Aanvulling nr. 1 bij het Prospectus goedgekeurd door de FSMA op 23 juli 2020
Aanvulling nr. 1 bij het Prospectus goedgekeurd door de FSMA op 23 juli 2020
Dit document is een vertaling van de Franstalige versie van het document goedgekeurd door de FSMA op 5 januari 2021. De Aanbieder, vertegenwoordigd door zijn raad van bestuur, draagt de verantwoordelijkheid voor de inhoud van de vertaalde versies. De investeerders kunnen deze vertaalde versie benutten in verband met hun contractuele relatie met de Xxxxxxxxx.
Deze Aanvulling nr. 1 is goedgekeurd door het Directiecomité van de FSMA op 5 januari 2021. Ze geeft aanvullende informatie en een update over de uiteenlopende interpretatie van de wetgeving door SCOPE en de Tax Shelter-cel. Meer in het bijzonder geeft deze Aanvulling een stand van zaken over:
• De beslissingen die de belastingadministratie in december 2020 heeft genomen, om een aantal uitgaven te verwerpen voor de 17 films waarvoor de uiterste datum voor de afgifte van de fiscale attesten op 31 december 2020 verstreken is;
• Het gevolg van die beslissingen voor 46 investeerders die geïnvesteerd hadden in die projecten: het verkrijgen van een gedeeltelijk fiscaal attest;
• De toestand wat betreft de geschillen die aan de rechtbank werden voorgelegd over de uitgaven voor de films die in 2019 gecontroleerd werden en waarvoor de raamovereenkomsten in 2015 ondertekend werden;
• De uitspraak van 17 december 2020 door de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel over de in 2018 gecontroleerde dossiers, waarvoor de raamovereenkomsten in 2014 ondertekend werden;
• De inschatting van de financiële impact van die beslissingen voor de financiële situatie van SCOPE en de risico’s voor de investeerder.
De Aanvulling geeft ook aanvullende informatie over uiteenlopende feiten die zich sinds de publicatie van het Prospectus van 23 juli 2020 hebben voorgedaan en waarvan de Uitgever het nodig vindt om ze te delen met de Investeerders die op de aanbieding ingingen.
Maximumbedrag van de aanbieding: 30.000.000 EUR
Vooraf
SCOPE Invest
Naamloze vennootschap | Xxxxxxxxxxxxx 00 x 0000 Xxxxxxx | KBO nr 0865.234.456
Aanvulling nr. 1 bij het Prospectus goedgekeurd door de FSMA op 23 juli 2020
AANVULLING NR. 1 BIJ HET PROSPECTUS ROND DE DOORLOPENDE OPENBARE AANBIEDING TOT INSCHRIJVING, GEORGANISEERD DOOR DE NV SCOPE INVEST BETREFFENDE EEN INVESTERING IN DE PRODUCTIE VAN EEN AUDIOVISUEEL EN/OF PODIUMWERK OF VAN EEN GEHEEL VAN AUDIOVISUELE EN/OF PODIUMWERKEN, ONDER HET TAX SHELTER-STELSEL
voor een maximumbedrag van 30.000.000 EUR (de Aanbieding wordt van rechtswege afgesloten als het maximumbedrag is opgehaald en ten laatste op 22 juli 2021).
Deze Aanvulling nr. 1 is goedgekeurd door de FSMA op 5 januari 2021. Ze vormt een aanvulling bij het op 23 juli 2020 door de FSMA goedgekeurde Prospectus. Deze Aanvulling nr. 1 en het Prospectus zijn gratis verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van SCOPE Invest (Defacqzstraat 50, in 0000 Xxxxxxx) en op de website xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx.
Goedkeuring door de autoriteit voor de financiële diensten en markten FSMA
In toepassing van artikel 8 van de ‘prospectuswet’ van 11 juli 2018 juncto artikel 23 van Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten (de ‘Prospectusverordening’), heeft de FSMA op 5 januari 2021 de Franstalige versie goedgekeurd van deze Aanvulling bij het Prospectus (hierna de ‘Aanvulling’).
Deze goedkeuring van Aanvulling nr. 1 door de FSMA mag niet beschouwd worden als een gunstig advies over SCOPE Invest, noch over de kwaliteit van de financiële verrichting die het voorwerp uitmaakt van het Prospectus van 23 juli 2020 en van deze Aanvulling.
Waarschuwing
De Aanvulling is onlosmakelijk verbonden met het Prospectus rond de openbare aanbieding tot inschrijving voor een investering in de productie van een audiovisueel of podiumwerk onder het ‘Tax Shelter’-stelsel (hierna het ‘Prospectus’). Ze moet gelezen worden en kan alleen begrepen worden in combinatie met de ontwikkelingen die in het Prospectus zijn opgenomen, met inbegrip van de samenvatting, de risicofactoren en de bijlagen van het Prospectus.
De Prospectus en de Aanvulling zijn beschikbaar op de maatschappelijke zetel van de nv SCOPE Invest in de Defacqzstraat 50, in 0000 Xxxxxxx en worden gratis ter beschikking gesteld van de Investeerders, op eenvoudige aanvraag via het mailadres xxxx@xxxxxxxxxxx.xx. Ze zijn ook beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx, in het Nederlands en het Frans, en op de website van de FSMA (xxx.xxxx.xx). De goedkeuring van de FSMA heeft betrekking op de Franstalige versie van de Aanvulling bij het Prospectus. In geval van tegenstrijdigheden of verschillen tussen de Franstalige en Nederlandstalige versies, zal de Franstalige versie de doorslag geven. De Uitgever is verantwoordelijk voor de vertaling naar het Nederlands van zowel het Prospectus als de Aanvulling. In het kader van hun contractuele betrekkingen met SCOPE Invest, kunnen de Investeerders zich beroepen op deze naar het Nederlands vertaalde versie.
Overeenkomstig artikel 23 van de Prospectusverordening, heeft de Xxxxxxxxxx tot doel om de investeerder te informeren over elk nieuw betekenisvol feit of elke substantiële fout of onnauwkeurigheid in de informatie die in het Prospectus is opgenomen.
De aandacht van de investeerder wordt gevestigd op het feit dat het SCOPE Invest noodakelijk leek om de informatie in het Prospectus, zoals het door de FSMA op 23 juli 2020 werd goedgekeurd, aan te vullen en er de hieronder beschreven nieuwe feiten aan toe te voegen.
De verantwoordelijke voor de inhoud van deze Aanvulling is de naamloze vennootschap SCOPE Invest nv, met maatschappelijke zetel in 0000 Xxxxxxx, Defacqzstraat 50, ingeschreven in het rechtspersonenregister onder het nummer BE 0865.234.456. SCOPE Invest nv is ook de Uitgever van het Prospectus.
Herroepingsrecht
Overeenkomstig artikel 23 (2) van de Prospectusverordening, beschikt een Investeerder die, op de verschijningsdatum van de Aanvulling, al ingestemd heeft met het inschrijven op het financiële product, over twee werkdagen, te tellen vanaf de verschijningsdatum van de Aanvulling, om zijn aanvaarding in te trekken, (i) op voorwaarde dat hij een Verbintenisbrief (zonder eraan gekoppeld project) heeft ondertekend of (ii) dat bij een Raamovereenkomst heeft ondertekend, tussen het eerste nieuwe feit, dat dateert van 22 december 2020 en de datum van goedkeuring van deze Aanvulling. De Investeerder die zijn herroepingsrecht wenst uit te oefenen dient de naamloze vennootschap SCOPE Invest daar uiterlijk op 8 januari 2021 van op de hoogte te brengen, met een e-mail naar het volgende adres: xxxx@xxxxxxxxxxx.xx.
Inhoud
1 BETEKENISVOLLE NIEUWE FEITEN ERREUR ! SIGNET NON DEFINI.
1.1. Verworpen uitgaven en afgifte van gedeeltelijke fiscale attesten voor 17 films waarvoor de uiterste datum voor het afleveren van de fiscale attesten op 31 december 2020 verstreken is 5
1.1.1. Algemene context 5
1.1.2. De 16 projecten waarvoor gedeeltelijke attesten werden afgeleverd 5
1.1.3. Belangrijkste redenen voor het verwerpen van uitgaven 6
1.1.4. Bedragen waarop de verworpen uitgaven een impact hebben en gevolgen voor de betrokken investeerders 7
1.1.5. Evolutie van de informatie uit het Prospectus over de geschatte verliezen aan fiscale attesten voor de komende boekjaren 7
1.2. Uitspraak door de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel van 17 december 2020 over de in 2018 gecontroleerde dossiers 9
1.3. Geschatte impact op de fondsenwerving voor 2020 9
1.4. Andere aanpassingen aan het Prospectus 10
1.4.1. De wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de
COVID-19-pandemie 10
2 STAND VAN ZAKEN IN DE VOOR DE RECHTBANK LOPENDE GESCHILLEN 12
2.1. Dossiers uit 2015 12
2.2. Dossiers uit 2016 12
3 EVOLUTIE VAN DE VOORNAAMSTE RISICOFACTOREN 13
3.1. Risico op financiële instabiliteit en faillissement 13
3.2. Risico verbonden met het eigen risicobeperkende mechanisme van de Uitgever 13
3.3. Actualisering van de Waarschuwing 14
4 LIJST VAN DE BIJLAGEN 16
Bijlage 1: De huidige teksten van de artikels 194ter, 194ter/1 en 194ter/2 van het WIB 1992 (gecoördineerde versie van 24 december 2020, opgesteld door de Uitgever) 17
1 Betekenisvolle nieuwe feiten
1.1. Verworpen uitgaven en afgifte van gedeeltelijke fiscale attesten voor 17 films waarvoor de uiterste datum voor het afleveren van de fiscale attesten op 31 december 2020 verstreken is
1.1.1. Algemene context
De Tax Shelter-cel, die ermee belast is om te controleren of de uitgaven voor de voorgelegde projecten in aanmerking komen, heeft SCOPE de details overgemaakt van de bedragen die verworpen worden voor de 17 films, waarvoor de datum voor het afleveren van de fiscale attesten op 31 december 2020 verstreken is.
Die verworpen uitgaven leiden, in hoofde van de betrokken investeerders in deze 17 films (46 raamovereenkomsten), tot een fiscaal verlies van 1.962.268 EUR.
Deze beslissing van de Tax Shelter-cel bevestigt de eerdere beslissingen die beschreven staan onder
§ 2.1.1.1.3. van het Prospectus van 23 juli 2020 betreffende de bemiddelingsvergoeding van SCOPE Invest, maar verwerpt bovendien ook vormen van uitgaven die tijdens voorgaande jaren nochtans aanvaard werden (meer informatie onder § 1.1.3.), zoals het salaris van de line producer.
De omvang van de verworpen uitgaven ligt beduidend hoger dan de schattingen uit het Prospectus van 23 juli 2020 voor de ‘films uit 2016 en 2017’ (films waarvoor de datum voor het afleveren van de fiscale attesten verstrijkt op 31 december van 2020, respectievelijk 2021).
Dit element, dat dateert van 22 december 2020, vormt het betekenisvolle nieuwe feit dat de publicatie van deze Aanvulling verantwoordt.
1.1.2. De 16 projecten waarvoor gedeeltelijke attesten werden afgeleverd
Van de 17 projecten waarop de verworpen uitgaven betrekking hebben, kregen er 16 gedeeltelijke attesten afgeleverd voor 46 Raamovereenkomsten die voor deze projecten ondertekend werden:
• L’insulte: 1 gedeeltelijk attest
• Xxx: 2 gedeeltelijke attesten
• L’extraordinaire voyage du fakir: 6 gedeeltelijke attesten
• Disobedience: 3 gedeeltelijke attesten
• La fine équipe: 1 gedeeltelijk attest
• The Spy: 3 gedeeltelijke attesten
• Au service de la France: 10 gedeeltelijke attesten
• Nos patriotes: 2 gedeeltelijke attesten
• Seuls: 2 gedeeltelijke attesten
• The Unknown Soldier: 1 gedeeltelijk attest
• Xxxxx Xxxxxxxx: 2 gedeeltelijke attesten
• Bad Buzz: 1 gedeeltelijk attest
• Bonne pomme: 3 gedeeltelijke attesten
• L’amant double: 1 gedeeltelijk attest
• Calibre: 1 gedeeltelijk attest
• Kings: 6 gedeeltelijke attesten
• Happy, Sad, Afraid, Angry: 0 gedeeltelijke attesten
1.1.3. Belangrijkste redenen voor het verwerpen van uitgaven
De redenen die de Tax Shelter-cel inroept om haar beslissingen te verantwoorden hebben te maken met de volgende uitgaven:
• De bemiddelingsvergoeding die door SCOPE Invest gefactureerd wordt, wanneer ze meer bedraagt dan 15% van de opgehaalde fondsen. Dit element was SCOPE al bekend en maakt het voorwerp uit van een proces voor de rechtbank van eerste aanleg van Brussel. Het staat vermeld in het Prospectus van 23 juli 2020.
• Het salaris van de line producer PSB;
• Het salaris van de producent (SCOPE Pictures) en zijn algemene kosten.
De beide laatste elementen houden nieuwe standpunten in van de administratie ten opzichte van beslissingen uit 2018 en 2019, nieuwe standpunten waarop SCOPE niet kon anticiperen en die het ook betwist.
Bij wijze van illustratie tonen we de evolutie van de onrechtstreekse uitgaven die de Tax Shelter-cel sinds haar oprichting heeft aanvaard:
Xxxx xxx xx fondsenwerving | 2014 | 2015 | 2016 |
Totaal ingediende in aanmerking komende uitgaven | 33.881.400 € | 30.586.992 € | 26.785.895 € |
Totaal algemene onkosten, salaris producent en honorarium financieel productiebeheer | 4.591.057 € | 2.878.771 € | 957.747 € |
Aanvaard totaal in % van de ingediende uitgaven | 13,55% | 9,41% | 3,58% |
Zowel bekeken door de ogen van het management van de groep SCOPE als van zijn consultants lijken die beslissingen buitensporig, foutief en betwistbaar. Het standpunt omtrent de bemiddelingsvergoeding van SCOPE Invest maakt het voorwerp uit van een gerechtelijk verzoekschrift bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, die zich eerstdaags zal uitspreken (zie § 2.1.). Het salaris van de line producer werd in 2019 (‘dossiers van 2015’) voor 100% aanvaard en dat geldt ook voor alle films sinds 2005, met uitzondering van een animatiefilm uit 2014. Dit jaar werd het voor 100% verworpen, terwijl er geen betwisting bestaat over het feit dat de prestaties geleverd werden.
De algemene kosten, het salaris van de producent en het honorarium voor het financieel productiebeheer, die de Cel aanvaard heeft voor de ondertekende Xxxxxxxxxxxxxxxxxx voor de projecten waarvoor SCOPE in 2016 fondsen is beginnen op te halen, maken samen 3,58% uit van het totaal van de Belgische uitgaven die SCOPE Pictures voor die films heeft verricht, tegenover 9,41% het jaar daarvoor en 13,55% in 2014.
Nieuwe bezwaren zullen worden ingediend om verzet aan te tekenen tegen de verworpen uitgaven van december 2020 (‘projecten uit 2016’) en om de rechten van de betrokken investeerders te verdedigen.
1.1.4. Bedragen waarop de verworpen uitgaven een impact hebben en gevolgen voor de betrokken investeerders
De door de Tax Shelter-cel op 22 december 2020 bevestigde verworpen uitgaven voor de 17 ‘projecten van 2016’ leiden tot een afname van de fiscale vrijstelling die geschat wordt op een verschuldigde Ven.B. van globaal 1.962.268 EUR. Het totaal van de opgehaalde fondsen voor die 17 films bedraagt 14.009.667 EUR.
De investeerders die met die gedeeltelijke fiscale attesten geconfronteerd worden zullen de verhoging van de belasting die hun door de belastingadministratie aangerekend zal worden moeten aanvechten, om recht te kunnen krijgen op een eventuele correctie van die belastingverhoging die er na afloop van de gerechtelijke procedure zou kunnen komen.
De betrokken investeerders zullen geïnformeerd worden over de te volgen procedure om de belasting na de ontvangst van de gedeeltelijke fiscale attesten meteen te betwisten.
SCOPE zal hun rechten voor het gerecht verdedigen en de rechtbank vragen om de belastingadministratie te veroordelen tot een rechtzetting van het aanslagbiljet van de betrokken investeerders.
SCOPE zal niet tot schadevergoeding overgaan vóór definitief is vastgesteld dat bedragen terecht door de Tax Shelter-cel werden verworpen en bijgevolg vaststaat dat SCOPE zijn verplichtingen uit de ondertekende Xxxxxxxxxxxxxxxxxx niet is nagekomen, conform het advies van zijn consultants na de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel van 17 december 2020 (zie § 1.2.).
Het globale bedrag van 1.962.268 EUR, dat overeenstemt met de geschatte schadeloosstelling, zal als volgt naar beneden gecorrigeerd worden indien de rechter van mening zou zijn dat bepaalde uitgaven door de Cel ten onrechte verworpen werden:
• 1.962.268 EUR – 820.943 EUR = 1.141.325 EUR indien geoordeeld wordt dat het verwerpen van het salaris van de line producer ten onrechte was;
• 1.141.325 EUR – 569.899 EUR = 571.426 EUR indien geoordeeld wordt dat het verwerpen van de bemiddelingscommissies ten onrechte was;
• 571.426 EUR – 355.389 EUR = 216.037 EUR indien geoordeeld wordt dat het verwerpen van het salaris van de producent ten onrechte was.
Rekening houdende met de huidige termijnen van de rechtbanken en de mogelijkheid voor de beide partijen om in hoger beroep te gaan kunnen we niet uitsluiten dat een definitieve oplossing van deze geschillen verscheidene jaren op zich kan laten wachten.
1.1.5. Evolutie van de informatie uit het Prospectus over de geschatte verliezen aan fiscale attesten voor de komende boekjaren
Dit element wijzigt de inhoud van het Prospectus van 23 juli 2020 die opgenomen is onder punt 5 van de Waarschuwing en onder § 1.2.3.1., § 2.1.1.1.3. en § 2.2.1.
Het Prospectus van 23 juli 2020 vermeldt een schatting van de ‘schadevergoedingen’ voor de verwachte geweigerde attesten voor de ‘projecten van 2016 en 2017’ van 637.190 EUR, waarvan 77,3% betrekking heeft op de projecten van 2016.
De beslissingen die de Tax Shelter-cel in december 2020 heeft bekendgemaakt voor de ‘projecten van 2016’ verplichten SCOPE tot een herziening van die schattingen naar boven toe, aangezien het fiscale verlies van de investeerders, geschat op basis van de verkregen gedeeltelijke attesten, nu
1.962.268 EUR bedraagt voor de projecten waarvan de fiscale attesten in 2020 op hun vervaldag kwamen.
Gezien het onregelmatige en onvoorzienbare karakter van de genomen beslissingen, kan het management van SCOPE maar moeilijk een realistische schatting geven voor de komende controles.
SCOPE kan niet garanderen dat de Tax Shelter-cel, bij zijn toekomstige controles, niet opnieuw een gelijkaardig beleid hanteert als in december 2020.
Het totaal van de door SCOPE Invest opgehaalde fondsen, waarvoor op 24 december 2020 het fiscaal attest werd afgewacht, bedraagt 39.653.465,41 EUR.
Het eigen vermogen van SCOPE Invest, SCOPE Pictures en SCOPE Immo, dat gemobiliseerd werd, in het kader van het vergoedingsmechanisme van de Uitgever, bedroeg op 31 maart 2020
7 miljoen EUR en zou volgens de schattingen van het management van SCOPE op 31 maart 2021 6 miljoen EUR moeten bedragen. De beslissing om provisies aan te leggen voor de eventuele
vergoedingskosten als gevolg van de weigeringen van december 2020 zal genomen worden door het bestuursorgaan van de Uitgever, in overleg met de bedrijfsrevisor en rekening houdende met het vonnis dat tegen die tijd uitgesproken moet zijn.
Als we die provisie van 2 miljoen EUR voor het dekken van de eventuele schade van de betrokken investeerders door de verworpen uitgaven van december 2020 ervan aftrekken, kan het eigen vermogen op 31 maart 2021 geschat worden op 4 miljoen EUR.
1.2. Uitspraak door de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel van 17 december 2020 over de in 2018 gecontroleerde dossiers
Dit element wijzigt de inhoud van het Prospectus van 23 juli 2020 die te vinden is onder § 4.1.11.
Op 17 december 2020 heeft de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel zich uitgesproken over de verworpen uitgaven voor 3 films die in 2018 gecontroleerd werden (fondsen geworven in 2014 onder het oude tax shelter-stelsel), hetgeen voor 13 investeerders het verlies van het fiscaal voordeel voor gevolg heeft gehad.
De door SCOPE ingediende klacht werd ontvankelijk maar ongegrond verklaard.
De uitspraak stelt dat SCOPE Pictures onvoldoende bewijs leverde van het verband tussen bepaalde algemene kosten en de beoogde films.
De uitspraak gaf SCOPE gelijk voor een bedrag van 67.452,06 EUR voor de film ‘Xxxxxxxxxx’ en 8.471,43 EUR voor de film ‘La route d’Istanbul’, bedragen die door de Tax Shelter-cel ten onrechte verworpen werden, aangezien hier de ruling gerespecteerd had moeten worden die SCOPE op
12 november 2013 (voorafgaande beslissing 2013.424) had verkregen. De bedragen vertegenwoordigen 13,28% van de betwiste verwerpingen voor de drie films.
De uitspraak voorziet niet in enige vergoeding voor SCOPE, onder het voorwendsel dat het causale verband tussen de fout van de Belgische Staat en de schade verbroken is, aangezien SCOPE de investeerder vergoed heeft op basis van de garanties uit de raamovereenkomst en de transactieovereenkomst. Deze uitspraak is gebaseerd op jurisprudendie van het hof van Cassatie, daterend uit 2001.
Op basis van die vaststellingen zal SCOPE een verzoekschrift indienen bij het hof van beroep, zich beroepend op uiteenlopende recentere jurisprudentie waarin anders geoordeeld werd.
De 13 betrokken investeerders werden al vergoed en die bedragen zijn in de rekeningen opgenomen op 31 maart 2020. De beslissing van de rechtbank heeft voor SCOPE dus geen bijkomende gevolgen.
1.3. Geschatte impact op de fondsenwerving voor 2020
Op basis van de elementen waarover we beschikken op het moment van de publicatie van deze Aanvulling nr. 1, verwacht SCOPE dat het bedrag aan opgehaalde fondsen met 30 à 35% zal teruglopen ten opzichte van 2019.
Ondanks de hervormingen die de wetgever tijdens het boekjaar heeft doorgevoerd (onder meer het optrekken van de plafonds voor vrijstelling en het verlengen van de termijnen voor het verrichten van de uitgaven), heeft de crisis rond COVID-19 geleid tot een afname van de winst van de ondernemingen en dus automatisch ook van de vrij te stellen bedragen.
SCOPE verwachtte 9,5 miljoen euro op te halen, zijnde een daling in de grootteorde van 15%.
De onzekerheid rond het verkrijgen van de Tax Shelter-attesten, de extreem lange termijnen (4 jaar) die de Tax Shelter-cel nodig heeft om ze af te leveren en haar wispelturige en onvoorspelbare houding doen tal van investeerders op de rem staan en aarzelen om te herinvesteren.
De beslissingen van de Tax Shelter-cel hadden in 2020 een aanzienlijke impact op de capaciteit van SCOPE om fondsen op te halen. De toestand wordt nog versterkt door het feit dat de verwachte attesten systematisch pas afgeleverd worden enkele dagen voor het verstrijken van de wettelijke termijn, en dat is midden in de periode waarin SCOPE, al vanaf zijn oprichtingen, ruim 50% van zijn fondsen werft.
De schatting van de globale fondsenwerving voor het jaar 2020 wordt gecorrigeerd naar 7,5 miljoen EUR.
Het management van SCOPE oordeelt dat de afname van de opgehaalde bedragen voor het jaar 2020/2021 tot een boekhoudkundig verlies zal leiden in de orde van grootte van 1 miljoen EUR (zonder provisie voor de verwerpingen van 2016) en een overeenkomstige daling van het eigen vermogen.
1.4. Andere aanpassingen aan het Prospectus
1.4.1. De wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie
De wet van 15 juli 2020 (B.S. 23 juli 2020) brengt nieuwe wijzigingen aan in het Tax Shelter-stelsel dat voor het laatst gewijzigd was door de wet van 29 mei 2020 (B.S. 11 juni 2020):
- in artikel 194ter van het Wetboek op de Inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd door de wet van 29 mei 2020, werden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan § 1, 1e lid, 4°, tweede streepje, worden de woorden ″binnen een periode die ten vroegste aanvangt 6 maanden voor de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het Tax Shelter- attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5 en ten laatste loopt tot 12 maanden na de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst. Voor animatiefilms en voor animatieseries wordt deze termijn van 12 maanden tot 18 maanden verlengd″ vervangen door de woorden ″binnen een periode van 18 maanden die ten vroegste aanvangt 6 maanden vóór de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het Tax Shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5 en ten laatste loopt tot 18 maanden na de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst. Voor animatiefilms en voor animatieseries wordt deze termijn van 18 maanden tot 24 maanden verlengd.″
- in artikel 194ter/1, § 2, 1°, tweede streepje, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd door de wet van 29 mei 2020, worden de woorden “binnen een periode die ten vroegste aanvangt 6 maanden voor de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het Tax Shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 194ter, § 1, 1e lid, 5° en ten laatste loopt tot 18 maanden na de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst” vervangen door de woorden ″ binnen een periode van 24 maanden die ten vroegste aanvangt
6 maanden vóór de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het Tax Shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 194ter, § 1, 1e lid, 5° en ten laatste loopt tot 24 maanden na de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst″.
- in artikel 194ter, paragraaf 8, 1e lid, tweede streepje van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd door de wet van 29 mei 2020, worden de woorden “overeenkomstig § 1, 6e lid” vervangen door de woorden “overeenkomstig § 1, 1e lid, 4°, tweede streepje”’.
- in artikel 10, 3° van de wet van 29 mei 2020, worden de oorden “4e lid” vervangen door de woorden “5e lid”.
Als gevolg van deze wijziging hebben de producenten een ‘vlottende’ termijn van 18 maanden – 24 maanden voor animatiefilms en voor animatieseries bestemd voor televisie en podiumkunsten – die ten vroegste aanvangt 6 maanden vóór de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst en ten laatste loopt tot 18 maanden na de ondertekening van de raamovereenkomst. Voor animatiefilms en voor animatieseries wordt deze termijn van 12 maanden voor het verrichten van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België gedaan moeten worden, verlengd tot 18 maanden (of 24 maanden voor animatiefilms en voor animatieseries bestemd voor televisie en podiumkunsten). Voor de uitgaven die plaatsvonden binnen de 6 maanden voorafgaand aan de ondertekening van de Raamovereenkomst, moet de Producent geen redenen opgeven waarom het nodig was om die uitgaven te verrichten vóór de ondertekening van de Raamovereenkomst.
2 Stand van zaken in de voor de rechtbank lopende geschillen
2.1. Dossiers uit 2015
In november 2019 heeft SCOPE een rechtszaak ten gronde aangespannen om de beslissingen te betwisten waarbij niet geheel werd ingegaan op de aanvragen voor Tax Shelter-attesten (10) voor 4 films waarvoor in 2015 xxxxxxxxxxxxxxxxxx werden ondertekend:
• Les naufragés
• Au-delà des murs
• Le voyage de Xxxxx
• Ma loute
De inzet van dit verzoek tot het gerecht overstijgt het kader van deze 4 dossiers, omdat de hoofdproblematiek, namelijk de bemiddelingsvergoeding, geldt voor alle projecten van 2015.
De inleidende terechtzitting in dit dossier heeft plaatsgevonden op 20 december 2019. De pleidooien vonden plaats in 2020, tussen 5 en 26 november. De uitspraak wordt verwacht binnen een termijn van 2 maanden vanaf 26 november 2020.
2.2. Dossiers uit 2016
De beslissingen van de Tax Shelter-cel in de dossiers van 2016, die de hoofdmoot vormen van deze Aanvulling nr. 1, zullen in beroep behandeld worden voor de rechtbank. De zaak wordt binnenkort aanhangig gemaakt door de consulenten van SCOPE, teneinde zijn rechten te vrijwaren en de belangen van zijn investeerders te verdedigen.
Hetzelfde zal gebeuren met elke latere verwerping door de Tax Shelter-cel waarvan SCOPE de juridische grondslagen betwist.
3 Evolutie van de voornaamste risicofactoren
De risicofactoren, eigen aan de Uitgever (zie § 1.3.4. en 2.2. van het Prospectus van 23 juli 2020) moeten aangepast worden als gevolg van de feiten vermeld in deze Aanvulling nr. 1.
3.1. Risico op financiële instabiliteit en faillissement
Het risico op financiële instabiliteit van SCOPE Invest, SCOPE Pictures en SCOPE Immo heeft een mogelijke impact voor de investeerder, vanwege de werking van de garantie op schadevergoeding die deze vennootschappen bieden in geval van niet-verkrijgen van de Fiscale Attesten.
Dat risico kan toenemen in de veronderstelling dat bepaalde door de Uitgever gefinancierde projecten moeilijkheden zouden ondervinden die leiden tot het niet of maar gedeeltelijk afleveren van de Fiscale Attesten en dus tot het vergoeden van de betrokken Investeerders, of zodra de hoofdactiviteit van SCOPE Invest (fondsenwerving) bedreigd zou zijn als gevolg van negatieve economische perspectieven met mogelijke gevolgen voor de capaciteit van de investeerders om in Tax Shelter-operaties te stappen.
Zelfs indien vóór het afsluiten op 31 maart 20211 geen enkele vergoeding verschuldigd zou zijn, worden de resultaten van de fondsenwerving 2020 (en mogelijk ook 2021) negatief beïnvloed door de gezondheidscrisis, in die mate dat de financiële stabiliteit van de groep SCOPE eronder lijdt. Het risico op faillissement van SCOPE Invest, SCOPE Pictures en SCOPE Immo, die hoofdelijk optreden in het kader van het vergoedingsmechanisme, kan niet worden uitgesloten. De door de Tax Shelter-cel verworpen uitgaven maken de fondsenwerving complexer, aangezien de investeerders hierdoor afhangen van gerechtellijke beslissingen.
SCOPE past zijn businessmodel voortdurend aan, rekening houdende met de beslissingen van de Tax Shelter-cel, ook indien het die betwist. SCOPE kan niet garanderen dat de Tax Shelter-cel bij toekomstige controles niet opnieuw andere uitgaven zal verwerpen. Sinds de publicatie van het Prospectus van 23 juli 2020, beperkt SCOPE de opnamen op zijn indirecte uitgaven, om in geval van verworpen uitgaven over een ‘buffer’ te beschikken.
3.2. Risico verbonden met het eigen risicobeperkende mechanisme van de Uitgever
De Aanbieding van SCOPE voorziet in een risicobeperkend mechanisme waarbij SCOPE Invest en SCOPE Pictures/Sceniscope er zich hoofdelijk toe verbinden om de investeerder te vergoeden in geval van niet- of maar gedeeltelijk verkrijgen van het fiscaal attest. SCOPE Immo treedt hier op als borgsteller ten opzichte van de investeerder.
1 Wat betreft de potentiële impact op de rekeningen die worden afgesloten op 31 maart 2021, zal binnenkort een beslissing worden genomen door het bestuursorgaan en de bedrijfsrevisor om een provisie in te schrijven voor de verworpen uitgaven van december 2020. Het bestuur wenst de uitspraak over de dossiers van 2015 af te wachten alvorens die beslissing te nemen.
Een vermindering van het eigen vermogen zou ook de capaciteit van de Uitgever kunnen aantasten om in het kader van deze aanbieding vergoedingen uit te betalen.
De schatting van het gecumuleerde eigen vermogen, op 31 maart 2021, van de drie vennootschappen die instaan voor de vergoedingsgarantie, bedraagt 6 miljoen EUR. Die schatting wordt teruggebracht tot 4 miljoen EUR als we rekening houden met een voorziening van
2 miljoen EUR, om de eventuele schadevergoeding van de betrokken investeerders voor de verworpen uitgaven van december 2020 te betalen.
In geval van financiële moeilijkheden zal de Uitgever de investeerders maar schadeloos kunnen stellen binnen de limieten van het gecumuleerde eigen vermogen van SCOPE Invest, SCOPE Pictures (audiovisuele producties)/Sceniscope (podiumkunsten) en SCOPE Immo.
Bij faillissement zal de groep SCOPE niet langer in staat zijn om de investeerders te vergoeden.
De verhouding tussen de opgehaalde Tax Shelter-fondsen waarvoor op 24 december 2020 het attest werd afgewacht en het geschatte eigen vermogen van de Uitgever op 31 maart 2021, rekening houdende met een potentiële voorziening van 2 miljoen EUR, bedraagt 9,91.
Dat betekent dat het eigen vermogen van de Uitgever 10,09% (1/9,91) dekt van de opgehaalde bedragen die nog niet door de controle van de Cel raakten.
3.3. Actualisering van de Waarschuwing
Punt 4 van de Waarschuwing dient voortaan als volgt gelezen te worden:
Aan de voorgestelde Operatie zijn bepaalde risico’s verbonden die beschreven staan in de Samenvatting van het Prospectus, in hoofdstuk 2 ervan, getiteld ‘Risicofactoren’ en in Aanvulling
nr. 1. Alle factoren moeten in overweging genomen worden alvorens te investeren in de Voorgestelde Beleggingsinstrumenten. We vestigen de aandacht van de Investeerder op het voornaamste risico in verband met deze Aanbieding, zijnde het niet- of maar gedeeltelijk verkrijgen van het Fiscaal Voordeel dat voortvloeit uit het Tax Shelter-belastingstelsel.
Punt 5 van de Waarschuwing dient voortaan als volgt gelezen te worden:
De Tax Shelter-cel heeft recent (december 2020) bepaalde uitgaven verworpen die waren aangegaan onder het Tax Shelter-stelsel, waaronder een gedeelte van de bemiddelingscommissie van de Uitgever, bepaalde algemene kosten en het salaris van de Producent. Het risico bestaat dat hetzelfde zal gebeuren voor de volgende jaren (overwegend in 2017 geworven fondsen).
De verworpen bedragen hebben voor de betrokken Investeerders het verlies (volledig of gedeeltelijk) voor gevolg van het Fiscaal Voordeel, zijnde een bedrag van 1.962.392 EUR voor de 17 in december 2020 gecontroleerde projecten.
De vergoeding van de betrokken Investeerders via het garantiemechanisme van de Uitgever kan pas tussenbeide komen op het moment dat het gerecht zich definitief heeft uitgesproken over de aansprakelijkheid van SCOPE.
Als gevolg van de verworpen uitgaven van december 2020 bedragen de kosten van de eventuele vergoeding van de Investeerders door SCOPE 1,962 miljoen EUR.
Op 31 december 2021 bedroeg het globale historische aanvaardingspercentage van de Cel 91,60%. De verhouding tussen de op 24 december 2020 geworven en op het attest wachtende Tax Shelter- fondsen en het eigen vermogen van de Uitgever op 31 maart 2021 bedraagt 9,91.
Aan de Waarschuwing moet een nieuw punt (6) worden toegevoegd:
Het risico op financiële instabiliteit en faillissement van SCOPE Invest, SCOPE Pictures en SCOPE Immo is toegenomen als gevolg van het gecumuleerde effect van (i) de moeilijkheden die hebben geleid tot het niet- of slechts gedeeltelijk afleveren van de Fiscale Attesten en (ii) de negatieve economische perspectieven die kunnen wegen op het vermogen van de investeerders om Tax Shelter-investeringen aan te gaan. Het risico op faillissement kan niet worden uitgesloten.
4 Lijst van de bijlagen
Bijlage 1: De huidige teksten van de artikels 194ter en 194ter/1 WIB92 (gecoördineerde versie van 24 december 2020)
Bijlage 1: De huidige teksten van de artikels 194ter, 194ter/1 et 194ter/2 van het WIB 1992 (gecoördineerde versie van 24 december 2020, opgesteld door de Uitgever)
Artikel 194ter
Onderafdeling IV. - Ondernemingen die in het kader van een taxshelter-stelsel investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk, een podiumwerk of een videospel
§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
1° de in aanmerking komende investeerder:
• de binnenlandse vennootschap; of
• de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°; andere dan:
• een in aanmerking komende productievennootschap zoals bedoeld in 2°, of een gelijkaardige productievennootschap die niet erkend is; of
• een vennootschap die verbonden is in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met een in het eerste streepje bedoelde vennootschap die deelneemt aan het desbetreffende in aanmerking komende werk; of
• een televisieomroep,
die een raamovereenkomst ondertekent zoals bedoeld in 5°, waarin hij zich verbindt sommen te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest zoals bedoeld in 10°.
2° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;
Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een met Belgische of buitenlandse televisieomroepen verbonden onderneming beschouwd, de onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, maar die zich ertoe verbindt om geen raamovereenkomst te sluiten in het kader van het Tax Shelter-stelsel voor de productie van een in aanmerking komend werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komende werk. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de in aanmerking komende productievennootschap zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de in aanmerking komende investeerder als ten aanzien van de federale overheid.
3° in aanmerking komende tussenpersoon:
de natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de onderhandelingen en het sluiten van een raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een tax shelter-attest in ruil voor een vergoeding of een voordeel, die niet zelf een in aanmerking komende productievennootschap of investeerder is en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend, volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt.
4° in aanmerking komend werk:
• een Europees audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een kortfilm met uitzondering van korte reclamefilms, een lange fictiefilm voor televisie, in voorkomend geval opgedeeld in afleveringen, een fictie- of animatieserie bestemd voor televisie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen, of een documentaire voor televisie, die door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap zijn erkend als zijnde een Europese productie zoals bedoeld in de richtlijn ‘Audiovisuele mediadiensten’ van 10 maart 2010 (2010/13/EU). Internationale producties in de categorie fictiefilm, documentaire of animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, komen in aanmerking voor zover zij:
- ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn ‘Audiovisuele mediadiensten’);
- ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van een bilaterale overeenkomst inzake coproductie afgesloten door België met een andere Staat. Onder Staat, en dat geldt evenzeer voor België, worden zowel het federale niveau als alle administratieve onderliggende niveaus bedoeld;
• waarvoor de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in 7°, worden gedaan binnen een periode van 18 maanden, die ten vroegste aanvangt 6 maanden vóór de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5° en eindigend ten hoogste 18 maanden na de datum van de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst. Voor animatiefilms en voor animatieseries bestemd voor televisie wordt deze periode van 18 maanden verlengd tot 24 maanden;
De productie- en exploitatie-uitgaven zoals bedoeld in het 1e lid, die gedaan werden in de periode vóór de datum van ondertekening van de raamovereenkomst mogen niet hoger liggen dan 50% van het totaal van die productie- en exploitatie-uitgaven;
In afwijking worden de in het 1e lid, 4°, tweede streepje bedoelde termijnen, waarin de uitgaven moeten worden gedaan, verlengd met twaalf maanden, voor zover de in aanmerking komende productievennootschap aantoont dat het in aanmerking komende werk, waarvoor de xxxxxxxxxxxxxxxx is aangemeld, rechtstreekse schade heeft ondervonden als gevolg van de door de federale regering uitgevaardigde maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie.
5° raamovereenkomst: de overeenkomst die binnen de maand volgend op haar ondertekening is aangemeld bij de Federale Overheidsdienst Financiën door de in aanmerking komende
productievennootschap waardoor de in aanmerking komende investeerder zich verbindt, ten aanzien van een in aanmerking komende productievennootschap, een som te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest voor een in aanmerking komend werk.
6° kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte: de uitgaven die zijn verricht in de Europese Economische Ruimte met betrekking tot de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk, in de mate dat ten minste 70% van deze uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie.
7° de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan: de in België gedane uitgaven die betrekking hebben op de productie en exploitatie van een in aanmerking komend werk en waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, in hoofde van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, aan het gewoon stelsel van aanslag, met uitzondering van de uitgaven bedoeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, van de in artikel 53, 24°, vermelde uitgaven of voordelen, alsmede van alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komende werk.
8° uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het in aanmerking komende werk, zoals:
• kosten voor de artistieke rechten, met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode vóór de raamovereenkomst. Deze periode voorafgaand aan de raamovereenkomst wordt in voorkomend geval aangepast overeenkomstig het 6e lid;
• lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;
• kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komende werk;
• sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje; - kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;
• kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25% van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;
• kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;
• kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;
• verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;
• kosten van publicatie en van promotie eigen aan de productie: aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.
• vergoedingen betaald aan de productie-manager, de postproductie-coördinator en de line producer;
9° uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie en met name de volgende uitgaven:
• de uitgaven die verband houden met de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de audiovisuele productie;
• financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk hebben gesloten;
• kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komende werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;
• facturen die zijn opgesteld door de in aanmerking komende investeerder, met uitzondering van facturen van audiovisuele technische dienstverleners, voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;
• distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.
Wanneer ze betrekking hebben op werkelijke prestaties, worden ook als uitgaven aangemerkt die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het in aanmerking komende werk, de vergoedingen betaald of toegekend aan executive producers, coproducers, associate of andere producers die niet in 8° worden bedoeld, alsmede de algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producent, in de mate dat deze vergoedingen, kosten en commissielonen niet meer dan 18% bedragen van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan;
10° tax shelter-attest: een fiscaal attest, of een deel van dit fiscaal attest, dat op verzoek van de in aanmerking komende productievennootschap wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën, volgens de modaliteiten en voorwaarden zoals bepaald in § 7, die kunnen worden aangevuld door de Koning, op basis van de raamovereenkomst zoals bedoeld in 5° en de uitgaven gedaan voor de financiering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals bepaald in 4°. Het tax shelter-attest wordt bijgehouden door de in aanmerking komende investeerder.
In afwijking van het eerste lid, 7°, worden, wanneer de uitgaven, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op een of meer onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze uitgaven slechts als in België gedane uitgaven aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10% van de uitgaven niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.
Voor de berekening van het percentage bepaald in het 2e lid, wordt geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane uitgaven indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.
Tenminste 70% van de productie- en exploitatie-uitgaven in België zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie.
§ 2. Ten name van de in aanmerking komende investeerder wordt de belastbare winst in het belastbare tijdperk waarin de raamovereenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden voorlopig vrijgesteld ten belope van 310% van de sommen waartoe de investeerder zich in uitvoering van deze raamovereenkomst verbonden heeft, voor zover deze werkelijk door die investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na de ondertekening van deze raamovereenkomst.
§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 pct, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbare tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.
Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbare tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het 1e lid gestelde grenzen.
De in aanmerking komende investeerder die, tijdens een belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid, 33 pct. bedraagt, sommen heeft gestort waarbij het belastbare tijdperk onvoldoende winst kent om de vrijstelling bedoeld in § 2 uit te oefenen, en die daarom overeenkomstig het 2e lid de niet-verleende vrijstelling achtereenvolgens overdraagt naar de volgende belastbare tijdperken, kan bij de eerste overdracht van deze niet- verleende vrijstelling een vermenigvuldigingscoëfficiënt toepassen van:
• 356/310, indien het tarief van de vennootschapsbelasting 29% bedraagt voor het belastbare tijdperk waarnaar het niet-uitgeoefende deel van de vrijstelling wordt overgedragen;
• 421/310, indien het tarief van de vennootschapsbelasting 25% bedraagt voor het belastbare tijdperk waarnaar het niet-uitgeoefende deel van de vrijstelling wordt overgedragen.
De in aanmerking komende investeerder die, tijdens een belastbaar tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid 29% bedraagt, sommen heeft gestort waarbij het belastbare tijdperk onvoldoende winst kent om de vrijstelling bedoeld in § 2 uit te oefenen, en die daarom overeenkomstig het 2e lid, de niet-verleende vrijstelling achtereenvolgens overdraagt naar de volgende belastbare tijdperken, kan bij de eerste overdracht van deze niet verleende vrijstelling een vermenigvuldigingscoëfficiënt toepassen van 421/356 indien het tarief van de vennootschapsbelasting 25% bedraagt voor het belastbare tijdperk waarnaar het niet- uitgeoefende deel van de vrijstelling wordt overgedragen.
Voor het belastbare tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid 29% bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid opgetrokken tot
850.000 euro. In afwijking van dit lid wordt het bedrag van 850.000 euro op 1.700.000 euro gebracht voor het belastbare tijdperk in de loop waarvan de raamovereenkomst wordt ondertekend en dat afsluit na de datum van inwerkingtreding van het wetsontwerp van 20 mei 2020 tot 30 december 2020 inbegrepen.
Voor het belastbare tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid, 25% bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid opgetrokken tot
1.000.000 euro. In afwijking van dit lid wordt het bedrag van 1.000.000 euro op 2.000.000 euro gebracht voor het belastbare tijdperk in de loop waarvan de raamovereenkomst wordt ondertekend en dat afsluit tussen 31 december 2020 en 31 december 2021.
§ 4. De vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest wordt slechts verleend en behouden wanneer:
1° de in § 2 bedoelde vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot de investeerder de definitieve vrijstelling opeist overeenkomstig de in § 5 vermelde termijnen en voorwaarden;
2° de vrijgestelde winst bedoeld in § 2 niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de Federale Overheidsdienst Financiën wordt afgeleverd;
3° het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig
§ 2, niet meer bedraagt dan 50% van het totale budget van de uitgaven voor het in aanmerking komende werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;
4° de in § 2 vrijgestelde winst beperkt is tot 150% van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in de raamovereenkomst.
§ 5. De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het Tax Shelter attest uiterlijk op
31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, daadwerkelijk wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën.
De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in § 2 bedoelde tijdperk, ofwel de fiscale waarde van het tax shelter-attest, en van de in § 3, 2e lid, bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar verbonden met het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst. In afwijking op dat lid, indien de termijn bepaald door
§ 1 1e lid, 4°, tweede streepje verlengd wordt met 12 maanden, wordt de vrijstelling pas definitief indien het Tax Shelter-attest door de Federale Overheidsdienst Financiën uiterlijk wordt afgeleverd
op 31 december van het vijfde jaar dat volgt op de ondertekening van de Raamovereenkomst. In dat geval kan de vrijstelling in de zin van het 2e lid ten laatste worden toegekend in het aanslagjaar dat verbonden is met het vijfde belastbare tijdperk.
De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst en met het oog op het behalen van een tax shelter-attest wordt slechts toegekend indien de investeerder bij de aangifte in de inkomstenbelastingen van het belastbare tijdperk in de loop van hetwelk hij aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het tax shelter-attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met § 1, 1e lid, 10°, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk, de grens en het maximum bedoeld in § 3 nageleefd worden.
§ 6. Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste storting op grond van een raamovereenkomst en het ogenblik waarop het tax shelter-attest wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, kan de in aanmerking komende productievennootschap aan de in aanmerking komende investeerder een som storten berekend op de in het kader van de raamovereenkomst effectief uitgevoerde stortingen die worden verricht ter verkrijging van het tax shelter-attest, pro rata van de verlopen dagen, en waarvan de maximumrente gelijk is aan het gemiddelde van de EURIBOR 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalfjaar dat voorafgaat aan de door de in aanmerking komende investeerder gedane stortingen, verhoogd met 450 basispunten.
§ 7. Het tax shelter-attest wordt slechts uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Financiën indien aan de hieronder bepaalde modaliteiten en voorwaarden evenals aan degene die eventueel door de Koning zijn bepaald, is voldaan:
1° de in aanmerking komende productievennootschap heeft de raamovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Financiën in overeenstemming met § 1, 1e lid, 5°, aangemeld;
2° de in aanmerking komende productievennootschap heeft het tax shelter-attest aangevraagd op basis van de aangemelde raamovereenkomst en de uitgaven die zijn verricht voor de uitvoering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals gedefinieerd in § 1, eerste lid, 6° en 7°;
3° de in aanmerking komende productievennootschap heeft aan de Federale Overheidsdienst Financiën samen met de aanvraag voor een tax shelter-attest voorgelegd:
• een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk zoals bedoeld in § 1, 1e lid, 4°, en dat, in het geval waarbij de productievennootschap verbonden is met een televisieomroep, overeenkomstig § 1, 1e lid, 2°, 2e lid, zij in een eerste analyse inschat dat de televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komende werk;
• een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk is voltooid en dat de in toepassing van dit artikel uitgevoerde globale financiering van het werk is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in § 4, 3°;
3°bis de televisieomroep zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, verkrijgt geen voordelen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komende werk;
4° ten minste 70% van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
4°bis ten minste 70% van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België zijn gedaan, zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
5° de in aanmerking komende productievennootschap heeft geen achterstallen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het ogenblik van het sluiten van de raamovereenkomst;
6° de voorwaarden bedoeld in § 4, 1° tot 3°, worden ononderbroken nageleefd;
7° alle voorwaarden die betrekking hebben op de hoedanigheid, de grens, het maximum, de termijn en territorialiteit bedoeld in dit artikel worden nageleefd.
In het geval dat wordt vastgesteld dat een van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk.
In het geval dat de in aanmerking komende investeerder op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, het tax shelter-attest niet heeft ontvangen wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het laatste belastbare tijdperk tijdens hetwelke het tax shelter-attest rechtsgeldig kon worden afgeleverd. In afwijking op dat lid, indien de termijn bepaald door § 1 eerste lid, 4°, tweede streepje verlengd worden met 12 maanden, wordt de termijn verlengd tot 31 december van het vijfde jaar dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst.
De definitieve vrijstelling is in ieder geval beperkt tot 150% van de fiscale waarde van het tax shelter- attest. Het eventuele overschot van de sommen die zijn gestort en die in aanmerking zijn genomen als tijdelijk vrijgestelde winst overeenkomstig §§ 2 en 3 wordt beschouwd als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelke het tax shelter-attest is afgeleverd.
Het tarief van de vennootschapsbelasting dat van toepassing is op de in het 2e lid bedoelde voorheen vrijgestelde winst, op de in het 3e lid bedoelde voorheen vrijgestelde winst en op het in het 4e lid vermelde overschot, is het in artikel 215 bedoelde tarief van de vennootschapsbelasting
dat geldt voor het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd, verhoogd in voorkomend geval met de in artikel 463bis bedoelde aanvullende crisisbijdrage.
In afwijking van artikel 416, in de gevallen bedoeld in het 2e tot het 4e lid, zijn de nalatigheidsinteresten verschuldigd op de overeenkomstig het 5e lid verschuldigde belasting vanaf 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd.
De Koning kan de nadere toepassingsregels bepalen, met name voor de toekenning, de bewaring, de overdracht, de administratie en de aanmelding van het attest.
§ 8. De fiscale waarde van het tax shelter-attest, zoals bedoeld in § 1, 1e lid, 10°, wordt vastgelegd, conform de door de Koning bepaalde modaliteiten, op:
• 70% van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte en uitgevoerd voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komende werk, in de mate dat deze 70% van het bedrag van de uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
• met een maximum van tien negende van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in § 1, 1e lid, 7°, binnen een termijn van 18 maanden die ten vroegste aanvangt 6 maanden vóór de ondertekening van de raamovereenkomst en eindigend ten hoogste 18 maanden na de datum van de ondertekening van laatstgenoemde raamovereenkomst, die eventueel is aangepast overeenkomstig § 1, 6e lid. In afwijking op dat lid, als de termijnen bepaald in § 1 1e lid, 4°, tweede streepje met twaalf maanden verlengd worden, is die verlenging hier eveneens van toepassing.
Voor animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie wordt deze termijn van 18 maanden verlengd met zes maanden. In afwijking op dat lid, als de termijnen bepaald in § 1 1e lid, 4°, tweede streepje met twaalf maanden verlengd worden, is die verlenging hier eveneens van toepassing.
Indien evenwel het totaal van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie minder is dan 70% van het totaal van de in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven, zal de fiscale waarde van het Tax Shelter attest proportioneel worden verminderd a rato van het percentage van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie, in verhouding tot de vereiste 70%.
De som van alle fiscale waarden van de Tax Shelter attesten bedraagt per in aanmerking komend werk maximaal 15.000.000 euro.
§ 9. De stortingen die zijn overeengekomen in het kader van een raamovereenkomst moeten in hun geheel ten laatste drie maanden voor de aflevering van het tax shelter-attest zijn uitgevoerd.
§ 10. De raamovereenkomst die tot doel heeft een in aanmerking komend werk te produceren bevat verplicht:
1° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel en de datum van de erkenning van de in aanmerking komende productievennootschap;
2° de benaming, het ondernemingsnummer en het maatschappelijk doel van de in aanmerking komende investeerders;
3° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel of de identiteit en het nationaal nummer, alsook de datum van de erkenning van de in aanmerking komende tussenpersonen;
4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komende werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;
5° de begroting van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:
- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de in aanmerking komende productievennootschap;
- het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders en reeds is vastgelegd
6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die bestemd zijn voor de uitvoering van de raamovereenkomst;
7° de waarborg dat elke in aanmerking komende investeerder noch een in aanmerking komende productie-vennootschap, noch een televisieomroep, noch een in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met een in aanmerking komende productievennootschap verbonden vennootschap is;
8° de verbintenis van de productie-vennootschap:
• dat ze geen onderneming is die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, of dat ze niet als een met een Belgische of buitenlandse televisieomroep verbonden onderneming beschouwd kan worden overeenkomstig § 1, 2°, 2e lid, aangezien deze televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komende werk;
• om het definitieve bedrag dat wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst door de vrijstelling van de winst te beperken tot ten hoogste 50% van de begroting van de totale uitgaven van het in aanmerking komende werk, voor het geheel van de in aanmerking komende
investeerders, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting;
• dat ten minste 70% van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
• dat ten minste 70% van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;
• dat ten minste 90% van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven die in aanmerking genomen worden bij de berekening van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in de raamovereenkomst, in België gedane productie- en exploitatie- uitgaven zijn, zodat de uiteindelijk geschatte fiscale waarde kan worden bereikt;
• om in de eindgeneriek van het werk de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de tax shelter;
9° de verbintenis van de in aanmerking komende productievennootschap en de in aanmerking komende tussenpersonen om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shelter-stelsel en meer in het bijzonder § 12 van dit artikel.
De Koning kan de praktische modaliteiten van uitwerking, inhoud en vorm van de raamovereenkomst bepalen.
§ 11. Geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend aan de in aanmerking komende investeerder, met uitzondering van handelsgeschenken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, 1e lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het in aanmerking komende werk en de aflevering van het tax shelter-attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de in aanmerking komende investeerder, in het geval dat deze zich beroept op deze waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de nalatigheidsinteresten verschuldigd door deze investeerder in het geval van niet-naleving van de vrijstellingsvoorwaarde.
De in aanmerking komende investeerder mag geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het in aanmerking komende werk bezitten of in bezit gehad hebben.
De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de in aanmerking komende investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan degene die in het kader van de raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van een in aanmerking komend werk, en dit binnen de voorwaarden bepaald door de artikelen 49 en volgende.
In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn de kosten en verliezen evenals de minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen die betrekking hebben op de aankoop van een tax shelter-attest, noch aftrekbaar als beroepskost, of -verlies, noch vrijstelbaar.
§ 12. Het aanbod van een tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap of door de in aanmerking komende tussenpersoon en de bemiddeling in de raamovereenkomsten worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet van 11 juli 2018 op de aanbieding aan het publiek van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en met Verordening 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van richtlijn 2003/71/EG.
Artikel 194ter/1
Onderafdeling IV. - Ondernemingen die in het kader van een tax shelter-stelsel investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk, een podiumwerk of een videospel
§ 1. De toepassing van artikel 194ter wordt verruimd tot de in aanmerking komende productievennootschappen die als voornaamste doel de productie en de ontwikkeling van nieuwe podiumproducties hebben.
§ 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
1° in aanmerking komend werk: in afwijking van artikel 194ter, § 1, 1e lid, 4°, een nieuwe podiumproductie als bedoeld in 2°, die door de bevoegde diensten van de betrokken Gemeenschap erkend wordt als Europees podiumwerk, dat wil zeggen:
• tot stand gebracht door een of meer producenten die in een of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn of gesuperviseerd en daadwerkelijk gecontroleerd door een of meer producenten die in een of meer van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn;
• waarvoor de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in artikel 194ter, § 1, 1e lid, 7°, worden gedaan binnen een periode van 24 maanden die ten vroegste begint 6 maanden voor de datum van de ondertekening van de raamoverkomst tot het verkrijgen van het tax shelter-attest voor de productie van het werk zoals bedoeld in artikel 194ter, § 1, 1e lid, 5° en eindigt ten laatste 24 maanden na de ondertekening van de laatstgenoemde raamovereenkomst;
De productie- en exploitatie-uitgaven waarvan sprake in het 1e lid, die gebeuren tijdens de periode vóór de ondertekening van de raamovereenkomst, mogen niet meer bedragen dan 50% van de totale in aanmerking komende productie- en exploitatiekosten.
In afwijking daarop worden de termijnen uit artikel 194ter §2 1°, tweede streepje, waarbinnen de uitgaven moeten worden gedaan, verlengd met twaalf maanden, voor zover de in aanmerking komende productievennootschap aantoont dat het in aanmerking komende werk, waarvoor de raamovereenkomst is aangemeld, rechtstreekse schade heeft ondervonden als gevolg van de door de federale regering uitgevaardigde maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie.
2° nieuwe podiumproductie: een theater-, circus-, straattheater-, opera-, klassieke muziek-, dans- of muziektheaterproductie, met inbegrip van musical en ballet, alsook de productie van een totaalspektakel, waarbij het scenario, de theatertekst, de regie of de scenografie nieuw is, of die een herinterpretatie betreft;
3° totaalspektakel: de combinatie van diverse van de onder 2° vermelde podiumkunsten, eventueel op bijkomstige wijze aangevuld met choreografie, toneelspel, speciale effecten, pyrotechnische effecten en innoverende technologieën qua geluid, beeld en scenografie;
4° Première: de eerste voorstelling van het podiumwerk in België̈ of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.
§ 3. In afwijking op artikel 194ter, § 1, 1e lid, 8° en 9°, wordt verstaan onder:
1° uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het in aanmerking komende werk, zoals:
• kosten voor de artistieke rechten, met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode vóór de raamovereenkomst;
• lonen en andere vergoedingen van het personeel of vergoedingen van zelfstandige dienstverleners, verbonden aan de creatie en uitvoering van het in aanmerking komende werk;
• xxxxx en andere vergoedingen van acteurs, acrobaten, dansers, dirigenten, muzikanten, zangers en artistieke functies, al dan niet zelfstandig, die enkel verbonden zijn aan de uitvoering van het in aanmerking komend werk;
• sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;
• kosten van decors, rekwisieten, instrumenten, kostuums en attributen, die op het podium worden gebracht;
• kosten met betrekking tot licht, geluid, speciale effecten en andere technische middelen;
• de transportkosten met betrekking tot de kosten bedoeld in het vijfde en zesde streepje;
• kosten van vervoer en accommodatie van personen, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25% van de kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;
• kosten van huur van repetitie- en voorstellingsruimten;
• verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;
• kosten van publicatie en van promotie eigen aan de productie: affiches, flyers, aanmaken van het persdossier, website of webpagina eigen aan de productie, alsook de Première;
2° uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie, inzonderheid de volgende uitgaven:
• de uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve, financiële en juridische organisatie en begeleiding van de podiumproductie;
• financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk hebben gesloten;
• kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komende werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in artikel 194ter, § 1, 1e lid, 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, interesten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;
• facturen die zijn opgesteld door de in aanmerking komende investeerder met uitzondering van facturen van facilitaire podiumbedrijven, voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;
• distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn. De kosten die in principe ten laste zijn van de structuur waar de podiumproductie wordt opgevoerd, zoals culturele centra, komen niet in aanmerking.
§ 4. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling, bedoeld in artikel 194ter, § 2, verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50% van de belastbare gereserveerde winst van het belastbare tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in artikel 194ter, § 4, met een maximum van 750.000 euro. Dit grensbedrag en dit maximum zijn van toepassing op het totaal van de vrijstellingen als bedoeld in de artikelen 194ter en 194ter/1.
Voor het belastbare tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid, 29% bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid opgetrokken tot
850.000 euro. In afwijking van dit lid wordt het bedrag van 850.000 euro op 1.700.000 euro gebracht voor het belastbare tijdperk in de loop waarvan de raamovereenkomst wordt ondertekend en dat afsluit na de datum van inwerkingtreding van het wetsontwerp van 20 mei 2020 tot 30 december 2020 inbegrepen.
Voor het belastbare tijdperk waarvoor het tarief van de vennootschapsbelasting bedoeld in artikel 215, 1e lid, 25% bedraagt, wordt het maximumbedrag bedoeld in het 1e lid opgetrokken tot
1.000.000 euro. In afwijking van dit lid wordt het bedrag van 1.000.000 euro op 2.000.000 euro gebracht voor het belastbare tijdperk in de loop waarvan de raamovereenkomst wordt ondertekend en dat afsluit tussen 31 december 2020 en 31 december 2021.
Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbare tijdperk niet verleende vrijstelling overeenkomstig artikel 194ter, § 3, 2e tot 4e lid, achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de in artikel 194ter; § 2, en in artikel 194ter/1,
§ 5, bedoelde vrijstellingen, in voorkomende geval gezamenlijk toegepast, per belastbaar tijdperk nooit hoger mogen zijn dan de in het 1e lid gestelde grenzen.
In afwijking van artikel 194ter, § 8, vierde lid, bedraagt de som van alle fiscale waarden van de tax shelter-attesten per in aanmerking komend werk, maximaal 2.500.000 euro.
§ 5. Om overeenkomstig artikel 194ter, § 7, 1e lid, 3°, tweede streepje, te kunnen bevestigen dat de realisatie van de nieuwe podiumproductie is voltooid, moet de betrokken Gemeenschap zich ervan vergewissen dat het werk voor het eerst in de Europese Economische Ruimte publiekelijk werd vertoond.
Artikel 194ter/2
Onderafdeling IV. - Ondernemingen die in het kader van een tax shelter-stelsel investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk, een podiumwerk of een videospel
Wanneer het in artikel 194ter, 194ter/1, § 2, 1e lid, 1°, of artikel 194ter/3, § 2, 1° bedoelde in aanmerking komende werk wordt geproduceerd door een rechtspersoon gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad dat onder de bevoegdheid van de Federale Staat valt, wordt voor de toepassing van de artikelen 194ter en 194ter/1 onder ‘betrokken Gemeenschap’ verstaan de ‘bevoegde Instantie van de Federale Staat’.
De Koning bepaalt de in het eerste lid bedoelde bevoegde Instantie van de Federale Staat en de procedures die deze betreffen voor de toepassing van de artikelen 194ter, 194ter/1 en 194ter/3.
Investor Relations Team
Stijn DE BLOCK Xxxxxxxxx XXXXXXX
Senior Investment Consultant Senior Investment Consultant
Tel.: x00 (0)0 000 00 00 Tel.: x00 (0)0 000 00 00
Gsm: x00 (0)000 00 00 00 Gsm: x00 (0)000 00 00 00
xxxxx@xxxxxxxxxxx.xx xxxxxxxx@xxxxxxxxxxx.xx
Xxxx XXXXXXXXXXXXXXXX Xxxxxxx XXXXXX
Senior Investment Consultant Senior Investment Consultant
Gsm: x00 (0)000 00 00 00 Gsm: x00 (0)000 00 00 00
xxxxx@xxxxxxxxxxx.xx xxxxxxx@xxxxxxxxxxx.xx
Xxx XX XXXXX
Senior Investment Consultant Gsm: x00 (0)000 00 00 00
Xxxxx
Xxxxxxxxxxxxx 00 X-0000 Xxxxxxx
Tel.: x00 (0)0 000 00 00
Fax: x00 (0)0 000 00 00
xxxx@xxxxxxxxxxx.xx Btw: BE 865 234 456