BIJlage I: formulier voor het aanvragen van een machtiging om een ruimtevoorwerp te lanceren, bedienen in de vlucht of te geleiden
|
BIJlage I: formulier voor het aanvragen van een machtiging om een ruimtevoorwerp te lanceren, bedienen in de vlucht of te geleiden |
|
|
Dit formulier is opgesteld overeenkomstig artikel 7, §5, van de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen (hierna “de wet”) en artikel 14, §2, van het koninklijk besluit van 15 maart 2022 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de voornoemde wet (hierna” het koninklijk besluit”). |
|
|
|
Persoonsgegevens in de zin van de EU-verordening 2016/679 die worden verzameld aan de hand van dit formulier of de eraan bijgevoegde documenten, worden verwerkt overeenkomstig de wetgeving die op hen toepasselijk is, volgens de in artikel 15 van de wet vastgelegde regels. |
|
|
|
Specifieke gevoelige of vertrouwelijke niet-geclassificeerde informatie (in de zin van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen) als bijlage bij dit formulier kan via dit formulier worden meegedeeld. Gevoelige of vertrouwelijke informatie moet als zodanig door de aanvrager worden geïdentificeerd. Die informatie wordt niet gepubliceerd in het register als bedoeld in artikel 14, §1, van het koninklijk besluit. |
|
|
|
Geclassificeerde informatie als bijlage bij dit formulier wordt meegedeeld conform de bepalingen van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen. |
I. |
INFORMATIE OVER DE OPERATOR |
|||||
De operator wordt door de wet gedefinieerd als elke natuurlijke of rechtspersoon die de activiteiten als bedoeld in deze wet verricht of van plan is te verrichten, waarbij hij alleen of gezamenlijk voor de effectieve controle van het ruimtevoorwerp zorgt. |
||||||
De effectieve controle wordt door de wet gedefinieerd als het gezag over de activering van de besturings- of telebesturingsmiddelen en, in voorkomend geval, de daarmee samenhangende noodzakelijke toezichtsmiddelen voor de uitvoering van de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van een of meer ruimtevoorwerpen. |
||||||
Ingeval een ruimtevoorwerp niet kan worden bediend tijdens de vlucht of worden geleid zodra het in een baan is gebracht, wordt de operator geacht de persoon te zijn die de opdracht geeft het voorwerp te positioneren. |
||||||
Enkel de door de operator ingediende aanvraag tot machtiging is ontvankelijk. De aanvrager wordt dus geacht te voldoen aan de wettelijke definitiecriteria van operator. |
||||||
Krachtens artikel 2, §1, van de wet, moet de activiteit dat het voorwerp is van de aanvraag onder de rechtsbevoegdheid van België worden verricht, dat wil zeggen op het Belgische grondgebied of op een plaats die zich onder de rechtsbevoegdheid van de Belgische Staat bevindt, of door middel van installaties of voertuigen die zich onder de rechtsbevoegdheid van de Belgische Staat bevinden. Dat houdt in dat de effectieve controle op een dergelijke plaats moet worden verricht. In geval van een rechtspersoon moeten de effectieve controle en de beslissingsmacht die hij impliceert in België worden verricht |
||||||
I.1. |
Identificatie |
|||||
I.1.1. |
Natuurlijk persoon |
|||||
NAAM: |
||||||
Xxxxxxxx: x |
||||||
Xxxxxxxxxxxxxxxx: x |
||||||
Domicilieadres |
Xxxxxx: x |
xx. x |
Bus: |
|||
Xxxxxxxx: x |
Xxxxxxxxxx: x |
|||||
Xxxxxxxxxxxxx: x |
||||||
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx: x |
||||||
Plaats van de activiteit |
Xxxxxx: x |
xx. x |
Bus: |
|||
Xxxxxxxx: x |
Xxxxxxxxxx: x |
|||||
I.1.2. |
Rechtspersoon |
|||||
XXXXXXXX: x |
||||||
Xxxxxxxxxx: x |
||||||
Maatschappelijk xxxx: x |
||||||
Adres van de maatschappelijke zetel |
Xxxxxx: x |
xx. x |
Bus: |
|||
Xxxxxxxx: x |
Postnummer: |
|||||
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx (XXX): x |
||||||
I.1.3. |
Derde commanditaire vennootschap |
|||||
|
JA |
NEEN |
||||
Wordt de activiteit verricht voor rekening van een derde persoon? |
☐ |
☐ |
||||
NAAM/ XXXXXXXX: x |
||||||
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
||||||
Xxxxxxxxxxxxx: x |
||||||
I.1.4. |
Partnerschap/ samenwerking |
|||||
|
JA |
NEEN |
||||
Wordt de activiteit verricht in samenwerking of in partnerschap met een of meerdere derde persoon/personen, of met de steun van een of meerdere derde persoon/personen? |
☐ |
☐ |
||||
NAAM/ XXXXXXXX: x |
||||||
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
||||||
Xxxxxxxxxxxxx: x |
||||||
NAAM/ XXXXXXXX: x |
||||||
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
||||||
Xxxxxxxxxxxxx: x |
||||||
NAAM/ XXXXXXXX: x |
||||||
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
||||||
Xxxxxxxxxxxxx: x |
||||||
I.2. |
Ervaring en expertise op het gebied van de ruimtevaartactiviteiten |
|||||
|
JA |
NEEN |
||||
I.2.1. |
De aanvrager heeft al een aanvraag tot machtiging ingediend voor een of meerdere andere activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen in de tien vorige jaren. |
☐ |
☐ |
|||
Zo JA, bij welke gouvernementele xxxxxxxxx(x)? x |
||||||
I.2.2. |
De aanvrager heeft ervaring op het gebied van het ontwerpen, het produceren en/of het bedienen van ruimtevoorwerpen. |
☐ |
☐ |
|||
Zo JA, xxxxx? x |
||||||
I.2.3. |
De aanvragen beschikt over interne expertise op het gebied van het ontwerpen, het produceren en/of het bedienen van ruimtevoorwerpen. |
☐ |
☐ |
|||
Zo JA, xxxxx? x |
||||||
I.2.4. |
De aanvrager beschikt over externe expertise op het gebied van het ontwerpen, het produceren en/of het bedienen van ruimtevoorwerpen. |
☐ |
☐ |
|||
Zo JA, betreft het: |
||||||
|
Expertise van een gouvernementele of intergouvernementele instelling? |
☐ |
☐ |
|||
Zo JA, xxxxx? x |
||||||
Expertise van een niet-gouvernementele instelling of een industriële entiteit? |
☐ |
☐ |
||||
Zo JA, xxxxx? x |
||||||
In welk kader en volgens welke regels wordt die externe expertise aan de aanvrager xxxxxxx? x |
||||||
I.3 |
Beveiligingsproces van het product en kwaliteitswaarborging |
|||||
De aanvrager past de volgende normen toe met de bedoeling te zorgen voor de conformiteit van zijn activiteit met de vereisten inzake beveiliging en duurzaamheid op lange termijn van de ruimtevaartactiviteiten, zoals uitgedrukt door de door het Comité voor het vreedzaam gebruik van de kosmische ruimte goedgekeurde richtlijnen (doc. UN ST/SPACE/79). |
||||||
|
JA |
NEEN |
||||
In het kader van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten uitgevaardigde of omgezette normen |
☐ |
☐ |
||||
Door het Europees Ruimtevaartagentschap (ESA) goedgekeurde normen |
☐ |
☐ |
||||
Door het IADC (Inter-Agency Space Debris Coordination Committee) aanbevolen normen |
☐ |
☐ |
||||
Normen van andere nationale ruimtevaartagentschappen |
☐ |
☐ |
||||
Welke zijn de andere processen voor productbeveiliging en kwaliteitswaarborging in de onderneming van de aanvrager en die toepasselijk zijn op de activiteit waarvoor de machtiging wordt xxxxxxxxxxx? |
||||||
x
|
II. |
informatie over de activiteit |
||||||||||||
II.1. |
Beschrijving van de activiteit |
||||||||||||
II.1.1. |
Algemene beschrijving van de activiteit en de doeleinde(n) ervan: |
||||||||||||
|
De activiteit wordt verricht met |
|
JA |
NEEN |
|||||||||
|
Wetenschappelijke doeleinden |
☐ |
☐ |
||||||||||
Technologische demonstratiedoeleinden |
☐ |
☐ |
|||||||||||
Commerciële doeleinden |
☐ |
☐ |
|||||||||||
Gouvernementele / institutionele doeleinden |
☐ |
☐ |
|||||||||||
Andere doeleinden |
☐ |
☐ |
|||||||||||
Leg de andere doeleinden uiteen: |
|||||||||||||
II.1.2. |
Korte algemene beschrijving van de activiteit en de doeleinde(n) xxxxx |
||||||||||||
x
|
|||||||||||||
II.1.3. |
Aantal ruimtevoorwerpen waarop de activiteit betrekking heeft: |
|
|||||||||||
II.2. |
Voor de doeleinden van de activiteit gebruikte radio-elektrische frequenties |
||||||||||||
Voorwerp #1 |
|||||||||||||
MHz / XXx |
x XXx / XXx |
x MHz / XXx |
x MHz / GHz |
||||||||||
Voorwerp #2 |
|||||||||||||
MHz / XXx |
x XXx / XXx |
x MHz / XXx |
x MHz / GHz |
||||||||||
Voorwerp #3 |
|||||||||||||
MHz / XXx |
x XXx / XXx |
x MHz / XXx |
x MHz / GHz |
||||||||||
Voorwerp #4 |
|||||||||||||
MHz / XXx |
x XXx / XXx |
x MHz / XXx |
x MHz / GHz |
||||||||||
Voorwerp #5 |
|||||||||||||
MHz / XXx |
x XXx / XXx |
x MHz / XXx |
x MHz / GHz |
||||||||||
De documenten betreffende de stappen bij het BIPT voor de toekenning van het gebruiksrecht van die frequenties moeten bij dit formulier worden gevoegd. |
|||||||||||||
II.3. |
Plaats van lancering van het ruimtevoorwerp of de ruimtevoorwerpen |
||||||||||||
II.3.1. |
Lancering vanop een grondinstallatie |
||||||||||||
Site/ xxxxxx: x |
|||||||||||||
Land: |
|||||||||||||
II.3.2. |
Lancering vanop een mariene installatie |
||||||||||||
Infrastructuur/ xxxxx: x |
Xxxxxxxxxxxx: x |
||||||||||||
Plaats (geografische xxxxxxxxxxx): x |
|||||||||||||
II.3.3. |
Lancering vanuit de luchtruimte |
||||||||||||
Xxxxxxxxxxxxx: x |
Xxxxxxxxxxxxxxxx: x |
||||||||||||
Plaats (geografische xxxxxxxxxxx): x |
|||||||||||||
II.3.4. |
Positionering vanuit een ruimtevaartuig |
||||||||||||
Xxxxxxxxxxxxxx: x |
Xxxxxxxxxxxxxxxx: x |
||||||||||||
II.4. |
Geplande lanceerdatum/lanceerdata) (UTC) of lanceringsperiodes van het ruimtevoorwerp of ruimtevoorwerpen |
||||||||||||
|
Voorwerp #1 |
||||||||||||
|
Xxxxxxxx #0 x |
||||||||||||
|
Xxxxxxxx #0 x |
||||||||||||
|
Xxxxxxxx #0 x |
||||||||||||
|
Voorwerp #5 |
||||||||||||
II.5. |
Operator van de lanceringsdiensten |
||||||||||||
|
XXXXXXXX: x |
||||||||||||
|
Adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
||||||||||||
Aangewezen staat om de machtiging te verlenen om de xxxxxxxxxx |
x |
||||||||||||
II.6. |
Vluchtparameters |
||||||||||||
II.6.1 |
Baanparameters |
||||||||||||
|
Voorwerp #1 |
||||||||||||
|
Nodale periode |
min. |
xxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Xxxxxxxxxx |
xxxxx. |
xxxxxxxx |
||||||||||
|
Voorwerp #2 |
||||||||||||
|
Nodale periode |
min. |
xxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Xxxxxxxxxx |
xxxxx. |
xxxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Voorwerp #3 |
||||||||||||
|
Nodale periode |
min. |
xxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Xxxxxxxxxx |
xxxxx. |
xxxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Voorwerp #4 |
||||||||||||
|
Nodale periode |
min. |
xxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Xxxxxxxxxx |
xxxxx. |
xxxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Voorwerp #5 |
||||||||||||
|
Nodale periode |
min. |
xxxxxxx |
xxx |
|||||||||
|
Xxxxxxxxxx |
xxxxx. |
xxxxxxxx |
xxx |
|||||||||
II.6.2. |
Verkenningsmissie in de verre ruimte |
||||||||||||
|
Transferbanen + xxxxxxxxxx: x |
||||||||||||
II.7. |
Einde van de activiteit |
||||||||||||
II.7.1. |
Geplande datum (UTC) van het einde van de exploitatie van het voorwerp |
||||||||||||
|
Voorwerp #1 |
|
|||||||||||
|
Xxxxxxxx #0 |
x |
|||||||||||
|
Xxxxxxxx #0 |
x |
|||||||||||
|
Xxxxxxxx #0 |
x |
|||||||||||
|
Voorwerp #5 |
|
|||||||||||
II.7.2. |
Geplande datum (UTC) van het binnentreden van de atmosfeer of de plaatsing van het voorwerp op een kerkhofbaan |
||||||||||||
|
Voorwerp #1 |
||||||||||||
|
Binnentreden van de xxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Plaatsing op een xxxxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Voorwerp #2 |
||||||||||||
|
Binnentreden van de xxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Plaatsing op een xxxxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Voorwerp #3 |
||||||||||||
|
Binnentreden van de xxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Plaatsing op een xxxxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Voorwerp #4 |
||||||||||||
|
Binnentreden van de xxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Plaatsing op een xxxxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Voorwerp #5 |
||||||||||||
|
Binnentreden van de xxxxxxxxx |
x |
|||||||||||
|
Plaatsing op een xxxxxxxxxxx |
x |
III. |
INFORMATIE OVER HET VOORWERP |
|||||||
Deze sectie moet voor elk voorwerp worden aangevuld waarvan gebruik wordt gemaakt in het kader van de activiteit, met opgave van het nummer (#) van het voorwerp. |
||||||||
XXXXXXXX # x |
||||||||
III.1. |
Type voorwerp |
|||||||
|
|
NEEN |
JA |
|||||
|
U-klasse: |
☐ |
Aantal eenheid/eenheden: |
☐ |
||||
|
Ander type: |
|
||||||
|
Xxxxx: |
x |
||||||
|
Xxxxxx: |
x |
||||||
III.2. |
Uitrusting en componenten |
|||||||
|
|
JA (*) |
NEEN (**) |
|||||
III.2.1. |
Voortstuwing/ oriëntatie |
|||||||
|
Beschikt het voorwerp over oriëntatiemiddelen waarmee het baantraject ervan kan worden gewijzigd? |
☐ |
☐ |
|||||
|
Beschikt het voorwerp over voortstuwingsmiddelen waarmee het baantraject ervan kan worden gewijzigd? |
☐ |
☐ |
|||||
|
Beschikt het voorwerp over voortstuwingsmiddelen waarmee manoeuvres kunnen worden verricht om botsingen te voorkomen? |
☐ |
☐ |
|||||
(*) Zo op één vraag ja wordt geantwoord, wordt bij de indiening van deze aanvraag tot machtiging vermoed dat de aanvrager de effectieve controle verricht over de oriëntatie- of voorstuwingsmiddelen in de zin van artikel 3, 3°, van de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het begeleiden van ruimtevoorwerpen. (**) Zo er op de drie vragen hiervoor neen wordt geantwoord, wordt bij de indiening van deze aanvraag tot machtiging vermoed dat de aanvrager, krachtens een contract, de opdrachtgever is voor het lanceren en het positioneren van het voorwerp, overeenkomstig artikel 3, 2°, van de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen. |
||||||||
III.2.2. |
Nucleaire energiebron aan boord van het voorwerp |
|||||||
III.2.2.1. |
Is er een nucleaire energiebron aan boord van het voorwerp? |
☐ |
☐ |
|||||
III.2.2.2. |
Welk type van bron? (kernreactor/ isotopische xxxxxxxxx) |
x |
||||||
III.2.2.3. |
Voor welk xxxxxxx? |
x |
||||||
III.2.2.4. |
Hoeveelheid brandstof aan xxxxx: |
x |
||||||
III.2.2.5. |
Residuele brandstof aan het einde van de xxxxxxxxxx |
x |
||||||
III.2.2.6. |
In welke specifieke maatregelen is voorzien aan het einde van de activiteit van het voorwerp, overeenkomstig de normen en aanbevelingen die van toepassing zijn op het gebruik van nucleaire energiebronnen in de xxxxxx? |
|||||||
x
|
||||||||
III.2.3. |
Telecommunicatie en telebesturing |
|||||||
|
Welke transponders en andere telecommunicatie- en telebesturingsapparatuur zijn er aan boord van het xxxxxxxx? |
|||||||
x
|
||||||||
III.2.4. |
Andere componenten |
|||||||
|
|
JA |
NEEN |
|||||
|
Zijn er andere componenten aan boord van het voorwerp? |
☐ |
☐ |
|||||
|
Xxxxx? x |
|
||||||
III. 3. |
(Co-)eigenaar(s) van het voorwerp |
|||||||
|
NAAM/ XXXXXXXX: x |
|||||||
|
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
|||||||
|
Xxxxxxxxxxxxx: x |
|||||||
|
NAAM/ XXXXXXXX: x |
|||||||
|
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
|||||||
|
Xxxxxxxxxxxxx: x |
|||||||
III.4. |
Belangrijkste bouwer(s) van het voorwerp |
|||||||
|
NAAM/ XXXXXXXX: x |
|||||||
|
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
|||||||
|
Xxxxxxxxxxxxx: x |
|||||||
|
NAAM/ XXXXXXXX: x |
|||||||
|
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
|||||||
|
Xxxxxxxxxxxxx: x |
|||||||
III.5. |
Segment bodem - grondstation belast met het bedienen van de vlucht of het geleiden van het voorwerp |
|||||||
III.5.1. |
Lokalisatie van het station |
|||||||
|
Land/ plaats (geografische xxxxxxxxxxx): x |
|||||||
III.5.2. |
Operator van het station |
|||||||
|
NAAM/ XXXXXXXX: x |
|||||||
|
Domicilieadres of adres van de maatschappelijke xxxxx: x |
|||||||
|
Xxxxxxxxxxxxx: x |