Algemene voorwaarden overeenkomstig de wet van 25 juni 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten Uitgave 01/2004
Algemene voorwaarden overeenkomstig de wet van 25 juni 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten Uitgave 01/2004
P&V Verzekeringen CVBA
007/0786 • 5-08
Xxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxx - Xxxxxx
Verzekeringsonderneming erkend onder het code nummer 0058
TEL + 00 (0)0 000 00 00
FAX + 00 (0)0 000 00 00
BANK 000-0000000-00
RPR/BTW BE 0402 236 531
TITEL I : AAN- SPRAKELIJK- HEIDSVERZE-
KERING EN BIJ-
STAND ONGEVAL
BEGRIPSBEPALINGEN
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder :
1. DE MAATSCHAPPIJ : de verzekeringson- derneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt.
2. DE VERZEKERINGSNEMER : de persoon die de overeenkomst met de maatschap- pij sluit.
3. DE VERZEKERDE : iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de over- eenkomst gedekt is.
4. DE BENADEELDEN : de personen die schade hebben geleden welke aanlei-ding geeft tot toepassing van de overeen- komst, alsmede hun rechtverkrijgenden.
5. HET OMSCHREVEN RIJTUIG :
• het motorrijtuig dat in de bijzondere voor- waarden omschreven is; al wat eraan gekoppeld is wordt beschouwd als een deel ervan ;
• de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de bijzondere voorwaarden omschreven is.
6. HET SCHADEGEVAL : ieder feit dat scha- de veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de over- eenkomst.
7. HET VERZEKERINGSBEWIJS : het docu- ment zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 13 februari 1991 houdende inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
8. HET VERZEKERINGSVOORSTEL : het formulier dat uitgaat van de maatschappij en door de verzekeringsnemer moet wor- den ingevuld met het doel de maatschap- pij in te lichten over de aard van de ver- richting en over de feiten en de omstan- digheden die voor haar gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
HOOFDSTUK I :
VOORWERP EN OMVANG VAN DE AANSPRAKELIJKHEIDS-
VERZEKERING
Artikel 1
Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de ver- zekerden als gevolg van een door het omschreven rijtuig in België veroorzaakt scha- degeval.
De dekking wordt ook verleend voor een scha- degeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Gemeenschap, in de vorsten- dommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in Finland, in Hongarije, in Ijsland, in Liechtenstein, op Malta, in Noorwegen, in Oostenrijk, in Polen, in Roemenië, in San- Xxxxxx, in Tsjechië, in Slovakije, in Zweden, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, § 1, van de wet van 21 november 1989.
Wanneer het schadegeval zich heeft voorge- daan buiten het Belgische grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schade- geval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
In het geval het schadegeval zich heeft voorge- daan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorge- daan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen wor- den ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een lid- staat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oor- zaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nie- tigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niettegenwerpbaarheid voorziet.
De dekking wordt verleend voor de schadege-
vallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privé- terreinen.
Artikel 2
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorge- daan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven rijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar per- soonlijke borg tot ten hoogste 61.973,83 eur voor het omschreven rijtuig en voor alle verze- kerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borg- som, die ten laste zijn van de maatschappij.
Werd de borgsom door de verzekerde betaald,
dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg
niet aanvaard wordt, het bedrag van de borg- som aan de verzekerde terug.
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstel- ling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem geëist kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing.
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij verbeurd ver- klaart of geheel of gedeeltelijk aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrech- telijke dading of van gerechtskosten in strafza- ken, dan is de verzekerde gehouden de maat- schappij, op haar verzoek, terug te betalen.
Artikel 3
1) Wordt gedekt de burgerrechtelijke aanspra- kelijkheid :
- van de verzekeringsnemer ;
- van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven rijtuig en van iedere persoon die ermee wordt vervoerd ;
- van de werkgever van de voornoemde personen wanneer zij van alle aanspra- kelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffen- de de arbeidsovereenkomsten.
De aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het omschreven rijtuig heb- ben verschaft is echter niet gedekt.
2) Wanneer het omschreven rijtuig toevallig om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de dekking uitgebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van die- gene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigd- heid voor het slepen heeft geleverd.
In afwijking van artikel 8, 1) wordt de dek- king eveneens uitgebreid tot de schade aan het gesleepte rijtuig.
Artikel 4
1) Uitbreiding van de dekking
De dekking van de overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een medede- ling vereist is, tot de burgerrechtelijke aan- sprakelijkheid van de eigenaar van het omschreven voertuig, van de verzekerings- nemer en van alle personen die gebruikelijk bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leef- tijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, houder of passagier, of van bur- gerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagiers :
a) van een tijdelijk vervangingsvoertuig
Onder "tijdelijk vervangingsvoertuig" wordt verstaan, een motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat tot hetzelf- de gebruik bestemd is als het omschre- ven voertuig en dat als vervangwagen dient voor dat voertuig, dat om welke reden dan ook, definitief of tijdelijk onbruikbaar is geworden, onder meer wegens onderhoud, aanpassingen, her- stellingen of technische keuring.
De dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven voertuig niet meer kan worden gebruikt en ein- digt wanneer het tijdelijk vervangings- voertuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon wordt terugbezorgd. Het voertuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke ter- mijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven voertuig ter beschikking is.
De dekking mag in elk geval niet meer dan 30 kalenderdagen bestrijken.
Wanneer de verzekeringsnemer een rechtspersoon is, is de dekking verwor- ven voor de gemachtigde bestuurder van het omschreven voertuig, alsook voor alle personen die bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt heb- ben, houder of passagier, of van burger- rechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagiers.
De dekking is niet van toepassing wan- neer het omschreven voertuig onbruik- baar wordt wegens overdracht van eigendom of overdracht van de rechten van de verzekeringsnemer op het omschreven voertuig die hij ontvangen heeft in uitvoering van een huurcontract of een ander analoog contract, onder meer een leasing-overeenkomst.
b) van een toevallig gebruikt voertuig
Onder "toevallig gebruikt voertuig" wordt verstaan, een motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat de hierbo- ven vermelde personen toevallig bestu- ren, houden of waarin zij toevallig passa- giers zijn, zelfs terwijl het omschreven rijtuig in gebruik is.
Wanneer de verzekeringsnemer een rechtspersoon is, is de dekking verwor- ven voor de bestuurder van het omschreven voertuig waarvan de identi- teit vermeld is in de bijzondere voor- waarden of bij ont-stentenis in het verze- keringsvoorstel of in een latere kennisge- ving aan de maatschappij, alsook voor de personen die gebruikelijk bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, of van burgerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder.
De dekking is niet van toepassing wan- neer het omschreven voertuig bestemd is voor het vervoer van personen tegen betaling of wanneer het hoofdzakelijk voor het vervoer van goederen is uitge- rust of wanneer de verzekeringsnemer of de eigenaar van het omschreven voer- tuig een bedrijf is dat tot doel heeft de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorrijtui- gen.
Wanneer het omschreven voertuig het voorwerp is van een huur-, leasing- of gelijkaardig contract, blijft de dekking van toepassing wanneer de verzeke- ringsnemer of de gebruikelijke bestuur- der van het omschreven voertuig niet zelf de hierboven vermelde activiteiten uitoefent.
Onder derden in de betekenis van dit artikel wordt verstaan, elke andere persoon dan :
• de verzekeringsnemer of, wanneer de verzekeringsnemer een rechtspersoon is, de bestuurder van het omschreven voer- tuig waarvan de identiteit vermeld is in de bijzondere voorwaarden of bij ontsten- tenis in het verzekeringsvoorstel of in een latere kennisgeving aan de maatschap- pij.
• de personen die gebruikelijk bij de verze- keringsnemer inwonen
• de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven voertuig.
2) Beperking van de dekking
a) Wanneer het omschreven rijtuig een tweewieler of driewieler is, kan de dek-
king in geen geval slaan op een rijtuig op vier of meer wielen ;
b) In zoverre de benadeelden vergoeding hebben verkregen voor hun schade
- ofwel krachtens een verzekerings- overeenkomst die de burgerrechtelij- ke aansprakelijkheid dekt waartoe het gebruikte voertuig aanleiding geeft
- ofwel krachtens een door de bestuur- der gesloten verzekeringsovereen- komst die zijn burgerrechtelijke aan- sprakelijkheid dekt,
is de dekking van toepassing:
- wanneer de verzekeraar die een van de voornoemde overeenkomsten gesloten heeft, verhaal uitoefent op de verzekerde in de gevallen bepaald in artikel 25,3°, c) en 25,4° van deze overeenkomst of in de hierin niet bepaalde gevallen tenzij de verzeker- de vooraf van de mogelijkheid van verhaal in kennis werd gesteld;
- wanneer de verzekeringsnemer van een van de voornoemde overeen- komsten aan de verzekerde een ver- zoek tot terugbetaling richt voor het bedrag van het verhaal uitgeoefend in een van de hierboven opgesomde gevallen.
3) De dekking strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringsnemer alsook tot de personen die bij hem inwonen, voor de schade ver- oorzaakt door het gestolen of verduisterde voertuig dat vervangen werd door het omschreven rijtuig, wanneer :
a) de diefstal of de verduistering bij de maatschappij aangegeven werd binnen 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de verzekeringsnemer kennis kreeg van de diefstal of de verduistering ;
b) het gestolen of verduisterde voertuig bij de maatschappij verzekerd was.
Artikel 5
Voor wat betreft de schade voortvloeiend uit de lichamelijke letsels is de dekking onbeperkt. Evenwel, vanaf de inwerkingtreding van het Koninklijk besluit bedoeld in artikel 3 § 2 alinea 2 van de wet van 21 november 1989 betreffen- de de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen gewijzigd door de wet van 12 januai 2007 (Belgisch Staatsblad van 07 maart 2007), zal de waarborg beperkt worden tot het bedrag vermeld in dat Koninkljk besluit. Voor wat betreft de stoffelijke schade is de waarborg beperkt tot het bedrag van 100 mil- joen euro per schadegeval. Evenwel voor de persoonlijke kleding en goederen is de waar- borg beperkt tot 2.500,00 euro per vervoerde persoon.
Artikel 6
In afwijking van artikel 8 - 1) vergoedt de maat- schappij de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstel- ling van de binnenbekleding van het omschre- ven rijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloos vervoer van door een verkeers- ongeval gewonde personen.
Artikel 7
Zijn van het recht op schadevergoeding uitge- sloten :
a) de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft ;
de persoon die van alle aanspra-
kelijheid ontheven is op grond van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Het recht op schadevergoeding blijft even- wel verworven ten voordele van de gedeel- telijk aansprakelijke persoon tot het beloop van het deel van zijn schade toe te schrij- ven aan een verzekerde.
b) De bestuurder van het verzekerde rijtuig voor zijn materiële schade, wanneer hij geen lichamelijke letsels heeft opgelopen.
De bestuurder van het verzekerde rijtuig kan evenwel aanspraak maken op de ver- goeding van zijn materiële schade, zelfs indien hij geen lichamelijke letsels heeft opgelopen, wanneer de aansprakelijkheids- vordering gesteund is op een gebrek van het verzekerd rijtuig.
Artikel 8
Zijn van de verzekering uitgesloten :
1) de schade aan het verzekerd rijtuig, behou- dens wat bij artikel 3 - 2), 2e lid bepaald is;
2) de schade aan de door het verzekerd rijtuig vervoerde goederen, behoudens wat bij artikel 5 - a) bepaald is;
3) de schade die niet veroorzaakt is door het gebruik van het rijtuig maar die enkel te wij- ten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer;
4) de schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerd voertuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of - wedstrijden waartoe van overheidswege verlof is verleend;
5) de schade die vergoed wordt overeenkom- stig de wetgeving betreffende de burger- rechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie.
HOOFDSTUK II :
BESCHRIJVING EN WIJZIGING VAN HET RISICO –
MEDEDELINGEN VAN DE VERZEKERINGSNEMER
Artikel 9
1) De verzekeringsnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschou- wen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien op sommige schriftelijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord, bij voorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het geval indien de maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoor- stel heeft gesloten.
2) Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de over- eenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maat- schappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3) Wanneer het verzwijgen of het onjuist mee- delen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij, binnen de termijn van één maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrij- ken van de termijn van één maand te reke- nen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maat- schappij de overeenkomst opzeggen bin- nen 15 dagen.
Niettemin kan de maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van één maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
Artikel 10
In de loop van de overeenkomst is de verzeke- ringsnemer verplicht, onder de voorwaarden van artikel 9 - 1), de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven, die van die aard zijn om een aanmer- kelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
1) Wanneer het risico dat het verzekerde voor- val zich voordoet, zo verzwaard is dat de maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben ver- zekerd, moet zij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstel- len met terugwerking tot de dag van de ver- zwaring. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekerings- nemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voor- stel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen 15 dagen.
Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
2) Wanneer, in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerd voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de over- eenkomst had bestaan, onder andere voor- waarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen één maand na de aanvraag tot verminde- ring door de verzekeringsnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
HOOFDSTUK III :
PREMIEBETALING -
VERZEKERINGSBEWIJS
Artikel 11
Zodra de dekking van de overeenkomst aan de verzekeringsnemer verleend wordt, geeft de maatschappij hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
In alle gevallen waarin de dekking ophoudt te bestaan, moet de verzekeringsnemer onmid- dellijk het verzekeringsbewijs aan de maat- schappij terugsturen.
Artikel 12
De premie, verhoogd met de taksen en bijdra- gen, moet op de vervaldagen vooruit betaald worden op verzoek van de maatschappij of van elke met dat doel in de bij-zondere voor- waarden aangewezen persoon.
Artikel 13
De maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen mits de verzekeringsnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
De schorsing van dekking of de opzegging gaan in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringsnemer van de achterstalli- ge premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing. Wanneer de maat- schappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeen- komst nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het 1ste lid; in dat geval wordt de opzegging ten vroegste, 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. Indien de maatschappij zich die moge- lijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging na een nieuwe aanmaning overeen- komstig het 1ste en 2de lid.
De schorsing van de dekking doet geen
afbreuk aan het recht van de maatschappij de later nog te vervallen premies te eisen op voor- waarde dat de verzekeringsnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het 1ste lid. Het recht van de maatschappij is evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
HOOFDSTUK IV :
MEDEDELINGEN EN KENNISGEVINGEN
Artikel 14
De voor de maatschappij bestemde medede- lingen en kennisgevingen moeten gedaan wor- den aan één van haar zetels in België of aan elke andere met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
De voor de verzekeringsnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten wor- den gedaan aan het laatste door de maat- schappij gekende adres.
HOOFDSTUK V : WIJZIGINGEN VAN DE VERZEKERINGS-
VOORWAARDEN EN VAN HET TARIEF
Artikel 15
Indien de maatschappij de verzekeringsvoor- waarden en haar tarief of enkel haar tarief wij- zigt, past zij deze overeenkomst aan op de vol- gende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verze- keringsnemer van deze aanpassing minstens 90 dagen voor die vervaldag in kennis. De ver- zekeringsnemer mag evenwel de overeen- komst opzeggen binnen 30 dagen na de ken- nisgeving van de aanpassing. Door deze opzegging eindigt de overeenkomst op de vol- gende jaarlijkse vervaldag.
De in het vorig lid bepaalde opzeggingsmoge- lijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de bepaling van artikel 26.
HOOFDSTUK VI :
SCHADEGEVALLEN EN RECHTSVORDERINGEN
Artikel 16
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 dagen nadat het is voorgeval- len, schriftelijk worden aangegeven bij de maatschappij of bij elke met dat doel in de bij- zondere voorwaarden aangewezen persoon. Deze verplichting rust op alle verzekerden, waarvan de aansprakelijkheid betrokken kan zijn.
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadege- val, de naam, voornaam en woonplaats van de getuigen en de benadeelden vermelden.
De verzekeringsnemer en de overige verzeker- den verschaffen de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aange- wezen persoon zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten.
Voor zover mogelijk wordt de schadeaangifte gedaan op het formulier dat de maatschappij ter beschikking stelt van de verzekeringsne- mer.
Artikel 17
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documen- ten moeten door de verzekerde aan de maat- schappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon bezorgd worden binnen 48 uur nadat zij aan de verze- kerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 18
Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de gren- zen van de dekking.
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en voor zover de belangen van de maatschap- pij en van de verze-kerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeel-
de te bestrijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Die tussenkomsten van de maatschappij hou- den geen enkele erkenning in van aansprake- lijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
De definitieve schadevergoeding of de weige- ring om te vergoeden wordt zo spoedig moge- lijk aan de verzeke-ringsnemer meegedeeld.
De maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt in de rechten en de vor- deringen die de verzekerde kunnen toebeho- ren.
Artikel 19
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelij- ke toelating van de maatschappij, is haar niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de ver- zekerde kunnen voor de maatschappij geen grond opleveren om haar dekking te weigeren.
Artikel 20
De maatschappij betaalt de in hoofdsom ver- schuldigde schadevergoeding ten belope van de dekking. De maatschappij betaalt, zelfs boven de dekkingsgrenzen, de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechts- vorderingen, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onrede- lijk zijn gemaakt.
Artikel 21
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verze- kerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verde- digingsmiddelen kiezen.
De maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakeijk- heid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 18 wat de burgerrechtelij- ke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te ver- schijnen wanneer de procedure dit vergt.
Artikel 22
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de maatschappij er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
Zij heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen wanneer zij dit aangewezen acht.
Wanneer de maatschappij vrijwillig is tussen- gekomen, moet zij de verzekerde te gepasten tijde op de hoogte brengen van elk rechtsmid- del dat zij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprake- lijkheid van de verzekerde instelt; de verzeker- de beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
`
Artikel 23
De sommen die onmiddellijk geïnd worden bij de vast-stelling van overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het weg- verkeer, de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, de boeten en opdecie- men en de gerechtskosten in strafzaken zijn niet ten laste van de maatschappij.
HOOFDSTUK VII : VERHAAL VAN DE MAATSCHAPPIJ
Artikel 24
Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden, heeft zij, behou- dens iedere andere mogelijke vordering waar- over zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen vermeld in artikel
25. Het verhaal heeft betrekking op de scha- de-vergoedingen in hoofdsom, alsook op de gerechtskosten en intresten die de maatschap- pij dient te betalen. Het bedrag van het ver- haal is integraal indien de voornoemde bedra- gen niet hoger zijn dan 10.411,53 EUR. Het verhaal wordt echter maar uitgeoefend tot het beloop van de helft van de voornoemde bedra- gen wanneer die hoger zijn dan
10.411,53 EUR. Het bedrag van het verhaal zal in dit geval nooit minder bedragen dan 10.411,53 EUR en nooit meer dan
30.986,69 EUR.
Artikel 25
1) De maatschappij heeft een recht van ver- haal op de verzekeringsnemer :
a) in geval de dekking van de overeen- komst geschorst is wegens niet-betaling van de premie ;
b) in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gege- vens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeen- komst. Dit verhaal wordt integraal uitge- oefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
c) in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de over- eenkomst, die de verzekeringsnemer kunnen verweten worden ; het bedrag van het verhaal is beperkt tot 247,89 EUR (niet geïndexeerd).
Er kan geen verhaal uitgeoefend worden ingeval de overeenkomst gewijzigd werd overeenkomstig de artikelen 9 en 10.
2) De maatschappij heeft een recht van ver- haal op de verzekerde, dader van het scha- degeval :
a) die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
b) die het schadegeval veroorzaakt heeft door één van de volgende gevallen van grove schuld : rijden in staat van dron- kenschap of in een gelijksoortige toe- stand die het gevolg is van het gebruik van andere produkten dan alcoholische dranken;
c) indien het rijtuig gebruikt werd ingevolge een misbruik van vertrouwen, een oplich- ting of een verduistering ; dit verhaal wordt slechts uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of zijn medeplichtige.
3) De maatschappij heeft een recht van ver- haal op de verzekeringsnemer en, indien
daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringsnemer is :
a) wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelneming aan een snel- heids-, regelmatigheids- of behendig- heidsrit of -wedstrijd, waartoe van over- heidswege geen verlof is verleend;
b) wanneer, op het ogenblik van het scha- degeval, het rijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om dat rijtuig te besturen, bijvoorbeeld door een per- soon die de vereiste minimumleeftijd niet bereikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van het recht tot sturen vervallen ver- klaard is. Het recht van verhaal wordt evenwel niet uitgeoefend wanneer de persoon die het rijtuig in het buitenland bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het rijtuig te bestu- ren, en er in België geen rijverbod tegen hem loopt, in welk geval het recht van verhaal behouden blijft;
c) wanneer het omschreven rijtuig dat onderworpen is aan de Belgische regle- mentering op de technische controle, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig schouwingsbewijs, behalve indien het schadegeval zich voordoet op het nor- male traject naar de schouwing of wan- neer men zich in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer" van het schouwingssta- tion naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na herstelling naar het schouwingsstation rijdt.
Het recht van verhaal wordt echter niet uitgeoefend indien de verzekerde aan- toont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het rijtuig en het schadegeval;
d) indien het schadegeval zich voordoet, wanneer het reglementair of contractu- eel toegelaten aantal vervoerde perso- nen overschreden is of wanneer het ver- voer van personen in strijd is met regle- mentaire of contractuele bepalingen.
Indien het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is, is het bedrag van het verhaal evenredig met de verhou- ding van het overtallig aantal vervoerde personen tot het aantal werkelijk vervoer- de personen, onverminderd de toepas- sing van artikel 24.
Voor het berekenen van het aantal ver- voerde personen komen kinderen onder de vier jaar niet in aanmerking, kinderen van vier tot volle vijftien jaar worden geacht twee derde plaats in te nemen. De uitkomst van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid.
In geval van personenvervoer buiten de reglementaire of contractuele voorwaar- den, wordt het verhaal voor het totaal van de aan deze vervoerde personen betaalde vergoedingen uitgeoefend, onverminderd de toepassing van arti- kel 24.
Niettemin kan de maatschappij geen ver- haal nemen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
4) De maatschappij heeft een recht van ver- haal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in de geval- len bedoeld in artikel 33 wanneer de dek- king enkel geldt ten gunste van de bena- deelde personen.
5) De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die de in artikel 19 vermel- de verplichtingen niet heeft nageleefd. In ieder geval is er maar verhaal indien en in de mate waarin de maatschappij schade gele- den heeft, onverminderd de toepassing van artikel 24.
6) De maatschappij heeft een recht van ver- haal op de verzekerde die een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend wor- den indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk verricht heeft. In ieder geval kan slechts een verhaal worden uitgeoefend indien en in de mate waarin de maatschap- pij door het verzuim schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van artikel 24.
HOOFDSTUK VIII : DUUR -
VERNIEUWING - SCHORSING - EINDE VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 26
De duur van de overeenkomst is één jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar tot jaar ver- nieuwd, tenzij zij door één van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
Artikel 27
De maatschappij kan de overeenkomst opzeg- gen:
1) tegen het einde van elke verzekeringsperio- de overeenkomstig artikel 26 ;
2) in geval van opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling van gege- vens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst ;
3) in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende de omschrijving van het risico, bij het sluiten van de overeen- komst zoals bepaald in artikel 9 en ingeval van risicoverzwaring zoals bepaald in artikel 10 ;
4) in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 13 ;
5) wanneer het aan de technische controle onderworpen rijtuig niet of niet meer voor- zien is van een geldig schouwingsbewijs of wanneer het rijtuig niet beantwoordt aan het "Algemeen Reglement op de technische eisen van de motorrijtuigen" ;
6) na ieder schadegeval, waarvoor ze een schadevergoeding ten gunste van de bena- deelden heeft betaald of zal moeten beta- len, met uitzondering van de betalingen die werden verricht in toepassing van artikel 40. De opzegging geschiedt ten laatste één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding en wordt drie maanden na de dag van de bete- kening van kracht;
7) in geval van publicatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden of op de verzekering van deze
aansprakelijkheid, maar uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen ;
8) in geval van schorsing van de overeen- komst zoals bepaald in artikel 30 ;
9) in geval van faillissement, kennelijk onver- mogen of overlijden van de verzekeringsne- mer, overeenkomstig de artikelen 31 en 32.
Artikel 28
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen :
1) tegen het einde van elke verzekeringsperio- de overeenkomstig artikel 26 ;
2) na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisge- ving door de maatschappij van de uitbet- aling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. De opzegging wordt drie maanden na de dag van de betekening van kracht.
3) in geval van wijziging van de verzekerings- voorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief overeenkomstig artikel 15 ;
4) in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of intrekking van de toelating van de maatschappij ;
5) in geval van vermindering van het risico, zoals bepaald in artikel 10 ;
6) wanneer tussen de datum van het sluiten en de datum van inwerkingtreding een ter- mijn van meer dan één jaar verloopt. Deze opzegging dient uiterlijk drie maand voor de datum van inwerkingtreding van de over- eenkomst te worden betekend ;
7) in geval van schorsing van de over- eenkomst zoals bepaald in artikel 30.
Artikel 29
De opzegging geschiedt bij deurwaardersex- ploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artike- len 13, 15 26, 27 6) en 28 2), gaat de opzeg- ging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aange- tekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
In afwijking van artikel 27 6) wordt de opzeg- ging van de overeenkomst door de maat- schappij na aangifte van een schadegeval van kracht één maand na de datum van de beteke- ning ervan, wanneer de verzekeringsnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ont- staan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden en op voorwaarde dat deze laatste bij een onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor de bevoegde rechtbank heeft gedagvaard.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het ingaan van de opzegging, wordt door de maatschappij terug- betaald.
Artikel 30
Wanneer het omschreven rijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeen- komst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het rijtuig in bezit neemt.
Artikel 31
Ingeval van faillissement van de verzekerings- nemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies, die zijn vervallen sedert de faillietverklaring.
De maatschappij en de curator van het faillis- sement hebben evenwel het recht de overeen- komst op te zeggen. De maatschappij kan de overeenkomst echter maar opzeggen ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring. De curator kan de overeenkomst slechts opzeggen binnen drie maand na de faillietver- klaring.
Artikel 32
In geval van overlijden van de verzekeringsne- mer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen, die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de maatschappij om de overeenkomst op te zeggen binnen drie maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlij- den, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, 1ste lid.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen op één van de wijzen bepaald in artikel 29, 1ste lid binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven rijtuig de volle eigen- dom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringsnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voor- deel. Deze erfgenaam of legataris kan de overeenkomst evenwel opzeggen binnen één maand te rekenen vanaf de dag waarop het rijtuig hem werd toebedeeld.
Artikel 33
In geval van overdracht van eigendom van het omschreven rijtuig zijn volgende bepalingen van toepassing :
1) Betreffende het nieuwe rijtuig
De dekking blijft aan de verzekerde verwor- ven :
- gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom van het omschreven rij- tuig en dit zonder enige formaliteit, indien het nieuwe rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat van het overgedragen rij- tuig;
- na het verstrijken van voornoemde ter- mijn van 16 dagen voor zover echter de maatschappij binnen deze termijn in kennis gesteld werd van de vervanging. In dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de verzekeringsvoor- waarden en het tarief van toepassing bij de maatschappij op de laatste premie- vervaldag onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 37 betreffende de premieindexering.
Indien na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen het overgedragen rij- tuig niet werd vervangen of indien deze ver- vanging niet ter kennis werd gebracht van de maatschappij is de overeenkomst geschorst en wordt artikel 34 toegepast.
Deze schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de benadeelde persoon. De vervallen premie blijft aan de maat- schappij prorata temporis verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigen- dom haar ter kennis wordt gebracht.
2) Betreffende het overgedragen rijtuig behal- ve een bromfiets
Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt:
- blijft de dekking verworven aan de ver- zekeringsnemer, zijn echtgenoot en kin- deren die bij hem inwonen en de wette- lijke leeftijd tot sturen hebben bereikt, indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg ;
- heeft de dekking uitwerking, doch enkel ten opzichte van de benadeelde persoon wanneer de schade veroorzaakt is door een andere verzekerde dan degenen die hierboven vermeld zijn, en dit indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoor- loofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg.
Na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen, vervalt deze dekking tenzij de overeenkomst, mits schriftelijke instem- ming van de maatschappij, overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar. De beëindiging van deze dekking is tegen- stelbaar aan de benadeelde persoon.
3) Betreffende de bromfietsen
Aanvullend bij 1) blijft de dekking verwor- ven, doch enkel ten voordele van de bena- deelde persoon en op voorwaarde dat geen enkel andere verzekering hetzelfde risico dekt, voor de schade veroorzaakt door elke bromfiets voorzien, met toestemming van de titularis, van de provinciale plaat afgele- verd op grond van het door de maatschap- pij afgegeven attest, voor zover het schade- berokkend feit zich heeft voorgedaan voor het einde van het op de plaat vermelde jaar.
Behoudens schriftelijk akkoord van de maatschappij wordt de overeenkomst niet overgedragen ten voordele van de nieuwe eigenaar van de overgedragen bromfiets.
4) In geval van een huurovereenkomst betreffende het omschreven rijtuig
De onder 1), 2) en 3) omschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing ingeval van beëindiging van de rechten van de verzeke- ringsnemer op het omschreven rijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huur- overeenkomst of een gelijkaardig overeen- komst, onder meer een leasingovereen- komst.
Artikel 34
Xxxxxxx van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringsnemer die het omschre- ven of enig ander rijtuig in het verkeer brengt, daarvan de maatschappij verwittigen.
De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste jaar- lijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 37 betreffende de premieindexering.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in wer- king wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag.
Indien de schorsing echter gebeurt binnen de drie maand voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag eindigt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het nietverbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie berekend tegen het tarief voor overeenkom- sten van minder dan één jaar.
De verzekeringsnemer kan altijd schriftelijk vra- gen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
Artikel 35
Indien het risico verdwijnt om enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringsnemer de maatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie aan de maatschappij verworven of prorata temporis verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
HOOFDSTUK IX : INDEXATIE
Artikel 36
De bedragen vermeld in de artikelen 2, 5 en 24 worden van rechtswege gewijzigd telkens wanneer de Koning gebruik maakt van het recht van jaarlijkse aanpassing op grond van de index van de consumptieprijzen van het Rijk, met als basis de index van 1 januari 1983 (artikel 3 § 4 van de wet van 21 november 1989).
Artikel 37
De handelspremie schommelt op de jaarlijkse vervaldag volgens de verhouding die bestaat tussen :
a. de index van de consumptieprijzen vastge- steld door de Minister van Economische Zaken (of elke andere index die laatstge- noemde ervoor in de plaats mocht stellen) die op dat ogenblik van toepassing is
en
b. de index die in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst, op het laatste bij- voegsel of op de laatste jaarlijkse premie- kwitantie is toegepast en opgegeven.
Voor de gevallen bepaald in de artikelen 10, 33 en 34 zal de premie evenwel schommelen, naar gelang van het geval op de datum van de aanpassing van de overeenkomst of op de datum van de vervanging van het rijtuig of op de dag van wederinwerkingtreding van de overeenkomst, rekening houdend met de modaliteiten inzake de index van de consump- tieprijzen zoals hierboven bepaald.
Onder index van de consumptieprijzen van toepassing op de jaarlijkse vervaldag, de datum van aanpassing, van vervanging of van wederinwerkingtreding verstaat men die van de eerste maand van het vorige kwartaal.
HOOFDSTUK X : A POSTERIORI PERSONALISATIESTELSEL
Artikel 38
1) Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing indien de vermelding wordt gemaakt in de bijzondere voorwaarden.
2) Gradenschaal en de ermee overeenstem- mende premies
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 200 |
21 | 160 |
20 | 140 |
19 | 130 |
18 | 123 |
17 | 117 |
16 | 111 |
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 | 73 |
7 | 69 |
6 | 66 |
5 | 63 |
4 | 60 |
3 | 57 |
2 | 54 |
1 | 54 |
0 | 54 |
0/1 | 51 |
0/2 | 51 |
0/3 | 51 |
0/4 | 48 |
3) Toetredingsmechanisme tot het stelsel De toetreding tot het stelsel gebeurt in
graad 11 bij privégebruik of in graad 14 bij beroepsgebruik. Het gebruik wordt vermeld in de bijzondere voorwaarden.
Echter, indien de overeenkomst onder- schreven wordt door een persoon die reeds een verzekeringsovereenkomst onderschre- ven had, gebeurt de toetreding tot het stel- sel in de graad voortvloeiend uit de toepas- sing van de hieronder in punt 4 omschreven regels op de a posteriori personalisatie- graad vastgesteld op 31/12/2003 conform het koninklijk besluit van 14/12/1992.
4) Verplaatsingsmechanisme op de graden- schaal
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premie- vervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hier- na omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veran- deren, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de maat- schappij die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelde een schadevergoeding uitbetaald heeft of zal moeten uitbetalen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag vooraf-gaat. Indien zij om enige reden korter is dan negen en een halve maand, zal zij bij de volgende observatieperiode worden geteld.
5) Werkingswijze van het mechanisme
De bewegingen geschieden als volgt :
a) per geobserveerde verzekeringsperiode : onvoorwaardelijke daling met één graad,
b) per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen : stij- ging met vijf graden per schadegeval.
6) Beperkingen van het mechanisme
- de graden 22 en 0/4 zullen nooit over- schreden worden,
- de graden 0/1, 0/2, 0/3 en 0/4 kunnen respectievelijk bereikt worden enkel en alleen na één, twee, drie en vier verzeke- ringsjaren zonder schadegeval bij de maatschappij.
7) Verbetering van de graad
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringsnemer verkeerd bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die eruit voortvloeien, respectievelijk aan de verze- keringsnemer terugbetaald of door de maatschappij opgeëist.
Het door de maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke intrest indien de verbetering meer dan een jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze intrest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde premie werd geïnd.
8) Verandering van rijtuig
De verandering van rijtuig heeft geen enkele weerslag op de personalisatiegraad.
9) Opnieuw van kracht worden
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte perso- nalisatiegraad van toepassing.
10)Verandering van maatschappij
Indien de verzekeringsnemer, voor het slui- ten van de overeenkomst, door een andere maatschappij verzekerd werd, is hij ver- plicht aan de maatschappij de schadege- vallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere maatschappij afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
11)Attest ingeval van opzegging van de over- eenkomst
Binnen 15 dagen na het einde van de over- eenkomst levert de maatschappij aan de verzekeringsnemer een schadegevallenat- test af, conform het koninklijk besluit van 14/12/1992.
HOOFDSTUK XI : FRANCHISE JONGE BESTUURDER
Artikel 39
De verzekeringsnemer verbindt er zich toe de uitgaven van de maatschappij, in hoofdsom en kosten, tot het beloop van het bedrag vermeld in de overeenkomstclausules en bijzondere voorwaarden terug te storten, indien er zich een schadegeval voordoet wanneer de bestuurder van het rijtuig minder dan 31 jaar oud is.
Bij gebrek van terugstorting, zal de procedure beschreven in artikel 13 van toepassing zijn.
De regeling van een schadegeval, die gebeurd is zonder instemming van de verzekeringsne- mer, zal deze laatste niet kunnen tegengewor- pen worden dan wanneer zijn aandeel lager is dan dat van de maatschappij. Tevens zal de maatschappij van de datum van de aanmaning
af tot de volledige inning van de verschuldigde sommen het recht hebben de overeenkomst op te zeggen.
HOOFDSTUK XII -
VERGOEDING VAN BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN
VERKEERSONGEVALLEN
Artikel 40
1) Bij een verkeersongeval waarbij het verze- kerde motorrijtuig betrokken is, op de plaat- sen bedoeld in artikel 2, § 1 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplich- te aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade en de schade geleden door de bestuurder van elk van de betrok- ken motorrijtuigen, alle schade geleden door de slachtoffers en hun rechthebben- den en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de kledij- schade, vergoed door de maatschappij overeenkomstig artikel 29 bis van hogerver- melde wet. Deze bepaling is ook van toe- passing indien de schade opzettelijk werd veroorzaakt door de bestuurder.
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade. Onder functionele prothesen wordt verstaan : de door het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren.
Slachtoffers die ouder zijn dan 14 jaar en het ongeval en zijn gevolgen hebben gewild, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van het eerste lid.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aan- sprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgewe- ken.
2) De bestuurder van een motorijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzettelijk heeft veroorzaakt.
3) Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandi- capten in het verkeer kunnen worden gebracht.
4) Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing behalve de artikelen 1 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk I (Voorwerp en omvang van de verzekering).
Wat hoofdstuk VII (Verhaal van de maat- schappij) betreft, heeft de maatschappij een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 25.1 a), 25.3 b) en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedin- gen betreft, in 25.3 d) bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van ver- haal in alle andere in artikel 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerrechtelijke aanprakelijkheids- regels de aansprakelijkheid van een verze- kerde aantoont, en dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is. Voor de toe- passing van de bepalingen van hoofdstuk X (a posteriori personalisatiestelsel) wordt de betaling die in uitvoering van 1) is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat
aanleiding geeft tot een stijging op de gra- denschaal indien, op grond van de regels van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, geen enkele verzekerde aansprakelijk is.
De maatschappij moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen.
5) Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 16, alinea 1, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verze- keringsnemer, ook al zou hij niet aanspra- kelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
HOOFDSTUK XIII : BIJSTAND ONGEVAL
INLEIDING
De waarborgen van de bijstand ongeval wor- den uitgevoerd door IMA Benelux voor reke- ning van P&V bijstand.
Voorafgaandelijk vertrouwen
De Bijstand Ongeval bevat een geheel van waarborgen die, in een geest van voorafgaan- delijk vertrouwen, uitwerking kunnen hebben bij de vele moeilijkheden die de verzekerden kunnen ondervinden tijdens hun verplaatsingen in België en in het buitenland.
Misbruik van vertrouwen
Indien IMA BENELUX de houding van een ver- zekerde verkeerd of misleidend vindt, zullen de bezwarende feiten meegedeeld worden aan P&V Bijstand.
IMA BENELUX zal in dit geval de terugbetaling vragen van het geheel of een gedeelte van de kosten die kunnen beschouwd worden als een rechtstreeks gevolg van deze houding.
Uitzonderlijke omstandigheden
De verzekerden die tijdens hun verplaatsingen gecon-fronteerd worden met ernstige moeilijk- heden die niet voorzien zijn in dit contract, kunnen beroep doen op P&V BIJSTAND die alles in het werk zal stellen om ze te helpen.
BEPALINGEN
Artikel 41
41.1 Auto ongeval
Een plotse onvrijwillige, onvoorzienbare gebeurtenis die een aanrijding met een aan het voertuig vreemd voorwerp heeft veroorzaakt, waardoor het voertuig dermate beschadigd werd dat het gebruik onmogelijk, gevaarlijk of niet conform aan de vigerende regels maakt. Worden eveneens als ongeval beschouwd de rechtstreeks aangebrachte voertuigschade als gevolg van een abnormaal zwaar natuur feno- meen (rechtstreekse gevolgen van instorting van rotsen, steenval, grondverzakking, lawine, druk of val van een sneeuw-of ijsmassa, storm, hagel, overstroming, aardbeving, vulkaanuit- barsting), evenals de aanslagen, de daden van terrorisme, de daden van vandalisme of kwaad opzet en brand.
41.2 Huisdieren
Huisdieren zijn dierensoorten die sinds zeer lang in het dagelijks leven van de mens zijn ingeburgerd en die in de woonplaats van de verzekerde vertoeven.
41.3 De verzekerden
a) De verzekeringsnemer (of indien deze een rechtspersoon is, de natuurlijke persoon van wie de naam hernomen is in de bijzon- dere voorwaarden) voor zover hij in België
woont, evenals de personen die bij hem inwonen.
b) De toegelaten bestuurder evenals elke fysie- ke persoon die zich in het verzekerd voer- tuig bevindt.
41.4 Reisgoed
Een geheel van materialen en goederen die worden meegenomen ter gelegenheid van een verplaatsing met uitzondering van alle betaal- middelen (cashgeld, deviezen, cheques, bank- kaarten, …), bederfbare goederen, voertuigtoe- behoren (zetelhoesen, reservewiel, autoradio,
…), audio-vidéo materiaal of grote huishoud- toestellen, juwelen of andere waardevolle zaken.
41.5 Logieskosten
Kosten verbonden aan de overnachting in het hotel en de maaltijden, met uitzondering van de telefoon- en barkosten.
41.6 Derden
Alle personen andere dan de verzekerden.
41.7 Werkelijke waarde van het voertuig
De werkelijke waarde is de waarde van het voertuig onmiddelijk voor het schadegeval, door expertise vastgesteld.
41.8 Het verzekerd voertuig
a) Het in de bijzondere voorwaarden omschre- ven voertuig, evenals de eraan gekoppelde aanhangwagens of caravans.
Zijn uitgesloten :
- de voertuigen bestemd voor het betaald vervoer van personen,
- de voertuigen waarvan de maximum toegelaten massa de 3,5 Ton over- schrijdt,
- de bromfietsen.
b) Het voertuig dat tot dezelfde categorië als het omschreven voertuig behoort en dat aan een derde toebehoort, indien dit voer- tuig gedurende een periode van maximum 30 dagen, het omschreven voertuig, dat om welke reden ook definitief of tijdelijk onbruikbaar zou zijn, vervangt; de voor- noemde periode gaat in de dag waarop het omschreven voertuig onbruikbaar wordt.
BIJSTAND AAN HET VOERTUIG INGEVOLGE EEN AUTO ONGEVAL
Artikel 42
42.1 Ongeval in België
a) Depannage
Telkens wanneer het nodig blijkt, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wisselstuk- ken moeten door de verzekerde betaald worden.
b) Sleepkosten
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan hersteld worden, regelt en betaalt P&V Bijstand het slepen ervan naar de dichtsbij- gelegen garage.
Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse, en onder goede tijds- en kwaliteits- normen, kunnen gebeuren, kan P&V Bijstand beslissen het voertuig naar een tweede garage, die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren, te vervoeren.
c) Vervoer
Is het voertuig meer dan 24 uur onbruikbaar regelt en betaalt P&V Bijstand het vervoer van het voertuig naar de door de verzeker- de aangeduide garage in de nabijheid van zijn woonplaats.
d) Kosten van bewaring
In het kader van een vervoer betaalt P&V Bijstand de kosten van bewaring van het voertuig voor de periode die loopt vanaf de dag van de oproep door de verzekerde aan P&V Bijstand tot de dag van ophaling door de vervoerder.
42.2 Ongeval in het buitenland
a) Depannage
Telkens wanneer het nodig blijkt, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wisselstuk- ken moeten door de verzekerde betaald worden.
b) Sleepkosten
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan hersteld worden, regelt en betaalt P&V Bijstand het slepen ervan naar de dichtsbij- gelegen garage.
Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse, en onder goede tijds- en kwaliteits- normen, kunnen gebeuren, kan P&V Bijstand beslissen het voertuig naar een tweede garage, die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren, te vervoeren.
c) Repatriëring
Wanneer het voertuig in België herstelbaar is en het meer dan 5 dagen ter plaatse onbruikbaar is, dan regelt en betaalt P&V Bijstand de repatriëring van dat voertuig per vrachtwagen of per boot.
Deze waarborg wordt slechts toegekend op voorwaarde dat de transportkosten niet hoger zijn dan de werkelijke waarde van het voertuig, zoals omschreven in artikel 41.7, verminderd met de wrakwaarde.
x) Xxxxxxxxxxx
Als de verzekerde beslist afstand te doen van het wrak ter plaatse, dan regelt en betaalt P&V Bijstand de vervulling van de hieraan verbonden formaliteiten.
e) Kosten van bewaring
In het kader van een repatriëring betaalt P&V Bijstand de kosten van bewaring van het voertuig voor de periode die loopt vanaf de dag van de oproep door de verzekerde aan P&V Bijstand tot de dag van ophaling door de vervoerder.
f) Opsturen van wisselstukken
P&V Bijstand regelt en betaalt de kosten voor de verzending van de wisselstukken, taksen en douanekosten inbegrepen, voor zover deze stukken ter plaatse onvindbaar zijn en ze nodig zijn voor de goede werking van het voertuig en de veiligheid ervan.
De kostprijs van de wisselstukken blijft ten laste van de verzekerde en moet terugbe- taald zijn binnen de maand te rekenen vanaf de datum van verzending.
BIJSTAND AAN DE INZIT- TENDEN VAN HET VOER- TUIG INGEVOLGE EEN AUTO-ONGEVAL
Artikel 43
Van zodra de herstellingsduur 2 uur in België en 24 uur in het buitenland overschrijdt, regelt en betaalt P&V Bijstand één van de volgende waarborgen.
43.1 Terugreis van de inzittenden naar hun woonplaats
Vervoer van de inzittenden naar hun woon- plaats in België en dit met de aangepaste mid- delen.
Deze waarborg wordt niettemin toegestaan zonder termijnvoorwaarde indien een onmid- dellijke terugreis zich opdringt.
43.2 Voortzetting van de reis
Vervoer van de inzittenden naar hun plaats van bestemming. In het buitenland worden die kos- ten ten laste genomen tot het beloop van de kosten die zouden verbonden zijn aan een terugreis van deze personen naar hun woon- plaats.
43.3 Logieskosten
De hotelkosten van de inzittenden tot het beloop van 70 EUR per nacht en per persoon voor een maximale periode van 5 nachten. Deze waarborg wordt toegestaan vanaf de eerste nacht van de onbruikbaarheid van het voertuig. Tevens regelt en betaald P&V Bijstand de vol- gende waarborgen:
43.4 Ophalen van het voertuig
P&V Bijstand stelt een vervoermiddel of elk ander aangepast middel ter beschikking van de verzekerde om zijn hersteld voertuig op te halen.
43.5 Reisgoed
Bij het vervoer van de inzittenden van het voer- tuig, regelt en betaalt P&V Bijstand het vervoer van hun reisgoed in de limiet van 30 kgs.
43.6 Huisdieren
Bij het vervoer van de inzittenden van het voer- tuig, regelt en betaalt P&V Bijstand ook het vervoer van de huisdieren die hen vergezellen.
43.7 Juridische bijstand in het buitenland
Wanneer een verzekerde ingevolge een ver- keersongeval gerechtelijk vervolgd wordt in het buitenland, wendt P&V bijstand volgende mid- delen aan om hem bij te staan :
a) Voorschieten van de strafrechterlijke borg- stelling, boeten of juridische bijstandkosten.
b) Betaling van het ereloon van de advokaat, tot het beloop van 3.000 EUR, om de rechtsbijstand van de verzekerde te verze- keren.
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE WAARBORGEN
Artikel 44
44.1 Verzekeringsgebied
a) In België : de waarborgen worden verleend zonder km vrijstelling.
b) In het buitenland : de waarborgen worden verleend in alle landen van Europa en het Middellandse Zeegebied.
44.2 Geldigheid van de waarborgen
De gewaarborgde prestaties hebben betrek- king op verplaatsingen van minder dan 3 maanden.
Ze worden uitgevoerd door P&V Bijstand of met haar voorafgaandelijk akkoord.
P&V Bijstand komt achteraf niet tussen in de uitgaven die de verzekerde op eigen initiatief gedaan heeft.
Nochtans, om de verzekerde die blijk gegeven heeft van een verstandig initiatief en die in de onmogelijkheid verkeerde P&V Bijstand te bereiken, niet te straffen, zal P&V Bijstand ach- teraf de ten lasteneming overwegen, op basis van bewijsstukken en binnen de grenzen van de kosten die ze gemaakt zou hebben indien ze zou opgeroepen zijn.
Voor elk van de waarborgen depannage en sleepkosten (artikel 42.1 a) b) en artikel 42.2 a) b), zal die ten lasteneming op basis van bewijs- stukken gebeuren ten belope van 250 eur voor een gebeurtenis in België en ten belope van 400 eur voor een gebeurtenis in het buitenland.
44.3 Bewijsstukken en terugbetaling van voorschotten
P&V Bijstand behoudt zich het recht voor alle bewijsstukken van de feiten, die de inwerking- treding van de waarborgen bewerkstelligd hebben, te eisen.
Op dezelfde wijze kan ze een schulderkenning, een borg of elke waarborg van terugbetaling bij het voorschieten van fondsen vragen, wanneer de artikelen 42.2 f) en 43.7 in werking treden. De voorgeschoten bedragen, welke ook de aangegane prestaties zijn, zullen aan P&V Bijstand moeten terugbetaald worden binnen een termijn van 1 maand.
44.4 Indeplaatsstelling
Tot het beloop van de aangegane kosten treedt P&V Bijstand in alle rechten en rechts- vorderingen van de verzekerden tegen aan- sprakelijke derden.
Wanneer het geheel of een gedeelte van de geleverde prestaties, ter uitvoering van de waarborgen van het bijstand ongeval, geheel of gedeeltelijk gedekt zijn door een verzekerings- polis of elk ander organisme, dan moet de ver- zekerde de betrokken organismen verzoeken hem de verschuldigde bedragen terug te beta- len en dient hij ze, tot het beloop van de door haar aangegane kosten, terug te storten aan P&V Bijstand.
44.5 Tussenkomstmodaliteiten van P&V bijstand
De bijstandswaarborgen dienen in geen geval in de plaats te treden van de tussenkomsten van openbare diensten, in het bijzonder op het gebied van dringende hulp.
P&V Bijstand kan slechts tussenkomen binnen de grenzen van de akkoorden gegeven door de lokale overheid.
P&V Bijstand zal niet aansprakelijk gesteld worden voor gebrek of verhindering van de uit- voering van haar verplichtingen die het gevolg zouden zijn van overmacht of van gebeurtenis- sen zoals oorlog, burgeroorlog, revolutie, volksopstand, oproer, staking, beslaglegging of dwang door de openbare macht, officieel verbod, piraterij, ontploffing, nucleaire of radio- actieve ongevallen, klimatologische belemme- ringen.
TITEL II :
RECHTSBIJSTAND VERZEKERING
De algemene voorwaarden van titel I zijn van toepassing, voor zover er in onderstaande bepalingen niet uitdrukkelijk van afgeweken wordt.
BEGRIPSBEPALINGEN
DE VERZEKERDEN
Artikel 1
Onder verzekerden verstaat men :
a) De verzekeringsnemer, de eigenaar of iedere gemachtigde houder of bestuurder van het verzekerd voertuig.
b) De personen die bij hen inwonen.
Evenwel, wanneer het verhaal voor wat betreft de materiële of lichamelijke schade van de vervoerde personen, gericht is tegen de bestuurder of een inzittende van het ver- zekerd voertuig, dan is de waarborg afhan- kelijk van het bestaan van een contract "Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen", dat de geleden schade daadwerkelijk dekt en waarvan de waarbor- gen niet zijn opgeschort.
c) De personen andere dan deze vermeld in a) en b), die zonder winstbejag worden ver- voerd, overeenkomstig de contractuele voorgeschreven bepalingen die in voege zijn. Er is evenwel geen waarborg wanneer die personen rechten kunnen laten gelden, wel de ene tegen de andere, wel tegen die vermeld sub a) en b).
Artikel 2
Wanneer een verzekerde die deze waarborg geniet overlijdt, worden zijn rechten overgedra- gen aan zijn niet van tafel en bed feitelijk gescheiden echtgenoot, zijn ascendenten en descendenten.
DE DERDEN
Artikel 3
Onder derden verstaat men alle andere perso- nen dan de verzekerden.
HET VERZEKERD MOTORRIJTUIG
Artikel 4
Onder verzekerd voertuig verstaat men uitslui- tend :
a) Het omschreven voertuig.
b) Een motorrijtuig dat tot dezelfde categorie behoort als het omschreven voertuig, dat toebehoort aan een derde en bestuurd wordt door de verzekeringsnemer of door een persoon die bij hem inwoont :
- wanneer dit voertuig gedurende een periode van maximum 30 dagen het omschreven voertuig vervangt dat, om welke reden ook, definitief of tijdelijk onbruikbaar zou zijn, deze periode begint op de dag waarop het onbruik- baar wordt,
- wanneer dit voertuig bij gelegenheid wordt bestuurd, zelfs terwijl het omschre- ven voertuig in gebruik is.
c) Bij overdracht van eigendom van het omschreven voertuig, blijven de waarbor- gen behouden voor het nieuw voertuig, gedurende 16 dagen vanaf de overdracht, zonder dat er enige formaliteit dient vervuld
te worden, indien het nieuw voertuig zelfs ongeoorloofd onder het inschrijvingsmerk van het overgedragen voertuig rijdt.
De dekkingen b) en c) zijn van aanvullende aard.
DOEL DE VERZEKERING
DE STRAFRECHTELIJKE EN BURGERRECHTELIJKE VERDEDIGING
Artikel 5
De maatschappij neemt de kosten en erelonen voor haar rekening om de verdediging van de verzekerden waar te nemen in elke burgerrech- telijke of strafrechtelijke procedure in verband met de inbreuken op de wetten en verordenin- gen betreffende de politie van het wegverkeer en in verband met de misdrijven van onvrijwilli- ge doding of verwondingen door onvoorzich- tigheid ten gevolge van het gebruik van het verzekerd voertuig.
BURGERRECHTELIJK VERHAAL
Artikel 6
De maatschappij neemt de kosten en de erelo- nen voor haar rekening om - op minnelijke of gerechtelijke wijze – na een schadegeval waar- bij het verzekerd voertuig betrokken is :
- een verhaal te nemen tegen de derde die aansprakelijk is, ten einde schadeloosstel- ling van de door de verzekerden geleden materiële en lichamelijke schade te beko- men;
- een verhaal te nemen voor de schadeloos- telling van de verzekerde in het kader van de wetgeving op de arbeidsongevallen, indien aangaande de toepassing van deze wetgeving een geschil ontstaan is.
INSOLVENTIE VAN DE DERDEN
Artikel 7
De maatschappij vergoedt de schade door de verzekerden geleden en die recht geeft op de waarborg Verhaal op de aansprakelijke der- den :
- wanneer die schade is veroorzaakt door geïdentificeerde en als insolvent erkende derden,
- en in de mate dat er geen enkel openbaar of privé-organisme schuldenaar kan ver- klaard worden.
De schadeloosstelling wordt gestort onder aftrek van een franchise van 625 EUR per schadegeval.
In de mate van haar tussenkomst treedt de maatschappij in de rechten van de verzekerde tegenover iedere aansprakelijke derde.
CONTRACTUELE GESCHILLEN
Artikel 8
Indien het omschreven voertuig behoort tot de categorie Toerisme en Zaken, neemt de maat- schappij de kosten en erelonen voor haar reke- ning om jegens een derde aansprakelijke - op minnelijke of gerechtelijke wijze - de belangen van de verzekerden te behartigen bij geschillen van contractuele aard, met uitzondering van deze eigen aan de uitvoering van de verzeke- ringscontracten, van het omschreven voertuig.
ADMINISTRATIEVE GESCHILLEN
Artikel 9
Indien het omschreven voertuig behoort tot de categorie Toerisme en Zaken, neemt de maat- schappij de kosten en erelonen voor haar reke- ning om - op minnelijke of gerechtelijke wijze - de belangen van de verzekerden te behartigen in procedures van administratieve geschillen op het gebied van inschrijving, belastingen op de inverkeerstelling, en de technische controle van het omschreven voertuig.
VERZEKERDE BEDRAGEN
Artikel 10
Elk van de waarborgen omschreven in de arti- kelen 5, 6, 8 en 9 wordt toegestaan tot het beloop van 12.500 EUR niet-geïndexeerd per schadegeval. Deze omschreven in artikel 7 wordt toegestaan tot 7.500 EUR niet-geïnd- exeerd per schadegeval.
In geval het verzekerd bedrag ontoereikend is, zullen de verzekeringsnemer, zijn samenwo- nende echtgenoot of levensgezel en hun kin- deren de voorrang hebben op de andere ver- zekerden.
KOSTEN DIE TEN LASTE WORDEN GENOMEN
Artikel 11
De maatschappij neemt ten laste :
- de kosten verbonden aan het samenstellen en het beheren van het dossier,
- de onderzoekskosten,
- de expertisekosten. De verzekerde beschikt over de vrije keuze van deskundigen die belast zijn om zijn belangen te behartigen ter gelegenheid van minnelijke of gerechte- lijke expertises;
- de kosten en erelonen van gerechtsdeur- waarders,
- de kosten van gerechtelijke en extragerech- telijke procedures die ten laste zijn van de verzekerde, met inbegrip van de gerechtelij- ke kosten van de tegenpartij indien de ver- zekerde gerechtelijk gehouden is hen terug te betalen,
- de verplaatsingskosten gemaakt door een verzekerde indien hij zich genoodzaakt ziet persoonlijk te verschijnen voor de recht- bank,
- de verblijfskosten van de verzekerde indien hij persoonlijk dient te verschijnen voor een buitenlandse rechtbank,
- de kosten en erelonen van één advocaat.Het is de verzekerde toegelaten, ongeacht de reden, éénmaal te veranderen van advocaat.
VERZEKERINGSGEBIED
Artikel 12
De verzekering is verworven in alle landen waar de verplichte verzekering Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen van het verzekerde voertuig van toepassing is.
TUSSENKOMST MODALI- TEITEN
Artikel 13
Bij een schadegeval worden de verzekerden verzocht om een Europees Aanrijdingsformulier in te vullen en op te zen- den naar .:
P&V-VERZEKERINGEN
Dienst Schadegevallen Xxxxxxxxxxxxx, 000
1210 BRUSSEL
Wanneer het om een schadegeval gaat dat valt binnen het kader van de waarborgen beschre- ven in de artikelen 5, 6, 8 en 9, geeft de maat- schappij het dossier aan :
LEGIBEL
Xxxxxxxxxxxxx, 00
1000 BRUSSEL
LEGIBEL is een van de maatschappij juridisch zelfstandige onderneming met als opdracht, in alle onafhankelijkheid, de schadegevallen te beheren.
De rol van de maatschappij is dus beperkt tot het voor haar rekening nemen van de kosten en erelonen, door LEGIBEL aangegaan, voor het beheer van het dossier.
Artikel 14
De verzekerden en LEGIBEL onderzoeken samen de te nemen maatregelen. Zonodig onderneemt LEGIBEL de nodige stappen om tot een minnelijke schikking te komen.
Te dien einde, wordt uitdrukkelijk overeenge- komen dat LEGIBEL geen enkel voorstel tot transactie aanvaardt zonder voorafgaand akkoord van de verzekerden.
Artikel 15
Wanneer moet worden overgegaan tot een gerechtelijke administratieve procedure, en tel- kens wanneer er een belangenconflict met de maatschappij ontstaat, zijn de verzekerden vrij in de keuze van een advocaat (of van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasse- lijke wet) om hun belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, zij verbin- den er zich echter toe om eerst met LEGIBEL in contact te treden.
Artikel 16
Bij verschil van mening met LEGIBEL over de gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van het schadegeval en onverminderd de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen, hebben de verzekerden het recht een advocaat van hun keuze te raadplegen (en dit na betekening door LEGIBEL van diens stand- punt of van diens weigering om de stelling van de verzekerden te volgen).
Zo de advocaat het standpunt van LEGIBEL bevestigt, wordt aan de verzekerden de helft terugbetaald van de kosten van honoraria van deze raadpleging.
Indien tegen het advies van deze advocaat de verzekerden op hun kosten een procedure beginnen en een beter resultaat bekomen dan hetgeen ze zouden hebben bekomen indien ze het standpunt van LEGIBEL zouden gevolgd hebben, dan komt deze laatste - binnen de grenzen van de artikelen 5, 6, 8 en 9 - tussen in de gedane kosten evenals in de som van kosten en honoraria van de raadpleging.
Indien de advocaat de stelling van de verzeker- den bevestigt, is LEGIBEL, ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden haar waar- borg te verlenen en de verzekerden krijgen de
kosten van deze procedure terugbetaald met inbegrip van de kosten en de honoraria van de raadpleging.
GEVALLEN VAN NIET–VERZEKERING
Artikel 17
Zijn van de waarborg uitgesloten :
1) De boetes en transacties met het Openbaar Ministerie, de kosten met betrekking tot de ademtest en de bloedanalyse.
2) De kosten en erelonen voor de rechtsvorde- ring wanneer het schadebedrag dat dient verhaald in hoofdsom minder bedraagt dan 500 EUR niet-geïndexeerd.
3) De geschillen die dienen voorgelegd aan het Hof van Cassatie, wanneer het bedrag van de schade in hoofdsom minder bedraagt dan 2 500 EUR niet-geïndexeerd.
4) De geschillen waarvoor de verzekerden opzettelijk valse of onvolledige verklaringen hebben afgelegd, die van aard zijn de mening van de maatschappij over het ver- der verloop van het schadegeval te wijzi- gen.
5) De schadegevallen :
a) die zich voordoen bij oorlog, met inbe- grip van burgeroorlog, en elke collectie- ve gewelddaad, al dan niet gepaard gaande met rebellie tegen de overheid, tenzij de verzekerde het bewijs levert dat er geen oorzakelijk verband bestaat tus- sen die gebeurtenissen en de geleden schade ;
b) veroorzaakt of verzwaard door gebeur- tenissen van atomische radio-actieve oorsprong ;
c) die zich voordoen terwijl het voertuig verhuurd (met uitzondering van het con- tract, waarbij deze waarborg werd onderschreven met betrekking tot een voertuig dat toebehoort aan een ver- huurfirma) of opgeëist is ;
6) De gevallen waarvoor de maatschappij, krachtens artikel 25 van de algemene voor- waarden van de verzekering van de Burgerrechtelijke aansprakelijkheid (titel I), een verhaal zou kunnen uitvoeren.
7) De gevallen waarvoor een verzekerde, zon- der schadegeval, vervolgd wordt voor dron- kenschap of alcoholintoxicatie.
8) De kosten en erelonen die betrekking heb- ben op de burgerrechtelijke verdediging van de verzekerde die het voorwerp uitmaakt van een verhaal in terugbetaling van de aan een derde gestorte sommen.
OPZEGGING
Artikel 18
Zowel de maatschappij als de verzekeringsne- mer kunnen de huidige waarborg opzeggen na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de tussenkomst of wei- gering tot tussenkomst.
In dit geval wordt de opzegging drie maanden na de dag van de betekening van kracht.
Artikel 29 alinea 3 van titel I is eveneens van toepassing.
TITEL III :
ALGEMENE BIJSTAND
De algemene voorwaarden van titel I zijn van toepassing, voor zover er in onderstaande bepalingen niet uitdrukkelijk van afgeweken wordt.
INLEIDING
De waarborgen van de algemene bijstand wor- den uitgevoerd door IMA Benelux voor reke- ning van P&V Bijstand.
Voorafgaandelijk vertrouwen
De Algemene Bijstand bevat een geheel van waarborgen die, in een geest van voorafgaan- delijk vertrouwen, uitwerking kunnen hebben bij de vele moeilijkheden die de verzekerden kunnen ondervinden tijdens hun verplaatsingen in België en in het buitenland.
Misbruik van vertrouwen
Indien IMA BENELUX de houding van een ver- zekerde verkeerd of misleidend vindt, zullen de bezwarende feiten meegedeeld worden aan P&V Bijstand.
IMA BENELUX zal in dit geval de terugbetaling vragen van het geheel of een gedeelte van de kosten die kunnen beschouwd worden als een rechtstreeks gevolg van deze houding.
Uitzonderlijke omstandigheden
De verzekerden die tijdens hun verplaatsingen gecon-fronteerd worden met ernstige moeilijk- heden die niet voorzien zijn in dit contract, kunnen beroep doen op P&V BIJSTAND die alles in het werk zal stellen om ze te helpen.
BEPALINGEN
Artikel 1
1.1 Lichamelijk ongeval
Een plotse onvrijwillige, onvoorzienbare gebeurtenis extern aan het menselijk lichaam zonder enig verband met een ziekte, waarbij fysisch letsels wordt toegebracht.
1.2 Auto ongeval
Een plotse onvrijwillige, onvoorzienbare gebeurtenis die een aanrijding met een aan het voertuig vreemd voorwerp heeft veroorzaakt, waardoor het voertuig dermate beschadigd werd dat het gebruik onmogelijk, gevaarlijk of niet conform aan de vigerende regels maakt.
Worden eveneens als ongeval beschouwd de rechtstreeks aangebrachte voertuigschade als gevolg van een abnormaal zwaar natuur feno- meen (rechtstreekse gevolgen van instorting van rotsen, steenval, grondverzakking, lawine, druk of val van een sneeuw-of ijsmassa, storm, hagel, overstroming, aardbeving, vulkaanuit- barsting), evenals de aanslagen, de daden van terrorisme, de daden van vandalisme of kwaad opzet en brand.
1.3 Huisdieren
Huisdieren zijn dierensoorten die sinds zeer lang in het dagelijks leven van de mens zijn ingeburgerd en die in de woonplaats van de verzekerde vertoeven.
1.4 De verzekerden
a) De verzekeringsnemer (of indien deze een rechtspersoon is, de natuurlijke persoon van wie de naam hernomen is in de bijzon- dere voorwaarden) voor zover hij in België
woont, evenals de personen die bij hem inwonen.
De waarborgen worden aan deze personen verleend zelfs indien ze afzonderlijk reizen.
b) De toegelaten bestuurder evenals elke fysi- sche persoon die zich in het verzekerd voertuig bevindt, voor een gebeurtenis die rechtstreeks verband houdt met het gebruik van het voertuig.
1.5 Reisgoed
Een geheel van materialen en goederen die worden meegenomen ter gelegenheid van een verplaatsing met uitzondering van alle betaal- middelen (cashgeld, deviezen, cheques, bank- kaarten, …), bederfbare goederen, voertuigtoe- behoren (zetelhoesen, reservewiel, autoradio,
…), audio-video materiaal of grote huishoud- toestellen, juwelen of andere waardevolle zaken.
1.6 Logieskosten
Kosten verbonden aan de overnachting in het hotel en de maaltijden, met uitzondering van de telefoon- en barkosten.
1.7 Ziekte
Plotse en onvoorzienbare wijziging van de gezondheidstoestand al dan niet het gevolg van een voorafbestaande toestand, zonder veroorzaakt te zijn door een lichamelijk onge- val, vastgesteld door een bevoegde medische autoriteit en die de normale verderzetting van de reis of het verblijf verhindert.
1.8 Derden
Alle personen andere dan de verzekerden.
1.9 Werkelijke waarde van het voertuig
De werkelijke waarde is de waarde van het voertuig onmiddelijk voor het schadegeval, door expertise vastgesteld.
1.10 Het verzekerd voertuig
a) Het in de bijzondere voorwaarden omschre- ven voertuig, evenals de eraan gekoppelde aanhangwagens of caravans.
Zijn uitgesloten :
- de voertuigen bestemd voor het betaald vervoer van personen,
- de voertuigen waarvan de maximum toegelaten massa de 3,5 Ton over- schrijdt,
- de bromfietsen.
b) Het voertuig dat tot dezelfde categorië als het omschreven voertuig behoort en dat aan een derde toebehoort, indien dit voer- tuig gedurende een periode van maximum 30 dagen, het omschreven voertuig, dat om welke reden ook definitief of tijdelijk onbruikbaar zou zijn, vervangt; de voor- noemde periode gaat in de dag waarop het omschreven voertuig onbruikbaar wordt.
BIJSTAND AAN HET VOERTUIG DAT HET VOORWERP HEEFT UIT- GEMAAKT VAN EEN ONGEVAL, DIEFSTAL OF POGING TOT DIEFSTAL.
Artikel 2
2.1 Ongeval, diefstal of poging tot diefstal in België
a) Depannage
Telkens wanneer het nodig blijkt, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wisselstuk- ken moeten door de verzekerde betaald worden.
b) Sleepkosten
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan hersteld worden, regelt en betaalt P&V Bijstand het slepen ervan naar de dichtsbij- gelegen garage.
Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse, en onder goede tijds- en kwaliteits- normen, kunnen gebeuren, kan P&V Bijstand beslissen het voertuig naar een tweede garage, die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren, te vervoeren.
c) Vervoer
Is het voertuig meer dan 24 uur onbruikbaar regelt en betaalt P&V Bijstand het vervoer van het voertuig naar de door de verzeker- de aangeduide garage in de nabijheid van zijn woonplaats.
d) Kosten van bewaring
In het kader van een vervoer betaalt P&V Bijstand de kosten van bewaring van het voertuig voor de periode die loopt vanaf de dag van de oproep door de verzekerde aan P&V Bijstand tot de dag van ophaling door de vervoerder.
2.2 Ongeval, diefstal of poging tot diefstal in het buitenland
a) Depannage
Telkens wanneer het nodig blijkt, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wisselstuk- ken moeten door de verzekerde betaald worden.
b) Sleepkosten
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan hersteld worden, regelt en betaalt P&V Bijstand het slepen ervan naar de dichtsbij- gelegen garage.
Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse, en onder goede tijds- en kwaliteits- normen, kunnen gebeuren, kan P&V Bijstand beslissen het voertuig naar een tweede garage, die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren, te vervoeren.
c) Repatriëring
Wanneer het voertuig in België herstelbaar is en het meer dan 5 dagen ter plaatse onbruikbaar is, dan regelt en betaalt P&V Bijstand de repatriëring van dat voertuig per vrachtwagen of per boot.
Deze waarborg wordt slechts toegekend op voorwaarde dat de transportkosten niet hoger zijn dan de werkelijke waarde van het
voertuig, zoals omschreven in artikel 1.9, verminderd met de wrakwaarde.
x) Xxxxxxxxxxx
Als de verzekerde beslist afstand te doen van het wrak ter plaatse, dan regelt en betaalt P&V Bijstand de vervulling van de hieraan verbonden formaliteiten.
e) Kosten van bewaring
In het kader van een repatriëring betaalt P&V Bijstand de kosten van bewaring van het voertuig voor de periode die loopt vanaf de dag van de oproep door de verzekerde aan P&V Bijstand tot de dag van ophaling door de vervoerder.
f) Opsturen van wisselstukken
P&V Bijstand regelt en betaalt de kosten voor de verzending van de wisselstukken, taksen en douanekosten inbegrepen, voor zover deze stukken ter plaatse onvindbaar zijn en ze nodig zijn voor de goede werking van het voertuig en de veiligheid ervan.
De kostprijs van de wisselstukken blijft ten laste van de verzekerde en moet terugbe- taald zijn binnen de maand te rekenen vanaf de datum van verzending.
BIJSTAND AAN DE INZIT- TENDEN VAN HET VOER- TUIG DAT HET VOOR- WERP HEEFT UITGE- MAAKT VAN EEN ONGE- VAL, DIEFSTAL OF POGING TOT DIEFSTAL.
Artikel 3
Van zodra de herstellingsduur 2 uur in België en 24 uur in het buitenland overschrijdt, regelt en betaalt P&V Bijstand één van de volgende waarborgen.
3.1 Terugreis van de inzittenden naar hun woonplaats
Vervoer van de inzittenden naar hun woon- plaats in België en dit met de aangepaste mid- delen
Deze waarborg wordt niettemin toegestaan zonder termijnvoorwaarde indien een onmid- dellijke terugreis zich opdringt.
3.2 Voortzetting van de reis
Vervoer van de inzittenden naar hun plaats van bestemming. In het buitenland worden die kos- ten ten laste genomen tot het beloop van de kosten die zouden verbonden zijn aan een terugreis van deze personen naar hun woon- plaats.
3.3 Logieskosten
De hotelkosten van de inzittenden tot het beloop van 70 EUR per nacht en per persoon voor een maximale periode van 5 nachten.
Deze waarborg wordt toegestaan vanaf de eer- ste nacht van de onbruikbaarheid van het voertuig.
3.4 Vervangingsvoertuig
Een vervangingsvoertuig van de categorie B wordt ter beschikking gesteld voor de duur van de onbruikbaarheid van het voertuig, maar met een maximum van :
- bij diefstal: 10 dagen
- bij ongeval of poging tot diefstal: 5 dagen in België en 10 dagen in het buitenland.
Bij ongeval of poging tot diefstal :
- deze waarborg wordt slechts toegekend indien P&V Bijstand ingestaan heeft voor de sleping van het voertuig.
- deze waarborg wordt niet toegekend indien het beschadigde voertuig hersteld wordt in een door P&V erkende garage, wanneer deze laatste gehouden is een vervangings- voertuig ter beschikking te stellen van de verzekerde.
Het verstrekken van een vervangingsvoertuig is onderworpen aan de voorwaarden vooropge- steld door de verhuurfirma’s. De gebruiker van het voertuig dient ten minste de leeftijd van 21 jaar bereikt te hebben en in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs sinds één jaar.
Blijven ten laste van de verzekerde de bijko- mende kosten:
- voor het gebruik van het voertuig na de door P&V Bijstand voorziene periode,
- verbonden aan de teruggave van het voer- tuig op een andere plaats dan de plaats van levering;
- van brandstofverbruik,
- van tolkosten,
- van opgelopen boeten,
- van een evetuele vrijstelling in materiële schade.
Tevens regelt en betaalt P&V Bijstand de vol- gende waarborgen:
3.5 Ophalen van het voertuig
P&V Bijstand stelt een vervoermiddel of elk ander aangepast middel ter beschikking van de verzekerde om zijn hersteld voertuig op te halen.
3.6 Reisgoed
Bij het vervoer van de inzittenden van het voer- tuig, regelt en betaalt P&V Bijstand het vervoer van hun reisgoed in de limiet van 30 kgs.
3.7 Huisdieren
Bij het vervoer van de inzittenden van het voer- tuig, regelt en betaalt P&V Bijstand ook het vervoer van de huisdieren die hen vergezellen.
VERVANGINGSCHAUFFEUR
Artikel 4
Bij onbeschikbaarheid van een bestuurder ingevolge een lichamelijk ongeval, een ziekte of een sterfgeval, en wanneer geen enkele andere medereiziger het voertuig kan besturen, stuurt P&V Bijstand een bestuurder bekwaam om het voertuig en de inzittenden naar de woonplaats van de verzekerde terug te bren- gen via de kortste weg.
Eventueel regelt en betaalt P&V bijstand het vervoer van de inzittenden naar hun plaats van bestemming tot het beloop van de kosten die ze zou gedaan hebben om ze naar de woon- plaats van de verzekerde terug te brengen.
De tol- en benzinekosten moeten door de ver- zekerde betaald worden.
BIJSTAND AAN PERSONEN
Artikel 5
5.1 Bij ziekte of ongeval
a) Vervoer of repatriëring van de zieke of gekwetste verzekerde
Indien het medisch noodzakelijk is, beslis- sen de geneesheren van P&V Bijstand, na
overleg met de plaatselijk behandelende geneesheer, en volgens de omstandighe- den, over het vervoer van de zieke of gekwetste verzekerde naar een aangepaste verzorgingsinstelling, een verzorgings- instelling in de omgeving van zijn woon- plaats of zijn woonplaats zelf.
Het vervoermiddel wordt, volgens de ernst van het geval, door de geneesheren van P&V Bijstand gekozen en kan een zieken- wagen, een trein, een helikopter, een lijn- vliegtuig, een sanitair vliegtuig of elk ander aangepast vervoermiddel zijn. Indien nodig gebeurt het vervoer onder constante medi- sche begeleiding.
In alle gevallen regelt P&V Bijstand het ver- voer en draagt er de kosten van.
In de mate van het mogelijke zal er gezorgd worden dat een familielid meereist met de zieke of gekwetste verzekerde.
b) Terugreis van de verzekerde medereizigers
Wanneer er beslist wordt een zieke of gekwetste verzekerde sanitair te vervoeren, regelt en betaalt P&V Bijstand de terugreis naar België, met de aangepaste middelen, van de verzekerde medereizigers die onmo- gelijk met de oorspronkelijk voorziene mid- delen kunnen terugkeren.
Indien kinderen jonger dan 16 jaar, of verze- kerden die geestelijk of lichamelijk onbe- kwaam zijn, zonder meerderjarige begelei- der blijven, regelt en betaalt P&V Bijstand de heen- en terugreis (per trein 1ste klas, per vliegtuig toeristenklas of elk ander aan- gepast vervoermiddel) van een in België wonende en door de familie aangeduide persoon, of van een door P&V Bijstand goedgekeurde persoon, om de verzekerden naar hun woonplaats in België te begelei- den.
Indien nodig, betaalt P&V Bijstand ook de hotelkosten van de begeleider tot het beloop van 70 EUR per nacht en voor een periode van maximum 2 nachten.
c) Xxxxxx van een familielid aan een gehospi- taliseerde verzekerde
Wanneer een zieke of gekwetste verzekerde langer dan 5 dagen gehospitaliseerd moet blijven, regelt en betaalt P&V Bijstand de heen- en terugreis (per trein 1ste klas, per vliegtuig toeristenklas of elk ander aange- past vervoermiddel) van een familielid om de zieke of gekwetste verzekerde te bezoe- ken.
P&V Bijstand betaalt de hotelkosten van deze persoon of van een verzekerde die reeds ter plaatse is en die zijn verblijf ver- lengt, tot het beloop van 70 EUR per nacht en voor een periode van maximum 5 nach- ten.
d) Kosten van verlengd verblijf in hotel
Indien een zieke of gekwetste verzekerde, om medische redenen, de terugreis op de oorspronkelijk voorziene datum niet kan aanvangen, draagt P&V Bijstand de hotel- kosten, tot het beloop van 70 EUR per nacht en per persoon, voor een periode van maximum 5 nachten van :
- de zieke of gekwetste verzekerde,
- een verzekerde medereiziger van wie de aanwezigheid medisch aanbevolen is.
e) Opsturen van geneesmiddelen en brillen
Wanneer ze ter plaatse onvindbaar zijn of zonder equivalent, regelt en betaalt P&V Bijstand de verzending van de aan de ver- zekerde medisch voorgeschreven genees- middelen of brillen die noodzakelijk zijn
voor het verblijf en/of de terugreis van de verzekerde.
De kostprijs van de brillen zal door de ver- zekerde terugbetaald worden aan P&V Bijstand binnen een termijn van 1 maand, te rekenen vanaf de datum van verzending.
Dit is ook het geval voor de geneesmidde- len die dienen om een voorafbestaande ziekte te verzorgen.
f) Terugbetaling van de medische kosten in het buitenland
Aanvullend aan de prestaties verschuldigd door de sociale zekerheid en/of de voor- zorgsorganismen draagt P&V Bijstand de medische-, chirurgische-, farmaceutische- en hospitalisatiekosten in het buitenland tot het beloop van 50.000 EUR per verzekerde.
Wanneer deze kosten gedekt zijn door een verzekeringscontract wordt de tussenkomst van P&V bijstand beschouwd als een terug- betaalbaar voorschot.
5.2. Overlijden van een verzekerde
a) Repatriëring van het stoffelijk overschot
Bij overlijden van een verzekerde in het bui- tenland regelt en betaalt P&V Bijstand naar- gelang het geval
1) ofwel het vervoer van het stoffelijk over- schot tot de begraafplaats in België:
- de kosten van lijkverzorging,
- specifieke maatregelen verbonden aan het transport,
- de kosten van een wettelijk conforme lijkkist van gangbare kwaliteit.
2) ofwel de begrafeniskosten in geval van begrafenis in het buitenland:
- de kosten van het vervoer ter plaatse van het stoffelijk overschot,
- de administratieve formaliteiten ver- bonden aan de begrafenis en het kis- ten,
- de kosten van een wettelijk conforme lijkkist van gangbare kwaliteit.
3) ofwel de begrafeniskosten in geval van crematie in het buitenland
- asurne,
- administratieve formaliteiten,
- de eventuele repatriëring van de as naar België.
In elk geval blijven alle andere kosten zoals ceremoniekosten, uitvaarten begrafeniskosten ten lasre van de fami- lie.
b) Terugreis van de verzekerde medereizigers
Bij overlijden van een verzekerde in het bui- tenland regelt en betaalt P&V Bijstand de terugreis naar België, met de aangepaste middelen, van de verzekerde medereizigers die onmogelijk met de oorspronkelijk voor- ziene middelen kunnen terugkeren.
Indien kinderen jonger dan 16 jaar, of verze- kerden die geestelijk of lichamelijk onbe- kwaam zijn, zonder meerderjarige begelei- der blijven, regelt en betaalt P&V Bijstand de heen- en terugreis (per trein 1ste klas, per vliegtuig toeristenklas of elk ander aan- gepast vervoermiddel) van een in België wonende en door de familie aangeduide persoon, of van een door P&V Bijstand goedgekeurde persoon, om de verzekerden naar hun woonplaats in België te begelei- den.
Indien nodig, betaalt P&V Bijstand ook de hotelkos-ten van de begeleider tot het beloop van 70 EUR per nacht en voor een periode van maximum 2 nachten.
5.3 Andere gebeurtenissen in België en in het buitenland
a) Opsporings- en reddingskosten
Bij ongeval of verdwijning van een verzeker- de betaalt P&V Bijstand, ten belope van
15.000 EUR voor zover ze gerechtvaardigd zijn,:
- de vervoerskosten van de plaats van het ongeval naar de dichtsbijgelegen aange- paste verzorgingsinstelling,
- de opsporingskosten van de verdwaalde verzekerden.
Deze waarborg vereist het voorafgaandelijk akkoord van P&V Bijstand. Ze is niet van toepassing voor de sporten in wedstrijdver- band of op hoog niveau.
b) Vervroegde terugreis bij overlijden van een familielid
Bij overlijden in België van een familielid (echtgenoot, ascendent, descendent of aanverwante) of van een persoon die gewoonlijk met hen samenwoont regelt en betaalt P&V Bijstand de reis van de verze- kerden (per trein 1ste klas, per vliegtuig toe- ristenklas of elk ander aangepast vervoer- middel) om de begrafenis bij te wonen.
Deze waarborg is van toepassing indien de verzekerden de oorspronkelijk voorziene middelen voor hun terugreis niet kunnen gebruiken. Indien de verzekerden dienen terug te gaan naar hun vakantieplaats om hun voertuig op te halen of om hun reis te vervolgen, zal P&V Bijstand ook hiervoor de nodige vervoermiddelen ter beschikking stellen.
c) Verlies en diefstal van het reisgoed
Bij verlies of diefstal van het reisgoed van een verzekerde, zal P&V Bijstand hem hel- pen bij de te nemen stappen en opzoekin- gen. Van zodra het reisgoed teruggevon- den is, zal P&V Bijstand het naar de woon- plaats van de verzekerde of naar zijn vakan- tieplaats verzenden.
d) Reisgoed
Bij het vervoer van personen, regelt en betaalt P&V Bijstand het vervoer van hun reisgoed in de limiet van 30 kgs.
e) Huisdieren
Bij het vervoer van personen, regelt en betaalt P&V Bijstand ook het vervoer van de huisdieren die hen vergezellen.
f) Voorschieten van fondsen
P&V Bijstand kan, mits schulderkenning, een voorschot van fondsen toestaan aan de verzekerde om het hoofd te bieden aan uit- gaven die het gevolg zijn van ernstige, onvoorziene, en dringende moeilijkheden tijdens een verplaatsing.
P&V Bijstand behoudt zich het recht voor elke borg of garantie op terugbetaling van het voorschot te vragen. Dit voorschot zal haar terugbetaald worden binnen de maand te rekenen vanaf de datum van overhandi- ging van de fondsen.
g) Doorgeven van dringende boodschappen
P&V Bijstand zorgt voor het doorgeven van dringende boodschappen aan de familie van een verzekerde of aan zijn werkgever wanneer de verzekerde zich in de onmoge- lijkheid bevindt dit zelf te doen of omge- keerd, een dringende boodschap doorge- ven aan de verzekerde vanwege zijn familie of zijn werkgever.
h) Tolkdienst
Wanneer een verzekerde in de onmogelijk- heid verkeert om zich in de taal van het land, waar hij ernstige moeilijkheden heeft, uit te drukken, staat P&V Bijstand hem toe beroep te doen op de diensten van haar tol- ken.
i) Rapatriëring voor orgaantransplantatie
Indien de verzekerde in afwachting van een orgaantransplantatie dringend opgeroepen wordt door zijn verzorgingsinstelling, zal P&V Bijstand zijn terugkeer naar zijn woon- plaats of de verzorgingsinstelling, met aan- gepaste vervoer, organiseren en betalen.
j) Psychologische bijstand
Indien de verzekerde het slachtoffer wordt van traumatiserende incidenten, zoals ongevallen, brand, diefstal, overlijden, aan- slagen, aggressie, zal P & V Bijstand hem in contact brengen met een psycholoog die naargelang de behoefte :
- één of meerdere individuele onderhou- den zal organiseren ;
- één of meerdere onderhouden in groep zal organiseren.
Deze waarborg is beperkt tot vijf onderouden.
5.4 Informatie
Medische inlichtingen en adviezen kunnen in het buitenland worden verstrekt door de geneesheren van P&V Bijstand :
- tijdens de voorbereiding van de reis (preventiemaatregelen, verplichte of aan te raden inentingen),
- tijdens de reis (keuze van verzorgingsinstel- ling),
- bij de terugkeer (elke medisch voorval dat hiervan het onmiddellijk gevolg is).
Deze inlichtingen en adviezen kunnen niet beschouwd worden als medische consultaties.
Praktiche informatie van algemene aard met betrekking tot de organisatie van de reis kun- nen worden medegedeeld (administratieve for- maliteiten, telefonische verbindingen, econo- mische en klimatologische kenmerken,…).
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE WAARBORGEN
Artikel 6
6.1 Verzekeringsgebied
a) In België : de waarborgen worden verleend zonder km franchise.
b) In het buitenland :
- de bijstandwaarborgen aan het voertuig en zijn inzittenden worden verleend in alle landen van Europa en het Middellandse Zeegebied,
- de bijstandwaarborgen aan personen worden verleend in alle landen van de wereld.
6.2 Geldigheid van de waarborgen
De gewaarborgde prestaties hebben betrek- king op verplaatsingen van minder dan 3 maanden.
Ze worden uitgevoerd door P&V Bijstand of met haar voorafgaandelijk akkoord.
P&V Bijstand komt achteraf niet tussen in de uitgaven die de verzekerde op eigen initiatief gedaan heeft.
Nochtans, om de verzekerde die blijk gegeven heeft van een verstandig initiatief en die in de onmogelijkheid verkeerde P&V Bijstand te
bereiken, niet te straffen, zal P&V Bijstand ach- teraf de ten lasteneming overwegen, op basis van bewijsstukken en binnen de grenzen van de kosten die ze gemaakt zou hebben indien ze zou opgeroepen zijn.
Voor elk van de waarborgen depannage en sleepkosten (artikel 2.1 a) b) en artikel 2.2 a) b), zal die ten lasteneming op basis van bewijs- stukken gebeuren ten beloop van 250 eur voor een gebeurtenis in België en ten beloop van 400 eur voor een gebeurtenis in het buitenland.
6.3 Bewijsstukken en terugbetaling van voorschotten
P&V Bijstand behoudt zich het recht voor alle bewijsstukken van de feiten, die de inwerking- treding van de waarborgen bewerkstelligd hebben, te eisen en voornamelijk een kopie van de neergelegde klacht bij diefstal.
Op dezelfde wijze kan ze een schulderkenning, een borg of elke waarborg van terugbetaling bij het voorschieten van fondsen vragen, wanneer de artikelen 2.2 f), 5.1 e) en 5.3 f) in werking treden.
De voorgeschoten bedragen, welke ook de aangegane prestaties zijn, zullen aan P&V Bijstand moeten terugbetaald worden binnen een termijn van 1 maand.
6.4. Indeplaatsstelling
Tot het beloop van de aangegane kosten treedt P&V Bijstand op in alle rechten en rechtsvorderingen van de verzekerden tegen aansprakelijke derden.
Wanneer het geheel of een gedeelte van de geleverde prestaties, ter uitvoering van de waarborgen van het algemene bijstand, geheel of gedeeltelijk gedekt zijn door een verzeke- ringspolis of elk ander organisme, dan moet de verzekerde de betrokken organismen verzoe- ken hem de verschuldigde bedragen terug te betalen en dient hij ze, tot het beloop van de door haar aangegane kosten, terug te storten aan P&V Bijstand.
6.5 Medische voorvallen
De bedoeling van de overeenkomst is een onmiddellijk gevolg te geven aan de aanvragen van de verzekerden die geconfronteerd wor- den met werkelijke moeilijkheden en dit in een geest van voorafgaandelijk vertrouwen, zoals vermeld in de inleiding.
De beperkingen en uitzonderingen zijn zeld- zaam, naast enkele voorvallen die redelijkerwijs geen aanleiding kunnen geven tot tussenkomst van of ten lasteneming door P&V Bijstand :
- Het feit zal zich onvoorzien moeten voor- doen. P&V Bijstand zal nochtans tussenko- men bij chronische of mentale ziekte, voor zover dit feit het gevolg is van een plotse en acute crisis.
- De kosten van tandheelkunde zullen op dezelfde omstandigheden ten laste geno- men worden.
P&V Bijstand zal de consultaties, behandelin- gen, medische en optische apparatuur en protheses ten laste kunnen nemen, voor zover ze het gevolg zijn van een dringende medische behoefte, en ze plaats gehad heb- ben tijdens een verplaatsing die niet met dit doel geregeld werd.
6.6 Tussenkomstmodaliteiten van P&V bijstand
De bijstandswaarborgen dienen in geen geval in de plaats te treden van de tussenkomsten van openbare diensten, in het bijzonder op het gebied van dringende hulp.
P&V Bijstand kan slechts tussenkomen binnen de grenzen van de akkoorden gegeven door de lokale overheid.
P&V Bijstand zal niet aansprakelijk gesteld worden voor gebrek of verhindering van de uit- voering van haar verplichtingen die het gevolg
zouden zijn van overmacht of van gebeurtenis- sen zoals oorlog, burgeroorlog, revolutie, volksopstand, oproer, staking, beslaglegging of dwang door de openbare macht, officieel verbod, piraterij, ontploffing, nucleaire of radio- actieve ongevallen, klimatologische belemme- ringen.
6.7. Opzegging van de Algemene Bijstand
P&V Bijstand kan de Algemene Bijstand opzeggen bij valse aangifte of poging tot bedrog van een verzekerde.
P&V Bijstand en de verzekeringsnemer kunnen het contract opzeggen na elke schadeaangifte, maar ten laatste 1 maand na de tussenkomst of de weigering van tussenkomst van P&V Bijstand. In dit geval wordt de opzegging drie maanden na de dag van de betekening van kracht.
De opzegging van de Algemene bijstand door P&V Bijstand na aangifte van een schadegeval wordt van kracht één maand na de datum van de betekening ervan, wanneer de verzeke- ringsnemer of de verzekerde één van zijn ver- plichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verze- keraar te misleiden en op voorwaarde dat deze laatste bij een onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor de bevoegde rechtbank heeft gedagvaard.
TITEL IV : PECHVERHELPING
De algemene voorwaarden van titel I zijn van toe- passing, voor zover er in onderstaande bepalingen niet uitdrukkelijk van afgeweken wordt.
INLEIDING
De waarborgen van de pechverhelping worden uitgevoerd door IMA Benelux voor rekening van P&V Bijstand.
Voorafgaandelijk vertrouwen
De pechverhelping bevat een geheel van waar- borgen die, in een geest van voorafgaandelijk vertrouwen, uitwerking kunnen hebben bij de vele moeilijkheden die de verzekerden kunnen ondervinden tijdens hun verplaatsingen in België en in het buitenland.
Misbruik van vertrouwen
Indien IMA BENELUX de houding van een ver- zekerde verkeerd of misleidend vindt, zullen de bezwarende feiten meegedeeld worden aan P&V Bijstand.
IMA BENELUX zal in dit geval de terugbetaling vragen van het geheel of een gedeelte van de kosten die kunnen beschouwd worden als een rechtstreeks gevolg van deze houding.
Uitzonderlijke omstandigheden
De verzekerden die tijdens hun verplaatsingen geconfronteerd worden met ernstige moeilijk- heden die niet voorzien zijn in dit contract, kunnen beroep doen op P&V BIJSTAND die alles in het werk zal stellen om ze te helpen.
BEPALINGEN
Artikel 1
1.1 Huisdieren
Huisdieren zijn dierensoorten die sinds zeer lang in het dagelijks leven van de mens zijn ingeburgerd en die in de woonplaats van de verzekerde vertoeven.
1.2 De verzekerden
a) De verzekeringsnemer (of indien deze een rechtspersoon is, de natuurlijke persoon van wie de naam hernomen is in de bijzon- dere voorwaarden) voor zover hij in België woont, evenals de personen die bij hem inwonen.
b) De toegelaten bestuurder evenals elke fysi- sche persoon die zich in het verzekerd voertuig bevindt.
1.3 Reisgoed
Een geheel van materialen en goederen die worden meegenomen ter gelegenheid van een verplaatsing met uitzondering van alle betaal- middelen (cashgeld, deviezen, cheques, bank- kaarten, …), bederfbare goederen, voertuigtoe- behoren (zetelhoesen, reservewiel, autoradio,
…), audio-video materiaal of grote huishoud- toestellen, juwelen of andere waardevolle zaken.
1.4 Pech
Mechanisch, electrisch, electronisch of hydraulisch defect dat niet veroorzaakt werd door een schok of aanrijding en waardoor het voertuig onbruikbaar, gevaarlijk of niet conform aan de vigerende reglementering wordt.
1.5 Derden
Alle personen andere dan de verzekerden.
1.6 Werkelijke waarde van het voertuig
De werkelijke waarde is de waarde van het voertuig onmiddelijk voor de pech, door exper- tise vastgesteld.
1.7 Het verzekerd voertuig
a) Het in de bijzondere voorwaarden omschre- ven voertuig, evenals de eraan gekoppelde aanhangwagens of caravans.
Zijn uitgesloten :
- de voertuigen bestemd voor het betaald vervoer van personen,
- de voertuigen waarvan de maximum toegelaten massa de 3,5 Ton over- schrijdt,
- de bromfietsen.
b) Het voertuig dat tot dezelfde categorie als het omschreven voertuig behoort en dat aan een derde toebehoort, indien dit voer- tuig gedurende een periode van maximum 30 dagen, het omschreven voertuig, dat om welke reden ook definitief of tijdelijk onbruikbaar zou zijn, vervangt; de voor- noemde periode gaat in de dag waarop het omschreven voertuig onbruikbaar wordt.
Zijn uitgesloten :
- de vervangsvoertuigen ter beschikking gesteld door de garagisten,
- de voertuigen gehuurd bij een verhuur- bedrijf of garage.
BIJSTAND AAN HET VOERTUIG DAT HET VOORWERP HEEFT UIT- GEMAAKT VAN PECH
Artikel 2
2.1 Pech in België
a) Depannage
Telkens wanneer het nodig blijkt, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een her- steller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wisselstukken moe- ten door de verzekerde betaald worden.
b) Sleepkosten
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan hersteld worden, regelt en betaalt P&V Bijstand het slepen ervan naar de dichtsbij- gelegen garage.
Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse, en onder goede tijds- en kwaliteits- normen, kunnen gebeuren, kan P&V Bijstand beslissen het voertuig naar een tweede garage, die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren, te vervoeren.
c) Vervoer
Is het voertuig meer dan 24 uur onbruikbaar regelt en betaalt P&V Bijstand het vervoer van het voertuig naar de door de verzeker- de aangeduide garage in de nabijheid van zijn woonplaats.
d) Kosten van bewaring
In het kader van een vervoer betaalt P&V Bijstand de kosten van bewaring van het voertuig voor de periode die loopt vanaf de dag van de oproep door de verzekerde aan P&V Bijstand tot de dag van ophaling door de vervoerder.
2.2 Pech in het buitenland
a) Depannage
Telkens wanneer het nodig blijkt, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een
hersteller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wissel- stukken moeten door de verzekerde betaald worden.
b) Sleepkosten
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan hersteld worden, regelt en betaalt P&V Bijstand het slepen ervan naar de dichtsbij- gelegen garage.
Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse, en onder goede tijds- en kwaliteits- normen, kunnen gebeuren, kan P&V Bijstand beslissen het voertuig naar een tweede garage, die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren, te vervoeren.
c) Repatriëring
Wanneer het voertuig in België herstelbaar is en het meer dan 5 dagen ter plaatse onbruikbaar is, dan regelt en betaalt P&V Bijstand de repatriëring van dat voertuig per vrachtwagen of per boot.
Deze waarborg wordt slechts toegekend op voorwaarde dat de transportkosten niet hoger zijn dan de werkelijke waarde van het voertuig, zoals omschreven in artikel 1.6, verminderd met de wrakwaarde.
x) Xxxxxxxxxxx
Als de verzekerde beslist afstand te doen van het wrak ter plaatse, dan regelt en betaalt P&V Bijstand de vervulling van de hieraan verbonden formaliteiten.
e) Kosten van bewaring
In het kader van een repatriëring betaalt P&V Bijstand de kosten van bewaring van het voertuig voor de periode die loopt vanaf de dag van de oproep door de verzekerde aan P&V Bijstand tot de dag van ophaling door de vervoerder.
f) Opsturen van wisselstukken
P&V Bijstand regelt en betaalt de kosten voor de verzending van de wisselstukken, taksen en douanekosten inbegrepen, voor zover deze stukken ter plaatse onvindbaar zijn en ze nodig zijn voor de goede werking van het voertuig en de veiligheid ervan.
De kostprijs van de wisselstukken blijft ten laste van de verzekerde en moet terugbe- taald zijn binnen de maand te rekenen vanaf de datum van verzending.
2.3 Bijstand lekke band
In geval van lekke band, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller ter plaat- se om de reserveband te plaatsen. Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse kunnen gebeuren of in het geval dat de reserveband een defect vertoont, regelt en betaalt P&V bij- stand het slepen van het voertuig tot de dichtstbijzijnde garage.
2.4 Defect koelingsysteem
Indien het defect aan het koelingsysteem het normaal besturen van het voertuig overeen- komstig de wettelijk van toepassing zijnde bepalingen niet toelaat, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller ter plaat- se. Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse kunnen gebeuren, regelt en betaalt P&V bijstand het slepen van het voertuig tot de dichtstbijzijnde garage.
2.5 Defect anti-diefstal of alarmsysteem
In geval het anti-diefstal of alarmsysteem defect is, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller ter plaatse. Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse kunnen gebeuren en zodat het betrokken defect de toegang tot het voertuig of het starten ervan
belet, regelt en betaalt P&V bijstand het slepen van het voertuig tot de dichtstbijzijnde garage.
2.6 Het vergeten van de startcode
Indien de verzekerde de startcode niet meer terugvindt, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een hersteller ter plaatse Wanneer de herstellingen onmogelijk ter plaatse kunnen gebeuren en zodat de toegang tot het voertuig of het starten wordt belet, regelt en betaalt P&V bijstand het slepen van het voertuig tot de dichtstbijzijnde garage.
2.7 Brandstofpech of vergissing van brandstof
In geval van brandstofpech, regelt en betaalt P&V Bijstand het ter plaatse sturen van een hersteller die in het bezit is van enkele liters brandstof teneinde de verzekerde toe te laten het dichtbijzijnde benzinestation te bereiken. De brandstofkosten blijven ten laste van de verzekerde.
In geval van vergissing van brandstof, regelt en betaalt P&V Bijstand het sturen van een her- steller ter plaatse of het slepen van het voer- tuig tot de dichtstbijzijnde garage voor de lozing van de tank.
2.8 Vergeten, verlies, diefstal van de sleu- tels van het voertuig
Bij het vergeten, verlies of diefstal van de sleu- tels van het voertuig, regelt en betaalt P&V Bijstand één van de volgende prestatie naarge- lang de omstandigheden :
- De heen- en terugreis per taxi ten einde de verzekerde toe te laten zijn sleutels op te halen, indien het voertuig zich in de nabij- heid van de woonplaats bevindt,
- het ter plaatse sturen van een hersteller die het voertuig opent,
- de kosten voor de verzending van het dub- bel van de sleutels, gemaakt door een ken- nis of familielid.
P&V Bijstand informeert de verzekerde over de stappen die moeten ondernomen worden bij de constructeur indien het maken van een dubbel van de sleutels noodzakelijk is.
Wanneer de pechverhelping onmogelijk ter plaatse kan gebeuren en het defect de toe- gang tot het voertuig of het starten belet, regelt en betaald P&V bijstand het slepen van het voertuig tot de dichtstbijzijnde garage.
BIJSTAND AAN DE INZIT- TENDEN VAN HET VOER- TUIG DAT HET VOOR- WERP HEEFT UITGE- MAAKT VAN EEN PECH
Artikel 3
Van zodra de herstellingsduur 2 uur in België en 24 uur in het buitenland overschrijdt, regelt en betaalt P&V Bijstand één van de volgende waarborgen.
3.1 Terugreis van de inzittenden naar hun woonplaats
Vervoer van de inzittenden naar hun woon- plaats in België en dit met de aangepaste mid- delen
Deze waarborg wordt niettemin toegestaan zonder termijnvoorwaarde indien een onmid- dellijke terugreis zich opdringt.
3.2 Voortzetting van de reis
Vervoer van de inzittenden naar hun plaats van bestemming. In het buitenland worden die kosten ten laste genomen tot het beloop van de kosten die zouden verbon- den zijn aan een terugreis van deze perso- nen naar hun woonplaats.
3.3 Logieskosten
De hotelkosten van de inzittenden tot het beloop van 70 EUR per nacht en per persoon voor een maximale periode van 5 nachten.
Deze waarborg wordt toegestaan vanaf de eer- ste nacht van de onbruikbaarheid van het voertuig.
3.4 Vervangingsvoertuig
Een vervangingsvoertuig van de categorie B wordt ter beschikking gesteld voor de duur van de onbruikbaarheid van het voertuig, maar met een maximum van 5 dagen in België en 10 dagen in het buitenland
Deze waarborg wordt slechts toegekend indien P&V Bijstand ingestaan heeft voor de sleping van het voertuig.
Het verstrekken van een vervangingsvoertuig is onderworpen aan de voorwaarden vooropge- steld door de verhuurfirma’s. De gebruiker van het voertuig dient ten minste de leeftijd van 21 jaar bereikt te hebben en in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs sinds één jaar.
Blijven ten laste van de verzekerde de bijko- mende kosten:
- voor het gebruik van het voertuig na de door P&V Bijstand voorziene periode,
- verbonden aan de teruggave van het voer- tuig op een andere plaats dan de plaats van levering;
- van brandstofverbruik,
- van tolkosten,
- van opgelopen boeten,
- van een eventuele vrijstelling in materiële schade.
Tevens regelt en betaalt P&V Bijstand de vol- gende waarborgen:
3.5 Ophalen van het voertuig
P&V Bijstand stelt een vervoermiddel of elk ander aangepast middel ter beschikking van de verzekerde om zijn hersteld voertuig op te halen.
3.6 Reisgoed
Bij het vervoer van de inzittenden van het voer- tuig, regelt en betaalt P&V Bijstand het vervoer van hun reisgoed in de limiet van 30 kg.
3.7 Huisdieren
Bij het vervoer van de inzittenden van het voer- tuig, regelt en betaalt P&V Bijstand ook het vervoer van de huisdieren die hen vergezellen.
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE WAARBORGEN
Artikel 4
4.1 Verzekeringsgebied
a) In België : de waarborgen worden verleend zonder km franchise.
b) In het buitenland : de bijstandwaarborgen aan het voertuig en zijn inzittenden worden verleend in alle landen van Europa en het Middellandse Zeegebied,
4.2 Geldigheid van de waarborgen
De gewaarborgde prestaties hebben betrek- king op verplaatsingen van minder dan 3 maanden.
Ze worden uitgevoerd door P&V Bijstand of met haar voorafgaandelijk akkoord.
P&V Bijstand komt achteraf niet tussen in de uitgaven die de verzekerde op eigen initiatief gedaan heeft.
Nochtans, om de verzekerde die blijk gegeven heeft van een verstandig initiatief en die in de onmogelijkheid verkeerde P&V Bijstand te bereiken, niet te straffen, zal P&V Bijstand ach- teraf de ten lasteneming overwegen, op basis van bewijsstukken en binnen de grenzen van de kosten die ze gemaakt zou hebben indien ze zou opgeroepen zijn.
Voor elk van de waarborgen depannage en sleepkosten (artikel 2.1 a), 2.1.b) 2.2.a), 2.2.b),
2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7 et 2.8), zal die ten laste- neming op basis van bewijsstukken gebeuren ten beloop van 250 eur voor een gebeurtenis in België en ten beloop van 400 eur voor een gebeurtenis in het buitenland.
4.3 Bewijsstukken en terugbetaling van voorschotten
P&V Bijstand behoudt zich het recht voor alle bewijsstukken van de feiten, die de inwerking- treding van de waarborgen bewerkstelligd hebben, te eisen.
4.4. Indeplaatsstelling
Tot het beloop van de aangegane kosten treedt P&V Bijstand op in alle rechten en rechtsvorderingen van de verzekerden tegen aansprakelijke derden.
Wanneer het geheel of een gedeelte van de geleverde prestaties, ter uitvoering van de waarborgen pechverhelping, geheel of gedeel- telijk gedekt zijn door een verzekeringspolis of elk ander organisme, dan moet de verzekerde de betrokken organismen verzoeken hem de verschuldigde bedragen terug te betalen en dient hij ze, tot het beloop van de door haar aangegane kosten, terug te storten aan P&V Bijstand.
4.5. Tussenkomstmodaliteiten van P&V bijstand
De bijstandswaarborgen dienen in geen geval in de plaats te treden van de tussenkomsten van openbare diensten, in het bijzonder op het gebied van dringende hulp.
P&V Bijstand kan slechts tussenkomen binnen de grenzen van de akkoorden gegeven door de lokale overheid.
P&V Bijstand zal niet aansprakelijk gesteld wor- den voor gebrek of verhindering van de uitvoe- ring van haar verplichtingen die het gevolg zou- den zijn van overmacht of van gebeurtenissen zoals oorlog, burgeroorlog, revolutie, volksop- stand, oproer, staking, beslaglegging of dwang door de openbare macht, officieel verbod, pira- terij, ontploffing, nucleaire of radioactieve onge- vallen, klimatologische belemmeringen.
4.6. Opzegging van de Bijstand Pech
P&V Bijstand kan de tussenkomst opzeggen bij valse aangifte of poging tot bedrog van een verzekerde.
P&V Bijstand en de verzekeringsnemer kunnen de waarborg pechverhelping opzeggen na elke schadeaangifte, maar ten laatste 1 maand na de tussenkomst of de weigering van tussen- komst van P&V Bijstand. In dit geval wordt de opzegging drie maanden na de dag van de betekening van kracht.
De opzegging van de waarborg pechverhel- ping door P&V Bijstand na aangifte van een schadegeval wordt van kracht één maand na de datum van de betekening ervan, wanneer de verzekeringsnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden en op voorwaarde dat deze laatste bij een onder- zoeksrechter een klacht met burgerlijke partij- stelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor de bevoegde rechtbank heeft gedagvaard.
TITEL V :
VERZEKERING VAN DE SCHADE AAN HET VOER- TUIG
De algemene voorwaarden van titel I zijn van toe- passing, voor zover er in onderstaande bepalingen niet uitdrukkelijk van afgeweken wordt.
GEMEENSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN
VERZEKERINGSGEBIED
De verzekering is geldig voor de gehele wereld.
BEGRIPSBEPALINGEN
De verzekerden
Artikel 1
Onder verzekerden verstaat men :
- de verzekeringsnemer, de eigenaar en iede- re gemachtigde houder of bestuurder van het verzekerd voertuig ;
- de personen die bij hen inwonen.
Nochtans zijn alleen de eigenaar (of een door hem aangeduide persoon) of, bij zijn ontstente- nis, zijn rechthebbenden bevoegd om enige schadeeis in te dienen of om enige schadever- goeding krachtens deze verzekering te ontvangen.
De derden
Artikel 2
Onder derden verstaat men alle andere perso- nen dan de verzekerden.
Het verzekerd voertuig
Artikel 3
Onder verzekerd voertuig verstaat men uitslui- tend :
a) Het omschreven voertuig met inbegrip van zijn opties, inrichtingen en toebehoren. De opties zijn de elementen die de construc- teur in zijn catalogus opgeeft tegen een toeslag op de prijs van het standaardmodel.
De inrichtingen en het toebehoren zijn ele- menten die niet in het standaardmodel zijn voorzien en die niet in de catalogus van de constructeur staan, en die bij de levering of later in het voertuig worden ingebouwd of eraan toegevoegd. Wanneer men ze niet kan overbrengen, zijn het inrichtingen; kan men ze overdragen, dan betreft het toebe- horen.
b) Het motorrijtuig van dezelfde categorie als het omschreven voertuig dat toebehoort aan een derde en bestuurd wordt door de verzekeringsnemer of door een persoon die bij hem inwoont wanneer dit voertuig gedu- rende een periode van 30 dagen het omschreven voertuig vervangt dat, om welke reden ook, definitief of tijdelijk onbruikbaar zou zijn, deze periode begint op de dag waarop het onbruikbaar wordt. Die termijn kan op verzoek aan de maat- schappij worden verlengd.
Deze uitbreiding voor het vervangingsvoer- tuig heeft een aanvullend karakter en wordt pas toegestaan na voorafgaande akkoord van de maatschappij.
TE VERZEKEREN WAARDE
Artikel 4
De te verzekeren waarde, die door de eigenaar van het omschreven voertuig wordt opgege- ven, moet overeen-stemmen met het totaal van onderstaande waarden, zonder verminde- ring noch korting en zonder B.T.W. :
1° De cataloguswaarde zonder opties, d.w.z. de officiële verkoopprijs in België van het voertuig, door de constructeur of importeur vastgesteld bij de officiële eerste ingebruik- neming die op het inschrijvingsbewijs is vermeld.
2° De cataloguswaarde van de opties en de waarde van de inrichtingen en het toebeho- ren, inclusief het werkelijk betaalde maak- loon voor het monteren ervan, zelfs indien ze gratis aangeboden werden. Het door de maatschappij erkende anti-diefstalsysteem wordt altijd gratis verzekerd. Zijn waarde moet dus niet hernomen worden in de te verzekeren waarde.
3° De van toepassing zijnde belasting op de inverkeerstelling voor een nieuw voertuig van dezelfde categorie van het omschre- ven voertuig.
Artikel 5
Indien de verzekerde waarde ontoereikend is, past de maatschappij de evenredigheidsregel toe, d.w.z. dat ze elke vergoeding uitkeert naar de verhouding tussen de werkelijk aangegeven waarde en die welke men had moeten aange- ven, volgens artikel 4.
Nochtans zal de evenredigheidsregel niet toe- gepast worden, indien de onderverzekering van de waarde voortspruit uit een onderschat- ting van de inrichtingen en het toebehoren die niet op de aankoopfactuur van het voertuig staan, en voor zover die onderschatting geen 5 % van de cataloguswaarde overschrijdt.
Wanneer de evenredigheidsregel gerechtvaar- digd is, wordt deze toegepast voordat de eventuele franchise wordt afgetrokken.
SCHADELOOSSTELLING
Vaststelling van het totaal verlies
Artikel 6
Het voertuig wordt als totaal verloren beschouwd wanneer :
- het niet meer hersteld kan worden ;
- de herstellingskosten de overeengekomen waarde of de werkelijke waarde (naar gelang de van toepassing zijnde wijze van schadeloosstelling), na aftrek van de waar- de van het wrak, bereiken.
Er wordt rekening gehouden met de wette- lijke belasting ten laste van de maatschappij.
- bij diefstal het voertuig niet teruggevonden is binnen de 30 dagen vanaf de aangifte van het schadegeval.
Vergoeding van de herstelbare schade
Artikel 7
Wanneer de schade herstelbaar wordt geacht, betaalt de maatschappij de reparatiekosten op grond van het door haar expert aanvaarde bedrag. Echter, indien om dringende redenen herstellingen of de vervanging van stukken zich opdringen, mag de verzekerde laten over- gaan tot uitvoering van deze werkzaamheden zonder hieraangaande de maatschappij voor- afgaandelijk te contacteren, op voorwaarde dat deze werkzaamheden 625 EUR (exclusief
BTW) niet overschrijden en dat ze het voor- werp uitmaken van een gedetailleerde, genum- merde en gedateerde factuur.
Tevens mag de verzekerde overgaan tot het laten uitvoeren van de herstellingen overeen- komstig het bestek, indien de maatschappij niet gereageerd heeft binnen de acht dagen te rekenen van de dag van aangetekende verzen- ding van het bestek.
Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de toepassing van de eventueel in rekening te brengen vrijstellingen.
Vergoeding van het totaal verlies
Artikel 8
Wanneer het voertuig als totaal verloren wordt beschouwd, betaalt de maatschappij :
- voor wat betreft de andere voertuigen dan deze voor zaken en toerisme : de werkelijke waarde onder aftrek van de waarde van het wrak;
- voor wat betreft de voertuigen voor toerisme en zaken: de overeengekomen waarde, eventueel verminderd met elke vroegere nietherstelde schade, onder aftrek van de waarde van het wrak. De vergoeding zal echter geschieden op basis van de werkelij- ke waarde wanneer die hoger is dan de overeengekomen waarde.
De schade aan de toebehoren wordt altijd in werkelijke waarde vergoed. Indien het echter om audio materiaal gaat, zal de werkelijke waarde vervangen worden door een overeen- gekomen waarde, indien deze laatste hoger ligt. Deze overeengekomen waarde wordt als volgt berekend : aankoopprijs verhoogd met de plaatsingskosten - verminderd met een afschrijvingspercentage van 1 % per begonnen maand - van datum tot datum - sedert de dag van facturatie. In alle gevallen zal de vergoe- ding van de verzekerde toebehoren enkel geschieden op voorlegging van de originele, genummerde en gedateerde factuur.
Artikel 9
De vergoeding geschiedt steeds naar de wer- kelijke waarde voor :
a) het voertuig dat meer dan 200.000 km heeft gereden of dat ouder is dan 5 jaar;
b) de aanhangwagen (caravan of camping-car inbegrepen);
c) het vervangingsvoertuig hernomen in artikel 3 punt b). Voor deze voertuigen mag de vergoeding nooit hoger liggen dan deze ver- schuldigd voor het omschreven voertuig.
Werkelijke waarde - Overeengekomen waarde
Artikel 10
De werkelijke is de waarde vlak voor het scha- degeval, door expertise vastgesteld.
Bij diefstal, indien de vergoeding gebeurt over- eenkomstig de werkelijke waarde zal het voer- tuig, behoudens tegenbewijs, geacht worden
1.500 km te hebben afgelegd per begonnen maand, van datum tot datum, sedert de eerste officiële ingebruikneming.
Artikel 11
De overeengekomen waarde stemt overeen met de cataloguswaarde van het voertuig, opties inbegrepen, verhoogd met de waarde van de inrichtingen en verminderd met een afschrijvingspercentage.
Dit afschrijvingspercentage wordt als volgt berekend : 0 % gedurende de eerste 6 maan- den te rekenen vanaf de eerste officiële inge- bruikneming van het voertuig, vervolgens 1 % per begonnen maand - van datum tot datum - sedert de zevende maand.
Een directiewagen die met een handelaars- of proefritten-plaat heeft gereden, wordt geacht 6 maanden oud te zijn op het ogenblik dat de eerste eigenaar die koopt.
Betaling van de wettelijke belastingen
Artikel 12
Wanneer de schade herstelbaar is, worden de reparatie kosten verhoogd met de B.T.W.
Bij totaal verlies, wordt het bedrag vastgesteld op basis van de artikelen 8 en 9 verhoogd :
- met de B.T.W. naar verhouding van de wer- kelijke of overeengekomen waarde van het voertuig, zijn opties, inrichtingen en toebe- horen, zoals hiervoor berekend en zelfs indien het voertuig niet, of vervangen wordt door een voertuig van mindere waarde.
- met de van toepassing belasting op de inverkeerstelling verschuldigd voor een voertuig van de ouderdom en de categorie van het omschreven voertuig op het ogen- blik van het schadegeval, zelfs indien dit voertuig niet, of vervangen wordt door een voertuig van een andere categorie.
Voor wat betreft het vervangingsvoertuig her- nomen in artikel 3, b), worden dezelfde regels toegepast, maar de terugbetaling van de belasting op de inverkeerstelling zal begrensd worden tot het bedrag dat verschuldigd zou geweest zijn voor het omschreven voertuig.
Nochtans worden de belastingen pas door de maatschappij terugbetaald, voor zover de eigenaar die niet kan recupereren of terugge- stort krijgen en zonder dat ze de belastingen mogen overschrijden, die zouden verschuldigd zijn volgens de gegevens die tot basis dienden voor de premieberekening.
Extra prestaties
Artikel 13
Voor een gedekt schadegeval betaalt de maat- schappij eveneens voornoemde vergoedingen:
a) Tot het beloop van 625 EUR, exclusief B.T.W., het geheel van volgende kosten, indien ze met een genummerd en gedateerd factuur zijn verantwoord :
- kosten voor het vervoeren van het beschadigd voertuig naar de dichtsbij- zijnde verdeler of hersteller,
- kosten van voorlopige stalling, met maximum van 6,25 EUR per dag,
- kosten voor het demonteren met het oog op de kostenraming,
- kosten van repatriëring indien is bewe- zen dat een in het buitenland bescha- digd voertuig niet op eigen krachten naar België kan worden teruggebracht;
- het bedrag van de op het ogenblik van de aanvraag tot inschrijving betaalde fis- cale zegels , wanneer de plaat bescha- digd of gestolen wordt of wanneer een nieuwe inschrijving nodig is ten gevolge van totaal verlies van het omschreven voertuig,
- de kosten aangerekend door het orga- nisme van voertuigkeuring wanneer het
voertuig, overeenkomstig de belgische wetgeving, na herstelling dient aangebo- den te worden voor een technische keu- ring.
b) De douanerechten indien het onmogelijk of te duur is om een voertuig in staat van totaal verlies, dat zich in het buitenland bevindt, binnen de wettelijke termijn weder in te voeren.
Artikel 14
Voorts neemt de maatschappij - tot het beloop van 375 EUR, exclusief B.T.W. en zonder fran- chise - de kosten voor het reinigen of het her- stellen van de binnenbekleding van het voer- tuig voor haar rekening, indien de schade voortspruit uit het vrijwillig vervoer van een gewonde of zieke persoon.
Algemene uitsluitingen
Artikel 15
Is van de verzekering uitgesloten, de schade :
a) overkomen ten gevolge van een oorlog of burgeroorlog en van elke gewelddaad van collectieve oorsprong, al of niet gepaard gaand met rebellie tegen de overheid, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen oorzake- lijk verband is tussen die gebeurtenissen en de geleden schade;
b) veroorzaakt of verzwaard door gebeurtenis- sen van atomische of radioactieve oor- sprong;
c) overkomen wanneer het voertuig is ver- huurd (met uitzondering van het kontrakt, waarbij deze waarborg werd onderschreven met betrekking tot een voertuig dat toebe- hoort aan een leasing-, renting- of verhuur- firma) of opgeëist;
d) veroorzaakt aan de aanhangwagen (cara- van en campingcar inbegrepen) die niet gekoppeld is;
e) toegebracht aan draagbare telefoons (o.a. GSM);
f) veroorzaakt aan de luifels wanneer alleen die zijn beschadigd;
g) overkomen wanneer het voertuig, waarop de reglementering inzake de technische controle van toepassing is, niet of niet meer is voorzien van een geldig schouwingsbe- wijs, behalve tijdens het normale traject om zich naar de schouwing te begeven of, na de afgifte van een schouwingsbewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer", om zich naar de hersteller te begeven en om zich vervolgens, na de herstelling, bij de automobielinspectie aan te melden; deze uitsluiting wordt evenwel niet toegepast, indien de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband is tussen de staat van het voertuig en de geleden schade;
h) overkomen wanneer het voertuig wordt bestuurd door een verzekerde die niet vol- doet aan de voorwaarden opgelegd door de Belgische wet en reglementering om dit voertuig te besturen; deze uitsluiting doet evenwel geen afbreuk aan die welke in punt
j) wordt opgegeven;
i) overkomen wanneer het voertuig deelneemt aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, of tijdens het trainen of proefrijden op de weg met het oog op die competities;
j) opzettelijk veroorzaakt door de verzekerde of ten gevolge van een van de volgende zware fouten :
- het besturen in staat van dronkenschap of soortgelijke toestand ingevolge het gebruik
van andere producten dan alcoholische dranken,
- het besturen van een voertuig dat niet beantwoordt aan de wettelijke voorschriften betreffende de minimale diepte van de groeven van de banden.
Deze uitsluiting is niet van toepassing indien de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de fout en het schadegeval.
De waarborg blijft evenwel aan de eigenaar toegestaan, wanneer is vastgesteld dat de fei- ten omschreven in de punten g) tot j) van dit artikel :
- in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn weten zijn geschied,
- en dat ze toe te schrijven zijn aan een ande- re verzekerde dan hemzelf of dan een per- soon die gewoonlijk deel uitmaakt van zijn gezin.
In dit geval heeft de maatschappij een recht van verhaal op de schuldige verzekerde.
Artikel 16
In geen geval hoeft de maatschappij een ver- goeding te betalen voor waardevermindering, vermindering van prestatievermogen of genotsderving van het voertuig.
Expertise Artikel 17
Het bedrag van de vergoeding wordt in gemeen overleg tussen de eigenaar en de maatschappij vastgesteld.
Indien de partijen het niet eens worden, mag er beroep gedaan worden op twee experts, de ene door de eigenaar en de andere door de maatschappij benoemd.
Het ereloon van de door de eigenaar aange- duide expert zal door de maatschappij ten laste genomen worden tot het beloop van 250 EUR.
Indien geen enkele minnelijke schikking kan getroffen worden, zal de meest eisende partij de aanduiding vragen aan de bevoegde recht- bank van een expert gelast met de schatting van de schade. De kosten verbonden aan de tussenkomst van deze expert zullen echter door de maatschappij worden ten laste geno- men, indien de rechtbank een beslissing heeft genomen in het voordeel van de eigenaar.
VOORWAARDEN EIGEN AAN ELKE WAARBORG
WAARBORG BRAND
Doel van de waarborg
Artikel 18
De maatschappij vergoedt de schade aan het voertuig veroorzaakt door vuur, brand, ont- ploffing of bliksem.
Bij uitbreiding neemt de maatschappij de rede- lijk uitgegeven blussingskosten voor haar reke- ning.
Artikel 19
De waarborg wordt zonder franchise toege- staan.
Gevallen van niet-verzekering
Artikel 20
Is van de waarborg uitgesloten :
a) de schade veroorzaakt door licht ontvlam- bare of ontplofbare voorwerpen of stoffen, in het verzekerd voertuig of in de aanhang- wagen vervoerd.
Deze uitsluiting geldt echter niet voor de brandstof van het voertuig, de benzineblik- ken voor noodgevallen, alsmede voor de goederen die voor private doeleinden wor- den vervoerd (gasflessen, onderhouds-pro- dukten, ...).
b) de schade voortvloeiend uit een kortsluiting zonder ontwikkeling van vlammen.
c) de schade veroorzaakt door vuur, brand, ontploffing of bliksem op het ogenblik dat het omschreven voertuig het voorwerp heeft uitgemaakt van een diefstal of ver- keersongeval. Dergelijke schade zal ver- goed worden in het kader van de waarbor- gen Diefstal en Materiële schade.
WAARBORG DIEFSTAL
Doel van de waarborg
Artikel 21
De maatschappij vergoedt de schade - ver- dwijning, vernieling of beschadiging - veroor- zaakt aan het verzekerd voertuig ten gevolge van diefstal (verduistering, oplichting en mis- bruik van vertrouwen inbegrepen) of poging tot diefstal.
De maatschappij neemt de vervangingskosten van de sloten of de kosten verbonden aan de wijziging van de code ten laste, wanneer de sleutel(s) of de anti-diefstal bediening(en) wer- den gestolen.
Artikel 22
De waarborg wordt zonder franchise toege- staan.
Artikel 23
De verzekerden verbinden er zich toe :
- indien het voertuig is uitgerust met een door de maatschappij erkend alarmsys- teem, dit ten alle tijde in een perfecte wer- kingstoestand te behouden.
- telkens als het voertuig onbezet wordt ach- tergelaten en zich niet in een individuele met slot afgegrendelde garage die in direc- te verbinding staat met de woning van de verzekerde bevindt, het hoger vermelde alarmsysteem steeds in werking te stellen, de deuren en koffer te vergrendelen, de ramen en het dak af te sluiten en geen enkele contactsleutel of anti-diefstalbedie- ning in, op of in de onmiddelijke nabijheid van het voertuig achter te laten.
- in geval van totale diefstal van het omschreven voertuig, alle bij de aankoop verstrekte sleutels, alsmede alle anti-dief- stalbedieningen te overhandigen aan de maatschappij.
Gevallen van niet-verzekering
Artikel 24
De waarborg Diefstal zal geen uitwerking ken- nen :
- indien de verzekerden één van de in artikel 23 aangegane verbintenissen niet is nage- komen,
- indien de diefstal wordt gepleegd door, of met de medeplichtigheid van de eigenaar of een persoon die bij hem inwoont,
- indien de diefstal wordt gepleegd door of met de medeplichtigheid van de bewaar- ders of bestuurders van het voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een leasing-of huur- overeenkomst hetzij ter beschikking werd gesteld door een hersteller als tijdelijk ver- vangingsvoertuig.
Nochtans, indien de bestuurder van het voertuig zich genoodzaakt ziet zijn voertuig achter te laten terwijl dit open blijft of indien de sleutel is afgegeven aan een persoon die het voertuig tijdelijk onder zijn hoede heeft, blijft de waarborg toegestaan.
Klacht bij de overheid
Artikel 25
Geen enkele schadeaangifte is ontvankelijk, indien binnen 24 uur nadat de verzekerde ken- nis heeft gekregen van de diefstal of poging tot diefstal, geen klacht is ingediend bij de bevoegde gerechtelijke of politieoverheid.
Indien het voertuig in het buitenland is gestolen en indien het niet is teruggevonden bij de terugkeer van de verzekerde in België, moet deze bovendien de Belgische overheid onmid- dellijk verwittigen.
Modaliteiten van tegemoetkoming
Artikel 26
Indien het voertuig is gestolen, maar binnen 30 dagen na de schadeaangifte wordt terugge- vonden, is de eigenaar verplicht het terug te nemen, behalve indien het in staat van totaal verlies verkeert (de eventuele reparatiekosten komen voor rekening van de maatschappij).
Indien het voertuig niet binnen die termijn wordt teruggevonden, betaalt de maatschappij de vergoeding.
Indien het voertuig later wordt teruggevonden, mag de maatschappij het voor eigen profijt verhandelen. Nochtans heeft de eigenaar het recht - binnen 15 dagen nadat het voertuig is teruggevonden - het terug te nemen, tegen terugstorting van de vergoeding (de eventuele reparatiekosten komen voor rekening van de maatschappij).
WAARBORG GLASSCHADE
Doel van de waarborg
Artikel 27
De maatschappij vergoedt het breken van de voor-, zij- en achterruiten, of van die welke in het dak van het verzekerde voertuig zijn inge- bouwd.
Artikel 28
De waarborg wordt zonder franchise toege- staan.
Gevallen van niet-verzekering
Artikel 29
Is van de waarborg uitgesloten de schade zich voorgedaan bij totaal verlies van het verzeker- de voertuig. De glas-schade zal aldan vergoed worden in het kader van de waarborg Materiële schade.
WAARBORG NATUUR- KRACHTEN EN DIEREN
Doel van de waarborg
Artikel 30
De maatschappij vergoedt de schade aan het verzekerd voertuig veroorzaakt :
- door de natuurkrachten, d.w.z. de rechtst- reekse gevolgen onder meer van instorting van rotsen, steenval, verschuiving of ver- zakking van een belangrijke massa van de grond, lawine, druk of val van een sneeuw- of ijsmassa, storm, hagel, overstroming, aardbeving, vulkaanuitbarsting;
- door onverwacht contact met een dier.
Artikel 31
De waarborg wordt zonder franchise toege- staan.
WAARBORG GELDELIJKE BIJSTAND
Doel van de verzekering
Artikel 32
1) De maatschappij leent zonder interest aan de verzekeringsnemer - na expertise - de som nodig om het verzekerde voertuig te herstellen of te vervangen, bij een schade- geval veroorzaakt :
- door een ongeval,
- door daden van vandalisme, kwaadwil- ligheid of grappenmakerij van derden.
2) De toekenning van de lening is onderge- schikt aan de herstelling of de vervanging van het voertuig.
3) De lening kan niet gecumuleerd worden met een vergoeding ontvangen van de verzeke- raar van de aansprakelijke of andere verze- keraar.
4) Het geleende bedrag mag nooit 6.000 EUR overschrijden. Tevens, is het altijd beperkt tot de vergoeding berekend op de wijze zoals beschreven in de artikelen 6 tot 14, overeenkomstig de werkelijke waarde in geval van totaal verlies.
5) Het minimumbedrag van tegemoetkoming bedraagt 625 EUR.
Modaliteiten van tussenkomst en terugbetaling
Artikel 33
Indien achtereenvolgende schadegevallen de betaling van verscheidene leningen met zich meebrengen, mag het totaal van de lopende leningen, rekening houdend met de uitgevoer- de terugbetalingen, nooit hoger zijn dan 6.000 euros.
Artikel 34
De verzekeringsnemer moet de lening terugbe- talen vanaf de laatste dag van de maand na die waarin de betaling is geschied.
De terugbetaling mag respectievelijk geschie- den in maximum:
- 12 maanden indien het geleende bedrag lager of gelijk is aan 2.000 EUR,
- 18 maanden indien het geleende bedrag begrepen is tussen 2.001 et 3.000 EUR,
- 24 maanden indien het geleende bedrag begrepen is tussen 3.001 et 4.000 EUR,
- 30 maanden indien het geleende bedrag begrepen is tussen 4.001 et 5.000 EUR,
- 36 maanden indien het geleende bedrag begrepen is tussen 5.001 et 6.000 EUR.
Nochtans mag het bedrag van de maandelijkse afbetalingen nooit lager zijn dan 125 EUR.
Artikel 35
Ingeval de verzekeringsnemer de modaliteiten en de termijnen voor de terugbetaling niet naleeft, wordt het schuldsaldo, zonder dat er een ingebrekestelling of een notificatie nodig is, van rechtswege onmiddellijk opeisbaar op de datum van de maandelijkse vervaldag die niet volledig is voldaan.
Bovendien wordt op het schuldsaldo van rechtswege en vanaf dezelfde datum een nala- tigheidsintrest aangerekend gelijk aan de vige- rende gerechtelijke intrest.
Artikel 36
Indien dit verzekeringscontract om enigerlei reden eindigt nadat er zich een schadegeval heeft voorgedaan, waarvoor deze waarborg toepassing kent, blijven de rechten en ver- plichtingen die eruit voortspruiten onvermin- derd van kracht, totdat de terugbetaling defini- tief is afgesloten.
Uitsluitingen Artikel 37
Geen enkele lening zal worden toegestaan indien :
- het schadegeval zich voorgedaan heeft overeenkomstig de bepalingen van artikel 15,
- de aanvraag ingediend wordt meer dan een jaar na het schadegeval,
- de terugbetalingsmodaliteiten van een lopende lening niet gerespecteerd worden.
Artikel 38
In afwijking van artikel 17 zal, indien er geen akkoord is tussen de maatschappij en de ver- zekeringsnemer over het bedrag van de lening, het ereloon van de door deze laatste eventueel aangeduide expert ten zijn laste blijven.
WAARBORG MATERIELE SCHADE
Doel van de waarborg
Artikel 39
De maatschappij vergoedt de schade aan het verzekerd voertuig veroorzaakt :
- door een ongeval, met inbegrip van het ongeval dat zich voordoet tijdens het ver- voer van het voertuig en tijdens de opera- ties van het laden en lossen;
- door daden van vandalisme, kwaadwillig- heid of grappenmakerij van derden;
- door de natuurkrachten, d.w.z. de rechtst- reekse gevolgen onder meer van instorting van rotsen, steenval, verschuiving of ver- zakking van een belangrijke massa van de grond, lawine, druk of val van een sneeuw- of ijsmassa, storm, hagel, overstroming, aardbeving, vulkaanuitbarsting;
- door onverwacht contact met een dier.
- door het breken van ruiten.
Artikel 40
Behalve in geval van schade veroorzaakt door natuurkrachten, onverwacht contact met die-
ren of door xxxxxxxxxx, geschiedt de vergoe- ding onder aftrek van :
- de franchise die in de bijzondere voorwaar- den is vastgesteld,
- een extra franchise die eveneens in de bij- zondere voorwaarden is vastgesteld, indien het voertuig bestuurd wordt door een per- soon van minder dan 31 jaar op het ogen- blik van het schadegeval.
Gevallen van niet-verzekering
Artikel 41
Is van de waarborg uitgesloten de schade :
- tengevolge van slijtage of manifest slecht onderhoud;
- veroorzaakt door de vervoerde voorwerpen, door het laden en lossen van die voorwer- pen, alsmede door de overbelasting van het voertuig;
- aan de banden, tenzij andere schade aan het voertuig wordt veroorzaakt door hetzelf- de schadegeval.
ADMINISTRATIEVE VOOR- WAARDEN
Opzegging Artikel 42
De verzekering van de schade aan de voertui- gen mag afhankelijk van de andere verzekerin- gen begrepen in dit contract worden opge- zegd.
Ze kan opgezegd worden zowel door de maat- schappij als door de verzekeringsnemer na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de wei- gering tot uitbetaling van de schadevergoe- ding.
In dit geval wordt de opzegging drie maanden na de dag van de betekening van kracht.
Artikel 29 alinea 3 van titel I is eveneens van toepassing.
De oorzaak van de vernietiging of van de nie- tigheid, met betrekking tot een van de presta- ties, belast het contract in zijn geheel niet.
Indien de maatschappij de waarborg met betrekking tot een van de prestaties opzegt, dan mag de verzekerings-nemer de gehele verzekeringsovereenkomst opzeggen.
Indeplaatsstelling Artikel 43
Wanneer de maatschappij een vergoeding heeft betaald - en binnen de grenzen van haar uitgaven - treedt ze op in alle rechten en vor- deringen van de verzekerden tegen de aan- sprakelijke derden.
Bijgevolg mogen de verzekerden geen afstand van verhaal aanvaarden zonder de voorafgaan- de toestemming van de maatschappij.
Behoudens kwaadwilligheid, heeft de maat- schappij geen enkel verhaal op de descenden- ten, ascendenten, de samenwonende echtge- noot en de verwanten in rechte lijn van de ver- zekerde, ook niet op de personen die bij hem inwonen, zijn gasten en de leden van zijn huis- personeel.
Nochtans, kan de maatschappij een verhaal uitoefenen op deze personen indien hun ver- antwoordelijkheid effectief gedekt is door een verzekeringscontract.
TITEL VI :
INDIVIDUELE VERKEERS-
ONGEVALLEN- VERZEKERING
De algemene voorwaarden van titel I zijn van toe- passing, voor zover er in onderstaande bepalingen niet uitdrukkelijk van afgeweken wordt.
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1
Voor de toepassing van huidige waarborgen, verstaat men onder :
VERZEKERDEN : Alle personen op wie de gekozen verzekeringsformule van toepassing is.
DERDEN : Alle andere personen dan de verze- kerden.
RECHTHEBBENDEN : Alle personen die het recht hebben de voorziene vergoedingen te ontvangen.
VERZEKERD VOERTUIG :
Onder verzekerd voertuig verstaat men uitslui- tend :
a) Het omschreven voertuig.
b) Een motorrijtuig dat tot dezelfde categorie behoort als het omschreven voertuig, dat toebehoort aan een derde en bestuurd wordt door de verzekeringsnemer of een persoon die bij hem inwoont:
- wanneer dit voertuig gedurende een periode van maximum 30 dagen het omschreven voertuig vervangt, dat om welke reden ook, definitief of tijdelijk onbruikbaar zou zijn, deze periode begint op de dag waarop het onbruikbaar wordt, of
- wanneer dit voertuig bij gelegenheid wordt bestuurd, zelfs terwijl het omschreven voertuig in gebruik is.
GEZIN VAN DE NEMER :
- De nemer,
- Zijn samenwonende echtgenoot of levens- gezel evenals hun bloed- en aanverwanten in rechtstreekse lijn die bij hen inwonen en door hen onderhouden worden.
DOEL VAN DE VERZEKE- RING
Artikel 2
Onafhankelijk van de opgelopen verantwoor- delijkheden, vergoedt de maatschappij binnen de 30 dagen van de definietive vaststelling van de vergoeding de door de verzekerden opgelo- pen lichamelijke letsels, tengevolge van een verkeersongeval waarbij het verzekerd voertuig betrokken is.
Artikel 3
Bij uitbreiding is de waarborg eveneens aan de verzekerden toegestaan :
- Bij het in- en uitstappen van het verzekerd voertuig,
- Wanneer ze onderweg het verzekerd voer- tuig herstellen of het meehelpen depanne- ren,
- Wanneer ze deelnemen aan de redding van personen of goederen bij een verkeerson- geval,
- Bij het laden of lossen van reisgoed of per- soonlijke goederen in of uit het verzekerd voertuig.
Artikel 4
Volgens de vermelding hernomen in de bijzon- dere voorwaarden, zal de vergoeding volgend karakter hebben :
a) Forfaitair
De maatschappij betaalt de voorziene bedragen bij ongeval overkomen aan :
- de gezinsleden van de nemer in hoeda- nigheid van bestuurders of passagiers van het verzekerd voertuig (Formule A: Gezin in het verzekerd voertuig).
- de bestuurder van het verzekerd voer- tuig (Formule B: Bestuurder van het ver- zekerd voertuig).
b) Vergoedend
De maatschappij betaalt het verlies aan beroepsinkomen geleden door de bestuur- der, berekend volgens de regels van het Belgisch Gemeen Recht (Formule C : Bestuurder +).
VERZEKERINGSGEBIED
Artikel 5
De verzekering is geldig voor de gehele wereld.
GEVALLEN VAN NIET–VERZEKERING
Artikel 6
Zijn van de waarborg uitgesloten, de ongeval- len overkomen :
- aan de garagehouders aan wie het voertuig is toevertrouwd om eraan te werken,
- aan de beambten van de nemer of de bestuurder wanneer deze onderworpen zijn aan de wetgeving op de arbeidsongevallen.
Artikel 7
Zijn eveneens uitgesloten, de ongevallen :
a) die zich voordoen in een oorlog, met inbe- grip van burgeroorlog, en elke akte van gewelddaad van collectieve aard, al dan niet gepaard gaand met opstand tegen de overheid.
b) die zich voordoen bij een overstroming, een aardbeving of een andere natuurramp,
c) veroorzaakt of verzwaard door gebeurtenis- sen van atomische of radioactieve oor- sprong,
d) overkomen wanneer het voertuig is ver- huurd of opgeëist,
e) overkomen wanneer het voertuig, waarop de reglementering inzake de technische controle van toepassing is, niet of niet meer voorzien is van een geldig schouwingsbe- wijs, behalve tijdens het normale traject om zich naar de schouwing te begeven of, na
afgifte van een schouwingsbewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer", om zich naar de hersteller te begeven en om zich vervolgens, na herstelling, bij de auto- mobielinspectie aan te melden,
f) overkomen wanneer het voertuig bestuurd wordt door een verzekerde die niet voldoet aan de voorwaarden opgelegd door de Belgische wet en reglementering om dit voertuig te besturen,
g) overkomen wanneer het voertuig deelneemt aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, of tijdens het trainen of proefrijden op de weg met het oog op die competities.
h) opzettelijk veroorzaakt door de verzekerde of ten gevolge van een van de volgende zware fouten :
- het besturen in staat van dronkenschap, alcoholische intoxicatie of soortgelijke toestand ingevolge het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken.
- het besturen van een voertuig dat niet beantwoordt aan de wettelijke voor- schriften betreffende de minimale diepte van de groeven van de banden.
De uitsluitingen a), b), e) en h) zijn nochtans niet van toepassing indien de verzekerde of de rechthebbende bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen het gebrek en het ongeval.
OPZEGGING
Artikel 7 bis
Zowel de maatschappij als de verzekeringsne- mer kunnen de huidige waarborg opzeggen na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de tussenkomst of wei- gering tot tussenkomst.
In dit geval wordt de opzegging drie maanden na de dag van de betekening van kracht.
Artikel 29 alinea 3 van titel I is eveneens van toepassing.
VOORWAARDEN EIGEN AAN DE FOFAITAIRE FORMULES
Toegelaten formules
Artikel 8
Combinatie | Overlijden | Blijvende Ongeschikt | Tijdelijke Ongeschikt | Kosten van behandeling |
1 | 7.500 | 7.500 | --- | 750 |
2 | 7.500 | 7.500 | 7,50 | 750 |
3 | 12.500 | 12.500 | --- | 1.250 |
4 | 12.500 | 12.500 | 12,50 | 1.250 |
5 | 25.000 | 25.000 | --- | 2.500 |
6 | 25.000 | 25.000 | 25 | 2.500 |
7 | 50.000 | 50.000 | 50 | 5.000 |
Overlijden Artikel 9
De maatschappij betaalt het voorziene kapi- taal, indien het overlijden zich onmiddellijk of binnen een termijn van drie jaar na het ongeval voordoet.
Behoudens tegenbeding wordt het kapitaal aan de erfgenamen van de verzekerde betaald.
Bij overlijden van een persoon van minder dan vijf jaar beperkt de maatschappij haar tege- moetkoming tot de terugbetaling van de
begrafeniskosten, tot het beloop van
1.250 EUR.
Het kapitaal bij overlijden wordt verminderd met de vergoeding die de maatschappij even- tueel voor een blijvende ongeschiktheid, voort- spruitend uit hetzelfde ongeval, heeft uitge- keerd.
Blijvende arbeidsongeschiktheid
Artikel 10
De maatschappij betaalt de verzekerde het voorziene kapitaal naar verhouding van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid, vastgesteld in de Officiële Belgische Schaal (O.B.S.), waarbij bovendien elk percent arbeidsongeschiktheid tussen 26 en 50 % wordt verdubbeld en elk percent boven de 50
% wordt verdriedubbeld. De vergoeding bereikt dus 225 % van het voorziene kapitaal, voor een blijvende ongeschiktheid van 100 % volgens de O.B.S.
De tegemoetkoming van de maatschappij geschiedt na de consolidatie en uiterlijk twee jaar na de dag van het ongeval.
De letsels aan de ledematen of organen die reeds gebrekkig waren, worden vergoed door het verschil te maken tussen de staat na en die vóór het ongeval.
De schatting van de letsels aan gezonde lede- maten of organen ten gevolge van het ongeval kan voor de maatschappij niet worden ver- hoogd door de staat van gebrekkigheid van andere ledematen of organen die niet aan het ongeval is te wijten.
De vergoeding wordt met de helft verminderd voor een persoon die op het ogenblik van het ongeval ouder is dan vijfenzeventig jaar.
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid
Artikel 11
De maatschappij betaalt de verzekerde het geheel of een deel van de voorziene dagelijkse vergoeding. Deze wordt volledig uitgekeerd wanneer de verzekerde tot geen enkele bezig- heid in staat is. Ze wordt naar verhouding ver- minderd, wanneer de verzekerde een deel van zijn bezigheden kan hervatten.
De dagelijkse vergoeding wordt uitgekeerd vanaf de dag na het ongeval en hoogstens gedurende twee jaar.
Er is geen enkele vergoeding verschuldigd aan personen van minder dan zestien jaar en van meer dan vijfenzeventig jaar.
Kosten van behandeling
Artikel 12
De maatschappij betaalt de verzekerde, tot het beloop van het voorziene bedrag en geduren- de hoogstens drie jaar, de kosten van de noodzakelijke medische behandeling, de kos- ten voor vervoer dat noodzakelijk is voor de behandeling, de kosten van eerste prothese en van een eerste orthopedisch apparaat, terug. Indien de verzekerde een andere tegemoetko- ming in die kosten geniet, komt de maatschap- pij er slechts aanvullend in tegemoet.
Indeplaatsstelling - afstand van schuldvordering
Artikel 13
Wanneer de maatschappij tegemoetkomt in de kosten van behandeling, treedt ze steeds op, binnen de grenzen van haar uitgaven, in de rechten en vorderingen van de verzekerde tegen de derden die voor het ongeval aanspra- kelijk zijn of hun verzekeraars tegen burger- rechtelijke aansprakelijkheid. Bijgevolg mag de verzekerde niet van enigerlei verhaal afzien,
zonder de voorafgaande toestemming van de maatschappij.
Zo nodig staat de verzekerde aan de maat- schappij, voor alle sommen die hij van haar heeft ontvangen, zijn schuldvorderingen op de derden die voor het ongeval aansprakelijk zijn of op hun verzekeraars tegen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, af.
Vermindering van vergoedingen
Artikel 14
In het kader van de formule A (Gezin in het ver- zekerd voertuig), wanneer bij een ongeval het aantal inzittenden van het voertuig het krach- tens de voorgeschreven en contractuele schik- kingen toegelaten aantal overschrijdt, worden de vergoedingen per verzekerde beperkt tot de verhouding tussen dit aantal plaatsen en het aantal inzittenden. Voor de berekening van het aantal inzittenden wordt er geen rekening gehouden met de kinderen onder de 4 jaar. De kinderen van 4 tot volle 15 jaar worden in de berekening beschouwd voor twee derde van een plaats. In elk geval wordt het resultaat van de berekening naar boven afgerond.
WAARBORGEN EIGEN AAN DE VERGOEDENDE FORMULE
Overlijden ingevolge het ongeval
Artikel 15
Indien het overlijden zich onmiddellijk of bin- nen een termijn van 3 jaar na het ongeval voordoet, bevat de vergoede schade :
- het economisch verlies van de verzekerden
- de begrafeniskosten.
De vergoeding bij overlijden wordt verminderd met de eventuele vergoedingen die reeds door de maatschappij betaald werden voor een blij- vende ongeschiktheid voortspruitend uit het- zelfde ongeval.
Lichamelijke letsels
Artikel 16
De te vergoeden schade bevat uitsluitend het verlies aan beroepsinkomen te wijten aan :
a) de totale of gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid vastgesteld in de "Officiële Belgische Schaal".
De arbeidsongeschiktheden lager of gelijk aan 5 % worden niet vergoed.
De arbeidsongeschiktheden hoger dan 5 % worden volledig vergoed.
b) de tijdelijke arbeidsongeschiktheid namelijk vanaf de 15e dag na het ongeval,
Tevens omvat de te vergoeden schade :
- de hulp van een derde persoon, noodzake- lijk geworden door de blijvende arbeidson- geschiktheid,
- de medische noodzakelijke behandelings- kosten, hospitalisatiekosten, de prothese- kosten, de orthopedische kosten, de kosten van esthetische chirurgie en de vervoers- kosten gerechtvaardigd voor de behande- ling.
Verzekerde bedragen
Artikel 17
Het geheel van de vergoedingen is beperkt tot
500.000 eur per schadegeval.
Indeplaatsstelling – afstand van schuldvordering
Artikel 18
De maatschappij treedt op, tot beloop van de betaalde vergoedingen, in rechten en vorderin- gen van de rechthebbenden, tegen de derden die voor het ongeval verantwoordelijk zijn en hun verzekeraars tegen burgerrechtelijke aan- sprakelijkheid.
Bovendien en zo nodig, staan de rechthebben- den aan de maatschappij, voor alle sommen die zij van haar ontvangen hebben of nog zul- len ontvangen, hun schuldvorderingen op de derden die voor het ongeval aansprakelijk zijn of op hun verzekeraars tegen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, af.
Schaderegeling Artikel 19
a) De lichamelijke letsels worden vastgesteld en geëvalueerd door een door de xxxx- xxxxxxxx aangestelde geneesheerdeskundi- ge.
Indien de verzekerde, overeenkomstig een bij medisch attest gemotiveerde reden, de besluiten van de door de maatschappij aan- gestelde geneesheer niet kan aanvaarden, zal een minnelijke medische expertise definitief uitsluitsel dienen te brengen.
Hiertoe kan de verzekerde beroep doen op een geneesheerdeskundige van zijn keuze. De kosten- en ereloonstaat van deze laatste zal door de maatschappij ten laste geno- men worden tot het beloop van 250 eur.
De kosten- en ereloonstaat van de eventu- eel in gemeen akkoord aan te stellen geneesheer-arbiter, zal elk voor de helft ten laste genomen worden door de verzekerde en de maatschappij.
b) De vergoeding van het verlies aan beroeps- inkomen verbonden aan de bij medische expertise vastgestelde tijdelijke en blijvende arbeidsongeschiktheid zal begroot worden overeenkomstig de, op het ogenblik van het schadegeval, vigerende rechtspraak.
c) De vergoedingen voorzien in de artikelen 15 en 16 zijn verschuldigd aan de rechtheb- benden verminderd met de uitkeringen van de betalende derden.
Met uitkeringen van de betalende derden verstaat men o.a. :
- de uitkeringen van de verzekeringsorga- nismen van de ziekte- en invaliditeitsver- zekering,
- de terugbetaling van de behandelings- kosten zoals bepaald in artikel 16, krachtens andere verzekeringscontrac- ten,
- de uitkeringen verschuldigd door een verzekeraar arbeidsongevallen,
- de wettelijke uitkeringen van de werkge- vers en/of de sociale organismen of gelijkgestelde,
- de uitkeringen van het O.C.M.W. of ander sociaal organisme.
d) In het geval dat - 3 maanden na het ongeval - het bedrag van de schade niet definitief vastgesteld kan worden, betaalt de maatschappij een voorschot op de definitieve vergoeding.
Dit voorschot vergoedt minstens het verlies aan beroepsinkomen voortspruitend uit de tijdelijke arbeidsongeschiktheid tijdens de verlopen periode.
Het voorschot kan eventueel vernieuwd worden tot de genezing van de letsels of de consolidatie van de toestand van de verze- kerde.
Wettelijke vermelding
Voor elke klacht m.b.t. onderhavig contract kan de verzekeringsnemer zich richten:
- ofwel tot de Ombudsman van P&V, Xxxxxxxxxxxxx 000,0000 Xxxxxxx,
E-mail: xxxxxxxxx@xx.xx, xxx.xx.xx
- ofwel tot de Ombudsman v/d Verzekeringen, de Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, website: xxx.xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.