OVEREENKOMSTEN
OVEREENKOMSTEN
in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van de overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economische Ruimte, en vier daarmee verband houdende overeenkomsten
A. Brief van de Europese Gemeenschap aan de Republiek IJsland
Mijnheer …,
Met betrekking tot de overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economi- sche Ruimte, hierna „de EER-uitbreidingsovereenkomst” genoemd, en vier daarmee verband houdende overeenkomsten, ondertekend op 14 oktober 2003, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is de EER-uitbreidingsovereenkomst en de overeenkomst tussen de Europese Gemeen- schap en de Republiek IJsland betreffende een aanvullend protocol bij de Vrijhandelsovereenkomst van 22 juli 1972 tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland met ingang van 1 mei 2004 voorlopig toe te passen op voorwaarde dat de Republiek IJsland bereid is hetzelfde te doen.
Ik zou het op prijs stellen indien u mij zou willen bevestigen dat de Republiek IJsland met bedoelde voor- lopige toepassing instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Hecho en Bruselas, Udfærdiget i Bruxelles den Geschehen zu Brüssel am Έγινε στις Βρυξέλλες,
Done at Brussels Fait à Bruxelles,
Fatto a Bruxelles, addì Gedaan te Brussel, Feito em Bruxelas, Tehty Brysselissä
Som skedde i Bryssel Gjört í Brussel Utferdiget i Brussel,
Por la Comunidad Europea
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
B. Brief van de Republiek IJsland aan de Europese Gemeenschap
Mijnheer …,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van, en kennisgeving te doen van de instemming van de Repu- bliek IJsland met, uw brief van heden, die als volgt luidt:
„Met betrekking tot de overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Est- land, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Euro- pese Economische Ruimte, hierna „de EER-uitbreidingsovereenkomst” genoemd, en vier daarmee ver- band houdende overeenkomsten, ondertekend op 14 oktober 2003, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is de EER-uitbreidingsovereenkomst en de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland betreffende een aanvullend protocol bij de Vrijhandels- overeenkomst van 22 juli 1972 tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland met ingang van 1 mei 2004 voorlopig toe te passen op voorwaarde dat de Republiek IJsland bereid is hetzelfde te doen.”.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Gjört í Brussel Hecho en Bruselas,
Udfærdiget i Bruxelles den Geschehen zu Brüssel am Έγινε στις Βρυξέλλες,
Done at Brussels Fait à Bruxelles,
Fatto a Bruxelles, addì Gedaan te Brussel, Feito em Bruxelas, Tehty Brysselissä
Som skedde i Bryssel Utferdiget i Brussel,
Fyrir hönd Lyðveldisins Íslands
C. Brief van de Europese Gemeenschap aan het Vorstendom Liechtenstein
Mijnheer …,
Met betrekking tot de overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economi- sche Ruimte, hierna „de EER-uitbreidingsovereenkomst” genoemd, en vier daarmee verband houdende overeenkomsten, ondertekend op 14 oktober 2003, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is de EER-uitbreidingsovereenkomst met ingang van 1 mei 2004 voorlopig toe te pas- sen op voorwaarde dat het Vorstendom Liechtenstein bereid is hetzelfde te doen.
Ik zou het op prijs stellen indien u mij zou willen bevestigen dat het Vorstendom Liechtenstein met bedoelde voorlopige toepassing instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Hecho en Bruselas, Udfærdiget i Bruxelles den Geschehen zu Brüssel am Έγινε στις Βρυξέλλες,
Done at Brussels Fait à Bruxelles,
Fatto a Bruxelles, addì Gedaan te Brussel, Feito em Bruxelas, Tehty Brysselissä
Som skedde i Bryssel Gjört í Brussel Utferdiget i Brussel,
Por la Comunidad Europea
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
D. Brief van het Vorstendom Liechtenstein aan de Europese Gemeenschap
Mijnheer …,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van, en kennisgeving te doen van de instemming van het Vor- stendom Liechtenstein met, uw brief van heden, die als volgt luidt:
„Met betrekking tot de overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Est- land, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Euro- pese Economische Ruimte, hierna „de EER-uitbreidingsovereenkomst” genoemd, en vier daarmee ver- band houdende overeenkomsten, ondertekend op 14 oktober 2003, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is de EER-uitbreidingsovereenkomst met ingang van 1 mei 2004 voorlopig toe te passen op voorwaarde dat het Vorstendom Liechtenstein bereid is hetzelfde te doen.”.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Geschehen zu Brüssel am Hecho en Bruselas, Udfærdiget i Bruxelles den Έγινε στις Βρυξέλλες, Done at Brussels
Fait à Bruxelles,
Fatto a Bruxelles, addì Gedaan te Brussel, Feito em Bruxelas, Tehty Brysselissä
Som skedde i Bryssel Gjört í Brussel Utferdiget i Brussel,
Für die Regierung des Fürstentums Liechtenstein
E. Brief van de Europese Gemeenschap aan het Koninkrijk Noorwegen
Mijnheer …,
Met betrekking tot de overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economi- sche Ruimte, hierna „de EER-uitbreidingsovereenkomst” genoemd, en vier daarmee verband houdende overeenkomsten, ondertekend op 14 oktober 2003, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is de EER-uitbreidingsovereenkomst en de volgende drie daarmee verband houdende overeenkomsten:
— Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Gemeenschap betreffende een Noors Financieel Mechanisme voor de periode 2004-2009,
— Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een aanvul- lend protocol bij de Vrijhandelsovereenkomst van 14 mei 1973 tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen,
— Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende bepaalde landbouwproducten,
met ingang van 1 mei 2004 voorlopig toe te passen op voorwaarde dat het Koninkrijk Noorwegen bereid is hetzelfde te doen.
Ik zou het op prijs stellen indien u mij zou willen bevestigen dat het Koninkrijk Noorwegen met bedoelde voorlopige toepassing instemt.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Hecho en Bruselas, Udfærdiget i Bruxelles den Geschehen zu Brüssel am Έγινε στις Βρυξέλλες,
Done at Brussels Fait à Bruxelles,
Fatto a Bruxelles, addì Gedaan te Brussel, Feito em Bruxelas, Tehty Brysselissä
Som skedde i Bryssel Gjört í Brussel Utferdiget i Brussel,
Por la Comunidad Europea
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
F. Brief van het Koninkrijk Noorwegen aan de Europese Gemeenschap
Mijnheer …,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van, en kennisgeving te doen van de instemming van het Koninkrijk Noorwegen met, uw brief van heden, die als volgt luidt:
„Met betrekking tot de overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Est- land, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Euro- pese Economische Ruimte, hierna „de EER-uitbreidingsovereenkomst” genoemd, en vier daarmee ver- band houdende overeenkomsten, ondertekend op 14 oktober 2003, heb ik de eer u mede te delen dat de Europese Gemeenschap bereid is de EER-uitbreidingsovereenkomst en de volgende drie daarmee verband houdende overeenkomsten:
— Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Gemeenschap betreffende een Noors Financieel Mechanisme voor de periode 2004-2009,
— Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een aanvullend protocol bij de Vrijhandelsovereenkomst van 14 mei 1973 tussen de Europese Eco- nomische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen,
— Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Konink- rijk Noorwegen betreffende bepaalde landbouwproducten,
met ingang van 1 mei 2004 voorlopig toe te passen op voorwaarde dat het Koninkrijk Noorwegen bereid is hetzelfde te doen.”.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Utferdiget i Brussel, Hecho en Bruselas, Udfærdiget i Bruxelles den Geschehen zu Brüssel am Έγινε στις Βρυξέλλες,
Done at Brussels Fait à Bruxelles,
Fatto a Bruxelles, addì Gedaan te Brussel, Feito em Bruxelas, Tehty Brysselissä
Som skedde i Bryssel Gjört í Brussel
På vegne av Kongeriket Norgens regjering
OVEREENKOMST
betreffende de deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economische Ruimte
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
hierna de „EG-lidstaten” te noemen
DE REPUBLIEK IJSLAND,
HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, HET KONINKRIJK NOORWEGEN,
hierna de „EVA-staten” te noemen
gezamenlijk hierna de „huidige overeenkomstsluitende partijen” te noemen en
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK ESTLAND,
DE REPUBLIEK XXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXXXXXXXX, DE REPUBLIEK MALTA,
DE REPUBLIEK POLEN, DE REPUBLIEK SLOVENIË,
DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,
OVERWEGENDE dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxx- xxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (hierna het „Toetredingsverdrag” te noemen) werd ondertekend te Athene op 16 april 2003;
OVERWEGENDE dat, op grond van artikel 128 van de te Porto op 2 mei 1992 ondertekende Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, elke Europese Staat die tot de Gemeenschap toetreedt, moet vragen partij te worden bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna de „EER-overeenkomst” te noemen);
OVERWEGENDE dat de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slo- waakse Republiek gevraagd hebben partij te worden bij de EER-overeenkomst;
OVERWEGENDE dat de voorwaarden voor een dergelijk lidmaatschap dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de huidige overeenkomstsluitende partijen en de staten die de aanvraag doen,
HEBBEN BESLOTEN de volgende overeenkomst te sluiten:
Artikel 1
1. De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Repu- bliek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek worden par- tij bij de EER-overeenkomst en worden hierna de „nieuwe over- eenkomstsluitende partijen” genoemd.
2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeen- komst zijn de bepalingen van de EER-overeenkomst, zoals gewijzigd bij de vóór 1 november 2002 vastgestelde besluiten van het Gemengd Comité van de EER, voor de nieuwe over- eenkomstsluitende partijen bindend onder dezelfde voorwaar- den als voor de huidige overeenkomstsluitende partijen over- eenkomstig de in deze overeenkomst vastgelegde voorwaarden.
3. De bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integre- rend deel van deze overeenkomst.
Artikel 2
1. AANPASSINGEN VAN HET DISPOSITIEF VAN DE EER-OVEREEN- KOMST
a) Preambule:
De lijst van de overeenkomstsluitende partijen wordt vervangen door:
„DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË,
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE,
DE REPUBLIEK MALTA,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE REPUBLIEK POLEN,
DE PORTUGESE XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXX, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
en
DE REPUBLIEK IJSLAND,
HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, HET KONINKRIJK NOORWEGEN,”.
b) Artikel 2
i) De tekst onder b) wordt vervangen door:
„„EVA-Staten”: de Republiek IJsland, het Vorsten- dom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen;”.
ii) Onder c) wordt „en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal” geschrapt.
iii) Het volgende wordt toegevoegd:
„d) „Toetredingsakte van 16 april 2003”: de akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek en de aanpassingen van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, goedgekeurd te Athene op 16 april 2003.”.
c) Artikel 109
In lid 1 wordt „het Verdrag tot oprichting van de Euro- pese Gemeenschap voor Kolen en Staal” geschrapt.
d) Artikel 117
De tekst van artikel 117 wordt vervangen door:
„Protocol 38 en Protocol 38 bis bevatten bepalingen betreffende het financieel mechanisme.”.
e) Artikel 121
c) wordt geschrapt.
f) Artikel 126
Lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
i) „en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal” wordt geschrapt;
ii) „die Verdragen” wordt vervangen door „dat Ver- drag”;
iii) „de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zwe- den” wordt vervangen door „de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen”.
g) Artikel 129
i) Na de eerste alinea van lid 1 wordt de volgende ali- nea ingevoegd:
„Naar aanleiding van de uitbreiding van de Euro- pese Economische Ruimte zijn eveneens de versies van deze overeenkomst in de Tsjechische, de Est- landse, de Hongaarse, de Letlandse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Sloveense en de Slowaakse taal gelijkelijk authentiek.”;
ii) De nieuwe derde alinea van lid 1 wordt vervangen door:
„De teksten van de in de bijlagen genoemde beslui- ten zijn gelijkelijk authentiek in de Tsjechische, de Deense, de Nederlandse, de Engelse, de Estlandse, de Finse, de Franse, de Duitse, de Griekse, de Hon- gaarse, de Italiaanse, de Letlandse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse en de Zweedse taal, zoals zij in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn ver- schenen, en worden met het oog op hun echtver- klaring in de IJslandse en Noorse taal opgemaakt, en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.”.
2. AANPASSINGEN VAN DE PROTOCOLLEN BIJ DE EER-OVEREEN- KOMST
a) Protocol 36
De eerste alinea van artikel 2 wordt vervangen door:
„Het Gemengd Parlementair Comité van de EER bestaat uit vierentwintig leden.”.
b) Nieuw Protocol 38 bis
Na Protocol 38 wordt een nieuw Protocol 38 bis inge- voegd:
„PROTOCOL 38 bis
betreffende het Financieel Mechanisme van de EER
Artikel 1
De EVA-Staten dragen bij tot de vermindering van eco- nomische en sociale verschillen binnen de Europese Economische Ruimte aan de hand van subsidies voor investerings- en ontwikkelingsprojecten in de in artikel 3 vermelde prioritaire sectoren.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage bedraagt in totaal 600 miljoen euro, waarvan over de periode 1 mei 2004 tot en met 30 april 2009 jaarlijkse tranches van 120 miljoen euro beschikbaar worden gemaakt voor het aangaan van betalingsverplichtingen.
Artikel 3
1. Voor de subsidies komen projecten in de vol- gende prioritaire sectoren in aanmerking:
a) de bescherming van het milieu, met inbegrip van het leefmilieu, door, inter alia, vermindering van de verontreiniging en bevordering van vernieuwbare energie;
b) de bevordering van duurzame ontwikkeling door efficiënter gebruik en beheer van hulpbronnen;
c) de bescherming van het Europees cultureel erfgoed met inbegrip van openbaar vervoer en stadsver- nieuwing;
d) de ontwikkeling van menselijk potentieel door, inter alia, bevordering van onderwijs en opleiding, en uitbreiding van de administratieve capaciteit of dienstverlening van lokale besturen of hun instellin- gen evenals consolidering van de democratische processen die eraan ten grondslag liggen;
e) gezondheids- en kinderzorg.
2. Academisch onderzoek kan voor financiering in aanmerking komen voor zover het op een of verschil- lende van deze prioritaire sectoren betrekking heeft.
Artikel 4
1. De EER-EVA-bijdrage in de vorm van subsidies is nooit groter dan 60 % van de projectkosten, tenzij het gaat om projecten die anders zouden worden gefinan- cierd met toewijzingen uit de begroting van de nationa- le, regionale of lokale overheid, in welk geval de bij- drage niet groter kan zijn dan 85 % van de totale kos- ten. De communautaire maxima voor cofinancieringen worden in geen geval overschreden.
2. De van toepassing zijnde regels betreffende staats- steun worden nageleefd.
3. De Commissie van de Europese Gemeenschappen onderzoekt de voorgestelde projecten op hun verenig- baarheid met de communautaire doelstellingen.
4. De verantwoordelijkheid van de EVA-staten voor de projecten beperkt zich tot het ter beschikking stellen van de middelen volgens het overeengekomen plan. Aansprakelijkheid ten aanzien van derden wordt niet aanvaard.
Artikel 5
De middelen worden de begunstigde staten (Tsjechische Republiek, Estland, Griekenland, Spanje, Cyprus, Let- land, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Portugal, Slo- venië en Slowakijë) overeenkomstig de volgende ver- deelsleutel ter beschikking gesteld:
Begunstigde staat | Percentage van de totale bijdrage |
Tsjechische Republiek | 8,09 % |
Estland | 1,68 % |
Griekenland | 5,71 % |
Spanje | 7,64 % |
Cyprus | 0,21 % |
Letland | 3,29 % |
Litouwen | 4,50 % |
Hongarije | 10,13 % |
Malta | 0,32 % |
Polen | 46,80 % |
Portugal | 5,22 % |
Slovenië | 1,02 % |
Slowakije | 5,39 % |
Artikel 6
Met het oog het opnieuw toewijzen van niet-vast- gelegde middelen voor hoogprioritaire projecten van een begunstigde staat wordt in november 2006, en opnieuw in november 2008, de regeling opnieuw beke- ken.
Artikel 7
1. De financiële bijdrage waarin dit protocol voor- ziet, wordt nauw gecoördineerd met de bilaterale bij- drage van Noorwegen waarin het Noors Financieel Mechanisme voorziet.
2. De EVA-staten zien in het bijzonder erop toe dat voor beide in vorige alinea bedoelde financiële mecha- nismen dezelfde aanvraagprocedures worden toegepast.
3. Alle relevante wijzigingen van het cohesiebeleid van de Gemeenschap worden naar behoren in aanmer- king genomen.
Artikel 8
1. De EVA-staten richten een comité op voor het beheer van het Financieel Mechanisme van de EER.
2. Verdere uitvoeringsbepalingen betreffende het Financieel Mechanisme van de EER worden zo nodig door de EVA-staten vastgesteld.
3. Voor het dekken van de beheerkosten worden middelen van het in artikel 2 genoemde totaalbedrag gebruikt.
Artikel 9
Aan het einde van de periode van vijf jaar, en onver- minderd de rechten en verplichtingen in het kader van de overeenkomst, onderzoeken de overeenkomstslui- tende partijen in het licht van artikel 115 opnieuw de behoefte aan maatregelen met betrekking tot de eco- nomische en sociale verschillen binnen de Europese Economische Ruimte.
Artikel 10
Indien in artikel 5 van dit protocol vermelde begun- stigde Staten op 1 mei 2004 geen partij bij de overeen- komst worden, of indien er zich lidmaatschapswijzigin- gen binnen de EVA-pijler van de Europese Economi- sche Ruimte voordoen, wordt dit protocol dienovereen- komstig aangepast.”.
c) Nieuw Protocol 44:
Het volgende wordt opgenomen als Protocol 44:
„PROTOCOL 44
betreffende de in de Toetredingsakte van 16 april 2003 opgenomen vrijwaringsmechanismen
1. Toepassing van artikel 112 van de overeenkomst op de algemene economische vrijwaringsclausule en de vrijwaringsmechanismen vervat in bepaalde over- gangsregelingen betreffende het vrije verkeer van werknemers en het wegvervoer
Artikel 112 van de overeenkomst is eveneens van toepassing op de situaties omschreven of bedoeld in de bepalingen van artikel 37 van de Toetredings- akte van 16 april 2003 en in de vrijwaringsmecha- nismen vervat in de overgangsregelingen, onder de rubriek „Overgangsperiode” in bijlage V (Vrij ver- keer van werknemers) en bijlage VIII (Recht van vestiging), in punt 30 (Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad) van bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeids- recht en gelijke behandeling van mannen en vrou- wen) en in punt 26c (Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad) van bijlage XIII (Vervoer) met dezelfde tijdslimieten, werkingssfeer en gevol- gen als die vastgelegd in genoemde bepalingen.
2. Vrijwaringsclausule betreffende de interne markt
De algemene besluitvormingsprocedure waarin de overeenkomst voorziet, is eveneens van toepassing op de door de EG-Commissie ter uitvoering van artikel 38 van de Toetredingsakte van 16 april 2003 genomen besluiten.”.
Artikel 3
1. Alle wijzigingen van in de EER-overeenkomst opgenomen communautaire besluiten, aangebracht in het kader van de akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxx- xxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek en de aanpassingen van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (hierna de
„Toetredingsakte van 16 april 2003 genoemd”), worden in de EER-overeenkomst opgenomen.
2. Met het oog daarop wordt in de punten van de bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst die verwijzingen bevatten naar bedoelde communautaire besluiten, het volgende streepje opgenomen:
„— Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Repu-
bliek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litou- wen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slo- waakse Republiek en de aanpassingen van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, goedgekeurd op 16 april 2003.”
3. Indien het in lid 2 bedoelde streepje het eerste is in het punt waar het wordt ingevoegd, wordt het voorafgegaan door
„, zoals gewijzigd bij:”.
4. Bijlage I bij deze overeenkomst bevat een lijst van de punten in de bijlagen en protocollen bij de EER-overeenkomst waar de in lid 2 en 3 aangegeven tekst dient te worden inge- voegd.
5. Wanneer met betrekking tot vóór de inwerkingtreding van deze overeenkomst in de EER-overeenkomst opgenomen besluiten aanpassingen nodig zijn naar aanleiding van het lid- maatschap van de nieuwe partijen bij de overeenkomst, en bedoelde aanpassingen niet in deze overeenkomst zijn opge- nomen, worden deze aanpassingen overeenkomstig de in de EER-overeenkomst vastgelegde procedures aangebracht.
Artikel 4
1. De regelingen bedoeld in bijlage II bij deze overeenkomst worden in de EER-overeenkomst opgenomen.
2. Alle in de Toetredingsakte van 16 april 2003 vermelde voor de EER-overeenkomst relevante regelingen die niet in bij- lage II bij deze overeenkomst worden vermeld, worden over- eenkomstig de in de EER-overeenkomst vastgelegde procedures getroffen.
Artikel 5
Alle partijen bij deze overeenkomst kunnen vraagstukken betreffende de interpretatie of toepassing ervan aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen. Het Gemengd Comité van de EER onderzoekt de vraagstukken teneinde een in het kader van het goed functioneren van de EER-overeen- komst aanvaardbare oplossing te vinden.
Artikel 6
1. Deze overeenkomst wordt door de huidige en nieuwe partijen bij de overeenkomst overeenkomstig hun eigen proce- dures bekrachtigd of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-gene- raal van de Raad van de Europese Unie.
2. Zij treedt in werking op dezelfde dag als het Toetredings- verdrag op voorwaarde dat alle akten van bekrachtiging of goedkeuring van deze overeenkomst vóór die datum zijn nedergelegd, en de volgende ermee verband houdende overeen- komsten en protocollen op dezelfde dag in werking treden:
a) de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Gemeenschap betreffende een Noors Financieel Mechanisme voor de periode 2004-2009,
b) het aanvullend protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aan- leiding van de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Let- land, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie,
c) het aanvullend protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Xxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slo- venië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie,
d) Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende bepaalde landbouwproducten.
3. Indien de nieuwe partijen bij de overeenkomst niet alle tijdig hun akten van bekrachtiging of goedkeuring van de Oov- ereenkomst hebben nedergelegd, treedt deze overeenkomst in werking voor de staten die het wel tijdig hebben gedaan. In dat geval neemt de EER-Raad onverwijld een besluit aangaande de in deze overeenkomst en, eventueel, de EER-overeenkomst aan te brengen aanpassingen.
Artikel 7
Deze overeenkomst, opgesteld in één exemplaar in de Tsjechi- sche, de Deense, de Nederlandse, de Engelse, de Estlandse, de Finse, de Franse, de Duitse, de Griekse, de Hongaarse, de IJs- landse, de Italiaanse, de Letlandse, de Litouwse, de Maltese, de Noorse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat een voor eensluitend gewaarmerkt afschrift daarvan doet toekomen aan de regerin- gen van elk van de partijen bij deze overeenkomst.
EN FE DE LO CUAL, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Acuerdo.
NA DŮKAZ ČEHOŽ xxxxxxxxx xxxx xxxxxxxxx xxxxxxxxxxxx xxxxxxxx x xxxx xxxxxx xxx podpisy. TIL BEKRÆFTELSE HERAF har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne aftale.
ZU XXXXXX DESSEN haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Abkommen gesetzt.
SELLE KINNITUSEKS on täievolilised esindajad käesolevale lepingule alla kirjutanud.
ΕΙΣ ΠΙΣΤΩΣΙΝ ΤΩΝ ΟΠΟΙΩΝ, οι υπογεγραµµένοι πληρεξούσιοι υπέγραψαν την παρούσα Συµφωνία.
IN WITNESS WHEREOF the undersigned Plenipotentiaries have signed this Agreement.
EN FOI DE QUOI, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent accord. ÞESSU TIL STAÐFESTU HAFA FULLTRÚAR, sem til þess hafa fullt umboð, undirritað samning þennan. IN FEDE DI CHE, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente accordo. TO APLIECINOT, attiecīgi pilnvarotās personas ir xxxxxxxxxxxxx xx xxxxxx.
TAI PALIUDYDAMI šį Susitarimą pasirašė toliau nurodyti įgaliotieji atstovai. XXXXXXX HITELÉÜL az alulírott meghatalmazottak aláírták ezt a megállapodást. B'XIEHDA TA' DAN il-Plenipotenzjarji sottoskritti iffirmaw dan il-Ftehim.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben gesteld. TIL BEKREFTELSE på dette har nedenstående befullmektigede undertegnet denne avtale.
W DOWÓD CZEGO niżej podpisani Pelnomocnicy podpisali niniejsze Porozumienie.
EM FÉ DO QUE, os plenipotenciários abaixo assinados apuseram as suas assinaturas no final do presente acordo.
NA DÔKAZ ČOHO dolupodpísaní splnomocnení zástupcovia podpísali túto dohodu. V POTRDITEV TEGA so spodaj podpisani pooblaščenci podpisali ta sporazum.
TÄMÄN VAKUUDEKSI ALLA MAINITUT täysivaltaiset edustajat ovat allekirjoittaneet tämän sopimuksen. SOM BEKRÄFTELSE PÅ DETTA har undertecknade befullmäktigade ombud undertecknat detta avtal.
Hecho en Luxemburgo, el catorce de octubre de dos mil tres. V Lucemburku dne čtrnáctého října dva tisíce tři.
Udfærdiget i Luxembourg den fjortende oktober to tusind og tre. Geschehen zu Luxemburg am vierzehnten Oktober zweitausendunddrei.
Sõlmitud neljateistkümnendal oktoobril kahe tuhande kolmandal aastal Luxembourgis.
Έγινε στο Λουξεµβούργο, στις δέκα τέσσερις Οκτωβρίου δύο χιλιάδες τρία.
Done at Luxembourg on the fourteenth day of October in the year two thousand and three. Fait à Luxembourg, le quatorze octobre deux mille trois.
Gjört í Lúxemborg fjórtánda dag októbermánaðar árið tvö þúsund og þrjú. Fatto a Lussemburgo, addì quattordici ottobre duemilatre.
Luksemburgā, divtūkstoš trešā gada četrpadsmitajā oktobrī.
Priimta du tūkstančiai trečių metų spalio keturioliktą dieną Liuksemburge. Kelt Luxembourgban, kétezerhárom október tizennegyedikén.
Maghmul fil-Lussemburgu fl-erbatax-il jum ta' Ottubru fis-sena elfejn u tlieta. Gedaan te Luxemburg, de veertiende oktober tweeduizenddrie.
Utferdiget i Luxembourg den fjortende oktober totusenogtre.
Sporządzono w Luksemburgu dnia czternastego października dwa tysiące trzeciego roku. Feito no Luxemburgo, em catorze de Outubro de dois mil e três.
V Luxemburgu štrnásteho októbra dvetisíctri.
V Luxembourgu, dne štirinajstega oktobra leta dva tisoč tri.
Tehty Luxemburgissa neljäntenätoista päivänä lokakuuta vuonna kaksituhattakolme. Som skedde i Luxemburg den fjortonde oktober tjugohundratre.
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Xxxxxx xxxxxxxx, xx Xxxxxx xxxxxxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Haupt- stadt.
For Kongeriget Danmark
Für die Bundesrepublik Deutschland
Για την Ελληνική ∆ηµοκρατία
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar ceann na hÉireann For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta För Republiken Finland
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por la Comunidad Europea
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Fyrir hönd Lyðdveldisins Íslands
Für das Fürstentum Liechtenstein
For Kongeriket Norge
Za Českou republiku
Eesti Vabariigi nimel
Για την Κυπριακή ∆ηµοκρατία
Latvijas Republikas vārdā
Lietuvos Respublikos vardu
A Magyar Köztársaság nevében
Xxxx-Xxxxxxxxxx xx' Xxxxx
Xx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx
Xx Slovenskú republiku
BIJLAGE A
LIJST BEDOELD IN ARTIKEL 3 VAN DE OVEREENKOMST
DEEL I
IN DE BIJ DE TOETREDINGSAKTE VAN 16 APRIL 2003 GEWIJZIGDE EER-OVEREENKOMST VERMELDE BESLUITEN
Het streepje bedoeld in lid 2 van artikel 3 wordt op de volgende plaatsen in de bijlagen en protocollen bij de EER-over- eenkomst ingevoegd:
In bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden), hoofdstuk I (Veterinaire aangelegenheden)
— Deel 1.1, punt 4 (Richtlijn 97/78/EG van de Raad),
— Deel 1.1, punt 5 (Richtlijn 91/496/EEG van de Raad),
— Deel 1.2, punt 16 (Beschikking 93/13/EEG van de Commissie),
— Deel 1.2, punt 67 (Beschikking 97/735/EG van de Commissie),
— Deel 1.2, punt 71 (Verordening (EG) nr. 2629/97 van de Commissie),
— Deel 3.1, punt 1 (Richtlijn 85/511/EEG van de Raad),
— Deel 3.1, punt 4 (Richtlijn 92/35/EEG van de Raad),
— Deel 3.1, punt 5 (Richtlijn 92/40/EEG van de Raad),
— Deel 3.1, punt 6 (Richtlijn 92/66/EEG van de Raad),
— Deel 3.1, punt 7 (Richtlijn 93/53/EEG van de Raad),
— Deel 3.1, punt 8 (Richtlijn 95/70/EG van de Raad),
— Deel 3.1, punt 9 (Richtlijn 92/119/EEG van de Raad),
— Deel 3.1, punt 9a (Richtlijn 2000/75/EG van de Raad),
— Deel 4.1, punt 1 (Richtlijn 64/432/EEG van de Raad),
— Deel 4.1, punt 3 (Richtlijn 90/426/EEG van de Raad),
— Deel 4.1, punt 4 (Richtlijn 90/539/EEG van de Raad),
— Deel 4.1, punt 9 (Richtlijn 92/65/EEG van de Raad),
— Deel 5.1, punt 1 (Richtlijn 72/461/EEG van de Raad),
— Deel 5.1, punt 4 (Richtlijn 92/46/EEG van de Raad),
— Deel 5.1, punt 5 (Richtlijn 91/495/EEG van de Raad),
— Deel 5.1, punt 6 (Richtlijn 92/45/EEG van de Raad),
— Deel 5.1, punt 7 (Richtlijn 92/118/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 1 (Richtlijn 64/433/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 2 (Richtlijn 71/118/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 4 (Richtlijn 77/99/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 7 (Richtlijn 89/437/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 8 (Richtlijn 91/493/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 11 (Richtlijn 92/46/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 13 (Richtlijn 91/495/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 14 (Richtlijn 92/45/EEG van de Raad),
— Deel 6.1, punt 15 (Richtlijn 92/118/EEG van de Raad),
— Deel 6.2, punt 17 (Beschikking 93/383/EEG van de Raad),
— Deel 6.2, punt 39 (Beschikking 98/536/EG van de Commissie),
— Deel 7.1, punt 2 (Richtlijn 96/23/EG van de Raad),
— Deel 7.2, punt 14 (Beschikking 98/179/EG van de Commissie),
— Deel 8.1, punt 2 (Richtlijn 90/426/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 3 (Richtlijn 90/539/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 8 (Richtlijn 71/118/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 11 (Richtlijn 91/493/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 13 (Richtlijn 92/46/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 14 (Richtlijn 92/45/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 15 (Richtlijn 92/65/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 16 (Richtlijn 92/118/EEG van de Raad),
— Deel 8.1, punt 17 (Richtlijn 77/96/EEG van de Raad),
— Deel 9.1, punt 9 (Beschikking 2000/50/EG van de Commissie).
In bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie)
A. In hoofdstuk I (Motorvoertuigen)
— Punt 1 (Richtlijn 70/156/EEG van de Raad),
— Punt 2 (Richtlijn 70/157/EEG van de Raad),
— Punt 3 (Richtlijn 70/220/EEG van de Raad),
— Punt 4 (Richtlijn 70/221/EEG van de Raad),
— Punt 8 (Richtlijn 70/388/EEG van de Raad),
— Punt 9 (Richtlijn 71/127/EEG van de Raad),
— Punt 10 (Richtlijn 71/320/EEG van de Raad),
— Punt 11 (Richtlijn 72/245/EEG van de Raad),
— Punt 14 (Richtlijn 74/61/EEG van de Raad),
— Punt 16 (Richtlijn 74/408/EEG van de Raad),
— Punt 17 (Richtlijn 74/483/EEG van de Raad),
— Punt 19 (Richtlijn 76/114/EEG van de Raad),
— Punt 22 (Richtlijn 76/757/EEG van de Raad),
— Punt 23 (Richtlijn 76/758/EEG van de Raad),
— Punt 24 (Richtlijn 76/759/EEG van de Raad),
— Punt 25 (Richtlijn 76/760/EEG van de Raad),
— Punt 26 (Richtlijn 76/761/EEG van de Raad),
— Punt 27 (Richtlijn 76/762/EEG van de Raad),
— Punt 29 (Richtlijn 77/538/EEG van de Raad),
— Punt 30 (Richtlijn 77/539/EEG van de Raad),
— Punt 31 (Richtlijn 77/540/EEG van de Raad),
— Punt 32 (Richtlijn 77/541/EEG van de Raad),
— Punt 36 (Richtlijn 78/318/EEG van de Raad),
— Punt 39 (Richtlijn 78/932/EEG van de Raad),
— Punt 44 (Richtlijn 88/77/EEG van de Raad),
— Punt 45a (Richtlijn 91/226/EEG van de Raad),
— Punt 45r (Richtlijn 94/20/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 45t (Richtlijn 95/28/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 45za (Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad).
B. In hoofdstuk II (Landbouw- en bosbouwtrekkers):
— Punt 1 (Richtlijn 74/150/EEG van de Raad),
— Punt 7 (Richtlijn 75/322/EEG van de Raad),
— Punt 11 (Richtlijn 77/536/EEG van de Raad),
— Punt 13 (Richtlijn 78/764/EEG van de Raad),
— Punt 17 (Richtlijn 79/622/EEG van de Raad),
— Punt 20 (Richtlijn 86/298/EEG van de Raad),
— Punt 22 (Richtlijn 87/402/EEG van de Raad),
— Punt 23 (Richtlijn 89/173/EEG van de Raad).
C. In hoofdstuk IV (Huishoudelijke apparaten):
— Punt 4a (Richtlijn 94/2/EG van de Commissie),
— Punt 4b (Richtlijn 95/12/EG van de Commissie),
— Punt 4c (Richtlijn 95/13/EG van de Commissie),
— Punt 4d (Richtlijn 96/60/EG van de Commissie),
— Punt 4f (Richtlijn 97/17/EG van de Commissie).
D. In hoofdstuk VIII (Drukvaten):
— Punt 2 (Richtlijn 76/767/EEG van de Raad).
E. In hoofdstuk IX (Meetinstrumenten):
— Punt 1 (Richtlijn 71/316/EEG van de Raad),
— Punt 5 (Richtlijn 71/347/EEG van de Raad),
— Punt 6 (Richtlijn 71/348/EEG van de Raad),
— Punt 12 (Richtlijn 75/106/EEG van de Raad).
F. In hoofdstuk XI (Textiel):
— Punt 4b (Richtlijn 96/74/EG van het Europees Parlement en de Raad).
G. In hoofdstuk XII (Levensmiddelen):
— Punt 18 (Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 24 (Richtlijn 80/590/EEG van de Commissie),
— Punt 47 (Richtlijn 89/108/EEG van de Raad),
— Punt 54a (Richtlijn 91/321/EEG van de Commissie),
— Punt 54b (Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad),
— Punt 54w (Richtlijn 1999/21/EG van de Commissie),
— Punt 54zh (Richtlijn 2000/36/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 54zn (Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie),
— Punt 54zs (Richtlijn 2001/114/EG van de Raad).
H. In hoofdstuk XIV (Meststoffen):
— Punt 1 (Richtlijn 76/116/EEG van de Raad).
I. In hoofdstuk XV (Gevaarlijke stoffen):
— Punt 1 (Richtlijn 67/548/EEG van de Raad).
J. In hoofdstuk XVI (Cosmetica):
— Punt 9 (Richtlijn 95/17/EG van de Commissie).
K. In hoofdstuk XIX (Algemene bepalingen op het gebied van technische handelsbelemmeringen):
— Punt 1 (Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 3b (Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad),
— Punt 3e (Richtlijn 94/11/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Xxxx 0x (Xxxxxxxxx 69/493/EEG van de Raad).
L. In hoofdstuk XXIV (Machines):
— Punt 1a (Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad).
M. In hoofdstuk XXVII (Gedistilleerde dranken):
— Punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad). In bijlage IV (Energie):
— Punt 7 (Richtlijn 90/377/EEG van de Raad),
— Punt 8 (Richtlijn 90/547/EEG van de Raad),
— Punt 9 (Richtlijn 91/296/EEG van de Raad),
— Punt 11b (Richtlijn 95/12/EG van de Commissie),
— Punt 11c (Richtlijn 95/13/EG van de Commissie),
— Punt 11d (Richtlijn 96/60/EG van de Commissie),
— Punt 11f (Richtlijn 97/17/EG van de Commissie). In bijlage V (Vrij verkeer van werknemers):
— Punt 3 (Richtlijn 68/360/EEG van de Raad).
In bijlage VI (Sociale zekerheid):
— Punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad),
— Punt 2 (Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad),
— Punt 3.18 (Besluit nr. 117),
— Punt 3.19 (Besluit nr. 118),
— Punt 3.27 (Besluit nr. 136),
— Punt 3.37 (Besluit nr. 150).
In bijlage VII (Onderlinge erkenning van beroepskwalificaties):
— Punt 1a (Richtlijn 92/51/EEG van de Raad),
— Punt 2 (Richtlijn 77/249/EEG van de Raad),
— Punt 2a (Richtlijn 98/5/EG van de Raad),
— Punt 4 (Richtlijn 93/16/EEG van de Raad),
— Punt 8 (Richtlijn 77/452/EEG van de Raad),
— Punt 10 (Richtlijn 78/686/EEG van de Raad),
— Punt 11 (Richtlijn 78/687/EEG van de Raad),
— Punt 12 (Richtlijn 78/1026/EEG van de Raad),
— Punt 14 (Richtlijn 80/154/EEG van de Raad),
— Punt 17 (Richtlijn 85/433/EEG van de Raad),
— Punt 18 (Richtlijn 85/384/EEG van de Raad), In bijlage IX (Financiële diensten):
— Punt 2 (Eerste Richtlijn 73/239/EEG van de Raad),
— Punt 11 (Eerste Richtlijn 79/267/EEG van de Raad),
— Punt 13 (Richtlijn 77/92/EEG van de Raad),
— Punt 14 (Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad). In bijlage XI (Telecommunicatiediensten):
— Punt 5i (Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad).
In bijlage XIII (Vervoer):
— Punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad),
— Punt 3 (Verordening (EEG) nr. 281/71 van de Raad),
— Punt 5 (Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 7 (Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad),
— Punt 13 (Richtlijn 92/106/EEG van de Raad),
— Punt 18a (Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 19 (Richtlijn 96/26/EG van de Raad),
— Punt 21 (Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad),
— Punt 24a (Richtlijn 91/439/EEG van de Raad),
— Punt 24c (Richtlijn 1999/37/EG van de Raad),
— Punt 26a (Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad),
— Punt 32 (Verordening (EEG) nr. 684/92 van de Raad),
— Punt 33c (Verordening (EG) nr. 2121/98 van de Commissie),
— Punt 37 (Richtlijn 91/440/EEG van de Raad),
— Punt 39 (Verordening (EEG) nr. 1192/69 van de Raad),
— Punt 46a (Richtlijn 91/672/EEG van de Raad),
— Punt 47 (Richtlijn 82/714/EEG van de Raad),
— Punt 49 (Beschikking 77/527/EEG van de Commissie),
— Punt 50 (Verordening (EEG) nr. 4056/86 van de Raad),
— Punt 64a (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad),
— Punt 66c (Richtlijn 93/65/EEG van de Raad),
— Punt 66f (Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad). In bijlage XIV (Mededinging):
— Punt 2 (Verordening (EG) nr. 2790/1999 van de Commissie),
— Punt 4b (Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie),
— Punt 5 (Verordening (EG) nr. 240/96 van de Commissie),
— Punt 6 (Verordening (EG) nr. 2658/2000 van de Commissie),
— Punt 7 (Verordening (EG) nr. 2659/2000 van de Commissie),
— Punt 10 (Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad),
— Punt 11 (Verordening (EEG) nr. 4056/86 van de Raad),
— Punt 11b (Verordening (EEG) nr. 1617/93 van de Commissie),
— Punt 11c (Verordening (EG) nr. 823/2000 van de Commissie). In bijlage XVI (Aanbestedingen):
— Punt 2 (Richtlijn 93/37/EEG van de Raad),
— Punt 3 (Richtlijn 93/36/EEG van de Raad),
— Punt 4 (Richtlijn 93/38/EEG van de Raad),
— Punt 5a (Richtlijn 92/13/EEG van de Raad),
— Punt 5b (Richtlijn 92/50/EEG van de Raad). In bijlage XVII (Intellectuele eigendom):
— Punt 6 (Verordening (EEG) nr. 1768/92 van de Raad),
— Punt 6a (Verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad). In bijlage XX (Milieu):
— Punt 2fa (Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 19a (Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad),
— Punt 21aa (Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad). In bijlage XXI (Statistiek):
— Punt 1c (Verordening (EG) nr. 2702/98 van de Commissie),
— Punt 1f (Verordening (EG) nr. 1227/1999 van de Commissie),
— Punt 1g (Verordening (EG) nr. 1228/1999 van de Commissie),
— Punt 6 (Richtlijn 80/1119/EEG van de Raad),
— Punt 7 (Richtlijn 80/1177/EEG van de Raad),
— Punt 7c (Richtlijn 95/57/EG van de Raad),
— Punt 7f (Verordening (EG) nr. 1172/98 van de Raad),
— Punt 24 (Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad),
— Punt 24a (Verordening (EEG) nr. 959/93 van de Raad),
— Punt 25b (Verordening (EEG) nr. 2018/93 van de Raad),
— Punt 26 (Richtlijn 90/377/EEG van de Raad). In bijlage XXII (Vennootschapsrecht):
— Punt 1 (Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad),
— Punt 2 (Tweede Richtlijn 77/91/EEG van de Raad),
— Punt 3 (Derde Richtlijn 78/855/EEG van de Raad),
— Punt 4 (Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad),
— Punt 6 (Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad),
— Punt 9 (Twaalfde Richtlijn 89/667/EEG van de Raad inzake het vennootschapsrecht).
In Protocol 21 betreffende de tenuitvoerlegging van mededingingsregels ten aanzien van ondernemingen:
— punt 2 van artikel 3, lid 1 (Verordening (EG) nr. 447/98 van de Commissie),
— Punt 7 van artikel 3, lid 1 (Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad),
— Punt 11 van artikel 3, lid 1 (Verordening (EEG) nr. 4056/86 van de Raad).
In Protocol 26 betreffende de bevoegdheden en taken van de toezichthoudende autoriteit van de EVA op het gebied van staatssteun:
— Artikel 2 (Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad).
In Protocol 31 betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden:
— Voetnoot (Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad) bij lid 6 van artikel 4 (Onderwijs, opleiding en jeugd),
— Voetnoot (Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad) bij lid 10 van artikel 5 (Sociaal beleid),
— Zevende streepje (Beschikking 2000/819/EG van de Raad) in lid 5 van artikel 7 (Ondernemingen, ondernemer- schap, en midden- en kleinbedrijf).
DEEL II
Andere wijzigingen in de bijlagen bij de EER-overeenkomst
In de bijlagen bij de EER-overeenkomst worden de volgende wijzigingen aangebracht:
In bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden), hoofdstuk I (Veterinaire aangelegenheden)
In punt 4 van deel 1.1 van onderafdeling 1 (Richtlijn 97/78/EG van de Raad) worden de punten 16 en 17 in aanpassing
b) respectievelijk de punten 26 en 27.
In bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) In hoofdstuk XII (Levensmiddelen)
In punt 54zs (Richtlijn 2001/114/EG van de Raad) wordt k, waaronder de aan bijlage II toe te voegen tekst is ingedeeld, vervangen door za.
In bijlage V (Vrij verkeer van werknemers):
1. In punt 3 (Richtlijn 68/360/EG van de Raad) wordt aanpassing e), ii), vervangen door:
„ii) wordt de voetnoot vervangen door het volgende:
„Belgische, Britse, Cyprische, Deense, Duitse, Estlandse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Ierse, IJslandse, Itali- aanse, Letlandse, Liechtensteinse, Litouwse, Luxemburgse, Maltese, Nederlandse, Noorse, Oostenrijkse, Poolse, Portugese, Slowaakse, Sloveense, Spaanse, Tsjechische, Zweedse, Zwitserse, al naargelang het land dat de kaart heeft afgegeven.”.”;
2. In punt 7 (Beschikking 93/569/EEG van de Commissie) wordt „Oostenrijk, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden” vervangen door „IJsland en Noorwegen”.
In bijlage VI (Sociale zekerheid):
1. De aanpassingen in punt 1 (Verordening (EG) nr. 1408/71 van de Raad) worden als volgt gewijzigd:
a) In de aanpassingen h), i), j), k), l), m), p), q), r), t) en v) worden de punten P, Q en R respectievelijk de punten ZA, ZB en ZC;
b) De lijst in aanpassing n) wordt vervangen door:
„301. IJSLAND — BELGIË
Geen verdrag.
302. IJSLAND — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
303. IJSLAND — DENEMARKEN
Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.
304. IJSLAND — DUITSLAND Geen verdrag.
305. IJSLAND — ESTLAND Geen verdrag.
306. IJSLAND — GRIEKENLAND Geen verdrag.
307. IJSLAND — SPANJE Geen verdrag.
308. IJSLAND — FRANKRIJK Geen verdrag.
309. IJSLAND — IERLAND Geen verdrag.
310. IJSLAND — ITALIË Geen verdrag.
311. IJSLAND — CYPRUS Geen verdrag.
312. IJSLAND — LETLAND Geen verdrag.
313. IJSLAND — LITOUWEN Geen verdrag.
314. IJSLAND — LUXEMBURG Geen verdrag.
315. IJSLAND — HONGARIJE Geen verdrag.
316. IJSLAND — MALTA Geen verdrag.
317. IJSLAND — NEDERLAND Geen verdrag.
318. IJSLAND — OOSTENRIJK Geen.
319. IJSLAND — POLEN Geen verdrag.
320. IJSLAND — PORTUGAL Geen verdrag.
321. IJSLAND — SLOVENIË Geen verdrag.
322. IJSLAND — SLOWAKIJE Geen verdrag.
323. IJSLAND — FINLAND
Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.
324. IJSLAND — ZWEDEN
Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.
325. IJSLAND — VERENIGD KONINKRIJK Geen.
326. IJSLAND — LIECHTENSTEIN Geen verdrag.
327. IJSLAND — NOORWEGEN
Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.
328. LIECHTENSTEIN — BELGIË Geen verdrag.
329. LIECHTENSTEIN — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
330. LIECHTENSTEIN — DENEMARKEN Geen verdrag.
331. LIECHTENSTEIN — DUITSLAND
Artikel 4, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 7 april 1977, zoals gewijzigd bij Aanvullende Overeenkomst nr. 1 van 11 augustus 1989 met betrekking tot de betaling van uitkeringen aan personen die in een derde Staat woonachtig zijn.
332. LIECHTENSTEIN — ESTLAND Geen verdrag.
333. LIECHTENSTEIN — GRIEKENLAND Geen verdrag.
334. LIECHTENSTEIN — SPANJE Geen verdrag.
335. LIECHTENSTEIN — FRANKRIJK Geen verdrag.
336. LIECHTENSTEIN — IERLAND Geen verdrag.
337. LIECHTENSTEIN — ITALIË
Artikel 5, tweede zin, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 11 november 1976 met betrekking tot de betaling van uitkeringen aan personen die in een derde Staat woonachtig zijn.
338. LIECHTENSTEIN — CYPRUS Geen verdrag.
339. LIECHTENSTEIN — LETLAND Geen verdrag.
340. LIECHTENSTEIN — LITOUWEN Geen verdrag.
341. LIECHTENSTEIN — LUXEMBURG Geen verdrag.
342. LIECHTENSTEIN — HONGARIJE Geen verdrag.
343. LIECHTENSTEIN — MALTA Geen verdrag.
344. LIECHTENSTEIN — NEDERLAND Geen verdrag.
345. LIECHTENSTEIN — OOSTENRIJK
Artikel 4 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 23 september 1998.
346. LIECHTENSTEIN — POLEN Geen verdrag.
347. LIECHTENSTEIN — PORTUGAL Geen verdrag.
348. LIECHTENSTEIN — SLOVENIË Geen verdrag.
349. LIECHTENSTEIN — SLOWAKIJE Geen verdrag.
350. LIECHTENSTEIN — FINLAND Geen verdrag.
351. LIECHTENSTEIN — ZWEDEN Geen verdrag.
352. LIECHTENSTEIN — VERENIGD KONINKRIJK Geen verdrag.
353. LIECHTENSTEIN — NOORWEGEN Geen verdrag.
354. NOORWEGEN — BELGIË Geen verdrag.
355. NOORWEGEN — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
356. NOORWEGEN — DENEMARKEN
Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.
357. NOORWEGEN — DUITSLAND Geen verdrag.
358. NOORWEGEN — ESTLAND Geen verdrag.
359. NOORWEGEN — GRIEKENLAND
Artikel 16, lid 5, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 12 juni 1980.
360. NOORWEGEN — SPANJE Geen verdrag.
361. NOORWEGEN — FRANKRIJK Geen.
362. NOORWEGEN — IERLAND Geen verdrag.
363. NOORWEGEN — ITALIË Geen.
364. NOORWEGEN — CYPRUS Geen verdrag.
365. NOORWEGEN — LETLAND Geen verdrag.
366. NOORWEGEN — LITOUWEN Geen verdrag.
367. NOORWEGEN — LUXEMBURG Geen.
368. NOORWEGEN — HONGARIJE Geen.
369. NOORWEGEN — MALTA Geen verdrag.
370. NOORWEGEN — NEDERLAND
Artikel 5, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 13 april 1989.
371. NOORWEGEN — OOSTENRIJK
a) Artikel 5, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 27 augustus 1985.
b) Artikel 4 van genoemd Verdrag met betrekking tot personen die in een derde Staat woonachtig zijn.
c) Punt II van het Slotprotocol bij genoemd Verdrag met betrekking tot personen die in een derde Staat woonachtig zijn.
372. NOORWEGEN — POLEN Geen verdrag.
373. NOORWEGEN — PORTUGAL
Artikel 6 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 5 juni 1980.
374. NOORWEGEN — SLOVENIË Geen.
375. NOORWEGEN — SLOWAKIJE Geen verdrag.
376. NOORWEGEN — FINLAND
Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.
377. NOORWEGEN — ZWEDEN
Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.
378. NOORWEGEN — VERENIGD KONINKRIJK Geen.”;
c) De lijst in aanpassing o) wordt vervangen door:
„301. IJSLAND — BELGIË
Geen verdrag.
302. IJSLAND — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
303. IJSLAND — DENEMARKEN Geen.
304. IJSLAND — DUITSLAND Geen verdrag.
305. IJSLAND — ESTLAND Geen verdrag.
306. IJSLAND — GRIEKENLAND Geen verdrag.
307. IJSLAND — SPANJE Geen verdrag.
308. IJSLAND — FRANKRIJK Geen verdrag.
309. IJSLAND — IERLAND Geen verdrag.
310. IJSLAND — ITALIË Geen verdrag.
311. IJSLAND — CYPRUS Geen verdrag.
312. IJSLAND — LETLAND Geen verdrag.
313. IJSLAND — LITOUWEN Geen verdrag.
314. IJSLAND — LUXEMBURG Geen verdrag.
315. IJSLAND — HONGARIJE Geen verdrag.
316. IJSLAND — MALTA Geen verdrag.
317. IJSLAND — NEDERLAND Geen verdrag.
318. IJSLAND — OOSTENRIJK
Artikel 4 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 18 november 1993.
319. IJSLAND — POLEN Geen verdrag.
320. IJSLAND — PORTUGAL Geen verdrag.
321. IJSLAND — SLOVENIË Geen verdrag.
322. IJSLAND — SLOWAKIJE Geen verdrag.
323. IJSLAND — FINLAND Geen.
324. IJSLAND — ZWEDEN Geen.
325. IJSLAND — VERENIGD KONINKRIJK Geen.
326. IJSLAND — LIECHTENSTEIN Geen verdrag.
327. IJSLAND — NOORWEGEN Geen.
328. LIECHTENSTEIN — BELGIË Geen verdrag.
329. LIECHTENSTEIN — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
330. LIECHTENSTEIN — DENEMARKEN Geen verdrag.
331. LIECHTENSTEIN — DUITSLAND
Artikel 4, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 7 april 1977, zoals gewijzigd bij Aanvullend Verdrag nr. 1 van 11 augustus 1989 met betrekking tot de betaling van uitkeringen aan per- sonen die in een derde Staat woonachtig zijn.
332. LIECHTENSTEIN — ESTLAND Geen verdrag.
333. LIECHTENSTEIN — GRIEKENLAND Geen verdrag.
334. LIECHTENSTEIN — SPANJE Geen verdrag.
335. LIECHTENSTEIN — FRANKRIJK Geen verdrag.
336. LIECHTENSTEIN — IERLAND Geen verdrag.
337. LIECHTENSTEIN — ITALIË
Artikel 5, tweede zin, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 11 november 1976 met betrekking tot de betaling van uitkeringen aan personen die in een derde Staat woonachtig zijn.
338. LIECHTENSTEIN — CYPRUS Geen verdrag.
339. LIECHTENSTEIN — LETLAND Geen verdrag.
340. LIECHTENSTEIN — LITOUWEN Geen verdrag.
341. LIECHTENSTEIN — LUXEMBURG Geen verdrag.
342. LIECHTENSTEIN — HONGARIJE Geen verdrag.
343. LIECHTENSTEIN — MALTA Geen verdrag.
344. LIECHTENSTEIN — NEDERLAND Geen verdrag.
345. LIECHTENSTEIN — OOSTENRIJK
Artikel 4 van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 23 september 1998.
346. LIECHTENSTEIN — POLEN Geen verdrag.
347. LIECHTENSTEIN — PORTUGAL Geen verdrag.
348. LIECHTENSTEIN — SLOVENIË Geen verdrag.
349. LIECHTENSTEIN — SLOWAKIJE Geen verdrag.
350. LIECHTENSTEIN — FINLAND Geen verdrag.
351. LIECHTENSTEIN — ZWEDEN Geen verdrag.
352. LIECHTENSTEIN — VERENIGD KONINKRIJK Geen verdrag.
353. LIECHTENSTEIN — NOORWEGEN Geen verdrag.
354. NOORWEGEN — BELGIË Geen verdrag.
355. NOORWEGEN — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
356. NOORWEGEN — DENEMARKEN Geen.
357. NOORWEGEN — DUITSLAND Geen verdrag.
358. NOORWEGEN — ESTLAND Geen verdrag.
359. NOORWEGEN — GRIEKENLAND Geen.
360. NOORWEGEN — SPANJE Geen verdrag.
361. NOORWEGEN — FRANKRIJK Geen.
362. NOORWEGEN — IERLAND Geen verdrag.
363. NOORWEGEN — ITALIË Geen.
364. NOORWEGEN — CYPRUS Geen verdrag.
365. NOORWEGEN — LETLAND Geen verdrag.
366. NOORWEGEN — LITOUWEN Geen verdrag.
367. NOORWEGEN — LUXEMBURG Geen.
368. NOORWEGEN — HONGARIJE Geen.
369. NOORWEGEN — MALTA Geen verdrag.
370. NOORWEGEN — NEDERLAND
Artikel 5, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 13 april 1989.
371. NOORWEGEN — OOSTENRIJK
a) Artikel 5, lid 2, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 27 augustus 1985.
b) Artikel 4 van genoemd Verdrag met betrekking tot personen die in een derde Staat woonachtig zijn.
c) Punt II van het Slotprotocol bij genoemd Verdrag met betrekking tot personen die in een derde Staat woonachtig zijn.
372. NOORWEGEN — POLEN Geen verdrag.
373. NOORWEGEN — PORTUGAL Geen.
374. NOORWEGEN — SLOVENIË Geen.
375. NOORWEGEN — SLOWAKIJE Geen verdrag.
376. NOORWEGEN — FINLAND Geen.
377. NOORWEGEN — ZWEDEN Geen.
378. NOORWEGEN — VERENIGD KONINKRIJK Geen.”;
d) In aanpassing s) wordt punt g) punt j);
e) In aanpassing u) worden de punten 13, 14 en 15 respectievelijk de punten 17, 18 en 19.
2. De aanpassingen in punt 2 (Verordening (EG) nr. 574/72 van de Raad) worden als volgt gewijzigd:
a) In aanpassingen a), b), c), f), h), i), l), m), en n) worden de punten P, Q en R respectievelijk de punten ZA, ZB en ZC.
b) In aanpassingen d) en e) wordt „K. OOSTENRIJK” vervangen door „R. OOSTENRIJK”.
c) De lijst in aanpassing g) wordt vervangen door:
„301. IJSLAND — BELGIË
Niet van toepassing.
302. IJSLAND — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
303. IJSLAND — DENEMARKEN
Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: Overeenkomst inzake het over en weer afzien van vergoedingen overeenkomstig de artikelen 36, lid 3, 63, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (kosten van verstrekkingen wegens ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de uitvoeringsverordening (kos- ten van administratieve controles en medische onderzoeken).
304. IJSLAND — DUITSLAND Niet van toepassing.
305. IJSLAND — ESTLAND Geen verdrag.
306. IJSLAND — GRIEKENLAND Niet van toepassing.
307. IJSLAND — SPANJE Niet van toepassing.
308. IJSLAND — FRANKRIJK Niet van toepassing.
309. IJSLAND — IERLAND Niet van toepassing.
310. IJSLAND — ITALIË Niet van toepassing.
311. IJSLAND — CYPRUS Geen verdrag.
312. IJSLAND — LETLAND Geen verdrag.
313. IJSLAND — LITOUWEN Geen verdrag.
314. IJSLAND — LUXEMBURG Geen.
315. IJSLAND — HONGARIJE Geen verdrag.
316. IJSLAND — MALTA Geen verdrag.
317. IJSLAND — NEDERLAND
Briefwisseling van 25 april en 26 mei 1995 inzake artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de verorde- ning inzake het afzien van vergoeding van de kosten van voordelen in natura verstrekt met betrekking tot ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten, overeenkomstig de hoofdstukken 1 en 4 van titel III van Verordening (EEG) nr. 1408/71, met uitzondering van artikel 22, lid 1, onder c), en arti- kel 55, lid 1, onder c).
318. IJSLAND — OOSTENRIJK
Regeling van 21 juni 1995 betreffende de terugbetaling van kosten op het gebied van de sociale zeker- heid.
319. IJSLAND — POLEN Geen verdrag.
320. IJSLAND — PORTUGAL Niet van toepassing.
321. IJSLAND — SLOVENIË Geen verdrag.
322. IJSLAND — SLOWAKIJE Geen verdrag.
323. IJSLAND — FINLAND
Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: Overeenkomst inzake het over en weer afzien van vergoedingen overeenkomstig de artikelen 36, lid 3, 63, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (kosten van verstrekkingen wegens ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de uitvoeringsverordening (kos- ten van administratieve controles en medische onderzoeken).
324. IJSLAND — ZWEDEN
Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: Overeenkomst inzake het over en weer afzien van vergoedingen overeenkomstig de artikelen 36, lid 3, 63, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (kosten van verstrekkingen wegens ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de uitvoeringsverordening (kos- ten van administratieve controles en medische onderzoeken).
325. IJSLAND — VERENIGD KONINKRIJK Geen.
326. IJSLAND — LIECHTENSTEIN Niet van toepassing.
327. IJSLAND — NOORWEGEN
Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: Overeenkomst inzake het over en weer afzien van vergoedingen overeenkomstig de artikelen 36, lid 3, 63, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (kosten van verstrekkingen wegens ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de uitvoeringsverordening (kos- ten van administratieve controles en medische onderzoeken).
328. LIECHTENSTEIN — BELGIË Niet van toepassing.
329. LIECHTENSTEIN — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
330. LIECHTENSTEIN — DENEMARKEN Niet van toepassing.
331. LIECHTENSTEIN — DUITSLAND Geen.
332. LIECHTENSTEIN — ESTLAND Geen verdrag.
333. LIECHTENSTEIN — GRIEKENLAND Niet van toepassing.
334. LIECHTENSTEIN — SPANJE Niet van toepassing.
335. LIECHTENSTEIN — FRANKRIJK Niet van toepassing.
336. LIECHTENSTEIN — IERLAND Niet van toepassing.
337. LIECHTENSTEIN — ITALIË Geen.
338. LIECHTENSTEIN — CYPRUS Geen verdrag.
339. LIECHTENSTEIN — LETLAND Geen verdrag.
340. LIECHTENSTEIN — LITOUWEN Geen verdrag.
341. LIECHTENSTEIN — LUXEMBURG Niet van toepassing.
342. LIECHTENSTEIN — HONGARIJE Geen verdrag.
343. LIECHTENSTEIN — MALTA Geen verdrag.
344. LIECHTENSTEIN — NEDERLAND
Artikelen 2 tot en met 6 van de Overeenkomst van 27 november 2000 over de afrekening van kosten op het terrein van de sociale zekerheid.
345. LIECHTENSTEIN — OOSTENRIJK
Regeling van 14 december 1995 betreffende de terugbetaling van kosten op het gebied van de sociale zekerheid.
346. LIECHTENSTEIN — POLEN Geen verdrag.
347. LIECHTENSTEIN — PORTUGAL Niet van toepassing.
348. LIECHTENSTEIN — SLOVENIË Geen verdrag.
349. LIECHTENSTEIN — SLOWAKIJE Geen verdrag.
350. LIECHTENSTEIN — FINLAND Niet van toepassing.
351. LIECHTENSTEIN — ZWEDEN Niet van toepassing.
352. LIECHTENSTEIN — VERENIGD KONINKRIJK Niet van toepassing.
353. LIECHTENSTEIN — NOORWEGEN Niet van toepassing.
354. NOORWEGEN — BELGIË Niet van toepassing.
355. NOORWEGEN — TSJECHISCHE REPUBLIEK Geen verdrag.
356. NOORWEGEN — DENEMARKEN
Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: Overeenkomst inzake het over en weer afzien van vergoedingen overeenkomstig de artikelen 36, lid 3, 63, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (kosten van verstrekkingen wegens ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de uitvoeringsverordening (kos- ten van administratieve controles en medische onderzoeken).
357. NOORWEGEN — DUITSLAND
Artikel 1 van het Akkoord van 28 mei 1999 over het afzien van vergoeding van de kosten voor verstrek- kingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten, en van de kosten voor administra- tieve en medische controles.
358. NOORWEGEN — ESTLAND Geen verdrag.
359. NOORWEGEN — GRIEKENLAND Geen.
360. NOORWEGEN — SPANJE Niet van toepassing.
361. NOORWEGEN — FRANKRIJK Geen.
362. NOORWEGEN — IERLAND Niet van toepassing.
363. NOORWEGEN — ITALIË Geen.
364. NOORWEGEN — CYPRUS Geen verdrag.
365. NOORWEGEN — LETLAND Geen verdrag.
366. NOORWEGEN — LITOUWEN Geen verdrag.
367. NOORWEGEN — LUXEMBURG
Artikelen 2 tot en met 4 van de Regeling van 19 maart 1998 inzake de terugbetaling van kosten op het gebied van de sociale zekerheid.
368. NOORWEGEN — HONGARIJE Geen.
369. NOORWEGEN — MALTA Geen verdrag.
370. NOORWEGEN — NEDERLAND
Briefwisseling van 13 januari 1994 en 10 juni 1994 inzake artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van Ver- ordening (EEG) nr. 1408/71 (het afzien van vergoeding van de kosten van voordelen in natura verstrekt overeenkomstig de hoofdstukken 1 en 4 van titel III van Verordening (EEG) nr. 1408/71, met uitzon- dering van artikel 22, lid 1, onder c), en artikel 55, lid 1, onder c)), en van de kosten van administratieve en medische controle bedoeld in artikel 105 van Verordening (EEG) nr. 574/72.
371. NOORWEGEN — OOSTENRIJK
Regeling van 17 december 1996 betreffende de vergoeding van de kosten van uitkeringen op het gebied van de sociale zekerheid.
372. NOORWEGEN — POLEN Geen verdrag.
373. NOORWEGEN — PORTUGAL Geen.
374. NOORWEGEN — SLOVENIË Geen.
375. NOORWEGEN — SLOWAKIJE Geen verdrag.
376. NOORWEGEN — FINLAND
Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: Overeenkomst inzake het over en weer afzien van vergoedingen overeenkomstig de artikelen 36, lid 3, 63, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (kosten van verstrekkingen wegens ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de uitvoeringsverordening (kos- ten van administratieve controles en medische onderzoeken).
377. NOORWEGEN — ZWEDEN
Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: Overeenkomst inzake het over en weer afzien van vergoedingen overeenkomstig de artikelen 36, lid 3, 63, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (kosten van verstrekkingen wegens ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de uitvoeringsverordening (kos- ten van administratieve controles en medische onderzoeken).
378. NOORWEGEN — VERENIGD KONINKRIJK
Briefwisseling van 20 maart 1997 en 3 april 1997 inzake artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de Verordening (vergoeding of het afzien van vergoeding van de kosten van voordelen in natura) en van artikel 105 van de Toepassingsverordening (het afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle).”;
d) De lijst in aanpassing j) wordt vervangen door:
„IJsland en België
IJsland en de Tsjechische Republiek IJsland en Duitsland
IJsland en Estland IJsland en Spanje IJsland en Frankrijk IJsland en Cyprus IJsland en Letland IJsland en Litouwen IJsland en Luxemburg IJsland en Hongarije IJsland en Malta IJsland en Nederland IJsland en Oostenrijk
IJsland en Polen IJsland en Slovenië IJsland en Slowakije IJsland en Finland IJsland en Zweden
IJsland en het Verenigd Koninkrijk IJsland en Liechtenstein
IJsland en Noorwegen Liechtenstein en België
Liechtenstein en de Tsjechische Republiek Liechtenstein en Duitsland
Liechtenstein en Estland Liechtenstein en Spanje Liechtenstein en Frankrijk Liechtenstein en Cyprus Liechtenstein en Letland Liechtenstein en Litouwen Liechtenstein en Ierland Liechtenstein en Luxemburg Liechtenstein en Nederland Liechtenstein en Hongarije Liechtenstein en Malta Liechtenstein en Oostenrijk Liechtenstein en Polen Liechtenstein en Slovenië Liechtenstein en Slowakije Liechtenstein en Finland Liechtenstein en Zweden
Liechtenstein en het Verenigd Koninkrijk
Liechtenstein en Noorwegen Noorwegen en België
Noorwegen en de Tsjechische Republiek Noorwegen en Duitsland
Noorwegen en Estland Noorwegen en Spanje Noorwegen en Frankrijk Noorwegen en Ierland Noorwegen en Cyprus Noorwegen en Letland Noorwegen en Litouwen Noorwegen en Luxemburg Noorwegen en Hongarije Noorwegen en Malta Noorwegen en Nederland Noorwegen en Oostenrijk Noorwegen en Polen Noorwegen en Portugal Noorwegen en Slovenië Noorwegen en Slowakije Noorwegen en Finland Noorwegen en Zweden
Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk”;
3. De punten P, Q en R van de aanpassing in punt 3.27 (Besluit nr. 136) worden respectievelijk de punten ZA, ZB en ZC;
4. De punten P, Q en R van de aanpassing in punt 3.37 (Besluit nr. 150) worden respectievelijk de punten ZA, ZB en ZC.
In bijlage VII (Onderlinge erkenning van beroepskwalificaties):
1. De punten n), o) en p) van aanpassing a) in punt 18 (Richtlijn 85/384/EEG van de Raad) worden respectievelijk de punten za), zb) en zc) en de punten l), m) en q) worden geschrapt.
2. In de eerste alinea van de aanpassingen in punt 11 (Richtlijn 78/687/EEG van de Raad) wordt „artikelen 19, 19 bis en 19 ter” vervangen door „artikelen 19, 19 bis, 19 ter en 19 quater”.
In bijlage XIII (Vervoer):
1. Punt 5 (Beschikking nr. 1692/96 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:
a) In aanpassing i) worden de punten 2.15 en 2.16 respectievelijk de punten 2.26 en 2.27;
b) In aanpassing j) wordt het punt 3.16 punt 3.24;
c) In aanpassing ja) worden de punten 5.6 en 5.7 respectievelijk de punten 5.8 en 5.9;
d) In aanpassing k) worden de punten 6.8 en 6.9 respectievelijk de punten 6.18 en 6.19.
2. De in aanhangsel 6 opgenomen bijlage VI (MODEL VAN MEDEDELING) wordt vervangen door de tekst opgenomen in het aanhangsel van deze bijlage.
In bijlage XXI (Statistiek):
1. Aanpassing b) in punt 6 (Richtlijn 80/1119/EEG van de Raad) wordt vervangen door:
„Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
1. Tussen „LIJST VAN LANDEN EN GROEPEN LANDEN” en deel I van de tabel wordt het volgende ingevoegd:
„A. EER-Staten”;
2. Delen II t/m VII worden vervangen door:
„II. EVA-EER-Staten
26. IJsland
27. Noorwegen.
B. Niet-EER-landen
III. Europese niet-EER-landen
28. Zwitserland
29. GOS
30. Roemenië
31. Bulgarije
32. Federale Republiek Joegoslavië
33. Turkije
34. Overige Europese niet-EER-landen
IV.
35. Verenigde Staten van Amerika
V.
36. Overige landen”.”.
2. Aanpassing c) in punt 7 (Richtlijn 80/1177/EEG van de Raad) wordt vervangen door:
„Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
1. Tussen „LIJST VAN LANDEN EN GROEPEN LANDEN” en deel I van de tabel wordt het volgende ingevoegd:
„A. EER-Staten”;
2. Delen II t/m VII worden vervangen door:
„II. EVA-EER-Staten
26. IJsland
27. Noorwegen
B. Niet-EER-landen
28. Zwitserland
29. Federale Republiek Joegoslavië
30. Turkije
31. GOS
32. Roemenië
33. Bulgarije
34. Landen van het Nabije en het Midden-Oosten
35. Overige landen”.”.
In bijlage XXII (Vennootschapsrecht):
1. De punten p), q) en r) van aanpassing b) in punt 4 (Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad) worden res- pectievelijk de punten za), zb) en zc).
2. De punten p), q) en r) in punt 6 (Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad) worden respectievelijk de punten za), zb) en zc).
Aanhangsel
„BIJLAGE VI
MODEL VAN MEDEDELING
als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 12/98 van de Raad van 11 december 1997 tot vaststel- ling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenver- voer over de weg in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, zoals aangepast voor de toepassing van de Over- eenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Cabotagevervoer verricht in het tijdvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (kwartaal) (jaar)
door vervoerders gevestigd in (naam van de EVA-staat)
EG-lidstaat of EVA-staat van ontvangst | Aantal reizigers | Aantal reizigerskilometers | ||
Type vervoer | Type vervoer | |||
bijzonder geregeld | ongeregeld | bijzonder geregeld | ongeregeld | |
A | ||||
CZ | ||||
B | ||||
D | ||||
EST | ||||
DK | ||||
E | ||||
GR | ||||
FIN | ||||
F | ||||
I | ||||
CY | ||||
LV | ||||
LT | ||||
IRL | ||||
L |
EG-lidstaat of EVA-staat van ontvangst | Aantal reizigers | Aantal reizigerskilometers | ||
Type vervoer | Type vervoer | |||
bijzonder geregeld | ongeregeld | bijzonder geregeld | ongeregeld | |
H | ||||
M | ||||
NL | ||||
PL | ||||
P | ||||
SLO | ||||
SK | ||||
S | ||||
UK | ||||
IS | ||||
FL | ||||
N | ||||
Totaal cabotage |
”
BIJLAGE B
Lijst bedoeld in artikel 4 van de Overeenkomst
De bijlagen bij de EER-overeenkomst worden als volgt gewijzigd:
Bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden):
1. In hoofdstuk I, deel 5.1, punt 4 (Richtlijn 92/46/EEG van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, punt 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X), Xxxxx (bijlage XI, hoofdstuk 4, afdeling B, deel I, punt 1) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) zijn van toepassing.”;
2. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 1 (Richtlijn 64/433/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, deel I, punt 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X), Xxxxxxxxx (bijlage X, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 5, afdeling B) zijn van toepassing.”;
3. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 2 (Richtlijn 71/118/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, deel I, punt 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage IX, hoofdstuk 5, afdeling B, deel I) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) zijn van toepassing.”;
4. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 4 (Richtlijn 77/99/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, deel I, punt 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 5, afdeling B) zijn van toepassing.”;
5. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 6 (Richtlijn 94/65/EG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, deel I, punt 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 5, afdeling B, deel I) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1), zijn van toepassing.”;
6. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 7 (Richtlijn 89/437/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, deel I, punt 1) zijn van toepassing.”;
7. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 8 (Richtlijn 91/493/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, deel I, punt 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 5, afdeling B) zijn van toepassing.”;
8. In hoofdstuk I, deel 6.1, punt 11 (Richtlijn 92/46/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, deel I, punt 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X), Xxxxx (bijlage XI, hoofdstuk 4, afdeling B, deel I, punt 1) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) zijn van toepassing.”;
9. In hoofdstuk I, deel 8.1, punt 10 (Richtlijn 94/65/EG van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, deel I, punt 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 5, afdeling B, deel I) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1), zijn van toepassing.”;
10. In hoofdstuk I, deel 8.1, punt 11 (Richtlijn 91/493/EEG van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, deel I, punt 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 5, afdeling B) zijn van toepassing.”;
11. In hoofdstuk I, deel 8.1, punt 13 (Richtlijn 92/46/EEG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, deel I, punt 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X), Xxxxx (bijlage XI, hoofdstuk 4, afdeling B, deel I, punt 1) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 1) zijn van toepassing.”;
12. In hoofdstuk I, deel 9.1, punt 8 (Richtlijn 1999/74/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxxx (bijlage X, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XI, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx X, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel I, punt 2) en Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 5, afdeling B, deel I, punt 1) zijn van toepassing.”;
13. In hoofdstuk II, punt 15 (Richtlijn 82/471/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling B) zijn van toepassing.”;
14. In hoofdstuk III, punt 3 (Richtlijn 66/402/EEG van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Cyprus (bijlage VII, hoofdstuk 5, afdeling B, punt 1) zijn van toepassing.”.
Bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie):
1. In hoofdstuk IX, punt 27a (Richtlijn 93/42/EEG van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 1, punt 2) zijn van toepassing.”;
2. In hoofdstuk X, punt 5 (Richtlijn 93/42/EEG van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 1, punt 2) zijn van toepassing.”;
3. In hoofdstuk X, punt 7 (Richtlijn 90/385/EEG van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 1, punt 1) zijn van toepassing.”;
4. In hoofdstuk XII, punt 54b (Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxxxx (bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling A, punt 1) en Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 5, afdeling A, punt 1) zijn van toepassing.”;
5. In hoofdstuk XIII, punt 15p (Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 1, punt 1) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 1, punt 4) zijn van toepassing.”;
6. In hoofdstuk XIII, punt 15q (Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Cyprus (bijlage VII, hoofdstuk 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 0, xxxx 0), Xxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 1, punt 5) en Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 1), zijn van toepassing.”;
7. In hoofdstuk XV, punt 12a (Richtlijn 91/414/EEG van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, deel II, punt 2) zijn van toepassing.”;
8. In hoofdstuk XVII, punt 7 (Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt het volgende toege- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 7, afdeling A), Cyprus (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling B), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 10, afdeling B, punt 2), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 10, afdeling B), Hongarije (bijlage X, hoofdstuk 8, afdeling A, punt 2), Xxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 00, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 00, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage XIII, hoofdstuk 9, afdeling A) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling B, punt 2) zijn van toepassing.”;
9. In hoofdstuk XVII, punt 8 (Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Estland (bijlage VI, hoofdstuk 9, afdeling A), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 10, afdeling A), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 10, afdeling A), Malta (bijlage XI, hoofdstuk 10, afdeling A), Polen (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling A, punt 1) en Slo- wakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling A) zijn van toepassing.”;
10. In hoofdstuk XXX, punt 2 (Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad), wordt het volgende toege- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 1, punt 3) zijn van toepassing.”.
Bijlage IV (Energie):
1. In punt 14 (Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Estland (bijlage VI, hoofdstuk 8, punt 2) zijn van toepassing.”;
2. In punt 16 (Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad), in hoofdstuk XIV, wordt vóór de aanpas- sing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 6, punt 2) zijn van toepassing.”.
Bijlage V (Vrij verkeer van werknemers):
Het volgende wordt vóór de rubriek „VERMELDE BESLUITEN” ingevoegd:
„OVERGANGSPERIODE
De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Repu- bliek (bijlage V, hoofdstuk 1), Estland (bijlage VI, hoofdstuk 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 2), Hongarije (bijlage X, hoofdstuk 1), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxx- xxx (bijlage XIII, hoofdstuk 2) en de Slowaakse Republiek (bijlage XIV, hoofdstuk 1) zijn van toepassing.
Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in vorige alinea bedoelde overgangsregelingen, met uitzondering van de regelingen voor Malta, is Protocol 44 betreffende de in de Toetredingsakte van 16 april 2003 opge- nomen vrijwaringsmechanismen van toepassing.”.
Bijlage VIII (Recht van vestiging):
1. Het volgende wordt vóór de rubriek „VERMELDE BESLUITEN” ingevoegd:
„OVERGANGSPERIODE
De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 1), Estland (bijlage VI, hoofdstuk 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 2), Hongarije (bijlage X, hoofdstuk 1), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage XIII, hoofdstuk 2) en de Slowaakse Republiek (bijlage XIV, hoofdstuk 1) zijn van toe- passing.
Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in vorige alinea bedoelde overgangsregelingen, met uitzondering van de regelingen voor Malta, is Protocol 44 betreffende de in de Toetredingsakte van 16 april 2003 opgenomen vrijwaringsmechanismen van toepassing.”;
2. Onder de rubriek „SECTORIËLE AANPASSINGEN” wordt de inleidende alinea van de aanpassing betreffende Liech- tenstein, ingevoerd bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 191/1999 van 17 december 1999, vervan- gen door:
„The following shall apply to Liechtenstein. Deze regeling wordt, naar behoren rekening houdend met de speciale geografische situatie van Liechtenstein, om de vijf jaar, en voor het eerste vóór mei 2009, herzien.”.
Bijlage IX (Financiële diensten):
1. In punt 14 (Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxxxxxx (xxxxxxx X, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 3, punt 2) en Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 3, punt 4) zijn van toepassing.”;
2. In punt 19a (Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxxxx (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxx 0), Xxxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0) xx Xxxxxxxx (bijlage XIII, hoofdstuk 3, punt 2) zijn van toepassing.”;
3. In punt 21 (Richtlijn 86/635/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 3, punt 1) zijn van toepassing.”;
4. In punt 30c (Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxxxx (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxx 0), Xxxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxxxxxx (bijlage X, hoofdstuk 0, xxxx 0), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage XIII, hoofdstuk 3, punt 3) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 2) zijn van toepassing.”.
Bijlage XI (Telecommunicatiediensten):
In punt 5d (Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende inge- voegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 12) zijn van toepassing.”.
Bijlage XII (Vrij verkeer van kapitaal):
Het volgende wordt vóór de rubriek „VERMELDE BESLUITEN” ingevoegd:
„OVERGANGSPERIODE
De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Repu- bliek (bijlage V, hoofdstuk 2), Estland (bijlage VI, hoofdstuk 3), Xxxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxxxx (xxxxxxx XXXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage XX, xxxxxxxxx 0), Xxxxxxxxx (xxxxxxx X, xxxxxxxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 4), Slo- venië (bijlage XIII, hoofdstuk 4) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 3) zijn van toepassing.
SECTORIËLE AANPASSINGEN
De in Protocol nr. 6 bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 opgenomen regeling betreffende de aankoop van tweede woningen in Malta is van toepassing.”.
Bijlage XIII (Vervoer):
1. In punt 15a (Richtlijn 96/53/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Hongarije (bij- lage X, hoofdstuk 6, punt 4) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 8, punt 3) zijn van toepassing.”;
2. In punt 16a (Richtlijn 96/96/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Malta (bijlage XI, hoofdstuk 6, punt 2) zijn van toepassing.”;
3. In punt 17b (Richtlijn 92/6/EEG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Malta (bijlage XI, hoofdstuk 6, punt 1) zijn van toepassing.”;
4. In punt 18a (Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Malta (bijlage XI, hoofdstuk 6, punt 3) zijn van toepassing.”;
5. In punt 19 (Richtlijn 96/26/EG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 6, punt 3) en Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 7, punt 4) zijn van toepassing.”;
6. In punt 21 (Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Cyprus (bijlage VII, hoofdstuk 6), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 6, punt 1) en Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 7 , punt 1) zijn van toepassing.”;
7. In punt 26c (Verordening (EG) nr. 3118/93 van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 4), Estland (bijlage VI, hoofdstuk 6), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxx 0), Xxxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxx 0), Xxxxxxxxx (bijlage X, hoofdstuk 0, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 8, punt 2) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 6) zijn van toepassing.
Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in vorige alinea bedoelde overgangsregelingen is Protocol 44 betreffende de in de Toetredingsakte van 16 april 2003 opgenomen vrijwaringsmechanismen van toe- passing.”;
8. In punt 37 (Richtlijn 91/440/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Hongarije (bij- lage X, hoofdstuk 6, punt 1) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 8, punt 1) zijn van toepassing.”;
9. In punt 66e (Richtlijn 92/14/EEG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 7, punt 2) en Hongarije (bijlage X, hoofdstuk 6, punt 2) zijn van toepassing.”.
Bijlage XIV (Mededinging):
Het volgende wordt vóór de rubriek „SECTORIËLE AANPASSINGEN” ingevoegd:
„OVERGANGSPERIODEN
1. De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxxxxxx (bijlage X, hoofdstuk 4), Malta (bijlage XI, hoofdstuk 3, punten 1, 2 en 3), Polen (bijlage XII, hoofdstuk 5, punten 1 en 2) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 4, punten 1 en 2) zijn van toepassing.
2. De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Malta (bijlage XI, hoofdstuk 1, punt 1) zijn van toepassing.”.
Bijlage XV (Staatssteun):
Het volgende wordt vóór de rubriek „VERMELDE BESLUITEN” ingevoegd:
„SECTORIËLE AANPASSINGEN
De regelingen betreffende de bestaande steunprogramma's omschreven in hoofdstuk 3 (Mededingingsbeleid) van bijlage IV bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen van toepassing.”.
Bijlage XVII (Intellectuele eigendom):
Het volgende wordt vóór de rubriek „VERMELDE BESLUITEN” ingevoegd:
„SECTORIËLE AANPASSINGEN
De specifieke regelingen omschreven in hoofdstuk 2 (Vennootschapsrecht) van bijlage IV bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen van toepassing.”.
Bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen):
1. In punt 3a (Richtlijn 91/322/EEG van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 7, punt 2) zijn van toepassing.”;
2. In punt 6 (Richtlijn 86/188/EEG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 7, punt 1) zijn van toepassing.”;
3. In punt 9 (Richtlijn 89/654/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 8, punt 1) zijn van toepassing.”;
4. In punt 10 (Richtlijn 89/655/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 0, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XI, hoofdstuk 8, punt 1) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 10) zijn van toe- passing.”;
5. In punt 13 (Richtlijn 90/270/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 8, punt 3) zijn van toepassing.”;
6. In punt 15 (Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 7, punt 5) zijn van toepassing.”;
7. In punt 16h (Richtlijn 98/24/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 7, punt 3) zijn van toepassing.”;
8. In punt 16j (Richtlijn 2000/39/EG van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Slovenië (bijlage XIII, hoofdstuk 7, punt 4) zijn van toepassing.”;
9. In punt 28 (Richtlijn 93/104/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Malta (bijlage XI, hoofdstuk 8, punt 2) zijn van toepassing.”;
10. In punt 30 (Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 1), Estland (bijlage VI, hoofdstuk 1), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 2), Xxxxxxxxx (xxxxxxx X, xxxxxxxxx 0), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage XIII, hoofdstuk 2) en de Slowaakse Republiek (bijlage XIV, hoofdstuk 1) zijn van toepassing.
Met betrekking tot de vrijwaringsmechanismen opgenomen in de in vorige alinea bedoelde overgangsregelingen is Protocol 44 betreffende de in de Toetredingsakte van 16 april 2003 opgenomen vrijwaringsmechanismen van toe- passing.”;
Bijlage XX (Milieu):
1. In punt 2g (Richtlijn 96/61/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 10, afdeling D, punt 2), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 00, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage XIII, hoofdstuk 9, afdeling C) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling D, punt 2) zijn van toepassing.”;
2. In punt 7a (Richtlijn 98/83/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxxxx (bijlage VIII, hoofdstuk 10, afdeling C, punt 2), Hongarije (bijlage X, hoofdstuk 8, afdeling B, punt 2) en Malta (bijlage XI, hoofdstuk 10, afdeling C, punt 4) zijn van toepassing.”;
3. In punt 8 (Richtlijn 82/176/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling C, punt 1) zijn van toepassing.”;
4. In punt 9 (Richtlijn 83/513/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Malta (bijlage XI, hoofdstuk 10, afdeling C, punt 1) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling C, punt 1) zijn van toepassing.”;
5. In punt 10 (Richtlijn 84/156/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling C, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 1) zijn van toepas- sing.”;
6. In punt 12 (Richtlijn 86/280/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 00, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling C, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 2) zijn van toepassing.”;
7. In punt 13 (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 7, afdeling B), Xxxxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 0, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxxx (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling C), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 10, afdeling C, punt 1), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 10, afdeling C), Hongarije (bijlage X, hoofdstuk 0, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XI, hoofdstuk 10, afdeling C, punt 3), Xxxxx (xxxxxxx XXX, xxxxxxxxx 00, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxx (bijlage XIII, hoofdstuk 9, afdeling B) en Slo- wakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling C, punt 3) zijn van toepassing.”;
8. In punt 18 (Richtlijn 87/217/EG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 10, afdeling D, punt 1) zijn van toepassing.”;
9. In punt 19a (Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor de Tsjechische Republiek (bijlage V, hoofdstuk 7, afdeling C), Estland (bijlage VI, hoofdstuk 9, afdeling D), Cyprus (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling D), Litouwen (bijlage IX, hoofdstuk 10, afdeling D), Hongarije (bijlage X, hoofdstuk 8, afdeling C, punt 2), Malta (bijlage XI, hoofdstuk 10, afdeling E), Polen (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling D, punt 2) en Slo- wakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling D, punt 3) zijn van toepassing.”;
10. In punt 21ad (Richtlijn 1999/32/EG van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Cyprus (bijlage VII, hoofdstuk 9, afdeling A) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling A, punt 2) zijn van toepassing.”;
11. In punt 21b (Richtlijn 94/67/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Hongarije (bij- lage X, hoofdstuk 8, afdeling C, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling D, punt 1) zijn van toepas- sing.”;
12. In punt 32c (Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad) wordt vóór de aanpassing het volgende ingevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Xxxxxxx (xxxxxxx XXXX, xxxxxxxxx 00, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxxxxxx (bijlage X, hoofdstuk 8, afdeling A, punt 1), Xxxxx (xxxxxxx XX, xxxxxxxxx 00, xxxxxxxx X, xxxx 0), Xxxxx (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling B, punt 1) en Slowakije (bijlage XIV, hoofdstuk 9, afdeling B, punt 1) zijn van toepassing.”;
13. In punt 32d (Richtlijn 1999/31/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
„De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Estland (bijlage VI, hoofdstuk 9, afdeling B), Letland (bijlage VIII, hoofdstuk 10, afdeling B, punt 3) en Polen (bijlage XII, hoofdstuk 13, afdeling B, punt 3) zijn van toepassing.”.
SLOTAKTE
De gevolmachtigden van:
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna „de Gemeenschap” te noemen, en van
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna de „EG- lidstaten” te noemen,
de gevolmachtigden van:
DE REPUBLIEK IJSLAND,
HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, HET KONINKRIJK NOORWEGEN,
hierna de „EVA-staten” te noemen, gezamenlijk partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Eco- nomische Ruimte, gedaan te Porto op 2 mei 1992, hierna de „EER-overeenkomst” te noemen, hierna geza- menlijk de „huidige overeenkomstsluitende partijen” te noemen,
en
de gevolmachtigden van: DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, XX XXXXXXXXX XXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXX,
XX XXXXXXXXX LITOUWEN, DE REPUBLIEK HONGARIJE, DE REPUBLIEK MALTA,
DE REPUBLIEK POLEN, DE REPUBLIEK SLOVENIË,
DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,
hierna de „nieuwe overeenkomstsluitende partijen” te noemen,
bijeengekomen te Luxemburg op 14 oktober tweeduizend drie voor de ondertekening van de Overeen- komst betreffende de deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economische Ruimte, hebben de volgende teksten aangenomen:
I. de Overeenkomst betreffende de deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek aan de Europese Eco- nomische Ruimte (hierna „de Overeenkomst” te noemen);
II. de onderstaande teksten die aan de Overeenkomst zijn gehecht: Bijlage A: Lijst bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst; Bijlage B: Lijst bedoeld in artikel 4 van de Overeenkomst.
De gevolmachtigden van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de gevolmachtigden van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aange- nomen, die aan deze slotakte zijn gehecht:
1. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de gelijktijdige uitbreiding van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte;
2. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de toepassing van de oorsprongsregels na de inwerking- treding van de Overeenkomst betreffende de integratie van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxx- xxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek in de Europese Economische Ruimte;
3. Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 126 van de EER-overeenkomst.
De gevolmachtigden van de Gemeenschap, de EG-lidstaten, de EVA-staten en de nieuwe overeen- komstsluitende partijen nemen nota van de hierna genoemde en aan deze slotakte gehechte verkla- ringen:
1. Algemene gemeenschappelijke verklaring van de EVA-staten
2. Gemeenschappelijke verklaring van de EVA-staten betreffende het verkeer van werknemers
3. Gemeenschappelijke verklaring van de EVA-staten betreffende de interne markt voor elektrici- teit
4. Verklaring van de regering van Liechtenstein
5. Verklaring van de Tsjechische Republiek betreffende de eenzijdige verklaring van het Vorsten- dom Liechtenstein
6. Verklaring van de Slowaakse Republiek betreffende de eenzijdige verklaring van het Vorsten- dom Liechtenstein
7. Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxx xx Xxxxxxxx betreffende artikel 5 van Protocol 38 bis betreffende het financieel mechanisme van de EER
8. Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen over de oorsprongsregels op het gebied van vis en visserijproducten.
De gevolmachtigden van de huidige overeenkomstsluitende partijen en de gevolmachtigden van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen zijn tevens overeengekomen dat de nieuwe overeenkomst- sluitende partijen gedurende de periode die voorafgaat aan de integratie van de nieuwe overeen- komstsluitende partijen in de Europese Economische Ruimte op passende wijze zullen worden ingelicht en geraadpleegd over alle relevante onderwerpen die in de EER-Raad en het Gemengd Comité van de EER aan de orde komen.
Bovendien zijn zij overeengekomen dat, uiterlijk bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst, de EER-overeenkomst, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betref- fende de Europese Economische Ruimte, en de volledige tekst van alle besluiten van het Gemengd Comité van de EER moeten worden opgemaakt in de Estse, de Hongaarse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Sloveense, de Slowaakse en de Tsjechische taal en door de vertegenwoor- digers van de overeenkomstsluitende partijen moeten worden bekrachtigd.
Zij nemen nota van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Gemeen- schap inzake een Noors financieel mechanisme voor de periode 2004-2009, die ook aan deze slot- akte is gehecht.
Zij nemen tevens nota van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Eco- nomische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Tsjechi- sche Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, dat aan deze slotakte is gehecht.
Zij nemen voorts nota van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Eco- nomische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Repu- bliek Litouwen, de Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxx- xxxxx en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, dat aan deze slotakte is gehecht.
Zij nemen tevens nota van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen inzake bepaalde landbouwproducten, die eveneens aan deze slotakte is gehecht.
Zij benadrukken dat de genoemde overeenkomsten en protocollen onderdeel zijn van een alge- mene oplossing voor de verschillende vraagstukken die in samenhang met de integratie van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen in de Europese Economische Ruimte aan de orde dienen te komen, en dat de Overeenkomst en de vier daarmee samenhangende overeenkomsten tegelijkertijd in werking dienen te treden.
Hecho en Luxemburgo, el catorce de octubre de dos mil tres. V Lucemburku dne čtrnáctého října dva tisíce tři.
Udfærdiget i Luxembourg den fjortende oktober to tusind og tre. Geschehen zu Luxemburg am vierzehnten Oktober zweitausendunddrei.
Sõlmitud neljateistkümnendal oktoobril kahe tuhande kolmandal aastal Luxembourgis.
Έγινε στσ Λουξεµβούργο, στις δέκα τέσσερις Οκτωβρίου δύο χιλιάδες τρία.
Done at Luxembourg on the fourteenth day of October in the year two thousand and three. Fait à Luxembourg, le quatorze octobre deux mille trois.
Gjört í Lúxemborg fjórtánda dag októbermánaðar árið tvö þúsund og þrjú. Fatto a Lussemburgo, addì quattordici ottobre duemilatre.
Luksemburgā, divtūkstoš trešā gada četrpadsmitajā oktobrī.
Priimta du tūkstančiai trečių metų spalio keturioliktą dieną Liuksemburge. Kelt Luxembourgban, kétezerhárom október tizennegyedikén.
Maghmul fil-Lussemburgu fl-erbatax-il jum ta' Ottubru fis-sena elfejn u tlieta. Gedaan te Luxemburg, de veertiende oktober tweeduizenddrie.
Utferdiget i Luxembourg den fjortende oktober totusenogtre.
Sporządzono w Luksemburgu dnia czternastego października dwa tysiące trzeciego roku. Feito em Luxemburgo, em catorze de Outubro de dois mil e três.
V Luxemburgu štrnásteho októbra dvetisíctri.
V Luxembourgu, dne štirinajstega oktobra leta dva tisoč tri.
Tehty Luxemburgissa neljäntenätoista päivänä lokakuuta vuonna kaksituhattakolme. Som skedde i Luxemburg den fjortonde oktober tjugohundratre.
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Xxxxxx xxxxxxxx, xx Xxxxxx xxxxxxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Haupt- stadt.
For Kongeriget Danmark
Für die Bundesrepublik Deutschland
Για την Ελληνική ∆ηµοκρατία
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar ceann na hÉireann
For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta För Republiken Finland
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por la Comunidad Europea
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Fyrir hönd Lyðveldisins Íslands
Für das Fürstentum Liechtenstein
For Kongeriket Norge
Za Českou republiku
Eesti Vabariigi nimel
Για την Κυπριακή ∆ηµοκρατία
Latvijas Republikas vārdā
Lietuvos Respublikos vardu
A Magyar Köztásaság nevében
Xxxx-Xxxxxxxxxx xx' Xxxxx
Xx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx
Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx
Xx Slovenskú republiku
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE GELIJKTIJDIGE UITBREIDING VAN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
De overeenkomstsluitende partijen onderstrepen dat het van belang is dat de huidige overeenkomstslui- tende partijen en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen tijdig tot bekrachtiging of goedkeuring over- gaan, elk overeenkomstig zijn grondwettelijke vereisten, zodat de uitbreiding van de Europese Unie en de uitbreiding van de Europese Economische Ruimte op 1 mei 2004 gelijktijdig kunnen plaatsvinden.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OORSPRONGSREGELS NA DE INWERKINGTREDING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK ESTLAND, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, DE REPUBLIEK XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXXX EN DE SLOWAAKSE REPUBLIEK AAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
1. Een bewijs van oorsprong dat is afgegeven door een EVA-staat of een nieuwe overeenkomstsluitende partij krachtens een preferentiële overeenkomst tussen de EVA-staten en die nieuwe overeenkomstslui- tende partij of krachtens de unilaterale nationale wetgeving van een EVA-staat of een nieuwe overeen- komstsluitende partij geldt als bewijs van preferentiële EER-oorsprong, mits:
a) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten niet later zijn afgegeven dan op de dag vóór de inwerkingtreding van de Overeenkomst;
b) het bewijs van oorsprong binnen vier maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.
Wanneer goederen uit een EVA-staat of een nieuwe overeenkomstsluitende partij vóór de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst ten invoer zijn aangegeven in een nieuwe overeenkomstslui- tende partij respectievelijk een EVA-staat in het kader van een preferentiële regeling die op dat tijdstip tussen een EVA-staat en een nieuwe overeenkomstsluitende partij van kracht is, wordt een bewijs van oorsprong dat krachtens die regeling achteraf is afgegeven eveneens in de EVA-staten en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen aanvaard, mits dit bewijs binnen vier maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.
2. Vergunningen waarmee de status van „erkend exporteur” is toegekend in het kader van overeenkom- sten tussen de EVA-staten, enerzijds, en Xxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx en Slowakije, anderzijds, mogen door de EVA-staten, enerzijds, en Xxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx en Slowakije, anderzijds, worden gehandhaafd, mits de erkende exporteurs de EER-oorsprongsregels toepassen.
Deze vergunningen worden door de EVA-staten en door Xxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxx- xxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx en Slowakije uiterlijk één jaar na de toetredingsdatum vervangen door nieuwe ver- gunningen, die worden afgegeven overeenkomstig de voorwaarden van Protocol 4 bij de Overeen- komst betreffende de Europese Economische Ruimte.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die krachtens de in de leden 1 en 2 bedoelde preferentiële overeenkomsten en regelingen zijn afgegeven, worden door de bevoegde autori- teiten van de EVA-staten en de nieuwe overeenkomstsluitende partijen aanvaard tot drie jaar na de afgifte van het bewijs van oorsprong; dergelijke verzoeken kunnen door deze autoriteiten worden inge- diend tot drie jaar na de aanvaarding van het bewijs van oorsprong.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 126 VAN DE EER-OVEREENKOMST
De overeenkomstsluitende partijen bevestigen dat de verwijzingen in artikel 126 van de EER-overeenkomst naar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en de in dat verdrag neerge- legde voorwaarden tevens betrekking hebben op Protocol nr. 10 over Cyprus, dat aan de Toetredingsakte van 16 april 2003 is gehecht.
ANDERE VERKLARINGEN VAN EEN OF MEER OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREEN- KOMST
ALGEMENE GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE EVA-STATEN
De EVA-staten nemen nota van de voor de EER-overeenkomst relevante verklaringen die gehecht zijn aan de slotakte van het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie.
De EVA-staten onderstrepen dat de voor de EER-overeenkomst relevante verklaringen die aan de slotakte van het in de vorige alinea bedoelde verdrag zijn gehecht, niet mogen worden uitgelegd of toegepast op een wijze die strijdig is met de verplichtingen van de overeenkomstsluitende partijen zoals die uit deze Overeenkomst of uit de EER-overeenkomst voortvloeien.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE EVA-STATEN BETREFFENDE HET VERKEER VAN WERKNEMERS
De EVA-staten onderstrepen de belangrijke aspecten van differentiëring en flexibiliteit bij de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. Zij streven ernaar onderdanen van Xxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx en Slowakije overeenkomstig de nationale wetgeving uitgebreider toegang tot hun arbeidsmarkt te verlenen, zulks teneinde de aanpassing aan het acquis te versnellen. De arbeidsmoge- lijkheden in de EVA-staten voor onderdanen van Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slo- venië en Slowakije zullen daardoor vanaf de toetreding van die staten aanzienlijk verbeteren. De EVA-sta- ten zullen bovendien de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten, teneinde op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk over te gaan tot volledige toepassing van het acquis. Voor Liechtenstein zal dit geschieden overeenkomstig de specifieke regeling waarin wordt voorzien in de sectorale aanpassingen van bijlage V (vrij verkeer van werknemers) en bijlage VIII (recht van vestiging) bij de EER-overeenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE EVA-STATEN BETREFFENDE DE INTERNE MARKT VOOR ELEKTRICITEIT
Onder verwijzing naar de overgangsregeling voor Estland die is vervat in punt 2 van hoofdstuk 8 van bij- lage VI bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 en Verklaring nr. 8 betreffende olieschalie, de interne markt voor elektriciteit en Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (elektriciteitsrichtlijn): Estland, merken de EVA-staten op dat het om mogelijke verstoring van de mededinging op de interne markt voor elektriciteit te beperken, noodzakelijk kan zijn vrijwaringsmechanismen toe te passen, zoals de wederkerigheidsclausule van Richtlijn 96/92/EG.
VERKLARING VAN DE REGERING VAN LIECHTENSTEIN
De regering van Liechtenstein gaat ervan uit dat alle overeenkomstsluitende partijen het Vorstendom Liechtenstein erkennen als een sinds jaar en dag soevereine en erkende staat die gedurende de eerste en de tweede wereldoorlog altijd neutraal was.
VERKLARING VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK BETREFFENDE DE EENZIJDIGE VERKLARING VAN HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN
De Tsjechische Republiek is verheugd over de sluiting van de overeenkomst tussen de kandidaat-lidstaten en de leden van de Europese Economische Ruimte en ziet deze als een belangrijke stap om de voormalige tweedeling van Europa te boven te komen en de politieke en economische ontwikkeling van Europa te bevorderen. De Tsjechische Republiek is bereid tot samenwerking binnen de Europese Economische Ruimte met alle lidstaten, met inbegrip van het Vorstendom Liechtenstein.
De Tsjechische Republiek heeft vanaf haar oprichting duidelijk blijk gegeven van de wens om met het Vor- stendom Liechtenstein diplomatieke betrekkingen tot stand te brengen. Reeds in 1992 heeft de Tsjechische Republiek alle landen, met inbegrip van het Vorstendom Liechtenstein, een verzoek gezonden om met ingang van 1 januari 2003 te worden erkend als nieuwe entiteit in het internationale recht. Vrijwel alle regeringen hebben daarop positief geantwoord, tot dusver met uitzondering van het Vorstendom Liechten- stein.
De Tsjechische Republiek verbindt geen rechtsgevolgen aan verklaringen die geen betrekking hebben op het onderwerp en het doel van deze overeenkomst.
VERKLARING VAN DE SLOWAAKSE REPUBLIEK BETREFFENDE DE EENZIJDIGE VERKLARING VAN HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN
De Slowaakse Republiek is verheugd over de sluiting van de overeenkomst tussen de kandidaat-lidstaten en de leden van de Europese Economische Ruimte en ziet deze als een belangrijke stap om de politieke en economische ontwikkeling in Europa te bevorderen.
Xxxxx sinds de stichting van de Slowaakse Republiek erkent zij het Vorstendom Liechtenstein als soe- vereine en onafhankelijke staat en is zij bereid met het Vorstendom diplomatieke betrekkingen aan te kno- pen.
De Slowaakse Republiek verbindt geen rechtsgevolgen aan verklaringen die geen betrekking hebben op het onderwerp en doel van deze overeenkomst.
XXXXXXXXXX XXX XXXXXXX, XXXXXX, XXXXXXX, XXXXX XX XXXXXXXX BETREFFENDE ARTIKEL 5 VAN PROTOCOL 38 BIS BETREFFENDE HET FINANCIEEL MECHANISME VAN DE EER
Estland, Cyprus, Letland, Malta en Slovenië wijzen erop dat de in artikel 5 gebruikte verdeelsleutel uitslui- tend opgesteld is ten behoeve van het financieel mechanisme van de EER. Zij zijn van oordeel dat deze verdeelsleutel niet vooruitloopt op eventuele toekomstige voorstellen betreffende verdeelsleutels in het kader van de samenhang en de structurele instrumenten van de Gemeenschap.
VERKLARING VAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN OVER DE OORSPRONGSREGELS OP HET GEBIED VAN VIS EN VISSERIJPRODUCTEN
De Commissie van de Europese Gemeenschappen zal onderzoeken of harmonisatie van de oorsprongs- regels op 1 mei 2004 te verwezenlijken is.