Contract

Doorlopende tekst van de statuten van de Dr. P.A. Tiele-Stichting, statutair gevestigd te Amsterdam, waarin is verwerkt de akte van statutenwijziging verleden op 13 februari 2003, voor mr. H.B.J. Xxxxx, notaris te Amsterdam.

Statuten

Naam en zetel

Artikel 1.

1. De stichting draagt de naam: Dr. P.A. Tiele-Stichting.

2. Zij is gevestigd te Amsterdam.

Bureau

Artikel 1 bis.

De stichting kan het bureau van de stichting feitelijk elders vestigen dan te Amsterdam.

Doel

Artikel 2.

De stichting heeft ten doel het bevorderen van de wetenschap van het boek en de drukkunst en de daarmede samenhangende technieken.

Middelen

Artikel 3.

De stichting tracht dit doel te bereiken door:

a. de instelling van leerstoelen, daar onder begrepen het scheppen van bijzondere leerstoelen aan Nederlandse universiteiten en de benoeming van hoogleraren in de onder de respectievelijke leerstoelen ressorterende leervakken, benevens het langs andere wegen openen van de gelegenheid tot het verkrijgen van onderricht in de grafische, bibliografische, typografische en andere direct met de doelstelling samenhangende vakken;

b. het doen uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek;

c. het (doen) uitgeven van wetenschappelijke publicaties, zoals de ‘Bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandse boekhandel’;

d. het organiseren van symposia, congressen en lezingen;

e. alle middelen die bevorderlijk kunnen zijn aan het doel van de stichting.

Vermogen

Artikel 4.

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:

- subsidies, donaties en schenkingen;

- bijdragen van aangeslotenen en sponsorbijdragen;

- erfenissen en legaten, die niet anders dan onder voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden aanvaard;

- opbrengsten van vermogen;

- alle andere verkrijgingen en baten.

Bestuur: samenstelling, benoeming, defungeren

Artikel 5.

1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van minimaal drie en maximaal acht personen.

2. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een voordracht, welke tenminste één persoon voor iedere te vervullen plaats bevat, opgemaakt door de Vergadering van Aangeslotenen. Elke categorie van aangeslotenen heeft het recht van voordracht van tenminste één van de bestuursleden. Indien het bestuur bestaat uit zes of meer leden, heeft elke categorie het recht van voordracht van twee leden.

3. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar, met uitzondering van diegene(n) die er reeds twee ambtstermijnen van vier jaar op heeft (hebben) zitten.

4. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Bestuursleden worden benoemd door het bestuur. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

5. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan, dan wel, in de plaats van beide laatstgenoemden, een secretaris-penningmeester.

6. Het bestuur kan zich laten bijstaan door een ambtelijk secretaris, die geen deel uitmaakt van het bestuur. De ambtelijk secretaris wordt geschorst en ontslagen door het bestuur. Het bestuur verleent aan de ambtelijk secretaris voldoende procuratie voor de uitoefening van diens taak.

7. Een bestuurslid defungeert:

a. door zijn overlijden;

b. doordat hij failliet wordt verklaard of surséance betaling aanvraagt;

c. door zijn onder curatelestelling;

d. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;

e. door zijn ontslag verleend door het bestuur om gewichtige redenen.

Bestuur: taak en bevoegdheden

Artikel 6.

1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.

2. Het bestuur is bevoegd overeenkomsten te sluiten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.

3. Het bestuur van de stichting stelt (jaarlijks) het beleids- en actieplan van de stichting vast met de daarbij behorende begroting, na overleg met de Vergadering van Aangeslotenen.

Bestuur: vertegenwoordiging

Artikel 7.

1. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee bestuursleden van wie ten minste een lid de voorzitter, penningmeester, of secretaris is.

2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuursleden alsook aan derden om de stichting binnen de grenzen aan die volmacht te vertegenwoordigen.

Bestuur: besluitvorming

Artikel 8.

1. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee van de overige bestuursleden een bestuursvergadering bijeenroepen, doch ten minste één maal per jaar.

2. Telkenjare, vóór één juni, wordt de jaarvergadering gehouden, welke vergadering wordt gecombineerd met de jaarvergadering van de Vergadering van Aangeslotenen. Daarin wordt door de secretaris verslag uitgebracht over de verrichtingen in het afgelopen jaar. De penningmeester legt daarin rekening en verantwoording af voor zijn financiële beheer in het afgelopen boekjaar.

3. De bijeenroeping van een bestuursvergadering geschiedt door de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuursleden, dan wel namens deze(n) door de secretaris, en wel schriftelijk onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten minste zeven dagen. Indien de bijeenroeping niet schriftelijk is geschied of onderwerpen aan de orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan zeven dagen, is besluitvorming niettemin mogelijk, mits de vergadering voltallig is en geen der bestuursleden zich alsdan tegen besluitvorming verzet.

4. Bestuursvergaderingen worden gehouden op een plaats, vast te stellen door degene die de vergadering bijeenroept.

5. Toegang tot de vergaderingen hebben de bestuursleden, alsmede zij die door de ter vergadering aanwezige bestuursleden worden toegelaten. Een bestuurslid kan zich door een schriftelijk door hem daartoe gevolmachtigd mede-bestuurslid ter vergadering doen vertegenwoordigen. Een bestuurslid kan ten hoogste één mede-bestuurslid ter vergadering vertegenwoordigen.

6. Xxxxx bestuurslid heeft één stem. Alle besluiten waaromtrent bij deze statuten niet anders is bepaald worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Staken de stemmen bij verkiezing van personen dan beslist het lot; staken de stemmen bij een andere stemming, dan is het voorstel verworpen.

7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij een ter vergadering aanwezig bestuurslid schriftelijke stemming verlangt.

8. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

9. Van het verhandelde in de vergadering worden door een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen opgemaakt, welke in dezelfde of de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist ondertekend.

10. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen, en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is alsdan genomen zodra de vereiste meerderheid van alle bestuursleden zich schriftelijk vóór het voorstel heeft verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen gevoegd.

Vergadering van Aangeslotenen

Artikel 9.

1. De stichting kent aangeslotenen. De hoedanigheid van aangeslotene(n) van de stichting staat slechts open voor de volgende categorieën:

a. organisaties en instellingen op het gebied van het boekwetenschappelijk onderzoek;

b. archieven, wetenschappelijke bibliotheken en musea die zich richten op de wereld van het boek en andere organisaties en instellingen die een beheers- en ontsluitingsfunctie vervullen op het gebied van de boekwetenschap;

c. marktgerichte organisaties op het gebied van uitgeverij, boekhandel, openbaar bibliotheekwerk, drukkunst, binderij, typografie en vormgeving, alsmede organisaties en instellingen die de maatschappelijke betekenis van geschriften en de belangen van rechthebbenden op geschriften bevorderen.

2. De aangeslotenen vormen tezamen de Vergadering van Aangeslotenen. De Vergadering van Aangeslotenen komt tenminste éénmaal per jaar bijeen en verder zo dikwijls het bestuur of tenminste twee aangeslotenen een Vergadering van Aangeslotenen bijeenroepen. De vergaderingen worden gehouden ter plaatse te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept. De bijeenroeping geschiedt schriftelijk onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van tenminste zeven dagen tevoren.

3. De Vergadering van Aangeslotenen beslist over de toetreding van aangeslotenen.

4. De Vergadering van Aangeslotenen wordt voorgezeten door de voorzitter van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur wijst de vergadering zelf een voorzitter aan.

5. De hoedanigheid van aangeslotenen eindigt:

a. door opzegging door de aangeslotene tegen het einde van het boekjaar met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste drie maanden;

b. ingeval de aangeslotene in liquidatie of in faillissement verkeert, danwel;

c. door opzegging door de Vergadering van Aangeslotenen, omdat:

- de aangeslotenen naar het oordeel van de Vergadering van Aangeslotenen de in lid 1 van dit artikel bedoelde hoedanigheid heeft verloren,

- de aangeslotene in verzuim is met de nakoming van haar verplichtingen jegens de stichting, danwel;

- de aangeslotene op ernstige wijze heeft gehandeld in strijd met de belangen van de stichting.

6. Een gewezen aangeslotene blijft gehouden tot nakoming van haar verplichtingen jegens de stichting, die zijn ontstaan vóór het moment waarop zij ophield aangeslotenen te zijn.

7. De Vergadering van Aangeslotenen is toegankelijk voor:

a. alle niet-geschorste aangeslotenen;

b. het bestuur;

x. xx xxxxxxxxx secretaris;

d. andere personen aan wie het bestuur heeft toegestaan de Vergadering van Aangeslotenen bij te wonen.

8. De Vergadering van Aangeslotenen kan een reglement vaststellen waarbij regels worden gegeven omtrent haar besluitvorming. Het reglement behoeft de goedkeuring van het bestuur van de stichting.

Boekjaar en jaarstukken

Artikel 10.

1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.

2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening, bestaande uit een balans en een staat van baten en lasten met een toelichting, van de stichting op te maken.

4. Het bestuur kan, alvorens tot vaststelling van de in lid 3 bedoelde stukken over te gaan, deze doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen accountant. Deze brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit.

5. De jaarrekening behoeft de goedkeuring van de Vergadering van Aangeslotenen.

6. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde bescheiden zeven jaar lang te bewaren.

Subsidiërende rechtspersonen / donateurs

Artikel 11.

Aan de stichting subsidiërende rechtspersonen en aan haar donateurs kunnen door het bestuur hetzij tijdelijk, hetzij blijvend, bevoegdheden worden verleend tot het bijwonen van de jaarvergaderingen van het bestuur, het indienen van voorstellen op die vergadering, het deelnemen aan de discussies betreffende zodanige voorstellen en het uitbrengen van een adviserende stem betreffende deze voorstellen.

Wetenschappelijke Adviesraad

Artikel 12.

1. De stichting kent een Wetenschappelijke Adviesraad.

2. De Wetenschappelijke Adviesraad bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van minimaal drie personen die deskundig zijn op het gebied van de boekwetenschap.

3. De benoeming van de leden van de Wetenschappelijke Adviesraad geschiedt uit een voordracht, welke tenminste één persoon voor iedere te vervullen plaats bevat, opgemaakt door de Vergadering van Aangeslotenen.

4. De Wetenschappelijke Adviesraad zal het bestuur adviseren over de instelling en voortzetting van leerstoelen op het gebied van de boekwetenschap, alsmede over de onderzoeks- en publicatieprojecten van de stichting.

5. Het bestuur is bevoegd, in overleg met de Vergadering van Aangeslotenen, een reglement vast te stellen waarin de werkwijze van de Wetenschappelijke Adviesraad wordt geregeld.

Redactie van de ‘Bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandse boekhandel’

Artikel 13.

1. De Stichting kan een Redactie van de ‘Bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandse boekhandel’ benoemen, hierna te noemen: “Redactie van de Bijdragen’.

2. De Redactie van de Bijdragen bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van minimaal drie personen.

3. De benoeming van de leden van de Redactie van de Bijdragen geschiedt uit een voordracht, welke tenminste één persoon voor iedere te vervullen plaats bevat, opgemakt door de Wetenschappelijke Adviesraad.

4. Het bestuur stelt, in overleg met de Wetenschappelijke Adviesraad, een reglement vast, waarin de samenstelling, taak en werkwijze van de Redactie van de Bijdragen wordt geregeld.

Commissies

Artikel 14.

1. Het bestuur is bevoegd, naast de in artikel 12 en artikel 13 genoemde commissies, andere commissies te benoemen en aan deze zodanige opdracht te verstrekken of haar zodanige plannen ter bestudering en/of ter fine van advies voor te leggen, als het ter verwezenlijking van het doel der stichting raadzaam zal achten.

2. Elke zodanige commissie heeft één der bestuursleden tot lid.

3. De commissies brengen haar verslag, advies, rapport of aanbeveling uit aan het bestuur in de vorm, daartoe bij het verstrekken der opdracht of in overleg met het bestuur vastgesteld.

Statutenwijziging

Artikel 15.

1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen met uitzondering van de artikelen 1 en 2, en het eerste lid van dit artikel.

2. Een besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van twee/derde van de stemmen, uitgebracht in een voltallige vergadering. Is een vergadering, waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde bestuursleden rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten mits met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.

3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.

4. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd.

Ontbinding

Artikel 16.

1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.

2. Een besluit van het bestuur tot ontbinding, wordt genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig zijn.

3. Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld, welke bestemming het doel van de stichting zo na mogelijk dient te beantwoorden.

4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer vereffenaars zijn aangewezen.

5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.

Slotbepaling

Artikel 17.

Aan het bestuur komen in de stichting alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.