CARMIGNAC LONG-SHORT EUROPEAN EQUITIES
CARMIGNAC LONG-SHORT EUROPEAN EQUITIES
ICBE naar Frans recht
Geregeld bij Europese Richtlijn 2009/65/EG
1 januari 2022
I. ALGEMENE KENMERKEN
1° Vorm van de ICBE
Gemeenschappelijk beleggingsfonds (GBF)
2° Benaming
CARMIGNAC LONG-SHORT EUROPEAN EQUITIES
3° Rechtsvorm en lidstaat waar de ICBE is opgericht
Gemeenschappelijk beleggingsfonds (GBF) naar Frans recht (fonds commun de placement), opgericht in Frankrijk, geregeld bij Europese Richtlijn 2009/65/EG.
4° Oprichtingsdatum en voorziene bestaansduur
Aan het fonds is op 21 januari 1997 vergunning verleend door de Autorité des marchés financiers (de Franse toezichthouder). Het werd opgericht op 3 februari 1997 voor een duur van 99 jaar (negenennegentig jaar).
5° Samenvatting van het aanbod
Categorie deelnemingsrechten | ISIN-code | Bestemming van de uit te keren bedragen | Uitdrukkingsvaluta | Potentiële beleggers | Minimumbedrag voor inschrijving | Minimumbedrag voor latere bijstorting |
A EUR Acc | FR0010149179 | Kapitalisatie | Euro | Alle inschrijvers | Xxxx | Xxxx |
A EUR Y dis | FR0011269406 | Uitkering | Euro | Alle inschrijvers | Xxxx | Xxxx |
6° Plaats waar het recentste jaarverslag en het recentste periodieke verslag verkrijgbaar zijn
De recentste jaarlijkse documenten, evenals de samenstelling van de activa, worden binnen een termijn van acht werkdagen toegezonden op schriftelijk verzoek van de belegger aan:
CARMIGNAC GESTION, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 XXXXX
Het prospectus is beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx
Contact: Directie Communicatie Tel.: 33 (0)0.00.00.00.00
Fax: 33 (0)0.00.00.00.00
Deze gegevens, het prospectus en het document met essentiële beleggersinformatie (EBI) zijn beschikbaar op xxx.xxxxxxxxx.xxx.
De website van de AMF (xxx.xxx-xxxxxx.xxx) bevat aanvullende informatie over de lijst van voorgeschreven documenten en alle bepalingen ter bescherming van beleggers.
II. DE PARTIJEN
1° Beheermaatschappij
CARMIGNAC GESTION, Société anonyme, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 XXXXX, door de COB erkend op 13 maart 1997, onder nummer GP 97-08.
2° Bewaarder en depotbank
De bewaarder is BNP Paribas Securities Services SCA, een dochteronderneming van de groep BNP PARIBAS SA, gevestigd 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx 00000 XXXXXX (xx ''Bewaarder'').
BNP PARIBAS SECURITIES SERVICES, commanditaire vennootschap op aandelen, handelsregisternummer 000 000 000 (in het Registre du commerce et des sociétés), is een door de Franse toezichthouder voor banken en verzekeraars Autorité de Contrôle Prudentiel et de Résolution (ACPR) goedgekeurde instelling onder toezicht van de Autorité des marchés financiers (AMF), met statutaire zetel te Parijs (Paris 2ème, 0, xxx x’Xxxxx).
Taakomschrijving van de bewaarder: De Bewaarder verricht de taken die worden omschreven in de regelgeving die van toepassing is op het fonds:
- Bewaring van de activa van het fonds
- Toetsing van de besluiten van de beheermaatschappij aan de voorschriften
- Toezicht op de liquiditeitenstromen van het fonds.
De bewaarder wordt in opdracht van de beheermaatschappij ook belast met de boekhouding van de passiva van het fonds, bestaande uit de centralisatie van de inschrijvings- en terugkooporders voor deelnemingsrechten, en het bijhouden van de emissierekening van de deelnemingsrechten. De bewaarder is onafhankelijk van de beheermaatschappij.
Regeling van en omgang met belangenconflicten: Met name als de beheermaatschappij andere commerciële relaties de Bewaarder onderhoudt dan de relaties die voortkomen uit zijn functie van bewaarder, kunnen er potentiële belangenconflicten worden geïdentificeerd. Om dergelijke situaties te kunnen beheren heeft de bewaarder, ter voorkoming van belangenconflicten die zouden kunnen ontstaan als gevolg van zijn commerciële relaties, een beleid voor het beheer van belangenconflicten ontwikkeld dat regelmatig wordt bijgewerkt. Dit beleid heeft tot doel uit te maken welke situaties een potentieel belangenconflict inhouden en deze te analyseren, te beheren en te monitoren.
Gevolmachtigden: De Bewaarder is verantwoordelijk voor de bewaring van de activa van het fonds. Om echter diensten te kunnen aanbieden in verband met de bewaring van activa, moet de bewaarder in een aantal landen zijn bewaartaken soms delegeren. Het proces van toewijzing van en controle op de sub-bewaarders voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen, waaronder het beheer van belangenconflicten die als gevolg van dergelijke toewijzingen zouden kunnen ontstaan.
Een beschrijving van de gedelegeerde bewaartaken, een lijst van gevolmachtigden en sub-gevolmachtigden van de Bewaarder, evenals informatie over belangenconflicten die zouden kunnen voortkomen uit dergelijke delegaties, zijn beschikbaar op de website van BNP PARIBAS Securities Services: xxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxxx/xxxxx-xxxx-xxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxx-xxx-xxxxxxx-xxxx.xxxx. De bijgewerkte informatie hierover is op aanvraag beschikbaar voor beleggers.
De lijst van sub-bewaarders is ook beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx. Een papieren exemplaar van deze lijst is op aanvraag gratis beschikbaar bij Carmignac Gestion.
3° Externe accountants (bedrijfsrevisoren)
PricewaterhouseCoopers Audit, SA 00 xxx xx Xxxxxxxx
00000 Xxxxxxx xxx Xxxxx Ondertekenaar: Xxxxxxxx XXXXXX
4° De verdeler(s)
CARMIGNAC GESTION, Société anonyme, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 XXXXX
De deelnemingsrechten van het fonds zijn verhandelbaar via Euroclear. Om die reden kan het voorkomen dat bepaalde verdelers niet in opdracht van de beheermaatschappij handelen of niet bekend zijn bij de beheermaatschappij.
5° Gemachtigde voor het financieel beheer
CARMIGNAC GESTION LUXEMBOURG, naamloze vennootschap, vestiging van Carmignac Gestion, Door de CSSF erkende ICBE-beheermaatschappij, 0 xxx xx xx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxxxx
6° Gemachtigde voor de boekhouding
CACEIS Fund Administration, Société anonyme 0-0 Xxxxx Xxxxxxxxx, 00000 XXXXX.
CACEIS Fund Administration, onderdeel van de groep CREDIT AGRICOLE, is gespecialiseerd in het administratieve en boekhoudkundige beheer van ICB's voor cliënten binnen en buiten de groep.
In die hoedanigheid heeft de beheermaatschappij CACEIS Fund Administration aangesteld als gedelegeerd boekhoudkundig beheerder, verantwoordelijk voor de waardering en de boekhoudkundige administratie van het fonds. CACEIS Fund Administration is verantwoordelijk voor het waarderen van de activa, het vaststellen van de netto-inventariswaarde van het fonds en het opstellen van de periodieke verslaglegging
7° Centraliserende instantie
BNP Paribas Securities Services wordt in opdracht van de beheermaatschappij belast met het passieve beheer van het fonds en draagt zorg voor de centralisatie en verwerking van de inschrijvings- en terugkooporders van het fonds. Als bewaarnemer staat BNP Paribas Securities Services in contact met Euroclear France voor alle transacties die een ingrijpen van deze organisatie vereisen.
a) Centralisatie van de inschrijvings- en terugkooporders op aanwijzing van de beheermaatschappij
BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen,
Kredietinstelling, erkend door de Franse toezichthouder voor banken en verzekeraars ACPR, 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx
b) Andere instellingen belast met de ontvangst van de inschrijvings- en terugkooporders
CACEIS Bank, Luxembourg Branch (pre-centralisatie) 0, Xxxxx Xxxxxxxx - X - 0000 XXXXXXXXXX
8° Instellingen die belast zijn met de controle op het uiterste tijdstip voor de centralisatie
BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen, 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx, in opdracht van de beheermaatschappij en CARMIGNAC GESTION, Société anonyme, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 XXXXX
9° Instelling die belast is met het bijhouden van de registers van de deelnemingsrechten
BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen,
Kredietinstelling, erkend door de Franse toezichthouder voor banken en verzekeraars ACPR, 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx
III. WERKING EN BEHEER
ALGEMENE KENMERKEN
Kenmerken van de deelnemingsrechten:
• Aan de deelnemingsrechten verbonden recht:
Elke houder van deelnemingsrechten beschikt over een mede-eigendomsrecht op de activa van het fonds in verhouding tot het aantal deelnemingsrechten in zijn bezit.
• Boekhouding van de passiva:
De boekhouding van de passiva wordt verzekerd door BNP Paribas Securities Services. De toelating van de deelnemingsrechten gebeurt bij Euroclear France.
• Stemrechten:
Aangezien het fonds een GBF is, is er geen stemrecht aan de eigendom van de deelnemingsrechten verbonden en worden de besluiten door de beheermaatschappij genomen.
• Vorm van de deelnemingsrechten:
De deelnemingsrechten luiden aan toonder of worden op naam beheerd. Deze worden niet op naam uitgegeven.
• Eventuele bepalingen over de decimalisering (opsplitsing):
Inschrijving en terugkoop in duizendsten van deelnemingsrechten mogelijk. Afsluitingsdatum:
Het boekjaar wordt afgesloten op de dag van de laatste netto-inventariswaarde van de maand december. Informatie over het belastingstelsel:
Het fonds valt onder de bepalingen in bijlage II, punt II. B. van het tussen de regeringen van Frankrijk en de Verenigde Staten gesloten Akkoord waarin een betere naleving van fiscale verplichtingen op internationaal niveau en toepassing van de wet op de fiscale verplichtingen betreffende buitenlandse rekeningen van 14 november 2013 wordt beoogd.
Het fonds valt binnen het kader van het Franse PEA (aandelenspaarplan).
De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het feit dat de volgende informatie slechts een algemene samenvatting is van het toepasselijke Franse belastingstelsel, bij de huidige staat van de Franse wetgeving, voor beleggingen in een Frans GBF. De beleggers wordt dus aangeraden hun individuele situatie met hun vertrouwde fiscaal adviseur te bekijken.
- Op het niveau van het fonds
In Frankrijk vallen de GBF’s door hun structuur van gemeenschappelijke eigendom van rechtswege buiten het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting; ze beschikken dus op zichzelf over een bepaalde transparantie. De in het kader van het beheer ontvangen en gerealiseerde inkomsten zijn niet belastbaar op niveau van het fonds.
In het buitenland (in de landen waarin het fonds belegt) zijn de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van buitenlandse effecten en de inkomsten uit een buitenlandse bron die het fonds in het kader van het beheer ontvangt, desgevallend aan een belasting onderworpen (doorgaans in de vorm van bronheffing). De belasting in het buitenland kan in enkele beperkte gevallen worden verminderd of opgeheven krachtens de toepasselijke fiscale conventies.
- Op het niveau van de houders van deelnemingsrechten van het fonds
Franse ingezetenen: De door het fonds gerealiseerde meer- of minderwaarden, de door het fonds uitgekeerde inkomsten en de meer- of minderwaarden voor de belegger zijn aan het geldende belastingstelsel onderworpen.
Beleggers met fiscale woonplaats buiten Frankrijk: Behoudens de fiscale conventies is de in artikel 150-0 A van de CGI bepaalde belasting niet van toepassing op meerwaarden die worden gerealiseerd bij een terugkoop of verkoop van de deelnemingsrechten van het fonds door personen met fiscale woonplaats buiten Frankrijk in de zin van artikel 4 B van de CGI of met maatschappelijke zetel buiten Frankrijk, op voorwaarde dat deze personen op geen enkel ogenblik direct of indirect meer dan 25% van de deelnemingsrechten in bezit hadden gedurende de vijf jaren voorafgaand aan de terugkoop of de verkoop van hun deelnemingsrechten (CGI, artikel 244 bis C).
Xxxxxxxxx met fiscale woonplaats buiten Frankrijk zijn onderworpen aan de bepalingen van de fiscale wetgeving van het land waar ze hun officiële woonplaats hebben.
Op beleggers die in het kader van een levensverzekeringscontract van de opbrengsten van het fonds profiteren, is de fiscale regelgeving voor levensverzekeringscontracten van toepassing.
BIJZONDERE BEPALINGEN
1° ISIN
Categorieën deelnemingsrechten | ISIN |
A EUR Acc | FR0010149179 |
A EUR Ydis | FR0011269406 |
2° BEHEERDOELSTELLING
Het fonds streeft naar een positief rendement na aftrek van kosten over een aanbevolen beleggingshorizon van 3 jaar.
Het fonds streeft er daarenboven naar duurzaam te beleggen en hanteert een maatschappelijk verantwoorde beleggingsaanpak. Hoe de maatschappelijk verantwoorde beleggingsaanpak in de praktijk wordt gebracht, wordt beschreven in het gedeelte over niet-financiële kenmerken hierna, en op xxx.xxxxxxxxx.xxx en xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-0000.
3° REFERENTIE-INDICATOR
Het fonds heeft geen referentie-indicator.
4° BELEGGINGSSTRATEGIE
a) Gebruikte strategieën
Om zijn beheerdoelstelling te bereiken past het fonds een zogeheten "long/short"-aandelenstrategie toe, toegespitst op kerncijfers. Deze strategie bestaat uit het opbouwen van een portefeuille van long- en short-posities in voor het fonds in aanmerking komende financiële instrumenten.
Ten minste 75% van het fonds wordt belegd in aandelen die in aanmerking komen voor het PEA (Frans aandelenspaarplan), dat wil zeggen in aandelen van lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER). Het fonds kan ook, voor maximaal 25%, worden belegd in aandelen uit markten buiten de Europese Economische Ruimte.
De beheerder kan op discretionaire basis short-posities innemen ofwel in het kader van een relatieve-waardestrategie, waarbij zowel long- als short-posities worden ingenomen op binnen de portefeuille toegestane onderliggende waarden, ofwel om risico's af te dekken. Daarnaast dekt de beheerder de specifieke blootstelling die voortvloeit uit effecten die in aanmerking komen voor het Franse aandelenspaarplan PEA systematisch af, om ervoor te zorgen dat de blootstelling van het fonds aan de aandelenmarkt de drempel van 50% van de netto-activa niet overstijgt. De netto-blootstelling van het fonds aan de aandelenmarkten ligt derhalve tussen -20% en 50% van de netto-activa van het fonds.
Indien de beheerder dit noodzakelijk acht, kan het fonds ook voor maximaal 25% van zijn netto-activa worden belegd in obligaties, schatkistcertificaten en geldmarktinstrumenten die worden verhandeld op de Franse of buitenlandse markten en die volgens de beheerder een bovengemiddeld stijgingspotentieel bieden of waarmee het risico van de portefeuille kan worden beperkt.
De long/short-strategie van het fonds wordt uitgestippeld aan de hand van gedetailleerde financiële analyses van de bedrijven waarin het fonds short- of long-posities wil innemen. De selectie van de long- en short-posities is gebaseerd op een grondige analyse van de kerncijfers van de bedrijven in kwestie, die onder meer bestaat uit een diepgaande financiële analyse, een analyse van de concurrentieomgeving en de kwaliteit van het managementteam en een nauwgezette monitoring van de ontwikkeling van de activiteiten. De sector- en regioallocatie vloeien voort uit het effectenselectieproces.
Het fonds staat bloot aan wisselkoersrisico in andere valuta's dan die van de Europese Economische Ruimte ten belope van maximaal 25% van de netto-activa.
Deze transacties op de valutamarkt worden voltrokken op basis van de verwachte ontwikkeling van de verschillende valuta's en zijn vooral gebaseerd op de valuta-allocatie van het fonds. Deze valuta-allocatie vloeit voort uit de schuldbewijzen in portefeuille die in buitenlandse valuta's luiden en/of uit valutaderivaten.
Voor alle strategieën geldt dat opkomende landen ook deel uitmaken van het beleggingsuniversum, binnen de limieten die zijn vastgesteld in de rubriek "Beschrijving van de activaklassen en financiële contracten, alsmede van hun bijdrage aan het behalen van de beleggingsdoelstelling".
b) Niet-financiële kenmerken
Het fonds heeft bepaalde kenmerken op het gebied van milieu (environmental, E) en goed ondernemingsbestuur (governance, G), overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (de "SFDR").
Type benadering
Voor elk beleggingsthema hanteert het fonds ofwel een "best-in-universe"- ofwel een "best-effort"-benadering.
Het fonds heeft ook een actief stembeleid en is actief betrokken bij de bedrijven waarin het belegt. Ga voor meer informatie naar onze website: xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xx-xxxxxxx-0000 (hierna de "rubriek over verantwoord beleggen").
Toepassing van de niet-financiële analyse in de beleggingsstrategie
Het fonds hanteert een algemene visie op het beheer van duurzaamheidsrisico's door de duurzaamheidsrisico's die verband houden met de beleggingen van het fonds en de betrokken partijen te identificeren en te beoordelen.
De niet-financiële analyse wordt in de beleggingsstrategie toegepast via de hieronder beschreven activiteiten, waarmee het beleggingsuniversum van het fonds in aandelen en obligaties van privaatrechtelijke emittenten actief wordt verminderd met ten minste 20%. Het beleggingsuniversum van het fonds wordt beoordeeld op ESG-risico's en -kansen door middel van analyses die worden uitgevoerd in het kader van "START" (System for Tracking and Analysis of a Responsible Trajectory), het bedrijfseigen ESG-platform van Xxxxxxxxx.
(1) Het beleggingsuniversum van het fonds wordt gefilterd met behulp van uitsluitingen op basis van energiecriteria en ethische overwegingen. Deze uitsluitingen zijn van toepassing op zowel long- als short-posities.
(2) Eveneens uitgesloten zijn bedrijven met een hoge CO2-uitstoot in vergelijking met de hieronder beschreven referentie-indicator, evenals bedrijven met een onbevredigend governancebeleid. Die laatste filter is gebaseerd op de ESG-score van "START" en de "G"-rating van MSCI voor de volgende bedrijven: bedrijven met een G-rating van MSCI van minder dan 3/10 en bedrijven met een algemene MSCI-rating van "B" of "CCC" zijn bij voorbaat uitgesloten van het beleggingsuniversum van het fonds. Bedrijven waarvan de rating in ons START-platform hoger is dan C (op een schaal van A tot E), kunnen echter weer in het beleggingsuniversum van het fonds worden opgenomen na een ad hoc kwalitatief onderzoek en overleg met de betreffende bedrijven.
De beperking van het beleggingsuniversum door de beheermaatschappij via een negatieve screening wordt elk kwartaal herzien.
Het fonds past daarenboven een in heel de beheermaatschappij verplichte negatieve screening toe op basis van normen met betrekking tot milieubescherming, mensenrechten, arbeidsrecht en corruptiebestrijding om bepaalde sectoren en activiteiten uit te sluiten. Meer informatie is te vinden in het uitsluitingsbeleid op de website van de beheermaatschappij (xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx) en in de rubriek over verantwoord beleggen van die website.
Voorbeelden van niet-financiële criteria (niet-limitatieve lijst)
(1) Milieu: energievoorziening en -leveranciers, soort energie en efficiëntie, afvalwaterverwerking, gegevens over koolstofemissies, waterverbruik ten opzichte van de omzet,
(2) Maatschappij: personeelsbeleid en het beleid voor de bescherming van klantgegevens en cybersecurity,
(3) Goed ondernemingsbestuur: de onafhankelijkheid van de raad van bestuur, de samenstelling en bevoegdheden van het directiecomité en de behandeling en beloning van minderheidsaandeelhouders. Praktijken van bedrijven op het gebied van boekhouding, fiscaliteit en corruptiebestrijding.
Waarschuwing voor de beperkingen van de gekozen aanpak
Het duurzaamheidsrisico van het fonds kan afwijken van het hieronder nader omschreven duurzaamheidsrisico van de referentie-indicator.
Beleggingsuniversum onderworpen aan een niet-financiële analyse
De niet-financiële analyse heeft betrekking op ten minste 90% van de aandelen en de obligaties van privaat- en publiekrechtelijke emittenten in de portefeuille.
CO2-uitstoot
Het fonds streeft naar een CO2-uitstoot die 30% lager is dan die van de hieronder vermelde referentie-indicator, gemeten aan de hand van de koolstofintensiteit (inkomsten in tCO2/USD 1 mln.; geaggregeerd op portefeuilleniveau (scope 1 en 2 van het GHG-protocol)). De resultaten worden opgenomen in het jaarverslag van de maatschappij. Meer informatie is te vinden in het klimaatbeleid op de website van de beheermaatschappij (xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx) en in de rubriek over verantwoord beleggen van die website.
Referentie-index
Het fonds heeft de MSCI Europe-index vastgelegd als referentie-indicator voor de beoordeling van ESG-parameters. De referentie-indicator is een algemene marktindex en geeft het beleggingsuniversum van het fonds weer. Daarom wordt deze indicator gebruikt om de duurzaamheidsprestaties van het fonds te beoordelen, inclusief de CO2-uitstoot. De resultaten worden maandelijks gepubliceerd op de website xxx.xxxxxxxxx.xx, in de rubriek over verantwoord beleggen. De MSCI Europe-index bevat meer dan 400 componenten en is een afspiegeling van de grote en middelgrote bedrijven van vijftien ontwikkelde Europese landen.
De referentie-indicator wordt alleen gebruikt om de ESG-prestaties van het fonds te beoordelen. Het fonds blijft een actief beheerde ICBE waarvan de beleggingsbeheerder de vrijheid heeft om de portefeuille naar eigen goeddunken samen te stellen, al is hij daarbij wel gebonden aan de doelstellingen en het beleggingsbeleid. Het beleggingsuniversum van het fonds is volledig onafhankelijk van deze referentie-indicator, waarvan de afzonderlijke bestanddelen niet per se typerend zijn voor de activa waarin het fonds belegt. De beleggingsstrategie van het fonds is niet afhankelijk van de indicator. De posities en wegingen van het fonds kunnen dan ook, al of niet aanzienlijk, afwijken van de samenstelling van de indicator. Er zijn geen grenzen aan de mate van dergelijke afwijkingen gesteld.
Taxonomie
Met betrekking tot Verordening (EU) 2020/852 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen (de "Taxonomie"), levert het fonds via zijn beleggingen een bijdrage aan de volgende milieudoelstellingen: de mitigatie van klimaatverandering en de adaptatie aan klimaatverandering.
Bovendien heeft het fonds een doelstelling ten aanzien van de CO2-uitstoot, zoals omschreven in de onderstaande rubriek "CO2-uitstoot".
De bedrijven waarin het fonds belegt, worden geanalyseerd op basis van hun omzetcijfers, die worden gebruikt als een belangrijke prestatie- indicator om te bepalen of hun activiteiten voldoen aan de criteria van de Taxonomie. Van deze bedrijven wordt onderzocht of hun zakelijke activiteiten de vereiste minimale waarborgen bieden om te voldoen aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN- richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten. Daarnaast controleert het fonds of de betreffende activiteiten geen ernstige afbreuk doen (do no significant harm) aan de milieudoelstellingen.
Het fonds bepaalt of een bedrijfsactiviteit een substantiële bijdrage levert aan de adaptatie aan klimaatverandering of de mitigatie van klimaatverandering, indien de technische normen of de gegevens die nodig zijn voor een dergelijke vaststelling beschikbaar worden gesteld door de bedrijven die de effecten hebben uitgegeven, of als deze normen niet vereist zijn. Als de technische normen wel vereist zijn, maar nog niet beschikbaar zijn gesteld door de bedrijven die de effecten hebben uitgegeven, kan het fonds deze beoordeling niet uitvoeren. In dat geval wordt niettemin een analyse van de minimale waarborgen uitgevoerd en beoordeeld of er geen ernstige afbreuk wordt gedaan aan de milieudoelstellingen.
Het aandeel van de beleggingen van het fonds dat bijdraagt aan de twee bovengenoemde milieudoelstellingen is momenteel laag. Naar verwachting zal het aandeel van de beleggingen van het fonds dat voldoet aan de Taxonomie stijgen naarmate de bedrijven de vereiste technische normen en gegevens aan het fonds beschikbaar stellen, zodat er meer bedrijven kunnen worden geïdentificeerd waarvan de activiteiten zijn afgestemd op de milieudoelstellingen uit de Taxonomieverordening.
c) Beschrijving van de activaklassen en financiële contracten, alsmede van hun bijdrage aan het behalen van de beleggingsdoelstelling
Aandelen
De portefeuille wordt ten minste voor 75% belegd in aandelen die in aanmerking komen voor een PEA (aandelenspaarplan naar Frans recht), dat wil zeggen in aandelen van de markten van de landen van de Europese Economische Ruimte. Het resterende deel kan worden belegd in aandelen of andere vermogenstitels uit andere landen, in ongeacht welke sector. In dat geval mag het deel dat is belegd in aandelen uit groeilanden niet meer bedragen dan 10% van de activa; deze beleggingen hebben als doel mogelijkheden op te sporen in regio's waar de economische groei sterk is.
De netto-blootstelling aan de aandelenmarkten bedraagt tussen -20% en 50% van de netto-activa.
Schuldinstrumenten en geldmarktinstrumenten
Om de beheerder de mogelijkheid te bieden de portefeuille te diversifiëren, kan het fonds maximaal 25% van de activa beleggen in geldmarktinstrumenten, verhandelbare schuldbewijzen en in al dan niet gedekte en/of aan de inflatie van de eurozone en/of van de internationale markten, waaronder opkomende landen, gekoppelde vastrentende of variabelrentende bedrijfs- of staatsobligaties. Het fonds kan zowel beleggen in door particuliere emittenten als in door overheden uitgegeven effecten. De keuze van de effecten is aan geen enkele beperking onderworpen ten aanzien van de looptijd, de rentegevoeligheid en de verhouding tussen bedrijfs- en staatsobligaties.
De beheerder behoudt zich de mogelijkheid voor om maximaal 10% van de netto-activa te beleggen in obligaties met een rating lager dan investment grade, zoals toegekend door ten minste een van de belangrijkste ratingbureaus. Hij kan ook beleggen in obligaties zonder notering. In dat laatste geval kan de vennootschap besluiten om zelf een analyse uit te voeren en een interne rating toe te kennen. Als de notering van de obligatie lager is dan investment grade, valt deze dus onder bovengenoemde beperkingen.
De beheermaatschappij voert voor het geheel van deze activa zelf een analyse uit van het risico-rendementsprofiel van de effecten (rendement, kredietkwaliteit, liquiditeit, looptijd). Het aankopen, aanhouden of verkopen van een effect (vooral wanneer de door een ratingbureau toegekende ratings veranderen) wordt niet uitsluitend gebaseerd op het criterium koersontwikkeling, maar ook op een door de beheermaatschappij uitgevoerde interne analyse van zowel het kredietrisico als de marktomstandigheden.
ICB’s, beleggingsfondsen en trackers of Exchange Traded Funds (ETF's)
Het fonds kan tot 10% van de netto-activa beleggen in:
- deelnemingsrechten of aandelen van ICBE's naar Frans of buitenlands recht;
- deelnemingsrechten of aandelen van alternatieve beleggingsfondsen naar Frans of Europees recht;
- beleggingsfondsen naar buitenlands recht,
mits de ICBE's, alternatieve beleggingsfondsen en beleggingsfondsen naar buitenlands recht voldoen aan de criteria van artikel R214-13 van het Frans monetair en financieel wetboek (Code monétaire et financier).
Het fonds kan beleggen in door Carmignac Gestion of een gelieerde vennootschap beheerde ICB's.
Het fonds kan gebruikmaken van "trackers", beursgenoteerde indexinstrumenten en "exchange traded funds".
Derivaten
Om de beheerdoelstelling te realiseren maakt het fonds gebruik van financiële termijninstrumenten die worden verhandeld op gereglementeerde, georganiseerde of onderhandse markten van de eurozone en op internationale markten, waaronder opkomende markten, met het doel om blootstelling te verkrijgen, relatievewaarde-strategieën toe te passen of posities af te dekken.
De beheerder kan gebruikmaken van de volgende derivaten: opties (standaardopties, barrier-opties, binaire opties), termijncontracten (futures/forwards), valutatermijncontracten, swaps (waaronder rendementsswaps) en CFD's (contracts for difference), die gekoppeld zijn aan één of meer risico's/ onderliggende instrumenten die de beheerder kan beheren.
Met behulp van deze derivaten kan de beheerder, met inachtneming van de algemene beperkingen van de portefeuille, het fonds blootstellen aan de onderstaande risico's, waarbij voor elk risico een maximum geldt van 100% van de activa, tenzij anders vermeld:
- aandelen
- valuta's
- rente
- dividenden
- volatiliteit en variantie (maximaal 10% van de netto-activa)
- grondstoffen, via daarvoor in aanmerking komende financiële contracten (maximaal 20% van de netto-activa)
- ETF (financieel instrument).
De totale blootstelling aan derivaten wordt beheerd aan de hand van het hefboomeffect, dat wil zeggen de som van de nominale bruto- bedragen aan derivaten, berekend zonder compensatie- of afdekkingseffect, gekoppeld aan de VaR-limiet van het fonds (zie rubriek VI. "Totaal risico").
Overeenkomstig haar Best Execution / Best Selection-beleid en de toelatingsprocedure voor nieuwe tegenpartijen kan de beheermaatschappij met geselecteerde tegenpartijen derivatenovereenkomsten sluiten. Deze tegenpartijen zijn in een lidstaat van de Europese Unie gevestigde kredietinstellingen of beleggingsmaatschappijen die van ten minste één van de grote ratingbureaus een rating van minimaal BBB- (of gelijkwaardig) hebben ontvangen. Bij transacties met derivaten worden zekerheden uitgewisseld, waarvan het functioneren en de kenmerken in de rubriek "Financiële borgstellingen" worden gepresenteerd. Wij wijzen erop dat deze tegenpartijen geen enkele bevoegdheid hebben tot discretionaire besluitvorming over de samenstelling en het beheer van de portefeuille van het fonds, en/of over de onderliggende activa van de afgeleide financiële instrumenten.
Strategie voor het gebruik van derivaten om de beheerdoelstelling te behalen
Om een long- of een short-positie in te nemen of om de blootstelling aan een effect, een groep effecten, een economische sector of een geografische regio af te dekken of gewoon om de algemene aandelenblootstelling van het fonds aan te passen, wordt gebruikgemaakt van derivaten die gekoppeld zijn aan een aandeel, een aandelenindex, een aandelenmandje of een aantal aandelenindexen, al naargelang de landen, geografische regio's, economische sectoren, emittenten of groepen emittenten. Volatiliteitsderivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij tegelijkertijd long- en short-posities op de aandelenmarkten worden ingenomen.
Valutaderivaten worden gebruikt om een long- of een short-positie in te nemen, om de blootstelling aan een valuta af te dekken of gewoon om de algemene valutablootstelling van het fonds aan te passen. Derivaten kunnen ook worden gebruikt bij het toepassen van relatieve- waardestrategieën, waarbij op de valutamarkt tegelijkertijd long- en short-posities worden ingenomen.
De rentederivaten worden gebruikt om een long- of een short-positie in te nemen, om de blootstelling aan een rentevoet af te dekken of gewoon om de totale rentegevoeligheid van de portefeuille aan te passen. Rentederivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij op verschillende obligatiemarkten tegelijkertijd long- en shortposities worden ingenomen al naargelang de landen, geografische regio's of de segmenten van de rentecurve.
Volatiliteits- en variantie-instrumenten worden gebruikt om blootstelling te verkrijgen aan een stijging of een daling van de marktvolatiliteit, om de aandelenblootstelling af te dekken of om de blootstelling van de portefeuille aan de marktvolatiliteit aan te passen. Volatiliteitsderivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij tegelijkertijd long- en short-posities op de marktvolatiliteit worden ingenomen.
Dividendderivaten worden gebruikt om blootstelling te verkrijgen aan een stijging of een daling van het dividend van een bepaalde emittent of groep emittenten, of om het dividendrisico van een emittent of groep emittenten af te dekken; het dividendrisico is het risico dat het dividend op een aandeel of een aandelenindex niet volgens de marktverwachtingen wordt uitbetaald. Dividendderivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij op de aandelenmarkt tegelijkertijd long- en short-posities op bepaalde dividenden worden ingenomen.
Grondstoffenderivaten worden gebruikt om blootstelling te verkrijgen aan een stijging of een daling van bepaalde grondstoffen, om de grondstoffenblootstelling af te dekken of om de blootstelling van de portefeuille aan grondstoffen aan te passen. Deze derivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij tegelijkertijd long- en short-posities op de grondstoffenmarkt worden ingenomen.
Effecten met geïntegreerde derivaten
Het fonds kan beleggen in effecten met geïntegreerde derivaten (met name warrants, converteerbare obligaties, callable/puttable obligaties, credit linked notes (CLN's), EMTN's, inschrijvingsrechten) die worden verhandeld op gereglementeerde of onderhandse markten in de eurozone en/of daarbuiten. Het fonds kan, na effectentransacties als gevolg waarvan dergelijke effecten worden toegewezen, in bijkomende orde inschrijvingsrechten of warrants aanhouden.
Met behulp van deze effecten met geïntegreerde derivaten kan de beheerder, met inachtneming van de algemene beperkingen van de portefeuille, het fonds blootstellen aan de volgende risico's:
- aandelen
- valuta's
- rente
- krediet
- dividenden
- volatiliteit en variantie (maximaal 10% van de netto-activa)
- grondstoffen, via daarvoor in aanmerking komende financiële contracten (maximaal 20% van de netto-activa)
- ETF (financieel instrument).
Het risico van dit type beleggingen is beperkt tot het bedrag voor de aankoop van de effecten.
Het in effecten met geïntegreerde derivaten belegde bedrag, met uitzondering van voorwaardelijk converteerbare obligaties en
callable/puttable obligaties, mag niet hoger zijn dan 10% van de netto-activa.
De beheerder kan maximaal 10% van de netto-activa in voorwaardelijk converteerbare obligaties ("CoCo's") beleggen. Door hun specifieke structuur en hun positie in de kapitaalstructuur van de emittent (achtergestelde lening) hebben deze effecten vaak een hoger rendement (als tegenprestatie voor een hoger risico) dan gewone obligaties. Deze effecten worden uitgegeven door banken die onder controle staan van een toezichthouder. Aangezien het hier hybride converteerbare instrumenten betreft, kunnen ze zowel obligatie- als aandelenkenmerken vertonen. CoCo's maken deel uit van een beschermingsmechanisme. In het kader hiervan worden de effecten omgezet in gewone aandelen als de solvabiliteit van de uitgevende bank door een bepaalde gebeurtenis wordt bedreigd.
Het fonds kan ook voor maximaal 25% van zijn nettovermogen in callable en puttable obligaties beleggen. Deze schuldbewijzen bevatten een optioneel element waardoor, in bepaalde omstandigheden (duur van aanhouden, bijzondere onvoorziene situatie, enz.) een vervroegde terugbetaling van de hoofdsom op initiatief van de emittent (in het geval van callable obligaties) of op verzoek van de belegger (in het geval van puttable obligaties) mogelijk is.
Strategie voor het gebruik van geïntegreerde derivaten om de beheerdoelstelling te behalen
De beheerder maakt gebruik van effecten met geïntegreerde derivaten, ten opzichte van de andere bovenvermelde afgeleide instrumenten, om de blootstelling of afdekking van de portefeuille te optimaliseren door, al naar gelang het geval, de aan het gebruik van deze financiële instrumenten verbonden kosten te verlagen of door zich bloot te stellen aan meerdere rendementsfactoren.
Deposito's en liquide middelen
Het fonds kan gebruikmaken van deposito's om het kasbeheer van het fonds te optimaliseren en de verschillende valutadata voor inschrijving/terugkoop van de onderliggende ICB's te beheren. Dergelijke transacties worden uitgevoerd binnen een limiet van 20% van de netto-activa. Er wordt slechts bij wijze van uitzondering van dergelijke transacties gebruikgemaakt.
Het fonds kan als aanvulling liquiditeiten aanhouden, meer bepaald om aan de terugkopen van deelnemingsrechten door de beleggers te kunnen voldoen.
Het uitlenen van contanten is verboden.
Leningen in contanten
Het fonds mag contanten lenen, met name voor investerings-/desinvesteringstransacties en inschrijvingen/terugkopen. Het fonds wordt niet geacht op structurele basis contanten te lenen. Dergelijke leningen zullen dan ook van tijdelijke aard zijn en zich beperken tot maximaal 10% van de netto-activa van het fonds.
Repo- en omgekeerde repotransacties
Voor een efficiënt portefeuillebeheer kan het fonds, mits het zich niet verwijdert van zijn beleggingsdoelstellingen, repo- en omgekeerde repotransacties verrichten (effectenfinancieringstransacties) die betrekking hebben op financiële effecten die voor het fonds in aanmerking komen (hoofdzakelijk aandelen en geldmarktinstrumenten), met een maximum van 20% van de netto-activa. Deze transacties worden uitgevoerd om de inkomsten van het fonds te optimaliseren, om de liquiditeiten ervan te beleggen, om de portefeuille aan te passen aan schommelingen in het uitstaande bedrag of om de hierboven beschreven strategieën toe te passen. De transacties bestaan uit:
- Het verrichten van repo- en omgekeerde repotransacties;
- Het lenen/uitlenen van effecten;
Naar verwachting zullen dergelijke transacties beperkt blijven tot maximaal 10% van de netto-activa onder beheer.
De tegenpartij bij deze transacties is de bewaarder van het fonds. Deze laatste heeft geen enkele bevoegdheid tot samenstelling of beheer van de portefeuille van het fonds.
In het kader van deze transacties kan het fonds financiële garanties ontvangen/verstrekken (onderpand), waarvan het functioneren en de kenmerken in de rubriek "Beheer van de financiële borgstellingen" worden gepresenteerd.
Meer informatie over de vergoedingen voor deze transacties is te vinden in de rubriek "Kosten en provisies".
5° FINANCIËLE BORGSTELLINGEN
In het kader van transacties met onderhandse financiële derivaten en repo- en omgekeerde repotransacties, kan het fonds, om het algemene tegenpartijrisico te beperken, financiële activa die als borgstelling gelden, ontvangen of verstrekken.
De financiële borgstellingen zullen, in geval van onderhandse transacties van financiële derivaten, hoofdzakelijk bestaan uit contanten, en in geval van transacties voor het tijdelijk kopen/verkopen van effecten uit contanten en daarvoor in aanmerking komende staatsobligaties. Alle ontvangen en verstrekte financiële borgstellingen vinden plaats bij volledige overdracht van eigendom.
Het tegenpartijrisico bij transacties met onderhandse financiële derivaten, samen met dat van repo- en omgekeerde repo-transacties, kan niet meer dan 10% van de netto-activa van het fonds bedragen wanneer de tegenpartij een kredietinstelling is zoals gedefinieerd in de geldende regelgeving, of in de overige gevallen 5% van de activa.
In dit verband moet elke ter beperking van het risico dienende ontvangen financiële borgstelling (onderpand) aan de volgende eisen voldoen:
- de borg wordt gesteld in de vorm van cash of van door OESO-landen, hun lokale of regionale overheden of door supranationale instellingen en organisaties met een communautair, regionaal of mondiaal karakter uitgegeven of gegarandeerde obligaties of schatkistcertificaten, ongeacht de looptijd ervan;
- ze wordt aangehouden door de bewaarder van het fonds of een van zijn filialen of derden die onder zijn controle staan of door een externe bewaarder die onder prudentieel toezicht staat en die geen enkele band heeft met de verstrekker van de financiële borgstellingen;
- de borgstellingen voldoen te allen tijde aan de in de geldende regelgeving opgenomen criteria op het gebied van liquiditeit, waardebepaling (minstens een keer per dag), kredietkwaliteit van de garantiegever (rating van minstens AA-), lage correlatie met de tegenpartij en diversificatie, waarbij de blootstelling aan een enkele garantiegever maximaal 20% van de netto-activa mag bedragen.
- financiële borgstellingen in contanten zullen in de meeste gevallen bij daarvoor in aanmerking komende entiteiten in bewaring worden gegeven en/of worden gebruikt voor repotransacties en in mindere mate voor hoogwaardige staatsobligaties of schatkistcertificaten en kortetermijn-geldmarkt-ICB’s.
De als financiële borgstelling ontvangen staatsobligaties en schatkistcertificaten worden lager gewaardeerd. Deze herwaardering is door de beheermaatschappij met elke tegenpartij contractueel vastgelegd.
6° RISICOPROFIEL
Het fonds wordt belegd in financiële instrumenten en in voorkomend geval in ICB's die worden geselecteerd door de beheermaatschappij. Deze financiële instrumenten zijn gevoelig voor de ontwikkelingen en wisselvalligheden van de markt.
De hieronder beschreven risicofactoren zijn niet exhaustief. Elke belegger dient het risico dat aan deze belegging verbonden is, te analyseren en onafhankelijk van CARMIGNAC GESTION zijn eigen mening te vormen, indien nodig door advies in te winnen bij alle ter zake gespecialiseerde adviseurs, in het bijzonder om zich er van te vergewissen dat deze belegging op zijn financiële omstandigheden is afgestemd.
a) Risico van discretionair beheer: het discretionair beheer berust op het anticiperen op de ontwikkeling van de financiële markten. Het rendement van het fonds zal afhangen van de geselecteerde ondernemingen en de door de beheermaatschappij vastgestelde activa- allocatie. Het risico bestaat dat de beheermaatschappij niet de best presterende ondernemingen selecteert.
b) Risico van kapitaalverlies: de portefeuille wordt discretionair beheerd en geniet geen enkele garantie of bescherming van het belegde kapitaal. Het kapitaalverlies wordt geleden bij de verkoop van een participatie tegen een lagere prijs dan de prijs bij aankoop.
c) Risico in verband met de Long/Short-strategie: dit risico houdt verband met de long- en of short-posities die worden ingenomen om de netto-marktblootstelling aan te passen. Het fonds zou fors verlies kunnen lijden als deze long- en short-posities zich in tegenovergestelde en ongunstige richting ontwikkelen.
d) Aandelenrisico: doordat het fonds blootgesteld is aan het risico van de aandelenmarkten, kan de netto-inventariswaarde van het fonds dalen bij zowel stijgende als dalende aandelenmarkten.
e) Valutarisico: Het valutarisico is verbonden aan de blootstelling aan andere valuta's dan de waarderingsvaluta van het fonds door beleggingen en transacties in financiële termijninstrumenten. Fluctuaties van de vreemde valuta ten opzichte van de euro kunnen een positieve of negatieve invloed hebben op de netto-inventariswaarde van het fonds.
f) Renterisico: Het renterisico vertaalt zich in een door de renteontwikkeling veroorzaakte daling van de netto-inventariswaarde. Als de rentegevoeligheid van de portefeuille positief is, kan een stijging van de rente een daling van de waarde van de portefeuille teweegbrengen. Als de rentegevoeligheid negatief is, kan een rentedaling een daling van de waarde van de portefeuille tot gevolg hebben.
g) Kredietrisico: het kredietrisico stemt overeen met het risico dat de emittent zijn verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Indien de kwaliteit van de emittenten achteruit gaat, bijvoorbeeld als de kredietbureaus hun rating verlagen, kan de waarde van bedrijfsobligaties dalen. De netto-inventariswaarde van het fonds kan dalen.
h) Risico van beleggingen in speculatieve effecten: een effect wordt als "speculatief" beschouwd als de rating lager is dan investment grade. De beheerder behoudt zich de mogelijkheid voor om bijkomend te beleggen in obligaties die als "speculatief" worden beschouwd, tot een limiet van 10% van de netto-activa. De waarde van de als "speculatief" gerangschikte obligaties kan sterker en sneller dalen dan die van andere obligaties, en dat kan een negatieve impact hebben op de netto-inventariswaarde van het fonds, die kan dalen.
i) Risico van beleggingen in voorwaardelijk converteerbare obligaties (CoCo's): risico's in verband met het triggerniveau: deze effecten hebben een aantal specifieke kenmerken. Als het triggerniveau bereikt wordt, kan de obligatie in aandelen worden omgezet. De schuld kan, geheel of gedeeltelijk, bij het bereiken van het triggerniveau tijdelijk of definitief teniet worden gedaan. Het conversierisico kan bijvoorbeeld afhangen van het verschil tussen de kapitaalratio van de emittent en een in het prospectus van de emissie vastgelegd triggerniveau. Risico van couponverlies: voor bepaalde types CoCo's geldt dat de couponbetalingen op discretionaire wijze worden toegekend en door de emittent geannuleerd kunnen worden. Risico verbonden aan de complexiteit van het instrument: aangezien het hier om recent ontwikkelde effecten gaat, is hun gedrag in perioden van stress nog niet volledig getest. Risico verbonden aan uitstel en/of annulering van terugbetaling: voorwaardelijk converteerbare obligaties zijn instrumenten met een eeuwige looptijd en kunnen alleen tot een vooraf bepaalde hoogte en na goedkeuring van de daartoe bevoegde instantie worden terugbetaald. Risico van de kapitaalstructuur: in tegenstelling tot de gebruikelijke kapitaalstructuur kan het voorkomen dat beleggers in dit type instrumenten kapitaalverlies lijden terwijl de aandeelhouders van dezelfde emittent niet met een dergelijk verlies worden geconfronteerd. Liquiditeitsrisico: net zoals voor high-yield-obligaties geldt voor voorwaardelijk converteerbare obligaties dat hun liquiditeit in perioden van marktstress sterk kan teruglopen.
j) Risico verbonden aan de marktkapitalisatie: het fonds kan worden blootgesteld aan aandelenbeurzen waar smallcap- en midcap- aandelen worden verhandeld. Het volume van deze beursgenoteerde effecten is over het algemeen beperkt, waardoor de marktschommelingen heftiger zijn dan bij grote kapitalisaties. De netto-inventariswaarde van het fonds kan hierdoor dus worden beïnvloed.
k) Liquiditeitsrisico: op de markten waarop het fonds actief is, kan tijdelijk een gebrek aan liquiditeit optreden. Deze marktverstoringen beïnvloeden mogelijk de prijzen waartegen het fonds zijn posities kan vereffenen, innemen of wijzigen, en kunnen een daling van de netto-inventariswaarde van het fonds veroorzaken.
l) Risico van opkomende landen: de werking en het toezicht in deze markten kunnen afwijken van de normen die gelden op de grote internationale beurzen. In elk geval zal het gedeelte dat belegd wordt in aandelen van opkomende landen niet meer bedragen dan 10% van de activa van het fonds.
m) Risico van grondstoffenindexen: de prijsschommelingen van grondstoffen en de volatiliteit van deze sector kunnen een daling van de netto-inventariswaarde tot gevolg hebben.
n) Tegenpartijrisico: Het tegenpartijrisico is een maatstaf voor het potentiële verlies als tegenpartijen van onderhandse financiële contracten of repo- en omgekeerde repotransacties waarop bepaalde contractuele verplichtingen van toepassing zijn, hun betalingsverplichtingen niet nakomen. Het fonds is blootgesteld aan dit risico via onderhandse financiële contracten die met diverse tegenpartijen zijn afgesloten. Om de blootstelling van het fonds aan het tegenpartijrisico te beperken kan de beheermaatschappij borgstellingen verlenen ten gunste van het fonds.
o) Volatiliteitsrisico: De netto-inventariswaarde kan als gevolg van een hogere of lagere volatiliteit afnemen. Het fonds is aan dit risico blootgesteld, met name via derivaten met volatiliteit of variantie als onderliggende waarde.
p) Xxxxxx'x van repo- en omgekeerde repotransacties: het gebruik van deze transacties en het beheer van de daaraan verbonden zekerheden kunnen specifieke risico's met zich meebrengen, zoals operationele risico's of bewaringsrisico's. Daardoor kunnen dergelijke transacties een negatieve impact op de liquidatiewaarde van het fonds hebben.
q) Juridisch risico: het risico dat bij een repo- of omgekeerde repotransactie, of bij een onderhandse transactie met een financieel termijninstrument, het met de tegenpartij gesloten contract verkeerd is opgesteld.
r) Xxxxxx verbonden aan het hergebruik van financiële borgstellingen: het risico dat als het fonds ontvangen financiële borgstellingen zou hergebruiken, hetgeen het fonds niet van plan is te doen, de uiteindelijke waarde lager is dan de waarde op het moment van verkrijging.
s) Duurzaamheidsrisico: verwijst naar een gebeurtenis of omstandigheid die verband houdt met het milieu, de maatschappij of behoorlijk bestuur en die, als deze zich voordoet, een aanzienlijke reële of potentiële negatieve invloed op de waarde van de beleggingen en – op termijn – de netto-inventariswaarde van het fonds kan hebben.
✓Inaanmerkingneming van het duurzaamheidsrisico bij beleggingsbeslissingen
De beleggingen van het fonds zijn blootgesteld aan duurzaamheidsrisico's die een aanzienlijk potentieel of reëel risico inhouden voor het maximaliseren van het risicogewogen rendement op lange termijn. De beheermaatschappij identificeert en beoordeelt daarom in haar beleggingsbeslissingen en haar risicobeheerprocessen de duurzaamheidsrisico's met behulp van een drieledig proces:
1/ Uitsluiting: Beleggingen in bedrijven die naar de mening van de beheermaatschappij niet aan de duurzaamheidsnormen van het fonds voldoen, worden uitgesloten. De beheermaatschappij heeft een uitsluitingsbeleid ingevoerd, dat onder meer bedrijven uitsluit en tolerantiedrempels instelt voor activiteiten in domeinen zoals omstreden wapens, tabak, pornografie, thermische steenkool en elektriciteitsopwekking. Meer informatie is te vinden in het uitsluitingsbeleid op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-
investment/beleid-en-verslagen-inzake-verantwoord-beleggen-4733
2/ Analyse: De beheermaatschappij gebruikt ESG-analyse in combinatie met traditionele financiële analyse om de duurzaamheidsrisico's in kaart te brengen van de emittenten in het beleggingsuniversum en bestrijkt daarbij meer dan 90% van alle bedrijfsobligaties en aandelen. Om de duurzaamheidsrisico's in te schatten gebruikt de beheermaatschappij het eigen ESG- onderzoeksysteem van Carmignac, START. Meer informatie is te vinden in het Beleid inzake ESG-integratie op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-0000
en in de beschrijving van het START-systeem op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxx-xxxxxxxxxxxxxx- translated-4691
3/ Overleg: De beheermaatschappij werkt samen met de uitgevende bedrijven of emittenten rond ESG-gerelateerde vraagstukken om te sensibiliseren en de duurzaamheidsrisico's in haar portefeuilles beter te doorgronden. Dit overleg kan betrekking hebben op specifieke thema's in verband met milieu, maatschappelijke verantwoordelijkheid en behoorlijk bestuur, een duurzame impact, omstreden gedrag of stembeslissingen tijdens algemene vergaderingen. Meer informatie is te vinden in het Engagementbeleid op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-0000 en xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-0000
Potentiële impact van duurzaamheidsrisico's op het rendement van het fonds
Duurzaamheidsrisico's kunnen een negatief effect hebben op de duurzaamheid doordat ze een aanzienlijke reële of potentiële negatieve invloed uitoefenen op de waarde van de beleggingen, de netto-inventariswaarde van het fonds en – uiteindelijk – het beleggingsrendement van de beleggers.
De beheermaatschappij kan het financiële belang van duurzaamheidsrisico's voor het financiële rendement van een bedrijf in de portefeuille monitoren en beoordelen op verschillende manieren:
Milieu: de beheermaatschappij is van mening dat een bedrijf dat geen rekening houdt met de milieu-impact van zijn activiteiten en de goederen en diensten die het produceert, geconfronteerd kan worden met een afname van zijn natuurlijke kapitaal, milieuboetes of een dalende vraag van klanten. Daarom monitort zij waar relevant de CO2-voetafdruk, het water- en afvalbeheer, de toevoerketen en de leveranciers van een bedrijf.
Maatschappij: de beheermaatschappij is van mening dat maatschappelijke indicatoren belangrijk zijn om het groeipotentieel op lange termijn en de financiële stabiliteit van een bedrijf te monitoren. Belangrijke praktijken die tegen het licht worden gehouden, zijn onder meer het personeelsbeleid, de controles op de veiligheid van producten en de bescherming van klantengegevens.
Goed ondernemingsbestuur: de beheermaatschappij is van mening dat slecht bestuur van een onderneming een financieel risico kan betekenen. Daarom wordt aandachtig gekeken naar de onafhankelijkheid van de raad van bestuur, de samenstelling en bevoegdheden van het directiecomité, de behandeling van minderheidsaandeelhouders en het beloningsbeleid. Ook de praktijken van bedrijven op het gebied van boekhouding, fiscaliteit en corruptiebestrijding worden nagegaan.
Het beginsel "geen ernstige afbreuk doen" (do no significant harm) is alleen van toepassing op de onderliggende beleggingen van dit financieel product die voldoen aan de criteria van de Europese Unie ten aanzien van duurzame economische activiteiten en het milieu. Bij de onderliggende beleggingen van het resterende deel van dit financieel product wordt geen rekening gehouden met de criteria van de Europese Unie ten aanzien van duurzame economische activiteiten en het milieu.
7° POTENTIËLE BELEGGERS EN BELEGGERSPROFIEL
De deelnemingsrechten van dit fonds zijn niet geregistreerd krachtens de US Securities Act (Amerikaanse effectenwet) van 1933. Bijgevolg kunnen ze volgens de definitie van de Amerikaanse verordening "Regulation S" niet direct of indirect worden aangeboden of verkocht voor rekening of ten voordele van een "US Person". De deelnemingsrechten van dit fonds mogen daarnaast evenmin worden aangeboden of verkocht, direct of indirect, aan "US persons" en/of aan entiteiten die in handen zijn van een of meerdere "US persons" zoals vastgelegd in de Amerikaanse "Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA)".
Afgezien van deze uitzondering staat het fonds open voor alle beleggers.
De potentiële beleggers zijn instellingen (met inbegrip van verenigingen, pensioenfondsen, vakantiefondsen en elke organisatie zonder winstoogmerk), rechtspersonen en natuurlijke personen. De beleggingsoriëntatie beantwoordt aan de behoeften van bepaalde cashmanagers in bedrijven, bepaalde belastbare institutionele klanten en vermogende particulieren.
Het fonds is bestemd voor alle beleggers, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, die hun beleggingen willen diversifiëren over waarden van alle types kapitalisaties van de Europese Economische Ruimte, met een defensief profiel dankzij een actief dekkingsbeleid.
De aanbevolen minimale beleggingsduur is 3 jaar.
Welk bedrag redelijkerwijs in dit fonds kan worden belegd, hangt af van de persoonlijke situatie van de belegger. Om dat te bepalen moet hij rekening houden met zijn persoonlijke vermogen, zijn behoefte aan liquiditeiten op dit ogenblik en over 3 jaar, maar ook met zijn bereidheid om al dan niet risico's te nemen. We raden beleggers aan advies in te winnen van een professioneel adviseur om hun beleggingen te diversifiëren en om te bepalen hoeveel van de financiële portefeuille of van hun vermogen ze in dit fonds zullen beleggen. Er wordt ook aanbevolen om de beleggingen voldoende te diversifiëren, zodat ze niet alleen worden blootgesteld aan de risico's van dit fonds.
8° VASTSTELLING EN BESTEMMING VAN DE UIT TE KEREN BEDRAGEN
UIT TE KEREN BEDRAGEN | DEELNEMINGSRECHTEN ''ACC'' | DEELNEMINGSRECHTEN ''DIS'' |
Bestemming van het netto-resultaat | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
Bestemming van de gerealiseerde meer- of minderwaarden | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
9° FREQUENTIE VAN DE UITKERINGEN
Voor kapitalisatierechten zijn er geen uitkeringen.
Voor uitkeringsrechten worden de inkomsten jaarlijks uitgekeerd bij deelnemingsrechten A EUR Ydis.
De jaarlijks voor uitkering beschikbare bedragen worden binnen vijf maanden na het einde van het boekjaar uitbetaald.
10° KENMERKEN VAN DE DEELNEMINGSRECHTEN
De deelnemingsrechten zijn uitgedrukt in EUR. Ze kunnen worden opgesplitst in duizendsten van deelnemingsrechten.
11° INSCHRIJVINGS- EN TERUGKOOPPROCEDURES
De orders worden uitgevoerd volgens onderstaande tabel:
D werkdag | D werkdag | D werkdag, dag waarop de netto- inventariswaarde wordt bepaald | D+1 werkdag | D+3 werkdagen | D+3 werkdagen |
Centralisatie van de inschrijvingsorders vóór 18.00 uur* | Centralisatie van de terugkooporders vóór 18.00 uur* | Uitvoering van de order uiterlijk op D | Publicatie van de netto- inventariswaarde | Vereffening van de inschrijvingen | Betaling van de terugkopen |
* Tenzij er met uw financiële instelling een specifieke termijn is overeengekomen.
Voorwaarden voor het onderling verwisselen van deelnemingsrechten
De overstap tussen de diverse categorieën deelnemingsrechten van het fonds door middel van een terugkoop gevolgd door een inschrijving in een andere categorie deelnemingsrechten, geldt fiscaal als een verkoop waarop mogelijk een belastbare meerwaarde verwezenlijkt wordt.
Datum en frequentie van de netto-inventariswaarde
De netto-inventariswaarde wordt dagelijks volgens de kalender van Euronext Paris berekend, behalve op wettelijke feestdagen in Frankrijk. Een lijst van deze data is op aanvraag verkrijgbaar bij de centraliserende instantie.
Voorwaarden voor inschrijving en terugkoop
Inschrijvingen en terugkopen waarvoor de orders worden doorgegeven na het in het prospectus vermelde uiterste tijdstip (late trading), zijn verboden. Na 18 uur (MET/MEZT) bij de centralisatie terugkomende inschrijvings- en terugkooporders worden beschouwd als ontvangen op de volgende dag waarop de netto-inventariswaarde wordt berekend.
De termijn tussen de datum van centralisatie van de inschrijvings- of terugkooporder en de datum waarop de bewaarder deze order aan de houder betaalt, bedraagt voor alle deelnemingsrechten 3 werkdagen. Indien er een of meer feestdagen (Euronext-feestdagen en Franse officiële feestdagen) binnen de betreffende betaaltermijn liggen, wordt deze overeenkomstig verlengd. Een lijst van deze data is op aanvraag verkrijgbaar bij de centraliserende instantie.
De beheermaatschappij neemt de in de AMF-bepaling nr. 2004-07 vermelde principes inzake market timing en late trading in acht. De beheermaatschappij zal er vooral op toezien dat deze good practices worden nageleefd door met elke professionele belegger die onder Richtlijn 2009/138/EG (Solvabiliteit 2) valt een geheimhoudingsovereenkomst te ondertekenen, zodat gevoelige informatie over de samenstelling van de portefeuille uitsluitend wordt gebruikt om hun prudentiële verplichtingen na te komen.
Instellingen die belast zijn met de controle op het uiterste tijdstip voor de centralisatie
BNP Paribas Securities Services, 0 xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx, in opdracht van de beheermaatschappij, CARMIGNAC GESTION, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 Xxxxx.
Wij wijzen de beleggers erop dat er in orders die doorgegeven worden aan andere tussenpersonen dan BNP Paribas Securities Services, rekening mee moet worden gehouden dat voor die tussenpersonen ten opzichte van BNP Paribas Securities Services het uiterste tijdstip voor de centralisatie van de orders geldt. Daardoor is het mogelijk dat die tussenpersonen hun eigen tijdslimiet toepassen, vroeger dan het bovenstaande tijdstip, om rekening te houden met de tijd die zij nodig hebben om de orders aan BNP Paribas Securities Services door te geven.
Plaats en wijze van publicatie van de netto-inventariswaarde
CARMIGNAC GESTION: 00, xxxxx Xxxxxxx 00000 Xxxxx.
De netto-inventariswaarde wordt dagelijks om 15 uur bekendgemaakt en toegepast in de berekening van de inschrijvingen en terugkopen die de vorige dag vóór 18 uur zijn ontvangen.
De netto-inventariswaarde staat vermeld bij CARMIGNAC GESTION en wordt gepubliceerd op de website van CARMIGNAC GESTION: xxx.xxxxxxxxx.xxx.
12° KOSTEN EN PROVISIES
a) Inschrijvings- en terugkoopprovisies van de ICBE
De inschrijvings- en terugkoopprovisies worden toegevoegd aan de door de belegger betaalde inschrijvingsprijs of afgetrokken van de terugkoopprijs. De door het fonds geïnde provisies worden gebruikt ter compensatie van de kosten van het fonds voor de belegging of verkoop van de toevertrouwde activa. De provisies die niet ten gunste van het fonds komen, komen ten goede aan de beheermaatschappij, de verkoper enz.
KOSTEN VOOR REKENING VAN DE BELEGGER, AFGEHOUDEN BIJ INSCHRIJVING EN TERUGKOOP | GRONDSLAG | TARIEF |
Maximale inschrijvingsprovisie, all-in, niet ten gunste van de ICBE | netto-inventariswaarde X aantal deelnemingsrechten | 9%, waarvan: • maximaal 4% voor tussenpersonen die verantwoordelijk zijn voor de distributie of de beleggingen van de ICBE; En maximaal 5% voor de beheermaatschappij. |
Inschrijvingsprovisie, ten gunste van de ICBE | netto-inventariswaarde X aantal deelnemingsrechten | Geen |
Terugkoopprovisie, niet ten gunste van de ICBE | netto-inventariswaarde X aantal deelnemingsrechten | Geen |
Terugkoopprovisie, ten gunste van de ICBE | netto-inventariswaarde X aantal deelnemingsrechten | Geen |
b) Werkings- en beheerkosten
AAN DE ICBE GEFACTUREERDE KOSTEN | GRONDSLAG | TARIEF | |
1 en 2 | Kosten van financieel beheer en administratie buiten de beheermaatschappij om | Netto-activa | Deelnemingsrecht A EUR Acc: 1,50% all-in Deelnemingsrecht A EUR Ydis: 1,50% all-in (Maximumtarief) |
4 | Transactiecommissies voor de beheermaatschappij | Maximale afhouding bij elke transactie | Beurs Frankrijk: 0,3% all-in per verrichting, behalve voor obligaties (vergoeding 0,05% all-in) Buitenlandse beurs: 0,4% all-in per verrichting, behalve voor obligaties (vergoeding 0,05% all-in) |
5 | Prestatievergoeding | Netto-activa | maximaal 20% van de meerprestatie, wanneer deze geleverd wordt en hoger is dan de High-Watermark (1) |
(1) Voor elke categorie van deelnemingsrechten wordt de prestatievergoeding over het boekjaar berekend. Wanneer een deelnemingsrecht tijdens een boekjaar wordt geïntroduceerd, begint de berekeningsperiode voor de prestatievergoeding op de introductiedatum van het deelnemingsrecht en eindigt deze op de einddatum van het eerste volledige boekjaar. De prestatievergoeding is gebaseerd op het absolute rendement van elk deelnemingsrecht van het fonds. Als de waarde van het betreffende deelnemingsrecht tijdens het boekjaar stijgt en hoger wordt dan de High-Watermark (zoals hieronder gedefinieerd), wordt dagelijks een voorziening aangelegd van maximaal 20% van dat rendement. Voor alle deelnemingsrechten geldt een prestatievergoeding van 20%. Indien het fonds in aanmerking komt voor het aanleggen van een voorziening voor de prestatievergoeding, geldt het volgende:
- Bij inschrijving wordt voor de deelnemingsrechten waarop is ingeschreven een mechanisme ter neutralisering van het "volume-effect" toegepast bij het berekenen van de prestatievergoeding. Volgens dit mechanisme wordt het door die nieuwe deelnemingsrechten gegenereerde provisiegedeelte van de effectief berekende prestatievergoeding systematisch in mindering gebracht op de dagelijkse provisie;
- In geval van terugkoop is het provisiegedeelte van de prestatievergoeding gelijk aan de teruggekochte deelnemingsrechten en wordt deze toebedeeld aan de beheermaatschappij volgens het ''kristalliseringsprincipe''.
Doordat het fonds een zogeheten "high-watermarkmodel" toepast, wordt er alleen een dagelijkse voorziening voor de prestatievergoeding aangelegd als de netto-inventariswaarde van het betreffende deelnemingsrecht op de berekeningsdatum van die netto-inventariswaarde hoger is dan de hoogste netto-inventariswaarde die voor dat deelnemingsrecht in de laatste vijf (5) boekjaren van het fonds op de sluitingsdatum is geregistreerd. Dit model geldt vanaf 1 januari 2022, zonder terugwerkende kracht. Bijgevolg vormt de netto- inventariswaarde op 1 januari 2022 van een deelnemingsrecht de High-Watermark van dat deelnemingsrecht.
Voor elk betrokken deelnemingsrecht wordt de netto-inventariswaarde die wordt gebruikt voor de berekening van de prestatievergoeding gedefinieerd als de netto-inventariswaarde voordat de voorziening voor de prestatievergoeding wordt aangelegd.
De volledige prestatievergoeding waarvoor een voorziening is aangelegd, wordt op de sluitingsdatum van de boekingsperiode aan de beheermaatschappij uitgekeerd.
De onderstaande rubriek "Prestatievergoeding" bevat een cijfervoorbeeld waarin de berekeningsmethode voor prestatievergoedingen wordt geïllustreerd.
Overige aan de ICBE gefactureerde kosten:
- De ingevolge artikel L.621-5-3 van de Code monétaire et financier voor het beheer van het fonds aan de Franse toezichthouder Autorité des marchés financiers verschuldigde bijdrage.
- Onderzoekskosten (zie "Onderzoek en onderzoekssteun" hieronder)
- De uitzonderlijke en eenmalige kosten die verband houden met de invordering van vorderingen of een procedure om rechten te doen gelden (bijv.: class action-procedure), uitsluitend wanneer de uitkomst van die procedures in het voordeel van het fonds is en nadat het fonds de bedragen heeft ontvangen.
De informatie over deze kosten wordt nadien ook opgenomen in het jaarverslag van de ICBE.
Berekening en verdeling van de opbrengsten van repo- en omgekeerde repotransacties
De beheermaatschappij ontvangt geen enkele vergoeding voor de op de portefeuilles toegepaste doelmatige beheertechnieken (tijdelijke aan- of verkoop van effecten).
Alle uit dergelijke technieken voortkomende inkomsten komen ten gunste van het fonds, met uitzondering van operationele kosten die bij het lenen/uitlenen van effecten in rekening worden gebracht door Caceis Bank, Luxembourg Branch, die als lenende instantie optreedt. De factuur van de lenende instantie mag niet hoger zijn dan 15% van de door het lenen/uitlenen van effecten gegenereerde opbrengsten.
Bij repotransacties treedt het fonds als directe tegenpartij van de transacties op en ontvangt het de volledige vergoeding. Meer informatie vindt u in het jaarverslag van het fonds.
Provisie in natura
Carmignac Gestion ontvangt noch voor eigen rekening noch voor rekening van derden provisies in natura zoals gedefinieerd in het algemeen reglement van de Autorité des marchés financiers. Meer informatie vindt u in het jaarverslag van het fonds.
Keuze van de tussenpersonen
Om de optimale uitvoering van beursorders te garanderen, heeft Carmignac Gestion een selectieprocedure voor tussenpersonen opgesteld op basis van verschillende criteria.
Er zijn zowel kwantitatieve als kwalitatieve criteria, die zijn aangepast aan de markt waarop de tussenpersonen hun diensten aanbieden, wat betreft zowel de regio als het type instrument.
De analysecriteria hebben in het bijzonder betrekking op de beschikbaarheid en de proactiviteit van de contactpersonen, de financiële degelijkheid, de kwaliteit van de verwerking en uitvoering van de orders en de makelaarskosten.
Onderzoek en onderzoekssteun
"Onderzoek" verwijst naar materialen of diensten die het mogelijk maken om een oordeel te vormen over een specifiek financieel instrument, een specifiek effect of een specifieke emittent, bedrijfstak of markt. Xxxxxxxxx maakt uitsluitend gebruik van extern onderzoek als dat nodig is om een weloverwogen beslissing in het belang van het fonds te kunnen nemen. Alvorens het onderzoek aan te vragen, verifiëren de beheerders en/of analisten de relevantie ervan, verantwoorden zij hun aanvraag met bewijsstukken en beoordelen zij de redelijkheid ervan. De aanvraag wordt nagezien door een lokale compliance officer. Aan het onderzoek wordt een budget toegekend waarin de kosten billijk over de fondsen gespreid worden. In het algemeen worden beleggingsbeslissingen over fondsen met vergelijkbare mandaten en beleggingsdoelstellingen genomen op basis van hetzelfde onderzoek. Zo delen de fondsen, in hun eigen belang, één strategie en maken zij kostendelend gebruik van hetzelfde onderzoek. Het budget wordt toegewezen per beheerteam. Xxxxxxxxx brengt de kosten van extern onderzoek pas bij de fondsen in rekening wanneer deze toegerekend en opeisbaar zijn. Xxxxxxxxx boekt de onderzoekskosten van de fondsen als beschikbare middelen bij op de aparte onderzoeksrekening (RPA). Financieel onderzoek komt ten laste van het fonds. Beleggers en potentiële beleggers kunnen het bedrag van het totale budget en het geraamde onderzoeksbudget van elk fonds vernemen via het formulier betreffende kennisgeving over de rekening voor het betalen van onderzoek dat beschikbaar is op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx.
Prestatievergoeding
De berekeningswijze van de prestatievergoeding werd opgesteld overeenkomstig de richtsnoeren van de ESMA ("Eindverslag – ESMA- richtsnoeren inzake prestatievergoedingen voor ICBE’s en bepaalde soorten ABI’s"; 3 april 2020 / ESMA 34-39-968). De berekeningswijze van de vergoeding, geïllustreerd met concrete voorbeelden, de referentieperiode voor de prestaties die van toepassing is op de deelnemingsrechten van het fonds, en het high-watermarkmechanisme, worden hierna beschreven.
Het onderstaande cijfervoorbeeld laat de ontwikkeling zien van de netto-inventariswaarde van een categorie van deelnemingsrechten van het fonds en de daaraan gecorreleerde ontwikkeling van de High-Watermark, gedefinieerd als de hoogste netto-inventariswaarde die tijdens de voorgaande vijf (5) boekjaren op de laatste berekeningsdag is geregistreerd.
Jaar | Netto- inventariswaarde van het deelnemings- recht | Rendement van het deelnemings- recht | Tarief van de prestatie- vergoeding | HWM | Prestatie- vergoeding | Voorziening voor de prestatievergoeding |
T | 100 | 0,00% | 20,00% | 100 | n.v.t. | n.v.t. |
T+1 | 105 | 5,00% | 20,00% | 100 | 1,00% | ja |
T+2 | 115 | 10,00% | 20,00% | 105 | 2,00% | ja |
T+3 | 110 | -5,00% | 20,00% | 115 | 0,00% | nee |
T+4 | 113 | 3,00% | 20,00% | 115 | 0,60% | nee |
T+5 | 103 | -10,00% | 20,00% | 115 | 0,00% | nee |
T+6 | 95 | -8,00% | 20,00% | 115 | 0,00% | nee |
T+7 | 105 | 10,00% | 20,00% | 115 | 2,00% | nee |
T+8 | 107 | 2,00% | 20,00% | 113 | 0,40% | nee |
T+9 | 110 | 3,00% | 20,00% | 113 | 0,60% | nee |
T+10 | 130 | 20,00% | 20,00% | 110 | 4,00% | ja |
T+11 | 135 | 5,00% | 20,00% | 130 | 1,00% | ja |
Deze cijfervoorbeelden worden geïllustreerd in de onderstaande grafiek.
T T+1 T+2 T+3 T+4 T+5 T+6 T+7 T+8 T+9 T+10 T+11
Periode 1: In deze periode is het rendement van het deelnemingsrecht positief en hoger dan de High-Watermark (EUR 100 in jaar 1 en EUR 105 in jaar 2). Daarom wordt een voorziening voor de prestatievergoeding aangelegd, die aan het einde van het boekjaar wordt uitbetaald aan de beheermaatschappij.
Periode 2: In deze periode is de netto-inventariswaarde van het deelnemingsrecht lager dan de High-Watermark (EUR 115). Over de periode wordt dan ook geen prestatievergoeding ingehouden, hoewel het absolute rendement van het deelnemingsrecht positief is in jaar 4 (3%) en in jaar 7 (10%).
Periode 3: Voor deze periode is de High-Watermark van het deelnemingsrecht lager, aangezien deze gelijk is aan de hoogste netto- inventariswaarde die tijdens de voorgaande vijf (5) boekjaren is geregistreerd (EUR 113). Het rendement van het deelnemingsrecht is in beide boekjaren weliswaar positief, maar ligt onder de High-Watermark. Bijgevolg wordt er voor die twee boekjaren van deze periode geen voorziening voor de prestatievergoeding aangelegd.
Periode 4: In beide boekjaren liet het rendement van het deelnemingsrecht een forse stijging zien en lag het boven de High-Watermark. Er wordt dus een voorziening voor de prestatievergoeding aangelegd en ingehouden door de beheermaatschappij.
IV. COMMERCIËLE INFORMATIE
Verspreiding van informatie betreffende het fonds:
De recentste jaarlijkse documenten, evenals de samenstelling van de activa, worden binnen een termijn van acht werkdagen toegezonden op schriftelijk verzoek van de belegger aan: CARMIGNAC GESTION, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 XXXXX
Het prospectus is beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx
Informatie over de naleving door de beheermaatschappij van de criteria op het gebied van milieu, maatschappij en goed ondernemingsbestuur (ESG-criteria) in de fondsenreeks is beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx en in het jaarverslag van de fondsen die deze criteria in acht nemen. Contact: Directie Communicatie - Tel.: 33 (0)0.00.00.00.00 - Fax: 33 (0)0.00.00.00.00
V. BELEGGINGSREGELS
Het fonds neemt de voorgeschreven ratio's in acht die van toepassing zijn op algemene ICBE's naar Frans recht, die aan Europese Richtlijn 2009/65/EG voldoen.
VI. TOTAAL RISICO
Ter bepaling van het totale fondsrisico wordt de absolute VaR-methode (Value at Risk) gebruikt, over een prestatieperiode van twee jaar en met een vertrouwensdrempel van 99% over 20 dagen. Het verwachte hefboomeffect, berekend als de som van de nominale bedragen zonder compensatie of afdekking, bedraagt 200%. Onder bepaalde omstandigheden kan dit percentage echter hoger zijn.
Hoger hefboomeffect: dit effect komt meestal voort uit bepaalde marktomstandigheden (geringe/hoge volatiliteit, lage rente, interventie van de centrale bank) of uit een verhoging van het aantal posities, waarmee de risico's van de portefeuille kunnen worden gecompenseerd, of uit het gebruik van opties die ver out of the money zijn.
Zo kunnen nieuwe posities die als tegenwicht van bestaande posities worden geopend de bruto nominale waarde van de lopende contracten verhogen en zodoende een hoog hefboomniveau teweegbrengen dat nauwelijks correleert met het werkelijke portefeuillerisico. In alle gevallen worden ze ingezet conform het risicoprofiel en de beleggingsdoelstelling van de portefeuille.
VII. REGELS VOOR DE WAARDERING VAN DE ACTIVA
1° Waarderingsregels
a) Methoden voor de waardering van balansposten en vaste en voorwaardelijke termijnverrichtingen
Effectenportefeuille
De binnenkomende posities in de portefeuille worden geboekt tegen aankoopprijs exclusief kosten en de uitgaande posities tegen verkoopprijs exclusief kosten.
De in vreemde valuta's uitgedrukte waarden en de vaste en voorwaardelijke financiële termijninstrumenten in de portefeuille worden omgezet in de basisvaluta tegen de wisselkoers op de waarderingsdag te Parijs. De portefeuille wordt volgens de volgende methoden gewaardeerd:
Franse waarden
- contant, systeem uitgestelde betaling: op basis van de laatste koers.
De OAT-staatsobligaties worden gewaardeerd tegen de middenkoers van een verdeler (primary dealer geselecteerd door het Franse Ministerie van Financiën), op basis van door een dataprovider verstrekte informatie. Op die koers wordt nog een betrouwbaarheidscontrole uitgevoerd via een vergelijking met de koersen van verschillende andere primary dealers.
Buitenlandse waarden
- genoteerd en gedeponeerd in Parijs: op basis van de laatste koers.
- niet gedeponeerd in Parijs: op basis van de laatst bekende koers.
Effecten waarvan de koers op de waarderingsdag niet is vastgesteld of waarvan de koers is gecorrigeerd, worden tegen hun waarschijnlijke handelswaarde gewaardeerd op verantwoordelijkheid van de beheermaatschappij. De bewijsstukken worden aan de externe accountant (bedrijfsrevisor) verstrekt op het moment dat hij de boeken controleert.
De ICB's tegen de laatste terugkoopprijs of tegen de laatste bekende netto-inventariswaarde
Deze worden gewaardeerd tegen de laatste terugkoopprijs of de laatste bekende netto-inventariswaarde.
De geldmarktinstrumenten en synthetische activa die bestaan uit een combinatie van een verhandelbaar schuldeffect met een of meer rente- en/of valutaswaps ("asset swaps")
Instrumenten waarin grote transacties zijn uitgevoerd en met een resterende looptijd van meer dan 3 maanden: tegen de marktprijs op basis van informatie van een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.).
Instrumenten waarin geen grote transacties zijn uitgevoerd en met een resterende looptijd van meer dan 3 maanden: tegen de marktprijs op basis van informatie op een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) voor gelijkwaardige geldmarktinstrumenten waarvan de prijs zo nodig wordt aangepast met een representatieve marge voor de intrinsieke kenmerken van de emittent, en aan de hand van een actuariële methode.
Instrumenten met een resterende looptijd van 3 maanden of minder: lineair.
Als de resterende looptijd van een tegen de marktprijs gewaardeerde schuldvordering 3 maanden of minder wordt, wordt het laatste in aanmerking genomen percentage vastgelegd tot de eindvervaldatum, tenzij wegens een specifieke gevoeligheid een waardering tegen de marktprijs vereist is (zie de vorige paragraaf).
De repo- en omgekeerde repotransacties volgens de contractvoorwaarden
Deze transacties worden gewaardeerd volgens de contractvoorwaarden.
Bepaalde vastrentende verrichtingen met een looptijd van meer dan drie maanden kunnen tegen de marktprijs worden gewaardeerd.
Vaste en voorwaardelijke termijnverrichtingen
Voor de waardering van de aan- en verkopen van valuta's op termijn wordt rekening gehouden met de afschrijving van het agio/disagio.
b) Niet in de balanstelling opgenomen transacties
Transacties op gereglementeerde markten
Vaste termijnverrichtingen: deze transacties worden, afhankelijk van de markt, gewaardeerd op basis van de settlementkoers. De verbintenis wordt als volgt berekend: koers van het futurescontract x nominale waarde van het contract x hoeveelheid.
Voorwaardelijke termijnverrichtingen: deze transacties worden, afhankelijk van de markt, gewaardeerd op basis van de eerste koers of de settlementkoers. De verbintenis is gelijk aan de omzetting van de optie in haar equivalent in de onderliggende waarde. Ze wordt als volgt berekend: delta x hoeveelheid x quotiteit of nominale waarde x koers van de onderliggende waarde.
Transacties op onderhandse markten
Transacties met staatsobligaties: waardering tegen de marktprijs op basis van informatie van een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) en, indien nodig, met een actuariële methode.
Renteswaps:
Met een resterende looptijd van meer dan 3 maanden: waardering tegen de marktprijs op basis van informatie van een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) en aan de hand van een actuariële methode.
Gedekte of ongedekte transacties:
- Vaste rente / Variabele rente: nominale waarde van het contract
- Variabele rente / Vaste rente: nominale waarde van het contract
- Met een resterende looptijd van 3 maanden of minder: lineaire waardering.
- Als de resterende looptijd van een tegen de marktprijs gewaardeerde renteswap 3 maanden of minder wordt, zal het laatste geldende percentage worden vastgelegd tot aan de eindvervaldatum, tenzij een specifieke gevoeligheid een waardering tegen de marktprijs vereist (zie de vorige paragraaf).
De verbintenis wordt als volgt berekend:
- Gedekte transacties: nominale waarde van het contract
- Niet-gedekte transacties: nominale waarde van het contract
Andere transacties op onderhandse markten:
- Transacties met staatsobligaties, valuta's of bedrijfsobligaties: waardering tegen de marktprijs op basis van informatie van een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) en, indien nodig, met een actuariële methode.
- De verbintenis wordt als volgt voorgesteld: nominale waarde van het contract.
2° Boekingsmethode
De opbrengsten worden geboekt volgens de methode met opgelopen rente. Transactiekosten worden exclusief vergoedingen geboekt.
3° Boekhoudkundige valuta
De boekhouding van het fonds wordt in euro gevoerd.
VIII. VERGOEDINGEN
Het vergoedingenbeleid van de beheermaatschappij zet aan tot een risicobeheer waarbij het nemen van buitensporige risico's wordt ontmoedigd. Om belangenconflicten te voorkomen sluit het beleid aan op de doelstellingen en belangen van de beheerders, de beheerde ICB's en de beleggers van de ICB's.
Het vergoedingenbeleid is ontwikkeld en wordt toegepast om het duurzame succes en de stabiliteit van de beheermaatschappij te ondersteunen en tegelijkertijd gemotiveerde, goed presterende medewerkers aan te trekken, te ontwikkelen en vast te houden.
Het vergoedingenbeleid voorziet in een gestructureerd vergoedingensysteem, bestaande uit een voldoende hoog vast gedeelte en, voor de medewerkers die risicodragende beslissingen nemen, een variabele vergoeding om waardecreatie op lange termijn te belonen. Een aanzienlijk percentage van de variabele vergoeding voor medewerkers die risicodragende beslissingen nemen, wordt na een periode van drie jaar bepaald. Om te garanderen dat rekening wordt gehouden met de langetermijnbelangen van de cliënten die in de beheerde ICB's beleggen, wordt het uitgestelde deel van de vergoeding berekend op basis van het rendement van de fondsen die representatief zijn voor het door de maatschappij toegepaste beheer. Het variabele deel van de vergoeding wordt pas definitief toegekend als de financiële toestand van de beheermaatschappij dit toelaat.
Het vergoedingsbeleid is goedgekeurd door de raad van bestuur van de beheermaatschappij. De uitgangspunten van het vergoedingsbeleid worden regelmatig gecontroleerd door het vergoedings- en benoemingscomité en aangepast aan het voortdurend veranderende regelgevend kader. Gedetailleerde informatie over het vergoedingsbeleid, inclusief een beschrijving van de manier waarop de vergoedingen en voordelen worden berekend, evenals de informatie over het vergoedings- en benoemingscomité is verkrijgbaar op de volgende website: xxx.xxxxxxxxx.xxx. Een papieren exemplaar is op aanvraag gratis verkrijgbaar.
IX. BELANGRIJKSTE ONGUNSTIGE EFFECTEN OP DUURZAAMHEIDSFACTOREN
De beheermaatschappij neemt de ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren overeenkomstig artikel 4, lid 1(b) van de SFDR niet in aanmerking, omdat de uitvoering van dit regelgevende kader nog onvolledig is. De beheermaatschappij is op de hoogte van de gedetailleerde criteria in Bijlage 1 bij het ontwerp van technische reguleringsnormen (Regulatory Technical Standards of RTS)
– de Europese regelgeving van niveau 2 bij de SFDR (niveau 1) – dat op 2 februari 2021 werd gepubliceerd. De beheermaatschappij volgt de ontwikkeling van de regelgeving en evalueert doorlopend haar standpunt. Ten laatste bij de inwerkingtreding van de Europese regelgeving van niveau 2 zal de beheermaatschappij haar beslissing opnieuw in overweging nemen.
REGLEMENT VAN HET GEMEENSCHAPPELIJKE BELEGGINGSFONDS CARMIGNAC LONG-SHORT EUROPEAN EQUITIES
TITEL 1: ACTIVA EN DEELNEMINGSRECHTEN
ARTIKEL 1 – DEELNEMINGSRECHTEN IN MEDE-EIGENDOM
De rechten van de mede-eigenaars worden vertegenwoordigd door deelnemingsrechten, die elk overeenstemmen met eenzelfde fractie van de activa van het fonds. Elke houder van deelnemingsrechten heeft een mede-eigendomsrecht op de activa van het fonds in verhouding tot het aantal deelnemingsrechten in zijn bezit.
De looptijd van het fonds is 99 jaar vanaf de oprichting, behalve in het geval van vervroegde ontbinding of als de looptijd wordt verlengd volgens de bepalingen in dit reglement (zie artikel 11).
De kenmerken en toegangsvoorwaarden van de verschillende categorieën van deelnemingsrechten worden beschreven in het prospectus van het fonds.
De categorieën deelnemingsrechten kunnen:
- een verschillend beleid voor de uitkering van de inkomsten kennen (distributie of kapitalisatie);
- in verschillende valuta's luiden;
- verschillen in beheerkosten;
- verschillende inschrijvings- en terugkoopprovisies toepassen;
- verschillen in nominale waarde;
- stelselmatig in een gedeeltelijke of volledige afdekking van het risico voorzien die wordt omschreven in het prospectus. Voor deze afdekking worden financiële instrumenten gebruikt waarmee de gevolgen van de afdekkingstransacties op andere categorieën deelnemingsrechten van het GBF tot een minimum worden beperkt.
Mogelijkheid tot hergroepering of splitsing van deelnemingsrechten.
Op beslissing van de raad van bestuur van de beheermaatschappij kunnen de deelnemingsrechten worden gesplitst in tienden, honderdsten,
duizendsten of tienduizendsten, ‘fracties van deelnemingsrechten’ genaamd.
De bepalingen over uitgifte en terugkoop van deelnemingsrechten van het reglement gelden ook voor de fracties van deelnemingsrechten, die steeds de evenredige waarde hebben van het deelnemingsrecht dat ze vertegenwoordigen. Tenzij anders bepaald en zonder dat een expliciete vermelding vereist is, zijn alle andere bepalingen van het reglement met betrekking tot de deelnemingsrechten ook van toepassing op de fracties van deelnemingsrechten.
Ten slotte kan de raad van bestuur van de beheermaatschappij naar eigen goeddunken besluiten de deelnemingsrechten te splitsen door nieuwe deelnemingsrechten te creëren die in ruil voor de oude deelnemingsrechten aan de houders worden toegekend.
ARTIKEL 2 - MINIMUMBEDRAG VAN DE ACTIVA
Er mogen geen deelnemingsrechten meer worden teruggekocht als de activa van het Gemeenschappelijke Beleggingsfonds onder 300.000 EUR dalen; indien de activa dertig dagen onder dat bedrag blijven, neemt de maatschappij die de portefeuille beheert de nodige maatregelen om over te gaan tot liquidatie van de betreffende ICBE of tot een van de maatregelen vermeld in artikel 422-17 van het algemeen reglement van de AMF (wijziging van de ICBE).
ARTIKEL 3 - UITGIFTE EN TERUGKOOP VAN DEELNEMINGSRECHTEN
Op aanvraag van de beleggers worden op elk ogenblik deelnemingsrechten uitgegeven, op basis van hun netto-inventariswaarde, desgevallend verhoogd met de inschrijvingsprovisies.
De terugkopen en de inschrijvingen worden uitgevoerd volgens de voorwaarden en procedures in het prospectus.
De deelnemingsrechten van gemeenschappelijke beleggingsfondsen kunnen tot de beursnotering worden toegelaten conform de geldende reglementen.
De inschrijvingen moeten integraal worden volgestort op de dag waarop de netto-inventariswaarde wordt berekend. Ze kunnen worden vereffend in contanten en/of door een inbreng van financiële instrumenten. De beheermaatschappij heeft het recht de aangeboden effecten te weigeren en beschikt over een termijn van zeven dagen vanaf het deponeren van de effecten om haar beslissing mee te delen. Als de inbreng van de effecten wordt aanvaard, wordt een waardering opgesteld volgens de regels in artikel 4 en wordt de inschrijving uitgevoerd op basis van de eerste netto-inventariswaarde na de aanvaarding van de betreffende effecten.
Terugkopen kunnen worden verricht in contanten en/of in natura. Indien de terugkoop in natura overeenkomt met een representatief gedeelte van de activa in portefeuille, hoeft de beheermaatschappij slechts de ondertekende schriftelijke instemming van de houder die zijn effecten laat terugkopen te verkrijgen. Wanneer de terugkoop in natura niet overeenkomt met een overeenkomstig deel van de activa in portefeuille, moeten alle houders een schriftelijke akkoordverklaring verstrekken voor de terugkoop tegen bepaalde specifieke activa van de deelnemingsrechten van de houder, zoals expliciet vermeld in de akkoordverklaring.
Indien het fonds een ETF is, kunnen, in afwijking van het bovenstaande, de terugkopen op de primaire markt met akkoordverklaring van de beheermaatschappij van de portefeuille en met inachtneming van de belangen van de houders van deelnemingsrechten, worden voltrokken in natura volgens de voorwaarden in het prospectus of in het reglement van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds. De activa worden vervolgens geleverd door de bewaarnemer in overeenstemming met de voorwaarden in het prospectus van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds.
In het algemeen geldt dat de teruggekochte activa worden gewaardeerd volgens de regels in artikel 4 en wordt de terugkoop in natura uitgevoerd op basis van de eerste netto-inventariswaarde na aanvaarding van de betreffende effecten.
De terugkopen worden door de bewaarnemer betaald binnen een termijn van maximaal vijf dagen na de waardering van het deelnemingsrecht.
Indien, in uitzonderlijke omstandigheden, de terugbetaling een voorafgaande verkoop van activa in het fonds vereist, kan deze termijn worden verlengd, zonder echter dertig dagen te overschrijden.
Behalve in geval van erfopvolging of ouderlijke boedelscheiding bij notariële akte wordt de vervreemding of de overdracht van deelnemingsrechten tussen houders of van houders naar een derde gelijkgesteld met een terugkoop gevolgd door een inschrijving. In het geval van een derde moet het bedrag van de vervreemding of de overdracht desgevallend door de begunstigde worden aangevuld tot het vereiste minimumbedrag voor eerste inschrijving dat in het prospectus wordt vermeld.
Ter uitvoering van artikel L.214-8-7 van de Code monétaire et financier (Monetair en Financieel Wetboek) kan de beheermaatschappij de terugkoop van deelnemingsrechten en de uitgifte van nieuwe deelnemingsrechten door het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds tijdelijk opschorten, indien uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen en dit in het belang van de houders is.
Als de netto-activa van het gemeenschappelijk beleggingsfonds minder bedragen dan het in het reglement bepaalde bedrag, wordt geen enkele terugkoop van deelnemingsrechten meer uitgevoerd.
Minimale inschrijving mogelijk, volgens de bepalingen in het prospectus.
Overeenkomstig artikel L.214-8-7 van de Code monétaire et financier (Monetair en Financieel Wetboek) en artikel 411-20-1 van het algemeen reglement van de AMF, kan de beheermaatschappij besluiten om de terugkopen te beperken indien uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen en dit in het belang van de houders is. De operationele procedures van het plafonneringsmechanisme en van de informatie aan de houders moeten nauwkeurig zijn beschreven.
Ingevolge artikel L.214-8-7, derde alinea, van de "Code monétaire et financier" kan het fonds de uitgifte van deelnemingsrechten tijdelijk of definitief en gedeeltelijk of volledig stopzetten onder objectieve omstandigheden die tot sluiting van de inschrijvingen leiden, bijvoorbeeld als het maximumaantal deelnemingsrechten is uitgegeven, als het maximumvermogen is bereikt of als een vastgelegde inschrijvingstermijn is verstreken. De inwerkingtreding van deze maatregel gaat gepaard met een kennisgeving, op ongeacht welke wijze, aan de bestaande houders over het activeren ervan en over het grensbedrag en de objectieve situatie die tot de gedeeltelijke of volledige sluiting heeft geleid. In geval van gedeeltelijke sluiting moet in deze kennisgeving op ongeacht welke wijze uitdrukkelijk worden verduidelijkt op welke wijze de bestaande houders gedurende deze gedeeltelijke sluiting kunnen blijven intekenen. De beheermaatschappij deelt de houders van deelnemingsrechten tevens op ongeacht welke wijze mee dat zij hetzij de volledige of gedeeltelijke sluiting van de inschrijvingen beëindigt (wanneer het aantal deelnemingsrechten tot onder het maximum is gedaald), hetzij deze niet beëindigt (ingeval het maximum is gewijzigd of de objectieve situatie die tot de inzet van deze maatregel heeft geleid is veranderd). Een wijziging van de aangevoerde objectieve situatie of van het maximumaantal deelnemingsrechten moet altijd worden ingevoerd in het belang van de houders van deelnemingsrechten. De op ongeacht welke wijze verstrekte kennisgeving vermeldt de precieze redenen van deze wijzigingen.
De beheerder van het fonds kan enerzijds het bezit van deelnemingsrechten door natuurlijke- of rechtspersonen beperken of belemmeren wanneer deze personen krachtens het prospectus geen deelnemingsrechten mogen bezitten (hierna ''personen die niet in aanmerking komen'') en/of anderzijds de inschrijving in het register van houders van deelnemingsrechten in het fonds, of in het register van de transferagent (de ''Registers'') van ieder tussenpersoon die niet tot één van de hieronder vermelde categorieën behoort (''tussenpersonen die niet in aanmerking komen''), beperken of belemmeren: actieve Niet-Financiële Buitenlandse Instanties (actieve NFBI's), Amerikaanse personen die niet als Amerikaans persoon zijn aangemerkt en Financiële Instellingen die geen niet-participerende* financiële instelling zijn.
De beheerder kan ook het aanhouden van deelnemingsrechten beperken of verhinderen als de belegger (i) op basis van objectieve criteria direct of indirect in strijd handelt met de wet- en regelgeving van enig land of enige overheidsinstantie, of (ii) naar het oordeel van de beheermaatschappij van het GBF schade aan het GBF of de Beheermaatschappij zou kunnen toebrengen die ze anders niet zouden hebben ondervonden of geleden.
De met een * aangeduide termen staan omschreven in het tussen de regeringen van Frankrijk en de Verenigde Staten gesloten Akkoord waarin een betere naleving van fiscale verplichtingen op internationaal niveau en toepassing van de wet op de fiscale verplichtingen betreffende buitenlandse rekeningen van 14 november 2013, wordt beoogd. De tekst van dit Akkoord was op de datum van opstelling van dit reglement beschikbaar via de volgende link: xxxx://xxx.xxxxxxxx.xxxx.xx/xxxxx/xxx_xxxxxx_xxxxx_00xxx00.xxx
Hiertoe kan de beheermaatschappij:
(i) weigeren een deelnemingsrecht uit te geven wanneer blijkt dat de deelnemingsrechten daardoor in handen zouden komen of zouden kunnen komen van een (tussen)persoon die daarvoor niet in aanmerking komt;
(ii) een tussenpersoon waarvan de naam voorkomt in de Registers van houders van deelnemingsrechten te allen tijde verzoeken de informatie te verstrekken die zij noodzakelijk acht om te bepalen of de feitelijke begunstigde van de betreffende deelnemingsrechten al dan niet in aanmerking komt, vergezeld van een verklaring op erewoord; en
(iii) wanneer blijkt dat de feitelijke begunstigde een persoon is die niet in aanmerking komt, of dat een niet in aanmerking komend tussenpersoon staat ingeschreven in de Registers van houders van deelnemingsrechten, na een termijn van 10 werkdagen overgaan tot de gedwongen terugkoop van alle deelnemingsrechten in handen van een niet in aanmerking komend (tussen)persoon. De gedwongen terugkoop vindt plaats tegen de laatst bekende netto-inventariswaarde, indien van toepassing vermeerderd met de toepasselijke kosten, rechten en provisies, die ten laste komen van de houder van de bij de terugkoop betrokken deelnemingsrechten.
ARTIKEL 4 - BEREKENING VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Voor de berekening van de netto-inventariswaarde van de deelnemingsrechten worden de waarderingsregels in het prospectus gevolgd.
Inbrengen in natura kunnen enkel effecten, instrumenten of contracten zijn die als activa van XXXX'x zijn toegestaan; inbrengen en terugkopen in natura worden gewaardeerd conform de waarderingsregels die voor de berekening van de netto-inventariswaarde van toepassing zijn.
TITEL 2: WERKING VAN HET FONDS ARTIKEL 5 – DE BEHEERMAATSCHAPPIJ
Het fonds wordt beheerd door de beheermaatschappij conform het voor het fonds vastgelegde beleid.
De beheermaatschappij handelt in alle omstandigheden uitsluitend in het belang van de houders van deelnemingsrechten en kan als enige de stemrechten uitoefenen die aan de effecten in het fonds zijn verbonden.
ARTIKEL 5 BIS - WERKINGSREGELS
De als activa voor de ICBE in aanmerking komende instrumenten en deposito’s, alsmede de beleggingsregels, worden beschreven in het
prospectus.
ARTIKEL 6 - DE BEWAARDER
De depothouder vervult de taken die hem krachtens de geldende wet- en regelgeving toekomen en die hem door de beheermaatschappij bij overeenkomst zijn opgedragen. Hij moet zich er met name van vergewissen dat de besluiten van de maatschappij die de portefeuille beheert met de voorschriften overeenstemmen. Hij moet desgevallend alle bewarende maatregelen nemen die hij nuttig acht. In geval van geschil met de beheermaatschappij informeert hij de Autorité des marchés financiers.
ARTIKEL 7 - DE EXTERNE ACCOUNTANT (BEDRIJFSREVISOR)
Met de toestemming van de Autorité des marchés financiers wordt door de Raad van bestuur van de beheermaatschappij een externe accountant (bedrijfsrevisor) aangesteld voor de duur van zes boekjaren. Hij staat in voor de echtheid en nauwkeurigheid van de rekeningen. Zijn mandaat kan worden vernieuwd.
De externe accountant (bedrijfsrevisor) is bij het uitoefenen van zijn taken verplicht zo spoedig mogelijk bij de Autorité des marchés financiers melding te maken van elk feit of besluit aangaande de ICBE, waardoor:
1° de voor deze instelling geldende wet- en regelgeving kan worden overtreden, en wel met grote mogelijke gevolgen voor de financiële situatie, het resultaat of het vermogen;
2° de omstandigheden waarin de ICBE wordt gerund of de continuïteit daarvan nadeel kunnen ondervinden;
3° aan verklaringen een voorbehoud kan worden gehecht of de goedkeuring van de rekeningen kan worden geweigerd
De waarderingen van de activa en de bepaling van de wisselpariteiten bij een omzetting, fusie of opsplitsing worden uitgevoerd onder toezicht van de externe accountant (bedrijfsrevisor).
Hij evalueert elke inbreng of inkoop in natura onder zijn verantwoordelijkheid, behalve bij terugkopen in natura voor een ETF op de primaire markt.
Hij controleert de juistheid van de samenstelling van de activa en van de andere gegevens vóór publicatie. De honoraria van de externe accountant (bedrijfsrevisor) worden vastgelegd in onderling akkoord tussen de externe accountant (bedrijfsrevisor) en de raad van bestuur van de beheermaatschappij in het licht van een werkplan dat de noodzakelijke onderzoeken beschrijft. Hij bekrachtigt de overzichten op grond waarvan interim-dividenden worden uitgekeerd. Zijn honoraria zijn in de beheerkosten begrepen.
ARTIKEL 8 - DE REKENINGEN EN HET BEHEERVERSLAG
Bij de afsluiting van elk boekjaar stelt de beheermaatschappij de jaaroverzichten en een verslag over het beheer van het fonds over het afgelopen boekjaar op.
De beheermaatschappij maakt onder toezicht van de bewaarder ten minste om de zes maanden de inventaris van de activa van het GBF op. Binnen vier maanden na de afsluiting van het boekjaar stelt de beheermaatschappij deze documenten ter beschikking van de houders van deelnemingsrechten en deelt hun mee op welk bedrag van de inkomsten zij recht hebben: deze documenten worden op uitdrukkelijk verzoek van de houders van deelnemingsrechten hun per post toegezonden ofwel ter beschikking gehouden bij de beheermaatschappij.
TITEL 3: BESTEMMING VAN DE UIT TE KEREN BEDRAGEN
ARTIKEL 9 - Bestemming van de uit te keren bedragen
Het nettoresultaat van het boekjaar is gelijk aan het bedrag van de rente, achterstallen, dividenden, premies en loten, presentiegelden en alle opbrengsten die aan de effecten in de portefeuille van het fonds zijn verbonden, vermeerderd met de opbrengsten van de op dat ogenblik beschikbare sommen en verminderd met de beheerkosten en de rentelast op lopende leningen.
De uit te keren bedragen bestaan uit:
1° het nettoresultaat, vermeerderd met de overdracht en vermeerderd of verminderd met het saldo van de overlopende rekening van de inkomsten van het afgesloten boekjaar;
2° de gerealiseerde meerwaarden, na aftrek van de kosten, verminderd met de gerealiseerde minderwaarden, na aftrek van de kosten, die in de loop van het boekjaar zijn geboekt, vermeerderd met de nettomeerwaarden van dezelfde aard die in voorgaande boekjaren werden geboekt maar niet werden uitgekeerd of gekapitaliseerd en verminderd of vermeerderd met het saldo van de overlopende rekening van de meerwaarden.
De onder 1° en 2° genoemde bedragen kunnen los van elkaar geheel of gedeeltelijk worden uitgekeerd.
Uit te keren bedragen | Deelnemingsrechten ''Acc'' | Deelnemingsrechten ''dis'' |
Bestemming van het netto-resultaat | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
Bestemming van de gerealiseerde meer- of minderwaarden | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
De jaarlijks voor uitkering beschikbare bedragen worden binnen vijf maanden na het einde van het boekjaar uitbetaald.
De driemaandelijks voor uitkering beschikbare bedragen worden binnen één maand na het einde van elk kalenderkwartaal uitbetaald.
TITEL 4: FUSIE - SPLITSING - ONTBINDING - VEREFFENING ARTIKEL 10 - FUSIE - SPLITSING
De beheermaatschappij kan de activa in het fonds geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere ICBE die door haar of door een andere maatschappij wordt beheerd, of het fonds opsplitsen in twee of meer andere beleggingsfondsen die zij verder beheert.
Deze fusies of splitsingen kunnen slechts worden uitgevoerd nadat de houders daarover zijn ingelicht. In dat geval wordt een nieuw attest afgeleverd met vermelding van het aantal deelnemingsrechten dat elke houder bezit.
ARTIKEL 11 - ONTBINDING - VERLENGING
Als de activa van het fonds gedurende dertig dagen minder bedragen dan het in het bovenstaande artikel 2 bepaalde bedrag, informeert de beheermaatschappij de Autorité des marchés financiers en wordt tot de ontbinding van het fonds overgegaan, behalve in geval van fusie met een ander gemeenschappelijk beleggingsfonds.
De beheermaatschappij kan het fonds vervroegd ontbinden. In dat geval deelt zij de houders van deelnemingsrechten het besluit mee en vanaf die datum worden aanvragen tot inschrijving of terugkoop niet meer aanvaard.
De beheermaatschappij zal het fonds ook ontbinden als de terugkoop van alle deelnemingsrechten wordt gevraagd, als de bewaarder zijn functie stopzet en er geen andere bewaarder is aangesteld, of op de vervaldag van de looptijd van het fonds, tenzij die inmiddels is verlengd.
De beheermaatschappij informeert de Autorité des marchés financiers schriftelijk over de datum en procedure voor de ontbinding. Vervolgens stuurt ze het verslag van de externe accountant (bedrijfsrevisor) naar de Autorité des marchés financiers.
Over de verlenging van een fonds kan de beheermaatschappij in overeenstemming met de bewaarder beslissen. De beslissing moet uiterlijk 3 maanden vóór het einde van de voorziene looptijd van het fonds worden genomen en ter kennis gebracht van de houders van deelnemingsrechten en van de Autorité des marchés financiers.
ARTIKEL 12 - VEREFFENING
In geval van ontbinding is de beheermaatschappij of de aangewezen vereffenaar belast met de functie van vereffenaar. Als dit niet het geval is wordt de vereffenaar op verzoek van enige belanghebbende door de rechtbank aangewezen. Zij hebben een zeer ruime bevoegdheid om de activa te realiseren, de eventuele schuldeisers te betalen en het in contanten of in effecten beschikbare saldo onder de houders van deelnemingsrechten te verdelen.
De externe accountant (bedrijfsrevisor) en de bewaarder blijven hun functies uitoefenen tot aan het einde van de vereffening.
TITEL 5: BETWISTINGEN
ARTIKEL 13 - BEVOEGDHEID - KEUZE VAN WOONPLAATS
Elk geschil met betrekking tot het fonds dat zich gedurende de looptijd of bij de vereffening kan voordoen, hetzij tussen houders van deelnemingsrechten onderling, hetzij tussen houders van deelnemingsrechten en de beheermaatschappij of de bewaarder, zal aan de bevoegde rechtbanken worden voorgelegd.
Bijlage: voorzieningen die overeenkomstig artikel 92 van Richtlijn 2009/65/EG beschikbaar zijn voor beleggers in een ICBE waarvan Carmignac Gestion de beheermaatschappij is
A) De verwerking van inschrijvings-, inkoop- en terugbetalingsorders en de uitvoering van andere betalingen aan de beleggers in een ICBE, krachtens de voorwaarden in de vereiste documenten uit hoofdstuk IX van Richtlijn 2009/65/EG:
Landen | Oostenri jk | Duitsland | België* | Spanje | Frankrijk | Ierland | Italië** | Luxemburg | Nederland | Zweden |
Voorzie ning | Neem contact op met BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen, 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx, Xxxxxxxxx. * In België: neem contact op met CACEIS Bank, Belgium Branch, Xxxxxxxxx 00X, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx. ** In Italië: neem contact op met Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx X.x.X. (Xxxxx), XXXXXXXX XXXX X.X.X. - Xxxxxxxxxx xx Xxxxxx, (AFB), CACEIS Bank Italy Branch, (CACEIS), Monte dei Paschi di Siena S.p.A. (MPS), RBC Investor Services Bank S.A. Milan Branch (RBC), Société Générale Securities Services (SGSS), Xxxxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxx Xxxx – Xxxxxxxxxx Xxxxxx (Xxxxx Xxxxxx). |
B) Informatie over de wijze waarop de onder a) van artikel 92 van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde orders kunnen worden uitgevoerd en waarop de opbrengsten van inkopen en terugbetalingen worden uitgekeerd:
Landen | Oostenri jk | Duitsland | België | Spanje | Frankrijk | Ierland | Italië | Luxemburg | Nederland | Zweden |
Voorzie ning | Zie het prospectus van de ICBE op de website van de beheermaatschappij (xxx.xxxxxxxxx.xxx) of neem contact op met de beheermaatschappij van de ICBE: CARMIGNAC GESTION, Société Anonyme, 00 Xxxxx Xxxxxxx 00000 Xxxxxx, Xxxxxxxxx. |
C) Vergemakkelijken van de behandeling van informatie en de toegang tot procedures en regelingen als bedoeld in artikel 15 van Richtlijn 2009/65/EG met betrekking tot de uitoefening door beleggers van hun rechten uit hoofde van hun belegging in de ICBE in de lidstaat waar de ICBE wordt verhandeld:
Landen | Oostenri jk | Duitsland | België | Spanje | Frankrijk | Ierland | Italië | Luxemburg | Nederland | Zweden |
Voorzie ning | Zie punt 6 op de pagina 'Reglementaire informatie' op xxx.xxxxxxxxx.xxx of neem contact op met de beheermaatschappij van de ICBE: XXXXXXXXX XXXXXXX, Xxxxxxx Xxxxxxx, 00 Xxxxx Xxxxxxx 00000 Xxxxxx, Xxxxxxxxx. |
D) Beschikbaarstelling van de krachtens hoofdstuk IX vereiste informatie en documenten aan beleggers onder de in artikel 94 van Richtlijn 2009/65/EG vastgelegde voorwaarden, ter inzage en voor het verkrijgen van kopieën:
Landen | Oostenri jk | Duitsland | België | Spanje | Frankrijk | Ierland | Italië | Luxemburg | Nederland | Zweden |
Voorzie ning | Het prospectus, de documenten met essentiële beleggersinformatie en de recentste jaar- en halfjaarverslagen vindt u op de website van de beheermaatschappij (xxx.xxxxxxxxx.xxx) en zijn te verkrijgen bij de beheermaatschappij van de ICBE: XXXXXXXXX XXXXXXX, Xxxxxxx Xxxxxxx, 00 Xxxxx Xxxxxxx 00000 Xxxxxx, Xxxxxxxxx. |
E) Verstrekking aan beleggers van informatie in verband met de voorzieningen, op een duurzame drager:
Landen | Oostenri jk | Duitsland | België | Spanje | Frankrijk | Ierland | Italië | Luxemburg | Nederland | Zweden |
Voorzie ning | De informatie vindt u op de website van de beheermaatschappij (xxx.xxxxxxxxx.xxx) en is te verkrijgen bij de beheermaatschappij van de ICBE: CARMIGNAC GESTION, Société Anonyme, 00 Xxxxx Xxxxxxx, 00000 Xxxxxx, Xxxxxxxxx. |
F) Contactpunt voor de communicatie met de bevoegde instanties:
Landen | Oostenri jk | Duitsland | België | Spanje | Frankrijk | Ierland | Italië | Luxemburg | Nederland | Zweden |
Voorzie ning | PricewaterhouseCoopers, Société coopérative, Global Fund Distribution ('PwC GFD'), 0, xxx Xxxxxxx Xxxxxxxx X.X. 0000, X-0000 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx |