Regeling Lesmaterialen van het
Regeling Lesmaterialen van het
Maaswaal College
Akkoord MR: 18.06.2014
De Regeling Lesmaterialen van de scholen van de Alliantie V.O.
§ 1. Inleiding
In dit document wordt een globale uitleg gegeven van de Regeling en van de wijze waarop de school uitvoering geeft aan deze Regeling.
Behalve deze uitleg is er het document “Overeenkomst m.b.t. de Bruikleen van Lesmaterialen”, dat verder in het korter aangeduid wordt met de term “Bruikleenovereenkomst”.
Daarin worden een aantal begrippen nauwkeurig omschreven. Als in de tekst van deze Regeling of in die van de Bruikleenovereenkomst, zo’n begrip gebruikt wordt en als het daarbij met een hoofdletter gespeld wordt, dan wordt nadrukkelijk het begrip bedoeld, zoals dat in Art.1 van de Bruikleenovereenkomst omschreven is.
Ter toelichting een voorbeeld. Als gesproken wordt over een leerling (met een kleine letter), dan wordt daarbij gedoeld op een jongere die een deel van de tijd op school doorbrengt en daar onderwijs geniet.
Als daarentegen sprake is van de Leerling (met hoofdletter) dan kan volgens de begripsomschrijving de leerling zelf, maar ook zijn wettelijke vertegenwoordiger bedoeld zijn.
Een daadwerkelijke overeenkomst tussen School en Leerling met betrekking tot de bruikleen van Lesmaterialen komt tot stand, door ondertekening van die “Overeenkomst m.b.t. de bruikleen van lesmaterialen”.
De ondertekende Bruikleenovereenkomst wordt bewaard op de School. De tekst ervan is door belanghebbenden te raadplegen op de website van de School en op die van de Alliantie V.O. (xxx.xxxxxxxxxxx.xx).
§ 2. Bruikleen
Ingevolge de wettelijke bepalingen (art. 6-e van de Wet op het Voortgezet Onderwijs) stelt het bevoegd gezag van de school lesmaterialen, zoals leerboeken en een aantal andere leermiddelen, om niet – zoals dat heet - ter beschikking van de leerling. Eenvoudig gezegd komt het er op neer dat lesmateriaal dat leerstof bevat en dat voor klassikaal gebruik in een bepaald jaar is voorgeschreven, kosteloos ter beschikking gesteld wordt.
De tekst van het wetsartikel luidt als volgt.
Artikel 6e. Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen
1. Het bevoegd gezag stelt elk leerjaar om niet aan een leerling lesmateriaal ter beschikking.
2. Onder lesmateriaal wordt verstaan: lesmateriaal dat naar vorm en inhoud is gericht op informatieoverdracht in onderwijsleersituaties en waarvan het gebruik binnen het onderwijsaanbod door het bevoegd gezag specifiek voor het desbetreffende leerjaar is voorgeschreven.
Voorgeschreven lesmateriaal dat de school kosteloos aan de leerling verstrekt, bestaat uit:
• leerboeken
• werkboeken
• projectboeken en tabellenboeken
• examentrainingen en examenbundels
• eigen leermateriaal van de school en bijbehorende cd’s en dvd’s
• licentiekosten van digitaal leermateriaal
• lesmateriaal voor keuzevakken
• aangepaste schoolboeken voor leerlingen met een leesbeperking zoals visueel gehandicapten en dyslectici.
Lesmateriaal dat niet onder de regeling valt en dat ouders zelf op aanwijzing van de school aanschaffen betreft bijvoorbeeld:
• atlas
• woordenboeken
• agenda
• rekenmachine
• sportkleding
• gereedschap
• schrift en multomap
• pennen en dergelijke.
De rechtsvorm waarin het lesmateriaal ter beschikking wordt gesteld, heet bruikleen.
Dat betekent dat de leerling de boeken en dergelijke, gedurende het Schooljaar in gebruik krijgt, maar ze niet hoeft te kopen en er ook geen huur voor verschuldigd is. Aan het eind van het Schooljaar worden ze weer ingeleverd.
Preciezer: bruiklening is een overeenkomst tussen twee partijen, waarbij essentieel is dat de ene partij een zaak om niet ter beschikking stelt en de andere partij zich verplicht dezelfde zaak na een bepaalde tijd weer terug te geven.
De leerling mag de materialen gedurende het Schooljaar gebruiken, maar dient er zorgvuldig mee om te gaan, zodat ze een volgend jaar weer zonder bezwaar door een andere leerling gebruikt kunnen worden. Dat, ook bij zorgvuldig gebruik, een zekere mate van slijtage optreedt, is onvermijdelijk. Maar bij andere vormen van beschadiging of bij vermissing, is men tot schadevergoeding verplicht.
Ter informatie: een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren (ook wel WA-verzekering genoemd) zal deze schade veelal niet vergoeden.
§ 3. Borgsom
Het bevoegd gezag van de school blijft eigenaar van deze leermiddelen, die gemiddeld per leerling een vervangingswaarde van ongeveer € 700,- vertegenwoordigen.
Aan het einde van het Schooljaar, of bij tussentijds schoolverlaten, moeten de boeken weer op aanwijzing van de School worden ingeleverd. Er is behoefte aan een vorm van zekerstelling dat de boeken ook daadwerkelijk weer, volledig en in goede staat, worden ingeleverd. Daartoe vraagt de school een statiegeld voor de boeken in de vorm van een borgsom.
De hoogte van deze borgsom bedraagt € 75,-. Deze borg is niet verplicht.
Het voornaamste doel van de borg is, te bewerkstelligen dat de boeken daadwerkelijk weer ingeleverd worden.
Een tweede doel is, om in geval van weigerachtigheid van ouders om schade te vergoeden, waarvoor de leerling aansprakelijk gesteld kan en zal worden, een mogelijkheid tot verrekening met de borg te hebben.
Als de leerling uitgeschreven wordt als leerling van de school en de boeken naar behoren zijn ingeleverd, wordt de borg terugbetaald.
Aangezien bij een normale gang van zaken, de borgsom terugbetaald wordt, is er hierdoor geen sprake van, dat toch enige vorm van betaling zou gelden voor het beschikbaar stellen van de lesmaterialen.
De jaarlijkse opbrengst van een bedrag van € 75,- is zo gering, dat de behandelingskosten van een rentevergoeding, hoger zouden zijn dan de opbrengst.
Over de borg zal dan ook geen rente vergoed worden.
Het totale bedrag dat de school aan borg onder haar hoede heeft, is natuurlijk niet gering. De renteopbrengsten daarvan zullen door de school aangewend worden t.b.v. het onderwijs aan de leerlingen. De schoolleiding legt daarover jaarlijks verantwoording af aan de Oudergeleding van de MR.
§ 4. Uitvoering
Het bevoegd gezag van de school wordt gevormd door de Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal, verder te noemen de Alliantie V.O.
De Alliantie V.O. vormt het bevoegd gezag van in totaal zeven scholen. De communicatie over de Regeling en het afsluiten van de Bruikleenovereenkomst, is door het bevoegd gezag aan de individuele scholen gemandateerd.
Teneinde de kosten te kunnen beheersen heeft de Alliantie V.O. besloten de uitvoering van de regeling in eigen hand te nemen. Zij heeft daartoe een afdeling in het leven geroepen met de naam “Servicebureau Boeken Alliantie” (SBA).
Het SBA is belast met de uitvoerende werkzaamheden van de Alliantie V.O. ter zake van de beschikbaarstelling van de leermiddelen en verricht zodoende taken die in het verleden ondergebracht waren bij een boekenfonds of bij een boekenhuis.
Het SBA neemt ook een deel van de uitvoerende werkzaamheden over van de zeven scholen van de Alliantie V.O.
Leerlingen en ouders krijgen dus met betrekking tot het boekenpakket te maken met het SBA.
Het SBA zorgt voor de samenstelling van de boekenpakketten en levert deze op het Maaswaal College af waar ze door de leerlingen opgehaald worden.
Aan het eind van het Schooljaar neemt het SBA de boeken weer in ontvangst.
In geval van vermissing of beschadiging van de materialen is de Leerling daarvoor aansprakelijk en zal dan ook de schade moeten vergoeden. Het SBA zorgt dan voor de facturering. De betaling van een schadevergoeding dient ook te geschieden aan het SBA.