MODELOVEREENKOMST
economie TROUW DONDERDAG 29 SEPTEMBER 2016 17
ZZP’ERS De nieuwe Wet DBA zorgt voor veel onrust onder bedrijven die met zzp’ers werken
MODELOVEREENKOMST
Sinds 1 mei zijn er 4700 model- overeenkomsten ingediend, 450
goedgekeurd, 1100 afgekeurd en 1200 ingetrokken. Zo’n over- eenkomst is niet verplicht.
Xxxxx xx Xxxxxxxxxxxxxxx nog dat we ondernemer zijn of niet?
Xxxxxxxx Xxxxx
REDACTIE ECONOMIE
Wederom spoedt staatssecretaris Xxxx Xxxxxx zich vandaag naar de Tweede Kamer om uit te leggen waarom de Wet DBA toch echt wel nut heeft. Anders dan de vorige ke-
xxx volgt zijn optreden nu op een reeks brandbrieven aan zijn adres en kritische noten van politici die zin- spelen op het intrekken van de wet. De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties moet schijnzelfstan- digheid tegengaan. Met zogenoemde modelovereenkomsten waarin zzp’ers en bedrijven afspreken dat er
geen sprake is van loondienst, ziet de Belastingdienst erop toe dat zelf- standigen geen verkapte medewer- kers zijn. Maar sinds de wet op 1 mei inging, is er vooral veel onrust. Bij bedrijven, bij de eenpitters en bij an- dere marktpartijen. Trouw vroeg drie zzp’ers waar die onrust vandaan komt.
XXXXXXX XXXXXXXX (50)
Tekstschrijver Den Haag
“Als ik het nieuws niet zou volgen, zou ik niet eens weten dat de Wet DBA bestaat”, zegt de 50-jarige Xxx- lies Xxxxxxxx uit Den Haag. Al elf jaar is ze zelfstandig tekstschrijver en dat doet ze al die jaren nagenoeg op dezelfde manier. Ook na de in- voering van de Wet DBA. Teksten schrijft en herschrijft ze vooral van- uit huis en op haar eigen tijd en wij- ze. Dat is compleet anders dan een tekstschrijver in loondienst zou doen, dus een modelovereenkomst heeft Xxxxxxxx in de meeste geval- len niet nodig.
Toch dook ze een paar maanden terug in de ingewikkelde materie die de wet DBA heet. “Ik hoorde allerlei indianenverhalen en wilde weten of die klopten.” Zo zou je als zzp’er voor iedere opdracht een nieuwe modelovereenkomst nodig hebben. En zo’n overeenkomst was dan altijd verplicht. Niets van waar, ontdekte Xxxxxxxx.
Waar ze die spookverhalen oppik-
Xxxxx Does: ‘Een flinke strop.’ FOTO XXXX XXXXXXX
XXXXX DOES (32)
industrie – waar hij een van zijn
XXXXXX XXXXXXXXXX (49)
Directiesecretaresse Brummen
De 49-jarige Xxxxxx Xxxxxxxxxx was een van de eersten die zich een klei- ne tien jaar geleden zo noemde: zelf- standig directiesecretaresse. “Dat is meer dan alleen de agenda bijhou- den van een directeur”, zegt ze er di- rect achteraan. Begieneman helpt mee bij het opstellen van beleids- plannen, is een tijd geleden inge- huurd om een bedrijfsverhuizing te plannen en heeft onlangs bij een eenmansbedrijf het secretariaat op- gezet. “Ik heb voor die zelfstandige projectontwikkelaar systemen be- dacht waarmee hij zijn documenten het best kan archiveren.”
In al die werkzaamheden, zegt
Bij uitvoering van secretarieel werk is er sprake van aansturing, vond de fiscus
Begieneman, wordt ze niet aange- stuurd door haar opdrachtgevers. Maar daar denkt de Belastingdienst anders over. Toen Begieneman on- langs een van haar contracten voor- legde ter goedkeuring, kreeg ze te horen dat niet kon worden uitgeslo- ten dat ze wordt aangestuurd. Bij uit- voering van secretarieel werk is er
te? Vaak in kranten, blogs en televi- sieuitzendingen. Door al die verha- len schieten opdrachtgevers in de kramp, ziet Xxxxxxxx. En zzp’ers wijzen direct naar de Wet DBA als een opdrachtgever even niet belt. Definieer nou eens goed wat een zelfstandige en wat een schijnzelf- standige is, adviseert Wopereis staatssecretaris Xxxxxx. Dat zou al veel kou uit de lucht halen.
Ook bij haar. Want heel even spookte het door haar hoofd: wat als de bemiddelaar via wie zij nu haar grote opdrachten binnensleept niet meer met zzp’ers wil werken en haar als uitzendkracht wil inhuren? Dat scheelt inkomsten. “Het zou zomaar die kant op kunnen gaan met al die verhalen die nu de ronde doen.”
Technisch uitvoerder Den Helder
Hij heeft meer dan twintig opdracht- gevers. Absoluut geen schijnzelf- standige, benadrukte zijn boekhou- der onlangs nog. Xxxx raakte Xxxxx Does in de afgelopen maanden twee opdrachtgevers kwijt. De eerste op 1 mei al, toen de wet DBA inging. “Wij stoppen met zzp’ers, kreeg ik te ho- ren. Dat is voor mij een flinke strop.”
De 32-jarige Does verricht al 2,5 jaar diverse werkzaamheden als zelf- standige. Hij is brandwacht, instruc- teur bij een brandopleiding, werkt op olieplatforms en is rigger. Onder die laatste titel verplaatst hij op in- dustrieterreinen zware objecten en geeft hij kraanmachinisten aanwij-
Opdrachtgevers zijn bang dat de Belastingdienst vindt dat ze te veel gezag uitoefenen
zingen. Niet al zijn opdrachtgevers zijn huiverig. Zijn ze dat wel, dan vrezen ze vaak dat ze volgens de Be- lastingdienst te veel gezag uitoefe- nen over zzp’ers. Met naheffingen voor de zzp’er én het bedrijf als mo- gelijk gevolg.
Maar van het uitoefenen van ge- zag over hem is volgens Does in de
grootste opdrachtgevers kwijtraakte
– nauwelijks sprake.
’s Ochtends verschijnt er weliswaar een supervisor op het terrein om de taken te verdelen, maar daarna gaat iedereen zijn eigen gang. Wil hij een opdracht niet uitvoeren, dan kan dat ook.
Regelmatig ontvangt Does tele- foontjes van uitzendbureaus die hem, met de boodschap ‘zzp’ers heb- ben het moeilijk’, tot uitzendwerk proberen te verleiden. Maar hij barst van het werk. Zorgen maakt hij zich dus niet. Dan toch aarzelend: “Ik heb tot nu toe maar één keer een model- overeenkomst gehad. Mijn op- drachtgevers zeggen dat het goed komt. Daar moet ik nu op vertrou- wen.”
sowieso sprake van aansturing, vond de fiscus. En dus kunnen er sancties volgen. Voor haar en een van haar vier opdrachtgevers.
Begieneman herkent zich hele- maal niet in die conclusie. Maar door twijfel bij de fiscus, leeft de wet DBA bij haar en veel andere zelfstandige directiesecretaresses enorm. Waar ze het meest voor vrezen: dat hun goedgekeurde zzp-contract, ofwel modelovereenkomst, alsnog tot sancties, naheffing belasting en boe- te, kan leiden. Zo schreef een mede- werker van de Belastingdienst Begie- neman: ‘Ik benadruk in dit verband dat de in werkelijkheid tussen op- drachtgever en opdrachtnemer be- staande verhoudingen doorslagge- vend zijn.’