Beslispunten
Afdeling: Beleid Leiderdorp, 10-01-2012
Onderwerp: Uitvoeringskrediet tennispark De
Munnik
Aan de raad.
Beslispunten
1. op basis van het voorliggende plan van aanpak – inclusief bijlagen – en de daaraan ten grondslag liggende vaststellingsovereenkomst een taakstellend uitvoeringskrediet van € 1,25 miljoen beschikbaar te stellen voor de renovatie van het tennispark De Munnik;
2. het onder punt 1 genoemde krediet te dekken vanuit de Nuon reserve. De uitgaven op het uitvoeringskrediet worden per boekjaar verrekend met deze reserve.
1 Inleiding
1.a In het kort
Als gevolg van de instabiliteit van de bodem is de beoogde verplaatsing van het tennispark, op grond van de ontwikkelingsovereenkomst van 2006, gestaakt. In 2009 besluit uw raad de voorkeur te geven aan handhaving op de huidige locatie boven verhuizing naar een alternatieve locatie, zoals sport- en recreatiepark De Bloemerd. Omdat LTC Xx Xxxxxx (hierna LTC) en Stichting Tennishal de Munnik (hierna STM) anticiperend op de verhuizing geen groot onderhoud meer hebben uitgevoerd, is de staat van het tennispark ernstig verslechterd. Dit geldt met name de tennisbanen van LTC. Nader onderzoek van LTC toont dit ook aan. Voorts is in de ontwikkelingsovereenkomst geen rekening gehouden met het onverhoopt niet doorgaan van de verhuizing. Formeel juridisch kunnen LTC en STM dus aandringen op naleving van de overeenkomst. Alle betrokken partijen zijn het er echter over eens dat een minnelijke oplossing veruit de voorkeur verdient.
1.b Voorgeschiedenis
Aanleiding
In 2006 sluit de gemeente een ontwikkelingsovereenkomst met LTC en STM over verplaatsing van het aan de Plantage gelegen tennispark naar een nieuwe locatie op de Kleine Zandput. De verplaatsing van het tennispark maakt deel uit van een reeks van maatregelen en plannen in het kader van W4. Met het vertrek van het tennispark naar de Kleine Zandput komt de Plantage volledig beschikbaar als woningbouwlocatie. Met de inkomsten die deze ontwikkeling genereert, kunnen de
kosten die samenhangen met de verhuizing van het tennispark worden gedekt. Bij de voorbereidende werkzaamheden blijkt de bodem op de Kleine Zandput echter te instabiel om het tennispark te kunnen dragen. Nadere onderzoeken tonen aan dat het realiseren van een tennispark op de locatie voor de voorzienbare toekomst uitgesloten is. Aansluitend zijn alternatieve locaties onder de loep genomen, waarvan sport- en recreatiepark De Bloemerd de belangrijkste is. Op 13 juli 2009 besluit uw raad uiteindelijk om het tennispark, als gevolg van deze zettingsproblematiek, niet te verplaatsen, maar te handhaven op de bestaande locatie. Dit besluit heeft u in de tweede helft van 2011 herbevestigd.
Onderzoek LTC en verzoek om gemeentelijke bijdrage
In de ontwikkelingsovereenkomst is geen rekening gehouden met het feit dat het tennispark op de Kleine Zandput mogelijk niet gerealiseerd zou kunnen worden, waardoor bepalingen over hoe te handelen in een dergelijke situatie ontbreken. De overeenkomst bevat geen zogenaamde ontsnappingsclausule. Begin 2010 laat het bestuur van LTC, mede op verzoek van de gemeente, een globaal onderzoek uitvoeren naar de staat van het park. Daaruit komt naar voren dat het tennispark niet meer voldoet aan de moderne eisen, het achterstallig onderhoud groot is en het de vraag is hoe lang de tennisbanen nog op een verantwoorde wijze bespeelbaar zijn. In haar brief van 30 juni 2010 informeert het bestuur van LTC de gemeente over deze uitkomsten en stelt hij de gemeente grotendeels verantwoordelijk voor de staat waarin het park thans verkeert. Alleen een grootscheepse renovatie kan hiervoor een oplossing bieden. LTC berekent de hoogte van de benodigde investering voor banen (inclusief hekwerk en verlichting) en kantine op circa € 1,9 miljoen. Uitgaande van een eigen investering van circa € 450.000 vraagt de vereniging, zich beroepend op de ontwikkelingsovereenkomst van 2006, om een eenmalige financiële bijdrage van tussen de € 1,4 en € 1,5 miljoen. Tegelijkertijd verklaart zij niet uit te zijn op een langdurig juridisch steekspel, maar de voorkeur te geven aan het via een minnelijk overleg vinden van een oplossing. Dit minnelijk overleg start na de zomer van 2010.
STM
De situatie bij STM verschilt op een aantal belangrijke punten met die bij LTC. Allereerst is de door STM geëxploiteerde tennishal in een aanmerkelijk betere
conditie dan de banen van LTC. Het bestuur van STM heeft – vooruitlopend op de verplaatsing naar de Kleine Zandput – het reguliere onderhoud geminimaliseerd, omdat het nu eenmaal weinig zinvol is te investeren in een hal die in principe op korte termijn gaat verdwijnen. Op het moment dat duidelijk wordt dat de verhuizing geen doorgang zal vinden, blijken de kosten voor het alsnog uitvoeren van het onderhoud logischerwijs hoger. Die extra kosten zijn door een onafhankelijk deskundige berekend op € 98.021. Daarnaast zijn de matten in de hal versleten en toe aan vervanging. De kosten daarvan zijn echter relatief beperkt. STM vraagt de gemeente deze additionele kosten te vergoeden.
Een tweede verschil is dat de financiële positie van STM aanmerkelijk beter is. Het bestuur van STM kan een aantal investeringen – anders dan LTC – uit eigen middelen bekostigen. Als gevolg van deze verschillen concentreren de inspanningen zich in eerste instantie dan ook vooral op LTC.
Nader onderzoek Procensus en Andres cs
Om een goed beeld te krijgen van de staat van het onderhoud van het tennispark, de omvang van de benodigde renovatie, de mogelijke fasering en de daaruit voortvloeiende kosten hebben wij in januari 2011 in samenspraak met LTC een extern bureau – Xxxxxxxxx – opdracht gegeven nader onderzoek te doen. Wij hebben Xxxxxxxxx tevens gevraagd de exploitatie en begroting van LTC kritisch door te nemen om het financiële draagvlak van de vereniging te bepalen. Dit is van belang om te bepalen welke financiële constructie haalbaar is, zonder dat de noodzakelijke reservering door de vereniging voor toekomstig groot onderhoud in gevaar komt. Een expliciet nevendoel van dit exploitatieonderzoek is het zo mogelijk adviseren van LTC over de wijze waarop zij haar exploitatie kan verbeteren. Het exploitatie(deel)onderzoek is verricht door Xxxxxx cs.
Het eindrapport van Xxxxxxxxx is op 16 mei 2011 opgeleverd. Xxxxxxxxx concludeert dat renovatie van de accommodatie (zowel banen als clubhuis) noodzakelijk is. Hiertoe is een investering van bijna € 1.870.000 inclusief BTW noodzakelijk. De werkzaamheden (en daarmee de kosten) zijn bovendien om praktische en financiële redenen enkel in beperkte mate faseerbaar. De vereniging kan op basis van haar meerjarenbegroting zelf slechts een beperkt deel van de
investering dragen. Verbeteringen in de exploitatie zijn mogelijk, maar bieden onvoldoende soelaas om de totale benodigde investering te kunnen dragen. Een forse bijdrage van de gemeente is dus vrijwel onontkoombaar om de benodigde renovatie te kunnen realiseren en het bestaansrecht van de vereniging te garanderen.
Onderhandelingen en afspraken
Doordat de verwachtingen over uitkomsten en voortgang te ver uit elkaar liggen, stagneert het onderhandelingsproces rond het voorjaar en de zomer van 2011. Wij hebben u hierover bij brief van 18 april 2011 en 17 mei 2011 op de hoogte gesteld. Mede naar aanleiding van de oproep van uw commissie Ruimte zijn de onderhandelingen tijdens een informeel overleg tussen de wethouder sport en de voorzitter van LTC op 8 september 2011 in Leiden weer vlot getrokken en zijn de globale contouren van een principeovereenkomst geschetst. In de afgelopen maanden zijn alle partijen, met steun van advocaten, intensief met elkaar in gesprek geweest om op basis van eerdergenoemde contouren de plannen concreet uit te werken. De onderhandelingen zijn – na een doorslaggevende marathonsessie op 12 december – op 21 december 2011 succesvol afgerond. De laatste punten zijn verwerkt in de definitieve vaststellingsovereenkomst van 3 januari 2012.
Rapport schadeonderzoek Lengkeek
De aanleiding voor de gesprekken tussen LTC, STM en gemeente, culminerend in de vaststellingsovereenkomst en de plannen voor renovatie van het tennispark, is de ontwikkelingsovereenkomst uit 2006. Op basis van deze overeenkomst heeft de gemeente het gespecialiseerde bureau Lengkeek gevraagd onderzoek te verrichten naar de maximale omvang van de schade die LTC en STM zouden hebben gelopen door het niet doorgaan van de verplaatsing naar de Kleine Zandput. Feitelijk gaat het om de berekening van het positief contractsbelang: “wat is de (geschatte) omvang van het verschil in de vermogenspositie waarin LTC De Munnik en STM ieder zouden hebben verkeerd indien de ontwikkelingsovereenkomst volledig was nagekomen enerzijds, en hun huidige vermogenspositie anderzijds”. LTC en STM hebben hun medewerking verleend aan het rapport. In zijn definitieve rapport van 9 december 2011 berekent Lengkeek het vermogensverschil op maximaal
€ 2.220.350. Voor LTC is het verschil € 1.150.257, voor STM € 1.070.093. Dit is het maximale risico dat de gemeente loopt mochten partijen besluiten de zaak voor te leggen aan de rechter.
De advocaat van LTC en STM heeft overigens tijdens de gesprekken laten weten dat bij het alsnog onverhoopt vastlopen van de onderhandelingen, de besturen van LTC en STM geen andere mogelijkheid zien dan van de gemeente nakoming te vorderen van de ontwikkelingsovereenkomst. Dat betekent primair realisatie van een volledig nieuw (en vergroot) tennispark op de Kleine Zandput, en, mocht dit niet mogelijk zijn, aanleg van dit vergrote tennispark op de huidige locatie aan de Plantage. De voorziene ontwikkeling van (een deel van) de Plantage als woningbouwlocatie komt daarmee in het gedrang. Los van het feitelijk door Lengkeek berekende vermogensverschil kan het feitelijke risico dat de gemeente loopt derhalve nog hoger uitkomen.
Beheerstichting
Al aan het begin van de gesprekken heeft LTC aangegeven de mogelijkheden voor het oprichten van een beheerstichting te willen onderzoeken en bij een positieve conclusie ook daadwerkelijk over te willen gaan tot oprichting van een dergelijke stichting. Door oprichting van een beheerstichting zijn substantiële fiscale voordelen te halen. Het bestuur van LTC heeft eind vorig jaar met diverse fiscale deskundigen gesproken, zonder dat dit vooralsnog heeft geleid tot eenduidige antwoorden. Een complicerende factor was dat het rijk aankondigde oneigenlijk gebruik van de regeling te willen tegengaan, zonder in eerste instantie duidelijk te maken wat dit betekende. Pas recentelijk is het nieuwe sportbesluit openbaar gemaakt. Een tweede complicerende factor is de positie van STM. Uit overleg met Deloitte is gebleken dat de kans bestaat dat de oprichting van een beheerstichting ertoe leidt dat STM BTW-plichtig wordt en de belastingdienst met terugwerkende kracht over een aantal jaar van STM BTW-afdracht zal vorderen. In dat geval wegen de voordelen niet meer op tegen de nadelen. Zolang dit risico niet kan worden weggenomen, blijft het bestuur van STM huiverig. LTC en STM hebben de belastingdienst gevraagd vóór 1 april 2012 helderheid te verschaffen. Definitieve conclusies zijn derhalve op dit moment nog niet te trekken.
1.c Samenhang beleidsvelden
De verplaatsing van het tennispark is in het kader van het W4-project geëntameerd. De beleidsinhoudelijke afdeling was hier destijds niet bij betrokken, wat gezien de vooral ruimtelijke insteek van W4 overigens niet hoeft te verbazen. Met de conclusie van uw raad in 2009 om het tennispark definitief niet te verplaatsen en de brief van LTC en STM van 30 juni 2010 aan de gemeente is de afdeling Beleid in beeld gekomen. In samenwerking met en ondersteuning van medewerkers van W4 zijn de gesprekken met LTC en STM gevoerd. Na het opnieuw opstarten van de onderhandelingen na de zomer van 2011 heeft de afdeling Beleid de afdeling Projecten ingehuurd om de plannen voor renovatie concreet uit te werken. Zo nodig is daarbij contact geweest met onder meer de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Milieudienst West Holland (inmiddels Omgevingsdienst West Holland).
2 Plan en proces renovatie
In nauwe afstemming met LTC en STM is een programma van eisen (PvE) opgesteld voor renovatie van het tennispark op de huidige locatie in De Plantage, waarbij de gemeente als opdrachtgever optreedt. Het betreft de sloop van het huidige dubbele clubhuis en het verwijderen van de bestaande tennisbanen, de nieuwbouw van het clubhuis en de aanleg van nieuwe tennisbanen. Niet opgenomen is de verplaatsing en/of aanleg van het parkeerterrein. Het parkeerterrein zal pas worden verplaatst in het kader van de definitieve realisatie van de woningbouw in De Plantage, waaruit de middelen zullen worden gegenereerd om de benodigde kosten van de verplaatsing te dekken. Uitgangspunt voor het PvE is de vaststellingsovereenkomst van 3 januari 2012 die in principe op 12 januari 2012 door LTC, STM en gemeente wordt ondertekend.
De bijlagen bij dit raadsvoorstel bestaan uit:
A De namens de gemeente Leiderdorp opgestelde stukken:
1. Vaststellingsovereenkomst LTC, STM en gemeente Leiderdorp 3 januari 2012;
2. Ruimtelijk voorstel De Munnik 4 januari 2012;
3. Kostenraming buitenbanen De Munnik 4 januari 2012;
4. Planning De Munnik 4 januari 2012;
5. Rapport Procensus 23 mei 2011, inclusief deelrapport exploitatie Xxxxxx cs;
6. Schaderapport Lengkeek 9 december 2011.
B Tevens ontvangt u ter informatie de namens LTC opgestelde:
7. Vlekkenplan clubhuis De Munnik 4 januari 2012;
8. Kostenraming clubhuis De Munnik 4 januari 2012;
9. Programma van Eisen oppervlakten clubhuis 4 januari 2012;
10. Projectorganisatie Tennis De Munnik 4 januari 2012;
11. Juridisch advies Geelkerken Linskens Advocaten 7 september 2010;
C T.a.v. van het totaaloverzicht:
12. Integrale Kostenopstelling De Munnik 4 januari 2012.
Ad 1)
In de vaststellingsovereenkomst is overeengekomen dat grosso modo de gemeente de kosten draagt voor vernieuwing van de banen, de hekwerken en verlichting, de oefenbaan en de onderzoekskosten. LTC en STM zijn verantwoordelijk voor de kosten van nieuwbouw (op de bestaande fundering) van het clubhuis. In tegenstelling tot 2006 zijn nu tevens procesafspraken opgenomen voor alle voorzienbare en onvoorzienbare omstandigheden.
Ad 2)
Onderzoek heeft uitgewezen, dat op de huidige locatie twaalf dubbelbanen kunnen worden gerealiseerd. De huidige tennisbanen voldoen niet allemaal aan de eisen die de KNLTB stelt aan de afmetingen. Door kleine verschuivingen en het slopen en niet volledig op de huidige plaats herbouwen van het clubhuis tussen de banen 1, 2 en 3 en de banen 7 en 8 wordt dit wel mogelijk. Er wordt voor all weather tennisbanen gekozen om door een jaaromvattend gebruik de inkomsten en uitgaven in balans te houden en daarmee de rentabiliteit van de vereniging te verhogen, waardoor de mogelijke reserveringen voor onderhoud kunnen worden gedaan.
Ad 3)
Door Ingenieursbureau Oranjewoud is een kostencalculatie opgesteld voor de vervanging van de banen. De gecalculeerde investering voor de banen, paden en vervangend groen en de kosten van onderhoud dak tennishal en vervanging matten tennishal bedraagt maximaal € 1.250.000, inclusief BTW.
Ad 4)
De start van alle werkzaamheden voor zowel het gebouw als de banen staat gepland voor 1 oktober 2012. De werkzaamheden worden uiterlijk op 1 april 2013, na zes maanden, afgerond. Om het spelen in de hal gedurende de bouw door te kunnen laten gaan, worden de benodigde tijdelijke voorzieningen aangebracht.
Ad 5 en 6)
Hiervoor verwijzen wij u naar punt 1b van dit voorstel.
Ad 7 en 9)
Door Versluis Bouwmanagement te Sassenheim is in overleg met LTC en STM een vlekkenplan ontwikkeld voor het nieuwe clubhuis met nevenruimten.
Ad 8)
Versluis heeft tevens een kostenraming opgesteld voor de herbouw van het clubhuis, die is gecheckt door Oranjewoud. Deze kostenraming is realistisch en komt uit op een totaal investering van € 550.000. Dit bedrag is inclusief BTW.
Ad 10)
De projectorganisatie is uit praktisch oogpunt relatief plat en beperkt van omvang en bestaat uit een stuurgroep en een projectgroep. In de projectgroep worden vooral de bouwkundige en technische zaken besproken. De stuurgroep houdt toezicht op de overeengekomen financiële en inhoudelijke kaders en hakt zo nodig knopen door als op projectgroepniveau niet tot overeenstemming kan worden gekomen. In het geval dat partijen het in de stuurgroep niet eens worden, voorziet de vaststellingsovereenkomst in inschakeling van een onafhankelijke supervisor. De kosten van deze supervisor worden gelijkelijk verdeeld tussen gemeente enerzijds en STM en LTC anderzijds.
Ad 12)
In het aan dit voorstel toegevoegde kostenoverzicht bieden wij u inzicht in de integrale opbouw van de benodigde investering.
3 Beoogd effect
Afwikkeling van de uit de ontwikkelingsovereenkomst van 2006 voortvloeiende rechten van LTC en STM door middel van uitvoering van de in de vaststellingsovereenkomst 2012 overeengekomen afspraken.
4 Argumenten
1.1 Geen andere opties
Feitelijk zijn er geen alternatieven voor renovatie van het tennispark op de huidige locatie. De ontwikkelingsovereenkomst van 2006 bepaalt dat LTC en STM verplaatst worden naar een vernieuwd tennispark op de locatie de Kleine Zandput. Dit bleek als gevolg van de instabiliteit van de grond niet mogelijk. De ontwikkelingsovereenkomst kent geen bepalingen wat te doen bij een dergelijke niet voorziene eventualiteit. De aansluitend daarop uitgevoerde inventarisatie naar andere potentiële locaties – waaronder sport- en recreatiepark De Bloemerd – heeft uiteindelijk niet geresulteerd in een reëel alternatief. Uw raad heeft daarover in 2009 een besluit genomen en dit besluit onlangs – in de tweede helft van 2011 – nog eens herbevestigd. Het alsnog – op basis van veronderstelde nieuwe technieken – vestigen van het tennispark op de oorspronkelijke locatie de Kleine Zandput is evenmin een optie. Los van het feit dat voor deze technieken waarschijnlijk hoge extra investeringen nodig zijn, wordt de locatie inmiddels in samenspraak met de omwonenden ontwikkeld en ingericht als recreatief parkje. Op basis van het voorgaande kunnen we concluderen dat derhalve slechts renovatie van het tennispark op de Plantage resteert.
LTC en STM hebben – onder andere door de keuze voor het minnelijk traject en door middel van overeenstemming over een nieuwe vaststellingsovereenkomst – met deze conclusie ingestemd.
1.2 Voorkomt rechtsgang
Op grond van de ontwikkelingsovereenkomst 2006 kunnen LTC en STM formeel nakoming van de afspraken vorderen. Zoals zij in hun brief van 30 juni 2010 reeds meldden, geven zij echter de voorkeur aan een minnelijke oplossing. Dat laat onverlet dat, mocht het minnelijke traject niet tot resultaten leiden, zij op basis van de oorspronkelijke overeenkomst de zaak kunnen voorleggen aan de rechter. Deze weg houdt een behoorlijk risico in voor de gemeente, omdat niet op voorhand duidelijk is hoe de rechter zal oordelen. In het slechtste geval kost het de gemeente ettelijke miljoenen euro’s. Een rechtsgang kost daarnaast veel tijd, gedurende welke periode de onzekerheid voor alle
partijen blijft bestaan. Ook zet het de verhoudingen tussen de gemeente en één van de grootste sportverenigingen van Leiderdorp op scherp.
1.3 Conform berekeningen Procensus
De door Oranjewoud gecalculeerde kosten voor renovatie van het tennispark zijn vrijwel gelijk aan de eerder door Xxxxxxxxx berekende hoogte van de benodigde investering. Oranjewoud heeft – anders dan Procensus eerder – op basis van een marktverkenning – rekening gehouden met een bescheiden aanbestedingsvoordeel en komt daardoor ook iets lager uit. Met ons voorstel blijven we in lijn met de uitkomsten van beide onderzoeken.
1.4 Waarborgt voortbestaan tennisvereniging
De staat van de tennisbanen van LTC is dusdanig slecht dat vervanging op korte termijn noodzakelijk is. Op enig moment zullen de banen immers niet meer bespeelbaar zijn, waarmee het uitoefenen van de tennissport onmogelijk wordt en leden hun heil elders zullen zoeken. Daarmee komt LTC in een negatieve spiraal terecht, die met een behoorlijke mate van zekerheid zal leiden tot het faillissement van de vereniging. Een oplossing zoals wij die door middel van dit voorstel aan u voorleggen voorkomt een dergelijke ontwikkeling en zorgt voor behoud van één van de grotere sportverenigingen voor Leiderdorp.
5 Kanttekeningen/Risico-inventarisatie
Archeologie
Het terrein is archeologisch onderzocht. Dit houdt in dat, wanneer de bodem van het terrein dieper dan 40 centimeter wordt geroerd, er archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Daarom is er bij de planontwikkeling van uitgegaan dat deze diepte niet wordt overschreden en dat dit ook nergens nodig is. Door de toepassing van poeren als fundering voor palen van hekwerken en lichtmasten moet dit mogelijk zijn. Bij de uitwerking van het definitieve ontwerp zal in detail moeten worden gekeken naar de plaatsen waar mogelijk alsnog archeologische consequenties kunnen ontstaan, maar deze zullen zeer beperkt zijn. De kosten van archeologie zijn in de begroting opgenomen voor € 10.000.
Gezien de inschatting dat er niet onder de diepte van 40 centimeter onder huidig peil wordt gegraven, wordt dit bedrag als voldoende beschouwd voor de noodzakelijke supervisie tijdens de sloopwerkzaamheden en rapportage.
Bezwaren tegen de bouwvergunning door omwonenden
Het kan zijn, dat er bezwaren worden ingediend tegen het bouwplan bij het ter inzage leggen van de omgevingsvergunning. In de planning is daarop geanticipeerd, in die zin dat het ontwerp past binnen het huidige bestemmingsplan Centrum en het in ontwerp zijnde nieuwe bestemmingsplan W4. Dit ontneemt eventuele bezwaarmakers de belangrijkste gronden.
Bestaande en nieuwe erfpachtovereenkomsten
Om de kans op bezwaren op voorhand te reduceren, is het plan zo ontwikkeld, dat dit binnen de huidige erfpachtgrenzen kan worden gerealiseerd. De buiten de banen te plaatsen lichtmasten worden daarom nog binnen die erfpachtgrenzen gesitueerd. Er zullen drie nieuwe dertigjarige erfpachtovereenkomsten worden opgesteld: één voor de buitenbanen (met LTC), één voor de tennishal (met STM) en één voor het clubhuis (met LTC en STM samen).
Investering
Bij de budgetopstelling van de investering is rekening gehouden met een conservatief ingeschat aanbestedingsvoordeel voor de banen en het clubhuis met nevenruimten. Het is onzeker in welke mate marktpartijen in juli 2012 bereid zijn te zakken met hun aanbiedingsprijs. Maar ingeschat mag worden dat marktpartijen door het geringe aanbod van projecten bereid zijn extra scherp in te schrijven. De kostencalculaties zijn opgesteld door Versluis Bouwmanagement in opdracht van LTC en STM en door Ingenieursbureau Oranjewoud voor de tennisbanen, bij wie over deze percentages advies is ingewonnen.
Daarbij zijn de prijzen door de adviesbureaus getoetst aan hen bekende tarieven in de huidige bouwmarkt.
LTC en STM zullen zelf zorg dragen voor de financiering van het nieuwe clubhuis. Het risico, dat later een beroep op de gemeente wordt gedaan, moet worden afgedekt. Daartoe zal onder andere een beroep worden gedaan op de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). Om de kosten zo veel mogelijk terug te brengen, dient de beste vorm van aanbesteding te worden gevolgd. Daartoe zal voorafgaand aan de aanbesteding advies worden ingewonnen of Design & Build of meervoudig onderhands aanbesteden de laagste bedragen zal opleveren.
Het niet verstrekken van krediet door uw raad
Wanneer uw raad niet instemt met het beschikbaar stellen van krediet, zullen LTC en STM zeker juridische stappen ondernemen om realisatie op de Kleine Zandput af te dwingen, dan wel een hoger bedrag als schadevergoeding te eisen dan de realisatie nu zou gaan kosten. Een en ander op grond van de ontwikkelingsovereenkomst van 2006.
Claims van LTC en STM
Door op basis van het inmiddels bereikte compromis – zoals verwoord in de vaststellingsovereenkomst van 3 januari 2012 – op de huidige locatie het tennispark te vernieuwen worden juridische procedures en mogelijk hogere kosten voor de gemeente voorkomen.
6 Milieu
De werkzaamheden zullen met inachtneming van alle van toepassing zijnde milieueisen worden verricht.
7 Communicatie en participatie
In samenspraak tussen partijen zijn afspraken gemaakt over het informeren van de directe omwonenden, de leden van de vereniging, andere belanghebbenden en in het algemeen de inwoners van Leiderdorp. De communicatie zal zoveel mogelijk gezamenlijk plaatsvinden, onverlet de individuele verantwoordelijkheden van partijen, zoals van ons college naar uw raad en van het bestuur van LTC naar zijn leden.
8 Kosten, baten en dekking
De totale kosten voor de gemeente bedragen € 1.250.000. Dit bedrag is taakstellend. Hiervan is € 1.082.226 bestemd voor renovatie van het tennispark van LTC. STM ontvangt een bedrag van € 167.774 voor compensatie van de meerkosten van de reparatie van het dak en vervanging van de tennistapijten. LTC en STM dragen gezamenlijk de kosten voor vernieuwing van het clubhuis ter grootte van € 550.000. De dekking van het totale door de gemeente te fourneren bedrag wordt gevonden in de Nuon reserve.
9 Evaluatie
Behalve de gebruikelijke opname bij de afronding van een bouwproject, vindt geen andere evaluatie plaats.
Het College van burgemeester en wethouders van Leiderdorp,
de secretaris, de loco-burgemeester,
A.H. Xxxxxxxx C.J.M.W. Wassenaar