consumentenprijsindex : de jaarlijks in het Statistisch Bulletin door het Centraal Bureau
consumentenprijsindex : de jaarlijks in het Statistisch Bulletin door het Centraal Bureau
voor de Statistiek in september vastgestelde en
huishoudens, afg , laatstelijk vóór 1 december gepubliceerd.
CAO : Collectieve arbeidsovereenkomst voor de Technische Groothandel;
: de overeenkomst tussen de werknemer en de vennootschap met betrekking tot het pensioen;
de uitvoerings- overeenkomst
: de overeenkomst tussen de vennootschap en de stichting over de uitvoering van de pensioenovereenkomst.
Artikel 2 Deelnemerschap
1. Het deelnemerschap is van toepassing voor iedere werknemer van de vennootschap, die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt.
2. Het bestuur informeert de deelnemer bij toetreding over de kenmerken van de pensioenregeling, waaronder de uitvoering van de pensioenregeling en over persoonlijke omstandigheden die een actie van de werknemer kunnen vergen. De werknemer wordt daarbij tevens gewezen op de website van de stichting en op de mogelijkheid het pensioenregister te raadplegen.
3. Het deelnemerschap vangt aan zodra de werknemer voldoet aan de in het eerste lid van dit artikel voor de toekenning van het deelnemerschap gestelde normen. De datum van aanvang van het deelnemerschap wordt op het pensioenoverzicht vermeld.
4. Het deelnemerschap eindigt;
a. door overlijden van de deelnemer;
b. bij beëindiging van het dienstverband van de deelnemer met de werkgever;
c. door ingang van het ouderdomspensioen.
Artikel 3 Aanspraken
1. De pensioenregeling wordt op grond van de Pensioenwet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst. Het betreft een voorwaardelijke middelloonregeling met een voorwaardelijke indexatie. De hoogte van het pensioen kan op grond van artikel 13 lid 4, 5 en 6 en artikel 16 lid 1 van dit reglement worden beperkt.
2. De deelnemer heeft recht op de volgende pensioenaanspraken:
a. Uit hoofde van de basispensioenregeling (artikel 6a): levenslang ouderdomspensioen;
b. Uit hoofde van de regeling partnerpensioen en wezenpensioen (artikel 7): levenslang partnerpensioen, tijdelijk partnerpensioen en wezenpensioen.
3. De aanspraken worden voor het eerst per de datum van aanvang van het deelnemerschap vastgesteld en vervolgens per de eerste januari van elk jaar overeenkomstig het hierna bepaalde.
4. Werknemers die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en een partner en/of kinderen hebben, worden uitsluitend voor het risico van overlijden als deelnemer beschouwd. De periode van deelnemerschap waarin de werknemer is verzekerd tegen het risico van overlijden, telt niet mee voor de periode van deelnemerschap noch bij de vaststelling van de pensioenaanspraken vanaf de 21 jarige leeftijd.
Artikel 4 Deelnemerstijd
A. Voor de basispensioenregeling
1. Onder deelnemerstijd wordt verstaan de periode vanaf het moment van indiensttreding, met inachtneming van artikel 2 lid 1, tot de pensioendatum. De deelnemerstijd wordt in volle maanden vastgesteld, waarbij een gedeelte van een maand normaal wordt afgerond. Bij de afronding wordt de 15e dag van de kalendermaand als grens in acht genomen (zie bijlage 1).
2. Voor de deelnemer die parttimer is, wordt vervolgens de deelnemerstijd omgerekend naar fulltime equivalenten door de deelnemerstijd met de parttime factor te vermenigvuldigen.
B. Voor de regeling partnerpensioen en wezenpensioen
1. Onder de fictieve deelnemerstijd wordt verstaan de periode vanaf de overlijdensdatum tot de eerste dag van de maand waarin de overleden deelnemer de in het overlijdensjaar geldende pensioenrichtleeftijd zoals genoemd in artikel 6b zou hebben bereikt. De fictieve deelnemerstijd wordt in volle maanden vastgesteld, waarbij halve maanden worden afgerond conform het bepaalde in artikel 4 onder A lid 1.
2. Voor de overleden deelnemer die parttimer was, wordt vervolgens de fictieve deelnemerstijd omgerekend naar fulltime equivalenten door de fictieve deelnemerstijd met de parttime factor te vermenigvuldigen.