Contract
C-206
Deal Pilots Regionale Energiestrategieën
Ondergetekenden:
1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Xxxx, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: EZ;
2. De Minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Xxxxxxx xxx Xxxxxx – Maas Geesteranus en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, xxxxxxx X.X.X. Xxxxxxx, ieder handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: XxxX;
3. De Minister van Wonen en Rijksdienst, de xxxx X. Xxxx, handelend in zijn hoedanigheid van bestuurs- orgaan, hierna te noemen: W&R;
Partijen 1 tot en met 3 hierna samen te noemen: Rijksoverheid;
4. Vereniging van Nederlandse Gemeenten, te dezen vertegenwoordigd door een lid van het bestuur en voorzitter van de commissie Milieu, Energie en Mobiliteit van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de heer B. de Vries, hierna te noemen: VNG;
5. Het Interprovinciaal Overleg, te dezen vertegenwoordigd door een lid van het bestuur van het Interprovinciaal Overleg, de xxxx X. Xxxxxxxxxxx, daartoe gemandateerd door besluiten van de Colleges van Gedeputeerde Staten van de twaalf provincies, hierna te noemen: IPO;
6. De Unie van Waterschappen, te dezen vertegenwoordigd door een lid van het bestuur van de Unie van Waterschappen, de xxxx X. xxx xxx Xxxxx, verder te noemen: UvW;
Hierna samen te noemen: Dealpartijen.
Overwegingen
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie- vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen. Daarvoor is een energietransitie nodig.
2. De Deal Pilots Regionale Energiestrategieën biedt bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om in een vijftal pilots samen met de lokale, regionale en nationale overheid te werken aan groene groei en ervaring op te doen om de aanpak die met deze Deal toegepast wordt te verbreden. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis van de pilots. Daar waar de uitvoering van de pilots tegen belemmeringen aanloopt die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op nationaal niveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatie- ven te faciliteren en te versnellen. In Deal Pilots Regionale Energiestrategieën leggen de Dealpartijen hierover concrete afspraken vast.
3. De ervaringen uit de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën kunnen gebruikt worden bij het opstellen van een landsdekkend geheel van regionale energiestrategieën. Hierdoor kan de reikwijdte van de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën worden vergroot zonder dat hier aanvullende specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid voor nodig is. De resultaten uit deze Deal leveren daarbij toe aan de Omgevingsvisies en energie strategieën die provincies en gemeenten in het kader van de Omgevingswet op dienen te stellen.
4. De energietransitie heeft alleen kans van slagen als vroegtijdig en zorgvuldig het gesprek wordt aangegaan met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties over onder meer de ruimtelijke inpassing van productie, opslag en transport van energie (Energierapport 2016, xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/ documenten/rapporten/2016/01/18/energierapport-transitie-naar-duurzaam).
5. De besluitvorming over bovenstaande ruimtelijke inpassing zal in de praktijk hoofdzakelijk in de regio plaats vinden, waarbij een samenwerking tussen overheden op lokaal, regionaal en nationaal niveau, bedrijven en burgers cruciaal is.
6. De urgentie om nu, in de regio, werk te maken van de energietransitie is levensgroot: het uitvoeren van het Energieakkoord (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx), het Energierapport en het op 12 december 2015 gesloten Klimaatakkoord van Parijs. De nationaal en mondiaal gevoelde urgentie is nog geen garantie voor draagvlak in stad, streek en regio. Op regionale schaal wordt al door gemeenten, waterschappen en provincies samen gewerkt aan energievisies. Door samenwerking met de Rijksoverheid kunnen krachten gebundeld worden. Verder is de energietransitie op regionale schaal interessant voor investeerders.
Dit is een concrete invulling van het ‘Groene Groei’-beleid, dat op 28 maart 2013 door de Minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer is gepresenteerd, en beoogd om in internationaal verband naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050 toe te werken en in 2020 een aandeel duurzame energie te hebben van 16 procent.
7. Decentrale publieke partijen (gemeenten, waterschappen en provincies) en private partijen (onder andere netwerkbedrijven, energiebedrijven en Energy Service Companies (ESCO’s) en woningbouw- coöperaties) hebben gezamenlijk het overzicht van lopende en beoogde initiatieven op het gebied van opwekking van hernieuwbare energie en energiebesparing. De decentrale publieke partijen hebben zicht op de ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kansen voor inpassing en meekoppeling van de energietransitie (mede) door de bevoegdheden die zij hebben om daaromtrent besluiten te nemen.
8. De overheid op nationaal niveau heeft een nationale kaderstellende en faciliterende rol om de energietransitie te bevorderen en heeft de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een afdoende landsdekkend geheel van energieopties. Zo wordt helder welke regio’s in de eigen energiebehoefte kunnen voorzien, welke regio’s dat niet kunnen, en welke regio’s juist meer kunnen produceren om eventuele tekorten in andere regio’s te dekken. Er is altijd een mix nodig van centrale en decentrale opwekking van hernieuwbare energie.
9. Door een samenhangend geheel van regionale energiestrategieën te creëren wordt inzichtelijk gemaakt welke acties de verschillende regio’s ondernemen, welke inzet ze daarbij doen, wat dat oplevert voor de energietransitie en wat er dan eventueel nog aanvullend nodig is om die transitie te realiseren.
10. Met een gezamenlijke aanpak van de regionale energiestrategieën kan strategische, financiële, juridische en praktische afwegingen van de verschillende betrokken en relevante partijen dichter bij elkaar brengen, en leiden tot coalitievorming die de energietransitie kan versnellen. Deze afwegingen worden vertaald in een samenwerkingsagenda voor de Dealpartijen in het kader van de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën.
11. De Deal Pilots Regionale Energiestrategieën biedt bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om in een vijftal pilots samen met de lokale, regionale en nationale overheden te werken aan energietransitie en ‘Groene Groei’ en ervaring op te doen om deze aanpak te verbreden. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis van de pilots. Daar waar de uitvoering van de pilots tegen belemmeringen aanloopt die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op nationaal niveau, wil de Rijksoverheid zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën leggen de Dealpartijen hierover concrete afspraken vast.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1. Doel
De Deal Pilots Regionale Energiestrategieën wil ervaring opdoen met een aanpak waarbij vanuit de regio wordt gewerkt aan de realisatie van de beoogde CO2 reductie, zowel op korte termijn als aan het samenvoegen van alle ontwikkelingen en plannen tot een samenhangende strategie voor de betreffende regio in relatie tot lange termijn opgave. Op deze manier kunnen provincies, gemeenten en waterschappen doorgaan met meters maken op de korte termijn, en toch ook al in samenhang vooruit kijken naar wat de projecten en ontwikkelingen van nu betekenen voor de middellange en lange termijn en wat nog aanvullend nodig is om de transitie te realiseren.
De pilots dragen bij aan het vergroten van het gevoel van urgentie bij bewoners en bedrijven, de bewustwording van de effecten van de energietransitie op landschap en leefomgeving een ook van de kansen die de transitie biedt voor onze economische ontwikkeling. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de lessen uit koplopergebieden of provincies, en wordt nieuwe ervaring weer gedeeld met regio’s die nog in een vroegere ontwikkelingsfase verkeren. De strategieën worden bottom-up vanuit regionaal perspectief ontwikkeld aan de hand van concrete ontwikkelingen, en ze dragen bij aan de provinciale en nationale doelstellingen en daarbij behorende activiteiten zoals beschreven in het Nationaal Energieakkoord.
De insteek is bewust regionaal gekozen, maar daarbij wordt wel ook rekening gehouden met nationale verantwoordelijkheden zoals bijvoorbeeld de gasvoorziening, voorziening en bezuiniging in de grote industrie, en ook met nationale ruimtelijke verantwoordelijkheden zoals de ontwikkeling van luchthavens en natte en droge infrastructuur.
De pilots sluiten ten slotte aan bij en dragen bij aan andere initiatieven, bijvoorbeeld de Energiegesprekken die vanaf september 2016 starten in de provincies, de Energiedialoog van het ministerie van Economische Zaken en het vervolg daarop, en de ontwikkeling van de Nationale Omgevingsvisie.
Bij elkaar dragen deze initiatieven bij aan de stappen die nodig zijn om de ontwikkeling naar een energiearme en duurzame samenleving in 2050 te versnellen.
In de bijlage bij deze Dealtekst wordt een nadere uitwerking gegeven van de overeengekomen aanpak en organisatie van deze Deal.
2. Inzet en acties
Artikel 2. Inzet en acties VNG
VNG zal als uitvoerende partij optreden van het proces om tot de regionale energiestrategieën te komen. In die rol levert VNG de volgende concrete inbreng:
- Lerend netwerk:
• VNG zal het lerend netwerk opzetten en managen.
• VNG organiseert en neemt deel aan de bijeenkomsten van het kernteam, dat op ambtelijk niveau door de verschillende Dealpartijen zal worden ingevuld, aangevuld met andere betrokken partijen.
- Bestuurlijk draagvlak:
• VNG zal bestuurlijke (kennis)bijeenkomsten organiseren als dit de uitvoering van het project kan versnellen.
• VNG organiseert en neemt deel aan de bijeenkomsten van het voortgangsteam, dat op bestuurlijk niveau door de verschillende Dealpartijen zal worden ingevuld.
- Communicatie:
• VNG coördineert een gestructureerde communicatie over de voortgang van de regio’s in het lerend netwerk, zowel over de pilotregio’s als over de koplopers en andere regio’s die binnen het lerend netwerk hun regionale processen doorlopen. Deze communicatie is primair intern op het lerend netwerk gericht, maar halfjaarlijks worden ook updates aan de Dealpartners verstrekt over de voortgang.
Artikel 3. Inzet en acties IPO
IPO vervult als vertegenwoordiger van de twaalf provincies een belangrijke faciliterende rol naast de VNG en levert de volgende concrete inbreng:
- Lerend netwerk:
• IPO neemt deel aan de bijeenkomsten van het kernteam, dat op ambtelijk niveau door de verschillende Dealpartijen zal worden ingevuld, aangevuld met andere betrokken partijen.
- Bestuurlijk draagvlak:
• IPO neemt op bestuurlijk niveau deel aan bijeenkomsten van het voortgangsteam.
• IPO neemt op ambtelijk niveau deel aan bijeenkomsten van het kernteam.
Artikel 4. Inzet en acties UvW
UvW vervult als vertegenwoordiger van de waterschappen een belangrijke nieuwe rol naast de VNG en het IPO in de regionale processen rondom duurzame energievoorziening en energiebesparing en levert de volgende concrete inbreng:
- Bestuurlijk draagvlak:
• UvW neemt op bestuurlijk niveau deel aan bijeenkomsten van het voortgangsteam.
• UvW neemt op ambtelijk niveau deel aan de bijeenkomsten van het kernteam.
Artikel 5. Inzet en acties VNG, IPO en UvW
VNG, IPO en UvW leveren gezamenlijk de volgende concrete inbreng:
- Lerend netwerk:
• VNG, IPO en UvW vullen de liaisonfunctie in die de verschillende regio’s koppelt aan de contact personen bij de Dealpartijen en andere regiopartijen. Daar waar de Rijksoverheid niet bij de regionale gesprekken over de regionale energiestrategieën aanwezig kunnen zijn, zullen VNG, IPO en UvW gezamenlijk (afhankelijk van hun eigen vertegenwoordiging) waarnemen namens de Rijksoverheid en concrete knelpunten en vragen voorleggen in het kernteam waar de Rijksoverheid in vertegenwoordigd is.
- Bestuurlijk draagvlak:
• VNG, IPO en UvW zullen indien nodig gesprekken voeren met lokale bestuurders bij gemeenten, provincies, en waterschappen om daar waar nodig het proces om te komen tot een regionale energiestrategie te versnellen. De regionale programmamanager voor de regionale energie- strategie, die per pilotregio geselecteerd zal worden in samenspreek tussen het kernteam van deze Deal en de betreffende regio, zal daarbij in de lead zijn. VNG, IPO en UvW kunnen echter wel ingezet worden indien de genoemde regionale programmamanager dat nodig acht.
• Deze Deal is onderdeel van de agenda van het Bestuurlijk Overleg Energie (BOE) tussen de koepels (VNG, IPO, UvW) en de ministeries van EZ, IenM en BZK. In dit halfjaarlijks overleg worden belangrijke ontwikkelingen in de energietransitie besproken, en worden besluiten in dit kader voorbereid en genomen.
Artikel 6. Inzet en acties EZ
EZ coördineert de inzet van de Rijksoverheid en is het eerste aanspreekpunt voor IPO, UvW en VNG. EZ levert de volgende concrete inbreng:
- Capaciteit:
• EZ is bereid om binnen de relevante wettelijke kaders een financiële bijdrage van maximaal
€ 1.515.750 inclusief BTW beschikbaar te stellen ten behoeve van de centrale coördinatie van de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën door VNG en het faciliteren op regionaal niveau van het versnellen van uitvoering van projecten en strategievorming in regionale energiestrategieën. Een en ander voor zover dit in overeenstemming is met de toepasselijke staatssteunregels. De VNG zal daartoe een aanvraag indienen bij EZ, vergezeld van een projectplan, inclusief begroting(en).
• EZ stelt een secretaris voor de Deal Regionale Energiestrategieën beschikbaar via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van EZ (XXX.xx) die de uitvoering van de Deal en de invulling en uitvoering van de regio-overeenkomsten ondersteunt.
• EZ koppelt de verschillende nationale trajecten binnen het energiedomein aan de regionale energiestrategieën.
- Expertise en Kennis:
• Inzet van expertise en instrumentarium op het gebied van energie.
• Inzet van de ervaringen van XXX.xx op het gebied van de regionale klimaatagenda en andere regionale energietrajecten, en waar gewenst inzet van de gebiedsregisseurs die betrokken waren bij deze trajecten.
• Actieve koppeling van kennis en informatie over de wet- en regelgeving en beleidslijnen op het gebied van energie, en de kansen die dit biedt voor de ontwikkeling van de regionale energiestrategieën.
• EZ spant zich in om de in deze Deal geleerde lessen mee te nemen en door te laten werken in haar beleid en wet- en regelgeving om de effectiviteit van regionale energiestrategieën te vergroten.
Artikel 7. Inzet en acties IenM
IenM heeft samen met provincies en gemeenten een belangrijke rol bij het verbinden van het regionale energievraagstuk aan andere ruimtelijke opgaven en levert de volgende concrete inbreng:
- Expertise en Kennis in de regionale energiestrategieën:
• Inzet van expertise en instrumentarium op het gebied van ruimtelijke planvorming en ontwerpend onderzoek, energiebesparing in het kader van de Wet milieubeheer en het Lokale Klimaatactieprogramma.
• Inzet van expertise vanuit Geonovum voor een bestendige informatievoorziening binnen het energiedomein als basis voor het voorbereiden, uitvoeren en monitoren van de regionale energie strategieën. Structurele koppeling van energiedata aan ruimtelijke vraagstukken biedt een geïnfor meerde basis voor ruimtelijke inrichting.
• Inzet van expertise vanuit het PBL op het gebied van ruimtelijke modellen en kennis over duurzame energie.
• Actieve koppeling van kennis en informatie over de omgevingswet en de kansen die de wet en het traject naar een nationale omgevingsvisie biedt voor de ontwikkeling van de regionale energiestrategieën.
• Mogelijkheden die assets en areaal van Rijkswaterstaat bieden voor energie.
• IenM spant zich in om de in deze Deal geleerde lessen mee te nemen en door te laten werken in haar beleid en wet- en regelgeving om de effectiviteit van regionale energiestrategieën te vergroten.
Artikel 8. Inzet en acties WLR
W&R heeft een belangrijke rol bij het koppelen van verschillende kansen en obstakels op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving aan de regionale energiestrategieën en levert de volgende concrete inbreng:
- Expertise en Kennis:
• Inzet van expertise en instrumentarium op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving.
• Actieve koppeling van kennis en informatie over bouwregelgeving en de kansen die deze regelgeving en het beleid op het vlak van energiebesparing in de gebouwde omgeving biedt voor de ontwikkeling van de regionale energiestrategieën.
• W&R spant zich in om de geleerde lessen uit deze Deal mee te nemen en door te laten werken in haar beleid en wet- en regelgeving om de effectiviteit van regionale energiestrategieën te vergroten.
Artikel 9. Inzet en acties EZ, IenM en WLR
EZ, XxxX en W&R leveren gezamenlijk de volgende concrete inbreng:
- Lerend netwerk:
• EZ, IenM en W&R zetten zich in voor het uitwisselen van kennis en kansen tussen rijk en regio, primair via de liaisonfunctie van VNG, IPO en UvW in dit proces, en ook daar waar EZ, IenM en W&R zelf deelnemen in de regionale gesprekken en processen.
- Ambtelijk draagvlak:
• EZ, IenM en W&R nemen op DG-niveau deel aan de bijeenkomsten van het voortgangsteam.
- Bestuurlijk draagvlak:
• Deze Deal is onderdeel van de agenda van het Bestuurlijk Overleg Energie (BOE) tussen de koepels (VNG, IPO, UvW) en het rijk (ministeries van EZ, IenM, BZK). In dit halfjaarlijks overleg worden belangrijke ontwikkelingen in de energietransitie besproken, en worden besluiten in dit kader voorbereid en genomen.
3. Slotbepalingen
Artikel 10. Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 11. Wijzigingen
1. Elke Dealpartij kan de andere Dealpartijen schriftelijk verzoeken de Xxxx te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Dealpartijen.
2. Dealpartijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Dealpartij de wens daartoe aan de andere Dealpartijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Deal gehecht.
Artikel 12. Voortgangsteam en kernteam
1. Binnen één maand na ondertekening van de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën wordt door de VNG een voortgangsteam en een kernteam samengesteld, die worden belast met de uitvoering van deze Deal.
2. Het voortgangsteam bestaat uit vertegenwoordigers van Dealpartijen. De Rijksoverheid wordt in het voortgangsteam vertegenwoordigd op DG-niveau.
3. Het kernteam bestaat uit vertegenwoordigers van de Dealpartijen op ambtelijk niveau, en wordt daarnaast aangevuld met voor deze Deal relevante andere partners zoals bijvoorbeeld de netbeheerders en de energieleveranciers.
Artikel 13. Monitoring en Evaluatie
1. Gedurende de looptijd van de Deal wordt doorlopend de voortgang gemonitord en wordt gekeken of de afspraken die in de Deal gemaakt zijn door de Dealpartijen worden nageleefd. Deze monitoring vindt plaats in het kernteam en wordt gerapporteerd, of bij verstek geagendeerd, in het voortgangsteam.
2. Dealpartijen evalueren de uitvoering en werking van deze Deal als geheel binnen een maand nadat de looptijd van de Deal voorbij is. Deze evaluatie zal plaats vinden voor 1 oktober 2017, en zal worden uitgevoerd door XXX.xx, die hier ook een verslag van maakt.
Artikel 14. Citeertitel
De Deal kan worden aangehaald als Deal Pilots Regionale Energiestrategieën.
Artikel 15. Opzegging
Elke Dealpartij kan de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën met inachtneming van een opzegtermijn van één maand schriftelijk opzeggen.
Artikel 16. Nakoming
Dealpartijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 17. Inwerkingtreding
1. Deze Deal treedt in werking na ondertekening door alle Dealpartijen en loopt tot 1 september 2017.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
3. Dealpartijen treden drie maanden voor afloop van de looptijd van de Deal Pilots Regionale Energiestrategieën in overleg over eventuele voortzetting of een ander vervolg van de Deal.
Artikel 18. Openbaarmaking
Deze Deal wordt openbaar gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Deal, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Boskoop op 22 juni 2016.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
X.X. Xxxxxxx xxx Xxxxxx – Maas Geesteranus
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
X.X.X. Xxxxxxx
De Minister van Wonen en Rijksdienst,
S. Blok
Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
B. de Vries
Het Interprovinciaal Overleg,
X. Xxxxxxxxxxx
De Unie van Waterschappen,
X. xxx xxx Xxxxx