AFDELING 9: VAKANTIEKAMPEN (JEUGDKAMPEN, TENTENKAMPEN, …) & KAMPEREN
AFDELING 9: VAKANTIEKAMPEN (JEUGDKAMPEN, TENTENKAMPEN, …) & KAMPEREN
Artikel 75 – Begripsbepalingen/definities
Art. 75.1.: Vakantiekamp (Jeugdkamp, tentenkamp, kamp, …): Verblijf van een groep (b.v. een jeugdgroep) van meer dan vijf personen voor een periode van minstens 2 overnachtingen op het gebied van de gemeente; binnen of buiten een woongebied; in het open veld, in tenten, in een gebouw of een gedeelte van een gebouw; of in een andere accommodatie die niet aan het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 23-01-2017 voor de bevordering van het toerisme gebonden is.
Art. 75.2.: Vakantiekampplaats: De locatie waar een vakantiekamp plaatsvindt.
Art. 75.3.: Exploitant van de kampplaats/verhuurder: Persoon die als eigenaar, pachter of vruchtgebruiker een gebouw, een gedeelte van een gebouw of een terrein gratis of tegen vergoeding ter beschikking stelt aan een groep.
Art. 75.4.: Groep/huurder: Vertegenwoordigd door de kampverantwoordelijke, die meerderjarig is en solidair in naam van de groep een overeenkomst met de verhuurder sluit over de terbeschikkingstelling van een gebouw/terrein.
Art. 75.5.: Kampvuur: Daaronder wordt in deze context elk ontsteken van vuur verstaan dat zich door zijn uitzonderlijke grootte van een kleine vuurplaats onderscheidt. Het rituele vuur dat aan het begin of op het einde van een vakantiekamp wordt aangestoken is een kampvuur.
Art. 75.8.: Toerismedecreet: Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 23-01-2017 ter bevordering van het Toerisme.
Art. 75.9.: Constructies op hoogte: Iedere constructie die werd gebouwd in het kader van een vakantiekamp en waarvan de bruikbare oppervlak meer dan 1,5 meter boven de grond ligt.
ONDERAFDELING 9.A: SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR VAKANTIEKAMPEN
Artikel 76 – Aanvraag van een vergunning voor een vakantiekampplaats
Art. 76.1.: Om een gebouw, gedeeltes ervan of een terrein voor vakantiekampen ter beschikking te stellen, moet de exploitant voor elk betrokken gebouw en/of terrein alsook voor elk betrokken gedeelte van een gebouw in het bezit zijn van de desbetreffende vergunning van de gemeente.
Art. 76.2.: De vergunningsaanvraag voor het uitbaten van een „Vakantiekampplaats voor groepen“ moet tenminste de volgende elementen bevatten:
o Voornaam, naam, adres en e-mailadres van de aanvrager;
o Plaats, vloerbenaming en nummer(s) van het perceel/de percelen, waar de vakantiekampplaats zal worden ingericht;
o Uittreksel uit de kadasterkaart met aanduiding van de vuurplaats;
o Bijkomend voor gebouwen of gedeeltes van gebouwen: indiening van een positief brandveiligheidsrapport van de hulpverleningszone DG, dat bevestigt, dat het gebouw waar de groep zal logeren aan de vereiste bepalingen over brandveiligheid voldoet;
o Wanneer de aanvrager niet de eigenaar van het terrein of het gebouw is: de schriftelijke toestemming van de eigenaar/s van het onroerend goed;
o Gegevens betr. de geplande en/of bestaande sanitaire inrichtingen.
Art. 76.3.: De vergunning wordt door het gemeentecollege verleend voor een periode van
o Maximum 5 jaar voor een gebouw of een gedeelte ervan;
o Maximum 10 jaar voor een terrein.
Art. 76.4.: De vergunning legt het maximumaantal toegelaten deelnemers vast. Om het maximumaantal vast te leggen houdt het gemeentecollege te allen tijde rekening met de volgende parameters:
o Er worden nooit meer dan 1,3 personen per 100 m² gebruiksoppervlakte voor het opzetten van de tenten (d.w.z. zonder zonen langs bossen of beken, zonen met overstromingsrisico of met een sterke helling, …) toegestaan;
o De ligging (binnen of buiten een woongebied, in de buurt van andere vakantiekampplaatsen die reed in het bezit zijn van een vergunning);
o Het advies van de directie van het ANB en/of het brandveiligheidsadvies voor een gebouw of een gedeelte ervan;
Het maximumaantal deelnemers mag niet hoger zijn dan 100 personen. Wanneer voldoende plaats beschikbaar is, kan het gemeentecollege meer dan 100 personen voor een vakantiekampplaats toestaan. Hiervoor wordt de volgende formule gebruikt:
= Voor een vakantiekamp bruikbare oppervlakte in m² - 7.700 m²
2,6 x 100
= X personen exclusief de 100 personen (decimalen worden afgerond.)
Art. 76.5.: Met de verlening van de vergunning voor een kampplaats voor groepen door het gemeentecollege ontvangt de verhuurder per e-mail een informatiemap die jaarlijks wordt geactualiseerd. De verhuurder ontvangt de geactualiseerde map ten laatste op 15 juni van het desbetreffende jaar. De map omvat op zijn minst de volgende informatie:
o Een kopie van het Algemeen Politiereglement betreffend vakantiekampen (ONDERAFDELING 9A);
o Gemeenteverordening betreffende afvalscheiding en afvalinzameling;
o Inlichtingen over het betreden van het bos (o.a. naam, adres en telefoonnummer van de bevoegde boswachter, ev. jachtgebieden en jachttijden);
o Inlichtingen betreffende drinkwatervoorziening;
o Inlichtingen over brandweer, hulpdiensten, dokters, boswachters, lokale politie en gemeentediensten.
Art. 76.6.: De vergunning voor een kampplaats voor groepen is een persoonlijke en niet overdraagbare titel. Zij kan door het gemeentecollege worden geschorst, ingetrokken of niet vernieuwd, wanneer de eigenaar een in deze samenhang vastgelegde verordening schendt of de richtlijnen van de voorliggende verordening niet vervuld. Bij een schorsing, intrekking of niet-verlenging van de vergunning kan de getroffen persoon geen aanspraak maken op een vergoeding.
Art. 76.7.: Iedereen, die in het bezit van een vergunning voor een kampplaats voor groepen is, verplicht zich ertoe om de voorschriften streng na te leven en ervoor te zorgen, dat door het doel van deze vergunning niemand schade lijdt of de openbare veiligheid, rust, gezondheid of hygiëne worden verstoord. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade die kan ontstaan uit de laakbare of onvrijwillige uitoefening van onder de vergunning vallende activiteiten.
Artikel 77 – Veiligheid en netheid van kampplaatsen
Art. 77.1.: Veiligheidsvoorschriften voor een gebouw waar vakantiekampen plaatshebben:
Verhuurder en huurder zien erop toe, dat de volgende regels worden nageleefd:
Art. 00.0.0.: Bepaling van het maximumaantal overnachtende personen per zaal:
o Wanneer de verhuurder geen bedden ter beschikking stelt: 1 persoon per 3m² vloeroppervlakte in de slaapzaal;
o Anders (vooral bij stapelbedden): de bedden moeten aan de vluchtweg staan met 1 cm uitgang per persoon.
Art. 00.0.0.: Aantal en breedte van de uitgangen:
o 1 cm per persoon met een minimale breedte van 80 cm per uitgang;
o Wanneer meer dan 20 personen per verdiep/zaal logeren, moet er een tweede uitgang worden voorzien. De tweede uitgang kan een ladder en/of een glijbaan zijn of ev. een raam, als de afstand tussen onderkant raam en de grond minder dan 1m bedraagt.
Art. 00.0.0.: Constructie:
o Er mag geen licht-ontvlambare bekleding of isolatie worden gebruikt;
o Wanneer de slaapzaal zich op het tweede verdiep of hoger bevindt, moet de dragende structuur van het gebouw een brandbestendigheidsduur R60 hebben en de trap een brandbestendigheidsduur R30. Afgezien daarvan moet de trap voldoende stabiel en stevig zijn.
o De toegang tot ruimtes/depots … van de verhuurder is niet toegestaan. Door de gebruiker buiten het vakantiekamp benutte ruimten zijn van het kamp in het beste geval REI60 afgescheiden.
Art. 00.0.0.: Technische inrichting:
o Rookmelders: minimum 1 per slaapzaal en per 80m², bij meer dan 5 rookmelders zouden deze met elkaar verbonden moeten zijn;
o Manueel ruimingsalarm: minimum 1 drukknop per slapzaal en per verdieping (goed zichtbaar en toegankelijk aangebracht). Het aantal sirenes moet zodanig bepaald zijn dat het alarmsignaal in het volledige gebouw goed waarneembaar is;
o Noodverlichting in de slaapzalen en op de vluchtwegen/trappen;
o Als het gebouw met centrale verwarming wordt verwarmd, vormt de stookplaats één brandafdeling (wanden/plafonds min. REI60, toegangsdeur EI130), een automatische brandblusser beschermt de brander;
Art. 00.0.0.: Vereiste blusmiddelen:
o In keukens: 5 kg CO2-brandblussers alsook een blusdeken
o Per verdiep/zaal: 1 x 6 kg ABC poederblusser (of gelijkwaardig)
Art. 00.0.0.: Verboden:
o Andere verlichting dan elektrisch;
o Mobiele of op vloeibare brandstof of op gas werkende verwarmings- en kooktoestellen;
o Open vuur in het gebouw;
o Opslag van gasflessen in het gebouw;
o Hooi- of stroopslag in hetzelfde gebouw of in de buurt van het kamp;
o Kinderen alleen en zonder toezicht in het gebouw laten overnachten.
Art. 00.0.0.: Periodieke controles:
o Stroom (incl. ontruimingsalarm en noodverlichting) en gas: om de 5 jaar door een extern controlebureau;
o Blusmiddelen en verwarming: jaarlijks onderhoud door de installateur/leverancier;
o Voorafgaand aan elk vakantiekamp: test van alarm, verlichting, rookmelders en de toestand van de blusmiddelen door de verhuurder.
Art. 77.2.: Constructies op hoogte:
Art. 00.0.0.: De kampverantwoordelijken moeten ervoor zorgen dat van constructies op hoogte geen gevaar uitgaat voor personen.
Art. 00.0.0.: Het is verboden op constructies op hoogte te verwijlen tussen 22:00 uur en 06:00 uur.
Art. 77.3.: Sanitaire voorzieningen in vakantiekampplaatsen:
Art. 00.0.0.: De exploitant van een vakantiekampplaats (verhuurder) is verplicht om sanitaire voorzieningen (toiletten en wasgelegenheden) ter beschikking de stellen. Per begonnen schijf van 50 deelnemers moet tenminste één toilet en één wasgelegenheid beschikbaar zijn.
Art. 00.0.0.: Geschikte toiletten zijn: compleet gesloten toiletcabines (compost- en/of droogtoiletten, chemietoiletten, toiletwagens) of Wc's in een gebouw met aansluiting aan een septische put of riolering.
Art. 00.0.0.: Een compost- of droogtoilet is een compleet gesloten cabine bestaande uit een zitgedeelte met een toiletbril en een reservoir met zaagsel. De put voor de uitwerpselen mag maximum 60 cm diep zijn en moet meermaals per dag door de kampgroep (huurder) met een laag aarde en kalk worden bedekt. Bij vertrek moet de groep de put volledig met aarde opvullen.
Art. 00.0.0.: De put voor de uitwerpselen bevindt zich bij voorkeur niet onder het toilet. Dit om geurhinder te voorkomen. Indien dit wel het geval is moet een reservoir uit inox of zink onder het zitgedeelte worden aangebracht. Deze wordt na gebruik van het toilet op een komposthoop of in een put van max. 60 cm diep geleegd. De komposthoop
of de put moeten zich op minstens 25 m afstand van oppervlaktewateren bevinden en op minstens 10 m afstand van het compost- of droogtoilet.
Art. 00.0.0.: Om hygiënische redenen mag de put niet met balken worden bedekt en/of het toilet niet met een zeil of dergelijke. Het achterlaten van afvalwater op andere plaatsen dan de daarvoor bedoelde sanitaire voorzieningen is verboden.
Art. 00.0.0.: De verhuurder van de vakantiekampplaats verantwoordt en organiseert de regelmatige lediging van de chemietoiletten.
Art. 00.0.0.: De sanitaire voorzieningen moeten zich op minstens 25 m afstand van oppervlaktewateren bevinden.
Art. 00.0.0.: De vergunning voor een vakantiekampplaats kan bijkomende voorwaarden alsook beperkingen voor de vereiste sanitaire voorzieningen bepalen (b.v. om verontreinigingen te voorkomen, wanneer de kampplaats zich in de buurt van oppervlaktewateren, … bevindt).
Art. 00.0.0.: De exploitant van de vakantiekampplaats (verhuurder) is ervoor verantwoordelijk dat de kampgroepen (huurders) over voldoende water voor het dagelijkse gebruik beschikken.
Art. 77.4.: Afvalinzameling:
De exploitant van de vakantiekampplaats is verplicht het afval onmiddellijk na afloop van het vakantiekamp correct te verwijderen.
Art. 77.5.: Bijkomende bepalingen voor overnachtingen in het open veld (kamperen)
Onverminderd de bepalingen van het boswetsboek en het veldwetsboek is kamperen in het open veld, in tenten of schuilhutten op de volgende plaatsen verboden:
o In eender welk bos;
o Op een afstand van minder dan 30 m van een bos of hoogstammige bomen;
o In een straal van 100 m van een drinkwaterwinningsgebied. Art. 78 - Verhuren of terbeschikkingstelling en aanmelding door de exploitant Art. 78.1.: Verhuren of terbeschikkingstelling van een vakantiekampplaats
Art. 00.0.0.: De exploitant van de kampplaats moet voor aanvang van elk kamp een schriftelijk huurcontract met de huurder in kwestie afsluiten.
Art. 00.0.0.: Voordat het vakantiekamp begint overhandigt de exploitant van de kampplaats de volgende documenten aan de huurder:
- De geldige kampplaatsvergunning van het gemeentecollege;
- De onderhavige politieverordening;
- De richtlijnen van het ANB m.b.t. afstand tot wateren en toegang tot het bos (incl. gegevens van de verantwoordelijke voor de jacht);
- De huis- of kampregels.
Art. 00.0.0.: De huis- of kampregels voor het gebouw/terrein omvatten minstens de volgende inlichtingen:
- Het maximumaantal deelnemers aan het vakantiekamp volgens de vergunning van het gemeentecollege;
- Soort en aantal van de ter beschikking gestelde sanitaire voorzieningen;
- Soort, aantal en situering van de middelen voor de brandbestrijding (blusapparaten);
- Soort, aantal en situering van de kookvoorzieningen;
- Plaats(en) waar met inachtneming van alle overige bepalingen ter zake een kampvuur mag worden aangestoken;
- Bepalingen over afvoer en verwijdering van vast en vloeibaar afval;
- Voorschriften voor het gebruik van elektrische toestellen, gasinstallaties en verwarmingsvoorzieningen;
- Adressen en telefoonnummers van de volgende personen en/of diensten uit de regio:
o hulpdiensten, 112-dienst, artsen, ziekenhuizen;
o brandweer;
o politie;
o ANB en met name de bevoegde boswachters.
Art. 00.0.0.: De exploitant van de vakantiekampplaats is verplicht om op voorhand en voor de duur van het vakantiekamp een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid voor het gebouw en/of terrein in kwestie af te sluiten.
Art. 00.0.0.: De exploitant van de vakantiekampplaats is verantwoordelijk voor de veiligheid van de vuurplaatsen.
Art. 00.0.0.: De exploitant van de vakantiekampplaats moet garanderen dat in noodgevallen politie-, brandweer-, nooddienst- en alle bevoegde personenvoertuigen zonder problemen het terrein of het gebouw kunnen bereiken.
Art. 00.0.0.: Eventuele verblijfs- of afvalbelastingen worden door de gemeente geheven en aan de verhuurder gefactureerd, in geen geval rechtstreeks aan de huurder.
Art. 78.2.: Kennisgeving van de bezetting van de vakantiekampplaats door de exploitant:
Art. 00.0.0.: De exploitant van de vakantiekampplaats moet tenminste 7 kalenderdagen voor de bezetting van de kampplaats volgende gegevens schriftelijk aan de gemeente meedelen:
- Duur van de bezetting (met aankomst- en vertrekdatum),
- Naam van de groep,
- Verwacht aantal deelnemers (incl. begeleiders) alsook
- Contactgegevens van de kampverantwoordelijke (voornaam, naam, telefoonnummer, e-mailadres),
De gemeente geeft deze gegevens door aan politie, brandweer en de hulpdiensten.
Art. 00.0.0.: Onverminderd §1 moet elke bezetting van de vakantiekampplaats voor de periode van 01-06 t/m 31-08 tot ten laatste 31-05 van het betreffende kalenderjaar schriftelijk aan de gemeente worden meegedeeld.
Art. 79 – Verplichtingen van de groep/de huurder:
Art. 79.1.: De groep moet minstens één meerderjarige kampverantwoordelijke met naam aan duiden en zijn contactgegevens (voornaam, naam, telefoonnummer, kopie van de identiteitskaart) aan de gemeente doorgeven.
Art. 79.2.: De kampverantwoordelijke moet ten laatste op de eerste dag van het vakantiekamp of, wanneer de eerste dag van het vakantiekamp op een weekend of een wettelijke feestdag valt, op de daaropvolgende werkdag naar het gemeentehuis gaan:
- Om het juiste aantal deelnemers (incl. begeleiders) mee te delen alsook
- De contactgegevens van de kampverantwoordelijke volgens artikel 79.1 en de namen van alle deelnemers
- En om het schriftelijk afgesloten huurcontract met bijlagen voor te leggen ter controle van deze verordening.
Art. 79.3.: De taak van de meerderjarige kampverantwoordelijke is het toezicht op de groep. Hij moet erop toezien dat:
- Er altijd tenminste één meerderjarige begeleider op de kampplaats aanwezig is;
- Kinderen jonger dan 16 jaar die de kampplaats verlaten door tenminste één meerderjarige per begonnen schijf van 12 kinderen worden begeleid;
- Kinderen die de kampplaats verlaten van een kenkaart voorzien zijn die tenminste de volgende gegevens bevat: voornaam, naam, naam van de groep, kampoord, telefoonnummer van de kampverantwoordelijke.
Art. 79.4.: De kampverantwoordelijke moet een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten in overeenstemming met het risico.
Art. 79.5.: De kampverantwoordelijke moet vóór het gebruik van de bossen voor eender welke doeleinden het bevoegde ANB en/of de boswachter van het gebied contacteren. Voor wandelingen door het bos buiten de aangegeven wandelpaden moet hij i.o.m. artikel 27 van het boswetsboek op voorhand de toestemming van het bevoegde ANB aanvragen.
Art. 79.6.: Om geluidsoverlast de vermijden mag de groep geen luidsprekerinstallaties en megafoons gebruiken. Ook geldt er een algemeen verbod op het afspelen van erg luidruchtige muziek. Onverminderd de bepalingen van artikel 561 van het strafwetboek
is iedere vorm van geluidshinder tussen 22.00 uur en 07.00 uur in woongebieden verboden.
Art. 79.7.: De groep moet de door de verhuurder ter beschikking gestelde hygiënevoorzieningen gebruiken.
Art. 79.8.: De kampverantwoordelijke moet erop toezien dat het afval volgens de gemeenteverordening gescheiden en in de daarvoor bestemde vuilniszakken gedeponeerd wordt. Er mag geen enkel afval bij de kampplaats of elders op het gebied van de gemeente achtergelaten of verbrand worden.
Art. 79.9.: De kampverantwoordelijke moet over alle noodzakelijke informatie en telefoonnummers beschikken om bij een noodgeval de nood- en hulpdiensten te kunnen contacteren.
Art. 79.10.: Onverminderd van de richtlijnen in artikel 89.8 en 89.9 van het veldwetsboek die bepalen dat er op weilanden enkel een vuur mag worden aangestoken
- op minimum 100 m afstand van huizen en/of
- op minimum 25 m afstand van een bos
is het verboden een kampvuur te maken zonder machtiging van de burgemeester. De te volgen procedure wordt door de bevoegde gemeente bepaald en ten laatste bij aanvraag voor het kampvuur aan de kampverantwoordelijk meegedeeld. De kampverantwoordelijke is verplicht de richtlijnen strikt na te leven.
Art. 79.11.: Er mogen geen knallers, vuurwerk, enz. worden afgestoken zonder de uitdrukkelijke toestemming van de burgemeester.
Art. 80 – Specifieke sancties bij inbreuken tegen ONDERAFDELING 9.A
Art. 80.1.: Inbreuken door de exploitant:
Onverminderd van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen worden de volgende administratieve sancties voor inbreuken tegen ONDERAFDELING 9.A vastgelegd:
- De met de controle op de naleving van de bepalingen belastte autoriteiten maken bij een inbreuk een proces-verbaal op ten laste van de exploitant. De exploitant van de kampplaats heeft in het kader van de politionele vaststellingen de mogelijkheid om zijn standpunt te verduidelijken.
- Bij vaststelling van een tweede inbreuk binnen 2 jaar: Na onderzoek van de situatie beslist het gemeentecollege over een schorsing of een intrekking van de kampplaatsvergunning. Bij de bepaling van de duur wordt rekening gehouden met de ernst van de inbreuken en de eventuele opmerkingen van de exploitant van de kampplaats. De schorsing of de intrekking van de kampplaatsvergunning gebeurt voor minstens een kalenderjaar en mag een periode van 3 kalenderjaren niet overschrijden. De beslissing van het gemeentecollege wordt per aangetekend schrijven genotificeerd. Wanneer de exploitant van de kampplaats na afloop van de termijn opnieuw kampgroepen wenst te ontvangen, moet hij schriftelijk een nieuwe vergunning bij het gemeentecollege aanvragen.
Art. 80.2.: Ernstige verstoring van de openbare rust, gezondheid, veiligheid of openbare orde:
Onverminderd de bestraffing van inbreuken doormiddel van administratieve sancties kan de burgemeester bij ernstige verstoring van de openbare rust, gezondheid, veiligheid of openbare orde een kampplaats onmiddellijk laten ontruimen.
Art. 80.3.: Rechtzetten van de situatie bij overtredingen
Iedereen, die de voorschriften van de onderhavige politieverordening heeft geschonden, moet de situatie rechtzetten en de dingen weer in een toestand overeenkomstig met de voorschriften brengen. Hiervoor geeft hij gevolg aan mogelijke aanbevelingen van de bevoegde instanties. Als dit niet gebeurt, behoudt de bevoegde instantie zich het recht voor om dit op kosten, risico en gevaar van de overtreder te doen.