalde maximumtermijn.
[Motivering: de bepalingen van artikel 76 §2 zijn erop gericht de opdrachtnemer voldoende zekerheid te bieden over de termijn van de aanvang van de werken na het sluiten van de opdracht. De termijnen die het bestuur dient te respecteren beginnen immers te lopen vanaf de datum van het sluiten van de opdracht. Een latere opstart van de werken dan de wettelijk voorziene maximumtermijnen is nochtans niet noodzakelijk nadelig voor de opdrachtnemer. Zo kan men sneller tot het sluiten van de opdracht overgaan, waardoor zowel het bestuur als de opdrachtnemer meer tijd heeft voor de voorbereiding en inplanning van de werken.
In het geval dat, bij een onmiddellijke sluiting van de opdracht na het nemen van de beslissing, de datum van opstart van de werken buiten de maximumtermijnen zou vallen, belet artikel 76 §2 immers om de opdracht al te sluiten. Door middel van een afwijking op deze bepalingen kan het bestuur volledig rechtsgeldig met de opdrachtnemer in een zo vroeg mogelijk stadium de opdracht sluiten.]
De planning
De aanbestedingsplanning als bijlage geldt als algemene leidraad. De totale uitvoeringstermijn is bindend voor het bouwperceel dat betrekking heeft op deze overheidsopdracht.
Naast de totale uitvoeringstermijn worden indicatief ook de werkvolgorde en het uitvoeringsritme van de verschillende hoofdtaken binnen het bouwperceel aangegeven.
Daarnaast worden op deze aanbestedingsplanning ook de andere bouwpercelen van dit project vermeld die via andere overheidsopdracht(en) zullen gegund worden. Deze aanduiding is louter indicatief en mogelijke aanpassingen van de planning van deze bouwpercelen kunnen op geen enkele wijze aanzien worden als een wijziging van deze overheidsopdracht.
Het niet naleven van de uitvoeringstermijn geeft aanleiding tot het toepassen van de vertragingsboetes zoals bepaald in artikel 44 en 86 van het KB Uitvoering. Deze sommen zullen ingehouden worden op de eerstvolgende vorderingsstaat.
Gelijktijdig uit te voeren opdrachten
Het bestuur zal tijdens de duur van onderhavige opdracht eventueel andere opdrachten doen uitvoeren.
De opdrachtnemer zal erover waken dat zijn werken en installaties in niets de regelmatige gang van die opdrachten hinderen.
Zowel wat betreft de orde, de vooruitgang en de goede uitvoering van zijn eigen werken als deze van andere uitvoerders, zal de opdrachtnemer zich schikken naar de bevelen gegeven door de leidende ambtenaar, zonder recht op enige schadevergoeding.
Voor en tijdens de uitvoering van de werken, zal de opdrachtnemer de leidende ambtenaar te gepasten tijde inlichten over de schikkingen die moeten genomen worden door derden-uitvoerders, teneinde een perfecte uitvoering van zijn werk te verzekeren en onderbrekingen tijdens de uitvoering van zijn opdracht of verlenging van de uitvoeringstermijn te vermijden.
Om de goede gang van de werken te verzekeren, is de opdrachtnemer of zijn erkende gemachtigde verplicht op de werf deel te nemen aan alle vergaderingen en besprekingen die door het bestuur nodig geacht worden.
De aanbestedingsplanning als bijlage vermeldt de eventuele andere gelijktijdige opdrachten. Werkonderbrekingen omwille van coördinatie met andere bouwpercelen kunnen geen aanleiding geven tot schadevergoeding.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE BOUWPLAATS (artikel 79 KB Uitvoering)
Onverminderd de bepalingen van artikel 79 verklaart elke opdrachtnemer door in te schrijven, dat hij volledig beseft dat hij moet werken in een gebouw waarvan sommige elementen permanent zichtbaar zullen blijven.
Hij moet zijn eigen ploegen opdracht geven om het gebouw en de eventuele werken van andere opdrachtnemers te respecteren. Geen enkele vlek, geen enkele beschadiging, geen enkele aanduiding mag op de zichtbare oppervlakten aangebracht worden. In uitzonderlijke omstandigheden moet de uitvoerder voor dit laatste een techniek aanwenden die uitwisbaar of wegneembaar is.
Elke beschadiging uit oorzaak van misbruik, hetzij vrijwillig of toevallig, van de reeds uitgevoerde werken geeft aanleiding tot het opstellen van een PV door de leidend ambtenaar met vaststelling van de aansprakelijke.
Na raming van de schade wordt aan deze laatste de gelegenheid geboden om de schade te laten herstellen door specialisten en binnen een bepaalde termijn.
Indien de herstelling niet binnen de vooropgestelde termijn wordt uitgevoerd, zal het opdrachtgevend bestuur op kosten van de aansprakelijke partij de herstelling laten uitvoeren. Deze kosten zullen met 10 % forfaitair verhoogd worden als vergoeding van de door het opdrachtgevend bestuur gemaakte administratieve kosten. De factuur zal gericht zijn aan, en op naam van, de aansprakelijke partij.
Bij gebrek aan betaling zijn de sommen eventueel aftrekbaar van de maandelijkse vorderingsstaten, facturen of van de gestelde borgtocht.
WIJZIGINGEN AAN DE OPDRACHT (artikel 80 KB Uitvoering)
De overeen te komen eenheidsprijzen voor de wijzigingen aan de opdracht (hieronder verstaan we prijzen die niet opgenomen zijn in de aanbestedingsdocumenten en die bijkomend vastgelegd moeten worden in het kader van aanvullende werken, onvoorzienbare omstandigheden in hoofde van de aanbesteder en de minimis-regel) zullen, op basis van marktconforme te rechtvaardigen prijzen vastgesteld worden.
Conform art. 80§3 (KB 14/1/2013) zal bij ontstentenis van een akkoord over de nieuwe eenheidsprijs, de aanbesteder deze van ambtswege vaststellen, met behoud van alle rechten van de aannemer.
Voor elke wijziging:
• dienen de eenheidsprijzen op dezelfde manier te worden opgebouwd conform de initiële aanbestedingsdocumenten (bijvoorbeeld: werfinrichtingskosten, coördinatiekosten etc mogen slechts afzonderlijk worden opgenomen indien hiervoor in de aanbestedingsdocumenten een afzonderlijke post is voorzien).
• dient de totaalprijs alle kosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken, evenals alle kosten tgv een eventuele termijnverlenging te omvatten.
• dienen de nieuwe opgegeven prijzen actuele prijzen op datum indiening verrekening te zijn. De actuele prijzen worden door de aanbestedende overheid herrekend naar de datum van de definitieve offerte.
Schriftelijke bevelen kunnen enkel geldig gegeven worden door de Algemeen Beheerder van de KU Leuven of, bij afwezigheid of zijn gevolmachtigden. Ze worden in elk geval als een bevel van aanvang, schorsing, hervatting en/of wijziging in de voorgeschreven vorm opgesteld.
Op elk document dat aldus aan de opdrachtnemer betekend wordt kan deze gedurende 15 dagen na ontvangst zijn opmerkingen laten kennen, zo niet wordt zijn formeel akkoord met de betreffende documenten automatisch verworven.
Xxxxxx met een geldig schriftelijk bevel gelijkgesteld, de mondelinge bevelen waarvan de opdrachtnemer binnen de 48 uur bij aangetekende brief melding heeft gemaakt aan bovengenoemde bevoegde persoon (personen) en dat door deze laatste niet is weerlegd binnen de drie werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van bedoelde brief.
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking werken
DAGBOEK VAN DE WERKEN (artikel 83 KB Uitvoering)
Het bestuur zal voor deze opdracht geen dagboek van de werken bijhouden. De aanduidingen en gedetailleerde notities zoals vermeld in artikel 83, zullen worden bijgehouden in de coördinatie- en werfverslagen.
OVERIGE BEPALINGEN
VERTROUWELIJKHEID VAN BEPAALDE GEGEVENS
De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.
TOEGANG TOT VOETGANGERSZONE STAD LEUVEN BUITEN DE VENSTERTIJDEN
o Sinds de invoering van het circulatieplan in Leuven (2016), hebben opdrachtnemers die werken/leveringen/diensten moeten verrichten in de binnenstad een vergunning nodig als ze buiten de venstertijden het voetgangersgebied moeten inrijden. De opdrachtnemer staat steeds zelf in voor het aanvragen van deze vergunning bij de stad Leuven.
o Het aanvragen van een vergunning gebeurt via de online toepassing van stad Leuven:
xxxxx://xxxxxxx-xxxxxx.xxxxxxxxxxx.xx
o Bij elke aanvraag moet steeds een bewijsstuk toegevoegd te worden.
o Voor (raam)overeenkomsten: de gunningsbeslissing en het contract of de contractvoorwaarden worden toegevoegd als bewijs. De vergunning heeft een maximale geldigheid van 1 jaar, maar kan voor de einddatum met een jaar verlengd worden.
o Voor eenmalige opdrachten: de gunningsbeslissing en bestelbon worden toegevoegd als bewijs. De vergunning wordt verleend voor de periode van uitvoering werken, met een maximale geldigheid van 1 jaar.
o Meer info: xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxx
GESCHILLEN
Bij gebrek aan een minnelijke schikking zullen uitsluitend de rechtbanken van Leuven bevoegd zijn om geschillen in verband met de gunning en de uitvoering van deze opdracht te vonnissen.
Het Belgisch recht is van toepassing op deze opdracht. In geval bepalingen van deze opdracht strijdig zijn met het Belgisch recht, dan zullen deze bepalingen als nietig worden beschouwd, maar zal de opdracht in zijn geheel geldend blijven.
DEEL 2. TECHNISCHE BEPALINGEN
DEEL 2. – ALGEMEEN TECHNISCHE BEPALINGEN
Hoofdstuk 1: Algemene voorwaarden
Art. 1. Inschrijvingsvoorwaarden
1.1. Er is geen materiaalstaat aanwezig.
1.2. Werken die niet specifiek beschreven zijn en zelfs niet aangeduid op de plannen, maar die onontbeerlijk zijn voor een volledige realisatie van de voorgenomen werken, maken integraal deel uit van de overeenkomst en worden verondersteld opgenomen te zijn in de opgegeven prijzen van de door de aannemer bij inschrijving ingevulde samenvattende meetstaat (S.O.G. en/of eenheidsprijzen).
1.3. Een plaatsbezoek is verplicht. Het bewijs van plaatsbezoek, afgegeven en ondertekend door de leidend ambtenaar of zijn aangestelden, zoals vermeld in artikel 1’ controle en
toezicht op de uitvoering’ van dit bestek, tijdens dit plaatsbezoek, dient, op straffe van absolute nietigheid, bij de offerte gevoegd te worden.
1.4. De bijzondere aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op de specifieke afwerking van het gebouw: naakte beton, zichtmetselwerk, e.d.
Geen merktekens, potloodlijnen, smetlijnen op zichtmetselwerk en zichtbeton.
1.5. De namen van de verantwoordelijke personen, die vanwege de bouwheer belast zijn met toezicht en coördinatie van de werken, worden tezamen met de bestelbon aan de aannemer overgemaakt.
De werknemers van de aannemer mogen enkel wijzigingen of aanpassingen uitvoeren, waartoe door de leidende ambtenaren aan hun werfleider opdracht is gegeven, op voorwaarde van goedgekeurd wijzigingsbevel, of via het werfverslag voor kleine dringende opdrachten.
1.6. Het is mogelijk dat werken moeten uitgevoerd worden in gebouwen of lokalen die bewoond of in gebruik zijn. Alleen de leidende ambtenaar of supervisor is dan de gesprekspartner van de aannemer of zijn gedelegeerde.
Het is ook de leidende ambtenaar of supervisor die op vraag van de aannemer met de gebruiker/bewoner overeenkomt wanneer er mag gewerkt worden. Via hem zullen ook de nodige maatregelen besproken worden die de aannemer dient te nemen om beschadigingen te voorkomen, dit in afspraak met de gebruiker/bewoner.
Art. 2. Bouwplaats-inrichting en organisatie
2.1. Algemeen
- Het opdrachtgevend bestuur zal niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden bij defect van de gemeenschappelijke voorzieningen.
- Alle werfinrichtingen moeten voldoen aan de eisen van de vergunninghoudende maatschappijen en het algemeen reglement betreffende de arbeidsbescherming.
- De toegang tot de bouwplaats is voorzien via Xxxxxxxxxxxxxxx, 0000 XXXXXXXX
- Indien het voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is om openbaar domein in te nemen, kan het Bestuur zelf instaan voor het aanvragen van de vergunning terzake bij de stad Leuven (de KU Leuven is vrijgesteld van de gemeentelijke belasting op inname van openbaar domein voor zover de aanvragen hiervoor door de KU Leuven zelf ingediend worden). De aannemer stelt hiertoe minstens TIEN werkdagen op voorhand de vraag aan de leidend ambtenaar of zijn aangestelde en verstrekt hem hiervoor de nodige informatie.
Aanvragen om straten af te sluiten moeten minstens VIER weken op voorhand ingediend worden. Indien de aannemer zelf vergunningen aanvraagt en hiervoor een retributie betaalt, is deze steeds te zijner laste.
De aannemer staat steeds zelf in voor het aanbrengen en in stand houden van de nodige verkeerssignalisatie en eventuele afschermingen overeenkomstig de afgeleverde vergunning.
- De bouwheer ziet af van alle verantwoordelijkheid voor de werfbewaking. Alle risico's in verband met de aanneming, zowel voor het werk als voor het materieel, vallen ten laste van de aannemer en dit tot de definitieve oplevering (einde der werken).
- De aannemer zorgt voor de nodige lokalen voor personeel en materieel.
Bij het werken in en rond de gebouwen van de KU Leuven is het een verplichting dat alle personeelsleden van de aannemer en zijn eventuele onderaannemer(s) duidelijk herkenbaar zijn door het dragen van kledij met (aan de voorzijde) duidelijke vermelding van de naam van de firma waar hij/zij is tewerkgesteld of door het dragen van een badge waarop deze gegevens staan.
Bij de eerste vaststelling van niet naleven, wordt aan de betreffende persoon een waarschuwing gegeven hetgeen per mail zal bevestigd worden aan de aannemer.
Bij elke volgende inbreuk met dezelfde of andere werknemer, zal wegens het niet volgen van de schriftelijke instructies van het bestuur, zoals opgenomen in bestek, een bijzondere straf, zoals in art. 6 beschreven, worden toegepast.
2.2. De zone die als werfinrichting beschikbaar wordt gesteld is op een plan aangeduid: zie bijlage.
De aangeduide zone mag slechts gebruikt worden voor het opslaan en verwerken van aangevoerde of af te voeren materialen. De aannemer is voor zijn materialen verantwoordelijk. Hij schikt zich naar de geboden ruimtemogelijkheden. De beschikbare ruimte dient verdeeld onder de verschillende aannemingen in overleg met de leidende ambtenaar.
- De werfinrichting dient te gebeuren binnen het domein van de KU Leuven zonder belemmering van de wegen en toegangen tot de gebouwen. De inrichting gebeurt uitsluitend met toestemming van de leidende ambtenaar (L.A.).
2.3. Er wordt geen lokaal ter beschikking gesteld voor het opslaan en verwerken van materiaal.
2.4. Er dient geen werfafsluiting geplaatst te worden.
2.5. De ganse werf is steeds ordelijk te houden. Vooral de toegangs- en uitgangswegen zijn regelmatig, indien nodig zelfs dagelijks, te onderhouden en schoon te maken door de aannemer.
2.6. Na het beëindigen der werken zal de aannemer alle door hem gebruikte terreinen en lokalen in hun oorspronkelijke staat herstellen.
2.7. Tussentijds opruimen en reinigen ten laste van de aannemer:
Het opruimen en verwijderen van de werf van alle overschotten van bouwmaterialen en afval, en het reinigen der lokalen en dit zal gebeuren:
2.7.1. Wanneer de werken van een artikel, geheel of gedeeltelijk (b.v. op een bepaalde verdieping of een gedeelte ervan) beëindigd zijn.
2.7.2. Voor de aanvang der werken van een volgende aannemer.
2.7.3. Telkens wanneer het Opdrachtgevend Bestuur erom verzoekt.
Bij de eetplaats van de werknemers zullen een voldoende aantal vuilnisbakken opgesteld worden, waar de etensresten, blikken, dozen, papieren of flessen, verplicht moeten ingeworpen worden. Deze vuilnisbakken worden regelmatig geledigd door de zorgen van de respectievelijke aannemers, zodat op geen enkele plaats tijdens of na het werk eetwaren of verpakkingen blijven liggen.
Minstens wekelijks zullen de afvalmaterialen, verpakkingen en etensresten van de werf verwijderd worden in de door het Bestuur ter beschikking gestelde container of op de aangeduide stortplaatsen nabij de werf.
Bij het in gebreke blijven van een aannemer kan het Opdrachtgevend Bestuur of de coördinator opdracht aan een andere aannemer geven de opruiming te doen.
De kosten die hiermee gepaard gaan, worden afgetrokken van de vorderingsstaten van de in gebreke gebleven aannemer(s).
Bijkomend zal een bijzondere straf, zoals in art. 6 beschreven, worden toegepast, los van de hierboven beschreven kosten.
2.8. Mechanisch transport
Voor alle eventueel mechanisch transport, zowel binnen als buiten het gebouw zorgt de aannemer en hiervoor is hij verantwoordelijk. Het plaatsen van mogelijke hijstoestellen geschiedt na overleg met de leiding der werken.
Het maken van openingen voor het binnenbrengen van omvangrijke stukken en het in hun oorspronkelijke staat herstellen, ook van beschadigingen veroorzaakt tijdens de uitvoering van werken, zijn inbegrepen in de aanneming.
2.9. Technische installaties voor de werf
Water en stroom kunnen gratis ter beschikking gesteld worden door de KU Leuven. De verdeling naar de gewenste plaatsen is ten laste van de aannemer; dit dient te geschieden volgens de wettelijke normen i.v.m. veiligheid.
- Inbreuken, nutteloze verspilling worden beboet met € 100 per vaststelling.
2.9.1. Sanitaire lokalen:
De sanitaire lokalen mogen onder geen enkel beding gebruikt worden.
2.9.2. Watervoorzieningen
- Installatie
- Een voedingspunt met bolafsluiter (diameter van 1” (ND 25)) wordt ter beschikking gesteld op zie werfinrichtingsplan.
- De verdeling naar de gewenste plaatsen is ten laste van de aannemer.
2.9.3. Elektriciteit
Er wordt geen elektrische voeding ter beschikking gesteld.
De aannemer kan gebruik maken van de op de bouwplaats aanwezige aansluitingen (230 V / 3 x 230 V / 3 x 400 V).
2.9.4. Telefoon
Er wordt geen telefoonlijn ter beschikking gesteld door het bestuur.
2.9.5. Verantwoordelijkheid
Bij het beëindigen van de dagelijkse werkzaamheden zullen de aannemers in een beurtrol (opgesteld door het bestuur) verantwoordelijk zijn voor het afsluiten van de elektrische stroom en water.
In de winterperiode dienen de nodige voorzorgen genomen tegen bevriezen van de waterteller, afsluiter en verdeelleidingen. Alle kosten welke ontstaan door nalatigheid, misbruik of verspilling van de aannemer zullen in rekening gebracht worden op de eerstvolgende vorderingsstaat of aangerekend via een onkostennota.
2.10. Al de afval- of afbraakmaterialen, die niet voor verbruik bestemd zijn, worden automatisch eigendom van de aannemer.
Zij dienen onmiddellijk door de zorgen en op kosten van de aannemer van de werf verwijderd te worden, naar een stortplaats door hem te kiezen buiten de terreinen van de KU Leuven.
De kosten voortvloeiend uit het wegvoeren, inbegrepen het verhandelen, laden en afladen, alsmede de stort- en loonkosten zijn door de aannemer te voorzien als begrepen in de prijzen van de door hem bij de inschrijving ingevulde samenvattende meetstaat.
2.11. Coördinatie- en bouwplaats-vergaderingen
De aannemer of zijn gevolmachtigde zullen de werf- en coördinatievergaderingen bijwonen. Principieel worden deze wekelijks gehouden maar bovendien telkens wanneer de coördinator dit nodig acht voor het goede verloop van de werken.
De coördinatievergadering wordt voorafgegaan door afzonderlijke bouwplaats- vergaderingen (dit per discipline).
Een deelverslag van de bouwplaats-vergaderingen zal aan de coördinator overgemaakt worden om te integreren in het coördinatieverslag. De coördinator stelt ook de dagorde op voor de volgende vergadering.
Het werfverslag is de neerslag van de tijdens de werfvergadering gemaakte afspraken en genomen beslissingen. Een werfverslag met bijlagen wordt bij de volgende vergadering aangevuld, verbeterd en/of goedgekeurd.
Een aannemer, verontschuldigd afwezig, kan vóór de vergadering schriftelijk zijn eventuele opmerkingen op het vorige verslag meedelen aan de leidende ambtenaar (coördinator).
Bij het niet aanwezig zijn op de werf-/coördinatievergadering na uitdrukkelijke vraag van het bestuur, zal een straf, zoals in art.6 beschreven, worden toegepast.
2.12. Plaatsbeschrijving
Het staat de aannemer vrij, al dan niet, een plaatsbeschrijving op te maken. Indien er een plaatsbeschrijving wordt opgemaakt, gebeurt dit in aanwezigheid van de leidende ambtenaar of zijn gevolmachtigde.
Indien er geen plaatsbeschrijving wordt opgesteld, zal de aannemer verantwoordelijk zijn voor alle vastgestelde schade die aan zijn aanneming kan toegewezen worden.
Verkeerssignalisatie
De aannemer zal op eigen kosten en risico's alle nodige schikkingen treffen om, tijdens het ganse verloop van de werken, de veiligheid van het publiek te waarborgen en het verkeer van voetgangers, fietsers en wagens te verzekeren.
Hij zal zich moeten richten naar alle geldende algemene en plaatselijke verkeers- en politiereglementen terzake.
Hij zal op eigen kosten hiertoe alle nodige hulpmiddelen zoals verkeersborden, hekken, nachtverlichting, enz. leveren, plaatsen en in standhouden tot het einde der werken.
Mogelijke omleidingen of tijdelijke aanpassingen van de verkeerssignalisatie in de omgeving der werken zullen, na overleg en goedkeuring met de L.A., door de aannemer doorgevoerd worden.
2.13. Taalgebruik op de werf
Tijdens de uitvoering van de werken zal er minstens één persoon op de werf aanwezig zijn die de Nederlandse taal machtig is.
Deze persoon zal instaan voor de dagelijkse communicatie met het bestuur en in geval van nood met de hulpdiensten.
Art. 3. Planning
3.1. Er worden twee soorten planningen in verband met de uitvoeringstermijn opgesteld.
3.1.1. De aanbestedingsplanning maakt deel uit van het aanbestedingsdossier.
In de algemene aanbestedingsplanning zijn alleen de hoofdtaken opgenomen.
3.1.2. Op basis van de aanbestedingsplanning wordt bij de aanvang van de werken door het bestuur een uitvoeringsplanning opgesteld, omvattende de coördinatie met alle activiteiten buiten deze overheidsopdracht (werken van andere aannemers, leveringen, inhuizingen, nutsleidingen, etc.) .
Deze uitvoeringsplanning heeft een contractueel karakter binnen deze overheidsopdracht waarin de aanbestedingsplanning verder wordt gedetailleerd.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe alle nodige gegevens aan het bestuur te geven binnen een termijn van 15 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag volgend op het eenvoudig verzoek van het bestuur (per mail, via werfverslag, per brief, ..).
Indien de informatie niet, niet tijdig, of onvolledig werd aangeleverd, zal er een bijzondere straf worden toegepast , zoals in art. 6 beschreven, en zal het bestuur de uitvoeringsplanning opstellen op basis van de beschikbare info.
De opdrachtnemer neemt deel aan de besprekingen m.b.t. de planning (eventueel samen met andere nevenaannemers binnen hetzelfde project) op eenvoudig verzoek van het bestuur.
Voor de opmaak van de uitvoeringsplanning behoudt het bestuur zich het recht om, binnen de contractuele uitvoeringstermijn, de werken in tijd en ruimte te verschuiven in functie van de algemene coördinatie, zonder dat de opdrachtnemer hiervoor recht heeft op enige vergoeding. Ditzelfde geldt voor alle eventuele updates van deze uitvoeringsplanning.
Na het opstellen van de uitvoeringsplanning wordt een vergadering georganiseerd waarin de uitvoeringsplanning, opgemaakt door het bestuur, wordt toegelicht en wordt overhandigd aan de aannemer.
3.1.3 Indien door omstandigheden de uitvoeringstermijnen worden overschreden, zal het bestuur een vervolgplanning opmaken. Deze wordt aan de aannemers bezorgd via email of op papier. Deze planning heeft als doel de werken verder op te volgen maar behelst geen enkele goedkeuring van aanpassing van termijnen vanwege het bestuur.
3.2. Eerbiedigen der planningen
3.2.1. Elke aannemer verbindt zich ertoe om de uitvoeringsplanningen te eerbiedigen en van dag tot dag te volgen.
3.2.2. Het bestuur is er niet toe gehouden de opdrachtnemer ononderbroken werk te verzekeren binnen de uitvoeringstermijn; deze laatste is er echter toe gehouden de werken telkens te hernemen zodra de vooruitgang van de werf het toelaat en dit zonder dat de opdrachtnemer recht heeft op enige vergoeding.
De opdrachtnemer zal zich ter beschikking houden om het werk aan te vatten conform de opgestelde uitvoeringsplanning.
3.2.3. Het bestuur zal slechts termijnverlenging toestaan bij vertraging door ingrepen van het bestuur of van de ontwerpers, en door algemene staking, brand, vloed, aardbeving, oproer, oorlog.
De aannemer moet ter verantwoording van zulk een vertraging bewijzen dat de uitvoering werkelijk verstoord werd. De stakingen, acties en brand uitgelokt en veroorzaakt door de aannemer of zijn personeel komen hierbij niet in aanmerking.
Voor geen enkele andere reden zal termijnverlenging toegestaan worden. Indien een schriftelijk verzoek voor verlenging van de uitvoeringstermijn in verband met bovenvermelde overmachten bij het bestuur niet gebeurt binnen de 7 dagen na het begin van het voorval, zal geen verlenging toegestaan worden.
In het geval de overmacht blijft voortduren is één verzoek voldoende.
3.3. Vaststelling van de verantwoordelijkheden in geval van vertraging.
De aannemer erkent en aanvaardt dat de vaststelling van de verantwoordelijkheden ingeval van vertraging en de vaststelling der afhoudingen en/of boeten welke hiermede verband houden, tot de bevoegdheid behoren van het bestuur.
3.4. Vertraging in het overhandigen van de uitvoerings- en detailplannen of prototypes, technische fiches, monsters….
Ingeval van vaststellen van een vertraging in het overhandigen door de aannemer van uitvoerings- en detailplannen, prototypes, technische fiches, monsters of van laboratoriumproeven, zal een bijzondere straf, zoals in art. 6 beschreven, worden toegepast.
3.5. Een verletdag is een dag waarop door omstandigheden minder dan 4 uur op de werf kan gewerkt worden. Dagelijks vast te stellen op de werf en te acteren in het dagboek, inclusief de omstandigheden
3.6. De uitvoeringsploeg dient steeds in het bezit te zijn van het bestek, de bestelbon, de lijst met de goedgekeurde monsters en de goedgekeurde plannen.
3.7. De aannemer is volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor de activiteiten en het gedrag van zijn medewerkers.
- Het werk wordt met de grootste zorg uitgevoerd en met eigen, bevoegd en geschoold personeel.
- De aannemer zal er op toezien dat zijn personeel de werken uitvoert met een minimale hinder voor de bewoners van het gebouw.
Art. 4. Voorleggen uitvoeringsplannen en monsters
4.1. Op de bouwplaats mag enkel gewerkt worden met goedgekeurde materialen (cfr. Monstervoorlegging of materiaallijst) en door de bouwheer goedgekeurde uitvoeringsplannen.
4.2. Uitvoeringsplannen
4.2.1. Uitvoeringsplannen en -schema's moeten in functie van de planning ter goedkeuring worden voorgelegd.
Op eenvoudig verzoek van de ontwerpers, de aangestelde ingenieur of technicus en de leidende ambtenaar zullen detail- en werktekeningen moeten gemaakt worden om te kunnen oordelen over de goede constructie en/of afwerking.
Xxxxxxx is de goedkeuring vereist van de ontwerpers, de aangestelde ingenieur of technicus, de coördinator en de leidende ambtenaar. Slechts na ondertekening mag tot uitvoering overgegaan worden.
4.2.2. Ieder plan, schema of tekening is volgens het model T.D. - KU Leuven, draagt het gepast titelblad, wordt genummerd volgens de toegekende code, deze nummerindex verandert bij elke aanpassing.
4.3. Monsters
4.3.1. Van alle in de aanneming te verwerken materialen zal een monster voorgelegd worden. Het voorleggen en goedkeuren van monsters verloopt volgens een identiek stramien als de plannen.
Van ieder monster wordt tevens een proces-verbaal van voorlegging en goedkeuring gemaakt, overeenkomstig het beschikbaar model.
Een detailtekening, een technische documentatie, of een model, kan naargelang het geval, beschouwd worden als een monster.
4.3.2. De keuringen en testen zullen in geval van betwisting in een erkend labo moeten plaatsgrijpen en zullen geschieden volgens de normen terzake. In geval van twijfel kunnen zelfs op de bouwplaats gebrachte materialen aan een bijkomende controle onderworpen worden.
4.4. De verplichting meerdere keren een monster of plan voor te leggen kan geen aanleiding zijn om enige vertraging te rechtvaardigen.
4.5. De overzichtslijsten i.v.m. voorleggen en goedkeuren van plannen en monsters worden regelmatig opgenomen in het coördinatieverslag.
4.6. De plannen gevoegd bij het bestek ontslaan de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid voor de goede werking van de installaties die hij zal realiseren.
Art. 5. Wettelijke keuringen
5.1.a Wanneer de KU Leuven een verdeelbord voorziet is (de keuring van het verdeelbord is ten laste van de universiteit):
- De verdeling naar de gewenste plaatsen op de werf (werfborden, aansluitpunten, …), vanaf het verdeelbord is ten laste van de aannemer.
- Toestellen en apparaten die aangesloten worden moeten volledig in orde zijn conform met het AREI, zo niet worden zij onherroepelijk afgesloten.
5.1.b De keuring van de werfinrichting (b.v. elektrisch bord en verdeling) is volledig ten laste van de aannemer. Door de KU Leuven wordt pas stroom geleverd na voorlegging van een goedkeuringsattest.
5.2. De keuring van de gerealiseerde installaties wordt uitgevoerd door een erkend keuringsorganisme en is volledig ten laste van de aannemer.
De aannemer zal de bouwheer tijdig verwittigen, zodat het bestuur aanwezig kan zijn bij de keuring. De installatie wordt pas geheel of gedeeltelijk onder spanning gezet na het voorleggen van een conform keuringsattest (het verslag mag geen principiële bemerkingen bevatten).
De voorlopige oplevering kan slechts doorgaan na het voorleggen van een vrij van opmerkingen zijnde, conform keuringsattest. De eventuele herkeuring wordt uitgevoerd door hetzelfde keuringsorganisme en valt eveneens ten laste van de aannemer.
Art. 6. Straffen
6.1. Overeenkomstig art 45 §1 van het AUR wordt voorzien in een bijzondere straf van 500 EUR voor:
- Inbreuk op het niet volgen van de procedures m.b.t. de veiligheid (bvb reglement werken met derden, toegang tot HS, graafwerken, …)
- Inbreuk voor het niet nemen van de nodige maatregelen/voorzorgen m.b.t het in gebruik blijven van gebouwen/lokalen tijdens de werkzaamheden zoals :
o niet respecteren van bestaande toegangscontrole,
o het activeren van alarm met evacuatie en/of oproep van interne of externe veiligheidsdiensten tot gevolg,
o niet respecteren van opgelegde richtlijnen uit de bestekbepalingen (o.a.termijnen
m.b.t. interventies op installaties binnen de garantieperiode,…)
o niet respecteren van gemaakte afspraken m.b.t. lawaai, stof, … of andere vormen van overlast,
o oneigenlijk gebruik van of het niet respecteren van de bestaande infrastructuur,
o …
- Inbreuk op een wettelijke bepaling, vastgesteld door de overheid.
6.2. Overeenkomstig art 45 §1 van het AUR wordt voorzien in een bijzondere straf van 300 EUR voor:
- Het niet of laattijdig overmaken aan het bestuur van de info m.b.t de planning en de coördinatie ten opzichte van de afspraken vastgelegd in de uitvoeringsplanning en/of opgenomen in de werfverslagen,
- Onvoldoende informatiedoorstroming aan het uitvoerend personeel door de opdrachtnemer, waardoor extra toelichting/inspanning van het bestuur nodig is,
- Het niet respecteren van de afgesproken tijdstippen voor de uitvoering van de werken,
- Het niet volgen van de schriftelijke instructies van het bestuur (opgenomen in bestek, mail, werfverslag, brief, ..),
- Het niet aanwezig zijn op de werf-/coördinatie-/werkvergadering na uitdrukkelijke vraag van het bestuur
- Het niet naleven van afspraken mbt het proper houden van de werfzone
6.3. Overeenkomstig art 45 §1 van het AUR wordt voorzien in een bijzondere straf, bepaald als een percentage van de aannemingssom, met een minimum van 500 EUR. voor :
Het niet tijdig aanleveren van een kwalitatief & volledig As Built dossier vóór de voorlopige oplevering (zie artikel mbt AS Built in de algemeen technische bepalingen).
Het percentage wordt als volgt bepaald :
Xxx. bedrag | Percentage | |
Klasse 1 | 135000 | 0,30% |
Klasse 2 | 275000 | 0,25% |
Klasse 3 | 500000 | 0,20% |
Klasse 4 | 900000 | 0,15% |
Klasse 5 | 1810000 | 0,10% |
Klasse 6 | 3225000 | 0,08% |
Klasse 7 | 5330000 | 0,05% |
De opdrachtnemer kan de teruggave van deze straf enkel verkrijgen wanneer de gebrekkige uitvoering hersteld wordt binnen de 30 dagen na het toekennen van de straf. Deze afwijking wordt gemotiveerd doordat het As Built dossier noodzakelijk is om de werken/installaties in gebruik te nemen en een correcte exploitatie te kunnen garanderen.
6.4. De aanbesteder is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd. De aanbesteder is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan worden bepaald.
Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld.
Deze afwijking wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende opdrachtnemer mogelijk is.
6.5. De aannemer zal niettegenstaande deze straffen toch instaan voor een correcte afhandeling van zijn opdracht en kan deze straffen niet inroepen als overmacht of reden voor laattijdigheid of voor het niet voldoen aan zijn contractuele verplichtingen.
Deze straffen worden vastgesteld en verrekend door het Bestuur. Ze worden afgetrokken van de eerstvolgende vorderingsstaat, via onkostennota of factuur.
Art. 7. Onderhoudsdossiers met asbuilt-plannen, opleiding
7.1. Indeling en inhoud van asbuiltdossiers
Elk asbuiltdossier zal steeds opgebouwd worden uit onderstaande delen indien deze van toepassing zijn op het project. De inhoud van deze delen kan verschillen van perceel tot perceel (Indien er in “hoofdstuk 2: technische voorschriften” andere of aanvullende eisen zijn opgenomen qua inhoud, zijn deze laatste (eveneens) van toepassing op deze opdracht). De aannemer zal de nodige documenten rechtstreeks onder deze delen onderbrengen zonder subdelen aan te maken tenzij de noodzaak zich hiervoor voordoet bv bij een groot volume van documenten om het geheel overzichtelijk te houden.
Deel A: Bodemonderzoek
Informatie met betrekking tot structurele elementen van het bouwwerk zoals verslagen van bodemonderzoek en sonderingen, infiltratieproeven, rioleringsonderzoek, …
Deel C: Plannen
Dit deel bevat alle tekeningen, plannen, detailplannen en eventuele schema’s. Het betreft hier een weergave van de laatste en definitieve versie van elk uitvoeringsplan, dat steeds de reële uitvoering dient weer te geven.
Een plannenlijst wordt meegeleverd. Deze bevat minstens volgende onderdelen:
• Filebenaming
• Onderwerp van plan met
o Verdieping
o Type plan (grondplan, snede, detail, schema, …)
o Techniek ( Bouw, Elektro, HVAC, …)
o Subtechniek indien van toepassing (HS, ventilatie, koeling, sanitair, …)
Deel D: Documenten
Dit deel bevat alle attesten, keuringsverslagen, proefresultaten en testen, indienststellingsverslagen en garantiebewijzen.
Deel G: Materialen
Informatie met betrekking tot de gebruikte materialen, onderdelen en toestellen (onder meer voor onderhoud en bediening van alle afgeleverde installaties en/of toestellen, materiaallijst met technische documentaties, …).
7.2. Wanneer aanleveren van een asbuiltdossier
Voorlopige versie
Minstens twee weken voor de voorlopige oplevering dient een voorlopige versie van het asbuiltdossier door de aannemer ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de verantwoordelijke projecttechnicus of in voorkomend geval het studiebureau.
Het dossier wordt door de projecttechnicus of in voorkomend geval het studiebureau nagekeken en, indien er geen opmerkingen zijn, goedgekeurd waarna dit de definitieve versie wordt. Indien er opmerkingen zijn en aanpassingen moeten gebeuren wordt het dossier terug aan de aannemer bezorgd en zal de aannemer de nodige wijzigingen doorvoeren.
Daarna zal een nieuwe aangepaste voorlopige versie voorgelegd worden door de aannemer. Dit kan geen aanleiding geven om enige vertraging te rechtvaardigen.
Definitieve versie
Op het moment van de voorlopige oplevering dient een definitief asbuiltdossier in het bezit te zijn van de verantwoordelijke projecttechnicus of in voorkomend geval het studiebureau. Is het dossier niet klaar en goedgekeurd op de datum van de voorlopige oplevering zal dit als een opmerking op het PV van voorlopige oplevering genoteerd worden. Bijkomend zal een bijzondere straf, zoals in art. 6 beschreven, worden toegepast.
Deze verplichting is essentieel voor het bestuur. Het niet tijdig indienen van het onderhoudsdossier kan uiteindelijk leiden tot het treffen van ambtshalve maatregelen, nl. de uitvoering van de verplichting door een derde op kosten van de aannemer.
7.3. Onder welke vorm aanleveren van een asbuiltdossier
Voorlopige versie
De eerste, en eventueel volgende voorlopige versie(s), worden in één geheel aangeboden zowel in elektronisch formaat als op papier.
Een papieren versie is nodig om het nazicht door de verantwoordelijke projecttechnicus en het maken en uitwisselen van opmerkingen met de aannemer te vergemakkelijken.
Alleen in afspraak met de projecttechnicus kan beslist worden om enkel een elektronisch dossier aan te leveren bv bij asbuiltdossiers met maar enkele documenten.
Definitieve versie
De definitieve en te archiveren versie zal enkel bestaan uit de finaal goedgekeurde elektronische versie.
Elektronische Formaten
Elk document (Word, Excel, PPT, ..) dient in een pdf bestandsformaat aangeleverd te worden.
CAD-bestanden
De relevante layouts, of planzichten, of views uit het CAD bestand dienen in een pdf document aangeleverd te worden.
Daarnaast dient elk CAD bestand eveneens als .dwg of .dxf formaat aangeleverd te worden.
Specifiek voor Autocad dienen de .dwg bestanden via de E-transmit functionaliteit in een zip file aangeleverd te worden.
7.4 Opleiding onderhoudspersoneel
Voor deze aanneming dient geen opleiding voorzien.
Art. 8. Indienststellen van veiligheidskritieke installaties
De aannemer is verantwoordelijk voor het afleveren van een installatie die voldoet aan alle gevraagde eisen en die optimaal functioneert. Bijzondere aandacht dient er besteed te worden aan veiligheidskritieke installaties (met mogelijke schade aan personen). In dergelijk geval wordt bij het lastenboek een checklist gevoegd met de punten die op het einde van de werken dienen getest te worden. Voor sommige technieken wordt hier ook de werkwijze aan toegevoegd waarop deze controletesten dienen te gebeuren.
De aannemer verleent hieraan zijn volledige medewerking en zorgt voor het nodige personeel om te assisteren bij de testen. Deze controletesten maken integraal deel uit van de aanneming en hiervoor kunnen geen extra kosten in rekening gebracht worden. Indien de testen op 1 of meerdere punten falen, en de verantwoordelijkheid is terug te brengen tot bij de aannemer, zullen de kosten verbonden aan het opnieuw organiseren van deze testen alsook de eventuele vertraging hieraan te wijten, ten laste gelegd worden aan deze aannemer. Vanzelfsprekend zal er een tweede test georganiseerd worden.
Het niet in orde zijn van een veiligheidskritieke installatie zal als een fundamenteel gebrek aan de installatie aanzien worden en zal leiden tot een weigering van voorlopige oplevering.
Bij aanvang van de werken zal de data van de controletesten vastgelegd worden, zodat het voor alle partijen duidelijk is wat er van hen verwacht wordt.
Art. 9. Beschermingsmaatregelen bij werken in de nabijheid van bomen en aanplantingen
Zie document als bijlage A.
Opm.: Bomen dienen in een straal van 2m, vanaf de stam, beschermd te worden.(heras of planken)
Art. 10. Veiligheid en gezondheid op de werf
10.1. Documenten cfr. Art.30 van het KB van 25 januari 2001
In het geval de inschrijvers niet worden verplicht om de documenten waarvan sprake in artikel 30 van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen als afzonderlijk deel toe te voegen aan hun offerte (zie de administratieve bepalingen van dit bestek, "inhoud van de offerte") kan de bedoelde informatie wel nog steeds worden opgevraagd na de toewijzing van de werken. Vooraleer de werken aan te vangen dient de aannemer dan op verzoek van de veiligheidscoördinator een verklaring op te maken en/of te ondertekenen, waarop de overeengekomen afspraken en maatregelen staan vermeld om in de uitvoeringsfase rekening te houden met het veiligheids- en gezondheidsplan. De verklaring wordt in het coördinatiedagboek opgenomen.
10.2. Algemene veiligheid en gezondheid
Bij bestek is de aannemer verplicht voor zijn aanneming alle maatregelen te nemen die hieromtrent in de wetgeving zijn voorzien, in het bijzonder in:
• de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
• het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen;
• de Codex over het welzijn op het werk;
• het ARAB
• VLAREM.
De aannemer erkent, door in te schrijven, op de hoogte te zijn van de bepalingen van het “reglement werken door externe opdrachtnemers aan de KU Leuven”. Een papieren versie kan op eenvoudig verzoek overgemaakt worden aan de aannemer.
De aannemer zorgt ervoor dat de nodige blusapparatuur aanwezig is in functie van het brandrisico en de uit te voeren werken.
De aannemer zal enkel veilig en gepast materieel gebruiken en dient, voor de werktuigen die onderhevig zijn aan wettelijke keuringen, op eenvoudig verzoek het overeenkomstig goedkeuringsattest voor te leggen.
De aannemer is verplicht aan de L.A. een schriftelijke toelating (vergunning) aan te vragen bij bepaalde uitvoeringen.
- Bijzondere werktoelating: in de gevallen zoals beschreven in het “reglement werken door externe opdrachtnemers aan de KU Leuven”
- Vuurvergunning: in de gevallen zoals beschreven in het “reglement werken door externe opdrachtnemers aan de KU Leuven”
- Graafvergunning: bij werken in open terrein of de onmiddellijke omgeving van een bouwwerf
10.3. Verzekering
De aannemer zorgt ervoor dat de verplicht voorziene verzekeringspolissen in orde zijn en dat hij met de schikkingen hieromtrent degelijk rekening houdt (zie tevens Deel I - Art. 38).
10.4. Asbesthoudende materialen
De aannemer zal zich houden aan de Codex over het welzijn op het werk, boek VI, titel 3, betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest.
- Als de aannemer vermoedt dat hij bij zijn werkzaamheden een of meerdere toepassingen van asbest kan tegenkomen, dan geeft hij bij zijn offerte daarvan een overzicht.
- De opdrachtgever zal een kopie van zijn asbestinventaris overhandigen aan de aannemer. Indien de aannemer deze een week voor de start van zijn werkzaamheden nog niet heeft ontvangen dient hij die op te vragen. Hij zal de werken niet aanvangen voor hij de inventaris heeft ontvangen.
- De aannemer identificeert voor dat hij de werken aanvangt alle materialen waarvan vermoed wordt dat ze asbest bevatten.
- Bij twijfel over de aanwezigheid van asbest wordt steeds de L.A. gewaarschuwd zodat de te volgen procedure bepaald kan worden.
- Het gebruik van asbesthoudende materialen is niet toegelaten.
Indien tijdens de uitvoering van werkzaamheden enig vermoeden is dat er asbest vrijgekomen zou kunnen zijn neemt de aannemer onmiddellijk alle mogelijke maatregelen om de verdere verspreiding van asbestdeeltjes te voorkomen.
Art. 11. Meting werfinrichting en organisatie
Aangezien de kosten van meerdere prestaties gedragen worden door de bouwheer o.a. :
- leveren van stroom en water
- sanitaire installaties
wordt voor de werfinrichting en -organisatie geen afzonderlijke prijs ingeschreven en worden door de aannemer de overige kosten verdeeld over al de artikels van de samenvattende meetstaat.
Art. 12. Het afdekken van vloeren, meubels en apparaten Dit artikel is niet van toepassing.
Art. 13. Vermijden van valse alarmmeldingen of schade aan detectiesystemen
In de Universitaire gebouwen bevinden zich verschillende soorten van detectiesystemen. Meestal gaat het over branddetectie en gasdetectie. De aannemer moet zich er dagelijks voor de start der werken van vergewissen dat de nodige acties ondernomen zijn ten einde schade of hinder te vermijden. Niet limitatieve lijst van te ondernemen acties:
− Zich er van vergewissen dat branddetectie of gasdetectie bij las, brand, slijp- of afbraakwerken worden afgekoppeld (opgelet: stof kan een branddetector ook activeren)
− (Bijkomend) afdekken van detectoren bij werken die stof veroorzaken
− De leidend ambtenaar verwittigen bij niet geplande werkzaamheden met enig risico op betreffende schade of hinder.
Hij dient hiervoor te allen tijde de nodige afspraken te maken met de leidend ambtenaar die zal instaan voor eventuele ingrepen op de detectie-installaties.
In het geval van schade aan de installatie (bv. vervuilde detector) zal de schade in een proces-verbaal worden vastgesteld en in mindering gebracht worden van de te vorderen sommen.
In geval van een activering van het alarm met evacuatie en/of oproep van interne of externe veiligheidsdiensten tot gevolg, zal een bijzondere straf, zoals in art. 6 beschreven worden toegepast.
Art. 14. Interventies op installaties binnen de garantieperiode Dit artikel is niet van toepassing.
Art. 15. Commissioning
Dit artikel is niet van toepassing.
BIJLAGE A
Beschermingsmaatregelen bij werken in de nabijheid van bomen en aanplantingen
1. Algemeen
1.1. De aannemer is gehouden de worteloppervlakte der bomen, m.a.w. de zone van de stam tot 1,5 m buiten de kruinrand, ontegensprekelijk vrij te houden van:
- alle zwaar verkeer (vrachtwagens, bulldozers, heftoestellen, enz );
- schaftwagens en werfketen;
- vuurhaarden;
- bouwmaterialen, chemische of andere afvalstoffen;
- slib- en afvalwaters, b.v. afkomstig van de schoonmaak van betonmolens en bouwmaterialen;
- alle aanaardingen of ophopingen van funderingsafval, evenals grond- en betonresten.
1.2. Het staat de aannemer vrij vóór de aanvang van de werken, al dan niet contact op te nemen met de afgevaardigde van de dienst Buiteninfrastructuur (Technische diensten KU Leuven) om de toestand waarin de te behouden en te beschermen bomen zich op dat ogenblik bevinden, vast te stellen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het modelformulier volgens SB 250 II 8.5.
Na het beëindigen van de werken, zal ter plaatse aan de hand van de bij de aanvang der werken genoteerde gegevens nagegaan worden of er mogelijk schade werd aangericht. Indien nodig zal de schaderaming opgemaakt worden (zie art 3.).
Indien er geen vaststellingen in verband met de toestand van de bomen werd gemaakt, wordt er van uitgegaan dat alle bomen vóór de werken een optimale conditiewaarde hadden.
2. Beschermingsmaatregelen
2.1. De nodige beschermingsmaatregelen dienen uitgevoerd te worden volgens de richtlijnen van de afgevaardigde van de dienst Buiteninfrastructuur. Deze maatregelen zullen gecontroleerd worden alvorens de werken een aanvang nemen. Het vastspijkeren van borden, latten, draden of ander materiaal aan bomen is in geen geval toegestaan.
De beschermingsmaatregelen die reeds zijn uitgevoerd door derden dienen door de aannemer in stand gehouden te worden.
Na het beëindigen van de werken dienen alle beschermende maatregelen verwijderd te worden. Nadien wordt de vrijgekomen grond losgewerkt, zonder wortelbeschadiging. Het nog blijvende niveauverschil wordt weggewerkt met teelaarde, waarvan de samenstelling dient te voldoen aan de normen zoals deze in het algemeen bestek zijn vastgelegd.
3. Maatregelen bij overtreding
3.1. De toegebrachte schade aan de te beschermen bomen, hetzij:
- afsterven of totale vernietiging van de boom;
- schade aan de stam;
- schade aan de kroon;
zal berekend worden aan de hand van de "UNIFORME METHODE VOOR WAARDEBEPALING VAN STRAAT-, LAAN- EN PARKBOMEN BEHOREND TOT HET OPENBAAR DOMEIN". (1)
De berekening der basiswaarde van een boom bedraagt momenteel € 6,14/cm². (2)
Bij deze schadevaststelling wordt rekening gehouden met de totale waarde van de boom en/of de waardevermindering, de verzorgingskosten en de mogelijke vervangingskosten. De vervangexemplaren dienen steeds een minimum omtrek van 30 tot 40 cm te bezitten.
3.2. Schade aan de wortels.
Bij schade aan wortels worden in eerste instantie volgende schadevergoedingen per wortel aangerekend:
- wortels met Ø 3 tot 7 cm: € 20,00.
- wortels met Ø 7 tot 10 cm: € 65,00.
- wortels met Ø groter dan 10 cm: € 65,00+ € 30,00 per bijkomende cm diameter.
- is de wortelzone over 40 % of meer van de totale omtrek beschadigd, dan wordt de totale waarde van de boom aangerekend, alsmede de heraanplantingskosten van een gelijkaardig boomtype met een stamomvang van min. 30/40 cm.
3.3. Indien de wonden en andere aangebrachte schade aan de boom zijn afsterven binnen de 3 jaar tot gevolg hebben of deze beschadiging zijn habitus derwijze zou veranderen dat hij voor de omgeving geen waarde meer heeft, zal van de aannemer schadevergoeding geëist worden.
Deze schadevergoeding wordt bepaald door de waarde van de boom te berekenen volgens de vooropgestelde methode en de heraanplantingskosten van een nieuw exemplaar met een stamomtrek van 30 tot 40 cm.
Dit bedrag zal verminderd worden met de schadevergoeding die reeds vroeger voor de beschadiging van de boom aangerekend werd.
3.4. Het eventueel insnoeien en/of wondverzorging van takken en wortels dient door of volgens de onderrichtingen van de afgevaardigde van Buiteninfrastructuur uitgevoerd te worden.
(1) Uitgave van het Ministerie van Openbare Werken dienst van het Groenplan en de Vereniging voor Openbaar Groen V.Z.W. (uitgave 1979), en Standaardbestek 250 voor de wegenbouw – versie 2.0 (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) hoofdstuk II – art. 8.
(2) Eenheidsprijs 2020.
3.5. Dienen kabel- en pijpleidingen te worden aangebracht, dan zullen deze al naargelang de groeivorm van het wortelgestel onder of boven het wortelsysteem gelegd worden.
- Aanleg tussen en boven het wortelgestel: het graven van een xxxxx xxxxxxx met de hand. Wortels met een doormeter groter dan 3 cm worden ongeschonden gelaten. Voor wortelbehandeling en -verzorging zie art 3.4.
- Aanleg onder het wortelgestel: onder het wortelgedeelte zullen openingen geboord worden waardoor steunbuizen voor de leidingen aangebracht kunnen worden. Deze boring moet minstens 2,5 x xxx xx xxxx en op een diepte van 0,7 tot 1 m gebeuren.
Hoofdstuk 2: Technische voorschriften
W11038 – Bestek TD/103456
Verplaatsen Dispersie- en HS Cabine Perceel 2A – Ruwbouw (Ombouw)
Xxxx Xxxxxxx
1. AANNEMINGSMODALITEITEN 8
1.10. Algemeen 8
1.30. Plaatsbeschrijvingen - algemeen 10
1.39. Plaatsbeschrijving opmaken 10
1.39.01. Plaatsbeschrijving vrijblijvend op te maken door de aannemer PM 10
1.60. Veiligheidsvoorschriften PM 10
2. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN 11
2.39. Toegangswegen - rijplaten 11
2.39.01. Leveren, plaatsen en demontage van rijplaten SOG 11
2.40. Voorlopige omheining - algemeen 11
2.40.01. Leveren, plaatsen en demontage van voorlopige omheining VH lm 11
2.40.02. Bijkomende huur van voorlopige omheining VH wk 12
2.60. Werflokalen - algemeen 12
2.63. Werflokalen - personeelslokaal / kleed- en eetruimte 13
2.63.01. Levering, plaatsing en demontage van personeelslokaal / kleed- en eetruimte SOG 13
2.63.02. Bijkomende huur van werflokalen - personeelslokaal / kleed- en eetruimte VH wk 13
2.64. Werflokalen - sanitaire voorzieningen 13
2.64.01. Leveren, plaatsen en demontage van werflokalen toilettencabine SOG 13
2.64.02. Bijkomende huur van werflokalen - toilettencabine VH wk 14
2.80. Gevelsteigers en hijskranen 14
2.81. Gevelsteigers 14
2.81.01. Gevelsteigers FH m² 14
2.81.02. Bijkomende huur van gevelsteigers VH wk 18
2.85. Bouwlift 18
2.85.01. Leveren en plaatsen van bouwlift/kraan/… voor verticaal transport van materialen SOG 18
2.85.02. Bijkomende huur van bouwlift/ kraan/… VH wk 19
2.90. Voorlopige leuningen 19
2.91. Levering en plaatsing van voorlopige leuningen PM 19
3. AFBRAAKWERKEN 19
3.00. Afbraak - & schoringswerken - algemeen 19
3.13. Afbraak / gehele constructies - gevelschoring SOG 21
3.14. Afbraak / gehele constructies - ondergrondse massieven VH m³ 22
3.20. Afbraak / ruwbouwelementen - algemeen 23
3.21. Afbraak / ruwbouwelementen - metselwerken 23
3.21.01. Afbraak / ruwbouwelementen - constructies in metselwerk FH m³ 23
3.21.02. Afbraak / ruwbouwelementen - maken deuropeningen FH m³ 24
3.22. Afbraak / ruwbouwelementen - betonconstructies FH m³ 24
3.23. Afbraak / ruwbouwelementen - betonvloeren FH m² 25
3.30. Afbraak / dakelementen - algemeen 25
3.32. Afbraak / dakelementen - platte daken en bescherming tegen waterinfiltratie tijdens de uitvoering van de werken FH m² 25
3.40. Afbraak / gevelelementen - algemeen 26
3.41. Afbraak / gevelelementen - buitenschrijnwerk FH m² 26
3.50. Afbraak / binnenafwerkingen - algemeen 26
3.52. Afbraak / binnenafwerkingen - plaatafwerkingen 27
3.52.02. Afbraak / binnenafwerkingen - plaatafwerkingen - voorzetwanden FH m² 27
3.54. Afbraak / binnenafwerkingen - binnendeuren 27
3.54.01. Afbraak / binnenafwerkingen - deurgeheel FH st 27
3.70. Afbraak / technieken elektro - algemeen 28
3.71. Afbraak / technieken elektro SOG 28
10. GRONDWERKEN 29
10.00. Grondwerken - algemeen 29
10.10. Voorafgaande afgraving van het terrein - algemeen 31
10.11. Voorafgaande afgraving terrein - ontzoden SOG 31
10.20. Uitgraven bouwputten - algemeen 31
10.21. Uitgraven bouwputten - gewone bouwputten VH m³ 32
10.22. Uitgraven sleuven ifv waterdichting en herpositionering bestaande drainering VH m³ 32
10.40. Grondverzet - Algemeen 33
10.41. Grondverzet - projectopvolging SOG 33
10.43. Grondverzet - afvoer uitgegraven bodem 33
10.43.10. Grondverzet - afvoer uitgegraven bodem/naar bestemming voor gebruik 33
10.43.11. Grondverzet - afvoer uitgegraven bodem/naar bestemming voor gebruik - kwaliteit vrij gebruik VH m³ 33
10.60. Bronbemaling - algemeen SOG 34
11. STUT_ EN ONDERVANGINGWERKEN 35
11.00. Stut- en ondervangingswerken - algemeen 35
11.10. Beschoeiing bouwputten - algemeen 36
11.11. Beschoeiing bouwputten - damplanken 36
11.11.10. Beschoeiing bouwputten - damplanken/aanvoer & installatie machine SOG 37
11.11.20. Beschoeiing bouwputten - damplanken/materialen en verwerking VH m² 37
11.20. Onderschoeiing - algemeen 37
11.21. Onderschoeiing - stortklaar beton VH m³ 37
12. FUNDERINGEN OP STAAL 39
12.40. Aarding overeenkomstig voorschriften Xxxxxxx SOG 39
13. SPECIALE FUNDERINGEN 40
13.00. Speciale funderingen - algemeen 40
13.01. Diepsonderingsverslag - algemeen PM 40
13.50. Plaatfunderingen - algemeen 40
13.52. Plaatfunderingen - gewapend en gepolierd VH m³ 41
14. ONDERGRONDSE WANDEN 42
14.00. Ondergrondse wanden - algemeen 42
14.10. Funderingswanden - algemeen 42
14.11. Funderingswanden - beton 42
14.11.10. Funderingswanden - beton/ter plaatse gestort - algemeen 42
14.11.14. Funderingswanden - beton/ter plaatse gestort - dikte 30cm FH m³ 43
14.11.15. Funderingswanden - beton/ter plaatse gestort - dikte 35cm FH m³ 43
14.11.30. Funderingswanden - beton/injectie VH lm 43
14.40. Waterdichting ondergrondse wanden - algemeen 43
14.42. Waterdichting ondergrondse wanden - gemondificeerde cementmortel FH m² 44
14.43. Waterdichting ondergrondse wanden - bitumen FH m² 44
14.44. Waterdichting ondergrondsee wanden - noppenmembraan FH m² 45
14.50. Doorbreking ondergrondse wanden - algemeen 46
14.51. Doorbreking ondergrondse wanden - aansluitbocht FH st 46
14.52. Doorbreking ondergrondse wanden - algemeen 47
14.52.10. Doorbreking ondergrondse wanden - ingestorte doorvoermoffen m.b.t. de HS- en Dispersiecabine (Elektro) SOG 47
15. VLOERLAGEN ONDERBOUW 48
15.00. Vloerlagen onderbouw - algemeen 48
15.10. Zuiverheidslagen - algemeen 48
15.11. Zuiverheidslagen - stortklaar beton FH m² 48
15.30. Vochtwerende lagen - algemeen 49
15.31. Vochtwerende lagen - folies 49
15.31.10. Vochtwerende lagen - folies/PE PM 49
17. ONDERGRONDSE LEIDINGEN 50
17.00. Ondergrondse leidingen - algemeen 50
17.10. Rioolbuizen - algemeen 50
17.12. Rioolbuizen - kunststof 52
17.12.10. Rioolbuizen - kunststof/PVC 52
17.12.11. Rioolbuizen - kunststof/PVC - diam. 110mm FH m 53
17.12.12. Rioolbuizen - kunststof/PVC - diam. 125mm FH m 53
17.12.13. Rioolbuizen - kunststof/PVC - diam. 160 FH m 53
17.30. Toezichtsputten - algemeen 54
17.34. Toezichtsputten - kunststof 54
17.34.10. Toezichtsputten - kunststof/PVC 54
17.34.10.01. Diameter 400mm FH st 55
17.34.10.02. Diameter 600mm FH st 55
17.50. Putdeksels en roosters - algemeen 55
17.51. Putdeksel en rooster - enkel deksel 56
17.51.01. 400x400mm FH st 56
17.51.02. 600x600mm FH st 56
20. METSELWERK 56
20.00. metselwerken – algemeen 56
20.01. Metselwerken – ter plaatse gemetst 64
20.10. materialen – algemeen 65
20.11. materialen – metselmortel 65
20.11.10. materialen – metselmortel/voor algemene toepassing (G) PM 68
20.11.30. materialen – metselmortel/lichtgewicht metselmortel (L) PM 68
20.12. materialen – hulpstukken 68
20.12.10. materialen – hulpstukken/spouwankers 68
20.12.11. materialen – hulpstukken/spouwankers – gewone spouwankers PM 69
20.12.20. materialen – hulpstukken/lateien 69
20.12.21. materialen – hulpstukken/lateien – beton PM 69
20.12.22. materialen – hulpstukken/lateien – staal PM 69
20.12.23. materialen – hulpstukken/lateien – bekistingsmetselstenen PM 69
20.12.30. materialen – hulpstukken/waterkering PM 70
20.12.40. materialen – hulpstukken/wapening 70
20.12.41. materialen - wapening metselwerk / horizontaal PM 71
20.12.43. materialen - wapeningen metselwerk / verticaal PM 71
20.12.44. materialen - ingewerkte verankeringen PM st 72
20.19. materialen – metselstenen - algemeen 72
20.20. binnenspouwblad – algemeen 76
20.21. binnenspouwblad - snelbouw 76
20.21.10. binnenspouwblad – snelbouw / dikte 14 cm FH m³ 77
20.23. binnenspouwblad – betonsteen met gewone granulaten 77
20.23.10. binnenspouwblad – betonsteen met gewone granulaten/dikte 14cm FH m³ 78
20.40. dragende binnenmuren - algemeen 79
20.43. dragende binnenmuren – betonsteen met gewone granulaten 79
20.43.10. dragende binnenmuren – betonsteen met gewone granulaten/dikte 14cm FH m³ 80
20.43.20. dragende binnenmuren – betonsteen met gewone granulaten/dikte 19cm FH m³ 81
20.45. dragende binnenmuren - cellenbeton 81
20.45.20. dragende binnenmuur cellenbeton / dikte 20cm FH m³ 83
20.60. renovatiewerken – algemeen 83
20.61. renovatiewerken – behandeling tegen opstijgend vocht 83
20.61.10. behandeling tegen opstijgend vocht - injectie FH lm 83
20.61.20. behandeling tegen opstijgend vocht – plaatsen dichtingsmembraan FH lm 84
21. SPOUWMUURISOLATIE 84
21.00. Muurisolatie bovenbouw – algemeen 84
21.11. Spouwisolatie / thermisch - minerale wol (MW) FH m² 85
22. GEVELMETSELWERK 85
22.00. Gevelmetselwerk - algemeen 85
22.10. Parement - algemeen 95
22.17. Parement - recuperatiesteen / renovatie FH m² 95
22.18. Parement -speciale toepassing - invulmetselwerk verdoken deuren FH m² 96
23. DORPELS, PLINTEN EN DEKSTENEN 97
23.00. Gevelelementen / bouwsteen - algemeen 97
23.01. algemeen - blauwe steen 99
23.02. Algemeen - beton 101
23.10. Raam- & deurdorpels - algemeen 101
23.11. Raam- & deurdorpels - blauwe steen FH m³ 102
23.12. Raam- & deurdorpels - prefabbeton FH lm 103
26. STRUCTUURELEMENTEN BETON 103
26.00. Structuurelementen gewapend beton - algemeen 103
26.01. Algemeen - stabiliteitsstudie PM 106
26.10. Materialen - algemeen 106
26.11. Materialen - wapening 106
26.11.10. Materialen - wapening/ staven en netten - algemeen 106
26.11.11. Materialen - wapening/ staven en netten - staven VH kg 107
26.11.12. Materialen - wapening / staven en netten - netten VH kg 108
26.12. Materialen - beton 108
26.12.10. Materialen - beton/ stortklaar beton 109
26.12.11. Materialen - beton/ stortklaar beton - met staaf- en netwapening PM 110
26.12.13. Materiaal - beton/ stortklaar beton - zichtbeton PM 111
26.12.20. Materialen - beton/ geprefabriceerd beton PM 112
26.20. Ter plaatse gestorte elementen - algemeen 112
26.12.30. Materialen - beton/ architectonisch beton PM 114
26.13. Materialen - bekistingen PM 115
26.14. Materialen - nabehandeling PM 117
26.15. Materialen - chemische verankering 118
26.15.A. diameter 8 à 15cm (thv netto opening) VH st 119
26.20. Ter plaatse gestorte elementen - algemeen 119
26.22. Ter plaatste gestorte elementen - kolommen 121
26.22.B. Kolommen in gladde zichtbeton VH m³ 121
26.23. Ter plaatse gestorte elementen - balken 122
26.23.B. Balken in gladde zichtbeton VH m³ 122
26.23.D. Sloffen in gladde zichtbeton VH m³ 122
26.25. Ter plaatse gestorte elementen - trappen en bordessen 123
26.25.A. Trappen FH m³ 124
26.25.B. Bordessen FH m³ 124
26.26. Ter plaatse gestorte elementen - draagvloeren 124
26.26.30. Ter plaatse gestorte elementen - draagvloeren/ breedplaatvloeren 124
26.26.31. Ter plaatse gestorte elementen - draagvloeren/breedplaatvloeren - prefab breedplaten FH m² 126
26.26.32. Ter plaatse gestorte elementen - draagvloeren/breedplaatvloeren - opstort VH m³ 126
26.36. Prefab elementen - draagvloeren 127
26.36.10. Prefab elementen - draagvloeren/ welfsels 127
26.36.12. Prefab elementen - draagvloeren/ welfsels met druklaag FH m² 128
27. STRUCTUURELEMENTEN STAAL 130
27.00. Structuurelementen staal - algemeen 130
27.01. Algemeen - verbindingen PM 132
27.02. Algemeen - stabiliteitsstudie PM 133
27.03. Algemeen – richtlijnen Fluvius PM 133
27.10. Balken - algemeen 134
27.13. Balken - thermisch verzinkt profielstaal 134
27.13.A. Profielstaal VH kg 134
27.13.B. R 60 brandbeveiliging VH m² 135
27.20. Lateien - algemeen 135
27.23. Lintelen - profielstaal / thermisch verzinkt 135
27.23.A. Lateien FH lm 136
27.70. Corrosiebescherming - algemeen 136
27.71. Corrosiebescherming - thermisch verzinken PM 136
27.72. Brandbeveiliging - algemeen PM 138
33. DAKVLOER PLAT DAK 140
34. THERMISCHE ISOLATIE PLAT DAK 140
34.00. Plat dak / thermische isolatie - algemeen 140
34.10. Isolatieplaten - algemeen 141
34.14. Isolatieplaten - minerale wol (MW) FH m² 142
34.20. Dampscherm - algemeen 142
34.23. Dampscherm - klasse E3 PM 143
35. AFDICHTING & AFWERKING PLAT DAK 144
35.00. Plat dak / dakdichting - algemeen 144
35.10. Meerlaags / elastomeerbitumen (SBS) - algemeen 146
35.13. Meerlaags / elastomeerbitumen (SBS)- volgekleefd (T) FH m² 146
35.60. Groendaken - algemeen 148
35.61. Groendaken - extensief FH m² 149
35.63. Groendaken - toebehoren / substraat stopprofiel VH lm 151
35.80. Toebehoren platte dak - dakdoorvoeren 152
35.81. Toebehoren plat dak - dakdoorvoeren FH st 152
37. XXXXXXXXX & KROONLIJSTEN 152
37.00. Dakranden & kroonlijsten - algemeen 152
37.10. Slabben / loketten / aansluitbanden - algemeen 153
37.11. Slabben / loketten / aansluitbanden - lood 153
37.11.01. Slabben / loketten / aansluitbanden - lood - slabben VH lm 153
37.20. Dakrandprofielen - algemeen 153
37.21. Dakrandprofielen - aluminium FH lm 154
38. DAKWATERAFVOER 155
38.00. Dakwaterafvoer - algemeen 155
38.30. Afvoerpijpen - algemeen 155
38.33. Afvoerpijpen - zink FH lm 156
38.40. Eindstukken - algemeen 157
38.41. Eindstukken - slagvast polyethyleen FH st 157
38.50. Toebehoren - algemeen 158
38.51. Toebehoren - dakkolken & tapbuizen FH st 158
38.52. Toebehoren - draad- & bolroosters FH st 159
38.54. Toebehoren - noodspuwers FH st 159
39. DIVERSE DAKWERKEN 160
39.20. Veiligheidsvoorziening - plat dak 160
39.21. Veiligheidsvoorziening - plat dak / vast dakanker FH st 160
39.34. Veiligheidsvoorziening - andere / ladderborging FH st 161
39.40. Technische keuring van alle dak- en wandankers en vaste lijnsystemen PM 162
40. BUITENSCHRIJNWERK 162
40.00. Buitenramen & -deuren - algemeen 162
40.00.01. Buitenramen & -deuren - onderhoudsrondgang PM 169
40.30. Profielen / aluminium - algemeen 170
40.32. Cabine deuren / gemoffeld 173
40.32.01. Gemoffeld - dubbele buitendeuren FH st 175
40.41. Verdoken deuren met steenstripbekleding – staal /maatwerk 175
40.41.01. Dubbele buitendeur – Gas cabine (maatwerk) SOG 176
40.41.02. Enkele buitendeur – Waterkraan cabine (maatwerk) SOG 176
40.60. Ventilatieroosters - algemeen 177
40.66. Ventilatieroosters - gevelrooster FH st 178
40.88. Toebehoren - deurpompen 179
40.88.01. Toebehoren - deursluiter PM 179
40.90. Buitenschrijnwerk - Diversen 179
40.91. Meetluik – HS cabine SOG 179
42. GEVELBEKLEDINGEN 180
42.00. Gevelbekledingen - algemeen 180
42.05. Voorbereiden ondergrond - algemeen 181
42.05.03. Voorbereiden ondergrond PM 181
42.10. Regelstructuur - algemeen 182
42.11. Regelstructuur - hout PM 183
42.60. Gevelleien - algemeen 185
42.61. gevelleien - vezelcementleien FH m² 185
45. GEVELVOEGEN & KITTEN 186
45.00. Gevelvoegen & kitten - algemeen 186
45.10. Voegbodems - algemeen 187
45.19. Voegbodems - polyethyleenschuim (PE) of polyurethaanschuim (PUR) PM 187
45.20. Voegvullingen - algemeen 188
45.29. Voegvullingen - elastisch / MS-polymeer of polyurethaan PM 189
53. BINNENVLOERAFWERKINGEN 190
53.35. Industriële vloeren - algemeen 190
53.36. Industriële vloeren - op basis van epoxy 191
53.36.03. Industriële vloeren - epoxy gietvloer - antistatisch FH m² 192
53.70. Toebehoren – algemeen 193
53.74. Toebehoren – vloerdeksels 193
53.74.01. Putdeksel met kader 125kN (EN124) 600x900mm FH st 193
80. BINNENSCHILDERWERKEN 194
80.00. Binnenschilderwerken - algemeen 194
80.30. Binnenschilderwerken op metselwerk - algemeen 197
80.31. Binnenschilderwerken op metselwerk - acrylaatdispersie FH m² 197
100. DIVERSEN 198
100.10. Werken in regie 198
100.11. Regie-uren VH u 198
100.30. Tijdelijk stofscherm 198
100.31. Tijdelijk stofscherm in stevige plasticfolie 198
100.31.01. Stevige plasticfolie incl. lattenwerk FH m² 198
1. AANNEMINGSMODALITEITEN
1.10. Algemeen
Situering project
Gebouw gekend onder de naam Auditorium Oude Molen met het OGB N° 438-02, Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxx
Omschrijving van de werken
Dit perceel omvat alle bouwkundige werken voor het verplaatsen van een elektrische dispertiecabine en een hoogspanningscabine. Ter plaatse van de zone, zoals aangeduid in het rood op het inplantingsplan hierboven, wordt er met een box-in-box principe de bestaande gevelarchitectuur behouden en het interieur volledig voorzien in functie van de elektrotechnische noden.
Uitvoeringstermijn: zie planning in bijlage. Algemene bepalingen
▪ Werken die niet specifiek beschreven zijn en zelfs niet aangeduid op de plannen, maar die onontbeerlijk zijn voor een volledige realisatie van de voorgenomen werken, maken integraal deel uit van de overeenkomst en worden verondersteld opgenomen te zijn in de opgegeven prijzen van de door de aannemer bij inschrijving ingevulde samenvattende meetstaat (S.O.G. en/of eenheidsprijzen).
▪ De aannemer legt steeds van alle materialen op materialenlijst een staal of technische fiche voor ter goedkeuring. Dit dient te gebeuren voor uitvoering der werken met desbetreffende materialen.
▪ De aannemer dient alle voorzorgen en maatregelen te nemen ter bescherming van de bestaande toestand der gebouwen, lokalen en omgeving. Passende maatregelen moeten worden genomen om water-, stof- of andere schade te vermijden.
▪ De werf moet zowel tijdens als na de uitvoering van de werken netjes worden gehouden. Dit houdt ondermeer in dat alle puin en afval onmiddellijk regelmatig en zeker voor het weekend wordt opgekuist en afgevoerd.
▪ De aannemer dient alle nodige middelen ter beschikking te stellen voor een vlotte werfopvolging door de leidinggevend ambtenaar.
▪ De aannemer verbindt zich ertoe tijdig input voor de uitvoeringsplanningen te geven en planningen te eerbiedigen.
▪ In geval proeven op de uitgevoerde werken worden uitgevoerd, zijn deze ten laste van de opdrachtgever bij voldoening en ten laste van de aannemer bij negatief resultaat.
▪ De aannemer zal geen onvoorziene werken uitvoeren op eigen initiatief , maar de leidend ambtenaar op de hoogte brengen in geval van onvoorziene omstandigheden op de werf.
▪ De uitvoerder dient er rekening mee te houden dat omliggende lokalen of ruimtes (in een ander blok en/of andere boven- of onderliggende verdiepingen) in gebruik blijven tijdens de renovatiewerken. De werken worden dan ook zo georganiseerd dat zij de rest van de gebruikers minimaal hinderen.
▪ Muziek tijdens de uitvoering van de werken is niet toegelaten.
• De sanitaire lokalen in het gebouw mogen niet door de aannemer gebruikt worden. Deze mogen in geen enkel geval gebruikt worden voor afwassen of afspoelen van gereedschappen en dergelijke.
▪ In de Universitaire gebouwen bevinden zich verschillende soorten van detectiesystemen. Meestal gaat het over branddetectie en gasdetectie. De aannemer moet zich er dagelijks voor de start der werken van vergewissen dat de nodige acties ondernomen zijn ten einde schade of hinder te vermijden.
▪ Na het beëindigen der werken zal de aannemer alle door hem gebruikte terreinen en lokalen in hun oorspronkelijke staat herstellen.
▪ De bijzondere aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op de specifieke afwerking van het gebouw: naakte beton, zichtmetselwerk, e.d. Geen merktekens, potloodlijnen, smetlijnen op zichtmetselwerk en zichtbeton.
▪ Indien het voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is om openbaar domein in te nemen, kan het Bestuur zelf instaan voor het aanvragen van de vergunning terzake bij de stad Leuven (de KU Leuven is vrijgesteld van de gemeentelijke belasting op inname van openbaar domein voor zover de aanvragen hiervoor door de KU Leuven zelf ingediend worden). De aannemer stelt hiertoe minstens TIEN werkdagen op voorhand de vraag aan de leidend ambtenaar of zijn aangestelde en verstrekt hem hiervoor de nodige informatie. Aanvragen om straten af te sluiten moeten minstens VIER weken op voorhand ingediend worden. Indien de aannemer zelf vergunningen aanvraagt en hiervoor een retributie betaalt, is deze steeds te zijner laste.
▪ De aannemer staat steeds zelf in voor het aanbrengen en in stand houden van de nodige verkeerssignalisatie en eventuele afschermingen overeenkomstig de afgeleverde vergunning.
▪ Voor alle eventueel mechanisch transport, zowel binnen als buiten het gebouw zorgt de aannemer en hiervoor is hij verantwoordelijk. Het plaatsen van mogelijke hijstoestellen geschiedt na overleg met de leidend ambtenaar en de VC.
Onverminderd de bepalingen en voorwaarden zoals vermeld in huidig bestek, gelden eveneens de volgende bepalingen en voorwaarden:
NBN-normen, Typebestekken, Afleveringen en Eengemaakte Technische Specificaties STS, van toepassing bij overheidsopdrachten. In het bijzonder: typebestek 104 – aanneming van bouwkundige werken – technische voorschriften;
1.30. Plaatsbeschrijvingen - algemeen
Omschrijving
De plaatsbeschrijvingen omvatten een volledige en nauwkeurige weergave van de toestand waarin eigendommen, zowel roerend als onroerend, zich bevinden op het ogenblik van het onderzoek. De betrokken eigendommen betreffen alle, zelfs niet aanpalende, eigendommen en openbaar domeinen (toegangszone tot de werf, bestaande infrastructuur, wegenis, voetpaden, beplanting…), die op een of andere wijze nadelige invloeden zouden kunnen ondergaan door de uitvoering, de toepassing van bepaalde technieken en/of alle daarmee verband houdende activiteiten (trillingen bij paalfunderingen, verlaging grondwaterstand, …).
Uitvoering
Minstens10 dagen voor de aanvang van de werken wordt een kopie van de plaatsbeschrijving aan de leidend ambtenaar overhandigd.
Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met de vaststelling van de mogelijke schade ten opzichte van de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen bij de aanvang van de werken. De aannemer dient de vastgestelde beschadigingen te herstellen of de schade te vergoeden.
Een plaatsbeschrijving zal bestaan uit:
• Een nauwkeurige tekstuele beschrijving;
• Een visualisering van de bestaande situatie d.m.v. (digitale) foto’s of video;
1.39. Plaatsbeschrijving opmaken
1.39.01. Plaatsbeschrijving vrijblijvend op te maken door de aannemer PM Omschrijving
Volgens DEEL TWEE Technische bepalingen Hoofdstuk 1 Algemene voorwaarden van het bestek artikel 2.11 Plaatsbeschrijving.
Meting
meeteenheid: Pro Memorie (PM).
1.60. Veiligheidsvoorschriften PM
Omschrijving
De werken worden uitgevoerd overeenkomstig:
• de desbetreffende overeenkomst i.v.m. veiligheid en gezondheid voor deze werken en het veiligheids- en gezondheidsplan
Meting
meeteenheid: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de prijs van de verschillende artikels.
2. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN
2.39. Toegangswegen - rijplaten
2.39.01. Leveren, plaatsen en demontage van rijplaten SOG Omschrijving
Dit artikel omvat de levering, plaatsing, huur voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel en demontage van de rijplaten.
Te verharden zone : overeenkomstig aanduiding op plan in overleg met de leidend ambtenaar.
Uitvoering
Bij het einde van de werken worden de rijplaten verwijderd en het terrein in zijn oorspronkelijke toestand hersteld (= standaard).
Meting
meeteenheid : Som over het geheel (SOG)
Toepassing
Overeenkomstig de aanduidingen op het werfinrichtingplan.
2.40. Voorlopige omheining - algemeen
2.40.01. Leveren, plaatsen en demontage van voorlopige omheining VH lm Omschrijving
Dit artikel omvat de levering, plaatsing, huur voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel en demontage van de voorlopige omheining.
De aannemer dient ervoor te zorgen dat het betreden van de bouwplaats door derden wordt verhinderd, een behoorlijke afsluiting is dienaangaande aangewezen.
Waar de bouwplaats grenst aan een openbaar terrein / privaat terrein van de KU Leuven, plaatst de aannemer een voorlopige omheining en de nodige signalisatie, die voldoende doeltreffend is om onbevoegde personen te weren, alsook de veiligheid van het verkeer te waarborgen. Deze zal behouden blijven tot op het ogenblik van de volledige afwerking van de gebouwen en tot na de voorlopige oplevering van dit perceel. Indien nodig kan de leidend ambtenaar de aannemer vragen ook andere delen van de bouwplaats van een omheining te voorzien.
Materiaal
De omheining bestaat uit geprefabriceerd kader van stalen buizen met een draadraster van gegalvaniseerd staal, min. hoogte 1,80m en met een minimum gewicht van 17 kg voor een hek met de volgende afmeting: ±B 3,5m x ±H 2m. De verschillende elementen worden met klangen aan elkaar bevestigd. De panelen worden geplaatst in verplaatsbare voetstukken.
Uitvoering
• Inplanting, materiaal, afmetingen en uitrusting zijn in overeenstemming met het werfinrichtingsplan en de meetstaat. De omheining wordt voldoende stevig uitgevoerd, onderhouden en zo nodig hersteld.
• Zij wordt voorzien van de nodige signalisatie, verlichting en beveiliging. De hekken worden op regelmatige afstanden voorzien van een bordje “verboden de werf te betreden”, “verboden toegang voor onbevoegden” of dergelijke.
• De afsluiting wordt voorzien van de nodige afsluitbare toegangen, waarbij de poorten worden voorzien van stevige grendels en sloten (een nummerslot wordt voorzien, de code wordt tijdens de eerste installatievergadering opgenomen in het werfverslag).
• De omheining blijft eigendom van de aannemer en wordt pas weggenomen zodra dit, op grond van de vordering van de werken en mits akkoord van de leidend ambtenaar en veiligheidscoördinator mogelijk is.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• Waar de omheining wordt aangebracht op het voetpad, wordt ze aangevuld met stevige houten looppaden op gelijke hoogte met het bestaande voetpad, minstens 0,80 m breed en voorzien van een stevige borstwering op 1,00 m hoogte.
• In het geval de bouwplaats grenst aan een openbaar domein is de voorlopige omheining in overeenstemming met de geldende gemeentelijke voorschriften. De aannemer bezorgt de nodige informatie aan de leidend ambtenaar zodat de KU Leuven de vereiste aanvragen bij de Politie kan doen
Meting
meeteenheid : per lopende meter hekwerk (lm)
meetcode : netto aantal lopende meter hekwerk, incl. de nodige afsluitbare toegangen en verbindingen, hulpstukken en voetstukken.
aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen
2.40.02. Bijkomende huur van voorlopige omheining VH wk Omschrijving
Dit artikel omvat het huurgeld voor het gedeelte van de voorlopige omheining dat noodzakelijkerwijze moet blijven staan na oplevering van dit perceel.
Meting
meeteenheid : per week
meetcode : per week dat de voorlopige omheining langer moeten blijven staan. aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen
2.60. Werflokalen - algemeen
Omschrijving
De aannemer voorziet, in overeenstemming met de omvang van de werf, minimaal de volgende werflokalen en inrichting, voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel.:
• een droge ruimte voor het materieel en ruimte voor het bergen van materialen, enz.
• een plaats voor het personeel en de nodige sanitaire voorzieningen
• een verwarmd vergaderlokaal / bureel
De werken omvatten tevens de aanleg, onderhoud, verwijdering en herstel van het grondoppervlak.
2.63. Werflokalen - personeelslokaal / kleed- en eetruimte
2.63.01. Levering, plaatsing en demontage van personeelslokaal / kleed- en eetruimte SOG
Omschrijving
De aannemer voorziet de levering, plaatsing en demontage van een personeelslokaal / kleed- en eetruimte voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel. De aannemer moet zijn arbeiders lokalen ter beschikking stellen waar zij kunnen schuilen, hun kleding bergen, zich verzorgen en eten. De lokalen dienen overeen te stemmen met de voorschriften van het ARAB. De keet dient behoorlijk verlicht, wind- en stofdicht te zijn; zij dient regelmatig schoongemaakt te worden; dient in de winter behoorlijk verwarmd te kunnen worden en voorzien te zijn van aangepast meubilair. Deze bouwketen mogen niet gebruikt worden voor het opslaan van materialen en gereedschap.
Meting
meeteenheid : Som over het geheel (SOG)
2.63.02. Bijkomende huur van werflokalen - personeelslokaal / kleed- en eetruimte VH wk
Omschrijving
Dit artikel omvat het huurgeld voor een personeelslokaal / kleed- en eetruimte dat noodzakelijkerwijze moet blijven staan na oplevering van dit perceel.
Aanvullende voorschriften
Vóór de huurperiode ingaat, dienen na het beëindigen van de eigen werkzaamheden, alle lokalen opgeruimd en schoongemaakt te worden en in propere toestand ter beschikking gesteld te worden aan de andere aannemers.
Meting
meeteenheid : per week
meetcode : personeelslokaal / kleed- en eetruimte dat per week langer moeten blijven staan. aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
2.64. Werflokalen - sanitaire voorzieningen
Omschrijving
De aannemer voorziet de nodige sanitaire voorzieningen. Deze mogen eventueel als een afzonderlijke zone geïntegreerd zijn in het personeelslokaal. De lokalen zijn voorzien van verwarming, verlichting en een watervoorziening. Zij dienen overeen te stemmen met de eisen van het ARAB inzake veiligheid en hygiëne.
2.64.01. Leveren, plaatsen en demontage van werflokalen toilettencabine SOG Omschrijving
Dit artikel omvat de levering, plaatsing, huur voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel, onderhoud incl. minimum wekelijkse reiniging en demontage van een mobiele bouwwerftoiletcabine (chemisch toilet). De toiletcabine voldoet aan alle eisen van de huidige voorschriften voor de bouwsector. De toiletcabine is uitgerust met een afgesloten toilettank met hygiënegel. Tevens heeft de toiletcabine ook volgende uitrusting: toiletpapierhouder, ventilatieopeningen, ontluchtingspijp, antislip vloer, vrij/bezet aanduiding, kledinghaakje.
Specificaties:
o Lengte: 1,20m
o Breedte: 1,20m
o Hoogte: 2,25m
o Gewicht: ± 95kg
o Tankinhoud: ± 265l
Aantal te voorziene toiletcabines: 1 stuks
Meting
meeteenheid : Som Over Geheel (SOG)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat
2.64.02. Bijkomende huur van werflokalen - toilettencabine VH wk Omschrijving
Deze post omvat het huurgeld voor de toilettencabine, incl. het onderhoud en reiniging, voor de periode dat de toilettencabine noodzakelijkerwijze moet blijven staan na oplevering van dit perceel.
Meting
meeteenheid : per week
meetcode : per week dat deze langer blijft staan
aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat
2.80. Gevelsteigers en hijskranen
2.81. Gevelsteigers
Omschrijving
Dit artikel omvat de montage, indienststelling, eerste en vervolgkeuringen, huur voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel, onderhoud en demontage van de gevelsteigers.
Dit artikel dekt de volledige stellingkost minstens voor de volledige termijn opgenomen in de aanbestedingsplanning, inbegrepen eventuele weerverletdagen.
De werken worden gefaseerd uitgevoerd, niet alle onderdelen worden gelijktijdig in stelling gezet. .
o Dit artikel dekt de stellingkost voor elke fase zolang de aannemer bezig is met de uitvoering van zijn eigen werken, minstens tot de voorziene einddatum per fase en minstens gedurende het totaal aantal werkdagen voorzien voor deze fase.
o Eventuele overlapping van de uitvoeringsperiode van de verschillende fases waardoor het aanwezige stellingmateriaal van de af te breken stelling nog niet beschikbaar is, en de aannemer extra stellingmateriaal moet aanvoeren op de werf om de volgende fase in stelling te zetten, zijn mee voorzien in de inschrijvingsprijzen en kunnen geen aanleiding geven tot meerkosten.
Aanvullende voorschriften
• Indien na voorlopige oplevering van de werken van dit perceel toch nog een aantal gevels in steiger dienen te blijven ten behoeve van andere werken, mag hier huurgeld voor gevraagd worden, en dit per m² steiger die nog staat en per week/maand. Dit wordt voorzien in artikel
02.81.02. Bijkomende huur van gevelsteigers. De steiger mag slechts verwijderd worden na controle en eventuele goedkeuring van de uitgevoerde werken door de leidend ambtenaar.
Materiaal en uitvoering
De aannemer kiest zelf het type steigers, rekening houdend met het feit dat het eventueel vervangen van de loopvlakken mogelijk moet zijn zonder het demonteren van de andere steigeronderdelen. Ze worden gemonteerd volgens de voorschriften van de fabrikant en voldoen aan de wettelijke regelgeving. De steiger dient vóór ingebruikname gekeurd te worden door een erkend keuringsorganisme of een bevoegd persoon, keuringsrapport voor te leggen.
De aannemer bezorgt voor ingebruikname eveneens alle nodige informatie voor het gebruik van de steigers ( berekeningsnota, instructienota)aan de leidend ambtenaar.
De steigers moeten altijd voorzien zijn van een steigerkaart en vóór ingebruikname moeten de bevoegde personen (schriftelijk) worden aangeduid voor de opbouw, het aanbrengen van wijzigingen, het afbreken of demonteren van de steiger en het gebruiken van de steiger. Neven- en onderaannemers, opdrachtgever moeten ook gebruik kunnen maken van deze gevelsteiger(s).Tijdens een werfvergadering moeten hieromtrent praktische afspraken gemaakt worden.
Het type en de stevigheid is in overeenstemming met de op te vangen lasten en met de uit te voeren werken en activiteiten.
Omschrijving uit te voeren werken: Dakwerken, gevelrenovatie, … Belastingsklasse stelling: 3
De steiger moet stevig afgesteund worden (goed gefundeerd), ev. bijzondere maatregelen hiervoor
zijn inbegrepen. De steigers zijn VAST, met inbegrip van de eventuele voetgangerssteigers voor de onderste steigers op het voetpad. Bovendien voldoen ze aan alle betreffende reglementen inzake
veiligheid, gemeentelijke voorschriften, taksen, enz. Plaatsen van steigers op de openbare weg gebeurt in samenspraak met de leidend ambtenaar en volgens de richtlijnen van de plaatselijke politie. De steiger wordt zo opgesteld dat alle uitgangen te allen tijde vlot, veilig (afscherming tegen vallende voorwerpen) en proper toegankelijk blijven, ook voor alle hulpdiensten. Indien noodzakelijk worden er luifels voorzien t.h.v. de toegangen. Ook de veiligheid van de voorbijgangers dient te allen tijde gewaarborgd te blijven. De steiger beschikt over de nodige signalisatie en signalisatieverlichting (werkend).
Verankering in de muur is toegelaten. De aannemer bespreekt met de leidend ambtenaar de plaatsen van verankering. Deze verankeringen worden steeds geplaatst in voegwerk, niet in massieve en vlakke natuurstenen constructieonderdelen. De aannemer alleen is verantwoordelijk en staat in voor het herstellen van de veroorzaakte schade door het aanbrengen van deze verankeringen. De horizontale verbindingsbuizen, waarmee de opgaande steigerconstructie mechanisch verankerd wordt aan de gevel, zullen een zodanige lengte hebben dat er geen hinder (stoten aan het hoofd) is op de loopvloeren.
De steigers moeten zodanig worden opgevat dat alle beschadigingen aan daken, ramen, goten, uit de muurvlakken uitspringende elementen, enz. vermeden worden en de volledige waterdichtheid van het gebouw gevrijwaard blijft. De steigerconstructie volgt de ontwikkeling van de gevels. De maximale afstand van de binnenzijde van de steigervloer tot de te behandelen gevel bedraagt 25 cm, zodat doorval van personen onmogelijk is. De steigers zijn van een dusdanig materiaal (gegalvaniseerd staal, aluminium, enz..) en/of worden dermate onderhouden dat op geen enkele wijze de gebouwen door roestvlekken kunnen bevuild worden.
De steigers hebben op alle niveaus een degelijke vloer ter breedte van de steigers en een veilige borstwering, tussenleuning en plint (en dit zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde indien de omstandigheden dit vereisen). De vloer van de steiger is vast zonder losliggende planken. De trapopeningen per tussenvloer staan steeds geschrankt opgesteld ten overstaan van elkaar. De ladders tussen de diverse vloeren zijn eveneens volledig beveiligd.
Indien er voor de opbouw van de steiger beplanting en/of begroeiing moet verwijderd worden, dient de aannemer dit tijdig door te geven aan de leidend ambtenaar, aangezien de werkplaats buiteninfrastructuur of de groendiensten hiervoor zullen instaan. De aannemer mag in geen geval zelf beplanting en/of begroeiing verwijderen en/of snoeien.
In de kostprijs voor de steigers zijn begrepen:
• het plaatsen, het onderhouden en eventueel aanpassen, de huurprijs voor de uitvoering van alle werken voor de volledige duur van de werken, het demonteren van de gevelsteigers en het opkuisen van de zone waarop de steiger heeft gestaan en de zone er rondom.
• Het terug dichten van de boorgaten voor het verankeren van de steigers na demontage.
• De nodige maatregelen zijn te nemen om schade door storm te vermijden: er mogen o.a. geen losse delen op de steigers aanwezig zijn.
• Het voorzien van een afkasting in stijf plaatmateriaal aan alle toegangsdeuren, nooduitgangen en andere doorgangen met het oog op een veilige toegang tussen de steiger en het gebouw en/of de site.
Aanvullende voorschriften
• De steiger moet dienst doen als opvangvloer voor de dakwerken en moet stevig genoeg zijn om een vallend persoon te kunnen opvangen
Steiger die gebruikt wordt als opvangvloerDe aannemer bezorgt hiervoor de aparte studie en aangepaste berekeningsnota voor elke situatie, rekening houdend met het hoogteverschil tussen plaats waar gewerkt wordt en de opvangvloer.
- Opvangvloer: minimaal klasse 4 (gelijkmatige belasting 300daN/m²) met verplichte aanduiding D (getest op dynamische impact).
- Leuning
Leuning klasse A: dakhelling 0-10°
o hoogte leuning minimaal 100 cm boven de dakrand,
o de steiger moet geschikt zijn om statische belasting op te vangen
o voldoende verankerd volgens de eisen van de fabrikant
o de leuning bevindt zich
▪ aan de buitenzijde, de opvangvloer doet dienst als werkplatforn en bevindt zich max 50cm onder de dakrand, leuning met bovenleuning, tussenleuning en kantplank
▪ aan de binnenzijde, zo dicht mogelijk tegen de dakrand, met bovenleuning en tussenleuning (opstand dakrand doet dienst als kantbeveiliging).
• De steiger dient op zodanige wijze opgebouwd worden dat er werken aan de dakgoten mogelijk zijn, werkvloer op 1m onder de dakgoot en bij uitkragende dakgoten moet de volledige breedte van werkvloer behouden blijven (m.a.w. uitbouw of console te voorzien indien van toepassing).
• Langs de buitenzijde wordt over de volledige omtrek en over de volledige hoogte een stevig, fijnmazig, winddoorlatend veiligheids- en afschermingsnet aangebracht, voldoende dicht om stof en eventuele vallende voorwerpen binnen het volume van de steigers te houden.
• Indien de steiger afgesteund wordt op andere dakdelen moeten er drukverdelingsplaten voorzien worden. Daken die gebruikt worden om de werkzone te bereiken, worden met platen afgeschermd. Alle schade op deze daken moeten naderhand hersteld worden tot in zijn oorspronkelijke toestand op kosten van de aannemer die de schade veroorzaakt heeft. De staat van het dak wordt bij voorkeur voor de werken in de plaatsbeschrijving opgenomen.
• De laatste steigervloer dient verstelbaar te zijn. Hiermee wordt bedoeld dat de leuning voldoende hoog is om veilig op het dak te werken en dat de vloer aangepast is om aan de kroonlijst te werken.
• De bokken waarmee de steigeronderdelen worden aangevoerd dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden nadat de steigeronderdelen zijn afgeladen.
Alle beschadigingen veroorzaakt door het plaatsen van de steigers zullen worden hersteld door ter zake bevoegde vaklui, op kosten van de aannemer.
De aannemer laat het gebruik van de steigers toe voor iedereen die hiertoe gemachtigd wordt door de leidend ambtenaar, zonder dat hiervoor bijkomende kosten worden aangerekend. De leidend ambtenaar behoudt zich het recht toe andere uitvoerders (eigen onderhoudspersoneel of derden) de steiger te laten betreden voor uitvoering van eventuele werken in eigen beheer. De steigerbouwer legt zijn plan - concept van de steigers ter goedkeuring voor aan de leidend ambtenaar. Dit zal gebeuren onder de vorm van een toolboxmeeting. Met name de toe te passen afstanden van de steiger tot de gevelonderdelen (om alle uitvoerders vlot in staat te stellen hun werk te doen) zullen hier vastgelegd worden.
Meting
meeteenheid : per m2
meetcode : netto gevelsteigeroppervlakte (oppervlakte van het aanzicht van de steiger vanaf de basis tot en met de laatste leuning, inbegrepen uitkraging, dakkapellen, schoorstenen, mansardedaken, …). Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen moeilijker of gemakkelijker te bereiken locaties voor de prijsopgave.
aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen.
2.81.02. Bijkomende huur van gevelsteigers VH wk Omschrijving
Dit artikel omvat het huurgeld voor het gedeelte gevelsteiger dat noodzakelijkerwijze blijft staan na oplevering van dit perceel.
Meting
meeteenheid : per week
meetcode : per week dat de gevelsteiger langer blijft staan aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen
2.85. Bouwlift
2.85.01. Leveren en plaatsen van bouwlift/kraan/… voor verticaal transport van materialen SOG
Omschrijving
Dit artikel omvat de montage, indienststelling, eerste en vervolgkeuringen, huur voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel, onderhoud en demontage van de bouwlift. Deze bouwlift is te gebruiken door de aannemers van alle percelen (door bevoegde personen), de nodige pictogrammen en wat te doen in noodsituaties moet aan de bouwlift aanwezig zijn.
Materiaal
De bouwlift voldoet aan de volgende eisen:
• Geschikt voor materialen
• Hefvermogen en afmetingen: te bepalen door de aannemer in overleg met de LA en de VC rekening houdende met de omliggende gebouwen, bomen, te behouden verharding, e.d.m.
Uitvoering
De bouwlift/kraan/… dient te voldoen aan alle bepalingen van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming.
Uitvoeringsvoorschriften:
• Alvorens begonnen zal worden met oprichten van het toestel, zal de aannemer zijn planconcept ter goedkeuring voorleggen aan de leidend ambtenaar en de VC.
• Het toestel dient vóór ingebruikname gekeurd te worden door een erkend keuringsorganisme.
• De nodige maatregelen zijn te nemen om schade door storm te vermijden.
• Eventuele verankeringsgaten worden bij demontage zorgvuldig hersteld in de oorspronkelijke toestand en de zone opgekuist/hersteld.
• Elektrische voeding: elektrische voedingskabel tot in het elektrisch (werf)bord te voorzien door de aannemer.
Meting
meeteenheid : Som Over Geheel (SOG)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen
2.85.02. Bijkomende huur van bouwlift/ kraan/… VH wk Omschrijving
Deze post omvat het huurgeld voor de bouwlift die noodzakelijkerwijze blijft staan na oplevering van dit perceel. De gebruiksvoorschriften worden ter beschikking gesteld in de bouwlift. De nodige herstellingen aan de bouwlift die in deze periode nodig zouden zijn, zijn in de prijs begrepen.
Meting
meeteenheid : per week
meetcode : per week dat de bouwlift langer blijft staan
aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen
2.90. Voorlopige leuningen
2.91. Levering en plaatsing van voorlopige leuningen PM
Omschrijving
Dit artikel omvat de montage, huur voor de duur tot de voorlopige oplevering van dit perceel, onderhoud en demontage van de voorlopige leuningen.
De aannemer voorziet de nodige leuningen als collectieve beveiliging, minimaal aan de definitieve trappen (ook al wordt deze niet gebruikt door eigen werknemers). Dit artikel omvat de levering en plaatsing van de voorlopige leuningen met name: aan de trappen (handgreep en tussenleuning) en aan de open bordessen, gevelopeningen en kokers (handgreep, tussenleuning en plint). De demontage gebeurt pas op het ogenblik dat geen valgevaar meer bestaat en zullen ook door de aannemer die deze plaatst, afgebroken worden.
Het type wordt vóór de plaatsing voorgelegd aan de veiligheidscoördinator en leidend ambtenaar.
Meting
meeteenheid : Pro Memorie (PM)
3. AFBRAAKWERKEN
3.00. Afbraak - & schoringswerken - algemeen
Algemeen
PLAATSBEZOEK
De aannemer geeft zich bij zijn prijsofferte volledig rekenschap van de staat en omvang van de in het bestek beschreven afbraak- en eventuele schoringswerken. De aannemer zal zich daartoe voorafgaandelijk van de plaatselijke omstandigheden vergewissen.
PLAATBESCHRIJVING TIMING - PLANNING
De aannemer zal minstens twee weken voor de aanvang van de afbraak- en schoringswerken een werkplanning ter goedkeuring voorleggen aan de leidende ambtenaar. De leidende ambtenaar behoudt zich het recht voor hieraan correcties aan te brengen, waar de aannemer rekening mee zal houden. De aannemer zal zich voor alle onderdelen van het werk voorzien op mogelijke slechte weersomstandigheden, regen, stormwinden, e.d., en dienaangaande tijdig de nodige maatregelen treffen.
AFBRAAKWERKEN in gebruik blijvende GEBOUWEN
Bij werken in de omgeving van of binnen gebouwen die in gebruik blijven gedurende de uitvoering van de werken, zal de aannemer alle nodige maatregelen treffen om de veiligheid van de gebruikers te verzekeren en de inhoud van het gebouw te beschermen.
De duur van de werken en voortkomende hinder voor de gebruikers dient tot een minimum beperkt te worden. Tevens dient de toegang tot de gebouwen verzekerd te blijven.
De uren tijdens welke gewerkt kan worden, zullen in overleg met de leidende ambtenaar bepaald worden.
VOORZORGEN - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Het uitvoeren van alle afbraak en stutwerken geschiedt onder volledige verantwoordelijkheid van de aannemer en voldoet aan de geldende reglementeringen van het ARAB. De aannemer zal de afbraakwerken met de grootste voorzichtigheid uitvoeren. Alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan omliggende gebouwen of de openbare weg, moet door de aannemer hersteld of vergoed zijn vooraleer tot de voorlopige oplevering wordt overgegaan. De wijze van de herstelling wordt vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar.
Bij gedeeltelijke afbraakwerken is het gebruik van compacte ladders of compacte graafmachines binnenin het betreffende gebouw strikt verboden, tenzij het Bestuur hiertoe zijn voorafgaandelijk schriftelijke toestemming zou geven. De aannemer blijft evenwel volledig aansprakelijk bij gebeurlijke ongevallen of het berokkenen van schade.
Gedurende de uitvoering zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen boven- en ondergrondse nutsleidingen (elektriciteit, gas, water, telefoon, TV-distributie, e.d.) te beschadigen door neervallende brokstukken, het opstellen van werktuigen, stellingen of welke handeling ook. De aannemer draagt alle kosten voor eventuele bijkomende werken, leveringen, testmetingen, uitgevoerd door de betrokken distributiemaatschappijen, zo deze noodzakelijk worden bevonden ten gevolgen van schade.
Er wordt rekening gehouden met de eventueel noodzakelijke opvang en afvoer van overtollig oppervlaktewater. De aannemer kan onder geen beding overmacht inroepen ten gevolge van eigen nalatigheden dienaangaande.
Bij de afbraakwerken dient de aannemer alle nodige stut- en schoringwerken uit te voeren om de integriteit van de aanpalende constructies en zijn eigen werken te verzekeren. De aannemer zal zonder meerprijs alle tijdelijke versterkingen en/of verbeteringen aanbrengen die hem door de architect of de leidend ambtenaar zouden opgelegd worden. De wijze van stut- & schoringwerken zal op technisch verantwoorde wijze geconcipieerd worden en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar, alvorens tot de afbraakwerken over te gaan.
Voor de aanvang van de werken zal de aannemer de geplande werkwijze voorleggen aan de leidend ambtenaar en de veiligheidscoördinator.
AFBRAAKMATERIALEN - AFVOER VAN PUIN
Alle afbraakmaterialen worden na de afbraak eigendom van de aannemer, behoudens andersluidende vermelding in het bestek. Het is verboden de openbare weg te belemmeren met de van de afbraak voortkomende materialen, zij zullen volgens vordering van de werken worden weggevoerd. De aannemer staat in voor de afvoer van alle puin en afbraakmaterialen
• (ofwel) naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra, hij dient hiervoor op eenvoudig verzoek de nodige bewijzen kunnen leveren aan de leidende ambtenaar
• (ofwel) naar de afvalcontainers ter beschikking gesteld door de KU Leuven en op de kosten van de KU Leuven afgevoerd. Het is niet toegelaten afval te storen in containers ander dan aan de aannemer toegewezen. Roofing mag niet in containers gestort worden.
Onder geen beding zullen afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand worden.
ASBEST
De aannemer zal geen afbraak- of verbouwingswerken aanvangen zonder in het bezit te zijn van een kopie van de asbestinventaris van het gebouw(gedeelte).
Werkwijze ingeval van een vermoeden van aanwezigheid van asbest;
Bij afbraak van omkastingen of installaties waar mogelijks een asbesttoepassing verborgen zit (bv. binnenbekleding van leidingkokers, dichtingen van deurkaders, doorvoerbuizen, enz…) dient de aannemer het afdekmateriaal voorzichtig los te maken en alle isolatie- of dichtingsmaterialen te identificeren achter deze installaties. Bij twijfels op de aanwezigheid van asbest brengt hij/zij de L.A. onmiddellijk op de hoogte en neemt, indien nodig, de nodige maatregen om de verspreiding van asbestdeeltjes te voorkomen (zie ook document: “voorkomen van verspreiding van asbestdeeltjes bij werken”).
3.13. Afbraak / gehele constructies - gevelschoring SOG
Algemeen
De tijdelijke schoren mogen pas worden weggenomen nadat de scheidingsmuren voldoende door de nieuwe constructies ondersteund zijn.
De aannemer bepaalt de wijze van uitvoering en ondersteuning op eigen gezag en verantwoordelijkheid. Voor de aanvang van de werken zal de aannemer de geplande werkwijze voorleggen aan de Ingenieur Xxxxxxxxxxx , de leidende ambtenaar en veiligheidscoördinator.
Evenwel dienen alle bijkomende richtlijnen opgelegd door de architect, ingenieur en/of veiligheidscoördinator-verwezenlijking, te worden opgevolgd indien zij van oordeel zijn dat het gebruikte systeem te wensen overlaat. Hieromtrent zullen geen verrekeningen worden aanvaard.
Voor de schoring van de gevels en het te behouden deel van de dakplaat werd onderstaande suggestie als schoringssysteem door het bestuur uitgewerkt. Het doel van de schoring is het bestaande gabarit van de gevel en de baksteenpatina zo veel goed mogelijk te bewaren.
De aannemer is vrij een ander systeem uit te werken naar eigen inzichten en ervaringen, zolang het vooropgesteld doel ‘ het bestaande gabarit van de gevel en de baksteenpatina zo veel goed mogelijk te bewaren’, gehandhaafd wordt.
Bij uitbreiding verwijzen wij naar artikel 3.32. ‘Afbraak / dakelementen - platte daken en bescherming tegen waterinfiltratie tijdens de uitvoering van de werken’ De tijdelijke constructie voor de waterdichting, waarin in dit artikel naar verwezen wordt, dient rekening te houden met de constructie voor het stutten van de gevels en de te behouden dakplaten.
Meting
aard van de overeenkomst: Som over her geheel (SOG) De gehele schoorconstructie voor gevels en dakdelen voor de gehele duur van de werken. Inclusie aanvoer en afvoer.
3.14. Afbraak / gehele constructies - ondergrondse massieven VH m³
Omschrijving
Het betreft een supplement voor het opruimen en verwijderen van aangetroffen ondergrondse funderingselementen of massieven, in zoverre ze althans niet behoren tot de voorziene afbraak van gehele constructies zoals vermeld in artikels 03.11 of 03.12.
Uitvoering
De massieven worden verwijderd zonder gebruik te maken van springstoffen. De nodige voorzieningen dienen getroffen te worden om beschadigingen, van welke aard ook, te verhinderen en de veiligheid van personen te verzekeren. Afvoer van alle puin naar erkende stortplaatsen.
Meting
meeteenheid: m³
meetcode: Er wordt slechts een meerprijs toegestaan voor het verwijderen van onverwacht aangetroffen funderingsmassieven (rotsen, metstelwerk, beton- en andere massieven) wanneer deze een volume hebben groter dan 0,5m³ en indien ze eerst in de ondergrond met aangepast mechanisch materieel dienen bewerkt te worden (ontegensprekelijk vast te stellen) alvorens te kunnen worden uitgehaald. Massieven kleiner dan 0,5 m³ zijn standaard inbegrepen in de aanneming.
aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
3.20. Afbraak / ruwbouwelementen - algemeen
Omschrijving
De werken omvatten het slopen van alle in het bestek omschreven ruwbouwelementen. Overeenkomstig de aard van het werk zijn hierbij inbegrepen:
• het aanbrengen van de nodige stellingen en/of ladders voor het bereiken van de gewenste plaatsen;
• het aanbrengen van de nodige beschermingen, met windvaste zeilen en dergelijke, tegen hemelwater volgens geldende voorschriften, richtlijnen en wetgevingen.
• het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen aan de straatzijde volgens de geldende reglementeringen van de gemeente. Wat het innemen van het openbaar domain betreft, zie ook Art. 2 Bouwplaats inrichting en organisatie DEEL II - TECHNISHE BEPALINGEN van dit bestek.
• de nodige beveiligingen voor personen en het toezicht, alsook de afscherming voor onbevoegde personen;
• het aanwenden van de benodigde stellingen, beveiligingen, schoren en stutten van te behouden delen;
• het herstellen van de losgekomen en afbrokkelende constructiedelen met gelijkwaardige materialen volgens de instructies, gegeven door de leidende ambtenaar;
• het wegnemen van de stellingen, ladders, schoren en stutten na akkoord van de leidende ambtenaar;
• het verwijderen van alle afvalmaterialen en puin naar officieel erkende stortplaatsen.
Uitvoering
Voor de aanvang van de werken zal de aannemer de geplande werkwijze voorleggen aan de de leidende ambtenaar, de ing. Stabiliteit en de aangestelde veiligheidscoördinator.
De aannemer zorgt dat de niet te slopen gebouwelementen afdoende beschermd en niet beschadigd worden. Waar dragende delen van de bestaande ruwbouw weggebroken worden zal de aannemer de afbraakwerken met de nodige zorg uitvoeren, zodanig dat de stabiliteit van het volledige gebouw of de zone waarin de werken plaatsvinden niet in gevaar komt. Hiertoe worden de nodige stellingen, beveiligingen, tijdelijke schoren, onderstuttingen en alle nodige beschermingsmaatregelen aangewend. Er wordt uiterst omzichtig tewerk gegaan. Beschadigingen aan te behouden constructiedelen worden door de aannemer en op zijn kosten in hun oorspronkelijke toestand hersteld.
3.21. Afbraak / ruwbouwelementen - metselwerken
3.21.01. Afbraak / ruwbouwelementen - constructies in metselwerk FH m³ Omschrijving
Het betreft het voorzichtig afbreken van metselwerkelementen (gemetselde gewelven / gemetselde wanden / gemetselde rook- en verluchtingskanalen / ondergronds metselwerk) van binnen- en/of buitenmuren, uit divers steenmateriaal (baksteen, betonblokken, parement, e.d.), zoals het verwijderen van overtollige dragende- en niet-dragende muren volgens aanduiding op plan, alsook het verwijderen van niet betrouwbare slechte muurdelen, zowel binnen- als bovendaks en ongeacht de hoogte. Met inbegrip van pleisterwerk en eventuele, binnen de begrenzing gesitueerde, lateien, dorpels, muurblokken, natuursteenplinten, verankeringen, haken, spouwopvullingen, en alle andere bevattende constructiedelen.
Uitvoering
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• Tijdelijke onderstutting: te voorzien volgens ervaring en inzicht van de aannemer én op aangeven van de ing. stabiliteit. (kosten voor tijdelijke onderstutting zijn inbegrepen in onderhavig artikel)
Meting
meeteenheid: m³
meetcode: netto te slopen volume metselwerk vol gemeten aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH).
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen.
3.21.02. Afbraak / ruwbouwelementen - maken deuropeningen FH m³ Omschrijving
Het betreft het voorzichtig maken van deuropeningen in metselwerk van binnen- en/of buitenmuren, uit divers steenmateriaal (baksteen, betonblokken, parement, e.d.), lateien inbegrepen.
Uitvoering
Bij het maken van de deuropeningen in zichtmetselwerk wordt de gemaakte opening aangewerkt met dezelfde type steen zoals bestaande. De aannemer zorgt tijdens de afbraak ervoor dat er voldoende stenen gerecupereerd worden om de nieuwe opening op deze manier te kunnen afwerken.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• Tijdelijke onderstutting en plaatsen van lintelen zijn inbegrepen voor muurdoorbrekingen kleiner dan 2m dagopening.
Meting
meeteenheid: m³
meetcode: netto te maken deuropening vol gemeten inclusief plaatsing lateien aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH).
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen.
3.22. Afbraak / ruwbouwelementen - betonconstructies FH m³
Omschrijving
Het betreft het uitbreken van zowel gewapende, als ongewapende betonconstructies van binnen- en/of buitenmuren met inbegrip van alle andere bevattende constructiedelen; het verwijderen van overtollige dragende- en niet-dragende betonnen constructiedelen, alsook het verwijderen van niet betrouwbare slechte muurdelen, zowel binnen- als bovendaks en ongeacht de hoogte.
• gemiddelde dikte: 30cm (betonnen kolommen)
Uitvoering
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
• Tijdelijke onderstutting ifv veiligheid tijdens de uitvering van de werken is inbegrepen in onderhavig artikel.
Meting
meeteenheid: m³
meetcode: netto te slopen volume
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH).
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen: het verwijderen van de betonnen kolommen in de zone van de verbouwingen, m.i.v. de verbrede console t.h.v. van de dakplaat.
3.23. Afbraak / ruwbouwelementen - betonvloeren FH m²
Omschrijving
Het betreft het met aangepaste middelen slopen van vloerlagen op volle grond uit gewapend / ongewapend beton / betonfunderingen. De afbraak is bedoeld teneinde te kunnen overgaan tot het graafwerk voor funderingen, leidingen, putten, e.d..
Uitvoering
Het afbreken van gewapende, ongewapend betonelementen en betonfunderingen gebeurt met aangepaste middelen. Met inbegrip van:
• het verwijderen van zich (eventueel) onder de beton bevindende steenslagfundering (al dan niet omhuld met hydraulische bindmiddelen).
• het beschermen van ondergrondse en/of in de beton of fundering gevatte leidingen allerhande, met aanwending van alle daartoe benodigde materialen en middelen.
Meting
meeteenheid: m²
meetcode: netto te slopen oppervlakte, ongeacht de dikte aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen: vloerplaat nivo +0 en dakvloerplaat in gewapend beton in de zone van de dakverhoging.
3.30. Afbraak / dakelementen - algemeen
3.32. Afbraak / dakelementen - platte daken en bescherming tegen waterinfiltratie tijdens de uitvoering van de werken FH m²
Uitvoering
De sloopwerken omvatten de volgende dakelementen:
• de volledige dakdichting uit: bitumen
• de dakisolatie, uit te voeren tot het draagvlak;
• de doorvoerbuizen met alle bijhorende bevestigingsmiddelen en aanverwante delen.
• de daklichtelementen (koepels) met inbegrip van alle bijhorende opstanden.
• Tijdelijke bescherming tegen waterinfiltratie gedurende de volledige duur van de werken voor de te behouden bouwdelen zowel als de nieuw uitgevoerde bouwelementen in het kader van ombouwwerken van onderhavig aanbesteding. Tijdelijke voorzieningen voor de afvoer van regenwater zijn inbegrepen. Alle noodzakelijke constructies en hulpmaterialen teneinde de werken in droge omgeving uit te voeren zijn inbegrepen in onderhavig artikel.
Meting
meeteenheid: m²
meetcode: netto af te breken platte daken
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH).
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen.
3.40. Afbraak / gevelelementen - algemeen
Omschrijving
De sloopwerken van alle gevelelementen, ongeacht hun plaats of hoogte en met inbegrip van bevestigingsmiddelen, onderelementen enz.
3.41. Afbraak / gevelelementen - buitenschrijnwerk FH m²
Omschrijving
De sloopwerken omvatten volgende buitenschrijnwerkelementen:
• het uitnemen van alle buitenramen of -deuren, ongeacht het type, hun afmetingen, de samen stelling en plaatsing, met inbegrip van alle bevestigingsmiddelen. Het buitenschrijnwerk bestaat hoofdzakelijk uit hout / glas.
• het wegbreken van gordijnkasten / rolluikkasten / stroken voor indirecte verlichting uit allerlei materialen en structuren, ongeacht het type, hun afmetingen, de samenstelling en plaatsing, met inbegrip van alle bevestigingsmiddelen.
Uitvoering
De buitenschrijnwerk elementen worden voorzichtig uitgenomen, rekening houdend met onderstaande uitvoeringsvoorwaarden:
• het uitnemen zal pas gebeuren wanneer de nieuwe poorten, ramen en deuren met beglazing geleverd zijn. Ramen of deuren die niet onmiddellijk kunnen worden vervangen moeten onmiddellijk wind- en waterdicht afgesloten worden.
• de aannemer wordt er in het bijzonder op attent gemaakt dat bij dergelijke uitbraakwerken, de grootste voorzichtigheid aan de dag dient gelegd te worden voor de desgevallend te behouden elementen, in hun ongeschonden staat van afwerking, zoals raamtabletten, plafonds, muur- en plafondplakwerk, eventuele behang- en verfwerken, alsook van alle roerende en onroerende goederen. Hij neemt daartoe alle voorzorgsmaatregelen evenals ter beveiliging van personen in - en buiten het gebouw.
• alle ontstane beschadigingen aan raamaanslagen, meubilair, goederen, plakwerk, plafonds, muren, tabletten, faience, e.d., dienen op kosten van de aannemer hersteld in hun oorspronkelijke toestand. Indien het werk zulks vereist zullen de venstertabletten voorzichtig uitgenomen en teruggeplaatst worden, waarbij elke beschadiging aan te behouden constructiedelen door de aannemer zal hersteld worden.
• bij renovatiewerken in in gebruik blijvende gebouwen worden de lokalen waarin er gewerkt wordt, dagelijks gereinigd, met bijzondere aandacht voor glassplinters.
Meting
meeteenheid: m²
meetcode: netto weg te breken oppervlakte volgens dagmaten aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH).
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen.
3.50. Afbraak / binnenafwerkingen - algemeen
Omschrijving
Het betreft het verwijderen van alle volgens de aard van de werkzaamheden vereiste en/of in het bestek vermelde of op plan aangeduide binnenafwerkingen.
Uitvoering
Overeenkomstig de aard van de voorziene werken betreft het:
• bij gedeeltelijke renovatiewerken: enkel de ontmanteling van alle afwerkingselementen, welke overeenkomstig het bestek en/of de aanduidingen op plan dienen te worden verwijderd en/of vervangen. De te behouden afwerkingselementen dienen te worden beschermd tegen beschadiging.
Bij renovatiewerken in gebruik blijvende gebouwen zal met de nodige omzichtigheid te werk worden gegaan teneinde te behouden decoratieve afwerkingen zo min mogelijk te beschadigen.
Het staat de leidende ambtenaar vrij om bepaalde materialen volgens zijn keuze te behouden. De aannemer dient deze materialen te stockeren in een door de leidend ambtenaar aan te duiden stapelruimte. Hierbij wordt rekening houden met stabiliteit van de constructies waarop wordt gestapeld. De materialen die door de leidende ambtenaar worden opgeëist, vormen geen enkele aanleiding tot enige schadevergoeding voor de betrokken aannemer.
3.52. Afbraak / binnenafwerkingen - plaatafwerkingen
Omschrijving
Het betreft het demonteren en verwijderen van de in het bestek vermelde of op de plannen aangeduide holle wanden en/of bekleding van wanden/plafonds met plaatmaterialen (lambriseringen, voorzetwanden, uitbekleding kokers, plafondsystemen,…edm ongeacht het materiaal of de samenstelling).
Uitvoering
De te behouden structuren worden volledig zuiver gezet zonder deze te beschadigen. Voor een verzorgde uitvoering wordt in het bijzonder gelet op:
• het beveiligen van alle te behouden delen en aan de wanden/plafonds vastgemaakte installaties.
• het doeltreffend afschermen van alle te behouden onderdelen
• het reglementair afvoeren van het afbraakmateriaal. (alle transport- en stortkosten zijn inbegrepen)
3.52.02. Afbraak / binnenafwerkingen - plaatafwerkingen - voorzetwanden FH m² Meting
Meeteenheid: per m²
Meetcode: netto af te breken oppervlakte
Aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen: in lokaal 19, enkel t.p.v. zone van de verbouwing, het verwijderen van de voorzetwanden. De volledige constructie tot op de naakte ruwbouwconstructie.
3.54. Afbraak / binnenafwerkingen - binnendeuren
Omschrijving
Het betreft de demontage met of zonder verwijdering van de in het bestek en/of op plan aangeduide binnendeuren met of zonder bijhorende omlijstingen.
3.54.01. Afbraak / binnenafwerkingen - deurgeheel FH st Uitvoering
De deurbladen met omlijstingen worden afgebroken en afgevoerd van de werf.
Meting
meeteenheid: per stuk, desgevallend uitgesplitst volgens aard aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Toepassing
Zie plannen en gedetailleerde meetstaat
3.70. Afbraak / technieken elektro - algemeen
3.71. Afbraak / technieken elektro SOG
Omschrijving
De sloopwerken omvatten het demonteren en verwijderen van xxxxxxxxx leidingen met inbegrip van bijhorende bescherminrichtingen, verbindingsdozen, verdeelkasten, bevestigingsstukken, schakelaars, stopcontacten, data-en telefoonaansluitingen, verlichtingstoestellen met lampen e.d., ongeacht de aanwezigheid van andere leidingen of constructiedelen.
Uitvoering
Voor de start van de afbraakwerken checkt de aannemer of de elektriciteit is afgesloten in de zone van de af te breken leidingen. Indien niet, brengt hij de leidend ambtenaar op de hoogte van de situatie. De aannemer zorgt ook in overleg met de leidend ambtenaar of de aannemer elektriciteit voor een duidelijke vergrendeling of signalisatie om een wederinschakeling te voorkomen.
De tellers dienen te worden behouden en beschermd. / De tellers dienen te worden verwijderd overeenkomstig de eisen van de stroomverdelende maatschappij. Steeds zal het nummer van de teller worden doorgegeven aan de leidend ambtenaar bij verwijdering.
Aanvullende bepalingen
• Bij renovaties van in gebruik blijvende gebouwen zal met de nodige omzichtigheid te werk worden gegaan teneinde te behouden afwerkingen zo min mogelijk te beschadigen.
• Fasering bij renovatie van elektrische installaties: de nodige maatregelen dienen getroffen om de af te breken deelinstallaties af te koppelen van de nog in dienst blijvende bouwdelen (gemeenschappelijke delen, …), zodat deze zoveel mogelijk verder in dienst kunnen blijven. Hiertoe dient men voor de in dienst blijvende installaties, waar noodzakelijk tijdelijke aansluitingen te voorzien, met inbegrip van de nodige veiligheidsmaatregelen conform het AREI.
• Het tijdelijk afsluiten van het bestaande, in dienst blijvende, leidingnet gebeurt in samenspraak met de leidend ambtenaar en mag in geen geval worden uitgevoerd zonder voorafgaandelijke toestemming. Bij onderbrekingen van de elektriciteit zal de aannemer instaan voor het tijdig verwittigen van de leidende ambtenaar omtrent het te verwachten tijdsstip en de tijdsduur.
Meting
aard van de overeenkomst: Som Over Geheel (SOG)
Toepassing
Zie gedetailleerde meetstaat en plannen
10. GRONDWERKEN
10.00. Grondwerken - algemeen
Omschrijving
Alle graafwerken noodzakelijk voor het verwezenlijken van de bouwputten en sleuven, alle wederaanvullingen rondom de gerealiseerde funderingen en/of kelders van de op te richten gebouwen. Behalve de in de volgende artikels beschreven werken, omvat de post grondwerken ook steeds:
• het nauwkeurig uitzetten en controleren van de uit te graven zones en peilen van de bouwputten en/of sleuven;
• het ter plaatse brengen en de installatie van het benodigde materieel, graafmachines, e.a.;
• het uitbreken en wegruimen van hindernissen of massieven met een volume kleiner dan 0,5 m3;
• de ongeschonden vrijwaring, de eventuele verlegging of terugplaatsing van aangetroffen kabels en leidingen;
• het droog houden van de bouwputten en sleuven ten gevolge van neerslag en/of grondwater (tenzij dit apart gemeten wordt onder artikel 10.60).
Uitvoering
AARD VAN HET TERREIN - GRONDONDERZOEK
• De aannemer wordt, door het feit van zijn inschrijving, geacht voorafgaandelijk kennis te hebben genomen van het terrein en de bodemgesteldheid, zodat dit geen aanleiding kan geven tot het indienen van verrekeningen, behalve de toegestane meerwerken voor onvoorziene omstandigheden en/of de afrekening van vermoedelijke hoeveelheden die expliciet in het bestek en de samenvattende opmeting worden vermeld.
• De opdrachtgever zal instaan voor het aanleveren van:
de benodigde informatie omtrent de milieuhygiënische kwaliteit, die de aannemer in staat moet stellen om zijn prijszetting te maken, rekening houdend met de wetgeving
m.b.t. het werken met uitgegraven bodem;
het diepsonderingsverslag.
• Deze documenten worden als bijlage gevoegd bij de aanbestedingsdocumenten. De kosten voor deze grondonderzoeken vallen behoudens andere bepalingen ten laste van de bouwheer.
WIJZE VAN UITVOERING - PLANNING
• Alle op het terrein achtergelaten inboedel, afval, sluikstorten, e.d.… wordt voorafgaandelijk aan de werken verzameld en reglementair gestort.
• De graafwerken moeten, volgens de aard van het terrein en volgens noodwendigheid, machinaal of handmatig, uitgevoerd worden. Er worden geen verrekeningen toegestaan voor graafwerken die handmatig moeten uitgevoerd worden.
• Er wordt uitsluitend in droge bouwputten gewerkt. Indien artikel 10.60. betreffende bronbemalingen niet opgenomen is in dit bestek wordt deze automatisch beschouwd als een last van de aanneming, zonder recht op enige prijsverrekening.
• Mits alle voorschriften van dit bestek en de plannen nageleefd worden en mits geen schade wordt aangebracht aan werken in uitvoering en/of aan bestaande bouwwerken, wordt de uitvoeringswijze overgelaten aan het initiatief van de aannemer, die er de volle verantwoordelijkheid voor draagt.
BESCHERMINGSMAATREGELEN
• De aannemer zal zich voor de aanvang van de graafwerken per aangetekend schrijven informeren bij de gemeente waar de ondergrondse leidingen lopen en of deze een risico kunnen inhouden bij de geplande werkzaamheden. Registratie en planaanvraag via het KLIP.
• De verplichtingen voor de aannemer, m.b.t. elektrische kabels worden verwoord in het AREI (artikel 192.02) en het ARAB (artikel 260bis). Bij schade aan een ondergrondse kabel tijdens de uitvoering van de werken zal de aannemer hiervoor aansprakelijk worden gesteld.
• De werkzaamheden mogen geen schade aanrichten aan de aan de gang zijnde werken of aan bestaande bouwwerken. De bodems van bouwputten en sleuven worden beschermd tegen elke schade door water of vorst. Iedere gebeurlijke schade valt ten laste van de aannemer.
• De aannemer treft alle nodige schikkingen om afkalvingen tijdens de uitvoering van de werken te vermijden. Indien de graafwerken de stabiliteit van bepaalde constructies in het gedrang kunnen brengen, verwittigt de aannemer onmiddellijk het bestuur. De graafwerken mogen pas weer aangevangen worden na het akkoord van het bestuur en na het eventueel nemen van maatregelen zoals het plaatsen van doeltreffende stutten, schoringen of onderschoeiingen.
VERREKENINGEN
• De voorziene afmetingen en diepte van de funderingssleuven en/of bouwputten worden vermeld op de plannen, in het bestek en/of de gedetailleerde meetstaat. Er worden hieromtrent geen wijzigingen of verrekeningen toegestaan.
• De architect/stabiliteitsingenieur kan echter in elke fase van de uitgraving eisen sleuven en/of bouwputten dieper of minder diep uit te voeren dan het aanvankelijk voorgeschreven niveau vanwege de toestand van de blootgemaakte grond. Meer- of minwerken die hieruit voortspruiten, worden verrekend in de diepte (niet in de breedte) en aan de eenheidsprijs voorzien in de offerte.
• Zonder uitdrukkelijke goedkeuring van de architect/stabiliteitsingenieur is het verboden de uitgravingen dieper uit te voeren dan voorzien. Indien dit toch zou gebeuren en/of bouwputten door toedoen van de aannemer beschadigingen hebben ondergaan, heeft de architect het recht een bepaalde aanvulling op te leggen, waarbij de aannemer niet zal vergoed worden voor alle hieruit voortvloeiende bijkomende uit te voeren grond- en graafwerken, aanvullingen, funderings-, metsel- en andere werken.
MASSIEVEN - ONVOORZIENE HINDERNISSEN
• Bij het uitvoeren van de grond- en graafwerken verwijdert de aannemer alle overtollige hindernissen (oude funderings- en metselwerkmassieven, oude rioleringsbuizen, rioleringsputten, en alle hindernissen zoals ingegraven puin, wortelstronken, …).
• Bij het vaststellen van bijzondere hindernissen of ernstige gebreken in de grond die de stabiliteit en/of het gebruik van de constructie nadelig kunnen beïnvloeden, zoals oude waterputten, slappe grondlagen of allerhande verontreinigingen, verwittigt de aannemer onmiddellijk de architect en/of de stabiliteitsingenieur, die verdere instructies zal geven voor het verwijderen van deze hindernissen, het oplossen of saneren van het gebrek. De werken voortvloeiend uit deze instructies worden achteraf verrekend na overeenkomst over de prijs.
• Indien de aannemer bij het graven van de bouwputten zou stoten op massieven of hindernissen, met een volume kleiner dan 0,5 m3, dan worden deze elementen verwijderd, zonder enige meerprijs.
Veiligheid
• Toegangen tot de bodem van bouwputten worden behoorlijk aangelegd. Ze worden in goede staat onderhouden en moeten alle nodige veiligheid bieden.
• De opstelling van graafmachines gebeurt overeenkomstig de voorschriften van het ARAB, de aanbevelingen van het NAVB en het veiligheids- en gezondheidsplan.
• Indien de architect, stabiliteitsingenieur en/of veiligheidscoördinator-verwezenlijking dit zouden eisen, moet de aannemer waar nodig bijkomende veiligheidsmaatregelen nemen, aangepaste
middelen gebruiken en/of zijn uitvoeringsplanning herzien. Hieromtrent zullen geen verrekeningen worden aanvaard.
Xxxxxxx
• Xx aannemer verwittigt tijdig de architect en/of de ingenieur, om de uitgravingen te controleren en voert geen werken uit die een visuele controle door de architect/ingenieur zouden kunnen hinderen. De afmetingen van de bouwputten en sleuven moeten het daarbij mogelijk maken alle werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren.
• De ontwerper en/of de ingenieur stabiliteit controleert de diepte, de bodem en de afmetingen van de putten en de sleuven, vooraleer de aannemer mag overgaan tot het betonstorten van de funderingen en het wederaanvullen. De toleranties in min of meer, op de peilen van een willekeurig profiel bedragen in grond maximaal 3 cm en in rotsachtige bodem maximaal 5 cm.
10.10. Voorafgaande afgraving van het terrein - algemeen
10.11. Voorafgaande afgraving terrein - ontzoden SOG
Omschrijving
Voorafgaandelijk wegnemen van de graszoden op al de delen van het terrein, waarop de bouwwerken zullen worden opgericht en/of de overtollige grond zal worden gestort.
Uitvoering
• De graszoden worden afgegraven over een dikte van 10 cm. De zoden worden
gestapeld op de bouwplaats. Op vraag van de aannemer duidt de architect de plaatsen aan waar de graszoden moeten geborgen worden. Tot hun herplaatsing worden ze door bevochtiging en andere middelen geschikt gehouden voor hergebruik.
Toepassing:
De begroeide zoden van ca. 2m rond de bouwzone.
Meting
• meetcode: er wordt geen meting opgemaakt voor dit artikel, enkel de beschrijving dient te worden gevolgd.
• aard van de overeenkomst: Som Over Geheel (SOG)
10.20. Uitgraven bouwputten - algemeen
Omschrijving
De uitgravingen hebben tot doel de voorziene bouwputten te realiseren (ongeacht of deze boven of onder het freatisch oppervlak zijn gelegen).
Uitvoering
• De bouwputten worden waterpas en zuiver uitgegraven tot op het niveau voorgeschreven door de architect/ingenieur. De funderingsaanzet ligt daarbij minstens op vorstvrije diepte (80 cm) en tot op draagkrachtige grond.
• Bij het uitgraven moet erop gelet worden dat de uiteindelijke bodem van de put niet losgewoeld wordt.
In elk geval moet de bodem vlak en genivelleerd zijn. De bodem moet bovendien gezuiverd worden van alle organisch afval en puin, ijzer of andere materialen die harde plaatsen of inklinkingen kunnen veroorzaken.
• De aannemer mag slechts starten met de funderingswerken of de bouwput dempen na akkoord van de architect of ingenieur betreffende de juiste diepte. Dit wordt opgetekend in het werfdagboek.
• De aannemer plaatst de nodige veilige toegangen tot de bodem van de bouwput en houdt ze in goede staat gedurende de uitvoering van de werken.
• Alle te hergebruiken grond voor aanvullingen en/of ophogingen, wordt gestapeld binnen de bouwplaats op een door het Bestuur aan te duiden plaats.
• Informatie over de grondwaterstand is terug te vinden in het diepsonderingsverslag dat als bijlage bij de aanbestedingsdocumenten gevoegd is.
10.21. Uitgraven bouwputten - gewone bouwputten VH m³
Omschrijving
De nodige uitgravingen tot realisatie van bouwputten voor de kelders, kruipkelders, ondergrondse parkings, liftputten, … (ongeacht of deze boven of onder het freatisch oppervlak zijn gelegen), inclusief het hergebruik van het uitgegraven materiaal als wederaanvulling. De afvoer van overtollige uitgegraven grond wordt beschreven onder artikel 10.43.
Indien de uitgegraven grond gebruikt wordt om weer aan te vullen rondom de constructie, zijn deze wederaanvullingen inbegrepen in de prijs van dit artikel. De afvoer van de overtollige uitgegraven grond wordt apart gemeten onder artikels 10.43.
Uitvoering
• De wanden worden zoveel mogelijk verticaal uitgegraven. Wanneer echter voor inkalving gedurende de werken gevreesd wordt, worden de wanden in taluds uitgevoerd. De aannemer kan daarbij zelf de hellingshoek van zijn uitgravingen bepalen in functie van de grondsoort en de uit te voeren werken. De taluds worden echter niet meegerekend in het volume van de uitgegraven grond. Toepassing
De bouwput voor het realiseren van de kruipruimte voor het binnenbrengen en aansluiten van de bekabeling van de nieuwe elektrische installatie overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en de vermeldingen in de meetstaat.
Meting
• aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
• meeteenheid: per m3
• meetcode: het te meten volume wordt steeds gerekend met rechte wanden en is begrepen tussen de buitenomtrek van de fundering. Er wordt geen rekening gehouden met taluds of meerbreedtes voor werkruimte. De diepte van de uitgraving wordt gerekend tot de funderingsaanzet.
10.22. Uitgraven sleuven ifv waterdichting en herpositionering bestaande drainering VH m³
Omschrijving
De nodige uitgravingen tot herpositionering van de bestaande drainering, … (ongeacht of deze boven of onder het freatisch oppervlak zijn gelegen), inclusief het hergebruik van het uitgegraven materiaal als wederaanvulling. De afvoer van overtollige uitgegraven grond wordt beschreven onder artikel 10.43.
Indien de uitgegraven grond gebruikt wordt om weer aan te vullen rondom de constructie, zijn deze wederaanvullingen inbegrepen in de prijs van dit artikel. De afvoer van de overtollige uitgegraven grond wordt apart gemeten onder artikels 10.43.
Uitvoering
• De wanden worden zoveel mogelijk verticaal uitgegraven. Wanneer echter voor inkalving gedurende de werken gevreesd wordt, worden de wanden in taluds uitgevoerd. De aannemer kan daarbij zelf de hellingshoek van zijn uitgravingen bepalen in functie van de grondsoort en de uit te voeren werken. De taluds worden echter niet meegerekend in het volume van de uitgegraven grond. Toepassing
Ten gevolge van de onderschoeiing kan het bestuur beslissen om de bestaande drainering
t.h.v. de bestaande funderingsvoeten van de originele gevelvlakken te verlagen. Deze post werd onder voorbehoud opgenomen in het dossier. Het bestuur behoud zich het recht toe deze werken al dan niet te laten uitvoeren. De beslissing wordt genomen in overleg met de ing. stabiliteit. (zie ook art. 14.40; 14.42; 14.43 en 14.44)
Indien beslist wordt om deze werken uit te voeren kan dit enkel na het verwijderen van de schoringswerken van de gevels.
Meting
• aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
• meeteenheid: per m3
• meetcode: het te meten volume wordt steeds gerekend met rechte wanden en is begrepen tussen de buitenomtrek van de fundering. Er wordt geen rekening gehouden met taluds of meerbreedtes voor werkruimte. De diepte van de uitgraving wordt gerekend tot de funderingsaanzet.
10.40. Grondverzet - Algemeen
10.41. Grondverzet - projectopvolging SOG
Omschrijving
De volledige projectopvolging (organisatorisch en administratief) in het kader van de grondverzetsregeling, nl.
• de verplichtingen omschreven in Hoofdstuk XIII van Vlarebo (melding start der werken, aanvraag grondverzettoelatingen, bodembeheerrapporten, …);
• de traceerbaarheidsprocedure van een erkende bodembeheerorganisatie m.b.t. de door haar af te leveren documenten.
Meting
• aard van de overeenkomst: Som Over Geheel (SOG)
10.43. Grondverzet - afvoer uitgegraven bodem
10.43.10. Grondverzet - afvoer uitgegraven bodem/naar bestemming voor gebruik
Omschrijving
De afvoer van overtollige uitgegraven grond die voldoet aan de waarde voor vrij gebruik als bodem (bijlage V, Vlarebo).
Na uitgraving en stapeling is het volume van de af te voeren grond groter dan het theoretische volume. Dit meervolume kan niet verrekend worden.
Uitvoering
• Bestemming: keuze aannemer Toepassing
Het uitgegraven volume voor de kruipkelder zoals aangegeven op de plannen en de vermeldingen in de meetstaat.
Meting
• aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
• meeteenheid: per m3
• meetcode: het volume wordt bepaald volgens de theoretische hoeveelheid grond (volgens de meetcodes van artikel 10.20. t.e.m. 10.33) van deze kwaliteit die uitgegraven moest worden.
10.60. Bronbemaling - algemeen SOG
Omschrijving
De grondwaterstand moet verlaagd worden om alle werken in het droge te kunnen uitvoeren. Hiertoe dient een bronbemaling voorzien te worden.
De werken omvatten:
• de studie van het meest geschikte bemalingssyteem voor deze locatie en het afleveren van de bijhorende rapportering hieromtrent;
• eventueel door de aannemer noodzakelijk geachte bijkomende sonderingen of het plaatsen van peilbuizen;
• alle nodige maatregelen voor het beperken van de risico’s voor de omliggende bebouwing en infrastructuur (proefbemaling met monitoring, retourbemaling, …), uitgezonderd de uitvoering van waterremmende of –dichte schermen zoals berlinerwanden, secanspalenwanden, soilmix wanden die eventueel apart opgenomen worden onder hoofdstuk 13;
• de opmaak van een gedetailleerd bemalingsplan en het afleveren van de bijhorende rapportering hieromtrent;
• de instandhouding, het voorkomen van waterstagnatie;
• het afdekken van putten en sleuven waar nodig;
• het verlagen van het grondwaterpeil waar nodig, vanaf de uitgraving t.e.m. de aanvulling;
• de levering, het in werking stellen en naderhand demonteren van het bronbemalingssysteem;
• alle middelen nodig om een continue werking van het bemalingssysteem te verzekeren;
• de controle van de grondwaterstand (piëzometerbuizen);
• de opslag en afvoer van het water;
• de betaling van eventuele heffingen.
Uitvoering
• Ingeval een verlaging van de grondwaterstand nodig is, laat de aannemer een gespecialiseerde firma een studie maken om het meest geschikte bemalingssysteem voor te stellen, incl. een risicoanalyse. Hij legt een schriftelijk verslag hiervan ter goedkeuring voor aan de ontwerper en stabiliteitsingenieur. De eventuele kosten van deze studie zijn vervat in dit artikel.
• In deze conceptstudie zal eventueel ook de noodzakelijke monitoring beschreven worden. De uitvoering van de monitoring is inbegrepen in dit artikel.
• Het gehalte aan vaste stoffen in het afgevoerde water moet lager zijn dan 100 mg per liter gepompt water. De aannemer neemt hiertoe de nodige maatregelen. Bij verstopping van het
rioleringsnet zijn de kosten voor het ontstoppen en herstellen van de riolering steeds ten laste van de aannemer.
• De aannemer zorgt voor de afvoer van het oppervlaktewater en houdt het grondwater tot minimaal 50 cm onder het diepste punt van de funderingsaanzet.
• De aannemer treft de nodige maatregelen om alle eventueel nadelige invloeden van de bemaling te vermijden zodanig dat alle schade aan omringende bebouwing en beplanting wordt vermeden. Zo nodig dienen beplantingen (bomen, struiken, …) tijdelijk bewaterd te worden. Iedere gevolgschade aan naburige gebouwen, infrastructuur of beplantingen ten gevolge van de grondwaterstandverlaging zal ten laste vallen van de aannemer.
• Bij gebruik van een dieselpomp zal de nodige aandacht geschonken worden aan de beperking van het geluid van de pompen zodat geen geluidshinder voor de buren ontstaat.
• De verlaging van het grondwater wordt pas stopgezet wanneer de bouwconstructie voldoende tegendruk biedt en mits voorafgaandelijk akkoord van de architect en/of ingenieur.
• De aannemer dient op zijn initiatief voor de aanvang van de bemalingswerken een melding in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen volgens de bepalingen van Vlarem voor inrichtingen van klasse 3.
Meting
• er wordt prijs gegeven voor een mogelijk te verwachten bronbemaling. Indien tijdens de werken zou blijken dat deze bronbemaling niet noodzakelijk is, wordt deze post volledig uit de aanneming geschrapt en in mindering gebracht.
• aard van de overeenkomst: Som Over Geheel (SOG)
11. STUT_ EN ONDERVANGINGWERKEN
11.00. Stut- en ondervangingswerken - algemeen
VOORONDERZOEK
• De gegevens van een uitgebreid vooronderzoek van de bestaande toestand, uitgevoerd door de stabiliteitsingenieur, architect of bouwheer, zijn verwerkt in het dossier en dienen voor de aannemer als basis voor de uit te voeren stut- en ondervangingswerken.
• Door het feit van zijn inschrijving zelf erkent de aannemer:
de plaats van de uitvoering te hebben bezocht;
zich rekenschap te geven van de moeilijkheidsgraad en alle bijzonderheden horende bij de uitvoering;
voldoende gegevens te zijner beschikking te hebben om een correcte en volledige prijsofferte op te maken.
ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN
• Indien desondanks wegens onvoorziene omstandigheden de noodzaak om over te gaan tot ondervangingswerken e.d.m. toch pas tijdens de uitvoering van de werken zelf blijkt, kunnen verrekeningen worden toegestaan, zo mogelijk op basis van de bij de gunning van het werk bepaalde eenheidsprijzen.
• Bij vaststelling tijdens de werken van de noodzaak om over te gaan tot dringende onderschoring, worden door de aannemer onmiddellijk de eerste voorzorgsmaatregelen genomen , o.m. een voorlopige onderschoring, en worden tevens alle werken die de omgevende grond zouden kunnen beroeren, evenals alle werken die mogelijk gevaar voor personen zouden kunnen opleveren, stilgelegd. De bouwheer, de eventuele aan de nodige onderschoring palende eigenaar(s), de veiligheidscoördinator, de ontwerper en de stabiliteitsingenieur worden onverwijld samengeroepen en wordt een overeenkomst opgesteld over de verdere aanpak en over de te nemen veiligheidsmaatregelen.
• Bij werken waarvoor een stabiliteitsingenieur werd aangesteld door de ontwerper of bouwheer, zal deze onmiddellijk de voorlopig te nemen maatregelen voorstellen of (in geval van overmacht) de reeds door de aannemer genomen maatregelen controleren en evalueren en binnen de 7 kalenderdagen een voorstel tot verrekening voorleggen aan de ontwerper en het Bestuur.
In de andere gevallen zal de aannemer zelf onmiddellijk een ingenieur belasten met deze opdracht.
• Bij uitzonderlijke gevallen waarbij een extra bodemonderzoek noodzakelijk is of beroep moet gedaan worden op een gespecialiseerde firma, wordt een termijn afgesproken waarbinnen de aannemer of de ontwerper/ingenieur bijkomende maatregelen voorstelt aan de hand van dit bodemonderzoek of het overleg met de firma. Hiervoor kan een in onderling overleg bepaalde termijnverlenging worden toegekend.
Bij het respecteren van de overeengekomen termijnen ziet de aannemer af van verdere schadeloosstellingen behalve de verrekeningen voor meerwerken en de daaruit en uit de vertraging volgende termijnverlenging.
DOCUMENTEN
• De planning voor stut- en ondervangingswerken moet vooraf worden voorgelegd aan de ontwerper, stabiliteitsingenieur, veiligheidscoördinator-verwezenlijking en het Bestuur. De aannemer bezorgt eveneens voor de uitvoering de nodige berekeningsnota’s, de documentatie en certificaten van de te gebruiken systemen, materialen, een plan met de door hem voorziene uitvoeringsfazen, ….
PLAATSBESCHRIJVING
• De aannemer maakt voor de aanvang van de werken te zijner laste een plaatsbeschrijving op van de eigendommen en infrastructuur die palen aan de bouwplaats. Een exemplaar van die plaatsbeschrijving, aanvaard door de respectievelijke eigenaars, wordt aan het Bestuur bezorgd.
Na de uitvoering van de werken wordt er door de aannemer, en dit te zijner laste, een staat van vergelijking opgemaakt, waarvan eveneens een exemplaar aan het Bestuur wordt overhandigd.
UITVOERING
• De aannemer neemt alle nodige voorzorgen om de werken uit te voeren zonder schade te berokkenen aan de omliggende eigendommen en infrastructuur. Hij gaat na waar ondergrondse nutsvoorzieningen gelegen zijn en zorgt voor de ongeschonden vrijwaring, de eventuele verlegging of terugplaatsing van aangetroffen kabels en leidingen.
• De werken worden zoveel als mogelijk trillingsvrij uitgevoerd. Indien dit niet mogelijk is, moeten de trillingsfrequenties tijdens de uitvoering voldoende ver verwijderd zijn van de waarden van de eigenfrequenties van de omliggende constructies (zie NBN B 03-003).
11.10. Beschoeiing bouwputten - algemeen
11.11. Beschoeiing bouwputten - damplanken
Metalen geprofileerde platen worden in de grond geheid, getrild of statisch ingedrukt om als grondkering te dienen bij het uitvoeren van de bouwput.
• De damwandprofielen voldoen aan de bepalingen van NBN EN 10248 of NBN EN 10249.
• De berekening van de damwanden gebeurt volgens deel 5 van Eurocode 3 (NBN EN 1993-5)
• De stabiliteitsingenieur geeft op de plannen de minimale karakteristieken (op te nemen moment, …) van de damwand aan. De aannemer stelt op basis hiervan en de resultaten van de diepsonderingen een bepaald damwandsysteem voor aan de stabiliteitsingenieur. De aannemer mag slechts overgaan tot voorbereiding en uitvoering van de damwand na goedkeuring door de stabiliteitsingenieur. Deze goedkeuring wordt vermeld in het dagboek der werken of in het werfverslag.
• De beschoeiing van de bouwput dient onderzocht te worden in combinatie met het tijdelijk stutwerk van de gevels overeenkomstig artikel 3.13. ‘gevelschoring’. De werkwijze dient ter goedkeuring voor gelegd te worden aan de ing. stabiliteit en de LA.
11.11.10. Beschoeiing bouwputten - damplanken/aanvoer & installatie machine SOG
Omschrijving
Aanvoer en installatie van de machine evenals de voorbereiding van het terrein om de beschoeiingswerken te kunnen uitvoeren.
Meting
• aard van de overeenkomst: Som over Geheel (SOG)
11.11.20. Beschoeiing bouwputten - damplanken/materialen en verwerking VH m²
Omschrijving
Levering en plaatsing van de damplanken. Meting
• meeteenheid: m2
• meetcode: netto wandoppervlakte
• aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
11.20. Onderschoeiing - algemeen
11.21. Onderschoeiing - stortklaar beton VH m³
Omschrijving
De onderschoeiingen worden uitgevoerd in stortklaar beton. De werken omvatten:
• De uitvoering van de onderschoeiïngen met inbegrip van de (manuele) uitgravingswerken en de afvoer van de overtollige grond.
• De voorbereidingswerken aan de te onderschoeien funderingen.
• Alle beschermingsmaatregelen m.b.t. veiligheid en stabiliteit.
• Het leveren, plaatsen en/of verwerken van alle nodige materialen en uitvoeringsmiddelen:
de ondersteuningen, bekistingen, ontkistingsproducten
eventuele in te storten elementen
het beton (al dan niet waterdicht)
• De nodige voorzieningen voor uitsparingen en verwijdingen.
• Het wegnemen van de hulpstukken en bekistingselementen, het eventueel reinigen van de zichtzijden en de afwerking van de randen.
Materiaal
• De onderschoeiingen worden gerealiseerd met stortklaar gewapend beton. Het gebruik van toeslagstoffen is onderworpen aan de voorafgaandelijke goedkeuring van de architect.
• De bepalingen van artikel 26.11, 26.12.10., 26.13. en 26.14. zijn van toepassing.
Specificaties
• Betonkwaliteit volgens NBN EN 206-1 en NBN B 15-001 (zie ook artikel 26.12.) Sterkteklasse: minimum
Gebruiksdomein Omgevingsklasse: minimum
Consistentieklasse: keuze aannemer Xxxxxxxx korrelgrootte: keuze aannemer
• Bekistingen: … Uitvoering
• Studie:
volgens stabiliteitsstudie, zoals gevoegd bij het aannemingsdossier.
Bestuur.
• Vóór de uitvoering van de onderschoeiing worden de nodige voorzorgen genomen om de algemene stabiliteit van de te onderschoeien funderingen en bovenliggende constructie niet in het gedrang te brengen.
• In de sleuven moet in de dwarse richting op de te onderschoren constructie een werkruimte van circa 1 m voorzien worden. De onderschoeiïngen worden uitgevoerd in de op de plannen aangeduide dikte, in een bekisting die op 20 cm (horizontaal gemeten) van de te onderschoeien fundering wordt geplaatst, alsook 10 cm hoger dan het ondervlak van deze fundering.
• Het beton wordt gestort tot gelijk met de bovenrand van deze verhoogde bekisting en wordt voldoende verdicht met aangepaste apparatuur.
• Het uitvoeren van de onderschoeiing gebeurt in moten van maximum 1,20 m lang. Eenmaal uitgevoerd vormen de onderschoeiingen een doorlopend geheel.
• De tussenruimte tussen de werkmoten bedraagt minstens de lengte van twee werkstroken en wordt gevormd door ongeroerde grond en/of reeds uitgevoerde onderschoeiingen. Zowel het ongewapende als het gewapende beton wordt door wapeningsstaven met elkaar verbonden. De aansluitvlakken van het beton worden steeds mechanisch afgebikt, dit vooraleer de aansluitende strook gestort wordt. Er mag slechts overgegaan worden tot het onderschoeien van nieuwe werkstroken nadat het onderschoeiingsbeton voldoende verhard is en mits de toelating van de aangestelde ingenieur en/of de architect.
• De wanden worden voor het betonstorten voorzien van de nodige uitsparingen of doorvoeren zoals aangeduid op de plannen. Geen enkele doorvoer mag achteraf in het gestorte beton worden uitgeboord of uitgehakt zonder de voorafgaandelijke toestemming van de aangestelde ingenieur en/of de architect.
• De aannemer neemt alle voorzorgen opdat het vers gestorte beton in optimale omstandigheden kan verharden. In het bijzonder bij droog en warm weer wordt het vers gestorte beton regelmatig bevochtigd teneinde krimpscheurvorming te voorkomen.
• Het ontkisten van elke werkmoot mag slechts gebeuren nadat het beton een voldoende sterkte heeft bereikt, na een periode vastgesteld door de aangestelde ingenieur en/of de architect, rekening houdend met de toestand van de grond in situ en de te verwachten belastingen.
Toepassing
De bestaande, te behouden, buitenmuren overeenkomstig de aanduidingen op de plannen, stabiliteitsplannen en de vermeldingen in de meetstaat en stabiliteitsstudie.
Meting
• meeteenheid: m3
(wapening wordt gemeten onder artikel 26.11.)
• meetcode: netto volume
• aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
12. FUNDERINGEN OP STAAL
12.40. Aarding overeenkomstig voorschriften Fluvius SOG
Leveren en plaatsen van een aardingslus, zoals voorgeschreven door het AREI, inclusief alle vereiste werken en leveringen: het effenen van de sleuven, het opmetsen van controleputjes indien de aardingslus uit meerdere stukken bestaat, alle toebehoren voor een correcte plaatsing van de aardingslus, een afkoppelbaar aansluitstuk, e.d.,…
• De aardingslus bestaat uit een niet geïsoleerde koperen geleider, met een ronde doorsnede van minimum 35 mm2. (CU35mm²)
• De aardingslus wordt verbonden met koperen volle massieve geleiders die onder een hoek van 45° in de volle grond gedreven worden overeenkomstig het aardingsschema.
• Het gebruik van een zeer soepele geleider, dus samengesteld uit menigvuldige kleinere koperen draadjes, of soepele tres, is verboden.
• Ondergrondse water- en gasleidingen mogen nooit aangewend worden als aardverbinding.
Uitvoering
• De plaatsing gebeurt conform art. 69 van het AREI en het art. 2 van het M.B. van 6/10/1981, waarbij de spreidingsweerstand van de aardverbinding kleiner moet zijn dan 100 Ohm.
• Voor elk nieuw gebouw, waar de funderingen tot op een diepte van minstens 60 cm reiken, moet de aardverbinding minstens bestaan uit een aardingslus aangebracht op de bodem van de funderingssleuven van de buitenmuren.
• Het aanbrengen van de aardingslus en massieve geleiders zal steeds op een ongeroerde grond geschieden tegenaan de buitenzijde van de funderingssleuf. Zij mag geen aanleiding geven tot vermindering van de draagkracht van de funderingen en mag in geen geval rechtstreeks in aanraking komen met de funderingen. Hiertoe wordt de aardingslus bedekt met een zuiverheidslaag van 5 cm. Het aanbrengen van de zuiverheidlaag zal pas geschieden na de inspectie van de aardingslus door het bestuur.
• Om de aardverbindinglus op de bodem van de sleuf te houden worden enkel bevestigingsmiddelen (haken, krammen, ...) gebruikt uit koper of een materiaal zonder corrosieve inwerking op het metaal van de aardingslus.
• De aardingslus moet uit één stuk worden opgebouwd. Er mogen geen verbindingen onder de funderingen worden aangebracht. Indien dit niet te vermijden is, moeten deze verbindingen zichtbaar worden uitgevoerd, d.w.z. aan de buitenzijde van de buitenomtrek, in een zichtput, of tegen de muur, op een plaats te bespreken met het bestuur.
• De zichtbare verbindingen worden geschroefd en zijn voorzien van de nodige meetklemmen voor controle.
• De twee uiteinden van de lus worden doorheen soepele PVC-buizen tot 120cm boven de vloerpas gebracht. Doorheen de bodemplaat worden beide uiteinden d.m.v. krimpkousen van elkaar gescheiden. Nergens mag er rechtstreeks contact ontstaan met het beton. Beide uiteinden van de lus monden uit ter hoogte van het tellerlokaal. Op een permanent inspecteerbare en bereikbare plaats worden ze aan elkaar verbonden d.m.v. een afkoppelbaar aansluitstuk (klem of scheidingsstrip).
Keuring
• Vóór het uitvoeren van de funderingswerken wordt de spreidingsweerstand gecontroleerd.
Toepassing
Overeenkomstig de aanduiding op het aardingsschema.
• Aard van de overeenkomst: som over het geheel (SOG)
• meetcode: netto lengte, gemeten volgens de afmetingen op plan in de as van de buitenmuren, te vermeerderen met de lengte nodig voor de aansluiting aan de elektrische installatie (min. 2 x 1,2 m)
13. SPECIALE FUNDERINGEN
13.00. Speciale funderingen - algemeen
13.01. Diepsonderingsverslag - algemeen PM
Omschrijving
Een verslag van de ten laste van de bouwheer uitgevoerde diepsonderingen is als bijlage aan het aanbestedingdossier toegevoegd. De aannemer houdt bij de uitvoering van de speciale funderingen rekening met de gegevens van dit verslag.
13.50. Plaatfunderingen - algemeen
Algemene funderingsplaat uit gewapend beton, die de belasting van de volledige bovenbouw overdraagt naar de ondergrond. De werken omvatten:
• het uitzetten van de plaatfundering;
• de nodige vochtisolaties;
• de eventueel vereiste randbekistingen en ontkistingswerken;
• de nodige vorstranden (indien niet apart beschreven onder andere artikels);
• de nodige uitsparingen;
• de levering en plaatsing van de eventuele staaf- en netwapening, met inbegrip van de voorzieningen en hulpstukken (afstandhouders, …) voor het plaatsen en bevestigen;
• de levering, verwerking en spreiding van het beton op de gewenste dikte;
• de eventueel nodige waterkerende inrichtingen tussen vloerplaat en opgaande betonwanden;
• de uitvoering van eventuele uitzetvoegen volgens de aanwijzingen van de stabiliteitsingenieur;
• de voorziene egalisering van het bovenvlak, volgens de vereiste afwerkingsgraad;
• de bescherming van de betonoppervlakken bij nadelige weersomstandigheden;
• Alle betonwapening moet verbonden zijn met de equipotentiale aardingsstrip in het lokaal.
13.52. Plaatfunderingen - gewapend en gepolierd VH m³
Omschrijving:
De werken en leveringen nodig voor de uitvoering van de algemene plaatfundering in gewapend stortklaar beton. Het bovenvlak van de plaat wordt gepolierd.
Materiaal:
De plaatfundering bestaat uit gewapend beton dat ter plaatse wordt gestort. Het gebruik van toeslagstoffen is onderworpen aan de voorafgaandelijke goedkeuring van de LA en stabiliteitsingenieur.
De bepalingen van artikel 26.11 t.e.m. 26.14 zijn van toepassing. Specificaties:
stortklaar beton met staaf- en netwapening Beton volgens artikel 26.12. t.e.m. 26.12.11.
Betonkwaliteit volgens NBN EN 206-1 en NBN B 15-001
Sterkteklasse | Gebruiksdomein | Omgevingsklasse | Consistentieklasse | Maximale korrelgrootte |
minimum | minimum | keuze aannemer | keuze aannemer |
Wapeningsstaal: zie artikel 26.11.10. t.e.m. 26.11.12. Prestaties gepolierd oppervlak:
Slijtbelastingsklasse: minimaal Ia (cfr. TV 204 (WTCB))
Vlakheidsklasse: minimaal klasse II (tolerantie van 5 mm op de regel van 2 m) (cfr. TV 204 (WTCB))
Uitvoering
De werken worden uitgevoerd volgens de stabiliteitsstudie, bijzonder bestek en plannen, opgesteld door de stabiliteitsingenieur.
De plaat wordt gestort op de voorziene zuiverheidslaag, zoals beschreven in artikel 15.11.
, voorzien van een vochtwerende laag, zoals beschreven onder artikel 15.30. e.v.. De randen van de plaatfundering worden volgens de stabiliteitsplannen voorzien.
Het bovenvlak van de plaat wordt gepolierd met een topping dat na afloop van de binding van het beton op het oppervlak aangebracht wordt.
• Het polieren van het bovenvlak van de plaat wordt voorzien over de gehele oppervlakte van de plaat.
• De voorschriften van TV 204 Cementgebonden bedrijfsvloeren (WTCB) moeten nagevolgd worden.
• De stabiliteitsingenieur geeft aan waar de noodzakelijke voegen in de vloer voorzien moeten worden. Hierbij worden de minimale eisen van TV 204 (WTCB) gerespecteerd.
• De aannemer voorziet zo vlug mogelijk na de oppervlakteafwerking een gepaste nabehandeling om te snelle uitdroging te voorkomen. Deze nabehandeling is inbegrepen in de eenheidsprijs.
Toepassing
Funderingsplaat van de kruipkelder overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en vermeldingen in de meetstaat.
Meting
• meeteenheid: per m3 beton. De afwerking van het bovenvlak van de plaat is inbegrepen in de eenheidsprijs.
(de wapening wordt gemeten onder artikel 26.11.)
• meetcode: netto volume, vorstranden inbegrepen
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (VH)
14. ONDERGRONDSE WANDEN
14.00. Ondergrondse wanden - algemeen
14.10. Funderingswanden - algemeen
Omschrijving
Ondergrondse wanden in aanraking met de grond, die niet tot de dragende binnenmuren van de kelder behoren, zoals voorzien in artikel 14.20.
14.11. Funderingswanden - beton
14.11.10. Funderingswanden - beton/ter plaatse gestort - algemeen
Omschrijving
Ondergrondse funderingswanden uit ter plaatse gestort gewapend beton die dienst doen als dragend structuurelement voor de verdere bovenbouw. De werken omvatten:
• het uitzetten van de funderingswanden;
• alle nodige vochtisolaties;
• alle vereiste bekistingen en ontkistingswerken;
• alle nodige uitsparingen en voorzieningen voor doorvoeren;
• de levering en plaatsing van de eventuele staaf- en netwapening met inbegrip van de voorzieningen en hulpstukken (afstandhouders, …) voor het plaatsen en bevestigen; de meting van de wapening gebeurt echter onder artikel 26.11.
• de levering en verwerking van het beton;
• de nodige maatregelen om de gevraagde waterdichtheidsklasse te behalen;
• het uitvoeren van de voegen;
• de nabehandeling van het vers gestorte beton;
• de bescherming van de betonoppervlakken. Materiaal
• De volgende documenten zijn van toepassing:
TV 247 Ontwerp en uitvoering van vloeistofdichte betonconstructies
NBN EN 1992-3 Eurocode 2 - Ontwerp en berekening van betonconstructies. Deel 3: constructies voor keren en opslaan van stoffen
• De funderingswanden bestaan uit gewapend beton dat ter plaatse wordt gestort. Het gebruik van toeslagstoffen is onderworpen aan de voorafgaandelijke goedkeuring van de architect en de stabiliteitsingenieur.
• De bepalingen van artikel 26.11 t.e.m. 26.14 zijn van toepassing.
Specificaties
• stortklaar beton met staaf- en netwapening
• (Alle betonwapening moet verbonden zijn met de equipotentiale aardingsstrip in het lokaal.
• Beton volgens artikel 26.12. t.e.m. 26.12.11.
• Betonkwaliteit volgens NBN EN 206-1 en NBN B 15-001
Sterkteklasse | Gebruiksdomein | Omgevingsklasse | Consistentieklasse | Maximale korrelgrootte |
C30/37 | GB | EE3 | S4 | Keuze aannemer |
14.11.14. Funderingswanden - beton/ter plaatse gestort - dikte 30cm FH m³
Meting
• meeteenheid: per m3 beton
• meetcode: netto volume, gemeten tussen de vloeren. De uitvoering van de voegen is inbegrepen in de eenheidsprijs van het beton, de wapening wordt gemeten onder de artikels 26.11.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
14.11.15. Funderingswanden - beton/ter plaatse gestort - dikte 35cm FH m³
Meting
• meeteenheid: per m3 beton
• meetcode: netto volume, gemeten tussen de vloeren. De uitvoering van de voegen is inbegrepen in de eenheidsprijs van het beton, de wapening wordt gemeten onder de artikels 26.11.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
14.11.30. Funderingswanden - beton/injectie VH lm
Omschrijving
Injectie van scheuren ten gevolge van differentiële krimp tussen wand en vloer die ontstaan ondanks het nemen van alle nodige voorzorgen.
Toepassing
Ter plaatse van de kruipkelder. Meting
• meeteenheid: per lopende m
• meetcode: de kosten voor de injectie zijn enkel ten laste van de bouwheer indien kan aangetoond worden dat alle nodige maatregelen zoals beschreven in dit bestek en de referentiedocumenten waarnaar verwezen wordt, nageleefd zijn en de scheurvorming het gevolg is van de differentiële krimp tussen wand en vloer van de ondergrondse constructie. Indien dit niet kan aangetoond worden, zijn de kosten van de injecties ten laste van de aannemer.
• aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
14.40. Waterdichting ondergrondse wanden - algemeen
• De aannemer legt het systeem en keuze van producten ter goedkeuring voor aan de LA. Er wordt een 10-jarige garantie gevraagd op de volledige waterdichtheid van de ondergrondse constructie. Hij verbindt zich ertoe alle eventuele herstellingswerken op eigen kosten uit te voeren bij het falen van de waterdichtheid binnen de 10-jarige garantieperiode (vanaf de definitieve oplevering).
• Deze werken (art. 14.42; 14.43 en 14.44) worden enkel uitgevoerd in combinatie met het verlagen van de bestaande drainering zoals voorzien in artikel 10.22. ‘Uitgraven sleuven ifv waterdichting en herpositionering bestaande drainering’.
14.42. Waterdichting ondergrondse wanden - gemondificeerde cementmortel FH m²
Omschrijving
Mortel die gespoten of handmatig aangebracht wordt in een dikke laag om een volkomen waterdichtheid van de ondergrondse wanden te bekomen. De werken omvatten de voorbereiding van de ondergrond en het aanbrengen van de mortel.
Materiaal
• Dichtingsmortel op basis van cement, minerale vulstoffen en specifieke toeslagstoffen.
• De mortel moet weerstaan aan eventueel agressieve stoffen die in de grond aanwezig kunnen zijn.
Uitvoering
• De ondergrond wordt ontdaan van oneffenheden en vervuiling om een goede hechting te garanderen. Geen enkel spoor van vet, olie, ontkistingsproducten, zand of mortel mag nog voorkomen. Eventueel aanwezige holten en/of scheuren moeten met een hiertoe geschikt product gevuld worden vóór het aanbrengen van de hydraulische mortel.
• De hydraulische mortel wordt aangebracht langs de buitenzijde van de ondergrondse wanden.
• Het aanbrengen van de mortel gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant. De aannemer brengt de mortel aan met de vereiste laagdikte die een volkomen waterdichtheid van de ondergrondse wanden garandeert.
• Bij wanddoorvoeren wordt gebruik gemaakt van een aangepast waterdicht wanddoorvoerprofiel of er wordt een soepele voeg aangebracht zodat de dichtingslaag goed aansluit rond het doorvoerelement.
• Het product mag niet aangebracht worden bij temperaturen lager dan 5°C.
• De bouwput wordt in stand gehouden tot na de volledige uitharding van de cementering. De bouwput mag slechts na uitdrukkelijke toestemming van de architect gedicht worden.
Meting
• meeteenheid: m2
• meetcode: netto uit te voeren oppervlakte. Openingen groter dan 0,5 m² worden afgetrokken. De oppervlakte van wanden en bodem van eventuele keldergaten of verluchtingsmonden worden meegerekend in de netto uit te voeren oppervlakte.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
14.43. Waterdichting ondergrondse wanden - bitumen FH m²
Omschrijving
Bitumineuze emulsie die gespoten of handmatig uitgesmeerd wordt over het buitenoppervlak van de ondergrondse wanden om een volkomen waterdichtheid van de ondergrondse wanden te bekomen. De werken omvatten de voorbereiding van de ondergrond en het aanbrengen van de bitumenemulsie.
Materiaal
Onoplosbare bitumineuze emulsie, bestand tegen agressieve bestanddelen die in de grond aanwezig kunnen zijn.
Uitvoering
De ondergrond wordt ontdaan van oneffenheden en vervuiling om een goede hechting te garanderen. Eventueel aanwezige holten en/of scheuren moeten met een hiertoe geschikt product gevuld worden vóór het aanbrengen van de bitumenemulsie.
Het aanbrengen van de bitumenemulsie gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant. Het minimale aantal lagen dat voorgeschreven wordt, wordt gerespecteerd. De aannemer besteedt de
nodige aandacht aan de aansluiting van de dichtingslaag rond wanddoorvoeren. Hij maakt hiervoor gebruik van een aangepast waterdicht wanddoorvoerprofiel of er wordt een soepele voeg aangebracht zodat de dichtingslaag goed aansluit rond het doorvoerelement.
Het product mag niet aangebracht worden bij temperaturen lager dan 5°C.
De bouwput mag slechts na uitdrukkelijke toestemming van de architect gedicht worden.
Meting meeteenheid: m2
meetcode: netto uit te voeren oppervlakte. Openingen groter dan 0,5 m² worden afgetrokken.
De oppervlakte van wanden en bodem van eventuele keldergaten of verluchtingsmonden worden meegerekend in de netto uit te voeren oppervlakte. Eventuele door de fabrikant voorgeschreven vereiste verstevigingsweefsels zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van dit artikel.
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
14.44. Waterdichting ondergrondsee wanden - noppenmembraan FH m²
Omschrijving
Alle werken en leveringen voor het plaatsen van noppenbanen, met inbegrip van het filtervlies, de nodige bevestigingen, dichtingsprofielen en het aanwerken aan het geotextiel van het draineringsmassief.
Materiaal
De noppenbanen bestaan uit vormvast polyethyleen van hoge dichtheid (HDPE).
Ze zijn rotbestendig en bestand tegen chemicaliën en andere solventen die in de grond kunnen voorkomen.
Specificaties Noppenhoogte: circa 8mm
Drukbestendigheid: min. 250kN/m2
Aanvullende specificaties (te schrappen door ontwerper indien niet van toepassing)
De noppenbanen zijn aan de buitenzijde voorzien van een geotextiel, dat bestaat uit een niet-geweven filtervlies uit polypropyleen.
Uitvoering
De plaatsings- en bevestigingswijze gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant.
De bovenzijde van de noppenbaan kmt ter hoogte van het toekomstig maaiveld. De afdichting van de bovenzijde gebeurt met een geschikt profiel zoals bepaald in de voorschriften van de fabrikant.
De bouwput wordt in stand gehouden tot na de uitvoering en controle van de werken en tot na de degelijke aansluiting van de eventueel aanwezige drainage ter hoogte van de funderingsaanzet. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften (te schrappen door ontwerper indien niet van toepassing)
Het filtervlies wordt aan de basis van de ondergrondse wanden in overlapping met het geotextiel van het draineringsmassief aangebracht. Deze overlapping bedraagt: min. 40/50/… cm
Toepassing
Rondom de bestaande funderingswanden van de ombouwwerken.
Meting meeteenheid: m2
meetcode: netto uit te voeren oppervlakte, overlappingen worden niet meegerekend. Openingen groter dan 0,5 m² worden afgetrokken.
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
14.50. Doorbreking ondergrondse wanden - algemeen
14.51. Doorbreking ondergrondse wanden - aansluitbocht FH st
Omschrijving
Aansluitbocht voor de doorvoer van de verschillende nutsvoorzieningen (aardgas, elektriciteit, telefoon, kabelnet en water). De aansluitbocht wordt in de fundering ingewerkt. De wachtbuizen die van de aansluitbocht tot aan de rooilijn lopen, zijn opgenomen in hoofdstuk 17.
Materiaal
De aansluitbocht is een voorgevormd element, bestaande uit vijf met elkaar verbonden bochten uit kunststof. Op elk van de vijf bochten staat duidelijk vermeld welke nutsleiding door de respectievelijke bocht binnen gebracht moet worden. De aansluitbocht is aan te schaffen bij de netbeheerder of is van een door de netbeheerder aanvaard type.
Diameters:
wachtbuis voor elektriciteit: 75 mm
wachtbuis voor aardgas: 110 mm
wachtbuis voor telefonie: 50 mm
wachtbuis voor teledistributie: 50 mm
wachtbuis voor water: 75 mm
De aansluitbocht is aangepast aan de evenwijdige of dwarse opstelling t.o.v. invoeropening.
Uitvoering
De netbeheerder wordt tijdig geraadpleegd om de exacte plaats van de binnenkomende nutsvoorzieningen te kennen.
De aannemer werkt de aansluitbocht in in de funderingswand en zorgt voor een waterdichte aansluiting aansluitbocht-betonwand. De voorschriften van de distributienetbeheerder moeten strikt gevolgd worden.
Bij de levering moeten de openingen van de aansluitbocht zorgvuldig afgedicht zijn met gemakkelijk te verwijderen stoppen.
De bovenzijde van de toegangsopeningen in de fundering ligt op minimaal 600 mm onder het definitieve maaiveld.
De toegangsopeningen van of naar de aansluitbocht in de woning eindigen minimum 30 mm boven de afgewerkte binnenvloer. Als het nodig is, moeten de toegangen van de aansluitbocht worden verlengd met standaard thermoplastische buizen met gladde binnenwand.
De as van de buizen bevindt zich op minstens 120mm van de afgewerkte wand.
De wachtbuizen vertrekken vanaf de aansluitbocht en eindigen naast elkaar aan de rooilijn.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
Aan de buitenzijde wordt een werkput voorzien zodat bij de aansluiting of uitbreiding van om het even welke nutsvoorziening nergens door de fundering heen moet geboord worden.
Toepassing
Meting
meeteenheid: per stuk.
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
14.52. Doorbreking ondergrondse wanden - algemeen
Omschrijving
In het beton in te storten doorvoermoffen, die een water- en luchtdichte aansluiting met de ondergrondse wand garanderen.
Materiaal
Kunststof doorvoermof, geschikt voor plaatsing in ondergrondse wanden.
De doorvoermoffen zijn voorzien van systeemdeksels voor het doorvoeren van kabels en buizen.
Uitvoering
De voorschriften van de fabrikant moeten gevolgd worden om een water- en luchtdichte aansluiting te bekomen.
Meting
meeteenheid: per stuk, incl. het voorzien van de uitsparingen in de betonwanden. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
Leveren en plaatsen van traploze aanpasbare inbouw componenten voor een waterdichte kabeldoorvoersysteem, om in beton te storten.
Dubbele afdichtpakking voor vlakke inbouw in de bekisting, maakt de tweezijdig gas- en waterdichte aansluiting voor kabels en mantelbuizen mogelijk.
Afdichtpakking: ABS met 3-ribben afdichting van TPE Tussenbuis: PVC
Spanband: staal St sn (W1)
Afsluitdeksels: ABS met afdichting van TPE Dichtheid: gas- en waterdicht tot 2,5 bar
Lading: Waterdicht beton belastingsklasse 2; Waterdicht beton belastingsklasse 1 Dichtheid: gas- en waterdicht tot 2,5 bar
Wanddikte (mm): 470-575
Verpakkingseenheid: 1
Fabrikant en type: Hauff-Technik, HSI150 1x1 K2 volgens muurdikte
• De netbeheerder wordt tijdig geraadpleegd om de exacte plaats van de binnenkomende nutsvoorzieningen te kennen.
• De aannemer werkt de doorvoersystemen in, in de ondergrondse wanden in waterdicht ter plaatse gestort beton. De voorschriften van de distributienetbeheerder en de fabrikant van de doorvoersystemen moeten strikt gevolgd worden.
• Bij de levering moeten de openingen van de zorgvuldig afgedicht zijn met gemakkelijk te verwijderen stoppen.
Overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en de vermeldingen in de meetstaat. Doorvoeren voor HS kabels XXXXX XXX 000/X0 - 0 xxxxx van 8 stuks
Doorvoeren voor LS kabels 230V en 400V XXXXX XXX 000/X0 - 0 xxxxx van 5 st. Doorvoeren voor LS kabels 230V en 400V XXXXX XXX 000/X0 - 0 xxxxx van 4
• meeteenheid: Som Over het Geheel (SOG) voor alle op plan aangeduide kabeldoorvoersystemen.
• aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
VLOERLAGEN ONDERBOUW | ||
Vloerlagen onderbouw - algemeen | ||
Zuiverheidslagen - algemeen | ||
Zuiverheidslagen - stortklaar beton | FH m² |
Omschrijving
Leveren, uitstorten en spreiden op de gewenste dikte van een mager beton, als zuiveringslaag of egalisatielaag voor kruipkelders en/of werkvloer onder het funderingsbeton of de vloerlagen.
Materiaal Specificaties
Betonkwaliteit volgens NBN EN 206-1 en NBN B 15-001
Sterkteklasse | Gebruiksdomein | Omgevingsklasse | Consistentieklasse | Maximale korrelgrootte |
minimum | minimum | keuze aannemer | keuze aannemer | |
C12/15 |
Granulaten:
Schraal beton: steenslag 8/14 of 8/20 of grind 6/14 of 6/32 volgens NBN EN 12620.
Korrelbeton: baksteenpuin, steenslag grind, gebroken slakken, natuurlijke of kunstmatige sintels, korrelmaat 4/32. In geval van korrelbeton wordt er geen zand toegevoegd.
Laagdikte: minimum 5cm.
Uitvoering
De ondergrond moet voldoende hard en gezuiverd zijn vooraleer enig beton kan gegoten worden. Het beton wordt uitgestort, gespreid en geëgaliseerd met een rechte rei.
Als egalisatie en zuivering onder betonplaten e.d. moet het zuiveringsbeton volledig horizontaal gelegd worden.
Het gestorte beton moet gezuiverd worden van alle aarde en bevochtigd en beschermd worden tegen uitspoelen door zware regenbuien of hagel.
De eventueel vereiste aangietingen worden met de nodige zorg uitgevoerd.
Vochtwerende isolatie: de zuiverheidslaag wordt geplaatst op een vochtwerende folie zoals beschreven onder artikel 15.30 e.v.
Toepassing
Het zuiveringsbeton is te voorzien onder alle gewapend betonplaten die in aanraking komen met de grond.
Meting meeteenheid: m2
meetcode: netto uit te voeren oppervlakte. Enkel de oppervlakte uitgevoerd zuiveringsbeton wordt gerekend. Eventuele meerdikten worden niet in aanmerking genomen voor meerprijs.
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
15.30. Vochtwerende lagen - algemeen
15.31. Vochtwerende lagen - folies
15.31.10. Vochtwerende lagen - folies/PE PM
Omschrijving
De vochtwerende laag bestaat uit een waterdichte (visqueen)polyethyleenfolie.
Meting
aard van de overeenkomst: Pro memorie (PM). De werken moeten inbegrepen zijn in de posten van de draagvloer op volle grond, algemene funderingsplaat, plaat op putten en/of vloerisolatie. Ze worden niet afzonderlijk opgemeten.
Materiaal
De folie mag niet kleven of gescheurd zijn. Specificaties
Dikte: minimum 0,3mm
De polyethyleenfolie is gewapend met een ingewerkt weefsel uit nylondraden met mazen van circa 10x10mm.
Uitvoering
De folie wordt aangebracht op de voorlopige werkvloer.
De folies worden zoveel mogelijk in 1 stuk gelegd. Niet te vermijden naden zullen een overlapping hebben van minstens 30 cm en dubbel in elkaar worden geplooid. Hiervoor wordt de eerste folie 30 cm dubbel geplooid, de tweede folie wordt erover gelegd en het geheel wordt dan 15 cm teruggeplooid.
De folie wordt tegen de muren opgetrokken tot op 5cm boven het afgewerkte vloerpeil.
Beschadigde delen worden hersteld met een bijkomend stuk folie, steeds met minstens 30 cm overlapping.
De naadoverlappingen worden zorgvuldig verlijmd over de volledige breedte van de naad en samengedrukt.
Toepassing:
De vochtwerende folie wordt aangebracht op de werkvloer van de nieuwe keldervloer.
17. ONDERGRONDSE LEIDINGEN
17.00. Ondergrondse leidingen - algemeen
Omschrijving
Alle ingegraven elementen voor het verzamelen, behandelen en afvoeren naar de openbare riolering van huishoudelijk afvalwater, fecaal water en regenwater van een gebouw of gebouwencomplex.
Materialen & Uitvoering
De volgende normen zijn van toepassing:
NBN EN 752 – Buitenriolering
NBN EN 476 - Algemene eisen voor rioleringsonderdelen
NBN EN 1610 - Aanleg en testen van rioleringen en afvalwaterleidingen
TV 200 - Sanitair Reglement - deel 1: Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen is van toepassing.
Het rioleringssysteem voldoet aan de voorschriften van de rioolbeheerder. De aannemer wint de nodige inlichtingen in bij de plaatselijk rioolbeheerder.
Het rioleringsschema (met vermelding van de types afvalwater, leidingdiameters, toestellen, e.a.) is opgenomen in het bestek. Bij ontbreken ervan, bij tegenstrijdigheden of bij ontbrekende gegevens licht de aannemer het bestuur hiervan tijdig in.
Voorafgaand aan de werken zoekt de aannemer zelf alle noodzakelijke informatie i.v.m. de juiste ligging en peilen van de openbare riolering op en na goedkeuring door het bestuur, past hij het rioleringstracé hieraan aan.
De riolen op het privé terrein zijn steeds opgevat als een gescheiden systeem (scheiding tussen regenwater en fecaal en huishoudelijk afvalwater).
Het rioleringsnet wordt over zijn ganse lengte door verticale stijgbuisleidingen verlucht. De verluchtingsbuizen worden in overleg met het bestuur gepositioneerd.
Toezichtstukken zijn te voorzien bij richtingsveranderingen.
De graafwerken voor de sleuven van de ondergrondse leidingen worden beschreven onder artikel 10.33.
Alle af te voeren grond die voortkomt uit graafwerken voor elementen in dit hoofdstuk wordt gemeten onder artikels 10.40.
As-builtplannen: voor de voorlopige oplevering levert de aannemer aan het bestuur tekeningen van het rioleringsstelsel zoals het is uitgevoerd, met de exacte ligging en hoogtepeilen van de leidingen, toestellen, verzamelputten en aflopen.
17.10. Rioolbuizen - algemeen
Omschrijving
Alle ondergrondse leidingen voor de afvoer van afvalwater en regenwater, afkomstig van leidingen, toestellen en putten. De werken omvatten:
- de leidingen, alle hulpstukken;
- de koppelstukken en verbindingen met de putten en toestellen;
- de muurdoorgangen en kokers;
- de dichtheidscontrole, de wederaanvullingen;
- alle werken voor het voorlopig afvoeren van het oppervlaktewater;
- het ongeschonden bewaren van aanwezige kabels en leidingen;
- de as-built-plannen.
Materialen en uitvoering ALGEMEEN
Volgende normen zijn van toepassing:
- NBN EN 1295-1 - Statische berekening van ingegraven buisleidingen onder verschillende belastingsomstandigheden - Deel 1: Algemene eisen
- SB 250 - Index III-24 Buizen en hulpstukken voor riolering en afvoer van water BUIZEN - BOCHTSTUKKEN
De rioolbuizen zijn bestand tegen corrosie, oplosmiddelen, wasmiddelen en temperaturen tot 90°C. Alle buizen en hulpstukken zijn onderling verenigbaar. Alle hulpstukken zijn voorzien in het gamma van de fabrikant.
De diameters van de buizen stemmen overeen met de aanduidingen op de rioleringsplannen en/of worden afgestemd op de te verwachten maximum debieten.
Elke richtingsverandering worden uitgevoerd met aangepaste bochtstukken. De aftakkingen van verticale en horizontale leidingen worden uitgevoerd onder hoeken van maximaal 45°. Wanneer de hoek tussen twee op elkaar aan te sluiten leidingen meer bedraagt dan 45° zal de aansluiting gebeuren door twee opeenvolgende bochtstukken elk met een hoek kleiner dan 45°.
MONTAGE - VERBINDINGEN - AANSLUITINGEN
Het montagewerk en de verbindingen worden uitgevoerd door daartoe opgeleide en bekwame vaklui. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van rechte buizen uit één stuk. De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts, met het mofeind stroomopwaarts gericht.
Buizen worden haaks gezaagd, van bramen ontdaan en eventueel afgeschuind. Voor het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-einde zorgvuldig gereinigd en verbonden volgens de voorschriften van de fabrikant. Alle beschadigde buizen worden vervangen.
De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen op leidingen, toestellen en putten. De uiteinden van de afleiders, overlopen van putten enz. worden zorgvuldig met de afvoer verbonden en waar nodig waterdicht uitgewerkt. Ingeval van waterdruk worden de dichtingwerken uitgevoerd volgens een aan het bestuur ter goedkeuring voor te leggen detailtekening.
Binnen het gebouw worden de buizen tot in het vlak van de onderste vloeren of kelderwanden gebracht waar ze eindigen met een mof. Tijdens de werken worden de moffen afgedekt met een beschermkap. Buiten het gebouw worden op analoge wijze de voorlopig openstaande buizen afgedekt zodat er geen vuilresten, grond e.d. in kunnen terechtkomen.
Buizen, verticaal geplaatst of opgehangen, worden standaard voorzien van aangepaste bevestigingsmaterialen. De voorschriften van de fabrikant worden strikt nageleefd. De bevestigingswijze zal voldoende stevig zijn om het gewicht van de gevulde horizontale leidingen te dragen. De beugels mogen niet meer dan 200 cm uit elkaar staan en op maximum 30 cm aan weerszijden van elke verbinding.
DOORVOEREN
Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muurdoorvoering aangebracht worden.
De doorvoeren zijn zo voorzien dat zettingen de buis niet kunnen belasten. Bij doorgangen door muren of platen worden de leidingen vrij geplaatst. De nodige aanpassingswerken, het maken van
gaten, het dichten van de openingen tussen de buizen en de gaten met een geschikt elastisch materiaal of een plastisch blijvende mortel, zijn inbegrepen.
Doorgangen doorheen bouwdelen moeten na afwerking aan dezelfde prestaties (waterdichtheid, brandveiligheid, stabiliteit, luchtdichtheid,…) voldoen als de prestaties gesteld aan deze bouwdelen. Doorgangen doorheen balken mogen enkel gebeuren in overleg met het bestuur en de stabiliteitsingenieur.
LEIDINGTRACE - HELLING
Het leidingtracé wordt zorgvuldig uitgezet, volgens de aanduidingen op de riolerings- en/of grondplannen.
De juiste peilen van de riolering zullen in aanwezigheid van het bestuur correct worden uitgepast in functie van de vereiste helling, het uitpassen vangt steeds aan bij het laagste punt.
De rioleringsbuizen worden gelegd met een minimale en constante helling, waarbij de diameter van de buis in verhouding tot de helling en het af te voeren volume een minimale afwateringssnelheid van 0,60 m/sec. en een maximale snelheid van 2,50 m/sec. garanderen. Richtwaarden voor de helling: circa 0,5 cm/m voor regenwater, 1 cm/m voor vuil water en 2 cm/m voor fecaal water.
BEDDING - AANVULLINGEN
De buizen worden over hun ganse lengte ondersteund. Ter plaatse van de verbindingen van de buizen worden in het funderingsbed tijdelijke uitsparingen aangebracht die het mogelijk maken de verbindingen af te werken over de volledige omtrek van de buizen, de waterdichtheid ervan te controleren en de kragen of verbindingsstukken aan te brengen.
Ofwel wordt een voorgevormde fundering toegepast, ofwel worden de buizen aan de zijkanten onder een hoek van 45° tot halve hoogte aangevuld.
De aanvulling van de ingegraven riolering wordt pas uitgevoerd na goedkeuring door het bestuur en na het uitvoeren van de controleproeven op de waterdichtheid (zie keuring).
Keuring
Materialen met een BENOR merk, BUtgb of EUtgb- technische goedkeuring of gelijkwaardig genieten vrijstelling van voorafgaandelijke technische proeven. Deze vrijstelling slaat niet op de controle van de uitvoeringskwaliteit op de bouwplaats.
Het rioleringsstelsel wordt vóór aanvulling onderworpen aan een waterdichtheidcontrole volgens SB250 Index III – 7.1.3.4.
17.12. Rioolbuizen - kunststof
17.12.10. Rioolbuizen - kunststof/PVC
Omschrijving
Rioolbuizen en hulpstukken uit hard niet-geplastificeerd PVC met aangevormde mof met rubber manchetafdichting.
Materiaal
NBN EN 1401-1 - Kunststofleidingsystemen voor ondergrondse drukloze rioleringen - Ongeplasticeerd poly(vinylchloride) (PVC-U) - Deel 1: Eisen voor buizen, hulpstukken en het systeem is van toepassing.
De leidingen met bijhorende koppelstukken en hulpstukken beschikken over het BENOR-keurmerk, een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig.
Kleur van de leidingen: roodbruin voor afvalwater (DWA), grijs voor hemelwater (RWA). Specificaties
Markering:
Voor ondergrondse rioleringsbuizen vanaf 1 m buiten het gebouw: “U - RIOOL-EGOUT - NBN EN 1401 - PVC-U - SN klasse - Fabrikant - BENOR – diam x dikte - fabricatiecode”
Voor ondergrondse rioleringsbuizen binnen en buiten het gebouw: “UD - RIOOL-EGOUT - NBN EN 1401 - PVC-U - SN klasse - Fabrikant - BENOR – diam x dikte - fabricatiecode”
Sterktereeks: SN2/SN4
De hulpstukken hebben dezelfde herkomst en wanddikte als de buis.
Uitvoering
De verwerking en verbindingen worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant. De leidingen die blootgesteld zijn aan temperaturen lager dan 5°C, en die mogelijk stoten kunnen ontvangen, moeten hiertegen worden beschermd.
Diepte: minimum 60/80/… cm onder de begane grond.
Helling: circa … cm/m (fecaal water) en ... cm/m (huishoudelijk afvalwater en regenwater) Bedding: natuurlijke grond/zandbed/gestabiliseerd zand/…
Wederaanvulling: te verdichten grond van de uitgravingen te verdichten scherp zand. Beschermhulzen te voorzien bij iedere muur of vloerdoorgang.
Toepassing
Aanpassingen van de bestaande funderingen overeenkomstig de aanduidingen op de plannen, de vermeldingen in de meetstaat en de richtlijnen tijdens de uitvoering van de werken.
17.12.11. Rioolbuizen - kunststof/PVC - diam. 110mm FH m
Toepassing
Overeenkomstig aanduidingen op de plannen en de vermeldingen in de meetstaat.
Meting meeteenheid: lm
meetcode: netto te plaatsen lengte, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of toestel. De leidingen, hulpstukken en toezichtstukken worden doorgemeten volgens aslijn. De hulpstukken worden niet gemeten en zijn begrepen in de eenheidsprijs.
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
17.12.12. Rioolbuizen - kunststof/PVC - diam. 125mm FH m
Toepassing
Overeenkomstig aanduidingen op de plannen en de vermeldingen in de meetstaat.
Meting meeteenheid: lm
meetcode: netto te plaatsen lengte, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of toestel. De leidingen, hulpstukken en toezichtstukken worden doorgemeten volgens aslijn. De hulpstukken worden niet gemeten en zijn begrepen in de eenheidsprijs.
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
17.12.13. Rioolbuizen - kunststof/PVC - diam. 160 FH m
Toepassing
Overeenkomstig aanduidingen op de plannen en de vermeldingen in de meetstaat. Meting
meeteenheid: lm
meetcode: netto te plaatsen lengte, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of toestel. De leidingen, hulpstukken en toezichtstukken worden doorgemeten volgens aslijn. De hulpstukken worden niet gemeten en zijn begrepen in de eenheidsprijs.
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
17.30. Toezichtsputten - algemeen
Omschrijving
Toezichtputten voor verzamelen van afvoeren en voor inspectie en reiniging, met inbegrip van alle graafwerken en aanvullingen, de aansluitingen van de rioleringsbuizen, het funderingsbeton, de opzetstukken en deksels, de ondergrondse afdekking, het metselwerk, de eventuele bepleistering en bestrijking.
Materialen
Onder een belasting van 60 kN mogen de elementen niet knikken, noch scheuren vertonen.
De geprefabriceerde putten zijn voorzien van een fabrieksmerk, fabricagedatum en in voorkomend geval het keurmerk. Zie ook Index III-38 van het SB 250.
Uitvoering
De toezichtputten worden zorgvuldig ingegraven en voorzien van een aangepaste funderingsvoet. De funderingen reiken minstens 10 cm buiten de putwanden. In opgevoerde grond worden de putten zoveel mogelijk met het gebouw verbonden, door een uitkraging uit de funderingen of door betonzolen.
De funderingsplaten worden uitgevoerd in schraal beton.
De schachthoogte wordt zo bepaald dat het deksel circa 20 cm onder het maaiveld komt te liggen of in het vlak van het eventueel verhard oppervlak, de aanvulling gebeurt met zand. Een verdeelplaat verzekert de belastbaarheid en markeert de ligging.
Keuring
Volgens NBN EN 1253-2 - Afvoerputten voor gebouwen - Deel 2: Beproevingsmethoden.
Er mag slechts overgegaan worden tot aanvulling nadat de volledig afgewerkte inspectieput werd gekeurd door het bestuur.
17.34. Toezichtsputten - kunststof
17.34.10. Toezichtsputten - kunststof/PVC
Omschrijving Toezichtputten uit PVC.
Materiaal
Toezichtputten vervaardigd volgens NBN EN 1401-1 - Kunststofleidingsystemen voor ondergrondse drukloze rioleringen - Ongeplasticeerd poly(vinylchloride) (PVC-U) - Deel 1: Eisen voor buizen, hulpstukken en het systeem.
De bodems zijn voorgevormd en geprofileerd in de vloeirichting van de buizen.
Zij zijn voorzien van geschikte inlaatstukken, standaard leverbaar en/of in de fabriek geprefabriceerd volgens de plaatsingsplannen te leveren door de aannemer.
Voor de aansluitingen worden PVC-hulpstukken gebruikt, volgens NBN EN 1329-1, voorzien van lippendichtingen uit Styreen-Butadeen-Rubber (SBR).
Specificaties
Types: enkelvoudig met sifon en bezinkingsruimte met zelfreinigende put met terugslagklep. Technische fiche ter goedkeuring voor te leggen.
Putdiameters: 400mm/volgens de aanduidingen op plan. Wanddikte: minimum 5mm afhankelijk van de dikte.
Putbodem: geprofileerd volgens vloei.
De bodems van de sifonputten zijn vlak en reiken minstens 100 mm onder de onderkant van de hoofdleiding. Op de uitloop van de sifonputten is een aangebouwd sifonsysteem voorzien.
De dikte van de funderingsplaat is 10cm.
De prefab toezichtputten bezitten een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig.
Uitvoering
De wederaanvullingen rond de inspectieputten worden uitgevoerd met: te verdichten gestabiliseerd zand.
Afdekking: bovengronds
De inspectieputten worden niet opgetrokken tot het maaiveld. Ze worden afgedekt met een vezelcement-deksel, passend op de buisdiameter van de put. Het afsluitdeksel is in de prijs inbegrepen.
Bij toegankelijke putten wordt de standaardhoogte van de put luchtdicht verhoogd tot het gewenste peil d.m.v. een stuk buis van corresponderende diameter.
Toepassing
Overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en de vermeldingen in de meetstaat.
Meting
meeteenheid: per stuk
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) 17.34.10.01. Diameter 400mm FH st 17.34.10.02. Diameter 600mm FH st
17.50. Putdeksels en roosters - algemeen
Omschrijving
Putranden te voorzien van een deksel of rooster, boven de voorziene (inspectie-, regenwater-, septische, …) putten van allerlei aard met inbegrip van de eventuele schilderwerken.
Materialen
De normen NBN 353-101 t.e.m. NBN 53-110 zijn van toepassing.
De deksels van putten moeten kindveilig opgevat worden en mogen niet kunnen opgelicht worden (voldoende zwaar, beschermingsmechanisme,…).
Uitvoering
De putranden en/of omkaderingen uit beton worden in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met een cementmortel.
17.51. Putdeksel en rooster - enkel deksel
Omschrijving
Enkelvoudig deksel met putrand
Materiaal
Enkelvoudige deksels en bijhorende putranden, beantwoordend aan NBN B 54-101.
Materiaal specificaties:
gietijzer volgens NBN B 53-101 - Rioleringsonderdelen uit gietijzer of uit vormgietstaal - Algemene technische voorschriften.
Uitzicht putrand: vol gegroefd. Uitzicht deksel: geribd
Buitenafmetingen van de putrand: 400x400; 600x600mm. Belastingsklasse:B 125 (volgens NBN EN 124).
Er worden in totaal 2 hefsleutels geleverd.
Uitvoering
De prefab putrand wordt op het juiste peil gesteld t.o.v. de voorziene afwerking en ingegoten in een omkadering uit beton.
Dit kader wordt zichtbaar in de bevloering geplaatst.
De oplegrand van de omkadering wordt afgedicht met vet.
Toepassing:
Te leveren en te plaatsen overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en de omschrijvingen in de meetstaat.
Meting
meeteenheid: per stuk/type
Toepassing:
Te leveren en te plaatsen overeenkomstig de aanduidingen op de plannen, de vermeldingen in de meetstaat en de richtlijnen ter plaatse.
Meting
meeteenheid: per stuk
aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
20. METSELWERK
20.00. metselwerken – algemeen
Omschrijving