Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Zaaknummer 31069320 Bestuursovereenkomst 2 (BOK-2) inzake de bestuurlijke samenwerking en besluitvorming tussen het Rijk en de Provincies Utrecht en Gelderland, gemeenten Amersfoort en Nijkerk ten behoeve van het Project A28/A1 Knooppunt Hoevelaken.
De ondergetekenden:
a) De Minister van Infrastructuur en Milieu, xxxxxxx xxx. X. X Xxxxxxx xxx Xxxxxx, handelend als bestuursorgaan en als rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: “het Rijk”;
b) De Provincie Utrecht, te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X.X. xxx Xxxxxxxx, gedeputeerde van de Provincie, namens gedeputeerde staten van Utrecht ter uitvoering van het collegebesluit d.d. XX-xx-xxxx, handelende als bestuursorgaan, en als vertegenwoordiger van de Provincie Utrecht, namens de commissaris van de koningin te Utrecht, gevolmachtigd op basis van artikel 176, tweede lid, van de Provinciewet, hierna genoemd, “de Provincie Utrecht”;
c) De Provincie Gelderland, te dezen vertegenwoordigd door xxxxxxx xx. X. Xxxxx, gedeputeerde van de Provincie, namens gedeputeerde staten van Gelderland ter uitvoering van het collegebesluit d.d. XX-xx-xxxx, handelende als bestuursorgaan, en als vertegenwoordiger van de Provincie Gelderland, namens de commissaris van de koningin te Gelderland, gevolmachtigd op basis van artikel 176, tweede lid, van de Provinciewet, hierna genoemd, “de Provincie Gelderland”;
d) De Gemeente Amersfoort, te dezen vertegenwoordigd door de heer J.C. Buijtelaar, wethouder van de Gemeente Amersfoort, namens het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort ter uitvoering van het collegebesluit d.d. XX-xx-xxxx, handelende als bestuursorgaan, en als vertegenwoordiger van de Gemeente Amersfoort, namens de burgemeester van de Gemeente Amersfoort, gevolmachtigd op basis van artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet, hierna genoemd, “de Gemeente Amersfoort”;
e) De Gemeente Nijkerk, te dezen vertegenwoordigd door de heer G.D. Xxxxx, wethouder van de Gemeente Nijkerk, namens het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk ter uitvoering van het collegebesluit d.d. XX-xx- xxxx , handelende als bestuursorgaan, en als vertegenwoordiger van de Gemeente Nijkerk, namens de burgemeester van de Gemeente Nijkerk, gevolmachtigd op basis van artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet, hierna genoemd, “de Gemeente Nijkerk”.
Ondergetekenden onder b tot en met e afzonderlijk hierna te noemen "Regiopartij" en tezamen hierna te noemen “Regio”. Ondergetekenden onder a tot en met e tezamen hierna te noemen “Partijen”.
hebben het volgende overwogen:
1. dat het Rijk een Taakstellend Budget heeft vastgesteld voor het Project A28/A1 Knooppunt Hoevelaken dat toereikend is voor het realiseren van de benodigde aanpassingen aan het Knooppunt Hoevelaken inclusief het aangrenzende deel van het rijkswegennet (de Basisscope), maar niet voor het realiseren van aanvullende Wensen van de regio;
2. dat de Regio hecht aan het volledig open houden van de aansluiting Hoevelaken in westelijke richting;
3. dat het uitgangspunt van zowel Rijk als Regio is dat het Rijk zal zorgen voor inpassing van het Project A28/A1 Knooppunt Hoevelaken binnen wettelijke kaders, het treffen van adequate geluidmaatregelen en het voorkomen, dan wel zoveel mogelijk beperken, van een mogelijke afwenteling van de toename aan verkeersdruk op het onderliggend wegennet. Daarnaast wenst de Regio aanvullende (bovenwettelijke) maatregelen voor leefbaarheid, inpassing en een nog verdere reductie van geluidsbelasting;
4. dat daarom Partijen de mogelijkheid van vroegtijdige inschakeling van marktpartijen hebben verkend en in het Bestuurlijk Overleg MIRT in het voorjaar 2011 nadere afspraken zijn gemaakt, waaronder het uitwerken van vroege marktbetrokkenheid;
5. dat op 9 maart 2012 een eerste Bestuursovereenkomst (BOK-1) is ondertekend, waarin is vastgelegd dat het Rijk en de Regio zich samen inspannen om de voorbereiding en de uitvoering van Project A28/A1 Knooppunt Hoevelaken te realiseren met de inzet van vroege marktbenadering (vervlechting), met als doel om met behulp van de markt een optimale oplossing te vinden voor Knooppunt Hoevelaken voor de geformuleerde doelstellingen (doelstellingen zie bijlage 1A).
De ondergetekenden komen het volgende overeen:
Artikel 1 Begripsbepaling
In deze overeenkomst en de bijlagen wordt verstaan onder:
1. Aanbieder(s): marktpartij(en) die in de aanbestedingsprocedure een aanbieding doet (doen);
2. Basisscope: Het deel van de Scope dat is beschreven in het Programma Xxx Xxxxx (zie bijlage 1A t/m D);
3. Dossier RK&V: Dossier Ruimtelijke Kwaliteit en Vormgeving (Beeldkwaliteitsplan). Het “kwaliteitskader eisen” en de daarbij behorende zogenaamde “factsheets” zijn onderdeel van het Programma Van Eisen (zie bijlage 1B) en zijn onderdeel van deze overeenkomst. Het hoofdstuk “Inpassingsvisie” van het Dossier RK&V is geen onderdeel van het Programma Van Eisen;
4. Fysieke Oplossingsruimte: De ruimtelijke begrenzing waarbinnen de uiteindelijke oplossing moet passen, onderdeel van het Programma Van Eisen (zie bijlage 1C);
5. Initiële Inschrijfsom: De (voor alle inschrijvers gelijke) inschrijfsom vóór verhoging met de Netto Regionale Bijdrage, welke inschrijfsom zal worden vastgesteld overeenkomstig artikel 5 lid 14. Het bedrag waarvoor Xxxxxxxxxx hun aanbieding doen is de Initiële Inschrijfsom verhoogd met de (niet-geïndexeerde) Netto Regionale Bijdrage (zie bijlage 2);
6. Opties: Rijkswensen en Regiowensen, die niet zijn aangeboden in de Winnende Bieding, maar tot een grootte van maximaal € 10 miljoen exclusief BTW (per Wens) als aanvullende werkzaamheden zijn aangeboden door de inschrijver met de Winnende Bieding (het Rijk biedt de deelnemers aan de aanbestedingsprocedure de mogelijkheid deze aanvullende werkzaamheden in de vorm van deze Opties aan te bieden);
7. Netto Regionale Bijdrage: de som van de aanvullende financiële bijdragen die zijn gekoppeld aan de Regiowensen, die door de Aanbieder aan wie het Project wordt gegund zijn aangeboden, verminderd met eventueel aan het Rijk verschuldigde afdrachten voor grondkosten en beheer- en onderhoudskosten;
8. Planuitwerkingsfase: Fase van OTB/MER, TB en vergunningen (e.e.a. conform de Tracéwet-procedure);
9. Programma Van Eisen: De specificaties van de Basisscope (zie bijlage 1);
10. Project: Het Project A28/A1 knooppunt Hoevelaken zoals omschreven in artikel 4;
11. Q-team: De commissie die toetst of ontwerpen voldoen aan het Dossier RK&V (zie bijlage 4);
12. Regiowensen: Xxxxxx ingebracht door de Regio (zie bijlage 2B);
13. Rijkswensen: Wensen ingebracht door het Rijk (zie bijlage 2A);
14. Scope: Alle fysieke objecten die in het kader van het Project worden gerealiseerd;
15. Taakstellend Budget: Budget waarbinnen alle werkzaamheden in het kader van het Project moeten worden uitgevoerd;
16. Topeisen: Eisen op het hoogste abstractieniveau, die (compleet) omschrijven waaraan de uiteindelijke oplossing moet voldoen. De topeisen fungeren als uitgangspunt voor het uitwerken van het meer gedetailleerde Programma Van Eisen, dat onderdeel vormt van de vraagspecificatie in het contract met de markt;
17. Voorkeursvariant: De nader vast te stellen bestuurlijke Voorkeursvariant; dit is Winnende Bieding, aangevuld met binnen 6 maanden na gunning gekochte Opties (zie artikel 9);
18. Wensen: de Rijkswensen en de Regiowensen (zie bijlage 2);
19. Winnende Bieding: De bieding van de marktpartij aan wie het Rijk definitief gunt (zie bijlage 4).
Artikel 2 Bijlagen
De volgende bijlagen maken deel uit van deze overeenkomst:
1 Programma Van Eisen (Basisscope)
A. Uitgangspunten basisscope;
B. Eisen aan Ruimtelijke Kwaliteit & Xxxxxxxxxx (Dossier RK&V);
C. Fysieke Oplossingsruimte (Ruimtelijke contourenkaart met achterliggende bestuurlijke afspraken);
D. Zoekgebieden Natuur- en watercompensatie. 2 Overzichten Rijkswensen en Regiowensen
A. Rijkswensen;
B. Regiowensen.
3 Financiële bijdragen en voorwaarden
4 Beoordelingskader aanbiedingen marktpartijen 5 Participatie en communicatie
Artikel 3 Doel van deze overeenkomst
Het vastleggen van afspraken omtrent de aanbesteding, planuitwerking, voorbereiding en uitvoering van het Project.
Artikel 4 Projectomschrijving en hoofdlijnen van de aanbesteding van het Project
1. Het Project omvat op hoofdlijnen het aanpassen van de A1 tussen de Bunschoten en Barneveld, het aanpassen van de A28 tussen de aansluiting Maarn en de aansluiting Nijkerk en het aanpassen van het knooppunt Hoevelaken met aanvullende werken. Zie verder bijlage 1.
2. Voor het Project is een Basisscope vastgesteld dat als Programma Xxx Xxxxx is beschreven in bijlage 1. Tevens zijn door Partijen de in bijlage 2 opgenomen Rijkswensen en Regiowensen vastgesteld.
3. Het Rijk brengt de planuitwerking, het ontwerp en de uitvoering van het Project in één contract op de markt. In de aanbesteding zal als voorwaarde worden opgenomen dat marktpartijen voor de Initiële Inschrijfsom tenminste de Basisscope dienen aan te bieden.
4. Het Rijk heeft de gunningcriteria zodanig geformuleerd dat Aanbieders worden uitgedaagd om naast de verplichte Basisscope zoveel mogelijk Wensen aan te bieden (zie bijlage 4).
5. Tegelijkertijd met het indienen van de aanbieding, kunnen Aanbieders Opties aanbieden. Na gunning kunnen Partijen voor eigen rekening deze Opties bijkopen (zie ook artikel 9).
Artikel 5 Financiële bijdragen en voorwaarden
1. De financiële bijdragen van Partijen staan vermeld in bijlage 3.
2. Rijk en regio verkennen samen de mogelijkheden van uitruil van bijdragen aan elkaars projecten, teneinde onnodige geldstromen te voorkomen.
3. Bijdragen van een Regiopartij zijn uitsluitend en volledig bestemd voor de realisatie van de door de desbetreffende Regiopartij(en) gefinancierde onderdelen van de Basisscope en opgevoerde Regiowensen (zie bijlage 2B).
4. Iedere Partij draagt zelf de kosten van de eigen organisatie van Partijen ten behoeve van onder andere overleg, ambtelijke voorbereiding, besluitvorming, projectbegeleiding, communicatie, advies, onderzoeken etc., voor zover door de desbetreffende Partij nodig geacht voor de totstandkoming van het, Project, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is in deze overeenkomst.
5. De legesverordeningen van de betrokken gemeenten en provincies zijn onverminderd van toepassing op dit Project.
6. Alle risico’s samenhangend met:
• door de Regio gefinancierde onderdelen van de Basisscope (zie bijlage 3);
• in de Winnende Bieding aangeboden Wensen (zie bijlage 2);
• in de Voorkeursvariant bijgekochte Opties (zie artikel 9);
zijn met de (eventueel) betreffende regionale bijdragen afgekocht en geheel overgenomen door het Rijk.
7. Indien regionale geluidswensen door de Aanbieder met de Winnende Bieding worden gerealiseerd, wordt het geldende geluidsproductieplafond door het Rijk naar beneden bijgesteld naar het dB-niveau dat met deze aanvullende maatregel wordt gerealiseerd.
8. Rijk en Regio zijn tot overeenstemming gekomen over de onderlinge verrekening van grondkosten en beheer- en onderhoudskosten, gekoppeld aan de realisatie van Regiowensen. Deze verrekenbedragen zijn per Regiowens vermeld in bijlage 2B. Met deze overeenstemming zijn de risico’s ten aanzien van grondkosten en beheer- en onderhoudskosten voor onderdelen die in eigendom van het Rijk komen, definitief tussen Rijk en Regio verrekend en worden zij geheel gedragen door het Rijk. Met deze overeenstemming zijn de risico’s ten aanzien van grondkosten en beheer- en onderhoudskosten voor onderdelen die in eigendom van de desbetreffende Regiopartij komen, definitief tussen Rijk en Regio verrekend en worden zij geheel gedragen door de betreffende Regiopartij. Partijen streven ernaar de grondkosten en beheer- en onderhoudskosten van Regiowensen zoveel als mogelijk te financieren uit de opbrengsten van de verkoop van gronden aan het Rijk t.b.v. het realiseren van de Basisscope en niet ten laste te brengen van de aanvullende financiële bijdragen van Regiopartijen.
9. De aansluiting Hoevelaken in de richting van en naar Apeldoorn maakt onderdeel uit van de Basisscope.
10. De aansluiting Hoevelaken in de richting van en naar Amsterdam maakt onderdeel uit van de Basisscope.
11. De nieuwe verbinding Outputweg-Energieweg maakt onderdeel uit van de Basisscope. Voorafgaand aan de uitvoering van het Project wordt de Energieweg in opdracht van de gemeente Amersfoort aangelegd met 2x2 rijstroken. Dit laatste onder de opschortende voorwaarde dat de financiering voor de verdubbeling van de Energieweg en de nieuwe verbinding Outputweg-Energieweg als onderdeel van de nog goed te keuren VERDER-maatregel 199 beschikbaar wordt gesteld voor 1 juli 2013 door de samenwerkende partijen binnen het programma VERDER.
12. De verbreding van het viaduct Stoutenburgerlaan in verband met de bereikbaarheid van station Hoevelaken maakt onderdeel uit van de Basisscope.
13. Het gehele budget van het Rijk is beschikbaar voor het Project (voorbereiding en realisatie). Ter dekking van alle risico’s over de looptijd van het Project, heeft het Rijk reserveringen gedaan. Over- en onderschrijdingen van deze risicoreserveringen zijn ten laste respectievelijk ten gunste van het Rijk.
14. Rijkswaterstaat stelt voor de start van de aanbesteding de Initiële Inschrijfsom vast door van het Taakstellend Budget (€ 689 miljoen inclusief BTW, prijspeil 2012) een aantal andere met het Project samenhangende kosten (zie bijlage 3) af te trekken. Het resterende bedrag is beschikbaar als Initiële Inschrijfsom.
Artikel 6 Organisatie en besluitvorming
1. De volgende structuur wordt gehanteerd:
• Het Rijk is opdrachtgever van het Project;
• Rijkswaterstaat treedt namens het Rijk en waar het betreft de onderdelen van het Project die ten behoeve van de Regiopartijen worden gerealiseerd, in de praktijk op als aanbestedende dienst en opdrachtgever aan de winnende Xxxxxxxxx;
• De Bestuurlijke Stuurgroep is samengesteld uit de verantwoordelijk Hoofdingenieur Directeur van Rijkswaterstaat, de verantwoordelijke gedeputeerde van de Provincie Utrecht en de verantwoordelijke wethouder van de gemeente Amersfoort;
• Het Regionaal Bestuurlijk Overleg bestaat uit alle bij het Project betrokken Regiopartijen ter voorbereiding van de Bestuurlijke Stuurgroep (met alle stukken die door de Bestuurlijke Stuurgroep worden besproken);
• De Ambtelijke voorbereidingsgroep bestaat uit ambtelijke vertegenwoordigers van alle betrokken overheden. Deze ambtelijke voorbereidingsgroep vormt het voorportaal van de Bestuurlijke Stuurgroep;
• Klankbordgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van bewonersgroepen en belangenorganisaties;
• De Projectorganisatie bestaat uit medewerkers van Rijkswaterstaat.
2. De Bestuurlijke Stuurgroep is een overlegplatform, waarin de voortgang van (de voorbereiding van) het Project wordt bewaakt en eventuele knelpunten worden besproken en zo mogelijk verholpen. Partijen streven er naar beslissingen binnen de Bestuurlijke Stuurgroep in consensus te nemen. Deze beslissingen betreffen proces- en/of afstemmingsafspraken. Zij laten elkaars wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden onverlet alsook ieders verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst. Partijen zijn zich daarbij bewust dat de stuurgroepleden geen extra beslissingsbevoegdheid hebben in deze Bestuurlijke Stuurgroep ten opzichte van de beslissingsbevoegdheden en mandaten in de eigen organisaties respectievelijk besturen.
3. De Projectorganisatie consulteert, in samenspraak met de Ambtelijke voorbereidingsgroep, de klankbordgroepen.
Artikel 7 Planning (indicatie)
Partijen streven naar realisatie van het Project conform de brief van de minister aan de Tweede Kamer, xxxxxxx XXXX/BSK-2013/23008:
• Q4 2013 / Q1 2014: Start aanbesteding
• 2015: Gunning
• 2016: Voorkeursvariant vastgesteld
• 2017: Ontwerp-tracébesluit en MER vastgesteld
• 2017: Tracébesluit vastgesteld
• 2018: Aanvragen en verlening vergunningen
• 2019: Start uitvoering (uiterlijk, indien mogelijk eerder)
• 2022-2024: Openstelling
Artikel 8 Proces tot en met gunning
1. Het Rijk stelt alle aanbestedingsdocumenten op. Het Rijk zal de bestuurlijke afspraken in deze overeenkomst waar van toepassing als verplichting in het contract met Aanbieder met de Winnende Bieding opnemen. Voor het ontwerp zijn de ontwerprichtlijnen en normen van de individuele publiekrechtelijke beheerders van toepassing. De definitieve versies van de aanbestedingsdocumenten (onder meer de uitwerking van het Programma Xxx Xxxxx, het selectiedocument en het inschrijvings- en beoordelingsdocument) behoeven de instemming van iedere Regiopartij, doch uitsluitend voor die onderdelen van de aanbestedingsdocumenten die van belang zijn voor de Wensen van de desbetreffende Regiopartij en de door deze Regiopartij gefinancierde onderdelen van de Basisscope of waarvan het beheer en onderhoud na uitvoering voor rekening van de desbetreffende Regiopartij komt of zou kunnen komen. Het Rijk zal hiertoe (concepten van) deze onderdelen van de aanbestedingsdocumenten tijdig aan de Regio doen toekomen ter verificatie dat eisen en criteria uit deze overeenkomst juist zijn uitgewerkt en beschreven. Betrokken Partijen geven tijdig een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat zij de betreffende documenten hebben geverifieerd en akkoord gaan met de inhoud.
2. Het Rijk zorgt bij start aanbesteding dat de bedrijfseconomische raming van de Basisscope en de Initiële Inschrijfsom zodanig in evenwicht zijn dat enerzijds geen of een beperkte budgettaire spanning aanwezig is en dat er anderzijds geen of een beperkt budgettair overschot is, zulks door extra versoberingen door te voeren respectievelijk eerdere versoberingen juist terug te draaien. De lijst van Rijkswensen wordt daardoor langer, respectievelijk korter. Ingeval dat een versobering noodzakelijk blijkt, wordt gekozen uit een of meer van de volgende versoberingsmaatregelen:
• Ter plaatse van bestaande kunstwerken over de rijksweg geen vluchtstrook toepassen;
• Nieuwe kunstwerken in de rijksweg uitvoeren zonder vluchtstrook;
• Rijstroken smaller uitvoeren (aanpassing van de AGR in relatie tot NOA voor rijstroken 1 en 2).
3. Eventueel voorgestelde (Scope)wijzigingen (op initiatief van één van de Aanbieders tijdens de aanbesteding) worden tijdig ter overleg aan de Bestuurlijke Stuurgroep voorgelegd. Een Scopewijziging behoeft de voorafgaande instemming van een Regiopartij voor zover die wijziging relevant is of kan zijn voor een of meer van de Wensen van de desbetreffende Regiopartij, de natuur-, water- of boscompensatie, de door deze Regiopartij gefinancierde onderdelen van de Basisscope of waarvan het beheer en onderhoud na uitvoering voor rekening van de desbetreffende Regiopartij komt of zou kunnen komen.
4. Het antwoord op een vraag die tijdens de aanbesteding door een deelnemer aan de aanbestedingsprocedure (potentiële Aanbieder) wordt gesteld en verband houdt met een Regiowens, een door deze Regiopartij gefinancierde onderdeel van de Basisscope, de natuur-, water- of boscompensatie, of mogelijk van belang is voor het eventuele beheer en onderhoud na uitvoering door de desbetreffende Regiopartij, zal door het Rijk aan de desbetreffende Regiopartij(en) vooraf ter instemming worden voorgelegd. Partijen zijn zich bewust van de noodzaak van snelle responstijden behorend bij dit dialoogproces en hebben zich hier organisatorisch op ingesteld.
5. De volledige Ambtelijke voorbereidingsgroep is beschikbaar om tijdens de aanbesteding de projectorganisatie te assisteren bij het beantwoorden van vragen van marktpartijen en het beoordelen van (wijzigings)voorstellen van Aanbieders en wordt indien nodig hiertoe door de Projectorganisatie ingeschakeld.
6. De aanbiedingen van de Aanbieders worden door het Rijk beoordeeld conform het beoordelingskader zoals opgenomen in bijlage 4.
7. Het Rijk is gerechtigd te gunnen.
8. De Regio heeft een informatierecht. Dit houdt in dat op verzoek van een Regiopartij het Rijk afschriften verstrekt van de in lid 1 genoemde onderdelen van (concepten van) aanbestedingsdocumentatie. Dit informatierecht heeft zowel betrekking op de voorbereiding van de aanbesteding als de aanbesteding zelf, met uitzondering van de informatie die tijdens de aanbesteding tussen Aanbestedende dienst en de deelnemers aan de aanbestedingsprocedure wordt gewisseld (onder behoud van de strekking van lid 3). De Regiopartij zal alle verkregen informatie vertrouwelijk behandelen.
Artikel 9 Voorkeursvariant
1. Indien een Wens niet in de Winnende Bieding is opgenomen kan deze door Partijen alsnog aan het Project worden toegevoegd, indien:
a. deze Wens bij de Winnende Bieding als Optie is aangeboden;
b. én deze Optie geheel wordt gefinancierd door de Partij die deze vervuld wilt zien, inclusief verrekening van eventuele kosten voor grondaankoop en beheer & onderhoud tussen Partijen onderling.
2. De Voorkeursvariantp is de Winnende Bieding, aangevuld met binnen 6 maanden na gunning gekochte Opties.
3. De Minister stelt de Voorkeursvariant vast.
Artikel 10 Tracébesluit
1. De Minister zal met het oog op de uitvoering van de Voorkeursvariant op grond van de Tracéwet een Tracébesluit vaststellen. Voorafgaand aan de vaststelling van dit besluit zal de Minister op grond van de Tracéwet en de Wet milieubeheer eerst een Ontwerp-Tracébesluit en een milieueffectrapport ter visie leggen.
2. De Regio heeft een informatierecht. Dit houdt in dat op verzoek van een Regiopartij het Rijk inzicht verschaft in de voortgang van de planuitwerking en de in lid 1 genoemde documenten. De Regiopartij zal alle verkregen informatie vertrouwelijk behandelen.
Artikel 11 Uitvoeringsontwerp en uitvoering
1. De Winnende Bieding wordt door de winnende bieder binnen het Programma Xxx Xxxxx, behoudens de wijzigingen als gevolg van de toepassing van artikelen 9 en 10, uitgewerkt tot het uitvoeringsontwerp, dat vervolgens wordt uitgevoerd.
2. Bij de uitvoering van het onderdeel “aansluiting Hoevelaken in de richting van en naar Amsterdam” uit de basisscope geldt als voorwaarde aan de Aanbieders dat deze zo spoedig mogelijk gerealiseerd wordt, zodat invulling wordt gegeven aan de toezegging van het Rijk aan de Regio om deze aansluiting zo kort mogelijk af te sluiten.
3. De Regio heeft een informatierecht. Dit houdt in dat op verzoek van een Regiopartij het Rijk afschriften verstrekt van (concepten van) het in lid 1 genoemde uitvoeringsontwerp.
4. In haar rol als opdrachtgever voor de Aanbieder met de Winnende Bieding bewaakt Rijkswaterstaat dat het Project wordt gerealiseerd conform de tussen Rijk en Regio overeengekomen specificaties. Voor onderdelen die in beheer en onderhoud worden overgedragen aan een Regiopartij overlegt Rijkswaterstaat een rapportage waaruit blijkt dat aan de gestelde specificaties is voldaan.
Artikel 12 Publiekrechtelijke bevoegdheden
1. Partijen spannen zich jegens elkaar in om voor de uitvoering van deze overeenkomst de benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen respectievelijk te nemen, dat de uitvoering van het Project publiekrechtelijk is toegestaan.
2. Partijen zullen daarbij zoveel mogelijk, doch met inachtneming van wettelijke procedures en de te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, bevorderen dat de procedures voor de ter uitvoering van het Project benodigde publiekrechtelijke besluiten met voortvarendheid worden doorlopen.
3. Ingeval de in het tweede lid bedoelde procedures ertoe leiden dat de uitvoering van deze overeenkomst niet of althans niet op de door Partijen bij het aangaan van deze overeenkomst voorgestane wijze kan worden uitgevoerd bezien Partijen of deze overeenkomst wijziging ofwel (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Artikel 5 lid 4 blijft onverminderd van kracht.
4. De in het kader van deze overeenkomst door Partijen te verlenen publiekrechtelijke medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen ongewijzigd.
Artikel 13 Grondverwerving, eigendomsgrenzen, overdracht van gronden, beheer en onderhoud
1. Het Rijk (Rijkswaterstaat) verwerft alle voor het Project benodigde gronden, behalve gronden die reeds in het bezit zijn van de uiteindelijke beheerder.
2. Het Rijk betaalt alle grondaankoopkosten (koopsommen, onteigeningsschadeloosstellingen, notaris, kadaster, advocaat, onteigeningskosten, bodemonderzoek etc.).
3. Na oplevering van het Project draagt iedere Partij de verantwoordelijkheid voor het beheer van onderdelen van het Project conform het daaromtrent bepaalde in de wet, tenzij Partijen anders schriftelijk overeenkomen.
4. Partijen wensen zoveel als mogelijk een onderdeel van het Project waarvoor een Partij vanaf de oplevering van het Project de beheerverantwoordelijkheid draagt ook in juridisch eigendom te doen komen van diezelfde Partij (voor zover dat bij oplevering van het Project niet reeds het geval is).
5. Vooruitlopend op de hiertoe vereiste overdracht van gronden, geven betrokken Partijen aan het Rijk toestemming om het Project te doen realiseren deels op de gronden die bij aanvang van de realisatie nog in eigendom van betrokken Partij zijn, tenzij de gerechtvaardigde belangen van de Partij in kwestie zich daartegen verzetten.
6. Betrokken Partijen zullen gronden die voor de werkzaamheden tijdelijk benodigd zijn voor de duur van de uitvoeringswerkzaamheden van het Project op het eerste verzoek van Rijkswaterstaat of de Aanbieder met de Winnende Bieding binnen 12 weken aan het Rijk beschikbaar stellen, doch uitsluitend voor zover de gerechtvaardigde belangen van de Partij in kwestie zich daar niet tegen verzetten.
7. De definitieve eigendomssituatie zal na oplevering van het Project en het definitief worden van de as-built tekeningen, worden vastgesteld door de betrokken Partijen.
8. Indien en voor zover een onderdeel van het Project waarvoor een Partij vanaf oplevering van het Project de beheerverantwoordelijkheid zal dragen nog niet in juridisch eigendom is van die Partij, zullen Partijen met oog voor elkaars gerechtvaardigde belangen in overleg treden over de overdracht van de desbetreffende gronden aan die Partij, op basis van gebruikelijke voorwaarden en tegen een verwervingsprijs gebaseerd op onteigeningsbasis. Partijen zullen met dit overleg aanvangen binnen twee maanden na definitieve gunning van het Project aan de Aanbieder met de Winnende Bieding, op basis van de alsdan verwachte eindsituatie bij oplevering van het Project.
9. De eigendomsoverdracht van gronden door het Rijk geschiedt door tussenkomst van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en wordt binnen twee jaar na oplevering van het hele Project geëffectueerd.
10. De eigendomsoverdracht van de gronden over en weer tussen betrokken Partijen vindt na voorafgaande toestemming van RVOB plaats.
11. Vervulling van een Regiowens met betrekking tot bestaande kruisende (water)wegen heeft geen invloed op het bestaande beheer- en onderhoudsregime. Ingeval van een nieuwe kruisende verbinding zijn de standaard afspraken ten aanzien van eigendom, beheer en onderhoud van toepassing.
12. De kosten van notariële eigendomsoverdracht tussen het Rijk en de Regio komen voor rekening van de Partij die de grond aankoopt.
13. Kosten van beheer en onderhoud komen direct na oplevering van het Project voor rekening en risico van de betreffende beheerder of onderhoudsdrager.
Artikel 14 Natuur-, bos- en watercompensatie
1. De in bijlage 1D vastgelegde kaarten met zoekgebieden voor natuur-, bos- en watercompensatie, inclusief toelichting, gelden als uitgangspunt voor de wettelijk noodzakelijke compensatie in het projectgebied.
2. Rijkswaterstaat voert, na instemming van de Regio en het waterschap, de regie over de definitieve invulling van de te realiseren natuur-, bos- en watercompensatie, met het doel de compensatie te benutten voor een gebiedsontwikkeling die zowel aansluit op de omgevingsdoelstelling van het Project als een bijdrage levert aan de bredere Regio-ambities voor natuur en landschap. Rijkswaterstaat streeft daarbij ook naar koppeling tussen de verschillende soorten compensatie.
3. Compensatie vindt in eerste aanleg plaats aansluitend aan het gebied waar natuur, bos en/of water verdwijnt. Indien dat onhaalbaar is op basis van juridische gronden of andere zwaarwegende redenen, wordt daarvan gemotiveerd afgeweken. In dat geval wordt de mogelijkheid onderzocht om compensatie plaats te laten vinden binnen de betrokken gemeenten waar natuur, bos en/of water is verdwenen, met inachtname van de regelgeving op dit gebied en de rol van betrokken bevoegde gezagen.
4. Vooruitlopend op het definitief worden van de compensatieverplichting in het kader van de procedure van het Tracébesluit, neemt Rijkswaterstaat het initiatief om met de Regio en het waterschap de invulling van natuur-, bos- en watercompensatie af te stemmen met inbegrip van het tijdsverloop tussen ingreep en daadwerkelijke compensatie. Nadat de compensatieverplichting voorlopig vaststaat (na vaststelling OTB) zal Rijkswaterstaat, in overleg met de Regio en het waterschap de maatregelen voor aankoop, inrichting en beheer van nieuwe natuur/bos/watergebieden zo spoedig mogelijk definitief maken.
5. De Aanbieder met de Winnende Bieding realiseert de natuur-, bos- en watercompensatie.
Artikel 15 Omgang met wijzigingen van Scope en voorwaarden na vaststelling van de Voorkeursvariant
1. De Scope en voorwaarden van het Project zijn in beginsel bij gunning vastgesteld, behoudens het bepaalde in artikelen 9 en 10. Partijen gaan zeer terughoudend om met latere initiatieven tot wijziging van de Scope en voorwaarden van het Project.
2. Wijzigingen van de Scope en voorwaarden op initiatief van een Partij zijn voor rekening van die Partij.
3. Eventueel voorgestelde wijzigingen van de Scope of voorwaarden (na vaststelling van de Voorkeursvariant) worden tijdig ter overleg aan de Bestuurlijke Stuurgroep voorgelegd. Een wijziging behoeft de voorafgaande instemming van een Regiopartij voor zover die wijziging relevant is voor een of meer van de Wensen van de desbetreffende Regiopartij, de natuur-, water- of boscompensatie, of de door deze Regiopartij gefinancierde onderdelen van de Basisscope of mogelijk van belang is voor het eventuele beheer en onderhoud na uitvoering door de desbetreffende Regiopartij..
4. Indien vanuit de Regio de wens bestaat additionele Scope aan het Project toe te voegen behoeft dit voorafgaand overleg met en goedkeuring van het Rijk. Per geval zal in onderling overleg tussen initiërende Regiopartij(en) en het Rijk worden bepaald wie als opdrachtgever voor deze additionele Xxxxx zal optreden.
5. Wijzigingen van de Scope als gevolg van wijzigingen in wetgeving of omstandigheden waarop het ontwerp gebaseerd moet worden (w.o. verkeers- en geluidscijfers) zijn voor rekening van het Rijk.
6. Wijziging van de Scope en wijziging van voorwaarden als gevolg van een uitspraak van de bestuursrechter in het kader van publiekrechtelijke procedures zijn voor rekening van het Rijk.
7. Als een besluit dat is vereist voor de realisatie van een Regiowens of Optie door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt vernietigd, waardoor deze Wens of Optie niet gerealiseerd kan worden, is een eventuele regionale bijdrage aan deze Wens of Optie niet verschuldigd.
Artikel 16 Omgaan met overige wijzigingen
1. Deze overeenkomst kan alleen worden gewijzigd met instemming van alle Partijen. De kosten van de gevolgen van de wijziging, herziening of aanvulling van de overeenkomst en/of bijlage(n) zijn in beginsel voor rekening van de initiërende Partij(en), tenzij unaniem anders wordt besloten door de Bestuurlijke Stuurgroep.
2. Indien er naar de mening van één van de Partijen sprake is van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, is dit aanleiding voor Partijen met elkaar in overleg te treden.
3. Herziening, wijziging of aanvulling van deze overeenkomst en/of bijlage(n) wordt vastgelegd in een nader te sluiten wijzigings- c.q. aanvullende overeenkomst.
4. In geval van voorkomende situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet en welke van directe invloed zijn op de voortgang, kwaliteit en omvang van het te realiseren Project, spannen Partijen zich in om in nader overleg en na goedkeuring van Partijen zo spoedig mogelijk besluitvorming te doen plaatsvinden omtrent oplossingen om deze situaties het hoofd te bieden.
Artikel 17 Contactpersonen
1. Partijen wijzen gedurende de looptijd van het Project een contactpersoon aan die zorg draagt voor de benodigde afstemming rond de aanbesteding, planuitwerking en uitvoering en eventuele planologische en vergunningsprocedures.
Artikel 18 Van toepassing zijnde regelgeving en specifieke afspraken
1. Waar in deze overeenkomst wordt gerefereerd aan wetgeving, vergunningsvoorwaarden, ontwerprichtlijnen, normen van de individuele publiekrechtelijke beheerders en dergelijke betreft het de vigerende versie ten tijde van ondertekening van deze overeenkomst.
2. Bij de vaststelling van het TB en de uitvoeringsbesluiten wordt niet alleen uitgegaan van de op dat moment geldende regels, maar ook van het op dat moment geldende rijksbeleid.
Artikel 19 In werking treden en duur van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag na ondertekening door alle Partijen.
2. Deze overeenkomst loopt zolang als voor een goede uitvoering daarvan noodzakelijk is, doch in ieder geval tot en met de voltooiing van het Project (inclusief overdracht aan de betreffende beheerders) en het voldoen aan alle financiële verplichtingen.
3. Indien een Regionale Partij zich los zou maken uit deze overeenkomst is hij desondanks gehouden aan betaling van zijn toegezegde financiële bijdrage(n).
Artikel 20 Geschillenregeling
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. In geval van strijdigheid tussen de afspraken in deze overeenkomst en eerder gemaakte afspraken, prevaleert deze overeenkomst.
3. Er is sprake van een geschil indien één der Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partijen, waarna de Partijen binnen 20 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.
4. Indien binnen twee maanden na melding van het geschil, zoals bedoeld in het bovenstaande lid, tussen de Partijen geen overeenstemming is bereikt staat het ieder van de Partijen vrij om het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te Den Haag.
Artikel 21 Publicatie Staatscourant
Na ondertekening van deze bestuursovereenkomst wordt de zakelijke inhoud daarvan door de Minister gepubliceerd in de Staatscourant.
Aldus opgemaakt en in vijfvoud ondertekend,
Aldus overeengekomen:
a. het Rijk
Datum:………………………
Plaats: ………………………
d. Gemeente Amersfoort
Datum:………………………
Plaats: ………………………
b. Provincie Utrecht
Datum:………………………
Plaats: ………………………
e. Gemeente Nijkerk
Datum:………………………
Plaats: ………………………
c. Provincie Gelderland
Datum:………………………
Plaats: ………………………
Separate bijlagen bij deze overeenkomst:
Onderstaande delen van bijlage 1 zijn separate documenten Bijlagen:
1B Eisen aan Ruimtelijke Kwaliteit & Vormgeving (Dossier RK&V)
• Dossier Ruimtelijke Kwaliteit en Vormgeving / Definitief 13-03-2013 (RWS 1930767-v4)
1C Fysieke Oplossingsruimte met achterliggende bestuurlijke afspraken)
• Overzicht contour op luchtfoto (RWS 2029043-v1)
• Contourenkaarten planstudie Hoevelaken blad 1 t/m 8 (RWS B7381-IF-ALL-311t/m318) + Contourlijn luchtfoto’s (RWS B7381-IF-ALL-206).
• Memo fysieke contouren voor AVG (RWS 1898460-v7)
1D Zoekgebieden Natuur- en watercompensatie.
• Visiekaart_bos_en_natuurcompensatie_RWS_Hoevelaken (RWS 1964370-v2)
• Zoekgebieden waterbergingsgebied (RWS 1960068-v2)
• Detailoverzicht met prioritering voor waterbergingsgebieden De Schammer en Bloeidaal (Afvoergebieden) (RWS 1960061-v1)
• Memo Toelichting zoekgebieden natuur, bos en watercompensatie (RWS 1966032-v2)
Bijlage 1A Uitgangspunten basisscope
In deze bijlage wordt een inhoudelijke toelichting gegeven op de omschrijving van de Basisscope Hoevelaken. Het projectgebied is afgebeeld in de onderstaande figuur.
A1: km 38,1 tot en met km 54,9 A28: km 16,5 tot en met 36,3
Projectafbakening (Indicatieve indeling conform 1e fase MER)
Het project strekt zich uit op de volgende wegen (zie kaartje): Wegvak | van | naar | van | tot | aantal km |
ged. A1 aansluiting Bunschoten-knooppunt Hoevelaken | 2x2 | 2x4 | 38,1 | 44,5 | 6,4 |
ged. A1 knooppunt Hoevelaken-aansluiting aan A30 | 2x2+spitsstrook | 2x4 | 44,5 | 54,9 | 10,4 |
ged. A28 aansluiting Maarn-knooppunt Hoevelaken | 2x2+plusstroken | 2x4 | 16,5 | 27,5 | 7,0 |
ged. A28 knooppunt Hoevelaken-aansluiting Vathorst | 2x2 | 2x4 | 27,5 | 31,6 | 4,1 |
ged. A28 aansluiting Vathorst-aansluiting Nijkerk | 2x2 | 2x3 | 31,6 | 36,3 | 4,7 |
In het knooppunt Hoevelaken worden 2 verbindingen aangepast | totaal | 32,6 |
De halve aansluiting Hoevelaken (van/naar het oosten) is in de scope opgenomen; de verbindingsboog vanaf de Hogeweg naar Apeldoorn is vervallen.
Uitgangssituatie
Ten aanzien van de uitgangssituatie zijn de huidige inzichten als volgt (bron: MIRT projectenboek 2012):
• De maatregelen uit het pakket Xxxxx Xxxxxxxx zijn gerealiseerd:
o Er heeft capaciteitsuitbreiding plaatsgevonden op de A1 van Bunschoten naar Hoevelaken (extra rijstrook in een richting);
o De afrit van de A1 HRR naar de A30 (aansluiting Barneveld) is verbreed naar 2 rijstroken;
o De toerit naar de A1 HRL vanaf de A30 is verlengd.
• De A1 vanaf knooppunt Eemnes tot aansluiting Bunschoten en vice versa is verbreed naar 2x4 rijstroken;
• De eindsituatie van het Spoedwetproject A28 Utrecht-Amersfoort (wegaanpassingsbesluit) is gerealiseerd (2x(2+1) rijstroken), inclusief de hierbij behorende configuratie van de aansluiting Hoevelaken;
• Gemeente Amersfoort heeft, na definitieve goedkeuring van deze invulling van VERDER-maatregel 199, voorafgaand aan de realisatie van de reconstructie van Knooppunt Hoevelaken in eigen beheer de Energieweg met een zodanige configuratie (2x2 rijstroken) aangelegd, dat deze geheel is voorbereid op de aanleg van de kortsluiting Outputweg - Energieweg (De aanleg van de Energieweg valt dus buiten de Scope van het Project X00/X0 Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx);
• Een tijdelijke fiets- en voetgangerverbinding parallel aan huidig viaduct Stoutenburgerlaan tussen station Hoevelaken en kern Hoevelaken is gerealiseerd door gemeente Nijkerk.
• Landelijk beleid voor de snelheidslimiet 130 km/h voor verkeer op rijkswegen is ingevoerd. Dit betekent voor A1 HRR / HRL:
o Tussen km 38,1 en km 44,0: dynamisch 120-130 (van 6-19h 120km/h, 19h -6h 130 km/h) en tussen 44 en 54,9: 120 km/h
Dit betekent voor A28 HRR / HRL:
o Xxxxxx xx 00,0 xx xx 28,9 geldt permanent 100 km/h.
o Tussen km 28,9 – km 36,3 dynamisch 120-130 (van 6-19h 120km/h, 19h-6h 130 km/h)
Doel van het project
“Het doel van het project is het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio Utrecht. Dit om een voortgaande economische ontwikkeling van de regio en de Randstad mogelijk te maken. Het uitdrukkelijke streven is een verkeersdoorstroming te bereiken die aansluit bij de norm uit de Nota Mobiliteit: een reistijd op de drukste uren die maximaal anderhalf keer de reistijd buiten de spits bedraagt.”
Quote: Startnotitie – december 2008 par. 4.2
Ten behoeve van het ontwerpproces en om tot een gedegen eisenstructuur te komen is dit doel vertaald in onderstaande doelstellingen voor het project die gelden binnen de budgettaire randvoorwaarde.
1. Doelstellingen op Bereikbaarheid
D1.1. Verbeterde doorstroming van het verkeer conform de normen uit de Nota Mobiliteit voor trajectsnelheden op de trajecten. De trajecten A1 Bunschoten – Barneveld en de A28 Maarn – Nijkerk maken onderdeel uit van de volgende NOMO trajecten vice versa:
a. A1 knpt Diemen – knpt Hoevelaken
b. A1 knpt Hoevelaken – knpt Beekbergen
c. A28 knpt Rijnsweerd – knpt Hoevelaken
d. A28 Hoevelaken - Harderwijk
D1.2. Geen toename van het aantal verkeersslachtoffers ten opzichte van het referentiejaar 2020; D1.3. Een betrouwbaar wegennet waarbinnen de verplaatsingen op tijd verlopen.
D1.4. Een robuust netwerk waarbinnen verstoringen kunnen worden opgevangen.
D1.5. Samenhangend netwerk met de projecten binnen het Programma VERDER en afgestemd op de doelen van de regionale en lokale wegbeheerders.
2. Doelstellingen op Omgeving / Inpassing D2.1. Voldoen aan de wettelijke normen;
D2.2. Voorkomen van aantasting van natuur, landschap en ecologie.
Bovenstaande doelstellingen worden doorvertaald naar concrete projecteisen in de “Topspecificatie A28/A1 Knooppunt Hoevelaken” en beschrijft daarmee de opgave voor de projectorganisatie. Het volgende beginsel wordt daarbij gehanteerd: een expliciet geformuleerde wens (bijlage 2) gaat voor de hierboven geformuleerde generieke doelstelling.
Uitgangspunten contracteisen
Rijkswaterstaat bereidt conform de projectopgave een PDC-contract voor. De topeisen zijn in dit contract doorvertaald naar verkeerseisen waar de opdrachtnemer in het OTB-ontwerp aan moet voldoen. De volgende uitgangspunten worden hierbij aangehouden voor de eisen:
Op het gebied van verkeer HWN:
• Ontwerprandvoorwaarde voor de marktpartijen is dat het ontwerp voldoet aan het principe van het Voorkeursalternatief ‘verbreden met elementen van sorteren’. Dit houdt in een verbreding van het huidig tracé en het toepassen van een parallelstructuur t.h.v. het knooppunt (splitsen van verkeersstromen). Dit biedt de garantie dat niet wordt afgeweken van het besluit.
• Ontwerprandvoorwaarde voor de marktpartijen is dat het ontwerp ten minste voldoet aan de rijstrookindeling als (indicatief) opgenomen in de richtlijnen voor de MER (tevens overgenomen in het interne scopeformulier en de bestuursovereenkomst 2).
• Functionele eis is dat ten minste wordt voldaan aan de vervoersvraag per schakel 1 per richting conform het
vigerende verkeersmodel en het van toepassing zijnde planjaar ten tijde van het OTB. Dit biedt de garantie dat het ontwerp functioneel qua capaciteit voldoet.
• De vervoersvraag op het wegennetwerk wordt gedefinieerd in:
o Motorvoertuigen per etmaal, de som van personenvoertuigen en vrachtvoertuigen;
o Motorvoertuigen per uur in de avond- en ochtendspits;
• Functionele eis is dat alle schakels in het netwerk voldoen aan een gemiddelde congestiesnelheid in de spitsperioden (in modeltermen ‘gecongesteerde snelheid’) van ten minste 40 km/uur, gebaseerd op de output van de eindtoedeling van het vigerende verkeersmodel en het van toepassing zijnde planjaar. Dit biedt de garantie dat het ontwerp qua doorstroming per wegvak voldoet.
• Functionele eis is dat bij discontinuïteiten in de schakels (convergentie en divergentie) de verkeersafwikkeling nimmer verstoring zal veroorzaken op de voorliggende schakel. Dit moet aangetoond worden met behulp van een dynamisch model.
• Functionele eis is dat het ontwerp voldoet aan de ontwerprichtlijnen voor autosnelwegen (NOA d.d. 1 januari 2007) met de volgende ontwerpsnelheden:
o Doorgaande hoofdrijbanen: 120 km/h.
Met uitzondering van de A28 vanaf de aansluiting Maarn tot en met het knooppunt Hoevelaken: 100 km/h (conform het huidige snelheidsregime).
o Parallelbanen A1 in het knooppunt Hoevelaken: 100 km/h ( conform het huidige snelheidsregime)
o Directe en Semi-directe verbindingsbogen in het knooppunt: 80 km/h.
o Indirecte verbindingswegen in het knooppunt: 50 km/uur
o Toe- en afritten aansluitingen:stapsgewijze snelheidsafbouw conform NOA met ondergrens 50 km/h in de bogen.
• Functionele eis is dat binnen het gegeven zoekgebied verzorgingsplaatsen worden aangebracht met ten minste de benodigde parkeercapaciteit en -faciliteiten. Er is een nieuwe verzorgingsplaats voorzien aan de A1 HRL 49,8 ter vervanging van verzorgingsplaats De Middelaar (A1 HRL) en parkeerplaats Uilengoor (A1 HRL). De verzorgingsplaats (benzinestation) Hooglanderveen (A28 HRL) verdwijnt.
1 Een schakel is een verkeerskundige term die doelt op een specifieke verbinding in het verkeersnetwerk (tussen een splitsing en een samenvoeging van wegen). Het verkeersmodel is opgebouwd uit een netwerk van knopen en schakels.
Op het gebied van verkeer OWN:
• Ontwerprandvoorwaarde voor de marktpartijen is dat alle huidige aansluitingen, behoudens volledige aansluiting Hoevelaken, worden behouden. Verkeerskundige aanpassingen op het OWN worden alleen gedaan indien dit functioneel noodzakelijk is voor de verkeersafwikkeling op de kruispunten waar de afrit/toerit aansluit op het OWN.
• Functionele eis is dat kruisende wegen en parallel liggende wegen ten minste blijven voldoen aan huidige functionaliteit en inrichting. Dit geldt ook voor de fiets- en voetgangersverbindingen.
• Functionele eis is dat bij aansluitingen de verkeersafwikkeling op de kruispunten wordt gewaarborgd en dus:
o geen verstoring zal veroorzaken op de voorliggende schakel in het OWN, tot aan het eerstvolgende kruispunt;
o geen verstoring zal optreden op de voorliggende schakel in het HWN, de rijbaan waar de afrit vanaf wordt geleid.
Dit moet aangetoond worden met behulp van het dynamisch model. Dit biedt de garantie dat het ontwerp qua doorstroming op het raakvlak OWN-HWN voldoet.
• De norm bij rotondes is een belastingsgraad van maximaal 0,85 en bij een geregelde kruising een verzadigingsgraad
van 0,85. Deze normen zijn afkomstig uit CROW publicaties.
• De fysieke scopeafbakening voor het contract is de aansluiting op het OWN inclusief de kruispunten. In de modelberekeningen wordt de invloed tot aan de eerstvolgende kruispunten meegenomen.
• Provincie Utrecht en gemeente Amersfoort hebben de aansluiting N226/A28 in eigen beheer gereconstrueerd. Tevens is hierbioj een fietstunnel aangebracht onder de N226 tussen de A28 en de Lokhorsterweg/Dodeweg.
Scope afspraken Onderliggend Wegennet:
• De verbinding Energieweg – Outputweg wordt gerealiseerd in het project A28 / A1 Hoevelaken.
• De extra 4 meter verbreding t.b.v. fiets- en voetgangersverbinding Stoutenburgerlaan naar het station maakt onderdeel uit van de basisscope (inclusief de sloop van het tijdelijke viaduct).
Op het gebied van inpassing:
• Ontwerprandvoorwaarde voor de marktpartijen is dat het ontwerp past binnen de contourlijnen en rekening houdt met de dwangpunten als opgenomen in deze bestuursovereenkomst, zie bijlage 1C. Daarmee worden Natura 2000 gebieden niet (fysiek) geraakt en wordt de aantasting van het Hoevelakense Bos tot het minimum beperkt.
Functionele eis is dat per milieuaspect wordt voldaan aan de vigerende wettelijke normen en dat waar nodig
compenserende en mitigerende maatregelen worden genomen zoals deze uit de MER-onderzoeken zullen blijken.
Bijlage 2 Overzichten Rijkswensen en Regiowensen
2A Rijkswensen
Object | Omschrijving Rijkswens | Waardering t.b.v. de gunning |
1 | Realiseren van een verbindingsweg (met 2 rijstroken) in knooppunt Hoevelaken (verbinding Utrecht–Amsterdam) | 31,50 |
2 | Realiseren van aanvullende parkeercapaciteit voor vrachtauto’s (25 extra plaatsen) op de nieuwe verzorgingsplaats de “Nieuwe Middelaar”. | 0,92 |
3 | Realiseren van aanvullende parkeercapaciteit voor personenauto’s op de verzorgingsplaats Neerduist a) 30 plaatsen b) 60 plaatsen c) 90 plaatsen (1 keuze uit 3 mogelijkheden) | 0,16 0,31 0,47 |
4 | Realiseren van aanvullende parkeercapaciteit voor personenauto’s op de verzorgingsplaats Palmpol a) 10 plaatsen b) 20 plaatsen (1 keuze uit 2 mogelijkheden) | 0,06 0,11 |
5 | Realiseren van aanvullende parkeercapaciteit voor personenauto’s op de verzorgingsplaats “Nieuwe Middelaar” a) 20 plaatsen b) 40 plaatsen (1 keuze uit 2 mogelijkheden) | 0,11 0,21 |
6 | Vluchtstroken langs alle rijbanen van de A28 op het centrale viaduct in knooppunt Hoevelaken | 3,65 |
7 | Vluchtstroken langs alle rijbanen van de A1 onder het centrale viaduct in knooppunt Hoevelaken | 24,60 |
8a | Bredere vluchtstrook toepassen op de volgende trajectdelen: - A28 noord: oostbaan, inclusief voorliggende wegvakken in knooppunt Hoevelaken; - A1 oost: zuidbaan, inclusief voorliggende wegvakken in knooppunt Hoevelaken. | 5,40 |
8b | In aanvulling op 8a bredere vluchtstrook toepassen op de volgende trajectdelen: - A28 zuid: westbaan, inclusief voorliggende wegvakken in knooppunt Hoevelaken; - A1 west: noordbaan, inclusief voorliggende wegvakken in knooppunt Hoevelaken. | 4,25 |
8c | In aanvulling op 8b bredere vluchtstrook toepassen op de volgende trajectdelen: - A28 zuid: oostbaan; - A1 west: zuidbaan. | 3,15 |
8d | In aanvulling op 8c bredere vluchtstrook toepassen op de volgende trajectdelen: - A28 noord: westbaan; - A1 oost: noordbaan. | 3,00 |
9 | Extra route-informatiepanelen in berm a) A28 VWX: tussen af- en toerit 8 (Amersfoort Hogeweg) b) A28 VWb: op toerit 8 (Amersfoort Hogeweg) c) A28 HRL: tussen toerit 8a (Vathorst) en knooppunt Hoevelaken | 0,68 |
10 | Extra route-informatiepanelen aan portaal a) A28 HRR, tussen toerit 6 (Leusden Zuid) en 7 (Leusden), voor het divergentie punt tussen A28 HRR en A28 VWX. b) A1 HRR, tussen toerit 13 (Amersfoort Noord) en knooppunt Hoevelaken. c) A1 HRR, tussen toerit van verzorgingsplaats Palmpol en afrit 15 (Barneveld). | 1,74 |
11 | Veiligheidsscherm kunstwerk de Brand (Heideweg) | 0,26 |
12 | Extra doorsteken door middenberm | 0,28 |
13 | Nieuwe verzorgingsplaats langs A1 oost landschappelijk goed inpassen. | 0,30 |
14 | Incident Management camera’s op diverse trajecten: a) A28 zuid, b) A28 noord, c) A1 west, d) A1 oost | 2,55 |
15 | A28 kunstwerk Arkervaart extra verbreden | 2,40 |
Totaal maximaal Daar waar er meerdere mogelijkheden zijn om een wens te vervullen, is alleen de hoogste gewaardeerde mogelijkheid meegeteld voor het totaal. | 85,46 |
2B Regiowensen
Tabel 1
Object | Omschrijving Regiowens* | Waardering t.b.v. de gunning | Netto Regionale Bijdrage, incl.BTW |
1 | Verbreden viaduct Oude Zevenhuizerstraat | 3,60 | |
2 | Verbeteren Reiniertunnel | 3,00 | |
3 | 1 keuze uit 2 mogelijkheden: | ||
3a | Brenninkmeijerlaan (onderdoorgang) of 3b | 0,35 | |
3b | Brenninkmeijerlaan (nieuw viaduct) | 1,65 | |
4 | Verbinding Dantzigweg – Terminalweg | 6,75 | |
5 | 1 keuze uit 2 mogelijkheden: 5a of 5a+5b | ||
5a | Aansluiting A1- Hoevelaken ‘Utrecht’ | 9,00 | |
5b | In aansluiting op 5a Aansluiting A1 –Hoevelaken ‘Zwolle’ | 2,10 | |
6 | Fietstunnel Oude Lageweg | 4,75 | |
7 | Fietstunnels aansluiting A28 – Hogeweg | 19,35 | |
8 | Fietstunnels aansl. A1 Westerdorpsstraat – Amersfoortsestraat | 18,45 | 4 miljoen (2 miljoen Utrecht en 2 miljoen Amersfoort) |
9 | Vergroten groenzone Schuilenburg | 1,45 | |
10 | Fietstunnel Barneveldsebeek | 10,20 | |
11 | Verbeteren doorvaarthoogte Valleikanaal | 2,90 | |
12 | 1 keuze uit 4 mogelijkheden: | ||
12a | Heiligenbergerbeek: verhogen A28 of 12b | 28,00 | |
12b | Heiligenbergerbeek: plaatselijk verhogen A28 of 12c | 12,00 | |
12c | Heiligenbergerbeek: voetgangersbrug of 12d | 1,50 | |
12d | Heiligenbergerbeek: voetgangerstunnel | 4,50 | 1 miljoen (0,5 miljoen Utrecht en 0,5 miljoen Amersfoort) |
13 | 1 keuze uit 2 mogelijkheden: | ||
13a | Fietsonderdoorgang Dorrestein (vrije overspanning) of 13b | 2,05 | |
13b | Fietsonderdoorgang Dorrestein (aanpassen kolommen) | 0,90 | |
14 | 1 keuze uit 3 mogelijkheden: | ||
00x | Xxxxxxxx Xxxxxxxxx (xxxxxxxxx viaduct) of 14b | 1,10 | |
00x | Xxxxxxxx Xxxxxxxxx (00x eco/recreaduct) of 14c | 2,40 | |
00x | Xxxxxxxx Xxxxxxxxx (00x eco/recreaduct) | 9,40 | |
15 | Verbreden viaduct Watergoorweg | 0,20 | |
16 | Geluid Utrecht/Amersfoort | 18,15 | 10 miljoen (5 miljoen Utrecht en 5 miljoen Xxxxxxxxxx) |
00 | Xxxxxx Xxxxxxxxxx/Xxxxxxx | 10,20 | € 1.756.000 (€ 2.000.000 minus € 244.000 aan afdrachten grond en B&O zie tabel 2) 1 miljoen - €122.000 Gelderland 1 miljoen - €122.000 Nijkerk |
Totaal maximaal | 151,20 | Daar waar er meerdere mogelijkheden zijn om een wens te vervullen, is alleen de hoogste gewaardeerde mogelijkheid meegeteld voor het totaal. |
*De Regiowensen zijn uitgebreider beschreven en gespecificeerd in document: Knooppunt Hoevelaken - Programma van Wensen REGIO (RWS 1894217v5)
Tabel 2
Object | Omschrijving Regiowens | Afdracht aan Rijk ter dekking van grondkosten | Afdracht aan Rijk ter dekking van beheer- en onderhoudskos ten over 10 jaar* | Afdracht(en) ten laste van** |
1 | Verbreden viaduct Oude Zevenhuizerstraat | n.v.t. | € 41.000 | € 20.500 Amersfoort en € 20.500 Utrecht |
4 | Verbinding Dantzigweg – Terminalweg | € 113.000 | € 80.000 | € 96.500 Amersfoort en € 96.500 Utrecht |
5a | Aansluiting A1- Hoevelaken ‘Utrecht’ | nihil | € 775.000 | € 155.000 Amersfoort, € 155.000 Utrecht, € 77.500 Nijkerk en € 387.500 Gelderland |
5b | Aansluiting A1- Hoevelaken ‘Zwolle’ (in aanvulling op 5a) | nihil | € 520.000 | € 104.000 Amersfoort, € 104.000 Utrecht, € 52.000 Nijkerk en € 260.000 Gelderland |
9 | Vergroten groenzone Schuilenburg | € 150.000 | Nihil | € 75.000 Amersfoort en € 75.000 Utrecht |
10 | Fietstunnel Barneveldsebeek | € 150.000 | € 40.000 | € 95.000 Amersfoort en € 95.000 Utrecht |
11 | Verbeteren doorvaarthoogte valleikanaal | € 22.000 | € 39.000 | € 30.500 Amersfoort en € 30.500 Utrecht |
12a | Heiligenbergerbeek: verhogen A28 | € 146.000 | € 79.000 | € 112.500 Amersfoort en € 112.500 Utrecht |
12b | Heiligenbergerbeek: plaatselijk verhogen A28 | € 106.000 | € 21.000 | € 63.500 Amersfoort en € 63.500 Utrecht |
12c | Heiligenbergerbeek: voetgangersbrug | € 48.000 | n.v.t. | € 24.000 Amersfoort en € 24.000 Utrecht |
12d | Heiligenbergerbeek: voetgangerstunnel | € 48.000 | n.v.t. | € 24.000 Amersfoort en € 24.000 Utrecht |
14a | Buurtweg Nimmerdor (vervangen viaduct) | n.v.t. | € 17.000 | € 8.500 Amersfoort en € 8.500 Utrecht |
00x | Xxxxxxxx Xxxxxxxxx (00x eco/recreaduct) | n.v.t. | € 38.000 | € 19.000 Amersfoort en € 19.000 Utrecht |
00x | Xxxxxxxx Xxxxxxxxx (00x eco/recreaduct) | n.v.t. | € 153.000 | € 76.500 Amersfoort en € 76.500 Utrecht |
16 | Geluid Utrecht/Amersfoort | Nihil | € 475.000 | € 237.500 Amersfoort en € 237.500 Utrecht |
17 | Geluid Gelderland/Nijkerk | Nihil | € 244.000 | € 122.000 Nijkerk en € 122.000 Gelderland |
* exclusief verrekening van hogere B&O kosten bij regionale beheerders; voor ondertekening BOK-2 zijn de bedragen hierop gecorrigeerd en ten gunste van de regio aangepast.
**De kosten/opbrengsten van de door RWS te verwerven gronden van de gemeente Amersfoort bedragen, op basis van de basisscope en prijspeil 2012, indicatief € 3.450.000. De kosten/opbrengsten van de door RWS te verwerven gronden van de gemeente Nijkerk bedragen, op basis van de basisscope en prijspeil 2012, indicatief € 150.000.
Bijlage 3 Financiële bijdragen en voorwaarden
Overzicht van Rijksbijdragen
Bedrag | Prijspeil | Indexering | Voorwaarden | Beschikbaarstelling |
€ 689,00 mln. | 2012 | conform uitkering door Ministerie van Financiën (IBOI vanaf 2013) | Basisscope | Cashflow schema |
• Taakstellend Budget, inclusief BTW; | wordt volledig | (te bepalen na | ||
• Exclusief kosten voor beheer en onderhoud. De | uitgevoerd | gunning) | ||
kosten voor beheer en onderhoud (van | ||||
Rijksareaal) komen uit een ander budget; | ||||
• Inclusief een reservering van € 2,00 miljoen (incl. | ||||
BTW) voor een toekomstige aansluiting A1- | ||||
Vathorst West; | ||||
• Inclusief een reservering, op dit moment bepaald | ||||
op € 3,00 miljoen (incl. BTW) voor het | ||||
voorafgaand aan de uitvoering van het Project | ||||
toekomstvast maken van het viaduct over de | ||||
spoorlijn Amersfoort-Zwolle; | ||||
• Inclusief (reserveringen voor) rekenvergoeding, | ||||
grondverwerving, compensatie van natuur, water | ||||
etc., mobiliteitsmanagement, uitbestede | ||||
engineering en risico’s. |
Overzicht van door de Regio gefinancierde onderdelen van de Basisscope:
Onderdeel | Partij | Bijdrage (incl. BTW) | Voorwaarden | Beschikbaarstelling |
Verbreding viaduct Stoutenburgerlaan | Provincie Gelderland | € 0,65 mln. | Meerkosten inclusief afkoop beheerlasten. | Aan I&M. Betaling ineens in het jaar van openstelling van de rijkswegen. |
Gemeente Nijkerk | € 0,65 mln. | Meerkosten inclusief afkoop beheerlasten. | Aan I&M. Betaling ineens in het jaar van openstelling van de rijkswegen. | |
Totaal | € 1,30 mln. | |||
Verbinding Energieweg- Outputweg. | Ten laste van het VERDER budget, maatregel 199 (€ 20,30 mln) | € 14,00 mln, | Meerkosten inclusief grondaankoop en afkoop beheerlasten van het constructieve deel t.b.v. de rijksweg. | Aan I&M. Betaling ineens in het jaar van openstelling van de rijkswegen. |
Aansluiting Hoevelaken in de richting van en naar Amsterdam | Provincie Utrecht Provincie Gelderland Gemeente Amersfoort Gemeente Nijkerk | € 5 miljoen € 5 miljoen € 2 miljoen € 1 miljoen | Meerkosten inclusief afkoop beheerlasten | Aan I&M. Betaling ineens in het jaar van openstelling van de rijkswegen. |
Totaal | € 13 miljoen |
Betaalbaarstelling van bijdragen van de Regio aan Regiowensen
Partij | Beschikbaarstelling |
Provincie Utrecht, Provincie Gelderland en Gemeente Nijkerk | Aan I&M. Betaling ineens in het jaar van openstelling van de rijkswegen. |
Gemeente Amersfoort | Aan I&M. Betaling ineens in het jaar van openstelling van de rijkswegen, maar niet eerder dan 1-1-2022 met dien verstande dat als het Project voor 1-1-2022 wordt opengesteld pas in 2022 wordt betaald. |
Bijlage 4 Beoordelingskader aanbiedingen marktpartijen
Inleiding
In de uitvraag aan de markt schrijft Rijkswaterstaat geen oplossing voor. In plaats daarvan is een (functioneel) Programma Xxx Xxxxx opgesteld, dat beschrijft waar de oplossing minimaal aan moet voldoen (de Basisscope), waaronder eisen ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit en vormgeving (beeldkwaliteit) en de Fysieke Oplossingsruimte waarbinnen de oplossing moet worden gerealiseerd.
Partijen zoeken naar de oplossing die binnen het beschikbare budget naast de Basisscope ook zoveel mogelijk Wensen van Rijk en Regio vervult. Xxxxxxxx vervulling van Xxxxxx xxx Xxxx en Regio is daarom als één van de gunningscriteria gekozen.
Naast dit (prijs)criterium is nog een drietal andere gunningcriteria van toepassing voor het vaststellen van de Winnende Bieding. Het betreft de criteria “Minimale hinder tijdens de bouw” (verkeershinder op rijkswegen en omgevingshinder), “Procesaanpak van gunning tot oplevering” en “Duurzaamheid”. De markt wordt in de aanbesteding gestimuleerd op deze criteria zo veel mogelijk waarde te bieden.
Er wordt naar gestreefd om drie (combinaties van) marktpartijen in de gelegenheid te stellen een aanbieding te doen voor het Project A28/A1 Knooppunt Hoevelaken. Het Rijk zal als aanbestedende dienst in twee fasen (selectie en trechtering) het aantal potentiële Aanbieders terugbrengen tot de drie meest geschikte.
Ruimtelijke Kwaliteit & Vormgeving en rol Q-team (beknopt)
Alle aangeboden ontwerpen moeten voldoen aan eisen ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit & vormgeving. Deze eisen zijn vastgelegd in het Dossier RK&V. Om te voorkomen dat het DRK&V door de gegadigden anders wordt geïnterpreteerd dan door de aanbestedende dienst zal door een commissie van deskundigen -het Q-team- hierop tijdens de (dialoogfase van de) aanbesteding een toets plaatsvinden. Het Q-team zal, na gunning, bij de uitwerking van de Winnende Bieding toetsen of de aangeboden ontwerpen voldoen aan de eisen in het Dossier RK&V.
Samenstelling Q-team:
Het Q-team wordt gevormd door:
• Een vertegenwoordiger van het College van Rijksadviseurs;
• Een vertegenwoordiger van de Provincie Utrecht;
• Een vertegenwoordiger van de gemeenten Barneveld, Bunschoten, Leusden, Nijkerk en Amersfoort;
• Een vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat;
• Een voorzitter;
• Een secretaris.
Activiteiten Q-team tijdens aanbesteding
• Beantwoorden van vragen tijdens de dialoog met de markt gericht op DRK&V, vanuit een back-office situatie (vereist een snelle responstijd van circa 1 week).
• Toetsen of de interpretatie door de gegadigden van de eisen in het DRK&V (is toetskader) overeenkomt met de interpretatie van de aanbestedende dienst. Het Q-team verwoordt de interpretatie namens de aanbestedende dienst. Ten behoeve van deze toets moet elke gegadigde tijdens de aanbesteding voor maatgevende locaties een artist impression (A3 formaat) van de aan te bieden oplossing voorleggen. In de uitvraag naar de markt worden deze nader vastgelegd.
Activiteiten Q-team in de planuitwerkings- en realisatiefase
• Toetsen of de uitgewerkte ontwerpen voldoen aan het DRK&V. In de Planuitwerkingsfase gaat het onder andere om het beoordelen van het landschapsplan, architectuur, beeldkwaliteit en vormgeving. In de realisatiefase wordt het Q- team gevraagd de ontwerpen te toetsen voorafgaand aan vergunning aanvraag (voordat de ontwerpen naar de welstand gaan).
De adviezen uit bovengenoemde activiteiten worden uitgebracht aan Rijkswaterstaat en beschikbaar gesteld aan de Bestuurlijke Stuurgroep.
Gunningscriteria
Nr | Gunningscriterium | Maximale waarde in mln. € (t.b.v. gunning) | Wijze van beoordeling |
1 | Maximale vervulling van Xxxxxx xxx Xxxx en Regio | Geen vooraf gesteld maximum | Berekening: optelling van de waarderingen van alle in de bieding vervulde Xxxxxx (voor de waardering per wens zie bijlage 2). Noot: voor een evenwichtige vervulling van zowel Rijkswensen als Regiowensen mag in de bieding het verschil tussen de totale waardering (ten behoeve van de gunning) van Rijkswensen en Regiowensen maximaal 10 miljoen euro bedragen. Dit verschil mag ten gunste van de Regiowensen worden verhoogd met de Netto Regionale Bijdrage (zie bijlage 2B). |
2A | Minimale hinder tijdens de bouw: verkeershinder op Rijkswegen | 20 | Beoordeling van het ingediende Plan van Aanpak “Verkeershinder op Rijkswegen” door een commissie van deskundigen namens het Rijk. De commissie komt unaniem tot een cijfer waaraan een waarde in euro’s is gekoppeld. |
2B | Minimale hinder tijdens de bouw: omgevingshinder | 20 | Beoordeling van het ingediende Plan van Aanpak “Omgevingshinder” door een commissie die bestaat uit één deskundige namens de Gelderse overheden, die wordt aangewezen door de gemeente Nijkerk, één deskundige namens de Utrechtse overheden, die wordt aangewezen door de gemeente Amersfoort en één deskundige die wordt aangewezen door het Rijk. De commissie komt unaniem tot een cijfer waaraan een waarde in euro’s is gekoppeld. |
3 | Procesaanpak van gunning tot en met oplevering | 40 | Beoordeling van het ingediende Plan van Aanpak “Procesaanpak tot en met oplevering” door een commissie van deskundigen namens het Rijk. De commissie komt unaniem tot een cijfer waaraan een waarde in euro’s is gekoppeld. Noot: de aanpak moet o.a. leiden tot beperking van het risico van budgetoverschrijding als gevolg van vertraging en/of significante Scopewijziging. |
4A | Duurzaamheid; CO2-Ambitieniveau | 20 | CO2-ambitieniveau 3, 4 of 5 leidt tot een waardering van 12, respectievelijk 16 en 20 Mln €. |
4B | Duurzaamheid; DuBoCalc | 10 | DuboCalc is een softwaretool om op kwantitatieve wijze de milieubelasting te bepalen van het materiaal- en energiegebruik van een GWW-werk. De aanbieding met de geringste milieu-impact scoort het hoogst. |
Noot: De inzet bij deze aanbesteding is de marktpartij te vinden die de meeste waarde levert voor het beschikbare budget. De Initiële Inschrijfsom is daarom voor alle Aanbieders gelijk en de inschrijfsom is geen gunningscriterium.
Gunning
De bieding die de hoogste totaalscore krijgt op de gunningscriteria (en voldoet aan alle geldigheidseisen, waaronder het knock-out criterium van een minimale score bij commissiebeoordelingen en waarvan op de desbetreffende Aanbieder geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn) is de Winnende Bieding. De totaalscore op de gunningscriteria per Aanbieder is de som (in euro’s) van alle waarderingen per afzonderlijk gunningscriterium.
Het Rijk (Rijkswaterstaat) stelt op basis van berekeningen en beoordelingen vast welke de Winnende Bieding is en gaat over tot gunning.
Bijlage 5 Participatie en communicatie
Participatie
Na vaststelling van deze bestuursovereenkomst zijn er (naast de wettelijke inspraakmomenten) twee momenten voorzien waarop de niet bestuurlijke omgeving geconsulteerd wordt.
1. Tijdens de aanbesteding is een eenmalige bijeenkomst voorzien, waarin de niet bestuurlijke omgeving ideeën voor oplossingen (ontwerpen) aan de potentiële Aanbieders kan presenteren;
2. Na de gunning is een eenmalige consultatie op de oplossing uit de Winnende Bieding voorzien. Hierbij wordt de omgeving in de gelegenheid gesteld te reageren op de oplossing (het ontwerp) in de vorm van suggesties en/of aandachtspunten bij de verdere uitwerking. Partijen kunnen de uitkomst van de consultatie meenemen in de Voorkeursvariant.
Communicatie
Ten aanzien van de communicatie over het Project spreken Partijen af:
1. De in het leven geroepen werkgroep Participatie en Communicatie in stand te houden ten behoeve van regie op en onderlinge afstemming van communicatieboodschappen en -uitingen.
a. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van Rijk en Regio;
b. De werkgroep adviseert de Ambtelijke voorbereidingsgroep (AVG) die indien gewenst de adviezen inbrengt bij het regionaal bestuurlijk overleg en de Bestuurlijke Stuurgroep;
c. Het Rijk neemt de regierol op zich.
2. Verder spreken de Partijen af:
a. Het Rijk is afzender voor de Projectcommunicatie;
b. Alle Partijen kunnen vanuit eigen perspectief communiceren over het Project. De Partijen informeren elkaar van te voren over alle voorgenomen communicatie-uitingen en stemmen zo nodig af met de leden van de werkgroep Participatie en Communicatie;
c. Gemeenschappelijke communicatie uitingen worden voorbereid door de werkgroep Participatie en Communicatie en via de Ambtelijke voorbereidingsgroep ter goedkeuring voorgelegd aan de Bestuurlijke Stuurgroep;
d. Centrale boodschappen ten behoeve van woordvoering worden in de werkgroep Participatie en Communicatie geformuleerd.
3. In het kader van besluitvorming rond procedures of andere zaken waar één van de Partijen als bevoegd gezag optreedt, is de betreffende Partij primair verantwoordelijk voor de communicatie over de desbetreffende procedure en de afstemming daarover met de overige Partijen.