OPENBARE PROCEDURE
OPENBARE PROCEDURE
Algemene administratieve bepalingen en voorwaarden van een overheidsopdracht van DIENSTEN
Aanbestedende entiteit
Vlaamse Vervoermaatschappij – De Lijn
Benaming van de DIENSTEN
EXPLOITATIE VAN BIJZONDERE VORMEN VAN GEREGELD VERVOER VOOR REKENING VAN DE V.V.M.
Inhoud
Toepasselijke Reglementering 5
Afwijkingen + Eventuele Motivering 7
Eerste deel: Algemene Administratieve Bepalingen 7
1.02 Voorwerp van de opdracht 8
1.03 Structuur van de opdracht 8
1.03.1 Plaatsingsprocedure van de opdracht (art. 124 §1 Wet) 8
1.03.3 Varianten (art. 136 Wet) 8
1.03.4 Opties (art. 136 Wet en 56 KB Plaatsing) 8
1.03.5 Looptijd en mogelijke verlengingen en opzeggingsmodaliteiten (art. 135 Wet) 8
1.04 Selectie van de inschrijvers : Uitsluitingsgronden & Kwalitatieve selectie 10
1.04.5 Uitsluitingsgronden (art. 151 Wet en art. 67-e.v. KB Plaatsing) 11
1.04.6 Selectiecriteria (art. 70 e.v. KB Plaatsing) 13
1.05 Gunningcriteria van de opdracht (art. 153 Wet) 15
1.06 Prijsvaststelling en -bestanddelen 16
1.06.2 Heffingen – BTW (art. 37 KB Plaatsing) 16
1.06.3 Elementen die in de prijzen zijn begrepen (art. 40 §3 KB Plaatsing) 16
1.07 Opmaak van de offerte (art. 75 KB Plaatsing) 17
1.07.1 Gebruik der talen (art. 60 KB Plaatsing) 17
1.07.2 Verbintenistermijn (art. 64 KB Plaatsing) 17
1.07.4 Bij de offerte toe te voegen documenten (art. 76 KB Plaatsing) 17
1.07.8 Prijsopgave (art. 33 KB Plaatsing) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
1.08 Indiening en opening van de offerte (art. 89 KB Plaatsing) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
1.11 Opdracht via onderhandelingsprocedure 20
1.11.1 Algemeen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
1.11.2 Regelmatigheid offertes (art. 74 KB Plaatsing) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Tweede deel: Bepalingen die betrekking hebben op de uitvoering van de opdracht 23
2.02 Leidend ambtenaar (art. 11 KB AUR) 23
2.03 Onderaannemers (art. 12 e.v. KB AUR) 23
2.04 Verwerking van persoonsgegevens 24
2.08 Borgtocht (art. 25 KB AUR) 26
2.11 Uitvoeringsmodaliteiten 26
2.14.1 Algemene bepalingen (art. 160 KB AUR) 27
2.14.3 Prijsherziening (art. 38/7 KB AUR) 29
A. Prijsherziening in geval van wijziging van de opdracht 29
De berekening van de prijswijziging zal overeenkomstig bijlage 2 bis gebeuren op basis van de kilometerprijs die berekend wordt aan de hand van de inschrijvingsprijs. 31
B. Prijsherziening in geval van wijziging van de beschikbaarheid van het voertuig 31
2.15 Aansprakelijkheid van de opdrachtnemer (art. 152-153 KB AUR) 32
2.16 Wijzigingen aan de opdracht 32
2.16.1 Wijziging op bevel van de aanbestedende entiteit (art. 151 KB AUR) 32
2.16.2 Vervanging van de opdrachtnemer (art. 38/3 KB AUR) 33
2.16.4 Indieningsvoorwaarden (art. 38/14 e.v. KB AUR) 33
2.17.1 Nazicht van de diensten (art. 150 KB AUR) 34
2.17.2 Definitieve oplevering (art. 156-157 KB AUR) 34
2.18 Sanctiemiddelen van de aanbestedende entiteit 34
2.18.1 Proces-Verbaal van Ingebrekestelling (art. 44 KB AUR) 34
2.18.2 Bijzondere straffen van de aanbestedende entiteit (art. 45 §1 KB AUR) 35
2.18.3 Algemene straffen van de aanbestedende entiteit (art. 45 §2 KB AUR) 38
2.18.4 Onderaanneming Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
2.18.4.01 Niet-vervanging onderaannemer (art. 12/2 §4 KB AUR). Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
2.18.4.02 Niet respecteren onderaannemingsketen (art. 12/3 §3 KB AUR) Fout! Bladwijzer niet
gedefinieerd.
2.18.5 Vertragingsboetes (art. 123 §1 KB AUR) 38
2.18.6 Korting wegens minderwaarde (art. 71 KB AUR) 39
2.18.7 Ambtshalve maatregelen (art. 47 KB AUR) 39
2.18.8 Uitsluiting van toekomstige opdrachten (art. 48 KB AUR) 39
Derde deel: Technische en/of functionele bepalingen 40
C. Wettelijke en reglementaire verplichtingen 43
D. Uitvoering van de overeenkomst 45
E. Bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht 46
Bijlage 1: Opgave van de percelen met de te verzorgen ritten 48
Bijlage 1bis: Frequenties van de te verzorgen ritten 48
Bijlage 2: Prijsherzieningformulier autobussen en autocars 48
Bijlage 2 bis: Prijsherzieningsformulier taxi’s 48
Bijlage 3: Model beroepen op draagkracht van een andere entiteit 48
Bijlage 4: Inschrijvingsformulier 49
Bijlage 5 bis: Prijsnazicht (enkel voor autobussen en autocars, niet voor taxi’s) 49
INLICHTINGEN
Aanbestedende entiteit
❑ naam aanbestedende entiteit: Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn1
❑ adres: Ragheno Park - Xxxxxxxxx 00 te 0000 Xxxxxxxx
Inlichtingen i.v.m. het bestek kunnen verkregen worden bij:
❑ naam: Xxxxxx Xxxxxxxxxxx
❑ e-mail: xxxxxx.xxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx
TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING
1. Wet van 17 juni 2016 (BS van 14-07-2016) en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten.
2. Koninklijk besluit van 18 juni 2017 (BS van 23-06-2017) plaatsing overheidsopdrachten in de speciale secto- ren.
3. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 (BS van 14-02-2013) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
4. Wet van 17 juni 2013 (BS van 21-06-2013) en latere wijzigingen betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
5. Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming alsook de ‘Codex over het welzijn op het werk’.
6. Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (BS van 18-09-1996) en latere wijzigingen en haar uitvoeringsbesluiten.
7. De wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.
8. De wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs.
9. Artikel 5 § 2 van de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor Leerlingenver- voer zoals gewijzigd door artikel 6 van het Decreet van 6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting en artikel 3 lid 5 van het Decreet van 31 juli 1990 tot oprichting van de Vlaamse Vervoermaatschappij.
10.Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
11.Het koninklijk besluit van 7 februari 1974 betreffende de wijze waarop de reiskosten van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs ten laste genomen worden door de Staat.
12.Het Besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vor- men van geregeld vervoer, het vervoer voor eigen rekening en het ongeregeld vervoer.
00.Xx algemene omzendbrief leerlingenvervoer NO/2008/02 van 23/05/2008 en latere bijwerkingen.
14.Alle wetten, Koninklijke, Ministeriële en Regeringsbesluiten van kracht op datum van de publicatie van deze opdracht krachtens de welke wijzigingen of aanvullingen aan de bovenvermelde wetgeving werden aange- bracht.
1 De Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn is een publiekrechtelijk extern vormgegeven verzelfstandigd agentschap (Ondernemingsnum- mer: 0242.069.537)
De in dit deel opgesomde toepasselijke reglementering is niet limitatief. De inschrijver wordt geacht alle van toepassing zijnde bepalingen te kennen en in overeenstemming met de van toepassing zijnde regelgeving te handelen.
Elke inschrijver heeft de plicht om de wettigheid van het bestek en de haalbaarheid van de opdracht aan een ernstig onderzoek te onderwerpen. Het niet naleven van deze verplichting wordt beschouwd als een gebrek in de zorgvuldigheidsplicht van de inschrijver en een ernstige beroepsfout.
Door het indienen van een offerte verklaart de inschrijver:
- onvoorwaardelijk de inhoud van het bestek te aanvaarden, de invulling van de onderhandelingspro- cedure zoals deze in het bestek geschreven is te aanvaarden en zelf door de bepalingen ervan ge- bonden te zijn
en
- dat het bestek geen enkele onduidelijkheid, onjuistheid, fouten en/of leemten bevat. Indien een inschrijver in dat verband een bezwaar heeft, dient hij dat schriftelijk en per aangetekend schrijven binnen 7 kalenderdagen na ontvangst van het bestek, bekend te maken aan de aanbestedende en- titeit met omschrijving van de redenen;
en
- uitdrukkelijk en onherroepelijk te verzaken aan zijn algemene en/of bijzondere verkoopsvoorwaar- den;
en
- dat geen enkel persoon die lid is van het bestuur-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, onherroepelijk veroor- deeld is voor het schenden van een verplichte uitsluitingsgrond.
In toepassing van artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State wordt u ervan op de hoogte gesteld dat een verzoekschrift tot nietigverklaring bij de Raad van State kan worden ingediend indien u meent dat het onderhavige bestek onwettig is.
Het verzoekschrift moet, gedateerd en ondertekend, vergezeld worden van het vereiste aantal eensluidend verklaarde afschriften en van een afschrift van de bestreden beslissing en bevat:
• het opschrift 'verzoekschrift tot nietigverklaring' als het niet eveneens een vordering tot schorsing be- vat;
• de naam, hoedanigheid en woonplaats of zetel van de verzoekende partij, en in voorkomend geval, de gekozen woonplaats;
• het voorwerp van het beroep en een uiteenzetting van de feiten en de middelen;
• de naam en het adres van de verwerende partij
De termijn voor het indienen van een beroep bij de Raad van State bedraagt 60 kalenderdagen vanaf de publi- catie of ontvangst van het bestek bij gebreke van publicatie. Op hetzelfde ogenblik als zij haar verzoekschrift indient, stuurt de verzoekende partij een kopie daarvan ter informatie aan de verwerende partij. De verzoe- kende partij mag zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat.
De verzending naar de Raad van State gebeurt bij ter post aangetekende brief naar het volgende adres: Weten- schapsstraat 33 — 0000 Xxxxxxx.
TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN
1. de volgende publicaties voor zover de opdracht werken bevat die er het voorwerp van uitmaken:
- de C.A.O.-bepalingen van toepassing op het personeel tewerkgesteld in de bijzondere vormen van geregeld vervoer, P.C.140.01 toe te passen;
- de C.A.O.-bepalingen van toepassing op het taxibedrijf
2. Alle latere aanvullingen en/of wijzigingen op de bovenvermelde toepasselijke documenten zijn eveneens op deze opdracht van toepassing voor zover ze ten laatste van kracht waren op de datum van de bekend- making van deze opdracht.
AFWIJKINGEN + EVENTUELE MOTIVERING
Hierna volgt de lijst van de bepalingen waarvan voor onderhavige opdracht wordt afgeweken van de bovenver- melde toepasselijke reglementering.
KB van 14 januari 2013 (volgens artikel 9 §4)
- Er wordt afgeweken van artikel 44 - 48 en 155 - middelen van optreden van de aanbestedende entiteit - omdat er in een sanctiesysteem wordt voorzien dat fouten en tekortkomingen, die specifiek zijn voor het leerlingenvervoer, bestraft.
Deze bijzondere straffen zijn noodzakelijk en verantwoord voor deze specifieke opdracht gelet op het be- lang van continuïteit van de werking van de aanbestedende entiteit enerzijds en gelet op het belang van de continue dienstverlening voor de bevolking anderzijds.
- Er wordt afgeweken van artikel 150 - nazicht van de diensten – aangezien de aard van de dienst ertoe leidt dat de vervoerder niet aan de aanbestedende overheid een datum meedeelt waarop de diensten kunnen worden gecontroleerd. De diensten die het voorwerp uitmaken van de opdracht, worden gedurende de ganse duur van het contract continu en onaangekondigd aan controles onderworpen teneinde vast te stellen of de uitvoering ervan beantwoordt aan de voorschriften van het bestek.
- Om een zekere en betrouwbare dienstverlening te waarborgen, wordt er afgeweken van artikel 12 – onder- aanneming. Het is de opdrachtnemer verboden het geheel of een gedeelte van de opdracht toe te vertrou- wen aan een onderaannemer. Elke inbreuk op dit verbod kan aanleiding geven tot de toepassing van de maatregelen van ambtswege.
EERSTE DEEL: ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
1.01 Algemeen
Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht totdat de opdracht is gegund. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 17 juni 2016 (hierna ook kortweg “Wet” genaamd) en het KB van 18 juni 2017 (hierna ook kortweg “KB Plaatsing” genaamd) en latere wijzigingen.
De aanbestedende entiteit ziet erop toe dat deze opdracht wordt uitgevoerd met inachtname van de anti-dis- criminatiewetgeving.
Alle verdachte gedragingen en aanwijzingen van vervalsing van de mededinging door de inschrijver(s) zullen worden gemeld aan de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA).
1.02 Voorwerp van de opdracht
Deze opdracht bestaat uit het uitvoeren van bijzondere vormen van geregeld vervoer voor het ophalen van leerlingen zoals beschreven in bijlage 1 en bijlage 1 bis bij dit bestek.
Zie ook verder in dit bestek, “Derde deel – Contractuele bepalingen – technische specificaties A. Voorwerp”.
1.03 Structuur van de opdracht
1.03.1 Plaatsingsprocedure van de opdracht (art. 124 §1 Wet)
De overeenkomst voor onderhavige opdracht wordt gesloten ingevolge een openbare procedure.
De opdracht bestaat uit diverse ritten. Elke rit wordt als een perceel en dus als een afzonderlijke overheidsop- dracht beschouwd tenzij anders bepaald in bijlage 1.
De opdrachtgever behoudt zich het recht voor sommige percelen wel en andere percelen niet toe te wijzen, hetzij de percelen aan verschillende leveranciers toe te wijzen.
De V.V.M. behoudt zich het recht voor slechts enkele percelen te gunnen en eventueel te besluiten de andere op te nemen in één of meer nieuwe opdrachten die desnoods op een andere wijze zullen worden geplaatst.
De inschrijver is niet verplicht voor elk perceel een offerte in te dienen. De inschrijver mag evenwel slechts 1 offerte per perceel indienen.
De inschrijver mag zijn offertes voor meerdere percelen niet aanvullen met prijskortingen indien die bepaalde percelen hem zouden worden gegund (art. 58 KB van 18 juni 2017).
Bij de beoordeling van het criterium prijs zal geen rekening worden gehouden met de ingediende kortingen voor het behalen van meerdere percelen.
1.03.3 Varianten (art. 136 Wet)
Vereiste varianten
Er zijn geen vereiste varianten.
Vrije varianten
Er zijn geen vrije varianten toegestaan in deze opdracht.
1.03.4 Opties (art. 136 Wet en 56 KB Plaatsing)
Er zijn geen vereiste opties.
1.03.5 Looptijd en mogelijke verlengingen en opzeggingsmodaliteiten (art. 135 Wet)
Elk perceel (dus elke rit) betreft een raamovereenkomst die wordt gesloten met één enkele deelnemer.
De opdrachten, gebaseerd op deze raamovereenkomst, worden aan de deelnemer gegund volgens de voor- waarden en modaliteiten gesteld in deze raamovereenkomst.
Termijn:
Elk perceel betreft een raamovereenkomst voor zowel gewone bussen als voor bussen uitgerust met lift voor rolwagens alsook voor de taxi’s die ingaat op 1 september 2022 en eindigt op het einde van het schooljaar zijnde 31 augustus 2023.
Elke raamovereenkomst is vervolgens verlengbaar met telkens 1 jaar, met een maximum aantal verlengingen van 3 keer en waarbij met de verlenging van een jaar een schooljaar wordt bedoeld.
Elke verlenging door de opdrachtgever gebeurt via een aangetekende zending, minstens 3 maanden voor de jaarlijkse vervaldatum van de raamovereenkomst.
Wij vestigen de aandacht op de recente ontwikkelingen in het beleid van de Vlaamse regering inzake basisbe- reikbaarheid, zoals beschreven in de conceptnota van 18 december 2015 aan de Vlaamse regering. De Vlaamse regering ziet met name vier ‘vervoerlagen’ om basisbereikbaarheid te realiseren, namelijk: treinnet, kernnet, aanvullend net en vervoer op maat. Het is ten tijde van de opmaak van onderhavig bestek nog niet duidelijk hoe het vervoer op maat – waartoe het leerlingenvervoer behoort – in de toekomst zal ingevuld worden.
Het is dus mogelijk dat als gevolg van voormelde beleidsontwikkelingen deze overheidsopdracht tijdens de uit- voeringsfase ervan door de huidige aanbestedende overheid (Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn) dient te worden overgedragen aan een andere, door de Vlaamse overheid nog te bepalen aanbestedende overheid.
In geval van een dergelijke overdracht zullen de essentiële voorwaarden van de opdracht behouden blijven.
De bestaande overeenkomsten kunnen – mits een opzegtermijn van 30 kalenderdagen - zonder enige vorm van schadevergoeding voortijdig opgezegd worden:
a) door de opdrachtgever:
- bij grondige reorganisatie van het vervoer;
- wanneer de vervoerder tijdens de duur van het contract, binnen een termijn van 2 maanden, niet kan ingaan op de vraag om een voertuig in te zetten uitgerust met een lift voor rolwagens;
- Wanneer de vervoerder niet binnen de 3 maand kan voorzien in het uitvoeren van de rit met een voertuig met een hogere of lagere capaciteit;
- Wanneer de vervoerder niet binnen de 3 maand kan voorzien in het uitvoeren van de rit met een korter voertuig.
b) door de vervoerder:
- bij grondige reorganisatie van het vervoer:
- bij een contractuele kilometerwijziging van minstens 20% die ingaat vanaf de eerste vervoermaand na de gunning, te betekenen binnen de termijn van 3 maanden vanaf de ingangsdatum van het contract;
- bij een contractuele kilometerwijziging van minstens 40% (in min of in plus) t.o.v. het oorspronkelijk contrac- tueel bepaald vermoedelijk aantal kilometers:
Onder grondige reorganisatie wordt verstaan:
- het inleggen van nieuwe ritten of het afbouwen van vervoerovereenkomsten die aanleiding geven tot con- tractuele kilometerwijzigingen van meer dan 20%, capaciteitswijzigingen en/of ingrijpende trajectwijzigingen op bestaande ritten;
- een wijziging van de huidige reglementering op het leerlingenvervoer die een invloed heeft op het aantal leerlingen waarvoor het departement onderwijs tussenkomt in de vervoerkosten.
Plaats:
De dienstverlening gebeurt op de plaatsen zoals omschreven in bijlage 1 van dit bestek.
1.04 Selectie van de inschrijvers : Uitsluitingsgronden & Kwalitatieve selectie
De aanbestedende entiteit gaat over tot de beoordeling van de offertes van de inschrijvers in de mate dat de noodzakelijke inlichtingen en documenten aantonen dat deze zich niet in een staat van uitsluiting bevinden, zoals verder bepaald.
1.04.2 Uniform Europees Aanbestedingsdocument (art. 46 KB Plaatsing)
De inschrijver is verplicht het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) behoorlijk in te vullen en bij zijn offerte te voegen.
Richtlijnen bij het invullen van het UEA
- Ga naar de website: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en kies uw taal.
- Op de vraag 'Wie bent u' antwoordt u 'Ik ben een ondernemer'.
- Op de vraag 'Wat wilt u doen' antwoordt u 'Een UEA antwoord aanmaken'.
- Selecteer uw land en klik op 'Volgende'.
- Doorloop het formulier en antwoord op de vragen in de onderdelen 'Procedure' en 'Uitsluiting'.
- Betreffende deel IV van het UEA (selectie), mag u 'Nee' antwoorden op de vraag 'Wilt u de selectiecri- teria van A tot en met D gebruiken?’ U dient wel op de vraag te antwoorden in het vak ‘Algemene aan- wijzing voor alle selectiecriteria’.
- Zodra het volledige formulier ingevuld is, klikt u op 'Overzicht' onderaan de pagina. Het door u inge- vulde UEA wordt weergegeven en kan worden gedownload in PDF formaat om vervolgens bij uw of- ferte te voegen.
Percelen
Wanneer de opdracht in percelen is verdeeld en de selectiecriteria van perceel tot perceel verschillen, moet voor elk perceel (of elke groep percelen waarvoor dezelfde selectiecriteria gelden) een UEA worden ingevuld.
Deelname door een combinatie (art. 48 KB Plaatsing)
Indien een combinatie deelneemt aan de procedure, moet dit worden aangeduid in deel II.B (Informatie over de vertegenwoordigers van de ondernemer) van het UEA.
Daarnaast moet voor elk lid van de deelnemende combinatie een afzonderlijk UEA worden ingediend met daarin de in de delen II tot en met V gevraagde gegevens.
Beroep op draagkracht van een andere entiteit
Wanneer de inschrijver zich wenst te beroepen op de draagkracht van een andere entiteit om te voldoen aan de vereisten van het bestek, dient hij dit aan te geven in deel II, C van het UEA.
Bijkomend moet voor elke betrokken entiteit op wiens draagkracht men beroep doet, een afzonderlijk UEA wor- den ingediend met de informatie die wordt gevraagd in de afdelingen A en B van deel II en deel III. Dit formulier moet door de betrokken entiteiten naar behoren worden ingevuld en door hen worden ondertekend.
De bepaling om een afzonderlijk UEA in te vullen, geldt ook wanneer het gaat om niet rechtstreeks tot de on- derneming van de inschrijver behorende technici of technische organen, in het bijzonder die welke belast zijn
met de kwaliteitscontrole en, in het geval van overheidsopdrachten voor werken, de technici of technische or- ganen die de ondernemer ter beschikking zullen staan om de werkzaamheden uit te voeren.
Voor zover dit relevant is voor de specifieke draagkracht waarop de ondernemer steunt, vermeldt voor elk van de betrokken entiteiten de informatie bedoeld in de delen IV en V.
Op eenvoudig verzoek van de aanbestedende entiteit zal de inschrijver de bedoelde certificaten, attesten en andere vormen van bewijsstukken die hij in het UEA opneemt aan haar verstrekken.
1.04.3 Deelname van landen buiten de Europese Unie
De inschrijver uit een derde land buiten de Europese Unie mag enkel een offerte indienen, mits hij zich daar- voor kan beroepen op een internationaal verdrag of een akte van een internationale instelling, met inachtne- ming van de perken en de voorwaarden bepaald in de betrokken akte.
1.04.4 Deelname door een combinatie (art. 69 en art. 52 §1 lid 2 KB Plaatsing)
In geval een inschrijver de vorm van een combinatie van ondernemers aanneemt, dient elk lid van de combinatie het bewijs te leveren dat hij niet valt onder de uitsluitingsgronden voor deze opdracht, zoals voorzien in het bestek. De deelnemers aan een combinatie zullen bovendien hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de Uitvoering van de Opdracht.
1.04.5 Uitsluitingsgronden (art. 151 Wet en art. 67-e.v. KB Plaatsing)
Verplichte uitsluitingsgronden (art. 67 Wet):
Tenzij de inschrijver overeenkomstig artikel 70 van de Wet aantoont toereikende maatregelen te hebben geno- men om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, wordt overeenkomstig artikel 67 van de Wet de inschrijver in elk stadium van de plaatsingsprocedure uitgesloten wanneer de aanbestedende entiteit heeft vastgesteld, of an- derszins ervan op de hoogte is, dat deze inschrijver door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is voor één van de volgende misdrijven:
1° deelname aan een criminele organisatie; 2° omkoping;
3° fraude;
4° witwassen van geld en financiering van terrorisme;
5° terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit;
6° kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel;
7° het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
Uitsluitingsgronden i.v.m. sociale en fiscale schulden (art. 68 Wet):
De aanbestedende entiteit sluit een inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit wanneer de in- schrijver niet blijkt te voldoen aan zijn verplichtingen tot betaling van:
- belastingen; en/ of
- bijdragen van de sociale zekerheid.
Facultatieve uitsluitingsgronden (art. 69 Wet):
Overeenkomstig artikel 69 van de Wet kan de inschrijver in elk stadium van de plaatsingsprocedure worden uitgesloten indien deze valt onder één van de volgende bepalingen:
1° de aanbestedende entiteit kan met elk passend middel aantonen dat de inschrijver de in artikel 7 van de wet genoemde toepasselijke verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden.
De inschrijver verbindt zich, door de ondertekening van zijn offerte, tot het eerbiedigen en het toezien doorheen de hele toeleveringsketen op het naleven van de onderstaande normen. Dit als aanvulling op de normen die zijn opgenomen onder artikel 7 van de Wet:
A. De fundamentele mensenrechten uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM).
B. Het Internationaal Verdrag van 20 november 1989 inzake de Rechten van het Kind, inzonderheid het artikel 32 betreffende de bescherming tegen kinderarbeid.
C. Nationale wetgeving (in het geval deze hogere of gelijkwaardige normen oplegt dan diegene die zijn opgenomen in bijlage II van de Wet of de hierboven beschreven internationale normen)
Het niet naleven van de in bijlage II van de Wet en hierboven vermelde verdragen zal dus worden be- schouwd als een ernstige schending van het sociaal- en/of arbeidsrecht in de zin van artikel 7 van de Wet.
2° in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerech- telijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
3° wanneer de aanbestedende entiteit kan aantonen, met elk passend middel, dat de inschrijver in de uit- oefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken;
4° wanneer de aanbestedende entiteit over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, lid 2 van de Wet. Het uitwisselen van informatie tussen concurrenten met het oog op de coördinatie van de in- houd van aanvragen tot deelneming en offertes is dan ook ten strengste verboden;
Het uitwisselen van informatie tussen concurrenten is dan ook ten strengste verboden.
5° wanneer een belangenconflict in de zin van artikel 6 van de Wet niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen;
6° wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de inschrijver bij de voorbereiding van de plaat- singsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen;
7° wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uit- voering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambts- halve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties;
Zonder limitatief te zijn, beschouwt De Lijn volgende zaken als een tekortkoming bij de uitvoering van de opdracht:
• Zonder toestemming van De Lijn afwijken van het bestek, andere opdrachtdocumenten of de bevelen van De Lijn;
• Het beledigen of bedreigen van De Lijn of haar personeelsleden;
• Het misleiden of bedriegen van De Lijn of haar personeelsleden;
• Het herhaaldelijk begaan van gelijkaardige of verschillende lichte fouten;
• Afleggen van valse verklaringen;
• Het niet naleven of overtreden van onder meer de artikelen 16, 18, 24§1, 38/13, 38/18, 65 §3 en 78 van het KB AUR tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrach- ten;
• Het weigeren om (een deel van) de opdracht uit te voeren zonder gegronde reden die de ver- dere uitvoering van de opdracht onmogelijk of gevaarlijk maakt;
• De prestaties niet zodanig laten vorderen zodat de opdracht of delen van de opdracht op de bepaalde datum of data niet volledig zullen worden voltooid;
• Elk feit dat aanleiding heeft gegeven tot het opleggen van een ambtshalve maatregel in deze of een andere overheidsopdracht;
• Het nalaten van het tijdig melden van feiten, bezwaren of problemen die de goede uitvoering van de opdracht in het gedrang brengen en die de opdrachtnemer kende of had moeten kennen gelet op zijn beroepskennis of –ervaring, zelfs wanneer kan aangetoond worden dat de aanbe- stedende entiteit of diens vertegenwoordiger kennis had of had moeten hebben van deze fei- ten, bezwaren of problemen;
• Gebreken in de leiding van en het toezicht op de uitvoering van de opdracht;
• Het (on)bewust geheel of gedeeltelijk niet volledig naleven, dan wel het miskennen, van de internationale, Europese en nationale regelgeving die van toepassing is op het verwerken van persoonsgegevens in het algemeen en van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in het bijzonder;
8° wanneer de inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het ver- strekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de onder- steunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen;
9° wanneer de inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende entiteit on- rechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voorde- len in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning.
Indien een inschrijver zich in één van voormelde uitsluitingsgronden bevinden, kan hij in elk stadium van de plaatsingsprocedure worden uitgesloten.
De aanbestedende entiteit kan in elk stadium van de procedure, met alle middelen die zij dienstig acht inlichtin- gen inwinnen over de uitsluitingsgronden van om het even welke inschrijver.
De inschrijver dient alle gevraagde attesten en documenten aan zijn offerte toe te voegen. Hij kan zich niet beroepen op attesten of andere documenten die hij in het kader van een vorige procedure reeds heeft overge- maakt.
1.04.6 Selectiecriteria (art. 70 e.v. KB Plaatsing)
De inschrijver dient over alle wettelijk verplichte toelatingen, licenties, vergunningen, erkenningen e.d. te be- schikken die vereist zijn voor de uitvoering van de activiteiten beoogd door deze opdracht.
De inschrijver dient zo o.m. te bewijzen dat hij beschikt over voldoende technische en beroepsbekwaamheid.
Hiertoe dient de inschrijver bij inschrijving op 1 of meerdere percelen volgende documenten/bewijzen bij zijn offerte te voegen:
1) De inschrijvers dienen m.b.t. de inzet van autocars en autobussen aan te tonen dat zij voldoen aan Ver- ordening nr. 1071/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 oktober 2009: hetzij door
a) werkelijk en op duurzame wijze in een lidstaat gevestigd zijn; b) betrouwbaar zijn; c) voldoende finan- ciële draagkracht bezitten, en d) de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Zij bewijzen dit:
- hetzij door toevoeging van een rechtsgeldige Vergunning Toegang tot het Beroep, dit conform het Be- sluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2010. Wanneer de titularis van de vergunning Toegang tot het Beroep een ander persoon is dan diegene die de offerte ondertekent, zal de inschrijver een ver- klaring aan het attest toevoegen waaruit op voldoende wijze de binding tussen de inschrijver en de titularis blijkt (vennoot-beheerder-zaakvoerder) (Besluit van Vlaamse Regering 23 december 2010);
- hetzij door toevoeging van een communautaire vergunning afgeleverd door de FOD Mobiliteit; waarbij de inschrijver evenveel afschriften hiervan bijvoegt als dat hij voertuigen voor deze opdracht opgeeft; hetzij door a) werkelijk en op duurzame wijze in een lidstaat gevestigd zijn; b) betrouwbaar zijn; c) vol- doende financiële draagkracht bezitten, en d) de vereiste vakbekwaamheid bezitten;
- hetzij door toevoeging van een gelijkwaardige vergunning afgeleverd door een ander gewest; waarmee aangetoond wordt dat de inschrijver a) werkelijk en op duurzame wijze in een lidstaat gevestigd is; b) betrouwbaar is; c) voldoende financiële draagkracht bezit, en d) de vereiste vakbekwaamheid bezit. Het woord gelijkwaardig veronderstelt dat het een vergunning is die voldoet aan de Verordening 1071/2009;
- hetzij door toevoeging van een communautaire vergunning die is afgeleverd door een andere lidstaat.
2) De opdrachtnemer dient, voor zo ver een perceel dient gereden te worden met taxi’s, een kopie van de gemeenteraadsbeslissing waarin het bedrijf een taxivergunning wordt verleend te voegen aan zijn of- ferte.
Ingeval er wijzigingen optreden aan deze vergunning (bv. schorsing/intrekking) moet De Lijn hierover onmiddellijk per mail geïnformeerd worden door de opdrachtnemer met vermelding van reden en eventueel duurtijd.
Het niet informeren van De Lijn leidt tot onmiddellijke verbreking van de opdracht.
De opdrachtnemer moet voor elk van de regio’s of subregio’s waarbinnen het vervoerprestaties wil le-
veren de hierboven vermelde taxivergunning kunnen voorleggen.
3) De inschrijver dient te bewijzen dat hij voor elke rit over voldoende chauffeurs beschikt. Meer bepaald dient hij te bewijzen dat hij voor elke rit over minstens 1 chauffeur beschikt die de rit zal uitvoeren en 1 extra back-up chauffeur voor het geval de eerste chauffeur niet kan rijden. Hiertoe voegt de inschrijver per perceel/rit een lijst van het rijdend personeel alsook van het backup personeel.
4) De inschrijver dient te bewijzen dat hij voor elke rit over voldoende voertuigen beschikt. Meer bepaald dient hij te bewijzen dat hij voor elke rit (en dus voor elk perceel) over minstens volgend aantal voer- tuigen beschikt: 1 contractueel voertuig die aan de voorwaarden voldoet
Hiertoe voegt de inschrijver bij zijn offerte voor elk perceel en voor elk voertuig een fotokopie van:
o het inschrijvingsbewijs of het kentekenbewijs,
o het identificatieverslag van het voertuig
o het recentste groene keuringsbewijs
o het goedkeuringsattest betreffende de aanpassing van een auto (GOCA-15/10/96-FM819-AN) indien van toepassing
Indien de inschrijver bij de gunning nog niet beschikt over dit inschrijvingsbewijs, dan mag hij deze ver- vangen door een verklaring of document waaruit op voldoende wijze blijkt dat het voertuig, dat voldoet aan de vereiste specificaties, ter beschikking zal zijn bij aanvang van de vervoerdienst;
Dit geldt eveneens voor het goedkeuringsattest betreffende de aanpassing van een auto (GOCA- 15/10/96-FM819-AN)
Indien de inschrijver prijs wil indienen voor meerdere percelen, en opdat het geheel van de percelen hem zou- den kunnen worden gegund, dient de inschrijver te voldoen aan alle gecumuleerde kwalitatieve selectiecriteria van elk van deze percelen.
Bovendien, indien de gecumuleerde selectiecriteria van het aantal percelen waarvoor de inschrijver als beste gerangschikt staat nà de evaluatie van de offertes, de capaciteit van de inschrijver inzake kwalitatieve selectie- criteria te boven gaat, zullen slechts het aantal percelen aan de inschrijver gegund worden die hem zullen toe- laten om de opdracht uit te voeren conform de opdrachtdocumenten.
1.04.7 Beroepen op draagkracht andere entiteiten (art. 150 Wet en 72§2 en §3 KB Plaatsing)
Indien de inschrijver zich wenst te beroepen op de economische en financiële draagkracht en/of op de techni- sche en beroepsbekwaamheid van andere entiteiten dient hij aan te tonen dat hij over de noodzakelijke midde- len voor de uitvoering van de opdracht zal beschikken door middel van een verbintenis met deze entiteit. Deze verbintenis moet ondertekend zijn door de perso(on)en die bevoegd of gemachtigd is/zijn om de betrokken entiteit rechtsgeldig te vertegenwoordigen en te verbinden. De documenten waaruit de handtekenbevoegdheid van de ondertekenaar(s) blijkt, dienen bijgevoegd te worden.
Indien een inschrijver een beroep doet op de draagkracht van derden voor het vervullen van de economische en financiële criteria zijn de inschrijver en deze derde(n) hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de op- dracht. Deze hoofdelijkheid dient schriftelijk te worden aanvaard door de entiteit op wiens draagkracht men beroep doet om uitwerking te hebben. Bij gebrek aan schriftelijke aanvaarding van de hoofdelijkheid kan de inschrijver zich niet op een dergelijke draagkracht beroepen en zal de offerte onregelmatig worden verklaard.
Wat betreft de criteria inzake studie- en beroepskwalificaties van de dienstverlener of van de titularis of van het leidinggevend personeel van de onderneming, of de criteria betreffende de overeenstemmende beroeps- ervaring, kan de inschrijver slechts beroep doen op de capaciteiten van andere entiteiten, wanneer deze laat- ste de diensten waarvoor hun capaciteiten vereist zijn zelf uitvoeren of leveren. Indien een inschrijver wenst beroep te doen op de capaciteiten van andere entiteiten, levert hij de aanbestedende entiteit het bewijs dat hij over de nodige middelen beschikt, bijvoorbeeld door middel van de verbintenis hiertoe met deze entiteiten over te maken.
Voor het “beroepen op de draagkracht van een andere entiteit” is een modeldocument voorzien in bijlage 3.
In geval de inschrijver zich beroept op de draagkracht van één of meerdere andere entiteiten om te voldoen aan de selectiecriteria omschreven in het bestek, dient voor elk van deze andere entiteiten het bewijs geleverd te worden dat zij niet onder de uitsluitingsgronden van deze opdracht vallen.
1.05 Gunningcriteria van de opdracht (art. 153 Wet)
Voorafgaandelijk
Belangrijk: enkel de offertes van de inschrijvers die beantwoorden aan de selectiecriteria, zoals opgenomen in de opdrachtdocumenten, zullen geanalyseerd worden naar hun regelmatigheid overeenkomstig de bepalingen van art. 74 van het KB. Enkel de regelmatig bevonden offertes zullen geëvalueerd worden op basis van de gun- ningcriteria voorzien in deze sectie.
Elke offerte die bovendien afwijkt van de minimale eisen en vereisten die in dit bestek als substantieel worden aangemerkt, is substantieel onregelmatig en zal worden nietig verklaard.
Gunningcriteria
De aanbestedende entiteit zal voor elke regelmatige offerte beslissen welke offerte de economisch meest voordelige offerte is, louter gebaseerd op de aangeboden prijs.
De regelmatige offerte met de laagste prijs wordt het desbetreffende perceel gegund.
1.06 Prijsvaststelling en -bestanddelen
In de inventaris zijn verschillende soorten posten opgenomen. De betekenis van de posten wordt hieronder toegelicht.
VH = Vermoedelijke Hoeveelheid.
De aanbestedende entiteit is niet in de mogelijkheid om een exacte inschatting te maken van alle hoeveelheden die zij zal bestellen, om volgende redenen:
• omwille van de onvoorzienbaarheid en onvoorspelbaarheid van bepaalde omstandigheden (COVID- 19,,…);
en/of
• omwille van het feit dat de noden van de aanbestedende entiteit variëren in functie van haar behoeftes; De opgegeven hoeveelheden in de inventaris zijn louter indicatief. De opdrachtnemer zal nooit enige schadevergoeding kunnen vorderen voor het feit dat deze hoeveelheden niet werden besteld. Enkel de reële prestaties worden in rekening gebracht.
1.06.2 Heffingen – BTW (art. 37 KB Plaatsing)
De BTW is niet in de eenheidsprijzen begrepen.
1.06.3 Elementen die in de prijzen zijn begrepen (art. 40 §3 KB Plaatsing)
In de bepalingen vermeld in het artikel 40 §3 van het KB plaatsing wordt de inschrijver er uitdrukkelijk aan her- innerd dat alle bijdragen of andere kosten, werken en maatregelen, verbonden aan de uitvoering van de op- dracht, geacht worden begrepen te zijn in de eenheidsprijzen en de globale prijzen van de inventaris, zoals onder meer:
1° de administratie en het secretariaat;
2° de verplaatsing, het vervoer en de verzekering;
3° de documentatie die met de diensten verband houdt;
4° de levering van documenten of stukken die inherent zijn aan de uitvoering; 5° de verpakkingen;
6° de voor het gebruik noodzakelijke vorming;
7° in voorkomend geval, de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers worden opgelegd voor de uitvoering van hun werk.
8° Alle elementen zoals opgesomd in bijlage 5bis (enkel in te vullen bij een perceel waarbij autobussen of autocars worden ingezet).
1.07 Opmaak van de offerte (art. 75 KB Plaatsing)
De offerte en de inventaris worden opgemaakt op de daartoe bestemde documenten van het bestek.
Elke offerte die op een ander document is opgemaakt valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de in- schrijver.
1.07.1 Gebruik der talen (art. 60 KB Plaatsing)
In overeenstemming met de wetgeving zal voor de offerte en voor alle bijlagen het Nederlands gebruikt wor- den, met uitsluiting van iedere andere taal. Dientengevolge zal alle correspondentie eveneens in het Neder- lands gevoerd worden.
De aanbestedende entiteit kan aan de inschrijver een vertaling vragen van de bijlagen en/of documenten in het kader van het nazicht van de uitsluitingsgronden, selectiecriteria, statuten, akten en inlichtingen die in een andere taal gesteld zijn dan die van de aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, van de andere opdrachtdocumenten.
1.07.2 Verbintenistermijn (art. 64 KB Plaatsing)
De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, wordt voor onderhavige op- dracht op 90 kalenderdagen gebracht.
1.07.3 Deelname door een combinatie (art. 52 KB Plaatsing)
In geval van een combinatie van ondernemingen (met inbegrip van alle tijdelijke samenwerkingverbanden tussen ondernemingen) dient de offerte ondertekend te worden door elke (rechts)persoon die lid is van deze combinatie. De ondertekening dient te gebeuren door een persoon (of personen) die gemachtigd is om de betrokken (rechts)persoon te verbinden.
Elk lid is hoofdelijk aansprakelijk voor de goede uitvoering van de opdracht. De offerte dient ondertekend te worden door hetzij:
- Alle leden van de combinatie.
Voor elk lid van de combinatie dienen de bewijsstukken te worden toegevoegd dat de ondertekenaar bevoegd is om de offerte te ondertekenen;
Hetzij:
- Een gevolmachtigde.
De volmacht dient te worden toegevoegd aan de offerte, tezamen met de bewijsstukken voor elk lid van de combinatie dat zij bevoegd zijn om een volmacht toe te kennen.
De deelnemers aan een combinatie zijn gehouden tot het aanduiden van diegene onder hen die de combinatie vertegenwoordigen ten opzichte van de aanbestedende entiteit.
1.07.4 Bij de offerte toe te voegen documenten (art. 76 KB Plaatsing)
De inschrijver dient volgende documenten te voegen bij zijn offerte.
🡺 Met betrekking tot de uitsluitingsgronden:
Volgende attesten zal de aanbestedende entiteit zelf opzoeken, voor zover deze attesten raadpleegbaar zijn in Telemarc/Digiflow:
- R.S.Z.-attest voor personeel dat onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid;
- attest FOD Financiën. Om aan te tonen dat aan de Belgische fiscale verplichtingen is voldaan.
Een buitenlandse inschrijver dient de nodige attesten van de betreffende bevoegde overheid in zijn land van vestiging te bezorgen waaruit blijkt dat hij voldoet aan:
- de verplichtingen van de sociale zekerheid;
- de fiscale verplichtingen.
Het bewijs dat men zich niet schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast: uittreksel strafregister (max. 6 maanden oud). Dit uittreksel dient zowel voor de inschrijver zelf, als voor de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de inschrijver of voor de personen die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben, te worden aangeleverd. Dit attest wordt voor Belgische natuurlijke personen uitgereikt door de dienst bevolking of door de politiezone en voor Belgische rechtspersonen door de FOD Justitie (Dienst Centraal Strafre- gister). Onder de begrippen “leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan” en “personen die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben” wor- den, voor de hiernavolgende ondernemingsvormen, de volgende personen verstaan: • Een buitenlandse inschrijver dient een gelijkaardig attest toe te voegen van de in zijn land hiertoe bevoegde instantie. |
Voor de niet-Belgische ondernemer: een attest van de bevoegde overheid in zijn land van ves- tiging, dat betrekking heeft op de verplichtingen van de sociale zekerheid en dat aantoont dat hij hieraan voldoet (max. 6 maanden oud op de uiterste datum van ontvangst van de aanvragen tot deelneming). |
Voor de niet-Belgische ondernemer: een attest van de bevoegde overheid in zijn land van ves- tiging waaruit blijkt dat hij voldoet aan de verplichtingen van dit betreffende land inzake beta- ling belastingschulden (max. 6 maanden oud op de uiterste datum van ontvangst van de aan- vragen tot deelneming). |
Deze attesten dienen bij de offerte te zitten of worden bezorgd vóór de opening.
🞎
NV | BV | CV | VZW |
Bestuurders | |||
Leden raad van toe- zicht | |||
Leden directieraad | |||
Gedelegeerden tot het dagelijks bestuur |
🞎
🞎
🡺 Met betrekking tot de gunningcriteria, technische specificaties en andere documenten om de offerte te kunnen beoordelen:
🞎 | Per perceel/rit: Het inschrijvingsformulier (bijlage 4) en prijsopgave (bijlages 5) (FOR/AL/10.1/02/006 en FOR/AL/10.1/02/007) beiden behoorlijk ingevuld en met de identifi- catie van de inschrijver (handelsnaam, rechtsvorm, nationaliteit, maatschappelijke zetel, re- keningnummer voor betalingen, BTW-nummer, nationaliteit tewerkgesteld personeel, bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid) Opgelet :elke rit wordt als een afzonderlijke overheidsopdracht (= perceel) beschouwd tenzij anders bepaald in bijlage 1. Voor elke rit zal de vervoerder aldus 1 afzonderlijke prijsofferte indienen via het inschrijvings- formulier en de prijsopgave in de bijlage 5 (FOR/AL/10.1/02/006 en FOR/AL/10.1/02/007). |
🞎 | Per perceel/rit: Het document voor nazicht van de prijzen bij percelen waarbij autobussen of autocars worden ingezet, dus NIET voor taxi’s, (bijlage 5 bis) (FOR/AL/10.1/02/008). De prijs vermeld op bijlage 5 zal gelden in geval van tegenspraak met de prijs vermeld op bijlage 5 bis. Opgelet : dit geldt voor elke rit/perceel. Voor elke rit (d.w.z. per afzonderlijke overheidsop- dracht/perceel) zal de vervoerder dus naast 1 afzonderlijk inschrijvingsformulier en prijsop- gave (bijlage 5) informatie verschaffen over de samenstellende elementen en berekeningen die het nazicht van de prijzen mogelijk moeten maken, in bijlage 5 bis (FOR/AL/10.1/02/008). |
🞎 | De handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon. Tevens dienen de nodige documen- ten waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden (uittreksel statuten, delega- ties,…) toegevoegd te worden. De offertes die door gevolmachtigden wordt ingediend, moet vermelden namens welke on- derneming deze gevolmachtigden handelen. De gevolmachtigden voegen bij hun offerte een authentieke of onderhandse akte (= door firma zelf opgesteld document dat ondertekend en gedateerd is) die hen daartoe machtigt (dus de volmacht zelf), of een eensluidend verklaarde kopie van die akte of onderhandse akte die hen daartoe machtigt (bijvoorbeeld: uittreksel uit de neergelegde en gepubliceerde statuten en/of delegatiebeslissingen van de daartoe be- voegde organen). Tevens dienen de nodige documenten waaruit blijkt dat de volmachtgever de bevoegdheid heeft om de onderneming te binden (uittreksel statuten, delegaties,…) toegevoegd te worden. |
1.07.5 Verbetering vermoedelijke en forfaitaire hoeveelheden (art. 77 KB Plaatsing)
De inschrijver kan, rekening houdende met de opdrachtdocumenten, zijn beroepskennis of persoonlijke vast- stellingen, verbeteringen voorstellen voor:
1° de fouten die hij ontdekt in de forfaitaire hoeveelheden;
2° de fouten die hij ontdekt in de vermoedelijke hoeveelheden op voorwaarde dat de voorgestelde verbe- tering minstens 10% (tien percent) in meer of in min van de hoeveelheid van de post in kwestie bedraagt;
3° de leemten in de inventaris.
Hij voegt bij zijn offerte een nota ter verantwoording van alle voorgestelde verbeteringen.
1.07.6 Fouten en leemten (art. 79 KB Plaatsing)
Indien de inschrijver in de opdrachtdocumenten zodanige fouten of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld, althans ten minste TIEN kalenderdagen vóór de dag van de opening van de offertes, schriftelijk kennis aan de aanbestedende entiteit, behoudens zo de inkorting van de termijn voor het indienen van de offertes niet toe- laat deze voorwaarden na te leven.
De berichten en terechtwijzingen, bekend gemaakt in het Bulletin van de Aanbestedingen en desgevallend in het Publicatieblad van de Europese Unie die betrekking hebben op de opdrachten in het algemeen of enkel op onderhavige opdracht, maken integraal deel uit van de contractuele bepalingen.
1.07.7 Onmogelijkheid zich te beroepen op fouten of leemten na opening (art. 80 KB Plaatsing)
Na de, eventueel verlengde, uiterste datum tot het indienen van offertes heeft de inschrijver niet meer het recht om zich te beroepen op fouten of leemten die voorkomen in de inventaris, zoals verstrekt door de aanbeste- dende entiteit.
Bovendien kan hij zich vanaf dat ogenblik niet meer beroepen op vormgebreken, fouten of leemten in zijn of- ferte.
De inschrijver is bovendien aansprakelijk voor alle directe en indirecte schade die ontstaat wegens vormgebre- ken, fouten of leemten in zijn offerte alsmede voor het niet opmerken van vormgebreken, fouten of leemten in de opdrachtdocumenten, zoals verstrekt door de aanbestedende entiteit, en die hij gelet op zijn deskundigheid of die van zijn onderaannemers had moeten melden aan de aanbestedende entiteit, voorafgaand aan het indie- nen van zijn offerte.
1.07.8 Prijsopgave en nazicht van de prijzen (art. 33 KB Plaatsing)
Prijsopgave:
Voor deze opdracht is een forfaitaire dagprijs voorzien, die het geheel van de dagelijkse vervoerprestaties dekt. Deze dagprijs kan worden gewijzigd volgens de modaliteiten, bepaald in artikel 2.14.3. (prijsherziening) van dit bestek.
De prijzen dienen in de offertes te worden vermeld zonder BTW en dienen te worden opgegeven in EUR tot 2 decimalen na de komma. Het aan te rekenen btw tarief dient evenwel afzonderlijk te worden vermeld.
De prijsopgave (bijlage 5) (FOR/AL/10.1/02/007) wordt naast een notering in cijfers, tot 2 decimalen na de komma, ook voluit in letters geschreven.
Ook in het document voor nazicht van de prijzen (bijlage 5 bis) (FOR/AL/10.1/02/008) dient de aangeboden prijs zowel in cijfers, tot 2 decimalen na de komma, als in letters te worden neergeschreven. In geval van te- genstrijdigheid tussen de notering in cijfers en letters zal artikel 42 van het KB van 18 juni 2017 worden toege- past. Indien dit onvoldoende uitsluitsel brengt, zal voorrang worden gegeven aan de notering in letters.
Nazicht van de prijzen:
Voor elke rit zal de vervoerder naast 1 afzonderlijke prijsopgave (bijlage 5) informatie verschaffen over de sa- menstellende elementen en berekeningen die het nazicht van de prijzen mogelijk moeten maken, in bijlage 5 bis. Zie hierover ook artikel 1.07.4 (verplicht bij te voegen documenten) van dit bestek.
De inschrijvers moeten, vóór het gunnen van de opdracht, alle nodige inlichtingen verschaffen om het onder- zoek van de geboden prijzen mogelijk te maken.
Zij geven informatie over de samenstellende elementen en de berekening van de prijs (zie bijlage 5 bis).
1.08 Indiening van de offerte (art. 50 KB Plaatsing)
De indiening van de offerte dient te gebeuren op de volgende wijze:
Elektronisch via de e-tendering website xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 14 §7 van de Wet. Indien de indiening op een andere manier gebeurt dan via E-ten- dering, wordt deze als absoluut nietig beschouwd.
Voor de met elektronische middelen opgestelde offerte mogen volgende bestandsformaten worden gebruikt: MS-Word of MS Excel. Indien voor het geheel of delen van de offerte een ook afdrukbaar PDF-formaat wordt ingediend dan moeten de op die wijze ingediende bestanden tevens in een ander of het originele bewerkbaar bestandsformaat worden ingediend. Aan de inschrijver wordt gevraagd voor de bestandsbenaming van de of- ferte en haar bijlagen zoveel mogelijk relevante omschrijvingen te gebruiken die verwijzen naar onderdelen van het bestek of bijlagen ervan en die ook de firmanaam van de inschrijver of een afkorting ervan bevatten en dit op volgende wijze:
Ritnummer_Naam document_Firmanaam.
Correcte ondertekening van de offerte
Wanneer gesproken wordt van een elektronische ondertekening of handtekening, dient steeds een geavan- ceerde of gekwalificeerde elektronische ondertekening of handtekening te worden begrepen.
Bij het indienen van de offerte via het e-tendering platform zal de inschrijver gevraagd worden het indienings- rapport elektronisch te ondertekenen. De elektronische ondertekening van het indieningsrapport is de enige correcte wijze om een offerte te ondertekenen. Het individueel ondertekenen van de documenten die de of- ferte uitmaken is niet langer nodig en zal ook niet worden aanvaard als een geldige elektronische handtekening van de offerte.
Deze elektronische handtekening moet geplaatst worden door de persoon of de personen die de inschrijver kunnen vertegenwoordigen of verbinden. Een elektronische handtekening van een ander persoon (of perso- nen) zal als niet geldig worden beschouwd. Zelfs indien de ingescande documenten de handtekening dragen van de bevoegde persoon of personen.
De maximale grootte per document is 80MB. Een te groot document kan u opsplitsen in meerdere deeldocu- menten. Het geheel van alle documenten mag evenwel niet groter zijn dan 350MB.
In geval van onbeschikbaarheid van het platform of vragen over e-procurement, dient u contact op te nemen met de helpdesk van public procurement. De contactgegevens en openingsuren zijn terug te vonden op vol- gende website: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxx/xxxxxx-xxxx-x-xxxxxxxxxxx.
Voor een toelichting omtrent het elektronisch indienen van offertes via e-tendering kunt u een geaccrediteerde opleiding volgen. Een lijst van opleiders is terug te vinden op volgende website: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx
Buitenlandse inschrijvers kunnen het indieningsrapport ondertekenen met een certificaat dat kan aangekocht worden via een private actor en dat door de applicatie herkend wordt als een geldig certificaat dat geschikt is voor het plaatsen van wettelijke digitale handtekeningen ofwel met een elektronisch middel, aangekocht bij een private actor en waarvan zij zelf garanderen dat dit voldoet aan alle wettelijke voorwaarden:
- Certificaten die geschikt zijn voor het plaatsen van wettelijke digitale handtekeningen, kunnen aange- kocht worden bij private actoren.
Er dient wel te worden opgemerkt dat het enige tijd kan in beslag nemen vooraleer u de drager met uw certificaat ontvangt. Koop dus tijdig uw certificaat aan.
- Dit is een overzichtslijst van beschikbare serviceproviders (xxxxx://xxxxxxxxxx.xx.xxxxxx.xx/xxxx/xx- browser/#/screen/home, zie “Qcert for ESig”).
Via de demo-applicatie van e-tendering (xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx- ring/xxxx.xx) kan het elektronisch indienen van een offerte getest worden. Er dient eerst een ac- count gemaakt worden op de demoportaalsite (xxxxx://xxxxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/).
- Wanneer een buitenlandse inschrijver een eigen elektronisch middel gebruikt, afgeleverd buiten Bel- gië, om de handtekening te plaatsen, garandeert zij zelf dat dit een correcte en geldige elektronische handtekening betreft. Deze elektronische handtekening moet dus conform zijn met de regels van het Europees en het daarmee overeenstemmende nationaal recht inzake de elektronische handtekening met een geldig certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening. De e-tenderingapplicatie kan bij deze werkwijze aangeven dat zij de door u geplaatste handtekening niet herkent. Door de handtekening te plaatsen, garandeert u dat ze voldoet aan de gestelde voorwaarden.
De buitenlandse inschrijver voegt ook alle informatie aan de offerte toe die de aanbestedende entiteit toelaat na te gaan of het gebruikte elektronische middel geldig is en conform de bepalingen in de regelgeving.
1.09 Wijziging of intrekking offerte (art. 51 §2 KB Plaatsing)
Voor de ingediende offerte wordt een indieningsrapport opgemaakt door het systeem. Dit indieningsrapport dient te worden ondertekend door middel van een gekwalificeerde elektronische handtekening.
Voor de wijzigingen aan een offerte die tussenkomen na de ondertekening van het indieningsrapport, alsook voor de intrekking van de offerte, wordt een nieuw indieningsrapport opgemaakt dat ondertekend wordt met een gekwalificeerde elektronische handtekening.
Het voorwerp en de draagwijdte van de wijzigingen moeten nauwkeurig worden vermeld. De intrekking moet onvoorwaardelijk zijn.
Wanneer het indieningsrapport dat opgesteld wordt ingevolge de wijzigingen of de intrekking bedoeld in het eerste lid, niet voorzien is van de gekwalificeerde elektronische handtekening, brengt dit van rechtswege de nietigheid van de wijziging of intrekking met zich mee. Deze nietigheid slaat slechts op de wijzigingen of intrek- king en niet op de offerte zelf.
1.10 Opening van de offertes (art. 82 KB Plaatsing)
De offerte dient, ten laatste, te worden ingediend tegen de datum en het uur dat vermeld is op e-procurement.
TWEEDE DEEL: BEPALINGEN DIE BETREKKING HEBBEN OP DE UITVOERING VAN DE OP- DRACHT
2.01 Algemeen
Dit tweede deel regelt de uitvoering van de opdracht. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, voor zover er niet van afgeweken wordt, hebben betrekking op het KB van 14 januari 2013 (hierna ook kortweg “KB AUR” ge- naamd) en latere wijzigingen.
In geval van geschillen over de aangegane verbintenissen is het Belgisch intern recht toepasselijk en zijn de rechtscolleges van de maatschappelijke zetel van de aanbestedende entiteit bevoegd met uitsluiting van enig ander rechtsstelsel en enig ander rechtscollege.
De opdrachtnemer, zijn onderaannemers en de toeleveranciers moeten in de gehele toeleveringsketen alle op hen toepasselijke nationale en internationale regelgeving naleven. Het gaat hierbij inzonderheid over de wetge- ving inzake preventie en veiligheid, de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden, de arbeidswetgeving, sociale wetgeving, wetgeving m.b.t. sociale zekerheid en eventuele nationale wetgeving m.b.t. minimumlonen.
2.02 Leidend ambtenaar (art. 11 KB AUR)
De leidende dienst belast met het toezicht en de controle op de uitvoering van onderhavige opdracht is de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn, vertegenwoordigd door de Leidend Ambtenaar.
De persoon die de rol van Leidend Ambtenaar op zich neemt, wordt door de aanbestedende entiteit uiterlijk opgegeven bij de sluiting van de opdracht.
Het mandaat van de Leidend Ambtenaar dekt enkel de opvolging van de prestaties tot en met de definitieve oplevering. Hieronder verstaat men:
1. de technische en administratieve follow-up van de prestaties;
2. de keuring, zowel a priori als a posteriori, van de prestaties;
3. het nazicht van de vorderingsstaten;
4. het opmaken van de processen-verbaal;
5. de oplevering van de opdracht;
6. het toezicht op de uitvoering van de opdracht;
7. het nemen van ambtshalve maatregelen, uitgezonderd het verbreken van de opdracht. Deze maat- regel zal worden genomen na een beslissing van de delegatiehouder van de aanbestedende enti- teit;
8. Het toekennen van een bewijskrachtig attest van goede uitvoering. Attesten van goede uitvoering die niet ondertekend zijn door de Leidend Ambtenaar zijn niet bewijskrachtig.
2.03 Onderaannemers (art. 12 e.v. KB AUR)
Om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen, is het de opdrachtnemer VERBODEN het geheel of een gedeelte van de opdracht in onderaanneming te geven. Elke inbreuk op dit verbod kan aanleiding geven tot de toepassing van de maatregelen van ambtswege.
2.04 Verwerking van persoonsgegevens
Zowel de opdrachtnemer als de aanbestedende entiteit waarborgt dat hij of zij bij het uitvoeren van zijn of haar werkzaamheden te allen tijde alle geldende Europese, internationale en nationale regelgeving in het algemeen en met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens – waaronder maar niet beperkt tot de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van na- tuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna kortweg “AVG”) – in het bijzonder onverkort zal naleven bij het verwerken van de persoonsgegevens waar hij in het kader van deze Opdracht rechtstreeks of onrechtstreeks en ongeacht de wijze waarop kennis van neemt, en ongeacht of dergelijke verwerking een on- derdeel uitmaakt van de Opdracht dan wel een louter gevolg van is van de uitvoering van de Opdracht.
Zowel de opdrachtnemer als de aanbestedende entiteit verbindt er zich toe om persoonsgegevens die hij of zij rechtstreeks of onrechtstreeks en ongeacht de wijze waarop hij of zij die in het kader van deze Opdracht heeft verkregen, uitsluitend te verwerken voor doeleinden die rechtstreeks voortvloeien uit de Opdracht, waaronder maar niet beperkt tot het aanleggen van een databank, en het gebruik van de verkregen persoonsgegevens voor het aanbieden van andere werken, goederen en/of diensten die de opdrachtnemer aanbiedt aan de aan- bestedende entiteit.
Zowel de opdrachtnemer als de aanbestedende entiteit garandeert dat hij of zij te allen tijde de nodige af- doende garanties zal bieden met betrekking tot het toepassen van passende technische en organisatorische maatregelen om de persoonsgegevens op permanente wijze te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking of toegang in de meest ruime zin van het woord. Deze maatregelen dienen, re- kening houdend met de stand van de techniek en de ermee verbonden uitvoeringskosten, de aard, de om- vang, de context, de verwerkingsdoeleinden, en met de graad van waarschijnlijkheid en ernst voor uiteenlo- pende risico’s om de rechten en vrijheden van personen potentieel te kunnen aantasten, een passend beveili- gingsniveau te garanderen zodat de verwerking van persoonsgegevens aan de vereisten van de relevante Eu- ropese, internationale en nationale regelgeving in het algemeen en aan de AVG in het bijzonder voldoet, en dat de bescherming van de rechten van de betrokkenen continu afdoende wordt gewaarborgd. De aanbeste- dende entiteit kan te allen tijde op eenvoudig verzoek controleren of dat de opdrachtnemer de nodige pas- sende technische en organisatorische maatregelen neemt en of deze afdoende zijn overeenkomstig de mo- derne technische en technologische stand van zaken.
De opdrachtnemer dient erop toe te zien dat de toegang tot en de verwerking van de persoonsgegevens zowel voor, tijdens als na de Opdracht beperkt is en blijft tot die personeelsleden of andere personen die in dienst zijn van de opdrachtnemer en voor wie de persoonsgegevens noodzakelijk zijn om de taken uit te voeren die de opdrachtnemer hen toewijst in het kader van de uitvoering van de Opdracht. De opdrachtnemer verbindt er zich toe om de betrokken personeelsleden of andere personen te wijzen op het belang van de naleving van de bepalingen van de relevante Europese, internationale en nationale regelgeving in het algemeen en van de AVG in het bijzonder, en waarborgt dat zij op grond van een wettelijke verplichting of zich er contractueel toe hebben verbonden om de vertrouwelijkheid te allen tijde integraal na te leven. De aanbestedende entiteit heeft te allen tijde het recht om hiervan bewijs te vragen aan de opdrachtnemer, wat laatstgenoemde de aan- bestedende entiteit binnen de vijftien (15) kalenderdagen na het eerste verzoek ter zake moet overmaken.
De opdrachtnemer kan uitsluitend beroep doen op een andere verwerker mits voorafgaand schriftelijk ak- koord van de aanbestedende entiteit. Indien de opdrachtnemer in dit kader beroep doet op een andere ver- werker, wordt aan deze verwerker bij overeenkomst minstens dezelfde verplichtingen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens opgelegd als de verplichtingen die gelden voor de opdrachtnemer. In het bijzonder moet deze verwerker eveneens te allen tijde de nodige afdoende garanties bieden met betrekking
tot het toepassen van de passende technische en organisatorische maatregelen zodat de verwerking te allen tijde onverkort in overeenstemming is met de geldende Europese, internationale en nationale regelgeving in het algemeen en met de AVG in het bijzonder. Wanneer het personeel van de opdrachtnemer of de verwerker zijn verplichtingen inzake de gegevensbescherming niet of niet afdoende nakomt, blijft de opdrachtnemer ten overstaan van de aanbestedende entiteit volledig aansprakelijk voor het nakomen van de verplichtingen van deze verwerker.
De opdrachtnemer moet een register bijhouden van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die hij ten behoeve van de aanbestedende entiteit verricht. Onderhavig register bevat de noodzakelijke gegevens zoals opgenomen in de relevante Europese, internationale en nationale regelgeving, met inbegrip van de AVG, en in elk geval steeds minstens de naam en contactgegevens van iedere andere verwerker waarop de opdrachtne- mer beroep doet, de mogelijke overdrachten van persoonsgegevens naar een land zonder passende bescher- ming buiten de EER of een internationale organisatie en een algemene beschrijving van de technische en orga- nisatorische beveiligingsmaatregelen die de opdrachtnemer conform deze Opdracht te allen tijde moet voor- zien.
De opdrachtnemer mag de persoonsgegevens die hij rechtstreeks of onrechtstreeks en ongeacht de wijze waarop hij die in het kader van deze Opdracht heeft verkregen op geen enkel ogenblik en op geen enkele wijze voor, tijdens of na het beëindigen van de Opdracht doorgeven aan derden noch doorgeven aan een persoon in een land buiten de Europese Unie, behoudens wanneer er een wettelijke reden voorhanden is, op grond van een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing of indien het ter beschikking stellen van onderhavige persoonsgegevens noodzakelijk is om de eigen werkzaamheden die rechtstreeks voortvloeien uit deze Op- dracht te kunnen uitoefenen en dat de opdrachtnemer hiervoor de voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van zowel de aanbestedende entiteit als van de betrokkene heeft verkregen.
Indien de opdrachtnemer rechtstreeks of onrechtstreeks kennis neemt van een gegevensbeveiligingsinbreuk die rechtstreeks of onrechtstreeks verband kan houden met of enige impact kan hebben op deze Opdracht, dan zal hij de aanbestedende entiteit hiervan uiterlijk binnen de vierentwintig uren na deze kennisname schrif- telijk vanop de hoogte brengen. Bovendien dient de opdrachtnemer onmiddellijk na de kennisname van de gegevensbeveiligingsinbreuk alle nodige afdoende en passende maatregelen te nemen om de inbreuk te stop- pen, de nadelige gevolgen ervan te beperken en de aanbestedende entiteit alle mogelijke informatie te ver- strekken omtrent deze inbreuk.
Zowel de opdrachtnemer als de aanbestedende entiteit dienen elkaar permanent naar best vermogen bij te staan om de verplichtingen die zij in het kader van deze Opdracht hebben overeenkomstig de relevante Euro- pese, internationale en nationale regelgeving, met inbegrip van de AVG, steeds tijdig en onverkort na te ko- men, en meer in het bijzonder maar niet beperkt tot het tijdig melden van een mogelijke gegevensbescher- mingsinbreuk aan de toezichthoudende autoriteit en/of de tijdige mededeling van de inbreuk aan de betrok- kene(n).
Zowel de opdrachtnemer als de aanbestedende entiteit duidt in zijn organisatie een contactpersoon aan die door de betrokkenen kan worden gecontacteerd met vragen, opmerkingen of klachten over de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de Opdracht. Betrokkenen kunnen bij deze contactpunten verzoeken in- dienen voor de uitoefening van hun rechten als betrokkene in de zin van de AVG. De volgende contactperso- nen werden door de Partijen aangesteld:
- Voor de aanbestedende entiteit: xxxxxxx@xxxxxx.xx.
- Voor de opdrachtnemer: mailadres opgegeven of gebruikt bij de indiening van de offerte.
Behoudens voorafgaand schriftelijk akkoord van de aanbestedende entiteit is het de opdrachtnemer niet toe- gestaan om zowel voor, tijdens als na de beëindiging van deze Opdracht de verkregen persoonsgegevens te kopiëren, te verspreiden, te wijzigen of te verveelvoudigen, noch om derden of andere personen daar op enige wijze rechtstreeks of onrechtstreeks de toestemming toe te geven.
De opdrachtnemer mag de verkregen persoonsgegevens niet langer bewaren dan datgene wat noodzakelijk is om zijn Opdracht te kunnen vervullen. Van zodra de persoonsgegevens niet langer nodig zijn voor het uitvoe- ren van de Opdracht, zal de opdrachtnemer onmiddellijk deze persoonsgegevens en elke mogelijke kopie er- van volledig en permanent verwijderen en – mogelijks in afwachting hiervan – alle nodige afdoende en pas- sende maatregelen nemen om het vertrouwelijke karakter van deze persoonsgegevens te allen tijde integraal te kunnen vrijwaren. Onverminderd het voorgaande zal de opdrachtnemer iedere mogelijke verwerking van verkregen persoonsgegevens onmiddellijk integraal moeten beëindigen van zodra de Opdracht wordt beëin- digd – ongeacht omwille van welke reden – of indien dit noodzakelijk is om een gegevensbeveiligingsinbreuk te stoppen dan wel om de nadelige gevolgen van een dergelijke inbreuk te beëindigen.
De opdrachtnemer vrijwaart de aanbestedende entiteit te allen tijde en integraal voor alle mogelijke vorderin- gen, schadeclaims, verliezen, uitgaven en/of andere mogelijke aanspraken en rechtsvorderingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, voorzienbaar of onvoorzienbaar zijn en verband houden met de verwerking van de verkregen persoonsgegevens of die voortvloeien uit het miskennen of schenden van de on- derhavige Opdracht, het bestek en/of van de relevante Europese, internationale en nationale regelgeving, waaronder maar niet beperkt tot de AVG. Indien de aanbestedende entiteit door een derde aansprakelijk wordt gesteld voor voorzienbare of onvoorzienbare schade die de opdrachtnemer rechtstreeks of onrecht- streeks veroorzaakt door het niet nakomen van de bepalingen van onderhavig artikel 4, voor het schenden van de relevante Europese, internationale en/of nationale regelgeving in het algemeen en van de AVG in het bij- zonder of door het begaan van enige andere fout, nalatigheid of onzorgvuldigheid, dan zal de opdrachtnemer de aanbestedende entiteit integraal schadeloos stellen en – indien van toepassing – vrijwillig tussenkomen in een gerechtelijke procedure en/of in een onderzoek door de toezichthoudende autoriteit en alle kosten die hier rechtstreeks en onrechtstreeks mee zijn verbonden integraal voor zijn of haar rekening nemen.
Onderhavige clausule maakt integraal een essentieel onderdeel uit van het bestek en het bewust of onbewust geheel of gedeeltelijk niet volledig naleven van één of meerdere verplichtingen die hieruit voortvloeien, dan wel door het miskennen van de Europese, internationale en nationale regelgeving die van toepassing is op het verwerken van persoonsgegevens in het algemeen en van de AVG in het bijzonder, maakt automatisch een ernstige tekortkoming uit die aanleiding kan geven tot het nemen van ambtshalve maatregelen en/of sancties door de aanbestedende entiteit, en zonder dat de opdrachtnemer op grond hiervan op enige wijze een vorde- ring tot compensatie, herziening en/of schadevergoeding kan instellen ten overstaan van de aanbestedende entiteit.
2.08 Borgtocht (art. 25 KB AUR)
Er wordt geen borgtocht geëist.
2.11 Uitvoeringsmodaliteiten
De opdrachtnemer moet de opdracht voltooien binnen de dienstregeling die wordt opgelegd door De Lijn en zal plaatsvinden op schooldagen op de locaties meegedeeld in Bijlage 1 en 1bis.
De opdrachtnemer dient rekening te houden dat in periodes van schoolvakanties, pedagogische studiedagen en dergelijke geen ritten dienen te worden uitgevoerd. Deze periodes kunnen verschillen van school tot school. De school zal dit tijdig communiceren naar zowel de opdrachtnemer als De Lijn
2.14 Betalingen
2.14.1 Algemene bepalingen (art. 160 KB AUR)
1. Algemene bepalingen
a) Op het rittenblad wordt extra vermeld:
• de naam van de chauffeur (bij opmerkingen: de naam van de vervangchauffeur);
• het contractueel voertuig (bij opmerkingen: het vervangvoertuig: periode – capaciteit – nummerplaat)
Per maand wordt het door De Lijn origineel genummerde rittenblad door de vervoerder ondertekend en naar de betrokken provinciale afdeling verzonden (een digitale versie dient uiterlijk de 5de werkdag van iedere maand volgend op de maand van de geleverde dienstprestaties toe te komen bij de provinciale afdeling), weliswaar rekening houdend met de vooropgestelde termijn met betrekking tot het toekomen van de facturen zoals hierna gemeld
b) Op de factuur wordt per rit vermeld:
• het bestelbonnummer
• het aantal gepresteerde ritdagen;
• de dagprijs;
• in EUR het globaal bedrag van de vervoerkosten, de BTW (6%) en het totaal te betalen bedrag
De facturen zullen maandelijks elektronisch opgesteld worden op naam van de V.V.M. – De Lijn en dienen via E- invoicing toe te komen ten vroegste vanaf de 6de werkdag van iedere maand volgend op de maand van de gele- verde dienstprestaties.
De schuldvorderingen die voortvloeien uit deze overeenkomst worden door de opdrachtgever rechtstreeks aan de vervoerder betaald.
§ 2. De Lijn beschikt over een verificatietermijn van dertig kalenderdagen vanaf de datum van ontvangst van de schuldvordering. Ze geeft de opdrachtnemer schriftelijk kennis van dit proces-verbaal en verzoekt hem binnen vijf kalenderdagen, een factuur in te dienen voor het vermelde bedrag.
§ 3. De betaling van het aan de opdrachtnemer verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de dertig kalenderda- gen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, eventueel te verlengen met de overschrijding van de termijn van 5 kalenderdagen die nodig is om een factuur in te dienen na de kennisgeving van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvordering.
Er worden enkel elektronische facturen (e-facturen) in XML (UBL 2.1) formaat aanvaard. Facturen opgemaakt op papier of Pdf-formaat worden niet aanvaard.
c) E-invoicing via het Mercuriusplatform
De e-facturen moeten elektronisch ingediend worden via het platform Mercurius. Dit federale platform zorgt ervoor dat alle Belgische overheden bereikbaar zijn voor e-invoicing, en is gestoeld op een Europees afspra- kenkader: Peppol.
Voor informatie over e-invoicing bij de Vlaamse overheid: zie xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx.
Voor informatie over het Mercuriusplatform, het technische formaat van de e-factuur en Peppol: zie xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xx-xxxxxx.
d) Starten met e-invoicing
Het verzenden van uw e-factuur naar de overheid kan op volgende manieren gebeuren:
• Door een geïntegreerde oplossing voor e-facturatie binnen uw onderneming te implementeren. Hier- voor is een Access Point (AP) nodig dat Peppol Compliant is (zie hoger). Dit AP zorgt voor de verzen- ding van uw e-facturen via het Peppol-netwerk naar het AP van de Vlaamse overheid, Mercurius. Bo- vendien kan u ook andere overheden alsook bedrijven via het Peppol-netwerk bereiken met dezelfde oplossing.
Er zijn tal van oplossingen beschikbaar op de markt die volwaardige elektronische facturatie mogelijk maken. (Serviceproviders en softwarehuizen voor e-invoicing, boekhoudpakketen, ERP-pakketten, fac- turatiesoftware…).
Overzichten en contactgegevens kan u terugvinden op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx-x-xx- voicing.
• Door manuele ingave van uw factuurgegevens op het gratis Mercuriusportaal: xxxxx://xxxxxxx.xxx- xxxx.xx/x-xxxxxxxxx. Om via het Mercuriusportaal te kunnen werken, dient u in het bezit te zijn van een Belgische e-ID.
Alvorens u start met elektronisch factureren naar een entiteit van de Vlaamse overheid meldt u zich als leve- rancier eenmalig op x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx.
Meer informatie is terug te vinden op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxx.
e) Inhoud van de elektronische factuur
1. De elektronische factuur dient, naast de gegevens die verplicht zijn overeenkomstig het BTW-wetboek, ze- ker volgende gegevens te bevatten die essentieel zijn voor de verwerking van de factuur:
- Identificatienummer van de aanbestedende entiteit:
o KBO 242069537 (Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn);
- Volgende nummers worden bepaald na sluiting van het contract:
o P.O.-nummer (inkooporder);
o Dossier-/contractnummer;
Deze nummers worden bepaald na sluiting van de opdracht en staan vermeld in:
▪ de sluitingsbrief en/of het aanvangsbevel en/of de desbetreffende afroep.
▪ de factuuraanvraag;
2. Indien u gebruikmaakt van een geïntegreerde oplossing voor e-facturatie via een Access Point, dient de op- maak van de e-factuur in overeenstemming te zijn met het Peppolformaat (UBL 2.1). Informatie over dit formaat en de vereiste gegevens vindt u op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxx. Zie 'het profiel van de Peppol-factuur' alsook de business afspraken met de Vlaamse overheid.
De bovenvermelde essentiële gegevens dienen als volgt te worden ingevuld:
- KBO-nummer/ Global Location Number (GLN) van de overheid: veld “PartyIdentifcation“
- P.O.-nummer (inkooporder): veld “OrderReference”
- Dossier-/contractnummer: veld “ContractDocumentReference”
Maakt u daarentegen gebruik van het gratis Mercuriusportaal dan moeten de gegevens als volgt worden ingevuld:
- KBO-nummer/ Global Location Number (GLN) van de overheid: Factuurhoofding - Ondernemings- nummer (verschijnt automatisch na selecteren van klant)
- P.O.-nummer (inkooporder): Factuurhoofding - Ordernummer
- Dossier-/contractnummer: Factuurhoofding – Opmerkingen
3. De opdrachtnemer waakt erover dat de elektronische factuur vrij is van virussen, macro’s of andere scha- delijke instructies. Bestanden die aangetast zijn door virussen, xxxxx’x of andere schadelijke instructies kunnen als niet ontvangen worden beschouwd.
f) Samenvattend:
Als u veel facturen verstuurt of een buitenlandse inschrijver bent
Dan is het mogelijks de moeite waard om het facturatieproces te automatiseren en gebruik te maken van een Access Point.
Volgende toelichting over een Peppol Access Point (PDF) vat de voordelen en verdere concrete informatie sa- men.
Indien u weinig facturen verstuurt en in het bezit bent van een Belgische e-ID.
In dit geval kan u gebruik maken van het Mercuriusportaal. Volgende toelichting over het Mercuriusportaal (PDF) vat de belangrijkste stappen samen om te starten met e-invoicing.
Wenst u begeleiding om over te schakelen naar e-facturatie?
Als opdrachtnemer van de Vlaamse overheid wordt u gratis begeleiding aangeboden. Neem hiervoor contact op met het Vlaamse e-invoicingteam via het e-mailadres x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx.
2.14.3 Prijsherziening (art. 38/7 KB AUR)
A. Prijsherziening in geval van wijziging van de opdracht:
- Kilometerwijzigingen in min of meer:
Iedere wijziging in min of meer van minstens 20 procent van het aantal effectief gereden kilometers, ten op- zichte van het vermoedelijk aantal dat vermeld is in het contract, geeft aanleiding tot prijswijziging.
Indien 2 opeenvolgende maanden, waarbij ritten werden uitgevoerd, een wijziging in min of meer van minstens 20 procent, t.o.v. de contractuele kilometers wordt vastgesteld, zal een prijsherziening worden toegepast. De prijswij- ziging in min of meer wordt van kracht met ingang van de eerste maand waarin de wijziging is vastgesteld en wordt berekend in functie van het gemiddeld aantal kilometers vervoer over twee maanden.
In geval na de vaststelling de provinciale afdeling zich niet akkoord verklaart met de wijziging in meer, wordt dit schriftelijk aan de vervoerder meegedeeld. In elk geval wordt de vervoerder betaald voor wat reeds werd uitgevoerd tenzij voor het rijden van onnodige kilometers.
De wijziging in meer mag uiteraard niet te wijten zijn aan het ophalen van niet-rechthebbende leerlingen, of aan het rijden van onnodige kilometers.
Een wijziging die het gevolg is van tijdelijke omstandigheden (vb. wegeniswerken) wordt slechts toegepast voor deze periode. Daarna wordt teruggekeerd naar de oorspronkelijke contractgegevens.
Bij grondige reorganisatie van het vervoer op initiatief van de opdrachtgever wordt de prijswijziging onmiddellijk toegepast.
- Capaciteitswijzigingen:
Indien, met wederzijds akkoord van de aanbestedende overheid en de beherende school, een voertuig ingezet wordt met een andere capaciteit dan contractueel bepaald, geeft dit aanleiding tot prijswijziging.
Een wijziging in min van de capaciteit van een voertuig, wordt door de opdrachtgever (de V.V.M.) gemotiveerd meegedeeld aan de vervoerder. Een capaciteitswijziging in min gaat in op de datum waarop het voertuig met klei- nere capaciteit wordt ingezet of op de datum die bepaald wordt door de opdrachtgever.
Een gewenste wijziging in meer van de capaciteit van een voertuig wordt vooraf door de school schriftelijk aangevraagd en gemotiveerd aan de opdrachtgever (de V.V.M.), die hierop binnen redelijke termijn antwoordt. In geval van akkoord, geeft de opdrachtgever (de V.V.M.) hiertoe tezelfdertijd schriftelijk de opdracht aan de vervoerder. Vanaf de datum waarop het voertuig met grotere capaciteit wordt ingezet en ten vroegste vanaf de datum waarop de opdrachtgever daartoe opdracht geeft aan de vervoerder, kan de prijswijziging in meer ingaan.
Het wordt benadrukt dat het contract gesloten wordt tussen de vervoerder en de aanbestedende overheid (de V.V.M.). Bijgevolg is de vervoerder aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid. Een wijziging aan de uitvoering van de opdracht kan slechts indien de aanbestedende overheid hiermee akkoord gaat. De vervoer- der voert in geen geval zulk een wijziging uit aan de opdracht rechtstreeks in opdracht van de school. Het is in het belang van de school dat deze de gewenste wijzigingen tijdig aanvraagt aan de V.V.M., zodat deze laatste beschikt over de tijd die nodig is om de vereiste maatregelen daartoe te kunnen nemen.
Ook de vervanging van een contractueel voertuig met een hogere capaciteit dan de initieel door de opdracht- gever in het bestek (bijlage 1) gevraagde capaciteit geeft aanleiding tot een prijsherziening mits er voor het verzekeren van de rit een hogere capaciteit vereist is dan de initieel in het bestek (bijlage 1) gevraagde capaciteit.
- Technische wijzigingen:
Over het bedrag van de prijsherziening in geval van de technische wijzigingen wordt onderhandeld met de op- drachtgever (de V.V.M.). Enkel technische wijzigingen die afwijken van de bepalingen vervat in deel III, sectie B voertuigen, paragrafen j, k, l en m kunnen aanleiding geven tot prijswijzigingen.
- Berekening van de prijswijziging voor autobussen en autocars:
De prijswijziging wordt berekend volgens bijgevoegd model (bijlage 2). Daarbij worden volgende gegevens gebruikt:
Variabele kosten:
0,44 EUR/km voor een capaciteit tot 20 plaatsen |
0,56 EUR/km voor een capaciteit van 21 tot 30 plaatsen |
0,60 EUR/km voor een capaciteit van 31 tot 38 plaatsen |
0,93 EUR/km voor een capaciteit van meer dan 38 plaatsen |
Uurkost: 24,59 EUR/uur.
De tijdsduur wordt als volgt bepaald:
2,10min./km van 0km/dag tot 150km/dag met minstens 180min. |
1,75min./km van 151km/dag en meer met minstens 300min. |
Bij een capaciteitswijziging: het verschil tussen de nieuwe en oude capaciteit op basis van volgende gegevens:
63,29 EUR/dag voor een capaciteit tot 20 plaatsen |
91,05 EUR/dag voor een capaciteit van 21 tot 30 plaatsen |
99,06 EUR/dag voor een capaciteit van 31 tot 38 plaatsen |
133,47 EUR/dag voor een capaciteit van meer dan 38 plaatsen |
- Berekening van de prijswijziging voor taxi’s:
B. Prijsherziening in geval van wijziging van de beschikbaarheid van het voertuig
Iedere wijziging in min of meer van minstens 15 minuten per dagprestatie ten opzichte van de aanbestede be- schikbaarheidsperiode van het voertuig geeft aanleiding tot een prijswijziging.
Een wijziging in min of meer van de beschikbaarheidsperiode, wordt expliciet schriftelijk, door de vervoerder of door de opdrachtgever (de V.V.M.), meegedeeld aan de betrokken partij. Bij twijfel zal de rit worden uitgelezen door het track and trace systeem.
Deze wijziging mag enkel het gevolg zijn van:
- wijziging van de schooluren;
- bijkomende overstapplaats;
- bijkomende vestigingsplaats;
- bijkomende deelnemende school.
De prijswijziging in min of meer wordt van kracht met ingang van de maand waarin de wijziging werd aangevraagd en wordt berekend in functie van het aantal minuten in min of meer en kan niet gecombineerd worden met een kilometerwijziging.
Indien uit de vaststelling blijkt dat er geen aanleiding is tot wijziging van de beschikbaarheidsperiode van het voer- tuig, deelt de provinciale afdeling dit schriftelijk aan de vervoerder mee.
Algemene prijsherziening (art. 38/7 KB van 14 januari 2013)
Bij prijsherzieningen wordt steeds de laatste versie toegepast.
Kortingen per rit op voorwaarde van toewijzing van meerdere ritten zijn niet toegelaten.
De dagelijkse vervoerprestaties worden vastgesteld, zoals bepaald in het “Derde deel, A. Voorwerp” van dit
bestek.
De basisprijs wordt jaarlijks telkens in september aangepast aan de vervoerindex. (enkel voor autobussen/auto- cars)
De vervoerindex bevat volgende componenten:
o verbruik ( gasolie): 10% te bepalen op basis van evolutie gasolieprijzen in euro/liter
o rijdend personeel: 40% te bepalen uitgaande van evolutie CAO op basis van chauffeurskost in euro/trimester
o andere kosten: 30% (banden, onderhoud, afschrijving, garage, verzekering, administratie) op basis van consumptie-index
o overige kosten 20% blijven ongewijzigd.
2.15 Aansprakelijkheid van de opdrachtnemer (art. 152-153 KB AUR)
De opdrachtnemer/vervoerder draagt de volle aansprakelijkheid voor de fouten en nalatigheden die in de ver- leende diensten voorkomen. De vervoerder staat in ieder geval in voor de veiligheid van de te vervoeren of vervoerde personen. De vervoerder is verantwoordelijk voor de veiligheid van de leerlingen die zich in zijn voertuig bevinden, in het raam van de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 september 1976 houdende reglement op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocars, zoals gewijzigd van tijd.
De vervoerder is tevens, ter volledige ontlasting van de V.V.M., verantwoordelijk voor om het even welke schade die in verband met zijn opdracht wordt berokkend:
- hetzij aan zijn persoon of aan zijn goederen;
- hetzij aan de persoon of de goederen van zijn aangestelde, in wiens dienstnemingcontract hij moet vermelden dat zij geen enkel verhaal tegen de V.V.M. zullen uitoefenen;
- hetzij aan de persoon of de goederen van de vervoerde personen, van derden en van het personeel van de V.V.M.;
- hetzij aan de goederen die aan de V.V.M. toebehoren of aan die waarvan zij het genot heeft.
De vervoerder stelt zich in de plaats van de V.V.M. om voor alle schadeklachten in te staan. De vervoerder vrij- waart aldus de V.V.M. tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn ver- traging of in gebreke blijven.
Gelet op de aard van de dienstverlening zal het niet mogelijk zijn om diensten die niet beantwoorden aan de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht of niet werden verleend overeenkomstig de regels van de kunst te herbeginnen. De vervoerder stelt zich evenwel bloot aan de sancties, vertragingsboetes en ambtshalve maat- regelen.
Als geval van overmacht worden enkel die feiten beschouwd die als dusdanig door de wet of de rechtspraak worden erkend zoals stakingen, lock-out, oorlog, verkeersongeval, stilleggen van verkeer buiten de wil van de ver- voerder of zijn personeel, verkeersomleggingen en extreme weersomstandigheden.
Wordt niet aanzien als overmacht en bijgevolg niet aanvaard het geval waarbij de vervoerder het voor de dienst bestemde voertuig gebruikt om een andere dienst te laten uitvoeren.
2.16 Wijzigingen aan de opdracht
2.16.1 Wijziging op bevel van de aanbestedende entiteit (art. 151 KB AUR)
Elk bevel tot wijziging van de opdracht wordt schriftelijk gegeven. Wordt nochtans met een geschreven bevel gelijkgesteld, het mondeling bevel waarvan de opdrachtnemer binnen de achtenveertig uur bij aangetekende zending melding heeft gemaakt aan de leidend ambtenaar en dat door de aanbestedende entiteit niet is weer- legd binnen de drie werkdagen vanaf de ontvangst van bedoelde brief.
De onvoorziene prestaties die de opdrachtnemer moet uitvoeren, de voorziene prestaties die wegvallen en alle andere wijzigingen worden berekend tegen de eenheidsprijzen van de offerte of, als er geen zijn bepaald, tegen overeen te komen eenheidsprijzen.
Elke wijziging van de opdrachtprijs gebeurt in overleg tussen de partijen op basis van een voorstel dat door de opdrachtnemer bij aangetekende zending wordt ingediend binnen een termijn van dertig kalenderdagen vanaf de datum waarop de wijzigingsbevelen geldig zijn gegeven.
Als er geen akkoord wordt bereikt over de nieuwe eenheidsprijzen, stelt de aanbestedende entiteit ze ambts- halve vast, met behoud van alle rechten van de opdrachtnemer.
2.16.2 Vervanging van de opdrachtnemer (art. 38/3 KB AUR)
In geval van faillissement van de opdrachtnemer of het toepassen van een ambtshalve maatregel kan de aanbe- stedende entiteit een nieuwe opdrachtnemer aanstellen op 1 van de volgende wijzen:
- De tweede gerangschikte inschrijver van de oorspronkelijke gunningprocedure wordt gevraagd de op- dracht verder te zetten. De prijzen van zijn offerte mogen niet gewijzigd worden, uitgezonderd de toe- passing van de prijsherziening;
- Aan alle regelmatige inschrijvers (uitgezonderd de gefailleerde of de opdrachtnemer tegen wie een ambtshalve maatregel is genomen) van de oorspronkelijke plaatsingsprocedure wordt een aangepaste offerte gevraagd om de opdracht verder te zetten;
- De opdracht kan worden verdergezet door één of meerdere onderaannemer(s) van de gefailleerde op- drachtnemer, op voorwaarde dat deze beantwoordt aan de selectiecriteria voor het deel of de delen van de opdracht die zij in onderaanneming uitvoerde.
2.16.4 Indieningsvoorwaarden (art. 38/14 e.v. KB AUR)
De opdrachtnemer die zich op één van de herzieningsclausules zoals bedoeld in de artikelen 38/9 tot en met 38/12 wil beroepen, moet de ingeroepen feiten of omstandigheden waarop hij zich baseert, schriftelijk kenbaar maken binnen de dertig kalenderdagen ofwel nadat ze zich hebben voorgedaan ofwel na de datum waarop de opdrachtnemer ze normaal had moeten kennen.
De opdrachtnemer kan zich slechts beroepen op de toepassing van één van de in de artikelen 38/9 tot 38/11 bedoelde herzieningsclausules indien hij bondig de invloed van de ingeroepen feiten of omstandigheden op het verloop en de kostprijs van de opdracht aan de aanbestedende entiteit doet kennen. Deze melding moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren binnen de hoger vermelde termijn. De voormelde verplichtingen gelden ongeacht of de aanbestedende entiteit op de hoogte is van de feiten of omstandigheden.
Het verzoek van de opdrachtnemer waarbij de toepassing van één van de herzieningsclausules als bedoeld in de artikelen 38/9 en 38/11 wordt ingeroepen is niet ontvankelijk, indien dit verzoek steunt op feiten of omstandig- heden die door de opdrachtnemer niet te gepasten tijde aan de aanbestedende entiteit werden kenbaar ge- maakt en waarvan ze bijgevolg het bestaan en de invloed op de opdracht niet heeft kunnen nagaan teneinde de door de toestand eventueel vereiste maatregelen te nemen. Wat de schriftelijke bevelen van de aanbestedende entiteit betreft, met inbegrip van die bedoeld in artikel 80, §1, is de opdrachtnemer enkel verplicht de aanbe- stedende entiteit in te lichten zodra hij de invloed die de bevelen op het verloop en de kostprijs van de opdracht zouden kunnen hebben, kent of zou moeten kennen.
De opdrachtnemer die toepassing vraagt van één van de herzieningsclausules als bedoeld in de artikelen 38/8 tot 38/9, 38/11 en 38/12 moet, op straffe van verval, de becijferde rechtvaardiging van zijn verzoek op schrifte- lijke wijze overmaken aan de aanbestedende entiteit binnen de onderstaande termijnen:
1° vóór het verstrijken van de contractuele termijnen om termijnverlenging of de verbreking van de op- dracht te verkrijgen;
2° uiterlijk negentig kalenderdagen volgend op de datum van de kennisgeving aan de opdrachtnemer van het proces-verbaal van de voorlopige oplevering van de opdracht om een andere herziening van de opdracht dan die vermeld in 1° of schadevergoeding te verkrijgen;
3° uiterlijk negentig kalenderdagen na het verstrijken van de waarborgperiode om een andere herziening van de opdracht dan die vermeld in 1° of schadevergoeding te verkrijgen, wanneer dit verzoek tot toe- passing van de herzieningsclausule zijn oorsprong vindt in feiten of omstandigheden die zich hebben voorgedaan tijdens de waarborgperiode.
De aanbestedende entiteit dient ten laatste negentig kalenderdagen volgend op de datum van kennisgeving aan de opdrachtnemer van het proces-verbaal van de voorlopige oplevering van de opdracht een beroep te doen op de herzieningsclausule als bedoeld in artikel 38/10 met het oog op herziening van de opdracht.
2.17 Opleveringen
2.17.1 Nazicht van de diensten (art. 150 KB AUR)
De diensten die het voorwerp van de opdracht uitmaken worden aan controles onderworpen teneinde vast te stellen of zij beantwoorden aan de voorschriften van de opdrachtdocumenten.
De opdrachtnemer deelt aan de aanbestedende entiteit bij aangetekende brief de datum mede waarop de dien- sten kunnen gecontroleerd worden.
2.17.2 Definitieve oplevering (art. 156-157 KB AUR)
Bij het verstrijken van de termijn van dertig kalenderdagen die volgen op de dag die werd vastgesteld voor de afwerking van het geheel van de diensten wordt, indien er geen opmerkingen zijn, de definitieve oplevering stilzwijgend toegekend. Indien er wel bemerkingen zijn over de geleverde diensten, zal een proces-verbaal van weigering van oplevering van de opdracht worden opgesteld.
Wanneer de diensten beëindigd worden vóór of na deze datum, is het aan de opdrachtnemer om de leidend ambtenaar bij een aangetekende brief hiervan in kennis te stellen en hem bij deze gelegenheid te vragen om tot de oplevering over te gaan. Binnen de dertig kalenderdagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag van de opdrachtnemer wordt naargelang het geval, stilzwijgend de definitieve oplevering toegekend of een proces- verbaal van weigering van oplevering opgesteld.
2.18 Sanctiemiddelen van de aanbestedende entiteit
Voor de toepassing van deze bepaling, wordt opgemerkt dat een zaterdag niet wordt beschouwd als zijnde een werkdag (overeenkomstig artikel 167 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016, met verwijzing naar de verordening nr. 1182/71 van de Raad, van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toe- passing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltermijnen).
2.18.1 Proces-Verbaal van Ingebrekestelling (art. 44 KB AUR)
Indien de opdrachtnemer de opdracht niet naar behoren uitvoert, zal hij door De Lijn in gebreke worden gesteld door middel van een proces-verbaal van ingebrekestelling. De opdrachtnemer dient zonder verwijl zijn tekort- komingen te herstellen. Hij kan binnen de 15 kalenderdagen volgend op de datum van verzending van het pro- ces-verbaal, bij aangetekende zending, zijn verweermiddelen doen gelden. Het stilzwijgen van de opdrachtne- mer na die termijn, geldt als erkenning van de vastgestelde feiten.
Als er geen aanvaardbare rechtvaardiging wordt overgemaakt of enige andere reactie uitblijft, kan de aanbestedende entiteit een straf of een ambtshalve maatregel opleggen. Voor vertragingsboetes is geen voorafgaande ingebrekestelling nodig.
De opdrachtnemer zal in elk geval geacht in gebreke te zijn voor de uitvoering van de opdracht indien de pres- taties niet volledig uitgevoerd zijn binnen de overeengekomen termijnen of indien deze prestaties niet werden uitgevoerd conform de opgelegde voorwaarden in dit bestek of wanneer hij een ernstige beroepsfout begaat.
Zoals onder meer beschreven in de opdrachtdocumenten, onder “1.04.5 uitsluitingsgronden”.
2.18.2 Bijzondere straffen van de aanbestedende entiteit (art. 45 §1 KB AUR)
Er wordt in een sanctiesysteem voorzien dat fouten en tekortkomingen bestraft, die specifiek zijn voor het leer- lingenvervoer. Aldus kunnen de tekortkomingen vanwege de vervoerder aanleiding geven tot volgende sancties (nader uitgewerkt onder punt 1-5):
- geldboete
- verwittiging
- geldboete + verwittiging
- contractverbreking
- andere middelen van optreden van de aanbestedende overheid
Binnen de 10 kalenderdagen na de ontvangst van de herbetekening van de ingebrekestelling, kan de vervoerder beroep aantekenen bij de V.V.M. De Lijn, die binnen de 60 kalenderdagen een beslissing treft. Indien er na deze termijn geen beslissing is, vervalt de ingebrekestelling.
Het beroep wordt aangetekend opgestuurd naar volgend adres:
Vlaamse Vervoermaatschappij – De Lijn
t.a.v. de Directeur Competence Center Operaties Xxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxx
Inbreuken (zie hieronder) worden evenwel niet in aanmerking genomen indien het feit of de onthouding waarop ze berusten, het gevolg is:
- van een toelating of een formeel en schriftelijk bevel van de V.V.M.;
- van een geval van overmacht.
Het komt de vervoerder toe de bewijzen hiervan voor te leggen aan de V.V.M. en te wijzen op de invloed welke die feiten (toelating of formeel en schriftelijk bevel van de V.V.M., en overmacht) op de exploitatie hebben gehad.
1. Geldboetes.
De volgende tekortkomingen kunnen aanleiding geven tot een geldboete. De voorziene geldboetes per worden uitgedrukt in een forfaitair bedrag per inbreuk en per dag dat de dienstverlener in gebreke is:
a) € 25,00 voor:
- het feit dat de schoolbus zonder een door de aanbestedende overheid geldig bevonden reden te laat is in vergelijking met het draaiboek;
- het feit dat de chauffeur eet of drinkt aan het stuur;
- het feit dat de chauffeur rookt tijdens de uitvoering van de dienst, d.i. van het begin tot het einde van de dienst, met inbegrip van het traject gedurende welk noch de begeleid(st)er, noch leerlingen op het voertuig aanwezig zijn;
- het rijden met een voertuig waarin het rittenblad aanwezig is dat niet, of niet correct is ingevuld, zon- der dat het hierbij vereist is dat het niet of niet correct invullen van het rittenblad met frauduleuze bedoelingen is gebeurd;
- het gebruik van Correct-It of Tipp-Ex op het rittenblad waardoor de oorspronkelijke gegevens niet meer leesbaar zijn;
- administratieve tekortkomingen i.v.m. de in artikel 36 van dit bestek vermelde facturatie;
- voertuig niet in regel onder meer wat betreft het signalisatiebord voor schoolvervoer, zoals be-
paald in het “Derde Deel, B.” ;
- bedrog, wangedrag of onbekwaamheid om een dienst uit te voeren in hoofde van de chauffeur,
zoals bepaald in het “Derde Deel, C., 5”.
- rijden met een voertuig dat bij het begin van de rit (=ophalen 1ste leerling) niet proper is aan de buiten- kant.
b) € 65,00 voor:
- het ontbreken van verplichte veiligheidsvoorzieningen op of aan de schoolbus, zoals bv. blusapparaten, noodhamers, pictogram nooduitgang, niet werking vergrendeling nooddeuren, voorgeschreven veilig- heidsgordels, verbandkist… (niet limitatieve lijst);
- het ontbreken in het voertuig van het inschrijvingsboekje, het geldig identificatieverslag, het groene keu- ringsbewijs, het verzekeringsbewijs, het geldig bewijs van medische schifting of de vakbekwaamheid;
- een defecte kilometerteller die niet is hersteld binnen de 10 kalenderdagen na de vaststelling;
- rijden met een vervangingsvoertuig dat niet voldoet aan de behoeften van de dienst;
- gedurende een periode van meer dan 5 opeenvolgende kalenderdagen of frequente korte periodes rijden met een vervangingsvoertuig zonder schriftelijke toestemming van de bevoegde provinciale afdeling, waarbij het niet vereist is dat gedurende deze periode effectief elke dag gereden wordt;
- rijden met een voertuig dat bij het begin van de rit (= ophalen 1ste leerling) niet proper is aan de binnen- kant;
- het niet handenvrij telefoneren op het voertuig;
- het niet aanwezig zijn van een (Europees goedgekeurd systeem) van een driepuntsgordel voor het vast- leggen van een leerling in een rolwagen wanneer dit werd gevraagd in de bijlage 1.
c) € 125,00 voor:
- het niet beschikken over een geldig groen keuringsbewijs, een geldig verzekeringsbewijs, een geldig iden- tificatieverslag, een geldig Europees rijbewijs en/of medische schifting en/of vakbekwaamheid;
- het niet rijden met een liftbus, daar waar een lift contractueel is voorzien;
- het niet of niet volledig uitvoeren van de morgen- of de avondrit;
- het rijden met een voertuig dat ouder is dan toegelaten in het bestek;
- het ontbreken van vergrendeling van de nooddeuren
- de afwezigheid van het rittenblad op de schoolbus;
- het vervalsen van het rittenblad;
- het weigeren van medewerking door de chauffeur tijdens buscontroles;
- de kennelijke toestand van de bus welke van die aard is dat de veiligheid van de
kinderen in het gevaar komt (bv. slecht verankerde zetels, slecht sluitende deuren, kapotte of niet sluitende ramen, uitlaatgassen in bus);
- geen of onvoldoende verwarming conform de in het “Derde deel – Contractuele uitvoe-
ringsvoorwaarden, B. Voertuigen” gestelde voorwaarden;
- de chauffeur handelt niet volgens onderrichtingen draaiboek;
- geen of onvoldoende kennis van de Nederlandse taal van de chauffeur;
- onaangepast rijgedrag chauffeur;
- het dermate frequent inzetten van een vervangvoertuig, dat leidt tot de aanname, dat het contractvoertuig gebruikt wordt om andere diensten uit te voeren.
d) € 500,00 voor:
- alcoholgehalte in het bloed van de chauffeur hoger dan dit voorzien bij de desbetreffende wetgeving;
- vastgesteld misbruik van alle middelen die de bekwaamheid tot het besturen van het voertuig kunnen beïnvloeden.
Tekortkomingen die aanleiding geven tot een boete van € 125,00 kunnen aanleiding geven tot “verwittiging”. De
V.V.M. oordeelt over de noodzaak. De opsomming van deze inbreuken is niet beperkend.
Bij tekortkomingen die aanleiding geven tot een boete van € 500,00 wordt steeds een “verwittiging” gegeven. De vervoerder dient de chauffeur te vervangen. De betrokken chauffeur mag geen diensten meer uitvoeren in opdracht van De Lijn.
De inbreuken die niet expliciet opgenomen werden in voormelde opsomming kunnen eveneens aanleiding ge-
ven tot een geldboete van € 65,00.
2. Verwittigingen
Tekortkomingen waarvoor geen geldboete voorzien is, kunnen aanleiding geven tot een verwittiging.
3. Geldboete + verwittiging
A: De tekortkomingen die aanleiding geven tot een geldboete kunnen eveneens aanleiding geven tot een verwittiging onder volgende voorwaarden:
- het tegelijk vaststellen van verschillende tekortkomingen;
- bij herhaaldelijk vaststellen van dezelfde tekortkomingen;
- bij deze tekortkomingen die naar oordeel van de V.V.M. de veiligheid van de leerlingen in het gedrang brengen.
B: Bij het niet uitvoeren van een ochtend- of avondrit wordt er naast het opleggen van een boete van € 125,00 de
helft van de dagprijs betaald + verwittiging.
4. Contractverbreking na tenminste drie verwittigingen
Na tenminste drie verwittigingen zal de opdrachtgever het contract onmiddellijk verbreken, waarbij de aanbe- stedende overheid de geleden schade zal verhalen .
5. Andere middelen van optreden van de aanbestedende overheid, bepaald in artikel 45, 46, 47 KB van 14 ja- nuari 2013
Bij ingebrekestelling wegens zeer ernstige (naar beoordeling van de aanbestedende overheid-opdrachtgever) tekortkomingen of gebreken, kan de opdrachtgever onmiddellijk overgaan zonder voorafgaande verwittiging, tot sancties door toepassing van een of meer van de middelen van optreden van de aanbestedende overheid, bepaald in artikel 46 – 48 KB van 14 januari 2013. Het betreft hier:
❒ vertragingsboetes;
❒ ambtshalve maatregelen
Worden onder meer als zeer ernstige tekortkoming of fout beschouwd: vervalsen van ritbladen met de intentie de dagprijs te beïnvloeden, rijden zonder geldig verzekeringsbewijs, rijden zonder geldig identificatieverslag, rijden zonder geldig groen keuringsbewijs, chauffeur niet in bezit van geldig Europees rijbewijs en/of medische schifting en/of vakbekwaamheid, technische mankementen van de bus die de veiligheid van de kinderen in het gevaar brengen, het niet aanwezig zijn van de vereiste voertuigen bij de aanvang van de uitvoering van het
contract, het weigeren van medewerking aan de controle op de naleving van de cao’s door het keuringsorgaan,
het niet-naleven van de toepasselijke cao’s, … (niet-limitatieve lijst).
Indien uit het schriftelijk eindverslag van het keuringsorgaan blijkt dat de naleving van de CAO’s negatief ge- evalueerd wordt, is de VVM bovendien gemachtigd conform art. 45 van het KB van 14 januari 2013 een geld- boete van 10 x de forfaitaire dagprijs ten titel van bijzondere straf op te leggen, gezien het hier een gebrekkige uitvoering betreft die over een bepaalde periode wordt vastgesteld door het keuringsorgaan waarbij een vast- stelling van een inbreuk per dag niet mogelijk is .
Deze bijzondere straffen zijn noodzakelijk en verantwoord voor deze specifieke opdracht gelet op het belang van continuïteit van de werking van de aanbestedende entiteit enerzijds en gelet op het belang van de continue dienstverlening voor de bevolking anderzijds.
Onafgezien van de hierboven voorziene strafmaatregelen kan de in gebreke gebleven vervoerder van wie het contract verbroken werd, door de aanbestedende overheid voor bepaalde tijd van haar opdrachten worden uit- gesloten.
Compensatie (artikel 72 KB van 14 januari 2013):
Elk bedrag dat aan de aanbestedende overheid is verschuldigd in het kader van de uitvoering van de opdracht, wordt in eerste instantie ingehouden op de door de opdrachtnemer om welke reden ook opeisbare bedragen en vervolgens op de borgtocht indien deze werd gesteld.
Tenzij in de onderstaande bijzondere straffen anders staat bepaald, wordt de straf toegepast vanaf de derde dag na de datum van afgifte van het aangetekende schrijven vergezeld van het PV van ingebrekestelling, tot en met de dag waarop aan de gebrekkige uitvoering een einde werd gesteld door toedoen van de opdrachtnemer of van de aanbestedende entiteit zelf.
2.18.3 Algemene straffen van de aanbestedende entiteit (art. 45 §2 KB AUR)
Elke gebrekkige uitvoering waarvoor niet in een bijzondere straf is voorzien, geeft aanleiding tot een algemene straf die:
1° eenmalig is en 0,07 procent bedraagt van de oorspronkelijke opdrachtsom met een minimum van veertig euro en een maximum van vierhonderd euro, of
2° dagelijks is en 0,02 procent bedraagt van de oorspronkelijke opdrachtsom met een minimum van twin- tig euro en een maximum van tweehonderd euro, wanneer de gebrekkige uitvoering onmiddellijk on- gedaan moet worden gemaakt.
Iedere tekortkoming van de opdrachtnemer aan zijn verplichtingen in het kader van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wordt bestraft.
De straf wordt toegepast vanaf de derde dag na de datum van afgifte van het aangetekende schrijven vergezeld van het PV van ingebrekestelling, tot en met de dag waarop aan de gebrekkige uitvoering een einde werd gesteld door toedoen van de opdrachtnemer of van de aanbestedende entiteit zelf.
2.18.5 Vertragingsboetes (art. 123 §1 KB AUR)
De vertragingsboetes worden berekend naar rato van 0,1 percent per dag vertraging, met een maximum van 7,5% (zevenenhalve percent), van de waarde van de leveringen die met dezelfde vertraging gebeurd zijn.
2.18.6 Korting wegens minderwaarde (art. 71 KB AUR)
Wanneer de vastgestelde afwijkingen van niet-essentiële voorwaarden van de opdracht miniem zijn en geen grote hinder kunnen veroorzaken bij het gebruik, bij de verwerking of ten aanzien van de levensduur, kan de aanbestedende entiteit de prestaties aanvaarden onder beding van korting wegens minderwaarde.
2.18.7 Ambtshalve maatregelen (art. 47 KB AUR)
Wanneer de opdrachtnemer de gebreken niet verhelpt of zijn verweermiddelen als niet gerechtvaardigd worden beoordeeld, kan De Lijn overgaan tot het nemen van ambtshalve maatregelen. Deze zijn:
- het eenzijdig verbreken van de opdracht, in welk geval De Lijn van rechtswege het geheel van de borg- tocht als forfaitaire schadevergoeding verwerft of bij gebrek aan borgstelling een equivalent bedrag. Deze maatregel sluit de toepassing uit van iedere vertragingsboete op het deel waarop de verbreking slaat ;
- de uitvoering in eigen beheer van het geheel of van een deel van de niet-uitgevoerde opdracht;
- het sluiten van één of meerdere opdrachten voor rekening met één of meerdere derden voor het geheel of een deel van de nog uit te voeren opdracht.
Het (on)bewust niet naleven van artikel “Verwerken van persoonsgegevens” en/of de geldende internationale, Europese en Belgische regelgeving met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens maakt automatisch een ernstige tekortkoming uit die aanleiding kan geven tot het nemen van ambtshalve maatregelen en/of sanc- ties door de aanbestedende entiteit, en zonder dat de opdrachtnemer op grond hiervan op enige wijze een vordering tot compensatie, herziening en/of schadevergoeding kan instellen ten overstaan van de aanbeste- dende entiteit.
2.18.8 Uitsluiting van toekomstige opdrachten (art. 48 KB AUR)
Indien tijdens de uitvoering van de opdracht de opdrachtnemer blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdu- rende tekortkomingen bij de toepassing van een wezenlijk voorschrift van de opdracht of op enige wijze pogen de mededinging te verstoren, kan zij voor een periode van 3 (drie) jaar worden uitgesloten om deel te nemen aan van de aanbestedende entiteit.
De opdrachtnemer heeft het recht om gehoord te worden in verband met de voorgenomen sanctie dewelke is bepaald in het PV die de tekortkomingen vaststelt. De gemotiveerde beslissing zal nadien aan de opdrachtnemer worden betekend.
De toepassing van dit artikel is onverminderd het recht van de aanbestedende entiteit om bijkomende sancties en/of ambtshalve maatregelen toe te passen.
DERDE DEEL: TECHNISCHE EN/OF FUNCTIONELE BEPALINGEN
A. Voorwerp
Deze overheidsopdracht heeft betrekking op ophaaldiensten beschreven in bijlage 1 voor het vervoer van leer- lingen van en naar scholen, gevestigd in zones voor gemeenschappelijk leerlingenvervoer.
In bijlage 1 zijn de ritten (percelen) beschreven voor xxxxxxx een prijsofferte kan worden ingediend (zie ook bijlage 1bis voor de frequentie).
Het gebruikte ritnummer bestaat uit 3 elementen:
één cijfer /drie letters /drie cijfers
- één cijfer: staat voor de provincie;
- drie letters: staan voor de zone;
- drie cijfers: staan voor het ritnummer in de zone.
De vervoerder verbindt zich tegenover de opdrachtgever ertoe diens leerlingenvervoer uit te voeren door middel van een bijzondere vorm van geregeld vervoer voor het ophalen van leerlingen, rekening houdend met de reisweg, de frequentie, de afstand school - school, de gevraagde minimale capaciteit, de dienstregeling en de bijzondere uitrusting van het voertuig. (zie bijlage 1 en 1bis)
Bij de uitvoering van de vervoerovereenkomst zal de vervoerder zich gedragen naar de richtlijnen van de opdracht- gever (De V.V.M.).
Voor het draaiboek en de vaststelling van de opstapplaatsen zal de vervoerder zich gedragen naar de richtlijnen van de beherende schooldirectie en De Lijn. Het ophalen en terugbrengen van de begeleider gebeurt in onderling over- leg tussen vervoerder, begeleider en beherende school. In geval van betwisting wordt de begeleider opgehaald aan de beherende school of zijn vestigingsplaats.
Voor het buitengewoon onderwijs wordt de wijzigingsclausule de dag zelf opgemaakt en toegepast.
Voor de handelswijze bij iedere wijziging in min of meer van minstens 20 pct. van het aantal kilometers, zie artikel 19 van onderhavig bestek.
B. Voertuigen
De bijzondere dienst zal uitgevoerd worden met voertuigen die overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen door de bevoegde diensten voor technische controle in goede staat zijn bevonden en beschikken over een groen keuringsbewijs.
a) De voertuigen moeten voorzien zijn van verwarming. De temperatuur, gemeten in het midden van het voertuig moet tijdens het beladen traject minstens 16°C bedragen.
b) Het voertuig moet bij de aanvang van de dienst jonger zijn dan 15 jaar, te rekenen vanaf de datum van de eerste ingebruikname van het voertuig.
c) Het voertuig voldoet minstens aan een Euronorm III.
d) Een voertuig dat wordt ingezet op een weekendrit (freq. WE), dient uitgerust te zijn met airco.
e) Een voertuig dat tijdens de looptijd van het contract 15 jaar wordt, mag niet langer worden ingezet. Het moet onmiddellijk worden vervangen. De opdrachtgever (De V.V.M.) kan hierop uitzonderingen toestaan mits voorafgaande en afdoende schriftelijke motivatie vanwege de vervoerder waarbij een prijsdaling van 20% op de dagprijs kan worden toegepast. De vervoerder richt zijn vraag naar:
Vlaamse Vervoermaatschappij – De Lijn Centrale Diensten
t.a.v. Teamleider Leerlingenvervoer Motstraat 20
2800 Mechelen
f) De gevraagde minimale capaciteit is gelijk aan het aantal zitplaatsen voor volwassenen, behoudens andere vermelding in bijlage 1. Voor sommige diensten worden bovendien andere beperkingen opgelegd te vinden in de rubriek ”opmerkingen” van de bijlage 1.
De aangeboden capaciteit beantwoordt aan de gevraagde minimumcapaciteit zonder rekening te houden met rolwagens. Indien rolwagens gevraagd worden, worden de verankeringplaatsen t.o.v. het aantal zit- plaatsen als volgt berekend:
Aantal rolwagens | Aantal zitplaatsen |
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 | 4 7 10 14 17 20 24 27 30 34 |
- Een toegeplooide rolwagen neemt de plaats in van 1 volwassen zitplaats.
- Een liftplateau aan boord van het voertuig wordt niet meegerekend voor de bepaling van het aantal zitplaatsen.
- Voor het vastleggen van leerlingen in een rolwagen, dient een driepuntsgordel, (volgens Europees goedgekeurd systeem) aanwezig te zijn (indien gevraagd in bijlage 1).
g) I.v.m. het tijdelijk inzetten van een ander dan het gecontracteerde voertuig:
Iedere vervanging van voertuig zal de eerste dag van de vervanging aan de beherende school en De Lijn gemeld worden met mededeling van de reden. Een fotokopie van het inschrijvingsbewijs of het kente- kenbewijs dient dezelfde dag aan De Lijn bezorgd te worden. Nalatigheid op dit vlak wordt als niet- uitvoering van het contract beschouwd.
Voor een langere periode dan 5 opeenvolgende kalenderdagen of frequente kortere periodes, is een schriftelijk akkoord van de opdrachtgever (d.i. De Lijn) vereist.
Dit voertuig mag in geen geval ouder zijn dan 15 jaar en moet voldoen aan de behoeften van de dienst.
h) Alle zitplaatsen dienen met veiligheidsgordels uitgerust te worden.
i) De vervoercapaciteit moet minimaal beantwoorden aan de vereisten van het bestek.
j) De zittingen staan in de rijrichting of omgekeerd.
x) Xxxxxxxxxxx in de middengang zijn niet toegelaten. Indien een klapstoel aanwezig is, mag deze mee tellen als een plaats, indien ze beschikken over een driepuntsgordel en in de rijrichting of omgekeerd staan.
l) Armleuningen aan de kant van de middengang zijn verplicht, uitgezonderd bij voertuigen waarvoor stan- daard driepuntsgordels op alle zitplaatsen voorzien worden.
m) De begeleider moet tijdens de rit een volledig overzicht kunnen hebben van de leerlingen op het ganse voertuig.
o) Een lift kan minstens 350kg opladen, het gewicht van de gebruiker inbegrepen.
p) K.B. van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer
(B.S. 09-12-1975) zoals gewijzigd, art. 39bis1: De voertuigen voor schoolvervoer worden gesignaleerd door het volgende bord:
Dit bord heeft een zijde van ten minste 0,40 m; de achtergrond ervan moet van reflecterende producten (oranje-geel) voorzien zijn.
Dit bord moet goed zichtbaar op het linkergedeelte vooraan en achteraan op de buitenkant van het voertuig aangebracht zijn; het moet verwijderd of afgedekt worden wanneer het voertuig niet gebruikt wordt voor schoolvervoer. Het wordt benadrukt dat lege ritten naar de school wél schoolvervoer zijn. Lege rit = het traject gedurende welk noch de begeleid(st)er, noch leerlingen op het voertuig aanwezig zijn.
q) Het koninklijk besluit van 25 september 2002 (B.S. 11 oktober 2002) tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 1976 betreffende de voorwaarden voor de goedkeuring en de montage waaraan achteruit- kijkspiegels voor auto's moeten voldoen, dient door de vervoerder te worden nageleefd.
r) Aanvullende voorwaarden voor ritten uitgevoerd met een taxivoertuig.
1.1 voor het voertuig algemeen
- Het voertuig heeft een minimum capaciteit zoals opgegeven in bijlage 1
- Het voertuig voldoet aan de eventueel gevraagde modaliteiten zoals opgegeven in bijlage 1.
- De verplaatsingen die worden toegekend aan het toetredend taxibedrijf worden uitgevoerd met voertuigen die overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen door de bevoegde diensten voor technische controle in goede staat zijn bevonden en beschikken over een groen keuringsbewijs
1.2 voor de buitenzijde van het voertuig
- Zichtbaar aangebracht ritnummer
1.3 voor de binnenzijde van het voertuig
- Aanwezigheid van het door De Lijn overgemaakt rittenblad, dewelke door de chauffeur correct wordt xxxx- xxxx.
C. Wettelijke en reglementaire verplichtingen
1. Het personeel heeft geen contractuele bindingen met de V.V.M.
2. De vervoerder is ertoe gehouden (met toegang tot de lokalen en de documenten) iedere controle, onder- zoek of nazicht door de afgevaardigden van de V.V.M. op de naleving van de in het eerste deel, punt 7. vermelde bepalingen en voorwaarden mogelijk te maken. Dit nazicht of deze controle houdt geen verant- woordelijkheid in voor de V.V.M. of voor haar afgevaardigden en vermindert geenszins deze van de vervoer- der.
Specifiek voor autobussen/autocars
De controle op de naleving van de CAO’s moet uitgevoerd worden door een keuringsorgaan dat door de
V.V.M. en door de sociale partners van de sector van het bijzonder geregeld vervoer in opdracht van de
V.V.M. (=V.R.A. en de meest representatieve vakbondsorganisaties) erkend is.
De keuringskosten worden gedragen door de vervoerder.
Tijdens de uitvoering van het contract zal het onderzoek minstens 1x plaatsvinden en betrekking hebben op de toepassing in de praktijk van hetgeen in het rittenblad vermeld wordt. De planning van de controles door het keuringsorgaan gebeurt in overleg met de V.V.M.. De V.V.M. heeft steeds de mogelijkheid om een extra controle te laten uitvoeren, indien ze oordeelt dat de noodzaak er is.
Concreet heeft het onderzoek betrekking op:
- de berekening van het aantal chauffeursuren;
- de vergoeding van de chauffeurs conform het aantal chauffeursuren en conform de XXX. De volgende CAO-elementen zullen het voorwerp uitmaken van de controle:
- de betaling van het correcte uurloon met inbegrip van het in rekening brengen van de anciënniteit van de chauffeur voor de betaling van dit uurloon op basis van de CAO van 25/06/08;
- de toekenning van de ARAB-vergoeding;
- de betaling van de eindejaarspremie;
- de toekenning van ecocheques;
- de betaling van de forfaitaire vergoeding voor gesplitste diensten (€ 1/dag, indien de chauffeur het voer- tuig niet mee naar huis neemt – CAO van 28/12/07);
- de betaling van de stationnementspremie;
- de toekenning van de vergoedingen voor nachtarbeid en voor arbeid op zon- en feestdagen;
- de betaling van xxxxxxxx;
- het gebruik van het prestatieblad.
De bepaling van de correcte ritduur op basis van het rittenblad is essentieel voor de uitvoering van een degelijk onderzoek. De aan de chauffeur minimaal te vergoeden tijd is deze nodig om de afstand school/school af te leggen. Aan het keuringsorgaan zal de opdracht gegeven worden om deze minimumver- goeding als referentie voor de verloning van de chauffeurs te hanteren.
Het onderzoek gebeurt op basis van de volgende documenten:
- de rittenbladen;
- de overeenkomst leerlingenvervoer De Lijn;
- de prestatiebladen;
- de loonfiches.
Het nazicht kan plaatsvinden zowel op initiatief van het keuringsorgaan als op verzoek van de V.V.M.. Elk nazicht moet vooraf schriftelijk aan de V.V.M. (leidend ambtenaar) gemeld worden. Het keuringsorgaan maakt van het uitgevoerde onderzoek een schriftelijk verslag (voorzien van een advies) over aan de V.V.M. (leidend ambtenaar).
De V.V.M. beslist vervolgens over de eventueel te ondernemen actie en te treffen maatregelen. Indien uit het eindrapport blijkt dat de naleving van de CAO negatief geëvalueerd wordt, is de V.V.M. gemachtigd sancties op te leggen aan de vervoerder. Hiervoor wordt verwezen naar het 2de deel, punt 35. van onder- havig bestek.
3. De vervoerder verbindt er zich toe dat al zijn rijdend personeel (ook vervangers) zich, tijdens zijn dienstop- dracht, schikt naar de bevelen, onderrichtingen, richtlijnen en aanwijzingen die door de V.V.M. en haar per- soneelsleden in de uitvoering van hun functies gegeven worden. De vervoerder staat ook in voor het verze- keren van de kennis van het draaiboek van al zijn rijdend personeel.
4. De personeelsleden van de V.V.M., daartoe gemandateerd, zijn gemachtigd aan het rijdend personeel op- merkingen te maken nopens hun gedragingen tegenover de leerlingen en omtrent hun eventuele tekortko- mingen.
5. Xxxxxxx xxx xxxxxx, wangedrag of onbekwaamheid om een dienst uit te voeren in hoofde van de aange- stelde, moet de vervoerder deze aangestelde op het eerste gemotiveerd verzoek van de V.V.M. onmiddellijk vervangen.
6. De vervoerder waakt erover dat zijn personeel voldoende kennis van de Nederlandse taal heeft.
7. De vervoerder en zijn personeel zijn ertoe gehouden alle administratieve verplichtingen met betrekking tot de bijzondere autobusdiensten na te leven en in het bijzonder die welke door het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het vervoer voor eigen rekening en het ongeregeld vervoer, worden opgelegd.
8. De vervoerder moet het vervoer volgens de wettelijke voorwaarden verzekeren en verbindt zich tot de na- leving van de sociale wetgeving.
9. De vervoerder waakt er over dat het rijdend personeel, vooraleer in dienst te treden:
- een blanco uittreksel uit het strafregister (conform MODEL 2-596-2) kan voorleggen dat niet ouder is dan een maand en dat voor een openbare administratie bestemd is;
- over een geldig Europees rijbewijs beschikt, vereist voor het opgegeven voertuigenpark;
- in het bezit is van een geldige medische schifting en vakbekwaamheid voor de functie. Het personeelslid moet deze kwaliteiten tijdens de hele duur van zijn functie behouden en er de bewijzen van leveren bij elke aanvraag van de V.V.M.
Eventueel andere bescheiden kunnen door de V.V.M. gevraagd worden.
10. Op vraag van de opdrachtgever moet de vervoerder van het betrokken personeelslid, een blanco uittreksel uit het strafregister (conform MODEL 2-596-2) dat niet ouder is dan een maand, rekenend vanaf datum vraag van de opdrachtgever, kunnen voorleggen.
D. Uitvoering van de overeenkomst
1. De vervoerder moet zich houden aan het draaiboek.
2. De vervoerder is ertoe gehouden alle maatregelen te treffen die binnen zijn bevoegdheid liggen teneinde de opdracht uit te voeren.
3. Elke afwijking aan het draaiboek (vertraging, defect voertuig, overbelasting of elk ander incident) wordt onmiddellijk telefonisch medegedeeld aan de school en schriftelijk gemeld aan de bevoegde provinciale af- deling.
Indien, voor de aanvang van een rit, een vertraging van meer dan 15 minuten op het officieel vertrekuur wordt voorzien, doordat het voor de dienst aangewezen voertuig ontbreekt of beschadigd is, moet de ver- voerder zo snel mogelijk de nodige maatregelen nemen en het voertuig vervangen. Indien deze vervanging niet tijdig geschiedt, mag de V.V.M. in samenspraak met de school, op kosten van de vervoerder, één of meerdere voertuigen huren of haar eigen materieel in dienst stellen.
4. Alle incidenten in de uitvoering van de opdracht (vertragingen, kleine ongevallen, verkeersopstoppingen, defecten aan het voertuig met invloed op het comfort, ...) dienen door de vervoerder onmiddellijk medege- deeld aan de school en aan de provinciale afdeling Operaties.
5. De aangifte van zware incidenten en zware ongevallen zal gebeuren volgens de modaliteiten bepaald door een specifiek bericht opgemaakt door de V.V.M.
6. De berichten en omzendbrieven, bedoeld in punt 7, maken integraal deel uit van dit contract vanaf hun respectievelijke aanvangsdatum.
7. Alleen de contractuele voertuigen mogen door de vervoerder gebruikt worden voor de exploitatie van het vervoer dat voorwerp uitmaakt van dit contract.
8. De diensten dienen voor de vervoerder zodanig te worden opgemaakt dat deze in regel zijn met de regelge- ving op rij- en rusttijden en dat de verplichte rustpauzes het ononderbroken uitvoeren van de beladen rit niet in het gedrang brengen.
9. De vervoerder moet op vraag van de V.V.M. de afgesproken werkinstructies met betrekking tot track and trace toepassen in het kader van de optimalisatie van de trajecten van leerlingenvervoer.
E. Bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht
De vervoerder verbindt zich er toe bij het uitvoeren van de opdracht niemand te discrimineren en geen enkele vorm van discriminatie te dulden op grond van één of meer van volgende beschermde kenmerken: geslacht, genderidentiteit, genderexpressie, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etni- sche afstamming. Hij waarborgt dit zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals busbegeleiders, leerlingen…
De vervoerder verbindt zich ertoe de chauffeurs en derden zoals busbegeleiders, leerlingen… mee te delen dat
hij geen rekening zal houden met vragen of xxxxxx van discriminerende aard.
Indien een personeelslid van de vervoerder zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan dis- criminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de vervoerder de nodige maatregelen treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De vervoerder zal toezien op het naleven van dit engagement.
Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de vervoerder of zijn personeelsleden, zal deze zijn volledige me- dewerking verlenen aan eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door De Lijn, een meldpunt dis- criminatie of een andere organisatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid.
De vervoerder vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of onge- wenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk aan hem dienen te melden.
De vervoerder verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een derde, om af te zien van eventu- ele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit verband.
F. Inlichtingen
Voor inlichtingen in verband met de te volgen reiswegen en praktische schikkingen wenden de inschrijvers zich tot de provinciale afdeling van de dienst leerlingenvervoer of de Teamleider Leerlingenvervoer op volgende adressen:
1. Antwerpen, Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xx;
2. Oost-Vlaanderen, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xx;
3. Vlaams-Brabant, Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxx, xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx-xx@xxxxxx.xx;
4. Limburg, Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xx;
5. West-Vlaanderen, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xx.
VIERDE DEEL: BIJLAGEN
Bijlage 1: Opgave van de percelen met de te verzorgen ritten
Zie mailbijlage.
Bijlage 1bis:Frequenties van de te verzorgen ritten
Zie mailbijlage.
Bijlage 2: Prijsherzieningformulier autobussen en autocars
Zie mailbijlage indien van toepassing.
Bijlage 2 bis: Prijsherzieningsformulier taxi’s
Zie mailbijlage indien van toepassing.
Bijlage 3: Model beroepen op draagkracht van een andere entiteit
in te vullen door de derde die zijn draagkracht ter beschikking stelt
De onderneming : [naam van de derde invoegen] met zetel te: [plaats]
vertegenwoordigd door [naam en hoedanigheid vertegenwoordiger invoegen] naam van de opdracht:
Verbindt zich ertoe om, gedurende de ganse duur van de opdracht, de voor de uitvoering van deze opdracht noodzakelijke middelen, inzake [invoegen voor welk selectiecriterium en welk aspect de inschrijver zich beroept op de derde], ter beschikking te stellen aan [naam inschrijver invoegen] in zoverre voormelde opdracht aan [naam inschrijver] zou worden gegund.2
In geval er draagkracht ter beschikking wordt gesteld om te voldoen aan de economische en financiële criteria wordt door de andere entiteit, zonder enige vorm van voorbehoud, een hoofdelijke aansprakelijkheid aanvaard met de inschrijver voor de uitvoering van de volledige opdracht. Deze hoofdelijkheid wordt door de onderteke- ning dezer uitdrukkelijk en onherroepelijk aanvaard door de entiteit op wiens draagkracht men beroep doet.
Gelezen en goedgekeurd,
[naam en handtekening] [datum]
2 Bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid toevoegen (statuten of volmacht)
Bijlage 4: Inschrijvingsformulier
Zie mailbijlage.
Bijlage 5: Prijsopgave
Zie mailbijlage.
Bijlage 5 bis: Prijsnazicht (enkel voor autobussen en autocars, niet voor taxi’s)
Zie mailbijlage.