Standaardprotocol Samenwerkingsakkoord tussen huisartsenkring en politiezone
Standaardprotocol
Samenwerkingsakkoord tussen huisartsenkring en politiezone
Samenwerkingsovereenkomst
Deze samenwerkingsakkoord wordt afgesloten tussen
Huisartsenkring … , vertegenwoordigd door … (kringvoorzitter of veiligheidscoördinator)
Politiezone … , vertegenwoordigd door … (korpschef)
Inhoud van dit standaardprotocol
Doel van de samenwerking
Afspraken
Het opvorderen van huisartsen door de politie
Bij overlijden
De huisarts is gekend
De huisarts is niet gekend
Tarificatie
Dringende procedure gedwongen opname
Tarificatie
Bloedafname – alcohol- en drugscontrole
Tarificatie
Attest opsluiting in de cel
Tarificatie
De bijstand die de politiezones kunnen bieden aan de huisartsen
Preventieve bijstand bij verdachte oproep
Onmiddellijke bijstand bij een dringende oproep van een huisarts in moeilijkheden
Herevaluatie
Verwerking van persoonsgegevens (GDPR)
Doel van de samenwerking
Het doel van deze overeenkomst is het nastreven van een goede samenwerking tussen de huisartsen en de politie. Dit voor de opvordering van artsen door de politie, alsook het ondersteunen van de veiligheid van de wachtdoende artsen.
Beide partijen verbinden er zich toe de elementen uit deze overeenkomst mee te delen respectievelijk aan de artsen van de regio en aan de politiebeambten. Ze zullen er tevens op toe zien dat ze nagekomen worden.
Bij problemen zullen bij de lokale politie de
korpschef of zijn vervanger en bij de huisartsen de voorzitter
verwittigd worden. Zoveel als mogelijk zal in eerste instantie
bemiddelend opgetreden worden.
Afspraken
Het opvorderen van huisartsen door de politie
Bij overlijden
De huisarts is gekend
Indien de politie het overlijden wil laten vaststellen voor een persoon waarvan de huisarts bekend is, wordt deze verwittigd en is er geen ‘opvordering’. De huisarts zal de nodige schikkingen treffen om binnen een billijke termijn - rekening houdend met de omstandigheden en in onderling telefonische afspraak - dit overlijden vast te stellen en het formulier IIIC op te maken.
Als de huisarts afwezig is, zal diens vervanger zijn taak overnemen. Tijdens weekend, feestdagen en (eventueel) avond/nacht op weekdagen zal, bij afwezigheid van de huisarts, beroep gedaan worden op de huisartsenwachtdienst.
Indien de MUG-arts aanwezig is, stelt deze het overlijden vast.
De huisarts is niet gekend
Indien de huisarts van de overledene niet gekend is dan doet de lokale politie beroep op de huisarts van wacht via het centraal oproepnummer 1733. Gezien huisartsen met wacht hun wachtgebied niet mogen verlaten, zal geen beroep gedaan worden op een wachtarts uit een andere regio.
Indien het overlijden op een openbaar domein plaatsvindt, wordt het vaststellen van het overlijden als prioritair door de wachtdoende huisarts behandeld opdat een snelle evacuatie van het lichaam kan plaatsvinden.
Tarificatie
In beide situatie betreft het geen ‘opvorderen van een arts’ en dient het ereloon door de arts ontvangen te worden bij de nabestaanden van de patiënt. In sommige omstandigheden kan – via het systeem ‘derde betalende’ - beroep gedaan worden op het ziekenfonds van de overledene.
Wanneer een overlijden niet te wijten is aan een natuurlijke oorzaak – een vaststelling die geschiedt door de eerst opgeroepen arts – dan wordt het parket verwittigd. In deze situatie is de arts wel gevorderd en zullen de erelonen aangerekend worden als gerechtskosten aan het FOD Justitie.
Dringende procedure gedwongen opname
Onderzoek van een persoon, in opdracht van de procureur des Konings, in het kader van een ‘dringende procedure gedwongen opname’ en het opmaken van een ‘omstandig geneeskundig verslag’ of het verlenen van een advies ter zake is in principe een medische en maatschappelijke urgentie.
Elke arts, bevoegd om de geneeskunde uit te oefenen, die geen band heeft met de patiënt of de aanvrager, geen familie of aangetrouwde familie is van de patiënt of de aanvrager en niet verbonden is op om het even welke manier aan de instelling waar de patiënt verblijft, kan volgens de Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke van 26 juni 1990, door de procureur des Konings aangewezen worden om deze opdracht uit te voeren.
Om gevaarsituaties waarbij fysieke agressie wordt veroorzaakt door de (geestes)zieke persoon tot een minimum te beperken, alsook om hem/haar minimaal aan de publieke belangstelling te moeten blootstellen zal dit onderzoek zoveel als mogelijk op het politiebureel plaatsvinden.
In periodes zonder wachtdienst is de lokale huisartsenkring verantwoordelijk voor het opstellen van een lijst met beschikbare artsen zodat de politie beroep kan doen op een arts die vermeld is in deze lijst.
In periodes met wachtdienst kan beroep gedaan worden op de huisarts met wacht. Gezien huisartsen met wacht hun wachtgebied niet mogen verlaten, zal geen beroep gedaan worden op een wachtarts uit een andere regio.
De officier van gerechtelijke politie zal - om de tijdsinvestering van de arts zoveel mogelijk te beperken - al het nodige doen opdat het onderzoek van de patiënt en het omstandig geneeskundig verslag kan opgemaakt worden op de meest efficiënte manier. Desgevallend zal hij/zij telefonisch contact met de procureur mogelijk maken om te kunnen overleggen.
Tarificatie
De erelonen voor deze prestatie worden als gerechtskosten aangerekend aan de FOD Justitie. De officier van gerechtelijke politie zal al het nodige doen om vordering van deze gerechtskosten correct te laten verlopen.
Bloedafname – alcohol- en drugscontrole
Het opvorderen van artsen met het oog op het nemen van een bloedstaal wordt voorzien in artikel 63 van de Wet op de Politie over het Wegverkeer van 16 maart 1968. Artikel 14 van de programmawet van 8 juni 2008 vermeldt daarenboven dat de dienstverlenende persoon die weigert gevolg te geven aan een opdracht waarvoor hij gevorderd werd kan gestraft worden met een geldboete van 50 euro tot 500 euro.
Een arts kan slechts weigeren:
wanneer hij een medische tegenindicatie tegen de bloedproef vaststelt of wanneer hij de redenen die de persoon aanvoert om zich aan de bloedproef te onttrekken, als gegrond erkent.
wanneer de betrokkene weigert zich aan de afname te onderwerpen. De bloedproef mag niet met geweld op de betrokkene worden toegepast.
wanneer de betrokkene één van zijn patiënten is, op voorwaarde dat de opvorderende overheid een beroep kan doen op een andere arts.
De opgevorderde arts moet altijd weigeren het klinisch formulier in te vullen of een klinisch oordeel te uiten nopens de staat van dronkenschap van de betrokkene, wanneer het één van zijn patiënten betreft.
Bij opeising moet de behandelende arts zijn tussenkomst beperken tot louter monsterafname indien hij zich gebonden acht door het beroepsgeheim ten opzichte van de te onderzoeken persoon en indien geen andere arts hem kan vervangen.
Tijdens weekend en feestdagen wordt met de persoon bij wie een bloedafname dient te gebeuren bij voorkeur naar de huisartsenwachtpost gegaan. De wachtdoende huisarts zal ervoor zorgen dat bloedafname en onderzoek zo vlug als mogelijk plaatsvinden. Indien de bloedafname toch op het politiekantoor gebeurt, zal de politie ervoor zorgen dat dit zo snel mogelijk kan gebeuren.
In regio’s zonder wachtpost kan best telefonisch contact genomen worden met de huisarts met wacht om concreet af te spreken.
Tarificatie
In deze situatie wordt de arts gevorderd en zullen de erelonen aangerekend worden als gerechtskosten aan de FOD Justitie. De opvorderende officier van gerechtelijke politie zal al het nodige doen om vordering van deze gerechtskosten correct te laten verlopen.
Attest opsluiting in de cel
In periodes met wachtdienst kan beroep gedaan worden op de arts van wacht voor een medisch onderzoek dat een opsluiting in de cel voorafgaat. De arts komt hiervoor naar het commissariaat.
Tarificatie
Dit onderzoek geschiedt bij wet op kosten van de aangehouden persoon zelf, ongeacht of dit onderzoek op zijn eigen verzoek of op verzoek van de politie gebeurt.
De bijstand die de politiezones kunnen bieden aan de huisartsen
Preventieve bijstand bij verdachte oproep
Indien de arts zich onveilig voelt bij een aangevraagd huisbezoek, kan hij de betreffende politiezone contacteren met de vraag hem/haar terug te bellen tijdens het huisbezoek. De arts volgt hiervoor de onderstaande stappen:
Stap 1
Je voelt je onveilig bij een aangevraagd huisbezoek
Omdat dit plaats dient te vinden op een afgelegen plek of onduidelijke locatie
Omdat de toon en /of de inhoud van de oproep weinig vertrouwen wekt
Omdat de patiënt jou in ongunstige zin bekend is
Stap 2
Je contacteert de betreffende politiezone op het volgende telefoonnummer: …
Stap 3
Je geeft duidelijk volgende zaken door :
je naam
het adres van het huisbezoek
het uur én het telefoonnummer waarop je terug wenst gecontacteerd te worden
je belt pas net voor je binnengaat om de tijdspanne zo kort mogelijk te houden tussen de oproepen
Stap 4
Indien politie contact kan maken en je bevestigt dat alles in orde is, beschouwt de politie de oproep als afgehandeld.
Indien de politie geen contact met je kan krijgen na 2 opeenvolgende oproeppogingen, dan wordt dit als een veiligheidsincident beschouwd en wordt onmiddellijk een politieploeg naar het opgegeven adres gestuurd
Onmiddellijke bijstand bij een dringende oproep van een huisarts in moeilijkheden
De politiediensten engageren zich om bij dringende telefonische oproepen, bij voorkeur via het noodnummer 101 of 112, waarbij de fysieke integriteit van de zorgverleners in het gedrang komt, deze als prioritaire oproep te behandelen en zo snel als mogelijk een ploeg ter plaatse te sturen.
Herevaluatie
De ondertekenaars van deze overeenkomst zullen instaan voor de permanente … (halfjaarlijkse, jaarlijkse, tweejaarlijkse, …) evaluatie ervan.
Verwerking van persoonsgegevens (GDPR)
In het kader van de uitvoering van dit samenwerkingsprotocol, worden verschillende persoonsgegevens uitgewisseld tussen politiediensten en huisartsen. Concreet gaat het om persoonlijke identificatiekenmerken (naam, voornaam, adres, geboortedatum) en gegevens over de gezondheid van de betrokkene(n) (in zeer beperkte mate).
De uitwisseling van persoonsgegevens kadert binnen de volgende wetgeving:
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming, ‘AVG');
Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;
Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt;
Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt;
Artikel 458 en 458bis van het Strafwetboek van 8 juni 1867;
Koninklijk besluit van 10 mei 2006 houdende vaststelling van de deontologische code van de politiediensten.
Artikel 20 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, bepaalt dat bij elk type van gegevensuitwisseling tussen een overheidsorgaan en iedere andere actor er een protocol dient afgesloten te worden.
Alle partijen verklaren vertrouwelijk en integer te handelen en alle nodige maatregelen te nemen om de privacy van de betrokkene(n) steeds te waarborgen.
Artikel 4, 15) AVG definieert gegevens over gezondheid als persoonsgegevens die verband houden met de fysieke en mentale gezondheid van een natuurlijke persoon, waaronder gegevens over verleende gezondheidsdiensten waarmee informatie over zijn/haar gezondheidstoestand wordt gegeven. De verwerking van gezondheidsgegevens gebeurt onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van een beoefenaar van de geneeskunde.
Gegevens over gezondheid vallen onder categorie van bijzondere gegevens, als bepaalt in artikel 9 AVG. De uitwisseling van zulke gegevens dient zich hierdoor tot het absolute minimum te beperken. De aanwezigheid van een politieambtenaar bij een medisch onderzoek is bijgevolg slechts toegestaan om de veiligheid van de arts te waarborgen, bv. indien de betrokkene gecategoriseerd wordt als 'moeilijk'.
Om de privacy van de betrokkene(n) te garanderen, kan de arts te allen tijde beslissen dat de politieambtenaar de plaats van het medisch onderzoek dient te verlaten. Alvorens dient er een afweging gemaakt te worden of door deze beslissing de veiligheid van de arts niet in het gedrang komt.