DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL
Juridische dienst
1 Werking 'dienst 100' vanaf juli 2016.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Na het compromis rond de werking van de ‘dienst 100’ binnen de brandweerpost Harelbeke, die het resultaat was van overleg met lokale ambulanciers, het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de hulpverleningszone Fluvia, vertegenwoordigers van minister De Block, de provinciale commissie…, kwam vanuit een aantal lokale vrijwilligers het volgende voorstel, bij monde van de xxxx Xxxxx Xxxxxxxx, luidend als volgt:
“Burgemeester,
Nog maar eens een poging om tot een oplossing te komen:
Kunnen we overeenkomen dat het stadsbestuur de meerkost om in te slapen aan 100% betaald voor de maanden juli en augustus in de hoop dat we in september kunnen starten met een VZW structuur.
De ambulanciers blijven in deze periode in hun oud statuut. Zij zijn trouwens bereid 20% van het ontvangen bedrag van hun wachtdiensten samen met de 100% van de interventies terug te storten aan het stadsbestuur.
Zo worden wij officieel betaald aan 100% en kunnen we de ambulance op 2 minuten houden wat voor heel veel ambulanciers een breekpunt is.”
Het college van burgemeester en schepenen besprak bovenstaande vraag en beslist om hierop niet in te gaan om volgende redenen:
- Er is hoegenaamd geen zekerheid dat een vzw dit per 1 september kan overnemen. Nog niets van nieuws hierover; geen statuten; geen prijzen; geen voorstellen van concessie of andere samenwerkingsovereenkomst.
- In geval van werken met een vzw moet de overeenkomst met de hulpverleningszone Fluvia omtrent Dringende Medische Hulp (DMH) herbesproken worden.
- Financieel zou dit dan in het budget moeten opgenomen worden. Nu is daar geen geld voor voorzien. Alles wordt via de Fluvia-toelage geregeld.
- Tussen de vrijwillige brandweermannen/ambulanciers en de stad bestaat geen enkele wettelijke verbintenis. Dit zouden we dan nog moeten opmaken, maar druist op vandaag in tegen de wettelijke regels.
- In geval er terug op 2 minuten gewerkt wordt, betaalt de stad Harelbeke voor de interventies buiten Harelbeke én verlaagt ook de dienstverlening voor de Harelbeekse bevolking. De risico-analyse van de FOD Volksgezondheid wijst dit uit.
- Aangezien al die extra ritten buiten Harelbeke zouden plaatsvinden moeten we ook met de naburige gemeenten overeenkomsten sluiten om een deel van de kosten voor zich te nemen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen houdt zich aan de afspraken die in het compromis tussen de verschillende partijen zijn afgesproken.
DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN
Stedenbouw
2 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor mededeling openbaar onderzoek en afwijking VK.
(geschrapt) het plaatsen van een carport, Xxxxxxxxxxx 00 - 0000 XXXXXXXXX.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Er werd een aanvraag ingediend door (geschrapt) met betrekking tot een eigendom gelegen te 0000 XXXXXXXXX – Xxxxxxxxxxx 00, kadastraal bekend als 4de afd. – sectie B – nr. 259W strekkende tot het plaatsen van een carport.
Het betreft een alleenstaande woning bestaande uit één bouwlaag met een hellend dak. Tegen de rechterzijgevel, geïntegreerd met de woning is er de garage. Die werd afgewerkt met een plat dak. Tussen de garage en de rechterperceelsgrens ligt een vrije zijstrook van 3 m breed.
De bouwheer wenst in de vrije zijstrook naast de garage een carport te plaatsen. De carport heeft een oppervlakte van 18,9 m² en wordt afgewerkt met een plat dak. De bouwhoogte bedraagt 2,40 m en is gelijkaardig aan die van de garage.
De woning is gelegen in een goedgekeurde verkaveling.
De verkavelingsvoorschriften leggen alleenstaande woningen op met vrije zijstroken van minstens 3 m tussen elke zijgevel en de kavelgrens.
De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften, omdat er een carport wordt voorzien in de vrije zijstrook.
Om voormelde redenen wordt de aanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
- Artikel 57 van het gemeentedecreet;
- Het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000, betreffende de behandeling en de openbaarmaking van de bouwaanvragen, gewijzigd bij later koninklijk besluit en besluiten van de Vlaamse Executieve;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Enig artikel:
Neemt kennis van het openbaar onderzoek dat loopt van 30.06.2016 tot en met 29.07.2016.
3 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor mededeling openbaar onderzoek en afwijking BPA.
(geschrapt): het verbouwen van een woning tot meergezinswoning, Xxxxxxxxxxxxxx 00.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Er werd een aanvraag ingediend door (geschrapt) met betrekking tot een eigendom gelegen te 0000 XXXXXXXXX – Xxxxxxxxxxxxxx 00, kadastraal bekend als 3de afd. – sectie D
– nr. 87V 3 strekkende tot het verbouwen van een woning tot meergezinswoning. Het betreft een rijwoning bestaande uit twee bouwlagen met een zadeldak.
Links van de bouwplaats bevindt zich een meergezinswoning bestaande uit twee bouwlagen en een zadeldak, rechts ervan bevindt zich een ééngezinswoning, eveneens bestaande uit twee bouwlagen met een zadeldak.
De rijwoning heeft een voorgevelbreedte van 7,60m. Tegen een gedeelte van de achtergevel van het hoofdvolume werd een achterbouw geplaatst bestaande uit anderhalve bouwlaag met een lessenaarsdak. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt momenteel 30,20 m.
De bouwheer wenst in het pand 4 woongelegenheden onder te brengen. Het hoofdvolume wordt volledig behouden. Van de achterbouw wordt de zolderverdieping afgebroken, zodat de achterbouw nog bestaat uit één bouwlaag met een plat dak. De bouwhoogte bedraagt 3,60 m. De bouwdiepte wijzigt dus niet.
De vrijgekomen gevels worden afgewerkt met een gevelbepleistering.
De toegang tot het pand wordt voorzien via Xxxxxxxxxxxxxx 00. De 2 panden worden dus als het feite samengevoegd. Er worden op het gelijkvloers 2 woongelegenheden voorzien. Op het verdiep is er één woongelegenheid voorzien en in het dak is er eveneens een woongelegenheid.
Het perceel paalt aan de achterzijde aan een private garageweg die toegang biedt tot de Broelstraat. Er wordt aan de achterzijde op het perceel Xxxxxxxxxxxxxx 00 voorzien in 6 autostandplaatsen en een fietsenberging. Op die manier ontstaat er op het perceel Xxxxxxxxxxxxxx 00 een gemeenschappelijke tuin.
De vier woongelegenheden hebben allemaal een buitenruimte in de vorm van een terras en een tuin.
Er dient wegens de ligging langs de N36d advies te worden gevraagd aan het Agentschap Wegen en Verkeer.
Er wordt eveneens advies gevraagd aan de Brandweer. Er wordt advies gevraagd aan Proximus.
Gelet op het gescheiden rioolstelsel de regenwaterput met inhoud 10.000L en de infiltratievoorziening.
De bouwplaats is volgens het BPA nr. 45 “Bloemenwijk – wijz. A” gelegen in een zone voor wonen – aaneengesloten bebouwing.
Het BPA legt het volgende vast:
Meergezinswoningen worden niet uitgesloten – max. terreinbezetting 50% en max. 350m² - min. afstand tot de achterkavelgrens – max. bouwdiepte gelijkvloers 15m – xxx xxxxxxxxxx verdiep 12m – max. 2 bouwlagen – max. kroonlijsthoogte 7m – max. nokhoogte 13m – dakvorm tussen 35° en 50°- blinde gevels afwerken – per woongelegenheid 1 parkeerplaats – dakkapellen: hoogte max. 1,50m en breedte max. 1,50. Totale breedte aan dakkapellen moet kleiner zijn dan de helft van de totale gevelbreedte.
Het ontwerp heeft een grotere bouwdiepte op het gelijkvloers, maar het gaat om een verbouwing van een bestaand pand.
De afwijking kan worden toegestaan.
Het plat dak is plaatselijk. Het hoofdvolume werd uitgerust met een hellend dak.
De breedte van de dakkapel is niet storend en kan worden gezien als het samenvoegen van twee dakkapellen.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften inzake de dakhelling en inzake de breedte van de dakkapel en wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
- Artikel 57 van het gemeentedecreet;
- Het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000, betreffende de behandeling en de openbaarmaking van de bouwaanvragen, gewijzigd bij later koninklijk besluit en besluiten van de Vlaamse Executieve;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Enig artikel:
Neemt kennis van het openbaar onderzoek dat loopt van 01.07.2016 tot en met 30.07.2016.
4 Aanvraag verkavelingsvergunning voor mededeling openbaar onderzoek. (geschrapt): het verkavelen van gronden in 20 kavels, Gaversstraat z/n - Xxxxxxxx x/x - 0000 XXXXXXXXX.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Er werd een aanvraag ingediend door (geschrapt) met betrekking tot percelen gelegen te 0000 XXXXXXXXX, Gaversstraat z/n – Bleekput z/n, kadastraal bekend als 3e Afd. Sectie D nrs. 1415H 6 & 1415F 9 strekkende tot het verkavelen van gronden in 20 loten.
Het betreft een braakliggend terrein tussen de Gaversstraat, de Bleekput en het domein van het Gemeenschapsonderwijs.
Er wordt voorzien in 4 nieuwe woningen langs de Gaversstraat en 16 nieuwe woningen langs een nieuwe openbare weg in het verlengde van de Bleekput.
In totaal worden er 5 open, 10 halfopen en 5 gesloten bebouwingen voorzien. De omgeving wordt gekenmerkt door een menging van rijwoningen, halfopen woningen en vrijstaande woningen.
In een aparte stedenbouwkundige aanvraag worden de wegenis- en rioleringswerken aangevraagd.
De voorschriften zijn niet buitengewoon en zijn conform. Er worden vrije zijstroken van min. 3m opgelegd en een minimale afstand van 8m tot de achterkavelgrens. De vrije voortuinstrook heeft een diepte van 6m van de rooilijn, zodat er comfortabel kan geparkeerd worden voor de garagepoort.
Er wordt voldaan aan de norm van 2 parkeerplaatsen per ééngezinswoning.
Er wordt advies gevraagd aan Infrax inzake de riolering en inzake gas/elektriciteit, OV. Er wordt advies gevraagd aan De Watergroep inzake de watervoorziening.
Er wordt advies gevraagd aan Proximus. Er wordt advies gevraagd aan de VMM. Er wordt advies gevraagd aan Erfgoed.
De aanvraag dient te worden onderworpen aan een openbaar onderzoek, omdat de te ontwikkelen grond noch in een BPA, noch in een gemeentelijk RUP zijn gelegen.
Om voormelde reden(en) wordt de aanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
- Artikel 57 van het gemeentedecreet;
- Het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000, betreffende de behandeling en de openbaarmaking van de bouwaanvragen, gewijzigd bij later koninklijk besluit en besluiten van de Vlaamse Executieve;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Enig artikel:
Neemt kennis van het openbaar onderzoek dat loopt van 04.07.2016 tot en met 02.08.2016.
5 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor mededeling openbaar onderzoek.
(geschrapt) de aanleg van wegenis en riolering in functie van een verkaveling, Gaversstraat z/n - Xxxxxxxx x/x - 0000 XXXXXXXXX.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Er werd een aanvraag ingediend door (geschrapt) met betrekking tot percelen gelegen te 0000 XXXXXXXXX, Gaversstraat z/n – Bleekput z/n, kadastraal bekend als 3e Afd. Sectie D nrs. 1415H 6 & 1415F 9 strekkende tot de aanleg van wegenis en riolering in functie van een verkaveling.
De aanvraag voor het verkavelen van percelen grond in 20 kavels gebeurt via een aparte aanvraag.
Het betreft een braakliggend terrein tussen de Gaversstraat, de Bleekput en het domein van het Gemeenschapsonderwijs.
Er wordt voorzien in 4 nieuwe woningen langs de Gaversstraat en 16 nieuwe woningen langs een nieuwe openbare weg in het verlengde van de Bleekput.
Er wordt advies gevraagd aan Infrax inzake de riolering en inzake gas/elektriciteit, OV. Er wordt advies gevraagd aan De Watergroep inzake de watervoorziening.
Er wordt advies gevraagd aan Proximus. Er wordt advies gevraagd aan de VMM. Er wordt advies gevraagd aan Erfgoed.
De aanvraag dient te worden onderworpen aan een openbaar onderzoek, omdat de te ontwikkelen grond noch in een BPA, noch in een gemeentelijk RUP zijn gelegen.
Om voormelde reden(en) wordt de aanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
- Artikel 57 van het gemeentedecreet;
- Het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000, betreffende de behandeling en de openbaarmaking van de bouwaanvragen, gewijzigd bij later koninklijk besluit en besluiten van de Vlaamse Executieve;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Enig artikel:
Neemt kennis van het openbaar onderzoek dat loopt van 04.07.2016 tot en met 02.08.2016.
6 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor einde openbaar onderzoek. (geschrapt) het verbouwen en uitbreiden van een woning, Xxxxxxxxxxxxxx 000.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Er werd een aanvraag ingediend door (geschrapt) met betrekking tot een perceel gelegen te 8530 XXXXXXXXX, Xxxxxxxxxxxxxx 000 kadastraal bekend 1e afdeling, Sectie A, nr.
1194Y 3 strekkende tot het verbouwen en uitbreiden van een woning.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werden geen mondelinge en geen schriftelijke bezwaren ingediend.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
- Artikel 57 van het gemeentedecreet;
- Het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000, betreffende de behandeling en de openbaarmaking van de bouwaanvragen, gewijzigd bij later koninklijk besluit en besluiten van de Vlaamse Executieve;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het onderzoek inzake bovenvermelde stedenbouwkundige aanvraag te sluiten. Artikel 2:
Vast te stellen dat de openbaarmaking conform de geldende voorschriften werd uitgevoerd.
Artikel 3:
Vast te stellen dat geen mondelinge en geen schriftelijke bezwaren ingediend werden. Artikel 4:
Een afschrift van deze beslissing zal, samen met de overige voorgeschreven documenten, bij het dossier van de aanvraag gevoegd worden.
7 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor einde openbaar onderzoek. (geschrapt): het verbouwen van een bestaande eengezinswoning in gesloten bebouwing, Xxxxxxxxxxxxxxxx 00.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Er werd een aanvraag ingediend door (geschrapt) met betrekking tot een perceel gelegen te XXXXXXXXX, Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 kadastraal bekend 1e afdeling, Sectie A, nr. 1550W strekkende tot het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning in gesloten bebouwing.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werden geen mondelinge en geen schriftelijke bezwaren ingediend.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
- Artikel 57 van het gemeentedecreet;
- Het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000, betreffende de behandeling en de openbaarmaking van de bouwaanvragen, gewijzigd bij later koninklijk besluit en besluiten van de Vlaamse Executieve;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het onderzoek inzake bovenvermelde stedenbouwkundige aanvraag te sluiten. Artikel 2:
Vast te stellen dat de openbaarmaking conform de geldende voorschriften werd uitgevoerd.
Artikel 3:
Vast te stellen dat geen mondelinge en geen schriftelijke bezwaren ingediend werden. Artikel 4:
Een afschrift van deze beslissing zal, samen met de overige voorgeschreven documenten, bij het dossier van de aanvraag gevoegd worden.
8 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor goedkeuring. (geschrapt): bouwen van een opslagloods en garage na slopen van bestaande gebouwen.
Formulier I
STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING
Gemeentelijk dossiernummer: B/2016/83
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door
(geschrapt) ontvangen.
De aanvraag werd ontvangen aan het loket op 6-4-2016.
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op
10-5-2016.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres 8531 Hulste (Harelbeke), Xxxxxxxxxxx 00 en met als kadastrale omschrijving HARELBEKE 5 AFD/HULSTE/, sectie A, nr(s) 0265D
Het betreft een aanvraag tot het bouwen van een opslagloods en garage na sloping van bestaande gebouwen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten.
Advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Externe adviezen
Er werd advies gevraagd aan de Brandweer. Er is een gunstig advies d.d. 24.05.2016.
Er werd advies gevraagd aan het departement Landbouw. Er werd op 16.06.2016 een gedeeltelijk gunstig – gedeeltelijk ongunstig advies verleend.
Er is een gedeeltelijk gunstig advies voor de te bouwen opslagloods omdat zowel het uitzicht als de ontsluiting van de loods wel bedenkingen geeft aan het departement Landbouw inzake de bestemming van het gebouw. Het advies is gunstig op voorwaarde dat de nieuwe loods enkel zal gebruikt worden voor de stockage van landbouwmateriaal of voor agrarische en para-agrarische activiteiten (zoals rollen van vlas) en op voorwaarde dat de loods op minstens 75% van de bestaande oppervlakte zal gebouwd worden.
Voor de steenslagverharding van 790m² wordt door het Departement Landbouw en Visserij een ongunstig advies gegeven. De oppervlakte is niet in overeenstemming met de agrarische of para-agrarische activiteiten die door de aanvrager uitgevoerd worden. In het vorig advies werd aangehaald dat de aanvrager slechts enkele tractoroldtimers in bezit heeft en dat hij in onderaanneming in het rollen van vlas doet zonder dat de leefbaarheid of volwaardigheid van deze activiteit duidelijk aangetoond werd.
Het College bevestigt dat de nieuwe loods op minstens 75% van de bestaande oppervlakte zal gebouwd worden. De aanvrager geeft zelf aan dat de nieuwe loods enkel zal gebruikt worden voor de stockage van landbouwmateriaal of voor agrarische en para- agrarische activiteiten (zoals het rollen van vlas) dit wordt ook nog eens opgelegd als voorwaarde in deze vergunning.
Het College gaat niet akkoord met het gedeeltelijk ongunstig advies. De steenslagverharding moet het mogelijk maken om het materiaal binnen te steken. De zone is nodig om te kunnen manoeuvreren.
De Raad voor Vergunningenbetwistingen heeft bovendien bepaald dat het begrip “leefbaar bedrijf” in artikel 11.4.1 van het Inrichtingsbesluit is gebonden aan de uitvoering en de toepassing van de wetgeving inzake stedenbouw en derhalve niet kan worden uitgelegd in de zin van “economisch leefbaar bedrijf”.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
De bestemming volgens het RUP “Hoog-Walegem – Klein-Harelbeke”, vastgesteld door de Deputatie d.d. 19.03.2009 is agrarisch gebied.
De aanvraag dient dus getoetst aan de bepalingen van het RUP.
Vermits de aanvrager geen landbouwer in hoofdberoep is, moeten de voorschriften voor ééngezinswoningen en hun bijgebouwen worden gevolgd:
Voor woningen wordt toegelaten:
- onderhouds- en instandhoudingswerken
- verbouwen
- herbouwen op dezelfde plaats
- uitbreiden en combinaties hiervan
Mits:
- Het totale bruto-volume blijft beperkt tot 1.000m³
- De volumevermeerdering blijft beperkt tot 100%
- De uitbreiding gebeurt op een compacte manier: aansluitend en fysisch één geheel vormend met de bestaande bebouwing.
Per woning is er één bijgebouw toegestaan:
- Het bijgebouw dient zich maximaal te integreren in de omgeving.
- Het dient te worden opgericht in kwaliteitsvolle materialen.
- Het bijgebouw mag geen woonruimtes of nevenfuncties bevatten.
- Het bijgebouw wordt begrensd tot 10m² en 1 bouwlaag.
- Het bijgebouw dient op een ruimtelijk verantwoorde manier te worden ingeplant op max. 15m van het hoofdgebouw.
Voor de bestaande bijgebouwen, die afwijken, gelden volgende mogelijkheden:
- Behoud.
- Instandhoudingswerken.
- Verbouwingen zonder uitbreiding indien de esthetische waarde verhoogt.
- Herbouwen met hetzelfde volume en op dezelfde plaats.
De nieuwe loods voldoet hieraan. De nieuwe loods wordt gebouwd op dezelfde plaats en het volume is zelfs iets kleiner dan de huidige loods.
Wat betreft de nieuwe garage. Door de garage op 1m van de woning te bouwen moet ze ook worden beschouwd als een apart bijgebouw. Dit is niet in overeenstemming met de voorschriften van het RUP en met de wetgeving op de zonevreemde bijgebouwen.
Dit kan worden opgelost door de nieuwe garage aan te bouwen tegen de bestaande woning/garage. De nieuwe garage 1m opschuiven richting woning/garage zorgt ervoor dat de nieuwe garage de zijkant van de woning raakt en kan ze worden beschouwd als deel uitmakend van het woongedeelte. Op die manier voldoet ze wel.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Op 27.10.2015 werd een stedenbouwkundige aanvraag voor het bouwen van een opslagloods na sloping van een bestaande loods geweigerd. (2015/173).
De aanvraag werd geweigerd omdat het vermeerderen van het volume van een zonevreemd bijgebouw in tegenspraak is met de wetgeving uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening inzake zonevreemde constructies. Het uitbreiden van zonevreemde bijgebouwen wordt hierin niet toegestaan.
Deze aanvraag betreft opnieuw het bouwen van een opslagloods en garage na sloping van bestaande gebouwen.
De aanvraag betreft specifieker:
- De sloop van vervallen bergingen palend aan de woning.
- De sloop van de bestaande loods met afdak.
- De bouw van een nieuwe opslagloods.
- De bouw van een nieuwe garage.
- De aanleg van verharding in steenslag.
De (voormalige) hoeve is via een private weg te bereiken vanuit de Barzestraat. De site bestaat in feite uit twee gebouwen.
Het ene gebouw betreft de woning, met daar tegenaan gebouwd een garage en wat bergingen. Ten zuiden daarvan staat een tweede gebouw, namelijk een loods met afdak.
De bouwheer behoudt de woning met de garage. De aanpalende bergingen, met een oppervlakte van 142m², worden gesloopt.
Er wordt op de plaats van de gesloopte bergingen een nieuwe garage gebouwd. De nieuwe garage heeft een oppervlakte van 78,4m². De garage wordt uitgerust met een hellend dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 2,50m en de nokhoogte 6,25m. Het volume bedraagt 359m³
Ook de bestaande loods met een oppervlakte van 250m² en een volume van 1.250m² wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe loods. De nieuwe loods heeft een oppervlakte van 205,2m² en krijgt een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 6m. Het volume bedraagt 1.231m². De loods krijgt overwegend als bekleding silexbeton (lichtgrijs van kleur).
De nieuwe loods zal volgens de bouwheer gebruikt worden als een opslagloods voor landbouwmaterieel (tractor, ploeg,….). De bouwheer is geen landbouwer in hoofdberoep. Hij doet wel aan loonwerk (in het vlas) en heeft een transportfirma. Het materieel dient voor eigen onderhoudswerken en voor het vlas. De transportfirma blijft wel gehuisvest in Wielsbeke.
Ten zuiden van de nieuwe loods wenst de bouwheer een steenslagverharding aan te leggen als manoeuvreerruimte. De verharding heeft een oppervlakte van 790m²
Het bestaande groenscherm blijft behouden.
De aanvraag doet mede gelet op de aard, de omvang, de inplanting en de vormgeving geen afbreuk aan de omgeving. De afstand tot de aanpalende woningen / gebouwen is voldoende groot, zodat er geen verzwarende impact op de aanpalende woningen en bij uitbreiding op de omgeving zou mogen zijn. Deze aanvraag heeft geen negatieve invloed op de mobiliteit.
Watertoets
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening.
Het regenwater dat terecht komt op het dak van de nieuwbouw wordt aangesloten op een regenwaterput met inhoud 10.000L. De regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met overstort op de bestaande gracht langs de Barzestraat.
Het regenwater dat op de nieuwe verharding in steenslag terechtkomt kan op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren.
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 05/07/2016 HET VOLGENDE:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
De nieuwe garage moet 1m opschuiven richting woning/garage, zodat zij de zijkant van de woning raakt en ze kan worden beschouwd als deel uitmakend van het woongedeelte.
De nieuwe loods zal enkel gebruikt worden voor de stockage van landbouwmateriaal of voor agrarische en para-agrarische activiteiten (zoals rollen van vlas).
Algemeen advies infrax:
- Geen sifonputjes plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen.
- Hemelwater maximaal gebruiken
- Terugslagklep plaatsen op overloop hemelwaterput
- Ontluchting voorzien op het vuilwaterafvoerstelsel
- In afwachting van deze collectieve afvalwaterzuivering moet het afvalwater gezuiverd worden, dit mag door alle afvalwater, zowel zwart afvalwater (toiletten) en grijs afvalwater (gootsteen, vaatwas, douche, bad,…) aan te sluiten op een septische put. Het minimale putvolume voor een gezin tot vijf personen is 3.000 liter, met 600 liter per bijkomende inwoner.
Eventuele beschadiging aan het openbaar domein dient te worden hersteld door de vergunninghouder.
In uitvoering van het decreet van 28.06.1985 moet zo nodig voor de beoogde bedrijvigheid, naargelang de klasse van hinderlijke inrichting, bij de voor het milieu bevoegde overheid, een milieuvergunning verkregen worden of moet de inrichting onderworpen worden aan de meldingsplicht, zoniet kan van de afgegeven bouwvergunning geen gebruik gemaakt worden.
Indien er grond moet worden ingelijfd in het openbaar stadsdomein, (openbare wegenis, groen,…) dient de vergunninghouder-overdrager (of diens rechtsopvolger(s)) deze vrij en onbelast over te dragen naar de stad. Alle kosten van de authentieke overdrachtsakte (inclusief opmaak landmetersplan) vallen ten laste van diezelfde vergunninghouder-overdrager.
Indien er tijdens de werken (tijdelijk) openbaar domein wordt gebruikt voor het plaatsen van afsluitingen, stellingen, kranen, containers, werfketen, enz… of voor het stapelen van materialen, dient de vergunninghouder-bouwheer hiertoe voorafgaand en schriftelijk een machtiging aan te vragen bij het stadsbestuur. Pas wanneer het stadsbestuur hiertoe een bezettingstoelating verleent, kan de vergunninghouder-bouwheer overgaan tot de noodzakelijke werken.
In die context wordt ook verwezen naar de “Algemene Politieverordening van de Stad Harelbeke”, dat hier onverminderd van toepassing is en meer concreet naar hoofdstuk 3 (‘privatief gebruik van het openbaar domein).
Het project uitvoeren overeenkomstig goedgekeurde plannen.
Voor de aanvang van de werken, lijnstelling aan gemeentebestuur aan te vragen.
Voor de aanleg van het gedeelte oprit, gelegen op het openbaar domein (tussen grens wegverharding en rooilijn), moet voorafgaand een schriftelijke goedkeuring worden verkregen van het College van Burgemeester en Schepenen.
De bouwheer is verantwoordelijk voor alle, door hemzelf of door in zijn opdracht handelende aannemers of personen, aan het openbaar domein (voetpaden, opritten, weggoten e.a.) berokkende schade en zal de schade op zijn kosten onmiddellijk herstellen of laten herstellen. In geval de bouwheer de schade niet herstelt of laat herstellen op zijn kosten zal de gemeente proces-verbaal opstellen met vordering tot herstel op zijn kosten.
De vergunning wordt bovendien afgegeven onder voorbehoud van burgerlijke rechten.
Indien er een bronbemaling nodig is, dan moet er een melding gebeuren bij de milieudienst en dit vooraleer de werken worden gestart.
Aan de vergunning worden volgende lasten verbonden:
Alle aansluitingen op de openbare nutsvoorzieningen (inclusief riolering) vallen ten laste van de bouwheer.
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Infrax erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op xxx.xxxxxx.xx)
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Belangrijke bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.7.19. §2. Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De Vlaamse Regering kan, zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde levert op eenvoudig verzoek van elke belanghebbende, vermeld in artikel 4.7.21,
§2, een gewaarmerkt afschrift van het attest van aanplakking af.
§3. Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief beroep. Indien een administratief beroep wordt ingesteld, geldt artikel 4.7.21, §8. Deze bepaling geldt onverminderd artikel 4.5.1, §2, van deze codex en artikel 4.2.6, §2, eerste lid, van het decreet van (…) betreffende het grond- en pandenbeleid.
§4. Een door de gemeente gewaarmerkt afschrift van de vergunning en het bijhorende dossier ligt tijdens de duur van de werkzaamheden in uitvoering van de vergunning ter beschikking op de plaats die het voorwerp uitmaakt van de vergunning.
Beroepsmogelijkheden
Art. 4.7.21. §1. Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen. Bij het behandelen van het beroep onderzoekt de deputatie de aanvraag in haar volledigheid.
§2. Het beroep, vermeld in §1, kan door volgende belanghebbenden worden ingesteld:
1° de aanvrager van de vergunning;
2° elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing;
3° procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en effectieve werking overeenkomstig de statuten;
4° de leidend ambtenaar van het departement of bij afwezigheid diens gemachtigde, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 4.7.19, §1, derde lid;
5° de leidend ambtenaar of bij afwezigheid diens gemachtigde van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, op voorwaarde dat de instantie tijdig advies heeft verstrekt of ten onrechte niet om advies werd verzocht.
§3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat:
1° voor wat betreft het beroep ingesteld door de aanvrager : de dag na deze waarop het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, eerste lid, werd betekend;
2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16,
§1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, tweede lid, werd betekend; 3° voor wat betreft het beroep ingesteld door elke andere belanghebbende : de dag na de startdatum van de aanplakking.
§4. Het beroepschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingediend bij de deputatie.
De indiener van het beroep bezorgt gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan de aanvrager van de vergunning en aan het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet zelf de indiener van het beroep zijn. Aan de deputatie wordt, op straffe van onontvankelijkheid van het beroep, een bewijs bezorgd van deze beveiligde zending aan de aanvrager en aan het college.
§5. In de gevallen, vermeld in §2, eerste lid, 1°, 2°en 3°, dient het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd, behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering. De dossiervergoeding is verschuldigd op rekening van de provincie.
§6. De daartoe aangewezen provinciale ambtenaar maakt een afschrift van het beroepschrift over aan het departement.
§7. Het college van burgemeester en schepenen maakt het vergunningsdossier of een afschrift daarvan over aan de deputatie, en zulks onverwijld na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift.
§8. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager.
Uittreksel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
Art. 1. §1. Het beroepschrift, bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt gedagtekend en bevat :
1°de naam, de hoedanigheid en het adres van de indiener van het beroep, en, in voorkomend geval, zijn telefoonnummer en mailadres;
2°de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van deze beslissing; 3°een inhoudelijke argumentatie in verband met de beweerde onregelmatigheid van de bestreden beslissing.
Indien de indiener van het beroep een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing, omvat het beroepschrift tevens een omschrijving van deze hinder of nadelen.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, omvat het beroepschrift tevens een beschrijving van de collectieve belangen welke door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad.
De vereisten van deze paragraaf zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
§2. Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, of indien het beroepschrift uitgaat van de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt het beroepschrift zo mogelijk vergezeld van een kopie of afdruk van de bestreden uitdrukkelijke vergunningsbeslissing respectievelijk van de kennisgeving van de bestreden stilzwijgende vergunningsbeslissing.
Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, en het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigeringsbeslissing die door de gemeente ten onrechte niet ter kennis werd gebracht, voegt de indiener van het beroep een kopie of afdruk toe van de beveiligde zending waarmee de vergunningsaanvraag werd ingediend evenals een kopie van het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek, vermeld in artikel 4.7.14, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, §2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift een afschrift van de statuten van de vereniging toegevoegd.
Indien de provincie vaststelt dat aan de verplichtingen van deze paragraaf niet is voldaan, stelt zij de indiener van het beroep in staat om het dossier aan te vullen. De ontbrekende stukken moeten bij het provinciebestuur toekomen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bericht waarin wordt meegedeeld dat niet aan de verplichtingen van deze paragraaf is voldaan. Indien de beschikbare ontbrekende stukken niet of niet tijdig worden aangeleverd, dan leidt dat tot de onontvankelijkheid van het beroep.
Art. 2. De indiener van het beroep kan aan het beroepschrift de overtuigingsstukken toevoegen die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener van het beroep gebundeld en op een inventaris ingeschreven.
De indiener van het beroep en de aangewezen provinciale ambtenaar mogen zich bij het overmaken van de afschriften van het beroepschrift op grond van artikel 4.7.21, §4, tweede lid, en §6, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beperken tot het eigenlijke beroepschrift en de inventaris, zonder de overtuigingsstukken, indien het kopiëren van de overtuigingsstukken niet toegelaten is op grond van de regelgeving inzake auteursrechten of indien het formaat of de aard praktische problemen stelt.
Verval van de vergunning
Art. 4.6.2. §1. Een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning wordt niet binnen twee jaar na de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg gestart;
2° de werken worden gedurende meer dan twee jaar onderbroken;
3° de vergunde gebouwen zijn niet winddicht binnen drie jaar na de aanvang van de werken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning aanhangig is bij de Raad voor vergunningsbetwistingen, behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschade desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, §1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Indien de stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
§2. …
§3. Het verval van een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur geldt slechts ten aanzien van het niet afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt indien het, desgevallend na sloping van de niet afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
9 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor goedkeuring.
(geschrapt) verbouwen en uitbreiden van een woning, Xxxxxxxxxxxxxx 000
- 0000 Xxxxxxxxx.
Formulier I
STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING
Gemeentelijk dossiernummer: B/2016/95
De EPB-eisen zijn van toepassing. Het energieprestatiedossiernummer is: 34013-G- 2016-105
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door
(geschrapt) ontvangen.
De aanvraag werd ontvangen aan het loket op 15-4-2016.
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op
17-5-2016.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres 0000 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx 000 en met als kadastrale omschrijving HARELBEKE 1 AFD, sectie A, nr(s) 1194Y 3
Het betreft een aanvraag tot het verbouwen en uitbreiden van woning.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten.
Advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Openbaar onderzoek
Wegens werken op de perceelsgrenzen werd de aanvraag openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen.
Gedurende het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
De bestemming volgens het gewestplan KORTRIJK, vastgesteld op datum van 04.11.1977 bij besluit van de Koning, is woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aangevraagde werken/handelingen zijn niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een verkaveling. De aanvraag dient dus getoetst aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorziene bestemming.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een woning.
Op 20.01.2015 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het verbouwen van een woning. (dossier 2014/285). In de aanvraag was het de bedoeling om de volledige achterbouw te slopen en te vervangen door een nieuwe achterbouw over de volledige achtergevelbreedte.
De sloop werd aangevat, maar de nieuwe achterbouw werd niet gebouwd. De woning staat er momenteel aan de achterzijde onafgewerkt bij.
Met deze aanvraag wenst de bouwheer tegen hoofdvolume een nieuwe achterbouw te plaatsten bestaande uit één bouwlaag met een plat dak. De bouwdiepte op het gelijkvloers wordt dan 17,56m. De bouwhoogte van de nieuwe achterbouw bedraagt 3,20m.
De aanvraag doet mede gelet op de aard, de omvang, de inplanting en de vormgeving geen afbreuk aan de omgeving. De nieuwe bouwdiepte op het gelijkvloers is gelijkaardig aan die van de omliggende bebouwing. Er blijft voldoende open ruimte / tuin over achter de woning.
De nieuwe achterbouw is van zodanige aard dat zij geen verzwarende impact heeft op de aanpalende panden en bij uitbreiding op de omgeving. Deze aanvraag heeft geen negatieve invloed op de mobiliteit.
Watertoets
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Gelet op het gescheiden rioolstelsel. De hemelwaterput is niet verplicht gezien het om een uitbreiding gaat en infiltratie is niet nodig gezien het perceel kleiner dan 250m² is.
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 05/07/2016 HET VOLGENDE:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Eventuele beschadiging aan het openbaar domein dient te worden hersteld door de vergunninghouder.
In uitvoering van het decreet van 28.06.1985 moet zo nodig voor de beoogde bedrijvigheid, naargelang de klasse van hinderlijke inrichting, bij de voor het milieu bevoegde overheid, een milieuvergunning verkregen worden of moet de inrichting onderworpen worden aan de meldingsplicht, zoniet kan van de afgegeven bouwvergunning geen gebruik gemaakt worden.
Indien er grond moet worden ingelijfd in het openbaar stadsdomein, (openbare wegenis, groen,…) dient de vergunninghouder-overdrager (of diens rechtsopvolger(s)) deze vrij en onbelast over te dragen naar de stad. Alle kosten van de authentieke overdrachtsakte (inclusief opmaak landmetersplan) vallen ten laste van diezelfde vergunninghouder-overdrager.
Indien er tijdens de werken (tijdelijk) openbaar domein wordt gebruikt voor het plaatsen van afsluitingen, stellingen, kranen, containers, werfketen, enz… of voor het stapelen van materialen, dient de vergunninghouder-bouwheer hiertoe voorafgaand en schriftelijk een machtiging aan te vragen bij het stadsbestuur. Pas wanneer het stadsbestuur hiertoe een bezettingstoelating verleent, kan de vergunninghouder-bouwheer overgaan tot de noodzakelijke werken.
In die context wordt ook verwezen naar de “Algemene Politieverordening van de Stad Harelbeke”, dat hier onverminderd van toepassing is en meer concreet naar hoofdstuk 3 (‘privatief gebruik van het openbaar domein).
Het project uitvoeren overeenkomstig goedgekeurde plannen.
Voor de aanvang van de werken, lijnstelling aan gemeentebestuur aan te vragen.
Voor de aanleg van het gedeelte oprit, gelegen op het openbaar domein (tussen grens wegverharding en rooilijn), moet voorafgaand een schriftelijke goedkeuring worden verkregen van het College van Burgemeester en Schepenen.
De bouwheer is verantwoordelijk voor alle, door hemzelf of door in zijn opdracht handelende aannemers of personen, aan het openbaar domein (voetpaden, opritten, weggoten e.a.) berokkende schade en zal de schade op zijn kosten onmiddellijk herstellen of laten herstellen. In geval de bouwheer de schade niet herstelt of laat herstellen op zijn kosten zal de gemeente proces-verbaal opstellen met vordering tot herstel op zijn kosten.
De vergunning wordt bovendien afgegeven onder voorbehoud van burgerlijke rechten.
Indien er een bronbemaling nodig is, dan moet er een melding gebeuren bij de milieudienst en dit vooraleer de werken worden gestart.
Aan de vergunning worden volgende lasten verbonden:
Alle aansluitingen op de openbare nutsvoorzieningen (inclusief riolering) vallen ten laste van de bouwheer.
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Infrax erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op xxx.xxxxxx.xx)”
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Belangrijke bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.7.19. §2. Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De Vlaamse Regering kan, zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde levert op eenvoudig verzoek van elke belanghebbende, vermeld in artikel 4.7.21,
§2, een gewaarmerkt afschrift van het attest van aanplakking af.
§3. Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief beroep. Indien een administratief beroep wordt ingesteld, geldt artikel 4.7.21, §8. Deze bepaling geldt onverminderd artikel 4.5.1, §2, van deze codex en artikel 4.2.6, §2, eerste lid, van het decreet van (…) betreffende het grond- en pandenbeleid.
§4. Een door de gemeente gewaarmerkt afschrift van de vergunning en het bijhorende dossier ligt tijdens de duur van de werkzaamheden in uitvoering van de vergunning ter beschikking op de plaats die het voorwerp uitmaakt van de vergunning.
Beroepsmogelijkheden
Art. 4.7.21. §1. Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen. Bij het behandelen van het beroep onderzoekt de deputatie de aanvraag in haar volledigheid.
§2. Het beroep, vermeld in §1, kan door volgende belanghebbenden worden ingesteld:
1° de aanvrager van de vergunning;
2° elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing;
3° procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en effectieve werking overeenkomstig de statuten;
4° de leidend ambtenaar van het departement of bij afwezigheid diens gemachtigde, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 4.7.19, §1, derde lid;
5° de leidend ambtenaar of bij afwezigheid diens gemachtigde van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, op voorwaarde dat de instantie tijdig advies heeft verstrekt of ten onrechte niet om advies werd verzocht.
§3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat:
1° voor wat betreft het beroep ingesteld door de aanvrager : de dag na deze waarop het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, eerste lid, werd betekend;
2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16,
§1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, tweede lid, werd betekend; 3° voor wat betreft het beroep ingesteld door elke andere belanghebbende : de dag na de startdatum van de aanplakking.
§4. Het beroepschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingediend bij de deputatie.
De indiener van het beroep bezorgt gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan de aanvrager van de vergunning en aan het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet zelf de indiener van het beroep zijn. Aan de deputatie wordt, op straffe van onontvankelijkheid van het beroep, een bewijs bezorgd van deze beveiligde zending aan de aanvrager en aan het college.
§5. In de gevallen, vermeld in §2, eerste lid, 1°, 2°en 3°, dient het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd, behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering. De dossiervergoeding is verschuldigd op rekening van de provincie.
§6. De daartoe aangewezen provinciale ambtenaar maakt een afschrift van het beroepschrift over aan het departement.
§7. Het college van burgemeester en schepenen maakt het vergunningsdossier of een afschrift daarvan over aan de deputatie, en zulks onverwijld na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift.
§8. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager.
Uittreksel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
Art. 1. §1. Het beroepschrift, bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt gedagtekend en bevat :
1°de naam, de hoedanigheid en het adres van de indiener van het beroep, en, in voorkomend geval, zijn telefoonnummer en mailadres;
2°de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van deze beslissing; 3°een inhoudelijke argumentatie in verband met de beweerde onregelmatigheid van de bestreden beslissing.
Indien de indiener van het beroep een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing, omvat het beroepschrift tevens een omschrijving van deze hinder of nadelen.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, omvat het beroepschrift tevens een beschrijving van de collectieve belangen welke door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad.
De vereisten van deze paragraaf zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
§2. Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, of indien het beroepschrift uitgaat van de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt het beroepschrift zo mogelijk vergezeld van een kopie of afdruk van de bestreden uitdrukkelijke vergunningsbeslissing respectievelijk van de kennisgeving van de bestreden stilzwijgende vergunningsbeslissing.
Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, en het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigeringsbeslissing die door de gemeente ten onrechte niet ter kennis werd gebracht, voegt de indiener van het beroep een kopie of afdruk toe van de beveiligde zending waarmee de vergunningsaanvraag werd ingediend evenals een kopie van het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek, vermeld in artikel 4.7.14, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, §2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift een afschrift van de statuten van de vereniging toegevoegd.
Indien de provincie vaststelt dat aan de verplichtingen van deze paragraaf niet is voldaan, stelt zij de indiener van het beroep in staat om het dossier aan te vullen. De ontbrekende stukken moeten bij het provinciebestuur toekomen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bericht waarin wordt meegedeeld dat niet aan de verplichtingen
van deze paragraaf is voldaan. Indien de beschikbare ontbrekende stukken niet of niet tijdig worden aangeleverd, dan leidt dat tot de onontvankelijkheid van het beroep.
Art. 2. De indiener van het beroep kan aan het beroepschrift de overtuigingsstukken toevoegen die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener van het beroep gebundeld en op een inventaris ingeschreven.
De indiener van het beroep en de aangewezen provinciale ambtenaar mogen zich bij het overmaken van de afschriften van het beroepschrift op grond van artikel 4.7.21, §4, tweede lid, en §6, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beperken tot het eigenlijke beroepschrift en de inventaris, zonder de overtuigingsstukken, indien het kopiëren van de overtuigingsstukken niet toegelaten is op grond van de regelgeving inzake auteursrechten of indien het formaat of de aard praktische problemen stelt.
Verval van de vergunning
Art. 4.6.2. §1. Een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning wordt niet binnen twee jaar na de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg gestart;
2° de werken worden gedurende meer dan twee jaar onderbroken;
3° de vergunde gebouwen zijn niet winddicht binnen drie jaar na de aanvang van de werken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning aanhangig is bij de Raad voor vergunningsbetwistingen, behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschade desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, §1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Indien de stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
§2. …
§3. Het verval van een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur geldt slechts ten aanzien van het niet afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt indien het, desgevallend na sloping van de niet afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
10 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor goedkeuring.
(geschrapt): verbouwen van een eengezinswoning in gesloten bebouwing, Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxxxx.
Formulier I
STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING
Gemeentelijk dossiernummer: B/2016/98
De EPB-eisen zijn van toepassing. Het energieprestatiedossiernummer is: 34013-G- 2016-111
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door
(geschrapt), ontvangen.
De aanvraag werd ontvangen aan het loket op 18-4-2016.
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op
19-5-2016.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres 0000 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 en met als kadastrale omschrijving HARELBEKE 1 AFD, sectie A, nr(s) 1550W
Het betreft een aanvraag tot het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning in gesloten bebouwing.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten.
Advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Openbaar onderzoek
Wegens werken op de perceelsgrenzen werd de aanvraag openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen.
Gedurende het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
De bestemming volgens het gewestplan KORTRIJK, vastgesteld op datum van 04.11.1977 bij besluit van de Koning, is woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aangevraagde werken/handelingen zijn niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een verkaveling. De aanvraag dient dus getoetst aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorziene bestemming.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning in gesloten bebouwing.
De Deerlijksestraat wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk wonen. Er is een menging van woningen bestaande uit één bouwlaag met een hellend dak en woningen bestaande uit twee bouwlagen met een hellend dak.
Het gaat om een smalle rijwoning (3,94m breed) bestaande uit één bouwlaag met een zadeldak. Tegen een deel van de achtergevel van het hoofdvolume werd een achterbouw geplaatst bestaande uit één bouwlaag met een lessenaarsdak. De totale bouwdiepte bedraagt 17,10m.
Gezien de beperkte vrije hoogte onder het dak wordt er geopteerd om een volwaardige verdieping te creëren. Op die manier ontstaat een woning met twee bouwlagen en een zadeldak. De kroonlijsthoogte (6,95m) en nokhoogte wordt gelijk gebracht met de woning links ervan.
Achteraan wordt de tuinmuur tussen koer en tuin gesloopt en wordt de achterbouw gedeeltelijk gesloopt. Er blijft een gedeelte van de achterbouw staan, zodat de bouwdiepte op het gelijkvloers wordt teruggebracht tot 13m.
De aanvraag doet mede gelet op de aard, de omvang, de inplanting en de vormgeving geen afbreuk aan de omgeving. De nieuwe bouwdiepte op het gelijkvloers is minder groot dan de huidige bouwdiepte en is gelijkaardig aan die van de omliggende bebouwing. Er blijft voldoende open ruimte / tuin over achter de woning.
De aanvraag is van zodanige aard dat zij geen verzwarende impact heeft op de aanpalende panden en bij uitbreiding op de omgeving. Deze aanvraag heeft geen negatieve invloed op de mobiliteit.
Watertoets
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Gelet op het gescheiden rioolstelsel en de bestaande regenwaterput van 5000L. De infiltratie is niet nodig gezien het perceel kleiner dan 250m² is.
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 05/07/2016 HET VOLGENDE:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Eventuele beschadiging aan het openbaar domein dient te worden hersteld door de vergunninghouder.
In uitvoering van het decreet van 28.06.1985 moet zo nodig voor de beoogde bedrijvigheid, naargelang de klasse van hinderlijke inrichting, bij de voor het milieu bevoegde overheid, een milieuvergunning verkregen worden of moet de inrichting onderworpen worden aan de meldingsplicht, zoniet kan van de afgegeven bouwvergunning geen gebruik gemaakt worden.
Indien er grond moet worden ingelijfd in het openbaar stadsdomein, (openbare wegenis, groen,…) dient de vergunninghouder-overdrager (of diens rechtsopvolger(s)) deze vrij en onbelast over te dragen naar de stad. Alle kosten van de authentieke overdrachtsakte (inclusief opmaak landmetersplan) vallen ten laste van diezelfde vergunninghouder-overdrager.
Indien er tijdens de werken (tijdelijk) openbaar domein wordt gebruikt voor het plaatsen van afsluitingen, stellingen, kranen, containers, werfketen, enz… of voor het stapelen van materialen, dient de vergunninghouder-bouwheer hiertoe voorafgaand en schriftelijk een machtiging aan te vragen bij het stadsbestuur. Pas wanneer het stadsbestuur hiertoe een bezettingstoelating verleent, kan de vergunninghouder-bouwheer overgaan tot de noodzakelijke werken.
In die context wordt ook verwezen naar de “Algemene Politieverordening van de Stad Harelbeke”, dat hier onverminderd van toepassing is en meer concreet naar hoofdstuk 3 (‘privatief gebruik van het openbaar domein).
Het project uitvoeren overeenkomstig goedgekeurde plannen.
Voor de aanvang van de werken, lijnstelling aan gemeentebestuur aan te vragen.
Voor de aanleg van het gedeelte oprit, gelegen op het openbaar domein (tussen grens wegverharding en rooilijn), moet voorafgaand een schriftelijke goedkeuring worden verkregen van het College van Burgemeester en Schepenen.
De bouwheer is verantwoordelijk voor alle, door hemzelf of door in zijn opdracht handelende aannemers of personen, aan het openbaar domein (voetpaden, opritten, weggoten e.a.) berokkende schade en zal de schade op zijn kosten onmiddellijk herstellen of laten herstellen. In geval de bouwheer de schade niet herstelt of laat herstellen op zijn kosten zal de gemeente proces-verbaal opstellen met vordering tot herstel op zijn kosten.
De vergunning wordt bovendien afgegeven onder voorbehoud van burgerlijke rechten.
Indien er een bronbemaling nodig is, dan moet er een melding gebeuren bij de milieudienst en dit vooraleer de werken worden gestart.
Aan de vergunning worden volgende lasten verbonden:
Alle aansluitingen op de openbare nutsvoorzieningen (inclusief riolering) vallen ten laste van de bouwheer.
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Infrax erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op xxx.xxxxxx.xx)”
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Belangrijke bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.7.19. §2. Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De Vlaamse Regering kan, zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde levert op eenvoudig verzoek van elke belanghebbende, vermeld in artikel 4.7.21,
§2, een gewaarmerkt afschrift van het attest van aanplakking af.
§3. Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief beroep. Indien een administratief beroep wordt ingesteld, geldt artikel 4.7.21, §8. Deze bepaling geldt onverminderd artikel 4.5.1, §2, van deze codex en artikel 4.2.6, §2, eerste lid, van het decreet van (…) betreffende het grond- en pandenbeleid.
§4. Een door de gemeente gewaarmerkt afschrift van de vergunning en het bijhorende dossier ligt tijdens de duur van de werkzaamheden in uitvoering van de vergunning ter beschikking op de plaats die het voorwerp uitmaakt van de vergunning.
Beroepsmogelijkheden
Art. 4.7.21. §1. Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen. Bij het behandelen van het beroep onderzoekt de deputatie de aanvraag in haar volledigheid.
§2. Het beroep, vermeld in §1, kan door volgende belanghebbenden worden ingesteld:
1° de aanvrager van de vergunning;
2° elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing;
3° procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en effectieve werking overeenkomstig de statuten;
4° de leidend ambtenaar van het departement of bij afwezigheid diens gemachtigde, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 4.7.19, §1, derde lid;
5° de leidend ambtenaar of bij afwezigheid diens gemachtigde van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, op voorwaarde dat de instantie tijdig advies heeft verstrekt of ten onrechte niet om advies werd verzocht.
§3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat:
1° voor wat betreft het beroep ingesteld door de aanvrager : de dag na deze waarop het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, eerste lid, werd betekend;
2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16,
§1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, tweede lid, werd betekend; 3° voor wat betreft het beroep ingesteld door elke andere belanghebbende : de dag na de startdatum van de aanplakking.
§4. Het beroepschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingediend bij de deputatie.
De indiener van het beroep bezorgt gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan de aanvrager van de vergunning en aan het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet zelf de indiener van het beroep zijn. Aan de deputatie wordt, op straffe van onontvankelijkheid van het beroep, een bewijs bezorgd van deze beveiligde zending aan de aanvrager en aan het college.
§5. In de gevallen, vermeld in §2, eerste lid, 1°, 2°en 3°, dient het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd, behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering. De dossiervergoeding is verschuldigd op rekening van de provincie.
§6. De daartoe aangewezen provinciale ambtenaar maakt een afschrift van het beroepschrift over aan het departement.
§7. Het college van burgemeester en schepenen maakt het vergunningsdossier of een afschrift daarvan over aan de deputatie, en zulks onverwijld na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift.
§8. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager.
Uittreksel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
Art. 1. §1. Het beroepschrift, bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt gedagtekend en bevat :
1°de naam, de hoedanigheid en het adres van de indiener van het beroep, en, in voorkomend geval, zijn telefoonnummer en mailadres;
2°de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van deze beslissing; 3°een inhoudelijke argumentatie in verband met de beweerde onregelmatigheid van de bestreden beslissing.
Indien de indiener van het beroep een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing, omvat het beroepschrift tevens een omschrijving van deze hinder of nadelen.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, omvat het beroepschrift tevens een beschrijving van de collectieve belangen welke door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad.
De vereisten van deze paragraaf zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
§2. Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, of indien het beroepschrift uitgaat van de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt het beroepschrift zo mogelijk vergezeld van een kopie of afdruk van de bestreden uitdrukkelijke vergunningsbeslissing respectievelijk van de kennisgeving van de bestreden stilzwijgende vergunningsbeslissing.
Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, en het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigeringsbeslissing die door de gemeente ten onrechte niet ter kennis werd gebracht, voegt de indiener van het beroep een kopie of afdruk toe van de beveiligde zending waarmee de vergunningsaanvraag werd ingediend evenals een kopie van het
resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek, vermeld in artikel 4.7.14, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, §2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift een afschrift van de statuten van de vereniging toegevoegd.
Indien de provincie vaststelt dat aan de verplichtingen van deze paragraaf niet is voldaan, stelt zij de indiener van het beroep in staat om het dossier aan te vullen. De ontbrekende stukken moeten bij het provinciebestuur toekomen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bericht waarin wordt meegedeeld dat niet aan de verplichtingen van deze paragraaf is voldaan. Indien de beschikbare ontbrekende stukken niet of niet tijdig worden aangeleverd, dan leidt dat tot de onontvankelijkheid van het beroep.
Art. 2. De indiener van het beroep kan aan het beroepschrift de overtuigingsstukken toevoegen die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener van het beroep gebundeld en op een inventaris ingeschreven.
De indiener van het beroep en de aangewezen provinciale ambtenaar mogen zich bij het overmaken van de afschriften van het beroepschrift op grond van artikel 4.7.21, §4, tweede lid, en §6, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beperken tot het eigenlijke beroepschrift en de inventaris, zonder de overtuigingsstukken, indien het kopiëren van de overtuigingsstukken niet toegelaten is op grond van de regelgeving inzake auteursrechten of indien het formaat of de aard praktische problemen stelt.
Verval van de vergunning
Art. 4.6.2. §1. Een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning wordt niet binnen twee jaar na de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg gestart;
2° de werken worden gedurende meer dan twee jaar onderbroken;
3° de vergunde gebouwen zijn niet winddicht binnen drie jaar na de aanvang van de werken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning aanhangig is bij de Raad voor vergunningsbetwistingen, behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschade desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, §1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Indien de stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
§2. …
§3. Het verval van een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur geldt slechts ten aanzien van het niet afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt indien het, desgevallend na sloping van de niet afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
11 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor goedkeuring. (geschrapt) plaatsen van een houten tuinafsluiting, Xxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxxxx.
Formulier I
STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING
Gemeentelijk dossiernummer: B/2016/134
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door
(geschrapt) ontvangen.
De aanvraag werd ontvangen aan het loket op 19-5-2016.
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op
20-6-2016.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres 0000 Xxxxxxxxx (Xxxxxxxxx), Koeksken 19 en met als kadastrale omschrijving XXXXXXXXX 0 XXX/XXXXXXXXX/, sectie B, nr(s) 0113H 2
Het betreft een aanvraag tot het plaatsen van een houten tuinafsluiting.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten.
Advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
De bestemming volgens het gewestplan KORTRIJK, vastgesteld op datum van 04.11.1977 bij besluit van de Koning, is woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aangevraagde werken/handelingen zijn niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een verkaveling. De aanvraag dient dus getoetst aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorziene bestemming.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft het omheinen van de tuin met houten tuinschermen.
Het gaat om een alleenstaande woning. De bouwheer wenst op de linker-, achter en rechterperceelsgrens houten panelen plaatsen met een hoogte van 1,76m.
De houten panelen op de linker- en rechterperceelsgrens starten vanaf de voorgevellijn van de woning.
Tevens wordt voorzien om het houten tuinhuis, achteraan het perceel te slopen. Het tuinhuis heeft een oppervlakte van 28m².
De aanvraag doet mede gelet op de aard, de omvang en de vormgeving geen afbreuk aan de omgeving. Het plaatsen van houten panelen met dergelijke hoogte is een vaak voorkomende vraag en wordt altijd toegestaan. Het slopen van het tuinhuis zorgt ervoor dat er nog meer open ruimte/tuin bij de woning aanwezig zal zijn. Er zou dus geen verzwarende impact op de aanpalende panden en bij uitbreiding op de omgeving mogen zijn. Deze aanvraag heeft geen negatieve invloed op de mobiliteit.
Watertoets
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 05/07/2016 HET VOLGENDE:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Eventuele beschadiging aan het openbaar domein dient te worden hersteld door de vergunninghouder.
In uitvoering van het decreet van 28.06.1985 moet zo nodig voor de beoogde bedrijvigheid, naargelang de klasse van hinderlijke inrichting, bij de voor het milieu bevoegde overheid, een milieuvergunning verkregen worden of moet de inrichting onderworpen worden aan de meldingsplicht, zoniet kan van de afgegeven bouwvergunning geen gebruik gemaakt worden.
Indien er grond moet worden ingelijfd in het openbaar stadsdomein, (openbare wegenis, groen,…) dient de vergunninghouder-overdrager (of diens rechtsopvolger(s)) deze vrij en onbelast over te dragen naar de stad. Alle kosten van de authentieke overdrachtsakte (inclusief opmaak landmetersplan) vallen ten laste van diezelfde vergunninghouder-overdrager.
Indien er tijdens de werken (tijdelijk) openbaar domein wordt gebruikt voor het plaatsen van afsluitingen, stellingen, kranen, containers, werfketen, enz… of voor het stapelen van materialen, dient de vergunninghouder-bouwheer hiertoe voorafgaand en schriftelijk een machtiging aan te vragen bij het stadsbestuur. Pas wanneer het stadsbestuur hiertoe een bezettingstoelating verleent, kan de vergunninghouder-bouwheer overgaan tot de noodzakelijke werken.
In die context wordt ook verwezen naar de “Algemene Politieverordening van de Stad Harelbeke”, dat hier onverminderd van toepassing is en meer concreet naar hoofdstuk 3 (‘privatief gebruik van het openbaar domein).
Het project uitvoeren overeenkomstig goedgekeurd plan.
Voor de aanvang van de werken, lijnstelling aan gemeentebestuur aan te vragen.
Voor de aanleg van het gedeelte oprit, gelegen op het openbaar domein (tussen grens wegverharding en rooilijn), moet voorafgaand een schriftelijke goedkeuring worden verkregen van het College van Burgemeester en Schepenen.
De bouwheer is verantwoordelijk voor alle, door hemzelf of door in zijn opdracht handelende aannemers of personen, aan het openbaar domein (voetpaden, opritten, weggoten e.a.) berokkende schade en zal de schade op zijn kosten onmiddellijk herstellen of laten herstellen. In geval de bouwheer de schade niet herstelt of laat herstellen op zijn kosten zal de gemeente proces-verbaal opstellen met vordering tot herstel op zijn kosten.
De vergunning wordt bovendien afgegeven onder voorbehoud van burgerlijke rechten.
Indien er een bronbemaling nodig is, dan moet er een melding gebeuren bij de milieudienst en dit vooraleer de werken worden gestart.
Aan de vergunning worden volgende lasten verbonden:
Alle aansluitingen op de openbare nutsvoorzieningen (inclusief riolering) vallen ten laste van de bouwheer.
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Infrax erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op xxx.xxxxxx.xx)
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Belangrijke bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.7.19. §2. Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De Vlaamse Regering kan, zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde levert op eenvoudig verzoek van elke belanghebbende, vermeld in artikel 4.7.21,
§2, een gewaarmerkt afschrift van het attest van aanplakking af.
§3. Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief beroep. Indien een administratief beroep wordt ingesteld, geldt artikel 4.7.21, §8. Deze bepaling geldt onverminderd artikel 4.5.1, §2, van deze codex en artikel 4.2.6, §2, eerste lid, van het decreet van (…) betreffende het grond- en pandenbeleid.
§4. Een door de gemeente gewaarmerkt afschrift van de vergunning en het bijhorende dossier ligt tijdens de duur van de werkzaamheden in uitvoering van de vergunning ter beschikking op de plaats die het voorwerp uitmaakt van de vergunning.
Beroepsmogelijkheden
Art. 4.7.21. §1. Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen. Bij het behandelen van het beroep onderzoekt de deputatie de aanvraag in haar volledigheid.
§2. Het beroep, vermeld in §1, kan door volgende belanghebbenden worden ingesteld: 1° de aanvrager van de vergunning;
2° elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing;
3° procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en effectieve werking overeenkomstig de statuten;
4° de leidend ambtenaar van het departement of bij afwezigheid diens gemachtigde, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 4.7.19, §1, derde lid;
5° de leidend ambtenaar of bij afwezigheid diens gemachtigde van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, op voorwaarde dat de instantie tijdig advies heeft verstrekt of ten onrechte niet om advies werd verzocht.
§3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat:
1° voor wat betreft het beroep ingesteld door de aanvrager : de dag na deze waarop het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, eerste lid, werd betekend;
2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16,
§1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, tweede lid, werd betekend; 3° voor wat betreft het beroep ingesteld door elke andere belanghebbende : de dag na de startdatum van de aanplakking.
§4. Het beroepschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingediend bij de deputatie.
De indiener van het beroep bezorgt gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan de aanvrager van de vergunning en aan het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet zelf de indiener van het beroep zijn. Aan de deputatie wordt, op straffe van onontvankelijkheid van het beroep, een bewijs bezorgd van deze beveiligde zending aan de aanvrager en aan het college.
§5. In de gevallen, vermeld in §2, eerste lid, 1°, 2°en 3°, dient het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd, behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering. De dossiervergoeding is verschuldigd op rekening van de provincie.
§6. De daartoe aangewezen provinciale ambtenaar maakt een afschrift van het beroepschrift over aan het departement.
§7. Het college van burgemeester en schepenen maakt het vergunningsdossier of een afschrift daarvan over aan de deputatie, en zulks onverwijld na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift.
§8. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager.
Uittreksel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
Art. 1. §1. Het beroepschrift, bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt gedagtekend en bevat :
1°de naam, de hoedanigheid en het adres van de indiener van het beroep, en, in voorkomend geval, zijn telefoonnummer en mailadres;
2°de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van deze beslissing; 3°een inhoudelijke argumentatie in verband met de beweerde onregelmatigheid van de bestreden beslissing.
Indien de indiener van het beroep een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing, omvat het beroepschrift tevens een omschrijving van deze hinder of nadelen.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, omvat het beroepschrift tevens een beschrijving van de collectieve belangen welke door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad.
De vereisten van deze paragraaf zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
§2. Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, of indien het beroepschrift uitgaat van de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt het beroepschrift zo mogelijk vergezeld van een kopie of afdruk van de bestreden uitdrukkelijke vergunningsbeslissing respectievelijk van de kennisgeving van de bestreden stilzwijgende vergunningsbeslissing.
Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, en het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigeringsbeslissing die door de gemeente ten onrechte niet ter kennis werd gebracht, voegt de indiener van het beroep een kopie of afdruk toe van de beveiligde zending waarmee de vergunningsaanvraag werd ingediend evenals een kopie van het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek, vermeld in artikel 4.7.14, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, §2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift een afschrift van de statuten van de vereniging toegevoegd.
Indien de provincie vaststelt dat aan de verplichtingen van deze paragraaf niet is voldaan, stelt zij de indiener van het beroep in staat om het dossier aan te vullen. De ontbrekende stukken moeten bij het provinciebestuur toekomen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bericht waarin wordt meegedeeld dat niet aan de verplichtingen van deze paragraaf is voldaan. Indien de beschikbare ontbrekende stukken niet of niet tijdig worden aangeleverd, dan leidt dat tot de onontvankelijkheid van het beroep.
Art. 2. De indiener van het beroep kan aan het beroepschrift de overtuigingsstukken toevoegen die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener van het beroep gebundeld en op een inventaris ingeschreven.
De indiener van het beroep en de aangewezen provinciale ambtenaar mogen zich bij het overmaken van de afschriften van het beroepschrift op grond van artikel 4.7.21, §4, tweede lid, en §6, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beperken tot het
eigenlijke beroepschrift en de inventaris, zonder de overtuigingsstukken, indien het kopiëren van de overtuigingsstukken niet toegelaten is op grond van de regelgeving inzake auteursrechten of indien het formaat of de aard praktische problemen stelt.
Verval van de vergunning
Art. 4.6.2. §1. Een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning wordt niet binnen twee jaar na de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg gestart;
2° de werken worden gedurende meer dan twee jaar onderbroken;
3° de vergunde gebouwen zijn niet winddicht binnen drie jaar na de aanvang van de werken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning aanhangig is bij de Raad voor vergunningsbetwistingen, behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschade desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, §1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Indien de stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
§2. …
§3. Het verval van een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur geldt slechts ten aanzien van het niet afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt indien het, desgevallend na sloping van de niet afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
12 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor goedkeuring.
(geschrapt) herbouwen achterbouw half-open woning en vernieuwen dak
+ plaatsen dakkapel.
Formulier I
STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING
Gemeentelijk dossiernummer: X/0000/000
Xx XXX-xxxxx zijn van toepassing. Het energieprestatiedossiernummer is: 34013-G- 2016-151
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door
(geschrapt), ontvangen.
De aanvraag werd ontvangen aan het loket op 20-5-2016.
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op
22-6-2016.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres 8530 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxx 0 en met als kadastrale omschrijving HARELBEKE 3 AFD, sectie D, nr(s) 1369W 4
Het betreft een aanvraag tot het herbouwen achterbouw half-open woning en vernieuwen dak + plaatsen dakkapel.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten.
Advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Gelet op het schriftelijk akkoord van de aanpalende eigenaar, Xxxxxxxxxxxx 0.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
De bestemming volgens het gewestplan KORTRIJK, vastgesteld op datum van 04.11.1977 bij besluit van de Koning, is woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art. 5.1.0. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aangevraagde werken/handelingen zijn niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een verkaveling. De aanvraag dient dus getoetst aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorziene bestemming.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft het herbouwen van de achterbouw van een halfopen woning, het vernieuwen van het bestaand dak en het plaatsen van een dakkapel.
Het betreft een halfopen woning, waarvan het hoofdvolume bestaat uit twee bouwlagen met een hellend dak. Tegen een deel van de achtergevel van het hoofdvolume werd een achterbouw geplaatst bestaande uit één bouwlaag met een plat dak. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt momenteel 17,48m.
De bestaande achterbouw wordt afgebroken en er wordt een nieuw volume geplaatst met een oppervlakte van 42m². De nieuwe achterbouw bevat de keuken en de eetplaats en bestaat uit één bouwlaag met een plat dak. De bouwhoogte bedraagt 3,10m. Na de werken zal bouwdiepte opnieuw 17,48m bedragen.
Het huidig dak wordt vernieuwd. Het uitzicht van het dak zal wijzigen. Op de zijgevel zal een topgevel gecreëerd worden en die zal afgewerkt worden met pannen analoog als het dak. Achteraan het dak wordt een dakkapel geplaatst. De dakkapel blijft op voldoende afstand van de perceelsgrenzen.
De aanvraag doet mede gelet op de aard, de omvang, de inplanting en de vormgeving geen afbreuk aan de omgeving. De bouwdiepte blijft na de werken dezelfde als voor de werken. Er verandert voor de aanpalende eigendommen niets inzake de bouwdiepte. Het optrekken van de zijgevel en het plaatsen van de dakkapel is niet storend en zou geen verzwarende impact heeft op de aanpalende panden en bij uitbreiding op de omgeving. Deze aanvraag heeft geen negatieve invloed op de mobiliteit.
Watertoets
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Gelet op het gescheiden rioolstelsel en de infiltratievoorziening.
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 05/07/2016 HET VOLGENDE:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Eventuele beschadiging aan het openbaar domein dient te worden hersteld door de vergunninghouder.
In uitvoering van het decreet van 28.06.1985 moet zo nodig voor de beoogde bedrijvigheid, naargelang de klasse van hinderlijke inrichting, bij de voor het milieu bevoegde overheid, een milieuvergunning verkregen worden of moet de inrichting onderworpen worden aan de meldingsplicht, zoniet kan van de afgegeven bouwvergunning geen gebruik gemaakt worden.
Indien er grond moet worden ingelijfd in het openbaar stadsdomein, (openbare wegenis, groen,…) dient de vergunninghouder-overdrager (of diens rechtsopvolger(s)) deze vrij en onbelast over te dragen naar de stad. Alle kosten van de authentieke overdrachtsakte (inclusief opmaak landmetersplan) vallen ten laste van diezelfde vergunninghouder-overdrager.
Indien er tijdens de werken (tijdelijk) openbaar domein wordt gebruikt voor het plaatsen van afsluitingen, stellingen, kranen, containers, werfketen, enz… of voor het stapelen van materialen, dient de vergunninghouder-bouwheer hiertoe voorafgaand en schriftelijk een machtiging aan te vragen bij het stadsbestuur. Pas wanneer het stadsbestuur hiertoe een bezettingstoelating verleent, kan de vergunninghouder-bouwheer overgaan tot de noodzakelijke werken.
In die context wordt ook verwezen naar de “Algemene Politieverordening van de Stad Harelbeke”, dat hier onverminderd van toepassing is en meer concreet naar hoofdstuk 3 (‘privatief gebruik van het openbaar domein).
Het project uitvoeren overeenkomstig goedgekeurd plan.
Voor de aanvang van de werken, lijnstelling aan gemeentebestuur aan te vragen.
Voor de aanleg van het gedeelte oprit, gelegen op het openbaar domein (tussen grens wegverharding en rooilijn), moet voorafgaand een schriftelijke goedkeuring worden verkregen van het College van Burgemeester en Schepenen.
De bouwheer is verantwoordelijk voor alle, door hemzelf of door in zijn opdracht handelende aannemers of personen, aan het openbaar domein (voetpaden, opritten, weggoten e.a.) berokkende schade en zal de schade op zijn kosten onmiddellijk herstellen of laten herstellen. In geval de bouwheer de schade niet herstelt of laat herstellen op zijn kosten zal de gemeente proces-verbaal opstellen met vordering tot herstel op zijn kosten.
De vergunning wordt bovendien afgegeven onder voorbehoud van burgerlijke rechten.
Indien er een bronbemaling nodig is, dan moet er een melding gebeuren bij de milieudienst en dit vooraleer de werken worden gestart.
Aan de vergunning worden volgende lasten verbonden:
Alle aansluitingen op de openbare nutsvoorzieningen (inclusief riolering) vallen ten laste van de bouwheer.
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Infrax erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op xxx.xxxxxx.xx)”
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Belangrijke bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.7.19. §2. Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De Vlaamse Regering kan, zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde levert op eenvoudig verzoek van elke belanghebbende, vermeld in artikel 4.7.21,
§2, een gewaarmerkt afschrift van het attest van aanplakking af.
§3. Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief beroep. Indien een administratief beroep wordt ingesteld, geldt artikel 4.7.21, §8. Deze bepaling geldt onverminderd artikel 4.5.1, §2, van deze codex en artikel 4.2.6, §2, eerste lid, van het decreet van (…) betreffende het grond- en pandenbeleid.
§4. Een door de gemeente gewaarmerkt afschrift van de vergunning en het bijhorende dossier ligt tijdens de duur van de werkzaamheden in uitvoering van de vergunning ter beschikking op de plaats die het voorwerp uitmaakt van de vergunning.
Beroepsmogelijkheden
Art. 4.7.21. §1. Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen. Bij het behandelen van het beroep onderzoekt de deputatie de aanvraag in haar volledigheid.
§2. Het beroep, vermeld in §1, kan door volgende belanghebbenden worden ingesteld: 1° de aanvrager van de vergunning;
2° elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing;
3° procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en effectieve werking overeenkomstig de statuten;
4° de leidend ambtenaar van het departement of bij afwezigheid diens gemachtigde, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 4.7.19, §1, derde lid;
5° de leidend ambtenaar of bij afwezigheid diens gemachtigde van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, op voorwaarde dat de instantie tijdig advies heeft verstrekt of ten onrechte niet om advies werd verzocht.
§3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat:
1° voor wat betreft het beroep ingesteld door de aanvrager : de dag na deze waarop het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, eerste lid, werd betekend;
2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16,
§1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, tweede lid, werd betekend; 3° voor wat betreft het beroep ingesteld door elke andere belanghebbende : de dag na de startdatum van de aanplakking.
§4. Het beroepschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingediend bij de deputatie.
De indiener van het beroep bezorgt gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan de aanvrager van de vergunning en aan het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet zelf de indiener van het beroep zijn. Aan de deputatie wordt, op straffe van onontvankelijkheid van het beroep, een bewijs bezorgd van deze beveiligde zending aan de aanvrager en aan het college.
§5. In de gevallen, vermeld in §2, eerste lid, 1°, 2°en 3°, dient het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd, behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering. De dossiervergoeding is verschuldigd op rekening van de provincie.
§6. De daartoe aangewezen provinciale ambtenaar maakt een afschrift van het beroepschrift over aan het departement.
§7. Het college van burgemeester en schepenen maakt het vergunningsdossier of een afschrift daarvan over aan de deputatie, en zulks onverwijld na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift.
§8. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager.
Uittreksel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
Art. 1. §1. Het beroepschrift, bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt gedagtekend en bevat :
1°de naam, de hoedanigheid en het adres van de indiener van het beroep, en, in voorkomend geval, zijn telefoonnummer en mailadres;
2°de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van deze beslissing; 3°een inhoudelijke argumentatie in verband met de beweerde onregelmatigheid van de bestreden beslissing.
Indien de indiener van het beroep een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing, omvat het beroepschrift tevens een omschrijving van deze hinder of nadelen.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, omvat het beroepschrift tevens een beschrijving van de collectieve belangen welke door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad.
De vereisten van deze paragraaf zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
§2. Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, of indien het beroepschrift uitgaat van de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt het beroepschrift zo mogelijk vergezeld van een kopie of afdruk van de bestreden uitdrukkelijke vergunningsbeslissing respectievelijk van de kennisgeving van de bestreden stilzwijgende vergunningsbeslissing.
Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, en het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigeringsbeslissing die door de gemeente ten onrechte niet ter kennis werd gebracht, voegt de indiener van het beroep een kopie of afdruk toe van de beveiligde zending waarmee de vergunningsaanvraag werd ingediend evenals een kopie van het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek, vermeld in artikel 4.7.14, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, §2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift een afschrift van de statuten van de vereniging toegevoegd.
Indien de provincie vaststelt dat aan de verplichtingen van deze paragraaf niet is voldaan, stelt zij de indiener van het beroep in staat om het dossier aan te vullen. De ontbrekende stukken moeten bij het provinciebestuur toekomen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bericht waarin wordt meegedeeld dat niet aan de verplichtingen van deze paragraaf is voldaan. Indien de beschikbare ontbrekende stukken niet of niet tijdig worden aangeleverd, dan leidt dat tot de onontvankelijkheid van het beroep.
Art. 2. De indiener van het beroep kan aan het beroepschrift de overtuigingsstukken toevoegen die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener van het beroep gebundeld en op een inventaris ingeschreven.
De indiener van het beroep en de aangewezen provinciale ambtenaar mogen zich bij het overmaken van de afschriften van het beroepschrift op grond van artikel 4.7.21, §4, tweede lid, en §6, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beperken tot het
eigenlijke beroepschrift en de inventaris, zonder de overtuigingsstukken, indien het kopiëren van de overtuigingsstukken niet toegelaten is op grond van de regelgeving inzake auteursrechten of indien het formaat of de aard praktische problemen stelt.
Verval van de vergunning
Art. 4.6.2. §1. Een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning wordt niet binnen twee jaar na de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg gestart;
2° de werken worden gedurende meer dan twee jaar onderbroken;
3° de vergunde gebouwen zijn niet winddicht binnen drie jaar na de aanvang van de werken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning aanhangig is bij de Raad voor vergunningsbetwistingen, behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschade desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, §1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Indien de stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
§2. …
§3. Het verval van een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur geldt slechts ten aanzien van het niet afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt indien het, desgevallend na sloping van de niet afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
13 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor goedkeuring. (geschrapt): bouwen van 2 driegevelwoningen en 2 tweegevelwoningen, Xxxxxxxxxxxx 00-00-00-00, 0000 Xxxxxxxxx.
Formulier I
STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING
Gemeentelijk dossiernummer: X/0000/000
Xx XXX-xxxxx zijn van toepassing. Het energieprestatiedossiernummer is: 34013-G- 2016-155
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door
(geschrapt) ontvangen.
De aanvraag werd ontvangen aan het loket op 25-5-2016.
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op
27-6-2016.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres 0000 Xxxxxxxxx, Paukenstraat 00-00-00-00 en met als kadastrale omschrijving HARELBEKE 3 AFD, sectie D, nr(s) 1440A 2
Het betreft een aanvraag tot het bouwen van 2 driegevelwoningen en 2 tweegevelwoningen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten.
Advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Gelet op het schriftelijk akkoord van de aanpalende eigenaar, Xxxxxxxxxxxxx 00.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
Voor het gebied waarin de aanvraag gelegen is, bestaat er op datum van 20.01.2006 een goedgekeurd Gewestelijk RUP: Afbakening Regionaalstedelijk gebied Kortrijk – deelplan Bistierlant. De bouwplaats is gelegen in een zone voor stedelijk woongebied.
Voor het gebied waarin de aanvraag gelegen is, bestaat er op datum van 01.02.2011 een goedgekeurde verkavelingswijziging Bistierland met ref. 5.00/34013/1176.2 – loten nrs. 103A, 104A, 105A en 106A.
De aanvraag dient dus getoetst aan de bepalingen van de verkaveling.
De woningen zijn gelegen in een goedgekeurde verkaveling in een zone: type III: Drie- en tweegevelwoning in groepsverband met of zonder garage in het hoofdgebouw.
De verkavelingsvoorschriften leggen het volgende vast:
Max. bouwdiepte gelijkvloers: 15m – max. bouwdiepte verdieping: 12m – achtertuin bedraagt min. 8m – bouwvrije zijstrook: min. 3m – max. 2 bouwlagen – min. kroonlijsthoogte: 2,30m – max. kroonlijsthoogte: 6,50m – max. nokhoogte: 11,50m – dakhelling: max. 50° - max. oppervlakte carport:21m².
Het ontwerp is conform de voorschriften van de verkaveling.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft het bouwen van 2 driegevelwoningen en 2 tweegevelwoningen in groepsverband.
De woningen worden opgetrokken in Bistierland en vormen één van de vele projecten binnen een grote verkaveling. Alle loten liggen volledig op het grondgebied van Harelbeke.
Het gaat om 2 halfopen woningen en 2 rijwoningen. Twee woningen hebben een inpandige garage. De twee halfopen woningen hebben een carport in hun tuin.
De woningen worden ingeplant op 6m achter de rooilijn. De woningen hebben twee bouwlagen met een zadeldak. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 11,90m en op het verdiep 8,30m. De gelijkvloerse bouwlaag wordt afgewerkt met een plat dak. De
max. kroonlijsthoogte bedraagt 6,38m en de max. nokhoogte bedraagt 10,75m. De dakhelling bedraagt max. 45°. De vrije zijstrook bedraagt min. 3m.
De carport bij Xxxxxxxxxxxx 00 heeft een oppervlakte van 21m² en wordt voorzien tegen de achterkavelgrens (en dus de linkerkavelgrens van de woning Fagotstraat 33). De carport is langs 2 zijden open en heeft een plat dak. De max. bouwhoogte bedraagt 2,60m. Op de perceelsgrens moet een gemetste muur worden voorzien.
De carport bij Xxxxxxxxxxxx 00 heeft eveneens een oppervlakte van 21m² en wordt gekoppeld met het bijgebouw van Herpelsstraat 66. De carport is gelijkaardig aan die van de Paukenstraat 17.
De aanvraag doet mede gelet op de aard, de omvang, de inplanting en de vormgeving geen afbreuk aan de omgeving. De woning is conform de verkavelingsvoorschriften en sluit aan bij de bebouwing in de omgeving. Er is geen verzwarende impact op de omgeving en het project is ook verenigbaar met de plaatselijke toestand. Deze aanvraag heeft geen negatieve invloed op de mobiliteit.
Watertoets
Er wordt voorzien in een gescheiden rioolstelsel en een regenwaterput van 7500L.
Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening.
De afwatering van de verkaveling Bistierland op grondgebied Deerlijk en Harelbeke werd opgenomen in de watertoets van gans het gebied. De daarin opgenomen regenwaterafvoer houdt rekening met de oppervlakte van de woningen, opritten en terrassen van alle woningen van de eerste en tweede fase.
BIJGEVOLG BESLIST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN IN DE ZITTING VAN 05/07/2016 HET VOLGENDE:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Algemeen advies Infrax:
- Geen sifonputjes plaatsen op vuilwaterafvoerleidingen.
- Hemelwater maximaal gebruiken.
- Terugslagklep plaatsen op overloop hemelwaterput.
- Ontluchting voorzien op het vuilwaterafvoerstelsel.
Eventuele beschadiging aan het openbaar domein dient te worden hersteld door de vergunninghouder.
In uitvoering van het decreet van 28.06.1985 moet zo nodig voor de beoogde bedrijvigheid, naargelang de klasse van hinderlijke inrichting, bij de voor het milieu bevoegde overheid, een milieuvergunning verkregen worden of moet de inrichting onderworpen worden aan de meldingsplicht, zoniet kan van de afgegeven bouwvergunning geen gebruik gemaakt worden.
Indien er grond moet worden ingelijfd in het openbaar stadsdomein, (openbare wegenis, groen,…) dient de vergunninghouder-overdrager (of diens rechtsopvolger(s)) deze vrij en onbelast over te dragen naar de stad. Alle kosten van de authentieke overdrachtsakte (inclusief opmaak landmetersplan) vallen ten laste van diezelfde vergunninghouder-overdrager.
Indien er tijdens de werken (tijdelijk) openbaar domein wordt gebruikt voor het plaatsen van afsluitingen, stellingen, kranen, containers, werfketen, enz… of voor het stapelen van materialen, dient de vergunninghouder-bouwheer hiertoe voorafgaand en schriftelijk een machtiging aan te vragen bij het stadsbestuur. Pas wanneer het stadsbestuur hiertoe een bezettingstoelating verleent, kan de vergunninghouder-bouwheer overgaan tot de noodzakelijke werken.
In die context wordt ook verwezen naar de “Algemene Politieverordening van de Stad Harelbeke”, dat hier onverminderd van toepassing is en meer concreet naar hoofdstuk 3 (‘privatief gebruik van het openbaar domein).
Het project uitvoeren overeenkomstig goedgekeurde plannen.
Voor de aanvang van de werken, lijnstelling aan gemeentebestuur aan te vragen.
Voor de aanleg van het gedeelte oprit, gelegen op het openbaar domein (tussen grens wegverharding en rooilijn), moet voorafgaand een schriftelijke goedkeuring worden verkregen van het College van Burgemeester en Schepenen.
De bouwheer is verantwoordelijk voor alle, door hemzelf of door in zijn opdracht handelende aannemers of personen, aan het openbaar domein (voetpaden, opritten, weggoten e.a.) berokkende schade en zal de schade op zijn kosten onmiddellijk herstellen of laten herstellen. In geval de bouwheer de schade niet herstelt of laat herstellen op zijn kosten zal de gemeente proces-verbaal opstellen met vordering tot herstel op zijn kosten.
De vergunning wordt bovendien afgegeven onder voorbehoud van burgerlijke rechten.
Indien er een bronbemaling nodig is, dan moet er een melding gebeuren bij de milieudienst en dit vooraleer de werken worden gestart.
Aan de vergunning worden volgende lasten verbonden:
Alle aansluitingen op de openbare nutsvoorzieningen (inclusief riolering) vallen ten laste van de bouwheer.
Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privéwaterafvoer verplicht vanaf 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar saneringsnet dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement en dit bij de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer.
Enkel de door Infrax erkende keurders komen hiervoor in aanmerking (een lijst kan u terugvinden op xxx.xxxxxx.xx).
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Belangrijke bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.7.19. §2. Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De Vlaamse Regering kan, zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde levert op eenvoudig verzoek van elke belanghebbende, vermeld in artikel 4.7.21,
§2, een gewaarmerkt afschrift van het attest van aanplakking af.
§3. Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief beroep. Indien een administratief beroep wordt ingesteld, geldt artikel 4.7.21, §8. Deze bepaling geldt onverminderd artikel 4.5.1, §2, van deze codex en artikel 4.2.6, §2, eerste lid, van het decreet van (…) betreffende het grond- en pandenbeleid.
§4. Een door de gemeente gewaarmerkt afschrift van de vergunning en het bijhorende dossier ligt tijdens de duur van de werkzaamheden in uitvoering van de vergunning ter beschikking op de plaats die het voorwerp uitmaakt van de vergunning.
Beroepsmogelijkheden
Art. 4.7.21. §1. Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen. Bij het behandelen van het beroep onderzoekt de deputatie de aanvraag in haar volledigheid.
§2. Het beroep, vermeld in §1, kan door volgende belanghebbenden worden ingesteld:
1° de aanvrager van de vergunning;
2° elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing;
3° procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en effectieve werking overeenkomstig de statuten;
4° de leidend ambtenaar van het departement of bij afwezigheid diens gemachtigde, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 4.7.19, §1, derde lid;
5° de leidend ambtenaar of bij afwezigheid diens gemachtigde van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, op voorwaarde dat de instantie tijdig advies heeft verstrekt of ten onrechte niet om advies werd verzocht.
§3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat:
1° voor wat betreft het beroep ingesteld door de aanvrager : de dag na deze waarop het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, eerste lid, werd betekend;
2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16,
§1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, §1, tweede lid, werd betekend; 3° voor wat betreft het beroep ingesteld door elke andere belanghebbende : de dag na de startdatum van de aanplakking.
§4. Het beroepschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingediend bij de deputatie.
De indiener van het beroep bezorgt gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan de aanvrager van de vergunning en aan het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet zelf de indiener van het beroep zijn. Aan de deputatie wordt, op straffe van onontvankelijkheid van het beroep, een bewijs bezorgd van deze beveiligde zending aan de aanvrager en aan het college.
§5. In de gevallen, vermeld in §2, eerste lid, 1°, 2°en 3°, dient het beroepschrift op straffe van onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd, behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering. De dossiervergoeding is verschuldigd op rekening van de provincie.
§6. De daartoe aangewezen provinciale ambtenaar maakt een afschrift van het beroepschrift over aan het departement.
§7. Het college van burgemeester en schepenen maakt het vergunningsdossier of een afschrift daarvan over aan de deputatie, en zulks onverwijld na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift.
§8. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager.
Uittreksel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
Art. 1. §1. Het beroepschrift, bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt gedagtekend en bevat :
1°de naam, de hoedanigheid en het adres van de indiener van het beroep, en, in voorkomend geval, zijn telefoonnummer en mailadres;
2°de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van deze beslissing; 3°een inhoudelijke argumentatie in verband met de beweerde onregelmatigheid van de bestreden beslissing.
Indien de indiener van het beroep een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing, omvat het beroepschrift tevens een omschrijving van deze hinder of nadelen.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, omvat het beroepschrift tevens een beschrijving van de collectieve belangen welke door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad.
De vereisten van deze paragraaf zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
§2. Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, of indien het beroepschrift uitgaat van de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt het beroepschrift zo mogelijk vergezeld van een kopie of afdruk van de bestreden uitdrukkelijke vergunningsbeslissing respectievelijk van de kennisgeving van de bestreden stilzwijgende vergunningsbeslissing.
Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, en het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigeringsbeslissing die door de gemeente ten onrechte niet ter kennis werd gebracht, voegt de indiener van het beroep een kopie of afdruk toe van de beveiligde zending waarmee de vergunningsaanvraag werd ingediend evenals een kopie van het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek, vermeld in artikel 4.7.14, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de leidend ambtenaar van het departement, de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, §1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, of bij afwezigheid van die ambtenaren, hun respectieve gemachtigden, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, §2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, §2, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift een afschrift van de statuten van de vereniging toegevoegd.
Indien de provincie vaststelt dat aan de verplichtingen van deze paragraaf niet is voldaan, stelt zij de indiener van het beroep in staat om het dossier aan te vullen. De ontbrekende stukken moeten bij het provinciebestuur toekomen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bericht waarin wordt meegedeeld dat niet aan de verplichtingen van deze paragraaf is voldaan. Indien de beschikbare ontbrekende stukken niet of niet tijdig worden aangeleverd, dan leidt dat tot de onontvankelijkheid van het beroep.
Art. 2. De indiener van het beroep kan aan het beroepschrift de overtuigingsstukken toevoegen die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener van het beroep gebundeld en op een inventaris ingeschreven.
De indiener van het beroep en de aangewezen provinciale ambtenaar mogen zich bij het overmaken van de afschriften van het beroepschrift op grond van artikel 4.7.21, §4, tweede lid, en §6, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beperken tot het eigenlijke beroepschrift en de inventaris, zonder de overtuigingsstukken, indien het kopiëren van de overtuigingsstukken niet toegelaten is op grond van de regelgeving inzake auteursrechten of indien het formaat of de aard praktische problemen stelt.
Verval van de vergunning
Art. 4.6.2. §1. Een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning wordt niet binnen twee jaar na de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg gestart;
2° de werken worden gedurende meer dan twee jaar onderbroken;
3° de vergunde gebouwen zijn niet winddicht binnen drie jaar na de aanvang van de werken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning aanhangig is bij de Raad voor vergunningsbetwistingen, behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschade desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, §1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Indien de stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
§2. …
§3. Het verval van een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur geldt slechts ten aanzien van het niet afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt indien het, desgevallend na sloping van de niet afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
14 'Doe het nu duurzaam!'-premie. Aanvraag tot uitbetaling. (geschrapt).
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
(geschrapt) diende een aanvraag in tot het bekomen van de ‘Doe het nu duurzaam!’- premie voor eigenaars-bewoners voor de woning, gelegen in de (geschrapt) te Harelbeke.
Ondertussen werden de werken uitgevoerd en werd de ‘aanvraag tot uitbetaling’ ingediend. De technisch adviseur voerde een controlebezoek uit, waaruit blijkt dat de werken conform het bindend advies werden uitgevoerd. De ‘aanvraag tot uitbetaling’ is in overeenstemming met het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21.12.2015, en voldoet aan alle gestelde voorwaarden behoudens hieronder vermeld.
De aanvrager heeft een procedurestap overgeslagen en heeft na vooronderzoek en opmaak van het bindend advies, geen aanvraag tot principiële goedkeuring op basis van offertes gedaan. Bijgevolg werd er geen principiële goedkeuring verleend, voorafgaand aan de werken zoals het reglement voorschrijft. Aangezien blijkt dat de werken aan alle inhoudelijke voorwaarden, zoals opgesomd in het bindend advies, voldoen, kan het college hier in afwijking van het reglement de premie toch toekennen.
Na controle van de ingediende facturen, kunnen volgende werken in aanmerking genomen worden voor de ‘Doe het nu duurzaam!’-premie:
- In de categorie ‘dakwerkzaamheden’;
➢ Isoleren van het dak.
Deze werken kostten 2.997,50 euro exclusief btw. Bijgevolg kan een premie worden toegekend van 899,25 euro.
De uitgave van deze premie is voorzien onder volgende budgetsleutel: 649100/062900/0.0.0.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- Het gemeentedecreet artikel 57 §1
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
De ‘aanvraag tot uitbetaling’ van (geschrapt), voor de woning gelegen op het zelfde adres, wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
Er wordt een premiebedrag van 899,25 euro toegekend.
15 Bouwberoep bij de Deputatie door Advocaat Xxxxx XXXXXXXXX, Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 – 0000 XXXXXXXX tegen de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het Schepencollege dd. 17.05.2016 aan (geschrapt) voor het bouwen van een carport, Xxxxxxxxxxxxxx 0 - 0000 XXXXXXXXX.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Het Schepencollege heeft op 17.05.2016 de stedenbouwkundige aanvraag op naam van (geschrapt), voor het bouwen van een carport in de Xxxxxxxxxxxxxx 0 goedgekeurd.
Advocaat Xxxxx XXXXXXXXX, Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 – 0000 XXXXXXXX gaat in naam van een aantal bewoners van de Zandbergstraat in beroep tegen de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning.
Het beroepsschrift meldt:
- De toenmalige eigenaars van het onroerend goed gelegen in de Xxxxxxxxxxxxxx 0, thans eigendom van de aanvragers van de stedenbouwkundige vergunning, zijn nooit tussengekomen bij de verwerving van de uitweg, noch bij de aanleg en onderhoud van de uitweg tussen de Zandbergstraat en de Tuinbouwstraat. Derhalve kunnen zij geen gebruik maken van de uitweg.
- De toekenning van een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een carport is dan ook volkomen onterecht, gezien aanvragers geen gebruik kunnen maken van het recht tot uitweg naar de Tuinbouwstraat.
- De eigenaars van de woningen in de Zandbergstraat parkeren hun wagen achteraan de garage op de uitweg. Dit zou niet meer mogelijk zijn, als de carport van aanvragers langs daar moet ontsluiten.
De bezwaarindiener is in zijn beroepsschrift niet correct.
- Een stedenbouwkundige aanvraag moet worden afgetoetst aan de wetgeving inzake stedenbouw. Een aanvraag kan en mag niet worden afgetoetst aan het burgerlijk recht. De vergunningverlenende instantie kan onmogelijk weten wat er in de akte van een bepaald goed werd opgenomen, vandaar dat in de stedenbouwkundige vergunning steeds de zinsnede “onder voorbehoud van burgerlijke rechten” wordt opgenomen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van het bouwberoep door Advocaat Xxxxx XXXXXXXXX, Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 – 0000 XXXXXXXX tegen de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het Schepencollege d.d. 17.05.2016 aan (geschrapt) voor het bouwen van een carport, Xxxxxxxxxxxxxx 0 - 0000 XXXXXXXXX.
Artikel 2:
Het college wenst niet gehoord te worden.
16 Bouwberoep bij de Deputatie door (geschrapt) tegen de stedenbouwkundige weigering afgeleverd door het Schepencollege d.d. 14.06.2016 aan (geschrapt) voor de uitbreiding van een bestaande garage (autobergplaats), Xxxxxxxx 000 - 0000 XXXXXXXXX.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Het Schepencollege heeft op 14.06.2016 de stedenbouwkundige aanvraag op naam van (geschrapt), voor de uitbreiding van een bestaande garage (autobergplaats) in de Xxxxxxxx 000 geweigerd.
De aanvraag werd geweigerd omdat de gevraagde bouwdiepte van 24m op het gelijkvloers op die specifieke plaats te groot is en dit zorgt, zelfs in combinatie met een afhellende dakrand, ervoor dat de reeds zwaar geïmpacteerde omgeving nog zwaarder wordt geïmpacteerd. Dit zorgt voor een beklemmend gevoel. Er is een verzwarende impact op de aanpalende woning.
De bouwheer, (geschrapt), gaat in beroep tegen de weigering. Het beroepsschrift meldt:
- De aanvraag zorgt voor een vermindering van het aantal auto’s dat wordt
geparkeerd langs de openbare weg.
- De afname van (zon)licht klopt niet.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van het bouwberoep door (geschrapt) tegen de stedenbouwkundige weigering afgeleverd door het Schepencollege d.d. 14.06.2016 aan (geschrapt), voor de uitbreiding van een bestaande garage (autobergplaats), Xxxxxxxx 000 - 0000 XXXXXXXXX.
Artikel 2:
Het college wenst niet gehoord te worden.
17 Ter kennisgeving. Beslissing inzake bouwberoep bij de Deputatie door ODIGO Advocaten, Xxxxxxxxxxxxx 00 – 0000 XXXXXXXX tegen de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het Schepencollege dd. 09.02.2016 aan (geschrapt) voor het regulariseren van afdak, Xxxxxxxxxx 00 – 0000 XXXXXXXXX.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Het Schepencollege heeft op 09.02.2016 de stedenbouwkundige aanvraag op naam van (geschrapt), voor het regulariseren van afdak in de Xxxxxxxxxx 00 goedgekeurd.
XXXXX Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxx 00 – 0000 XXXXXXXX gaan in naam van (geschrapt) in beroep tegen de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning.
Het beroepsschrift meldt:
- De aanvraag voorziet niet in de regularisatie van het inpandig dakterras aan de achtzijde van de woning van de vergunningsaanvrager. Dit terras veroorzaakt inkijk in haar tuin.
- Het afdak moet worden aanzien als een bijgebouw. De aanvraag voldoet niet aan de voorschriften van het RUP:
1. aangezien de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bijgebouwen max. 60m² bedraagt en de bouwheer reeds over een garage en een tuinhuis beschikt waardoor de 60m² wordt overschreden.
2. Het bijgebouw wordt niet ingeplant op min. 0,75m van de perceelsgrens.
- Zelfs mocht de vergunningsaanvraag conform zijn met het RUP dan nog moet de aanvraag getoetst worden aan goede ruimtelijke ordening.
- Het residentieel karakter van de wijk wordt verstoord, want in de tuin is er veel verharding en bebouwing
- Het afdak neemt heel wat licht weg en er is visuele hinder; De bezwaarindiener is in zijn beroepsschrift niet juist.
- Het dakterras, waarvan sprake, is wel degelijk vergund. Op 21.12.1983 werd de bouwvergunning afgeleverd voor het bouwen van een eengezinswoning. Op het goedgekeurde bouwplan is wel degelijk een terras voorzien op het verdiep.
- Het afdak moet niet worden beschouwd als een bijgebouw. Als bijgebouw worden losstaande tuinhuizen, garages, serres, …. beschouwd. Het tuinhuis waarnaar de klager verwijst is inderdaad een bijgebouw. De garage niet. De garage is immers ingewerkt in de woning. Ook het afdak wordt niet beschouwd als een bijgebouw. Het afdak hangt vast aan het hoofdvolume. In het beste geval kan de garage en het afdak worden beschouwd als een nevenvolume van het hoofdvolume. De voorschriften waarnaar de klager verwijst zijn dan ook niet van toepassing op het afdak. De 60m² speelt hier geen rol en ook de afstand tot de perceelsgrens.
- Art. 4.3.1.§2 - 3° stelt dat indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een RUP, waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt,…. worden de voorschriften van het RUP geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.
- Het afdak verstoort het residentieel karakter van de wijk niet. De tuin blijft voldoende groen en het afdak is niet zichtbaar vanaf de openbare weg.
Het college nam in zitting van 29.03.2016 kennis van het bouwberoep. De zitting vindt plaats op 07.06.2016 om 11u.
De Deputatie heeft in zitting van 23.06.2016 het beroep ontvankelijk en gegrond verklaard.
De vergunning wordt geweigerd, dit omdat:
De voorwaarde die werd opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning, namelijk “het houten paneel moet worden vervangen door een gemetste muur, met een afwerking
naar de kant van de buren”, is onvoldoende precies. Het is onduidelijk waar de gemetste muur precies moet worden ingeplant. Het is niet aangewezen dat er opnieuw een spleet wordt voorzien tussen de muur en de perceelsgrens met de beroeper.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van het feit dat de Deputatie het beroep van ODIGO Advocaten, Xxxxxxxxxxxxx 00 -0000 XXXXXXXX in naam van (geschrapt) tegen de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het Schepencollege d.d. 09.02.2016 aan (geschrapt) voor het regulariseren van afdak in de Xxxxxxxxxx 00 ontvankelijk en gegrond heeft verklaard.
Artikel 2:
De vergunning wordt geweigerd.
18 Ontwikkeling volgende fase woonuitbreidingsgebied Vondelstraat - Vierkeersstraat. Princiepsvraag.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
De sociale huisvestingsmaatschappij Mijn Huis vraagt mondeling een principieel akkoord tot ontwikkeling van de percelen kadastraal gekend als 4de B 167G2 en het deel van perceel 4de B 168D in het woonuitbreidingsgebied Bavikhove Vondelstraat- Vierkeersstraat.
Er werd in het college van 24.02.2015 reeds een akkoord gegeven voor het perceel 4de B 168c en in het college van 15.03.2016 voor 4de afdeling, sectie B, nr. 163t.
Concreet is deze constellatie perceel nr. 168c fase 1 (nu in bouwaanvraag), nr. 163t fase 2 die zou uitgebreid worden met nr. 168d waarna nr. 167g2 ontwikkelingsfase 3 zou worden.
Het betreffende woonuitbreidingsgebied is in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgenomen als ‘te behouden’. In het richtinggevend gedeelte (p. 135) is opgenomen dat het huidig aanbod in Bavikhove en Hulste volstaat om in de woonbehoefte te voorzien.
Het woonuitbreidingsgebied wordt behouden om een behoefte na 2017 te kunnen opvangen (als dan kan aangetoond worden via een nieuwe woonbehoeftestudie dat er een behoefte aan bijkomende woningen is).
Wenst men deze gronden voor 2017 aan te snijden, kan dit op basis van het grond- en pandenbeleid, enkel voor sociale huisvesting.
Elke gemeente is een bindend sociaal objectief opgelegd. Uit de prognose voor het behalen van dit objectief in het lokaal woonoverleg van 03.03.2016 blijkt dat dit objectief
nog niet behaald wordt. Om die reden wordt gekozen om dit gebied toch te laten ontwikkelen als sociale huisvesting.
Deze ontwikkeling strookt ook met het advies op de regionale visie woonuitbreidingsgebieden waarin gekozen wordt dit gebied te behouden als strategische reserve.
De VCRO en het grond- en pandendecreet stellen volgende voorwaarden aan een eventuele ontwikkeling:
- de gronden zijn niet gelegen in een overstromingsgebied (op de plannen van aanleg), en het project doorstaat de watertoets;
Het gebied staat niet als overstromingsgebied op de plannen van aanleg en is ook niet gekend als overstromingsgevoelig gebied op de watertoetskaarten. De aanvraag zelf moet uiteraard aantonen dat de watertoets doorstaan wordt, maar staat een principieel akkoord niet in de weg.
- de gronden palen aan woongebied, al dan niet met landelijk karakter of aan een reeds ontwikkeld deel van een woonuitbreidingsgebied;
Dit is het geval.
- de gronden worden niet belast door een bouwverbod ingevolge het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen;
Dit is niet het geval.
- het aangevraagde vormt geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale habitat- of vogelbeschermingszone, of komt ondanks het sociaal karakter van de geplande activiteit niet in aanmerking voor een afwijking, vermeld in artikel 36ter, §5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
Dit is niet het geval.
- de inrichtingsaspecten van het bouw- of verkavelingsproject zijn in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijk ordening.
Dit moet onderzocht worden, maar staat een principieel akkoord niet in de weg. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- Vlaamse codex ruimtelijke ordening
- Decreet Grond- en pandenbeleid Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college geeft, onder voorbehoud van de mogelijkheden van de huidige wetgeving, een principieel akkoord voor de ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied Vondelstraat-Vierkeerstraat te Bavikhove als sociale huisvesting.
Patrimonium
19 Verkoop van het stadspand/-perceel Xxxxxxxxxxx 00. Verdere aanpak van gesplitste verkoop via bestelling opmetingsplan.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Het college nam in zitting van 26 april 2016 kennis van het resultaat van het openbaar onderzoek tijdens de 1ste fase van de ‘verkoop tegen biedingen’ voor de Xxxxxxxxxxx 00 én meer bepaald van de ontvangen biedingen.
Aangezien de biedingen onaanvaardbaar waren, besliste het college om de lopende verkoopprocedure stop te zetten en de situatie opnieuw te evalueren.
Ondertussen werd het dossier diverse malen besproken.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-omzendbrief 2010/02 dd. 12.2.2010 – vervreemding onroerend goederen door (…) gemeentes- procedure.
Verwijzend naar volgende eerdere beslissingen:
- de gemeenteraadsbeslissing van 18.01.2016
- de collegebeslissing van 19.01.2016
- de collegebeslissing van 26.04.2016 Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van de stand van zaken van het dossier voor het stadspand, Xxxxxxxxxxx 00 én meer bepaald van de gevoerde gesprekken met geïnteresseerde (mede-)verkopers en ‘gedeeltelijke’ kopers.
Artikel 2:
Het college start de procedure op voor gesplitste verkoop, namelijk in een ‘voor’perceel- kantN43 en in een ‘achter’-perceel, kant-Leie, inclusief de nodige erfdienstbaarheden van doorgang en uitweg naar de Twee-bruggenstraat. Hiertoe wordt in eerste instantie bij landmeter Verbuere (raming à €800) een splitsingsplan besteld (exploitatie BI 061000 & AR616200).
Artikel 3:
Het College neemt kennis dat het –op haar verzoek- geannuleerd overleg van 30.06.2016 met de ParticipatieMaatschappijVlaanderen verplaatst is naar 17.08.2016 én dat het college hiertoe is uitgenodigd.
Voorliggend dossier kan vooralsnog tijdens dit PMV-overleg inzake de toekomstige patrimoniale verrichtingen aan bod komen.
Artikel 4:
Alle stukken worden opgevraagd om het dossier van de gesplitste verkoop te kunnen voorleggen op de gemeenteraadzitting van september 2016.
20 Overleg stadsbestuur en kerkelijk bestuur dd. 22.06.2016 inzake de stand van zaken van het kerkenplan en de toekomst van ‘stads‘pastorieën/- gebouwen en kerkelijke gebouwen.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Op 22.06.2016 vond er een eerste overleg plaats tussen het stadsbestuur en het kerkelijk bestuur inzake de stand van zaken en eventuele actualisatie van het kerkenplan en inzake de toekomst van ‘stads‘pastorieën/-gebouwen en kerkelijke gebouwen.
Het college wordt gevraagd kennis te nemen van het verslag van dit overleg waarop – wat betreft het stadsbestuur- de schepenen Xxxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxxx aanwezig waren.
Het kerkelijk bestuur werd vertegenwoordigd door E.H. Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxx Xxxx en de voorzitter van het centraal kerkbestuur Xxxxxx Xxxxxxxx.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van het verslag van het overleg van 22.06.2016 tussen het stadsbestuur en het kerkelijk bestuur inzake de stand van zaken en eventuele actualisatie van het kerkenplan en inzake de toekomst van ‘stads‘pastorieën/-gebouwen en kerkelijke gebouwen.
21 Onderzoek naar neven- en/of herbestemmingsmogelijkheden voor de Sint- Jozefkerk op wijk ‘t Eiland. Stand van zaken en principiële aanvraag voor subsidiering.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Soortgelijk aan het door Xxxxxxx begeleid project voor de herbestemmingsstudie van de Hulste-Kerk, bood het “Projectbureau Herbestemming kerken” begin 2016 aan de stad de gelegenheid om zich in te schrijven –via een raamcontract- voor een begeleid traject voor een haalbaarheidsonderzoek naar de neven- en/of herbestemmingsmogelijkheden voor kerkgebouwen.
Op voorstel van en in overleg met het Projectbureau, besliste het schepencollege in zitting van 5 april 2016 principieel om in dit ‘herbestemmings’project te stappen met een dossieraanvraag voor de Sint-Jozefkerk. Reden van die keuze (en niet de optie-Sint-
Ritakerk) was dat het Projectbureau op korte termijn het studiebureau, het stads- én kerkbestuur (contactpersoon Xxxx Xxxxx) kon samen zetten voor een brainstorm over nevenbestemmingen waarbij de kerk deels aldus blijft behouden terwijl een ander deel de actuele noden van de wijk invult : fanfarelokaal, overdekt deel van (nieuw) openbaar plein, SABV-ruimte, ….
Eveneens stelde het college voor om de nodige investeringsmiddelen voor die studie te voorzien bij de eerstkomende budgetwijziging 2016, thans voorzien voor de raadszitting van 12.09.2016.
Bijgevolg kunnen concrete engagementen (inclusief visum verlenen) vanuit de stad pas op die zitting worden geagendeerd.
De administratie stelt momenteel het raadsdossier samen. Huidig Sint-Jozef-dossier verschilt van dit van de Hulste kerk aangezien dit een samenwerkingscontract binnen de exclusiviteiten van Xxxxxxx betrof terwijl het hier over het intekenen op een raamcontract met de Vlaamse Bouwmeester/Projectbureau Herbestemming gaat.
Het Projectbureau maakt zich sterk dat er voor huidige projectoproep-jaar (in 2016 worden er over heel Vlaanderen maar een 30-tal aanvraagdossiers weerhouden) er voorafgaande afspraken en engagementen zijn met het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) qua subsidiering. Aangezien de Sint-Jozefkerk geen beschermd monument betreft, kunnen er geen erfgoedsubsidies (80% op studiekost) worden bekomen doch wel ABB- subsidies (30% op studiekost). Die kaderen binnen het Besluit van de Vlaamse Regering van 20.12.2013 betreffende de “toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst”, het subsidiedecreet van 12.7.2013 voor gebouwen van de eredienst én het ministerieel van 18.3.2014 en de omzendbrief van 28.03.2014 inzake her- en nevenbestemmingsstudies. Concreet zou de Sint-Jozefkerk-studiekost 30% subsidies krijgen. Latere investeringen met het oog op herbestemmingen worden niet gesubsidieerd.
In afwachting/voorbereiding van een formele raadsbestelling van de studie, legt het coördinerend Projectbureau nu de principiële aanvraag voor deze financiële tussenkomst voor.
Bij mail van 30.06.2016 bevestigt Het Projectbureau dat de stad ‘er kan van uit gaan dat deze 30% zal worden toegekend.’
Die 30% subsidies zijn te verwachten op een thans door het Projectbureau geraamde studiekost van €16.000, of €4.800 subsidies.
Het Projectbureau stelt dat - gelet op de verwachte complexiteit - het Sint-Jozefdossier (net zoals het Hulstedossier van 2014) een “gangbaar dossier” is met een vooraf geraamde kostprijs van €16.000 excl. BTW. Binnen de 3 mogelijke categorieën zoals voorzien in het raamcontract voorzien, gaat het hier over 2de soort:
-éénvoudig dossier = € 12.000 excl. BTW
-gangbaar dossier = € 16.000 excl. BTW of € 19.360 incl. BTW (hier toepasselijk!).
-complex dossier = € 20.000 excl. BTW
Terwijl de standstill-periode pas afloopt op 06.07.2016, stelt het Projectbureau de stad nu al in kennis van de TIJDELIJKE VERENIGING (TV) die voor de studie SintJozef zou worden aangesteld.
Die TV bestaat uit Universiteit Hasselt UR-ARCHITECTS
Architecten Xxxxxx-Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx
x/x Xxxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Op de vraag vanuit de stadsdiensten waarom voor dit West-Vlaams dossier een TV uit Hasselt zou worden aangesteld, mailt het Projectbureau volgende argumentatie:
‘Er zijn 3 bureaus weerhouden op basis van hun inzetbare expertise. Twee uit Brussel en één uit Hasselt. Ze werken over heel Vlaanderen. De universiteit Hasselt (Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx) neemt de leiding van de ontwerpers uit Hasselt. Hun dossiers zitten gespreid over de verschillende provincies, ééntje dus ook in West-Vlaanderen. De stad dient zich geen zorgen te maken aangezien er geen extra’s, reiskosten of wat dan ook worden gefactureerd. Er kunnen alleen meerprestaties geleverd worden als de stad hier uitdrukkelijk om vragen. Bvb. een voorstelling voor de buurt, de gemeenteraad … Hun uurlonen hiervoor liggen vast (en liggen overigens aan de lage kant). (…) Het is ook een heel sympathiek team en heel geschikt voor voorliggende opgave. Het team heeft ook enige ervaring met nevenbestemmingsstudies. Ze hoeven geen uitvoerend architecturaal ontwerp te maken. Daarvoor kan dan later geopteerd worden om een ontwerper meer uit de buurt te nemen.’
Het –door de stad bestelde –ontwerp van opmetingsplan van landmeter Caesens werd aangeleverd. Dit landmetersplan was namelijk de verplichte basis voor de eigenlijke studie.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- Besluit van de Vlaamse Regering van 20.12.2013 betreffende de “toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst” en naar het subsidiedecreet van 12.7.2013 voor gebouwen van de eredienst én naar het ministerieel van 18.3.2014
Verwijzend naar volgende eerdere beslissingen:
- Collegebesluit van 05.04.2016 houdende “Begeleidingstraject 'Haalbaarheidsstudie Herbestemming Kerken'. Nieuwe oproep 2016 via het Vlaams Projectbureau. Kennisname verslag overleg van 19.03.2016. Verdere aanpak en prioriteit aan de Sint-Jozefkerk.”
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van de stand van zaken van de principieel opgestart studieopdracht voor een ‘neven-/herbestemmingsproject voor de Sint-Jozefkerk’. Alle verdere engagementen en ramingen zullen ter goedkeuring aan de raad in de septemberzitting worden voorgelegd.
Artikel 2:
Het college vraagt in voorbereiding hiervan via het Projectbureau Herbestemming, de subsidies aan bij het Agentschap Binnenlands Bestuur zoals voorzien in de ‘omzendbrief van 28.3.2014 inzake her- en nevenbestemmingsstudies’.
22 Aanvraag Studiebureau Snoeck & Partners tot het plaatsen van pluviometers op het dak van stadsgebouwen in het kader van een hydronautstudie in opdracht van Xxxxxxx.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Aquafin wenst binnen het zuiveringsgebied Beveren-Leie een hydronautstudie uit te voeren. Hiervoor gaf Xxxxxxx opdracht aan het studiebureau Snoeck & Partners om op verschillende plaatsen metingen te doen.
Er zijn twee verschillende metingen: enerzijds worden er metingen gedaan IN het rioleringsstelsel, en anderzijds worden pluviometers geplaatst OP stadsgebouwen, meer bepaald op het plat dak van de Stedelijke Basisschool Noord te Hulste en op het plat dak van de sporthal De Vlasschaard te Bavikhove.
Aangezien de metingen worden gepland vanaf half juli 2016 tot en met september 2016, vraagt het studiebureau –bij mail dd. 02.06.2016- aan de stad om de pluviometers op het dak van de stadsgebouwen te mogen plaatsen. Ondertussen kreeg de administratie de melding dat de meters niet midden juli zullen worden geplaats doch reeds op 29.06.2016 zijn geplaatst op de schoolgebouwen (motief studiebureau/Aquafin voor vervroegde plaatsing: schoolverlof vanaf 01.07 met beperkte toegankelijkheid voor die plaatsing).
Voor wat betreft de metingen in de riolering, werd de aanvraag aan Infrax als beheerder van het rioleringsstelsel doorgestuurd.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het College neemt kennis van de melding van het studiebureau Snoeck & Partners om – in opdracht van Xxxxxxx- binnen het zuiveringsgebied Beveren-Leie een hydronautstudie uit te voeren.
Artikel 2:
Wat betreft het nodige stadspatrimonium, geeft het college toestemming om de nodige meetinstrumenten (pluviometers) te plaatsen:
- 1 op het plat dak van de Stedelijke Basisschool Noord te Hulste en
- 1 op het plat dak van de sporthal De Vlasschaard te Bavikhove.
23 Vraag tot inname openbaar domein in de Tientjesstraat ter hoogte van de eilandschool en stellen van een waarborg.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Bouwonderneming De Brabant dient, in opdracht van de stad Harelbeke, werken uit te voeren aan het SABV-gebouw in de Tientjesstraat. Hiervoor zullen zij een torenkraan plaatsen, die deels op het voetpad, deels op de openbare weg zal staan. Naast de torenkraan, zullen er tijdens de afbraakwerken tijdelijk containers staan op de openbare weg. Voor grote leveringen van materialen zal er ter hoogte van de containers ook regelmatig plaats ingenomen worden. Het overig werfmateriaal (materiaalkeet, wc,…) zal geplaatst worden op de private groenzone.
De torenkraan zal geplaatst worden vanaf 15 juli 2016 en zal ongeveer 8 maanden opgesteld staan (tot ongeveer half maart 2017). De eerste afbraakwerken zullen starten op dinsdag 16 augustus 2016.
Terzake dient de PZ Gavers ook nog een signalisatiemachtiging af te leveren.
Het retributiereglement is niet van toepassing, gezien de werken worden uitgevoerd in opdracht van de stad (de stad zou nl. retributie factureren aan de uitvoerder die die kost terug doorrekent aan de bouwheer , in dit geval de ‘stad’).
Daarom wordt vanuit de dienst patrimonium wel voorgesteld om een waarborg te vragen voor het voetpad en de boordstenen, op basis van de tarieven van het ‘Gemeentelijk reglement waarborgsysteem voetpaden, boordstenen en aanleg groenschermen’, laatst goedgekeurd in raadszitting van 17 november 2014.
Gelet op de opmeting ter plaatse van de beschikbare zone en op het inrichtingsplan van de aannemer, stelt de stedelijke xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxx op 01.07.2016 voor dat volgende extra waarborg jegens Bouwonderneming De Brabant wordt gevraagd (ter bescherming van het openbaar domein tijdens de ingrijpende renovatiewerken):
Inname | M²/lm | Eenheidsbedrag | Basis | Totale borg |
voetpad | 76,50 m² | € 45/lm | GR 17.11.2014 | 3.442,50 euro |
boordstenen | 27 lm | € 25/lm | GR 17.11.2014 | 675,00 euro |
TOTALE BORGSOM | 4.117,50 euro |
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-het gemeentelijk retributiereglement o.a. betreffende innames openbaar domein i.f.v. werken
-het ‘Gemeentelijk reglement waarborgsysteem voetpaden, boordstenen en aanleg groenschermen’, laatst goedgekeurd in raadszitting van 17 november 2014.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het College verleent toelating aan de aanvrager, Bouwonderneming De Brabant, tot het plaatsen van de torenkraan van 15 juli 2016 voor ongeveer 8 maanden op het openbaar domein in de Tientjesstraat in functie van werken (in opdracht van de stad) aan het stedelijke SABV-gebouw in de Tientjesstraat.
Artikel 2:
Het college verleent eveneens toelating tot het plaatsen van containers en het innemen van de openbare weg voor het leveren van materialen.
Artikel 3:
Er wordt een waarborg opgelegd van 4.117,50 euro conform het ‘Gemeentelijk reglement waarborgsysteem voetpaden, boordstenen en aanleg groenschermen’ . De waarborg is bepaald als volgt:
Inname | M²/lm | Eenheidsbedrag | Basis | Totale borg |
voetpad | 76,50 m² | € 45/lm | GR 17.11.2014 | 3.442,50 euro |
boordstenen | 27 lm | € 25/lm | GR 17.11.2014 | 675,00 euro |
TOTALE BORGSOM | 4.117,50 euro |
Deze som dient voorafgaand de start der werken te worden gestort op rekening van de stad Harelbeke XX00 0000 0000 0000.
24 Principiële aanvraag tot inname van openbaar xxxxxx xxx xxxxxx xxx xx Xxxxxxxxxxxx 00 voor het bouwen van een eengezinswoning i.f.v. sloopwerken en offerteopmaak nieuwbouwwerken.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Inzake de particulier geplande sloop- en nieuwbouwwerken voor de rijwoning in de Gaversstraat 44 (recht tegenover Delhaize, gesitueerd langs het smalle stuk Gaversstraat en juist nabij een bochtje) legt de verkeersdienst van de PZ Gavers twee aanvraagdossiers inzake ‘inname openbaar domein i.f.v. werken’ voor.
Voor beide dossiers acht de PZ Xxxxxx een signalisatiemachtiging theoretisch mogelijk doch zij willen eerst het principiële collegestandpunt voor die innames van dit openbaar domein kennen.
1. Aanvraag inname O.D. in functie van de afbraak. Aanvrager : Xxxx Xxxxxxxxx BVBA (geschrapt) Uitvoering : 18.07.2016 voor 3 werkdagen.
Aard inname : één rijvak.
Voorstel signalisatie = OK vanwege PZ Gavers namelijk : éénrichting vanaf de Heerbaan richting centrum; omleiding voorzien vanaf centrum richting Heerbaan via Eilandstraat/Wijdhagestraat/Schoolstraat/Gaversstraat.
Advies PZ Gavers: ‘gelet op de veiligheid bij afbraak is omleiding noodzakelijk én verkeerstechnisch mogelijk’.
Gelet op de beperkte duurtijd = aanvaardbaar.
2. Aanvraag inname O.D. in functie van de toekomstige nieuwbouwwerken (vraag wordt gesteld door mogelijke aannemer i.f.v. diens op te maken offerte)
Aanvrager : Aannemer BVBA Bouwwerken Xxxxxxx Xxx
Vermoedelijke uitvoering nieuwbouwwerken : 4-tal maanden tussen januari 2017 en april 2017 = het bouwen van een nieuwe ééngezinswoning in de Xxxxxxxxxxxx 00.
Aard inname : inname van 10 meter lang op 3,60 meter breed (kraan en opslag materiaal) op voetpad en één rijstrook.
Voorstel signalisatie
Advies PZ Gavers: ‘Inname mogelijk op voorwaarde van invoer van éénrichtingsverkeer met omleiding voor het verkeer richting Heerbaan via Eilandstraat / Wijdhagestraat / Schoolstraat / Gaversstraat. Verkeer richting centrum kan zijn weg vervolgen.
Andere oplossingen zijn mogelijk.(bijv. gebruik Delhaize-parking?)
Andere factoren : hinder voor wegverkeer op drukke, relatief smalle Gaversstraat. Het komt toe aan de wegbeheerder (college) om al dan niet toelating te geven.
De langere aanvraag ‘inname O.D.’ zou onder het retributiereglement vallen nl. 0,50 euro per m² ingenomen oppervlakte per dag. De sloopinname betreft slechts 3 dagen en is daarom vrijgesteld van retributie.
Zoals gemeld door de PZ Gavers komt het aan de wegbeheerder (college) toe om al dan niet toelating te geven.
Het departement grondgebiedszaken formuleert terzake volgende adviezen
1. Positief advies inzake de aanvraag inname-O.D. in functie van de afbraak.
Gelet op de veiligheid bij afbraakwerken is de omleiding en de rijwegafsluiting (inname van één rijvak) noodzakelijk én verkeerstechnisch mogelijk. Bovendien is door de beperkte duurtijd (3 werkdagen) de hinder voor het openbaar domein aanvaardbaar.
2. Negatief advies inzake de aanvraag inname-O.D. in functie van de nieuwbouwwerken. Er zijn nl. andere oplossingen mogelijk (bijv. gebruik Delhaize-parking?) én de hinder voor wegverkeer op drukke, relatief smalle Gaversstraat is te zwaar. De voorziene duur (4 maanden) voor de voorgestelde oplossing van een één-rijstrook-inname en van de omleiding Eilandstraat/Wijdhagestraat/Schoolstraat/Gaversstraat is te lang en te ingrijpend.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 57 par. 1 en 57 par. 3, 1° ;
- het K.B. van 01.12.1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 78 ;
- het gemeentelijk retributie-, tarief- en gebruiksreglement 18.11.2013 zoals van kracht, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 9 en 15;
- de algemene gemeentelijke politieverordening van 12.04.2010, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, de artikelen 50 t.e.m. 53.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van de aanvraag ‘inname openbaar domein i.f.v. werken’ via de politiezone Gavers voor een sloop- en nieuwbouwproject in de Xxxxxxxxxxxx 00.
Artikel 2:
Inzake de sloopwerken geeft het college de toelating aan Xxxx Xxxxxxxxx BVBA uit Moen tot het innemen van openbaar domein en het voorzien van de voorgestelde omleiding (mits een definitieve signalisatiemachtiging) gedurende 3 werkdagen, nl. op 18.07, 19.07 en 20.07.2016. Het college wijst er op de winkel op de overkant van de stad (Delhaize) nog voldoende moet beleverd kunnen worden. Terzake dient de innemer van het openbaar domein de nodige afspraken te maken met Delhaize.
Artikel 3:
Inzake de nieuwbouwwerken geeft het college geen toelating aan BVBA Bouwwerken Xxxxxxx Xxx tot het innemen van de openbare weg (10 meter x 3,60 meter i.f.v. kraan en opslag materiaal) en het voorzien van de voorgestelde omleiding gedurende een viertal maanden (januari 2017 tot april 2017). Aangezien de openbare weg zoveel als mogelijk aldus bruikbaar moet blijven, stelt het college voor om andere oplossingen voor deze werfinname te zoeken.
Artikel 4:
Het college geeft opdracht de politiezone Xxxxxx en de respectievelijke aanvragers op de hoogte te brengen van deze beslissing.
Grondgebiedszaken - Overheidsopdrachten
25 Verslag van de beperkte mobiliteitscommissie van 23 juni 2016.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Volgende agendapunten van het verslag van de beperkte mobiliteitscommissie van 23.06.2016 worden voor goedkeuring aan het college voorgelegd:
I. Adviezen voor college van burgemeester en schepenen
I.1. Parkeerplaats voor pers. met een beperking – (geschrapt)
I.2. Eikenstraat (deel tussen de molen en de spoorweg)
I.3. Advies verkaveling Bistierland: voorstel knip
I.4. Keizersstraat: verkeersanalyse – knip of geen knip
I.5. Stasegemsesteenweg: voorstel variabele zone 30 of zone 30 verwijderen
I.6. Bewegwijzering dorpskernen Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college verleent voor alle punten zijn goedkeuring aan het verslag van de beperkte mobiliteitscommissie van 23.06.2016 en sluit zich aan bij de adviezen geformuleerd door de beperkte mobiliteitscommissie met uitzondering van :
Punt I.1 : het college beslist om een mindervaliden parkeerplaats te schilderen; Punt I.2 : het college beslist om de Eikenstraat te knippen;
Punt I.3 : het college beslist om Bistierland te knippen;
Punt I.4 : het college beslist om een fietssuggestiestrook aan te brengen in de Keizersstraat;
Punt I.5 : het college beslist om een vast bord zone 30 met extra aanduidingen te plaatsen in de Stasegemsesteenweg;
Punt I.6 : het college beslist om het bord in de Hallestraat in plaats van de Venetiëlaan te plaatsen en 2 pijlen “centrum” xxx xx xxxxx xxx xx Xxxxxxxxxxxx-Xxxxxxxx;
Punt II.2 : het college beslist om de gele strepen voor de ingang van de school te behouden;
Punt III.11 : het college is akkoord met aangepaste wegwijzers. De oude wegwijzers moeten “overstickerd” worden.
26 Evaluatie van het verkeer in de Generaal Deprezstraat en de Ommegangstraat.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Naar aanleiding van een vraag van de werkgroep “veilig Deprez” om de Generaal Deprezstraat om te vormen tot een fietsstraat werd een bevraging uitgevoerd bij de bewoners van zowel de Generaal Deprezstraat als de Ommegangstraat. Beide straten stemden voor de omvorming tot fietsstraat.
Voor de Ommegangstraat in Harelbeke werd er door de verkeerscoördinator van de PZ Gavers een voorstel uitgewerkt om deze om te vormen tot een fietsstraat. Dit voorstel werd door het college goedgekeurd. Dit samen met de omvorming van de Generaal Deprezstraat tot fietsstraat.
Bij de uitwerking van de omvorming van de Ommegangstraat tot fietsstraat bleek dit geen evidente zaak. Deze weg is heel breed waardoor het onmogelijk af te dwingen is dat de wagens achter de fietsers blijven. Tevens blijkt uit tellingen dat het aantal fietsers te beperkt is (7 %) om tot een goed functionerende fietsstraat te resulteren.
Uit de evaluatie van de tellingen blijkt ook dat het verkeer dat vroeger door de Generaal Deprestraat reed richting Zwevegem zich verplaatst heeft naar de Ommegangstraat (1500 wagens per dag) in plaats van Veldrijk. Dit niettegenstaande de Ommegangstraat verboden is voor het verkeer uitgezonderd plaatselijk verkeer. Een fietsstraat zal dit sluipverkeer niet tegenhouden.
Vanuit de beperkte mobiliteitscommissie groeide het idee dat met een knip in de Ommegangstraat er wel een oplossing kan gegeven worden aan het sluipverkeer. Op 29 juni ll. werd dit idee met de bevoegde schepen voorgelegd aan de werkgroep “Veilig Deprez”.
De conclusie van het overleg was dat het behoud van de Generaal Deprezstraat als fietsstraat aangewezen was mits dit ook wordt afgedwongen door handhaving (uit metingen blijkt dat de snelheid gedaald is maar nog steeds te hoog is : v85 gedaald van 52 km/h naar 42 km/h in zone 30). Voor de Ommegangstraat zou een knip in het midden van de straat een goede oplossing kunnen zijn. Zo zijn beide ingangen van de school nog bereikbaar. De verkeerscoördinator zou hiervoor een voorstel kunnen uitwerken indien het college akkoord kan gaan met de knip in de Ommegangstraat.
Voor de Generaal Deprezstraat zou de handhaving van fietsstraat en snelheid het beste gerealiseerd kunnen worden door een vaste flitspaal ter hoogte van de school.
Indien het college akkoord kan gaan met beide voorstellen, knip in de Ommegangstraat en flitspaal in de Generaal Deprezstraat, kunnen beide zaken verder uitgewerkt worden en gecommuniceerd naar de betrokkenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging;
Met unanimiteit;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het college gaat akkoord tot de realisatie van een knip in de Generaal Deprezstraat en geeft de opdracht aan de beperkte mobiliteitscommissie om hiervoor een voorstel uit te werken.
Artikel 2:
Het college kan zich vinden in het voorstel om de handhaving van snelheid en fietsstraat in de Generaal Deprezstraat te realiseren mits een vaste flitspaal.
Hiervoor kunnen offertes opgevraagd worden en opgenomen in de budgetvoorstellen voor 2017.
27 Verkeerskundig advies inzake het inrichten van woonerven. Kennisname.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Ontwikkelaars vragen vaak om bij een kleine verkaveling de wegenis te mogen inrichten als een woonerf.
Recent werd de verkaveling Vierkeersstraat van de sociale huisvestingsmaatschappij opgemaakt als een Woonerf. Vaak zijn de ontwikkelaars en betrokken diensten niet volledig op de hoogte van de geldende wetgeving en richtlijnen.
Om hier aan tegemoet te komen werd door de verkeerscoördinator een samenvattend document opgemaakt over de geldende wetgeving en vigerende richtlijnen.
Dit informatief document – houdend het verkeerskundig advies - wordt bijgevoegd als bijlage aan onderhavig dossier.
BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van het opgemaakte informatiedocument “Woonerf”.
28 Ombouwen eilandschool tot academie. Goedkeuring verrekening 1.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 3 mei 2016 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Ombouwen eilandschool tot academie” aan NV De Brabant, KBO nr. BE 0405.176.027, Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 1.084.964,82 excl. btw of € 1.150.062,71 incl. btw.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 861.2-A15/34.
Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:
HV in meer | € 580,00 | |
Totaal excl. btw | = | € 580,00 |
Btw | + | € 34,80 |
TOTAAL | = | € 614,80 |
Deze verrekening overschrijdt het bestelbedrag met 0,05%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu € 1.085.544,82 excl. btw of € 1.150.677,51 incl. btw bedraagt.
Motivering voor deze verrekening:
De verbouwingen aan de school Eiland verplaatsen de hoofdingang van de tekenschool. Deze verplaatsing noodzaakt de afbraak van een klein deel van het scheidingsmuurtje ter hoogte van de toekomstige nieuwe ingang gezien die voor de toekomstige toegang staat. Dit was niet voorzien in het dossier van het architectenbureau..
Voor deze verrekening wordt geen termijnsverlenging toegekend.
De leidend ambtenaar xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxx verleende gunstig advies.
De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het investeringsbudget van 2016, op budgetcode 221007/082021-WOL-WOL 31 (actieplan AP9.6) (Actie 9.6.2).
De financieel beheerder verleent visum.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
-Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
-Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
-De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 24 en artikel 26, §1, 2°, a.
-De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
-Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
-Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 37.
-Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1 van de opdracht “Ombouwen eilandschool tot academie” voor het totaal bedrag in meer van € 580,00 excl. btw of € 614,80 incl. btw.
Artikel 2:
De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het investeringsbudget van 2016 op budgetcode 221007/082021-WOL-WOL 31 (actieplan AP9.6) (Actie 9.6.2).
29 Groot onderhoud wegen 2016 - Deel 2 : Herstel diverse betonplaten Groot Harelbeke. Goedkeuring gunning.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
In het kader van de opdracht “Groot onderhoud wegen 2016 - Deel 2 : Herstel diverse betonplaten Groot Harelbeke” werd een bestek met nr. 16_7 opgesteld door het Departement Facility.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 111.950,00 excl. btw of
€ 135.459,50 incl. 21% btw.
De gemeenteraad verleende in zitting van 21 maart 2016 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
De aankondiging van opdracht 2016-510563 werd gepubliceerd op 5 april 2016 op nationaal niveau.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 28 april 2016 te bereiken. De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 26 augustus 2016.
Er werden 5 offertes ontvangen:
- Audenaert A. BVBA, Veldmeersstraat 31 te 0000 Xxxxxx (€ 167.675,50 excl. btw of
€ 202.887,36 incl. 21% btw);
- Emeric D'Hollander BVBA, Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx (€ 140.388,33 excl. btw of
€ 169.869,88 incl. 21% btw);
- NV Wegenbouw Ockier, Xxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxx (€ 174.205,00 excl. btw of
€ 210.788,05 incl. 21% btw);
- BVBA De Meulemeester, Reukenstraat 20 te 0000 Xxxxxxxxxxxxxx (€ 115.462,50 excl. btw of € 139.709,63 incl. 21% btw);
- NV Alg. Ond. Tibergyn, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx (€ 128.487,50 excl. btw of € 155.469,88 incl. 21% btw);
Op 28 juni 2016 voor Xxxxx onderhoud wegen 2016 - Deel 2 : Herstel diverse betonplaten Groot Harelbeke stelde het Departement Grondgebiedszaken - Overheidsopdrachten, het verslag van nazicht van de offertes op.
Het Departement Facility stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde BVBA De Meulemeester, KBO nr. BE 0415.791.092, Xxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxxxxxxx, tegen het nagerekende en verbeterde inschrijvingsbedrag van € 115.470,00 excl. btw of € 139.718,70 incl. 21% btw.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van voormeld gemotiveerd gunningsverslag en sluit zich hierbij zowel qua motivering als qua besluit aan.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016, op budgetcode 224007/020000-GGZ-GGZ 28.
De financieel beheerder verleende visum.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 2, 1° d (limiet van € 600.000,00 excl. btw niet overschreden).
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 2 §1 3°.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 2.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 28 juni 2016 voor Xxxxx onderhoud wegen 2016 - Deel 2 : Herstel diverse betonplaten Groot Harelbeke, opgesteld door het Departement Grondgebiedszaken – Overheidsopdrachten.
Artikel 2:
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3:
De opdracht “Xxxxx onderhoud wegen 2016 - Deel 2 : Herstel diverse betonplaten Groot Harelbeke” wordt gegund aan de economisch meest voordelige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde BVBA De Meulemeester, KBO nr. BE 0415.791.092, Xxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxxxxxxx, tegen het nagerekende en verbeterde inschrijvingsbedrag van € 115.470,00 excl. btw of € 139.718,70 incl. 21% btw.
Artikel 4:
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 16_7.
Artikel 5:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2016 op budgetcode 224007/020000-GGZ-GGZ 28.
30 Plaatselijk onderhoud wegen 2016 - Deel 3 : Herstel diverse asfaltverhardingen. Goedkeuring gunning.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
In het kader van de opdracht “Plaatselijk onderhoud wegen 2016 - Deel 3 : Herstel diverse asfaltverhardingen” werd een bestek met nr. 16_18 opgesteld door het Departement Facility.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 59.401,00 excl. btw of € 71.875,21 incl. 21% btw.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 5 april 2016 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 5 april 2016 om de gunningsprocedure te starten en volgende firma’s uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
- Asfalt De Braeve, Meikapelstraat 18 te 0000 Xxxxxxxxx;
- NV Xxxxx Xxxx, Xxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxxxxxxx;
- NV Alg. Ond. Tibergyn, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx;
- NV Aswebo, Booiebos 4 te 0000 Xxxx (Drongen);
- NV D Stadsbader-Flamand, Xxxxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxxxx;
- NV Van Meenen, Knokstraat 5 te 8780 Oostrozebeke;
- NV Van Robays, Xxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxx (Machelen);
- BVBA Al Verde, Xxxxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxxxx;
- NV Casteleyn & Zonen, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxx.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 23 mei 2016 te bereiken.
De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 20 september 2016.
Er werden 4 offertes ontvangen:
- NV D Stadsbader-Flamand, Xxxxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxxxx (€ 69.678,95 excl. btw of
€ 84.311,53 incl. 21% btw);
- NV Van Meenen, Xxxxxxxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxxxxxxx (€ 78.528,00 excl. btw of
€ 95.018,88 incl. 21% btw);
- NV Van Robays, Xxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxx (Xxxxxxxx) (€ 66.495,38 excl. btw of
€ 80.459,41 incl. 21% btw);
- NV Alg. Ond. Tibergyn, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx (€ 52.605,25 excl. btw of
€ 63.652,35 incl. 21% btw);
Op 28 juni 2016 voor Plaatselijk onderhoud wegen 2016 - Deel 3 : Herstel diverse asfaltverhardingen stelde het Departement Grondgebiedszaken - Overheidsopdrachten, het verslag van nazicht van de offertes op.
Het Departement Facility stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde NV Alg. Ond. Tibergyn, KBO nr. BE 0413.457.451, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 52.605,25 excl. btw of € 63.652,35 incl. 21% btw.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van voormeld gemotiveerd gunningsverslag en sluit zich hierbij zowel qua motivering als qua besluit aan.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2016, op budgetcode 610310/020000.
De financieel beheerder verleende visum.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden).
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 105.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 2.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 28 juni 2016 voor Plaatselijk onderhoud wegen 2016 - Deel 3 : Herstel diverse asfaltverhardingen, opgesteld door het Departement Grondgebiedszaken - Overheidsopdrachten.
Artikel 2:
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3:
De opdracht “Plaatselijk onderhoud wegen 2016 - Deel 3 : Herstel diverse asfaltverhardingen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde NV Alg. Ond. Tibergyn, KBO nr. BE 0413.457.451, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 52.605,25 excl. btw of € 63.652,35 incl. 21% btw.
Artikel 4:
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 16_18.
Artikel 5:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2016, op budgetcode 610310/020000.
31 Herinrichten doortocht N43 - Fase 2.2 + Fase 3. Goedkeuring voorlopige eindafrekening.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
De gemeenteraad verleende in zitting van 28 januari 2013 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van de opdracht “Herinrichten doortocht N43 - Fase 2.2 + Fase 3”, met name de open aanbesteding.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 23 juli 2014 goedkeuring aan het voorstel van studiebureau NV Plantec, gevestigd Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxx, ontwerper der werken op basis van het verslag van AWV (opdrachtgevend bestuur) om de opdracht te gunnen aan de laagst regelmatige inschrijver NV Aclagro, KBO nr. BE 0415.256.901, Xxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxx tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 4.104.914,24 excl. 21 % btw waarvan € 2.271.157,13 excl. 21 % btw lastens AWV, € 1.698.127,13 excl. 21 % btw lastens Infrax en € 135.629,98 excl. btw of € 164.112,28 incl. 21 % btw lastens de Stad.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 25 november 2014 goedkeuring aan verrekening 1 (wijziging type bomen) voor een bedrag in meer van
€ 2.744,50 excl. btw of € 3.320,85 incl. btw.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 11 augustus 2015 goedkeuring aan verrekening 2 (opbraak + heraanleg inham Xxxxx Xxxxxxxxxx) voor een bedrag in meer van € 16.584,39 excl. btw of € 20.067,11 incl. btw.
De ontwerper, NV Plantec, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxx stelde de voorlopige eindafrekening (= exclusief 1 jaar groenonderhoud) op, waaruit blijkt dat het eindbedrag van de werken € 186.073,09 incl. btw bedraagt, als volgt gedetailleerd:
Raming | € 187.680,00 | |
Bestelbedrag | € 135.629,98 | |
Verrekening 1 (CBS 25.11.2014) | + | € 2.744,50 |
Verrekening 2 (CBS 11.08.2015) | + | € 16.584,39 |
Bestelbedrag na verrekeningen | = | € 154.958,87 |
Reeds uitgevoerd | = | € 153.779,41 |
Totaal excl. btw | = | € 153.779,41 |
Btw | + | € 32.293,68 |
TOTAAL | = | € 186.073,09 |
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016, op budgetcode 224007/020000-T formulier-TFORM 36.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 24.
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 2.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan de voorlopige eindafrekening voor de opdracht “Herinrichten doortocht N43 - Fase 2.2 + Fase 3”, opgesteld door de ontwerper, NV Plantec, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxx, waaruit blijkt dat de werken lastens de Stad een eindtotaal bereikten van € 153.779,41 excl. btw of € 186.073,09 incl. btw.
Artikel 2:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016 op budgetcode 224007/020000-T formulier-TFORM 36.
32 Herinrichten plein Noordstraat - Forestierstraat. Goedkeuring aanvangsdatum.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 3 mei 2016 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Herinrichten plein Noordstraat - Forestierstraat” aan NV Penninck, Xxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxxx tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 790.334,90 excl. btw waarvan € 305.800,09 excl. btw of € 370.018,11 incl. btw lastens de stad en € 416.666,19 excl. btw lastens Infrax.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek.
Er werd aan alle voorbereidende formaliteiten betreffende ontwerp en gunning voldaan. Bijgevolg kan het aanvangsbevel worden gegeven aan de aannemer NV Penninck, Xxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxxx.
De aannemer gaat akkoord met de voorgestelde aanvangsdatum van 16 augustus 2016. Bijgevolg wordt er voorgesteld om de aanvangsdatum vast te stellen op
16 augustus 2016 en de aannemer hiervan formeel in kennis te stellen.
De aannemer is ertoe gehouden de opdracht te voltooien binnen een termijn van 100 werkdagen te rekenen vanaf de dag, aangeduid in dit aanvangsbevel.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 24.
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
De aanvangsdatum van de opdracht “Herinrichten plein Noordstraat - Forestierstraat” wordt vastgesteld op 16 augustus 2016. De aannemer moet de opdracht voltooien binnen een termijn van 100 werkdagen.
Artikel 2:
De aannemer, NV Penninck, Xxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxxx, wordt per aangetekende zending in kennis gesteld van deze aanvangsdatum.
33 Uitbreiding sportinfrastructuur Forestiersstadion - Lot bouwwerken. Goedkeuring gunning.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
De ontwerpopdracht voor de opdracht “Uitbreiding sportinfrastructuur Forstiersstadion - Lot bouwwerken” werd gegund aan Atelier Xxxxxxxx - Xx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxx 84 te 0000 Xxxxxxxxx.
In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 861.61-A.15/29 opgesteld door de ontwerper, Atelier Xxxxxxxx - Xx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxx 84 te 0000 Xxxxxxxxx.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 362.233,09 excl. btw of
€ 438.302,04 incl. 21% btw.
De gemeenteraad verleende in zitting van 21 maart 2016 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de open aanbesteding.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 10 mei 2016 om 10.00 uur te bereiken. De verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 8 augustus 2016.
Er werden 3 offertes ontvangen:
- NV B&R, Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxx (€ 378.438,12 excl. btw of € 457.910,13 incl. 21% btw);
- NV Detrac, Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxx (€ 342.665,30 excl. btw of € 414.625,01 incl. 21% btw);
- NV De Brabant, Xxxxxxxxxx 00 te 0000 Xxxxxxxx (€ 381.712,42 excl. btw of
€ 461.872,03 incl. 21% btw);
Op 24 juni 2016 stelde de ontwerper, Atelier Xxxxxxxx - Xx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxx 84 te 0000 Xxxxxxxxx, het verslag van nazicht van de offertes op.
Het college neemt kennis van voormeld gemotiveerd gunningsverslag dat voorstelt de opdracht toe te wijzen aan de laagste regelmatige bieder, zijnde NV B&R, KBO nr. 000- 000-000, Xxxxxxxxxxx 00 te 0000 Xxxxxx, tegen het nagerekende en verbeterde inschrijvingsbedrag van € 378.438,05 excl. btw of € 457.910,04 incl. 21 % btw en sluit zich hierbij zowel qua motivering als besluit aan.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016 op budgetcode 221000/074010-VT-VT 10 (actieplan AP9.6) (Actie 9.6.3).
De financieel beheerder verleent visum.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
-Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
-Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
-De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 24.
-De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
-Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
-Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2.
-Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Xxxxxxxxxxx wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van
24 juni 2016 voor Uitbreiding sportinfrastructuur Forstiersstadion - Lot bouwwerken, opgesteld door de ontwerper, Atelier Xxxxxxxx - Xx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxx 84 te 0000 Xxxxxxxxx.
Artikel 2:
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3:
De opdracht “Uitbreiding sportinfrastructuur Forstiersstadion - Lot bouwwerken” wordt gegund aan de laagste regelmatige bieder, zijnde NV B&R, KBO nr. 000-000-000, Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxx, tegen het nagerekende en verbeterde inschrijvingsbedrag van € 378.438,05 excl. btw of € 457.910,04 incl. 21 % btw.
Artikel 4:
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 861.61-A.15/29.
Artikel 5:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2016 op budgetcode 221000/074010-VT-VT 10 (actieplan AP9.6) (Actie 9.6.3).
34 Voegvullingen betonplaten GD 2016. Goedkeuren bestek, raming (11.750 euro + 21 % btw) en gunningswijze.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
In veel straten met betonplaten zijn de voegen niet meer waterdicht of is er zelfs geen voeg meer aanwezig. Dit kan zorgen voor onderspoeling betonplaten veroorzaakt door zuigend effect door overrijdend zwaar verkeer. Bij vorst kan vochtige ondergrond opvriezen en voor schade zorgen. De oude voegen worden verwijderd en vernieuwd met nieuw voegvullingsproduct.
In het kader van de opdracht “Voegvullingen betonplaten GD 2016” werd een bestek met nr. 16_27 opgesteld door het Departement Facility.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 11.750,00 excl. btw of € 14.217,50 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget 2016 (610310/020000).
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden).
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 105.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 3.
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 57, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur;
- het besluit van de gemeenteraad van 9 september 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het bestek met nr. 16_27 en de raming voor de opdracht “Voegvullingen betonplaten GD 2016”, opgesteld door het Departement Facility worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 11.750,00 excl. btw of
€ 14.217,50 incl. 21% btw. Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Artikel 3:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget 2016 (610310/020000).
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL
Personeel
35 Stadspersoneel. Ter beschikkingstelling wegens ziekte.
(geschrapt)
36 Aanstelling tijdelijk onderhoudsmedewerker 'poets' (E1-E3).
(geschrapt)
37 Indiensttreding contractueel onderhoudsmedewerker 'poets' (E1-E3) binnen het departement facility.
(geschrapt)
38 Selectieprocedure voor het aanleggen van een wervingsreserve voor de functie van administratief medewerker (C1-C3). Kennisname resultaten.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
In zitting van de gemeenteraad van 08.03.2010 en latere wijziging in de gemeenteraad van 14.09.2015 werd het besluit genomen met betrekking tot :
1. de vaststelling van het organogram, de samenstelling van het managementteam en de aanduiding ervan op het organogram, de vaststelling van de personeelsformatie en de vaststelling van de overgangsformatie;
2. de aanpassing en wijziging van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel;
Het college heeft in zitting van 09.02.2016 beslist een selectieprocedure op te starten voor het aanleggen van een wervingsreserve voor de functie van administratief medewerker (C1-C3).
Het college van burgemeester en schepenen heeft eveneens op 09.02.2016 beslist om deze functie in te vullen bij wijze van een gelijklopende aanwervings- en bevorderingsprocedure.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 24.05.2016 kennis genomen van de ingeschreven kandidaten en tevens de kandidatenlijst vastgesteld.
Op zaterdag 11.06.2016, vrijdag 24.06. 2016 en dinsdag 28.06.2016 werden hiertoe respectievelijk de schriftelijke en mondelinge proeven georganiseerd.
Uit het verslag van de selectiecommissie van 24.06.2016 en 28.06.2016 blijkt dat volgende kandidaten geslaagd zijn in de selectieproeven (in volgorde volgens de behaalde resultaten) en dienen opgenomen de worden op de wervingsreserve.
- (geschrapt)
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen :
• het gemeentedecreet, inzonderheid art. 57 § 3,2°;
• de lokale Rechtspositieregeling voor het Gemeentepersoneel, inzonderheid Titel II de loopbaan, hoofdstuk II de aanwerving, hoofdstuk III de selectieprocedure, afdeling I algemene regels voor de selectie en afdeling II het verloop van de selectie en hoofdstuk XII de bevordering.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Neemt kennis van het verslag van de selectiecommissie van 24.06.2016 en 28.06.2016 2016 en stelt vast dat volgende kandidaten geslaagd zijn in de selectieproeven van administratief medewerker (C1-C3) : (in volgorde)
- (geschrapt) Artikel 2 :
Deze kandidaten worden opgenomen in de wervingsreserve voor de functie van administratief medewerker (E1-E3) ingaande op 28.06.2016 en geldig voor een termijn van 3 jaar. Uit deze werfreserve kan zowel geput worden voor benoeming op proef met het oog op een statutaire tewerkstelling, alsook voor een eventuele contractuele tewerkstelling.
39 Vaststellen wervingsreserve administratief medewerker (C1-C3).
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
In zitting van de gemeenteraad van 08.03.2010 en latere wijziging in de gemeenteraad van 14.09.2015 werd het besluit genomen met betrekking tot :
1. de vaststelling van het organogram, de samenstelling van het managementteam en de aanduiding ervan op het organogram, de vaststelling van de personeelsformatie en de vaststelling van de overgangsformatie;
2. de aanpassing en wijziging van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel;
In zitting van het college van burgemeester en schepenen van 09.02.2016 werd het besluit genomen met betrekking tot de selectieprocedure in het kader van het aanleggen van een wervingsreserve voor administratief medewerker (C1-C3), waarin alle geslaagde
kandidaten zullen worden opgenomen. Uit deze wervingsreserve kan zowel geput worden voor benoeming op proef met het oog op een statutaire tewerkstelling, alsook voor een eventuele contractuele tewerkstelling.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 24.05.2016 kennis genomen van de ingeschreven kandidaten en tevens de kandidatenlijst vastgesteld.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 05.07.2016 kennis genomen van de resultaten van de selectieprocedure van administratief medewerker (C1-C3).
Volgens het verslag van de selectiecommissie van 24.06.2016 en 28.06.2016 zijn volgende kandidaten geslaagd in de selectie en dienen opgenomen te worden op de wervingsreserve (in volgorde volgens de behaalde resultaten) :
(geschrapt)
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- Het gemeentedecreet, inzonderheid art. 57 §3, 2°;
- Rechtspositieregeling voor het Gemeentepersoneel, inzonderheid Bijlage II - Bijzondere benoemings- en bevorderingsvoorwaarden;
- Artikel 26, 27 en 118 van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel. Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT :
Artikel 1 :
Worden opgenomen in de wervingsreserve - voor zowel een contractuele als een statutaire aanstelling - voor de functie van administratief medewerker (C1-C3) ingaand op 28.06.2016 en geldig voor een termijn van 3 jaar : (in rangorde zoals aangegeven)
(geschrapt)
40 Toekenning rustpensioen aan een voormalig schepen van het stadsbestuur.
(geschrapt)
DEPARTEMENT COMMUNICATIE
Communicatie
41 Activiteitenkalender.
Het college,
Neemt kennis van de bijgevoegde activiteitenkalender voor de periode van 29 juni tot en met 28 juli 2016 en van de uitnodigingen gericht aan het college.
DEPARTEMENT VRIJE TIJD
Cultuur
42 Traject vrijetijdsloket. Keuze scenario.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Binnen het project om een klant- en toekomstgericht vrijetijdsloket te ontwikkelen werden volgende zaken vastgesteld met betrekking tot de huidige werking van het vrijetijdsloket in het stadhuis:
Sterktes:
‐ Het huidige vrijetijdloket heeft een erg grote bereikbaarheid voor de klant: op het stadhuis én op locatie met ruime openingsuren.
‐ Door het roulatiesysteem voor de bezetting van het loket leren de medewerkers elkaars werking en producten kennen.
‐ Met de webshop wordt er al ingezet op digitale dienstverlening.
‐ Verschillende diensten werken reeds met feedback van de burger om dienstverlening te optimaliseren
Aandachtpunten:
‐ Er is een beperkte kennis van de algemene visie m.b.t. dienstverleningsmodel stad Harelbeke.
‐ Er ontbreekt een gedeelde visie op vrijetijdsbeleid en integrale werking van de vrijetijdsdiensten.
‐ Aan het huidige vrijetijdsloket kan de klant geen detailinformatie krijgen, er is soms een beperkte informatiedoorstroming. Er heerst onduidelijkheid over de producten die in het VT loket afgehaald kunnen worden.
‐ Er is een beperkte promotie voor het huidige VT-loket.
‐ De openingsuren van het stadhuis ten opzichte van deze bij de vrijetijdsdiensten zijn beperkt, vooral met het oog op toeristen.
‐ Het huidige vrijetijdsloket vraagt een grote personeelsinzet: in het stadhuis én op locatie. Het roulatiesysteem voor de bezetting van het loket vraagt veel inzet van coördinatie en personeel. De return ervan, in de vorm van bezoekersaantallen, is heel laag.
Op basis van deze vaststelling, werd er nagedacht over de vorm van dienstverlening en kanaalstrategie (zie bijlage toegevoegd aan onderhavig dossier) waarbij het vrijetijdsloket als exponent van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid wordt gezien.
Dit mondde uit in 3 mogelijke scenario’s van het vrijetijdsloket:
Scenario 1: centraal vrijetijdspunt + buitendiensten
Op de site van cc Het Spoor komt een centraal vrijetijdspunt waarin het toerismepunt en het onthaal van het cultureel centrum wordt opgenomen. De bibliotheek behoudt zijn eigen werking en wordt hierin niet geïntegreerd. De openingsuren van de buitendiensten worden afgestemd op deze van het vrijetijdsloket zodat deze niet op hetzelfde moment open zijn. Voor de personeelsbezetting kan gezocht worden naar specifiek personeel dat zich concentreert op het vrijetijdsloket. De aangeboden producten van het vrijetijdspunt zijn de niet-complexe en veel gevraagde producten.
Voordelen van dit scenario:
‐ Klant kan op diverse locaties terecht.
‐ Nabijheid uitvoerende medewerkers en administratieve medewerkers op site (bvb. zaalwachters).
‐ De andere buitendiensten kunnen blijven informatie aanbieden van de overige VT- diensten.
Nadelen van dit scenario:
‐ De klant krijgt opnieuw kans om op locatie te gaan (zonder afspraak): wat weinig garantie op succes voor het vrijetijdspunt biedt. Mensen worden in dit scenario, afhankelijk van het tijdstip van de dag, doorgestuurd.
‐ Moeilijke communicatie naar klanten: verschillende openingsuren op verschillende punten.
‐ De medewerkers op de vrijetijdsdiensten krijgen weinig kans om ongestoord backoffice diensten te verrichten.
‐ Een geïntegreerde werking met andere VT diensten wordt moeilijker.
Voorwaarden voor realisatie:
‐ Realisatie VT-balie in cc Het Spoor, zoals voorzien in budget renovatiewerken.
‐ Productinventaris blijven actualiseren.
‐ Verdere uitbouw webshop: evenementenloket, speelbonnen, …
‐ Kennis van concept dienstverlening bij gebruikers en medewerkers. Een duidelijke communicatie is nodig.
‐ Aansturing door coördinator + vaste baliemedewerkers zijn nodig, aantal is afhankelijk van openingstijden.
Scenario 2: centraal vrijetijdspunt + buitendiensten enkel op afspraak
De frontoffice van alle vrijetijdsdiensten komt centraal in vrijetijdspunt. De backoffice blijft op locatie bij de buitendiensten (sport en jeugd). De bibliotheek behoudt zijn eigen werking en wordt hierin niet geïntegreerd. Het centraal vrijetijdspunt heeft ruime openingsuren, de buitendiensten hebben geen openingsuren meer. Daar wordt enkel op afspraak gewerkt voor meer complexe zaken die niet aan het vrijetijdspunt kunnen afgehandeld worden. Bezetting van het vrijetijdspunt: idem als bij scenario 1. De aangeboden producten zijn de niet complex en veel gevraagde zaken, de complexe producten worden afgehandeld in de backoffice op buitendiensten.
Voordelen:
‐ Alle niet-complexe producten op één punt.
‐ Uitbouw front- en backoffice mogelijk: medewerkers kunnen concentratietaken verrichten.
‐ Centrale telefonie kan bekeken worden.
‐ + voordelen scenario 1.
Nadelen:
‐ Doorverwijzing van klant naar een andere locatie (buitendiensten) voor complexe taken zal blijven.
‐ Specifieke aandacht voor communicatie en coördinatie tussen VT-diensten blijft.
‐ Moeilijke geïntegreerde werking met andere VT diensten.
Voorwaarden voor realisatie:
- Idem als bij scenario 1
- Software om op afspraak te werken.
Scenario 3: een centraal vrijetijdspunt met backoffice VT-diensten eveneens centraal Frontoffice en backoffice zitten beiden centraal in het vrijetijdspunt op een site van cc Het Spoor. Het centraal vrijetijdspunt heeft ruime openingsuren. De bibliotheek behoudt zijn eigen werking en wordt hierin niet geïntegreerd. Zaterdagopening kan overwogen worden met het oog op toeristen. Alle vrijetijdsproducten worden op 1 locatie aangeboden, niet meer op de buitendiensten (sport en jeugd). Telefonie kan centraal verlopen.
Voordelen:
‐ Meest klantgericht: alle VT-dienstverlening op één site.
‐ Er kan vanuit frontoffice makkelijk en snel beroep worden gedaan op backoffice.
‐ Nabijheid VT-diensten (informatie-uitwisseling).
‐ Meeste garantie op uitbouw van geïntegreerd VT-beleid.
Nadelen:
‐ Belangrijke veranderings- en coördinatiekost.
‐ Kost nieuwe locatie.
‐ Veel aandacht / communicatie nodig met medewerkers op locatie (vb. zaaltoezicht, techniek)
‐ Eventueel sportaccommodatie aanpassingen of bijkomende zaaltoezichters
‐ Minder directe voeling met de “klant” Voorwaarden voor realisatie:
‐ Idem als scenario 1
‐ Extra bureauruimte voor back-office vrijetijdsdiensten in cc het Spoor. Dit is niet voorzien in het huidige budget voor de renovatiewerken. Kan meegenomen worden in de plannen van het architectenbureau dat de plannen leidt.
Op verschillende overlegmomenten werd duidelijk dat de diverse vrijetijdsdiensten niet op dezelfde lijn zitten voor wat betreft de verschillende scenario’s, meer bepaald op volgende punten:
‐ Er is betere samenwerking en aftoetsing met andere diensten, beter gebruik van administratieve ondersteuning.
‐ Verhoging klantvriendelijkheid: duidelijkheid naar burger en verenigingen, beter afgestemd productaanbod, ruimere openingsuren en bereikbaarheid, meer ruimte bij moeilijkere dossiers (op afspraak)
‐ De sportdienst vreest voor een sterke vermindering van haar dienstverlening en vraagt om buiten het vrijetijdspunt te kunnen blijven.
Oog voor nadelen: communicatie moet duidelijk zijn, minder dicht bij eigen klanten,…
‐ Vooral de sportdienst vreest voor een sterke vermindering van de dienstverlening door haar klanten (zie toegevoegde nota bij onderhavig dossier).
‐ De bibliotheek heeft een andere visie buiten geïntegreerde werking van de vrijetijdsdiensten (zie toegevoegde nota bij onderhavig dossier).
Daarom wordt het college gevraagd om een keuze te maken uit één van deze drie scenario’s.
Op basis van deze keuze kan een projectgroep van start gaan die de realisatie uitwerkt. Ook het architectenbureau dat de plannen voor de renovatieweken in cc Het Spoor maakt kan dan hiermee aan de slag.
Verwijzend naar volgende eerdere beslissingen:
- Collegebeslissing van 7 juni 2016: traject VT-loket: standpunt college.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college neemt kennis van het dossier. Artikel 2:
Het college kiest er voor om te starten met scenario 2 en om te eindigen met scenario 3. De locatie in scenario 3 kan dan niet meer in cc Het SPOOR zijn.
DEPARTEMENT WERKEN, ONDERNEMEN EN LEREN
Werken en ondernemen
43 Organisatie workshops voor ondernemers en handelaren door SBM in samenwerking met het stadsbestuur.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Voortdurende vorming en opleiding is ook voor ondernemers en handelaren bijzonder belangrijk om met de snel veranderende economische realiteit te kunnen omgaan.
Vormingsinstellingen willen aan deze vraag tegemoetkomen maar stellen vast dat de toeleiding van kleine ondernemingen en zeker van handelaren niet evident is. Hun vormingsaanbod met lange opleidingen op verplaatsing is vaak niet geschikt hiervoor. De vraag is er vooral naar korte, concrete, praktische en dichtbije opleidingen.
Vanuit de groep Syntra West (SBM) wordt nu een concreet aanbod gedaan naar de gemeenten om hieraan mee te werken. Zij willen in samenwerking met de gemeentebesturen een pakket van drie te kiezen workshops aanbieden.
De gemeente levert hierbij de logistieke ondersteuning (zaal, drankje, uitnodiging,…) Syntra West komt hierbij tussen met 500 euro aan de gemeente voor de organisatie van de drie workshops. De deelnemers aan de workshops betalen 25 euro per workshop.
Mogelijke thema’s zijn: verkooptechnieken, klachtenbehandeling, goedkope vormen van promotie, klantgericht ondernemerschap, sociale media, e-commerce, laat je website renderen, facebook, onderhandelen met leveranciers, meepraten met de boekhouder en bankier, help, de inspectie op bezoek,…
Aan het college wordt voorgesteld om op dit aanbod in te gaan en de workshops te organiseren in het bedrijvencentrum in samenwerking met het handelscomité en de plaatselijke Unizo-afdeling. Het programma wordt met hen bepaald en hen zal gevraagd worden mee te werven voor de workshops.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
Het college stemt in met het aanbod van Syntra West (SBM) voor de organisatie van drie workshops in samenwerking met het stadsbestuur.
Het handelscomité en de plaatselijke Unizo-afdeling(en) worden betrokken in het initiatief. Het stadsbestuur krijgt een bedrag van 500 euro voor de logistieke organisatie (locatie, drankje, uitnodiging, promotie).
Het departement WOL werkt het initiatief verder uit.
44 Stedelijk basisonderwijs. Kennisname evaluatie leerkracht aan de stedelijke basisschool Centrum.
(geschrapt)
45 Stedelijk basisonderwijs. Vaste benoemingen.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Bij collegebeslissing van 8 maart 2016 werden volgende uren vacant verklaard in het stedelijk basisonderwijs:
Schoolbestuur Harelbeke
Centrumschool Harelbeke | onderwijzer kinderverzorgster ICT zorgcoördinator Rooms katholieke godsdienst Niet-confessionele zedenleer Islamitische godsdienst Protestantse godsdienst Orthodoxe godsdienst lichamelijke opvoeding kleuteronderwijzer administratie | 23,5/24 0/32 5/36 23/36 0/24 0/24 0/24 0/24 0/24 0/24 0/24 0/36 | - - - - - - - - - - |
Xxxxx | xxxxxxxxxxx | 0/00 | - |
Xxxxxxxxx | kinderverzorgster | 0/24 | - |
ICT | 5/36 | - | |
zorgcoördinator | 6/36 | - | |
Rooms katholieke godsdienst | 0/24 | - | |
Niet-confessionele zedenleer | 0/24 | - | |
Islamitische godsdienst | 4/24 | - | |
Protestantse godsdienst | 0/24 | - | |
Orthodoxe godsdienst | 2/24 | - | |
lichamelijke opvoeding | 0/24 | - | |
kleuteronderwijzer | 27/24 | ||
xxxxxxxxxxxxx | 0/00 | - |
Xxxx Xxxxxxxxx | onderwijzer kinderverzorgster ICT zorgcoördinator Rooms katholieke godsdienst | 0/24 0/32 5/36 4/36 0/24 | - - - - - |
Niet-confessionele zedenleer Islamitische godsdienst Protestantse godsdienst Orthodoxe godsdienst lichamelijke opvoeding kleuteronderwijzer administratie | 0/24 6/24 0/24 2/24 0/24 21/24 0/36 | - - - - - |
Bij brief werd aan de leerkrachten, kleuterleidsters, kinderverzorgsters, zorgcoördinators en administratieve medewerkers die de voorwaarden voor vaste benoemingen zouden vervullen, medegedeeld welke betrekkingen vacant zijn en hoe zij zich kandidaat dienen te stellen.
Enkel de personeelsleden die op 30 juni voorafgaand aan de vaste benoeming tijdelijk aangesteld zijn voor doorlopende duur TADD in het ambt waarvoor zij zich kandidaat stellen, kunnen in vast verband benoemd worden.
Kandidaten die reeds deeltijds vast benoemd zijn, komen eerst in aanmerking voor aanvulling vaste benoeming.
(geschrapt)
Alle kandidaten werden gunstig geëvalueerd.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-decreet dd. 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.
-besluit van de Vlaamse regering dd. 1 april 1993 betreffende de organisatie van het gewoon kleuter – en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket.
-besluit van de Vlaamse regering dd. 29 april 1992 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage.
-het KB ven 28 september 1984 houdende de uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
-het OB van 18 november 1992 betreffende de toepassing van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandeling of besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden.
-de nieuwe Gemeentewet. Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
(geschrapt) met ingang van 1 juli 2016 in vast verband te benoemen als kleuteronderwijzeres met een uitbreiding van haar opdracht van 15/24ste aan de stedelijke basisscholen.
Artikel 2:
(geschrapt) met ingang van 1 juli 2015 in vast verband te benoemen als onderwijzer met uitbreiding van zijn opdracht van 23/24ste aan de stedelijke basisscholen.
Artikel 3:
(geschrapt) met ingang van 1 juli 2016 in vast verband te benoemen als kleuteronderwijzeres met een lesopdracht van 24/24ste aan de stedelijke basisscholen.
Artikel 4:
(geschrapt) met ingang van 1 juli 2016 in vast verband te benoemen als kleuteronderwijzeres met een lesopdracht van 9/24ste aan de stedelijke basisscholen.
Artikel 5:
(geschrapt) met ingang van 1 juli 2016 in vast verband te benoemen als onderwijzeres met en lesopdracht van 0,5/24ste aan de stedelijke basisscholen.
Artikel 6:
Aan belanghebbenden wordt de wettelijke wedde toegekend. Artikel 7:
Dit besluit mede te delen aan het Departement Onderwijs. Artikel 8:
Een afschrift van dit besluit te laten toekomen aan betrokkenen.
46 Deeltijds kunstonderwijs. Vaste benoemingen aan de SAMWD.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
De vacant verklaarde uren werden goedgekeurd tijdens het paritair comité van 16 maart 2016 en door het college in zitting van 22 maart 2016.
Met ingang van 1 mei 2015 werd de procedure voor de vaste benoeming gewijzigd. Voor personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden kan de benoeming ingaan op 1 juli en 1 oktober.
Vacante uren: Richting Xxxxxx Xxxx van leraar : Accordeon 3 u.
AMV 4 u.
AMC 3 u.
AMT 1 u.
Gitaar (klassiek) 5 u. Klarinet 4 u.
Muziektheorie 1 u. Jazz Basgitaar 2 u. Jazz Xxxxxxxx 0 u. Jazz piano 3 u.
Elektrische gitaar 4 u. Jazz trompet 2 u.
Piano 2 u.
Samenzang 1,5 u.
Zang 1 u.
Ambt van begeleider 2 u.
Richting Woord :
Ambt van leraar :
AVV 4 u.
Drama 3 u.
Literaire creatie 4 u. Verbale Vorming MG 1 u. Voordracht MG 17 u.
Voordracht HG 2 u. Welsprekendheid MG 1 u. Welsprekendheid HG 1 u.
Richting Dans :
Ambt van leraar :
Artistieke bewegingsleer 7 u. Artistieke training 9 u.
Artistieke training HG 1 u. Dansinitiatie 1 u.
Hedendaagse dans MG 2 u. Hedendaagse dans HG 1 u. Klassieke dans MG 2 u.
Klassieke dans HG 1u.
ICT – coördinatie 3u.
Pedagogische coördinatie 1u. (1/muziek AMC)
(geschrapt) hebben op de vereiste wijze hun kandidatuur ingediend en zijn tijdelijk aangesteld voor doorlopende duur TADD in het ambt waarvoor zij zich kandidaat stellen. (geschrapt) heeft op de vereiste wijze haar kandidatuur ingediend en is tijdelijk aangesteld voor doorlopende duur.
Voornoemde kandidaten werden gunstig geëvalueerd. De directeur van SAMWD stelt voor om:
- 1u samenzang lagere graad en 4u AMV lagere graad toe te kennen aan (geschrapt).
- 3u drama middelbare graad, 1u verbale vorming middelbare graad en 8u voordracht middelbare graad toe te kennen aan (geschrapt).
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.
-het gemeentedecreet dd. 15 juli 2005
-besluit van de Vlaamse regering dd. 25 januari 1995 betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het departement onderwijs zoals laatst gewijzigd op 19 april 2006.
-de nieuwe gemeentewet art.117
-omzendbrief 13CC/VB/ML van 29 november 1999 zoals laatst gewijzigd op 5 januari 2016.
Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
(geschrapt) met ingang van 1 juli 2016 in vast verband te benoemen als leraar lagere graad met een opdracht van 1u /week samenzang en 4/week AMC aan de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans.
Artikel 2:
(geschrapt) met ingang van 1 juli 2016 in vast verband te benoemen als leraar middelbare graad met een opdracht van 3/week Drama, 1u/week verbale vorming en 8u/week voordracht aan de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans.
Artikel 3:
Een afschrift van de beslissing wordt bezorgd aan de betrokken leerkrachten. Artikel 4:
Dit besluit mede te delen aan het Departement Onderwijs. Artikel 5:
Aan belanghebbenden wordt de wettelijke wedde toegekend. SAMW
47 Ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking (TBS/OB) gesubsidieerde personeelsleden.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Bij de aanwending van het lestijdenpakket voor het schooljaar 2016-2017 en in functie van de prognoses zijn er voor volgende cursussen onvoldoende leerlingen t.o.v. het aantal vast benoemde uren: muziekgeschiedenis, viool, slagwerk, instrumentaal ensemble en samenspel.
Dit betekent dat de leerkrachten met de minste anciënniteit in deze vakken voor een aantal uren ter beschikking zullen worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
De leerkrachten worden hiervan op de hoogte gebracht zodat zij tijdig de nodige maatregelen kunnen treffen.
De definitieve bekrachtiging van de TBS/OB door het college kan pas na goedkeuring van het lestijdenpakket door het ABOC.
De personeelsleden zijn : (geschrapt)
(*) Deze personeelsleden worden volledig of gedeeltelijk gereaffecteerd in de eigen academie via niet-vacante uren die vrijkomen door verlofstelsel opgenomen door collega’s.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-Het decreet, dd. 27.03.1991, betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde Psycho - Medisch Sociale Centra;
-Het Besluit van de Vlaams Executieve, dd. 29.04.1992, betreffende de ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of weddetoelage;
-Artikel 117 van de nieuwe Gemeentewet;
-Het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, titel V, hoofdstuk IV betreffende de organisatie van het deeltijds kunstonderwijs;
-Het Besluit van de Vlaamse Executieve, dd. 31 juli 1990 houdende de organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting muziek en woord;
-Het K.B. van 28 september 1984 houdende uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de Overheid en de vakbonden van haar personeel;
-De omzendbrief van 18.11.1992 betreffende toepassing van de wet van 29.07.1991 betreffende uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen of besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden;
De reglementering inzake loopbaanonderbreking van toepassing in het Deeltijds Kunstonderwijs;
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
(geschrapt) zal ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking voor een volume van 4/20 muziekgeschiedenis in het ambt van leerkracht. Dit is een bestendiging van de toestand van vorig schooljaar.
Artikel 2:
(geschrapt) zal ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking voor een volume van 3u. leerkracht viool.
Artikel 3:
(geschrapt) zal ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking voor een volume van 4u. leerkracht slagwerk.
Artikel 4:
(geschrapt) zal ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking voor een volume van 1u. instrumentaal ensemble.
Artikel 5:
(geschrapt) zal ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking voor een volume van 1/38 in het ambt van opsteller.
Artikel 6:
(geschrapt) zal ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking voor een volume van 5u. leerkracht samenspel.
Artikel 7:
De TBS/OB’s gaan in vanaf 1 september 2016 en betekent voor alle betrokkenen een verlenging van een bestaande toestand.
Artikel 8:
De leerkrachten worden per aangetekend schrijven en per email over hun TBS/OB op de hoogte gesteld.
DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN
Stedenbouw
48 'Doe het nu duurzaam!'-premie. Aanvraag tot uitbetaling. (geschrapt)
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
(geschrapt) diende een aanvraag in tot het bekomen van de ‘Doe het nu duurzaam!’- premie voor eigenaars-bewoners voor de woning, gelegen in de (geschrapt) te Harelbeke.
Na een vooronderzoek en opmaak van het bindend advies, werden de nodige offertes binnengebracht, waarmee het college principieel akkoord in zitting van 22 december 2015.
Ondertussen werden de werken uitgevoerd en werd de ‘aanvraag tot uitbetaling’ ingediend. De technisch adviseur voerde een controlebezoek uit, waaruit blijkt dat de werken conform het bindend advies werden uitgevoerd. De ‘aanvraag tot uitbetaling’ is in overeenstemming met het premiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20.01.2013, en voldoet aan alle gestelde voorwaarden.
Na controle van de ingediende facturen, kunnen volgende werken in aanmerking genomen worden voor de ‘Doe het nu duurzaam!’-premie:
- In de categorie ‘dakwerkzaamheden’;
➢ Renoveren van de dakstructuur.
➢ Isoleren van het dak.
➢ Plaatsen van waterdichte dakbedekking.
➢ Renoveren van de regenwaterafvoer.
Deze werken kosten 16.451 euro exclusief btw. Bijgevolg kan een premie worden toegekend van 4.000 euro.
De uitgave van deze premie is voorzien onder volgende budgetsleutel: 649100/062900/0.0.0.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- Het gemeentedecreet artikel 57 §1 Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
De ‘aanvraag tot uitbetaling’ van (geschrapt) uit de (geschrapt), voor de woning gelegen op hetzelfde adres, wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
Er wordt een premiebedrag van 4.000 euro toegekend.
49 Gevelrenovatiepremie. Aanvraag tot principiële goedkeuring. (geschrapt).
Het college,
De heer (geschrapt) dienden een aanvraag in tot het bekomen van een gevelrenovatiepremie voor het renoveren van de gevel van hun woning.
De aanvraag is in overeenstemming met het gevelrenovatiepremiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20.01.2014, en gewijzigd door de gemeenteraad in zitting van 21.12.2015, en voldoet aan alle gestelde voorwaarden.
Deze premie is voorzien onder volgende budgetsleutel: 649100/035000/0.0.0. De aanvrager kan de maximum premie van 1.000 euro bekomen.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- Het gemeentedecreet art. 57 § 1; Om deze redenen;
Na beraadslaging; Met unanimiteit;
BESLUIT :
Enig artikel :
De gevelrenovatiepremieaanvraag van (geschrapt) voor de woning in de (geschrapt) wordt principieel goedgekeurd.
Milieu
50 Adviesverlening van het College van Burgemeester en Schepenen, betreffende de milieuvergunningsaanvraag van N.V. MASUREEL INTERNATIONAL, Xxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx, voor het verder exploiteren van textielveredelingsbedrijf (grondwaterwinning) gelegen Xxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
N.V. MASUREEL INTERNATIONAL, Xxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx , diende d.d. 20.03.2015 een milieuvergunningsaanvraag in bij de Deputatie voor het verder exploiteren van textielveredelingsbedrijf (grondwaterwinning), gelegen Xxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx, kadastraal bekend: HARELBEKE 5 AFD/HULSTE/, sectie C, nr(s) 0263F, 0265R 2, een inrichting met volgende rubriek:
Rubriek | Omschrijving | Kl. |
53.8.2 | Andere grondwaterwinningsputten waarvan totaal debiet > 5000 m³/jaar en < 30.000 m³/jaar of min. één put diepte heeft > locatie specifieke dieptecriterium zoals kaart in bijlage 2ter van dit besluit waarbij totaal opgepompte debiet < of = 30.000 m³/jaar (Totale eenheden: 5000 m³ per jaar) | 2 |
Vergunningstoestand:
• Besluit van de Deputatie d.d. 30.09.2010 houdende gedeeltelijke vergunning aan
N.V. Masureel International voor het verder exploiteren en veranderen van een inrichting gelegen Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx (Hulste), afdeling 5, sectie C, perceelnrs. 263F en 265R2, voor een termijn verstrijkend op 30.09.2030, uitgezonderd de diepe winning (30.09.2015); de bijzondere lozingsnormen (30.09.2013) en de verfkeukens (30.09.2012)
• Besluit van de Minister d.d. 31.03.2011 houdende afwijking van artikel 5.4.1.2.§2. van titel II van het Vlarem
• Besluit van de Minister d.d. 01.04.2011 houdende uitspraak over het beroep aangetekend door de exploitant tegen de beslissing van de Deputatie d.d. 30.09.2010, waarbij het beroep ongegrond wordt verklaard
• Besluit van de Deputatie d.d. 11.08.2011 houdende definitieve beslissing over de milieuvergunningsaanvraag van N.V. Masureel International, waarbij vergunning wordt verleend voor de verfkeukens, voor een termijn verstrijkend op 30.09.2030
• Besluit van de Deputatie d.d. 13.12.2012 houdende aanvulling van de bijzondere milieuvergunningsvoorwaarden, voor een termijn verstrijkend op 30.09.2030
• Besluit van de Deputatie d.d. 26.09.2013 houdende gedeeltelijk inwilliging van de vraag tot aanvullen van de lozingsvoorwaarden, voor een termijn van 8 maanden op proef, verstrijkend op 26.05.2014
• Besluit van de Deputatie d.d. 08.05.2014 houdende definitieve bijstelling van de lozingsvoorwaarden, voor een termijn verstrijkend op 30.09.2030 (behalve voor
wat betreft de normen voor de detergenten waarvoor een einddatum tot 08.05.2019 werd ingeschreven).
• Besluit van de Deputatie d.d. 08.10.2015 waarbij voor de diepe grondwaterwinning een vergunning op proef werd verleend, voor een termijn verlopend op 08.10.2016
De dienst stedenbouw adviseert de aanvraag gunstig.
Zonering volgens Gewestplan/BPA/VK :
Gewestplan : Milieubelastende industrie - woongebied BPA nr. 38 “Dorpskom HULSTE” - MB. 15.04.1987
Geen VK
Volgens het Gewestplan is een gedeelte van het bedrijf gelegen in milieubelastende industrie en een gedeelte in woongebied.
Een deel van het bedrijf en de woning is gelegen in een BPA met als zonering nijverheid voor het bedrijf en een zonering wonen voor de woning.
Het bedrijf is gelegen in de geëigende zones, zowel wat het gewestplan als wat het BPA betreft.
Bouwdossier : De activiteiten gebeuren in bestaande, vergunde, gebouwen. Er is geen nieuwe stedenbouwkundige aanvraag bekend.
Advies : De aanvraag wordt, vanuit stedenbouwkundig oogpunt, GUNSTIG geadviseerd. De milieudienst adviseert de aanvraag gunstig voor een termijn van 2 jaar
De milieuvergunning voor de diepe grondwaterwinning vervalt op 30.09.2015. Daarom diende een hernieuwingsaanvraag ingediend te worden. Concreet werd de hernieuwing van het totaal op heden vergunde debiet aangevraagd, zijnde max. 60 m³/dag en max.
5.000 m³/jaar. Tevens werd gevraagd om de einddatum van de diepe grondwaterwinning gelijk te stellen met de einddatum van de basisvergunning, 30.09.2030.
Het betreft een boorput met een diepte van 250 meter, gesitueerd in de watervoerende lagen van het Krijt en de Sokkel. De installatie is uitgerust met een continu peilmeting en een debietslogger.
Het gebruik van diep grondwater is beperkt tot hoogwaardige toepassingen waar een excellente kwaliteit nodig is voor de productgarantie.
De exploitant vroeg in eerste instantie de bestendiging van het vergunde volume van
5.000 m³, en dit tot 30.09.2030.
Door het College van Burgemeester en Schepenen werd op 16.01.2015 volgend advies uitgebracht:
• gunstig voor een termijn van 5 jaar mits het opleggen van de nodige algemene en sectorale milieuvoorwaarden door de Deputatie.
Door de Deputatie werd op 08.10.2015 een vergunning op proef afgeleverd voor een termijn verlopend op 08.10.2016, voor een debiet van max. 20 m³/dag en 3800 m³/jaar en mits uitvoering van volgende bijzondere voorwaarden:
1. De boorput moet voorzien zijn van een afzonderlijke rechte onvervormbare PVC- peilbuis die toelaat steeds peilmetingen uit te voeren. De binnendiameter van deze peilbuis dient minimaal 32 mm te bedragen; ze moet met een dopje worden afgesloten om verontreiniging te vermijden.
2. Het grondwaterpeil in werking mag niet dalen tot meer dan 146,5 m-mv diepte. De nodige technische maatregelen moeten genomen worden om dit te garanderen (pomphoogte aanpassen, afslagmechanisme plaatsen, bepalen van de putcapaciteit, pompregime aanpassen, werken met buffervolumes…). De maatregel moet uitgevoerd worden binnen 3 maanden na het verlenen van de vergunning. Binnen de drie maanden na het verlenen van de vergunning moet een omschrijving van de genomen maatregel met stavende stukken overgemaakt worden aan de VMM-afdeling Operationeel Waterbeheer (Xxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxx), AMI en de vergunning verlenende overheid. In de daaropvolgende periode moeten minimum de maandelijkse peilmetingen in rust en in werking (incl. het actuele pompdebiet, pompduur, etc) uitgevoerd worden zodat kan aangetoond worden dat de genomen maatregelen ten allen tijde verzekeren dat het peil niet zakt onder het opgelegde maximale afpompingspeil. Bij een eventuele hernieuwing moet nagegaan worden welk debiet nog kan worden opgepompt rekening houdend met het nieuwe pompregime.
3. Maandelijks moet de meterstand van de teller van de boorput worden genoteerd in een register.
4. Maandelijks moet het opgepompte debiet in m³ per uur, die de werkelijk opgepompte capaciteit weergeeft worden genoteerd in een register. Dit gebeurt bij werking van de pomp.
5. Peil- en debietmetingen: Continue metingen van het peil en het debiet met een intervaltijd van één uur in de boorput zijn verplichtend. De instelling van de intervaltijd kan op verzoek van de VMM - AOW aangepast worden indien dit noodzakelijk blijkt.
6. Grondwateranalyses :
Tweemaal per jaar (maart en september) moet het grondwater van beide sokkelputten op kosten van de vergunninghouder worden geanalyseerd in een laboratorium erkend door de Vlaamse Overheid. De stalen grondwater moeten door het laboratorium zelf worden genomen. Op het analyseformulier moet eveneens worden vermeld uit welke boorput het staal afkomstig is. Een dubbel van het ontlede staal moet gedurende 4 weken bewaard worden in het laboratorium.
7. De resultaten van de grondwateranalyse moeten binnen de 14 dagen na staalname door het laboratorium overgemaakt worden aan de aanvrager en aan de VMM – Dienst Grondwaterbeheer. Het staal boorputwater moet rechtstreeks uit de boorput worden genomen. Gemengde stalen zijn niet toegelaten.
Volgende parameters dienen daarbij bepaald te worden:
- pH
- elektrische geleidbaarheid ( in µS/cm bij 20°C)
- totale hardheid ( in °F)
- tijdelijke hardheid ( in °F)
- alkaliteit t.o.v methyloranje ( in °F)
- alkaliteit t.o.v fenolftaleïne ( in °F)
- temperatuur van het grondwater
- Minstens de volgende ionenconcentraties ( in mg/l). De ionenbalans moet hierbij in evenwicht zijn:
Anionen : XX00-XX0- XX00- OH- F- NO3- Cl- CO32- HCO3-
Kationen: Ca2+ Na+ NH4+ Fe2+ K+ Mg2+ Mn2+ Fe3+
8. De resultaten van de hogervermelde metingen en analyses moeten 3 maanden voor het vervallen van de proefvergunning aan VMM en aan de vergunning verlenende overheid gerapporteerd worden.
9. De resultaten van de hogervermelde metingen en analyses moeten, ten laatste op 15 maart via het IMJV worden overgemaakt aan de VMM – Afdeling Operationeel Waterbeheer West-Vlaanderen.
10.Ten laatste over zes maanden moet het bedrijf met VMM een overleg vastleggen waarin de voortgang van de onderzoeken naar de noodzakelijke behandeling en de implementatie van een alternatieve waterbron toegelicht worden.
In het kader van het al dan niet definitief verlenen van de vergunning dient er terug advies gegeven te worden door de verschillende adviesverlenende instanties, waaronder het College van Burgemeester en Schepenen.
In de bijzondere voorwaarden van de proefvergunning stond echter niet opgenomen dat ook Stad Harelbeke diende betrokken te worden bij of op de hoogte gebracht te worden van het overleg over het onderzoek naar alternatieven voor het gebruik van diep grondwater. De nodige documenten om toch een advies te kunnen formuleren werden daarom rechtstreeks bij het bedrijf opgevraagd. Deze werden bezorgd op 17.06.2016.
In een nota d.d. 23.03.2016 naar aanleiding van een bespreking met de Vlaamse Milieumaatschappij, Afdeling Operationeel Waterbeheer werd door het bedrijf volgende vooropgesteld:
“Het overleg zoals opgenomen in punt 9 van de bijzondere voorwaarden was aanvullend tevens bedoeld om na te gaan of de positieve evolutie van het diepe grondwaterpeil die zich aan het doorzetten was bij het verlenen van de milieuvergunning op proef zich verder (versneld) doorzet. waarbij hopelijk uiteindelijk de milieukwaliteitsnorm (niet lager pompen dan 126 m-mv = top van de watervoerende laag) wordt nu al gehaald, wat een bevestiging vormt van de positieve evolutie die voorafgaand aan de vergunning op proef werd toegelicht bij de VMM en andere bevoegde instanties.
Uit de gegevens zoals opgenomen in hoofdstuk 3 en door het doorvoeren van de aanvullende maatregel waarbij het opgepompte debiet beperkt wordt tot maximaal 12 m²/u blijkt dit een haalbaar gegeven te zijn sinds het toekennen van de milieuvergunning op proef voor de diepe grondwaterwinning.
Intussen werd aanvullend een actualisatie doorgevoerd van de grondwaterstudie die toegevoegd werd bij de aanvraag tot hernieuwing van de milieuvergunning. Deze is in bijlage toegevoegd en omvat tevens de verschillende maatregelen die geïmplementeerd zijn om het waterverbruik tot een minimum te beperken alsook de noodzaak tot het inzetten van diep grondwater te beperken. Zoals aangegeven in de studie is jaarverbruik van diep grondwater op termijn noodzakelijk van maximaal 4.000 m³ per jaar.
Deze toename van het verbruik is toe te schrijven aan de vrijwaring van de kwaliteit van de geproduceerde producten (laatste spoeling), de verdere uitbreidingen van het machinepark en een toename van de productie mogelijk te houden. Ter staving werd op basis van het huidige machinepark de nodige hoeveelheid diep grondwater berekend. Bij een volcontinue productie (7 dagen op 7, 24 uur op 24) is er een jaarlijkse hoeveelheid aan diep grondwater noodzakelijk van 4.262 m³. Dit is de vereiste hoeveelheid diep grondwater indien alle huidige machines en productielijnen optimaal worden geëxploiteerd. Bij een productie van 5 dagen op 7 in 3 ploegen is een hoeveelheid diep grondwater noodzakelijk van
3.042 m³. Deze cijfers houden enkel rekening met de huidige aanwezige machines. Om het bedrijf in te toekomst toe te laten om nog verder te groeien met nog verdere uitbreidingen van het machinepark is er volgens realistische inschattingen een jaarlijkse hoeveelheid van 4.000 m³ diep grondwater noodzakelijk op jaarbasis. Idealiter zou zelfs een debiet van 4.262 m³ vergund moeten kunnen worden.
Gezien de omschrijving van de opgelegde bijzondere voorwaarde werd aan Pantarein de opdracht gegeven om na te gaan welk de eventueel noodzakelijke behandeling zou zijn van het ondiep grondwater om in te kunnen zetten voor de hoogwaardige toepassingen. Naar aanleiding van het onderzoek wordt in eerste instantie een voorbehandeling voorgesteld met ontijzering en ontharding. Het managementrapport dat naar aanleiding van het onderzoek werd opgesteld is opgenomen in bijlage. Dit zou echter – naast de grote investeringen die het bedrijf reeds uitvoerde ter optimalisatie van het water(her)verbruik (o.a. ingebruikname van nieuwe en meer efficiënte productielijn die minder grondwater vereist; minder belasting van ‘oude’ productielijn die meer diep grondwater vereist indien nieuwe lijn volledig wordt ingezet; en het beperken van diep
grondwaterverbruik bij de laatste spoeling), en de reeds operationele kost die dit met zich meebrengt – een bijkomende belasting en extra kost van 75.000 EUR betekenen. Dit is exclusief de installatiekost en jaarlijkse werkingskosten. Hoewel deze kosten strikt genomen de leefbaarheid van het bedrijf niet in het gedrang zouden brengen, blijft het wel een kost die niet overbodig is. Daartegenover staat immers dat de milieukwaliteitsnorm nu reeds gehaald wordt, het bedrijf al tal van (financiële) inspanningen heeft geleverd om het gebruik van diep grondwater te reduceren, en het waterpeil zelfs tijdens het oppompen van diep grondwater onder de top van de watervoerende laag blijft. Verder bestaat nog steeds de reële vrees dat er na een aantal jaar kwaliteitsproblemen zouden optreden (vb. kleurverschillen) waardoor de goede reputatie van het bedrijf als producent van producten met hoogwaardige kwaliteit teniet zou gedaan worden met alle gevolgen van dien.
Gezien de gunstige evolutie van het grondwaterpeil waaruit blijkt dat reeds op korte termijn gebleken is dat intussen de milieukwaliteitsnorm kan gehaald worden, wordt gevraagd om bij het omzetten van de vergunning op proef naar een definitieve vergunning een positief advies te kunnen bekomen van VMM-AOW voor een maximaal jaardebiet van 4.000 m³/jaar, en idealiter 4.262 m3. Dit is eveneens vereist om ook de toekomstperspectieven en een verdere groei van het bedrijf te kunnen vrijwaren, met name bij optimale exploitatie van het huidige machinepark en productielijnen.”
In een navolgende mail d.d. 17.06.2006 meldt het adviesbureau volgende:
“Op 23 maart 2016 vond een overleg plaats met mevr. Cloet bij de VMM AOW in Oostende. In attachment kan u de nota met bijlagen terugvinden die tijdens dit overleg besproken werd.
Gezien de positieve evolutie die waargenomen werd van de grondwaterstand door middel van de continue logger (waterstand diepe winning niet langer onder het dak van de sokkel) was de mogelijkheid terug open tot het kunnen bekomen van een milieuvergunning voor een langere periode.
Zoals besproken met mevr. Cloet van de VMM AOW vond aanvullend een bezoek plaats bij Masureel d.d. 18/4/2016 waarbij op basis van een manuele opmeting van de waterstand een diepte werd vastgesteld van meer dan 135 meter onder het maaiveld. Uiteindelijk komt het erop neer dat de automatische logger vermoedelijk niet meer correct werkt. Naar aanleiding hiervan kwam d.d. 21/4/2016 een technieker ter plaatse van BPI (installateur van de automatische logger) om het toestel na te zien.
Intussen werd een peillint met voldoende lengte besteld om naast de automatische logging ook periodiek het peil manueel vast te stellen.
Gezien de minder gunstige situatie ivm de grondwaterstand wordt door Masureel International de piste en mogelijkheden voor de voorbehandeling van ondiep water / hemelwater / leidingwater verder onderzocht. Het desbetreffende water zal bij wijze van test extern voorbehandeld worden waarbij vervolgens stalen zullen gemaakt worden met dit water. Hierop zullen dan testen uitgevoerd worden ivm lichtechtheden met versnelde veroudering.
Het spreekt voor zich dat deze fase reeds enige tijd vergt. Mochten de resultaten positief zijn, is de volgende stap om over te gaan tot de aankoop van dergelijke installatie, wat uiteindelijk ook een zekere leveringstermijn heeft. Als laatste dienen vervolgens de nodige voorzieningen getroffen te worden om deze installatie met aflevering van behandeld water te integreren in de reeds bestaande processen.
Om Masureel toe te laten om dit op een juiste manier door te voeren in het bedrijf, waarbij er geen kwaliteitsverlies optreedt en er voldoende garanties zullen kunnen geboden worden dat er op termijn ook geen kwaliteitsproblemen optreden dient gerekend te worden op een termijn van 24 maand. Daarom wordt gevraagd om nog een termijn van 2 jaar te kunnen bekomen voor de diepe grondwaterwinning. “
Concreet vraagt het bedrijf op basis van de uitgevoerde studies en het overleg met de VMM een debiet diep grondwater aan van 4.262 m³/jaar, en dit voor een termijn van 2
jaar. Dit kan gezien de reeds gerealiseerde besparing in de debieten en de korte vergunningstermijn gunstig geadviseerd worden.
De voorliggende milieuvergunningsaanvraag lag ter inzage bij de stedelijke milieudienst van 22 april tot 22 mei 2015.
Tijdens het openbaar onderzoek werd 1 opmerking (via mail) mbt chemische geur en zwaar transport ingediend, er werd ook een mondelinge opmerking gegeven rond geurhinder en fundamentele bedenkingen bij de inplanting van het bedrijf in een woonkern.
De risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, moeten tot een aanvaardbaar niveau beperkt kunnen worden.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
Het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij de decreten van het Vlaams Parlement.
Het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering.
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid op artikel 8, en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inz. art.11.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
De voorliggende aanvraag van N.V. MASUREEL INTERNATIONAL, Xxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx, voor het verder exploiteren van het textielveredelingsbedrijf (grondwaterwinning), gelegen Xxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx, kadastraal bekend: HARELBEKE 5 AFD/HULSTE/, sectie C, nr(s) 0263F, 0265R 2, wordt gunstig geadviseerd voor het hernieuwen van de grondwaterwinning voor een debiet van 4.262 m³/jaar en voor een termijn van 2 jaar.
51 Aktename van een meldingsplichtige inrichting klasse 3 xxx XXXXXXXX Xxx, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx voor opslag propaangas, gelegen Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
XXXXXXXX Xxx, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx diende d.d. 1/06/2016 de melding in, met als onderwerp de opslag van propaangas gelegen Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx-Xxxxxx, kadastraal bekend, HARELBEKE 5 AFD/HULSTE/, sectie B, nr(s) 0661K, zijnde de volgende rubriek van Vlarem:
Rubriek | Omschrijving | Kl. |
17.1.2.2.1 | Gevaarlijke producten: Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, m.u.v. deze van drukvaten deel uitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter (Totale eenheden: 1600 liter) | 3 |
Het betreft een nieuwe inrichting.
Volgens de huidige indelingslijst van het VLAREM, is rubriek 17.1.2.2.1 van Xxxxxx niet vergunningsplichtig, maar er dient toch akte van genomen te worden.
Met het oog op het voorkomen van hinder, dienen de nodige exploitatievoorwaarden uit Vlarem worden opgelegd.
De risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, moeten tot een aanvaardbaar niveau beperkt kunnen worden.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-Het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, herhaaldelijk gewijzigd bij de decreten van het Vlaams Parlement.
-Het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999.
-Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering.
-Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid op artikel 8, en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets.
-Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inz. art.11.
Om deze redenen; Na beraadslaging;
Met unanimiteit;
BESLUIT:
Artikel 1:
Neemt akte van huidige melding met betrekking tot volgende rubrieken van de indelingslijst van Xxxxxx:
Rubriek | Omschrijving | Kl. |
17.1.2.2.1 | Gevaarlijke producten: Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, m.u.v. deze van drukvaten deel uitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter (Totale eenheden: 1600 liter) | 3 |
Deze aktename wordt verleend aan XXXXXXXX Xxx, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx- Hulste, met als voorwerp opslag propaangas gelegen Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000
Xxxxxxxxx-Xxxxxx. Artikel 2:
Voor de exploitatie van de inrichting waarop huidige melding betrekking heeft, gelden de algemene en sectorale voorwaarden uit Vlarem II. betreffende:
- Algemene milieuvoorwaarden
- Sectorale milieuvoorwaarden:
• 5.17 : Opslag van gevaarlijke producten.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden kan u raadplegen op xxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx (titel II van het Vlarem).
Artikel 3:
Afschrift van onderhavige aktename zal aan de exploitant worden toegestuurd.
52 Verslag Raad van Bestuur van Imog van 17.05.2016.
Het college,
Neemt kennis van het verslag (530/16) van de vergadering van de Raad van Bestuur van Imog van 17 mei 2016.
Volgende punten werden geagendeerd op de vergadering:
1. Verslag vorige vergadering
2. Vuilverbranding
3. Warmterecuperatie met elektriciteitsproductie
4. Rookgasreiniging
5. Algemeen bestuur en overleg met gemeenten-vennoten
6. Personeel
7. Recyclageparken, werking, exploitatie en beleid
8. Geïntegreerde afvalverwerking te Moen
9. Groenafvalverwerking en thuiscompostering
10. Selectief inzamelen van droge afvalfracties
11. Communicatie en diversen.
Patrimonium
53 Privatieve innames openbaar domein en/of openbare weg ter gelegenheid van werken. Machtiging.
(geschrapt)
Grondgebiedszaken - Overheidsopdrachten
54 Voegvullingen betonplaten GD 2016. Goedkeuring starten procedure en lijst uit te nodigen firma's.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
In het kader van de opdracht “Voegvullingen betonplaten GD 2016” werd een bestek met nr. 16_27 opgesteld door het Departement Facility.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 11.750,00 excl. btw of € 14.217,50 incl. 21% btw.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 5 juli 2016 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Er wordt voorgesteld om de gunningsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte te verzenden.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget 2016 (610310 / 020000)
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden).
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 105.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaalden zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 3.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor de opdracht “Voegvullingen betonplaten GD 2016” wordt opgestart.
Artikel 2:
Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
- Trafiroad, Xxxxxxxxxxxxx 0x xx 0000 Xxxxxxxx;
- NV Van Huele Gebrs., Xxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxx;
- NV Mobilmat, Xxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxx;
- NV Alg. Ond. Tibergyn, Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx. Artikel 3:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget 2016 (610310 / 020000).
55 Renovatie dolomietpaden en aanleggen grindgazonpaden Bavikhove. Goedkeuring definitieve oplevering.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 11 maart 2014 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Renovatie dolomietpaden en aanleggen grindgazonpaden Bavikhove” aan NV Tuinen Desauw, Xxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxx-Xxxx tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 10.138,90 excl. btw of
€ 12.268,07 incl. 21% btw.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 14_2.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 1 juli 2014 goedkeuring aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 16 juni 2014, opgesteld door het Departement Facility.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 12 augustus 2014 goedkeuring aan de eindafrekening, opgesteld door het Departement Grondgebiedszaken.
De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 24 maanden.
De aannemer NV Tuinen Desauw, Xxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxx-Xxxx heeft aan zijn verplichtingen voldaan.
Het Departement Facility stelde een proces-verbaal op van definitieve oplevering, die plaatsvond op 29 juni 2016.
Uit het bijgevoegde proces-verbaal van definitieve oplevering blijkt dat er geen opmerkingen zijn.
De tweede helft van borgtocht nr. 000-0000000-00 (Borgstellingskas: KBC Bank NV - KCG) van € 510,00 mag worden vrijgegeven.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden).
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 105.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 3.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
De opdracht “Renovatie dolomietpaden en aanleggen grindgazonpaden Bavikhove” wordt definitief opgeleverd.
Artikel 2:
De tweede helft van borgtocht nr. 000-0000000-00 (Borgstellingskas: KBC Bank NV - KCG) van € 510,00 mag worden vrijgegeven.
DEPARTEMENT FACILITY
Grondgebiedszaken - Overheidsopdrachten
56 Dakrenovatie burelen jeugddienst en jeugdcentrum TSAS. Goedkeuring eindafrekening.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
De gemeenteraad verleende in zitting van 16 november 2015 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van de opdracht “Dakrenovatie burelen jeugddienst en jeugdcentrum 't Sas”, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 5 januari 2016 goedkeuring aan de gunning van deze opdracht aan Xxxxxxxxx Xxxx BVBA, KBO nr. BE 0818.450.366, Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 15.282,36 excl. btw of € 18.491,66 incl. 21% btw.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 861.73-A15/30.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 17 mei 2016 goedkeuring aan de aanvangsdatum van deze opdracht, zijnde 19 mei 2016.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 28 juni 2016 goedkeuring aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 15 juni 2016, opgesteld door het departement facility.
Het departement grondgebiedszaken stelde de eindafrekening op, waaruit blijkt dat het eindbedrag van de werken € 18.491,66 incl. btw bedraagt, als volgt gedetailleerd:
Raming | € 18.127,50 | |
Bestelbedrag | € 15.282,36 | |
Totaal uitgevoerd | € 15.282,36 | |
Totaal excl. btw | = | € 15.282,36 |
Btw | + | € 3.209,30 |
TOTAAL | = | € 18.491,66 |
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016 op budgetcode 221000/075010-VT-VT 70.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
-De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
-Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
-Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
-De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden).
-De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
-Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105.
-Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 3.
-Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Om deze redenen; Na beraadslaging;
Met unanimiteit;
BESLUIT:
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan de eindafrekening voor de opdracht “Dakrenovatie burelen jeugddienst en jeugdcentrum 't Sas”, opgesteld door het departement grondgebiedszaken, waaruit blijkt dat de werken een eindtotaal bereikten van
€ 15.282,36 excl. btw of € 18.491,66 incl. 21% btw. Artikel 2:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016 op budgetcode 221000/075010-VT-VT 70.
Facility - Overheidsopdrachten
57 Aankoop machines Groendienst en Begraafplaatsen - Perceel 12 (compacte versnipperaar). Intrekking gegunde offerte en nieuwe goedkeuring.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Op 5 februari 2016 stelde de preventieadviseur een verslag op.
In het kader van de opdracht “Aankoop Machines Groendienst en Begraafplaatsen” werd een bestek met nr. NH-320 opgesteld door mevrouw Xxxxx Xxxxxxxxxxx, Departement Facility - Aankoop.
Deze opdracht is opgedeeld in 13 percelen, waarvan perceel 12 voor compacte versnipperaar, met raming van € 10.900,83 excl. btw of € 13.190,00 incl. 21% btw. De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 35.495,87 excl. btw of
€ 42.950,01 incl. 21 % btw.
De gemeenteraad verleende in zitting van 22 februari 2016 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Volgende firma’s werden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
- Xxxxxxxxxxx Xxxxx bvba, Keiberg 121a te 8551 Heestert;
- Xxxxx Xxxx, Xxxxx Xxxxxxx 00X xx 0000 Xxxxxxx (Xxxx);
- Xxxxxx Xxxx bvba, Xxxxxxxxxxxxxxx 0X xx 0000 Xxxxxxxx-Xxxxxxx;
- Delvano nv, Xxxxxxxxxxxxx 00-00 xx 0000 Xxxxxx;
- TUINMACHINES DEBLAUWE BVBA, Xxxxxxxxxxxxxxxx 000-000 xx 0000 Xxxxxxx-Xxxx;
- Vandaele Machinery, Xxxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxxxxxxx.
Er werden 3 offertes ontvangen:
- Xxxxxxxxxxx Xxxxx bvba, Keiberg 121a te 8551 Heestert (€ 8.930,00 excl. btw of
€ 10.805,30 incl. 21% btw);
- TUINMACHINES DEBLAUWE BVBA, Xxxxxxxxxxxxxxxx 000-000 xx 0000 Xxxxxxx-Xxxx (€ 9.000,00 excl. btw of € 10.890,00 incl. 21% btw);
- Xxxxx Xxxx, Xxxxx Xxxxxxx 00X xx 0000 Xxxxxxx (Xxxx) (€ 11.214,00 excl. btw of
€ 13.568,94 incl. 21% btw);
Op 4 mei werden alle percelen gegund. Perceel 12 was gegund aan Xxxxxxxxxxx Xxxxx bvba.
Xxxxxxxxxx Xxxxx bvba heeft op 10 juni per mail laten weten, dat zij niet in staat zullen zijn om de Xx Xxxx xxxxxxxxx te leveren, omdat het gevraagde document zijnde een erkende dealer, niet kunnen voorleggen, omdat de firma Jo Beau beslist heeft om aan de firma Masschelein dit document niet meer te gunnen. Het voorleggen van het attest van erkende deler is een selectievoorwaarde technische bekwaamheid in het bestek.
Xxxxxxxxxxx Xxxxx bvba trekt zijn offerte voor het perceel 12 terug in.
Mevrouw Xxxxx Xxxxxxxxxxx, Departement Facility - Aankoop stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de enige regelmatige bieder, zijnde TUINMACHINES DEBLAUWE BVBA, KBO nr. BE 0425.120.415,
Xxxxxxxxxxxxxxxx 000-000 xx 0000 Xxxxxxx-Xxxx, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 9.000,00 excl. btw of € 10.890,00 incl. 21% btw.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden).
- de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
- het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105.
- het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2.
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Verwijzend naar volgende eerdere beslissingen:
- Gemeenteraadsbesluit van 22.02.2016: goedkeuring bestek, raming en gunningswijze
- College van burgemeester en schepenen va 3 mei 2016: goedkeuring gunning.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Artikel 1:
De opdracht “Aankoop Machines Groendienst en Begraafplaatsen - Perceel 12 (Compacte Versnipperaar)” wordt gegund aan de enige regelmatige bieder, zijnde TUINMACHINES DEBLAUWE BVBA, KBO nr. BE 0425.120.415, Xxxxxxxxxxxxxxxx 000-000 xx 0000 Xxxxxxx- Xxxx, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 9.000,00 excl. btw of € 10.890,00 incl. 21% btw.
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL
Juridische dienst
58 Gemeentelijke administratieve sancties (GAS). Rapport 1ste semester 2016. Kennisname.
Het college,
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
De nieuwe algemene politieverordening is in werking sedert 01.07.2010, de laatste wijziging dateert van 05.05.2014.
Het politiecollege hechtte op 11.10.2012 zijn akkoord aan de rapportering in verband met de werking van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) als volgt:
- De GAS-ambtenaren zullen per semester een rapport in beide colleges van burgemeester en schepenen (n.v.d.r. dit is zowel in Harelbeke als in Deerlijk) brengen. Eerst wordt de rapportering voor de periode januari t.e.m. juni voorgelegd. Vervolgens zal over de periode juli t.e.m. december gerapporteerd worden.
- In het jaarverslag van beide gemeenten zal ook een rubriek aan GAS worden gewijd.
De GAS-rapportering voor het eerste semester van 2016 wordt voorgelegd aan het college. Daaruit blijkt, samengevat, volgende stand van zaken:
- Tijdens het eerste semester van 2016 werden 15 nieuwe aanvankelijke PV’s aan de GAS-ambtenaar overgemaakt.
Dit geeft een totaal van 618 dossiers sinds de inwerkingtreding van GAS.
- Van voormelde 15 PV’s handelen er 5 over prioritair gestelde feiten
(1 x loslopend dier, 4 x sluikstorten) –en 10 x over niet-prioritaire feiten (2 x nachtlawaai, 1 x geluidsoverlast, 6 x beschadigen onroerend eigendom, 1x voederen en nestelen van dieren.
- Van de 15 PV’s xxxxx 00 PV’s op een gebeurtenis die zich voordeed in Harelbeke; 2 overtredingen deden zich voor te Deerlijk.
Verdeling over de hele looptijd: 450 overtredingen te Harelbeke tegenover 168 te Deerlijk.
- Van het totaal van 618 PV’s sinds aanvang GAS, zijn 609 dossiers reeds afgehandeld dd. 30.06.2016, waarvan 22 afgehandeld in het eerste semester van 2016.
Hieronder vallen:
• 6 sepots
(5 x technische sepot, 1 x geseponeerd door het parket).
Sinds juni 2010 zijn er in totaal 168 sepots.
• 16 besliste dossiers: 15 x werd een sanctie opgelegd. In 2 dossiers is er één sanctie opgelegd daar er sprake is van samenhang.
Het totale aantal uitgesproken gesanctioneerde dossiers komt op 408 In totaal werd in 23 besliste dossiers geen sanctie opgelegd.
De 15 sancties betreffen nachtlawaai (3*), sluikstorten (2), loslopende dieren (4), beschadigen onroerend eigendom (1), gebrekkig onderhoud (1), niet
respecteren sluitingsuur (1), geluidsoverlast (1), wildplassen (2)
* samenhang met niet respecteren sluitingsuur
De uitgesproken boete bedroeg 10 x minder dan 62,50 euro en 1 x minstens 62,50 euro, 3 x minstens 100 euro , 1 x minstens 150 euro. De beboeten dit semester betreffen 15 natuurlijke personen en 0 rechtspersonen. Tot nog toe werd geen enkele minderjarige beboet.
3 van de gesanctioneerde dossiers betreffen een overtreding te Deerlijk.
- 9 dossiers zijn nog in onderzoek op 30.06.2016.
- Tijdens dit semester werd de betaling van 20 boetes ontvangen.
Dit geeft een totale ontvangst van 350 boetes sinds aanvang GAS.
Er worden aldus nog 34 betalingen ingewacht (waarvan bij 26 dossiers de dwangprocedure bezig is dd. 30.06.2016).
- Er zijn geen dossiers met bemiddeling opgestart tijdens het eerste semester.
Zodoende blijft het aantal reeds bemiddelde dossiers op 20 waarvan 9 geslaagd.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen :
- De Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken, artikel 119bis, zoals thans van kracht;
- De wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
- De algemene politieverordening (APV) zoals thans van kracht, hervastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing dd. 12.04.2010 en een laatste keer gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing dd. 05.05.2014.
Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT:
Enig artikel:
Neemt kennis van het GAS-rapport voor het eerste semester van 2016.
59 Leiedal. Notulen Algemene Vergadering dd. 24.05.2016.
Het college
Op 27.06.2016 ontving de stad Harelbeke het proces verbaal van de algemene vergadering van Leiedal dd.24.05.2016 met volgende agendapunten:
1. Verslag van de activiteiten in 2015.
1.1. Verslag van de raad van bestuur
1.2. Verslag van de commissaris
2. Goedkeuring van de jaarrekening per 31.12.2015
3. Kwijting van bestuurders en commissaris-revisor.