VIVIUM
VIVIUM
Business Liability
Algemene voorwaarden
VIV 594/01-2021
Vivium is een merk van P&V Verzekeringen cv | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 BTW BE 0402 236 531 - RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL. x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL. x00 (0)0 000 00 00 |
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Burgerlijke aansprakelijkheid UITBATING pg 4
Artikel 1 – Voorwerp van de waarborg pg 4
Artikel 2 – Gedekte aansprakelijkheid pg 4
Artikel 3 – Gedekte schade pg 4
Artikel 4 – Verzekeringsgebied pg 4
Artikel 5 – Bedrag van de waarborg pg 4
Artikel 6 – Geldigheid van de waarborg in de tijd pg 5
Artikel 7 – Bijzondere waarborgen pg 5
Artikel 8 – Beperkingen van de waarborg pg 8
Hoofdstuk II Burgerlijke aansprakelijkheid TOEVERTROUWDE GOEDEREN pg 9
Artikel 9 – Voorwerp van de waarborg pg 9
Artikel 10 – Gedekte aansprakelijkheid pg 9
Artikel 11 – Gedekte schade pg 9
Artikel 12 – Verzekeringsgebied pg 9
Artikel 13 – Bedrag van de waarborg pg 9
Artikel 14 – Geldigheid van de waarborg in de tijd pg 9
Artikel 15 – Beperkingen van de waarborg pg 9
Hoofdstuk III Burgerlijke aansprakelijkheid NA LEVERING pg 11
Artikel 16 – Voorwerp van de waarborg pg 11
Artikel 17 – Gedekte aansprakelijkheid pg 11
Artikel 18 – Gedekte schade pg 11
Artikel 19 – Verzekeringsgebied pg 11
Artikel 20 – Bedrag van de waarborg pg 11
Artikel 21 – Geldigheid van de waarborg in de tijd - stopzetting van de verzekerde activiteit pg 11
Artikel 22 – Bijzondere waarborgen pg 12
Artikel 23 – Verplichtingen van de verzekeringnemer pg 12
Artikel 24 – Beperkingen van de waarborg pg 12
Hoofdstuk IV BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID pg 14
Artikel 25 – Voorwerp van de waarborg pg 14
Artikel 26 – Gedekte aansprakelijkheid pg 14
Artikel 27 – Gedekte schade pg 14
Artikel 28 – Verzekeringsgebied pg 14
Artikel 29 – Bedrag van de waarborg pg 14
Artikel 30 – Geldigheid van de waarborg in de tijd pg 15
Artikel 31 – Beperkingen van de waarborg pg 15
Hoofdstuk V RECHTSBIJSTAND pg 17
Artikel 32 – Voorwerp van de waarborg pg 17
Artikel 33 – Bedrag van de waarborg pg 18
Artikel 34 – Verzekeringsgebied pg 19
Artikel 35 – Geldigheid van de waarborg in de tijd pg 19
Artikel 36 – Omvang van de waarborg pg 19
Artikel 37 – Recht op minnelijk beheer pg 19
Artikel 38 – Vrije keuze van advocaat pg 20
Artikel 39 – Tussenkomst van een technisch adviseur pg 20
Artikel 40 – Meningsverschil tussen de maatschappij en de verzekerde pg 20
Artikel 41 – Beperkingen van de waarborg pg 21
Hoofdstuk VI GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE WAARBORGEN pg 22
Artikel 42 – Reddingskosten - Intresten en kosten pg 22
Artikel 43 – Beperkingen van de waarborg pg 22
Artikel 44 – Vaststelling van de premie pg 24
Artikel 45 – Tijdstip betaling premie pg 25
Artikel 46 – Aangifte van gegevens voor de premiestelling pg 25
Artikel 47 – Aangifte bezoldigingen pg 25
Artikel 48 – Boekhouding pg 26
Artikel 49 – Geschatte premie pg 26
Artikel 50 – Betaling van de premie pg 26
Artikel 51 – Niet-betaling van de premie pg 26
Artikel 52 – Schadegevallen pg 27
Artikel 53 – Niet-tegenstelbaarheid van bepaalde acties pg 28
Artikel 54 – Preventie, onderzoek van het risico en van de omstandigheden van het schadegeval pg 28
Artikel 55 – Subrogatie en recht van verhaal pg 28
Artikel 56 – Aanvang en duur van de verzekeringsovereenkomst pg 28
Artikel 57 – Informatieplicht van de verzekeringnemer pg 29
Artikel 58 – Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden pg 29
Artikel 59 – Wijziging van de premie pg 30
Artikel 60 – Failissement van de verzekeringnemer pg 30
Artikel 61 – Overlijden van de verzekeringnemer pg 30
Artikel 62 – Opzegging van de overeenkomst pg 30
Artikel 63 – Verjaringstermijn pg 31
Artikel 64 – Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon pg 31
Artikel 65 – Hierarchie van de bepalingen in deze overeenkomst pg 31
Artikel 66 – Woonplaats, Mededelingen en Kennisgevingen pg 31
Artikel 67 – Bevoegde rechtsmacht pg 31
Verklarende woordenlijst pg 32
Wettelijke vermeldingen pg 36
VIVIUM Business Liability
HOOFDSTUK 1- Burgerlijke Aansprakelijkheid UITBATING
Artikel 1 – Voorwerp van de waarborg
De maatschappij waarborgt de verzekerde tegen de geldelijke gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid wegens schade aan
derden toegebracht in het kader van de verzekerde activiteit en tijdens het uitvoeren ervan.
Artikel 2 – Gedekte aansprakelijkheid
1. De waarborg wordt verleend op basis van de aansprakelijkheidsregels volgens Belgisch en buitenlands recht zoals die van kracht zijn op het ogenblik dat de schade zich voordoet.
De verzekerde aansprakelijkheid is de buitencontractuele aansprakelijkheid.
De contractuele aansprakelijkheid is verzekerd voor zover deze voortvloeit uit een feit dat op zichzelf aanleiding kan geven tot buitencontractuele aansprakelijkheid. De waarborg is evenwel beperkt tot de vergoedingen die verschuldigd zouden zijn als aan de aansprakelijkheidsvordering een buitencontractuele grondslag was gegeven.
2. De maatschappij waarborgt eveneens de schade aan derden rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door burenhinder die de verzekerde kan ten laste gelegd worden met betrekking tot de overeenkomstig artikel 7.3 verzekerde gebouwen.
Indien de burenhinder tegelijkertijd een milieuaantasting is, zijn de beperkingen van artikel 43.7 ook van toepassing.
Artikel 3 – Gedekte schade
De maatschappij waarborgt de vergoeding voor:
1. de lichamelijke schade, de stoffelijke schade en de immateriële gevolgschade.
2. de zuiver immateriële schade indien ze voortvloeit uit een gebeurtenis die onopzettelijk en onvoorzienbaar is voor de
verzekeringnemer en zijn leidinggevenden.
Blijft evenwel uitgesloten, de zuiver immateriële schade veroorzaakt door:
- burenhinder,
- een milieuaantasting,
3. de immateriële schade die het gevolg is van schade die verzekerbaar is in de waarborg verhaal van derden van een brandverzekeringsovereenkomst. Deze schade is gedekt na tussenkomst en uitputting van de waarborg verhaal van derden van de brandpolis.
Artikel 4 – Verzekeringsgebied
De waarborg geldt over de hele wereld voor zover het gaat om schadegevallen die betrekking hebben op activiteiten van een in België gevestigde exploitatie.
Artikel 5 – Bedrag van de waarborg
1. De waarborg wordt verleend, per schadegeval, tot beloop van het in de bijzondere voorwaarden vermelde bedrag (hierna
bedrag van de waarborg genoemd), na aftrek van de vrijstelling.
2. Voor de hiernavolgende schade is het verzekerd bedrag, per schadegeval, beperkt tot 30% van het bedrag van de waarborg
voor stoffelijke schade:
2.1. de stoffelijke, de immateriële gevolgschade en de zuivere immateriële schade vermengd veroorzaakt door water, vuur, rook, brand, ontploffing of implosie. Voor schade in het kader van de contractuele aansprakelijkheid zoals gedefinieerd in artikel 7.5. bedraagt de waarborggrens ten hoogste 750.000 EUR.
2.2. de stoffelijke en immateriële gevolgschade vermengd veroorzaakt door:
- burenhinder,
- een milieuaantasting,
2.3. de zuiver immateriële schade,
2.4. de immateriële schade die het gevolg is van schade die verzekerbaar is in de waarborg verhaal van derden van een brandverzekeringsovereenkomst.
Deze beperking tot 30% geldt niet voor lichamelijke schade.
3. Voor de stoffelijke, de immateriële gevolgschade en de zuivere immateriële schade vermengd veroorzaakt door informatica is het verzekerd bedrag, per schadegeval en per verzekeringsjaar, het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade, zonder meer te bedragen dan 250.000 EUR.
4. De in punt 2, en 3 vermelde waarborggrenzen zijn vervat in het verzekerd bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade.
5. Vrijwilligers
5.1. Indien de verzekeringnemer, overeenkomstig de vrijwilligerswet, aansprakelijk is voor schade aan derden veroorzaakt door zijn vrijwilligers bij het verrichten van hun vrijwilligerswerk, wordt de waarborg, per schadegeval, verleend tot beloop van het bedrag vastgesteld overeenkomstig de minimum garantievoorwaarden van de vrijwilligerswet.
5.2. De persoonlijke aansprakelijkheid van de vrijwilligers van de verzekeringnemer, in de zin van de vrijwilligerswet, is per schadegeval verzekerd tot beloop van het bedrag vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van het K.B. van 12 januari 1984 tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privéleven,
5.3. In de beide gevallen 5.1. en 5.2. bedraagt het verzekerd bedrag, per schadegeval 26.541.224,56 EUR voor lichamelijke schade
en 1.327.061,22 EUR voor stoffelijke schade, na aftrek van een vrijstelling per schadegeval van 265,42 EUR.
Deze bedragen wijzigen op elke jaarlijkse vervaldag overeenkomstig de bestaande verhouding tussen:
- het indexcijfer van de consumptieprijzen van toepassing op het moment van deze vervaldag, en
- het indexcijfer van de consumptieprijzen 256,19 van januari 2020 (basis 100 in 1981).
Bij schadegeval is de van toepassing zijnde index deze van de maand voorafgaand aan de datum van het schadegeval.
Artikel 6 – Geldigheid van de waarborg in de tijd
De waarborg is verworven voor zover de schade zich binnen de geldigheidsduur van de waarborg voordeed. De waarborg blijft verworven voor vorderingen die na de looptijd van de waarborg worden ingediend.
Artikel 7 – Bijzondere waarborgen
1. het bedrijfsmaterieel.
De maatschappij waarborgt de schade aan derden veroorzaakt door het bedrijfsmaterieel, m.i.v.:
1.1. het bedrijfsmaterieel dat occasioneel ter beschikking gesteld wordt van derden.
De waarborg geldt niet voor materieel dat verhuurd wordt, in leasing gegeven wordt of op proef ter beschikking gesteld wordt.
1.2. de elektrische fietsen, speed pedelecs en gemotoriseerde voortbewegingstoestellen.
De maatschappij waarborgt niet:
- het gebruik van dergelijke toestellen die louter door mechanische kracht 25 km/uur kunnen overschrijden,
- het gebruik van deze toestellen voor het vervoer van goederen voor rekening van derden noch voor het bezoldigd vervoer van personen, tenzij vermelding in de bijzondere voorwaarden,
- het gebruik van een speed pedelec indien de verzekerde op het ogenblik van het schadegeval niet voldoet aan de wettelijke of reglementaire vereisten om een speed pedelec te besturen.
1.3. het gemotoriseerd bedrijfsmaterieel zoals onder meer heftrucks, hef- en graaftoestellen en landbouwmachines:
1.3.1. wanneer het een bedrijfsrisico betreft (d.w.z. een schadegeval dat niet onder de toepassing valt van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen) is de waarborg verworven zowel binnen als buiten de omheining van het bedrijf, de werf of het veld;
1.3.2. wanneer het een verkeersrisico betreft (d.w.z. een schadegeval dat onder toepassing valt van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen) van een voertuig dat niet ingeschreven is, is de waarborg verworven op het eigen terrein, de werf of op het veld, en daarbuiten tot op een afstand van maximaal 100 meter van een toegangspoort.
De maatschappij waarborgt het verkeersrisico niet:
- indien de verzekerde op het ogenblik van het schadegeval niet voldoet aan de wettelijke of reglementaire vereisten om het gemotoriseerd bedrijfsmaterieel te besturen,
- indien het gemotoriseerd bedrijfsmaterieel is ingeschreven,
- indien het gaat om voertuigen bestemd voor het vervoer van personen of goederen.
Bij een schadegeval dat onder toepassing valt van de wet van 21.11.1989 inzake de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen, verleent de maatschappij waarborg op basis van het KB van 16 april 2018 tot vaststelling van de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen.
Voor schade die voortvloeit uit lichamelijke schade, is de waarborg onbeperkt. Niettemin wordt de waarborg, vanaf de datum van inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit zoals bedoeld in artikel 3, §2, 2de lid van de hierboven geciteerde wet beperkt tot 100 miljoen EUR per schadegeval of, tot het bedrag vermeld in dat koninklijk besluit indien dit hoger ligt. Voor stoffelijke schade wordt de waarborg beperkt tot 100 miljoen EUR per schadegeval. De voornoemde bedragen worden geïndexeerd overeenkomstig artikel 3, §4 van de hierboven geciteerde wet.
1.4. De maatschappij waarborgt eveneens de schade aan derden veroorzaakt door de gewone onderhouds- en herstellings- werken aan het bedrijfsmaterieel.
2. de aansprakelijkheid als opdrachtgever
De maatschappij waarborgt de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in zijn hoedanigheid van aansteller, voor de schade aan derden veroorzaakt door motorrijtuigen die zijn aangestelden gebruiken voor de uitvoering van hun dienst, in zover die geen eigendom zijn van de verzekeringnemer noch door deze laatste ter beschikking werden gesteld, en:
- waarvoor geen waarborg burgerlijke aansprakelijkheid bestaat, of
- in het geval de verzekeraar auto van de aangestelde verhaal uitoefent tegen de verzekeringnemer.
De maatschappij waarborgt niet de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder of van ieder ander betrokken persoon noch de schade aan het motorrijtuig.
Bij een schadegeval dat onder toepassing valt van de wet van 21.11.1989 inzake de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen, verleent de maatschappij waarborg op basis van het KB van 16 april 2018 tot vaststelling van de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen.
Voor schade die voortvloeit uit lichamelijke schade, is de waarborg onbeperkt. Niettemin wordt de waarborg, vanaf de datum van inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit zoals bedoeld in artikel 3, §2, 2de lid van de hierboven geciteerde wet beperkt tot 100 miljoen EUR per schadegeval of, tot het bedrag vermeld in dat koninklijk besluit indien dit hoger ligt. Voor stoffelijke schade wordt de waarborg beperkt tot 100 miljoen EUR per schadegeval. De voornoemde bedragen worden geïndexeerd overeenkomstig artikel 3, §4 van de hierboven geciteerde wet.
3. de bedrijfsgebouwen
3.1. De maatschappij waarborgt de schade aan derden veroorzaakt door de bedrijfsgebouwen (m.i.v. lichtreclames en reclameborden) gelegen in België, inclusief het door de verzekeringnemer bewoonde privé-gedeelte of het door hem verhuurde gedeelte van het gebouw.
Een terrein, zelfs onbebouwd, al dan niet bebost, wordt beschouwd als een gebouw in de zin van deze overeenkomst.
3.2. Mits vermelding in de bijzondere voorwaarden, kan de waarborg worden uitgebreid tot andere gebouwen in België die eigendom zijn van de verzekeringnemer (al dan niet in mede-eigendom).
De waarborg geldt niet voor gebouwen die uitsluitend voor privé doeleinden worden gebruikt, noch voor gebouwen bestemd voor de exploitatie van een beroepsactiviteit die niet de verzekerde activiteit is.
3.3. De maatschappij waarborgt eveneens de schade aan derden veroorzaakt door de gewone onderhouds- en herstellings- werken aan de verzekerde gebouwen.
Blijven evenwel uitgesloten: werken die de stabiliteit van het gebouw beïnvloeden, afbraak-, bouw- en verbouwingswerken alsmede graafwerken met gebruik van mechanische werktuigen.
4. privé werken
De maatschappij waarborgt de schade aan derden veroorzaakt door privé werken die door verzekerden worden uitgevoerd voor eigen rekening van de verzekeringnemer.
Zonder afbreuk te doen aan de rechten toegekend aan de verzekerden door het artikel 99 van de Wet, komt de maatschappij slechts tussen bij gebrek aan of ter aanvulling van iedere andere verzekering die effectief de aansprakelijkheid van de verzekerde voor dezelfde risico's zou dekken, zelfs als zij op een latere datum werd afgesloten.
Blijven steeds uitgesloten, de schade veroorzaakt door:
- burenhinder,
- werken die de stabiliteit of de soliditeit van het gebouw beïnvloeden, afbraak-, bouw- en verbouwingswerken alsmede graafwerken met gebruik van mechanische werktuigen.
5. water, vuur, rook, brand, ontploffing of implosie
De maatschappij waarborgt de schade aan derden veroorzaakt door water, vuur, rook, brand, ontploffing of implosie ontstaan in en toegebracht:
5.1. aan infrastructuren en installaties die de verzekerde gebruikt of huurt voor een periode van maximum 60 opeenvolgende dagen voor:
- het organiseren van sociale, culturele of commerciële evenementen,
- het logement van een verzekerde in het kader van een beroepsverplaatsing.
5.2. aan gebouwen toebehorend aan derden die de verzekerde gebruikt of huurt voor een periode van maximum 30 opeenvolgende dagen als tijdelijk bedrijfsgebouw.
6. milieuaantasting
De maatschappij waarborgt, binnen de limiet van artikel 5.2.2, de schade aan derden die rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt wordt door een milieuaantasting die het gevolg is van een plotse, onopzettelijke en onvoorziene gebeurtenis in hoofde van de verzekeringnemer, van zijn leidinggevenden en in het bijzonder van zijn technici belast met het voorkomen van milieuaantasting.
7. goederen na hun levering of hun ter beschikking stelling
De maatschappij waarborgt de schade aan derden veroorzaakt door volgende goederen na hun levering, overeenkomstig de bepalingen van het hoofdstuk III hierna:
- voedsel of dranken, die worden verstrekt aan bezoekers van de verzekerde onderneming. Is verzekerd, voedselvergiftiging of schade door aanwezigheid van vreemde voorwerpen of allergenen.
- de door een verzekerde verspreide folders, publiciteitsgadgets en/of relatiegeschenken,
- de computers en printers die de verzekeringnemer aan zijn personeel ter beschikking stelt in het kader van het door hem georganiseerd thuiswerk,
- de fietsen, elektrische fietsen of speed pedelecs die de verzekeringnemer aan zijn personeel ter beschikking stelt in het kader van flexibele verloning.
8. personeel dat vreemd is aan de verzekerde onderneming
De maatschappij waarborgt de schade aan derden veroorzaakt door personeel dat vreemd is aan de verzekerde onderneming maar dat onder gezag, leiding en toezicht van een verzekerde werkt in het kader van de verzekerde activiteit (zoals interimarissen en stagiaires in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid).
Indien de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt naar aanleiding van een arbeidsongeval overkomen aan een dergelijk lid van het personeel, dan zal de maatschappij waarborg verlenen voor de verhaalsvorderingen van de ongevallenverzekeraar van het slachtoffer, van het slachtoffer zelf en van zijn rechthebbenden.
Indien de premie verrekend wordt op een andere basis dan op het omzetcijfer, geldt de waarborg in zover de verzekeringnemer bij de jaarlijkse aangifte voor de premiestelling het totaal van de facturen (zonder BTW) met betrekking tot de prestaties van de interimarissen aangeeft, evenals de bezoldigingen (of een andere berekeningsbasis van de premie voorzien in de bijzondere voorwaarden) van de andere personeelsleden die vreemd zijn aan de onderneming.
9. onderaannemers
9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit.
9.2. Blijven uitgesloten:
- de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers,
- de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had.
9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.
10. kandidaten voor aanwerving
De maatschappij waarborgt de schade toegebracht aan een persoon die bij de verzekeringnemer een selectieproef aflegt met het oog op het afsluiten van een arbeidsovereenkomst.
11. personeel uitgeleend aan een derde
De maatschappij waarborgt de schade aan derden veroorzaakt door personeel dat door de verzekeringnemer occasioneel aan hen wordt uitgeleend om werken onder hun leiding en toezicht uit te voeren. Deze dekking geldt slechts voor zover de werken een verzekerde activiteit zijn.
12. informatica
De maatschappij waarborgt, binnen de limiet van artikel 5.3, de schade aan derden veroorzaakt door het gebruik van informatica.
Deze waarborg omvat eveneens de schade aan derden veroorzaakt door of voortvloeiend uit het beheer van een website of e- mailadres van een verzekerde, mits die schade het gevolg is van een onbevoegde toegang tot of onbevoegd gebruik van zijn elektronisch systeem of programma, bijvoorbeeld bij schade door computervirussen of misbruik van persoonsgegevens.
De waarborg wordt verleend in zover de verzekeringnemer bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, de veiligheidsmaatregelen van zijn elektronisch systeem of programma (ondermeer het anti-virusprogramma), voor een in de materie onderlegd persoon, beantwoorden aan een algemeen aanvaard en in het specifiek domein toepasselijk beveiligingsniveau.
Schade door gekende virussen waarvoor op het ogenblik van het schadegeval een gepast beveiligingssysteem bestond, blijven steeds uitgesloten.
Artikel 8 – Beperkingen van de waarborg
Zonder afbreuk aan de bepalingen van artikel 43 waarborgt de maatschappij niet:
8.1. de schade aan de goederen waarvan een verzekerde huurder, houder, leaser of gebruiker is,
8.2. de aansprakelijkheid voor burenhinder die uitsluitend voortvloeit uit een contractuele verbintenis die de verzekerde is aangegaan.
HOOFDSTUK 1I - Burgerlijke Aansprakelijkheid TOEVERTROUWDE GOEDEREN
Deze waarborg is enkel verworven indien deze vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 9 – Voorwerp van de waarborg
De maatschappij waarborgt de verzekerde tegen de geldelijke gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid wegens schade toegebracht:
1. aan goederen, toebehorend aan derden, klanten inbegrepen, gedurende de periode waarin die hem zijn toevertrouwd om het voorwerp uit te maken van werken, prestaties en behandelingen in het kader van de verzekerde activiteit.
2. aan bedrijfsmaterieel toebehorend aan derden dat hem voor een duur van maximum 30 opeenvolgende dagen ter beschikking wordt gesteld of dat hij huurt, om het te gebruiken als werkinstrument.
Indien dit bedrijfsmaterieel gemotoriseerd is, geldt de waarborg op het bedrijfsterrein, de werf of het veld van de verzekerde, en daarbuiten tot op een afstand van maximaal 100 meter van een toegangspoort.
De maatschappij waarborgt de schade aan dit gemotoriseerd bedrijfsmaterieel niet:
- indien de verzekerde op het ogenblik van het schadegeval niet voldoet aan de wettelijke of reglementaire vereisten om het gemotoriseerd bedrijfsmaterieel te besturen of om ermee te werken,
- indien het om gemotoriseerd bedrijfsmaterieel dat bestemd is voor het vervoer van personen- of goederen.
De waarborg strekt zich uit tot de schade aan de in dit artikel geviseerde goederen, die toegebracht wordt tijdens transporten inherent aan het uitvoeren van de werken, prestaties en behandelingen of aan het gebruik als werkinstrument.
Artikel 10 – Gedekte aansprakelijkheid
De verzekerde aansprakelijkheid is de buitencontractuele en de contractuele aansprakelijkheid naar Belgisch en buitenlands recht volgens de aansprakelijkheidsregels die van kracht zijn op het ogenblik dat de schade zich voordoet.
Artikel 11 – Gedekte schade
1. De maatschappij waarborgt de stoffelijke schade en de immateriële gevolgschade aan de toevertrouwde goederen.
2. Voor werken die bij derden worden uitgevoerd, gelden de voorwaarden voor schade aan toevertrouwde goederen in de zin van artikel 9.1 voor het gedeelte van het goed waaraan werkelijk gewerkt wordt op het ogenblik van het schadegeval. De schade aan het andere gedeelte wordt vergoed op basis van de voorwaarden voorzien in hoofdstuk I.
Artikel 12 – Verzekeringsgebied
De waarborg geldt over de hele wereld voor zover het gaat om schadegevallen die betrekking hebben op activiteiten van een in België gevestigde exploitatie.
Artikel 13 – Bedrag van de waarborg
De waarborg wordt verleend, per schadegeval, tot beloop van het in de bijzondere voorwaarden vermelde bedrag, na aftrek van de vrijstelling.
Het verzekerd bedrag voor schade aan bedrijfsmaterieel van derden zoals beschreven in artikel 9.2. is vervat in het verzekerd bedrag voor schade aan toevertrouwde goederen.
Artikel 14 – Geldigheid van de waarborg in de tijd
De waarborg is verworven voor zover de schade zich binnen de geldigheidsduur van de waarborg voordeed. De waarborg blijft verworven voor vorderingen die na de looptijd van de waarborg worden ingediend.
Artikel 15 – Beperkingen van de waarborg
Zonder afbreuk aan de bepalingen van artikel 43 waarborgt de maatschappij niet:
1. de schade aan goederen van derden:
1.1. die de verzekerde huurt of gebruikt (voor andere doeleinden dan deze vermeld in artikel 9.2), of in leasing neemt,
1.2. die aan de verzekerde zijn toevertrouwd met het oog op opslag, tentoonstelling, demonstratie, kweek, verkoop, vervoer of louter met het oog op bewaarneming,
1.3. die vervaardigd, verkocht of geleverd zijn door de verzekerde of zijn onderaannemer, en die zich voordoet tijdens de eerste plaatsing, levering of andere prestatie,
1.4. die door de verzekerde werden doorverhuurd of ter beschikking van derden werden gesteld.
2. de schade aan goederen van derden veroorzaakt door:
2.1. water, vuur, rook, ontploffing of implosie ontstaan in binnen de omheining van de verzekerde onderneming,
2.2. een voorzienbare en / of geleidelijke aantasting en slijtage,
2.3. diefstal, ontvreemding, verlies, verdwijning of tekorten,
3. de schade aan geld of waardepapieren.
4. de kostprijs van de door de verzekerde uitgevoerde werken, prestaties of behandelingen.
5. de louter esthetische schade.
6. de schade die haar oorsprong niet vindt buiten het beschadigde goed zelf.
HOOFDSTUK 1II - Burgerlijke Aansprakelijkheid NA LEVERING
Deze waarborg is enkel verworven indien deze vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 16 – Voorwerp van de waarborg
De maatschappij waarborgt de verzekerde tegen de geldelijke gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid wegens schade veroorzaakt aan derden in het kader van de verzekerde activiteit door producten na de levering of door werken na de uitvoering.
Onder levering van producten of uitvoering van werken wordt verstaan de feitelijke, zelfs gedeeltelijke aflevering of overdracht van de werken of producten aan een derde, zelfs indien de producten of werken nog niet werden aanvaard.
Artikel 17 – Gedekte aansprakelijkheid
De verzekerde aansprakelijkheid is de buitencontractuele en de contractuele aansprakelijkheid naar Belgisch en buitenlands recht volgens de aansprakelijkheidsregels die van kracht zijn op het ogenblik dat de schade zich voordoet, inbegrepen de burgerlijke aansprakelijkheid krachtens de Europese Richtlijn van 25 juli 1985 inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken en zijn omzetting in de wetgevingen van de lidstaten.
Artikel 18 – Gedekte schade
De maatschappij waarborgt de vergoeding voor lichamelijke schade, stoffelijke schade en immateriële gevolgschade.
Artikel 19 – Verzekeringsgebied
De waarborg geldt over de hele wereld voor geleverde producten of uitgevoerde werken, door een in België gelegen exploitatie, met uitsluiting van die welke met kennis van de verzekerde, bestemd zijn voor of uitgevoerd worden naar de USA of naar Canada.
Deze uitsluiting geldt eveneens voor schadegevallen onder het recht of in uitvoering van het recht van de USA en Canada waar ook ter wereld.
Artikel 20 – Bedrag van de waarborg
1. De waarborg wordt verleend, per schadegeval en per verzekeringsjaar, tot beloop van het in de bijzondere voorwaarden vermelde bedrag, na aftrek van de vrijstelling.
Een jaarlijkse waarborggrens is van toepassing voor alle schade ontstaan tijdens hetzelfde verzekeringsjaar. Schade die te wijten is aan dezelfde initiële oorzaak wordt geacht te zijn ontstaan in de loop van het verzekeringsjaar waarin de eerste schade ontstond.
2. Het verzekerd bedrag voor de stoffelijke en immateriële gevolgschade vermengd is per schadegeval en per verzekeringsjaar beperkt tot 30% van het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade, indien het schadegeval veroorzaakt wordt door een milieuaantasting.
Deze waarborggrens van 30% is vervat in het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade. Ze geldt niet voor lichamelijke schade.
3. De opsporingskosten zijn verzekerd tot een bedrag van 2.500 EUR per schadegeval, zonder enige vrijstelling voor zover ze betrekking hebben op een gewaarborgd schadegeval.
Artikel 21 – Geldigheid van de waarborg in de tijd - stopzetting van de verzekerde activiteit
1. De waarborg is verworven voor zover de schade zich binnen de geldigheidsduur van de waarborg voordeed. De waarborg blijft verworven voor vorderingen die na de looptijd van de waarborg worden ingediend.
2. Als de verzekeringnemer vrijwillig en definitief alle verzekerde activiteiten stopzet, blijft de waarborg verworven voor alle schade die ontstaat binnen de 36 maanden vanaf de stopzetting van de activiteit, voor zover het schadeverwekkend feit zich voor de datum van de stopzetting situeert.
Artikel 22 – Bijzondere waarborgen
1. milieuaantasting
De maatschappij waarborgt eveneens de schade aan derden rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door een milieuaantasting die zijn oorsprong vindt in de producten na hun levering of door werken na hun uitvoering, en die het gevolg is van een plotse, onopzettelijke en onvoorziene gebeurtenis in hoofde van de verzekeringnemer, van zijn leidinggevenden en in het bijzonder van zijn technici belast met het voorkomen van milieuaantasting.
2. onderaannemers
2.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door producten na hun levering of door werken na hun uitvoering door onderaannemers, in het kader van de verzekerde activiteit.
2.2. Blijven uitgesloten:
- de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers,
- de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had.
2.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.
Artikel 23 – Verplichtingen van de verzekeringnemer
De verzekeringnemer verbindt zich ertoe alle technische gegevens tien jaar bij te houden na het op de markt brengen van zijn producten en tevens de meetresultaten van de uitgevoerde tests en controles te registreren en gedurende een zelfde periode te bewaren.
Indien het niet-naleven van de hogervermelde verplichting ertoe leidt dat de aansprakelijkheid niet kan betwist worden, blijft de waarborg verworven, maar met toepassing van een vrijstelling van 25 % van het schadebedrag met een minimum van 2.500 EUR.
Artikel 24 – Beperkingen van de waarborg
Zonder afbreuk aan de bepalingen van artikel 43, waarborgt de maatschappij niet:
1. De schade aan de door de verzekerde geleverde gebrekkige producten of aan de door hem uitgevoerde gebrekkige werken (of de producten of werken waarvan vermoed wordt dat ze gebrekkig zijn).
Zijn evenmin gewaarborgd, de opsporingskosten evenals de kosten om deze producten of werken te onderzoeken, te herstellen, te verbeteren, te demonteren, te vervangen of opnieuw uit te voeren, evenals de schade die daardoor noodzakelijkerwijs wordt veroorzaakt.
Wanneer het geleverde gebrekkig product of het uitgevoerde gebrekkig werk onlosmakelijk verbonden is met een ander product of werk van een derde, dan is de schade die door het gebrek van het door de verzekerde geleverde product of uitgevoerde werk wordt veroorzaakt aan het nieuw samengesteld product of aan het werk van de derde, verzekerd. De schade aan het door de verzekerde geleverd product of uitgevoerde werk evenals de kosten beschreven in de vorige alinea blijven uitgesloten.
2. De kosten voor het terugroepen van gebrekkige producten of gebrekkige werken (of van producten of werken waarvan vermoed wordt dat ze gebrekkig zijn).
Hieronder worden ondermeer verstaan, de kosten om:
- de houders van die producten of werken op te sporen,
- het publiek te waarschuwen,
- die producten of werken terug te trekken en te onderzoeken.
Deze uitsluiting doet geen afbreuk aan artikel 42.1 (reddingskosten overeenkomstig artikel 106 van de Wet).
3. De schade die louter voortvloeit uit het feit dat de geleverde producten of uitgevoerde werken niet aan het doel beantwoorden of niet de functie vervullen waarvoor ze bestemd waren, zoals onder meer het niet voldoen aan de specificaties op het vlak van rendement, efficiëntie, geschiktheid, duurzaamheid of kwaliteit.
De waarborg blijft evenwel verworven indien de verzekerde bewijst dat deze schade uitsluitend te wijten is aan een materiële fout begaan in de uitvoering of de fabricage (en niet aan een intellectuele vergissing in de keuze van de fabricatienormen of – procedures of aan de conceptie zelf), én voor zover deze materiële fout effectief een gedekte schade heeft veroorzaakt.
De waarborg wordt verleend, per schadegeval en per verzekeringsjaar:
- voor de lichamelijke schade: tot beloop van het bedrag van de waarborg voor lichamelijke schade,
- voor de stoffelijke schade en de immateriële gevolgschade, tot beloop van 10% van het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade (zonder dat deze waarborggrens minder bedraagt dan 150.000 EUR), na aftrek van de vrijstelling per schadegeval die minstens 10% van de schade bedraagt, met een minimum van 2.500 EUR en een maximum van 12.500 EUR. Deze waarborggrens is vervat in het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade.
4. De schade die voortvloeit uit een gebrek dat bij levering of uitvoering gekend was door of zichtbaar was voor de
verzekeringnemer of zijn leidinggevenden.
5. De schade veroorzaakt door producten geleverd of werken uitgevoerd voor de werking, de bouw, de uitrusting of de exploitatie van luchtvaartuigen, ruimtetuigen, schepen of gelijk welke andere drijvende constructies, spoorrijtuigen, nucleaire en offshore-installaties, die bij aanwending in deze bedrijfstakken aan terzake specifieke vereisten moeten voldoen.
6. De schade die voortvloeit uit het niet of onvoldoende onderwerpen van de producten aan de gebruikelijke tests en controles voor de levering.
HOOFDSTUK 1V – BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID
Deze waarborg is enkel verworven indien deze vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 25 – Voorwerp van de waarborg
De maatschappij waarborgt de verzekerde tegen de geldelijke gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid wegens schade aan
derden toegebracht in het kader van en door de uitoefening van de dienstverlening veroorzaakt door:
1. vergissingen, nalatigheden of verzuimen in rechte of in feite, in de uitvoering van de dienstverlening.
2. verlies, diefstal, beschadiging, verdwijning of vernieling van documenten en andere informatiedragers.
In dit geval waarborgt de maatschappij eveneens, binnen de limiet van artikel 29.3, de verzekerde voor de terugbetaling van de effectief door derden gemaakte kosten voor wedersamenstelling of herstelling van de informatie, opgeslagen op welke informatiedrager ook, al dan niet toebehorend aan derden en waarvan verzekerde houder is.
3. informatica, binnen de limiet van artikel 29.2.
Deze waarborg omvat eveneens de schade aan derden veroorzaakt door of voortvloeiend uit het beheer van een website of e- mailadres van een verzekerde, mits die schade het gevolg is van een onbevoegde toegang tot of onbevoegd gebruik van zijn elektronisch systeem of programma, bijvoorbeeld bij schade door computervirussen of misbruik van persoonsgegevens.
De waarborg wordt verleend in zover de verzekeringnemer bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, de veiligheidsmaatregelen van zijn elektronisch systeem of programma (ondermeer het anti-virusprogramma), voor een in de materie onderlegd persoon, beantwoorden aan een algemeen aanvaard en in het specifiek domein toepasselijk beveiligingsniveau.
Schade door gekende virussen waarvoor op het ogenblik van het schadegeval een gepast beveiligingssysteem bestond, blijven steeds uitgesloten.
Artikel 26 – Gedekte aansprakelijkheid
De verzekerde aansprakelijkheid is de buitencontractuele en contractuele aansprakelijkheid naar Belgisch en buitenlands recht volgens de aansprakelijkheidsregels die van kracht zijn op het ogenblik dat de schade zich voordoet.
Artikel 27 – Gedekte schade
De maatschappij waarborgt de vergoeding voor de lichamelijke schade, de stoffelijke schade en de immateriële schade.
Artikel 28 – Verzekeringsgebied
De waarborg geldt over de hele wereld, met uitzondering van de USA en Canada, voor zover de vordering betrekking heeft op activiteiten van een in België gevestigde exploitatie.
De uitzondering voor de USA en Canada geldt eveneens voor vorderingen die zouden worden ingesteld onder het recht of in uitvoering van het recht van de USA en Canada, waar ook ter wereld.
Artikel 29 – Bedrag van de waarborg
1. De waarborg wordt verleend, per schadegeval en per verzekeringsjaar, tot beloop van het in de bijzondere voorwaarden vermelde bedrag, na aftrek van de vrijstelling.
Een jaarlijkse waarborggrens is van toepassing voor alle schade ontstaan tijdens hetzelfde verzekeringsjaar. Schade die te wijten is aan dezelfde initiële oorzaak wordt geacht te zijn ontstaan in de loop van het verzekeringsjaar waarin de eerste schade ontstond.
2. Voor de stoffelijke en de immateriële schade vermengd, veroorzaakt door informatica, is het verzekerd bedrag, per schadegeval
en per verzekeringsjaar, het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade, zonder meer te bedragen dan 250.000 EUR.
3. Voor de waarborg “kosten van voor wedersamenstelling of herstelling van de informatie” (art. 25.2) is het verzekerd bedrag, per schadegeval en per verzekeringsjaar, beperkt tot 125.000 EUR.
4. De in punt 2, en 3 vermelde waarborggrenzen zijn vervat in het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade.
Artikel 30 – Geldigheid van de waarborg in de tijd
De waarborg is verworven voor de schriftelijke eisen tot vergoeding gericht aan de verzekerde of de maatschappij gedurende de geldigheidsduur van de waarborg voor de schade die zich voordeed tijdens deze duur.
Is van de waarborg uitgesloten:
− elke eis tot vergoeding i.v.m. een schade die zich voordeed voor de aanvangsdatum van de waarborg,
− elke eis tot vergoeding die aan de verzekerde of de maatschappij wordt gericht na het beëindigen van de waarborg.
Blijven niettemin gewaarborgd, de schriftelijke eisen tot vergoeding overgemaakt aan verzekerde of de maatschappij ten laatste 36 maanden na de vervaldatum van de waarborg en die betrekking hebben op:
− een schade die zich heeft voorgedaan binnen de gewaarborgde periode voor zover deze na de vervaldatum niet verzekerd is bij een andere verzekeraar,
− daden of feiten die aanleiding kunnen geven tot schade en die voorgevallen en aangegeven zijn aan de maatschappij
binnen de duur van de waarborg.
Voor het geheel van de eisen tot vergoeding ingediend na de vervaldatum van de waarborg is de tussenkomst van de
maatschappij beperkt tot het overblijvend deel van het bedrag van het laatste verzekeringsjaar. Voor de toepassing van deze waarborg wordt verstaan onder:
- eis tot vergoeding: hetzij de eis vanwege een derde tot schadevergoeding, hetzij het geheel van eisen vanwege derden tot vergoeding van serieschade, hetzij de aangifte van de verzekeringnemer ten bewarende titel aan de maatschappij, wanneer hij, zelfs bij afwezigheid van eis tot schadevergoeding, meent dat, als gevolg van bepaalde schade, zijn aansprakelijkheid verondersteld, weerhouden of in het gedrang gebracht kan worden,
- datum van de eis tot vergoeding: het ogenblik waarop, hetzij een schriftelijke vraag tot schadeloosstelling aan de verzekerde of aan de maatschappij wordt gericht, hetzij de verzekeringnemer de hiervoor vermelde verklaring ten bewarende titel doet. De oudste van deze data geldt als datum van de eis tot schadevergoeding. De datum van de eis tot vergoeding welke betrekking heeft op de eerste schade van een reeks wordt, ook voor het geheel van de schade-eisen met betrekking tot diezelfde reeks, als datum van de eis tot vergoeding beschouwd,
- serieschade: alle schade toegewezen aan éénzelfde initiële oorzaak wordt beschouwd als één enkel schadegeval,
- de datum van het zich voordoen van de schade: de datum waarop voor de eerste maal wordt vastgesteld dat een schade, of een eerste schade van een serie, zich voordoet. Het zich voordoen van de schade dient te bestaan uit een gebeurtenis die, duidelijk en redelijkerwijs in verband kan worden gebracht met de vastgestelde schade.
Bij twijfel in geval van lichamelijke schade, wordt aangenomen dat het schadegeval zich heeft voorgedaan op het ogenblik waarop het slachtoffer voor de eerste maal een geneesheer zal hebben geraadpleegd omwille van de symptomen van genoemde schade, zelfs indien het oorzakelijk verband slechts later tot uiting komt.
Artikel 31 – Beperkingen van de waarborg
Zonder afbreuk aan de bepalingen van artikel 43, waarborgt de maatschappij niet de schade voortvloeiend uit:
1. de gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van contractuele verbintenissen, daaronder begrepen:
- de gevolgen van het niet respecteren van een verplichting om eender welke verzekeringsovereenkomst af te sluiten of in stand te houden of om een borgstelling neer te leggen,
- de opgelopen vertraging in de uitvoering van een opdracht of een prestatie,
- de gemaakte kosten om een slecht uitgevoerde prestatie te herbeginnen of te verbeteren,
2. overschrijdingen van kostenramingen of budgetten, het ontbreken van controles of het maken van fouten in de kostenberekening alsook iedere vordering betreffende betwistingen of inhoudingen van honoraria en kosten,
3. het afbreken van onderhandelingen die aan de ondertekening van een contract voorafgaan en/of met het eenzijdig verbreken van een contract,
4. het onthullen van vertrouwelijke feiten waarvan de verzekerde kennis heeft gekregen in hoofde van zijn functie,
5. het enkele feit van de (al dan niet gedeeltelijke) niet-uitvoering of de laattijdige uitvoering van een dienstverlening,
6. een ernstige inbreuk op het niet-bijhouden van de wettelijk voorziene documenten en rapporteringen,
7. betwistingen betreffende kosten, erelonen en (overschrijding van) bestekken,
8. het feit van hun onderaannemers.
HOOFDSTUK V - RECHTSBIJSTAND
Deze waarborg is enkel verworven indien deze vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
De bepalingen van de andere hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op de waarborg rechtsbijstand voor zover ze niet in strijd zijn met de specifieke bepalingen van dit hoofdstuk.
Artikel 32 – Voorwerp van de waarborg
32.1. Strafrechtelijke verdediging
Bij een schadegeval dat in hoofde van de verzekerde gewaarborgd is in één van de hoofdstukken m.b.t. burgerlijke aansprakelijkheid (I t.e.m. IV) neemt de maatschappij de verdediging van de verzekerde ten laste, wanneer hij wordt vervolgd wegens inbreuk op wetten, besluiten, decreten en / of reglementen.
Zonder rekening te houden met de maximale tussenkomst, zal de maatschappij de kosten van het genadeverzoek ten laste nemen, indien de verzekerde bij een gewaarborgd schadegeval tot een effectieve vrijheidsberovende straf veroordeeld werd.
De waarborg geldt niet voor misdaden en gecorrectionaliseerde misdaden. Voor andere opzettelijk begane inbreuken wordt de dekking alleen verleend voor zover de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing de verzekerde definitief vrijspreekt.
32.2. Buitencontractueel burgerlijk verhaal
De maatschappij biedt dekking voor vorderingen tot schadevergoeding ingesteld door een verzekerde tegen een derde en gebaseerd op een buitencontractuele burgerlijke aansprakelijkheid of een wettelijke vergoedingsplicht naar Belgisch of naar buitenlands recht,
- wanneer een verzekerde lichamelijke schade lijdt in het kader van de verzekerde activiteit.
Als een verzekerde geniet van een vergoeding in het kader van een arbeidsongevallenverzekering, geldt de waarborg uitsluitend voor de schade-aspecten die niet vergoed worden in het kader van de wetgeving inzake arbeidsongevallen.
- wanneer aan het bedrijfsmaterieel of de bedrijfsgebouwen stoffelijke schade wordt toegebracht. Vorderingen tot vergoedingen van zuiver immateriële schade zijn niet verzekerd.
Wanneer zich een samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheden voordoet, komt de maatschappij tussenbeide ten gunste van de verzekerde onder dezelfde voorwaarden als wanneer het schadegeval zich zou hebben voorgedaan zonder dat er een overeenkomst werd opgesteld. Een vordering louter op grond van een contractuele aansprakelijkheid is niet verzekerd.
De maatschappij waarborgt geen schadegevallen:
- in verband met xxxxxxxxxxx en milieuaantasting die niet rechtstreeks het gevolg zijn van een plotse, onopzettelijke en onvoorziene gebeurtenis in hoofde van de schadeverwekker,
- waarbij de verzekerde betrokken is als eigenaar, huurder, bestuurder of houder van de in artikel 43.9 vermelde tuigen, constructies, installaties en goederen.
32.3 Onvermogen van derden
Is een aansprakelijke derde onvermogend en is dat onvermogen duidelijk aangetoond door het falen van een gedwongen uitvoeringsprocedure, dan waarborgt de maatschappij de betaling van het aan de verzekerde toegekende bedrag in hoofdsom als vergoeding voor zijn schade opgelopen in België.
Die waarborg geldt evenwel alleen als de verzekerde van de dekking ‘buitencontractueel burgerlijk verhaal’ van deze waarborg
rechtsbijstand gebruik heeft gemaakt.
De waarborg geldt evenwel niet in geval van opzettelijke geweldpleging op personen of goederen, diefstal of afpersing, poging tot diefstal of afpersing, agressie, fraude, vandalisme,misbruik van vertrouwen of om het even welk ander opzettelijk feit. In dat geval helpt de maatschappij de verzekerde wel om een dossier in te dienen bij het Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.
32.4 Voorschotten op schadevergoeding
Wanneer de verzekerde in het kader van de waarborg ‘buitencontractueel burgerlijk verhaal’ schade lijdt die veroorzaakt is door een geïdentificeerde derde en als de aansprakelijkheid van de derde onomstotelijk vast staat en zijn aansprakelijkheidsverzekeraar zijn tussenkomst heeft bevestigd, schiet de maatschappij de onbetwistbaar vastgestelde vergoeding voor overeenkomstig het toepasselijke recht.
Voor lichamelijke schade dekt het voorschot de medische kosten en het inkomstenverlies die het gevolg zijn van het ongeval en die ten laste blijven van de verzekerde na tegemoetkoming door om het even welk organisme of verzekeraar. Als een verzekerde geniet van een vergoeding in het kader van een arbeidsongevallenverzekering, geldt de waarborg uitsluitend voor de schade- aspecten die niet vergoed worden in het kader van de wetgeving inzake arbeidsongevallen.
Voor stoffelijke en immateriële schade wordt alleen rekening gehouden met de via de expertise vastgestelde hoofdsom (met uitsluiting van interesten of andere aanvullende schade).
Na betaling aan de verzekerde wordt de maatschappij gesubrogeerd in zijn rechten ten aanzien van de aansprakelijke derde en diens verzekeraar. Als het niet mogelijk is om het voorschot terug te vorderen of als het voorschot onterecht werd toegekend, heeft de maatschappij het recht om de terugbetaling ervan te eisen van de verzekerde.
De verzekerde verbindt er zich toe om zijn vordering, tot beloop van de vergoeding door de maatschappij, aan haar af te staan of om de vergoeding aan de maatschappij terug te betalen zodra hij deze ontvangt.
De waarborg geldt evenwel niet in geval van opzettelijke geweldpleging op personen of goederen, diefstal of afpersing, poging tot diefstal of afpersing, agressie, fraude, vandalisme, misbruik van vertrouwen of om het even welk ander opzettelijk feit.
32.5 Voorschotten op vrijstelling
Als een derde aansprakelijke de vrijstelling van zijn verzekeringspolis‘burgerlijke aansprakelijkheid’ niet betaalt, zal de maatschappij het bedrag van die vrijstelling voorschieten op voorwaarde dat de volledige aansprakelijkheid van die derde onomstotelijk is vastgesteld en zijn verzekeraar zijn tussenkomst aan de maatschappij heeft bevestigd.
Door het bedrag van de vrijstelling voor te schieten, is de maatschappij automatisch gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde om dat bedrag op te eisen bij de aansprakelijke derde. Als het niet mogelijk is om de vrijstelling terug te vorderen of als het bedrag van de vrijstelling onterecht werd toegekend, heeft de maatschappij het recht om de terugbetaling ervan te eisen van de verzekerde.
Als de derde het bedrag van de vrijstelling aan de verzekerde betaalt, moet laatstgenoemde de maatschappij daarvan op de hoogte brengen en het bedrag onmiddellijk terugbetalen.
32.6 Strafrechtelijke borgsom
Wanneer ingevolge een gebeurtenis waarvoor de verzekerde kan genieten van de dekking “strafrechtelijke verdediging” van deze waarborg rechtsbijstand, een strafrechtelijke borgtocht in het buitenland geëist wordt door de plaatselijke overheden teneinde, hetzij zijn invrijheidsstelling te bekomen wanneer hij in voorlopige hechtenis is genomen, hetzij zijn vrijheid te behouden indien hij dreigt in hechtenis te worden genomen, betaalt de maatschappij deze borgtocht vooruit.
De verzekerde zal het voorgeschoten bedrag aan de maatschappij terugbetalen, vermeerderd met de in België geldende wettelijke intresten en met de eventuele terugvorderingskosten, zodra de borgtocht is vrijgegeven of zodra hij definitief is veroordeeld.
Artikel 33 – Bedrag van de waarborg
De maatschappij komt tussen tot beloop van volgend bedrag per schadegeval, ongeacht het aantal betrokken verzekerden:
- 50.000 EUR voor de waarborgen “strafrechtelijke verdediging” en “buitencontractueel burgerlijk verhaal”
- 25.000 EUR voor de waarborgen “voorschot op schadevergoeding”, “voorschot op vrijstelling” en “strafrechtelijke borgsom”,
- 15.000 EUR voor de waarborg “onvermogen van derden”.
Voor het bepalen van dit bedrag wordt geen rekening gehouden met de kosten van intern dossierbeheer op de maatschappij
of met de kosten en erelonen van het advies, gevraagd aan de advocaat overeenkomstig artikel 40.
Als het verzekerd bedrag ontoereikend is, zal de verzekeringnemer voorrang hebben op de andere verzekerden. Desgevallend deelt de verzekeringnemer aan de maatschappij mee welke verzekerden bij voorrang dienen vergoed te worden ingeval van uitputting van het verzekerd bedrag.
Artikel 34 – Verzekeringsgebied
De waarborg geldt over de hele wereld voor zover het gaat om schadegevallen die betrekking hebben op activiteiten van een in België gevestigde exploitatie.
Een schadegeval dat voortvloeit uit producten die een verzekerde heeft geleverd of uit werken die hij heeft uitgevoerd, en die met kennis van de verzekerde, bestemd waren voor de USA of Canada, is evenwel niet verzekerd.
De waarborg onvermogen van derden geldt uitsluitend voor schade opgelopen in België.
Artikel 35 – Geldigheid van de waarborg in de tijd
Het schadegeval moet zich voordoen wanneer de waarborg rechtsbijstand van kracht is.
De waarborg is evenwel niet van toepassing voor schadegevallen die hun oorsprong hebben in een feit dat of omstandigheid die dateert van vóór de aanvang van de waarborg rechtsbijstand. De dekking wordt echter wel toegekend indien de verzekerde het bewijs voorlegt dat hij vóór de aanvang van de waarborg rechtsbijstand, redelijkerwijze niet kon weten dat dit feit of deze omstandigheid een betwistbaar karakter had.
De waarborg is van toepassing op schadegevallen die zich ten laatste zes maanden na het einde ervan voordoen, voor zover de gebeurtenis of omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval, zich heeft voorgedaan terwijl de waarborg rechtsbijstand nog van kracht was.
Artikel 36 – Omvang van de waarborg
De maatschappij neemt de bijstand van de verzekerde op zich door hem te garanderen dat alle middelen zullen aangewend worden om een minnelijke, gerechtelijke, buitengerechtelijke of administratieve oplossing te vinden.
Behalve de uitgaven veroorzaakt door het beheer van het schadegeval neemt de maatschappij eveneens op zich, binnen de perken van de waarborg en ten belope van de verzekerde bedragen:
- de kosten voor het geheel van acties, onderzoeken en opdrachten,
- de kosten en honoraria van de advocaat of ieder ander persoon die de vereiste kwalificaties heeft om de belangen van de verzekerde te verdedigen overeenkomstig de op de procedure toepasselijke wet, en die overeenkomstig de voorwaarden van deze verzekering is aangesteld,
- de kosten en erelonen van de deskundigen, technische adviseurs, gerechtsdeurwaarders, bemiddelaars en arbiters noodzakelijk voor de verdediging van de rechten van de verzekerde,
- de kosten voor de gerechtsprocedures en de kosten van tenuitvoerlegging – met inbegrip van de strafrechtelijke zaken – en de kosten voor de buitengerechtelijke procedures,
- de verplaatsings- en verblijfkosten wanneer, naar aanleiding van een gewaarborgd schadegeval, de verzekerde als gedaagde verplicht is te verschijnen voor een buitenlandse rechtbank, in de mate dat deze kosten op een redelijke wijze werden uitgegeven.
In de mate van het mogelijke worden deze kosten rechtstreeks betaald zonder dat de verzekerde ze dient voor te schieten. Indien deze echter btw-plichtig bent, wordt deze belasting slechts ten laste genomen in de mate dat ze niet terugvorderbaar is.
Behalve in het geval van dringende conservatoire maatregelen, zijn deze kosten en honoraria echter maar gewaarborgd wanneer de stappen en plichten waaruit ze voortvloeien, werden verricht en vervuld met het voorafgaande akkoord van de maatschappij.
Artikel 37 – Recht op minnelijk beheer
Vanaf de aangifte van het schadegeval neemt de maatschappij de verdediging van de belangen van de verzekerde waar.
De maatschappij onderzoekt met de verzekerde de maatregelen die genomen moeten worden en ze verbindt er zich toe alles in het werk te stellen om zijn belangen te behartigen. Ze verbindt er zich toe om alle noodzakelijke stappen te ondernemen om een minnelijk akkoord te bekomen. De maatschappij zal geen voorstel of transactie aanvaarden zonder het voorafgaandelijk akkoord van de verzekerde.
Behoudens bij hoogdringendheid neemt de maatschappij het automatisch beroep op een advocaat niet ten laste. Indien de verzekerde een advocaat gelast zonder de maatschappij hierover op voorhand in te lichten, heeft deze het recht de betaling van de kosten en erelonen te weigeren, zodat de betaling ervan vervolgens bij de verzekerde zal worden geëist.
Artikel 38 – Vrije keuze van advocaat
Wanneer eengerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedure moet worden aangespannen heeft de verzekerde de vrije keuze van:
- een advocaat of van iedere andere persoon die, krachtens de op de procedure toepasselijke wet, de vereiste kwalificaties heeft om zijn belangen te verdedigen en te behartigen of die hem kan vertegenwoordigen, en,
- in geval van arbitrage, bemiddeling of een andere erkende buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting, van een persoon die de vereiste kwalificaties heeft en die daartoe is aangewezen.
De verzekerde heeft ook de vrije keuze van een advocaat of van een andere persoon die, krachtens de op de procedure toepasselijke wet, de vereiste kwalificaties heeft om hem te verdedigen, te vertegenwoordigen of zijn belangen te dienen, telkens wanneer er een belangenconflict ontstaat met de maatschappij.
Indien een verzekerde een advocaat laat pleiten buiten het land waar hij aan verbonden is, blijven de bijkomende kosten en erelonen die hieruit voortvloeien ten laste van de verzekerde.
De verzekerde verbindt er zich toe om, op vraag van de maatschappij, de tussenkomst van de competente instanties te vragen om het bedrag van de kosten en erelonen van de advocaat die hem bij de verdediging van zijn belangen heeft bijgestaan, vast te stellen.
Artikel 39 – Tussenkomst van een technisch adviseur
Indien dat noodzakelijk zou blijken, kan de verzekerde een beroep doen op een technisch adviseur (expert, geneesheer,...) waarvan de tussenkomst gerechtvaardigd is doordat een van de door de waarborg rechtsbijstand voorziene dekkingen wordt uitgevoerd, maar uitsluitend nadat hij van de maatschappij een gunstig advies heeft gekregen betreffende de mogelijkheid om een technisch adviseur in te schakelen. De verzekerde verbindt zich ertoe om vóór de eerste raadpleging aan de maatschappij de gegevens door te geven van de technisch adviseur die hij heeft gekozen.
Indien de verzekerde een beroep doet op een technisch adviseur of een tegenexpert die gevestigd is in een ander land dan dat waar de opdracht moet worden uitgevoerd, blijven de bijkomende kosten en honoraria die daarvan het gevolg zijn, ten laste van de verzekerde.
Indien de verzekerde een andere technisch adviseur neemt, neemt de maatschappij alleen de kosten en honoraria van de eerste technisch adviseur voor haar rekening, behalve indien deze verandering het gevolg is van redenen die buiten de wil van de verzekerde liggen.
Artikel 40 – Meningsverschil tussen de maatschappij en de verzekerde
1. Zonder afbreuk te doen aan punt 2. van dit artikel, kan de maatschappij haar medewerking weigeren of haar tussenkomst stopzetten:
- wanneer zij meent dat een voorstel tot regeling billijk is;
- wanneer zij meent dat een rechtsvordering of een verhaal tegen een gerechtelijke beslissing geen ernstige kans op succes heeft;
- wanneer blijkt dat de als aansprakelijke beschouwde derde onvermogend is;
- wanneer de verzekerde niet verschijnt voor de rechtbank, hoewel zijn persoonlijke verschijning door de rechtspleging vereist wordt.
2. In geval van een meningsverschil met de maatschappij over de gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van het schadegeval, en nadat de maatschappij schriftelijk haar standpunt over de te volgen gedragslijn of haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen, heeft meegedeeld, kan de verzekerde de advocaat raadplegen die reeds met de zaak is belast of, bij ontstentenis, een advocaat van zijn keuze (of om het even welke andere persoon die de door de toepasselijke wet vereiste kwalificaties heeft).
De maatschappij draagt de honoraria en kosten van deze raadpleging.
Indien de advocaat het standpunt van de maatschappij bevestigt, en de verzekerde, tegen het advies van de advocaat, op eigen kosten de procedure voortzet, dan verbindt de maatschappij zich ertoe dekking te verlenen als de verzekerde nadien een beter resultaat bekomt dan wat hij zou hebben bekomen door het standpunt van de maatschappij te aanvaarden.
Indien de advocaat echter de stelling van de verzekerde bevestigt, geniet deze van de waarborg, met inbegrip van de kosten van deze raadpleging.
Artikel 41 – Beperkingen van de waarborg
Zonder afbreuk aan de bepalingen van artikel 43, waarborgt de maatschappij niet:
1. boetes, opdeciemen en transacties met het Openbaar Ministerie, noch de kosten met betrekking tot de ademtest en de bloedanalyse, en de bedragen in hoofdsom en de bijkomende bedragen waartoe de verzekerde veroordeeld zou worden, waarmee o.m. gelijkgesteld worden de bijdragen tot de bij wet opgerichte speciale fondsen,
2. de kosten en honoraria die verschuldigd zijn door de verzekerde voor prestaties waarvan de maatschappij niet vooraf werd in kennis gesteld, tenzij blijkt dat zij dringend noodzakelijk waren m.b.t. de aangiftedatum of betrekking hadden op dringende bewarende maatregelen;
3. de vorderingen met betrekking tot schade die uitsluitend naar aanleiding van de uitvoering van een contract worden ingesteld tegen een contractspartij ongeacht of dit gebeurt voor de strafrechter dan wel voor de burgerlijke rechter met inbegrip van vorderingen met betrekking tot de toepassing van deze overeenkomst;
4. de kosten en erelonen voor de rechtsvordering, waarvan het litigieus bedrag in hoofdsom dat moet verhaald worden, indien waardeerbaar in geld, 620 EUR of minder bedraagt;
5. een procedure voor het Hof van Cassatie wanneer het litigieus bedrag in hoofdsom, indien waardeerbaar in geld, 2.500 EUR of minder bedraagt,
6. procedures voor het Grondwettelijk Hof en voor internationale- of voor supranationale rechtsmachten.
HOOFDSTUK VI – GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE WAARBORGEN
Bepalingen in verband met de waarborg
Artikel 42 – Reddingskosten – Intresten en kosten
Voor de waarborgen burgerlijke aansprakelijkheid (hoofdstukken I t.e.m. IV) neemt de maatschappij ten laste:
1. De reddingskosten die betrekking hebben op de gedekte schade. De waarborg wordt verleend rekening houdend zowel met de definitie als met het bedrag van elke betrokken waarborg.
De maatschappij waarborgt alleen volgende kosten:
- de kosten die voortvloeien uit de maatregelen die de maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van de gedekte
schadegevallen te voorkomen of te beperken;
- de kosten die voortvloeien uit de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen overeenkomstig de regels van de zaakwaarneming, ofwel om een gedekt schadegeval te voorkomen, ofwel om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken voor zover dat:
▪ deze maatregelen dringend zijn, dit wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen zonder de mogelijkheid de maatschappij te verwittigen en voorafgaand haar akkoord te verkrijgen, op gevaar af de belangen van de maatschappij te schaden;
▪ indien het gaat om maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen, er nakend gevaar is, mits de maatregelen met de zorg van een goed huisvader zijn gemaakt.
De verzekerde verbindt zich ertoe de maatschappij onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke genomen reddingsmaatregel.
Volgende kosten blijven evenwel ten laste van de verzekerde:
- de kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar of wanneer het nakend gevaar afgewend is;
- de kosten die voortvloeien uit het laattijdig nemen van maatregelen of uit de nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten genomen zijn.
2. De intresten en de kosten, zijnde de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, alsmede de kosten betreffende burgerlijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door de maatschappij of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt.
De maatschappij neemt deze reddingskosten evenals de intresten en de kosten ten laste, in zover het totaal van de financiële vergoeding en de reddingskosten, intresten en kosten niet meer bedraagt dan het bedrag van de waarborg.
3. Boven het bedrag van de waarborg is de tussenkomst van de maatschappij, voor de reddingskosten enerzijds en de intresten, onkosten en honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen anderzijds, als volgt beperkt:
− tot 495.787,05 EUR indien het bedrag van de waarborg lager is dan of gelijk aan 2.478.935,25 EUR;
− tot 495.787,05 EUR plus 20% van het gedeelte van het bedrag van de waarborg dat tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt;
− tot 2.478.935,25 EUR plus 10% van het gedeelte van het bedrag van de waarborg dat boven 12.394.676,24 EUR ligt, met een maximumtussenkomst van 9.915.740,99 EUR.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van november 1992, d.i. 113,77 (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat zal worden toegepast is dit van de maand, voorafgaand aan het schadegeval.
Artikel 43 – Beperkingen van de waarborg
De maatschappij waarborgt geen schade voortvloeiend uit:
1. opzet van een verzekerde.
Indien de verzekerde die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt geen leidinggevende is, blijft de waarborg evenwel verworven aan de verzekeringnemer en zijn leidinggevenden in zover de feiten plaats vonden zonder hun toestemming of medeweten, na aftrek van de vrijstelling die niet minder dan 2.500 EUR bedraagt. In dat geval kan de maatschappij verhaal
uitoefenen tegen de schuldige verzekerde. Bij diefstal, ontvreemding, verduistering of fraude is het verzekerd bedrag bovendien beperkt tot 25.000 EUR per schadegeval.
2. grove schuld van een verzekerde.
Onder grove schuld wordt verstaan:
a) deelname aan twist- of vechtpartijen, gebruik van fysiek geweld, dronkenschap of een ermee vergelijkbare toestand ingevolge het gebruik van verdovende of bewustzijnsbeïnvloedende middelen,
b) een bewuste tekortkoming aan wetten, regels, veiligheidsvoorschriften of gebruiken eigen aan de verzekerde activiteit, waarbij het voor ieder met de materie vertrouwde persoon duidelijk moet zijn dat hieruit haast onvermijdelijk schade moet ontstaan,
c) de aanvaarding en de uitvoering van werken of een dienstverlening waarvan de verzekerde bewust had moeten zijn dat hij niet beschikte over de nodige bekwaamheid, de technische kennis, de menselijke en materiële middelen om de aangegane verbintenissen na te komen,
d) het uitoefenen van de verzekerde activiteit zonder over de wettelijk vereiste vergunningen, erkenningen, kwalificaties of licenties te beschikken of het in het economisch verkeer brengen van producten zonder de wettelijk vereiste certificaten,
e) het flagrant niet respecteren van de verplichtingen opgelegd door de wettelijke of reglementaire beschikkingen x.x.x.xx veiligheid of hygiëne op het werk, wanneer de functionarissen belast met de controle op de toepassing van deze beschikkingen schriftelijk gewezen hebben op het gevaar waaraan het personeel wordt blootgesteld (artikel 46.7 van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen),
f) de xxxxxxxxx xxx xxxxxx met een zelfde oorzaak wegens het niet nemen van de gepaste voorzorgsmaatregelen na de eerste vastgestelde schade,
g) de keuze voor werk- of productiemethodes of voor het aanwenden van materialen of componenten die kostenbesparend zijn maar die een aanmerkelijke en onverantwoorde verhoging van het risico met zich meebrengen.
Wanneer het schadegeval evenwel veroorzaakt werd door de grove schuld van een verzekerde die geen leidinggevende is, blijft de waarborg verworven aan de verzekeringnemer en zijn leidinggevenden in zover de feiten plaats vonden zonder hun toestemming of medeweten, maar kan de maatschappij verhaal uitoefenen tegen de schuldige verzekerde.
3. feiten of gebeurtenissen waarvan de verzekeringnemer of zijn leidinggevenden kennis hadden op het ogenblik van de aanvang van de waarborg en die van aard waren aanleiding te geven tot toepassing van de waarborg.
4. oorlog of gelijkaardige feiten, burgeroorlog, burgerlijke onlusten of arbeidsconflicten, evenals schade die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van een daad van terrorisme.
5. financiële verrichtingen, misbruik van vertrouwen, oneerlijke concurrentie of aantasting van intellectuele rechten, overtredingen op de wetgeving betreffende patenten en fabrieksmerken.
6. gerechtelijke, transactionele, administratieve of economische boetes, de schadevergoeding die als strafmaatregel of afschrikmiddel wordt toegepast zoals de zogenaamde "punitive" of "exemplary damages", en de kosten van strafvervolging.
7. milieuaantasting
- die niet het gevolg is van een plotse, onopzettelijke en onvoorziene gebeurtenis in hoofde van de verzekeringnemer, van zijn
leidinggevenden en in het bijzonder van zijn technici belast met het voorkomen van milieuaantasting, en / of
- die het gevolg is van een inbreuk op de wetten en reglementeringen inzake de bescherming van het leefmilieu.
Is evenmin verzekerd, milieuaantasting in de zin van de Europese richtlijn 2004/35/EG van 21 april 2004 en de omzetting ervan door de lidstaten, betreffende milieuaansprakelijkheid m.b.t. het voorkomen en herstellen van milieuschade.
8. een schadegeval dat onder toepassing valt van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen (uitgezonderd hetgeen bepaald wordt in artikel 7.1.3 en 7.2).
9. de werking, de bouw, de uitrusting, het gebruik of de exploitatie van luchtvaartuigen (m.i.v. het gebruik van drones), ruimtetuigen, schepen, of gelijk welke andere drijvende constructies, spoorrijtuigen, nucleaire en offshore-installaties.
10. water, vuur, rook, ontploffing en implosie die verzekerbaar is in een brandverzekeringsovereenkomst door de waarborg "huurdersaansprakelijkheid", "gebruikersaansprakelijkheid" of "verhaal van derden" en waarvan de oorzaak gesitueerd wordt op een bedrijfssite waarvan de verzekeringnemer eigenaar, huurder of gebruiker is (zonder afbreuk aan artikel 3.3).
11. de uitwerking van een wijziging in de atoomstructuur van de stof, de kunstmatige versnelling van atoomdeeltjes, radioactiviteit en ioniserende stralen.
12. asbest, in zover de schade het gevolg is van de schadelijke eigenschappen van asbest.
13. elektromagnetische velden, genetisch gemanipuleerde organismen, prionziekten.
14. explosieven (vuurwerk inbegrepen) of vuurwapens.
15. steen- en slakbergen.
16. een schadegeval dat onder toepassing valt van de wet van 30 juli 1979 inzake de objectieve aansprakelijkheid voor brand en ontploffing, evenals schadegevallen die voortvloeien uit een nieuwe foutloze aansprakelijkheid die werd ingevoerd na de datum van uitgifte van onderhavige algemene voorwaarden, d.w.z. na 1 januari 2021.
17. bijzondere contractuele verbintenissen aangegaan door een verzekerde die zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid zoals die voortvloeit uit de wettelijke teksten verzwaren, evenals:
- waarborgen, uitvoeringstermijnen of boetebedingen,
- de ten lastenneming van de aansprakelijkheid ingevolge andermans daden (zonder afbreuk aan artikel 7.9 en 22.2),
- een afstand van verhaal toegestaan door de verzekerde, tenzij de maatschappij hiermee uitdrukkelijk heeft ingestemd.
De maatschappij geniet in alle gevallen van het voordeel van clausules overeengekomen of opgelegd door de verzekerde en waarin diens aansprakelijkheid wordt beperkt of weerlegd.
18. de gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van contractuele verbintenissen, daaronder begrepen:
- de gevolgen van het niet respecteren van een verplichting om eender welke verzekeringsovereenkomst af te sluiten of in stand te houden of om een borgstelling neer te leggen,
- de opgelopen vertraging in de uitvoering van een opdracht of een prestatie,
- de gemaakte kosten om een slecht uitgevoerde prestatie te herbeginnen of te verbeteren.
19. een beheersfout begaan door de maatschappelijke lasthebbers van de verzekerde onderneming in hun hoedanigheid van bestuurder, beheerder of gerant, indien hun aansprakelijkheid wordt weerhouden uit hoofde van het wetboek van vennootschappen en verenigingen of van gelijkaardige wetten.
20. contractuele vorderingen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de tienjarige aansprakelijkheid op basis van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek of gelijkaardige bepalingen van binnenlands of buitenlands recht.
21. een inbreuk op de nationale en / of internationale sanctieregelgeving i.v.m. economische of handelssancties, uit hoofde waarvan het de maatschappij verboden is om de dekking te verlenen of de schadevergoeding uit te keren.
Bepalingen in verband met de premie
Artikel 44 – Vaststelling van de premie
De premie wordt forfaitair vastgesteld of wordt verrekend op grond van de in de bijzondere voorwaarden vermelde gegevens.
1. Indien de premie forfaitair is bepaald in functie van het aantal personen tewerkgesteld in de verzekerde onderneming (of in functie van een ander element), is dit aantal vermeld in de bijzondere voorwaarden. De verzekeringnemer verbindt zich ertoe elke wijziging in dit aantal te melden aan de maatschappij.
Het aantal tewerkgestelde personen wordt als volgt bepaald:
- de bedrijfsleider, zijn echtgeno(o)t(e), zijn gezinsleden en de met hem in gezinsverband samenwonende personen en de vrijwillige helpers, tellen samen voor één persoon;
- iedere werkende vennoot telt voor één persoon (met uitzondering van de echtgeno(o)t(e) van de bedrijfsleider, zijn/haar gezinsleden en de met hem/haar in gezinsverband samenwonende personen);
- iedere persoon, al dan niet bezoldigd (m.i.v. interims, jobstudenten en stagiairs) telt:
* voor één persoon, indien de werktijd hoger ligt dan 50 % van de normale jaarlijkse werkprestatie;
* voor de helft van een persoon, indien de werktijd minder bedraagt of gelijk is aan 50 % van de normale jaarlijkse werkprestatie en meer dan 60 dagen per jaar;
- iedere persoon waarvan de arbeidsrelatie weerlegbaar wordt vermoed een arbeidsovereenkomst te zijn in overeenstemming met de wet van 25 augustus 2012, telt voor één persoon.
Het toevallig personeel (m.i.v. interims, jobstudenten en stagiairs) is gratis verzekerd voor zover de tewerkstelling niet meer bedraagt dan 60 dagen per jaar.
Bij wijziging van het aantal personen zal de maatschappij de premie aanpassen.
2. Indien de premie of een deel ervan berekend wordt op bezoldigingen, wordt de premievoet toegepast op de onbegrensde bezoldigingen van het personeel. Voor onderaannemers en personeel dat vreemd is aan de verzekerde onderneming in de zin van artikel 7.8, worden de bezoldigingen met respectievelijk 50% (onderaannemers) en 100% (vreemd personeel) van de facturen (zonder BTW) met betrekking tot hun prestaties verhoogd.
De aldus berekende premie wordt voor de onbezoldigde medewerkers verhoogd met een in de bijzondere voorwaarden vermelde overeengekomen premie.
3. Indien de premie of een deel ervan berekend wordt op het omzetcijfer, wordt de premievoet toegepast op het totaal bedrag (zonder BTW), van de aan de verzekeringnemer betaalde en verschuldigde sommen met betrekking tot de tijdens de beschouwde verzekeringsperiode verzekerde activiteiten, uitgevoerde werken, geleverde producten en dienstverlening, met inbegrip van de bedragen betaald aan onderaannemers of aan personeel dat vreemd is aan de verzekerde onderneming in de zin van artikel 7.8.
4. Indien de premie of een deel ervan berekend wordt op een andere basis dan deze hiervoor beschreven, wordt de premie berekend op de wijze voorzien in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 45 – Tijdstip van betaling van de premie
1. De forfaitaire premie is vooraf betaalbaar op de vervaldag aangeduid in de bijzondere voorwaarden.
2. Indien de premie verrekenbaar is, is de voorlopige premie vooraf betaalbaar bij aanvang van iedere in de bijzondere voorwaarden aangeduide periode. De verrekening geschiedt na verloop van ieder verzekeringsjaar. De totale jaarlijkse voorlopige premie zal gelijk zijn aan het bedrag van de te verwachten jaarpremie, rekening houdend met de opgegeven gegevens bij het afsluiten van deze overeenkomst.
De voorlopige premie wordt jaarlijks aangepast tot het niveau van de overeenstemmende definitieve premie, telkens wanneer deze laatste met 20 % zal verhoogd of verminderd zijn. De aldus berekende nieuwe voorlopige premie wordt toegepast vanaf de eerste vervaldag volgend op de verrekening.
Artikel 46 – Aangifte van gegevens voor de premiestelling
De verzekeringnemer verbindt er zich toe:
1. Indien de premie verrekenbaar is, binnen de dertig dagen volgend op de ontvangst van het aangifteformulier, aangifte te doen van de gegevens die dienen als basis voor de premiestelling zoals die gedefinieerd wordt in de bijzondere voorwaarden. Deze aangifte dient te geschieden op het door de maatschappij hiertoe ter beschikking gestelde aangifteformulier.
2. Indien de premie forfaitair is bepaald, ten laatste binnen de 30 dagen na ontvangst van de jaarlijkse betalingsaanvraag elke wijziging van het aantal tewerkgestelde personen in de verzekerde onderneming (of van een ander criterium) dat vermeld is in de bijzondere voorwaarden te melden aan de maatschappij.
Artikel 47 – Aangifte bezoldigingen
Indien de premie verrekenbaar is op bezoldigingen dienen te worden aangegeven: de bruto bezoldigingen, d.w.z. al de lonen en wedden, gratificaties en andere voordelen in geld of natura. Per persoon dient minstens het minimumloon te worden aangegeven zoals het bij paritair akkoord is vastgesteld.
Voor de aangestelden met leercontract, de stagiaires-zelfstandigen en voor de minderjarige werknemers dient een bezoldiging te worden aangegeven die ten minste gelijk is aan het gemiddelde loon van de meerderjarige valide werknemers in dezelfde beroepscategorie. Deze som zal geenszins minder mogen zijn dan de minimum basisbezoldiging voorzien door artikel 39 van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
Artikel 48 – Boekhouding
De verzekeringnemer is verplicht een regelmatige boekhouding te voeren, gestaafd in een loonboek. Hierin vermeldt hij: naam, voornaam, functie, bezoldigingen en andere vergoedingen van alle leden van zijn personeel, evenals de datum van indiensttreding en uitdiensttreding.
Artikel 49 – Geschatte premie
De verzekeringnemer verbindt zich ertoe aan de maatschappij de gegevens mee te delen die nodig zijn voor de verrekening van de premie.
Indien de maatschappij vijftien dagen na aanmaning niet in het bezit is van deze gegevens, dan behoudt zij zich het recht voor de premies te verrekenen op de door haar geschatte gegevens en dit zonder voorafgaande verwittiging. In dit geval zal de verrekende premie minstens 50 % meer bedragen dan deze met betrekking tot de overeenstemmende vorige periode. Deze automatische verrekening doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij om de aangifte op te eisen of de betaling van de premie te bekomen op basis van de werkelijke gegevens.
Artikel 50 – Betaling van de premie
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet ten laatste op de premievervaldag betaald worden, op verzoek van de
maatschappij.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de maatschappij wordt betaald, is de premiebetaling aan een derde bevrijdend indien deze de betaling vordert en hij voor de inning van de premie klaarblijkelijk als lasthebber van de maatschappij optreedt.
Artikel 51 – Niet-betaling van de premie
1. INGEBREKESTELLING
Indien de premie op de vervaldag niet werd betaald, kan de maatschappij de waarborg schorsen of de overeenkomst opzeggen op voorwaarde dat zij de verzekeringnemer in gebreke heeft gesteld, door middel van hetzij een deurwaardersexploot, hetzij een aangetekende zending.
De forfaitaire administratieve kosten voor deze ingebrekestelling bedragen 2,5 keer het officiële tarief van de aangetekende zending van De Post en zijn verschuldigd door de verzekeringnemer.
Indien de premie op gefractioneerde wijze wordt betaald (maandelijks, trimestrieel, semestrieel), en in geval van niet-betaling van deze gefractioneerde premie, wordt het geheel van de tot de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag verschuldigde premie onmiddellijk eisbaar.
2. DE SCHORSING VAN DE WAARBORG
De schorsing van de waarborg gaat in bij het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, die evenwel niet minder mag bedragen dan 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of op de afgifte van de aangetekende zending.
Indien de waarborg werd geschorst, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals gepreciseerd in de laatste ingebrekestelling of rechterlijke beslissing, een einde aan de schorsing.
De schorsing van de waarborg doet niet af aan het recht van de maatschappij om de premies te eisen waarvan de vervaldatum nadien nog valt, op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld, en dat de ingebrekestelling aan de schorsing van de waarborg herinnert. Dit recht is evenwel beperkt tot de premies die betrekking hebben op twee opeenvolgende jaren.
3. DE OPZEGGING VAN DE OVEREENKOMST
De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen wegens niet betaling van de premie, zelfs zonder voorafgaandelijke schorsing van de waarborg, op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld. De opzegging gaat in na afloop van de
termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of op de afgifte van de aangetekende zending.
De maatschappij kan haar verplichting tot het verlenen van dekking schorsen of de overeenkomst opzeggen indien zij dit heeft bepaald in dezelfde ingebrekestelling. In dat geval gaat de opzeg in na afloop van de termijn die zij heeft bepaald maar ten vroegste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing van de waarborg.
Indien de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking heeft geschorst en de overeenkomst niet heeft opgezegd in dezelfde ingebrekestelling, dan kan de opzegging slechts geschieden mits een nieuwe ingebrekestelling. In dat geval gaat de opzeg in na afloop van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of op de afgifte van de aangetekende zending.
Bepalingen in verband met een schadegeval
Artikel 52 – Schadegevallen
1. Aangifte van een schadegeval
De verzekerde verbindt er zich toe het schadegeval, van zodra als redelijkerwijze mogelijk is, aan te geven, aan:
- de maatschappij voor de toepassing van de waarborg burgerlijke aansprakelijkheid,
- aan Arces voor de toepassing van de waarborg rechtsbijstand.
De verzekerde verbindt zich ertoe om alle nuttige inlichtingen te verschaffen en te antwoorden op de vragen die hem worden gesteld om de omstandigheden en omvang van het schadegeval te bepalen. De aangifte moet ondermeer plaats, datum, uur, oorzaak, omstandigheden, de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval en ook iedere andere verzekering die hetzelfde voorwerp dekt vermelden. Verder moet de identiteit van de veroorzaker van het schadegeval, van de benadeelde evenals van de eventuele getuigen meegedeeld worden.
Indien de verzekerde een van de in de vorige paragrafen vermelde verplichtingen niet nakomt en daar voor de maatschappij een nadeel uit voortvloeit, behoudt de maatschappij zich het recht voor om haar prestaties te beperken ten belope van dit nadeel. Verder behoudt de maatschappij zich het recht voor om onze volledige waarborg af te wijzen indien de verzekerde met frauduleuze bedoelingen op die manier is opgetreden.
2. (Buiten-)gerechtelijke stukken
Elke dagvaarding en alle gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken moeten door de verzekerde aan de maatschappij
overgemaakt worden, onmiddellijk nadat zij aan de verzekerde worden afgegeven of betekend.
De verzekerde moet persoonlijk verschijnen telkens de procedure dit noodzaakt en zich schikken naar de instructies opgelegd door de rechtbank.
Bij verzuim kan de maatschappij haar tussenkomst verminderen in de mate dat ze hierdoor schade geleden heeft.
3. Leiding van het geschil
Vanaf het ogenblik dat de waarborg burgerlijke aansprakelijkheid is verworven, en voor zover deze wordt ingeroepen, zal de
maatschappij zich achter de verzekerde stellen binnen de grenzen van de waarborg.
Indien het bedrag van de vordering van de derde de vrijstelling niet overtreft, zal de maatschappij de belangen van de verzekerde
niet verdedigen.
De verzekerde verbindt er zich toe actief mee te werken aan de burgerlijke verdediging geleid door de maatschappij, door aan de maatschappij alle elementen, informatie, antwoorden en documenten mee te delen.
Voor zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de derde te bestrijden, zowel in der minne als in het kader van een procedure.
Voor zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerden samenvallen en indien een advocaat moet worden aangesteld voor de verdediging van de belangen van de verzekerde en van de maatschappij, zal deze advocaat worden aangesteld door de
maatschappij en op haar kosten. Indien de verzekerde ook een persoonlijke advocaat wenst toe te voegen, doet hij dat op zijn kosten.
Indien de belangen van de maatschappij en van de verzekerde niet of niet meer samenvallen, zal elke partij op zijn eigen kosten een advocaat aanstellen. De partij die niet gedagvaard werd zal vrijwillig verschijnen in de procedure gevoerd tegen de andere partij.
In elk geval kan de maatschappij de benadeelde vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Artikel 53 – Niet-tegenstelbaarheid van bepaalde acties
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toelating van de maatschappij, is haar niet tegenstelbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de
maatschappij geen grond opleveren om haar waarborg te weigeren.
Artikel 54 – Preventie, onderzoek van het risico en van de omstandigheden van het schadegeval
1. De verzekeringnemer verbindt zich ertoe:
- alle redelijke maatregelen te nemen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken,
- de door de maatschappij opgelegde preventiemaatregelen te nemen.
2. De maatschappij behoudt zich het recht voor het verzekerde risico, de genomen preventiemaatregelen en de afgelegde verklaringen te onderzoeken en dit zelfs na het einde van de overeenkomst.
De verzekeringnemer verbindt er zich toe aan de afgevaardigden van de maatschappij toelating te verlenen om zijn onderneming te bezoeken, hen alle documenten ter beschikking te stellen die nuttig zijn voor hun controles en hen toe te laten de personeelsleden te ondervragen. De afgevaardigden van de maatschappij verbinden zich ertoe de aldus bekomen informatie enkel in het kader van deze overeenkomst te gebruiken.
3. Indien de verzekeringnemer één van de verplichtingen vermeld in dit artikel niet nakomt en de maatschappij hierdoor benadeeld wordt, heeft zij het recht haar prestatie te verminderen tot beloop van het nadeel dat ze geleden heeft. Indien de verzekeringnemer deze verplichtingen met bedrieglijk opzet niet is nagekomen, kan de maatschappij haar waarborg weigeren.
Artikel 55 – Subrogatie en recht van verhaal
1. Door het enkel feit van de overeenkomst, stelt de verzekerde de maatschappij in de plaats voor alle rechten die kunnen uitgeoefend worden tegen derden tot beloop van de betaalde vergoeding. De indeplaatsstelling omvat onder meer de vergoeding van de rechtspleging, de gerechtskosten en in de mate van hun terugvorderbaarheid, de kosten en erelonen van advocaten en experten.
Wanneer door toedoen van de verzekerde de indeplaatsstelling niet of slechts beperkt kan gebeuren ten voordele van de maatschappij, kan deze van de verzekerde de terugbetaling van de betaalde schadevergoeding vorderen in de mate van het geleden nadeel.
2. Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van een benadeelde derde heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal op de verzekerde, voor zover zij volgens de Wet of de overeenkomst haar prestaties had kunnen weigeren of verminderen.
Bepalingen in verband met het verloop van de overeenkomst
Artikel 56 – Aanvang en duur van de overeenkomst
De waarborgen nemen een aanvang na betaling van de eerste premie en ten vroegste om nul uur op de datum die in de bijzondere voorwaarden vermeld wordt.
De overeenkomst wordt afgesloten voor de duurtijd vermeld in de bijzondere voorwaarden. Indien de periode tussen de aanvangsdatum van de overeenkomst en de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag minder dan één jaar bedraagt, wordt de eerste duurtijd met deze periode verlengd.
De overeenkomst wordt stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes gelijk aan de duurtijd vermeld in de bijzondere voorwaarden, tenzij zij door één van de partijen tenminste 3 maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
Deze bepaling is niet van toepassing voor de overeenkomsten met een duur van minder dan één jaar.
Artikel 57 – Informatieplicht van de verzekeringnemer
De verzekeringnemer moet zowel bij het afsluiten van de overeenkomst als tijdens de duur van de overeenkomst het risico volledig en juist aan de maatschappij voorstellen. Hij moet in de loop van de overeenkomst de gegevens meedelen die de risico’s aanzienlijk en duurzaam verzwaren.
De verklaringen van de verzekeringnemer opgenomen in het verzekeringsvoorstel of in de bijzondere voorwaarden dienen tot basis van deze overeenkomst en maken er deel van uit.
Het niet naleven van deze verplichtingen kan leiden tot een vermindering van de tussenkomst van de maatschappij conform de bepalingen van de Wet. Indien de verzekeringnemer deze verplichtingen met bedrieglijk opzet niet is nagekomen, kan de maatschappij haar waarborg weigeren.
Artikel 58 – Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
1. WIJZIGING VAN DE VERZEKERINGSVOORWAARDEN VOLLEDIG IN HET VOORDEEL VAN DE VERZEKERINGNEMER
OF VAN DE VERZEKERDE
De maatschappij kan de verzekeringsvoorwaarden wijzigen geheel in het voordeel van de verzekeringnemer of van de verzekerde. Indien de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikels 59 en 62. Indien de premie niet verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst niet opzeggen.
2. WIJZIGING OVEREENKOMSTIG EEN WETGEVENDE OF REGELGEVENDE BESLISSING VAN EEN OVERHEID
Indien de maatschappij de verzekeringsvoorwaarden wijzigt overeenkomstig een wetgevende of regelgevende beslissing van een overheid, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen in volgende gevallen :
- Indien deze wijziging een verhoging van de premie met zich meebrengt. De opzegging dient te gebeuren overeenkomstig de artikels 59 en 62;
- Indien deze wijziging niet gelijk is voor alle verzekeraars. De opzegging dient te gebeuren overeenkomstig onderhavig artikel evenals artikel 62;
- Indien de wettelijke of regelgevende beslissing zelf in het recht tot opzegging voorziet. De opzegging dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de wetgevende of regelgevende beslissing of, bij ontstentenis, overeenkomstig het onderhavig artikel evenals artikel 62.
In de andere gevallen kan de verzekeringnemer de overeenkomst niet opzeggen.
3. ANDERE WIJZIGINGEN
Indien de maatschappij andere wijzigingen aanbrengt dan deze hiervoor vermeld, verwittigt zij de verzekeringnemer hierover. De
verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig onderhavig artikel evenals artikel 62.
4. BEPALINGEN I.V.M. COMMUNICATIE EN EEN EVENTUEEL RECHT VAN OPZEGGING
De maatschappij verwittigt de verzekeringnemer en past de wijziging toe op de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag. De betaling zonder reserve van de op die vervaldag verschuldigde premie geldt als aanvaarding van de nieuwe voorwaarden.
Indien de verzekeringnemer het recht heeft de overeenkomst op te zeggen:
- en de maatschappij hem minstens 4 maand voor de jaarlijkse vervaldag heeft verwittigd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de 30 dagen na de datum van kennisgeving van de wijziging. In dat geval eindigt de overeenkomst op de jaarlijkse vervaldag,
- en de maatschappij hem niet minstens 4 maand voor de jaarlijkse vervaldag verwittigt maar pas bij een latere kennisgeving, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de dag van die kennisgeving. De opzegging gaat dan in na het verstrijken van een termijn van een maand maar ten vroegste op de jaarlijkse vervaldag waarop de wijzigingen van toepassing zijn.
Artikel 59 – Wijziging van de premie
Indien de maatschappij haar tarief wijzigt, verwittigt zij de verzekeringnemer en past de wijziging toe op de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de hiernavolgende bepalingen en deze van het artikel 62:
- indien de maatschappij de verzekeringnemer minstens 4 maand voor de jaarlijkse vervaldag verwittigt, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de 30 dagen na de datum van kennisgeving van de wijziging. In dat geval eindigt de overeenkomst op de jaarlijkse vervaldag;
- indien de maatschappij de verzekeringnemer niet minstens 4 maand voor de jaarlijkse vervaldag verwittigt maar pas bij een latere kennisgeving, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de dag van die kennisgeving. De opzegging gaat dan in na het verstrijken van een termijn van een maand maar ten vroegste op de jaarlijkse vervaldag waarop de tariefwijziging van toepassing is.
Deze mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen geldt niet indien :
- de premie werd gewijzigd overeenkomstig een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de overeenkomst;
- wanneer de wijziging van het tarief voortvloeit uit een algemene aanpassing die door een bevoegde overheid wordt opgelegd en waarvan de toepassing gelijk is voor alle verzekeringsmaatschappijen.
De betaling van de premie zonder reserve geldt als aanvaarding van de wijziging.
Artikel 60 – Faillissement van de verzekeringnemer
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van het geheel van de schuldeisers, die jegens de maatschappij instaan voor de betaling van de premies die nog moeten vervallen na de faillietverklaring. Niettemin hebben de maatschappij en de curator van het faillissement het recht de overeenkomst op te zeggen. Evenwel kan de opzegging van de overeenkomst door de maatschappij slechts gebeuren ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring, terwijl de curator van het faillissement dit slechts kan gedurende de drie maanden volgend op de faillietverklaring.
Artikel 61 – Overlijden van de verzekeringnemer
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van zijn erfgenamen. Zij kunnen de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van drie maanden en veertig dagen na het overlijden. De maatschappij heeft het recht de overeenkomst op te zeggen binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het overlijden.
Artikel 62 – Opzegging van de overeenkomst
1. WIJZE VAN OPZEGGING
De opzegging gebeurt door middel van een deurwaardersexploot, van een aangetekende zending, of door overhandiging van de opzeggingsbrief in ruil voor een ontvangstbewijs.
De opzegging voor niet-betaling van de premie kan niet gebeuren door overhandiging van de opzeggingsbrief in ruil voor een ontvangstbewijs.
2. AANVANG VAN DE OPZEGGING
Behoudens andersluidende bepaling, wordt de opzegging van kracht na afloop van een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag die volgt op de kennisgeving van het deurwaardersexploot of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen vanaf de dag die volgt op de afgifte of op de dag van het ontvangstbewijs.
3. OPZEGGING DOOR DE VERZEKERINGNEMER
Los van andere gevallen voorzien door de Wet, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen in de volgende gevallen:
1. voor het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 56;
2. voor de aanvang van de overeenkomst, wanneer er tussen de dag van het afsluiten van de overeenkomst en deze van de inwerkingtreding, meer dan één jaar is verstreken. Deze opzegging dient te gebeuren ten laatste 3 maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst. De opzegging wordt van kracht op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
3. indien de maatschappij één (of meerdere) waarborg(en) vermindert of opzegt;
4. in geval van een aanzienlijke en duurzame vermindering van het risico, overeenkomstig de Wet;
5. in geval van wijziging van de premie en/of de verzekeringsvoorwaarden, overeenkomstig artikel 58 en 59.
4. OPZEGGING DOOR DE MAATSCHAPPIJ
Los van andere gevallen voorzien door de Wet, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen in de volgende gevallen:
1. voor het einde van elke verzekeringsperiode en overeenkomstig artikel 56;
2. voor de aanvang van de overeenkomst, wanneer er tussen de dag van het afsluiten van de overeenkomst en deze van de inwerkingtreding, meer dan één jaar is verstreken. Deze opzegging dient te gebeuren ten laatste 3 maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst. De opzegging wordt van kracht op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
3. in geval van aanzienlijke en duurzame verzwaring van het risico;
4. in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van het risico, wanneer de verzekeringnemer de door de maatschappij voorgestelde wijziging van de overeenkomst niet aanvaardt;
5. na elk schadegeval:
° waarvoor zij de waarborg heeft verleend: binnen de maand die volgt op de laatste betaling of op de administratieve afsluiting van het dossier,
° waarvoor zij de waarborg heeft geweigerd: binnen de maand die volgt op de weigering;
6. bij niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 51;
7. bij faillissement van de verzekeringnemer, overeenkomstig artikel 60;
8. bij overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig artikel 61;
9. bij wijziging van het Belgische of buitenlands recht dat de omvang van de waarborg kan beïnvloeden,
10. in geval de verzekeringnemer hem door de artikels 46 en 54 opgelegde verplichtingen niet nakomt;
Artikel 63 – Verjaringstermijn
Krachtens artikel 88 van de Wet bedraagt de verjaringstermijn voor elke rechtsvordering voortvloeiend uit een verzekeringsovereenkomst 3 jaar. De termijn begint te lopen vanaf de dag van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan. Wanneer echter degene aan wie de rechtsvordering toekomt, bewijst dat hij pas op een later tijdstip van het voorval kennis heeft gekregen, begint de termijn te lopen vanaf dat tijdstip, maar hij verstrijkt in elk geval vijf jaar na het voorval, behoudens bedrog.
Artikel 64 – Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon
Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon zijn de maatschappij niet tegenstelbaar indien die verbintenissen niet in deze overeenkomst werden opgenomen. Geen enkele bijvoeging, wijziging aan de tekst of afwijking van de voorwaarden is geldig indien zij niet bekrachtigd is door de maatschappij.
Artikel 65 – Hierarchie van de bepalingen in deze overeenkomst
De specifieke bepalingen van de verschillende waarborgen hebben voorrang op de gemeenschappelijke bepalingen en vervangen ze in de mate dat ze er strijdig mee zijn. Dit geldt eveneens voor de bijzondere voorwaarden ten opzichte van de algemene voorwaarden.
Artikel 66 – Woonplaats, mededelingen en kennisgevingen
De voor de maatschappij bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan haar adres, aan haar elektronisch adres of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen worden geldig gedaan, zelfs aan de erfgenamen en de rechthebbenden, aan het adres vermeld in de bijzondere voorwaarden of aan gelijk welk ander adres, eventueel elektronisch, dat aan de maatschappij werd meegedeeld.
Artikel 67 – Bevoegde rechtsmacht
Deze overeenkomst is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de Belgische rechtsinstanties zijn bevoegd inzake geschillen met betrekking tot deze overeenkomst.
VERKLARENDE WOORDENLIJST
De begrippen in deze woordenlijst worden in de algemene voorwaarden cursief gedrukt. Indien deze begrippen ook in de bijzondere voorwaarden voorkomen, dienen zij ook overeenkomstig deze woordenlijst te worden gelezen, tenzij hiervan uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Voor de toepassing van deze overeenkomst verstaat men onder
Actieve exploitatie
Het gebruik van de onroerende goederen en het bedrijfsmaterieel bij de bedrijfsprocessen, in het kader van de verzekerde activiteit.
Arces
De in rechtsbijstand gespecialiseerde onafhankelijke dienst van de maatschappij, gelegen Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxxx.
Bedrag van de waarborg
Het bedrag vermeld in de bijzondere voorwaarden als verzekerde limiet voor elk van de principiële waarborgen m.b.t. de burgerlijke aansprakelijkheid: B.A. uitbating (hoofdstuk 1), B.A. toevertrouwde goederen (hoofdstuk II), B.A. na levering (hoofdstuk III) en Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid (hoofdstuk IV).
Indien in deze overeenkomst voor een specifieke waarborg een ander bedrag vermeld wordt, is dit steeds inbegrepen in het
bedrag van de waarborg.
Voor de waarborg rechtsbijstand (hoofdstuk V): het bedrag vermeld in de algemene voorwaarden als verzekerde limiet (artikel 33).
Bedrijfsgebouw
Een gebouw in België waarvan het gebruik noodzakelijk is bij de bedrijfsprocessen , in het kader van de verzekerde activiteit.
Bedrijfsmaterieel
Het materieel dat behoort tot de normale uitrusting nodig om de verzekerde activiteit te kunnen uitoefenen, met uitsluiting van gebouwen.
Burenhinder
De vergoedingsplicht op basis van artikel 544 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek of van gelijkaardige buitenlandse rechtsregels.
Derden
Elke natuurlijke of rechtspersoon andere dan volgende personen:
- de verzekeringnemer,
- zijn gezinsleden en de met hem in gezinsverband samenwonende personen,
- zijn actieve vennoten, zijn bestuursorganen (zoals de zaakvoerders en de bestuurders), evenals de personen die een gelijkaardige functie uitoefenen, in de uitoefening van hun functie,
- zijn aangestelden wanneer zij, in de uitoefening van hun functie, onder het gezag, de leiding en het toezicht staan van de
verzekeringnemer, evenals hun rechthebbenden wanneer zij in de rechten en plichten van de aangestelde treden.
- de vennootschappen die met de verzekeringnemer verbonden of geassocieerd zijn, zoals gedefinieerd in artikel 1:20 en 1:21 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De aangestelden, de actieve vennoten, de bestuursorganen (zoals de zaakvoerders en de bestuurders), evenals de personen die een gelijkaardige functie uitoefenen, zijn evenwel derden voor de schade aan hun voertuigen en andere persoonlijke bezittingen, voor zover ze het schadegeval niet hebben veroorzaakt of mede veroorzaakt.
De interimarissen, stagiaires en het ander personeel dat vreemd is aan de verzekerde onderneming, evenals de vrijwilligers, blijven derden.
Dienstverlening
Het geheel van de binnen het kader van de verzekerde activiteit verleende intellectuele diensten buiten elke levering van producten
of uitvoering van werken om.
Elektrische fiets
Een rijwiel met een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 KW, waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/uur bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen.
Gemotoriseerd voortbewegingstoestel
Elk motorvoertuig met één of meer wielen dat door bouw en motorvermogen, op een horizontale weg, niet sneller kan rijden dan 25 km per uur, onder meer elektrische rolstoelen, elektrische rolwagens voor personen met verminderde mobiliteit, gemotoriseerde autopeds en zelf balancerende één- of tweewielige elektrische toestellen.
Immateriële gevolgschade
De immateriële schade die het gevolg is van een door deze overeenkomst gewaarborgde stoffelijke schade of lichamelijke schade.
Immateriële schade
Elk in geld waardeerbaar en becijferbaar nadeel dat voortvloeit uit ontzegging van voordelen die met de uitoefening van een recht verbonden zijn, uit onderbreking van een door een persoon of goed verstrekte dienst, of uit winstderving, en inzonderheid: verlies van afzet, van cliënteel, van winst, gebruiksderving van roerend of onroerend goed, productiestilstand en andere gelijkaardig geldelijk nadeel.
Informatica
Het geheel van technieken voor het electronisch verzamelen; sorteren, in het geheugen opslaan, het verzenden, het gebruiken of behandelen van gegevens op een geautomatiseerde wijze.
Leidinggevenden
De natuurlijke personen die als zaakvoerder, bestuurder, bedrijfsleider of vereffenaar een leidende functie uitoefenen of de personen die een leidende werkzaamheid uitvoeren van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard.
Lichamelijke schade
Alle nadelige gevolgen van een aantasting van de fysieke integriteit.
Maatschappij
P&V Verzekeringen CV, Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 XXXXXXX, verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 0058 door de NBB, de Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx voor het uitoefenen van de tak “Burgelijke aansprakelijkheid” en “Rechtsbijstand”.
Milieuaantasting
Een schadelijke, nadelige of storende wijziging aan de gesteldheid van de grond, het water of de atmosfeer ongeacht of deze wijziging een tijdelijk dan wel een permanent karakter heeft, alsmede lawaai, geur, temperatuur, toxische schimmels, trillingen en stralingen.
Onderaannemers
Elke natuurlijke- of rechtspersoon, andere dan een verzekerde in de zin van deze overeenkomst, die in het kader van de verzekerde activiteiten die in de bijzondere voorwaarden omschreven zijn, geheel of gedeeltelijk optreedt voor rekening van de verzekeringnemer.
Opsporingskosten
De bedachtzaam gemaakte kosten voor het opzoeken van de producten of werken die de oorzaak van een schade zijn of die vermoed worden het te zijn.
Prionziekten
Overdraagbare spongiforme encefalopathiën zoals ondermeer BSE, de ziekte van Creutzfeldt-Xxxxx, de ziekte van Scrapie.
Product
Elk tastbaar goed geleverd in het kader van de verzekerde activiteit.
Schadegeval
1. Voor de toepassing van de waarborg burgerlijke aansprakelijkheid: het zich voordoen van schade dat aanleiding geeft tot de waarborg van deze overeenkomst.
Alle schades te wijten aan éénzelfde initiële oorzaak of aan een reeks van identieke oorzaken vormen samen één en hetzelfde schadegeval, waarvan de datum die is van het eerste voorvallen van schade. Indien de datum van het voorvallen van de schade niet vastgesteld kan worden, zal de datum van de eerste uiting van de schade in aanmerking genomen worden.
2. Voor de toepassing van de waarborg rechtsbijstand: een schadegeval is de situatie waarin een verzekerde een nood aan rechtsbijstand inroept ten overstaan van een derde, naar aanleiding van een materie die door de waarborg rechtsbijstand is gewaarborgd.
Deze nood aan rechtsbijstand wordt verondersteld te zijn ontstaan, ofwel wanneer er naar aanleiding van een juridische aanspraak een geschil blijkt te zijn tussen een verzekerde en een derde, ofwel wanneer een verzekerde wordt gedagvaard om ter terechtzitting te verschijnen, ofwel wanneer er schade is.
Het geschil wordt geacht zich voor te doen wanneer een verzekerde er niet langer redelijkerwijze aan kan twijfelen dat zijn rechten bedreigd worden.
Worden beschouwd als één enkel schadegeval, alle meningsverschillen of geschillen die voortvloeien uit identieke rechtscheppende feiten met een onderling oorzakelijk verband, ongeacht het aantal verzekerden dat een beroep zou doen op de waarborg rechtsbijstand.
Speedpedelec
Een tweeledig voertuig met pedalen (met uitsluiting van gemotoriseerde rijwielen), met een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 45 km/uur, en met een cilinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 KW indien het een motor met compressieontsteking betreft, of met een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 KW indien het een elektrische motor betreft.
Stoffelijke schade
De materiële beschadiging, de vernieling of het verlies van goederen, evenals elke fysieke aantasting van een dier.
Terrorisme
Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Verhaal van derden
De buitencontractuele vordering van een derde voor stoffelijke schade (en de gevolgen daarvan) die hij heeft geleden door vuur, door een brand, door een ontploffing of door rook ingevolge vuur of een brand die ontstaat in of medegedeeld wordt door een bedrijfsgebouw waarvan de verzekeringnemer eigenaar, huurder of gebruiker is.
Verzekerde activiteiten
- de hoofdactiviteiten vermeld in de bijzondere voorwaarden,
- de aanverwante activiteiten die nodig zijn voor en verband houden met de uitoefening van de hoofdactiviteit,
- de deelname aan en het organiseren van commerciële, culturele en sociale evenementen in het kader van deze activiteiten.
Verzekerden
Volgende personen zijn verzekerd:
- de verzekeringnemer,
- als de verzekeringnemer een natuurlijke persoon is; zijn gezinsleden en de met hem in gezinsverband samenwonende personen, terwijl zij deelnemen aan de verzekerde activiteiten,
- als de verzekeringnemer een rechtspersoon is: zijn actieve vennoten, zijn bestuursorganen (zoals de zaakvoerders en de bestuurders), evenals de personen die een gelijkaardige functie uitoefenen, in de uitoefening van hun functie,
- de aangestelden van de verzekeringnemer wanneer zij, in de uitoefening van hun functie, onder zijn gezag, leiding en toezicht staan, m.i.v. zijn vrijwilligers in de zin van de vrijwilligerswet.
Verzekeringnemer
De natuurlijke of de rechtspersoon die deze overeenkomst afsluit.
Verzekeringsjaar
De periode tussen twee jaarlijkse hoofdvervaldagen van de overeenkomst.
Vrijstelling
Het gedeelte van het schadebedrag vermeld in de bijzondere en / of algemene voorwaarden, dat bij elk schadegeval ten laste van de verzekeringnemer blijft. Ingeval er meerdere vrijstellingen van toepassing zijn op eenzelfde schadegeval, wordt de hoogste vrijstelling toegepast.
Vrijwilligerswet
De wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en het KB van 19 december 2006 tot vastelling van de minimum garantievoorwaarden.
Werken
Alle materiële werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit.
Wet
De Wet van 04 april 2014 betreffende de Verzekeringen.
Wet van 25 augustus 2012
Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet (I) van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft.
Zuiver immateriële schade
De immateriële schade die niet voortvloeit uit stoffelijke schade of lichamelijke schade.
WETTELIJKE VERMELDINGEN
Algemene verordening met betrekking tot de gegevensbescherming.
Datassur
Elke oplichting of poging tot oplichting van de maatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst met zich mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s ter herinnering brengt aan de aangesloten leden verzekeraars.
De verzekeringnemer stemt er bij deze mee in dat de maatschappij het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en ermee verbonden schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben, in te kijken en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres : Datassur, dienst Bestanden, xx Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Klachten
Voor elke klacht met betrekking tot deze overeenkomst kan de verzekeringnemer zich richten tot:
- in eerste instantie, de dienst Klachtenmanagement van Vivium, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, E-mail: xxxxxx@xxxxxx.xx,
- in beroep: de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.