TRAC T A TENBLAD
41 (2000) Nr. 4
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2005 Nr. 295
A. TITEL
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds;
(met Bijlagen en Protocollen) Cotonou, 23 juni 2000
B. TEKST
De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Bijlagen en Proto- collen, is geplaatst in Trb. 2001, 57.
De ACS-EG-Raad van Ministers heeft op 30 juni 2004 te Brussel een besluit genomen betreffende de herziening van de financieringsvoor- waarden voor kortetermijnfluctuaties van de exportopbrengsten (bijlage II van de in Cotonou ondertekende ACS-EG-partnerschapsovereen- komst). De Nederlandse tekst van dat besluit luidt als volgt:
Besluit nr. 2/2004 van de ACS-EG-Raad van Ministers van 30 juni 2004 inzake de herziening van de financierings- voorwaarden voor kortetermijnfluctuaties van de export- opbrengsten (bijlage II van de in Cotonou ondertekende ACS-EG-partnerschapsovereenkomst) (2004/647/EG)
De ACS-EG-Raad van Ministers,
Gelet op de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, ondertekend in Co- tonou op 23 juni 2000, en met name op artikel 100,
Overwegende hetgeen volgt:
1. In de op 23 juni 2000 in Cotonou ondertekende ACS-EG-partner- schapsovereenkomst werd het belang benadrukt van een stelsel voor aanvullende steun om de negatieve effecten van eventuele instabiliteit van de exportopbrengsten te reduceren.
2. Overeenkomstig artikel 68, lid 3, van de ACS-EG-partnerschaps- overeenkomst ontvangen de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten een gunstiger behandeling.
3. Overeenkomstig artikel 11 van bijlage II van de ACS-EG-partner- schapsovereenkomst worden de bepalingen van hoofdstuk 3 van deze bijlage inzake de financiering van kortetermijnfluctuaties van de export- opbrengsten uiterlijk na twee jaar herzien; daarna kunnen zij op verzoek van één der partijen worden herzien.
4. De werking van het stelsel voor de financiering van kortetermijn- fluctuaties van de exportopbrengsten moet worden verbeterd en er moet voor worden gezorgd dat de doelstellingen beter verwezenlijkt worden,
Besluit:
Artikel 1
Artikel 9, lid 1, van bijlage II bij de ACS-EG-partnerschapsover- eenkomst wordt vervangen door de volgende tekst:
,,1. Aanvullende financiële middelen worden vrijgemaakt indien sprake is van:
a. een daling van 10% (2% in het geval van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire staten) van de exportopbrengsten uit goederen, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbreng- sten in de eerste drie jaar van de eerste vier jaar voorafgaande aan het toepassingsjaar;
of
een daling van 10% (2% in het geval van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire staten) van de exportopbrengsten van alle landbouw- en mijnbouwproducten, vergeleken met het rekenkundig ge- middelde van de opbrengsten in de eerste drie jaar van de eerste vier jaar voorafgaande aan het toepassingsjaar voor landen waarvan de opbreng- sten uit landbouw- en mijnbouwproducten meer dan 40% vertegenwoor- digen van de totale exportopbrengsten uit goederen, en
b. een verslechtering van 2% van het overheidstekort dat voor het betrokken jaar is geprogrammeerd of voor het daaropvolgende jaar wordt verwacht.’’
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen. GEDAAN te Xxxxxxx, 00 juni 2004.
Voor de ACS-EG-Raad van Ministers, in opdracht,
de voorzitter van het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs
J. Obia
Op 25 juni 2005 is te Luxemburg een Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst van 2000 tot stand gekomen. De Nederlandse tekst1) luidt als volgt:
Overeenkomst tot wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000
Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
De President van de Tsjechische Republiek, Hare Majesteit de Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxx, Xx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx, De President van de Republiek Estland,
De President van de Helleense Republiek, Zijne Majesteit de Koning van Spanje, De President van de Franse Republiek, De President van Ierland,
De President van de Italiaanse Republiek, De President van de Republiek Cyprus, De President van de Republiek Letland, De President van de Republiek Litouwen,
Zijne Koninklijke Hoogheid de Xxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx, De President van de Republiek Hongarije,
De President van de Republiek Malta,
Hare Majesteit de Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx,
Xx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx,
1) De Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.
De President van de Republiek Polen,
De President van de Portugese Republiek, De President van de Republiek Slovenië, De President van de Slowaakse Republiek, De President van de Republiek Finland, Zijne Majesteit de Koning van Zweden,
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland,
partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna ,,de Gemeenschap’’ genoemd, wier staten hierna ,,de lidstaten’’ worden genoemd,
en
De Europese Gemeenschappen, enerzijds, en
De President van de Republiek Angola,
Hare Majesteit de Koningin van Antigua en Barbuda, Het Staatshoofd van het Gemenebest van de Bahama’s, Het Staatshoofd van Barbados,
Hare Majesteit de Koningin van Belize, De President van de Republiek Benin,
De President van de Republiek Botswana, De President van Burkina Faso,
De President van de Republiek Boeroendi, De President van de Republiek Kameroen, De President van de Republiek Kaapverdië,
De President van de Centraal-Afrikaanse Republiek,
De President van de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren, De President van de Democratische Republiek Congo,
De President van de Republiek Congo, De Regering van de Cookeilanden,
De President van de Republiek Ivoorkust, De President van de Republiek Djibouti,
De Regering van het Gemenebest Dominica,
De President van de Dominicaanse Republiek, De President van de Staat Eritrea,
De President van de Democratische Federale Republiek Ethiopië, De President van de Soevereine Democratische Republiek Fiji, De President van de Republiek Gabon,
De President en het Staatshoofd van de Republiek Gambia, De President van de Republiek Ghana,
Hare Majesteit de Koningin van Grenada, De President van de Republiek Guinee,
De President van de Republiek Guinee-Bissau,
De President van de Republiek Equatoriaal Guinea, De President van de Republiek Guyana,
De President van de Republiek Haïti, Het Staatshoofd van Jamaica,
De President van de Republiek Kenia, De President van de Republiek Kiribati,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Lesotho, De President van de Republiek Liberia,
De President van de Republiek Madagaskar, De President van de Republiek Malawi,
De President van de Republiek Mali,
De Regering van de Republiek der Marshalleilanden, De President van de Islamitische Republiek Mauritanië, De President van de Republiek Mauritius,
De Regering van de Federale Staten van Micronesië, De President van de Republiek Mozambique,
De President van de Republiek Namibië, De Regering van de Republiek Nauru, De President van de Republiek Niger,
De President van de Federale Republiek Nigeria, De Regering van Niue,
De Regering van de Republiek Palau,
Hare Majesteit de Koningin van de Onafhankelijke Staat Papoea- Nieuw-Guinea,
De President van de Republiek Rwanda,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Kitts en Nevis, Hare Majesteit de Koningin van Saint Lucia,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Vincent en de Grenadines, Het Staatshoofd van de Onafhankelijke Staat Samoa,
De President van de Democratische Republiek Sa˜o Tomé and Xxxx- xxxx,
Xx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx,
De President van de Republiek der Seychellen, De President van de Republiek Sierra Leone,
Hare Majesteit de Koningin van de Salomonseilanden, De President van de Republiek Zuid-Afrika,
De President van de Republiek Soedan, De President van de Republiek Suriname,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Swaziland, De President van de Verenigde Republiek Tanzania,
De President van de Republiek Tsjaad, De President van de Republiek Togo,
Zijne Majesteit Koning Xxxxx’xxxx Xxxxx XX van Tonga, De President van de Republiek Trinidad en Tobago, Hare Majesteit de Koningin van Tuvalu,
De President van de Republiek Oeganda, De Regering van de Republiek Vanuatu, De Regering van de Republiek Zambia, De President van de Republiek Zimbabwe,
wier staten hierna ,,de ACS-staten’’ worden genoemd, anderzijds,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Overeenkomst van Georgetown tot oprichting van de Groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS), anderzijds,
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst, tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, ener-
zijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, onder- tekend te Cotonou op 23 juni 2000 (hierna ,,de Overeenkomst van Coto- nou’’ genoemd),
Overwegende dat artikel 95, lid 1, van de Overeenkomst van Cotonou bepaalt dat de Overeenkomst wordt gesloten voor een periode van twin- tig jaar die aanvangt op 1 maart 2000.
Overwegende dat artikel 95, lid 3, van de Overeenkomst van Cotonou bepaalt dat de partijen tien maanden vóór het verstrijken van elke periode van vijf jaar onderhandelingen openen om na te gaan welke wij- zigingen eventueel in de bepalingen van de Overeenkomst van Cotonou moeten worden aangebracht.
Hebben besloten deze Overeenkomst tot wijziging van de Overeen- komst van Cotonou te sluiten en hebben te dien einde als hun gevol- machtigden aangewezen:
Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
De President van de Tsjechische Republiek, Hare Majesteit de Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxx, Xx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx, De President van de Republiek Estland,
De President van de Helleense Republiek, Zijne Majesteit de Koning van Spanje, De President van de Franse Republiek, De President van Ierland,
De President van de Italiaanse Republiek, De President van de Republiek Cyprus, De President van de Republiek Letland, De President van de Republiek Litouwen,
Zijne Koninklijke Hoogheid de Xxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx, De President van de Republiek Hongarije,
De President van de Republiek Malta,
Hare Majesteit de Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx,
Xx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx, De President van de Republiek Polen,
De President van de Portugese Republiek, De President van de Republiek Slovenië,
De President van de Slowaakse Republiek, De President van de Republiek Finland, Zijne Majesteit de Koning van Zweden,
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland,
De Europese Gemeenschappen,
De President van de Republiek Angola,
Hare Majesteit de Koningin van Antigua en Barbuda, Het Staatshoofd van het Gemenebest van de Bahama’s, Het Staatshoofd van Barbados,
Hare Majesteit de Koningin van Belize, De President van de Republiek Benin,
De President van de Republiek Botswana, De President van Burkina Faso,
De President van de Republiek Boeroendi, De President van de Republiek Kameroen, De President van de Republiek Kaapverdië,
De President van de Centraal-Afrikaanse Republiek,
De President van de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren, De President van de Democratische Republiek Congo,
De President van de Republiek Congo, De Regering van de Cookeilanden,
De President van de Republiek Ivoorkust, De President van de Republiek Djibouti,
De Regering van het Gemenebest Dominica, De President van de Dominicaanse Republiek, De President van de Staat Eritrea,
De President van de Democratische Federale Republiek Ethiopië, De President van de Soevereine Democratische Republiek Fiji, De President van de Republiek Gabon,
De President en het Staatshoofd van de Republiek Gambia, De President van de Republiek Ghana,
Hare Majesteit de Koningin van Grenada, De President van de Republiek Guinee,
De President van de Republiek Guinee-Bissau,
De President van de Republiek Equatoriaal-Guinee, De President van de Republiek Guyana,
De President van de Republiek Haïti, Het Staatshoofd van Jamaica,
De President van de Republiek Kenia, De President van de Republiek Kiribati,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Lesotho, De President van de Republiek Liberia,
De President van de Republiek Madagaskar, De President van de Republiek Malawi,
De President van de Republiek Mali,
De Regering van de Republiek der Marshalleilanden, De President van de Islamitische Republiek Mauritanië, De President van de Republiek Mauritius,
De Regering van de Federale Staten van Micronesië, De President van de Republiek Mozambique,
De President van de Republiek Namibië, De Regering van de Republiek Nauru, De President van de Republiek Niger,
De President van de Federale Republiek Nigeria, De Regering van Niue,
De Regering van de Republiek Palau,
Hare Majesteit de Koningin van de Onafhankelijke Staat Papoea- Nieuw-Guinea,
De President van de Republiek Rwanda,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Kitts en Nevis, Hare Majesteit de Koningin van Saint Lucia,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Vincent en de Grenadines, Het Staatshoofd van de Onafhankelijke Staat Samoa,
De President van de Democratische Republiek Sa˜o Tomé and Xxxx- xxxx,
Xx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx,
De President van de Republiek der Seychellen, De President van de Republiek Sierra Leone,
Hare Majesteit de Koningin van de Salomonseilanden, De President van de Republiek Zuid-Afrika,
De President van de Republiek Soedan, De President van de Republiek Suriname,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Swaziland, De President van de Verenigde Republiek Tanzania,
De President van de Republiek Tsjaad, De President van de Republiek Togo,
Zijne Majesteit Koning Xxxxx’xxxx Xxxxx XX van Tonga, De President van de Republiek Trinidad en Tobago, Hare Majesteit de Koningin van Tuvalu,
De President van de Republiek Oeganda, De Regering van de Republiek Vanuatu, De Regering van de Republiek Zambia, De President van de Republiek Zimbabwe,
Die, na uitwisseling van hun in goede orde bevonden volmachten, Als volgt zijn overeengekomen:
ENIG ARTIKEL
Overeenkomstig de procedure van artikel 95 wordt de Overeenkomst van Cotonou als volgt gewijzigd:
A. PREAMBULE
1. Na de achtste overweging, die begint met ,,in aanmerking nemende het Verdrag inzake de rechten van de mens ...’’, worden de volgende overwegingen ingevoegd:
,,Xxxxxxx bevestigende dat de ernstigste misdrijven die de internatio- nale gemeenschap aangaan, niet ongestraft mogen blijven en dat de effectieve vervolging ervan moet worden gewaarborgd door maatregelen op nationaal niveau te nemen en de wereldwijde samenwerking te inten- siveren;
Overwegende dat de instelling en het effectief functioneren van het Internationaal Strafhof een belangrijke ontwikkeling voor vrede en inter- nationale gerechtigheid zijn;’’.
2. De 10e overweging die begint met ,,in overweging nemende dat de doelstellingen en beginselen ...’’, wordt vervangen door:
,,Overwegende dat de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, zoals die zijn vastgelegd in de Millenniumverklaring die de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 2000 heeft vastgesteld, met name de uitroeiing van extreme armoede en honger, alsmede de ontwikkelingsdoelen en de beginselen die zijn overeengekomen op de Conferenties van de Verenigde Naties, een duidelijke visie bieden en aan de samenwerking tussen de ACS en de Europese Unie in het kader van deze Overeenkomst ten grondslag moeten liggen;’’.
B. TEKST VAN DE ARTIKELEN VAN DE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST
1. De inleiding van artikel 4 wordt vervangen door:
,,De ACS-staten bepalen de beginselen, strategieën en modellen voor de ontwikkeling van hun economie en hun samenleving in volledige soe- vereiniteit. Zij stellen samen met de Gemeenschap de samenwerkings- programma’s vast waarin de Overeenkomst voorziet. De partijen erken- nen echter dat niet-overheidsactoren en plaatselijke gedecentraliseerde autoriteiten in het ontwikkelingsproces een complementaire rol kunnen spelen en daartoe een bijdrage kunnen leveren. Niet-overheidsactoren en plaatselijke gedecentraliseerde autoriteiten worden daartoe in voorko- mend geval, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de Overeen- komst, op de volgende wijze bij het proces betrokken:’’
2. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
a. Lid 2 wordt vervangen door:
,,2. Het doel van deze dialoog is het uitwisselen van informatie, het bevorderen van het wederzijdse begrip en het vereenvoudigen van de totstandkoming van overeengekomen prioriteiten en gemeenschappelijke agendapunten, met name door te erkennen dat de verschillende aspecten van de betrekkingen tussen de partijen verband houden, met de diverse samenwerkingsterreinen waarin deze Overeenkomst voorziet. De dia- loog dient het overleg tussen de partijen in internationale fora te vereen- voudigen. De dialoog moet tevens voorkomen dat situaties ontstaan waarin een partij het noodzakelijk acht een beroep te doen op de overlegprocedures van de artikelen 96 en 97.’’.
b. Lid 6 wordt vervangen door:
,,6. De dialoog wordt op flexibele wijze gevoerd. De dialoog verloopt naargelang de behoefte formeel of informeel, en wordt gevoerd zowel binnen als buiten het institutionele kader, met inbegrip van de ACS- groep en de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, in een pas- sende vorm en op passend niveau, onder meer op regionaal, subregionaal en nationaal niveau.’’.
c. Het volgende lid wordt ingevoegd:
,,6 bis. Waar dat passend is, en om situaties te vermijden waarin een partij het noodzakelijk acht een beroep te doen op de overlegprocedure van artikel 96, dient overeenkomstig de modaliteiten van bijlage VII, een systematische en geformaliseerde dialoog te worden gevoerd die betrek- king heeft op de essentiële elementen.’’.
3. De titel van artikel 9 wordt vervangen door:
,,Essentiële elementen op het gebied van de rechten van de mens, de democratische beginselen en de rechtsstaat, en fundamenteel element met betrekking tot goed bestuur’’.
4. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het volgende lid wordt ingevoegd:
,,3 bis. De partijen komen tevens overeen samen te werken bij het voorkomen van activiteiten van huurlingen, overeenkomstig hun ver- plichtingen op grond van internationale verdragen en afspraken en hun respectieve wet- en regelgeving.’’.
b. Het volgende lid wordt toegevoegd:
,,6. De partijen bevorderen het versterken van vrede en internationale gerechtigheid en bevestigen hun vastberadenheid om:
– ervaringen te delen inzake de vaststelling van juridische aanpassin- gen ten behoeve van de bekrachtiging en tenuitvoerlegging van het Sta- tuut van Rome van het Internationaal Strafhof;
– internationale criminaliteit te bestrijden overeenkomstig het inter- nationale recht, met inachtneming van het Statuut van Rome.
De partijen streven ernaar maatregelen te nemen ten behoeve van de bekrachtiging en tenuitvoerlegging van het Statuut van Rome en daar- mee samenhangende instrumenten.’’.
5. De volgende artikelen worden ingevoegd:
,,Artikel 11 bis
Bestrijding van terrorisme
De partijen uiten opnieuw hun krachtige veroordeling van alle daden van terrorisme en verbinden zich ertoe het terrorisme te bestrijden door
internationale samenwerking overeenkomstig het Handvest van de Ver- enigde Naties en het internationale recht, de desbetreffende verdragen en instrumenten en met name de volledige tenuitvoerlegging van de reso- xxxxxx 1373 en 1456 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en andere relevante VN-resoluties. De partijen komen hiertoe overeen:
– informatie uit te wisselen over terroristische groeperingen en de hen ondersteunende netwerken;
– inzichten uit te wisselen over middelen en methoden om daden van terrorisme te bestrijden, onder meer op technisch gebied en wat oplei- ding betreft, en ervaringen uit te wisselen met betrekking tot het voor- komen van terrorisme.
Artikel 11 ter
Samenwerking inzake de bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens
1. De partijen zijn van oordeel dat de verspreiding van massa- vernietigingswapens en de middelen om die zowel aan staten als aan niet-statelijke actoren te verschaffen, een van de ernstigste bedreigingen voor de internationale stabiliteit en veiligheid vormt.
De partijen komen daarom overeen samen te werken en bij te dragen tot de bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens en de middelen tot verschaffing daarvan, door volledige naleving en natio- nale tenuitvoerlegging van hun bestaande verplichtingen op grond van de internationale ontwapenings- en non-proliferatieverdragen en -over- eenkomsten en andere internationale verplichtingen op dit gebied.
De partijen komen overeen dat deze bepaling een essentieel element van deze Overeenkomst vormt.
2. De partijen komen voorts overeen samen te werken en bij te dra- gen tot de doelstelling van non-proliferatie door:
– maatregelen te nemen met het oog op de ondertekening of bekrach- tiging van dan wel toetreding tot, en de volledige tenuitvoerlegging van alle andere relevante internationale instrumenten;
– instelling van een effectief stelsel van nationale exportcontroles met het oog op de beheersing van uitvoer en doorvoer van goederen die betrekking hebben op massavernietigingswapens, met inbegrip van een controle op eindgebruik als massavernietigingswapen van technologieën voor tweeërlei gebruik alsmede effectieve sancties op overtreding van de exportcontroles.
De financiële en technische bijstand voor de samenwerking bij het bestrijden van de verspreiding van massavernietigingswapens wordt gefinancierd met andere specifieke middelen dan die welke bestemd zijn voor de financiering van de ACS-EG-samenwerking.
3. De partijen komen overeen een regelmatige politieke dialoog in te stellen ter begeleiding en consolidatie van deze elementen.
4. Indien een partij, na een versterkte politieke dialoog te hebben gevoerd, waarbij met name gebruik is gemaakt van verslagen van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA), de Organisation for the Prohi- bition of Chemical Weapons (OPCW) en andere relevante multilaterale instellingen, van oordeel is dat een andere partij niet heeft voldaan aan een verplichting die voortvloeit uit lid 1 van dit artikel inzake de non- proliferatie van massavernietigingswapens, verstrekt die partij, behalve in bijzondere dringende gevallen, de andere partij, de ACS-Raad van Ministers en de EU-Raad van de Ministers alle terzake dienende infor- matie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde tot een voor de partijen aanvaardbare oplossing te komen. Met dit doel verzoekt zij de andere partij om overleg te plegen over maatregelen die door de betrokken partijen zijn genomen of moeten worden genomen om de situatie recht te zetten.
5. Het overleg vindt plaats op het niveau en in de vorm die het meest geschikt wordt geacht om tot een oplossing te komen.
Het overleg begint uiterlijk 30 dagen na de datum van het verzoek; de duur ervan wordt, afhankelijk van de aard en ernst van de schending, met wederzijdse instemming vastgesteld. De dialoog in het kader van de overlegprocedure duurt in geen geval langer dan 120 dagen.
6. Indien het overleg niet tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing leidt, indien overleg wordt geweigerd of in bijzonder drin- gende gevallen, kunnen passende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen worden ingetrokken zodra de redenen ervoor hebben opge- houden te bestaan.’’.
6. Aan artikel 23 wordt het volgende punt toegevoegd:
,,l. bevordering van traditionele kennis.’’.
7. Artikel 25, lid 1, punt d, wordt vervangen door:
,,d. de bevordering van de bestrijding van:
– hiv/aids, waarbij wordt toegezien op de bescherming van seksuele en reproductieve gezondheid en de rechten van vrouwen;
– andere armoedegerelateerde ziekten, met name malaria en tubercu- lose;’’.
8. Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
a. de punten c en d worden vervangen door:
,,c. de ondersteuning van instellingen binnen de lokale gemeenschap die kinderen de kans geven zich fysiek, psychologisch, maatschappelijk en economisch te ontplooien;
d. de herintegratie in de maatschappij van kinderen in post- conflictsituaties door middel van rehabilitatieprogramma’s, en’’
b. het volgende punt wordt toegevoegd:
,,e. bevordering van de actieve participatie van jonge burgers in het openbare leven en stimulering van de uitwisseling van studenten en de interactie van jeugdorganisaties uit de ACS en de Europese Unie.’’.
9. De inleiding van artikel 28 wordt vervangen door:
‘‘In het kader van de samenwerking wordt effectieve bijstand verleend ter verwezenlijking van de doelstellingen en prioriteiten van de ACS- staten in de context van de regionale en subregionale samenwerking en integratie, met inbegrip van de interregionale samenwerking en de sa- menwerking tussen de ACS-staten onderling. De regionale samenwer- king kan ook betrekking hebben op ontwikkelingslanden die niet tot de ACS behoren, alsmede op de landen en gebieden overzee en de ultra- perifere regio’s. In deze context is de steunverlening in het kader van de samenwerking gericht op:’’.
10. Artikel 2, onder a, punt i wordt vervangen door:
,,i. instellingen en organisaties voor regionale integratie die door de ACS-staten zijn opgericht, of waarin ACS-staten participeren, en die regionale samenwerking en integratie bevorderen, en’’.
11. Artikel 30, lid 2, wordt vervangen door:
,,2. De samenwerking betreft tevens de verlening van steun voor samenwerkingsregelingen en -initiatieven in de ACS-staten en tussen de ACS-staten onderling, met inbegrip van regelingen en initiatieven waar- bij ontwikkelingslanden zijn betrokken die geen ACS-staat zijn.’’.
12. Aan artikel 43, lid 4, wordt het volgende streepje toegevoegd:
,,– de ontwikkeling en aanmoediging van het gebruik van plaatselijke inhoud voor informatie- en communicatietechnologieën.’’.
13. Artikel 58 wordt vervangen door:
,,Artikel 58
Begunstigden
1. Voor financiële steun uit hoofde van deze Overeenkomst komen de volgende entiteiten en organisaties in aanmerking:
a. ACS-staten;
b. regionale of interstatelijke instanties waarvan een of meer ACS- staten deel uitmaken, met inbegrip van instanties waarvan ook niet- ACS-landen deel uitmaken, en die door deze ACS-staten zijn gemach- tigd, en
c. gemengde organen die door de ACS-staten en de Gemeenschap zijn opgericht om bepaalde specifieke doelstellingen te verwezenlijken.
2. Met instemming van de betrokken ACS-staat of -staten komen eveneens voor financiële steun in aanmerking:
a. nationale en/of regionale overheids- of semi-overheidsinstanties en departementen van de ACS-staten, met inbegrip van parlementen, en met name financiële instellingen en ontwikkelingsbanken uit de ACS- staten;
b. ondernemingen en andere particuliere organisaties en privaatrech- telijke lichamen uit de ACS-staten;
c. ondernemingen van een lidstaat van de Gemeenschap, ter aanvul- ling op hun eigen bijdrage, teneinde deze ondernemingen in staat te stel- len productieve projecten op te zetten op het grondgebied van een ACS- staat;
d. financiële tussenpersonen uit de ACS of de Gemeenschap die par- ticuliere investeringen in ACS-staten verstrekken, bevorderen en finan- cieren;
e. plaatselijke gedecentraliseerde autoriteiten uit de ACS-staten en de Gemeenschap, en
f. ontwikkelingslanden die niet tot de ACS-groep behoren, indien zij tezamen met ACS-staten participeren in een gemeenschappelijk initiatief of een regionale organisatie.
3. Niet-statelijke actoren uit de ACS-staten en de Gemeenschap die een plaatselijk karakter hebben, komen in aanmerking voor financiële steun uit hoofde van deze Overeenkomst volgens de modaliteiten die zijn overeengekomen bij de nationale en regionale indicatieve programma’s.’’.
14. De leden 2 en 3 van artikel 68 worden vervangen door:
,,2. De in gevallen van kortdurende fluctuaties van de export- opbrengsten te verlenen steun heeft ten doel het veiligstellen van sociaal- economische hervormingen en beleid op gebieden die door de terugval van de opbrengsten negatief kunnen worden beïnvloed, en het reduceren van de negatieve effecten van instabiliteit van de exportopbrengsten, met name wat betreft landbouw- en mijnbouwproducten.
3. De zeer sterke afhankelijkheid van de economieën van de ACS- staten van de export, met name die van landbouw- en mijnbouwproduc- ten, moet in aanmerking worden genomen bij de toewijzing van midde-
len in het toepassingsjaar. In dit verband wordt aan minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende, insulaire en zich in een situatie na een conflict of een natuurramp bevindende ACS-staten een gunstiger behandeling verleend.’’.
15. Artikel 89, lid 1, wordt vervangen door:
,,1. Er worden specifieke maatregelen genomen om insulaire ACS- staten te steunen in hun streven hun toenemende kwetsbaarheid als gevolg van nieuwe, ernstige economische, sociale en ecologische pro- blemen te stoppen en te verminderen. Die maatregelen dienen de tenuit- voerlegging van de prioriteiten voor duurzame ontwikkeling van kleine insulaire ontwikkelingslanden te bevorderen, waarbij wordt gestreefd naar een geharmoniseerde aanpak van hun economische groei en hu- mane ontwikkeling.’’.
16. Artikel 96 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het volgende lid wordt ingevoegd:
,,1 bis. Beide partijen komen overeen, behalve in bijzonder spoedei- sende gevallen, alle mogelijkheden voor dialoog die artikel 8 biedt, te benutten, alvorens zij het in lid 3, onder a, van dit artikel bedoelde over- leg openen.’’.
b. Lid 2, onder a, wordt vervangen door:
,,a. Indien, ondanks de politieke dialoog over de essentiële elementen van artikel 8 en lid 2 van dit artikel, een partij van mening is dat de andere partij een verplichting voortvloeiend uit de eerbiediging van de rechten van de mens, de democratische beginselen en de rechtsstaat, bedoeld in artikel 9, lid 2, niet nakomt, verstrekt zij, behalve in bijzon- dere dringende gevallen, de andere partij en de Raad van Ministers alle terzake dienende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde tot een voor beide partijen aanvaardbare oplos- sing te komen. Met dit doel verzoekt zij de andere partij om overleg te plegen over maatregelen die door de betrokken partijen zijn genomen of moeten worden genomen om de situatie recht te zetten, overeenkomstig het bepaalde in bijlage VII.
Het overleg vindt plaats op het niveau en in de vorm die het meest geschikt wordt geacht om tot een oplossing te komen.
Het overleg begint uiterlijk 30 dagen na de datum van het verzoek; de duur ervan wordt, afhankelijk van de aard en ernst van de schending, met wederzijdse instemming vastgesteld. De dialoog in het kader van de overlegprocedure duurt niet langer dan 120 dagen.
Indien het overleg niet tot een voor beide partijen aanvaardbare oplos- sing leidt, indien overleg wordt geweigerd of in bijzonder dringende gevallen kunnen passende maatregelen worden genomen. Deze maatre- gelen worden ingetrokken zodra de redenen ervoor hebben opgehouden te bestaan.’’.
17. Artikel 97, lid 2, wordt vervangen door:
,,2. In dergelijke gevallen kan een partij de andere partij verzoeken overleg te plegen. Dit overleg begint uiterlijk 30 dagen na de datum van het verzoek en de dialoog in het kader van de overlegprocedure duurt niet langer dan 120 dagen.’’.
18. Arikel 100, tweede alinea, wordt vervangen door:
,,Artikel 100
Status van de teksten
De aan deze Overeenkomst gehechte protocollen en bijlagen vormen daarvan een integrerend deel. De bijlagen I bis, II, III, IV en VI kunnen door de Raad van Ministers worden herzien en/of gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering.
Deze Overeenkomst, opgesteld in de Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsje- chische en Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd in de archieven van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en het secretariaat van de ACS-staten, die beide een voor eensluitend gewaarmerkt afschrift aan elk van de onderteken- ende staten zal doen toekomen.’’.
C. BIJLAGEN
1. Aan bijlage I wordt het volgende punt toegevoegd:
,,9. In afwijking van het bepaalde in artikel 58 van deze Overeen- komst wordt een bedrag van 90 miljoen EUR overgedragen naar de intra-ACS-middelen in het kader van het 9e EOF. Dit bedrag kan wor- den gebruikt voor de financiering van de deconcentratie in de periode 2006-2007 en wordt rechtstreeks door de Commissie beheerd.’’.
2. De volgende bijlage wordt ingevoegd:
,,Bijlage I Bis
Meerjarig financieel kader voor de samenwerking in het kader van deze Overeenkomst
1. Voor de doelstellingen vermeld in deze Overeenkomst en voor een periode die begint op 1 maart 2005, heeft een meerjarig financieel kader voor samenwerking betrekking op vastleggingen vanaf 1 januari 2008 voor een periode van vijf of zes jaar.
2. Voor deze nieuwe periode handhaaft de Europese Unie haar steun- inspanningen ten gunste van de ACS-staten op ten minste hetzelfde peil als dat van het 9e EOF, de resterende bedragen van eerdere fondsen niet inbegrepen; hieraan worden toegevoegd, op basis van de schattingen van de Gemeenschap: het effect van de inflatie, de groei in de Europese Unie en de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten in 2004.
3. Noodzakelijke wijzigingen van het meerjarige financiële kader of de daarmee samenhangende delen van de Overeenkomst worden, in afwijking van het bepaalde in artikel 95 van de Overeenkomst, vastge- steld door de Raad van Ministers.’’.
3. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
a. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
i. lid 7 wordt vervangen door:
,,7. Voor gewone leningen gelden in de volgende gevallen concessio- nele voorwaarden:
a. in het geval van infrastructuurprojecten in de minst ontwikkelde landen of in landen die zich in een post-conflictsituatie of een situatie na een natuurramp bevinden – andere dan die bedoeld onder b –, wanneer die projecten een essentiële voorwaarde zijn voor de ontwikkeling van de particuliere sector. In deze gevallen wordt de rentevoet van de lening met 3% verlaagd;
aa. in het geval van infrastructuurprojecten die worden uitgevoerd door op commerciële basis geleide overheidsinstanties, indien die pro- jecten noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de particuliere sector in landen waarvoor beperkende leningsvoorwaarden gelden in het kader van het HIPC-initiatief of een ander internationaal overeengekomen regeling voor houdbaarheid van de schuldenlast. In dergelijke gevallen tracht de Bank de gemiddelde kosten van de middelen door passende medefinanciering met andere donoren te verminderen. Indien dit niet mogelijk wordt geacht, kan de rentevoet van de lening zodanig worden verlaagd dat overeenstemming wordt bereikt met het niveau in het kader van het HIPC-initiatief of een nieuwe internationaal overeengekomen regeling voor houdbaarheid van de schuldenlast;
b. in het geval van projecten die betrekking hebben op herstructure- ringsmaatregelen in het kader van privatisering of projecten met aanmer- kelijke en duidelijk aantoonbare sociale of milieuvoordelen. In deze gevallen worden de leningen verstrekt met een rentesubsidie, waarvan de omvang en vorm afhankelijk zijn van de bijzondere kenmerken van het project. De rentesubsidie bedraagt echter niet meer dan 3%.
De uiteindelijke rentevoet van leningen die onder het bepaalde onder a of c vallen, is in geen geval minder dan 50% van het referentietarief.’’;
ii. lid 9 wordt vervangen door:
,,9. Rentesubsidies kunnen worden gekapitaliseerd of gebruikt in de vorm van niet-terugvorderbare hulp. Maximaal 10 % van de begroting voor rentesubsidies mag worden gebruikt voor de ondersteuning van projectgerelateerde technische bijstand in ACS-landen.’’.
b. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
i. lid 1 wordt vervangen door:
,,1. In het kader van de Investeringsfaciliteit wordt in alle sectoren van de economie steun verleend voor investeringen van particuliere en commercieel geleide publieke entiteiten, onder andere voor economische en technologische infrastructuur die opbrengsten genereert en voor de particuliere sector cruciaal is. De Investeringsfaciliteit dient:
a. te worden beheerd als een revolverend fonds en gericht te worden op financiële duurzaamheid. Voor de maatregelen in het kader van de Investeringsfaciliteit gelden marktconforme voorwaarden; de maatrege- len mogen niet leiden tot verstoringen op de lokale markten of het ver- plaatsen van particuliere financieringsbronnen.
b. de financiële sector van de ACS te steunen en gericht te zijn op katalysering, door het aantrekken van plaatselijke langetermijnmiddelen te bevorderen en buitenlandse particuliere investeerders en kredietverle- ners te interesseren voor projecten in de ACS-staten.
c. een gedeelte van het risico te dragen voor de projecten die ermee worden gefinancierd. De financiële duurzaamheid wordt verzekerd door de portefeuille als geheel en niet door afzonderlijke maatregelen, en
d. ernaar te streven middelen te verstrekken via nationale en regio- nale instellingen en programma’s van de ACS die de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf stimuleren.’’;
ii. het volgende lid wordt ingevoegd:
,,1 bis. De Bank ontvangt een vergoeding voor de kosten die zij maakt voor het beheer van de Investeringsfaciliteit. Gedurende de eerste twee jaar na de inwerkingtreding van het tweede Financieel Protocol bedraagt deze vergoeding ten hoogste 2% per jaar van het totale aanvangs- kapitaal van de Investeringsfaciliteit. Daarna omvat de vergoeding die de Bank ontvangt een vast onderdeel van 0,5% per jaar van het aanvangs- kapitaal en een variabel onderdeel van ten hoogste 1,5% per jaar van de portefeuille van de Investeringsfaciliteit die geïnvesteerd is in projecten in ACS-landen. De vergoeding wordt gefinancierd uit de Investeringsfaciliteit.’’;
c. artikel 5, onder b wordt vervangen door:
,,b. in het geval van gewone leningen en financiering met risico- dragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf, wordt het wisselkoersrisico in het algemeen gedeeld door enerzijds de Gemeen-
schap en anderzijds de overige betrokken partijen. Gemiddeld zou het wisselkoersrisico gelijkelijk moeten worden gedeeld, en’’;
d. De volgende artikelen worden ingevoegd:
,,Artikel 6 bis
Jaarlijkse rapportage over de Investeringsfaciliteit
Vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie die ver- antwoordelijkheid dragen voor de Investeringsfaciliteit en vertegenwoor- digers van de ACS-staten, alsmede de Europese Investeringsbank, de Commissie, het secretariaat van de Raad van de Europese Unie en het ACS-secretariaat komen jaarlijks bijeen om het functioneren en de pres- taties van en beleidskwesties betreffende de Investeringsfaciliteit te be- spreken.
Artikel 6 ter
Toetsing van de prestaties van de Investeringsfaciliteit
Halverwege de looptijd en aan het einde van de looptijd van een financieel protocol worden de algehele prestaties van de Investerings- faciliteit gezamenlijk getoetst. Bij die toetsing kunnen aanbevelingen worden gedaan ter verbetering van de implementatie van de Investerings- faciliteit.’’.
4. Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
a. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
i. lid 1, onder a, wordt vervangen door:
,,a. de behoeften worden geëvalueerd aan de hand van criteria inzake inkomen per hoofd van de bevolking, bevolkingsomvang, sociale indi- catoren en schuldniveau, derving van exportopbrengsten en afhankelijk- heid van exportopbrengsten, met name voor landbouw en mijnbouw. Er wordt voorzien in een bijzondere behandeling voor de minst ontwik- kelde ACS-staten en rekening gehouden met de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten. Ook wordt rekening gehou- den met de bijzondere moeilijkheden van landen die een conflictsituatie of een natuurramp hebben doorgemaakt, en’’;
ii. het volgende lid wordt toegevoegd:
,,5. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 7, betreffende de tus- sentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Gemeenschap de toewij- zing van het betrokken land verhogen, teneinde rekening te houden met bijzondere behoeften of uitzonderlijke prestaties.’’;
b. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
i. lid 1 wordt vervangen door:
,,1. Na ontvangst van bovengenoemde gegevens stelt elke ACS-staat, op basis van en overeenkomstig zijn ontwikkelingsdoelstellingen en
-prioriteiten, een ontwerp van een indicatief programma op en legt dit voor aan de Gemeenschap. Het ontwerp vermeldt:
a. de concentratiesector, -sectoren of -gebieden waarop de steun wordt gericht;
b. de meest geschikte maatregelen en activiteiten om de doelstellin- gen voor de concentratiesector, -sectoren of -gebieden te verwezenlijken;
c. de middelen die voor en projecten buiten de concentratiesector(en) gereserveerd zijn en/of de hoofdlijnen van die activiteiten, alsmede een indicatie van de voor elk van deze elementen in te zetten middelen;
d. aanduiding welke soort niet-overheidsactoren overeenkomstig de door de Raad van Ministers vastgestelde criteria voor financiering in aanmerking komen en opgave van de middelen voor niet-overheids- actoren en het soort activiteiten die gesteund moeten worden, waarbij het om niet-winstgevende activiteiten moet gaan;
e. voorstellen voor regionale programma’s en projecten, en
f. voorzieningen ter dekking van mogelijke claims en onvoorziene stijging van kosten en uitgaven.’’;
ii. lid 3 wordt vervangen door:
,,3. Over het ontwerp van een indicatief programma wordt tussen de betrokken ACS-staat en de Gemeenschap een gedachtewisseling gehou- den. Het indicatieve programma wordt door de Commissie namens de Gemeenschap en de betrokken ACS-staat in onderling overleg vastge- steld. Het is voor de Gemeenschap en die staat bindend. Het indicatieve programma wordt aan de NOS gehecht en omvat bovendien:
a. specifieke en duidelijk geïdentificeerde activiteiten, met name die waarvoor betalingsverplichtingen kunnen worden aangegaan vóór de eerstkomende evaluatie;
b. een tijdschema voor tenuitvoerlegging en evaluatie van het indi- catieve programma, inclusief betalingsverplichtingen en betalingen, en
c. parameters en criteria voor de evaluaties.’’;
iii. het volgende lid wordt toegevoegd:
,,5. Wanneer een ACS-staat zich in een crisissituatie bevindt als gevolg van een oorlog of een ander conflict of uitzonderlijke omstandig- heden met vergelijkbare gevolgen, waardoor de nationale ordonnateur zijn taken niet kan verrichten, kan de Commissie zelf de overeenkom- stig artikel 3 aan die staat toegewezen middelen beheren en voor bijzon- dere steun gebruiken. Bijzondere steun kan betrekking hebben op vre- deshandhaving, conflictbeheer en -oplossing, steun na conflict, met inbegrip van institutionele versterking, en economische en sociale ont- wikkeling, waarbij in het bijzonder acht wordt geslagen op de behoeften van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. De Commissie en de be-
trokken ACS-staat moeten de normale tenuitvoerlegging en de normale beheersprocedures hervatten zodra de voor samenwerking bevoegde autoriteiten daar opnieuw toe in staat zijn.’’;
c. artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
i. overal in het artikel wordt ,,het hoofd van de delegatie’’ vervan- gen door ,,de Commissie’’;
ii. lid 4, punt b, wordt vervangen door:
,,b. programma’s en projecten buiten de concentratiesector(en);’’
iii. lid 7 wordt vervangen door:
,,7. Na de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Commis- sie namens de Gemeenschap de toewijzing van middelen herzien in het licht van behoeften en prestaties van de betrokken ACS-staat.’’;
d. artikel 6, lid 1, wordt vervangen door:
,,1. Regionale samenwerking heeft betrekking op activiteiten waarbij betrokken zijn:
a. twee of meer ACS-staten dan wel alle ACS-staten, evenals ont- wikkelingslanden die geen ACS-staat zijn en die aan deze activiteiten deelnemen, en/of
b. een regionale instantie waarvan ten minste twee ACS-staten lid zijn en waarvan ook landen die geen ACS-staat zijn lid mogen zijn.’’;
e. artikel 9 wordt vervangen door:
,,Artikel 9
Toewijzing van middelen
1. Aan het begin van elke periode waarop het Financieel Protocol betrekking heeft, krijgt elke regio van de Gemeenschap een indicatie van de omvang van de middelen waarvoor de regio in een periode van vijf jaar in aanmerking komt. Deze indicatieve toewijzing wordt gebaseerd op een schatting van de behoeften en van de voortgang en vooruitzich- ten van het regionale samenwerkings- en integratieproces. Om op toe- reikende schaal te kunnen opereren en de efficiency te versterken, kun- nen regionale en nationale fondsen worden gecombineerd voor het financieren van regionale activiteiten met een duidelijke nationale com- ponent.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 in verband met de eva- luaties kan de Gemeenschap de toewijzing van de betrokken regio ver- hogen, teneinde rekening te houden met nieuwe behoeften of uitzonder- lijke prestaties.’’;
f. artikel 10, lid 1, onder c, wordt vervangen door:
,,c. programma’s en projecten waarmee deze doeleinden moeten wor- den verwezenlijkt, als die duidelijk zijn geïdentificeerd, alsmede een indicatie van de middelen die voor elk van deze onderdelen zullen wor- den ingezet en een tijdschema voor de uitvoering.’’;
g. artikel 12 wordt vervangen door:
,,Artikel 12
Intra-ACS-samenwerking
1. Bij aanvang van elke periode waarop het Financieel Protocol betrekking heeft, geeft de Gemeenschap de ACS-Raad van Ministers een indicatie van de voor regionale activiteiten uitgetrokken middelen die gereserveerd zijn voor activiteiten die vele of alle ACS-staten ten goede komen. Dergelijke activiteiten hoeven niet gebonden te zijn aan de geo- grafische ligging.
2. De Gemeenschap kan de toewijzing voor de intra-ACS- samenwerking verhogen, teneinde rekening te houden met nieuwe be- hoeften om het effect van de intra-ACS-activiteiten te verbeteren.’’;
h. artikel 13 wordt vervangen door:
,,Artikel 13
Financieringsverzoeken
1. Verzoeken om financiering van regionale programma’s worden ingediend door:
a. een regionaal lichaam of een regionale organisatie met een pas- send mandaat, of
b. een subregionaal lichaam of een subregionale organisatie met een passend mandaat, of een ACS-staat in de betrokken regio in de programmeringsfase, mits de activiteit in het RIP is aangegeven.
2. Verzoeken om financiering van intra-ACS-programma’s worden ingediend door:
a. ten minste drie regionale lichamen of organisaties met een passend mandaat, die tot verschillende geografische regio’s behoren, of door ten minste twee ACS-staten van elk van deze drie regio’s, of
b. de ACS-Raad van Ministers of door het ACS-Comité van Xxxxx- xxxxxxx, of
c. internationale organisaties, zoals de Afrikaanse Unie, die activitei- ten uitvoeren die bijdragen tot de verwezenlijking van de doeleinden van regionale samenwerking en integratie, mits het ACS-Comité van Ambas- sadeurs daartoe toestemming heeft verleend.’’;
i. artikel 14 wordt vervangen door:
,,Artikel 14
Uitvoeringsprocedures
1. [Geschrapt].
2. [Geschrapt].
3. De activiteiten voor regionale samenwerking, met inbegrip van de intra-ACS-samenwerking, worden, met inachtneming van de hiervoor relevante doelstellingen en kenmerken, uitgevoerd volgens de voor de financiële en technische samenwerking vastgestelde procedures, indien zij daaronder vallen.
4. Onder voorbehoud van het bepaalde in de leden 5 en 6 sluiten de Commissie en een van de in artikel 13 bedoelde instanties voor elk regionaal programma en project dat uit het Fonds wordt gefinancierd:
a. hetzij een financieringsovereenkomst, overeenkomstig artikel 17; in dit geval wijst de betrokken instantie een regionale ordonnateur aan, wiens taken mutatis mutandis overeenkomen met die van de nationale ordonnateur;
b. hetzij een subsidieovereenkomst in de zin van artikel 19 bis, naar- gelang de aard van de activiteit en wanneer een van de betrokken instan- ties die met de realisatie van het programma of het project belast is, geen ACS-staat is.
5. Voor de uit het Fonds gefinancierde programma’s en projecten waarvoor een financieringsverzoek is ingediend door de in artikel 13, lid 2, onder c, bedoelde internationale organisaties wordt een subsidie- overeenkomst opgesteld.
6. De uit het Fonds gefinancierde programma’s en projecten waarvoor een financieringsverzoek is ingediend door de ACS-Raad van Ministers of het ACS-Comité van Ambassadeurs, worden uitgevoerd hetzij door het ACS-secretariaat dat in voorkomend geval een financierings- overeenkomst sluit met de Commissie overeenkomstig artikel 17, hetzij door de Commissie, naargelang de aard van de activiteit.’’;
x. de titel van hoofdstuk 3 wordt vervangen door:
,,ONDERZOEK EN FINANCIERING’’
k. artikel 15 wordt vervangen door:
,,Artikel 15
Identificatie, voorbereiding en onderzoek van programma’s en projecten
1. De door de betrokken ACS-staat ingediende programma’s en pro- jecten worden gezamenlijk onderzocht. Het ACS-EG-Comité voor Sa-
menwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering stelt richtsnoeren en cri- teria op voor de beoordeling van programma’s en projecten. De programma’s en projecten zijn doorgaans meerjarig en kunnen een reeks beperkte activiteiten op een bepaald gebied omvatten.
2. De dossiers van de opgestelde en ter financiering voorgelegde programma’s en projecten dienen alle gegevens te bevatten die voor het onderzoek van deze programma’s en projecten nodig zijn of, indien deze programma’s en projecten nog niet volledig omschreven zijn, met het oog op het onderzoek een beknopte beschrijving te bevatten.
3. Bij het onderzoek van programma’s en projecten wordt de eis inzake nationale personele middelen in acht genomen en wordt een stra- tegie opgezet voor een betere benutting van deze middelen. Bovendien wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken en beperkingen van elke ACS-staat.
4. Programma’s en projecten die worden uitgevoerd door niet- overheidsactoren die overeenkomstig deze Overeenkomst voor financie- ring in aanmerking komen, kunnen door de Commissie alleen worden onderzocht. Overeenkomstig artikel 19 bis kunnen voor deze programma’s en projecten rechtstreeks subsidieovereenkomsten worden opgesteld tussen de Commissie en de niet-overheidsactoren. Het onder- zoek dient in overeenstemming te zijn met artikel 4, lid 1, onder d), betreffende het soort actoren, het feit of zij voor steun in aanmerking komen en het soort activiteiten die ondersteund worden. Bij monde van het hoofd van de delegatie stelt de Commissie de nationale ordonnateur in kennis van de aldus toegekende subsidies.’’;
l. artikel 16 wordt vervangen door:
,,Artikel 16
Financieringsvoorstel en financieringsbesluit
1. De conclusies van het onderzoek worden samengevat in een financieringsvoorstel waarvan de definitieve versie wordt opgesteld door de Commissie in nauwe samenwerking met de betrokken ACS-staat.
2. [Geschrapt].
3. [Geschrapt].
4. De Commissie deelt namens de Gemeenschap haar financierings- besluit aan de betrokken ACS-staat mede binnen 90 dagen na de datum van opstelling van de definitieve versie van het financieringsvoorstel.
5. Indien het financieringsvoorstel niet door de Commissie namens de Gemeenschap wordt goedgekeurd, wordt de betrokken ACS-staat on- middellijk op de hoogte gesteld van de redenen van dit besluit. In dat geval kunnen de vertegenwoordigers van de betrokken ACS-staat binnen 60 dagen na de kennisgeving verzoeken:
a. het probleem voor te leggen aan het bij deze Overeenkomst inge- stelde ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelings- financiering, of
b. door de vertegenwoordigers van de Gemeenschap te worden ge- hoord.
6. Nadat de vertegenwoordigers zijn gehoord, wordt door de Com- missie namens de Gemeenschap een definitief besluit genomen om het financieringsvoorstel aan te nemen dan wel af te wijzen; alvorens dit besluit wordt genomen, kan de betrokken ACS-staat aan de Commissie alle gegevens meedelen die hij voor volledige kennis van zaken nood- zakelijk acht.’’;
m. artikel 17 wordt vervangen door:
,,Artikel 17
Financieringsovereenkomst
1. Tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald, wordt voor ieder uit het Fonds gefinancierd programma of project een financierings- overeenkomst tussen de Commissie en de betrokken ACS-staat opge- steld.
2. De financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de betrok- ken ACS-staat wordt binnen 60 dagen na het besluit van de Commissie namens de Gemeenschap opgesteld. In de financieringsovereenkomst:
a. worden met name de financiële bijdrage van de Gemeenschap, de financieringsregelingen en -voorwaarden en de algemene en specifieke bepalingen voor het betrokken programma of project gespecificeerd, en
b. worden toereikende voorzieningen getroffen voor de dekking van onvoorzien hogere kosten en uitgaven.
3. Resterende bedragen die worden geconstateerd bij de afsluiting van programma’s en projecten, komen de betrokken ACS-staat of -staten toe.’’;
n. artikel 18 wordt vervangen door:
,,Artikel 18
Kostenoverschrijding
1. Zodra de uit hoofde van de financieringsovereenkomst beschikbare financiering dreigt te worden overschreden, stelt de nationale ordonna- teur de Commissie daarvan in kennis en verzoekt hij haar vooraf in te stemmen met de maatregelen die hij denkt te treffen om deze kosten- overschrijding te dekken, hetzij door het programma of project in te per- ken, hetzij door een beroep te doen op nationale of andere niet- communautaire middelen.
2. Indien het niet mogelijk is het programma of project in te perken of de overschrijding uit andere hulpbronnen te financieren, kan de Com- missie namens de Gemeenschap op met redenen omkleed verzoek van de nationale ordonnateur besluiten tot aanvullende financiering uit de middelen van het nationaal indicatief programma.’’;
o. artikel 19 wordt vervangen door:
,,Artikel 19
Financiering met terugwerkende kracht
1. Om te zorgen dat projecten snel van start kunnen gaan en om perioden van stilstand tussen opeenvolgende projecten en vertragingen te voorkomen, kunnen de ACS-staten wanneer het onderzoek van het project afgerond is en voordat het financieringsbesluit is genomen, acti- viteiten voorfinancieren in verband met voorbereidende en seizoensge- bonden werkzaamheden, bestelling van uitrusting met een lange lever- tijd en bepaalde lopende verrichtingen. Dergelijke uitgaven moeten geschieden conform de procedures van deze Overeenkomst.
2. Uitgaven zoals bedoeld in lid 1 moeten worden opgenomen in het financieringsvoorstel en laat het financieringsbesluit van de Commissie namens de Gemeenschap onverlet.
3. Uitgaven die door een ACS-staat uit hoofde van dit artikel zijn ver- richt, worden na de ondertekening van de financieringsovereenkomst met terugwerkende kracht in het kader van het programma of project gefinancierd.’’;
p. de titel van hoofdstuk 4 wordt vervangen door:
,,UITVOERING’’
q. de volgende artikelen worden ingevoegd:
,,Artikel 19 bis
Wijze van uitvoering
1. De uit het Fonds gefinancierde programma’s en projecten waarvan de financiële uitvoering tot de verantwoordelijkheid van de Commissie behoort, worden in hoofdzaak door de volgende methoden uitgevoerd:
x. xxxxxxx van opdrachten;
b. toekenning van subsidies;
c. uitvoering in eigen beheer;
d. directe uitbetalingen in de vorm van begrotingssteun, steun voor sectorale programma’s, steun voor schuldverlichting en steun om korte- termijnfluctuaties van de exportopbrengsten te dekken.
2. In deze bijlage zijn opdrachten overeenkomsten onder bezwarende titel die schriftelijk worden gesloten om tegen een prijs de levering van roerende goederen, de uitvoering van werken of de verrichting van dien- sten te verkrijgen.
3. Subsidies in de zin van deze bijlage zijn rechtstreekse financiële bijdragen, bij wijze van schenking verleend voor de financiering van:
a. een actie die moet bijdragen tot de verwezenlijking van een in het kader van deze Overeenkomst passende doelstelling of een programma of project dat dienovereenkomstig is goedgekeurd, of
b. de werking van een orgaan dat een dergelijke doelstelling na- streeft.
Subsidies zijn het voorwerp van een schriftelijke overeenkomst.
Artikel 19 ter
Aanbestedingen met een schorsingsclausule
Om te zorgen dat projecten snel van start kunnen gaan, kunnen de ACS-staten in alle gevallen waarin dit gerechtvaardigd is, in overleg met de Commissie, zodra het onderzoek van het project afgerond is en voor- dat het financieringsbesluit is genomen, voor alle typen opdrachten aan- bestedingen uitschrijven waarin een schorsingsclausule is opgenomen. Deze bepaling moet worden vermeld in het financieringsvoorstel.’’;
r. artikel 20 wordt vervangen door:
,,Artikel 20
Voorwaarden om deel te nemen
Behoudens indien overeenkomstig artikel 22 een uitzondering is toe- gestaan en onverminderd het bepaalde in artikel 26, gelden de volgende regels:
1. de deelname aan aanbestedingen en aan procedures voor de toeken- ning van subsidies uit het Fonds staat open voor alle natuurlijke perso- nen en rechtspersonen van de ACS-staten en de lidstaten van de Ge- meenschap;
2. leveringen en materialen die zijn verkregen uit hoofde van een uit het Fonds gefinancierde overeenkomst moeten van oorsprong zijn uit een staat die krachtens punt 1 mag deelnemen. In dit verband wordt de definitie van ,producten van oorsprong’ beoordeeld aan de hand van de relevante internationale overeenkomsten en worden leveringen van oor- sprong uit de landen en gebieden overzee aangemerkt als leveringen van oorsprong uit de Gemeenschap;
3. de deelname aan aanbestedingen en aan procedures voor de toe- kenning van subsidies uit het Fonds staat open voor internationale orga- nisaties;
4. wanneer de financiering betrekking heeft op een transactie die door een internationale organisatie wordt uitgevoerd, staat deelname aan aan- bestedingen en aan procedures voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens punt 1 mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens het reglement van die organisatie mogen deelnemen, waar- bij alle donoren op gelijke voet moeten worden behandeld. Dezelfde regels gelden voor leveringen en materialen;
5. wanneer de financiering betrekking heeft op een transactie die in het kader van een regionaal initiatief wordt uitgevoerd, staat de deel- name aan aanbestedingen en de procedures voor de toekenning van sub- sidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krach- tens punt 1 mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen van de staten die aan het betrokken initiatief deelnemen. Dezelfde regels gelden voor leveringen en materialen;
6. wanneer de financiering betrekking heeft op een transactie die door een derde staat wordt medegefinancierd, staat de deelname aan aanbe- stedingen en de procedures voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens lid 1 mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de regelgeving van die derde staat mogen deelnemen. De- zelfde regels gelden voor leveringen en materialen.’’;
s. artikel 22 wordt vervangen door:
,,Artikel 22
Uitzonderingen
1. In uitzonderingsgevallen die deugdelijk gemotiveerd zijn, staat de deelname aan aanbestedingen en de procedures voor de toekenning van subsidies die door de Gemeenschap worden gefinancierd, op gemoti- veerd verzoek van de betrokken ACS-staten, toch open voor natuurlijke personen of rechtspersonen uit derde landen die niet mogen deelnemen uit hoofde van artikel 20. De betrokken ACS-staten verstrekken de Com- missie voor elk geval de noodzakelijke gegevens om over deze uitzon- deringsgevallen een besluit te nemen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan:
a. de geografische ligging van de betrokken ACS-staat;
b. het concurrentievermogen van aannemers, leveranciers en advi- seurs uit de lidstaten en de ACS-staten;
c. vermijding van buitensporige stijging van de uitvoeringskosten van de overeenkomsten;
d. vervoersproblemen en vertragingen in verband met levertijden of soortgelijke problemen;
e. de meest geschikte en aan de lokale omstandigheden optimaal aangepaste technologie;
f. bijzonder dringende gevallen;
g. de beschikbaarheid van goederen en diensten op de betrokken markten.
2. De regels voor de gunning van opdrachten van de Bank zijn van toepassing op de projecten die door de Investeringsfaciliteit worden gefinancierd.’’;
t. artikel 24 wordt vervangen door:
,,Artikel 24
Uitvoering in eigen beheer
1. Bij uitvoering in eigen beheer worden programma’s en projecten uitgevoerd door overheidsinstellingen of semi-overheidsinstellingen van de betrokken staat of staten of door de rechtspersoon die voor de uitvoe- ring van de activiteit verantwoordelijk is.
2. De Gemeenschap draagt in de uitgaven van de betrokken diensten bij door het verschaffen van ontbrekende uitrusting en/of materieel en/of middelen waarmee het nodige aanvullende personeel kan worden aange- worven, zoals deskundigen uit de betrokken ACS-staten of andere ACS- staten. De bijdrage van de Gemeenschap dekt slechts de kosten van aan- vullende maatregelen en tijdelijke uitgaven voor de uitvoering die uitsluitend verband houden met het betrokken project.
3. De programmaramingen waarbij activiteiten in eigen beheer wor- den uitgevoerd, moeten voldoen aan de communautaire regels, procedu- res en standaarddocumenten van de Commissie die van toepassing zijn op het ogenblik waarop de betrokken programmaramingen worden goedgekeurd.’’;
u. artikel 26 wordt vervangen door:
,,Artikel 26
Preferenties
1. Om optimaal gebruik van de fysieke en menselijke middelen van de ACS-staten mogelijk te maken, worden maatregelen getroffen om zo breed mogelijke deelname van natuurlijke personen en rechtspersonen uit de ACS-staten aan de uitvoering van door het Fonds gefinancierde opdrachten te bevorderen. Hiertoe geldt het volgende:
a. bij opdrachten voor werken van minder dan 5 miljoen EUR wordt aan inschrijvers uit ACS-staten bij het vergelijken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische, technische en administratieve kwaliteit
een preferentie van 10% toegekend, mits ten minste een vierde van het kapitaal en een vierde van het leidinggevend personeel van oorsprong zijn uit een of meer ACS-staten;
b. bij opdrachten voor leveringen, ongeacht het bedrag, wordt aan inschrijvers uit ACS-staten die leveringen aanbieden waarvoor ten min- ste 50% van de contractwaarde van ACS-oorsprong is, bij het vergelij- ken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische, technische en administratieve kwaliteit een preferentie van 15 % toegekend;
c. bij opdrachten voor diensten wordt bij het vergelijken van in- schrijvingen van gelijkwaardige economische en technische kwaliteit voorrang gegeven aan:
i. deskundigen, instellingen of adviesbureaus uit ACS-staten, mits aan de bekwaamheidseisen is voldaan;
ii. aanbiedingen van een onderneming uit de ACS die individueel of in een consortium deelneemt met Europese partners, en
iii. aanbiedingen van Europese inschrijvers met onderaannemers of deskundigen uit de ACS;
d. gekozen inschrijvers geven, indien zij gebruikmaken van onder- aannemers, voorrang aan natuurlijke personen en ondernemingen uit de ACS-staten die in staat zijn de opdracht op het vereiste niveau uit te voe- ren, en
e. de ACS-staat kan in de aanbesteding aan gegadigden de bijstand aanbieden van andere ondernemingen, deskundigen of adviseurs uit de ACS die in gezamenlijk overleg zijn gekozen. Deze samenwerking kan gestalte krijgen in de vorm van een gezamenlijke onderneming of onderaanneming of ook in die van opleiding van het personeel bij de werkzaamheden.
2. Indien twee inschrijvingen op grond van bovengenoemde criteria gelijkwaardig worden bevonden, wordt de voorkeur gegeven:
a. aan de inschrijving van de inschrijver uit een ACS-staat, of
b. indien een dergelijke inschrijving ontbreekt:
i. aan de inschrijving die optimaal gebruik van de fysieke en men- selijke middelen van de ACS-staten mogelijk maakt;
ii. aan de inschrijving die ondernemingen of natuurlijke personen uit de ACS-staten de beste mogelijkheden voor onderaanneming biedt, of
iii. aan een consortium van natuurlijke personen of ondernemingen uit de ACS-staten en de Gemeenschap.’’;
v. de titel van hoofdstuk 6 wordt vervangen door:
,,FUNCTIONARISSEN DIE MET HET BEHEER EN DE UITVOERING VAN DE MIDDELEN VAN HET FONDS ZIJN BELAST’’;
w. artikel 34 wordt vervangen door:
,,Artikel 34
Commissie
1. De Commissie verzekert de financiële uitvoering van de uit het Fonds gefinancierde activiteiten die uit het Fonds worden gefinancierd, met uitsluiting van de Investeringsfaciliteit en de rentesubsidies, hoofd- zakelijk aan de hand van de volgende beheersmethoden:
a. gecentraliseerd;
b. gedecentraliseerd.
2. De Commissie zorgt in beginsel via gedecentraliseerd beheer voor de financiële uitvoering van de middelen van het Fonds.
In dat geval worden de uitvoeringstaken door de ACS-staten overeen- komstig artikel 35 verricht.
3. Om te zorgen voor de financiële uitvoering van de middelen van het Fonds delegeert de Commissie de uitvoeringsbevoegdheden binnen haar diensten. De Commissie stelt de ACS-staten en het ACS-EG- Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering in kennis van deze delegatie.’’;
x. artikel 35 wordt vervangen door:
,,Artikel 35
Nationale ordonnateur
1. De regering van elke ACS-staat wijst een nationale ordonnateur aan die haar vertegenwoordigt bij alle transacties voor rekening van het door de Commissie en de Bank beheerde Fonds. De nationale ordonna- teur wijst een of meer plaatsvervangende nationale ordonnateurs aan voor het geval hij zijn taken niet kan verrichten en brengt de Commis- sie hiervan op de hoogte. De nationale ordonnateur kan, wanneer de voorwaarden inzake institutionele capaciteit en gezond financieel beheer vervuld zijn, zijn taken in verband met de uitvoering van de betrokken programma’s en projecten delegeren aan de dienst die binnen de natio- nale administratie verantwoordelijk is. Hij stelt Commissie in kennis van de delegaties die hij verricht.
Wanneer de Commissie bekend is met problemen in het verloop van de procedures voor het beheer van de middelen van het Fonds, neemt zij met de nationale ordonnateur contact op teneinde deze problemen te ver- helpen; zij neemt alle passende maatregelen.
De nationale ordonnateur draagt als enige de financiële verantwoor- delijkheid voor de uitvoeringstaken die hem zijn toevertrouwd.
In het kader van het gedecentraliseerde beheer van de middelen van het Fonds en onder voorbehoud van de aanvullende bevoegdheden die aan de Commissie kunnen worden toegekend, heeft de nationale ordon- nateur de volgende taken:
a. hij is belast met de coördinatie, de programmering, de follow-up en de jaarlijkse evaluaties, de tussentijdse evaluaties en de eindevaluatie van de uitvoering van de samenwerking, evenals met de donor- coördinatie;
b. hij is, in nauwe samenwerking met de Commissie, belast met de voorbereiding, de indiening en het onderzoek van de programma’s en projecten;
c. hij bereidt de aanbestedingsdossiers voor en in voorkomend geval de documenten voor de oproepen tot het indienen van voorstellen;
d. alvorens oproepen tot het indienen van inschrijvingen en in voor- komend geval oproepen tot het indienen van voorstellen te doen, legt hij de aanbestedingsdossiers en in voorkomend geval de documenten voor de oproepen tot het indienen van voorstellen ter goedkeuring aan de Commissie voor;
e. hij doet, in nauwe samenwerking met de Commissie, oproepen tot het indienen van inschrijvingen en in voorkomend geval oproepen tot het indienen van voorstellen;
f. hij neemt de inschrijvingen en in voorkomend geval de voorstel- len in ontvangst en bezorgt de Commissie een kopie van de inschrijvin- gen, zit voor bij de opening daarvan en stelt het resultaat van de opening vast binnen de geldigheidstermijn van de inschrijvingen, rekening hou- dend met de voor de goedkeuring van het contract vereiste termijn;
g. hij nodigt de Commissie uit voor de opening van de inschrijvin- gen en in voorkomend geval de voorstellen en deelt haar het resultaat van de opening van de inschrijvingen en voorstellen mee, ter goedkeu- ring van de voorstellen inzake de gunning van opdrachten en de toeken- ning van subsidies;
h. hij legt de Commissie de contracten en programmaramingen ter goedkeuring voor evenals de toegevoegde clausules;
i. hij ondertekent de door de Commissie goedgekeurde contracten en toegevoegde clausules;
j. hij zorgt voor de betaalbaarstellingen en verstrekt de betalingsop- drachten binnen de grenzen van de hem toegekende kredieten;
k. hij neemt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden alle ver- eiste aanpassingsmaatregelen voor een in economisch en technisch op- zicht bevredigende uitvoering van de goedkeurde programma’s en pro- jecten.
2. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beslist de nationale ordonnateur, met kennisgeving aan de Commissie, over:
a. kleine technische wijzigingen en aanpassingen van de programma’s en projecten voorzover deze geen wijziging brengen in de gekozen tech- nische oplossingen en voorzover zij binnen de voorzieningen voor aan- passingen blijven die in de financieringsovereenkomst zijn opgenomen;
b. wijziging van de plaats van uitvoering om technische, economi- sche of sociale redenen in geval van meervoudige programma’s en pro- jecten;
c. toepassing of kwijtschelding van boeten wegens tijdslimiet- overschrijding;
d. akten betreffende ontheffing van borgtochten;
e. aankopen op de plaatselijke markt, ongeacht de oorsprong;
f. gebruik van bouwmateriaal en -werktuigen die niet van oorsprong uit de lidstaten of de ACS-staten zijn en waarvoor in de lidstaten en de ACS-staten geen vergelijkbare productie bestaat;
g. onderaannemingen;
h. definitieve opleveringen, mits de Commissie aanwezig is bij de voorlopige oplevering en de desbetreffende processen-verbaal voor ge- zien tekent en zo nodig tevens bij de definitieve oplevering, met name wanneer bij de voorlopige oplevering zodanige aanmerkingen zijn ge- maakt dat aanzienlijke correcties nodig zijn;
i. aanwerving van consulenten en andere deskundigen voor techni- sche bijstand.’’;
y. artikel 36 wordt vervangen door:
,,Artikel 36
Hoofd van de delegatie
1. De Commissie wordt in elke ACS-staat of in elke regionale groep die daarom uitdrukkelijk verzoekt, met de goedkeuring van de betrok- ken ACS-staat of -staten, vertegenwoordigd door een delegatie die onder de leiding staat van het hoofd van de delegatie. Indien een hoofd van de delegatie wordt aangesteld bij een groep ACS-staten, worden passende maatregelen getroffen. Het hoofd van de delegatie vertegenwoordigt de Commissie op alle gebieden die onder haar bevoegdheid vallen en bij al haar activiteiten.
2. Het hoofd van de delegatie is de primaire gesprekspartner van de ACS-staten en instanties die uit hoofde van de Overeenkomst voor financiering in aanmerking komen. Hij werkt nauw samen met de natio- nale ordonnateur.
3. Het hoofd van de delegatie ontvangt de nodige instructies en bevoegdheden om alle activiteiten in het kader van de Overeenkomst vlot te laten verlopen.
4. Hij brengt op gezette tijden de nationale autoriteiten op de hoogte van activiteiten van de Gemeenschap die rechtstreeks van belang kun- nen zijn voor de samenwerking tussen de Gemeenschap en de ACS-staten.’’;
z. artikel 37 wordt vervangen door:
,,Artikel 37
Betalingen
1. Voor het verrichten van betalingen in de nationale valuta van de ACS-staten kunnen in de ACS-staten door en op naam van de Commis- sie in de valuta van één van de lidstaten of in euro uitgedrukte rekenin- gen worden geopend bij een gezamenlijk door de ACS-staat en de Com- missie gekozen nationale financiële overheids- of semi- overheidsinstelling, die de functie van nationale betalingsgemachtigde uitoefent.
2. De nationale betalingsgemachtigde ontvangt geen vergoeding voor de door hem verleende diensten en over de deposito’s is geen rente ver- schuldigd. De lokale rekeningen worden, op basis van een raming van de toekomstige liquiditeitsbehoeften en voldoende tijdig om verplichting tot vóórfinanciering door de ACS-staten en vertragingen bij de betalin- gen te voorkomen, door de Gemeenschap van middelen voorzien in de valuta van een van de lidstaten of in euro.
3. [Geschrapt].
4. De betalingen worden door de Commissie uitgevoerd overeenkom- stig de regels die door de Gemeenschap en de Commissie zijn vastge- steld, eventueel nadat de nationale ordonnateur de betaalbaarstelling en de betalingsopdracht heeft verricht.
5. [Geschrapt].
6. De procedures inzake betaalbaarstelling, betalingsopdrachten en betaling van de uitgaven moeten zijn afgewikkeld binnen een termijn van ten hoogste 90 dagen na de vervaldag. Uiterlijk 45 dagen vóór de vervaldag geeft de nationale ordonnateur opdracht tot betaling en stelt hij het hoofd van de delegatie daarvan in kennis.
7. Claims inzake betalingsachterstand komen ten laste van de eigen middelen van de betrokken ACS-staat of -staten en van de Commissie, elk voor het deel van de achterstand waarvoor zij overeenkomstig bovengenoemde procedures verantwoordelijk zijn.’’.
5. De volgende bijlage wordt toegevoegd:
,,Bijlage VII
Politieke dialoog inzake mensenrechten, democratische beginselen en de rechtsstaat
Artikel 1
Doelen
1. Het in artikel 96, lid 3, onder a, bedoelde overleg wordt, behalve in bijzonder dringende gevallen, gevoerd nadat een uitvoerige politieke dialoog heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in artikel 8 en artikel 9, lid 4, van de Overeenkomst.
2. Beide partijen voeren deze politieke dialoog in de geest van de Overeenkomst en met inachtneming van de richtlijnen voor de politieke dialoog tussen de ACS en de Europese Unie die de Raad van Ministers heeft vastgesteld.
3. De politieke dialoog is een proces dat versterking van de betrek- kingen tussen de ACS en de Europese Unie dient te bevorderen en bij dient te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het part- nerschap.
Artikel 2
Geïntensiveerde politieke dialoog voorafgaand aan overleg op grond van artikel 96
1. De politieke dialoog inzake eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat wordt gevoerd overeenkom- stig het bepaalde in artikel 8 en artikel 9, lid 4, van de Overeenkomst en met inachtneming van internationaal erkende normen. In het kader van deze dialoog kunnen de partijen overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijke agenda en gemeenschappelijke prioriteiten.
2. Binnen het kader van internationaal overeengekomen normen kun- nen de partijen gezamenlijk specifieke ijkpunten of doelstellingen ont- wikkelen en overeenkomen met betrekking tot de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, daarbij rekening houdende met de specifieke en bijzondere omstandigheden van de betrokken ACS- staat. Deze ijkpunten zijn een middel om doelen te verwezenlijken door het vaststellen van tussentijdse doelstellingen en termijnen voor de ver- wezenlijking daarvan.
3. De in de leden 1 en 2 bedoelde politieke dialoog wordt op syste- matische en formele wijze gevoerd en dient alle mogelijkheden uit te putten alvorens overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst overleg wordt gepleegd.
4. Behalve in bijzonder dringende gevallen, zoals bedoeld in artikel 96, lid 2, onder b, van de Overeenkomst, kan overleg op grond van arti- kel 96 ook plaatsvinden zonder voorafgaande geïntensiveerde politieke dialoog, indien een van de partijen de in het kader van een eerdere dia- loog aangegane verplichtingen systematisch niet nakomt, of indien een partij weigert in goed vertrouwen een dialoog aan te gaan.
5. De politieke dialoog op grond van artikel 8 van de Overeenkomst wordt door de partijen ook benut om landen bij te staan ten aanzien waarvan passende maatregelen als bedoeld in artikel 96 worden geno- men, teneinde de betrekkingen te normaliseren.
Artikel 3
Aanvullende regels inzake overleg op grond van artikel 96 van de Overeenkomst
1. De partijen streven naar het bevorderen van een gelijk niveau van vertegenwoordiging bij het overleg op grond van artikel 96 van de Over- eenkomst.
2. De partijen zien toe op transparante interactie voor, tijdens en na het formele overleg, daarbij rekening houdende met de specifieke ijk- punten en doelstellingen bedoeld in artikel 2, lid 2, van deze bijlage.
3. De partijen benutten de periode van dertig dagen vóór de aanvang van het overleg, waarin is voorzien in artikel 96, lid 3, van de Overeen- komst, om zich op dit overleg terdege voor te bereiden en om nader overleg te plegen binnen de ACS-groep en tussen de Gemeenschap en haar lidstaten. Tijdens het overleg dienen de partijen flexibele tijdschema’s overeen te komen, waarbij zij erkennen dat in bijzonder dringende gevallen, zoals gedefinieerd in artikel 96, lid 3, onder b, van de Overeenkomst en in artikel 1, lid 4, van deze bijlage, onmiddellijk optreden noodzakelijk kan zijn.
4. De partijen erkennen de rol van de ACS-groep in de politieke dia- loog op basis van modaliteiten die de ACS-groep vaststelt en aan de Gemeenschap en haar lidstaten mededeelt.
5. De partijen erkennen de noodzaak van gestructureerd en voortdu- rend overleg overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst. De Raad van Ministers kan hiertoe nadere modaliteiten vaststellen.’’
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hier- onder hun handtekening hebben gesteld.
Slotakte
De gevolmachtigden van:
Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
De President van de Tsjechische Republiek, Hare Majesteit de Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxx, Xx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx, De President van de Republiek Estland,
De President van de Helleense Republiek, Zijne Majesteit de Koning van Spanje, De President van de Franse Republiek, De President van Ierland,
De President van de Italiaanse Republiek, De President van de Republiek Cyprus, De President van de Republiek Letland, De President van de Republiek Litouwen,
Zijne Koninklijke Hoogheid de Xxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx, De President van de Republiek Hongarije,
De President van de Republiek Malta,
Hare Majesteit de Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx,
Xx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx, De President van de Republiek Polen,
De President van de Portugese Republiek, De President van de Republiek Slovenie¨, De President van de Slowaakse Republiek, De President van de Republiek Finland, Zijne Majesteit de Koning van Zweden,
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland,
partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna ,,de Gemeenschap’’ genoemd, wier staten hierna ,,de lidstaten’’ worden genoemd,
en van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en
de gevolmachtigden van:
De President van de Republiek Angola,
Hare Majesteit de Koningin van Antigua en Barbuda,
Het Staatshoofd van het Gemenebest van de Bahama’s, Het Staatshoofd van Barbados,
Hare Majesteit de Koningin van Belize, De President van de Republiek Benin,
De President van de Republiek Botswana, De President van Burkina Faso,
De President van de Republiek Boeroendi, De President van de Republiek Kameroen, De President van de Republiek Kaapverdie¨,
De President van de Centraal-Afrikaanse Republiek,
De President van de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren, De President van de Democratische Republiek Congo,
De President van de Republiek Congo, De Regering van de Cookeilanden,
De President van de Republiek Ivoorkust, De President van de Republiek Djibouti,
De Regering van het Gemenebest Dominica, De President van de Dominicaanse Republiek, De President van de Staat Eritrea,
De President van de Democratische Federale Republiek Ethiopie¨, De President van de Soevereine Democratische Republiek Fiji, De President van de Republiek Gabon,
De President en het Staatshoofd van de Republiek Gambia, De President van de Republiek Ghana,
Hare Majesteit de Koningin van Grenada, De President van de Republiek Guinee,
De President van de Republiek Guinee-Bissau,
De President van de Republiek Equatoriaal-Guinee, De President van de Republiek Guyana,
De President van de Republiek Ha¨ıti, Het Staatshoofd van Jamaica,
De President van de Republiek Kenia,
De President van de Republiek Kiribati,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Lesotho, De President van de Republiek Liberia,
De President van de Republiek Madagaskar, De President van de Republiek Malawi,
De President van de Republiek Mali,
De Regering van de Republiek der Marshalleilanden, De President van de Islamitische Republiek Mauritanie¨, De President van de Republiek Mauritius,
De Regering van de Federale Staten van Micronesie¨, De President van de Republiek Mozambique,
De President van de Republiek Namibie¨, De Regering van de Republiek Nauru, De President van de Republiek Niger,
De President van de Federale Republiek Nigeria, De Regering van Niue,
De Regering van de Republiek Palau,
Hare Majesteit de Koningin van de Onafhankelijke Staat Papoea- Nieuw-Guinea,
De President van de Republiek Rwanda,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Kitts en Nevis, Hare Majesteit de Koningin van Saint Lucia,
Hare Majesteit de Koningin van Saint Vincent en de Grenadines, Het Staatshoofd van de Onafhankelijke Staat Samoa,
De President van de Democratische Republiek Sa˜o Tomé en Pr´ıncipe, De President van de Republiek Senegal,
De President van de Republiek der Seychellen, De President van de Republiek Sierra Leone,
Hare Majesteit de Koningin van de Salomonseilanden, De President van de Republiek Zuid-Afrika,
De President van de Republiek Soedan, De President van de Republiek Suriname,
Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Swaziland, De President van de Verenigde Republiek Tanzania,
De President van de Republiek Tsjaad, De President van de Republiek Togo,
Zijne Majesteit Koning Xxxxx’xxxx Xxxxx XX van Tonga, De President van de Republiek Trinidad en Tobago, Hare Majesteit de Koningin van Tuvalu,
De President van de Republiek Oeganda, De Regering van de Republiek Vanuatu, De Regering van de Republiek Zambia, De President van de Republiek Zimbabwe,
wier staten hierna ,,de ACS-staten’’ worden genoemd, anderzijds,
op de vijfentwintigste dag van juni in het jaar tweeduizend vijf bij- eengekomen te Luxemburg voor de ondertekening van de Overeenkomst tot wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000,
hebben bij de ondertekening van deze overeenkomst hun goedkeuring gehecht aan de volgende aan deze Slotakte gehechte verklaringen:
Verklaring I Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou
Verklaring II Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 68 van de Overeenkomst van Cotonou
Verklaring III Gemeenschappelijke verklaring betreffende
bijlage I bis
Verklaring IV Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 3, lid 5, van bijlage IV
Verklaring V Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 9, lid 2, van bijlage IV
Verklaring VI Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 12, lid 2, van bijlage IV
Verklaring VII Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 13 van bijlage IV
Verklaring VIII Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 19 bis van bijlage IV
Verklaring IX Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 24, lid 3, van bijlage IV
Verklaring X Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 2 van bijlage VII
Verklaring XI Verklaring van de Gemeenschap betreffende
artikel 4 en artikel 58, lid 2, van de Overeen- komst van Cotonou
Verklaring XII Verklaring van de Gemeenschap betreffende
artikel 11 bis van de Overeenkomst van Cotonou Verklaring XIII Verklaring van de Gemeenschap betreffende
artikel 11 ter, lid 2, van de Overeenkomst van Cotonou
Verklaring XIV Verklaring van de Gemeenschap betreffende de
artikelen 28, 29, 30 en 58 van de Overeenkomst van Cotonou en artikel 6 van bijlage IV
Verklaring XV Verklaring van de Europese Unie betreffende
bijlage I bis
Verklaring XVI Verklaring van de Gemeenschap betreffende
artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 7, artikel 16, leden 5 en 6 en artikel 17, lid 2 van bijlage IV
Verklaring XVII Verklaring van de Gemeenschap betreffende
artikel 4, lid 5 van bijlage IV
Verklaring XVIII Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 20 van bijlage IV
Verklaring XIX Verklaring van de Gemeenschap betreffende de
artikelen 34, 35 en 36 van bijlage IV Verklaring XX Verklaring van de Gemeenschap betreffende
artikel 3 van bijlage VII
Verklaring I
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou
Wat betreft de dialoog op nationaal en regionaal niveau wordt voor de toepassing van artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou onder
,,ACS-groep’’ verstaan: de trojka van het ACS-Comité van Ambassa- deurs en de voorzitter van het ACS-subcomité voor politieke, sociale, humanitaire en culturele aangelegenheden; de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU wordt geacht te bestaan uit de medevoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU of de daartoe voorge- dragen personen.
Verklaring II
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 68 van de Overeenkomst van Cotonou
De ACS-EG-Raad van Ministers zal, uit hoofde van artikel 100 van de Overeenkomst van Cotonou een onderzoek instellen naar de voorstel- len van de ACS met betrekking tot bijlage II betreffende kortdurende fluctuaties van de exportopbrengsten (FLEX).
Verklaring III
Gemeenschappelijke verklaring betreffende bijlage I BIS
Mocht de Overeenkomst van Cotonou op 1 januari 2008 niet in wer- king zijn getreden, dan wordt de samenwerking gefinancierd uit de res- terende bedragen van het 9e EOF en uit de vorige EOF’s.
Verklaring IV
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 3, lid 5, van bijlage IV
Voor de toepassing van artikel 3, lid 5, worden met bijzondere behoef- ten de behoeften bedoeld die het gevolg zijn van uitzonderlijke en/of onvoorziene omstandigheden zoals post-crisissituaties. Met ,,uitzonder- lijke prestaties’’ wordt de situatie bedoeld waarin buiten de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie om de toewijzing van een land volledig is vastgelegd en een aanvullende financiering van het normale indicatieve programma kan worden geabsorbeerd dankzij een doeltreffend beleid op het gebied van armoedebestrijding en een gezond financieel beheer.
Verklaring V
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 9, lid 2, van bijlage IV
Voor de toepassing van artikel 9, lid 2, worden met nieuwe behoeften de behoeften bedoeld die het gevolg zijn van uitzonderlijke en/of on- voorziene omstandigheden zoals post-crisissituaties. Met ,,uitzonderlijke prestaties’’ wordt de situatie bedoeld waarin buiten de tussentijdse eva-
luatie en de eindevaluatie om, de regionale toewijzing volledig is vast- gelegd en een aanvullende financiering van het regionaal indicatief pro- gramma kan worden geabsorbeerd op basis van een doeltreffend beleid op het gebied van regionale integratie en een gezond financieel beheer.
Verklaring VI
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 12, lid 2, van bijlage IV
Voor de toepassing van artikel 12, lid 2, worden met nieuwe behoef- ten de behoeften bedoeld die het gevolg kunnen zijn van uitzonderlijke en/of onvoorziene omstandigheden zoals nieuwe verbintenissen in het kader van internationale initiatieven of gemeenschappelijke uitdagingen van de ACS-landen.
Verklaring VII
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 13 van bijlage IV Gelet op de bijzondere geografische situatie van het Caribische gebied
en de Stille Oceaan kan de ACS-Raad van Ministers of het ACS-Comité van Ambassadeurs in afwijking van artikel 13, lid 2, onder a, van bij- lage IV een specifiek financieringsverzoek voor de ene of de andere regio indienen.
Verklaring VIII
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 19 bis van bijlage IV
Overeenkomstig artikel 100 van de Overeenkomst van Cotonou, zal de Raad van Ministers de teksten van bijlage IV betreffende de gunning en uitvoering van opdrachten onderzoeken, teneinde deze goed te keu- ren vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst van Cotonou.
Verklaring IX
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 24, lid 3, van bijlage IV
De ACS-staten worden vooraf geraadpleegd over elke wijziging van de in artikel 24, lid 3, van bijlage IV bedoelde communautaire regels.
Verklaring X
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 2 van bijlage VII Deze internationaal erkende normen zijn die welke zijn vervat in de
instrumenten genoemd in de preambule van de Overeenkomst van Coto- nou.
Verklaring XI
Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 4 en artikel 58, lid 2, van de Overeenkomst van Cotonou
Voor de toepassing van artikel 4 en artikel 58, lid 2, wordt de term
,,plaatselijke gedecentraliseerde autoriteiten’’ geacht alle niveaus van decentralisatie te omvatten, met inbegrip van ,,collectivités locales’’.
Verklaring XII
Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 11 bis van de Overeenkomst van Cotonou
De financiële en technische bijstand voor de samenwerking bij het bestrijden van terrorisme wordt gefinancierd uit andere middelen dan die welke bestemd zijn voor de financiering van de ACS-EG- ontwikkelingssamenwerking.
Verklaring XIII
Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 11 ter, lid 2, van de Overeenkomst van Cotonou
De maatregelen die zijn uiteengezet in artikel 11 ter, lid 2, zullen wor- den genomen binnen een aangepaste termijn die rekening houdt met de specifieke beperkingen van elk land.
Verklaring XIV
Verklaring van de Gemeenschap betreffende de artikelen 28, 29, 30 en 58 van de Overeenkomst van Cotonou en artikel 6 van bijlage IV
De tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffen de regionale samen- werking waarbij niet tot de ACS behorende landen zijn betrokken, is afhankelijk van de tenuitvoerlegging van gelijkwaardige bepalingen in
het kader van de financiële instrumenten van de Gemeenschap op het gebied van samenwerking met andere landen en regio’s in de wereld. De Gemeenschap zal de ACS-groep van de inwerkingtreding van deze gelijkwaardige bepalingen in kennis stellen.
Verklaring XV
Verklaring van de Europese Unie betreffende bijlage I BIS
1. De Europese Unie verbindt zich ertoe zo vroeg mogelijk en indien dat haalbaar is uiterlijk in september 2005, een exact bedrag voor te stel- len voor het meerjarige financiële kader voor samenwerking in het kader van de Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst van Cotonou en voor de toepassingsperiode daarvan.
2. Het minimumpeil van de steun zoals bedoeld in punt 2 van bijlage I bis wordt gegarandeerd, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid voor de ACS-staten om steun te ontvangen uit andere mid- delen uit hoofde van andere financiële instrumenten die reeds bestaan of kunnen worden ingesteld ter ondersteuning van maatregelen op gebie- den als humanitaire noodhulp, voedselzekerheid, armoedegerelateerde ziekten, steun voor de tenuitvoerlegging van overeenkomsten inzake economisch partnerschap, steun voor beoogde maatregelen na de hervor- ming van de suikermarkt, alsmede op het gebied van vrede en stabiliteit.
3. De uiterste termijn voor de vastlegging van middelen van het 9e EOF, vastgesteld op 31 december 2007, kan indien nodig worden her- zien.
Verklaring XVI
Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 7, artikel 16, leden 5 en 6, en artikel 17, lid 2, van bijlage IV
Deze bepalingen zijn niet van invloed op de rol van de lidstaten in het besluitvormingsproces.
Verklaring XVII
Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 4, lid 5, van bijlage IV
Artikel 4, lid 5, van bijlage IV en de hervatting van de normale beheersprocedures zullen bij besluit van de Raad op voorstel van de Commissie uitgevoerd worden. Dit besluit wordt aan de ACS-groep meegedeeld.
Verklaring XVIII
Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 20 van bijlage IV Het bepaalde in artikel 20 van bijlage IV zal worden uitgevoerd vol-
gens het principe van wederkerigheid met andere donors.
Verklaring XIX
Verklaring van de Gemeenschap betreffende de artikelen 34, 35 en 36 van bijlage IV
De respectieve gedetailleerde verantwoordelijkheden van de functio- narissen die met het beheer en de uitvoering van de middelen van het Fonds zijn belast, zullen worden opgenomen in een handboek van pro- cedures waarover overleg zal plaatsvinden met de ACS-staten overeen- komstig artikel 12 van Overeenkomst van Cotonou en dat beschikbaar zal zijn vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst van Cotonou. Voor elke wijziging van dit hand- boek zal dezelfde procedure worden gevolgd.
Verklaring XX
Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 3 van bijlage VII Ten aanzien van de modaliteiten zoals bedoeld in artikel 3 van bijlage
VII wordt het door de Raad van de Europese Unie in de Raad van Minis- ters in te nemen standpunt gebaseerd op een voorstel van de Commis- sie.
De ACS-EG-Raad van Ministers heeft op 25 juni 2005 te Luxemburg een besluit genomen betreffende overgangsmaatregelen vanaf de datum van ondertekening tot de datum van inwerkingtreding van de Overeen- komst tot wijziging van de Overeenkomst. De Engelse tekst van dat besluit luidt als volgt:
Besluit nr. 5/2005 van de ACS-EG-Raad van Ministers van 25 juni 2005 betreffende overgangsmaatregelen voor de periode van de ondertekening tot aan de inwerkingtreding van de herziene
ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst
De ACS-EG-Raad van Ministers,
Gelet op de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst, ondertekend te Co- tonou op 23 juni 2000, hierna ,,de overeenkomst’’ genoemd, en met name op artikel 95, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
1. De overeenkomst is gesloten voor een periode van 20 jaar die aan- vangt op 1 maart 2000. Er is echter voorzien in de mogelijkheid de bepa- lingen ervan te wijzigen door middel van een herziening die iedere vijf jaar plaatsvindt.
2. De onderhandelingen over de herziening van de ACS-EG- Partnerschapsovereenkomst, resulterend in de ,,herziene overeenkomst’’, zijn in dit verband voltooid op 23 februari 2005 te Brussel. De herziene overeenkomst is op 25 juni 2005 te Luxemburg ondertekend en treedt in werking, zodra de in artikel 93 bedoelde bekrachtigingsprocedures zijn voltooid.
3. Overeenkomstig artikel 95, lid 3, van de overeenkomst stelt de Raad van ministers de overgangsmaatregelen vast die nodig zijn voor de periode tussen de ondertekening en de inwerkintreding van de herziene overeenkomst.
4. De partijen zijn van oordeel dat moet worden voorzien in ver- vroegde toepassing van de herziene overeenkomst met ingang van de datum van ondertekening, met uitzondering van de bepalingen over de toestemming voor en de uitvoering van het meerjarige financiële samenwerkingskader, de strijd tegen het terrorisme, de samenwerking in de strijd tegen de verspreiding van massavernietigingswapens en de bepalingen van bijlage IV waarover in het kader van artikel 100 van de overeenkomst zal worden onderhandeld.
5. De bepalingen over de vrijmaking en de besteding van financiële middelen in het kader van het in bijlage I bis bij de herziene overeen- komst bedoelde meerjarige financiële kader kunnen echter niet in wer- king treden vóór dat kader in werking treedt. Tijdens de overgangspe- riode, uiterlijk tot en met 31 december 2007, zal de samenwerking daarom worden gefinancierd uit het saldo van het negende EOF en de resterende bedragen van eerdere EOF’s.
6. De programmering van de beschikbare middelen uit hoofde van het meerjarige financiële kader kan echter reeds voor de inwerkingtre- ding beginnen. Zodra het totale budget is vastgesteld, kunnen indicatieve toewijzingen in deze programmering worden geïntegreerd. Er kunnen echter geen middelen worden vastgelegd zolang het meerjarige finan- ciële kader nog niet van kracht is.
7. De Raad van de Europese Unie zal besluiten over de financiële en technische samenwerking ter zake van de strijd tegen het terrorisme en de samenwerking in de strijd tegen de verspreiding van massa- vernietigingswapens. Deze bijstand mal met andere specifieke instru- menten dan de voor de ACS-EG-samenwerking bestemde instrumenten worden gefinancierd,
Besluit1):
Artikel 1
Voorlopige toepassing van de herziene overeenkomst
1. Met ingang van de datum van ondertekening worden alle bepalin- gen tot herziening van de overeenkomst vervroegd toegepast, met uit- zondering van de vereiste wijzigingen van het meerjarige financiële kader alsmede van de daarmee samenhangende onderdelen van de over- eenkomst van Cotonou, waarover overeenkomstig punt 3 van bijlage I bis van de herziene overeenkomst, in afwijking van het bepaalde in arti- kel 95 van de overeenkomst, vóór de datum van inwerkingtreding van de herziene overeenkomst zal worden beslist door de ACS-EG-Raad van ministers.
2. De voorlopige toepassing van de volgende bepalingen is echter afhankelijk van het besluit van de Europese Unie over de beschikbaar- heid van de in deze artikelen becijferde financiële middelen:
a. artikel 11 bis: Bestrijding van terrorisme;
b. artikel 11 ter: Samenwerking inzake de bestrijding van de ver- spreiding van massavernietigingswapens.
3. De herziene bepalingen van de overeenkomst zijn opgenomen in bijlage II bij dit besluit.
Artikel 2
Uitvoering van dit besluit
De ACS-staten, de lidstaten en de Gemeenschap wordt verzocht ieder voor zich de maatregelen te nemen die nodig worden geacht voor de uit- voering van dit besluit.
1) Middels de in bijlage I bij dit besluit opgenomen verklaring.
Artikel 3
Inwerkingtreding en geldigheidsduur van dit besluit
Dit besluit treedt in werking op de dag van ondertekening van de her- ziene overeenkomst. Het is van toepassing tot de inwerkingtreding van de herziene overeenkomst.
GEDAAN te Luxemburg, 25 juni 2005
Voor de ACS-EG-Raad van ministers De voorzitter
X. XXXXXX
BIJLAGE I
ACS-EG-Verklaring
Elke partij streeft ernaar de bekrachtigingsprocedure van de Overeen- komt van Cotonou aan te vangen binnen een termijn van 18 maanden, te rekenen vanaf de ondertekening van de overeenkomst, met inachtne- ming van de nationale en communautaire bevoegdheden en procedures.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 2002, 14 en Trb. 2003, 89.
De Overeenkomst van 25 juni 2005 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Ko- ninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.
E. PARTIJGEGEVENS
Zie Trb. 2001, 57.
Overeenkomst van 23 juni 2000
Partij | Onder- tekening | Ratificatie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Angola | 23-06-00 | 28-02-03 | R | 01-04-03 | ||
Antigua en Barbuda | 11-12-00 | 26-11-01 | R | 01-04-03 | ||
Bahama’s | 23-06-00 | 26-04-01 | R | 01-04-03 | ||
Barbados | 23-06-00 | 27-02-02 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxx | 23-06-00 | 17-01-03 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxx | 23-06-00 | 13-09-01 | R | 01-04-03 | ||
Benin | 23-06-00 | 16-01-02 | R | 01-04-03 | ||
Botswana | 23-06-00 | 07-03-02 | R | 01-04-03 | ||
Burkina Faso | 23-06-00 | 06-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Xxxxxxx | 00-00-00 | 07-02-03 | R | 01-04-03 | ||
Centraal Afrikaanse Republiek | 23-06-00 | 28-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Comoren, de | 23-06-00 | 04-09-01 | R | 01-04-03 | ||
Congo, Democratische Republiek | 23-06-00 | 22-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Congo, Republiek | 23-06-00 | 13-12-02 | R | 01-04-03 | ||
Cook-eilanden | 23-06-00 | 27-06-00 | R | 01-04-03 | ||
Xxxxxx | 00-00-00* | X | 00-00-00 | |||
Xxxxxxxxxx | 23-06-00 | 04-07-01 | R | 01-04-03 | ||
Djibouti | 23-06-00 | 02-10-01 | R | 01-04-03 | ||
Xxxxxxxx | 23-06-00 | 29-07-02 | R | 01-04-03 | ||
Dominicaanse Republiek, de | 23-06-00 | 21-12-01 | R | 01-04-03 | ||
Duitsland | 23-06-00 | 14-05-02 | X | 00-00-00 | ||
XX (Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx) | 23-06-00 | 27-02-03 | R | 01-04-03 |
Partij | Onder- tekening | Ratificatie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Equatoriaal Guinee | 23-06-00 | 26-03-03 | R | 01-04-03 | ||
Eritrea | 23-06-00 | 10-09-01 | R | 01-04-03 | ||
Estland | 01-05-04* | T | 01-05-04 | |||
Ethiopië | 23-06-00 | 31-07-01 | X | 00-00-00 | ||
Xxxx-xxxxxxxx | 23-06-00 | 10-07-01 | R | 01-04-03 | ||
Finland | 23-06-00 | 18-02-02 | R | 01-04-03 | ||
Frankrijk | 23-06-00 | 10-04-02 | R | 01-04-03 | ||
Gabon | 23-06-00 | 14-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Gambia | 23-06-00 | 11-02-02 | R | 01-04-03 | ||
Ghana | 23-06-00 | 03-01-02 | R | 01-04-03 | ||
Grenada | 23-06-00 | 17-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Griekenland | 23-06-00 | 31-10-02 | R | 01-04-03 | ||
Guinee | 23-06-00 | 28-06-01 | R | 01-04-03 | ||
Guinee-Bissau | 23-06-00 | 28-04-03 | R | 01-06-03 | ||
Guyana | 23-06-00 | 28-06-01 | R | 01-04-03 | ||
Haïti | 23-06-00 | 25-03-03 | R | 01-04-03 | ||
Xxxxxxxxx | 00-00-00* | X | 00-00-00 | |||
Xxxxxxx | 23-06-00 | 28-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Italië | 23-06-00 | 12-11-02 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxxxxx | 23-06-00 | 28-01-03 | R | 01-04-03 | ||
Jamaica | 23-06-00 | 16-02-01 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxxxxxx | 23-06-00 | 23-10-02 | R | 01-04-03 | ||
Kameroen | 23-06-00 | 21-02-02 | R | 01-04-03 | ||
Kenia | 23-06-00 | 06-04-01 | R | 01-04-03 | ||
Kiribati | 23-06-00 | 13-03-03 | R | 01-04-03 | ||
Lesotho | 23-06-00 | 06-06-01 | R | 01-04-03 | ||
Letland | 01-05-04* | T | 01-05-04 |
Partij | Onder- tekening | Ratificatie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Liberia | 23-06-00 | 04-02-03 | R | 01-04-03 | ||
Litouwen | 01-05-04* | T | 01-05-04 | |||
Luxemburg | 23-06-00 | 22-10-02 | R | 01-04-03 | ||
Madagascar | 23-06-00 | 26-07-02 | R | 01-04-03 | ||
Malawi | 23-06-00 | 18-12-00 | R | 01-04-03 | ||
Mali | 23-06-00 | 19-04-01 | R | 01-04-03 | ||
Xxxxx | 00-00-00* | X | 00-00-00 | |||
Xxxxxxxx- xxxxxxxx, de | 18-09-00 | 30-11-00 | R | 01-04-03 | ||
Mauritanië | 23-06-00 | 30-03-01 | R | 01-04-03 | ||
Mauritius | 23-06-00 | 18-09-00 | R | 01-04-03 | ||
Micronesia | 17-11-00 | 08-02-02 | R | 01-04-03 | ||
Mozambique | 23-06-00 | 12-12-01 | R | 01-04-03 | ||
Namibië | 23-06-00 | 07-06-02 | R | 01-04-03 | ||
Xxxxx | 00-00-00 | 31-03-03 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxxxxxxx, xxx Xxxxxxxxxx xxx (xxxx Xxxxxxxxx) | 23-06-00 | 20-12-02 | R | 01-04-03 | ||
Niger | 23-06-00 | 19-03-02 | R | 01-04-03 | ||
Nigeria | 23-06-00 | 12-03-03 | R | 01-04-03 | ||
Niue | 23-06-00 | 04-12-00 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxxxxxx | 03-07-00 | 17-07-02 | R | 01-04-03 | ||
Palau | 23-06-00 | 31-08-01 | R | 01-04-03 | ||
Papua-Nieuw Guinea | 23-06-00 | 03-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Polen | 01-05-04* | T | 01-05-04 | |||
Portugal | 23-06-00 | 10-07-02 | R | 01-04-03 | ||
Rwanda | 23-06-00 | 11-04-02 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxxxx- xxxxxxxx | 23-06-00 | 25-07-02 | R | 01-04-03 |
Partij | Onder- tekening | Ratificatie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Samoa | 23-06-00 | 16-03-01 | R | 01-04-03 | ||
Sao Tomé en Principe | 23-06-00 | 04-03-03 | R | 01-04-03 | ||
Senegal | 23-06-00 | 27-02-03 | R | 01-04-03 | ||
Seychellen, de | 23-06-00 | 11-12-00 | R | 01-04-03 | ||
Sierra Leone | 23-06-00 | 04-09-01 | R | 01-04-03 | ||
Sint Kitts en Nevis | 23-06-00 | 16-07-01 | R | 01-04-03 | ||
Sint Lucia | 23-06-00 | 16-01-02 | R | 01-04-03 | ||
Sint Vincent en de Grenadines | 23-06-00 | 24-04-02 | R | 01-04-03 | ||
Slovenie¨ | 01-05-04* | T | 01-05-04 | |||
Slowakije | 01-05-04* | T | 01-05-04 | |||
Soedan | 23-06-00 | 29-10-01 | R | 01-04-03 | ||
Spanje | 23-06-00 | 19-06-02 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxxxx | 23-06-00 | 10-04-02 | R | 01-04-03 | ||
Swaziland | 23-06-00 | 23-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Tanzania | 23-06-00 | 03-12-01 | R | 01-04-03 | ||
Togo | 23-06-00 | 21-11-01 | R | 01-04-03 | ||
Tonga | 23-06-00 | 02-03-01 | R | 01-04-03 | ||
Trinidad en Tobago | 23-06-00 | 18-06-02 | R | 01-04-03 | ||
Tsjaad | 23-06-00 | 14-05-02 | R | 01-04-03 | ||
Tsjechie¨ | 01-05-04* | T | 01-05-04 | |||
Tuvalu | 23-06-00 | 26-07-01 | R | 01-04-03 | ||
Uganda | 23-06-00 | 03-01-02 | R | 01-04-03 | ||
Vanuatu | 23-06-00 | 00-00-00 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, het | 23-06-00 | 17-12-01 | R | 01-04-03 | ||
Zambia | 23-06-00 | 13-05-02 | R | 01-04-03 |
Partij | Onder- tekening | Ratificatie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Zimbabwe | 23-06-00 | 15-11-02 | R | 01-04-03 | ||
Zuid-Afrika | 23-06-00 | 08-07-02 | X | 00-00-00 | ||
Xxxxxx | 23-06-00 | 20-12-01 | R | 01-04-03 |
1) DO=Definitieve ondertekening, R=Ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid
*) Op grond van de inwerkingtreding op die datum van het Verdrag van Athene dat de toetreding tot de EU regelt.
Overeenkomst van 25 juni 2005
Bekrachtiging en goedkeuring zijn voorzien in artikel 93, eerste lid, van de Overeenkomst van 23 juni 2000, dat ingevolge artikel 95, derde lid, van die Overeenkomst ook van toepassing is op de Overeenkomst van 2005.
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Xxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxx xx Xxxxxxx | ||||||
Xxxxxx’s | ||||||
Xxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxx | 25-06-05 | |||||
Belize | 25-06-05 | |||||
Benin | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxx Faso | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Centraal Afrikaanse Republiek | 25-06-05 | |||||
Comoren, de |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Congo, Democratische Republiek | 25-06-05 | |||||
Congo, Republiek | 25-06-05 | |||||
Cook-eilanden | 25-06-05 | |||||
Xxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx, de | 25-06-05 | |||||
Duitsland | 25-06-05 | |||||
EG (Europese Gemeenschap) | 25-06-05 | |||||
Equatoriaal Guinee | ||||||
Eritrea | 25-06-05 | |||||
Estland | 25-06-05 | |||||
Ethiopië | 25-06-05 | |||||
Fiji-eilanden | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Gabon | 25-06-05 | |||||
Gambia | 25-06-05 | |||||
Ghana | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Guinee | 25-06-05 | |||||
Guinee-Bissau | ||||||
Guyana | 25-06-05 |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Xxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxx | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Kaapverdië | 25-06-05 | |||||
Kameroen | 25-06-05 | |||||
Kenia | 25-06-05 | |||||
Kiribati | ||||||
Lesotho | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Madagascar | 25-06-05 | |||||
Malawi | 25-06-05 | |||||
Mali | 25-06-05 | |||||
Xxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxx- xxxxxxxx, xx | ||||||
Xxxxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Mauritius | 25-06-05 | |||||
Micronesia | ||||||
Mozambique | 25-06-05 | |||||
Namibië | ||||||
Nauru |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Nederlanden, het Koninkrijk der | 25-06-05 | |||||
Niger | 25-06-05 | |||||
Nigeria | 25-06-05 | |||||
Niue | 25-06-05 | |||||
Oostenrijk | 25-06-05 | |||||
Palau | ||||||
Papua-Nieuw Guinea | 25-06-05 | |||||
Polen | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxx | 25-06-05 | |||||
Salomons- eilanden | 25-06-05 | |||||
Xxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxx Xxxx xx Xxxxxxxx | ||||||
Xxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Seychellen, de | 25-06-05 | |||||
Sierra Leone | 25-06-05 | |||||
Sint Kitts en Nevis | 25-06-05 | |||||
Sint Lucia | 25-06-05 | |||||
Xxxx Xxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Slowakije | 25-06-05 | |||||
Soedan | 25-06-05 | |||||
Spanje | 25-06-05 | |||||
Suriname | 25-06-05 |
Partij | Onder- tekening | Ratifi- catie | Type1) | In werking | Opzeg- ging | Buiten werking |
Xxxxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Togo | 25-06-05 | |||||
Tonga | ||||||
Xxxxxxxx xx Xxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxx | 25-06-05 | |||||
Tuvalu | ||||||
Uganda | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, het | 25-06-05 | |||||
Zambia | 25-06-05 | |||||
Xxxxxxxx | ||||||
Xxxx-Xxxxxx | 00-00-00 | |||||
Xxxxxx | 25-06-05 |
1) DO=Definitieve ondertekening, R=Ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid
F. VOORLOPIGE TOEPASSING
Ingevolge artikel 1, eerste lid, van het Besluit van 25 juni 2005 wor- den alle bepalingen tot herziening van de Overeenkomst vanaf 25 juni 2005 toegepast, met uitzondering van de in dat eerste lid genoemde wij- zigingen en onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de voorlopige toe- passing alleen voor Nederland.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 2002, 14 en Trb. 2003, 89.
De bepalingen van de Overeenkomst tot wijziging van de Overeen- komst van 23 juni 2000 zullen ingevolge artikel 95, derde lid, juncto artikel 100 van de Overeenkomst van 23 juni 2000 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de akten van bekrachtiging van de lidstaten en van tenminste twee derde van de ACS-staten, alsmede de akte van goedkeuring van de Overeen- komst door de Gemeenschap, zijn nedergelegd.
Het Besluit van 25 juni 2005 is ingevolge zijn artikel 3 op 25 juni 2005 in werking getreden,
J. VERWIJZINGEN
Voor verwijzingen en andere verdragsgegevens, zie Trb. 2001, 57,
Trb. 2002, 14 en Trb. 2003, 89.
Verwijzingen
Titel : Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. : Trb. 2004, 240
Titel : Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap;
Rome, 25 maart 1957
Laatste Trb. : Trb. 2004, 120
Titel : Verdrag tot instelling van één Raad en één Commis- sie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, met Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen; Brussel, 8 april 1965
Laatste Trb. : Trb. 2004, 101
Titel : ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé; Lomé, 28 februari 1975
Laatste Trb. : Trb. 2004, 313
Titel : Tweede ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé; Lomé, 31 oktober 1979
Laatste Trb. : Trb. 2004, 320
Titel : Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan;
Basel, 22 maart 1989
Laatste Trb. : Trb. 2005, 45
Titel : Vierde ACS-EEG-Overeenkomst; Lomé, 15 december 1989
Laatste Trb. : Trb. 2004, 326
Titel : Verdrag betreffende de Europese Unie; Maastricht, 7 februari 1992
Laatste Trb. : Trb. 2004, 122
Titel : Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel 1994;
Marrakesh, 15 april 1994
Laatste Trb. : Trb. 1996, 325
Titel : Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten;
Marrakesh, 15 april 1994
Laatste Trb. : Trb. 1996, 325
Titel : Wijziging op het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbren- ging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, aangenomen op de derde vergadering van de Conferentie der Partijen, gehouden te Genève op 22 september 1995;
Genève, 22 september 1995
Laatste Trb. : Trb. 2005, 45
Titel : Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid- Afrika, anderzijds;
Pretoria, 11 oktober 1999
Laatste Trb. : Trb. 2005, 198
Titel : Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof; Rome, 17 juli 0000
Xxxxx : Trb. 1999, 13 (Engels en Frans)
Trb. 2000, 120 (vertaling)
Laatste Trb. : Trb. 2004, 258
Uitgegeven de eenentwintigste november 2005.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. BOT
TRB3948
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2005