ALGEMENE VOORWAARDEN
ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN-, KADEGELDEN, BIJDRAGE AFVALSTOFFEN ZEESCHEPEN
2022
& ALGEMENE TARIEVEN
Havenbedrijf Moerdijk N.V.
ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN-, KADEGELDEN, BIJDRAGE AFVALSTOFFEN ZEESCHEPEN
& ALGEMENE TARIEVEN
2022
Havenbedrijf Moerdijk N.V.
Vastgesteld op 21 december 2021
Door de directie van Havenbedrijf Moerdijk N.V.
De Directeur,
X.X. xxx xxx Xxxxx
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: ALGEMENE BEPALINGEN 06
Artikel 1.1 | Begripsbepalingen | 06 |
Artikel 1.2 | Toepasselijkheid | 10 |
Artikel 1.3 | Totstandkoming van de overeenkomst en hoofdelijkheid | 10 |
Artikel 1.4 | Uitvoering van de diensten | 10 |
Hoofdstuk 2: ZEEHAVENGELD 12
Artikel 2.1 | Toepassing en Berekeningsmaatstaf | 12 |
Artikel 2.2 | Samenwerkingsregeling zeehavengeld, verblijfsduur | 12 |
Artikel 2.3 | Tarieven | 13 |
Artikel 2.4 | Achterlandregeling | 13 |
Hoofdstuk 3: XXXXXXXXXXXXXXX 00
Artikel 3.1 Verschuldigdheid Xxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 3.2 Berekeningsmaatstaf 14
Artikel 3.3 Tarieven van Binnenhavengeld 14
Artikel 3.4 Tariefberekening en toepassing 14
04 Artikel 3.5 Anti-cumulatie-vrijstelling 15
Artikel 3.6 Vaststelling aankomst Binnenvaartschip/Zeeschip 16
Artikel 3.7 Facturering en betaling 16
Artikel 3.8 Restitutie en overschrijving 17
Artikel 3.9 Kosten en rente 17
Artikel 4.1 | Xxxxxxxx | 00 |
Artikel 4.2 | Draag- en Laadvermogen | 18 |
Artikel 4.3 | Ligplaatsvergunning | 18 |
Artikel 4.4 | Inhoud Ligplaatsvergunning | 19 |
Artikel 4.5 | Diepgang | 19 |
Artikel 4.6 | Geen tweede vergunning | 20 |
Artikel 4.7 | Verbod gebruik ligplaats | 20 |
Artikel 4.8 | Beschikking over de ligplaats | 20 |
Artikel 4.9 | Intrekken Ligplaatsvergunning | 20 |
Artikel 4.10 | Berekening Xxxxxxxx | 00 |
Artikel 4.11 | Tarieven | 21 |
Artikel 4.12 | Bijbetaling naar diepgang | 21 |
Artikel 4.13 | Verschuldigdheid Xxxxxxxx | 00 |
Artikel 4.14 | Intrekking Ligplaatsvergunning | 22 |
Artikel 4.15 | Betalingstermijn & Betaalwijze | 23 |
Hoofdstuk 5: BIJDRAGE AFVALSTOFFEN ZEESCHEPEN 24 | ||
Artikel 5.1 | Verschuldigdheid van bijdrage afvalstoffen zeeschepen | 24 |
Artikel 5.2 | Tarieven bijdrage afvalstoffen zeeschepen | 24 |
Artikel 5.3 | Melding van gegevens | 24 |
Artikel 5.4 | Vrijstelling | 25 |
Hoofdstuk 4: XXXXXXXX 00
Hoofdstuk 6: XXXXXXXXXXXXXX 00
Artikel 6.1 | Aansprakelijkheid | 26 |
Artikel 6.2 | Overmacht | 26 |
Artikel 6.3 | Vrijwaring | 27 |
Artikel 6.4 | Opschorting en ontbinding | 27 |
Artikel 6.5 | Verwijderen Zee- en/of Binnenschip | 27 |
Artikel 6.6 | Ongeldigheid van een of meer bepalingen | 27 |
Artikel 6.7 | Inwerkingtreding & Citeertitel | 28 |
Artikel 6.8 | Toepasselijk recht en geschillen | 28 |
BIJLAGE 1: Tarieventabel Zeehavengeld 2022 29
BIJLAGE 2: Tarieventabel Binnenhavengeld 2022 39
BIJLAGE 3: Tarieventabel Kadegeld 2022 40
BIJLAGE 4: Algemene Tarieven 2022 41
05
BIJLAGE 5: Havengebied Xxxxxxxx 00
BIJLAGE 6: Zeehavengebied Rotterdam-Moerdijk 45
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze Algemene Voorwaarden en de daarbij horende (Tarieven)tabellen wordt verstaan onder:
A. Achterlandhavens: havens die op een afstand van ten minste 25 kilometer in oostelijke richting van het havengebied Rotterdam/Moerdijk liggen en die geen open verbinding met zee hebben;
06
B. Ballast: vaste en vloeibare stoffen -water voor landbouwdoeleinden, industrieel gebruik of menselijke consumptie en andere goederen met handelswaarde hieronder niet begrepen- welker inneming in het (zee)schip uitsluitend geschiedt of is geschied ter verhoging van de stabiliteit van het Zeeschip of ter verlaging van het hoogste punt boven de waterspiegel;
C. Binnenschip: een schip dat uitsluitend is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;
D. Bruto-tonnage/BT: eenheid voor de bruto-inhoud van een (zee)schip zoals bedoeld in het Verdrag betreffende de meting van schepen, Xxxxxx 0000;
E. Bunkeren: het door een (zee)schip innemen van brandstof voor eigen gebruik;
F. Car Carrier: een Zeeschip dat blijkens de bouw en inrichting is bestemd en geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt voor het vervoer van auto’s, bussen en/of vrachtwagens al dan niet in combinatie met ander rollend materieel;
G. Cliënt: de natuurlijke of rechtspersoon die met een schip gebruik maakt van de Haven, dan wel andere diensten van Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx N.V. afneemt, waaronder mede begrepen de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, de agent, alsmede degene die
als vertegenwoordiger van voornoemde personen voorbereidende handelingen jegens het Havenbedrijf Moerdijk heeft verricht ter voorbereiding van voornoemd gebruik of afname van diensten;
H. Container: laadkist als omschreven in de aanbeveling ISO 688:2013 als Series I freight containers van de International Organisation for Standardisation voor zover de lengte tenminste 6,055 meter bedraagt;
I. Containerschip: (zee)schip dat blijkens bouw en inrichting exclusief is bestemd voor het vervoer van containers;
J. Containertarief: bedrag dat per container die in de haven wordt geladen of gelost in rekening wordt gebracht;
K. Cruiseschip: Zeeschip dat uitsluitend is bestemd en wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers, die voor toeristische doeleinden (in hoofdzaak voor de zeereis zelf) deelnemen aan die reis;
L. Diepgang: tijdens het gebruik van de ligplaats te meten grootste afstand tussen het diepst stekende punt van een vaartuig en de waterspiegel;
M. Draagvermogen, onderscheidenlijk laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van een vaartuig bij de kleinste toegelaten uitwatering en die van het ledige vaartuig;
N. Haven (van Moerdijk)/Binnenhavengebied: het haven(en industrie-)gebied zoals weergegeven op de tekening in bijlage 5 betreffende de havens, terreinen,
wateren, kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen van Havenbedrijf Moerdijk N.V.;
O. Havenbedrijf (Moerdijk): de Havenbedrijf Moerdijk N.V., gevestigd aan de Plaza 3 te Moerdijk;
07
P. Havengebied Rotterdam/Moerdijk: de havens, terreinen, wateren, kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen
van Havenbedrijf Rotterdam NV, alsmede van de partijen met wie HbR NV een samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de berekening en inning van zeehavengeld en/of binnenhavengeld of bijdrage afvalstoffen zeeschepen heeft gesloten (zie bijlage 6);
Q. Havenmeester: de Havenmeester, in dienst bij het Havenbedrijf Moerdijk en zoals bedoeld in de Havenbeheersverordening zeehaven- en industrieterrein Moerdijk, zoals die op enig moment zal gelden;
R. HbR (NV): Havenbedrijf Rotterdam N.V.;
S. Kade: oever van een bevaarbaar water, voor zover voorzien van een kademuur;
T. Laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaat- sing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het lege schip;
U. Lading: door een Zeeschip of Binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en zelfdrijvende laadbakken, met uitzondering van de handbagage van passagiers, voor zover deze met de passagiers op hetzelfde schip wordt vervoerd, alsmede ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden;
X. Xxxx-schip: Zeeschip dat door zijn inrichting in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van zelfdrijvende laadbakken;
W. Ligplaatsvergunning: de (privaatrechtelijke en/of publiekrechtelijke) toestemming strekkende tot toekenning van een recht van vaste ligplaats;
X. Lijndienst: vastgestelde vaart van zeeschepen tussen vaargebieden onderhouden door een rederij of alliantie;
Y. Meetbrief: geldige meetbrief, bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981 of als bedoeld in het Besluit binnenschependocumenten;
Z. Oorlogsschip: Zeeschip dat ten behoeve van de Koninklijke Marine of de Marine van vreemde mogendheid wordt gebezigd, waarover een militair ter zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand;
AA. Passagiersschip: Binnenschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers;
BB. Plezierjacht: Zeeschip dat uitsluitend wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een cruiseschip of een zeilend bedrijfsvaartuig;
CC. Pleziervaartuig: niet bedrijfsmatig geëxploiteerd Binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie;
DD. Restow: het tijdelijk lossen van Lading van een Zeeschip teneinde ruimte aan boord te creëren voor het lossen of laden van andere Lading waarna de tijdelijk geloste Lading weer aan boord van hetzelfde Zeeschip wordt teruggenomen;
08
EE. Roll-on/roll-off schip: Zeeschip dat in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van lading die geheel of ten dele rijdend aan en van boord wordt gebracht over een tot de vaste uitrusting van het schip behorende, speciaal daarvoor uitgeruste laadklep;
FF. Ropax schip: een Zeeschip dat in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het transport van zowel personen als Roll-on/Rol-off Ladingen dat wordt behandeld op een terminal die mede als passagiersterminal is ingericht;
GG. Ruwe olie: ruwe aardolie en ruwe oliën uit bitumineuze mineralen als bedoeld onder nr. 27.09 van de gecombineerde nomenclatuur bedoeld in artikel 1 van Voorwaarden (EEG) nr. 2658/87, PbEG 1987, L 256;
HH. Samenwerkingsregeling zeehavengeld: overeenkomst tot samenwerking betreffende de heffing en invordering zeehavengeld, zoals destijds geaccordeerd door de Raad van de gemeente Rotterdam in haar vergadering van 28 april 1994, gedrukte stukken nr. GHR/SEZ 94/684 en tevens de samenwerkingsovereen- komst zeehavengeld 2004, ondertekend door de gemeenschappelijke partners zeehavengeld, ingaande op 1 januari 2004. Laatstgenoemde onder meer geldend tussen het Havenbedrijf Rotterdam en het Havenbedrijf Moerdijk;
II. Scheepsreparatie-inrichting: inrichting waarvan de hoofdactiviteit is gelegen in het verrichten of het gelegenheid geven tot het verrichten van herstellingen aan zeeschepen en die beschikt over speciaal voor dat doel bestemde en in gebruik zijnde ligplaatsen;
JJ. Schip/vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt, dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende;
KK. Second call: een tweede bezoek binnen een reis van een schip in een intercontinentale lijndienst;
LL. Sleepboot: een Zeeschip of Binnenschip dat blijkens bouw en inrichting in hoofdzaak bestemd is of wordt gebruikt voor het slepen, duwen of assisteren van andere schepen;
MM. Slops: schadelijke stoffen welke zijn ontstaan als gevolg van het huishouden van een schip als bedoeld in artikel 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
NN. Tankschip: Zeeschip dat geheel of ten dele is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van vloeibare lading in onverpakte toestand.
OO. Ton: een massa van 1.000 kilogram;
PP. Vissersschip: Zeeschip of Binnenschip dat uitsluitend is bestemd en wordt gebruikt voor het vangen van vis of van andere levende rijkdommen op of van zee;
09
QQ. Vrachtschip: Binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;
RR. Zeeschip: schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart buitengaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Schepenwet, of dat in verband met sloop of voorgenomen sloop hiervoor niet meer wordt gebruikt of die bestemming heeft verloren;
SS. Zeilend bedrijfsvaartuig: Binnenschip dat met behulp van zeilen wordt voortge- stuwd en dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen.
Artikel 1.2 Toepasselijkheid
1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op ieder gebruik van de Haven en/of het Binnenhavengebied door Cliënt en alle overeenkomsten waarbij Havenbedrijf Moerdijk N.V. diensten aan Cliënt verleent, alsmede op aanbiedingen en offertes van Havenbedrijf Moerdijk N.V., tenzij partijen schriftelijk anders overeenkomen.
2. Voor zover niet schriftelijk en uitdrukkelijk anders is overeengekomen accepteert Cliënt deze Algemene Voorwaarden en doet Cliënt afstand van de toepasselijkheid van eventuele eigen algemene voorwaarden en wijst Havenbedrijf Moerdijk N.V. de toepasselijkheid van algemene voorwaarden van Cliënt uitdrukkelijk van de hand.
3. Wijzigingen en/of afwijkingen van hetgeen in deze algemene voorwaarden wordt bepaald, binden Havenbedrijf Moerdijk N.V. uitsluitend indien en voor zover Havenbedrijf Moerdijk N.V. de wijzigingen en/of afwijkingen schriftelijk en uitdrukkelijk heeft aanvaard.
10 Artikel 1.3 Totstandkoming van de overeenkomst en hoofdelijkheid
1. Een overeenkomst tussen Havenbedrijf Moerdijk N.V. en Cliënt komt tot stand wanneer (i) Havenbedrijf Moerdijk N.V. een order of opdracht van Cliënt schriftelijk en uitdrukkelijk heeft aanvaard, (ii) wanneer Cliënt overeenkomstig dan wel in lijn met of als gevolg van deze algemene voorwaarden opgave
van gegevens doet, dan wel (iii) vanaf het moment dat Cliënt feitelijk van de dienstverlening door Havenbedrijf Moerdijk N.V. gebruik maakt of (iv) vanaf het moment dat Cliënt met een schip of Vaartuig van de ligplaatsfaciliteiten of andere faciliteiten van de Haven of het Binnenhavengebied gebruik maakt.
2. De verschillende in artikel 1.1 sub G als Cliënt aangemerkte personen worden als hoofdelijk debiteur aangemerkt met betrekking tot de nakoming van alle verplichtingen van Cliënt jegens Havenbedrijf Moerdijk N.V.
Artikel 1.4 Uitvoering van de diensten
1. Onder diensten in de zin van deze algemene voorwaarden vallen niet de activiteiten die Havenbedrijf Moerdijk N.V. en/of de bij haar in dienst
zijnde Havenmeester van Moerdijk verricht in het kader van hun publieke taken waarvoor een specifieke publiekrechtelijke grondslag geldt, ten-
zij Havenbedrijf Moerdijk N.V. deze activiteiten onder dezelfde juridische voorwaarden als particuliere economische subjecten verricht.
2. Havenbedrijf Moerdijk N.V. is gerechtigd de in deze algemene voorwaarden genoemde diensten naar eigen inzicht te verrichten.
3. Havenbedrijf Moerdijk N.V. zal zich naar beste kunnen inspannen de dienstverlening met zorg uit te voeren.
4. Indien omstandigheden dat naar het inzicht van Havenbedrijf Moerdijk
N.V. noodzakelijk maken, is Havenbedrijf Moerdijk N.V. gerechtigd bij het verrichten van diensten gebruik te maken van andere dan de overeenge- komen zaken, dan wel daarbij derden in te schakelen, een en ander voor zover zulks de kwaliteit van de prestatie als geheel niet nadelig beïnvloedt.
5. Cliënt aanvaardt hierbij dat omstandigheden als bedoeld in het voorgaande lid, alsmede onvoorziene omstandigheden (zoals onder meer een tekort aan ligplaatsen) het overeengekomen of verwachte tijdstip waarop de diensten zullen worden voltooid, kunnen beïnvloeden en verklaart daaruit geen vordering uit hoofde van schadevergoeding in te stellen jegens Havenbedrijf Moerdijk N.V., behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid zijdens Havenbedrijf Xxxxxxxx X.X.
00
0. Cliënt zal Havenbedrijf Moerdijk N.V. steeds tijdig alle voor een deugdelijke uitvoering van de dienstverlening en facturering noodzakelijke gegevens
verstrekken en daartoe alle medewerking verlenen.
7. Indien Cliënt de noodzakelijke gegevens niet of niet tijdig aan Havenbedrijf Moerdijk N.V. verstrekt, heeft Havenbedrijf Moerdijk N.V. in ieder geval het recht tot opschorting van de uitvoering van de dienstverlening.
HOOFDSTUK II
ZEEHAVENGELD
Artikel 2.1 Toepassing en Berekeningsmaatstaf
1. Onder de naam Zeehavengeld is een tarief verschuldigd ter zake van zeeschepen voor het verblijf in de haven van Moerdijk, wegens het gebruik van eigendommen van het Havenbedrijf, waaronder mede begrepen de infrastructurele voorzieningen, alsmede voor het gebruik van havenfaciliteiten en dienstverlening in dat verband.
2. Betreffende het Zeehavengeld zijn van (overeenkomstige) toepassing de thans geldende Algemene Voorwaarden Zeehavengeld inclusief Haventarieven van Havenbedrijf Rotterdam N.V.
3. Het zeehavengeld wordt berekend naar:
12
a. de bruto inhoud van het Zeeschip, uitgedrukt in bruto tonnen (BT);
b. de lading door het Zeeschip gelost en ingenomen, uitgedrukt in tonnen.
Artikel 2.2 Samenwerkingsregeling zeehavengeld, verblijfsduur
1. Voor de berekening en incasso van zeehavengeld worden de havens van partijen bij de samenwerkingsregeling zeehavengeld in dit verband als één havencomplex beschouwd. Partijen bij genoemde regeling hanteren daartoe voor het zeehavengeld een zelfde tariefstructuur en tarief alsmede gelijke tijdvakken. Opgave inzake en betaling van zeehavengeld kan derhalve het verblijf in één, maar ook aan meer havens in het havengebied Rotterdam/ Moerdijk betreffen.
2. Ter bepaling van de verblijfsduur wordt het verblijf voorts geacht niet te zijn onderbroken wanneer het Zeeschip:
a. het havengebied Rotterdam/Moerdijk uitsluitend heeft verlaten voor een periode van ten hoogste tweemaal 24 uur, op aanwijzing van of van- wege de Havenmeester, om buitengaats te wachten op het vrijkomen van een ligplaats, te ontgassen of schoonmaakhandelingen te verrich- ten;
b. het havengebied Rotterdam/Moerdijk uitsluitend heeft verlaten in landinwaartse richting voor een periode van ten hoogste twee maanden om herstellingen te ondergaan aan een scheepsreparatie-inrichting in Nederland of om een proefvaart te maken, en het schip onmiddellijk na afloop daarvan in het havengebied Rotterdam/Moerdijk terugkeert.
Artikel 2.3 Tarieven
1. Het zeehavengeld wordt berekend aan de hand van de tarieven die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze voorwaarden opgenomen tarieftabel, met inachtneming van de daarin opgenomen bijzondere bepalingen.
2. Het zeehavengeld wordt berekend vanaf het moment dat het verblijf is aangevangen.
Artikel 2.4 Achterlandregeling
Indien een Zeeschip één van de havens van het Havengebied Rotterdam/Moerdijk weer bezoekt - zonder tussentijds buitengaats te zijn geweest en vervolgens deze haven in buitengaatse richting verlaat - worden, mits tussen de aanvang van het vorige verblijf en het einde van het tweede verblijf niet meer dan twee maanden zijn verlopen, het eerste en het tweede verblijf tezamen als één verblijf beschouwd.
13
HOOFDSTUK III
BINNENHAVENGELD
Artikel 3.1 Verschuldigdheid Binnenhavengeld
1. Indien Cliënt met een Binnenschip, Passagiersschip, Sleepboot, Vissersschip, Baggerschip of ander Vaartuig gebruik maakt van het Binnenhavengebied, dan wel andere diensten in dat verband van Havenbedrijf Moerdijk N.V. afneemt, is hij ter zake aan Havenbedrijf Moerdijk N.V. binnenhavengeld verschuldigd;
2. Cliënt is het binnenhavengeld verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de ligplaatsfaciliteiten of andere faciliteiten van het Binnenhavengebied of
van de dienstverlening in dat verband door Havenbedrijf Moerdijk N.V. De dag waarop het gebruik aanvangt geldt als een volledige dag.
14
Artikel 3.2 Berekeningsmaatstaf
1. Het binnenhavengeld wordt berekend naar:
a. het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;
b. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters; zoals aangegeven in de bij deze algemene voorwaarden behorende tabel;
c. het aantal containers dat een vaartuig laadt en/of lost, uitgedrukt in aantal containers geladen en/of gelost wanneer dat leidt tot een goed- koper tarief ten opzichte van de tonnenmaat of oppervlakte van het vaartuig, de zogenoemde “laagste-tarief” garantie.
Artikel 3.3 Tarieven van Binnenhavengeld
Het binnenhavengeld wordt berekend naar de tarieven, die opgenomen zijn in de bij deze voorwaarden behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen. De tarieven voor binnenhavengeld kunnen door het Havenbedrijf Moerdijk N.V. te allen tijde worden gewijzigd. Periodieke aanpassing zal in de regel jaarlijks plaatsvinden.
Artikel 3.4 Tariefberekening en toepassing
1. Bij de berekening van het verschuldigde bedrag:
a. wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen, van oppervlak- te of van lengte voor een volle eenheid gerekend;
b. geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
c. geldt in afwijking van het bepaalde in onderdeel b als laadvermogen in
tonnen van een vissersschip het aantal bruto registertonnen (2,83 m3) ofwel het aantal bruto tonnen van de bruto inhoud, zoals dat blijkt uit de bij het vissersschip behorende meetbrief;
d. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
e. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan;
f. wordt het aantal containers dat van een schip gelost en/of geladen wordt vermenigvuldigd met het tarief als opgenomen in de bij deze voorwaarden opgenomen tarieventabel;
2. Bij de toepassing van de tarieven worden het laadvermogen, de oppervlakte of de lengte door Havenbedrijf Moerdijk N.V. bepaald als er geen meetbrief wordt overgelegd.
15
3. Indien het aantal containers geladen/gelost niet wordt opgegeven, wordt
het tarief ten opzichte van de tonnenmaat of oppervlakte van het vaartuig
gehanteerd.
Artikel 3.5 Anticumulatievrijstelling
Binnenhavengeld is niet verschuldigd ter zake van het gebruik van de haven en het genot van in dat verband verleende diensten:
a. wanneer reeds zeehavengeld in rekening wordt gebracht;
b. met een Binnenschip in directe dienst van het Rijk, mits daarmee geen handelingen of vervoer tegen betaling worden verricht;
c. met een pleziervaartuig, na verkregen toestemming door de Havenmeester de haven te mogen bezoeken, voor een periode van ten hoogste één dag na de aanvang van het gebruik of genot;
d. een binnenschip wanneer door het Havenbedrijf Moerdijk bij schriftelijke overeenkomst een andere vergoeding daarvoor is overeengekomen;
e. een sleepboot, uitsluitend voor zover deze wordt gebruikt voor de normale assistentie van zeeschepen bij het inen uitvaren van de haven;
f. een sleepboot, uitsluitend voor zover deze tezamen met een ander binnenschip een eenheid vormt;
g. een opleidingsschip voor de Rijn- of binnenvaart of de marine of de koopvaardij, uitsluitend als zodanig in gebruik;
h. een binnenschip gelegen aan de wachtsteiger Rode Vaart onder de volgende voorwaarden:
- dat er tijdens het verblijf in de haven geen overslag van lading plaatsvindt;
- dat van deze ligplaats slechts gebruik wordt gemaakt voor een periode van ten hoogste 18 uur aaneengesloten, mits zowel van het tijdstip van aankomst als dat van vertrek aan de Havenmeester kennis wordt gegeven;
- de vrijstelling kan niet direct vooraf gaan aan of aansluiten op een andere vrijstelling;
i. een binnenschip, wanneer het gebruik van de haven en het genot van diensten slechts plaatsvindt in verband met het afzetten dan wel aan boord nemen van een eigen voertuig of het afgeven van scheeps- afvalstoffen, tot een maximum van vier uur. Van de voorgenomen
handeling dient vooraf melding te worden gedaan bij de Havenmeester;
j. een vaartuig dat gebruikt wordt:
- in directe dienst of in opdracht van het Havenbedrijf Moerdijk;
16
- ten behoeve van het onderhoud, de verbetering en de uitbreiding van de haven, voor zover deze in opdracht van het Havenbedrijf worden uitgevoerd.
Artikel 3.6 Vaststelling aankomst Binnenvaartschip/Zeeschip
Teneinde registratie van binnenvaartschepen mogelijk te maken dienen schepen zich te melden op een door de havenmeester vastgestelde procedure. Dit op elektronische wijze via een portcommunitysysteem of bij ontbreken hiervan mondeling via marifoon of telefoon dan wel schriftelijk via e-mail.
Artikel 3.7 Facturering en betaling
1. Cliënt dient het binnenhavengeld eerst na ontvangst van de factuur en binnen 30 kalenderdagen na factuurdatum te voldoen door overboeking van het op de factuur vermelde totaalbedrag naar de op de factuur vermelde bank- rekening van Havenbedrijf Moerdijk N.V. Betaling kan eveneens plaatsvinden door middel van een automatische incasso. Het verschuldigde bedrag wordt dan steeds binnen 30 kalenderdagen afgeschreven.
2. Indien Cliënt niet of niet tijdig opgave heeft gedaan, dient hij het overeen- komstig het bepaalde in artikel 3.9 in rekening gebrachte binnenhavengeld eerst na ontvangst van de factuur en binnen 7 kalenderdagen na factuur- datum te voldoen door overboeking van het op de factuur vermelde totaalbedrag naar de op de factuur vermelde bankrekening van Havenbedrijf Moerdijk N.V.
3. Geschillen tussen Havenbedrijf Moerdijk N.V. en Cliënt geven Cliënt niet het recht de betaling op te schorten.
Artikel 3.8 Restitutie en overschrijving
1. Van het binnenhavengeld dat wordt betaald voor de periode van een jaar wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd vóór het verstrijken van die periode, op schriftelijk verzoek van de Cliënt, restitutie verleend voor elk kwartaal van het betaalde bedrag aan binnenhavengeld voor zoveel kwartalen er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog resteren.
2. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengeld op verzoek van de Cliënt verrekend met het verschuldigde binnenhavengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde binnenhaven- geld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaats vindt.
17
3. Het na toepassing van de in het vorige lid bedoelde verrekening verschuldigd
bedrag moet binnen 30 dagen na de vervanging overeenkomstig de factuur
worden betaald.
4. Het schriftelijk verzoek als bedoeld in lid 1 dient Havenbedrijf Moerdijk
N.V. op straffe van verval van alle rechten uiterlijk binnen drie maanden na ommekomst van de termijn van één jaar te hebben ontvangen.
Artikel 3.9 Kosten en rente
1. Indien Havenbedrijf Moerdijk N.V. vaststelt dat Cliënt te weinig binnenhaven- geld heeft betaald, is Cliënt naast het te weinig betaalde bedrag tevens een toeslag verschuldigd ter hoogte van 25% van het te weinig betaalde bedrag, met een minimum van € 25. Deze toeslag is niet verschuldigd indien Cliënt Havenbedrijf Moerdijk N.V. uiterlijk drie weken na de factuurdatum zelf schrif- telijk heeft gemeld, dat de opgave onjuist was.
2. Indien Cliënt niet binnen de in artikel 3.7 lid 1 of lid 2 genoemde termijn be- taalt, is hij van rechtswege in verzuim en heeft Havenbedrijf Moerdijk N.V. het recht om over het gehele verschuldigde bedrag de rente ex artikel 6:119a BW van de vervaldag af in rekening te brengen. Alle (buiten)gerechtelijke kosten door Havenbedrijf Moerdijk N.V. gemaakt met betrekking tot de invordering van het door Xxxxxx verschuldigde en niet tijdig betaalde, zijn voor rekening van Xxxxxx. Voornoemde kosten worden vastgesteld op 15% van het in te vorderen bedrag, tenzij Havenbedrijf Moerdijk N.V. aantoont dat de door haar gemaakte kosten hoger zijn.
HOOFDSTUK IV
KADEGELD
Artikel 4.1 Kadegeld
1. Onder de naam kadegeld wordt een gebruikersvergoeding betaald voor de ligging aan water.
2. Een recht van vaste ligplaats kan uitsluitend worden ontleend aan een over- eenkomstig deze Algemene Voorwaarden verleende Ligplaatsvergunning.
Artikel 4.2 Draag- en Laadvermogen
1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk geldt als:
18
a. het aantal tonnen draagvermogen van een zeevaartuig het getal, dat wordt gevonden door het aantal registertonnen (2,83 m³) van de bruto- inhoud van dat vaartuig zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende Nederlandse meetbrief of een daarmede krachtens Nederlandse wet- telijke bepalingen gelijkgesteld document, te vermenigvuldigen met 1,5;
b. het aantal tonnen laadvermogen van een binnenvaartuig het aantal, zodat dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende, in Nederland geldige, meetbrief.
2. Bij gebreke van de in het tweede lid bedoelde meetbrieven of documenten, bij weigering om zulk een stuk te vertonen of ingeval dit de bruto-inhoud of het laadvermogen niet vermeldt, worden de betrokken gegevens door de Havenmeester of diens gemachtigde geschat.
3. Gedeelten van tonnen en registertonnen worden voor de toepassing van deze Algemene Voorwaarden buiten beschouwing gelaten.
Artikel 4.3 Ligplaatsvergunning
1. De Havenmeester is op grond van de vigerende Havenbeheersverordening Ha- ven- en Industrieterrein Moerdijk en bijbehorende beschikking(en) bevoegd overeenkomstig daartoe strekkende aanvragen Ligplaatsvergunningen te verlenen.
2. Voor het verkrijgen van een Ligplaatsvergunning dient contact opgenomen te worden met de Havenmeester.
Artikel 4.4 Inhoud Ligplaatsvergunning Een Ligplaatsvergunning bevat:
a. de naam van xxxxxx, aan wie het recht wordt verleend;
b. de naam van de kade en een nadere aanduiding van de plaats, waar zich de ligplaats bevindt;
c. de omschrijving van de aard van de oeververdediging van de kade, te weten kademuur, stenenglooiing of andere oeververdediging;
d. de aanduiding van de lengte van de ligplaats in meters en centimeters;
e. de waterdiepte, of ingeval voor verschillende gedeelten van de ligplaats van verschillende waterdiepten sprake is, de waterdiepten, uitgedrukt in meters, waarvoor zij geldt;
f. de aanduiding van het vaartuig of de vaartuigen, ten behoeve waarvan de vergunning wordt verleend, te weten:
1. vaartuigen in het algemeen;
2. binnenvaartuigen in het algemeen;
19
3. in een bepaalde geregelde dienst gebezigde vaartuigen of;
4. één of meer met name aangeduide vaartuigen.
g. in het hiervoor bedoelde geval onder f, sub 4, de aanduiding hoeveel
het draag- of laadvermogen is;
x. xx xxxxxxxx, of de vaartuigen hetzij gestrekt langs de kade hetzij met de
kop op de wal moeten, of op beide wijzen mogen liggen;
i. de in het belang van het havenverkeer of de scheepvaart nodig geoordeelde bijzondere voorwaarden;
j. de datum, waarop de Ligplaatsvergunning van kracht wordt;
k. de vermelding of de Ligplaatsvergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd, dan wel voor een bepaald, te vermelden tijdvak.
Artikel 4.5 Diepgang
1. De diepgang van de vaartuigen tijdens het innemen van de ligplaats mag de in de Ligplaatsvergunning bepaalde waterdiepte niet overschrijden.
2. Bij overtreding van het eerste lid vindt, onverminderd het bepaalde in artikel 4.9, artikel 4.12 toepassing.
3. Van de ligplaats mag door de vergunninghouder geen gebruik worden gemaakt met andere vaartuigen dan waarvoor de Ligplaatsvergunning is verleend, tenzij de Havenmeester daartoe vooraf voor één bepaald geval mondeling of schriftelijk, of voor een bepaalde reeks gevallen schriftelijk toestemming heeft verleend.
4. Bij overtreding van het derde lid vindt, onverminderd het bepaalde in artikel 4.9, in geval van overschrijding, artikel 4.12 toepassing.
Artikel 4.6 Geen tweede vergunning
1. Voor een ligplaats of gedeelte van een ligplaats, waarvoor een Ligplaatsvergunning geldt, kan geen tweede vergunning worden verleend.
2. Ingeval in strijd met het eerste lid is gehandeld is de later verleende Ligplaatsvergunning nietig, voor zover de daarin genoemde ligplaats samenvalt met die, vermeld in de eerder verleende Ligplaatsvergunning.
Artikel 4.7 Verbod gebruik ligplaats
1. De Havenmeester kan om redenen van openbaar belang de houder van een Ligplaatsvergunning verbieden om van de ligplaats gebruik te maken, waarvoor de Ligplaatsvergunning is verleend, gedurende een door de Havenmeester te bepalen termijn.
2. Bij het in het eerste lid bedoelde verbod wordt, voor zoveel mogelijk, voor de termijn van het verbod een andere ligplaats voor gebruik aangewezen.
3. De Havenmeester kan de uitoefening van de in het eerste lid toegekende
20 bevoegdheid opdragen aan zijn plaatsvervanger. Artikel 4.8 Beschikking over de ligplaats
Telkens wanneer van een ligplaats, waarvoor een Ligplaatsvergunning is verleend, geen gebruik wordt gemaakt, kan de Havenmeester daarover beschikken, met dien
verstande, dat de ligplaats onmiddellijk moet worden ontruimd, zodra de houder van de Ligplaatsvergunning er gebruik van wil maken.
van een door de Havenmeester genomen besluit tot intrekking van de vergunning indien daartegen een beroep wordt ingesteld, wordt opgeschort tot hierover in beroep is beslist.
4. In een besluit tot intrekking van een Ligplaatsvergunning wordt de datum vermeld waarop de Ligplaatsvergunning haar geldigheid verliest of geacht wordt te hebben verloren.
5. Ingeval de Ligplaatsvergunning wordt ingetrokken op verzoek van de houder, wordt als datum van intrekking bepaald de dag, waarop het verzoek is ingekomen, tenzij nadien nog van de ligplaats gebruik wordt gemaakt, in welk geval de intrekking geschiedt met ingang van de dag na de laatste dag, waarop dat gebruik plaatsvindt.
6. Indien de verzoeker zulks vraagt, kan ook een latere dag worden aangehouden dan de in het vijfde lid bedoelde datum.
Artikel 4.10 Berekening Kadegeld
21
1. Het kadegeld wordt (al dan niet op grond van de in de Ligplaatsvergunning
vermelde gegevens) berekend per kalenderjaar of gedeelte daarvan volgens
het in artikel 4.11 bedoelde tarief.
2. Wordt de (in de Ligplaatsvergunning genoemde) lengte of diepte overschreden, dan wordt per keer boven het ingevolge het voorgaande lid verschuldigde, een bijbetaling verschuldigd, te berekenen op de voet van het bepaalde in artikel 4.12.
Artikel 4.9 Intrekken Ligplaatsvergunning
1. De Havenmeester kan te allen tijde een Ligplaatsvergunning intrekken:
a. op schriftelijk verzoek van de houder;
b. wegens gedragingen van de houder van de Ligplaatsvergunning in strijd met deze voorwaarden of de bepalingen van de vergunning, of met enig ander wettelijk voorschrift, betrekking hebbende op het havenverkeer of de scheepvaart;
c. om redenen van openbaar belang;
d. wanneer bij onbelemmerde scheepvaart van de ligplaats gedurende 30 achtereenvolgende dagen geen gebruik is gemaakt;
e. wanneer het onmogelijk is geworden van de ligplaats gebruik te maken.
2. De Havenmeester kan de uitoefening van zijn in het eerste lid bedoelde bevoegdheid, voor zoveel de gevallen a, d en e betreft, opdragen aan zijn plaatsvervanger.
3. Indien de Havenmeester gebruik maakt van zijn in het vorige lid genoemde bevoegdheid, is artikel 3 van toepassing, met dien verstande dat de werking
Artikel 4.11 Tarieven
1. Het tarief voor de heffing van kadegeld is weergegeven in bijlage 3, bevat- tende de tarieven voor het desbetreffende kalenderjaar.
2. Voor elke kalendermaand of gedeelte daarvan bedraagt het kadegeld een twaalfde gedeelte van het kadegeld, berekend over een jaar.
Artikel 4.12 Bijbetaling naar diepgang
1. Wanneer de waterdiepte bij gemiddeld laag water (waarvoor al dan niet Ligplaatsvergunning is verleend) door de diepgang bij aankomst of bij vertrek van een van die ligplaats gebruikmakend vaartuig wordt overtroffen, is Client verplicht van die overschrijding binnen zes uur, nadat zij een aanvang heeft genomen, aan de Havenmeester kennis te geven en is hij een bijbetaling verschuldigd overeenkomstig de volgende leden van dit artikel, echter met dien verstande, dat voor de berekening van de bijbetaling de diepgang van het vaartuig niet groter wordt gesteld dan de werkelijk aanwezige waterdiepte bij gemiddeld laagwater bedraagt.
2. De bijbetaling, bedoeld in het vorige lid, bedraagt voor elk tijdvak gedurende hetwelk het schip onafgebroken op de ligplaats ligt, en voor elke strekkende meter van de door het vaartuig ingenomen kadelengte een zesde deel van het verschil tussen het voor die meter kade geldende tarief en het tarief per
strekkende meter kadelengte naar hetwelk het kadegeld verschuldigd zou zijn, indien de vergunning gold voor een waterdiepte, gelijk aan de naar boven in meters afgeronde grootste diepgang van het vaartuig tijdens bovenbedoeld tijdvak.
3. Voor zover over enig gedeelte van een kade gedurende een kalenderjaar zesmaal tot of tot meer dan een bepaalde waterdiepte is bijbetaald, mag deze waterdiepte over een zodanige lengte in de verdere loop van het jaar zonder bijbetaling worden gebruikt.
4. In geval van verdere betaling dan bedoeld in het vorige lid, wordt deze verminderd of niet berekend.
22
5. Indien een vaartuig buiten een ligplaats uitsteekt over een ligplaats waarvoor een andere Ligplaatsvergunning geldt, en dientengevolge de laatstbedoelde ligplaats in de diepte wordt overschreden, is de daarvoor verschuldigde bijbetaling in plaats van door de houder van de laatstbedoelde Ligplaatsvergunning verschuldigd door de houder van de eerstbedoelde Ligplaatsvergunning.
Artikel 4.13 Verschuldigdheid Kadegeld
1. Het kadegeld is verschuldigd telkens bij de aanvang van een kalenderjaar.
2. De bijbetaling op het kadegeld is, met inachtneming van artikel 4.12, vierde lid, verschuldigd terstond nadat de overschrijding een aanvang heeft genomen.
Artikel 4.14 Intrekking Ligplaatsvergunning
1. Wanneer een Ligplaatsvergunning in de loop van een kalenderjaar wordt ingetrokken, wordt ontheffing van nog niet betaald of restitutie van reeds betaald kadegeld verleend over de volle kalendermaanden, gedurende welke de Ligplaatsvergunning niet meer van kracht is.
2. In afwijking van het eerste lid wordt, indien de intrekking geschiedt om redenen van openbaar belang of ingeval het onmogelijk is geworden van de ligplaats gebruik te maken, de ontheffing of restitutie verleend met ingang van de dag, waarop de Ligplaatsvergunning wordt ingetrokken.
3. Wordt ingevolge het vorig lid ontheffing of restitutie van kadegeld over een gedeelte van een maand verleend, dan bedraagt zij voor iedere tot dit gedeelte behorende dag 1/30 deel van het kadegeld, berekend over een maand.
Artikel 4.15 Betalingstermijn & Betaalwijze
1. Het kadegeld moet binnen dertig dagen na het in artikel 4.13, eerste lid, bedoelde tijdstip worden voldaan tot het bedrag dat blijkens een gedagte- kende nota verschuldigd is. De bijbetaling op het kadegeld moet plaatsvinden binnen 14 dagen nadat zij krachtens artikel 4.13, tweede lid, verschuldigd wordt.
2. Nagevorderd kadegeld moet worden voldaan binnen 14 dagen nadat het bedrag van de navordering ter kennis van de houder van Client is gebracht.
3. De betalingen, bedoeld in dit artikel vinden plaats door middel van storting of overschrijving op een bank- of girorekening van het Havenbedrijf Moerdijk. In het laatste geval is de betaling slechts geldig, indien de kennisgeving van storting of bijschrijving het Havenbedrijf Moerdijk voor de vervaldag bereikt.
4. Alle, aan de hand van deze tarieven, berekende bedragen worden verhoogd met omzetbelasting.
23
HOOFDSTUK V
BIJDRAGE
AFVALSTOFFEN ZEESCHEPEN
Artikel 5.1 Verschuldigdheid van bijdrage afvalstoffen zeeschepen
1. Indien de Cliënt met een Zeeschip gebruik maakt van de Haven van Moerdijk, is hij ter zake aan HbR N.V. een bijdrage afvalstoffen zeeschepen als bedoeld in artikel 6a, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen verschuldigd voor de afgifte van oliehoudend scheepsgebonden afval
(Xxxxx X – MARPOL 73/78) en vast scheepsgebonden afval (Annex V – MARPOL 73/78.
2. Cliënt is de bijdrage afvalstoffen verschuldigd vanaf het moment dat het verblijf is aangevangen.
24 Artikel 5.2 Tarieven bijdrage afvalstoffen zeeschepen
1. De door Xxxxxx verschuldigde bijdrage afvalstoffen zeeschepen wordt berekend aan de hand van de als bijlage bij de geldende Algemene Voorwaarden en Haventarieven Havenbedrijf Rotterdam N.V. opgenomen tarieventabel bijdrage afvalstoffen zeeschepen.
2. De facturering en betaling vinden plaats tegelijkertijd met de facturering en inning van het zeehavengeld.
Artikel 5.3 Melding van gegevens
1. Cliënt dient melding te doen van alle voor de vaststelling van de verschuldigde bijdrage afvalstoffen zeeschepen van belang zijnde gegevens aan HbR
NV, meer bepaald de Afdeling Schadelijke Stoffen van de Rotterdam Port Authority, binnen de volgende termijnen:
x. xxxxxxxxx 24 uur vóór aankomst, wanneer de aanloophaven bekend is, of
b. zodra de aanloophaven bekend is, indien deze informatie minder dan 24 uur voor aankomst beschikbaar is, doch uiterlijk bij het binnenvaren van de territoriale wateren, of
c. uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder dan 24 uur bedraagt en binnen de territoriale wateren ligt.
2. Cliënt dient op eerste verzoek van HbR NV inzage te verlenen in dan wel afschrift te verschaffen van alle voor de facturering en betaling van de bijdrage afvalstoffen zeeschepen van belang zijnde documenten.
3. Indien Cliënt weigert inzage te verlenen dan wel afschrift te verschaffen, wordt de bijdrage afvalstoffen zeeschepen berekend met toepassing van het tarief dat tot het hoogste te betalen bedrag leidt. In dit geval is tevens een toeslag verschuldigd van 25% over voornoemd bedrag.
Artikel 5.4 Vrijstelling
1. Een bijdrage afvalstoffen Zeeschepen wordt niet in rekening gebracht voor gebruikmaking van de Haven door:
a. Vaartuigen waarvoor op grond van artikel 35a van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen een ontheffing is verleend van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 6a, 12a of 12b van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
b. schepen, uitgerust of met commercieel oogmerk gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding en waarmee niet meer dan 12 passagiers mogen worden vervoerd;
25
c. Vissersschepen;
d. baggervaartuigen, peilvaartuigen en Sleepboten, uitsluitend indien en voor zover deze Sleepboten in bedrijf zijn voor het assisteren van schepen in de Haven;
e. schepen als bedoeld in artikel 10.1, onderdelen a en f van de geldende
Algemene Voorwaarden en Haventarieven Havenbedrijf Rotterdam N.V.;
f. Zeeschepen die gasolie of LNG (MDO/MGO/LNG) als voortstuwings- brandstof gebruiken, slechts voor zover deze schepen oliehoudend scheepsgebonden afval afgeven.
HOOFDSTUK VI
SLOTBEPALINGEN
Artikel 6.1 Aansprakelijkheid
1. De aansprakelijkheid van Havenbedrijf Moerdijk N.V. die kan ontstaan ter zake van enige activiteit door Havenbedrijf Moerdijk N.V. of een persoon voor wie hij krachtens de wet aansprakelijk is, strekt zich niet uit boven het door de verzekeraar van Havenbedrijf Moerdijk N.V. aan Havenbedrijf Moerdijk N.V. uitgekeerde bedrag.
26
2. Indien de verzekeraar van Havenbedrijf Moerdijk N.V. om welke reden dan ook niet tot uitkering aan Havenbedrijf Moerdijk N.V. overgaat of de schade niet onder dekking van de verzekering van Havenbedrijf Moerdijk N.V. valt, strekt de aansprakelijkheid van Havenbedrijf Moerdijk N.V. zich in ieder geval niet uit boven een bedrag van € 500,- (vijfhonderd Euro) per schadegeval/ gebeurtenis. Een reeks samenhangende schadegevallen/gebeurtenissen geldt als één schadegeval/gebeurtenis.
3. Het bepaalde in dit artikel geldt niet indien en voor zover de schade het ge- volg is van opzet of grove schuld van Havenbedrijf Moerdijk N.V.
4. Aansprakelijkheid voor gederfde winst of verminderde opbrengst en overige indirecte-, gevolg- en bedrijfsschade is uitdrukkelijk uitgesloten.
Artikel 6.2 Overmacht
1. Indien Havenbedrijf Moerdijk N.V. tekort schiet in de nakoming van enige verplichting jegens Cliënt kan dat tekortschieten niet aan Havenbedrijf Moerdijk N.V. worden toegerekend en is zij derhalve niet in verzuim, indien haar de nakoming van deze verplichting wordt bemoeilijkt respectievelijk onmogelijk wordt gemaakt door een al dan niet voorzienbare omstandigheid die buiten de macht van Havenbedrijf Moerdijk N.V. is gelegen.
Dergelijke omstandigheden zijn in ieder geval, doch niet uitsluitend: oorlog, terrorisme, bezetting, overheidsmaatregelen van welke aard dan ook, natuurrampen, brand, explosie, uitzonderlijk slecht weer, blokkades,
stakingen, tekort aan ligplaatsfaciliteiten en iedere andere voor Havenbedrijf Moerdijk N.V. redelijkerwijs niet voorzienbare en buiten haar macht liggende omstandigheid.
2. In geval van overmacht is Havenbedrijf Moerdijk N.V. bevoegd de uitvoering van haar verplichtingen op te schorten totdat deze de nakoming niet langer bemoeilijkt. In geval de toestand van overmacht langer duurt dan één maand
hebben zowel Havenbedrijf Moerdijk N.V. als Cliënt het recht de overeen- komst geheel of gedeeltelijk te ontbinden zonder tot enige schadevergoeding gehouden te zijn.
Artikel 6.3 Vrijwaring
1. Cliënt vrijwaart Havenbedrijf Moerdijk N.V. tegen vorderingen uit welke hoofde ook van derden die stellen schade te hebben geleden door het gebruik van de Haven, dan wel door de dienstverlening door Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx
N.V. aan Cliënt.
Artikel 6.4 Opschorting en ontbinding
27
1. Indien Cliënt in gebreke blijft met de nakoming van enige verplichting jegens Havenbedrijf Moerdijk N.V., alsmede in geval van faillissement, surséance van betaling of stillegging van het bedrijf van Cliënt, is Havenbedrijf Moerdijk N.V. zonder rechterlijke tussenkomst en zonder dat ter zake enige vergoeding aan Cliënt is verschuldigd, bevoegd om, te harer keuze de dienstverlening geheel
of gedeeltelijk, voor bepaalde of onbepaalde tijd op te schorten dan wel de betreffende overeenkomst voor het nog niet uitgevoerde gedeelte geheel of gedeeltelijk te ontbinden door een schriftelijke verklaring, onverminderd de haar verder toekomende rechten.
2. Ingeval van ontbinding van de overeenkomst op de gronden vermeld in lid 1 wordt elke vordering, die Havenbedrijf Moerdijk N.V. heeft, terstond in haar geheel opeisbaar.
Artikel 6.5 Verwijderen Zee- en/of Binnenschip
1. Indien Cliënt zijn verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is Havenbedrijf Moerdijk N.V. gerechtigd het Zee-en/of Binnenschip op kosten van Cliënt te (doen) verwijderen zulks voor rekening en risico van de Cliënt.
Artikel 6.6 Ongeldigheid van een of meer bepalingen
1. De ongeldigheid van enige bepaling van de overeenkomst of van deze alge- mene voorwaarden heeft geen gevolgen voor de overige bepalingen van de overeenkomst en deze algemene voorwaarden.
2. Indien een bepaling uit de overeenkomst of van deze algemene voorwaar- den nietig, ongeldig, niet uitvoerbaar of onder de gegeven omstandigheden onredelijk bezwarend is, zullen partijen de desbetreffende bepaling vervan- gen door een geldige en uitvoerbare bepaling in de geest van de te vervangen bepaling en zullen de overige bepalingen onverminderd van kracht blijven.
Artikel 6.7 Inwerkingtreding & Citeertitel
1. Deze Algemene Voorwaarden treden in werking op 1 januari 2022 en vervangen de Algemene Voorwaarden 2021.
2. Deze voorwaarden wordt aangehaald als “Algemene Voorwaarden Zeehaven-, Binnenhaven-, Kadegeld en Bijdrage Afvalstoffen Havenbedrijf Xxxxxxxx X.X. 0000”.
Artikel 6.8 Toepasselijk recht en geschillen
1. Op deze Algemene Voorwaarden is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Geschillen, voorvloeiend of verband houdend met deze Algemene Voorwaarden en waarbij Havenbedrijf Moerdijk N.V. partij is, wor- den uitsluitend voorgelegd aan de ter zake bevoegde rechter in het arrondissement waarin Havenbedrijf Moerdijk N.V. is gevestigd.
28
Bijlage 1
Tarieventabel Zeehavengeld 2022
1.1 Definities
Lijndienst
Van een Lijndienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Het Zeeschip vaart in overeenstemming met de door de Cliënt aan HbR NV, afdeling Havengelden overgelegde dienstregeling. Deze dienstregeling moet 28 dagen voor aankomst publiekelijk bekend zijn gemaakt en het Zeeschip moet naast de Haven ook ten minste één buitenlandse haven aandoen. De dienstregeling geeft de laatst aangelopen haven weer en de eerstvolgende aan te lopen haven na het bezoeken van de Haven;
29
• Het Zeeschip is gemeenschappelijk in gebruik als vervoermiddel. Daarvan is sprake als het Zeeschip ten behoeve van meerdere opdrachtgevers Lading
vervoert. Of daadwerkelijk sprake is van gemeenschappelijk gebruik, kan
gecontroleerd worden aan de hand van de vervoerde ladingpakketten;
• Het Zeeschip lost en/of laadt alleen general cargo, Roll-on/Roll-off lading en/ of containers.
Shortsea/Feederdienst
Van een Shortsea/Feederdienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Het Zeeschip vaart in Lijndienst;
• Het vaargebied van het Zeeschip is beperkt tot Europa, het Middellandse Zeegebied, het Zwarte Zeegebied, Marokko, de Canarische Eilanden, Madeira en de Kaapverdische eilanden.
Deepseadienst
Van een Deepseadienst is sprake als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Het Zeeschip vaart in Lijndienst;
• Het vaargebied van het Zeeschip is niet beperkt tot Europa, het Middellandse zeegebied, het Zwarte Zeegebied, Marokko, de Canarische Eilanden, Madeira en de Kaapverdische eilanden.
1.2 Tarieven Uitgangspunten
• Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen;
• Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven;
• General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen;
30
• Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst;
• Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker of kolen in geval van een bulkschip).
In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief.
Stappen
Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage.
Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x BT-tarief).
Stap 3* Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert
met de eerst af te rekenen goederensoort (BT-maat x omslagpercentage x ladingtarief).
Stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de over- geslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief).
Stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4.
31
* Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type schip is stap 3 niet van toepassing en is stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst van stap 4.
ZEEHAVENGELD
TABEL 1
ZEEHAVENGELD
TABEL 2
Type Schip | Omslagpercentage | BT-Tarief | |
A. | Olie-/productentankers | 133,639 % | € 0,320 |
B. | LNG-tankers | 133,700 % | € 0,330 |
C. | Chemicaliën-/gastankers | 133,700 % | € 0,320 |
D. | Bulkschepen | 133,700 % | € 0,320 |
E. | Containerschepen in Deepsea Lijndienst | n.v.t. | € 0,255 |
F. | Containerschepen in Shortsea/Feeder Lijndienst | 50,300 % | € 0,188 |
G. | Containerschepen niet in Lijndienst | 133,700 % | € 0,320 |
H. | General Cargo schepen in Deepsea Lijndienst | 61,900 % | € 0,311 |
I. | General Cargo schepen in Shortsea/Feeder Lijndienst | 50,300 % | € 0,190 |
J. | General Cargo schepen niet in lijndienst General Cargo schepen niet in lijndienst > 20.000 BT | 133,700 % n.v.t. | € 0,323 € 0,323 |
K. | Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen in Lijndienst | 67,600 % | € 0,096 |
L. | Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen niet in Lijndienst | 67,600 % | € 0,142 |
M. | Cruiseschepen | n.v.t. | € 0,118 |
N. | Offshore schepen | 133,700 % | € 0,320 |
O. | Overige Vaartuigen/Zeeschepen | 133,700 % | € 0,320 |
BT tarief (per BT)
32
Ladingtarief (per geladen en/of geloste Ton)
Goederensoort | Ladingtarief | |
1. | Agribulk | € 0,521 |
2. | IJzererts en schroot | € 0,521 |
3. | Kolen | € 0,521 |
4. | Overige droge bulkgoederen | € 0,521 |
5. | Ruwe Olie | € 0,674 |
6. | Minerale olieproducten (inclusief petcokes) | € 0,521 |
7. | Overige natte bulkgoederen | € 0,521 |
8. | Roll-on/Roll-off | € 0,480 |
9. | Containers (inclusief flats) | € 0,538 |
- Shortsea/Feeder Lijndienst | € 0,480 | |
- Deepsea Lijndienst | € 0,510 | |
10. | Overige stukgoederen | € 0,526 |
- Shortsea/Feeder Lijndienst | € 0,486 | |
- Deepsea Lijndienst | € 0,496 | |
11. | LNG | € 0,538 |
12. | Biomassa | € 0,521 |
33
1.3 Bijzondere tarieven
Wanneer de in deze paragraaf weergegeven bijzondere tarieven van toepassing zijn, wordt het zeehavengeld uitsluitend berekend door de BT-maat van het betreffende schip te vermenigvuldigen met het toepasselijke tarief uit de Tabel ‘Bijzondere tarieven’ en niet aan de hand van het bepaalde in paragraaf 1.2.
A Inklaartarief
Dit tarief wordt toegepast als een Zeeschip, komende van zee en gaande naar het Ach- terland of omgekeerd, de Haven uitsluitend voor het in- of uitklaren bezoekt en tevens is voldaan aan alle volgende voorwaarden:
• Het Zeeschip kiest in Rotterdam ligplaats aan de Parkkade of de Lloydskade en in Dordrecht aan de Handelskade en de Tweede Merwedehaven;
• De verblijfsduur is beperkt tot ten hoogste 12 uur.
B Oplegtarief
34
Dit tarief wordt toegepast als het verblijf van een Zeeschip in de Haven langer duurt dan twee maanden. Het tarief gaat in op de dag dat het verblijf van dat Zeeschip langer duurt dan twee maanden en geldt voor elke opvolgende maand of gedeelte daarvan.
C Bunkertarief
Dit tarief wordt toegepast als een Zeeschip de Haven uitsluitend bezoekt om te Bunkeren en de verblijfsduur van het Zeeschip beperkt is tot ten hoogste 48 uur.
D Achterlandtarief
Dit tarief wordt toegepast als een Zeeschip, komende van zee en gaande naar het Achterland of omgekeerd, de Haven bezoekt voor het verrichten van overslag- handelingen, mits dit tarief gelijktijdig met de opgave zeehavengeld wordt aangevraagd.
1.4 Kortingen
Op het conform paragraaf 1.2 van deze Bijlage 1 berekende zeehavengeld zijn de volgende kortingen van toepassing:
A Second call korting B ESI korting
C Green Award korting D Kwantumkorting
E Transhipment korting
F Agribulk frequentie korting
De kortingen worden toegepast op het brutobedrag en op eventueel reeds toegepaste kortingen in de volgorde zoals hierboven aangegeven (‘korting op korting’).
A Second call korting voor zeeschepen in Deepseadienst
35
Van een second call is sprake wanneer Zeeschepen in Deepseadienst binnen één scheepsreis de Haven voor de tweede maal bezoeken. Deze schepen ontvangen korting
overeenkomstig onderstaande tabel. De korting geldt uitsluitend voor het verschuldigde
zeehavengeld over de BT-maat van het Zeeschip.
General Cargo schepen: 50%
Containerschepen: 50%
Car Carriers en Roll-on/Roll-off schepen: 50%
B Environmental Ship Index korting
Zeeschepen die 31.0 punten of meer scoren op de Environmental Ship Index (ESI), zoals die door de International Association of Ports and Harbors (IAPH) wordt bijgehouden (zoals raadpleegbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx), komen in aanmerking voor een korting van 10% op het verschuldigde zeehavengeld (inclusief eventueel eerder toegepaste kortingen) over het BT-deel. Deze korting geldt alleen voor de eerste 20 calls per Zeeschip per kwartaal. De korting wordt verdubbeld als het Zeeschip ook
een individuele ESI-NOx score van 31,0 of hoger heeft. Wanneer de ESI-score door de IAPH wordt bijgesteld tot onder de 31,0 punten of het schip krijgt de status ’inactief’, dienen reeds uitbetaalde kortingen te worden terugbetaald. HbR NV. Verrekening zal plaatsvinden via een correctiefactuur.
Type | BT-Tarief | |
A. | In- en uitklaren: I-tarief | € 0,082 |
B. | Opleggen: | |
- Offshore Vaartuigen | € 0,500 | |
- Overige Vaartuigen/Zeeschepen | € 1,016 | |
C. | Bunkeren: B-tarief | € 0,095 |
D. | Achterland: A-tarief | € 0,387 |
De minimum havengeldgarantie als bedoeld in de algemene verkoopvoorwaarden Havenschap Moerdijk, versies van voor 2005, casu quo de Algemene Voorwaarden voor de vestiging van een erfpachtrecht, wordt thans gebaseerd op bovenstaande Tarieventabel voor Speciale Tarieven, meer in het bijzonder door het Bunkertarief Type C te vermenigvuldigen met 2,11 en af te ronden op 3 decimalen.
C Green Award korting
LNG tankers, chemicaliën-/gastankers en olie-/producttankers die beschikken over een Green Award certificaat komen in aanmerking voor een korting van 15% op het verschuldigde zeehavengeld over het BT-deel.
D Kwantumkorting
D1 Kwantumkorting zeeschepen in Shortsea/Feederdienst
Zeeschepen in Shortsea/Feederdienst ontvangen korting overeenkomstig onderstaande tabel.
Kwantumkorting categorie | Volume > * (x 1.000) van | Volume < * (x 1.000) t/m | Kortingspercentage |
1. | 138 | 689 | 5,0 % |
2. | 689 | 1.380 | 8,0 % |
3. | 1.380 | 2.069 | 10,0 % |
4. | 2.069 | 3.449 | 14,0 % |
5. | 3.449 | 5.522 | 18,0 % |
6. | 5.522 | - | 21,0 % |
* volume in Tonnen Lading en korting per klant per jaar
D2 Kwantumkorting Roll-on/Roll-off schepen in lijndienst en Ropaxschepen
Roll-on/Roll-off schepen in Lijndienst en Ropaxschepen ontvangen korting
Kwantumkorting categorie | Volume > * (x 1.000) van | Volume < * (x 1.000) t/m | Kortingspercentage |
1. | 138 | 689 | 5,0 % |
2. | 689 | 1.380 | 8,0 % |
3. | 1.380 | 2.069 | 10,0 % |
4. | 2.069 | 3.449 | 14,0 % |
5. | 3.449 | 5.522 | 18,0 % |
6. | 5.522 | - | 21,0 % |
36 overeenkomstig onderstaande tabel.
E Transhipment korting
E1 Deepsea transhipment korting
Uitsluitend beladen containers die in de Haven zijn overgeslagen naar of vanaf een Zeeschip in Deepseadienst en die de ‘Sea in/Sea out’-status in Portbase register heb- ben, komen in aanmerking voor een korting van € 3,50 per container. Deze korting wordt alleen verleend aan de Container operator die rechtstreeks aan HbR NV zeehavengeld heeft betaald en beloopt nooit meer dan het netto door hem over het desbetreffende jaar betaalde zeehavengeld. Deze korting wordt alleen op schriftelijk verzoek en achteraf uitgekeerd. Voor de toepassing van deze korting wordt onder Container operator verstaan: de natuurlijke of rechtspersoon die op eigen Zeeschepen in Deepseadienst of op Zeeschepen in Deepseadienst van derden, rechtstreeks aan derden containers voor het maritiem vervoer van goederen aanbiedt.
E2 Feeder transhipment korting
37
Uitsluitend beladen containers die in de Haven zijn overgeslagen naar of vanaf een
Zeeschip in Shortsea/Feederdienst en die de ‘Sea in/Sea out’-status in het Portbase
register hebben, komen in aanmerking voor een korting van € 2,50 per container. Deze korting wordt alleen verleend aan de Cliënt die voor het betrokken Zeeschip in
Shortsea/Feederdienst rechtstreeks aan HbR NV zeehavengeld heeft betaald en beloopt nooit meer dan het netto door hem over het desbetreffende jaar betaalde zeehaven- geld. Deze korting wordt alleen op schriftelijk verzoek en achteraf uitgekeerd.
* volume in Tonnen Lading en korting per klant per jaar
D3 Kwantumkorting Containerschepen in Deepseadienst
Containerschepen in Deepseadienst ontvangen korting overeenkomstig onderstaande tabel.
Kwantumkorting categorie | Volume > * (x 1.000) van | Volume < * (x 1.000) t/m | Kortingspercentage |
1. | 300 | 897 | 6,0 % |
2. | 897 | 1.496 | 9,0 % |
3. | 1.496 | 2.094 | 12,0 % |
4. | 2.094 | 2.989 | 14,0 % |
5. | 2.989 | 4.184 | 16,0 % |
6. | 4.184 | 5.381 | 19,0 % |
7. | 5.381 | - | 22,0 % |
* volume in Tonnen Lading en korting per klant per jaar
F Agribulk korting
Voor Zeeschepen met een BT van 10.000 of meer die agribulk lossen en/of laden, geldt de in de onderstaande tabel weergegeven frequentiekorting voor dat percentage van het reeds betaalde zeehavengeld dat kan worden gerelateerd aan de geladen en/of geloste hoeveelheid agribulk.
Deze korting wordt alleen op verzoek en achteraf toegekend aan de charteraar en wordt berekend aan de hand van het aantal aanlopen per jaar dat aan die charteraar kan worden toegerekend en is derhalve niet gebaseerd op het individuele Zeeschip. Bij het verzoek om korting dienen de toepasselijke charterparties of soortgelijke documenten te worden gevoegd.
Bijlage 2
Aanlopen per jaar | Kortingspercentage | Per aanloop |
1 - 5 | - | - |
6 - 10 | 10 % | Voor aanloop 1 - 10 |
11 - 20 | 10 % | Voor xxxxxxx 0 - 00 |
00 % | Voor aanloop 11 - 20 | |
21 - 50 | 10 % | Voor xxxxxxx 0 - 00 |
00 % | Voor xxxxxxx 00 - 00 | |
00 % | Voor aanloop 21 - 50 | |
51 - > | 10 % | Voor xxxxxxx 0 - 00 |
00 % | Voor xxxxxxx 00 - 00 | |
00 % | Voor xxxxxxx 00 - 00 | |
00 % | Voor aanloop 51 - > |
Tarieventabel Binnenhavengeld 2022
Soort vaartuig | Maatstaf | Per | Per reis | Tarief | Bij abonnement | Tarief |
I. Vracht- en vissersschepen | Laadvermogen | 100 ton | Max. 7 dagen | € 8,85 | Per maand Per kwartaal Per jaar | € 31,54 € 82,00 € 291,50 |
II. Passagiersschepen en sleepboten | Oppervlakte | 100 m2 | Max. 7 dagen | € 8,85 | Per maand Per kwartaal Per jaar | € 31,54 € 82,00 € 291,50 |
III. Opgelegde schepen en vaartuigen | Laadvermogen/oppervlakte | 100 ton/m2 | - | - | Per maand Per kwartaal Per jaar | € 26,49 € 64,36 € 223,37 |
IV. Containerschepen | Containers | Container | - | € 1,00 | - | - |
V. Overige vaartuigen | Oppervlakte | 100 m2 | - | - | Per maand Per kwartaal Per jaar | € 31,54 € 82,00 € 291,50 |
38 39
Green Award korting:
Schepen kunnen aanspraak maken op respectievelijk 15%, 30% of 100% korting op het binnenhavengeld door het overleggen van een Green Award certificaat (15% korting), CCR-2 certificaat (30% korting) dan wel een bewijs van emissievrij varen (100%).
Bijlage 3
Tarieventabel Kadegeld 2022
Bij een gerealiseerde bodemligging van de haven van: | Indien de oever is voorzien van een kade(muur): | Indien de oever is voorzien van een stenenglooiing of andere oeververdediging: |
2 meter | € 31,07 | € 11,46 |
3 meter | € 85,72 | € 28,62 |
4 meter | € 123,83 | € 45,96 |
5 of 6 meter | € 154,57 | € 57,24 |
7 meter | € 187,08 | € 71,75 |
8 meter | € 216,56 | € 86,89 |
9 meter | € 247,64 | € 104,16 |
10 meter | € 310,45 | € 117,79 |
Het kadegeld bedraagt per jaar per strekkende meter:
40
Bijlage 4
Algemene Tarieven 2022
1. Algemeen tarief | € 24,16/m²/jaar, € 2,56/m²/maand |
2. Leidingen, uitgezonderd die voor lozing van verontreinigd water, indien en voor zover deze rechtstreeks lozen op het rioolstelsel van HbM | € 7,17/m²/jaar |
3. Leidingen voor lozing van hemelwater | € 37,67/stuk/jaar |
4. Kabels | € 8,59/m²/jaar |
5. Lichtmasten | € 7,83/stuk/jaar |
6. Meerpalen, dukdalven en soortgelijke voorwerpen | € 21,50/stuk/jaar |
7. Waterbouwkundige en steigerconstructies | € 9,45/m²/jaar |
8. Het hebben van meer dan één uitwegconstructie per kavel/bedrijf | € 494,45/uitweg/jaar |
9. Rail | € 17,19m1/spoorbaan/jaar |
10. Tijdelijk gebruik onverhard terrein | € 0,76/m²/maand |
11. Verstrekken van hardkopie informatie/toestemming aan derden | Kostprijs + 30% handlingskosten met een minimum van € 51,26 |
I. Voor door het Havenbedrijf Moerdijk (HbM) in rekening te brengen vergoedingen voor verleende toestemming( en), voor het hebben van voorwerpen onder, op, in of boven de grond en/of water, in eigendom dan wel in beheer en/of onderhoud bij het HbM, ingaande 1 januari 2022.
41
12. Administratiekosten voor verstrekking van nieuwe toestemmingen | vanaf een minimum van € 402,65 per toestemming |
13. Administratiekosten voor verstrekking van bestaande toestemmingen met inhoudelijke wijzigingen | € 99,53 per toestemming |
14. Administratiekosten voor verstrekking van toestemmingen met naamswijzigingen | € 51,75 per toestemming |
15. Algemene Administratiekosten | Kostprijs + handlingkosten € 141,48 |
Xxxxx xxx xxxxxxxxxx
42
43
1. Het Algemeen Tarief wordt toegepast in de gevallen als bedoeld in de aanhef onder I. van dit tarievenreglement, doch waarin het de Algemene Tarieven onder punt 2 tot en met punt 15 niet voorziet;
2. Bij het hebben van voorwerpen in of onder gronden of water van HbM worden de toestemmingen geheven naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald;
3. De breedte door kabels en leidingen ingenomen, wordt als volgt bepaald:
a. de maat vanaf het midden van de afstand tot de naastliggende kabel of leiding aan de ene zijde tot het midden van de afstand tot de naast- liggende kabel of leiding aan de andere zijde;
b. indien geen naastliggende kabels of leidingen aanwezig zijn, zal wor- den gerekend met een breedte van één meter, vermeerderd met de uitwendige diameter van de kabel of leiding;
c. indien aan één zijde geen naastliggende kabel of leiding aanwezig is, zal voor die zijde worden gerekend met een breedte van 0,5 meter, vermeerderd met de uitwendige diameter van de kabel of leiding;
d. indien een kabel of leiding uit veiligheidsoverwegingen of anderszins meer dan één meter uit een reeds aanwezige kabel of leiding wordt gelegd zal voor die zijde worden gerekend met de afstand tot de naastliggende leiding, verminderd met 0,5 meter.
* met uitwendige diameter wordt bedoeld: de diameter inclusief enige bescherming zoals mof of mantel.
Bijlage 5
Havengebied Xxxxxxxx
00
Groene omlijning = Havengebied Moerdijk
Blauwe omlijning = Het vastgestelde totale Beheersgebied van het
Havenbedrijf Moerdijk
Insteekhavens van links naar rechts: - Westelijke Insteekhaven;
- Centrale Insteekhaven;
- Oostelijke Insteekhaven;
- Noordelijke Insteekhaven;
- Insteekhaven Roode Vaart.
Bijlage 6
Zeehavengebied Rotterdam-Moerdijk
45
Kaart ontleend aan de thans geldende Algemene Voorwaarden inclusief haventarieven van het Havenbedrijf Rotterdam N.V.