OMZETTING VERENIGING IN STICHTING
Dossiernummer: 2020.0625.01 Ref: KH - 041121.V5
OMZETTING VERENIGING IN STICHTING
Xxxxx, eenendertig januari tweeduizend tweeëntwintig, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht:
xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxx, geboren te Vinkeveen en Waverveen op
twaalf juni negentienhonderdvierenzeventig, die inzake deze akte haar adres heeft te 0000 XX Xxxxxxx, Maliebaan 6, te dezen handelend als hierna vermeld. _
De verschenen persoon verklaart:
A. CONSIDERANS
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Vereniging
Kennisinstituut Mondzorg, statutair gevestigd in de gemeente Utrecht, kantoorhoudende te 0000 XX Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx 00 Color Business _
Centre, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 64762483,
hierna te noemen: de vereniging, werd op vijftien december tweeduizend vijftien opgericht en was bij oprichting genaamd: Nederlandse Vereniging Praktijkstandaarden Mondzorg.
2. In de algemene vergadering van negenentwintig juli tweeduizend zestien is _
laatstelijk besloten de statuten van de vereniging algeheel - waaronder ook _ de naam van de vereniging - te wijzigen, welke wijziging plaatsvond bij akte _
op één augustus tweeduizend zestien verleden voor een waarnemer van xx.
X. Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Amsterdam.
3. Het bestuur van de vereniging heeft het standpunt dat het in het belang van_
de activiteiten van de vereniging is de rechtsvorm van de vereniging te wijzigen in die van een stichting, dit met gebruikmaking van artikel 18 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
4. In verband met het vorenstaande heeft de algemene vergadering van de vereniging op zeventien november tweeduizend eenentwintig besloten:
a. de vereniging om te zetten in een stichting;
b. de statuten, ter uitvoering van het sub 4.a. bepaalde, te wijzigen;
c. de verschenen persoon aan te wijzen om deze akte te verlijden,
welke besluiten met inachtneming van het ter zake in de wet en de statuten _
bepaalde zijn genomen en van welke besluiten blijkt uit een aan deze akte gehecht geschrift (Bijlage).
5. Artikel 24 van de statuten van de vereniging schrijft voor dat een statutenwijziging de goedkeuring behoeft van de raad van toezicht van de vereniging. Van deze goedkeuring blijkt uit een aan deze akte gehecht document (Bijlage).
6. Aan de Rechtbank Midden-Nederland is om machtiging als bedoeld in artikel 18 lid 4 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor de onderhavige omzetting
verzocht, welke machtiging werd verleend op tweeëntwintig december tweeduizend eenentwintig, en waarvan blijkt uit een aan deze akte gehecht _
geschrift (Bijlage).
B. OMZETTING
Ter uitvoering van de hiervoor onder A. sub 4. bedoelde besluiten verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, de vereniging bij deze - met ingang van de dag na heden - om te zetten in een stichting en daarvoor vast te stellen de navolgende statuten:
STATUTEN
Begripsomschrijvingen. Artikel 1.
1. In deze statuten wordt verstaan onder:
a. bestuur: het bestuur van de stichting;
b. dagen: alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene _
termijnenwet gelijkgestelde dagen;
c. directeur: de titulair directeur van de stichting, als bedoeld in artikel 16 _
van deze statuten, indien en zolang deze als zodanig in functie is;
d. EBRO: staat voor Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling en is een op kwaliteitscriteria gebaseerde methode die door richtlijnontwikkelaars wordt gehanteerd bij het opstellen van richtlijnen; dit om te komen tot richtlijnen die zijn voorzien van aanbevelingen, adviezen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de besluitvorming van professionals in de zorg en patiënten, berustend op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek met daarop gebaseerde discussie en aansluitende meningsvorming, gericht op het expliciteren van doeltreffend en doelmatig medisch handelen.
e. FTWV: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Federatie van _
Tandheelkundig Wetenschappelijke Verenigingen in Nederland, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 30150342, dan wel haar rechtsopvolger onder algemene titel;
f. jaarrekening: de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de stichting;
g. KNMT: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 40476797, dan wel haar rechtsopvolger onder algemene titel;
h. ledenraad van de KNMT: de uit afgevaardigden bestaande algemene vergadering van de KNMT als bedoeld in artikel 2:39 van het Burgerlijk _
Wetboek;
x. xxxx van toezicht: de raad van toezicht van de stichting;
j. schriftelijk: een bericht dat is overgebracht bij brief, e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is;
k. statuten: betekent de statuten van de stichting;
l. stichting: de stichting waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten, te weten de stichting: Stichting Kennisinstituut Mondzorg, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 64762483;
m. tandartsen: natuurlijke personen die BIG-geregistreerde tandartsen zijn in de zin van de Wet BIG, daaronder ook begrepen tandartsen met specialisme dento-maxillaire orthopaedie (orthodontisten) en tandartsen
met specialisme mondziekten en kaak- en aangezichtschirurgie (MKA- _
chirurgen);
n. Wet BIG: Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, of de daarvoor in de plaats tredende wet.
2. Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, ziet in deze statuten een verwijzing naar een begrip of woord in het enkelvoud ook op de meervoudsvorm van dit begrip of woord en omgekeerd.
3. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
4. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’ alsmede 'hen' of 'die'. Met verwijzingen in deze statuten _
naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te
verwijzen naar ‘haar’ alsmede 'hen' of 'hun'.
Naam en zetel. Artikel 2.
1. De stichting is genaamd: Stichting Kennisinstituut Mondzorg.
2. De verkorte naam van de stichting luidt: Stichting KIMO.
3. De stichting is statutair gevestigd in de gemeente Utrecht.
Doel en middelen. Artikel 3.
1. De stichting heeft ten doel:
a. het ontwikkelen van EBRO-richtlijnen en verwante richtlijnproducten ten behoeve van de mondzorg, alsmede het herzien van de door de stichting ontwikkelde richtlijnen;
b. het bewaken van de kwaliteit van de in lid 1 sub a. van dit artikel bedoelde richtlijnen en verwante richtlijnproducten;
c. het, waar nodig, zorgen voor de registratie van de in lid 1 sub a. van dit artikel bedoelde richtlijnen en verwante richtlijnproducten bij die overheidsinstanties, die de kwaliteit van de mondzorg bewaken,
en voorts al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt _
of daartoe bevorderlijk kan zijn.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het faciliteren van een proces van richtlijnontwikkeling binnen de mondzorg binnen de EBRO-methode;
b. het (doen) stimuleren van de implementatie van de door de stichting ontwikkelde richtlijnen;
c. het monitoren van het gebruik van door de stichting ontwikkelde richtlijnen;
d. het onderhouden van door de stichting ontwikkelde richtlijnen;
e. het beheren en toegankelijk maken van door de stichting ontwikkelde richtlijnen,
en voorts al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt _
of daartoe bevorderlijk kan zijn.
3. Ten behoeve van het ontwikkelen van EBRO-richtlijnen en verwante richtlijnproducten, stelt het bestuur een meerjarenagenda op in samenspraak met de FTWV en de KNMT.
4. De stichting heeft geen winstoogmerk.
Vermogen. Artikel 4.
1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door subsidies, giften, legaten, hetgeen door erfstelling verkregen wordt, alsmede andere baten.
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. Het vermogen van de stichting dient ter verwezenlijking van het doel van de stichting.
Bestuur: samenstelling, functies en bezoldiging. Artikel 5.
1. De stichting wordt bestuurd door het bestuur onder toezicht van de raad van toezicht.
2. Het bestuur bestaat uit drie bestuurders.
3. Slechts natuurlijke personen, die op het moment van hun benoeming tandarts zijn, kunnen tot bestuurder van de stichting worden benoemd. Een bestuurder kan niet zijn:
a. een echtgenoot, geregistreerd partner, samenlevingspartner dan wel bloed- of aanverwant in de rechte lijn van een lid van de raad van toezicht of van een bestuurder of van de directeur;
b. een persoon die zitting heeft in de raad van toezicht of de functie van directeur bekleedt;
c. een persoon die voorheen lid van de raad van toezicht was, tot drie jaar na het einde van die functie;
d. een persoon die tegelijkertijd dan wel in de periode gelegen drie jaar voor diens benoeming als bestuurder de functie vervult respectievelijk _
vervulde, van werknemer, bestuurder of lid van de raad van toezicht
van de KNMT of van de FTWV;
e. een persoon die een zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van het bestuur kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting, dan wel tot ongewenste vermenging van belangen.
Bij de werving en selectie van een bestuurder wordt gewerkt met een vooraf
door het bestuur, met goedkeuring van de raad van toezicht, in een reglement vastgestelde wervings-en selectieprocedure en profielschets. De _
profielschets bevat de kwaliteiten en deskundigheden waarover een bestuurder dient te beschikken. Bij het ontstaan van een vacature gaat het _ bestuur na of de profielschets nadere uitwerking en/of aanpassing behoeft. _
4. Iedere bestuurder doet opgave van diens hoofd- en nevenfuncties -
waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen - aan de overige bestuurders en aan de raad van toezicht. Een bestuurder heeft geen zakelijke belangen of relaties met de stichting anders dan als bestuurder.
5. Indien het bestuur uit slechts één bestuurder bestaat, is deze tevens voorzitter van het bestuur. Indien het bestuur uit meer dan één bestuurder bestaat, wordt de voorzitter van het bestuur door de raad van toezicht in
functie benoemd. Het bestuur kan uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aanwijzen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
6. Indien het aantal bestuurders beneden het door de raad van toezicht op enig moment vastgestelde aantal is gedaald, vormen de overblijvende bestuurders, of vormt de enig overblijvende bestuurder, een volledig bevoegd bestuur. De raad van toezicht is dan echter verplicht zo spoedig mogelijk een vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of open plaatsen aan de orde komt.
7. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders, wordt de stichting tijdelijk bestuurd door één of meer personen die daartoe door de raad van toezicht steeds moet(en) zijn aangewezen. Een persoon als bedoeld in de vorige volzin kan door de raad van toezicht niet uit haar midden worden aangewezen. Voor de gedurende deze periode verrichtte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.
8. Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden
of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van _
de bestuurder.
Van belet is in elk geval sprake indien een bestuurder wegens:
x. xxxxxxxxx;
b. ziekte langer dan één maand; of
c. onbereikbaarheid, langer dan één maand,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan een bestuurder bij of krachtens de _
wet, deze statuten of reglementen van de stichting toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
De raad van toezicht is echter steeds verplicht zo spoedig mogelijk in een vacature te voorzien.
9. De bestuurders genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun _
functie gemaakte onkosten en een door de raad van toezicht vastgesteld
niet bovenmatig vacatiegeld.
Bestuur: benoeming, ontslag en defungeren. Artikel 6.
1. Bestuurders worden met inachtneming van het in het vorige artikel bepaalde benoemd door de raad van toezicht. Een besluit als omschreven in dit artikel wordt genomen met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 6.
In ontstane vacatures wordt met inachtneming van het in het vorige artikel bepaalde zo spoedig mogelijk voorzien.
2. De benoeming van een bestuurder geschiedt voor een periode van ten hoogste drie jaar. Een bestuurder is eenmaal aansluitend herbenoembaar voor een periode van drie jaar. Een bestuurder kan daarmee ten hoogste zes achtereenvolgende jaren als bestuurder fungeren. Een bestuurder komt na het verstrijken van diens herbenoemingstermijn pas opnieuw voor een benoeming als bestuurder (en een eventueel aansluitende herbenoeming) in aanmerking, na het verstrijken van een periode van drie jaar.
3. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn vrijwillig aftreden;
c. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd;
x. door zijn ontslag verleend door de raad van toezicht;
e. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of _ verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in_
de Faillissementswet;
f. door zijn ondercuratelestelling, alsmede door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
g. doordat hij de vereiste feitelijke samenstelling van het bestuur als bedoeld in artikel 5 lid 3 sub a verstoort; indien deze omstandigheid zich voordoet, beslist de raad van toezicht welk van de betrokken bestuurders zal defungeren;
h. door de aanvaarding van de functie van werknemer, bestuurder of lid van de raad van toezicht van de KNMT of van de FTWV;
i. doordat hij een zodanige andere functie gaat bekleden dat het lidmaatschap van het bestuur kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting, dan wel tot ongewenste vermenging van belangen;
x. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien.
4. Een bestuurder kan te allen tijde door de raad van toezicht worden geschorst of ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere
gewichtige redenen, wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als bestuurder redelijkerwijs niet van de _ stichting kan worden verlangd of wegens het niet of niet behoorlijk voldoen _
aan een door de voorzieningenrechter van de rechtbank ingevolge artikel 297 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek gegeven bevel. Een besluit als _
omschreven in dit artikel wordt genomen met inachtneming van het
bepaalde in artikel 13 lid 6.
5. De raad van toezicht pleegt overleg met het bestuur over een voorgenomen benoeming of ontslag van een bestuurder.
6. De schorsing van een bestuurder vervalt, indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing.
Bestuur: taken en bevoegdheden. Artikel 7.
1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting, waaronder begrepen:
a. de realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de stichting, de strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling;
b. het efficiënt en effectief besteden van de beschikbare middelen van de _
stichting;
c. het beheersen van de risico's verbonden aan de activiteiten van de stichting;
d. het vormgeven van beleid voor de communicatie met zowel de intern- als extern belanghebbenden van de stichting.
2. Elke bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak en zich daarbij te richten naar het belang van de stichting en de met de stichting verbonden organisatie.
3. Het bestuur legt verantwoording af aan de raad van toezicht.
Bij de vervulling van zijn taak weegt het bestuur de in aanmerking komende_
belangen van de bij de stichting betrokken belanghebbenden af.
Het bestuur rapporteert de risico's verbonden aan de activiteiten van de stichting aan de raad van toezicht en bespreekt de interne risico- en controlesystemen met de raad van toezicht.
Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig alle informatie die nodig is _
voor een goede uitoefening van de taak van de raad van toezicht.
4. Het bestuur kan, mits met goedkeuring van de raad van toezicht, een bestuursreglement vaststellen, waarin de aangelegenheden, het bestuur intern betreffende, worden geregeld.
5. Elke vorm en schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling tussen enig bestuurder en de stichting wordt vermeden. Zowel het bestuur als geheel als de raad van toezicht zien hier op toe.
6. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de raad van toezicht, bevoegd te _
besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt en tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen.
Op het ontbreken van de in dit lid bedoelde goedkeuring kan door de stichting jegens derden beroep worden gedaan.
7. Aan de goedkeuring van de raad van toezicht zijn, onverminderd het elders _
bij of krachtens deze statuten bepaalde, voorts in ieder geval onderworpen _
de besluiten van het bestuur omtrent:
a. de vaststelling of wijziging van het meerjarenbeleidsplan en de bijbehorende meerjarenbegroting(en), waarbij de raad van toezicht toets of het voorstel financieel haalbaar is;
b. de vaststelling of wijziging van de meerjarenagenda, waarop de nieuw _
te ontwikkelen en de te herziene richtlijnen zijn opgenomen, en de bijbehorende begroting(en) per richtlijn, waarbij de raad van toezicht toetst of het voorstel financieel haalbaar is;
c. de vaststelling of herziening van een richtlijn met inachtneming van het _
bepaalde in artikel 14 lid 7;
d. de vaststelling van de wervings-en selectieprocedure en profielschets inzake de werving en selectie van bestuurders;
e. de vaststelling of wijziging van het rooster van aftreden dat voorziet in periodiek aftreden van bestuurders;
x. xx xxxxxxxxx van de voorzitter van de Richtlijn Autorisatie Raad als bedoeld in artikel 14 lid 3;
g. het instellen van een Richtlijn Ontwikkel Commissie als bedoeld in artikel 14 lid 4, het vaststellen van het aantal leden van een Richtlijn Ontwikkel Commissie als nader omschreven in artikel 14 lid 5 en de
benoeming van de leden van een Richtlijn Ontwikkel Commissie als nader omschreven in artikel 14 lid 5;
h. de vaststelling of wijziging van het jaarplan en de jaarlijkse begroting voor het volgende boekjaar; in de jaarlijkse begroting zijn de deelbegrotingen per te ontwikkelen richtlijn opgenomen;
i. de vaststelling van de jaarrekening van de stichting;
x. xx xxxxxxxxx, de schorsing en het ontslag, de vaststelling van het salaris en de overige arbeidvoorwaarden van de directeur;
k. het doen van investeringen en het aangaan van verplichtingen die een _
nader bij reglement vast te stellen waarde te boven gaan;
l. de aanvraag van faillissement en van surseance van betaling van de stichting;
m. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van _
geldlening;
n. de financiering van de strategie van de stichting;
o. de oprichting van een nieuwe rechtspersoon alsmede de vaststelling van de statuten van een nieuwe rechtspersoon;
p. overdracht van een onderdeel van de activiteiten van de stichting;
q. beëindiging van de activiteiten van de stichting of een belangrijk onderdeel ervan;
r. belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de activiteiten van de stichting;
s. het vaststellen en wijzigen van reglementen als bedoeld in deze statuten, met uitzondering van het reglement van de raad van toezicht, _
dat door deze raad wordt vastgesteld en kan worden gewijzigd;
t. het verlenen van procuratie aan de directeur en/of aan andere personen voor zover deze een door de raad van toezicht te bepalen waarde te boven gaat;
u. het vaststellen van de randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van intern- en extern belanghebbenden, waaronder is begrepen het goedkeuren van de volgende onderdelen daarvan:
(i) wie de belangrijkste extern belanghebbenden bij de stichting zijn; _
(ii) de wijze waarop vorm wordt gegeven aan het overleg met de belanghebbenden over het voorgenomen beleid en de uitvoering daarvan door de stichting;
(iii) de aard en inhoud van de informatieverschaffing aan de belanghebbenden (of een vertegenwoordiging daarvan) over de gang van zaken en het gevoerde beleid van de stichting;
(iv) de betrokkenheid van de belanghebbenden (of een vertegenwoordiging daarvan) bij de beleidsvorming en de uitvoering van het beleid van de stichting;
v. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen;
w. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of _
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt _
of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;
x. fusie of splitsing van de stichting.
y. het wijzigen van de statuten van de stichting;
z. het ontbinden van de stichting; aa. het vaststellen van een richtlijn.
De raad van toezicht is bevoegd ook andere majeure bestuursbesluiten dan die in dit lid of elders in deze statuten zijn genoemd aan zijn goedkeuring te _
onderwerpen. Deze besluiten dienen door de raad van toezicht duidelijk
omschreven te worden, door deze raad schriftelijk aan het bestuur te worden meegedeeld en te worden vastgelegd in het bestuursreglement.
Op het ontbreken van de in dit lid bedoelde goedkeuring kan jegens derden _
geen beroep worden gedaan.
Bestuur: vergaderingen en besluitvorming. Artikel 8.
1. Een meerhoofdig bestuur vergadert ten minste viermaal per jaar.
2. De bijeenroeping van een vergadering geschiedt door de voorzitter van bestuur, dan wel namens deze door een door hem aan te wijzen persoon,
en wel schriftelijk onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een _
termijn van ten minste vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
Indien de bijeenroeping niet schriftelijk is geschied, of onderwerpen aan de _
orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de
bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan vijf dagen, is besluitvorming niettemin mogelijk, mits ter vergadering alle in functie zijnde _
bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
3. Vergaderingen van het bestuur kunnen bij uitzondering ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
4. De vergaderingen van het bestuur worden geleid door de voorzitter van het _
bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
5. Van de bestuurders wordt verwacht dat zij waar mogelijk besluiten op basis _
van consensus. Indien er geen consensus kan worden bereikt ten aanzien van een voorstel, wordt het betreffende voorstel in stemming gebracht. In de vergaderingen van het bestuur kunnen slechts besluiten worden genomen indien meer dan de helft van het aantal bestuurders ter vergadering in persoon aanwezig dan wel vertegenwoordigd is en met gewone meerderheid van stemmen. Een bestuurder kan zich door een
medebestuurder doen vertegenwoordigen. Iedere bestuurder kan één stem _
uitbrengen.
6. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, doch uitsluitend voor zover geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
7. Van het verhandelde in de vergadering worden notulen opgemaakt. Het bestuur kan besluiten dat in plaats van notulen een besluitenlijst wordt opgemaakt.
8. Bestuurders laten het belang van de stichting prevaleren boven eigen belangen en onthouden zich van persoonlijke bevoordeling van henzelf of hun naasten.
9. In het geval dat een bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft
dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting, dient hij dit te melden aan de overige in functie zijnde bestuurders en aan de voorzitter van de raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie.
10. Een bestuurder van een meerhoofdig bestuur dient zich van de beraadslagingen en besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het _
tegenstrijdig belang speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming _
geldt.
11. Indien alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben als bedoeld in lid 9 _
van dit artikel, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht.
12. Het bestuur draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstijdig belang als bedoeld in lid 9 van dit artikel.
Vertegenwoordiging. Artikel 9.
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
2. In alle gevallen waarin de stichting een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders, blijft het bepaalde in lid 1 onverminderd van kracht.
3. Het bestuur kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 7 sub t, _
aan een of meer bestuurders, alsmede aan de directeur of aan een of meer _ derden, volmacht verlenen om de stichting, al dan niet gezamenlijk, binnen _
de in de volmacht omschreven grenzen te vertegenwoordigen.
Raad van toezicht: benoeming en samenstelling. Artikel 10.
1. De stichting heeft een raad van toezicht bestaande uit zeven natuurlijke personen.
2. Leden van de raad van toezicht worden benoemd door de raad van toezicht, met dien verstande dat:
a. vier leden van de raad van toezicht worden benoemd op bindende
voordracht van het bestuur van de KNMT;
ii. drie leden van de raad van toezicht wordt benoemd op bindende voordracht van het bestuur van de FTWV;
b. aan de meerderheid van de leden van de raad van toezicht de kwaliteitseis wordt gesteld dat zij op het moment van hun benoeming als lid van de raad van toezicht tandarts zijn;
c. aan elke bindende voordracht het bindend karakter kan worden ontnomen door een met ten minste drie vierde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de raad van toezicht;
d. indien de raad van toezicht besluit aan de opgemaakte bindende voordracht het bindend karakter te ontnemen, het bestuur van de KNMT, respectievelijk het bestuur van de FTWV opnieuw in de gelegenheid wordt gesteld een bindende voordracht op te maken;
e. de voorzitter van de raad van toezicht door de raad van toezicht uit haar midden wordt benoemd.
3. Bij het ontstaan van een vacature geeft de raad van toezicht daarvan schriftelijk kennis aan het bestuur van de KNMT respectievelijk het bestuur _
van de FTWV, dat bevoegd is tot het opmaken van een bindende voordracht ter vervulling van de desbetreffende vacature.
Indien het bestuur van de KNMT respectievelijk het bestuur van de FTWV, _
dat bevoegd is tot het opmaken van een bindende voordracht ter vervulling _
van de desbetreffende vacature, niet binnen vier weken na ontvangst van vorenbedoeld verzoek een bindende voordracht bij de raad van toezicht heeft ingediend, of indien eerder schriftelijk is bericht, dat van de bevoegdheid om een bindende voordracht te doen geen gebruik zal worden gemaakt, is de raad van toezicht - met inachtneming van het bepaalde in lid 2 sub b., lid 4 en lid 5 van dit artikel - vrij door benoeming in de ontstane vacature te voorzien.
4. De raad van toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de bestuurders, de directeur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De raad van toezicht dient zodanig te zijn samengesteld dat het zijn taak naar behoren kan vervullen.
5. Een lid van de raad van toezicht kan niet zijn:
a. een echtgenoot, geregistreerd partner, samenlevingspartner dan wel bloed- of aanverwant in de rechte lijn van een ander lid van de raad van toezicht of van een bestuurder of van de directeur;
b. een persoon die in een periode gedurende drie jaar voorafgaande aan _
zijn benoeming dan wel gedurende de periode van lidmaatschap van de raad van toezicht werknemer of bestuurder of directeur van de stichting is geweest;
c. een persoon die een persoonlijke financiële vergoeding van de stichting ontvangt, anders dan een vergoeding die voor de als lid van de raad van toezicht verrichte werkzaamheden wordt ontvangen;
d. een persoon die bestuurder is van een rechtspersoon waarin een bestuurder van de stichting lid van het toezichthoudend orgaan is;
e. een persoon die tegelijkertijd dan wel in de periode gelegen drie jaar
voor diens benoeming als lid van de raad van toezicht de functie vervult respectievelijk vervulde, van werknemer, bestuurder of lid van de raad _
van toezicht van de KNMT of van de FTWV;
f. een persoon die bestuurder is van een rechtspersoon waarin een bestuurder van de stichting lid van het toezichthoudend orgaan is;
g. een persoon die gedurende de voorafgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur van de stichting bij belet of ontstentenis van bestuurders;
h. een persoon die een zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van de raad van toezicht kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting, dan wel tot ongewenste vermenging van belangen.
6. Bij ontstentenis of belet van één of meer leden van de raad van toezicht nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid, de volledige taken van de raad van toezicht waar. Een niet-voltallige raad van toezicht blijft volledig bevoegd.
7. In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht of _
van het enige lid van de raad van toezicht wordt het toezicht tijdelijk uitgeoefend door twee personen die daartoe door de raad van toezicht
steeds moeten zijn aangewezen.
Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van een lid van de raad van toezicht.
Van belet is in elk geval sprake indien een lid van de raad van toezicht wegens:
x. xxxxxxxxx;
b. ziekte langer dan één maand; of
c. onbereikbaarheid, langer dan één maand,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan een lid van de raad van toezicht bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de stichting toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
8. In het geval dat de raad van toezicht geen personen heeft aangewezen als _
bedoeld in lid 7 van dit artikel, kan zowel het bestuur van de KNMT als het bestuur van de FTWV een lid van de raad van toezicht benoemen.
9. Ieder lid van de raad van toezicht doet opgave van diens hoofd- en nevenfuncties - waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen - aan de overige leden van de raad van toezicht alsmede aan het bestuur.
10. De leden van de raad van toezicht genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de_
uitoefening van hun functie gemaakte onkosten en een niet bovenmatig
vacatiegeld.
Raad van toezicht: benoemingstermijn, defungeren, schorsing en ontslag. _
Artikel 11.
1. De benoeming van een lid van de raad van toezicht geschiedt voor een periode van drie jaar. Een lid van de raad van toezicht is eenmaal
aansluitend herbenoembaar voor een periode van drie jaar. Een lid van de _
raad van toezicht kan daarmee ten hoogste zes achtereenvolgende jaren als lid van de raad van toezicht fungeren. Een lid van de raad van toezicht komt
na het verstrijken van diens herbenoemingstermijn pas opnieuw voor een benoeming als lid van de raad van toezicht(en een eventueel aansluitende _
herbenoeming) in aanmerking, na het verstrijken van een periode van drie
jaar.
2. Een lid van de raad van toezicht defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn bedanken;
c. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd;
x. door zijn ontslag verleend door de raad van toezicht;
e. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of _ verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in_
de Faillissementswet;
f. door zijn ondercuratelestelling, alsmede door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
g. door het ontstaan van een situatie waarin sprake is van strijdigheid met het bepaalde in artikel 10 lid 4.
3. De raad van toezicht kan een lid van de raad van toezicht ontslaan of schorsen wegens:
a. verwaarlozing van zijn taak;
b. andere gewichtige redenen;
c. ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als lid redelijkerwijs niet van de stichting kan worden verlangd.
4. Een besluit tot schorsing of ontslag van een lid van de raad van toezicht wordt genomen met een meerderheid van drie vierde van de uitgebrachte stemmen - waarbij de stem van het desbetreffende lid hierbij buiten beschouwing wordt gelaten - genomen in een vergadering waarin alle leden, behoudens eventueel het desbetreffende lid, aanwezig dan wel vertegenwoordigd zijn.
5. Een besluit tot schorsing vervalt van rechtswege indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de schorsing overgaat tot ontslag.
6. Alvorens de raad van toezicht het besluit neemt om een lid van de raad van_
toezicht te schorsen of te ontslaan, zal het desbetreffende lid van de raad van toezicht in de gelegenheid worden gesteld om kennis te nemen van de _ voornemens van de raad van toezicht en om zijn zienswijze te dien aanzien_ kenbaar te maken. Over een eventueel naar buiten treden over het ontslag _ van een lid van de raad van toezicht zal tevoren door de raad van toezicht, _
het desbetreffende lid van de raad van toezicht en het bestuur een
gedragslijn worden vastgesteld
7. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. De raad van toezicht evalueert zijn functioneren ten minste jaarlijks buiten de aanwezigheid van het bestuur en informeert het bestuur
over de uitkomsten hiervan. De raad van toezicht voert ten minste jaarlijks met het bestuur een evaluatiegesprek over het wederzijds functioneren van _
beide organen op zich en in relatie tot elkaar.
Raad van toezicht: taken en bevoegdheden. Artikel 12.
1. De raad van toezicht is belast met het houden van toezicht op het beleid van
het bestuur en de algemene gang van zaken in de stichting en de met de stichting verbonden organisatie. De raad van toezicht staat het bestuur met _
raad terzijde.
2. Elk lid van de raad van toezicht is tegenover de stichting gehouden tot een _
behoorlijke vervulling van zijn taak en dient zich daarbij te richten naar het belang van de stichting en de met de stichting verbonden organisatie.
3. Een lid van de raad van toezicht vervult zijn functie zonder last of ruggespraak en zonder een deelbelang te laten prevaleren.
4. De raad van toezicht bespreekt in ieder geval eenmaal per jaar de strategie _
en de voornaamste risico's verbonden aan de stichting, de uitkomsten van de beoordeling door het bestuur van de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, alsmede eventuele significante wijzigingen daarin. Van het houden van deze besprekingen wordt melding gemaakt in het jaarverslag van de raad van toezicht.
5. Met inachtneming van de wet- en regelgeving op het gebied van de bescherming van privacy en persoonsgegevens, na overleg met het bestuur
en na een bepaaldelijk daartoe genomen besluit, heeft de raad van toezicht _ of een of meer door de raad van toezicht gemachtigde leden, toegang tot alle lokaliteiten van de stichting en het recht om te allen tijde inzage te
krijgen in alle bescheiden en boeken van de stichting. De raad van toezicht _
kan zich daarbij, na overleg met het bestuur, doen bijstaan door de accountant van de stichting dan wel een door de raad van toezicht aan te wijzen deskundige aan wie inzage van de volledige administratie dient te worden verleend.
6. De raad van toezicht kan zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft, bij reglement raad van toezicht nader vastleggen.
Raad van toezicht: vergaderingen. Artikel 13.
1. Vergaderingen van de raad van toezicht worden gehouden zo dikwijls de voorzitter van de raad van toezicht, ten minste twee van de overige leden van de raad van toezicht of het bestuur een vergadering van de raad van toezicht bijeenroept of bijeenroepen, doch ten minste tweemaal per jaar.
2. De bijeenroeping van een vergadering geschiedt door de voorzitter van de raad van toezicht, dan wel namens deze door een door hem aan te wijzen persoon, en wel schriftelijk onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten minste vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
Indien de bijeenroeping niet schriftelijk is geschied, of onderwerpen aan de _
orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan vijf dagen, is
besluitvorming niettemin mogelijk, mits ter vergadering alle in functie zijnde _
leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
3. Vergaderingen van de raad van toezicht kunnen bij uitzondering ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel
van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemend lid van de raad _
van toezicht door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
4. De vergaderingen van de raad van toezicht worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht. Bij afwezigheid van de voorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
5. Van de leden van de raad van toezicht wordt verwacht dat zij waar mogelijk _
besluiten op basis van consensus. Indien er geen consensus kan worden bereikt ten aanzien van een voorstel, wordt het betreffende voorstel in stemming gebracht. In de vergaderingen van de raad van toezicht kunnen
slechts besluiten worden genomen indien meer dan de helft van het aantal _
leden van de raad van toezicht ter vergadering in persoon aanwezig dan wel vertegenwoordigd is - waaronder ten minste één lid dat is benoemd op bindende voordracht van het bestuur van de KNMT en één lid dat is benoemd op bindende voordracht van het bestuur van de FTWV - en met gewone meerderheid van stemmen. Een lid van de raad van toezicht kan zich door een medelid doen vertegenwoordigen. Een gevolmachtigde kan als zodanig voor één ander lid van de raad van toezicht optreden.
6. In afwijking van het bepaalde in lid 5 van dit artikel kan een besluit als bedoeld in artikel 6 lid 1, artikel 6 lid 4, artikel 17 lid 1 en artikel 18 lid 1 slechts worden genomen indien alle leden van de raad van toezicht ter
vergadering in persoon aanwezig dan wel vertegenwoordigd zijn en met een meerderheid van ten minste drie vierde van de geldig uitgebrachte stemmen.
Is een vergadering, waarin een dergelijk besluit aan de orde is, niet voltallig,_
dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste drie vierde van de uitgebrachte stemmen en mits meer dan de helft van het aantal bestuurders in persoon ter vergadering aanwezig dan wel vertegenwoordigd is.
7. Ieder lid van de raad van toezicht kan één stem uitbrengen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen is _
het voorstel verworpen. Leden van de raad van toezicht stemmen zonder
last en ruggespraak.
8. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met _
gewone meerderheid van stemmen en uitsluitend voor zover geen van de leden van de raad van toezicht zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht opgenomen.
9. In het geval dat een lid van de raad van toezicht een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting _
dient hij dit te melden aan de overige leden van de raad van toezicht.
10. Een lid van de raad van toezicht dient zich van de beraadslaging en besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang _
speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij
mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
Indien alle leden van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang hebben met de stichting, kan de raad van toezicht niettemin besluiten nemen, mits
onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten _
grondslag liggen.
11. De raad van toezicht draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstrijdig _
belang als bedoeld in lid 9 van dit artikel.
12. De vergaderingen van de raad van toezicht worden bijgewoond door het
bestuur, tenzij de raad van toezicht met opgaaf van redenen de wens te kennen geeft zonder het bestuur te willen vergaderen. Het bestuur heeft in _ de vergadering van de raad van toezicht geen stemrecht maar slechts een _
adviserende stem.
13. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden _
notulen opgesteld door een door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. In plaats van notulen kan een besluitenlijst worden opgesteld.
Commissies. Richtlijn Autorisatie Raad en Richtlijn Ontwikkel Commissies. Artikel 14.
1. Het bestuur kan één of meerdere commissies instellen en opheffen.
2. Het bestuur stelt tenminste de Richtlijn Autorisatie Raad in. De Richtlijn Autorisatie Raad heeft tot taak vast te stellen dat aan de wetenschappelijke _
eisen voor het opstellen van richtlijnen en de formulering van aan de richtlijn
gekoppelde indicatoren is voldaan en het op basis daarvan, geven van een _ schriftelijk advies aan de stichting omtrent de vaststelling van de richtlijnen. _
3. De Richtlijn Autorisatie Raad bestaat uit een door het bestuur vast te stellen
aantal van ten minste drie natuurlijke personen. De leden van de Richtlijn Autorisatie Raad worden door het bestuur benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar en zijn, al dan niet aansluitend, onbeperkt herbenoembaar, telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar.
De benoeming van de voorzitter van de Richtlijn Autorisatie Raad behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht.
4. Per te ontwikkelen richtlijn wordt door het bestuur, na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, een Richtlijn Ontwikkel Commissie
ingesteld, welke tot taak heeft het ontwikkelen van de richtlijn op basis van _
een daartoe door het bestuur, met goedkeuring van de raad van toezicht, genomen besluit. Het proces van richtlijnontwikkeling geschiedt met in achtneming van de EBRO-normen.
5. Een Richtlijn Ontwikkel Commissie bestaat uit een door het bestuur vast te _
stellen aantal van ten minste drie natuurlijke personen.
De leden van een Richtlijn Ontwikkel Commissie worden door het bestuur benoemd na goedkeuring van de raad van toezicht, een en ander met
inachtneming van hetgeen hieromtrent nader is vastgelegd in het reglement_
als bedoeld in lid 6 van dit artikel.
6. De wijze waarop een evenwichtige samenstelling van de Richtlijn Autorisatie Raad en een Richtlijn Ontwikkel Commissie wordt geborgd, wordt vastgelegd in een door het bestuur, met goedkeuring van de raad van toezicht, vast te stellen reglement.
7. Nadat een Richtlijn Ontwikkel Commissie, met inachtneming van het daaromtrent bij of krachtens deze statuten bepaalde, een richtlijn heeft ontwikkeld en nadat de Richtlijn Autorisatie Raad het in lid 2 bedoelde advies heeft gegeven, kan het bestuur besluiten tot vaststelling van de betreffende richtlijn.
Na vaststelling van een richtlijn legt het bestuur deze richtlijn ter goedkeuring voor aan de raad van toezicht. Nadat de raad van toezicht de betreffende richtlijn heeft goedgekeurd, wordt deze richtlijn bij afzonderlijk besluit tevens algemeen verbindend verklaard door de ledenraad van de KNMT alsmede door de algemene vergadering van de FTWV.
8. De verdere taken, werkwijze, de relatie ten opzichte van het bestuur en de raad van toezicht, alsmede alle overige aspecten ter zake het functioneren _
van de Richtlijn Autorisatie Raad, een Richtlijn Ontwikkel Commissie en
eventuele andere commissies worden nader vastgelegd in het in lid 6 van dit artikel bedoelde reglement.
9. De leden van de Richtlijn Autorisatie Raad kunnen een bezoldiging en/of een onkostenvergoeding ontvangen. De hoogte daarvan wordt vastgesteld _
door het bestuur, na goedkeuring van de raad van toezicht.
De leden van een Richtlijn Ontwikkel Commissie kunnen eveneens een onkostenvergoeding ontvangen. De hoogte daarvan wordt opgenomen in een algemene vacatieregeling voor de leden van de Richtlijn Ontwikkel Commissies.
Directeur.
Artikel 15.
1. Het bestuur kan besluiten een directeur te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
De in deze statuten opgenomen bepalingen over de directeur zijn alleen van toepassing indien en voor zolang de directeur in functie is.
Het besluit van het bestuur tot benoeming, schorsing of ontslag van de directeur behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht.
De directeur is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het bestuur.
Slechts natuurlijke personen kunnen tot directeur worden benoemd. De benoeming van de directeur kan geschieden aan de hand van een door het _
bestuur op te stellen profielschets. Het bestuur treedt op als op werkgever
van de directeur. De vaststelling van het eventuele salaris en de regeling van de overige arbeidsvoorwaarden van de directeur geschiedt door het bestuur, na goedkeuring van de raad van toezicht.
2. De directeur heeft de coördinatie over de dagelijkse gang van zaken binnen_
de stichting en is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid en
de activiteiten van de stichting. De directeur is bevoegd daarvoor alle noodzakelijke handelingen te verrichten. De directeur dient daarbij het door _
het bestuur vastgestelde beleid op te volgen en is aan het bestuur
verantwoording verschuldigd ter zake van de aan hem bij of krachtens deze statuten opgedragen taken en bevoegdheden.
3. Het bestuur stelt, met goedkeuring van de raad van toezicht, voor de directeur een directiereglement vast waarbinnen hij zijn taken en bevoegdheden dient uit te oefenen. De directeur informeert het bestuur tijdig over de zaken die voor een goed functioneren van het bestuur van belang zijn.
4. De directeur kan in ieder geval worden belast met:
a. het voorbereiden van de door het bestuur te nemen besluiten en het uitvoeren van deze besluiten;
b. het verrichten van rechtshandelingen en feitelijke handelingen, alsmede het aangaan van verplichtingen, die zijn voorzien in een door het bestuur, met goedkeuring van de raad van toezicht, vastgestelde meerjarenbeleidsplan en bijbehorende jaarlijkse begroting;
c. het voeren van periodiek overleg met de Richtlijn Autorisatie Raad en de (diverse) Richtlijn Ontwikkel Commissie(s);
d. het verzorgen en onderhouden van contacten met en berichtgeving aan belanghebbenden.
5. De directeur woont, tenzij het bestuur anders besluit, de vergaderingen van _
het bestuur bij.
Boekjaar, administratie, jaarrekening, accountant en begroting. Artikel 16.
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van _
alles betreffende de werkzaamheden van de stichting naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie _
te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier
maanden door het bestuur op grond van bijzondere omstandigheden, welk _
besluit tot verlenging de goedkeuring van de raad van toezicht behoeft, een _
jaarrekening te maken en om deze op papier te stellen. Binnen deze termijn stelt het bestuur ook een bestuursverslag op.
4. De stichting kan opdracht tot onderzoek van de jaarrekening verlenen aan een accountant bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Indien dit aan de orde is, is de raad van toezicht bevoegd tot het verlenen van de opdracht aan de accountant. Gaat deze alsdan daartoe niet over, dan is het bestuur bevoegd. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt; de opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door degene die haar heeft verleend; de door het bestuur verleende opdracht kan bovendien door de raad van toezicht worden ingetrokken.
5. Indien aan een accountant bedoeld in het vorige lid opdracht tot onderzoek _
van de jaarrekening is verleend, brengt deze omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van toezicht en aan het bestuur en geeft hij de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening.
6. Indien aan een accountant bedoeld in lid 4 opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, is het bestuur verplicht hem ten behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting voor raadpleging beschikbaar te stellen.
7. De jaarrekening wordt vastgesteld door het bestuur; het besluit tot vaststelling van de jaarrekening behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht.
Xxxxxxxxxxx van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening door de raad van toezicht strekt niet tot decharge van de bestuurders voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar.
Nadat het voorstel tot goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de raad van toezicht het
voorstel worden gedaan om decharge te verlenen aan de bestuurders voor _
het door hen gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid aan de raad van toezicht mededelingen zijn gedaan.
8. De jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders, alsmede door alle leden van de raad van toezicht; ontbreekt een handtekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
9. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren, onverminderd het hierna in lid 10 bepaalde.
10. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere
gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens
gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd _
leesbaar kunnen worden gemaakt.
11. Het bestuur stelt jaarlijks in oktober van elk boekjaar een meerjarenbegroting op met in achtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 7_
sub a. die de daaropvolgende drie boekjaren bestrijkt. Tevens wordt in
oktober van elk boekjaar een gedetailleerde begroting voor het komende boekjaar opgesteld met in achtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 7 sub h., waarin opgenomen de deelbegrotingen per richtlijn. Het besluit van het bestuur tot vaststelling van de meerjarenbegroting alsmede de jaarbegroting vereist naast de goedkeuring van de raad van toezicht tevens de goedkeuring van de ledenraad van de KNMT.
Statutenwijziging. Artikel 17.
1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Een besluit van het bestuur _
tot wijziging van de statuten van de stichting behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 6.
2. Bij de oproeping tot de vergadering van het bestuur waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.
Bij de oproeping tot de vergadering van de raad van toezicht waarin de goedkeuring van een besluit van het bestuur tot statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde statutenwijziging, te worden gevoegd.
3. Een besluit tot wijziging van de artikelen:
a. 10 lid, 2, lid 3 en lid 8;
b. 13 lid 5
c. 14 lid 7
d. 16 lid 11;
e. 17 lid 3;
f. 18 lid 2,
behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het bestuur van de KNMT en het bestuur van de FTWV.
4. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is iedere bestuurder zelfstandig bevoegd.
Ontbinding. Artikel 18.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit van het bestuur tot ontbinding van de stichting behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 6.
2. Alvorens het bestuur besluit tot ontbinding, worden het bestuur van de KNMT en het bestuur van de FTWV daarvan schriftelijk in kennis gesteld en
in de gelegenheid gesteld daarover binnen vier weken na ontvangst van de _ in kennisstelling met het bestuur over van gedachten te wisselen.
3. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 17 lid _
2 van overeenkomstige toepassing.
4. Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens, onder goedkeuring van de raad van toezicht, de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld.
5. Xxxxxxx van ontbinding van de stichting krachtens een besluit van het bestuur, treden de bestuurders van de stichting, onder toezicht van de raad _
van toezicht, op als vereffenaars van het vermogen van de ontbonden
stichting, tenzij bij het besluit tot ontbinding (tevens) een of meer andere vereffenaars zijn aangewezen.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder _
berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
7. De vereffening geschiedt met inachtneming van het daaromtrent in titel 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde. Tijdens de vereffening blijven deze statuten, voor zover mogelijk, van kracht.
Reglementen. Artikel 19.
1. Indien en voor zover bij of krachtens deze statuten niet anders is bepaald, worden alle reglementen van de stichting, door het bestuur vastgesteld. Een besluit van het bestuur tot vaststelling van een reglement van de stichting behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht.
2. In reglementen van de stichting worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig zijn geregeld.
3. Reglementen van de stichting mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar_
deze geen dwingend recht bevat, en deze statuten.
4. Indien en voor zover bij of krachtens deze statuten niet anders is bepaald, is het bestuur te allen tijde bevoegd een door het bestuur vastgesteld reglement te wijzigen of in te trekken. Een besluit van het bestuur tot wijziging of intrekking van een reglement van de stichting behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht.
Slotbepaling. Artikel 20.
In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het _
bestuur.
SLOTVERKLARING
Tenslotte verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, als volgt.
A. Met ingang van de dag na ondertekening van deze akte wordt het bestuur van de stichting gevormd door:
- xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, geboren op eenendertig oktober negentienhonderdzesenzeventig;
- de xxxx Xxxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxx, geboren op dertig januari negentienhonderdtweeënzeventig.
B. Met ingang van diezelfde datum worden - in afwijking van artikel 10 - tot eerste leden van de raad van toezicht van de stichting benoemd:
- de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx, geboren op negentien juli negentienhonderdeenenzestig, en geacht te zijn benoemd
op voordracht van de FTWV, en met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op één februari tweeduizend vijfentwintig en als dan eenmaal herbenoembaar is;
- xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx, geboren op zeven februari negentienhonderdzesentachtig, en geacht te zijn benoemd op voordracht van de FTWV, en met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op één februari tweeduizend vijfentwintig en als dan eenmaal herbenoembaar is;
- de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx, geboren op zestien augustus
negentienhonderdvierenvijftig, en geacht te zijn benoemd op voordracht van de FTWV, en met dien verstande dat hij/zij uiterlijk aftreedt op één _ februari tweeduizend vijfentwintig en als dan eenmaal herbenoembaar _
is;
- de xxxx Xxxxxxx Xxxx Xxx Xxxxxxx, geboren op één juli negentienhonderdachtentachtig en geacht te zijn benoemd op voordracht van de KNMT, en met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op één februari tweeduizend vijfentwintig en als dan eenmaal herbenoembaar is;
_
- de xxxx Xxxxxx Xxxx, geboren op achtentwintig oktober negentienhonderdvierenzestig en geacht te zijn benoemd op voordracht van de KNMT, en met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op één februari tweeduizend vijfentwintig en als dan eenmaal herbenoembaar is;
_
- de xxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx, geboren op negen februari negentienhonderdvierenvijftig en geacht te zijn benoemd op voordracht van de KNMT, en met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op één februari tweeduizend vijfentwintig en als dan eenmaal herbenoembaar is;
- xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx xxx Xxxxxxx-xxx xxx Xxxxxx, geboren op zeventien maart negentienhonderdeenenzestig, en geacht te zijn benoemd op voordracht van de KNMT, en met dien verstande dat zij
uiterlijk aftreedt op één februari tweeduizend vijfentwintig en als dan eenmaal herbenoembaar is.
SLOT
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de
verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van _
de akte. Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon _
en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum aan het begin van deze akte vermeld.
Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
door mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht op 2 februari 2022