Contract
7-215/1 0-000/0
XXXXX XX XXXXXXXX | BELGISCHE SENAAT |
SESSION DE 2020-2021 | ZITTING 2020-2021 |
6 JANVIER 2021 | 6 JANUARI 2021 |
L’Accord de commerce et de coopération entre l’Union européenne et le Royaume- Uni | Het Handels- en Samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk |
RAPPORT fait au nom du Comité d’avis fédéral chargé des questions européennes par M. Van Goidsenhoven | VERSLAG namens het Federaal Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer Van Goidsenhoven |
Composition de la commission / Samenstelling van de commissie | |
Présidents / Voorzitters: Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxx (S.), Xxxxxx Xxxxxxxx (Ch./K.) | |
Comité d’avis fédéral chargé des questions européennes: délégation Sénat Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden: afvaardiging Senaat | |
N-VA Ecolo-Groen Vlaams Belang PS MR CD&V Open Vld PVDA-PTB | Leden / Membres: Plaatsvervangers / Suppléants: Xxxx Xxxxxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx Allessia Xxxxx, Xxxxxx De Vreese Fourat Xxx Xxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxx Xxx Xxxxxxx Xxx Xx Xxxxxxxxxx Latifa Gahouchi Nadia El Xxxxxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxx Xxxxxx Xxx Xxxxx Xxxxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx Jos D'Haese |
Comité d’avis fédéral chargé des questions européennes: délégation Chambre Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden: afvaardiging Kamer | |
Leden / Membres: Plaatsvervangers / Suppléants: | |
N-VA | Xxxxxx Xxxxxx, Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, Xxxxx Xx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxx |
Ecolo-Groen PS Vlaams Belang MR CD&V PVDA-PTB Open Vld | Xxxxxxx Xxxxx y Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxx, Xxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxxx Xx Xxxxxxxxxx, Xxx Xxx Xxxxxxx Xxxxxx Xx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx, Xxxxx-Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxx Jef Van den Bergh, Xxx Xxx Xxxx Xxxxxx Xx Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx, Xxxxx Xxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxx |
Comité d’avis fédéral chargé des questions européennes: délégation Parlement européen Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden: afvaardiging Europees Parlement | |
Leden / Membres: | |
N-VA Ecolo-Groen PS Vlaams Belang MR CD&V PTB Open Vld | Xxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Marie Arena Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx |
I. INTRODUCTION
Le 6 janvier 2021, un échange de vues a eu lieu au Par- lement fédéral avec le premier ministre, X. Xxxxxxxxx Xx Xxxx, sur l’Accord de commerce et de coopération entre l’Union européenne (ci-après: «UE» ou «Union») et le Royaume-Uni qui a été signé par les deux parties concernées le 30 décembre 2020.
Xxx Xxxxxx Xxxxxxxx, xxxxxxxxxx xx xx Xxxxxxx, xxxxxxx xxx xx Xxxxxxx-Xxx a quitté l’UE le 1er janvier 2021 après avoir entretenu des relations intenses et parfois tumultueuses avec celle-ci. Le 19 septembre 1946, Xxxxxxx Xxxxxxxxx plaidait déjà pour «a kind of United States of Europe». Lorsque le Royaume-Uni a ef- fectivement manifesté la volonté de devenir membre de la Communauté économique européenne (CEE) de l’époque en 1961 et en 1967, elle s’est chaque fois heurtée à un général xx Xxxxxx intransigeant. En 1973, le Royaume-Uni est tout de même parvenu à adhérer à la CEE en compagnie de l’Irlande et du Danemark.
Cette relation a toujours été compliquée malgré les liens historiques, humains, géographiques, économiques et scientifiques étroits entre les États membres de l’UE et le Royaume-Uni. Les mots «I want my money back», que la première ministre britannique Xxxxxxxx Xxxxxxxx a prononcés le 30 novembre 1979 à Dublin, et, évidemment, le résultat du référendum sur le Brexit du 16 juin 2016 en sont des exemples éloquents.
Un terme a ainsi formellement été mis à cette relation le 24 décembre 2020 avec l’Accord de commerce et de coopération, l’Accord relatif aux procédures de sécurité pour l’échange d’informations classifiées et leur protec- tion et l’Accord relatif aux utilisations sûres et pacifiques de l’énergie nucléaire entre l’UE et le Royaume-Uni (1).
Il reste encore à savoir à présent quelles formes prendront les futures relations entre l’Union et le Royaume-Uni.
II. EXPOSÉ INTRODUCTIF
X. Xxxxxxxxx Xx Xxxx, premier ministre, rappelle que la Belgique a toujours privilégié deux objectifs au cours des négociations entre l’UE et le Royaume-Uni, à savoir garantir l’intégrité du marché intérieur et établir une base solide pour de futures relations ambitieuses avec le Royaume-Uni. L’Accord qui a été conclu le
I. INLEIDING
Op 6 januari 2021 had in het Federaal Parlement een gedachtewisseling plaats met de eerste minister, de xxxx Xxxxxxxxx Xx Xxxx, over het Handels- en Samenwerkingsakkoord tussen de Europese Unie (hierna: «EU» of «Unie») en het Verenigd Koninkrijk dat op 30 december 2020 door de beide betrokken partijen ondertekend werd.
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, Kamervoorzitster, stelt dat het Verenigd Koninkrijk dus op 1 januari 2021 – na een intense en soms tumultueuze relatie – de EU verlaten heeft. Al op 19 september 1946 pleitte Xxxxxxx Xxxxxxxxx voor «a kind of United States of Europe». Toen in 1961 en 1967 het Verenigd Koninkrijk daadwerkelijk lid wilde worden van de toenmalige Europese Economische Gemeenschap (EEG), botste dit telkens op een onverzet- telijke generaal xx Xxxxxx. In 1973 slaagde het Verenigd Koninkrijk er dan toch in om – samen met Ierland en Denemarken – tot de EEG toe te treden.
Ondanks de nauwe historische, menselijke, geografi- sche, economische en wetenschappelijke banden tus- sen de EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk, was deze relatie altijd ingewikkeld. De woorden «I want my money back», die de Britse eerste minister Xxxxxxxx Xxxxxxxx op 30 november 1979 in Dublin uitsprak, en natuurlijk het resultaat van het «brexitreferendum» van 16 juni 2016 zijn daar treffende voorbeelden van.
Op 24 december 2020 werd dus met het Handels- en Samenwerkingsakkoord, de Overeenkomst inzake be- veiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescher- ming van gerubriceerde gegevens en de Overeenkomst inzake het veilige en vreedzame gebruik van kernenergie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (1) formeel een punt gezet achter deze relatie.
Nu rest nog de vraag hoe de toekomstige verhouding tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk zal wor- den ingevuld.
II. INLEIDENDE UITEENZETTING
De xxxx Xxxxxxxxx Xx Xxxx, eerste minister, herinnert eraan dat België in de loop van de onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk steeds twee objectieven centraal gesteld heeft, te weten: het waar- borgen van de integriteit van de interne markt en een sterke basis voor een toekomstige ambitieuze relatie met
(1) Ces textes ont été publiés le 31 décembre 2020 dans les éditions L444 et L445 du Journal officiel de l’Union européenne.
(1) Deze teksten werden op 31 december 2020 gepubliceerd in de edities L444 en L445 van het Publicatieblad van de Europese Unie.
24 décembre 2020 répond dans les grandes lignes à ces objectifs.
Ces négociations ont été historiques car, pour la première fois de son histoire, l’Union a dû négocier avec une partie qui cherchait activement une marge de manœuvre pour s’éloigner de l’Union, de ses normes et de ses prescriptions. Le fait que cette tâche ait finalement pu être menée à bien est largement dû à l’unanimité que les États membres de l’UE ont maintenue au cours des quatre dernières années autour d’orientations straté- giques claires, à l’attitude cohérente de la Commission européenne et à la volonté politique de maintenir l’unité. La Belgique est dès lors particulièrement reconnais- sante envers X. Xxxxxxx, le négociateur en chef, et Xxx xxx xxx Xxxxx, la présidente de la Commission, pour leurs efforts incessants.
Le processus décisionnel a également été pour le moins inhabituel. La discussion au Conseil du 29 dé- cembre 2020 n’a ainsi porté que sur les décisions d’adoption, sans possibilité de discussion sur le fond. Le gouvernement regrette également le rôle limité accordé aux parlements nationaux dans le processus de ratifi- cation, alors que certaines questions concernaient des compétences partagées. Le premier ministre souligne que cette façon de procéder ne peut pas constituer un précédent pour d’autres accords.
Concrètement, les négociations ont abouti à trois accords, à savoir: l’Accord de commerce et de coopé- ration, l’Accord relatif aux procédures de sécurité pour l’échange d’informations classifiées et leur protection et l’Accord relatif aux utilisations sûres et pacifiques de l’énergie nucléaire.
X. Xx Xxxx aborde tout d’abord les lignes de force de l’Accord de commerce et de coopération.
Cet Accord constitue le cadre juridique pour la plupart des questions qui détermineront les futures relations entre l’UE et le Royaume-Uni. Cette approche renforce la clarté, la cohérence et l’équilibre de l’ensemble et as- sure les garanties nécessaires à une concurrence loyale.
Il permet un commerce totalement exempt de droits de douane et de quotas, ce qui est en soi une excel- lente chose pour la Belgique qui, en tant que sixième fournisseur et quatrième débouché du Royaume-Uni, a traditionnellement un excédent commercial avec ce pays.
het Verenigd Koninkrijk. Het akkoord dat op 24 decem- ber 2020 werd bereikt, beantwoordt in grote lijnen aan deze doelstellingen.
Deze onderhandelingen waren historisch omdat – voor de eerste maal in haar bestaan – de Unie moest onderhandelen met een partij die actief streefde naar maneuvreerruimte om zich van de Unie, haar normen en haar voorschriften te distantiëren. Dat deze opdracht uiteindelijk tot een goed einde kon worden gebracht, is in grote mate te danken aan de unanimiteit die de Europese lidstaten de afgelopen vier jaar hebben behouden rond duidelijke strategische richtlijnen, de consequente hou- ding van de Europese Commissie en de politieke wil om de eenheid te bewaren. België is dan ook hoofdonderhan- delaar Xxxxxxx en Commissievoorzitster von der Leyen bijzonder erkentelijk voor hun niet aflatende inzet.
Ook het besluitvormingsproces was op zijn minst on- gewoon. Zo sloeg de bespreking in de Raad van 29 de- cember 2020 slechts op de aannamebesluiten zonder mogelijkheid tot inhoudelijke discussie. Daarnaast betreurt de regering de beperkte rol die – ondanks be- paalde gedeelde bevoegdheidskwesties – de nationale parlementen wordt toebedeeld in het ratificatieproces. De eerste minister benadrukt dat deze werkwijze geen precedent mag vormen voor andere akkoorden.
Concreet hebben de onderhandelingen tot drie akkoor- den geleid: het Handels- en Samenwerkingsakkoord, de Overeenkomst inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens en de Overeenkomst inzake het veilige en vreedzame gebruik van kernenergie.
In eerste instantie staat de heer De Croo stil bij de kracht- lijnen van het Handels- en Samenwerkingsakkoord.
Dit Akkoord vormt het juridische kader voor de meeste vragen die de toekomstige verhoudingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk zullen bepalen. Deze aanpak verhoogt de duidelijkheid, de coherentie en het evenwicht van het geheel én zij verzekert de nodige waarborgen voor een loyale concurrentie.
Het biedt een algehele tarief- en quotavrije handel, op zich een uitstekende zaak voor België dat als zesde leverancier en vierde afzetmarkt van het Verenigd Koninkrijk traditioneel een handelsoverschot heeft met dat land.
Les conditions d’origine auxquelles les marchandises devront désormais répondre sont plus strictes qu’au sein de l’UE. Par conséquent, toutes les marchandises ne pourront pas satisfaire à ces exigences si bien que certaines entreprises devront adapter leurs chaînes d’ap- provisionnement si elles veulent continuer à exporter au Royaume-Uni. Dès lors que seul un cumul bilatéral de l’origine est autorisé, cela peut constituer un obstacle pour les exportations belges. Des possibilités de cumul plus larges auraient toutefois permis au Royaume-Uni de s’ériger en hub à partir duquel des marchandises provenant d’ailleurs dans le monde auraient pu être exportées vers l’UE sans droits de douane et quotas après une transformation minimale. En agissant de la sorte, la politique commerciale de l’UE aurait pu être contournée, ce qui aurait eu des effets néfastes pour la Belgique.
Les barrières commerciales non tarifaires, sous la forme de procédures, de contrôles et d’exigences relatives au produit constituent un obstacle supplémentaire pour les exportations belges, mais sont la conséquence logique et inévitable du choix britannique de ne pas s’aligner sur les normes et les tarifs en vigueur dans le cadre du marché intérieur et de l’union douanière.
En outre, en raison de la particularité de sa proximité géographique et de ses liens économiques étroits avec le Royaume-Uni, qui sont à la fois un atout énorme mais également une source de vulnérabilité pour les entre- prises belges en général et les PME en particulier, la Belgique est parvenue à faire inscrire les deux garanties spécifiques suivantes dans l’Accord:
– l’UE veillera de manière stricte au respect des exi- gences communautaires relatives au produit avant que des marchandises puissent entrer sur le marché, ce qui doit empêcher que le Royaume-Uni modifie ses règles nationales, règles qui correspondent actuellement à celles de l’Union, avec tous les inconvénients que cela implique pour les exportations belges. La logique écono- mique permet toutefois de supposer que le Royaume-Uni fera preuve de pragmatisme et limitera au maximum de telles situations;
– s’agissant des conditions de production, il a été convenu que chaque partie pourra prendre des mesures si elle est confrontée à un désavantage économique à la suite de modifications apportées par l’autre partie aux normes en vigueur au 31 décembre 2020 en matière d’aides d’État, de prescriptions climatiques et envi- ronnementales et de conditions sociales et de travail, normes qui jouent un rôle dans la structure des coûts et la compétitivité d’une économie.
De oorsprongsvereisten waaraan goederen voortaan moeten voldoen, zijn strikter dan binnen de EU. Dit heeft als gevolg dat niet alle goederen aan deze vereisten zullen kunnen voldoen zodat sommige bedrijven hun aanvoerketens zullen moeten aanpassen als ze willen blijven uitvoeren naar het Verenigd Koninkrijk. Omdat enkel bilaterale cumulatie van oorsprong is toegestaan, kan dit een hinderpaal vormen voor de Belgische uitvoer. Ruimere cumulatiemogelijkheden hadden het Verenigd Koninkrijk echter in staat gesteld zich op te werpen als hub van waaruit goederen van elders in de wereld na een minimale bewerking tarief- en quotavrij naar de EU zouden kunnen worden doorgevoerd. Dit zou het handelsbeleid van de EU hebben omzeild met nefaste gevolgen voor België.
De niet-tarifaire handelsbarrières, onder de vorm van procedures, controles, en productvereisten, vormen een bijkomend obstakel voor de Belgische uitvoer, maar zijn het logische en onvermijdelijke gevolg van de Britse keuze om zich niet te aligneren aan de normen en ta- rieven die gelden in het kader van de interne markt en de douane-unie.
Verder is België er, door zijn bijzondere geografische nabijheid en economische verwevenheid met het Verenigd Koninkrijk een enorme troef, maar ook een bron van kwetsbaarheid voor de Belgische bedrijven in het algemeen en de kmo’s in het bijzonder, in geslaagd de volgende twee specifieke garanties in het Akkoord te laten opnemen:
– de EU zal – vóóraleer goederen op de markt gebracht kunnen worden – strikt toezien op de naleving van de gemeenschappelijke productvoorschriften. Dit moet voorkomen dat het Verenigd Koninkrijk zijn nationale voorschriften, die momenteel overeenstemmen met deze van de Unie, zou wijzigen met alle hinder van dien voor de Belgische uitvoer. De economische ratio laat evenwel toe te veronderstellen dat het Verenigd Koninkrijk blijk zal geven van pragmatisme en dergelijke toestanden tot een minimum zal beperken;
– inzake de productievoorwaarden werd overeenge- komen dat elke partij maatregelen kan treffen indien zij met een economisch nadeel geconfronteerd wordt ingevolge wijzigingen door de andere partij aan de op 31 december 2020 van kracht zijnde normen inzake staatssteun, klimaats- en milieuvoorschriften en sociale en arbeidsvoorwaarden, die een rol spelen bij de kosten- structuur en de concurrentiepositie van een economie.
En outre, chaque partie pourra, à tout moment dans un délai de quatre ans, demander une révision de l’Accord si elle estime qu’une politique réglementaire différente a donné lieu à des conditions de concurrence économique déloyales. S’il s’avère impossible de concilier les points de vue en la matière, certaines parties de l’Accord de commerce et de coopération pourront être suspendues. Ce point est essentiel pour préserver l’autonomie poli- tique de chaque partie: en effet, sans un tel arrangement, une partie pourrait s’abstenir d’adopter une nouvelle réglementation de peur que celle-ci n’occasionne un désavantage concurrentiel à sa propre économie par rapport aux autres. La différence de taille entre les éco- nomies britannique et européenne devrait en principe dissuader le Royaume-Uni de suspendre totalement ou partiellement l’Accord.
Les accords en matière de coopération énergétique, en général, et d’interconnexion et d’énergie éolienne en mer, en particulier, revêtent également une impor- tance particulière pour la Belgique. La mise en œuvre technique de ces accords sera élaborée dans les pro- chains mois.
L’Accord offre également une excellente base pour développer une coopération judiciaire et policière entre l’UE et le Royaume-Uni. Cette coopération est assortie de garanties en matière de droits de l’homme, de protec- tion des données et de réciprocité. À cet égard, l’Accord est donc particulièrement important pour la Belgique compte tenu des défis communs qui se posent en matière de criminalité organisée transfrontalière.
Comme deuxième point d’attention, le premier ministre passe en revue différents thèmes qui ne figurent pas dans l’Accord.
Ainsi, l’Accord ne contient aucun engagement de coo- pération en matière de politique étrangère et de défense, bien qu’un engagement général de concertation et de coopération en matière de cybersécurité ait été pris à la dernière minute.
L’Accord ne prévoit pas non plus la possibilité pour les citoyens de l’UE et du Royaume-Uni de s’installer de façon définitive sur le territoire de l’autre partie. Dans ce domaine, ce sont les législations respectives de l’Union et du Royaume-Uni qui prévalent, lesquelles prévoient également la possibilité pour les personnes de circuler sans visa.
Troisièmement, le premier ministre épingle la structure de gestion unique, qui doit garantir la mise en œuvre correcte de l’Accord.
Daarenboven kan, binnen de vier jaar, elke partij op elk moment om een herziening van het akkoord verzoeken indien zij van oordeel is dat een verschillend normerend beleid tot onbillijke economische concurrentievoor- waarden geleid heeft. Indien een akkoord hierover niet mogelijk blijkt, kunnen bepaalde delen van het Handels- en Samenwerkingsakkoord opgeschort worden. Dit is essentieel om de beleidsautonomie van elke partij te vrijwaren: zonder dergelijke schikking zou een partij immers kunnen afzien van nieuwe regelgeving uit vrees dat die de eigen economie een concurrentienadeel zou bezorgen ten aanzien van de andere. Het verschil in om- vang tussen de Britse en de Europese economie verhoogt in principe de drempel voor het Verenigd Koninkrijk om het akkoord geheel of gedeeltelijk op te schorten.
Ook de afspraken inzake energiesamenwerking in het algemeen en interconnectiviteit en offshore-windenergie in het bijzonder zijn van specifiek belang voor België. De technische uitvoering van deze afspraken wordt in de komende maanden uitgewerkt.
Het Akkoord legt ook een goede basis voor gerechtelijke en politiesamenwerking tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Deze worden gekoppeld aan garanties inzake mensenrechten, gegevensbescherming en we- derkerigheid. Het is in dat opzicht dan ook bijzonder belangrijk voor België gezien de gemeenschappelijke uitdagingen op het vlak van grensoverschrijdende ge- organiseerde misdaad.
Als tweede aandachtspunt overloopt de eerste minis- ter een aantal topics die niet in het Akkoord werden opgenomen.
Zo bevat het geen verbintenissen over samenwerking inzake buitenlands en defensiebeleid alhoewel er op de valreep toch een algemene verbintenis tot overleg en samenwerking inzake cyberveiligheid bereikt werd.
Het omvat evenmin de mogelijkheid voor burgers uit de EU en het Verenigd Koninkrijk om zich definitief op het grondgebied van de andere partij te vestigen. Op dit vlak prevaleren de respectieve wetgevingen van zowel de Unie als het Verenigd Koninkrijk die ook de mogelijkheid van visavrijstelling bij het verkeer van personen voorzien.
Ten derde wijst de eerste minister op de unieke beheers- structuur die een correcte uitvoering van het Akkoord moet garanderen.
Xx Xxxxxxx xx xxxxxxxxxxx xxxxxx, xxxxx xx Xxxxxxx-Xxx xx xx Xxxxxxxxxx, xxx Xxxxx membres peuvent également adhérer à titre individuel, supervisera l’interprétation et l’application de l’Accord.
En cas de litige, une procédure d’arbitrage peut être lancée. Les dispositions de l’avis de la Cour de justice sur le CETA (Comprehensive Economic and Trade Agreement, Accord économique et commercial global) offrent les garanties nécessaires en termes d’autonomie du droit européen. Si le conflit persiste après l’arbitrage, les deux parties peuvent unilatéralement procéder à des compensations financières ou à la suspension temporaire de l’Accord. À la demande de la Belgique notamment, le principe des représailles croisées, c’est-à-dire la sus- pension de plusieurs parties de l’Accord à travers les différents chapitres de fond, a été consacré.
X. Xx Xxxx relève également que les États membres de l’UE peuvent désormais, dans le cadre de compétences partagées ou exclusives, conclure des accords bilatéraux avec le Royaume-Uni.
Dans ce contexte, le gouvernement fédéral s’engage à entamer des négociations en vue de conclure des accords bilatéraux de coopération dans le domaine de la défense et de la cybercriminalité, de la coopération policière, en général, et de la lutte contre le crime organisé et l’immigration clandestine, en particulier. Il examinera également s’il est nécessaire de conclure des accords ou des arrangements administratifs supplémentaires avec le Royaume-Uni afin de définir les modalités en termes de fiscalité, de trafic aérien et de sécurité sociale.
L’orateur énumère ensuite les éléments spécifiques qui requièrent l’attention du gouvernement dans le cadre de l’élaboration d’une future relation bilatérale avec le Royaume-Uni:
– les tarifs douaniers: le Royaume-Uni va définir sa propre politique de commerce extérieur et fixer ses propres tarifs douaniers. Les règles d’origine strictes du traité commercial avec l’UE doivent faire en sorte que cette politique ne puisse pas contourner la politique commerciale extérieure de l’UE. La force de la politique commerciale européenne commune dépendra en partie d’une mise en œuvre adéquate de ces dispositions;
– les exigences relatives aux produits: le marché de l’UE étant beaucoup plus important pour le Royaume- Uni que l’inverse, la rationalité économique va accroître la pression exercée sur le Royaume-Uni pour qu’il se plie aux normes européennes et non l’inverse. Il reste cependant à voir dans quelle mesure cette rationalité
Een Partnerschapsraad, waartoe naast het Verenigd Koninkrijk en de Commissie ook individuele lidstaten kunnen toetreden, zal toezien op de interpretatie en toepassing van het Akkoord.
Bij geschillen kan een arbitrage worden opgestart. De bepalingen van het CETA (Comprehensive Economic and Trade Agreement)-advies van het Hof van justitie verlenen de nodige garanties qua autonomie van het Europese recht. In geval van blijvend conflict na arbi- trage, kunnen beide partijen unilateraal overgaan tot financiële compensaties of een tijdelijke opschorting van het akkoord. Hierbij werd op vraag van onder meer België het principe van de cross retaliation, de opschor- ting van delen van het Akkoord doorheen verschillende inhoudelijke hoofdstukken, verankerd.
Verder wijst de heer De Croo op de mogelijkheid dat de EU-lidstaten in het kader van gedeelde of exclusieve bevoegdheden voortaan bilaterale akkoorden kunnen afsluiten met het Verenigd Koninkrijk.
In deze context neemt de federale regering zich voor on- derhandelingen op te starten met het oog op het afsluiten van bilaterale akkoorden over samenwerking op het vlak van defensie en cybermisdaad en over politiesamenwer- king in het algemeen en de strijd tegen georganiseerde misdaad en illegale immigratie in het bijzonder. Zij zal ook onderzoeken of bijkomende akkoorden of adminis- tratieve afspraken met het Verenigd Koninkrijk nodig zijn om de modaliteiten qua fiscaliteit, luchtverkeer en sociale zekerheid te omschrijven.
Vervolgens onderstreept de spreker de volgende speci- fieke elementen die in de uitbouw van een toekomstige bilaterale relatie met het Verenigd Koninkrijk de aan- dacht van de regering vergen:
– douanetarieven: het Verenigd Koninkrijk zal een eigen extern handelsbeleid ontwikkelen met eigen douanetarieven. De strikte oorsprongsregels in het Handelsverdrag met de EU moeten ervoor zorgen dat dit het extern handelsbeleid van de EU niet kan omzeilen. Een adequate uitvoering van deze bepalingen wordt van groot belang voor de kracht van het gemeenschappelijk Europese handelsbeleid;
– productvereisten: vermits de EU-markt voor het Verenigd Koninkrijk veel belangrijker is dan vice versa, zal de economische rationaliteit het Verenigd Koninkrijk onder zwaardere druk zetten om zich aan EU-standaarden aan te passen dan omgekeerd. Het valt echter af te wachten in welke mate deze rationaliteit in
sera soumise à des pressions politiques au Royaume- Uni. Si le Royaume-Uni devait s’écarter des normes de produits de l’UE pour son propre marché, cela pourrait contraindre les entreprises belges qui exportent vers le Royaume-Uni à s’adapter. L’impact potentiel sur les entreprises belges doit donc être suivi de près;
– des conditions de concurrence équitables: en toute logique, le Royaume-Uni voudra se distancer des normes européennes. Bien que les garanties offertes par ces conditions soient très étendues sur le papier, il faudra donc s’attendre, au vu de la concurrence, à ce que le Royaume-Uni mette l’Union à l’épreuve pour voir si elle est réellement capable de relever les défis en matière de fiscalité, de climat, d’environnement, de relations sociales et de conditions de travail;
– le secteur financier: les décisions d’équivalence sont l’instrument central de gestion des relations dans le domaine des services financiers. Celles-ci ne font tou- tefois pas partie de l’Accord. Au cours des dernières décennies, le secteur financier européen est devenu extrêmement dépendant de Londres. Il reste à voir si le Royaume-Uni voudra s’écarter des règles en vigueur dans l’Union ou dans la zone euro. À cet égard, il n’est pas exclu que des compétences et des fonctions financières cruciales soient transférées à la zone euro au détriment de Londres. D’autres dispositions seront fixées dans un Accord complémentaire avant mars 2021;
– la pêche: au cours des cinq ans et demi à venir, l’UE va devoir restituer au Royaume-Uni 25 % de son quota de pêche dans les eaux territoriales et économiques britan- niques. Les pêcheurs flamands conservent toutefois leur accès crucial aux eaux territoriales britanniques. Sans cet Accord, tant cet accès que le quota auraient été per- dus. En étroite concertation avec le gouvernement fla- mand, la Belgique a participé aux discussions jusqu’au bout pour parvenir à ce résultat. Ce qui est positif, c’est que les pêcheurs flamands disposent d’un cadre stable jusqu’en 2026. Ce délai offre le temps nécessaire pour préparer cette transition et pour garantir une solidarité intra-européenne suffisante aux pêcheurs flamands;
– l’Irlande du Nord: les contrôles des flux de marchan- dises en provenance des îles britanniques et de l’Irlande du Nord interfèrent avec l’unité du Royaume-Uni, et les difficultés internes du Royaume-Uni à respecter l’Accord de retrait dans son protocole sur l’Irlande du Nord sont clairement apparues à la fin de l’an dernier. Toutefois, le respect de l’Accord du Vendredi Saint reste un point d’attention majeur.
het Verenigd Koninkrijk onder politieke druk zal komen te staan. Als het Verenigd Koninkrijk voor de eigen markt zou afwijken van EU-productstandaarden, zou dit de Belgische uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk tot een aanpassing kunnen dwingen. Daarom moeten de mogelijke gevolgen voor de Belgische bedrijven van dichtbij worden opgevolgd;
– billijke concurrentievoorwaarden: logischerwijze zal het Verenigd Koninkrijk zich van de EU-normen willen distantiëren. Alhoewel de garanties die deze voorwaarden waarborgen, op papier zeer ver gaan, zal men er zich dus moeten aan verwachten dat in het licht van de concurrentie getest zal worden of de Unie daadwerkelijk in staat is te reageren op de uitdagingen inzake fiscaliteit, klimaat, milieu, sociale verhoudingen en arbeidsvoorwaarden;
– financiële sector: het centrale instrument om relaties inzake financiële diensten te beheren, zijn equivalen- tiebesluiten. Deze maken echter geen deel uit van het Akkoord. De voorbije decennia is de Europese finan- ciële sector zeer afhankelijk geworden van Londen. Af te wachten valt of het Verenigd Koninkrijk op dit vlak wil afwijken van wat in de EU of de Eurozone geldt. Het is daarbij niet uitgesloten dat cruciale financiële expertise en functies naar de eurozone zullen worden overgebracht ten koste van Londen. Vóór maart 2021 zullen verdere afspraken worden vastgelegd in een Aanvullend Akkoord;
– visserij: de komende vijfenhalf jaar moet de EU 25 % van haar vangstquotum in Britse territoriale en economi- sche wateren aan het Verenigd Koninkrijk teruggeven. Wel behouden de Vlaamse vissers hun cruciale toegang tot de Britse territoriale wateren. Zonder akkoord zouden zowel deze toegang als de quota verloren zijn gegaan. In nauw overleg met de Vlaamse regering was België tot op het einde betrokken bij de besprekingen om tot dit resultaat te komen. Positief is dat de Vlaamse vissers een stabiel kader hebben tot 2026. Dit biedt de nodige tijd om deze transitie voor te bereiden en voldoende intra-Europese solidariteit voor de Vlaamse vissers te garanderen;
– Noord-Ierland: de controles op de goederenstroom van de Britse eilanden en Noord-Ierland wringen met de eenheid van het Verenigd Koninkrijk en eind vorig jaar kwamen de interne moeilijkheden voor het Verenigd Koninkrijk om het Terugtrekkingsakkoord te respecteren in zijn Noord-Ierse protocol duidelijk aan het licht. Het respect voor de Goede Vrijdagakkoorden blijft echter een belangrijk aandachtspunt.
Pour ce qui est de l’avenir, le premier ministre souligne que le principal mérite de l’Accord est d’exister. La situation actuelle est certainement préférable à celle qui aurait prévalu en cas de no deal, mais force est de constater que cet Accord est une condition nécessaire mais non suffisante pour garantir dans le futur une relation ambitieuse avec le Royaume-Uni. Cette rela- tion dépendra en grande partie de la volonté politique présente de part et d’autre de la Manche de parvenir à une mise en œuvre loyale, mais aussi des accords de coopération qui seront conclus ultérieurement.
Évaluer l’incidence économique exacte qu’aura cet Accord commercial sur la Belgique est une entreprise complexe et très incertaine. L’Accord évite le chaos, ce qui permet d’absorber l’impact négatif. La sortie du marché unique se fera certainement ressentir. C’est pour ce motif que la Commission a présenté le 25 dé- cembre 2020 une proposition de réserve d’ajustement au Brexit (2). Cette initiative vise à contribuer à atténuer les principaux effets du Brexit. Elle prévoit un soutien de près de 5,4 milliards d’euros pour les dépenses publiques directes liées au Brexit qui auront été exposées au profit des secteurs, des entreprises et des collectivités locales en termes d’emploi, de formation et de recyclage et pour garantir le fonctionnement des services chargés d’accomplir les formalités douanières. On ne sait pas encore exactement comment les fonds seront répartis entre les États membres. Dans un premier cycle, 3,4 mil- liards d’euros seront alloués selon l’impact économique attendu dans chaque État membre, la Commission tenant compte des liens économiques relatifs avec le Royaume-Uni. Un montant de 0,6 milliard d’euros sera en outre alloué en fonction des effets négatifs sur le secteur de la pêche. Un deuxième cycle de finance- ment de moindre envergure suivra en 2024. Les États membres qui souhaitent bénéficier de ces fonds devront démontrer qu’ils ont engagé des dépenses plus élevées que celles allouées lors du premier tour. La proposition sera discutée au Conseil à partir du 11 janvier 2021. Le Parlement européen devra donner son accord pour que la réserve puisse être activée.
X. Xx Xxxx conclut en constatant que la décision du Royaume-Uni de quitter l’Europe soulève des questions non seulement sur la position de ce pays dans le monde mais aussi sur la position de la Belgique au sein de l’UE.
S’il est clair que l’UE et le Royaume-Uni continueront à suivre la même voie en termes de stratégie interna- tionale, il est possible qu’ils adoptent néanmoins des positions divergentes sur un certain nombre de points. Le premier ministre songe en particulier à la résilience
Met de blik op de toekomst stelt de eerste minister vast dat de grootste verdienste van het Akkoord is dat het er gekomen is. Het resultaat is inderdaad ongetwijfeld beter dan een no deal, maar men moet erkennen dat dit Akkoord een weliswaar noodzakelijke, maar onvoldoen- de voorwaarde vormt om een toekomstige ambitieuze relatie met het Verenigd Koninkrijk te waarborgen. Deze zal in grote mate afhangen van zowel de politieke wil aan beide zijden van het Kanaal om tot een loyale uitvoering te komen als van de verdere samenwerkingsverbanden die afgesloten worden.
Het inschatten van de exacte economische impact van het Handelsakkoord op België is complex en hoogst onzeker. Het Akkoord vermijdt chaos, wat toelaat de negatieve impact op te vangen. Het verlaten van de eenheidsmarkt zal zich vanzelfsprekend laten voelen. Daarom heeft de Commissie op 25 december 2020 haar voorstel voor een Brexit Adjustment Reserve op tafel gelegd (2). Dit initiatief moet de grootste gevolgen van de brexit helpen verzachten. Het biedt bijna 5,4 miljard euro aan steun voor rechtstreekse brexitgerelateerde openbare uitgaven ten behoeve van sectoren, bedrijven en lokale gemeen- schappen op het vlak van werkgelegenheid, opleiding en omscholing en het functioneren van diensten betrokken bij de douaneformaliteiten. De exacte verdeling van de middelen tussen de lidstaten is nog niet duidelijk. In een eerste ronde worden 3,4 miljard euro toegewezen in functie van de verwachte economische weerslag in elke lidstaat, waarbij de Commissie rekening zal houden met de relatieve economische verwevenheid met het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast wordt 0,6 miljard euro toegewezen in functie van de negatieve gevolgen voor de visserijsector. Een tweede financieringsronde volgt in 2024 en is kleiner in omvang. De lidstaten die voor deze middelen in aanmerking willen komen, moeten aantonen meer uitgaven gehad te hebben dan ze in de eerste ronde toegewezen hebben gekregen. Het voorstel wordt vanaf 11 januari 2021 in de Raad besproken. Het Europees Parlement moet zijn instemming verlenen om de reserve te kunnen activeren.
De heer Xx Xxxx sluit af met de vaststelling dat de keuze van het Verenigd Koninkrijk om het Europese schip te verlaten niet alleen vragen oproept over zijn positie in de wereld maar ook over de positie van België in de EU.
Alhoewel de EU en het Verenigd Koninkrijk op inter- nationaal strategisch vlak ongetwijfeld dezelfde koers zullen aanhouden, bestaat de mogelijkheid dat zij op een aantal punten verschillende wegen zullen gaan bewan- delen. Dit geldt in het bijzonder voor de weerbaarheid
(2) Voir COM (2020) 854. (2) Zie COM (2020) 854.
et à l’indépendance stratégique de l’Union et aux réper- cussions de celles-ci sur les relations entretenues avec l’Xxxxxxxxxxxx xx Xxxxxx xx x’Xxxxxxxxxx Xxxx (XXXX) xx xxx Xxxxx-Xxxx, mais aussi avec la Turquie, la Russie et la Chine.
Par ailleurs, non seulement le départ du Royaume-Uni suscite des interrogations capitales quant à la politique commerciale de l’UE et quant au marché intérieur, mais il laisse également un vide stratégique qui affectera la dynamique de l’Union. La Belgique devra s’adapter à cette nouvelle situation et trouver une nouvelle voie. Dans la perspective notamment de la présidence belge du Conseil de l’UE en 2024, le gouvernement fédéral s’engage à investir de manière cohérente et renforcée dans des alliances fortes avec d’autres pays et institu- tions européens.
III. ÉCHANGE DE VUES
A. Questions et observations des membres
Xxx Xxx Xxxxxxx, députée, déplore que ce débat n’ait lieu qu’aujourd’hui, alors qu’il avait déjà pu être mené dans d’autres États membres avant la conclusion des accords.
L’intervenante souligne ensuite qu’elle préfère pour sa part qualifier la relation avec le Royaume-Uni d’«intéressante» plutôt que de «tumultueuse». En effet, lorsqu’il était membre de l’UE, le Royaume-Uni a développé une approche intermédiaire intéressante située entre le protectionnisme français et le fédéra- lisme allemand.
L’intervenante constate ensuite que l’Accord de com- merce et de coopération comporte encore de nombreux éléments inachevés. Elle souhaite donc obtenir une réponse à plusieurs questions concrètes:
– le gouvernement fédéral dispose-t-il déjà de simula- tions concernant la répartition de la réserve d’ajustement xx Xxxxxx xx xxxxx xxxx xxx xxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxx entend soulever en la matière?
– quel est le poids des déclarations politiques attachées aux accords?
– comment la Belgique pourra-t-elle aider les acteurs qui travailleront sur le terrain en vue de promou- voir la reconnaissance mutuelle des qualifications professionnelles?
en de strategische onafhankelijkheid van de Unie en de weerslag daarvan op niet alleen de verhoudingen met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de Verenigde Staten maar ook op deze met Turkije, Rusland en China.
Anderzijds laat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk naast kernvragen over het EU-handelsbeleid en de inter- ne markt ook een strategische leegte achter die het elan van de Unie zal beïnvloeden. België zal zich aan deze nieuwe situatie moeten aanpassen en een nieuwe weg moeten vinden. Met het oog op met name het Belgische voorzitterschap van de EU-Raad in 2024 verbindt de federale regering er zich dan ook toe om op coherente en versterkte wijze te investeren in sterke allianties met andere Europese landen en instellingen.
III. GEDACHTEWISSELING
A. Vragen en opmerkingen van de leden
Mevrouw Xxx Xxxxxxx, volksvertegenwoordigster, betreurt dat dit debat nu pas aan bod kan komen terwijl het in een aantal andere lidstaten al vóór de sluiting van de akkoorden gevoerd kon worden.
Verder zou zij de relatie met het Verenigd Koninkrijk als «interessant» in plaats van «tumultueus» willen omschrijven. Het Verenigd Koninkrijk volgde tijdens zijn lidmaatschap van de EU immers een boeiende tus- senweg tussen het Franse protectionisme en het Duitse federalisme.
Vervolgens stelt zij vast dat het Handels- en Samenwerkingsakkoord nog talrijke onafgewerkte elementen bevat. Daarom wenst zij een antwoord op de volgende concrete vragen:
– beschikt de federale regering al over simulaties met betrekking tot de verdeling van de Brexit Adjustment Reserve en welke zijn de Belgische strijdpunten op dit vlak?
– welk gewicht hebben de politieke verklaringen die aan de akkoorden gehecht zijn?
– hoe kan België bijstand verlenen aan de actoren die op het terrein zullen werken aan de wederzijdse erkenning van de beroepskwalificaties?
– de quelle manière la Commission européenne sera-t- elle informée des divergences découlant de l’évolution non parallèle des normes? Les entités fédérées belges pourront-elles jouer un rôle à cet égard?
– la Belgique mènera-t-elle avec le Royaume-Uni des négociations bilatérales concernant les qualifi- cations professionnelles – des sportifs et musiciens professionnels par exemple –, qui ne sont pas incluses dans l’Accord?
– comment la Belgique pourra-t-elle rejoindre le pro- gramme d’échange Xxxx Xxxxxx, qui deviendra l’équi- valent britannique du programme européen Erasmus?
– le gouvernement fédéral a-t-il l’intention d’entamer des négociations sur les sujets non couverts par l’Accord?
– les entités fédérées seront-elles associées aux négo- ciations sur les quotas de pêche après 2026?
Mme Xxx Xxxxxxx demande enfin ce que pense le gou- vernement de la proposition du député européen Xxxxx Xxxxxxxxx d’obliger dans le futur les États membres qui souhaiteraient quitter l’Union d’indiquer préalablement quel statut ils ont l’intention d’adopter à l’égard de celle- ci après leur départ.
M. Xxxxxxxx, député, commence par souligner quelques points positifs de l’Accord à l’examen.
Il se réjouit par exemple que la protection des droits de l’homme soit un élément de la coopération dans le domaine de la sécurité.
La solution pour les pêcheurs flamands est également un point positif. Il ne faut en effet pas perdre de vue que 85 % des 15 000 tonnes de poisson débarquées par les pêcheurs flamands sont commercialisées à Ostende et à Zeebrugge.
Il approuve également les dispositions relatives aux restrictions d’émissions, qui incluent également la navigation aérienne.
D’autre part, il ne peut passer sous silence que l’Accord à l’examen contient également des points négatifs qui lui laissent un arrière-goût amer.
Le droit pour les citoyens de l’UE d’habiter et de tra- vailler au Royaume-Uni n’est en effet plus automatique.
– op welke manier zal de Europese Commissie op de hoogte gebracht worden van divergenties als gevolg van het uiteengroeien van standaarden en kunnen de Belgische gefedereerde entiteiten daarbij een rol spelen?
– zal België met het Verenigd Koninkrijk bilaterale onderhandelingen aanknopen over de beroepskwali- ficaties van – bijvoorbeeld – professionele sportlui en muzikanten, die niet in het akkoord werden opgenomen?
– hoe zal België aansluiten bij het Xxxx Xxxxxx- uitwisselingsprogramma dat zal uitgroeien tot de Britse tegenhanger van het Europese Erasmus-programma?
– neemt de federale regering zich voor om onderhan- delingen op te starten over de onderwerpen die niet in het akkoord werden opgenomen?
– zullen de gefedereerde entiteiten betrokken worden bij de onderhandelingen over de visserijquota na 2026?
Als afsluiting informeert mevrouw Xxx Xxxxxxx naar de opinie van de regering over het voorstel van de xxxx Xxxxx Xxxxxxxxx, lid van het Europees Parlement, om de lidstaten die de Unie in de toekomst zouden willen verlaten, te verplichten om op voorhand te kennen te geven welke status zij na hun vertrek ten aanzien van de EU willen innemen.
De heer Xxxxxxxx, volksvertegenwoordiger, stipt voor- eerst een aantal positieve punten uit het akkoord aan.
Zo is hij verheugd dat de bescherming van de mensen- rechten een element zal zijn van de samenwerking op het gebied van de veiligheid.
Ook de oplossing voor de Vlaamse vissers is een plus- punt. Men mag immers niet uit het oog verliezen dat 85 % van de 15 000 ton vis die de Vlaamse vissers aan land brengen, in Oostende en Zeebrugge verhan- deld worden.
De bepalingen over de uitstootbeperkingen, die ook de luchtvaart omvatten, kunnen eveneens op zijn goed- keuring rekenen.
Anderzijds kan hij niet verhelen dat het akkoord ook een aantal negatieve punten bevat die bij hem een wrange smaak achterlaten.
Het recht voor EU-burgers om in het Verenigd Koninkrijk te wonen en te werken is immers niet langer vanzelfsprekend.
L’abandon, par le Royaume-Uni, du programme Eras- mus est un pas en arrière à un moment où nous avons besoin de ponts, et non d’obstacles supplémentaires.
Les conséquences de l’Accord sur la politique d’asile et de migration lui font craindre des scénarios apoca- lyptiques de renforcement des contrôles aux frontières à Calais incitant les migrants à prendre plus de risques pour traverser la Manche, avec toutes les conséquences que cela peut avoir.
L’intervenant s’enquiert également de la répartition de la réserve d’ajustement au Brexit entre les entités fédérées belges.
Il demande également que le processus décisionnel spécial suivi pour la conclusion de cet Accord auquel le législateur européen n’a guère, voire pas du tout été associé, soit considéré comme une exception absolue.
Enfin, M. Cogolati constate que la fiscalité n’étant pas incluse dans l’Accord, rien n’empêche Londres de deve- nir le «Singapour de la Tamise». Cela l’amène à craindre des pratiques de dumping fiscal auxquelles l’Union ne pourra pas répondre.
X. Xxxxxxx, député, estime, comme le premier ministre, que l’Accord à l’examen est meilleur qu’un no deal, mais que cet Accord est loin d’être parfait. En effet, de nombreuses questions en suspens, notamment à propos de la répartition de la réserve d’ajustement au Brexit, n’ont pas encore été réglées. Beaucoup de choses dépen- dront donc de la mise en œuvre loyale de l’Accord par les parties concernées et de la résolution des problèmes qui se poseront au fil du temps entre les États membres de l’UE eux-mêmes.
L’intervenant espère néanmoins que le départ du Royaume-Uni permettra enfin – malgré la perte d’un partenaire important dans le domaine de la recherche et du développement – de mettre en place une défense européenne crédible. Xxxx xx xxxxxx, xx xxxxxx xxxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxxxx xxx xxxxx xx sein de l’OTAN devra également être repensée, bien que cette question ne s’inscrive pas dans le cadre de ce débat.
Il espère également que la présidence portugaise saisira cette étape comme une occasion de donner un nouveau souffle au Pilier européen des droits sociaux.
De loskoppeling van het Verenigd Koninkrijk van het Erasmus-programma is een stap achteruit in een tijd waar men geen bijkomende obstakels maar bruggen nodig heeft.
De gevolgen van het Akkoord voor het asiel- en migratie- beleid roepen bij hem doembeelden van versterkte grens- controles in Calais op. Vluchtelingen zullen daardoor geneigd zijn om meer risico’s te nemen bij hun oversteek van het Kanaal met alle gevolgen van dien.
Verder informeert de spreker naar de verdeling van de Brexit Adjustment Reserve over de Belgische gefede- reerde entiteiten.
Ook roept hij op om de bijzondere besluitvorming die bij dit Akkoord gevolgd werd en waarbij de EU-wetgever niet of nauwelijks betrokken werd, als een absolute uitzondering te beschouwen.
Ten slotte stelt de heer Xxxxxxxx vast dat – aangezien de fiscaliteit niet in het Akkoord werd opgenomen – er niets nog in de weg staat dat Londen het «Singapore aan de Theems» wordt. Dit doet hem dan ook vrezen voor praktijken van fiscale dumping waarop de Unie geen antwoord kan bieden.
De xxxx Xxxxxxx, volksvertegenwoordiger, onderschrijft de mening van de eerste minister dat het Akkoord beter is dan een no deal, maar dat het verre van perfect is. Inderdaad, talrijke losse eindjes, waaronder de verde- ling van de Brexit Adjustment Reserve, wachten nog op een oplossing. Veel zal dus afhangen van de loyale uitvoering van het Akkoord door de betrokken partijen én van het wegwerken van de knelpunten die mettertijd ook tussen de EU-lidstaten onderling zullen opduiken.
Toch hoopt de spreker dat – ondanks het wegvallen van een belangrijke partner op het gebied van onderzoek en ontwikkeling – het vertrek van het Verenigd Koninkrijk de mogelijkheid zal bieden om eindelijk tot een geloof- waardige Europese defensie te komen. In een adem voegt hij daar echter aan toe dat ook de rollenververdeling in de NAVO herdacht zal moeten worden alhoewel dit geen deel uitmaakt van dit debat.
Tevens rekent hij erop dat het Portugese voorzitterschap deze ontwikkeling te baat zal nemen om de Europese Pijler van sociale rechten terug nieuw leven in te blazen.
Il considère également le retrait du Royaume-Uni du programme Erasmus comme un pas en arrière.
En guise de conclusion, X. Xxxxxxx s’interroge sur la possibilité de recalibrer le régime linguistique au sein des institutions de l’UE.
M. Xxxxxxxx, député européen, est convaincu que l’Accord de commerce et de coopération aurait pu être conclu beaucoup plus tôt et qu’une grande partie de l’incertitude actuelle aurait pu être évitée, si des deux côtés de la Manche, les populations avaient pu accepter le résultat du référendum du 16 juin 2016. La réponse européenne à ce référendum, en particulier, s’est appa- rentée à une expédition punitive contre un pays pour lequel la valeur ajoutée du centralisme européen s’est réduite comme une peau de chagrin.
Il est grand temps de considérer le Royaume-Uni comme un allié et non comme un ennemi et de ratifier cet Accord dans les meilleurs délais. Il permettra à la Flandre de limiter les dégâts et de saisir pleinement les opportunités offertes par la nouvelle situation. L’Union pourra alors pleinement se concentrer sur la lutte contre l’Accord d’investissement en perspective avec la Répu- blique populaire de Chine au sujet duquel elle est restée étonnamment silencieuse jusqu’à présent.
M. Xx Xxxxx, député, pose les questions suivantes:
– comment les droits de pêche des pêcheurs européens dans les eaux britanniques seront-ils réduits et comment cette réduction sera-t-elle répartie entre les différents États membres concernés de l’UE?
– quels seront les critères utilisés pour répartir, entre les entités fédérées, les fonds provenant de la réserve d’ajustement au Brexit destinés à la Belgique?
– la possibilité de conclure des accords bilatéraux à l’avenir entraînera-t-elle un renforcement de l’ambas- sade de Belgique à Londres?
– le retrait du Royaume-Uni entraînera-t-il une intégra- tion accrue au sein de l’Union?
Xxx Xxxxxxxx, députée européenne, demande au gou- vernement fédéral belge de contribuer à débloquer la coordination de la sécurité sociale au sein du Conseil afin que les citoyens de l’UE puissent également faire valoir les droits en matière de sécurité sociale qu’ils se sont constitués au Royaume-Uni.
Verder beschouwt ook hij de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit het Erasmus-programma als een stap achteruit.
Ten besluite polst de xxxx Xxxxxxx naar de mogelijkheid om nu ook het talenregime binnen de EU-instellingen te herkalibreren.
De heer Xxxxxxxx, Europees parlementslid, is ervan overtuigd dat het Handels- en Samenwerkingsakkoord er veel sneller had kunnen komen en dat veel van de hui- dige onzekerheid vermeden had kunnen worden indien men aan de beide zijden van het Kanaal in staat geweest was het resultaat van het referendum van 16 juni 2016 te aanvaarden. Vooral de Europese reactie op dit referen- dum had veel weg van een strafexpeditie tegen landen voor dewelke de meerwaarde van het EU-centralisme verschrompeld is.
Het is hoog tijd het Verenigd Koninkrijk als een bond- genoot en niet als een vijand te aanzien en dit Akkoord zo snel mogelijk te ratificeren. Voor Vlaanderen schept dit de mogelijkheid om de schade te beperken en de opportuniteiten die de nieuwe situatie biedt, met beide handen te grijpen. De Unie kan zich dan met volle aan- dacht wijden aan de strijd tegen het op stapel staande investeringsakkoord met de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx waarrond het tot dusver oorverdovend stil gebleven is.
De heer De Maegd, volksvertegenwoordiger, wenst een antwoord op de volgende concrete vragen:
– op welke manier zullen de rechten van de Europese vissers om in Britse wateren te vissen teruggeschroefd worden en hoe zal dit over de verschillende betrokken EU-lidstaten gespreid worden?
– volgens welke criteria zullen de voor België bestemde middelen uit de Brexit Adjustment Reserve over de ge- federeerde entiteiten verdeeld worden?
– zal de mogelijkheid om voortaan bilaterale akkoorden af te sluiten resulteren in de versterking van de Belgische ambassade in Londen?
– zal de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk leiden tot een verhoogde integratie binnen de Unie?
Xxxxxxx Xxxxxxxx, Europees parlementslid, roept de Belgische federale regering op om in de Raad de coör- dinatie van de sociale zekerheid mee te helpen deblok- keren zodat EU-burgers ook de socialezekerheidsrechten die zij in het Verenigd Koninkrijk hebben opgebouwd, kunnen laten gelden.
Elle demande également dans quelle mesure les parte- naires sociaux seront consultés à propos de la question de la distribution des ressources qui seront mises à disposition pour – par exemple – la reconversion des travailleurs des secteurs particulièrement touchés par le Brexit.
Enfin, l’intervenante attire l’attention sur la récente modification apportée au Fonds européen d’ajustement à la mondialisation ayant pour conséquence que les États membres pourront dorénavant demander une aide pour les travailleurs perdant leur emploi à cause du Brexit dès lors que celui-ci sera également considéré comme un «événement structurel et inattendu».
X. Xxxxx, sénateur, rappelle que la ratification de l’Accord de commerce et de coopération relève exclu- sivement de l’UE et qu’il s’agit d’une matière pour laquelle seul le législateur européen est compétent. Cela signifie qu’un parlement national ne peut inter- xxxxx que son gouvernement s’il veut être informé de cette problématique. Cela ne devrait toutefois pas nous empêcher de commencer dès maintenant à réfléchir, à tous les niveaux institutionnels, à ce que devrait être l’avenir de l’UE sans le Royaume-Uni. L’intervenant s’interroge notamment sur la mise en œuvre pratique de la disposition qui prévoit que d’éventuelles violations de la Convention européenne des droits de l’homme, qui fait partie de l’acquis du Conseil de l’Europe, pourront donner lieu à la suspension partielle ou totale de l’Accord conclu entre l’UE et le Royaume-Uni. Par extension, on peut également s’interroger sur la position du Royaume-Uni par rapport aux conventions internatio- nales qu’il a conclues par le passé dans le cadre de l’UE. L’intervenant cite l’exemple du règlement général sur la protection des données (3), qui ne s’applique plus au Royaume-Uni alors que la Convention 108+ du Conseil de l’Europe (4), dont le règlement précité est une copie conforme, y est toujours en vigueur.
L’intervenant demande également des précisions sur les futures relations bilatérales que la Belgique souhaite entretenir avec le Royaume-Uni et les accords intra- belges qui seront nécessaires à cette fin, d’une part, et sur les revendications belges, au sein de l’UE, à l’égard du Royaume-Uni, d’autre part.
Verder informeert de spreekster naar de mate waarin de sociale partners betrokken zullen worden bij de verdeling van de middelen die beschikbaar gesteld zullen worden voor – bijvoorbeeld – de omscholing van werknemers uit sectoren waar de brexit bijzonder hard aankomt.
Ten slotte attendeert zij op de recente aanpassing van het Europees Globalisatiefonds waardoor lidstaten nu ook steun kunnen aanvragen voor werknemers die ingevolge de brexit hun baan verliezen, omdat deze nu ook als «structurele en onverwachte gebeurtenis» aangezien wordt.
De xxxx Xxxxx, senator, herinnert eraan dat de ratifi- catie van het Handels- en Samenwerkingsakkoord een exclusieve EU-aangelegenheid is waarvoor alleen de EU-wetgever bevoegd is. Dit betekent dat een natio- naal parlement alleen zijn regering kan ondervragen indien het over deze problematiek geïnformeerd wil worden. Dit neemt echter niet weg dat men nu op al de institutionele niveaus moet beginnen nadenken over de manier waarop de toekomst zonder het Verenigd Koninkrijk er moet uitzien. Zo vraagt de spreker zich af hoe de bepaling die stipuleert dat overtredingen van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat deel uitmaakt van het acquis van de Raad van Europa, aanleiding kunnen geven tot een gedeeltelijke of zelfs volledige opschorting van het akkoord, dat tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk werd afgesloten, in de praktijk vastgesteld zullen worden. Bij uitbreiding kan de vraag gesteld worden naar de positie van het Verenigd Koninkrijk binnen de internationale conventies die het destijds in het raam van de EU afgesloten heeft. Als voorbeeld haalt de spreker de algemene verordening gegevensbescherming (3) aan die binnen het Verenigd Koninkrijk niet langer van toepassing is alhoewel de Conventie 108+ van de Raad van Europa (4), waarvan voornoemde verordening een getrouwe kopie is, er wel nog van kracht is.
Verder wenst hij meer duidelijkheid over, enerzijds, de toekomstige bilaterale relatie die België met het Verenigd Koninkrijk nastreeft en de intra-Belgische afspraken die daarvoor nodig zullen zijn, en, anderzijds, de Belgische strijdpunten binnen de EU ten aanzien van datzelfde Verenigd Koninkrijk.
(3) Intitulé complet: Règlement (UE) 2016/679 du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l’égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la Directive 95/46/CE.
(4 ) Vo i r ht t p s:// se arch . c oe . i nt/ c m/Page s / re s u l t _ d e t ails. aspx?ObjectId=09000016807c65bf.
(3) Voluit: Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
( 4 ) Z i e ht t p s:// se arch . c oe . i nt/ c m/Pa ge s / re s u l t _ d e t ai ls . aspx?ObjectId=09000016807c65bf.
Enfin, X. Xxxxx exprime l’espoir que le retrait du Royaume-Uni créera des opportunités pour approfondir l’union politique, notamment dans les domaines de la politique étrangère et de la défense.
Xxx Xxxxxxxx, députée, est soulagée qu’un accord ait pu être conclu à la dernière minute avec le Royaume- Uni. Elle craint cependant que, xxx xx xxxxxxx, xxx xxxxxxxxxxxx xx Xxxxxx xx xx xxxxxxx xxxxxx xx’xxxxx un certain temps. C’est pourquoi ses questions concrètes portent davantage sur les conséquences de l’Accord de commerce et de coopération que sur son contenu:
– l’UE sera-t-elle encline à manifester une certaine ouverture afin d’aboutir à l’établissement d’un cadre de coopération en matière de politique étrangère et de sécurité? Quel rôle la Belgique pourrait-elle jouer dans ce domaine?
– les contacts en vue de l’adhésion au programme d’échange d’étudiants Xxxx Xxxxxx xxxxxx-xxx xxxx xxx x’XX, xxx xxx Xxxxx membres ou, dans le cas de la Xxx- xxxxx, xxx xxx Xxxxxxxxxxx?
– xxx xxxxx xxxxxxxx xxx Xxxxx membres de l’UE seront confrontés à la suite des limites de pêche (5) seront-ils couverts par des fonds issus de la réserve d’ajustement au Brexit? Quelle clé de répartition interne la Belgique appliquera-t-elle à cet égard?
– le service public fédéral (SPF) Économie dispose-t-il déjà d’études d’impact sur les secteurs belges touchés par le Brexit?
– quel sera l’impact du Brexit xxx xx xxxx x’xxxxxxxx- xxxxxx xx xx xxxxxxx xxx xx Xxxxxxxx doit soumettre à la Commission européenne dans le cadre de la Facilité pour la reprise et la résilience?
– la Belgique va-t-elle conclure des accords bilatéraux avec ses voisins afin d’atténuer les effets du Brexit?
Enfin, Mme Xxxxxxxx demande une plus grande mobi- lisation de la Chambre des représentants. Elle évoque, à cet égard, l’exemple des Pays-Bas, où la Tweede Kamer der Staten-Generaal a manifestement pu remettre ses observations au gouvernement avant la clôture des négociations.
Ten slotte drukt de xxxx Xxxxx de hoop uit dat de terug- treding van het Verenigd Koninkrijk mogelijkheden zal scheppen om – met name op het vlak van buitenlands beleid en defensie – de politieke unie te verdiepen.
Xxxxxxx Xxxxxxxx, volksvertegenwoordigster, is opgelucht dat op de valreep nog een akkoord met het Verenigd Koninkrijk afgesloten kon worden. Zij vreest evenwel dat de gevolgen van de brexit op het terrein pas na verloop van tijd zichtbaar zullen worden. Daarom slaan haar concrete vragen dan ook eerder op de gevol- gen van het Handels- en Samenwerkingsakkoord dan op de inhoud ervan:
– zal de EU geneigd zijn om enige openheid aan de dag te leggen om tot een samenwerkingskader inzake buitenlands en veiligheidsbeleid te komen en welke rol zou België daarin kunnen spelen?
– zullen de contacten om tot het Britse Xxxx Xxxxxx- uitwisselingsprogramma toe te treden door de EU, door de lidstaten of – wat België betreft – door de Gemeenschappen gelegd worden?
– zullen de lasten van de EU-lidstaten ingevolge de visserijbeperkingen (5) aan de tegemoetkomingen uit de Brexit Adjustment Reserve gekoppeld worden en welke interne verdeelsleutel zal België hierbij hanteren?
– zijn er bij de federale overheidsdienst (FOD) Économie al effectbeoordelingen beschikbaar over de getroffen Belgische sectoren?
– welke invloed zal de brexit hebben op het investe- rings- en hervormingsplan dat België in het raam van de Faciliteit voor herstel en veerkracht bij de Europese Commissie moet indienen?
– zal België met zijn buurlanden bilaterale overeenkom- sten sluiten om de weerslag van de brexit te matigen?
Ten slotte pleit xxxxxxx Xxxxxxxx voor meer betrok- kenheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Zij wijst daarvoor naar Nederland waar de Tweede Kamer der Staten-Generaal in staat bleek haar opmerkingen nog vóór de afronding van de onderhandelingen aan de regering te bezorgen.
(5) Ces coûts sont estimés à 162 millions d’euros. (5) Deze worden op 162 miljoen euro geraamd.
B. Réponses du premier ministre
Le premier ministre n’a pas de certitude concernant le montant de la réserve d’ajustement au Brexit qui sera versé à la Belgique. Une étroite collaboration sera nécessaire avec le Danemark, la France, les Pays-Bas et l’Irlande afin de pouvoir maintenir les critères actuels.
La Belgique siégera bien évidemment xx xxxx xxx xxxx- xxx xx xxxxx xx xx Xxxxxxx de partenariat. La composi- tion concrète des délégations belges doit encore faire l’objet d’un accord avec les entités fédérées, mais le premier ministre ne pense pas que cette question posera un problème.
Il est par ailleurs clair que les entités fédérées seront également associées à un éventuel dossier de rétorsion croisée (cross retaliation).
Les déclarations annexées à l’Accord de commerce et de coopération font partie intégrante de l’Accord. Elles ne sont pas directement contraignantes, mais elles expriment un engagement qui doit encore être précisé.
Le cadre convenu pour la reconnaissance mutuelle des qualifications professionnelles sera élaboré au sein du Conseil de partenariat pour chaque catégorie profes- sionnelle, et la Belgique sera associée à ce processus.
Il est important que le Royaume-Uni reconnaisse la Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales. Les détails concrets de cette reconnaissance en termes de coopéra- tion policière, de sécurité et de respect de la vie privée doivent encore être réglés.
Bien que X. Xx Xxxx regrette que le programme d’échange Xxxxxxx doive se poursuivre sans le Royaume-Uni, il souhaite attendre de voir ce que le programme britannique proposera avant de faire des déclarations à ce sujet.
L’UE devra réagir rapidement et adéquatement aux signes de dumping. En ce qui concerne le dumping fis- cal, l’Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) devra jouer son rôle.
Même après le Brexit, le Royaume-Uni continuera à participer à certains programmes de recherche de l’UE comme ITER (6) et Copernicus.
B. Antwoorden van de eerste minister
De eerste minister heeft geen zekerheid over het bedrag dat uit de Brexit Adjustment Reserve aan België uitge- keerd zal worden. Om de huidige criteria te kunnen behouden, zal nauw samengewerkt moeten worden met Denemarken, Frankrijk, Nederland en Ierland.
België zal vanzelfsprekend zitting hebben in de opvol- gingscomités en in de Partnerschapsraad. De concrete samenstelling van de Belgische delegaties moet nog met de gefedereerde entiteiten afgesproken worden, maar de eerste minister ziet daar geen problemen opduiken.
Verder is het evident dat de gefedereerde entiteiten ook bij een dossier van cross retaliation betrokken zul- len worden.
De bij het Handels- en Samenwerkingsakkoord ge- voegde verklaringen maken integraal deel uit van dat Akkoord. Zij zijn niet rechtstreeks afdwingbaar maar drukken wel een engagement uit dat nog moet worden uitgewerkt.
Het overeengekomen kader voor wederzijdse erkenning van de beroepskwalificaties zal in de Partnerschapsraad per beroepscategorie uitgewerkt worden en België zal hierbij betrokken worden.
Belangrijk is dat het Verenigd Koninkrijk het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden erkent. De concrete uit- werking daarvan op het vlak van politiesamenwerking, veiligheid en privacy moet nog gebeuren.
De heer De Croo betreurt weliswaar dat het Erasmus- uitwisselingsprogramma het voortaan zonder het Verenigd Koninkrijk verder moet doen, maar wil toch eerst afwachten wat het Britse programma zal voorstel- len vooraleer daar uitspraken over te doen.
De EU zal snel en gepast moeten reageren op signalen van dumping. Bij fiscale dumping zal de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) haar rol moeten opnemen.
Ook na de brexit neemt het Verenigd Koninkrijk nog deel aan bepaalde EU-onderzoeksprogramma’s zoals ITER (6) en Copernicus.
(6) En toutes lettres: Réacteur thermonucléaire expérimental international (International Thermonuclear Experimental Reactor).
(6) Voluit: International Thermonuclear Experimental Reactor.
L’OTAN, dont le Traité sera complété par des accords bilatéraux, deviendra la principale plateforme de dis- cussion dans le domaine de la défense. Une coopération renforcée s’étant avérée impossible, il reste à voir com- ment les objectifs stratégiques pourront être maintenus.
Comme dans xx xxxxx xxx xxxxxxxxxxxx, xx Xxxxxxx xxxx xxxxx clairement aux commandes dans xx xxxxx xx xxxxx xxx xxxxxxx xxx xx xxxxx. Cette coopération unique a notamment abouti à un résultat spécifique, à savoir l’autorisation pour les pêcheurs flamands d’accéder à la zone de douze milles marins au large des côtes britanniques. Cela ne doit cependant pas faire oublier que la réduction des quotas de capture et l’accès limité dans le temps aux zones de pêche britanniques sont effectivement des sources d’incertitude pour ce secteur. En tout cas, la répartition des fonds européens tiendra compte des répercussions du Brexit sur les différents secteurs. Le niveau auquel cela doit se faire est donc d’une importance secondaire.
L’orateur rappelle aussi que l’action de l’axe franco- allemand n’est pas toujours favorable à la Belgique. On a par exemple pu constater dans différents dossiers que seule une coopération renforcée entre des États membres européens de taille moyenne, par exemple du Benelux et des pays scandinaves, permettrait d’obtenir des résultats. La Belgique devra dès lors continuer à avoir plusieurs fers au feu dans le cadre de négociations.
Le rôle des partenaires sociaux à l’égard de la répartition des fonds européens variera fortement d’un secteur à l’autre. Il serait dès lors prématuré d’anticiper à ce sujet.
Le Royaume-Uni estime qu’il n’est plus soumis au règlement général sur la protection des données. Ce problème démontre donc la nécessité d’établir une liste de questions pouvant être tranchées au niveau européen, d’une part, et une seconde liste de questions nécessitant des solutions bilatérales, d’autre part. Si nous entendons préserver l’unité entre les États membres européens, nous devrons surtout être attentifs aux questions que les autres États membres souhaitent faire figurer sur cette seconde liste.
Enfin, X. Xx Xxxx souligne que certains États membres ont une culture différente de celle de la Belgique à l’égard du suivi des questions européennes par leurs parlements. À titre personnel, il ne serait pas opposé à ce que le Parlement fédéral belge joue un rôle plus actif dans ce domaine.
De NAVO zal – aangevuld met bilaterale akkoorden – uitgroeien tot het voornaamste gespreksplatform op het vlak van defensie. Aangezien een versterkte samen- werking niet mogelijk gebleken is, zal moeten worden afgewacht hoe de strategische doelstellingen behouden zullen kunnen worden.
Zoals tijdens de onderhandelingen, zit Vlaanderen ook bij de opvolging van de afspraken rond de visserij duidelijk in de cockpit. Deze unieke samenwerking heeft met name geleid tot het specifieke resultaat in- zake de toegang voor de Vlaamse vissers tot de Britse twaalfmijlszone. Dit kan echter niet wegnemen dat de verminderde vangstquota en de in tijd beperkte toegang tot de Britse visserijgronden voor deze sector inderdaad bronnen van onzekerheid zijn. Bij de verdeling van de EU-fondsen zal in ieder geval de weerslag van de brexit op een bepaalde sector gelden. Het niveau waarop dat moet gebeuren, is dus van ondergeschikt belang.
Voorts herinnert de spreker eraan dat de Duits-Franse as niet altijd en overal in het voordeel van België werkt. Zo kon al bij verschillende dossiers worden vastgesteld dat alleen een doorgedreven samenwerking tussen mid- delgrote EU-lidstaten, bijvoorbeeld in de Benelux en met Scandinavische landen, tot resultaten leidde. België zal bij onderhandelingen dus verschillende ijzers in het vuur moeten blijven houden.
De rol van de sociale partners bij de verdeling van de EU-fondsen zal sterk afhangen van sector tot sector. Het is dan ook nog te vroeg om daarop vooruit te lopen.
Het Verenigd Koninkrijk is van oordeel dat het niet langer onderworpen is aan de algemene verordening gegevensbescherming. Dit vraagstuk bewijst dus de nood aan een lijst met de onderwerpen die EU-breed uitgeklaard kunnen worden, enerzijds, en een tweede lijst met de onderwerpen die een bilaterale oplossing vergen, anderzijds. Indien men de eenheid onder de EU-lidstaten wil bewaren, zal men vooral oog moeten hebben voor de topics die de overige EU-lidstaten op deze tweede lijst willen inschrijven.
Ten slotte wijst de heer Xx Xxxx erop dat bepaalde lidstaten er wat de opvolging van EU-aangelegenheden door hun parlementen een andere cultuur op nahouden dan België. Persoonlijk zou hij er dan ook niets op tegen hebben indien ook het Belgische Federale Parlement korter op de bal zou spelen.
C. Répliques
X. Xxxxxx, député, est également favorable à une plus grande contribution des parlements dans le suivi des questions européennes.
Il salue en outre l’approche réaliste du gouvernement. En effet, la sortie du Royaume-Uni de l’Union n’est pas présentée comme une victoire, et elle indique également que la coopération intra-belge avec les entités fédérées et la coopération interrégionale avec les Pays-Bas et les pays scandinaves présente une plus-value à laquelle il convient de donner suite.
L’intervenant doit toutefois faire part d’une double inquiétude:
– d’une part, il aimerait obtenir des précisions sur la position défendue par la Belgique dans le débat sur le lieu où s’installera le centre européen des marchés finan- ciers, dont les acteurs sont aujourd’hui principalement établis à Londres;
– d’autre part, X. Xxxxxx redoute que la trop grande attention accordée à la question de la concurrence fis- cale occulte la question de la politique monétaire du Royaume-Uni.
M. Xx Xxxxx, député, demande à nouveau si le nou- vel élan insufflé dans les relations bilatérales entre la Belgique et le Royaume-Uni se traduira également par un renforcement des capacités de l’ambassade belge à Londres.
X. Xxxxx, sénateur, annonce que la question de la superposition éventuelle de conventions internationales sera approfondie.
Il conclut son intervention en indiquant que l’évaluation du respect des droits de l’homme dans le cadre du Brexit mérite un débat plus approfondi dès lors qu’il s’agit de l’un des liens résiduels entre le Royaume-Uni et l’UE.
Le président-rapporteur,
Xxxxxx XXX XXXXXXXXXXXX.
C. Replieken
Ook de xxxx Xxxxxx, volksvertegenwoordiger, is voor- stander van meer inbreng van de parlementen inzake EU-aangelegenheden.
Daarnaast verwelkomt hij de realistische aanpak van de regering. Inderdaad, het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie wordt niet als een overwinning afgeschilderd en tevens wordt aangetoond dat de intra- Belgische samenwerking met de gefedereerde entiteiten en de interregionale samenwerking met Nederland en de Scandinavische landen een meerwaarde biedt die tot navolging strekt.
Toch moet hij uiting geven aan een dubbele bezorgdheid:
– enerzijds wenst hij enige verduidelijking over de positie van België in het debat over de plaats waar de Europese hub van de geldmarkten, die nu hoofdzakelijk in Londen gevestigd zijn, gevestigd zal worden;
– anderzijds vreest de xxxx Xxxxxx dat teveel aandacht voor het aspect fiscale concurrentie zou kunnen leiden tot een onderbelichting van het monetair beleid van het Verenigd Koninkrijk.
De heer Xx Xxxxx, volksvertegenwoordiger, blijft benieuwd of het nieuwe elan van de bilaterale verhou- dingen tussen België en het Verenigd Koninkrijk ook weerspiegeld zal worden in een versterking van de Belgische ambassade in Londen.
De xxxx Xxxxx, senator, kondigt aan dat de kwestie van de eventuele superpositie van internationale conventies verder onderzocht zal worden.
Ten slotte is hij van oordeel dat de aftoetsing van de mensenrechten in de context van de brexit een breder debat verdient. Dit is immers een van de overblijvende links die het Verenigd Koninkrijk met de EU verbindt.
De voorzitter-rapporteur,
Xxxxxx XXX XXXXXXXXXXXX.
Imprimerie centrale – Centrale drukkerij