tussen
-
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
tussen
het Havenbedrijf Rotterdam N.V. de Stadsregio Rotterdam
de gemeente Rotterdam en
de Minister van Verkeer en Waterstaat Inzake
De Verkeersonderneming
Definitief 15 januari 2010
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - Algemeen
Artikel 1: Begripsbepalingen
Artikel 2: Doel van de overeenkomst
2.1 De Verkeersonderneming
2.2 Oprichting van de Stichting Hoofdstuk 2 – De Verkeersonderneming
Artikel | 3: | Oprichting en vorm van De Verkeersonderneming 3.1 Oprichting van De Verkeersonderneming 3.2 Vorm van De Verkeersonderneming |
Artikel | 4: | Doel van De Verkeersonderneming 4.1 Doel 4.2 Ervaring |
Artikel | 5: | Taken van De Verkeersonderneming 5.1 Algemene taken 5.2 Specifieke taken en verantwoordelijkheden van De |
Verkeersonderneming
5.3 Specifieke taken en verantwoordelijkheden Verkeersmanagement
Artikel 6: Organisatie van De Verkeersonderneming
6.1 Stuurgroep van De Verkeersonderneming
6.2 Directeur van De Verkeersonderneming
6.3 Programmabureau van De Verkeersonderneming
6.4 Accounthoudersoverleg
6.5 Raad van Advies Hoofdstuk 3 - Stichting Verkeersonderneming
Artikel | 7: | Oprichting van de Stichting 7.1 Oprichting Stichting |
Artikel | 8: | Doel van de Stichting 8.1 Doel Stichting |
Artikel | 9: | Taken Stichting 9.1 Algemene taken Stichting 9.2 Specifieke Taken Stichting 9.3 Aanbestedingsregels |
Artikel 10: Organisatie Stichting
10.1 Bestuur van de Stichting
10.2 Raad van Toezicht
10.3 Goedkeuring Raad van Toezicht
10.4 Jaarplan en jaarrekening Stichting
10.5 Kwartaalrapportages
10.6 Toetreding van de Stichting tot de overeenkomst Hoofdstuk 4 – Financiën
Artikel 11: Exploitatie van De Verkeersonderneming en de Stichting
11.1 Fte´s
11.2 Exploitatiekosten
11.3 Projectkosten Verkeersmanagement
11.4 Projectkosten Mobiliteitsmanagement
11.5 Fiscale aspecten
Artikel 12: Jaarplan van De Verkeersonderneming en Stichting
12.1 Jaarplan
12.2 Voorleggen stuurgroep en bestuur Stichting
12.3 Inhoud jaarplan
12.4 Gevolg vaststellen jaarplannen Hoofdstuk 5 – Overige bepalingen
Artikel 13: Duur van de overeenkomst
Artikel 14: Geschillenprocedure
11.1 Bemiddeling (NMI)
11.2 Rechter
11.3 Kort geding e.d.
Artikel | 15: | Overdracht contractpositie |
Artikel | 16: | Bevoegd orgaan partijen |
Artikel | 17: | Voorbehoud en goedkeuring |
Artikel | 18: | Vervallen oude samenwerkingsovereenkomst en administratie |
Artikel | 19: | Kennisgevingen |
DE ONDERGETEKENDEN:
1. De Minister van Verkeer en Waterstaat handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, te dezen bevoegd vertegenwoordigd door de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland te Rotterdam, ir.
F.M. Post,
- hierna te noemen: Verkeer en Waterstaat;
2. De gemeente Rotterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd, op grond van artikel 171 tweede lid, van de Gemeentewet, door de wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie, ter uitvoering van het besluit van het college van
,
- hierna te noemen: “de Gemeente”;
3. De Stadsregio Rotterdam, ter uitvoering van het besluit van het dagelijks bestuur d.d.
rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar portefeuillehouder Verkeer en Vervoer, ,
- hierna te noemen: de Stadsregio;
4. De naamloze vennootschap Havenbedrijf Rotterdam N.V., statutair gevestigd in Rotterdam, aldaar kantoorhoudende aan de Wilhelminakade 909, vertegenwoordigd door haar president directeur, de heer ir. Drs. H.N.J. Xxxxx, en haar directeur Infrastructuur & Maritieme Zaken, de heer Ing. A.G.F. Toet,
- hierna te noemen: het Havenbedrijf;
de ondergetekenden hierna gezamenlijk te noemen “Partijen” of ieder voor zich “Partij”, OVERWEGENDE:
1. Het fileprobleem op en rondom de A15 tast de bereikbaarheid en daarmee de concurrentiepositie aan van de Rotterdamse stadsregio en haven. Bij incidenten en evenementen slaagden partijen er echter in gezamenlijk met behulp van doelgericht verkeers- en mobiliteitsmanagement de filedruk op en rondom de A15 te verminderen. Om die reden is deze incidentele samenwerking structureel vormgegeven en hebben Partijen in dat kader afgesproken samen te werken in een verkeersonderneming, een programmaorganisatie met een regiefunctie (“De Verkeersonderneming”).
2. De Verkeersonderneming heeft enerzijds tot doel het optimaliseren van de wegcapaciteit op en rond de A15 door het voeren van een doelgericht Verkeersmanagement (verbeteren aanbod) en anderzijds het reduceren van de filedruk door het voeren van een doelgericht Mobiliteitsmanagement (verminderen vraag).
3. In het kader van bovengenoemde doelstelling hebben partijen op 9 juli 2008 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. In deze samenwerkingsovereenkomst is het samenwerkingsverband De Verkeersonderneming vormgegeven en hebben partijen onder meer afspraken gemaakt over de organisatie, de werkwijze, de financiële bijdragen van ieder der partijen, de administratie en het personeel. Voorts is in deze samenwerkingsovereenkomst overeengekomen dat onderzoek zal worden verricht naar de mogelijkheid De Verkeersonderneming om te zetten naar een zelfstandige rechtsvorm.
4. Naar aanleiding van genoemd onderzoek naar de definitieve vorm van De Verkeersonderneming, heeft de stuurgroep van De Verkeersonderneming op
12 januari 2009 in haar vergadering besloten dat er behoefte is aan aanvullende mogelijkheden voor De Verkeersonderneming, met name op het gebied van Mobiliteitsmanagement en dat in dat kader er tevens behoefte is om De Verkeersonderneming op afstand van de partijen te plaatsen en slagvaardiger te maken.
5. Met het oog op het gestelde onder punt 4 heeft de stuurgroep besloten een nieuwe uitgebreidere samenwerkingsovereenkomst op te doen stellen en ten behoeve van onder meer het Mobiliteitsmanagement een stichting (“Stichting”) op te richten.
6. Partijen hebben overleg gepleegd over de uitwerking van de besluiten van de stuurgroep en wensen hun nadere inhoudelijke afspraken omtrent de samenwerking in De Verkeersonderneming en de oprichting van de Stichting als volgt te regelen.
VERKLAREN OVEREEN TE ZIJN GEKOMEN ALS VOLGT:
HOOFDSTUK 1 – ALGEMEEN
Artikel 1: Begripsbepalingen
Accounthouders: de vertegenwoordigers van partijen in het accounthoudersoverleg, zoals bedoeld in artikel 6.4 van deze overeenkomst;
Accounthoudersoverleg: het overleg van de accounthouders,als bedoeld in artikel 6.4 van deze overeenkomst.
Bestuurder: de Bestuurder van de Stichting.
Deelnemers: Deelnemers bij de Stichting, als bedoeld in artikel 7.1, te weten:
het Havenbedrijf, de Gemeente en de Stadsregio.
Directeur: de directeur van De Verkeersonderneming
DVM: Dynamisch Verkeersmanagement
Exploitatiebijdrage(n): de bijdrage(n) van partijen in de exploitatiekosten, zoals genoemd in artikel 11.2 van deze overeenkomst
Jaarplan Verkeersonderneming het jaarplan bedoeld in artikel 12.1 van deze
overeenkomst.
Jaarplan Stichting: het door de Bestuurder van de Stichting, na voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht van de Stichting vastgestelde deel van het Jaarplan Verkeersonderneming dat betrekking heeft op de werkzaamheden van de Stichting Verkeersonderneming (artikel 12).
MaVa: Het Rijkswaterstaat project A15 Maasvlakte – Vaanplein.
Mobiliteits-
management: de activiteiten van De Verkeersonderneming en de Stichting gericht op het verminderen van de vraag naar mobiliteit, zoals beschreven in artikel 9.
Stuurgroep: de stuurgroep zoals bedoeld in artikel 6.1 van deze overeenkomst;
Stichting Verkeersonderneming
of Stichting: de Stichting welke door het Havenbedrijf wordt opgericht voor onder meer de uitvoering van Mobiliteitsmanagement projecten. De Stichting wordt beschreven in hoofdstuk 3 van deze overeenkomst.
De Verkeersonderneming: het samenwerkingsverband, zoals beschreven in
hoofdstuk 2 van deze overeenkomst.
Verkeers-
management: de activiteiten van De Verkeersonderneming, gericht op het verbeteren van het aanbod van infrastructurele voorzieningen, zoals beschreven in artikel 5.3 van deze overeenkomst;
Artikel 2: Doel van deze overeenkomst
2.1 De Verkeersonderneming
Ten behoeve van De Verkeersonderneming zullen de (verdere) afspraken en bevoegdheden ter zake van organisatie, de werkwijze, de financiële bijdragen en de rol van partijen worden vastgelegd.
2.2 Oprichting van de Stichting
Teneinde slagvaardig te kunnen handelen, zullen Deelnemers ten behoeve van onder meer Mobiliteitsmanagement een Stichting (doen) oprichten. De oprichting zal geschieden overeenkomstig een notariële oprichtingsakte. Deze oprichtingsakte zal de statuten bevatten en de voor de eerste maal te benoemen Bestuurder en de te benoemen leden van de Raad van Toezicht. De oprichting zal geschieden conform het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze overeenkomst.
HOOFDSTUK 2 – DE VERKEERSONDERNEMING
Artikel 3: Oprichting en vorm van De Verkeersonderneming
3.1 Oprichting van De Verkeersonderneming
De Verkeersonderneming is een in juli 2008 opgericht samenwerkingsverband tussen de Gemeente, de Stadsregio, Verkeer en Waterstaat en het Havenbedrijf (“Partijen”).
In de toekomst is het mogelijk dat derden zich aansluiten bij De Verkeersonderneming. Dit gebeurt bij unaniem besluit van de Stuurgroep.
3.2 Vorm van De Verkeersonderneming
De Verkeersonderneming is een programmabureau. De Verkeersonderneming opereert zo veel mogelijk onafhankelijk en zelfstandig van Partijen, binnen de grenzen van het vastgestelde Jaarplan.
Artikel 4: Doel van De Verkeersonderneming
4.1 Doel
De Verkeersonderneming heeft als doel het bereikbaar maken en houden van het Rotterdamse Havengebied door de filedruk op de A15-corridor te verminderen, met name tijdens de toekomstige ombouw van de A15.
4.2 Ervaring
Partijen wensen daarnaast door middel van De Verkeersonderneming ervaring op te doen met de geïntegreerde samenwerking op het gebied van Verkeers- en Mobiliteitsmanagement
Artikel 5: Taken van De Verkeersonderneming
5.1 Algemene taken
De Verkeersonderneming geeft aan haar doel onder meer invulling door:
1. Vraag en aanbod voor gebruik van de weginfrastructuur af te stemmen (en te beïnvloeden) in geïntegreerd Verkeers- en Mobiliteitsmanagement door het bijeen brengen van alle initiatieven rond wegcapaciteit. Hierbij ligt de focus op de periode tot over 5 jaar.
2. Het laten opstellen en vaststellen van regelscenario’s ten behoeve van het Verkeersmanagement op de A15, ten westen van het Beneluxplein en het gehele wegennet van het Havenbedrijf.
3. Met Mobiliteitsmanagement de verkeersvraag in de spits op de A15-corridor met 20% te reduceren ten opzichte van 2008. Dit betreft alle maatregelen die effect hebben op de mobiliteitsbehoefte op de A15-corridor van Maasvlakte tot Vaanplein.
4. Nieuwe concepten voor verkeers- en mobiliteitsmanagement toe te passen samen met Partijen en overige partners.
5. Al het overige te doen wat noodzakelijk of nuttig is ten behoeve van het doel van De Verkeersonderneming, binnen de grenzen van het vastgestelde Jaarplan.
5.2 Specifieke taken en verantwoordelijkheden van De Verkeersonderneming
Naast de onder artikel 5.1 genoemde algemene taken richt De Verkeersonderneming zich op de volgende specifieke taken:
1. De Verkeersonderneming stelt (zich) targets en resultaten per jaar voor de bereikbaarheid. Deze kunnen al dan niet worden onderscheiden naar aanbodskant en vraagkant. Het vertrekpunt hiervoor is het in artikel 4 verwoorde doel. Deze targets en resultaten worden opgenomen in het Jaarplan Verkeersonderneming.
2. De Verkeersonderneming brengt op eigen initiatief geplande ingrepen van Partijen en van derden op de Verkeersmanagementprojecten met elkaar in verband. Ze voorziet deze van compenserende en mitigerende projecten en adviseert over prioritering, fasering, planning en aanpassing van deze ingrepen. Basis hiervoor zijn de hierboven vermelde resultaten en targets. De betreffende projecten en werkzaamheden neemt De Verkeersonderneming daartoe op in het Jaarplan Verkeersonderneming.
3. Partijen blijven verantwoordelijk als wegbeheerder.
4. De Verkeersonderneming ontplooit, stimuleert en faciliteert initiatieven van Partijen en van derden en initieert projecten op het gebied van Verkeersmanagement en Mobiliteitsmanagement en maatregelen op het gebied van personen- en goederenvervoer, inclusief werkgeversgerelateerde mobiliteit.
5. De Verkeersonderneming vormt een aanspreekpunt, naast de wegbeheerder en de 0800-lijn, voor bedrijven, automobilisten, chauffeurs en overheden op het gebied van activiteiten, problemen, en vragen die verkeer en mobiliteit betreffen. In dit kader communiceert De Verkeersonderneming hierover proactief richting onder meer (buur)gemeenten, provincie, waterschappen en bedrijfsleven.
6. De Verkeersonderneming adviseert partijen, overige partners en relevante betrokkenen gevraagd en ongevraagd op het gebied van verkeer en mobiliteit.
5.3 Specifieke taken en verantwoordelijkheden Verkeersmanagement
De Verkeersonderneming heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden op het gebied van Verkeersmanagement:
1. De Verkeersonderneming heeft de regie naar Partijen voor elk door de Stuurgroep vastgesteld Verkeersmanagement project, dat voorzien is van dekking. Dit houdt in dat De Verkeersonderneming de met de uitvoeringsverantwoordelijke Partij in het Jaarplan Verkeersonderneming gemaakte afspraken over tijd, geld en kwaliteit monitort. Zo nodig spreekt De Verkeersonderneming de Partij hier op aan. Dat gebeurt in eerste instantie in het Accounthoudersoverleg. De Verkeersonderneming kan aandachtspunten vervolgens agenderen in de Stuurgroep.
2. Het formele opdrachtgeverschap richting derden ligt op het gebied van Verkeersmanagement bij de Partijen en niet bij De Verkeersonderneming.
3. De Verkeersonderneming voert geen Verkeersmanagement projecten uit.
4. De Verkeersonderneming kan in geval van calamiteiten de wegbeheerders vragen bij te sturen op het gebied van operationeel verkeersmanagement. De Verkeersonderneming verzorgt in geval van calamiteiten namens Partijen de communicatie met en advisering van bedrijven en overlegt in dit kader met de wegbeheerders op het gebied van operationeel verkeersmanagement.
5. De Verkeersonderneming organiseert de bestuurlijke besluitvorming van de regelscenario’s voor DVM. Hiertoe ziet ze toe op goede voorbereiding en uitvoering van de totstandkoming van de scenario’s tussen de wegbeheerders.
6. De Verkeersonderneming evalueert eens per jaar het operationele verkeersmanagement in het hele gebied dat De Verkeersonderneming bestrijkt. Op
basis hiervan adviseert De Verkeersonderneming de verkeerscentrale en Partijen over mogelijke aanpassingen van de handelswijze. De bevindingen en adviezen rapporteert de Verkeersonderneming aan de Stuurgroep.
7. De Verkeersonderneming monitort de bereikbaarheid en doorstroming, de uitvoering van de Verkeersmanagement projecten en effecten hiervan op de doorstroming. De Verkeersonderneming rapporteert hierover elk kwartaal aan de stuurgroep.
5.4 Specifieke taken en verantwoordelijkheden Mobiliteitsmanagement
De Verkeersonderneming heeft als taak en verantwoordelijkheid op het gebied van Mobiliteitsmanagement; het opstellen en afstemmen van Mobiliteitsmanagement projecten. De daadwerkelijke uitvoering van de Mobiliteitsmanagement projecten inclusief het sluiten van overeenkomsten op dat gebied ligt bij de op te richten Stichting (zie hiervoor artikel 9.1)
Artikel 6: Organisatie van De Verkeersonderneming
6.1 Stuurgroep Verkeersonderneming
6.1.1 De Verkeersonderneming kent een Stuurgroep.
6.1.2 Elk der partijen heeft een vertegenwoordiger in de Stuurgroep: de Gemeente met de wethouder Verkeer en Vervoer, de Stadsregio met de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer, Verkeer en Waterstaat met de HID Zuid-Holland en het Havenbedrijf met haar directeur Infrastructuur & Maritieme Zaken.
6.1.3 De (Directeur van de) Verkeersonderneming legt verantwoording af aan de Stuurgroep. Dat gebeurt aan de hand van het Jaarplan Verkeersonderneming.
6.1.4 In de vervulling van een ontstane vacature in de Stuurgroep zal de betreffende partij zelf voorzien.
6.1.5 De Stuurgroep keurt voorstellen en producten van De Verkeersonderneming goed. Deze worden hiertoe tijdig aangeboden aan de Stuurgroep. Hierbij horen het Jaarplan Verkeersonderneming, inclusief begroting en de jaarrekening/het jaarverslag.
6.1.6 De Stuurgroep dient voorts als escalatieniveau voor de Directeur van De Verkeersonderneming en voor het Accounthoudersoverleg.
6.1.7 De Stuurgroep besluit over onder meer de volgende onderwerpen: benoeming, schorsing en ontslag van de Directeur van De Verkeersonderneming, de uitbreiding van de Raad van Advies (artikel 6.5), de goedkeuring van het Jaarplan Verkeersonderneming, het ter beschikking stellen van een extra exploitatiekosten, zoals genoemd in artikel 11.2.
6.1.8 Besluitvorming binnen de Stuurgroep geschiedt bij unanimiteit.
6.1.9 Indien de Stuurgroep geen unaniem besluit kan nemen, zal het betreffende besluit binnen een termijn van 2 weken nogmaals in de Stuurgroep ter besluitvorming voorgelegd worden. Binnen genoemde termijn zal ieder van de stuurgroepleden alsdan overleg plegen binnen de eigen organisatie.
Indien alsdan nogmaals geen overeenstemming wordt bereikt, kan dit
onderwerp worden aangemerkt als een geschil en kunnen Partijen handelen overeenkomstig artikel 14 van deze overeenkomst.
6.1.10 De Stuurgroep komt 4 maal per jaar bijeen, of zoveel vaker als nodig is, op verzoek van de Directeur van De Verkeersonderneming of een van de Stuurgroepleden.
6.1.11 De Directeur van De Verkeersonderneming is secretaris van de Stuurgroep. De directeur heeft geen stem, doch heeft een adviserende rol.
6.1.12 De kosten van de Stuurgroepleden zullen door die partij worden gedragen, namens wie de stuurgroepplaats wordt vervuld.
6.2 Directeur Verkeersonderneming
6.2.1 De Verkeersonderneming wordt geleid door een Directeur Verkeersonderneming.
6.2.2 De Directeur wordt benoemd door de Stuurgroep. De Directeur van de Verkeersonderneming en de Bestuurder van de Stichting zijn dezelfde persoon.
6.2.3 De Directeur is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en procesmatige aansturing van De Verkeersonderneming en haar werkzaamheden en taken.
6.2.4 De Directeur bepaalt in overleg met Partijen de samenstelling van de medewerkers van De Verkeersonderneming.
6.2.5 De Directeur is verantwoordelijk voor het Jaarplan Verkeersonderneming, dat eens per jaar, -uiterlijk 1 maand voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar- ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Stuurgroep.
6.2.6 De Directeur legt ieder kwartaal verantwoording af aan de Stuurgroep aan de hand van een voortgangsrapportage over de voortgang en resultaten ten opzichte van het Jaarplan Verkeersonderneming.
6.2.7 De Directeur signaleert afwijkingen ten opzichte van het vastgestelde Jaarplan Verkeersonderneming, aandachts- en knelpunten in de werkzaamheden en agendeert deze zo nodig in het Accounthoudersoverleg en de Stuurgroep, inclusief voorstel voor benodigde actie.
6.3 Programmabureau Verkeersonderneming
De Verkeersonderneming bestaat naast de Directeur uit een programmabureau.
6.3.1 Het programmabureau voert onder aansturing van de Directeur de taken en opdrachten van de Stuurgroep uit, in ieder geval zoals verwoord in deze overeenkomst en zoals die voortvloeien uit het Jaarplan Verkeersonderneming.
6.3.2 Het programmabureau verzorgt de communicatie, het omgevings- en relatiemanagement van De Verkeersonderneming en de Stichting.
6.3.3 Voor de bemensing van het programmabureau wordt verwezen naar artikel 11.
6.4 Accounthoudersoverleg
6.4.1 In het Accounthoudersoverleg hebben vertegenwoordigers van elk van de Partijen en de Directeur zitting.
6.4.2 Elke Accounthouder is primair aanspreekpunt binnen zijn partij voor de aangelegenheden die De Verkeersonderneming betreffen en de afspraken in de stuurgroep.
6.4.3 Het Accounthoudersoverleg bespreekt de voortgang, aandachts- en eventuele knelpunten in de werkzaamheden van De Verkeersonderneming en de Stichting.
6.4.4 Elke Accounthouder xxxxxx op namens zijn Partij en representeert het standpunt van zijn partij. Hij zorgt voor terugkoppeling aan zijn Partij.
6.4.5 Elk van de Accounthouders adviseert zijn vertegenwoordiger in de Stuurgroep.
6.4.6 Het Accounthoudersoverleg vindt op verzoek van één van de Accounthouders of de Directeur plaats.
6.5 Raad van Advies
6.5.1 De Raad van Advies wordt gevormd door vertegenwoordigers van relevante partners voor de bereikbaarheidsopgave van de haven, die niet in de Stuurgroep zijn vertegenwoordigd.
6.5.2 In de Raad van Advies hebben zitting vertegenwoordigers van Deltalinqs, Transport en Logistiek Nederland, Kamer van Koophandel, Gemeente Spijkenisse, EVO, de Provincie Zuid-Holland en de Politie Rotterdam/Rijnmond.
6.5.3 Uitbreiding van de Raad van Advies is mogelijk na goedkeuring door de Stuurgroep.
6.5.4 De Raad van Advies adviseert de directeur van De Verkeersonderneming en de stuurgroep gevraagd en ongevraagd.
6.5.5 De Raad van Advies komt minimaal vier keer per jaar bijeen.
6.5.6 De rol en taken van de Raad van Advies zijn vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Raad van Advies d.d. 9 juli 2008.
HOOFDSTUK 3 – STICHTING VERKEERSONDERNEMING
Artikel 7: Oprichting van de Stichting
7.1 Oprichting Stichting
De Gemeente, de Stadsregio en het Havenbedrijf zijn Deelnemers bij de Stichting.
In de toekomst is het mogelijk dat derden worden betrokken bij de Stichting. Dit gebeurt bij unaniem besluit van de Deelnemers bij de Stichting.
Deelnemers verbinden zich om medewerking te verlenen aan de oprichting van de Stichting. De Stichting zal door het Havenbedrijf worden opgericht, overeenkomstig een nader overeen te komen notariële akte van oprichting. Deze oprichting zal zo spoedig mogelijk na de ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst
geschieden.
Artikel 8: Doel van de Stichting
8.1 Doel Stichting
Het doel van de Stichting is:
1. het uitvoeren (of doen uitvoeren) van de in het Jaarplan Stichting opgenomen Mobiliteitsmanagement projecten, die niet door Deelnemers zelf worden uitgevoerd;
2. het voeren van de daarbij behorende financiële administratie, het beheren van de door Partijen bij De Verkeersonderneming en Deelnemers bij de Stichting ingebrachte middelen ten behoeve van de (algemene) exploitatie van De Verkeersonderneming en van de Stichting (zie artikel 11.2);
3. het verrichten van alle handelingen van financiële en andere aard welke daarbij dienstig kunnen zijn.
Artikel 9: Taken Stichting
9.1 Algemene taken Stichting
Binnen bovengenoemde doelstelling heeft de Stichting de navolgende algemene taken: De Stichting voert de Mobiliteitsmanagement projecten uit het Jaarplan Stichting uit. Dit houdt in dat het opstellen en afstemmen van de Mobiliteitsmanagement projecten bij De Verkeersonderneming ligt en dat de uitvoering bij de Stichting ligt. De Stichting bereidt de projecten voor, verzorgt de financiering, voert aanbestedingen uit, stuurt de uitvoering aan of laat dit doen als opdrachtgever. Voorts bereidt de Stichting overeenkomsten met derden voor, onderhandelt over de betreffende voorwaarden en sluit deze af.
9.2 Specifieke taken Stichting
Specifieke taken van de Stichting zullen jaarlijks worden opgenomen in het Jaarplan Stichting.
9.3 Aanbestedingsregels
De Stichting zal bij het uitvoeren van haar taken, de geldende Nederlandse en Europese aanbestedingsregels, voor zover van toepassing, in acht nemen.
Artikel 10: Organisatie Stichting
10.1 Bestuur van de Stichting
Het bestuur van de Stichting zal bestaan uit één persoon Het bestuur is belast met het vormen en voeren van het algemeen en dagelijks beleid binnen de doelstellingen van de stichting, het uitvoeren van het goedgekeurde Jaarplan Stichting en het vertegenwoordigen van de Stichting.
De Bestuurder en de Directeur van de VO zijn in beginsel dezelfde persoon.
Voor een overzicht van de besluiten van het bestuur welke vooraf door de Raad van Toezicht en door de leden van de Stuurgroep die deelnemen in de Stichting dienen te worden goedgekeurd wordt verwezen naar artikel 10.3.
De Bestuurder is verplicht aan de Raad van Toezicht alle voor diens taakbeoefening benodigde gegevens te verschaffen.
10.2 Raad van Toezicht
Het bestuur van de Stichting staat onder toezicht van een Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht bestaat 3 leden, die worden benoemd door de Deelnemers. Ieder van de Deelnemers heeft het recht een lid van de Raad van Toezicht te benoemen. Xxxx Xxxxxxxxx is vrij voor zichzelf te bepalen wie hij als lid van de Raad van Toezicht wenst voor te benoemen.
Bij het ontstaan van een vacature binnen de Raad van Toezicht zal de Deelnemer die het desbetreffende lid van de Raad van toezicht destijds heeft benoemd, ter vervanging zo spoedig mogelijk een nieuwe vertegenwoordiger als lid van de Raad van Toezicht benoemen.
De kosten van de vertegenwoordigers van de Raad van Toezicht zullen door die Deelnemer worden gedragen, namens wie de plaats wordt vervuld.
Een lid van de Raad van Toezicht kan worden geschorst en ontslagen door de Deelnemer wiens vertegenwoordiger als lid van de Raad van Toezicht fungeert.
Een lid van de Raad van Toezicht defungeert:
1. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd;
2. door zijn vrijwillig aftreden;
3. door zijn ontslag verleend door de Deelnemer die het desbetreffende lid van de Raad van toezicht destijds heeft benoemd;
4. door zijn ondercuratele stelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
5. door zijn overlijden;
6. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt tot toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet.
De Raad van Toezicht heeft tot taak het houden van toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de Stichting.
De Raad van Toezicht staat het Bestuur terzijde met raad. Voorts is de Raad van Toezicht belast met:
x. xxxxxxxxx, schorsing en ontslag van de Bestuurder. De Bestuurder en de
Directeur van de VO zijn in beginsel dezelfde persoon Deze Bestuurder kan ook extern, buiten de organisaties van partijen, aangetrokken worden. De Raad van toezicht benoemt, schorst en ontslaat de Bestuurder op bindende voordracht van de leden van de Stuurgroep wier organisaties deelnemen in de stichting.; Daarnaast heeft de Raad van Toezicht een eigenstandig recht om de Bestuurder te ontslaan, na daartoe voorafgaand verkregen toestemming van de leden van de
Stuurgroep wier organisaties deelnemen in de Stichting
c. goedkeuring van de jaarrekening van de Stichting;
d. de goedkeuringsbevoegdheid van de in artikel 10.3 bedoelde bestuursbesluiten, met inachtneming van het in dat artikel bepaalde;
e. het algemene toezicht.
De besluitvorming binnen de Raad van Toezicht geschiedt bij unanimiteit. De Raad van Toezicht kiest uit haar midden een voorzitter.
De Raad van Toezicht vergadert zo dikwijls als een van haar leden dit nodig oordeelt. De Raad van toezicht regelt zelf de wijze van bijeenroeping van de Raad van Toezicht.
Verkeer en Waterstaat heeft een adviserende rol aan de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht stelt de Deelnemers jaarlijks op de hoogte van de uitvoering van het jaarplan van de Stichting en het overige functioneren van de Stichting.
10.3 Goedkeuring Raad van Toezicht en Deelnemers
Voor de volgende besluiten van de bestuurder is voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en de Deelnemers Stuurgroep benodigd:
a. het vaststellen c.q. goedkeuren van het Jaarplan Stichting en de jaarbegroting, zoals genoemd in artikel 12 van de overeenkomst b. het in financiële zin afwijken van (onderdelen van) het Jaarplan en de Jaarbegroting c. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van registergoederen;
d. het bezwaren, huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen, indien wordt afgeweken van het bepaalde in de jaarbegroting;
e. het aangaan van overeenkomsten en/of het doen van investeringen, welke een nader in de jaarbegroting vast te stellen c.q. vastgesteld bedrag te boven gaan;
f. het ter leen verstrekken van gelden;
g. duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met een andere onderneming en het verbreken van zodanige samenwerking, danwel rechtstreekse of middellijke deelneming in het kapitaal van een andere onderneming en het wijzigen van de omvang van zodanige deelneming;
h. De toetreding van derden tot deze overeenkomst ;
i. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;
j. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten;
k. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden.
10.4 Voor de volgende besluiten van de bestuurder is voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht benodigd
a. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de stichting een bankkrediet wordt verleend
b. het aangaan van overeenkomsten met derden in het kader van samenwerkingen
10.5 Jaarplan en Jaarrekening Stichting
Voor het Jaarplan van de Stichting wordt verwezen naar artikel 12.
Onverminderd het in de wet bepaalde is de bestuurder verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en de resultaatbestemming van de stichting op te maken en op papier te stellen. De Bestuurder legt deze jaarrekening vervolgens voorzien van een accountantsverklaring binnen een maand ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht. Ten blijke van goedkeuring zal de Raad van Toezicht de jaarrekening mede ondertekenen. Ontbreekt een handtekening, dan wordt daarvan melding gemaakt onder opgave van redenen.
De bestuurder benoemt een registeraccountant teneinde de bedoelde balans en staat van baten en lasten te controleren.
10.6 Kwartaalrapportages
De Bestuurder rapporteert elk kwartaal aan de Raad van Toezicht. Deze rapportage geschiedt schriftelijk met mondelinge toelichting. De rapportage omvat tenminste de voortgang ten opzichte van het jaarplan en jaarbegroting, alsmede de stand van zaken ten aanzien van de liquiditeit en de financiering.
10.7 Medeondertekening samenwerkingsovereenkomst
De Stichting zal na haar oprichting deze overeenkomst medeondertekenen ten blijke van de aanvaarding door haar van haar rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst.
HOOFDSTUK 4 - FINANCIËN
Artikel 11: Exploitatie van De Verkeersonderneming en Stichting
11.1 Fte’s
11.1.1 De Partijen spreken af de volgende fte(‘s) om niet ter beschikking te stellen aan De Verkeersonderneming:
a. Verkeer en Waterstaat en Havenbedrijf: beide 2 fte’s.
b. De Gemeente: 1 fte.
c. De Stadsregio: 1 fte. Indien de Stadsregio, gezien de aard van haar organisatie, geen fte’s ter beschikking heeft, verhoogt de Stadsregio haar in artikel 11.2 van deze overeenkomst genoemde exploitatiebijdrage met € 150.000,--.
11.1.2 De Directeur van De Verkeersonderneming kan de onder 11.1.1 genoemde fte’s geheel of gedeeltelijk ter beschikking stellen aan de Stichting met toestemming van de Partij die de desbetreffende fte’s ter beschikking heeft gesteld. In het Jaarplan Verkeersonderneming zullen hierover zoveel mogelijk afspraken worden gemaakt.
11.1.3 Aanvullende (structurele) bemensing van De Verkeersonderneming en de Stichting in het kader van (voorbereiding) van werkzaamheden en projecten
wordt vastgesteld als onderdeel van het Jaarplan Verkeersonderneming respectievelijk als onderdeel van het Jaarplan Stichting. Dit kan projectgerelateerde inzet zijn, of structurele inzet die nodig is in de voorbereidende zin, niet aan specifieke projecten gekoppeld.
11.1.4 Genoemde fte’s worden door Partijen ter beschikking gesteld onder voorbehoud van het begrotingsrecht van Partijen. Daarbij spreken Partijen de nadrukkelijke intentie uit al het mogelijke te doen om het ter beschikking stellen van de fte’s te continueren voor de duur van de overeenkomst.
11.2 Exploitatiekosten
Partijen verzorgen de dekking van de exploitatiekosten in de vorm van Exploitatiebijdragen. De hoogte van deze bijdragen wordt geregeld in het Jaarplan Verkeersonderneming. Hierbij geldt als vertrekpunt de volgende kostenverdeling tussen Partijen: Havenbedrijf en Verkeer en Waterstaat elk 1/3e deel, Stadsregio en Gemeente elk 1/6e deel.
Een en ander onder voorbehoud van het begrotingsrecht van Partijen. Partijen spreken de nadrukkelijke intentie uit al het mogelijke te doen om de financiering te continueren voor de duur van de overeenkomst.
Toerekening van exploitatiekosten en Exploitatiebijdragen aan De Verkeersonderneming c.q. de Stichting geschiedt in het Jaarplan Verkeersonderneming.
De Exploitatiebijdragen worden ingebracht bij de Stichting, die de administratie ten behoeve van De Verkeersonderneming en de Stichting zal voeren.
Ingeval De Verkeersonderneming en/of Stichting te maken krijgt met kosten of andere extra benodigde dekking, welke niet door het Jaarplan Verkeersonderneming respectievelijk het Jaarplan Stichting worden gedekt, zal in het eerstvolgende accounthoudersoverleg worden besproken hoe met deze kosten wordt omgegaan en hoe de verdeling over partijen plaatsvindt. De besluitvorming inzake dit onderwerp vindt plaats in de stuurgroep.
11.3 Projectkosten Verkeersmanagement
11.3.1 De partijen bekostigen hun eigen Verkeersmanagement projecten.
11.3.2 Voor de eerste tranche van verkeersmanagement maatregelen, zoals beschreven in het “Projectplan Verkeersonderneming”, dat als bijlage A aan deze Overeenkomst is gehecht, stelt Verkeer en Waterstaat een bedrag beschikbaar van € 9,2 miljoen. Daarbij stelt Verkeer en Waterstaat Exploitatiebijdrage beschikbaar, zoals beschreven in dit Projectplan. De totale bijdrage van Verkeer en Waterstaat bedraagt daarmee € 11,2 miljoen. De regionale partijen stellen zich garant voor de financiering van vergelijkbare maatregelen op het onderliggend wegennet, opdat er een samenhangend, logisch pakket tot stand komt op het hoofdwegennet en het onderliggend wegennet.
11.3.3. De uit te voeren maatregelen binnen de eerste tranche verkeersmanagement zijn nader beschreven in het “Projectplan Verkeersonderneming”, dat als bijlage A aan deze overeenkomst is gehecht. Dit Projectplan maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze Overeenkomst.
11.4 Projectkosten Mobiliteitsmanagement
11.4.1 Indien Mobiliteitsmanagement projecten één van de Deelnemers als natuurlijke opdrachtgever heeft, dan verzorgt deze betrokkene de dekking van het betreffende project.
11.4.2 Indien een Mobiliteitsmanagement project geen natuurlijke opdrachtgever in de vorm van één van de Deelnemers kent, verzorgt de Stichting de bekostiging.
11.4.3 Op grond van artikel 3.10 van de Bestuursovereenkomst capaciteitsuitbreiding xxxxxxxx 00 (Xxxxxxxxxx – Vaanplein) werkt de Stadsregio, in nauwe samenwerking met de overige partijen bij voornoemde Bestuursovereenkomst en met de in de regio gevestigde bedrijven, aan een pakket van tijdens de ombouwperiode te nemen flankerende maatregelen. De Stadsregio heeft deze taak overgedragen aan de Verkeersonderneming, die deze taak zal opnemen in het Jaarplan Stichting. Over de realisatie van dit pakket van flankerende maatregelen worden afspraken gemaakt in een separate overeenkomst tussen de Stichting en Verkeer en Waterstaat, uitgaande van beschikbaarheid van middelen bij Verkeer en Waterstaat hiervoor.
11.4.4 De Verkeersonderneming en de Stichting volgen met betrekking tot de besluitvorming over en verantwoording van mobiliteitsmanagementmaatregelen de regels van de subsidietoekenning van de TFMM middelen aan de stadsregio.
11.5 Fiscale aspecten
De financiële stromen worden zodanig ingericht dat minimale afdracht van BTW plaatsvindt of Partijen de BTW zoveel mogelijk kunnen compenseren.
11.6 De Stichting draagt er gedurende de looptijd van deze overeenkomst zorg voor dat de financiële administratie van De Verkeersonderneming deugdelijk, inzichtelijk en controleerbaar wordt gevoerd en legt daarover verantwoording af aan de Stuurgroep. De Stichting stelt daartoe jaarlijks een financieel jaaroverzicht op. Ter controle op de rechtmatigheid van de besteding van de onder deze overeenkomst verleende middelen, ingevolge artikel 5 van het Besluit taak Departementale Audit Dienst van Verkeer en Waterstaat, is de Stichting verplicht medewerking te (laten) verlenen aan een onderzoek door accountants, werkzaam bij de departementale auditdienst van Verkeer en Waterstaat. De Stichting zorgt voor de toegangverlening aan de personen, belast met het bovenbedoelde onderzoek en stelt deze in de gelegenheid alle relevante documenten en gegevens in te zien en daarvan kopieën te maken, dan wel deze voor nader onderzoek mee te nemen. De administratie dient minimaal 10 jaar te worden bewaard.
Artikel 12: Jaarplan Verkeersonderneming en Stichting
12.1 Jaarplan
Er wordt door De Verkeersonderneming een Jaarplan Verkeersonderneming opgesteld. Dit Jaarplan Verkeersonderneming bestaat uit twee delen, namelijk een algemeen deel en een deel dat betrekking heeft op het Mobiliteitsmanagement. Dit laatste deel vormt het Jaarplan Stichting.
12.2 Voorleggen Stuurgroep en bestuur Stichting
Het (integrale) Jaarplan Verkeersonderneming wordt uiterlijk 2 maanden voorafgaand aan het jaar waarop het Jaarplan Verkeersonderneming betrekking heeft door de Directeur aan de Stuurgroep voorgelegd. De Stuurgroep beslist binnen één maand na voorlegging over het vaststellen van het jaarplan. Indien de Stuurgroep wijzigingen in het Jaarplan Verkeersonderneming wil doorvoeren, zal zij voorafgaand met de Directeur hierover overleg plegen.
Het deel van het Jaarplan Verkeersonderneming dat betrekking heeft op het Mobiliteitsmanagement wordt door de Directeur voorgelegd aan het bestuur van de Stichting.
Het bestuur van de Stichting legt binnen twee weken het Jaarplan Stichting ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht met het oog op de vaststelling door het Bestuur als bedoeld in artikel 10.3. sub x. Xx Xxxx van Toezicht beslist over goedkeuring binnen twee weken na voorlegging van het Jaarplan Stichting.
12.3 Inhoud Jaarplan
Het Jaarplan Verkeersonderneming bestaat zowel voor het algemene deel alsook het deel Mobiliteitsmanagement in ieder geval uit de volgende onderwerpen:
a. Beschrijving van uit te voeren werkzaamheden en projecten, inclusief beschrijving resultaten.
b. Prioritering van werkzaamheden en projecten.
c. Per project planning, bijdrage aan doelstelling, effect, kostenraming, dekking(svoorstel) en de uitvoeringsverantwoordelijke organisatie.
d. Kostenraming en dekkingsvoorstel voor totale pakket aan werkzaamheden.
e. Organisatorische consequenties van pakket aan werkzaamheden.
f. Risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen.
g. Een doorkijk voor de voorgenomen projecten en benodigde investeringen in tijd en capaciteit voor de drie jaren volgend op het jaar waarop het plan betrekking heeft.
h. De exploitatie (artikel 11).
i. Een financieel jaaroverzicht, waaruit de uitgaven in het afgelopen jaar en de aangegane verplichtingen en voorgenomen uitgaven blijken. Dit jaaroverzicht zal worden voorzien van een accountantsverklaring, die wordt opgesteld overeenkomstig het af te spreken controleprotocol.
12.4 Gevolg vaststellen jaarplannen
Met het vaststellen van een Jaarplan Verkeersonderneming en een Jaarplan Stichting door de Stuurgroep c.q. de Raad van Toezicht:
a. Committeren Partijen en Deelnemers zich aan de inhoud, inclusief dekking(svoorstellen) en capaciteitsclaims zoals opgenomen het betreffende jaarplan.
b. Worden de kaders voor rapportage en verantwoording voor de uitvoeringsverantwoordelijke organisaties, De Verkeersonderneming en de Stichting vastgesteld.
c. Heeft De Verkeersonderneming trekkingsrechten verworven bij Partijen voor de dekking van Verkeersmanagement projecten.
d. Heeft de Stichting beschikking over de door Partijen beschikbaar te stellen middelen ter dekking van de exploitatiekosten en Mobiliteitsmanagement projecten.
e. Binnen de goedgekeurde budgetten, bestedingsdoelen en uitgaven mogen de Directeur van de Verkeersonderneming en het bestuur van de Stichting vrij handelen gedurende dat jaar.
HOOFDSTUK 5 - OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 13: Duur van de overeenkomst
13.1 De in deze overeenkomst beschreven samenwerking loopt voor wat betreft het voorbereiden en uitvoeren van projecten en werkzaamheden tot het moment van ingebruikname van de A15 MAVA na afronding van de verbouwing.
In verband met de financiële en administratieve afwikkeling van de samenwerking eindigt deze overeenkomst uiterlijk 2 jaar na het tijdstip van ingebruikname van de A15 MAVA na afronding van de verbouwing.
13.2 Deze overeenkomst kan tussentijds door ieder der partijen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een redelijke opzegtermijn van tenminste drie maanden en met inachtneming van artikel 13.4.
Indien één of meer partijen de samenwerking binnen de geldingsduur van deze overeenkomst wenst te beëindigen, treden partijen terstond in overleg over de gevolgen hiervan en maken zij in ieder geval afspraken over de financiële afwikkeling van het resterende budget naar rato van de Exploitatiebijdragen.
13.3 Indien deze overeenkomst wordt ontbonden of tussentijds wordt beëindigd, zal ook de Stichting worden ontbonden, overeenkomstig hetgeen daarover is opgenomen in de statuten van de Stichting.
13.4 Bij ontbinding van deze Overeenkomst worden lopende verplichtingen nageleefd.
Artikel 14: Geschillenprocedure
14.1 Bemiddeling (NMI)
Partijen zullen zich tot het uiterste inspannen te voorkomen dat er zich geschillen voordoen waar partijen in goed overleg geen oplossing voor kunnen vinden. Indien er zich toch een geschil voordoet zullen partijen bezien of een (dreigend) geschil op te lossen valt door middel van bemiddeling conform het reglement van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). Indien partijen van mening zijn dat zulks niet het geval is of indien bemiddeling niet tot het gewenste resultaat leidt, dan treedt lid 2 in werking.
14.2 Rechter
Geschillen zullen alsdan aanhangig worden gemaakt kunnen worden bij de te Rotterdam bevoegde rechter, waarbij partijen geen beroep kunnen doen op hetgeen tijdens de mediation-procedure is gesteld of toegezegd.
14.3 Kort geding e.d.
Het bepaalde in de vorige leden laat voor partijen onverlet de mogelijkheid tot het
uitlokken van een voorziening in kort geding, het instellen van rechtsmiddelen tegen zulke voorzieningen en/of tot het nemen van conservatoire maatregelen.
Artikel 15: Overdracht contractpositie
Het is partijen niet toegestaan hun contractpositie, in welke vorm dan ook, over te dragen aan derden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de overige partijen.
Artikel 16: Bevoegd orgaan partijen
Indien ter uitvoering van deze overeenkomst een besluit of handeling van de partijen wordt verlangd, is het daartoe bevoegde orgaan:
Minister van Verkeer en Waterstaat: [n.t.b.] Gemeente Rotterdam: [n.t.b.]
Stadsregio Rotterdam: [n.t.b.] Havenbedrijf Rotterdam: [n.t.b.]
Artikel 17: Voorbehoud en goedkeuring
De onderhavige samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat partijen de benodigde goedkeuring(en) van Gedeputeerde Staten en (eventueel) van de hogere overheden verkrijgen (indien benodigd).
Artikel 18: Vervallen oude samenwerkingsovereenkomst en administratie
Met de ondertekening en het van kracht worden van deze overeenkomst vervalt de samenwerkingsovereenkomst Verkeersonderneming d.d. 9 juli 2008 tussen partijen. Het Havenbedrijf zal in dat kader de administratie en rekening van De Verkeersonderneming zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een maand na oprichting van de Stichting, overdragen aan de Stichting.
Artikel 19: Onderzoek en evaluatie rechtsvorm
Partijen zullen begin 2011 het functioneren van de in deze overeenkomst beschreven rechtsvorm en hiermee samenhangende organisatiestructuur evalueren. In 2012 zal een algehele evaluatie van de samenwerking plaatsvinden. Indien noodzakelijk zullen Partijen verder onderzoek doen naar de mogelijkheid verbeteringen aan te brengen. Daartoe zullen Partijen tijdig met elkaar overleg plegen.
Artikel 20: Kennisgevingen
Alle kennisgevingen met betrekking tot deze overeenkomst dienen te worden gedaan aan de volgende adressen (voor zolang de betreffende partij niet uitdrukkelijk schriftelijk van een ander adres kennis geeft:
Verkeer en Waterstaat: p.m. Havenbedrijf: p.m.
Gemeente: p.m.
Stadsregio: p.m. ONDERTEKENING