Aanvulling 1 op de Netverklaring 2021
Aanvulling 1 op de Netverklaring 2021
ProRail heeft onderstaande aanvullingen en/of wijzigingen op de Netverklaring 2021 vastgesteld, in overeenstemming met het bepaalde in paragraaf 1.6 van deze Netverklaring.
1 Remtabellen (2.4)
Paragraaf 2.4 Operationele Voorwaarden wordt als volgt gewijzigd:
I. In paragraaf 2.4 wordt na de overeen te komen regeling ► ProRail wil in een toegangsovereenkomst afspraken maken […] Operationele Voorwaarden overeen te komen zoals opgenomen in bijlage 6 ◄ de volgende zin ingevoegd:
‘Naast de in bijlage 6 opgenomen Operationele Voorwaarden geldt het volgende:’
II. Na de passage met betrekking tot de voertaal wordt de volgende alinea ingevoegd:
Remtabellen
Op basis van artikel 4.2.2.6.2 van de TSI OPE stelt ProRail de al in gebruik zijnde remtabellen beschikbaar. Deze remtabellen (en de daarbij behorende voorschriften) zijn per 1 april 2020 uit de Regeling Spoorverkeer geschrapt.1
Remtabel | 1 | 2 | |||||||
1.11) | 1.22) | 1.33) | 1.44) | 2.11) | 2.22) | 2.33) | 2.44) | Snelheid in km/u: | |
Rempercentage in % | 30 | 30 | 30 | 30 | 39 | 39 | 39 | 39 | 30 |
30 | 30 | 30 | 30 | 46 | 46 | 46 | 46 | 35 | |
30 | 30 | 30 | 30 | 54 | 54 | 54 | 54 | 40 | |
30 | 30 | 30 | 30 | 54 | 54 | 54 | 54 | 45 | |
30 | 30 | 30 | 30 | 54 | 54 | 54 | 54 | 50 | |
36 | 36 | 36 | 36 | 54 | 54 | 54 | 54 | 55 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 60 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 65 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 70 | |
46 | 46 | 46 | 46 | 56 | 56 | 56 | 56 | 75 | |
54 | 54 | 54 | 54 | 65 | 65 | 65 | 65 | 80 | |
54 | 54 | 54 | 54 | 65 | 69 | 72 | 72 | 85 | |
55 | 55 | 55 | 55 | 65 | 69 | 72 | 72 | 90 |
1 Zie Staatscourant 2020, 14353
Remtabel | 1 | 2 | |||||||
1.11) | 1.22) | 1.33) | 1.44) | 2.11) | 2.22) | 2.33) | 2.44) | Snelheid in km/u: | |
56 | 59 | 62 | 63 | 69 | 73 | 76 | 76 | 95 | |
65 | 69 | 72 | – | 75 | 79 | 83 | – | 100 | |
69 | 73 | 76 | – | – | – | – | – | 105 | |
76 | 80 | 84 | – | – | – | – | – | 110 | |
83 | 88 | 92 | – | – | – | – | – | 115 | |
91 | 96 | 100 | – | – | – | – | – | 120 | |
102 | – | – | – | – | – | – | – | 125 | |
113 | – | – | – | – | – | – | – | 130 | |
113 | – | – | – | – | – | – | – | 135 | |
119 | – | – | – | – | – | – | – | 140 | |
129 | – | – | – | – | – | – | – | 145 | |
139 | – | – | – | – | – | – | – | 150 | |
149 | – | – | – | – | – | – | – | 155 | |
160 | – | – | – | – | – | – | – | 160 |
Leeswijzer
▪ Remtabel 1 (onderverdeeld in de kolommen 1.1 tot en met 1.4) geldt voor alle baanvakken met uitzondering van de baanvakken genoemd bij remtabel 2.
▪ Remtabel 2 (onderverdeeld in de kolommen 2.1 tot en met 2.4) geldt voor de baanvakken Nuth – Haanrade en Heerlen – Schin op Geul.
Noten
1) Geldt voor alle treinen met uitzondering van de onder 2, 3 en 4 genoemde treinen.
2) Geldt voor treinen bestemd voor het vervoer van goederen met de rem in de stand P en een trein lengte, exclusief de vooroplopende krachtvoertuigen, van > 500 meter en ≤ 600 meter.
3) Geldt voor treinen bestemd voor het vervoer van goederen met de rem in de stand P en een treinlengte, exclusief de vooroplopende krachtvoertuigen, van > 600 meter en ≤ 700 meter.
4) Geldt voor treinen bestemd voor het vervoer van goederen met de rem in de stand G, ongeacht treinlengte.
Bij de toepassing van deze remtabel gelden de voorschriften en berekeningsmethoden zoals opgenomen in de artikelen 9 tot en met 22 en bijlage 3 van de Regeling Spoorverkeer zoals deze gold op 31 maart 2020 (xxxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000/0000-00-00).
2 Aandachtspunten omgevingsvergunning Milieu (3.4.3)
In paragraaf 3.4.3 ‘Risicogerelateerde gebruiksbeperkingen’ wordt de zin
‘Ten behoeve van de dienstregeling wordt op het Logistiek Portaal van ProRail de checklist milieu gepubliceerd, hierop staan alle emplacementen waar, tot op heden, het wettelijk is toegestaan te rangeren met voor externe veiligheid relevante gevaarlijke stoffen.’
gewijzigd in:
‘Ten behoeve van de dienstregeling worden op het Logistiek Portaal van ProRail de Checklist Milieu en op emplacementsniveau de documenten ‘Aandachtspunten omgevingsvergunning Milieu’ gepubliceerd. In de Checklist staan alle emplacementen waar het, tot op heden, wettelijk is toegestaan te rangeren met voor externe veiligheid relevante gevaarlijke stoffen. In de documenten Aandachtspunten omgevingsvergun- ning Milieu wordt per emplacement op hoofdlijnen de inhoud van de omgevingsvergunning weergegeven.’
3 TTR pilot project (4.2.4)
In paragraaf 4.2.4. ‘TTR pilot project’ wordt de naam van het genoemde memo gewijzigd in ‘Memo TvV pilot TTR in jaardienst 2020 en 2021’. Het nieuwe memo is eveneens beschikbaar op het Logistiek Portaal.
4 Tijdschema voor ad-hocaanvragen (4.3.3)
In paragraaf 4.3.3 worden de data in navolgende passage aangepast:
‘Dit geldt ook voor de ad-hocaanvragen die binnenkomen na de definitieve verdeling maar voor het sluiten van het eerste wijzigingsblad (19 oktober 2020). De verwerking van deze aanvragen dient gereed te zijn bij sluiting van het eerste wijzigingsblad (19 oktober 2020). Vanaf 20 oktober 2020 gelden dan de reguliere reactietermijnen zoals hiervoor genoemd.’
19 oktober (twee keer) wordt gewijzigd in 13 oktober en 20 oktober wordt gewijzigd in 14 oktober.
5 Toegang tot opstel- en rangeervoorzieningen (4.9.2 en 4.9.3)
I. Paragraaf 4.9.2
a. In de volgende zin:
‘Voor de goederenemplacementen (zie tabel 4.6) start de behandeling van verzoeken op 7 september 2020. Aanvragers dienen hun verzoek uiterlijk 4 september 2020 in te dienen.’
worden de data gewijzigd in respectievelijk 17 augustus 2020 en 14 augustus 2020.
b. Aan de tabel 4.6 Lijst met goederenemplacementen worden Gekkengraaf en Tilburg GE toegevoegd.
II. Paragraaf 4.9.3
c. Onder Stap 3: Coördinatieprocedure wordt na de zin ‘ProRail gaat in overleg […] capaciteit maximaal te benutten.’ de volgende zin ingevoegd:
‘Relevante informatie over verschuivingen van ladingpakketten tussen vervoerders, aantoonbaar opportune nieuwe ladingpakketten en significante wijzigingen in volumes van ladingspakketten kan onderdeel uit maken van het coördinatieproces.’
d. De prioriteitscriteria onder Stap 5: Conflictbeslechting en prioriteitscriteria voor toewijzing vervallen in zijn geheel en worden vervangen door de navolgende opsomming:
1 Opstellen van materieel dat operationeel wordt ingezet in een geplande vervoersdienst gaat boven materieel dat niet-operationeel wordt ingezet (bijvoorbeeld strategische reserves, nieuw of defect materieel, sloopmaterieel, opleidingsmaterieel, et cetera).
2 Treingerelateerd opstellen en behandelen/rangeren gaat boven niet-treingerelateerd opstellen en behandelen/rangeren. Om dit te kunnen bepalen wordt er rekening gehouden met:
• Aangevraagde treinen voor de jaardienstverdeling en;
• Gerealiseerde treinen in de lopende dienstregeling.
3 Voor reizigerstreinen geldt dat er naar rato van het aantal bakken (rekening houdend met de lengte van de bakken) van startende beladen (eerste) reizigerstreinen wordt toegewezen.
4 Voor reizigerstreinen geldt dat aanvragen voor kortdurend opstellen (minder dan 1 uur) gaan boven aanvragen voor langer opstellen (meer dan 1 uur).
5 Voor goederenvervoerders geldt:
• Dat er bij de toewijzing rekening wordt gehouden met de relatie tussen treinlengte en spoorlengte. De langste sporen worden toegewezen aan de vervoerder die in een geplande vervoersdienst de langste treinen inzet.
• Dat opstelsporen voor locs worden verdeeld naar rato van het verwachte gebruik van deze sporen.
6 Voor goederenvervoerders geldt dat een contract (het aantoonbaar beschikken over ladingpakket en/of terminalslots binnen de dienstregelingsperiode) gaat boven geen contract.
7 In de toewijzing wordt rekening gehouden met de optimalisatie van het spoorgebruik bij het rangeren, zo min mogelijk rangeerbewegingen.
8 In het kader van optimaal benutten van capaciteit wordt er rekening gehouden met eventuele onderbenutting van (een deel van) de volledig toegewezen capaciteit in het verleden (inclusief de redenen hiervoor).
e. Onder Stap 6: Toewijzing aan gerechtigden wordt de datum in de eerste zin ‘Voor goederenemplacementen vindt de toewijzing uiterlijk plaats op 8 oktober 2020.’ gewijzigd in 2 oktober 2020.
6 Vergoeding dienst opstellen: Gecombineerde sporen en TijdRuimteSlots (TRS) (6.3.2.2)
I. In paragraaf 6.3.2.2 wordt na de zin” De capaciteit van de gehele nuttige lengte van het betrokken spoor in meters wordt in rekening gebracht.’ de volgende zijn ingevoegd:
‘Uitzondering zijn gecombineerde sporen, die bestaan uit twee sporen die in elkaars verlengde liggen en onderbroken worden door een infra-element (bijvoorbeeld een wissel of een sein) of een voorziening (bijvoorbeeld een tank- of wasinstallatie) en als gevolg hiervan een fasering in de nummering bevatten (bijvoorbeeld A- en B-versie). In het geval van een gecombineerd spoor, dat voor dezelfde tijdsperiode en door één gerechtigde wordt aangevraagd, wordt de verschuldigde vergoeding berekend op basis van de volledige nuttige lengte van het gecombineerde spoor. Indien slechts één spoor van het gecombineerde spoor wordt aangevraagd en verdeeld, dan is alleen voor dit ene spoor een vergoeding verschuldigd.’
II. In paragraaf 6.3.2.2 wordt na de zin” De vergoeding voor het gebruik van voorzieningen op opstelterreinen […] voor opstellen.’ de volgende alinea ingevoegd:
’In geval van een TijdruimteSlot (TRS) wordt een bundel sporen aangevraagd en gebruikt. Zie hiervoor ook paragraaf 2.2 van de operationele voorwaarden (bijlage 6). Bij een TRS wordt het tarief in rekening gebracht voor twee sporen die hiervan onderdeel uitmaken, voor de volledige tijdsduur (in minuten) van het TRS, ongeacht het totale aantal sporen waaruit het TRS bestaat. Per TRS zijn hiervoor door ProRail twee sporen aangewezen. In geval een TRS uit één spoor bestaat dan zal het tarief in rekening worden gebracht voor slechts dit ene specifieke spoor.’
7 Meerjarige vergoedingen en bandbreedte-indicatoren (6.6.2.1)
In paragraaf 6.6.2.1 wordt na de laatste alinea de volgende tekst ingevoegd:
De waarden van de indicatoren zoals deze zijn vastgesteld bij het herberekenen hiervan ten behoeve van de vergoeding voor 2021 en 2022 bedragen:
• indicator minimumtoegangspakket: 1,58 (-/-0,7% t.o.v. oorspronkelijke waarde);
• indicator dienst transfer: 2,00 (+4,8% t.o.v. oorspronkelijke waarde);
• indicator dienst opstellen: 0,0371 (+0,8% t.o.v. oorspronkelijke waarde).
De afwijkingen van de indicatoren ten opzichte van de waarden zoals deze zijn vastgesteld ten tijde van de oorspronkelijke tariefberekening vallen binnen de bandbreedte van -5% tot +5%. Dit betekent dat de tarieven voor 2021 niet worden herberekend.
8 Onttrekking diverse sporen en wissels op Tilburg Industrie (Loven) aan de hoofdspoorweginfrastructuur (bijlage 1)
In bijlage 1 Algemene overzichtskaart met netwerkconfiguratie wordt in de tabel met stamlijnen die hoofdspoorwegen zijn Tilburg De Loven geschrapt.
9 Uitbreiding dienst WLIS met WLIS CaseManagement (WCM) (bijlage 23)
In bijlage 23 ‘Applicaties, publicaties en rapportages’ wordt de gehele tabel onder onderdeel 14 ‘Omschrijving van de applicatie WagenLading Informatie Systeem (WLIS)’ vervangen door de navolgende tabel:
Rubriek | Toelichting |
Applicatie | WLIS (WagenLading InformatieSysteem) |
Rubriek | Toelichting |
Functie | WLIS is een applicatie die wordt aangeboden door ProRail aan de spoorwegonderneming en voor ProRail zelf waarin de status van een vertreksamenstelling van een goederentrein te zien is voor de hulpdiensten. WLIS is de nieuwe naam van een applicatie waarin de applicaties W-LIS (voorheen IGS) en OVGS zijn samengevoegd. In WLIS kunnen vervoerders de samenstelling van goederentreinen en de positie van RID-wagens op spoornummers op emplacementen ten opzichte van andere RID- (en non-RID-) wagens registreren. De dienst bestaat uit de applicatie WLIS, de Digitale Rangeer Assistent en de rapportage-inzage-applicatie WCM (WLIS CaseManagement). Gegevenslevering van RID-wagens door de spoorwegonderneming aan ProRail is wettelijke verplicht. ProRail deelt deze informatie met hulpdiensten in geval van een incident en met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in het kader van Basisnet spoor. |
Voorziening | Toegang tot de webbased applicatie WLIS, die binnen een internetbrowser draait. Toegang tot de WLIS DRA-app, (dit is de Digitale RangeerAssistent die als app wordt aangeboden) welke op een Apple- of Androidtoestel draait. Toegang tot de webbased applicatie WCM (WLIS CaseManagement), die binnen een internetbrowser draait. |
Typen | Er is één gebruikstype. Deze mag zowel raadplegen als muteren. Er is een superuser per spoorwegonderneming. Een spoorwegonderneming kan zelf nieuwe medewerkers binnen de organisatie aanmaken en/of muteren evenals de toegang verlenen aan de DRA-gebruikers. |
Aanvraag | Via Productmanagement Informatie- en ICT-diensten (xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx). |
Levertijd | Het aanmaken van een superuseraccount kost circa drie tot vier weken. |
Leveringsvoorwaarden | De werking van WLIS en WCM wordt alleen gegarandeerd in EDGE, FireFox en Chrome. Een SLA maakt onderdeel uit van de Toegangsovereenkomst; een concept daarvan wordt desgevraagd beschikbaar gesteld via Productmanagement Informatie- en ICT-diensten (xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx). |
ProRail B.V.
Utrecht, 29 mei 2020