INHOUD 3
2
INHOUD 3
VOORWOORD
VAN DE VOORZITTER 4
KERNCIJFERS 6
BESTUURSVERSLAG 8
MAATSCHAPPELIJKE
PROJECTEN 10
INCLUSIEVE
XXXXXXXXXXXX 00
DIVERSITEIT EN WERK 17
PREVENTIE EN WERK 18
WERK EN TOEKOMST 19
PROGRAMMA
‘EEN NIEUW BESTAAN,
EEN NIEUWE BAAN’ 20
COMMUNICATIE 24
ONDERZOEK 26
LEERSTOELEN/ LECTORAAT 34
INSTITUUT GAK
FELLOWSHIP 38
BELEGGINGSBELEID 40
ORGANISATIE 45
JAARREKENING 2018 48
OVERIGE GEGEVENS 62
PORTRETTEN (van links naar rechts)
Xxxxx Xxxxxx Al Basatenah •Taal & Toekomst • Stichting Zeeburg Internet Plein pagina 7
Xxxxx Xxxxxxx en Halefom Zeru • Stichting Hoedje van Papier • SamenDoorSamen Onderwijs- en Arbeidsparticipatie pagina 25
Xxxxxx xx Xxxxx en Waed Shalha • De Jonge Krijger BV • Een kansrijke toekomst pagina 20 Xxxxxxxx xxx xxx Xxxx • Institute of Public Administration • Universiteit Leiden pagina 39 Xxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxx • Algemeen Plattelands Jongeren Werk • Perfect Job pagina 33 Xxxxxxxx (Xxx) Xxxxx • Stichting Samen Doen • Sarban De Toekomst achterkant omslag
Xxxx Xxxxxxxxxx
De Krachtcentrale 013 heeft mij in een periode van het vinden van een baan die echt bij mij als persoon past de inzichten en de tools gegeven om hiernaar toe te werken. Dat is gelukt! Ik heb mijn droombaan gevonden als persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg in de
vorm van een leerwerkbaan. #Bethechangeyouwishtosee- intheworld!
Stichting De Krachtcentrale 013
• Next Level • cover
Xxxxxxxx (Xxx) Xxxxx
Vanaf het moment dat ik deelnam aan de opleiding en het project begon mijn leven er heel wat positiever uit te zien. Dankzij het project kon ik doorgroeien en
zijn er veel deuren open gegaan. Het belangrijkste is dat ik een pad heb gevonden om mezelf te
ontwikkelen. Zonder dit project had ik niet kunnen deelnemen aan de opleiding die ik nu volg aan het ROC en had ik geen werk gevonden waar ik nog steeds werkzaam ben.
Sarban de Toekomst •
Silk Road • achterpagina
4
VOORWOORD
5
VAN DE VOORZITTER MR F.K. BUIJN
Sociale zekerheid is geen rustig bezit. Aard, inhoud en niveau van sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid worden door tal van factoren beïnvloed; ze zijn ook zelf zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin bepalende factoren voor de welvaart en het welzijn van onze samenleving.
Voor de ontwikkeling van de sociale zekerheid en het arbeids- marktbeleid zijn behoud en versterking van draagvlak en solida- riteit van wezenlijke betekenis. Door de betaling van premies en de aanwending van belastingen is een vangnet gecreëerd in de vorm van arbeidsmarkt- en re-integratie-maatregelen en van uitkeringen voor verzekerden die werkloos of arbeidsongeschikt worden en voor de hele bevolking in de vorm van bijvoorbeeld de bijstand en de AOW. Dat alles is vastgelegd in een systeem van sociale verzekeringswetten en wettelijke sociale voorzieningen.
Om dat systeem in stand te houden en waar nodig verder te ont- wikkelen dienen de kosten en de verdeling van die kosten over bevolking, organisaties, bedrijven en instellingen een voldoende draagvlak te hebben, voortkomend uit maatschappelijke solida- riteit. Wordt echter een verdeling van de lasten of de individuele bijdrage daaraan niet meer als evenwichtig ervaren, dan kan dat uiteindelijk een druk leggen op de totale solidariteit.
In de maatschappij en daarmee in de economie voltrekken zich in hoog tempo veel veranderingen Ik noem globalisering en internationalisering, demografische veranderingen, indi- vidualisering, emancipatoire bewegingen en feminisering, flexibilisering, technologische ontwikkelingen (zoals roboti- sering), veranderingen in individuele en collectieve arbeids- verhoudingen. Institutionele veranderingen enzovoorts. Deze wijzigingen hebben een directe invloed op de structuur en de
financiering van de sociale zekerheid. De gevolgen van deze wij- zigingen kunnen doorwerken op het draagvlak en de solidariteit die noodzakelijk zijn voor het in stand houden van aard, inhoud en niveau van de sociale zekerheid. Daarmee is de noodzaak onderstreept om deze ontwikkelingen en hun gevolgen grondig te onderzoeken, opdat beleidsmakers in de gelegenheid zijn goed gefundeerde besluiten te nemen. Instituut Gak wil met de financiering van wetenschappelijke programma’s op het gebied van arbeidsmarkt en sociale zekerheid en van uiteenlopende maatschappelijke projecten op dit gebied een wezenlijke bij- drage leveren.
Ik veroorloof mij op een enkel onderwerp wat specifieker in te gaan. Door de opkomst van de digitalisering worden via
platforms diensten aangeboden. Dat is voor degene die zijn of haar arbeid aanbiedt een mogelijkheid om geld te verdienen. Maar hij of zij dient ook een deel van zijn opbrengsten of verdiensten af te staan aan degene die het platform creëert. Rust op degenen die het platform mogelijk maken en degenen die via het platform diensten aanbieden niet de plicht dit zodanig vorm te geven dat het risico van inkomensverlies door
arbeidsongeschiktheid gedekt is en dat er voor ouderdom en nagelaten betrekkingen pensioenrechten worden opgebouwd, zodat deze risico’s niet bij de maatschappij liggen? Goederen en diensten worden in toenemende mate online aangeboden, besteld, gekocht en aan de afnemers geleverd. Ook hier rijst de vraag of op de aanbieder van de goederen en degene die deze voor hem aflevert niet de verplichting rust om er voor zorg te dragen dat in het risico van arbeidsongeschiktheid en in het opbouwen van pensioenrechten is voorzien voor degenen die de aflevering van die goederen verzorgen. Mocht dat zo zijn, is het dan de taak van de beleidsmakers om regelgeving te maken die dit bewerkstelligt? Als Instituut Gak ondersteunen wij wetenschappelijk onderzoek naar sociale zekerheid en arbeids- marktbeleid. De vragen die ik hiervoor adresseerde, zijn slechts voorbeelden van de vele onderwerpen die op dit moment wetenschappelijk onderzocht worden.
Bijzondere aandacht geven wij aan de toegankelijkheid van de resultaten van de onderzoeken en aan het tempo waarin onderzoeken tot resultaat leiden. Het resultaat dient immers beschikbaar te zijn op het moment waarop de besluitvorming
door de beleidsmakers ter hand wordt genomen. Daarnaast zal het instituut het mogelijk blijven maken fundamenteel onder- zoek te verrichten. In beginsel worden de onderwerpen onder- zocht die ons vanuit verschillende gremia worden aangereikt. Het bestuur heeft besloten na te gaan of er onderwerpen zijn die in een thematische opzet vanuit het instituut gestructureerd, wetenschappelijk onderzocht kunnen worden, zulks in aanvul- ling op de systematiek zoals deze nu tot het ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek leidt.
Behalve het faciliteren van wetenschappelijk onderzoek onder- steunt het instituut maatschappelijke projecten. Voor een over- zicht van deze projecten verwijs ik naar de pagina’s 10 tot en met 24. De toekenning van bijdragen voor dergelijke projecten geschiedt op basis van individuele aanvragen. Ook hier heeft het bestuur besloten in aanvulling op deze systematiek, zelf thema’s voor programma’s te benoemen, die ondersteund kunnen worden. In 2018 is op deze wijze het project ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ gestart. Daarmee worden projecten mogelijk gemaakt om nieuwkomers naar de arbeidsmarkt te begeleiden. Aan achttien projecten is in 2018 financiële onder- steuning toegezegd. Een onderwerp dat daarbij de aandacht van het bestuur krijgt, is in hoeverre de verschillende projecten succesvol zijn, en wat de elementen zijn die tot succes kunnen leiden. Daartoe worden deze achttien projecten vanuit weten- schappelijke optiek gemonitord. De gedachte is na te gaan of
de effectiviteit van dergelijke projecten verhoogd kan worden
door aan toekomstige projecten de resultaten van het weten- schappelijk onderzoek aan te bieden, zodat de ervaringen die in de voorgaande projecten zijn opgedaan, gaan meewegen in de toekomstige projecten.
In 2017 heeft het instituut op een geheel andere wijze een initiatief ondersteund, namelijk door een garantstelling af te geven voor de financiering van een deel van de opstartfase van de Stichting Private Aanvulling WW en WGA (SPAWW). Deze stichting is opgericht om opvolging te geven aan de door de werkgevers- en werknemersorganisaties in het Sociaal Akkoord van 2013 gemaakte afspraken met betrekking tot de private aanvulling van de uitkeringsduur van de WW en de WGA tot de oorspronkelijke duur van maximaal 38 maanden zoals die gold voor de aanname van de Wet Werk en Zekerheid op 18 februari 2014. SPAWW is zo voorspoedig van start gegaan dat van de door het instituut gegeven garantie geen gebruik gemaakt hoefde te worden.
In de aan het instituut verbonden raad van advies heeft in het afgelopen jaar een aantal mutaties plaatsgevonden. Er is afscheid genomen van mr. M.H.J. Limmen. De heren X. Xxxxxx,
X.X. xxx Xxxxxxxxxxx en mr. X.X.X. xxx Xxxxxxx zijn toegetreden tot deze raad. Tot ons genoegen hebben wij de heer mr. M.H.J. Limmen bereid bevonden om per 1 juli 2019 toe te treden tot het bestuur van Instituut Gak.
Namens het bestuur wil ik de raad van advies, de wetenschap- pelijke raad, de beleggingscommissie, alsmede de aan het insti- tuut verbonden hoogleraren en lector en hun curatoria danken voor hun betrokkenheid bij en inzet voor Instituut Gak en de gegeven adviezen die voor het bestuur uiterst belangrijk zijn. Ten slotte wil ik ook de medewerkers van het instituut bedanken voor de enthousiaste wijze waarop zij hun capaciteiten en kwa- liteiten inzetten bij de uitvoering van hun werkzaamheden voor
Instituut Gak. •
6
KERNCIJFERS
Aantallen nieuwe maatschappelijke
projecten/onderzoek 2018 2017 2016 2015 2014
Inclusieve arbeidsmarkt 29 33 38 49 45
Diversiteit en werk 5 3 1 3 5
Preventie en werk 3 2 6 3 1
Werk en toekomst 1 4 5 2 4
Programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ 18 - - - -
Totaal ondersteunde maatschappelijke projecten 56 42 50 57 55
Onderzoek 16 14 10 9 11
Totaal ondersteunde projecten 72 56 60 66 66
Aantal lopende maatschappelijke projecten 111 127 120 134 145
Aantal lopende onderzoeksprojecten 49 41 33 31 28
Betrokken onderzoekers 173 197 137 141 123
Leerstoelen/lectoraat 16 15 15 15 14
Deelnemers nieuwe activeringsprojecten 1.544 1.013 1.081 890 1.140
(Inclusieve arbeidsmarkt en programma)
Financiële gegevens (in duizenden euro's) 2018 2017 2016 2015 2014
Eigen vermogen per 31 december 548.433 588.289 558.014 534.664 530.368
Resultaat beleggingen - 28.653 38.994 30.146 13.265 36.631
- 4,9% 6,9% 5,6% 2,5% 7,2%
Aangevraagde subsidies 13.776 9.718 9.714 13.958 15.109
Toegekende subsidies
Inclusieve arbeidsmarkt 3.097 2.087 1.732 5.247 2.110
Diversiteit en werk 230 210 35 470 1.726
Preventie en werk 237 302 621 375 131
Werk en toekomst 70 848 221 175 653
Programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ 1.432 - - - -
Totaal maatschappelijke projecten 5.066 3.447 2.609 6.267 4.620
Onderzoek 4.515 3.605 3.374 2.749 2.482
Overige bestedingen 1.530 1.136 631 608 458
Jaarlijkse besteding 11.111 8.188 6.614 9.624 7.560
Vrijval besteding voorgaande jaren - 1.633 - 1.115 - 1.423 - 2.206 - 2.268
Kosten organisatie 1.725 1.646 1.605 1.551 1.469
Xxxxx Xxxxxx Al Basatenah
Taal & Toekomst heeft me – naast een nieuw vocabulaire
– ook veel zelfvertrouwen gegeven. Ik heb geleerd om even een paar minuten rust te nemen. Ik kon heel gestresst zijn. Zo kon ik
de warboel in mijn hoofd structureren om vervolgens prioriteiten te stellen. Ik kan mij inmiddels zo goed ontspannen dat Cybersoek mij inhuurt als yogadocent. Ik werk hard en grijp iedere kans aan om mijn droom te pakken!
Taal & Toekomst • Stichting Zeeburg Internet Plein • Afgerond in 2018
8
BE3TwwR3VER3LAfi
BESTUURSVERSLAG 9
Missie
De missie van Instituut Gak is het leveren van een bijdrage aan de kwaliteit van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt in Nederland.
Dit doet het instituut door het rendement op het vermogen aan te wenden voor het financieel ondersteunen van:
• Maatschappelijke projecten
• Onderzoeksprojecten
• (Bijzondere) leerstoelen en een lectoraat
Maatschappelijke projecten
Voor het grootste deel van de maatschappelijke projecten geldt dat het gaat om projecten waarvoor subsidie is aange- vraagd nadat aanvragers de Quickscan op de website hebben doorlopen.
Deze aanvragen worden vooraf door de organisatie getoetst aan de randvoorwaarden en – voor zover daarmee niet strijdig – ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur. De aanvragen worden kritisch beoordeeld op vijf hoofdpunten, namelijk toegevoegde waarde voor de sociale zekerheid en/of de arbeids- participatie in Nederland, aantoonbare behoefte, prijs/kwaliteit verhouding, haalbaarheid van het project en waarborgen voor een goede uitvoering.
Een ander deel van de maatschappelijke projecten is voortge- komen het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’. Omdat slechts een beperkt deel van de nieuwkomers in Neder- land er in slaagt betaald werk te vinden, is het instituut met dit programma gestart.
In dit meerjarige programma is budget beschikbaar gesteld om projecten te ondersteunen die bijdragen aan de versterking van de positie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Om het programma te versterken worden de aan het programma deel- nemende projecten door onderzoekers gevolgd.
Daarnaast geldt voor enkele projecten dat deze door het insti- tuut zelf zijn geïnitieerd.
Het instituut heeft in 2018 een bedrag van ¤ 5.066.000 aan 56 projecten toegekend, waarmee het totaal dat vanaf het ontstaan van het instituut voor maatschappelijke projecten beschikbaar gestelde bedrag uitkomt op ¤ 87 miljoen.
Voor een overzicht van de maatschappelijke projecten waaraan in het jaar 2018 subsidies zijn toegekend, wordt verwezen naar pagina 10 tot en met 24.
Onderzoeksprojecten
Voor de meerderheid van de gesteunde onderzoeksprojecten geldt dat Instituut Gak om aan te sluiten op de kernvragen op het terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt, zich laat adviseren over belangrijke thema’s waarop onderzoek xxx- xxxxxx wordt geacht. Naast de advisering door de raad van advies, laat het instituut zich bijstaan door de wetenschappelijke raad, een aantal wetenschappers, een externe adviseur en een aantal andere experts.
Op basis van de ontvangen adviezen stelt het bestuur de onder- zoeksthema’s vast. In overleg met de wetenschappelijke raad biedt het instituut per vastgesteld thema aan geselecteerde onderzoekers de mogelijkheid om een voorstel in te dienen voor een onderzoeksproject. Deze procedure heeft tot gevolg dat spontane aanvragen voor financiering van onderzoek niet in behandeling worden genomen.
Wel wordt regelmatig een thema geselecteerd waarvoor een open inschrijving via een aantal landelijke dagbladen en onze online kanalen wordt uitgezet.
Voorts geeft het instituut de aan het instituut verbonden hoog- leraren en de lector de mogelijkheid om na de (her)benoeming een onderzoeksvoorstel in te dienen. Na een kritische interne beoordeling en beoordeling door de wetenschappelijke raad worden deze voorstellen ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur.
In 2018 heeft het instituut een bedrag van ¤ 4.515.000 aan 16 nieuwe onderzoeksvoorstellen toegekend. Hiermee komt
het totaal dat het instituut vanaf het ontstaan voor onderzoek beschikbaar heeft gesteld uit op ¤ 55 miljoen.
Informatie met betrekking tot de in 2018 financieel mogelijk gemaakte onderzoeksprojecten is terug te vinden op pagina 26 tot en met 32.
Leerstoelen/lectoraat
Via het instellen, in stand houden en financieel ondersteunen van leerstoelen aan Nederlandse univeriteiten wil Instituut Gak het wetenschappelijk onderwijs en het onderzoek op het terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt bevorderen. In 2016 is de eerste lector vanwege Instituut Gak aangesteld.
Een overzicht van de door het instituut ondersteunde leerstoelen en het lectoraat is opgrnomen op pagina 34 tot en met 37.
Vermogensbeheer
Het instituut streeft naar voldoende inkomsten voor de finan- ciering van een structureel subsidiebudget in combinatie met het in stand houden van de koopkracht van het vermogen. Dit is een ambitieuze doelstelling, vooral in de context van de huidige financiële markten.
Het instituut laat zich over het vermogensbeheer adviseren door de beleggingscommissie. Op basis van de van deze com- missie ontvangen adviezen stelt het bestuur het beleggingsbe- leid vast. Waar nodig wordt bij de voorbereiding van de adviezen van de beleggingscommissie extern advies ingewonnen. De beschrijving van het beleggingsbeleid is terug te vinden op pagina 40 tot en met 44.
Maatschappelijk betrokkenheid
De maatschappelijke betrokkenheid van het instituut blijkt uit de missie. Als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) richt het instituut zich op ondersteuning van maatschappelijk projecten, onderzoeksprojecten en (bijzondere) leerstoelen op het terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt met als doel een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van deze terreinen in Nederland.
Bij het beheer van het vermogen van het instituut is het streven gericht op een praktisch uitvoerbaar duurzaamheidsbeleid, dat past bij de aard en de omvang van het instituut.
Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar pagina 42 onder het beleggingsbeleid.
Risicomanagement en risicobeheersing
De risico’s waaraan Instituut Gak blootstaat en de beheersing van die risico’s zijn opgenomen op pagina 52 en 53 in de
jaarrekening. •
10
MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN
11
MAAT3CHAPPELIJKE PROJECTEN
X100
AAN | TAL PROJECTEN: BEDRAfi | PROJECTEN: | achterstand tot de arbeidsmarkt actief naar de arbeidsma te leiden, hun arbeidsmogelijkheden te versterken en/of |
29 | 3.097.000 | terugval in een uitkeringssituatie te voorkomen. Hierbij | |
5 | 230.000 | wordt de focus gelegd op de volgende categorieën: | |
3 | 237.000 |
AANTAL DEELNEMERS
1
2018
1544
2017
1013
70.000
Instituut Gak ondersteunt organisaties die zich met hun maatschappelijke projecten inzetten om mensen met een
Inclusieve arbeidsmarkt
rkt
van een team niet altijd een afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Dit kan een onbewuste keuze zijn en soms wordt de stap niet aangedurfd omdat onbekend onbemind maakt.
Door te streven naar meer diversiteit op de werkvloer krijgen (nieuwe) collega’s toegang tot die gewenste baan en krijgen ze de kans om hun talenten verder te ontwikkelen en in te zetten op de afdeling, in het management, de directie of het bestuur. Een diverse samenstelling van het personeel is ook voor een bedrijf van waarde. Diversiteit leidt onder meer tot vernieuwing
en helpt bedrijven om in te spelen op veranderingen in de
18 %
2018
1.432.000
%
2018
Op de ideale inclusieve arbeidsmarkt werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt volwaardig samen met mensen zonder afstand tot de arbeidsmarkt, bij dezelfde werkgever en in hetzelfde team. Helaas vinden werkzoekende en werkgever elkaar niet altijd even makkelijk. Bijvoorbeeld doordat ze elkaar letterlijk niet kunnen vinden, doordat er obstakels worden verwacht of doordat het de werkzoekende ontbreekt aan de benodigde werkervaring en vaardigheden.
Er zijn verschillende mogelijkheden om de kansen voor
werkzoekenden met een achterstand op de arbeidsmarkt
omgeving.
Binnen dit thema willen wij ook aandacht vestigen op beroepen waar bepaalde groepen ondervertegenwoordigd zijn, maar waar wel veel kansen voor hen liggen. Instituut Gak ondersteunt projecten die bijdragen aan een goede beeldvorming, bewust- wording, zelfredzaamheid en cultuuromslag. Het is hierbij van groot belang om werkgevers te bereiken en betrekken. Daarom dient een project tevens antwoord te geven op de vraag waar werkgevers in dit verband behoefte aan hebben.
33 2.087.000
te vergroten, de afstand naar werk te overbruggen en hen
Werk & Toekomst
3
%
2
4
2017
56
0
MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN
210.000
302.000
848.000
0
%
2017
5.066.000
feitelijk aan werk te helpen. Instituut Gak vindt het belangrijk om werkgevers bij de projecten te betrekken en het projecten dienen ook antwoord te geven op de vraag waar werkgevers en werkzoekenden in dit verband behoefte aan hebben. Projecten aan die de deelnemers leiden naar sectoren waar veel vraag is naar (nieuw) personeel zijn daardoor extra interessant. Dit zijn bijvoorbeeld banen in de horeca en de zorg, maar ook op het gebied van technisch vakmanschap in het midden- en kleinbe- drijf. Ook projecten die zich richten op versterking van lokale economieën zijn interessant, met name als hierbij nieuwe werkgelegenheid wordt gecreëerd.
Werk & Preventie
Als er geen goede balans is tussen werk en gezondheid of tussen werk en privé bestaat de kans dat mensen (langdurig) uitvallen. Omdat werk mensen in een kwetsbare periode van hun leven houvast en (financiële) stabiliteit biedt, is het van belang uitval zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan bijvoor- beeld door de eigen regie te versterken, bewustwording en onderling begrip tussen werkgever, werknemer en collega’s te vergroten en taboes te doorbreken.
Ook willen wij projecten stimuleren die een duurzame inzet-
Verwacht wordt dat er door robotisering, digitalisering en de voortschrijdende technologische ontwikkelingen in de
toekomst steeds meer banen en beroepen zullen verdwijnen. Tegelijkertijd zullen er ook nieuwe banen en beroepen bijkomen en worden er nieuwe kansen geboden. 21e-Eeuwse vaardig- heden en een leven lang leren zijn manieren om flexibel mee te kunnen blijven bewegen op de continu veranderende arbeids- markt. Een toenemend aantal werkgevers kan vanuit sociaal ondernemerschap een belangrijke rol vervullen om mensen aan het werk te helpen en te houden. De technologie kan bijdragen aan functiecreatie of -aanpassing voor mensen met een arbeidshandicap. In deze context kan het interessant zijn om op een andere manier naar betaald en onbetaald werk te kijken. Hierbij ondersteunen wij projecten die gericht zijn op ontplooi- ing, bewustwording en het overbrengen van nieuwe inzichten over wat de toekomst van de arbeidsmarkt zal brengen en hoe hierop kan worden ingespeeld. Tegelijkertijd kan er ook sprake zijn van concrete arbeidstoeleiding en ondersteuning op de werkplek, bijvoorbeeld in het geval van functiecreatie dankzij een toekomstgerichte aanpak. Ook binnen dit thema is het
van groot belang om werkgevers te bereiken en betrekken.
Een project dient dan ook antwoord te geven op de vraag waar
IN 2018 IS AAN 57 MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN EEN FINANCIËLE BIJDRAGE TOEGEKEND
baarheid van kwetsbare werknemers bevorderen, bijvoorbeeld door doorstroom van werk naar werk mogelijk te maken.
Hoewel de focus op de werknemer lijkt te liggen, is de betrok- kenheid van werkgevers hierbij ook van groot belang. Een project dient dan ook antwoord te kunnen geven op de vraag
waar werkgevers in dit verband behoefte aan hebben.
werkgevers behoefte aan hebben om voorbereid te zijn op de toekomst.
Een nieuw bestaan, een nieuwe baan
In 2018 is Instituut Gak gestart met het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’. In dit meerjarige programma is
INCLUSIEVE
ARBEIDSMARKT
WERK 9
PREVENTIE
WERK 9
DIVERSITEIT
WERK 9
TOEKOMST
PROGRAMMA
‘EEN NIEUW BESTAAN, EEN NIEUWE BAAN’
Werk & Diversiteit
Ieder mens is uniek en verdient een gelijkwaardige kans op de arbeidsmarkt. Maar op de werkvloer vormt de samenstelling
budget beschikbaar gesteld om projecten te ondersteunen die bijdragen aan de versterking van de positie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Dit omdat slechts een beperkt deel van de nieuwkomers in Nederland er in slaagt betaald werk te vinden.
12 MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN
MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN \ INCLUSIEVE XXXXXXXXXXXX 00
Om het programma te versterken worden de aan het programma deelnemende projecten door onderzoekers gevolgd. Hierbij is het de bedoeling dat de onderzoekers kennis vergaren uit de deelnemende projecten en dat de verzamelde kennis wordt geanalyseerd en dat daaruit een aantal aanbevelingen voor de lopende en nog te starten projecten naar voren komt. Zie verder pagina 20 tot en met 24.
Overzicht in 2018 gesteunde projecten
Zoals eerder in dit verslag al aangegeven heeft het instituut in 2018 een bedrag van ¤ 5.066.000 aan 56 projecten toegekend, waarmee het totaal dat vanaf het ontstaan van het instituut voor maatschappelijke projecten beschikbaar gestelde bedrag uitkomt op ¤ 87 miljoen.
Deze projecten zijn als volgt over de verschillende categorieën en het programma verdeeld:
Categorie: | aantal: | bedrag: | |
Inclusieve arbeidsmarkt | 29 | 3.097.000 | |
Werk & Preventie | 5 | 230.000 | |
Werk & Diversiteit | 3 | 237.000 | |
Werk & Toekomst | 1 | 70.000 | |
Programma ‘Een nieuw bestaan, | 38 | 3.634.000 | |
een nieuwe baan’ | 18 | 1.432.000 | |
56 | 5.066.000 |
Via de 29 projecten onder de categorie inclusieve arbeidsmarkt werd het in 2018 mogelijk gemaakt om 896 mensen een traject richting betaald werk aan te bieden.
De achttien onder bij het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ vallende projecten bestaan uit de zeventien te starten projecten die het mogelijk maken om 648 nieuwko- mers een traject richting betaald werk aan te bieden en het onderzoeksproject.
Instituut Gak verstrekt hierbij resultaatfinanciering. Dit houdt in dat in gevallen waarin projecten minder succesvol worden afgerond dan beoogd, de definitieve financiële bijdrage lager is dan de toegekende maximale bijdrage. Daarnaast monitort het instituut of de toegekende middelen ook daadwerkelijk over- eenkomstig met de aanvragen worden besteed.
INCLUSIEVE ARBEIDSMARKT
Stichting Projecten MKB-Nederland • 'Op naar de 100.000 banen' (¤ 1.800.000)
In het sociaal akkoord 2013 hebben werkgevers afgesproken om tot 2026 100.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking die niet in staat zijn het minimumloon te ver- dienen. De overheid zorgt voor nog eens 25.000 garantiebanen.
Werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO zijn in 2015 met het programma ‘Op naar de 100.000’ gestart, om werkgevers in Nederland te bewegen banen te scheppen voor mensen uit de doelgroepen van de Banenafspraak.
Een belangrijk onderdeel ervan is de landelijke portal www. xxxxxxxx000000.xx, waar naast allerlei relevante informatie ook goede voorbeelden zijn te vinden. Ook vinden er regionale activiteiten plaats als bedrijfsbezoeken en werkconferenties. De
activiteiten zijn bedoeld om de bekendheid van deze initiatieven te bevorderen en onder werkgevers de bereidheid te vergroten om mensen uit de doelgroep in dienst te nemen. Alle activiteiten zullen de komende jaren in het teken staan van informeren, inspireren en implementeren, om de Banenafspraak – 100.000 extra arbeidsplaatsen in de marktsector voor mensen met een beperking in 2026 – te realiseren.
Stichting De Onderwijsspecialisten • Van speciaal naar gewoon (¤ 32.000)
Het Kennisteam Arbeidstoeleiding van De Onderwijsspecialisten heeft kortgeleden vier videoportretten gemaakt van oud-leer- lingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso). De portretten zijn op YouTube te zien. Ze laten op een eerlijke manier zien waartoe de geportretteerde jongeren in staat zijn en hoe ze erin geslaagd zijn hun dromen waar te maken. Ze hebben een grote ontwikkeling op de arbeidsmarkt kunnen doormaken en zijn sterk gemotiveerd. De voorwaarde voor hun succes was dat er
in hen werd geloofd en er goede ondersteuning werd geboden. In tien nog te realiseren videoportretten wordt wederom een realistisch beeld geschetst van de arbeidskwaliteiten en het ontwikkelingspotentieel van vso-jongeren. De video’s zullen te bekijken zijn op een openbare, nog te ontwerpen website.
Stichting De Nieuwe Buren • Duaal inburgeringstraject voor vluchtelingen aan het werk in de bouw (¤ 40.000) Stichting De Nieuwe Buren is in 2016 opgericht om maatschap- pelijk draagvlak te creëren voor de participatie van vluchte- lingen, en in het bijzonder, om te bemiddelen bij uitstroom naar werk. Nieuwkomers volgen bij De Nieuwe Buren intensieve taallessen en trainingen op het gebied van leercompetenties,
werkhouding en -cultuur totdat zij geslaagd zijn voor het inbur- geringsexamen. Er wordt geoefend met verschillende werksi- tuaties, zodat zij een passende werkhouding ontwikkelen. Met behulp van maatschappelijke stages en taalmaatjes kunnen zij
het geleerde direct in de praktijk brengen. Aansluitend volgt een beroepsgerichte vakopleiding in de bouw- of installatie- branche. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting De SportMaatschappij • De kracht van sport (¤ 62.750)
Nadat topsporters met sporten zijn gestopt, is het gat tussen sport en maatschappelijke carrière vaak groot. Tijdens hun sport identificeren topsporters zich met wat ze doen. Als dat wegvalt, raken ze hun identiteit kwijt, terwijl ze zo snel mogelijk op zoek moeten naar een baan. Xxxxxx topsporters verdienen immers substantieel aan hun sportactiviteiten. In dit project wordt
aan gestopte topsporters een persoonlijk ontwikkeltraject geboden, waarvoor ze als tegenprestatie voor vmbo-leerlingen als rolmodel optreden, in het lesprogramma ‘Uitblinkers’.
Professionele topsporters bezitten veel kwaliteiten om pres- taties uit de verf te laten komen, en deze kwaliteiten kunnen aanstekelijk werken voor scholieren in hun examenjaar. Examen doen betekent plannen, omgaan met stress, je talent benutten, gemotiveerd blijven, focus, discipline en rust in je hoofd houden. Het project is dan ook om twee redenen relevant: activering van veertig topsporters die een dergelijk traject niet zelf kunnen betalen en het voorkomen van vroegtijdige schooluitval. Insti- tuut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar het zelfstandig ondernemerschap is uitgestroomd.
Stichting YA!-coaching Midden Nederland • Design Your Future (¤ 33.750)
Stichting YA!-coaching Midden Nederland begeleidt jongeren naar opleiding en werk en biedt op scholen beroepsoriëntatie aan. Het project ‘Design Your Future’ is een maatwerktraject voor jongeren zonder startkwalificatie in de leeftijd van 15 t/m 25 jaar. Honderdvijfentwintig jongeren kunnen het traject doorlopen en stromen uit naar een opleiding of betaalde baan.
Het traject bestaat uit twee fasen. In de eerste fase brengen de jongeren hun talenten en interesses in kaart. Onder begeleiding kiezen ze een beroepsrichting. Hierbij wordt ook gekeken naar de kansen op een baan in de toekomst. In de tweede fase hebben de deelnemers de keus tussen een opleiding of de arbeidsmarkt. Onder structurele begeleiding gaan zij op het gekozen pad aan de slag. Bij eventuele obstakels zoeken de begeleiders naar oplossingen om uitval te voorkomen. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een regu- liere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Inclusive Works • Aan het werk! (¤ 10.000) Stichting Inclusive Works streeft naar een inclusieve maat- schappij waarin iedereen op gelijkwaardige wijze kan deel- nemen. Met het project ‘Aan het werk!’ wil deze organisatie acht nieuwkomers voorbereiden op duurzame deelname aan de arbeidsmarkt en hen actief begeleiden naar werk. De aanpak
is drieledig: er zijn workshops op het gebied van sollicitatie- en werknemersvaardigheden en de sociale omgang en verwach- tingen op de werkvloer. Nieuwkomers worden geïntroduceerd bij werkgevers en ze krijgen actieve ondersteuning na indienst- treding. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Samen Doen • Sarban de Toekomst (¤ 40.000) Stichting Samen Doen verbindt nieuwkomers met de lokale bewoners van de gemeente Tilburg en omliggende gemeenten. Sinds verleden jaar begeleidt de stichting in nauwe samen- werking met het Afghaanse Restaurant Sarban (Afghaans voor ‘gids’) jonge vluchtelingen naar werk in de horeca. Binnen het project Sarban de Toekomst wordt dertig jonge vluchtelingen de kans geboden om een BBL-vakopleiding te volgen en betaald werk te krijgen in de horeca. Instituut Gak draagt bij per deel- nemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting BORO*ATELIER • Naturally doing good (¤ 50.000)
De stichting BORO*atelier is twee jaar geleden opgericht met als doel de arbeidsparticipatie van nieuwkomers en vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten en hen in staat
te stellen (weer) deel te nemen aan het sociale en economische leven. Het atelier biedt de doelgroep een leerwerktraject aan van zes maanden. In het traject leren de deelnemers ambachten als naaien, zeefdrukken en plantaardig stoffen verven. Daarnaast werken de deelnemers aan hun persoonlijke ontwikkeling en wordt er ook aandacht besteed aan problemen in de persoonlijke levenssfeer die een succesvolle arbeidsparticipatie mogelijk in de weg staan. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die suc- cesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Refugees Forward • Incubator 2018 (¤ 20.000) De arbeidsparticipatie en het ondernemerschap onder vluchte- lingen blijven sterk achter, ondanks hun werkervaring en opleiding. Specifieke uitdagingen zijn voor hen de Nederlandse taal, werkcultuur en bedrijfscommunicatie. Maar ook te
weinig kennis van het Nederlands juridisch en fiscaal systeem, afwezigheid van een sterk professioneel en sociaal netwerk en geen bezit van startkapitaal vormen barrières. Met haar ondernemingsprogramma’s wil Refugees Forward specifiek deze obstakels overbruggen onder begeleiding van mentoren uit het bedrijfsleven en hooggekwalificeerde studenten die
affiniteit met ondernemerschap hebben. Dankzij dit programma krijgen de deelnemers in de regio Amsterdam toegang tot een breed en relevant netwerk. De begeleiding op maat helpt hen over drempels heen zodat zij daadwerkelijk een onderneming kunnen starten. Niet alleen voor de nieuwkomers zelf maar ook voor de vrijwilligers en mentoren brengt het project nieuwe,
14 MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN
MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN \ INCLUSIEVE XXXXXXXXXXXX 00
waardevolle inzichten. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loon- dienst of een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Refugees Forward • Incubator 2019 (¤ 60.000) Zie hierboven. Refugees Forward wil in 2019 verder opschalen en tevens uitbreiden naar Rotterdam. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemer- schap, werk in loondienst of een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Foenix Kringloop en Re-integratie • Textiel Atelier Foenix (¤ 37.000)
Foenix Kringloop en Re-integratie is een sociale onderneming. De organisatie biedt werkervaringsplekken en re-integratie- trajecten aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In totaal bieden zij jaarlijks plaats aan 750 mensen. Met de opening van het Textiel Atelier wil Foenix Kringloop en Re-Integratie het huidige dienstenaanbod uitbreiden. Enerzijds om duurzaamheid en hergebruik te stimuleren, anderzijds om meer kwetsbare mensen te begeleiden en te re-integreren richting de reguliere arbeidsmarkt. Nieuwkomers en kwetsbare jongeren vormen
de voornaamste doelgroep, maar ook anderen die extra onder- steuning kunnen gebruiken zijn welkom. In het Textiel Atelier wordt een laagdrempelige wasserette, strijkservice en herstel-/ verstelwerkplaats opgezet. Daarnaast maakt innovatieve pro- ductontwikkeling onderdeel uit van het plan, in samenwerking met studenten van de kunstacademie. Instituut Gak draagt
bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting de Bastei • De Bastei als sociale onderneming (¤ 40.000)
De Bastei heeft veel ervaring met Participatiebanen. Het werk- klimaat binnen de stichting is zodanig dat mensen zich er snel thuis voelen. Naast mogelijkheden in de horeca biedt De Bastei ook mogelijkheden in administratieve en ondersteunende dien- sten. Het project vindt plaats bij De Bastei in Nijmegen. Er wordt samengewerkt met Zorgorganisatie Driestroom en het Werk- bedrijf Nijmegen voor de begeleiding en werving van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Door het opzetten van integratie- en leerwerktrajecten worden kandidaten begeleid naar regulier werk. Het nieuwe museum met horecagelegenheid biedt een divers palet aan werkzaamheden dat kan aansluiten op de interesse van de kandidaat. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Possibilize • Sencity Utrecht 2019-2020 (¤ 20.000)
Stichting Possibilize is organisator van het evenement Sen- city, een muziekevenement voor doven, slechthorenden en horenden. Dove en slechthorende jongeren draaien mee in
alle facetten en op alle niveaus van de projectorganisatie. Ze ontdekken verborgen talenten en ontwikkelen deze verder. Een basistraining zorgt ervoor dat de jongeren hier stapsgewijs mee aan de slag kunnen. Daarbij worden obstakels tussen doven
en niet-doven overbrugd om de samenwerking goed te laten verlopen. Dit project is specifiek gericht op deze basistraining ter voorbereiding van de inzet van de jongeren op het evene- ment 2019-2020 en het trainingsonderdeel Sencity K!X dat de jongeren meer aansluiting op de arbeidsmarkt helpt te krijgen. Binnen het project wordt een werkgeversnetwerk gevormd van twintig werkgevers die interesse hebben om een dove jongere aan te nemen. De werkgevers verzorgen gastlessen, de jongeren gaan op bedrijfsbezoek en jongeren worden aan wetgevers gekoppeld. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Bindkracht10 • Werken aan financiële zelfredzaamheid: Naar een integrale aanpak (¤ 80.000)
Bindkracht10 is een Nijmeegse Welzijnsorganisatie die het schuldhulpverleningsbeleid van de gemeente Nijmegen uitvoert. In de nieuwe aanpak ‘Mobility Mentoring’ ontvangen cliënten hulp om volledig economisch zelfstandig te worden. Hierbij worden zij door een coach ondersteund. Naast het verbeteren van vaardigheden als administratie, budgetteren en het stabiliseren van schulden is het vinden van betaald werk het doel van het traject. Ook zijn er mogelijkheden tot het leren van een vak. Hiervoor kunnen opleidingen worden gevolgd.
Kandidaten die interesse hebben in de zorg en financiële administratie hebben voorrang. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
The New Entrepreneur • Pak je Kans 2018 (¤12.500) Het project Pak je Kans is een van de projecten waarmee stichting The New Entrepreneur het ondernemerschap onder jongeren wil bevorderen. Het project richt zich op jeugdwerklozen tussen 18 en 27 jaar in Flevoland, die onder professionele begeleiding gedurende een periode van acht weken op proef aan de slag gaan met hun eigen bedrijf. Als aan het eind van de periode blijkt dat het ondernemerschap niets is voor een deelnemer dan wordt deze begeleid bij
het solliciteren naar een baan. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting JobHulpMaatje Nederland • Samen werken aan de brug naar arbeidsparticipatie (¤ 100.000) Stichting JobHulpMaatje Nederland is een vrijwilligersorgani- satie die als doel heeft mensen met een afstand tot de arbeids- markt naar werk te begeleiden. Het traject bestaat uit twee fasen. Een empowermentfase waarin kandidaten in JobGroups
andere werkzoekenden ontmoeten en steunen op weg naar het vinden van een passende baan. Daarnaast worden deelnemers aan maatjes/vrijwilligers gekoppeld. De deelnemers behandelen binnen het programma de zeven ‘leefgebieden’ (financiën, werk, relaties, lichamelijke en psychische gezondheid, identiteit en zingeving) om zo belemmeringen te identificeren en weg te nemen. Ook worden het zelfvertrouwen en zelfkennis vergroot. De tweede fase staat in het teken van concrete uitstroom naar een leerwerktraject of werk. Door bedrijven vanaf het beginsta- dium te betrekken moet de keten naar werk worden gesmeed, zodat deelnemers niet na afronding van de empowermentfase weer terugvallen. Er wordt een lokaal en landelijk netwerk van bedrijfspartners ontsloten. Er zullen onder andere bedrijfs- netwerken worden georganiseerd waar deelnemers een match kunnen maken met een bedrijf voor een leerwerktraject. Insti- tuut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting De Krachtcentrale 013 • Next Level (¤ 12.000)
Er zijn relatief veel ouderen werkloos. Ondanks dalende werk- loosheidcijfers blijven ouderen vaker langdurig werkloos. Het project ‘Next Level’ is bedoeld voor 45-plussers met een WW-of WWB-uitkering. Deelnemers volgen in vier weken tijd een trai- ning die bestaat uit acht bijeenkomsten van een dagdeel, waarin persoonlijke, praktische leerdoelen en een plan van aanpak opgesteld worden. Daarnaast worden deelnemers aan elkaar gekoppeld om elkaar te coachen bij het uitvoeren van hun plan van aanpak. Na de training starten de kandidaten bij de werk- plaats in het wijkcentrum. Gedurende drie maanden werken de kandidaten aan hun plan van aanpak en volgen ze verschillende workshops, gericht op jezelf presenteren maar vooral ook op netwerken. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Botteldaip • Brouwerij De Prael Groningen (¤ 60.000)
Stichting Botteldaip zet franchiseonderneming Brouwerij De Prael Groningen op, geheel volgens het concept van de sociale onderneming De Prael Amsterdam. Groningen is de vierde locatie waar mensen in betaalde en onbetaalde
dienstverbanden vaardigheden kunnen opdoen. De brouwerij in Groningen zal daarbij samenwerken met WerkPro, een overkoepelende organisatie van sociale ondernemingen waar mensen naar werk worden begeleid. Instituut Gak draagt bij per
deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
DOK030 Coöperatie U.A. • Scholingstraject Pizzaiolo met baangarantie (¤ 40.000)
DOK030, een coöperatie in de Utrechtse wijk Overvecht, regelt onder meer netwerkbijeenkomsten en geeft advies aan
ondernemers uit de wijk. Met het project ‘Pizzaiolo’ wil DOK030 mensen zonder startkwalificatie opleiden tot pizzabakker. Het traject bestaat - naast begeleiding op leefgebieden zoals finan- ciën en gezondheid - uit empowermenttrainingen, basistheorie horeca en brood & banket (inclusief certificaat) en een stage
of leerwerktraject bij een pizzeria. Omdat xxxxxxxx’x al vanaf de voorfase bij het project betrokken zijn, is de kans op uitstroom naar werk optimaal. Instituut Gak draagt bij per deelnemer
die succesvol naar werk of een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting YUP • Jouw opstelling voor succes 2018 (¤ 60.000)
Met het project ‘Jouw opstelling voor succes’ maakt Stichting YUP voor werkzoekende jongeren zonder uitkering in de regio Rotterdam een koppeling tussen voetbal en arbeidsmarktbe- middeling. In het project worden ze uitgedaagd om op basis van hun passie voor voetbal na te denken over de manier waarop zij zichzelf in de basis kunnen spelen door een betaalde baan of een nieuwe opleiding te scoren. Via koppeling aan een professional uit het door de jongere gekozen werkterrein wordt kennis gedeeld, waardoor de kansen op een baan toenemen. De begeleiders gaan actief op zoek naar een geschikte werkplek. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar werk of reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Participatie Certificaat • Everyday Heroes (¤ 133.000)
Het Power Certificaat is een plaatsingsbevorderend instrument: het ene bedrijf koopt een certificaat, een ander benut een certificaat. Het Power Certificaat helpt iemand aan een baan.
Het is een bruggetje tussen de kandidaat en een leuke, vaak bevredigende baan. Het aan het certificaat gekoppelde geldbe- drag wordt besteed aan bijvoorbeeld coaching, een aangepaste werkplek, of iets heel tastbaars zoals een elektrische fiets. In dit project wordt een digitaal ‘voorlichtingsplatform’ gevuld met steeds weer nieuwe participatieverhalen en testimoniums. Xxxxx, mooie, grappige en vooral heel herkenbare portretten. Door middel van een publiekscampagne krijgt het Power Certifi- caat bredere bekendheid.
Stichting Paint Your Future (PYF) • Paint Your Future 2018 (¤ 100.000)
PYF is een multidisciplinair sociaal en educatief project waarin een team van professionele kunstenaars en mentoren samenwerken om circa 130 Amsterdamse jongeren (terug) te
begeleiden naar school, werk of zelfstandig ondernemerschap. Het is een creatief maatwerktraject van zes tot acht weken dat goed aansluit op de doelgroep. Ook bij zeer moeilijk bereikbare
16 MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN
MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN \ INCLUSIEVE XXXXXXXXXXXX 00
jongeren is dit concept succesvol gebleken. Doordat PYF inmiddels een groot bedrijvennetwerk heeft opgebouwd, zijn er ook veel werkplekken beschikbaar. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar werk of reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Bouwloket B.V. • De Personeelsgenerator (¤ 50.000) Met het project ‘De Personeelsgenerator’ worden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleid naar een baan in de bouw. De Personeelsgenerator fungeert als intermediair en werft kandidaten. Na intake worden geschikte kandidaten op proefplaatsing gezet bij een bedrijf. Vanuit het Bouwloket wordt samen met de kandidaat een persoonlijk ontwikkelingsplan opgezet om de vaardigheden van de deelnemers verder te ontwikkelen. Ook wordt er gekeken welke opleidingen nodig zijn voor het uitvoeren van de functie. Na een periode van enkele maanden ontvangen de kandidaten een arbeidsovereenkomst. Ook na uitstroom begeleidt het bouwloket het bedrijf en de deelnemer. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar werk is uitgestroomd.
Convey Foundation • Biedt jongeren Perspectief (¤ 30.000)
Het project ‘Biedt jongeren perspectief’ begeleidt kansarme jongeren van 18 t/m 28 jaar in Den Haag naar een betaalde baan. Dit gebeurt door trainingen gericht op veerkrachtontwikke- ling, toekomstbeeld, zelfprofilering, netwerken en inzicht in
de huidige arbeidsmarkt. Het traject duurt drie maanden en bestaat uit creatieve elementen als vision board en mindmap- ping waarbij kwaliteiten, vaardigheden en toekomstdromen in kaart gebracht worden. Van daaruit wordt een stappenplan ontwikkeld. Daarnaast ontvangen de deelnemende jongeren een-op-een-begeleiding en vormt dit in het project de rode draad. Deze begeleidingsgesprekken vinden wekelijks plaats.
Ook nadat de jongere aan de slag gaat bij een werkgever blijven ze begeleiding ontvangen. Instituut Gak draagt bij per deel- nemer die succesvol naar betaald werk of reguliere vervolgoplei- ding is uitgestroomd.
The New Entrepreneur • ZomerOndernemer 2018 (¤ 70.000)
Het project ‘ZomerOndernemer’ heeft als doel om onderne- merschap te stimuleren onder jongeren van 15 tot 22 jaar (van vmbo tot universiteit). Tijdens de zomervakantie kunnen in elf regio’s dertig jongeren per regio (onder meer Amersfoort,
Utrecht/Stichtse Vecht, Zeeland en Zwolle) aan het project deel- nemen. Gedurende de zomervakantie ontwikkelen de jongeren hun onderneming. Na een driedaagse training, die gericht is op presentatievaardigheden, samenwerking en ondernemend han- delen, ontvangen de deelnemers elk een bedrag van 150 euro om een onderneming te starten. Vervolgens komen zij gedu- rende de zomervakantie wekelijks bijeen om hun vorderingen te bespreken. Naast coaching door een ondernemer krijgen zij ook
workshops over financiën, marketing en administratie. Per regio wordt een winnaar gekozen, die deelneemt aan de landelijke finale. Van de 220 deelnemers die in 2017 hebben meegedaan wisten tien jongeren de landelijke finale te bereiken. Zij streden op 5 oktober 2017 om de titel ‘Beste ZomerOndernemer 2017’.
Drie finalisten werden door een externe jury bekroond met een eerste, tweede en derde plaats, mede op basis van hun ondernemingsplan en bedrijfsfilm. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap is uitgestroomd.
Metaalvakschool • Metaalvakschool Projectplan 2018- 2019 (¤ 29.000)
De Stichting Metaalvakschool komt voort uit een vakschool die voorheen de BBL-opleiding metaalbewerking aanbood. Door
de crisis kon de school haar activiteiten niet voortzetten. Een groep vrijwilligers met hart voor de techniek heeft toen met de stichting Metaalvakschool in 2012 een doorstart gemaakt om jongeren te kunnen blijven enthousiasmeren voor techniek. Er worden verschillende projecten uitgevoerd, om zodoende een doorlopende leerlijn te creëren van basisschool naar voortgezet onderwijs en uiteindelijk deelnemers uit te laten stromen naar werk als metaalbewerker. Het project ‘Voorlichting & arbeids- participatie richt zich op nieuwkomers, PrO-leerlingen en het vmbo in de Rijnstreek. Voor nieuwkomers is een schakelcursus ontwikkeld die bedoeld is om het kennisgat tussen opleiding
en bedrijf te verkleinen. Deze omvat tevens extra taallessen, zodat zij het vakjargon leren. Indien mogelijk worden kandidaten direct bemiddeld naar een baan. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Kenniscentrum en A&O-fonds sociale werkgelegenheid
• Inclusief voor dummies (¤ 42.902,50)
Met een klankbordgroep van hr-professionals en mkb-werkge- vers wordt een longlist opgesteld van bestaande, effectieve en praktisch toepasbare instrumenten voor de duurzame plaatsing van kwetsbare mensen bij reguliere werkgevers. In een toegan- kelijke publicatie wordt het handelingsperspectief van de vijf- tien tot twintig meest relevante instrumenten helder en bondig beschreven. Ten behoeve van brede verspreiding komt er een animatiefilm en een boekpresentatie. Het boek zal in duizend fysieke exemplaren beschikbaar zijn, maar ook via verschillende kanalen als gratis download aangeboden worden.
Stichting Hoedje van Papier • SamenDoorSamen Onderwijs- en Arbeidsparticipatie (¤ 20.000)
Stichting Hoedje van Papier voert projecten uit die als doel hebben om kwetsbare mensen te betrekken bij de maatschappij. Het project ‘SamenDoorSamen onderwijs- en arbeidspartici- patie’ richt zich op de arbeidstoeleiding van nieuwkomers door nieuwkomers. Binnen dit project kunnen alleen kandidaten met voldoende taalkennis en zelfredzaamheid doorstromen. Na een
uitgebreid intakegesprek wordt tijdens de toekomsttraining inzichtelijk gemaakt wat de dromen en wensen van deelne- mers zijn. Dit gebeurt aan de hand van een door de deelnemer gemaakte mindmap. De trainingen zijn gericht op enerzijds hard skills, zoals het opstellen van een cv en alles wat er bij solliciteren komt kijken. Anderzijds zijn er soft skills-trainingen, die zich richten op werknemersvaardigheden, communicatie en persoonlijke ontwikkeling. Afhankelijk van toekomstwensen volgen een aantal kandidaten de cursus Ondernemerschap.
Anderen kunnen een VCA-certificaat halen of andere relevante cursus kunnen volgen. Er zullen netwerkbijeenkomsten en open dagen volgen met en bij potentiële werkgevers. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar zelfstandig ondernemerschap is uitgestroomd.
Stichting Elance • Elance Work (¤ 35.000)
ELANCE Academy is in 2010 opgericht en leidt meisjes en jonge vrouwen via diverse coachingprogramma’s op tot sterke, inspi- rerende vrouwen en rolmodellen voor de volgende generatie. De programma’s zijn gericht op persoonlijke ontwikkeling waardoor de deelnemende vrouwen hun ambities kunnen waarmaken.
Elance Work is een aanvulling op het bestaande aanbod en is bedoeld om de positie van kwetsbare jonge vrouwen op de arbeidsmarkt te versterken en hen te begeleiden naar economi- sche zelfstandigheid: binnen de projectperiode zullen veertig vrouwen worden begeleid naar een betaalde baan. Via indivi- duele coaching en workshops wordt gewerkt aan sollicitatie- en werknemersvaardigheden. Daarnaast worden de deelnemers gekoppeld aan werkgevers en/of vrouwelijke professionals
voor advies-, netwerk- en sollicitatiegesprekken. Hierdoor ontmoeten zij sterke positieve rolmodellen waar zij veel van kunnen leren en door geïnspireerd kunnen worden. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Day for Change • Day for Change-start-up (¤ 40.000) In aanvulling op het bestaande aanbod van educatieprojecten heeft Day for Change een nieuw programma ontwikkeld voor jonge startende ondernemers in de Achterhoek. Het doel is dat ze in deze (krimp)regio blijven. Het project richt zich op het ontwikkelen van ondernemerskwaliteiten onder jongeren, het ontwikkelen en ontsluiten van kennis en het bevorderen van zelfstandig ondernemerschap. Met de opzet van een startup community, waarin ze kennis, ervaring en hun netwerk delen, worden de jongeren gecoacht tot de nieuwe generatie onder- nemers. De komende drie jaar zullen in totaal 180 jongeren in de leeftijd van 16 tot 26 jaar begeleid worden bij de start van hun bedrijf. Het traject bestaat voor een groot deel uit online
trainingen, webinars en coaching. Gelijktijdig zijn er regelmatig persoonlijke ontmoetingen tijdens evenementen, coachingsge- sprekken en contacten met xxxxx’x (collega-deelnemers). Insti- tuut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar het zelfstandig ondernemerschap is uitgestroomd.
DIVERSITEIT EN WERK
Stichting Nederlands Kamerkoor • NKK NXT, Talent- ontwikkeling voor jonge zangers (¤ 80.000)
Sinds de bezuinigingen werken er in de cultuursector voorna- melijk, vaak onderbetaalde, zzp’ers. Zij worden geacht zich als ondernemer te gedragen bij het vinden van inkomensvormende arbeid. Nederlandse conservatoria bieden echter in beperkte mate kennis aan over ondernemerschap. Het talentontwikke- lingsprogramma NKK NXT voorziet in deze behoefte. Het Neder- lands Kamerkoor (NKK) heeft dit programma in september 2017 als pilot opgezet. Minimaal de helft van de twaalf deelnemende trainees maakt aantoonbaar de stap naar betaald werk in de cultuursector. Tijdens het ontwikkelingstraject werken twaalf trainees toe naar een serie van vijf voorstellingen waarbij de grenzen van koormuziek worden verkend. Zij krijgen de ruimte zelf inhoud en vorm te geven aan deze voorstellingen. Bij de uitvoeringen zijn leerlingen met zangtalent uit het voortgezet onderwijs betrokken. De twaalf net afgestudeerde jongpro- fessionele zangers krijgen een betaald dienstverband van 26 weken (16 uur per week), met als doel zich te ontwikkelen als ensemblezanger én als maker, didactische, ondernemers- en lei- derschapsvaardigheden te ontwikkelen, en het maatschappelijk bewustzijn te versterken. Instituut Gak draagt bij per trainee die succesvol naar werk in de cultuursector is uitgestroomd. Tevens moet een relevant maatschappelijk thema zijn onderzocht en vertaald in een koormuziekuitvoering dat in de media aandacht genereert.
De Familie BV • Maak van jezelf weer een held! (¤ 15.000) De documentaire ‘Maak van jezelf weer een held’ wordt in 2019 door BNNVARA op NPO2 uitgezonden. De film gaat over 55-plus- sers die jarenlang, soms zelfs hun leven lang, bij dezelfde baas hebben gewerkt. Ze zijn ontslagen en moeten weer aan het werk. Aan de hand van persoonlijke verhalen van een aantal
nog werkloze hoofdpersonen wordt een beeld gegeven van hun vaak hopeloze zoektocht naar betaald werk. Hoe worden deze mensen geholpen door de veelal betrokken uitvoerders van UWV en gemeenten, en waarin verschillen hun belangen? Werkloze 55-plussers worden na hun ontslag geconfronteerd met een totaal veranderde arbeidsmarkt. Om die te betreden wordt hen geleerd modern te solliciteren in de vorm van allerlei (socialmedia) activiteiten met Engelstalige en vlot klinkende namen. Voor een groot aantal oudere werklozen is dit echter geen zinvolle route. Zij hebben meer baat bij om- en bijscholing
omdat hun vak niet meer bestaat of omdat er weinig vraag naar is.
MKB Eindhoven • Inventarisatie - mogelijkheden inzet zij-instromers in de installatiebranche (¤ 4.000)
Wat is er nodig om zij-instromers en werkgevers in de installatiebranche aan elkaar te kunnen koppelen? Bij bestaande partijen in deze branche (o.a. het O&O-fonds OTIB
18 MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN\ INCLUSIEVE ARBEIDSMARKT\ PREVENTIE EN WERK
MAATSCHAPPELIJKE PROJECTEN \ WERK EN TOEKOMST 19
en ondernemersorganisatie Techniek Nederland (voorheen UNETO-VNI) wordt geïnventariseerd in hoeverre zij zich al bezig- houden met opleidings- en toeleidingsprogramma’s van zij-in- stromers. Belangrijkste vraag is: kunnen de partijen als schakels in een efficiënte keten worden ingezet om zij-instromers aan het werk te helpen en zo aan de grote vraag naar personeel van de installatiebranche te voldoen? Zijn er onbenutte mogelijk- heden in deze samenwerking? Is er een succesvolle methodiek en zo ja, is deze toepasbaar in andere regio’s en mogelijk in andere branches?
MKB Limburg • Naar een inclusieve werkvloer (¤ 68.500) In samenwerking met de partners Samenwerking Beroeps- onderwijs Bedrijfsleven (SBB), Stichting Anti-discriminatie Voorziening Limburg (ADV) en het Werkgeversservicepunt Midden-Limburg (WSP) organiseert MKB Limburg voorlichtings- bijeenkomsten over een inclusieve werkvloer. Met deze voor- lichtingsbijeenkomsten verwacht MKB Limburg ca. vierhonderd MKB-werkgevers te zullen bereiken. Vervolgens gaan veertig geïnteresseerde werkgevers verder in gesprek. Uiteindelijke zullen twintig praktijkbegeleiders verder worden getraind
in diversiteitsdenken, om vervolgens medewerkers met een achterstand tot de arbeidsmarkt te kunnen begeleiden op een inclusieve werkvloer. Allereerst in de vorm van een leerwerkplek, maar met de bedoeling dat zij binnen één jaar betaald aan de slag kunnen. Er worden binnen dit project daarom ook twintig mensen uit de bijstand aan betaald werk geholpen. Twintig praktijkverhalen worden via tijdschriften en social media verspreid, en er wordt een draaiboek gemaakt voor werkgevers die een inclusieve werkvloer nastreven. Instituut Gak draagt
bij per deelnemer die succesvol naar betaald werk of naar het zelfstandig ondernemerschap is uitgestroomd.
PREVENTIE EN WERK
Nibud • Geldplan zzp’ers (¤ 113.026)
Er zijn veel nieuwe zzp’ers die hun bedrijf vanuit een uitke- ringssituatie opstarten. Het Nationaal Instituut voor Budget- voorlichting (Nibud) ontwikkelt en implementeert een online tool die startende zzp’ers inzicht geeft in welke persoonlijke financiële risico’s ze kunnen lopen en welke keuzes ze hebben om deze risico’s te beperken. Voor de rekentool moet allerhande cijfermatige informatie worden verzameld en geïnterpreteerd. Het gaat bijvoorbeeld om de financiële consequenties van individuele kenmerken als de thuis- en woonsituatie, andere inkomstenbronnen, enzovoort. Zo biedt het geldplan op basis van de aangegeven kenmerken handelingsperspectief om finan- ciële risico’s te beperken of geheel af te dekken. De individuele gebruiker krijgt relevante en concrete actiepunten aangereikt die vertaald worden in een actieplan. Een landelijke, op de doel- groep gerichte communicatiecampagne maakt een integraal onderdeel uit van dit project.
Faktoo • Werkgevers in de lead voor betere matching (¤ 92.940)
Faktoo gaat de rol van werkgevers versterken bij het verkleinen van de mismatch op de arbeidsmarkt. Veel werkgevers denken nog in functies in plaats van in taken, waardoor ze slechts beperkte mogelijkheden zien voor werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt, als ook voor de duurzame inzetbaarheid van bestaand (vaak ouder) personeel. Faktoo heeft 33 Gro- ningse bedrijven geselecteerd, waar per bedrijf in kaart gebracht wordt waaruit het werk (taken) bij de bedrijven bestaat. Welke competenties en vaardigheden zijn er nodig om die taken te vervullen? Hierbij wordt gebruik gemaakt van het instrument ‘HRM Rendementstool’ van Faktoo. Er ontstaat vervolgens een beeld waar binnen het bedrijf mogelijke mismatches zitten
bij de werkinvulling en hoe deze opgelost kunnen worden. De mogelijkheden voor duurzame inzetbaarheid van minder gemo- tiveerde medewerkers worden in dit project ook onderzocht.
Daartoe wordt samengewerkt met de werkplaats voor ambach- telijke zingeving (een door ons ondersteund project). Hun leergang voor leidinggevenden en HRM-ers wordt ingezet om te inventariseren hoe medewerkers meer ‘zin in werk’ kunnen ervaren. Wat kan er (op individueel niveau) binnen of buiten het werk worden verbeterd en hoe kan nodige uitval als gevolg van motivatieproblemen worden voorkomen?
CNV Jongeren • TIME-OUT! (¤ 31.000)
CNV Jongeren maakt met het project ‘TIME OUT! Event’ zowel bedrijven als jonge werknemers bewuster van de valkuilen om in een burn-out te belanden. Tijdens vijf voorstellingen worden 1.250 jonge werknemers en leidinggevenden bereikt.
Met een interactieve theatervoorstelling van PodiumT worden werkstress en burn-out op een unieke manier onder jongeren en leidinggevenden bespreekbaar gemaakt. Met realiteit en
theater, muziek en live interactie nemen jongeren zichzelf onder de loep. Aansluitend op de theatervoorstelling is er een TIME OUT! Café. Hier moeten jongeren op interactieve manier nadenken over welke maatregelen er door jonge werknemers, werkgevers en de overheid genomen moeten worden. Om het onderwerp blijvend onder de aandacht te brengen en jongeren erbij te betrekken is de beweging TIME-OUT! Studenten en Starters Commissie opgezet. Instituut Gak draagt bij aan de realisatie van vijf interactieve voorstellingen en vijf TIME OUT! Cafés.
WERK EN TOEKOMST
Amfors Holding B.V. • Ondersteunende technologie (¤ 70.000)
De Amfors Groep is de sociale werkvoorziening van zes gemeenten in de omgeving van Amersfoort. Aan 1.200 medewerkers met een WSW-indicatie wordt werkgelegenheid geboden al dan niet in de vorm van detachering bij externe bedrijven. Daarnaast begeleidt Amfors-re-integratie mensen uit de Participatiewet naar regulier werk. Bedrijfsonderdeel Metafors is de proeftuin waar wordt bestudeerd of er in de metaalbewerking extra werkgelegenheidskansen zijn voor mensen met grote afstand tot arbeidsmarkt en wat de rol van moderne technologieën daarbij kan zijn. Amfors wil (nog) meer inzicht krijgen in de juiste manier van implementeren van nieuwe technologieën binnen bedrijfsprocessen waar mensen met een afstand tot arbeidsmarkt werkzaam zijn. Er wordt samengewerkt met de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN Lean-QRM Centrum, het kenniscentrum voor praktijkgericht onderzoek rondom de invoering en implementatie van nieuwe werkwijzen). Instituut Gak draagt bij als er daadwerkelijk bij twee externe bedrijven voorbeelden van een andere inrichting van het bedrijfsproces zijn zodat mensen met een beperking ook betaald werk kunnen verrichten en als er aantoonbaar grote belangstelling (minimaal honderd unieke bezoekers) is geweest bij de open dagen en Bedrijfsbezoeken.
21
PROfiRAMMA ‘EEN NIEwW BE3TAAN, EEN NIEwWE BAAN’
Xxxxxx xx Xxxxx en Waed Shalha
Toen ik naar Nederland kwam wist ik niet wat ik wilde gaan studeren en wat er mogelijk was. Ik heb mijn coach Xxxxxx ontmoet en zij heeft mij geholpen met het zoeken van een studie, aan- melden bij de opleiding en het vinden van een BBL-plek (leren-werken). Alles hebben we samen geregeld. In september start ik met een leer- werktraject als pedago- gisch gespecialiseerd medewerker kinder- opvang. Ik wil mijn coach bedanken omdat zij vanuit haar hart werkt.
Ik vind het belangrijk
dat iedereen die nieuw in Nederland komt een
coach krijgt om stap voor stap aan zijn of haar toe- komst te bouwen.
De Jonge Krijger BV •
Een kansrijke toekomst
Uit cijfers van het CBS (2018) blijkt dat van de volwassen asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kregen, slechts 11% tweeënhalf jaar later betaald werk heeft gevonden als werknemer of als zelfstandige. Recent onderzoek bevestigt dat het voor nieuwkomers inderdaad moeilijk is om aan een baan te komen. Om die reden hebben wij het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ gestart.
Met dit meerjarige programma wordt budget beschikbaar gesteld om de positie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt te versterken. Er is voor gekozen om met name projecten te onder- steunen waarin aandacht besteed wordt aan succeselementen die uit onderzoek bekend zijn, zoals een integrale aanpak of de dichtere betrokkenheid van werkgevers. In 2018 zijn de vol- gende projecten gehonoreerd, die ieder een maximale looptijd van twee jaar hebben:
Stichting Werkshop • Turn it around (¤ 41.180)
In het project ‘Turn it Around’ worden veertig nieuwkomers intensief naar werk en/of onderwijs begeleid. De werkwijze van deze stichting bestaat uit de volgende stappen: een uitgebreide intake en probleemanalyse, taalondersteuning, het samen- stellen van een portfolio, koppeling aan een buddy, activerings- workshops, trainen van sociale en werknemersvaardigheden met aandacht voor de Nederlandse werkcultuur, en plaatsing op een werkplek of werkervaringsplek. Na de stageperiode wordt gekeken welke certificaten of opleidingen het beste bij de deel- nemers passen en of deze haalbaar zijn. Bij positieve afronding bemiddelt de stichting richting betaald werk, (vervolg)opleiding of stageplaats met uitzicht op vast werk. Na afloop vindt er zes maanden intensieve nazorg plaats. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting De Kim • Van afkomst naar toekomst(¤ 50.000) Stichting De Kim activeert en ondersteunt in de provincies Utrecht, Flevoland en Gelderland vrijwilligers die zich willen inzetten voor kwetsbare groepen in de samenleving. Door hen te koppelen aan mensen die ondersteuning kunnen gebruiken krijgen in dit project jaarlijks dertig nieuwkomers de kans om met behulp van een vrijwillige mentor een geschikte baan te vinden. Het traject bestaat onder andere uit een talentenscree- ning, een training sociale vaardigheden en omgangsvormen, oriëntatie op de arbeidsmarkt door leerwerktrajecten, (snuffel) stages en een jaarlijkse matchingbeurs. Na plaatsing bij een werkgever wordt er nog vier maanden nazorg geboden. Insti- tuut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
VluchtelingenWerk West en Midden-Nederland • VluchtelingenWerk voor Iedereen (¤ 45.000)
Het project ‘VluchtelingenWerk voor Iedereen’ is gericht op het bemiddelen en plaatsen van nieuwkomers op een participatie- plek, in een betaalde baan of bij een opleiding. De nieuwkomers worden begeleid door een vrijwillige arbeidscoach. Samen wordt gewerkt aan een plan van aanpak. Deelnemers die ‘werkfit’ zijn, worden getraind in werknemersvaardigheden. Er worden twee meet-ups georganiseerd waar werkgevers en nieuwkomers elkaar kunnen ontmoeten. De nieuwkomers gaan ook op werkbezoek. Na plaatsing worden de nieuwkomers begeleid op de werkvloer, indien nodig aangevuld met de inzet van een taal- coach voor vaktechnische taal. Werkgevers krijgen een training interculturele communicatie. Voor nieuwkomers die meer baat hebben bij het volgen van een opleiding worden mbo-voorlich- tingsavonden georganiseerd. Nieuwkomers die nog ver van de arbeidsmarkt staan, kunnen bij de Voedselbank goed oefenen met de Nederlandse taal, ervaring opdoen met logistieke werk- zaamheden en een heftruckdiploma halen. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemer- schap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Refugee Company • Re: Start (¤ 100.000) Stichting Refugee Company (2015) heeft de afgelopen jaren meerdere activerings- en leer/werktrajecten ontwikkeld op basis van drie thema’s: Talent, Netwerk en Veerkracht. Onder- deel van het aanbod was de realisatie van een naaiatelier en een inmiddels goed draaiend restaurant in het gebouw van de voor- malige Bijlmerbajes. Allereerst wordt een veilige activeringsplek gecreëerd. Wanneer de deelnemer er klaar voor is, kan hij of
zij instromen in het integrale Talentprogramma, dat de naam Re-start heeft gekregen. Re-Start omvat leerwerktrajecten van ongeveer zes maanden, stages, bezoeken aan werkgevers,
ondersteuning bij het zoeken van werk, een maatjesprogramma, contact met Nederlanders en psychosociale support. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Taal Doet Meer • Eigen Kracht: Taal & Werk (¤ 50.000)
Stichting Taal Doet Meer is een professioneel geleide vrijwilli- gersorganisatie die taalontwikkeling en ontmoetingen tussen nieuwkomers en andere Utrechters wil stimuleren. De afgelopen jaren heeft de stichting samen met Wij 3.0 (organisatie voor activering en re-integratie) ervaring opgedaan in de ondersteu- ning van nieuwkomers bij hun oriëntatie op de arbeidsmarkt.
Dit project bestaat uit een gecombineerde inzet van vrijwillige coaches, netwerkbijeenkomsten met bedrijven (zogenoemde Krachtavonden) en ondersteuning door professionals. De bestaande methode is in het nieuwe project ‘Eigen kracht: Taal & werk’ doorontwikkeld op basis van de opgedane ervaringen;
22
PROGRAMMA ‘EEN NIEUW BESTAAN, EEN NIEUWE BAAN’ 23
er wordt nog meer aandacht besteed aan taal in relatie tot het vinden van werk en vrijwilligers worden nog gerichter onder- steund. Er kan ook gebruik gemaakt worden van het digitale platform xxx.xxxxxxxxxxxx.xx, waarop nieuwkomers, coaches en werkgevers alvast met elkaar kunnen kennismaken. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
De Jonge Krijger BV • Een kansrijke toekomst (¤ 45.000)
De Jonge Krijger is een sociale onderneming met een maat- schappelijke missie: de aanpak van jeugdwerkloosheid en voortijdig schoolverlaten. Al vijftien jaar voeren ze projecten uit die zich richten op toeleiding van kwetsbare jongeren naar werk of scholing. Daarbij krijgen zij ook steeds meer te maken met jonge nieuwkomers. In het project ‘Een kansrijke Toekomst’ richten zij zich specifiek op deze doelgroep. Afhankelijk van waar de behoefte van deelnemers ligt, bestaat het programma uit een combinatie van training en intensieve coaching door professionals op het gebied van talentontwikkeling, studie- en beroepskeuze, empowerment, solliciteren, omgaan met geld, begeleiding door maatjes, kleinschalige netwerkgesprekken met werkgevers. Het einddoel is duurzame plaatsing op school
en/of werk met de nodige nazorg (circa drie maanden). Instituut
Xxx draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
DroomStatus • Ownership Eigen Toekomst (¤ 41.300) Droomstatus heeft een speciaal programma ontwikkeld gericht op activering en het bevorderen van (arbeids)participatie van niet-westerse migranten; een wetenschappelijk gevalideerde methodiek waarbij nieuwkomers leren ontdekken waar zij goed in zijn, wat hun ambities zijn en hoe ze die kunnen vervullen. Ze leren vooral zichzelf beter te profileren en worden daarnaast gekoppeld aan een buddy zodat ze hun netwerk kunnen ver- groten. Ook is er aandacht voor taalondersteuning. Uiteindelijk is het de bedoeling dat ze gekoppeld worden aan het bedrijf van hun droombaan. Er is nazorg als de deelnemers eenmaal aan het werk zijn en er wordt training en begeleiding geboden aan werk- gevers. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Mpowerment • Opleiding vrachtwagenchauffeurs (¤ 33.000)
Mpowerment is opgericht door een hoogopgeleide Syrische nieuwkomer, met als doel andere nieuwkomers te bege- leiden naar de arbeidsmarkt. Zelf heeft hij deelgenomen aan het - mede door ons gefinancierde - Incubatorprogramma van Refugees Forward dat nieuwkomers ondersteunt bij het opstarten van hun eigen bedrijf. Tien vrachtwagenchauffeurs
met een vluchtelingenachtergrond krijgen in een half jaar tijd een compleet opleidingstraject aangeboden met de volgende onderdelen: vakopleiding tot chauffeur (theorie en praktijk), training Nederlandse taal en cultuur, en sollicitatietraining. Na afronding van het opleidingstraject krijgen ze gegarandeerd een arbeidscontract van minimaal een jaar bij een van de trans- portbedrijven uit het netwerk van Randstad en/of Mpowerment zelf. Tijdens dit eerste werkjaar vindt er jobcoaching plaats voor zowel deelnemers als werkgevers. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting New Dutch Connections • Houd statushouders aan het werk (¤ 50.000)
Stichting New Dutch Connections (NDC) werkt samen met bedrijven die met vluchtelingen in contact willen komen. De focus ligt op jongeren tot dertig jaar die aan het werk willen. Samen met verschillende werkgevers is er een diversiteit aan modules ontwikkeld waar nieuwkomers in een lesprogramma van drie maanden kunnen werken aan hun soft en hard skills. De werkgevers geven les in de hard skills en NDC in de soft skills. Na de koppeling aan een maatje volgt een stage of betaalde werk- plek. NDC wil tevens goed inzetten op het nazorgtraject, dat ook gericht is op het ‘ontzorgen’ van de werkgever door begeleiding bij interculturele en psychosociale obstakels en problemen op het vlak van inburgering en regelgeving.Instituut Gak draagt
bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemer- schap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting NewBees • Integrale Traineeships (¤ 91.000) Stichting NewBees biedt nieuwkomers een integraal traineeship aan. Zij worden gekoppeld aan vrijwillige ‘matchers’ (vaak zelf nieuwkomers). Met behulp van een online platform kan een passende trainingsplek bij bedrijven worden gevonden waarbij gekeken wordt naar de wensen en talenten van de nieuwkomer, die zijn of haar profiel zelf kan invoeren en bijhouden in een speciaal ontwikkeld CRM-systeem. Dit systeem geeft ook de mogelijkheid om uit de gegevens een cv op te maken en uit te draaien. De nieuwkomers volgen naast doorlopende begeleiding van de ‘matchers’ drie interculturele peer-to-peerworkhops.
Na het succesvol doorlopen van het traineeship wordt er een getuigschrift of certificaat afgegeven en toegevoegd aan het profiel van de deelnemer. Een nieuw element in het project is het aanbieden van workshops aan werkgevers om de kans op een succesvolle match te vergroten. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
CNV Jongeren • HARRIE Statushouders (¤ 47.000)
De HARRIE is een collega die een kwetsbare jonge collega coacht op de werkvloer. XXXXXX staat voor hulpvaardig, alert, rustig, realistisch en eerlijk. CNV Jongeren wil de bestaande HARRIE-training doorontwikkelen voor jonge nieuwkomers. In
het Realistenpromotieteam worden twintig jonge nieuwkomers opgeleid om in gesprek te gaan met werkgevers. Zo krijgen zij training in werk- en presentatievaardigheden en leren zij de Nederlandse arbeidsmarkt kennen. Werkgevers krijgen een rea- listisch beeld van de mogelijkheden en begeleidingsbehoeften van nieuwkomers. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loon- dienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Humanity Bike Repair • Xxx xxxxxxxxxx naar fietsenmaker (¤ 60.000)
De stichting Humanity Bike Repair uit Den Haag is een fietstaxi- bedrijf met Eritrese fietstaxichauffeurs. Concreet doel van
dit project is om twaalf nieuwkomers per jaar op te leiden tot volwaardige en zelfredzame fietsenmakers, via technieklessen, taallessen en intensieve begeleiding. Ook worden workshops georganiseerd zoals ‘omgaan met geld’, ‘belastingaangifte’ en ‘hoe word ik ondernemer’. Voor de uitstroom wordt gekeken naar mogelijkheden in de regio. Potentiële werkgevers worden daarom vanaf het eerste moment betrokken bij het project.
Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Blendin • Blendin Foodtruck (¤ 20.000)
Blendin is een online platform waar nieuwkomers en Nederlan- ders contacten kunnen leggen op basis van gedeelde interesses (sport, film, etc.). Het doel van dit gratis en vrijblijvende plat- form is om de afstand tussen deze twee groepen te verkleinen. Vanuit het platform probeert Blendin ook koppelingen te maken richting werk. Blendin heeft een camper verbouwd tot food- truck, om te dienen als leerwerkplek voor nieuwkomers. Vanuit deze foodtruck worden broodjes verkocht op muziekfestivals. Twee Syrische nieuwkomers met ervaring in de horeca sturen de werkzaamheden aan. Deelnemers worden daarna doorgeleid naar contacten in de horeca via het eigen netwerk van Blendin en via het platform DoneerJeNetwerk (gericht op het delen
van netwerken om arbeid toegankelijker te maken). Ook wordt iemand uit de horecabranche als buddy ingezet. Blendin laat deelnemers niet los zonder dat ze zijn doorgestroomd. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting The Dutch Tulip • Vluchtelingen maken werk van werk (¤ 50.000)
Stichting Dutch Tulip is een initiatief van succesvol tassen- ontwerper Xxxx Xxxxx die zelf als Somalisch vluchteling naar Nederland is gekomen. In dit project krijgen nieuwkomers via integraal maatwerk een voorschakeltraject aangeboden dat bestaat uit stages, vrijwilligerswerk en cursussen of trainingen. Daarbij wil de stichting meer tijd nemen voor een uitgebreid assessment, individuele coaching en coaching op het gebied van taal. Deelnemers worden gekoppeld aan een vrijwillige jobcoach. Deze inventariseert wensen en behoeftes, probeert bureaucratische belemmeringen weg te nemen en begeleidt
de nieuwkomers op en naar stageplekken. Ook worden de deelnemers gecoacht over de cultuur en omgangsvormen op de Nederlandse werkvloer. Nieuwkomers lopen gemiddeld drie maanden stage. Tevens worden er netwerkbijeenkomsten met werkgevers georganiseerd. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting VluchtelingenWerk Zuid-Nederland • Onbekend Talent (¤ 49.000)
Stichting VluchtelingenWerk Zuid-Nederland (SVZN) is een van de vijf regionale stichtingen van VluchtelingenWerk Nederland. In het project ‘Onbekend Talent’ gaan nieuwkomers duurzaam aan het werk in de logistiek of transport. De deelnemers worden begeleid door vrijwillige en getrainde arbeidscoaches. Deze realiseren maatwerk, begeleiding en helpen om bureaucratische belemmeringen te overkomen. Onderdeel van de begeleiding
is een voorschakeltraject dat bestaat uit diverse workshops als netwerken, een ‘elevator pitch’ en het oefenen van sollicitatie- gesprekken. SVZN vervult ook een rol waar het gaat om nazorg en eventuele afvallers. SVZN heeft een groot netwerk van bedrijven. In het project wordt samengewerkt met Manpower, met wie ook bedrijfsbezoeken worden georganiseerd. Een nevendoel is om aan de hand van het project een schaalbaar businessmodel te ontwikkelen zodat SVZN minder afhankelijk kan worden van externe middelen. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Leeuwenborgh Opleidingen • Nieuwkomers in de Medtech (¤ 50.000)
Het Limburgse ROC Leeuwenborgh werkt samen met Beyond, een samenwerkingsverband van medische bedrijven en organisaties. Gespecialiseerde logistieke bedrijven in de medische-hulpmiddelenbranche in Limburg hebben een groot belang bij voldoende juist opgeleid personeel. Beyond biedt vraaggestuurd onderwijs, waardoor medewerkers over de juiste competenties voor hun werk blijven beschikken en zij-instro- mers de benodigde competenties kunnen ontwikkelen. Het
24
samenwerkingsverband van Leeuwenborgh en Beyond is in maart 2017 gestart met een zij-instroomtraject voor kandidaten zonder startkwalificatie en een afstand tot de arbeidsmarkt. Leeuwen- borgh gaat nu een specifiek traject starten met nog niet ingebur- gerde nieuwkomers. Aan deze nieuwe doelgroep wordt maatwerk geboden door inburgering en lerend werken duaal aan te bieden. Doel is om te komen tot een mbo1-diploma en de mogelijkheid hun carrière voort te zetten in de medische logistiek. Potentiële werkgevers worden getraind op het omgaan met interculturele verschillen. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die succesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Stichting Hoedje van Papier • Samen aan de slag in Rotterdam (¤ 75.000)
Stichting Hoedje van Papier (HvP) begeleidt via het project SamenDoorSamen nieuwkomers in Rotterdam om hen opti- maal te laten integreren en participeren in de Rotterdamse samenleving. HvP maakt daarbij onderscheid tussen hen die de basis nog niet op orde hebben (laag taalniveau, geen of weinig werkervaring, gebrek aan scholing of een zeer beperkt netwerk) en degenen die iets verder zijn wat betreft taal en
netwerk. Voor de eerste groep is er ‘Samen actief in Rotterdam’, voor de tweede ‘Samen aan de slag in Rotterdam’. Doel is om
de deelnemers ‘werkfit’ te krijgen door extra aandacht voor taal, (sociale) vaardigheden, interculturele communicatie en vakinhoudelijke ondersteuning. Ook wordt aandacht besteed aan de persoonlijke presentatie en het zelfvertrouwen van
nieuwkomers. Toeleiding naar opleiding of werk is mogelijk, ofwel een BBL-traject: simultaan werken en studeren. Deelnemers die inmiddels werk hebben gevonden, dienen als rolmodel voor de andere deelnemers. Zij spelen niet alleen een rol in het adviseren en motiveren; zij vervullen ook de rol van trainer bij verschillende workshops. Na afronding van het traject heeft de deelnemer een sterk arbeids- of studieprofiel, wordt hij of zij arbeids- of studiefit geacht en wordt begonnen met het opbouwen van een netwerk. Daartoe worden bijeenkomsten met werkgevers, hogescholen, mbo-scholen en andere organisaties uit verschillende branches georganiseerd. Instituut Gak draagt bij per deelnemer die suc- cesvol naar zelfstandig ondernemerschap, werk in loondienst of naar een reguliere vervolgopleiding is uitgestroomd.
Regioplan Beleidsonderzoek • Evaluatieonderzoek ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ (¤ 334.492), projectleider: Xxxxxxx Xxxxxx
Om de kennisontwikkeling op het thema arbeidsparticipatie van nieuwkomers een impuls te geven faciliteert Instituut Gak uit- wisseling tussen de hierboven genoemde projecten onderling en zal Regioplan een evaluatieonderzoek uitvoeren. Dit onderzoek heeft tot doel om de resultaten, ervaren opbrengsten en geleerde lessen van het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ in kaart te brengen vanuit het perspectief van de nieuwkomers, de organisatoren van de projecten en werkgevers. De uit het
onderzoek voortkomende onderzoeksresultaten worden ter beschikking gesteld aan de uitvoerders van de binnen het pro- gramma lopende en nog nieuw te starten projecten. Daarnaast wordt deelname aan het programma met de projectuitvoerders geëvalueerd ten aanzien van onder andere de uitwisseling tussen de projecten en tussen onderzoek en praktijk.
Er zullen bij het onderzoek zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden worden ingezet. Door gebruik van de methode ‘realistic evaluation’ zal bij het onderzoek naar effectieve ele- menten ook nadrukkelijk aandacht zijn voor de context waarin de resultaten optreden. Door koppeling aan CBS-gegevens zal zicht komen op de duurzaamheid van de resultaten op het vlak van werk en opleiding. In 2021 zal er zowel een onderzoeksrapport gepubliceerd worden als een publiekshandreiking met daarin praktische tips. Eind 2022 wordt tot slot de duurzaamheid van de resultaten inzichtelijk gemaakt in een factsheet.
COMMUNICATIE
Instituut Xxx richt zich in haar communicatie op beleidsmede- werkers en onderzoekers op het brede terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt en (potentiële) aanvragers voor maatschappelijke projecten. In september 2018 is het belang- rijkste communicatiemiddel van Instituut Gak, de website, geheel vernieuwd. Daarnaast wordt onze online zichtbaarheid vergroot. Op de website zijn zowel een aantal door Instituut Gak mogelijk gemaakte projecten als de Quickscan, het digitale aanvraag- formulier en een animatiefilm over de aanvraagprocedure met betrekking tot de maatschappelijke projecten terug te vinden.
Xxxxx Xxxxxxx en Halefom Zeru
SamenDoorSamen. Ik vind het leuk want ik leer veel dingen zoals de
Nederlandse taal, en verder volg ik workshops en trai- ningen. Ik weet niet eens meer precies hoeveel. De toekomsttraining vond ik heel mooi. Ik heb toen veel zelfvertrouwen gekregen. Ik was niet meer bang om voor een groep mensen te praten! Ik had ook een taal- coach, Frans. Hij is nu mijn vriend. Hij heeft mij veel geholpen, en helpt mij nog steeds. Bijvoorbeeld met de post, bellen en formulieren invullen. Hij helpt mij nu ook met mijn werk, hoe ik dingen moet vragen aan collega’s bijvoorbeeld.
Stichting Hoedje van Papier • Samen aan de slag in Rotterdam
26 27
ONDERZOEK
173
BETROKKEN PERSONEN
HET OVERZICHT VAN DE 104 ONDERZOEKEN IS
TE VINDEN OP XXX.XXXXXXXXXXXX.XX/XXXXXXXXX/
IN 2018 IS HET ONDERZOEKSPROGRAMMA
€14,4
UITGEBREID MET DE VIJFTIEN NIEUWE STUDIES
MILJOEN
52 HOOGLERAREN
3 LECTOREN
80 POSTDOC ONDERZOEKERS
EN/OF SENIOR ONDERZOEKERS
19 ONDERZOEKERS IN OPLEIDING (PROMOVENDI)
12 JUNIOR ONDERZOEKERS
7 ONDERZOEKSASSISTENTEN
De uitvoering van het huidige onderzoeksprogramma kost
¤ 14,4 miljoen en er zijn in totaal 173 personen bij betrokken, onder wie 52 hoogleraren, 3 lectoren, 80 postdoc en/of senior onderzoekers, 19 onderzoekers in opleiding (promovendi), 12 junior onderzoekers en 7 onderzoeksassistenten.
In 2018 is het onderzoeksprogramma uitgebreid met de vijftien hierna weergegeven nieuwe studies. Voor een overzicht van de lopende studies wordt verwezen naar pagina 31 en 32. Voor een overzicht van de afgesloten onderzoeksprojecten wordt verwezen naar pagina 32.
Toegankelijkheid
Instituut Gak streeft ernaar dat de resultaten van door ons gesteunde studies bijdragen aan oplossing-en voor beleids- en uitvoeringsvraagstukken die er leven op het terrein van sociale zekerheid en arbeidsmarkt. De onderzoekers wordt daarom gevraagd actief zorg te dragen voor publicatie, openbaarmaking en overdracht van onderzoeksresultaten aan wetenschappers, beleidsmakers, professionals werkzaam in de uitvoeringsprak- tijk en andere belangstellenden. Hiertoe is een inspiratiedocu- ment maatschappelijke impact opgesteld. Dit document kan geraadpleegd worden bij het opstellen van een onderzoeksvoor- stel, bij de uitvoering van het onderzoek en bij de verspreiding van de onderzoeksresultaten.
Publicaties die voortkomen uit onderzoek worden actief ver- spreid door Instituut Gak, via de eigen website en verschillende sociale media. Op de website is de Kennisbank te vinden met daarin alle publicaties die voortvloeien uit door Instituut Gak gesubsidieerd onderzoek. Daarnaast wordt in Kennisclips in een paar minuten tijd op toegankelijke wijze verteld over de belangrijkste resultaten en de implicaties voor beleid. In 2018
zijn drie nieuwe clips gemaakt: ‘Van AZC naar een baan’, ‘Slimme handhaving’ en ‘Uit de WW in de bijstand’. Alle Kennisclips zijn terug te vinden op de website.
Toepasbaarheid
Naast de aandacht voor de toegankelijkheid van onderzoeks- resultaten vindt Instituut Gak het ook belangrijk dat de onderzoeksresultaten van nut zijn voor de beleidspraktijk en daadwerkelijk worden toegepast. Hiertoe neemt Instituut Gak deel aan het Kennispartnerberaad, een halfjaarlijkse ontmoe- ting van organisaties waarmee het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samenwerkt op het gebied van kennis en onderzoek en aan het Kennisplatform Werk en Inkomen (KWI). In dit laatste platform werken de uitvoeringsorganisaties voor de sociale zekerheid met elkaar samen op het gebied van ken- nisontwikkeling binnen het domein van werk en inkomen. Daar- naast wordt bij de beoordeling van de onderzoeksvoorstellen expliciet gekeken naar de beleidsrelevantie en de mate van toepasbaarheid van de onderzoeksresultaten (valorisatie).
NIEUWE ONDERZOEKS- PROJECTEN
Werk voor iedereen. Baancreatie voor de onderkant van de arbeidsmarkt (¤ 192.678). • Projectleider:
xx. Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, Verwey-Jonker Instituut
In dit onderzoek staan initiatieven gericht op het creëren van werk voor de onderkant van de arbeidsmarkt centraal. Doel is onder meer om in kaart te brengen welke initiatieven er zijn voor welke groepen in welke delen van het land. Vervolgens wordt nagegaan wat de werkzame elementen zijn in deze initiatieven (succes- en faalfactoren) in termen van effect en duurzaamheid. Aan het eind worden in samenwerking met het (praktijk)veld en wetenschappelijke experts de contouren voor een experiment geformuleerd waarin de succesfactoren toegepast worden. Op basis van het onderzoek wordt bepaald welke elementen en randvoorwaarden relevant zijn bij baancreatie voor de huidige en toekomstige onderkant van de arbeidsmarkt, rekening houdend met trends als inclusieve arbeidsmarkt, flexibilisering, mondialisering en technologische ontwikkelingen. Het onder- zoek bestaat uit zeven delen:
1. Inventarisatie van initiatieven en inzichten uit de literatuur;
2. Analyse van gepubliceerde kwantitatieve gegevens over de recente ontwikkelingen, de initiatieven en de groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt;
3. Telefonische enquête met initiatiefnemende werkgevers;
4. Casestudies op locatie;
5. Analyse en vergelijking van effecten en werkzame elementen in de casestudies;
6. Expertmeeting over de onderzoeksresultaten en de eerste contouren van het experiment en
7. Landelijk symposium over het onderzoeksresultaat en het voorgestelde experiment.
Migranten naar werk, wat werkt? (¤ 247.017) • Projectleider: dr. Xxxxxxxxx xx Xxxxx, Universiteit van Amsterdam
In dit onderzoek staan de succes- en faalfactoren van recente projecten gericht op het vergroten van baankansen voor vluchtelingen, ook in België en Duitsland centraal. In- en uitsluitingsmechanismen bekend uit literatuur en onderzoek liggen op individueel niveau, op beleidsniveau en op het niveau van arbeidsmarktstructuren. Onderzoek naar deze mecha- nismen zal allereerst worden geïnventariseerd. De positieve
en negatieve ervaringen van westerse en niet-westerse migranten, van vluchtelingen en gezinsmigranten, waaronder mannen en vrouwen, werknemers en ondernemers, hoog- en laagopgeleiden worden vervolgens in kaart gebracht door diepte-interviews. Dit gebeurt samen met ‘peer researchers’. Dit zijn onderzoekers afkomstig uit zes migrantengroepen met uiteenlopende arbeidsmarktposities, die contact leggen met en interviews afleggen binnen de eigen peer group. Samen, omdat
28
ONDERZOEK \ NIEUWE ONDERZOEKSPROJECTEN 29
werk in onze maatschappij een bepalend facet van samenleven is. Dit biedt nieuwe, verdiepende empirische inzichten in mecha- nismen van in- en uitsluiting op individueel, beleidsmatig - en arbeidsmarktniveau.
Xxxxx en beleving van langer doorwerken voor pensioen (¤ 200.000) • Projectleider: xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxx, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Nederland verandert in rap tempo van een land waar vervroegde uittreding de regel was in een land waar langer doorwerken het adagium is geworden. Ons land is een van de weinige landen
die de pensioenleeftijd daadwerkelijk heeft gekoppeld aan de levensverwachting. Die beslissing lijkt verstrekkende gevolgen te hebben omdat het bij zowel werkgevers als werknemers onzekerheid genereert hoe zich aan deze nieuwe realiteit aan te passen. Het vergt veel van het voorstellings- en handelings- vermogen om adequaat op de verhoogde pensioengerechtigde en AOW-leeftijd te reageren en vandaar dat het voorgestelde
onderzoek beoogt om het besef en de beleving van werknemers en werkgevers in kaart te brengen. Kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt die ofwel in fysiek zware beroepen werkzaam zijn, dan wel een beperkt doenvermogen hebben of beperkte finan- ciële middelen hebben krijgen speciaal aandacht in dit onder- zoek. Daarbij wordt er in het bijzonder aandacht besteed aan de mate waarin de opschuivende AOW-leeftijd voor werknemers
in uiteenlopende beroepen en sectoren arbeidsongeschiktheid bevordert en waarvoor het vangnet van de WIA mogelijk een ‘logische’ exit-route uit werk zal worden. Deze bevindingen zijn van belang voor het formuleren van beleid om ook kwetsbare groepen werkenden beter in staat te stellen langer door te werken.
Drempels geslecht: effectieve publieke dienstverlening aan lager opgeleiden (¤ 80.004) • Projectleider:
xx. Xxxxx Xxxxxxxx, Hogeschool Utrecht
Publieke dienstverlening sluit nog niet optimaal aan bij de verschillende behoeften en vermogens van burgers. Het grote beroep dat deze dienstverlening doet op de zelfwerkzaamheid en het doenvermogen van burgers staat steeds meer ter dis- cussie. Hierbij is aandacht voor de positie van lager opgeleiden van belang, omdat zij enerzijds relatief veel gebruik maakt van publieke dienstverlening terwijl zij anderzijds relatief vaker moeite hebben om te voldoen aan wat er van hen wordt ver- wacht. Hoe kunnen publieke organisaties hun dienstverlening door ontwikkelen zonder specifieke groepen categoriaal uit
te sluiten? Dit onderzoek brengt in een eerste fase (de meest impactvolle) knelpunten in kaart die lager opgeleiden ervaren bij publieke dienstverlening op het terrein van sociale zekerheid en arbeidsmarkt. In de tweede fase destilleert het onderzoek succesfactoren uit bestaande ‘goede voorbeelden’ waarmee dienstverleners beter in kunnen spelen op de ervaren knel- punten. Naast een onderzoeksrapport zal dit project ook een (screenings)instrument voor publieke organisaties opleveren
waarmee zij de knelpunten binnen de eigen dienstverlening kunnen analyseren. Ook worden in een concrete pilot oplos- singen uitgeprobeerd voor een knelpunt dat mede door de doelgroep en een publieke organisatie is gekozen.
Voorkomen is beter dan genezen: proactief zekerheid creëren in een flexibele arbeidsmarkt (¤ 282.515)
• Projectleider: xx. Xxxxxx Xxxx, Universiteit van Amsterdam
De flexibele arbeidsmarkt levert voor veel mensen onzekerheid op over de toekomst van hun baan. Hierdoor hebben zij meer stress gerelateerde klachten en zijn zij minder goed in staat om een succesvolle loopbaan op te bouwen. Toch lijkt niet iedereen last te hebben van de flexibilisering. Hoe kan het dat de ene werknemer minder onzekerheid ervaart dan de ander, terwijl zij te maken hebben met dezelfde flexibele arbeidsmarkt? Hoe kan het ontstaan van baanonzekerheid in de flexibele arbeidsmarkt voorkomen worden, waarmee de negatieve gevolgen eveneens uitblijven? En welke rol kan proactief loopbaangedrag hierbij spelen? Op deze vragen zal dit onderzoeksproject ingaan. In drie gerelateerde projecten maakt dit onderzoek inzichtelijk welke vormen van flexibilisering baanonzekerheid opleveren, om vervolgens te onderzoeken of en hoe mensen proactief deze baanonzekerheid kunnen voorkomen. Ten slotte worden op basis van de onderzoeksresultaten twee verschillende interven- ties ontwikkeld (waarvan één digitaal), waarmee werknemers hun eigen zekerheid kunnen creëren in een flexibele arbeids- markt. Deze interventies zullen openbaar toegankelijk zijn via een speciaal ontwikkelde website. Dit onderzoek pakt daarmee het probleem van flexibilisering bij de wortels aan, en biedt de mogelijkheid om baanzekerheid te creëren voor iedereen – ook in een flexibele arbeidsmarkt.
De psychologie van de flexibilisering (¤ 225.563) • Projectleider: xx. Xxx Xxxxxxxxx en xx. Xxxxx Xxxx, Vrije Universiteit Amsterdam
Dit project heeft tot doel om nieuwe kennis te genereren over de psychologische ins en outs van flexibilisering van arbeid. Hierbij staan drie hoofdthema’s centraal:
1. de ervaren psychologische relatie tussen de werknemer en de werkgever (het psychologische contract) en in hoeverre deze per type flexibel werk verschillen;
2. de rol van deze psychologische contracten in duurzaam werknemen (productiviteit, bevlogenheid, inzetbaarheid); en
3. de verantwoordelijkheid die verschillende stakeholders (flexibele werkers, organisaties, bemiddelaars, maatschappij) hebben in het managen van duurzame loopbanen van flexibele werkers.
Deze hoofdthema’s worden onderzocht met behulp van ver- schillende deelstudies. De eerste studie ontwikkelt een concep- tueel kader waarin wordt uiteengezet hoe verschillende typen van flexibel werk samenhangen met psychologische contracten
en duurzaam werknemen. Met behulp van drie empirische studies (kwantitatief en kwalitatief) toetsen de onderzoekers vervolgens het ontwikkelde conceptueel kader. Aandacht is er onder andere voor de effecten van psychologische contracten op duurzaam werknemen.
Loopbaan APK’s gekeurd; inventarisatie en analyse van instrumenten voor loopbaanchecks en loopbaan APK’s (¤ 80.892) • Projectleider: xx. Xxx Xxxxxxx, Hogeschool Arnhem Nijmegen
De arbeidsmarkt flexibiliseert en arbeid verandert als gevolg van digitalisering, automatisering en robotisering. Tegelijkertijd wordt van mensen verwacht dat ze steeds langer doorwerken. Alle reden dus om aan te nemen dat werkenden steeds vaker gedurende hun loopbaan wisselingen in functie en/of van werk- gever zullen doormaken. Voor werkenden lijkt het verstandig regelmatig te reflecteren op hun huidige arbeidsmarktpositie en de ontwikkeling daarvan. Om werkenden hierin te ondersteunen is gepleit voor een algemene periodieke loopbaankeuring.
Inmiddels zijn er vele instrumenten ontwikkeld ter ondersteu- ning van een dergelijke loopbaankeuring. Het project heeft
als doel tot een overzicht te komen van deze instrumenten en daarop een systematische analyse uit te voeren. Deze analyse vormt de basis voor een aantal onderbouwde aanbevelingen voor het ontwerp van een ideaal instrumentarium. Het project sluit af met een ‘Loopbaan APK Event’. Tijdens dit event worden eindresultaten gepresenteerd en wordt op de uitkomsten gereflecteerd door wetenschappers, beleidsmakers en loopbaanexperts.
Arbeidsgehandicapten: hoe benutten we hun potentieel? (¤ 291.611) • Projectleider: xxxx. xx. Xxxx xx Xxxx, AIAS en prof. xx. xx. Xxxx Xxxxxxxxxx, HSI
Volgens het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap hebben gehandicapten gelijke rechten op arbeids- deelname als mensen zonder handicap. De praktijk is echter geheel anders: de arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten is in Nederland veel lager dan van niet-gehandicapten. Hoe kan Nederland ervoor zorgen dat het VN-verdrag geen dode letter blijft, maar dat mensen met een arbeidsbeperking daadwerkelijk gelijke kansen op de arbeidsmarkt krijgen? Deze vraag staat centraal in dit onderzoek. We gaan na hoe Nederland het VN-ver- drag in de praktijk heeft uitgevoerd, hoe Nederland scoort ten opzichte van andere landen en hoe de prestaties van Nederland kunnen worden verbeterd. Bij dit onderzoek gaan we steeds
in gesprek met de doelgroep zelf en met andere stakeholders, zoals sociale partners, overheid en uitvoeringsorganisaties. Dat moet niet alleen leiden tot een betere diagnose van de problematiek van arbeidsgehandicapten, maar ook concrete
handvatten opleveren om in de praktijk mee aan de slag te gaan.
On(der)verzekerde zzp’ers: motieven, alternatieven, gevolgen en het risico op armoede (¤ 168.796) • Projectleider: xxx. Xxxx Xxxxxxxx, Panteia i.s.m. CBS Het aantal zzp’ers in Nederland stijgt de laatste jaren gestaag. Zelfstandig ondernemers genieten vaak meer vrijheid en flexibiliteit, maar dragen ook risico’s. Wanneer de inkomsten van zzp’ers teruglopen door omzetverlies, ziekte of arbeids- ongeschiktheid zijn veel zzp’ers hier niet voor verzekerd.
Hierdoor bestaat de kans op terugval in de bijstand. Deze relatie zzp’ers – verzekering – aanspraak op bijstand is al jaren een veelbesproken thema. Er is echter nog weinig tot geen weten- schappelijk onderzoek gedaan. In dit project worden er statisti- sche verbanden gelegd tussen eigenschappen van zzp’ers, hun gedrag en de gevolgen van hun gedrag, ten aanzien van risico’s op ziekte en werkloosheid en verzekeringen daartegen. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Hoe gaan zzp’ers om met (tijdelijk) verlies van inkomen en welke acties zijn wenselijk om armoede onder zzp’ers te voorkomen? Om de vraag te beant- woorden worden zzp’ers over langere tijd gevolgd, waarbij de data van het CBS worden gekoppeld aan het zzp-panel van Pan- teia. Aanvullend worden interviews en focusgroepen gehouden om oplossingsrichtingen te vinden hoe er voorkomen kan worden dat bepaalde risicogroepen terugvallen in de bijstand.
Denktank arbeidsvormneutrale verzekeringen voor alle werkenden (¤ 200.000) • Projectleider: prof. dr. Bas ter Weel, SEO Economisch Onderzoek
Een steeds grotere groep werkenden heeft geen vaste aan- stelling, combineert ondernemerschap met werknemerschap of verleent voor een deel van de tijd onbetaalde diensten in de vorm van bijvoorbeeld mantelzorg. Deze vormen van werk bieden minder zekerheid dan een voltijdsbaan in vaste dienst bij een werkgever. Het gevolg is dat er een steeds grotere
groep werkenden ontstaat met weinig zekerheden, omdat veel verzekeringen uitgaan van (en dekking oploopt met) langdurige dienstverbanden. De vraag is dan ook of het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid er, gezien de flexibilisering van de
arbeidsmarkt, bij gebaat is om de uitkering van inkomen in geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, oude dag en overlijden (meer) arbeidsvormneutraal te organiseren? En zo ja, welke maatregelen zijn hiertoe het meest geschikt? Instituut Gak heeft voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag een denktank samengesteld. De leden van de denktank (i) inventariseren en beoordelen bestaande kennis op het terrein van het arbeidsvormneutraal organiseren van sociale zekerheid en vullen deze kennis aan, (ii) onderzoeken zowel de korte als lange termijn gevolgen van een dergelijk stelsel en (iii) gaan daarbij multidisciplinair te werk zodat recht wordt gedaan aan de complexe context waarin een robuust stelsel van sociale zekerheid effectief en efficiënt kan functioneren en op vol- doende draagvlak in de samenleving kan rekenen.
30 ONDERZOEK \ NIEUWE ONDERZOEKSPROJECTEN
ONDERZOEK \ NIEUWE ONDERZOEKS- \ LOPENDE ONDERZOEKSPROJECTEN 31
Boekproject juridische aspecten van platformisering (¤ 100.000) • Projectleider: prof. dr. mr. Xxxxx Xxxxxxxxxx, Universiteit Tilburg
In de platformeconomie brengt digitale technologie vraag en aanbod bij elkaar. Mensen delen er kennis, geld, spullen of arbeid. In het laatste geval gebeurt dit via werkplatforms. Er wordt toekomstpotentieel gezien in deze nieuwe, atypische
vorm van arbeid en tegelijkertijd roept het vele vragen op. Dit boekproject belicht de thematiek van platformwerk vanuit juridisch perspectief en heeft aandacht voor arbeid, sociale zekerheid, fiscaliteit, mededinging en internationale aspecten. Aandacht is er onder andere voor de vraag wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst, wanneer van een opdrachtover- eenkomst? Vraagstukken die samenhangen met de ambigue positie van platformwerkers, zijn de inrichting van medezeg- genschap, aansprakelijkheid en de regulering van arbeid. Ook de digitale technologie achter werkplatforms roept vragen op. Kan een werkplatform via het algoritme discrimineren, welke rol spelen ratingsystemen voor de gezagsverhouding tussen platformeigenaar en platformwerker? De te schrijven bundel biedt een synthese van actuele kennis over en reflectie op de (mogelijke) impact van platforms en algoritmen op arbeid en sociale zekerheid, die van waarde is voor beleid en onderzoek.
Essay toekomst medezeggenschap (¤ 15.000) • Projectleider: prof. xx. xx. Xxxxx Xxxxxxx, Vrije Universiteit Amsterdam
Medezeggenschap is het uitoefenen van invloed op de (arbeids) omstandigheden, arbeidsvoorwaarden, arbeidsrelaties en op productie, ontwikkeling en strategie van de organisatie, door werknemers of andere direct betrokkenen. Veranderingen in (de omgeving van) organisaties leiden tot nieuwe vormen van medezeggenschap, soms ook in aanvulling op of in afwijking van het wettelijk kader. Ook veranderingen op de arbeidsmarkt hebben effect op medezeggenschapsvraagstukken, zoals bijvoorbeeld de flexibilisering in allerlei vormen en toonaarden. Het essay belicht de ontwikkelingen in medezeggenschap in een breed academisch kader en verkent de mogelijkheden tot vernieuwing. Het betreft een multidisciplinaire benadering, met aandacht voor maatschappelijke, juridische, bedrijfseco- nomische, organisatiekundige en sociaal-culturele aspecten.
Daarbij worden zowel het denken over medezeggenschap als de
lopende experimenten in beschouwing genomen en voortge- borduurd op recente onderzoeksresultaten en publicaties.
Netspar (¤ 1.500.000)
Instituut Gak acht het in het belang van de maatschappij dat er afgewogen wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt ten aanzien van pensioenen. Naast het door de Stichting mogelijk gemaakte onderzoek op dit thema (onder andere via meerdere leerstoelen), wordt er waarde gehecht aan het door Netspar geïnitieerde onderzoek. Hiertoe is eenmalig een bedrag
beschikbaar gesteld. De subsidie dient ter financiering van door
Netspar uitgevoerd onderzoek dat binnen de doelstelling van Instituut Gak valt. Netspar faciliteert breed wetenschappelijk onderzoek naar de bekostiging van de oude dag en vergrijzing, zowel langlopend als kortlopend. Het betreft multidisciplinair onderzoek uit diverse wetenschapsgebieden, zoals economie, sociologie, psychologie, recht en communicatie. Netspar is in 2005 opgericht en combineert onderzoek en praktijk. Dit heeft als meerwaarde dat onderzoek relevant is en wordt toegepast in de sector.
Onderstaande onderzoeken worden uitgevoerd door aan Instituut Gak verbonden hoogleraren.
Werkgeversstrategieën en de ontwikkeling van arbeidsvoorwaarden sinds 1982 (¤ 190.450) • Projectleider: xxxx. xx. Xxxxxxx Xxxxx, Universiteit van Amsterdam
Globalisering en liberalisering van handelsafspraken, branche- vervaging door onder andere nieuwe technologieën en de ver- schuiving van werkgelegenheid leggen druk op werkgevers en hun organisaties. De agenda van werknemersorganisaties staat hier (steeds meer) tegenover met een roep om hogere lonen
en de bescherming van collectieve afspraken. De kracht van de vakbeweging is echter de laatste decennia sterk afgenomen en daarmee ook haar invloed. Ook is de rol van de overheid veran- derd, de verzorgingsstaat wordt hervormd. Ondanks deze ont- wikkelingen zijn er in tegenstelling tot in enkele nabijgelegen landen geen grote veranderingen aangebracht in het Neder- landse model van arbeidsverhoudingen. Werkgeversorganisa- ties blijven hun steun betuigen aan het algemeen verbindend verklaren van cao’s, blijven deze ook afsluiten en blijven hun rol spelen in het nationaal overleg. Hoe kan deze steun worden verklaard? In het onderzocht wordt gekeken naar de inzet, uitkomst, wijze van presenteren en strategie van branche- en
werkgevers(organisaties) tijdens de cao-onderhandelingen. Ook de relatie en dynamiek tussen werkgevers- en werknemersor- ganisaties, zowel aan de onderhandelingstafel als in nationale overlegorganen, wordt meegenomen. Van een representatief aantal sectorcao’s wordt bekeken hoe de afspraken zich tussen 1981 en 2017 hebben ontwikkeld. Zie ook pagina 35.
Behoorlijke bejegening in de sociale zekerheid
(¤ 360.847,50) • Projectleider: prof. xx. xx. Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx, Vrije Universiteit
Het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid biedt inkomens- ondersteuning en ondersteuning bij het vinden van werk. Om er voor te zorgen dat gebruikers van socialezekerheidsregelingen zich daadwerkelijk geborgen voelen is ook de manier waarop
zij worden bejegend door uitvoeringsorganen van belang. Op twee terreinen wordt onderzocht welke juridisch relevante eisen er gesteld (zouden kunnen) worden aan de behoorlijke bejegening van uitkeringsgerechtigden. Ten eerste wordt inge- zoomd op de uitvoering van medische keuringen in de sociale
zekerheid. Voor de aanspraak op vele voorzieningen zoals ZW en WIA-uitkeringen en WMO-voorzieningen is die keuring van groot belang. De vraag is welke eisen gesteld worden aan de zorgvuldige uitvoering van deze keuringen en in hoeverre die eisen in de huidige uitvoeringspraktijk worden onderkend. Ten tweede wordt bekeken in hoeverre de zorgvuldige bejegening van uitkeringsgerechtigden is gewaarborgd in de uitvoering van werknemersverzekeringen door eigenrisicodragers. Het winstoogmerk van eigenrisicodragers kan de doelstelling van behoorlijke bejegening van uitkeringsgerechtigden onder druk zetten. De vraag is in hoeverre wet- en regelgeving een bijdrage (zouden kunnen) leveren aan het waarborgen van behoorlijke bejegening. Zie ook pagina 35.
Verdeling van onzekerheden (¤ 380.000) • Projectleider: xxxx. xx. Xxxxxx xxx Xxxxxx, Tilburg University
De Nederlandse welvaartsstaat biedt internationaal gezien goede verzekering tegen risico’s als arbeidsongeschiktheid, langdurige werkloosheid en armoede. Bovendien behoort het inkomen per hoofd van de bevolking tot de hoogste ter wereld. Toch worden sommige groepen in de samenleving moeizaam bereikt en dragen sommigen zelf betrekkelijk grote risico’s.
Bovendien wordt het draagvlak van de welvaartsstaat uitgehold wanneer mensen met een gunstig risicoprofiel niet meer bij- dragen aan de financiering ervan. In dit onderzoek worden huis- houdens gevolgd over een langere tijdsperiode. Geobserveerd wordt in welke levensfase gebruik gemaakt wordt van de diverse vormen van sociale zekerheid, maar ook bijvoorbeeld of zzp’ers baat zouden hebben gehad bij een WIA-verzekering terwijl zij die niet hebben. Op deze manier wordt geïdentificeerd waar maatschappelijk gezien winst valt te boeken. Specifiek wordt gekeken naar de WW en de sociale zekerheid voor werkenden die dicht tegen hun pensioen aanzitten. Het onderzoek bestaat uit een aantal empirische studies, die vervolgens worden vertaald naar de optimale vormgeving van Nederlandse sociale zeker- heidsinstituties, zoals de WW en de WIA. Zie ook pagina 36.
OVERZICHT LOPENDE ONDERZOEKSPROJECTEN
Eind 2018 lopen de volgende onderzoeksprojecten: Sociale zekerheid
• De toekomst van de universele verzorgingsstaat: tussen de sociale bijstand en een gegarandeerd minimuminkomen
• Denktank arbeidsvormneutrale verzekeringen voor alle
werkenden
• De verdeling van onzekerheden
• Essay basisinkomen
• Flexibilisering van de AOW-leeftijd?
• Grenzen aan atypische arbeid, flexwerk en zelfstandige arbeid getoetst aan Europese beginselen van het socialezekerheidsrecht
• Juridische en economische aspecten en gevolgen van
wijzigingen in werkloosheidsregelingen sinds 1986
• Maatwerk of ongelijkheid – effecten van verschillende bijstandsregimes
• Naar een stabiel stelsel van kinderopvang
• Op zoek naar nieuw evenwicht. Een parlementaire geschiedenis van het socialezekerheidsstelsel, 1980-2014
• Werk, zekerheid en belangenvertegenwoordiging in de
creatieve sector
• Werkgeversstrategieën en de ontwikkeling van arbeidsvoorwaarden sinds 1982
• Zelfredzaamheid en sociale bescherming over de levenscyclus
Uitvoeringspraktijk van de sociale zekerheid
• Als werken niet loont: inzicht in de working poor
• Behoorlijke bejegening in de sociale zekerheid
• Drempels geslecht: effectieve publieke dienstverlening aan lager opgeleiden
• Effecten van een MPG-interventie voor
multiprobleemgezinnen
• Geschikt of ongeschikt voor arbeid? Analyse van de effecten van arbeidsongeschiktheidshervorming
• Handhaving van onderop: handhavingsinstrumenten in de
sociale zekerheid vanuit het perspectief van de burger
• Jongeren op de arbeidsmarkt: doen wat werkt
• Niet langer in de Wajong: monitoren, begrijpen, leren en kennis verspreiden
• On(der)verzekerde zzp’ers: motieven, alternatieven, gevolgen
en het risico op armoede
• Perspectief Wajongers onder de Participatiewet
• Schuldbewust aan het werk: samen werken aan oplossingen voor schuldenproblematiek
Arbeidsmarkt
• Arbeidsgehandicapten: hoe benutten we hun potentieel?
• Boekproject juridische aspecten van platformisering
• De psychologie van de flexibilisering
• Essay toekomst medezeggenschap
32 ONDERZOEK \ LOPENDE ONDERZOEKS- \ AFGERONDE ONDERZOEKSPROJECTEN
• Levensloopbanen van werkloze 50-plussers
• Migranten naar werk, wat werkt?
• Nieuwe banen in ecosystemen
• Pilots modernisering medezeggenschap
• Technologisering en de arbeidsmarkt
• Van netwerk naar werk? Sociale netwerken van etnische groepen en de dynamiek van uitkeringsafhankelijkheid
• Verschuivingen op de Nederlandse arbeidsmarkt: dynamiek,
concurrentie of verdringing?
• Voorkomen is beter dan genezen: proactief zekerheid creëren in een flexibele arbeidsmarkt
• Werk voor iedereen. Baancreatie voor de onderkant van de
arbeidsmarkt
• Werken ‘van-werk-naar-werk (VWNW)’-trajecten?
Pensioenen
• Beleggingsresultaten van niet-liquide activa op lange termijn
• Xxxxx en beleving van langer doorwerken voor pensioen
• De afweging tussen kosten, ambitie en risico in pensioencontracten
• De mogelijkheden voor premiepensioeninstellingen (PPI’s) /
de overdraagbaarheid van pensioenen
• De toereikendheid van pensioenen
• Intergenerationele solidariteit of generatieconflict
Arbeid en gezondheid
• Arbeidsdeskundige handreiking werkgevers in de omgang met werkenden met veelvoorkomende psychische problemen
• De chronisch zieke werkende centraal: wat is de rol van sociaal
geneeskundigen? (programma)
Deelproject 1: Ontwikkeling en validering van een methodiek om de sociale context van de chronisch zieke werkende actief te betrekken in het sociaal geneeskundig handelen
Deelproject 2: Eigen regie en zelfredzaamheid voor chronisch zieke werkenden
Deelproject 3: Inbreng van de chronisch zieke werkende bij begeleiding naar werk en beoordeling van functionele mogelijkheden
Deelproject 4: Proefdraaien met de chronisch zieke
werkende centraal; een proeftuinaanpak voor co-creatie van wetenschap en sociaal geneeskundig werkveld
• Passend werk voor arbeidsbeperkten: de rol van de werkgever
Relatie onderwijs – arbeidsmarkt
• Vakmanschap als oplossing voor jeugdwerkloosheid?
• Loopbaan APK’s gekeurd; inventarisatie en analyse van instrumenten voor loopbaanchecks en loopbaan APK’s
Voor meer informatie over de lopende wetenschappelijke onderzoeksprojecten wordt verwezen naar de website.
IN HET VERSLAGJAAR AFGERONDE 0NDERZOEKSPROJECTEN
In 2018 zijn de volgende projecten afgerond:
• Decentralisatie: de beloften van nabijheid – een kwalitatief onderzoek naar de decentralisatie van arbeidsre-integratie, jeugdzorg en langdurige zorg
• Het basisinkomen
• Hoe vergaat het mensen met een kleine beurs?
• Internationalisering van de arbeidsmarkt
• Richtlijnontwikkeling chronisch zieken ten behoeve van bedrijfs- en verzekeringsartsen
• Toekomstige arbeidsmarkt (2) – Bescherming van
arbeidsmigranten in Nederland: toen, nu en in de toekomst
• Uit de WW in de bijstand
Voor meer informatie over de afgeronde wetenschappelijke onderzoeksprojecten wordt verwezen naar de website.
ONDERZOEKERSDAG 2018
De bijeenkomst onderzoek en beleid 2018 van Instituut Gak vond plaats op maandag 3 december in Theater Gooiland in Hilversum. Dit jaar met als centraal thema: ‘Werk voor iedereen, nu en in de toekomst’. Met 170 deelnemers, onderzoekers en beleidsmedewerkers, was het een goed bezocht symposium. Na een opening van dagvoorzitter Xxxxx Xxxxxxx gaf minister Xxxxxx Xxxxxxxx van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een ‘keynote’. Hij wees onder meer op de mismatch tussen scholing
en de arbeidsmarkt en het belang van investeren in scholing van werknemers. Ook benadrukte hij het belang van uitwisseling tussen onderzoek en beleid: om de problemen op de arbeids- markt op te kunnen lossen is ‘evidence-based’ beleid nodig.
Daarna sprak Xxxx xx Xxxx, voorzitter van werkgeversvereniging VNO-NCW, de ambitie uit om van Nederland het meest welva- rende land ter wereld te maken. Een sterke economie is de voor- waarde voor werk, werk dat naast inkomen ook het gevoel van eigenwaarde vergroot, aldus De Boer. Hij riep onderzoekers op om ‘reality checks’ uit te voeren en ‘out of the box’ te denken. Als derde keynotespreker trad Xxxxxx Xxxxxxx op. Hij wees onder meer op het verschijnsel ‘bullshit jobs’: banen waarvan mensen zelf vinden dat die er eigenlijk niet toe doen. Xxxxxxx vermoedt dat mensen liever een onzinbaan hebben dan geen baan.
In de lunchpauze konden de bezoekers een negental posterpre- sentaties van lopend onderzoek van Instituut Gak bekijken en in gesprek gaan met de betrokken onderzoekers.
Het middagprogramma startte met vijf interactieve workshops, onder andere over arbeidsmigratie, werkende armen en de invloed van technologie op werk. De dag werd afgesloten door econoom Xxxxxxx Xxxxxx, die zijn licht liet schijnen op de mogelijke gevolgen van robotisering op de arbeidsmarkt. Zijn belangrijkste conclusie: ‘Wees niet bang voor robots’.
Xxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxx
Via via kreeg ik te horen over het project Perfect Job. Ik werd gelijk enthousiast. Ik had weliswaar een baan, maar was daar niet gelukkig. Door mijn deelname heb ik veel nagedacht over waar ik goed in ben en waarom organisaties mij in dienst zouden moeten nemen. Ik heb hulp gekregen bij solliciteren en heb na het traject dankzij
de tips een baan gevonden bij Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Algemeen Plattelands Jongeren Werk • Perfect Job • Afgerond in 2018
34
LEER3TOELEN/LECTORAAT
XXXXXXXXXXX/XXXXXXXXX 00
Via de hoogleraren die zijn aangesteld door Instituut Gak is er voor de universiteiten extra en/of specialistische kennis, kunde en ervaring op het gebied van de sociale zekerheid en arbeidsmarkt beschikbaar. Deze expertise komt via de onderwijscurricula ten goede aan de studenten en wordt daarnaast ingezet in het wetenschappelijk onderzoek.
De hoogleraren en de lector wordt de mogelijkheid geboden een onderzoeksvoorstel in te dienen. Na goedkeuring door het bestuur, hierbij geadviseerd door de wetenschappelijke raad, worden voor de uitvoering van het onderzoek een promovendus en een parttime postdoc beschikbaar gesteld. Zie pagina 31 en 32 voor de in 2018 gehonoreerde voorstellen van aan het instituut verbonden hoogleraren.
Momenteel gaat het om de volgende leerstoelen:
Xxxx. xx. Xxxxxx Xxxxxxx • leerstoel ‘Sociale Geneeskunde, in het bijzonder arbeidsparticipatie en re-integratie van kwetsbare groepen’ • Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen
In de huidige participatiemaatschappij wordt ernaar gestreefd dat ook mensen met gezondheidsbeperkingen deelnemen aan regulier werk. Ondanks substantiële hervormingen in het socia- lezekerheidsstelsel – zoals de invoering van de Participatiewet, versobering van oudedagsvoorzieningen en decentralisatie van taken naar het gemeentelijk niveau – is de arbeidsdeelname van deze kwetsbare groep nog steeds laag en blijft deze fors achter bij die van gezonde personen. De leerstoel richt zich op het versterken van de arbeidsdeelname van zowel chronisch zieken als arbeidsgehandicapten. Centraal in het onderzoek staat de vraag op welke wijze effectieve en duurzame mogelijkheden tot arbeidsparticipatie voor de doelgroep kunnen worden gereali- seerd. Dit vraagt om kennisontwikkeling, meting van effecten van maatregelen en implementatie. Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met praktijkorganisaties zoals het UWV, gemeenten, werkgevers en zorg-, onderwijs- en overheidsinstellingen.
Prof. xx. Xxxxxx xxx Xxxxx • leerstoel ‘Kapitaalgedekte pensioenvoorzieningen’, Netspar • Tilburg University Nederland heeft een sterk pensioenstelsel dat de sociale partners is opgebouwd, met – naast de AOW – diverse kapi- taalgedekte aanvullende pensioenen. Maar wat is de toekomst hiervan? Mede door de vergrijzing kent het stelsel een aantal uitdagingen, vooral bij de aanvullende pensioenen. Het wordt moelijker om de deelnemers zekerheid te bieden. Vragen die bij deze leerstoel aan bod komen, zijn: hoe kunnen pensioenbespa- ringen bijdragen aan de groei en stabiliteit van de Nederlandse economie? Wat is de rol van pensioenen in de financiële planning
over de levensloop van individuele deelnemers? Welke mogelijk- heden zijn er om tot verbindingen te komen tussen pensioenen, ouderenzorg, hypotheken en woonvoorzieningen, en wat is daarbij de gewenste balans tussen collectieve uitvoering en individuele keuzevrijheid?
Xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxxxxx • leerstoel ‘Leer der sociale zekerheid’ • Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden
Bij deze leerstoel komen in het bijzonder sociaaleconomische aspecten van sociale zekerheid aan de orde, zowel in nationaal als in internationaal vergelijkend verband. In eerdere studies zijn onder andere de effecten van socialezekerheidsregelingen op inkomensverdeling en armoede onderzocht. In het lopende onderzoek ligt de nadruk op sociale zekerheid en zelfredzaam- heid gedurende de levenscyclus. Hierbij staan de volgende vragen centraal:
1. In hoeverre verzacht sociale zekerheid inkomensschokken en ongelijkheid?
2. Hoe groot is de zelfredzaamheid van mensen met betrekking tot werk?
3. Hoe groot is de zelfredzaamheid van mensen met betrekking tot sparen en pensioen?
4. Hoe verhoudt de combinatie van zelfredzaamheid en sociale bescherming in Nederland zich tot die van andere landen?
Naast het onderzoek wordt in het kader van deze leerstoel het keuzevak ‘Sociale zekerheid’ gegeven, dat openstaat voor alle studenten van de Universiteit Leiden, en het onderzoeksinten- sieve vervolgvak ‘Hervorming van sociale regelgeving’.
Prof. xx. xx. Xxxx Xxxxxxxxx • leerstoel ‘Pensioenrecht’, Faculteit der Rechtsgeleerdheid • Radboud Universiteit Nijmegen
Deze leerstoel is bedoeld om bij te dragen aan de ontwikkeling van het wetenschapsgebied pensioenrecht. Bij het pensioen- recht gaat het om inkomenszekerheid bij pensioen en arbeids- ongeschiktheid, en inkomenszekerheid voor nabestaanden. Vergrijzings- en verdelingsvraagstukken die invloed hebben op de toekomst(bestendigheid) van het pensioenstelsel hebben daarbij de bijzondere aandacht. De leeropdracht richt zich vooral op het arbeidsgerelateerde pensioen. Onderdeel van de leerstoel is het verzorgen van onderwijs, het verrichten van onderzoek en het publiceren over het pensioenrecht. Zo wordt in Nijmegen het mastervak ‘Pensioenrecht’ aangeboden. Het wetenschappelijk onderzoek naar pensioenrecht dat aan de leerstoel is gekoppeld, bestudeert de juridische en maatschap- pelijke solidariteitsgrenzen binnen het pensioenstelsel en de verhouding tussen juridische en economische eigendoms- rechten bij pensioen.
Xxxx. xx. Xxx Xxxxxx xxx Xxxx • leerstoel ‘Geschiedenis van de sociale zekerheid’ • Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht
De sociale zekerheid heeft diepe wortels. Al in de zeventiende eeuw was de sociale zekerheid in het stedelijke, religieus pluriforme en rijke Nederland beter ontwikkeld dan elders.
Lange tradities kunnen onze ideeën over wat rechtvaardig is nog steeds beïnvloeden. Tot hoeveel solidariteit zijn we
bereid? Hoe kan participatie het best worden bevorderd? Wat is beter, uitvoering door de overheid of uitvoering door sociale
partners? Is het beter om daarbij rekening te houden met lokale omstandigheden of voor iedereen in het land dezelfde regels
te laten gelden? Bestudering van de geschiedenis leert welke experimenten al zijn uitgevoerd en of ze werkten.
Xxxx. xx. Xxxxxxx Xxxxx • leerstoel ‘Sociale Zekerheid en Arbeidsverhoudingen’ • Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS), Universiteit van Amsterdam Binnen de leeropdracht wordt de rol van vakbonden en werkgevers wat betreft sociale zekerheid en arbeidsmarkt geanalyseerd. Ook wordt er gekeken naar de ideeën en het beleid van deze twee actoren ten aanzien van sociale zekerheid en arbeidsmarkt en ten aanzien van overheids- en EU-beleid. Hoofdvragen zijn: hoe beïnvloeden vakbonden, werkgevers en hun organisaties de kwaliteit van de arbeid binnen bedrijven, organisaties en sectoren; hoe dragen werkgevers en bonden bij aan socialezekerheids- en arbeidsmarktbeleid; en hoe spelen ze in op veranderende economische omstandigheden en over- heidsbeleid, waarbij de karakteristieken van de actoren en hun onderlinge relaties en machtsverhoudingen een rol spelen. Zie ook pagina 31.
Prof. dr. Xxxxxx Xxxxxx • leerstoel ‘Arbeidsmarkt en sociale zekerheid’ • School of Business and Economics, Vrije Universiteit Amsterdam
Deze leerstoel richt zich op wetenschappelijke kennis op het grensvlak van de arbeidsmarkt en sociale zekerheid: hoe is het socialezekerheidsstelsel zo in te richten dat werklozen snel de weg naar de arbeidsmarkt terugvinden? Afhankelijk van het handelingsperspectief van partijen kunnen onderzoeksvragen hierbij variëren. Analyses richten zich op de centrale vormge- ving van het socialezekerheidsstelsel, bijvoorbeeld op beoogde en niet beoogde effecten van financiële prikkels voor werk- gevers bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid van werknemers. Ook de vraag wat er gebeurt met werknemers die voorheen in aanmerking kwamen voor een uitkering is hierbij relevant. Daarnaast kunnen analyses ondersteunend zijn bij de uitvoering van sociale zekerheid op decentraal niveau. De leer- opdracht gaat uit van een empirische en beleidsmatige benade- ring, met een sterke nadruk op het meten van de effectiviteit en doelmatigheid van beleidswijzigingen of beleidsinstrumenten.
Prof. xx. xx. Xxxx xxx Xxxxxxx • leerstoel ‘Internationaal pensioenrecht’ • Faculteit Recht, Economie Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht Op allerlei terreinen vindt internationalisering plaats, ook op het terrein van pensioenen. Sociale zekerheid, waar in een aantal landen het pensioenstelsel deel van uitmaakt, lijkt daarentegen in belangrijke mate een nationale aangelegenheid. De vraag is echter: kunnen we bij de inrichting van ons nationale pensioen- stelsel wel buiten Europa? Daarnaast is er een groeiend pro- bleem aangaande de beperkte keuzevrijheid die de deelnemer (vooral in Nederland) heeft ten aanzien van het pensioenfonds waar men vaak verplicht bij aangesloten is. De beperking van
de keuzemogelijkheden heeft een sociale doelstelling. Tegelij- kertijd vragen deelnemers om meer inspraak. In deze leerstoel wordt onderzocht welke invloed EU-wetgeving heeft op ons pensioenstelsel en of die tot een verbetering van pensioenen kan leiden? Daarbij is speciale aandacht voor de zogenaamde premiepensioeninstelling (PPI). Dit is een nieuwe entiteit, inge- steld mede op basis van Europese regelgeving, die pensioenen grensoverschrijdend kan aanbieden. Lukt het PPI-instellingen om vanuit Nederland en andere EU-landen deelnemers meer keuzevrijheid te bieden?
Xxxx. xx. Xxxx Xxxxxx • leerstoel ‘Pensioenbeheer en risicomanagement’ • Netspar, Tilburg University
Het Nederlandse pensioenstelsel is complex, nieuwe keuze-ele- menten zijn niet gemakkelijk toe te voegen en de uitkeringen zijn zeer gevoelig voor fluctuaties. Er wordt dan ook nagedacht over een vernieuwd stelsel gebaseerd op persoonlijke pensioen- rekeningen met risicodeling (PPR). Daarvan zijn vele varianten mogelijk. De uitdaging is om aantrekkelijke pensioenarrange- menten te vinden, die aansluiten bij wensen van deelnemers
en hen een adequaat pensioen bieden waarin risico’s optimaal worden gedeeld. Binnen de leerstoel gaat het zowel om speci- alistisch economisch onderzoek (naar de vraag hoe om te gaan met het delen van risico’s en met verwachte rendementen), als om afstemming met andere disciplines (waaronder rechten en sociologie).
Prof. xx. xx. Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx • leerstoel ‘Socialezekerheidsrecht’ • Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit Amsterdam In deze leeropdracht gaat het om de bestudering van het
socialezekerheidsrecht in Nederland. Socialezekerheidsrecht is het geheel aan regelingen die inkomensbescherming bieden bij sociale risico’s als ziekte, werkloosheid en armlastigheid, en die uitkeringsgerechtigden steun geven bij het vinden van werk. Het rechtsgebied staat niet op zichzelf, maar heeft belangrijke raakvlakken met andere rechtsgebieden zoals het arbeidsrecht, het algemene bestuursrecht en het gezondheidsrecht. Een
en ander moet in overeenstemming zijn met hogere regelge- ving zoals Europees recht en grondrechten. Het onderzoek binnen deze leerstoel legt een accent op de aansluiting van
36
XXXXXXXXXXX/XXXXXXXXX 00
het socialezekerheidsrecht op het arbeidsrecht, alsmede de doorwerking van grondrechten in het socialezekerheidsrecht. De leerstoel krijgt tevens vorm in het onderwijscurriculum en bestaat uit mastercursussen en postacademisch onderwijs aan advocaten. Zie ook pagina 30 en 31.
Xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxxxx • leerstoel ‘Internationaal en Europees socialezekerheidsrecht’ • Tilburg Law School, Tilburg University
In het kader van de leerstoel wordt onderzoek verricht en onder- wijs gegeven in de domeinen van het Europees, internationaal en vergelijkend socialezekerheidsrecht. In rechtsvergelijkende studies wordt het Nederlandse socialezekerheidsrecht bekeken. Ook wordt onderzoek gedaan naar nieuwe vormen van migratie en de gevolgen daarvan voor de sociale zekerheid. Hierbij
gaat bijzondere aandacht uit naar atypische arbeidsvormen (zzp, deeltijdwerk, freelancewerk, arbeid zonder economische drijfveer, enzovoort). Het opnieuw doordenken van Europese en internationale minimumnormen voor sociale zekerheid behoort eveneens tot het inhoudelijke pakket van de leerstoel.
Xxxx. xx. Xxxx xxx Xxxxx • leerstoel ‘Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid in Internationaal Perspectief’ • Universiteit Leiden
Deze leerstoel levert een bijdrage aan de ontwikkeling van internationaal vergelijkend onderzoek naar veranderingen op het terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt. Economische en maatschappelijke ontwikkelingen als globa- lisering, migratie, technologische vooruitgang en vergrijzing leveren moeilijke, strategische dilemma’s op ten aanzien van de inrichting van sociale stelsels. De leerstoel beoogt om met internationaal vergelijkende analyses inzicht te bieden in de verschillende typen sociale hervormingen die onder verschil-
lende politiek-economische omstandigheden tot stand komen. Ook de rol van de beleidsagenda van de Europese Unie is hierbij van belang. Een ander belangrijk thema in dit verband is de invloed van de toenemende (arbeids-)migratie op de nationale stelsels van sociale zekerheid.
Xxxx. xx. Xxxx Xxxx • leerstoel ‘Socialezekerheidsrecht’
• Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Rijksuniversiteit Groningen
In deze leerstoel ligt de nadruk op de publiekrechtelijke inbed- ding van de sociale zekerheid. Deze benadering is bijzonder, omdat aan andere Nederlandse universiteiten het socialeze- kerheidsrecht veeleer wordt bestudeerd in samenhang met het arbeidsrecht, als een onderdeel van het sociaal recht. In Groningen wordt het socialezekerheidsrecht eerder bezien als een bijzonder deel van het bestuursrecht, naast bijvoorbeeld het omgevingsrecht en het vreemdelingenrecht. Deze con-
structie laat onverlet dat er een goede samenwerking is met het wetenschapsgebied arbeidsrecht. Ook aan het internationaal en Europees socialezekerheidsrecht wordt veel aandacht besteed.
Prof. dr. Cok Xxxxxxx • leerstoel ‘Sociale Zekerheid en Participatie’ • Faculteit Sociale wetenschappen, Universiteit Utrecht
De leerstoel richt zich op theoriegestuurd sociologisch onder- zoek naar de voorwaarden en regelingen die eraan bijdragen dat burgers over een toereikend inkomen beschikken en actief kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt en maatschappij. Spe- ciale aandacht gaat uit naar kwetsbare groepen, zoals (arbeids) migranten, arbeidsongeschikten, laaggeschoolden en mensen
met weinig inkomen in relatie tot de invloed van het lokale, nati- onale en Europese beleid op hun sociale positie. De leerstoel is ingebed in het Interuniversity Centre for Social Science Theory and Methodology (ICS), de oudste sociologische graduate school van Nederland. Er bestaat nauwe samenwerking met
het Sociaal en Cultureel Planbureau en er is verbinding met het strategisch thema ‘Instituties voor Open Samenlevingen’ van de Universiteit Utrecht. Daarin bundelen wetenschappers uit verschillende disciplines (economie, sociologie, geschiedenis, bestuurskunde, recht) hun kennis.
Xxxx. xx. Xxxxxx xxx Xxxxxx • leerstoel ‘Sociale zekerheid en economie’ • Tilburg School of Economics and Management, Tilburg University
De leerstoel richt zich op de economische analyse van de sociale zekerheid. Veranderingen in de Nederlandse maatschappij leiden tot vragen over de organisatie van de sociale zekerheid, in het bijzonder over de noodzaak, doeltreffendheid en de effi- ciëntie van de verschillende socialezekerheidsarrangementen. De bevolking vergrijst, het aandeel eenpersoonshuishoudens neemt toe en het vaste arbeidscontract is op zijn retour. Er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt om het sociale- zekerheidsstelsel toekomstbestendiger te maken. Vragen die in het kader van de leerstoel aan bod komen, zijn onder andere: welke baten ontlenen verschillende groepen in de samenleving aan verzekering, inkomensherverdeling en de verplichtstelling van socialezekerheidsarrangementen? Wat zijn de toekomst- verwachtingen ten aanzien van de maatschappelijke behoefte aan sociale zekerheid? In welke mate veranderen werkenden en werkgevers hun gedrag onder invloed van de sociale zekerheid?
Hoe kunnen socialezekerheidsarrangementen het beste worden
gericht op degenen die daar de meeste baat bij hebben? Zie ook pagina 31.
Xx. Xxxxxxx Xxxxxx • lectoraat ‘Arbeidsdeskundigheid’
• Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Doel van dit lectoraat is het ontwikkelen en borgen van kennis en vaardigheden omtrent het optimaliseren van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie, ook bij mensen met een (dreigende) beperking. Het bijzonder lectoraat ‘Arbeids- deskundigheid’ wil arbeidsdeskundigen en aanverwante professionals helpen om hun taken ook in de toekomst goed te blijven uitvoeren. De onderzoekers van het lectoraat doen
dit door nieuwe kennis te ontwikkelen en bestaande kennis en
methoden op het gebied van arbeidsdeskundigheid te borgen, zodat het arbeidsdeskundig handelen in toenemende mate ‘evidence-based’ wordt.
De leerstoel ‘Sociale verzekeringsgeneeskunde’ is momenteel vacant.
Het bestuur van Instituut Gak heeft het aantal leerstoelen de afgelopen jaren uitgebreid. Ontwikkelingen met betrekking tot wetenschapsgebieden die binnen de kaders van de doelstelling en de missie van Instituut Gak vallen, zullen ook in de toekomst nauwgezet worden gevolgd.
38
IN3TITwwT fiAK FELLOW3HIP
In 2017 hebben Instituut Gak en het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social
Sciences (NIAS-KNAW) wetenschappers opgeroepen om onderzoeksvoorstellen in te dienen voor het eerste Instituut Gak Fellowship op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsmarkt(beleid). Het fellowship heeft het karakter van een ‘sabbatical leave’: een wetenschapper krijgt gedurende een afgebakende periode de vrijheid en ruimte om een
thema – passend binnen het domein van Instituut Gak – op te pakken, uit te werken en erover te debatteren en publiceren. Voor de eerste Instituut Gak Fellowships zijn drie kandidaten geselecteerd, die zich elk aansluitend voor vijf maanden bezig hebben kunnen houden c.q. zich bezig kunnen houden met wetenschappelijk onderzoek, reflectie en/of verdieping op eerdergenoemde gebieden.
Prof. dr. Xxxxxx Xxxxxxx • afdeling Bestuurswetenschap en Politicologie • Vrije Universiteit Amsterdam
Dit project heroverweegt het beroemde werk van Xxxxx xx Xxxxx over de geboorte en ontwikkeling van nationale ver- zorgingsstaten. Gezien een aantal ingrijpende veranderingen in de sociale, economische en politieke samenstelling van de
welvaartsstaten van vandaag, ligt de nadruk op het ontwikkelen van nieuwe visies op welvaart en welzijn. Is het nationale niveau nog steeds relevant of hebben we visies nodig die ‘het globale’ en ‘het lokale’ verbinden? Is de verzorgingsstaat nog steeds in de eerste plaats een institutie met een beschermende functie, of moeten we andere functies voorzien, zoals verbinden en acti- veren? Zijn staten nog steeds de leidende actoren, of zijn andere instellingen en niveaus van solidariteit denkbaar en wenselijk? Looptijd vijf maanden, gestart in februari en afgesloten in juni 2018.
Xx. Xxxxxxxx xxx xxx Xxxx • Institute of Public Administration • Universiteit Leiden
De geschiedenis van de Nederlandse verzorgingsstaat overlapt ten dele met de ontwikkeling van financiële markten. Er bestaat vooral een sterke connectie op het gebied van de aanvullende pensioenen, waar de uitkeringen betaald worden uit beleggingen in financiële markten. Desondanks is de relatie tussen beide
nog niet vaak wetenschappelijk onderzocht. In dit project wordt gekeken hoe de overheid, het bedrijfsleven en de vakbonden financiële markten hebben gebruikt om hun eigen politieke doelstellingen op het gebied van pensioen te realiseren. Het onderzoek richt zich op vijf historische momenten, die samen grotendeels de geschiedenis van het Nederlandse pensioen- stelsel beslaan, van het begin van de 20e eeuw tot het heden. In het project worden vergelijkingen gemaakt met Duitsland en de
Verenigde Staten, om zo de unieke geschiedenis van het Neder- landse pensioenstelsel te duiden. Looptijd vijf maanden, gestart in september 2018 en afgesloten in januari 2019.
Dr. Xxxxxx xxx Xxxxxx • programmagroep Political Economy and Transnational Governance • Universiteit van Amsterdam
Dit project onderzoekt de politiek rond arbeidersrechten binnen verzorgingsstaten. Het project bestaat uit een vergelijking tussen vakbondsvorming en beleidsontwikkeling, gericht op drie domeinen van de Nederlandse verzorgingsstaat: kinder- opvang, langdurige zorg en huishoudelijk werk. In hoeverre en op welke wijze zijn de belangen van werknemers in elk van deze domeinen vertegenwoordigd? Onder welke omstandigheden kunnen vertegenwoordigers van werknemers invloed uitoe- fenen op beleidsverandering? Het project is innovatief in zijn focus (sectoren waarin vooral vrouwen, migranten en laagopge- leide mensen werken) en legt een verbinding tussen literatuur over verzorgingsstaten en arbeidsverhoudingen. Het betreft een theorie-gestuurde studie, waarbij gebruikgemaakt wordt van process tracing, een methode die het causale proces in zijn context analyseert. Looptijd vijf maanden, gestart in februari 2019.
In januari 2019 is een tweede ronde inschrijvingen gestart. Hiervoor zijn twee fellowships beschikbaar, voor de duur van vijf maanden (start september 2019 en februari 2020).
Xxxxxxxx xxx xxx Xxxx
Dankzij de Instituut Gak Fellowship heb ik een half jaar kunnen besteden aan wat de wetenschap zo mooi maakt: écht de tijd nemen voor het doen van onderzoek, het bijwonen van seminars en lezingen, en het voeren van lange gesprekken met collega’s uit diverse landen en disciplines. En dat alles binnen de zeer inspirerende omgeving van het Netherlands Institute of Advanced Studies (NIAS) in Amsterdam. Wat een enorm voorrecht om hier deel van uit te mogen maken!
Institute of Public Administration • Universiteit Leiden
BELEfifiINfi3BELEID
40
BELEGGINGSBELEID 41
Strategische beleggingsmix
Strategie
De beleggingsstrategie van Instituut Gak is enerzijds gericht op het in stand houden van de koopkracht van het vermogen en anderzijds op verwerving van voldoende ren- dement ten behoeve van de financiering van een structureel subsidiebudget.
In financiële zin komt dit neer op een doelstelling waarin het gemiddelde beleggingsresultaat op middellange termijn moet uitkomen op een niveau van de inflatie plus 2,75% per jaar.
Dit is een realistische doelstelling, die niet per definitie ieder jaar kan worden verwezenlijkt.
Als lange termijnbelegger is het voor het instituut daarbij moge- lijk van jaar tot jaar een bepaalde mate van volatiliteit in het beleggingsrendement te accepteren. Het risico wordt zo veel mogelijk beperkt door de grote diversificatie in de beleggings- portefeuille, in combinatie met methodieken, specifiek gericht op de bescherming van de koopkracht van het vermogen.
Net als in de afgelopen jaren, is ook in 2018 weer veel aandacht besteed aan de vergroting van de diversificatie binnen de porte- feuille. Daarnaast wordt de koopkracht van het vermogen voor 50% beschermd door lange termijn inflatieswaps die bij ver- schillende tegenpartijen zijn afgesloten en waarbij onderpand wordt uitgewisseld ter afdekking van het tegenpartijrisico.
Beleggingsprincipes
De onderstaande beleggingsprincipes van het instituut zijn in de loop der tijd tot uitdrukking gebracht in het beleggingsbeleid:
• Op de lange termijn wordt het nemen van risico beloond. Gezien de lange beleggingshorizon kunnen beleggingen op de lange termijn worden gericht. De mogelijkheid in
risicovollere producten te beleggen hangt samen met het op langere termijn verwachte hogere rendement. Op de korte en middellange termijn kunnen standaarddeviaties en correlaties op de financiële markt sterk variëren. Verschillende financiële markten kunnen zich in verschillende economische cycli bevinden en daardoor sterk afwijken.
• Diversificatie over verschillende beleggingscategorieën zorgt voor een betere verhouding tussen het risico en het rendement
• Alleen actief beleggen bij de overtuiging dat actief beheer ook na kosten waarde toevoegt.
Er wordt alleen actief belegd wanneer er (1) naar verwachting waarde wordt toegevoegd (indien markten als inefficiënt worden gezien) of om (2) missers te voorkomen. De hogere kosten bij actief beheer worden alleen geaccepteerd als toevoeging van een duurder product naar verwachting leidt tot een verbetering van de risico-rendementsverhouding.
• De complexiteit van het beleggingsbeleid en de invulling van de eigen organisatie moeten bij elkaar passen.
De wijze van beleggen moet transparant en uitlegbaar zijn, waarbij het monitoren van de beleggingsportefeuille een belangrijk onderdeel is van het vermogensbeheer.
Strategische beleggingsmix
De strategische beleggingsmix bepaalt de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën en de keuze tussen de verschillende producten binnen die categorieën. Bij de vaststel- ling van deze mix wordt rekening gehouden met de verhouding tussen risico en rendement. Op de lange termijn zou die stra- tegische beleggingsmix een gemiddeld rendement op moeten leveren, dat in principe voldoende is om de koopkracht van het vermogen in stand te houden, na aftrek van uitgekeerde subsi- dies, de kosten van het vermogensbeheer en de personeels- en overige kosten.
Hieronder is de voor 2019 vastgestelde strategische beleggingsmix weergegeven:
Vastrentende waarden 41%
Aandelen 35%
Vastgoed 10%
Alternatieve beleggingen 14%
100%
Vastrentende waarden
Binnen de vastrentende portefeuille wordt 18,5% van het in de beleggingsmix genoemde totaal van 41% passief belegd in kortlopende staatsobligaties van een geselecteerd aantal
2018
41% | - VASTRENTENDE WAARDE - | 41% |
35% | - AANDELEN - | 35% |
10% | - VASTGOED - | 10% |
14% | - ALTERNATIEVEN - | 14% |
landen’ en 5% in ‘opkomende markten’. De portefeuille ‘ont- wikkelde landen’ wordt deels passief en deels semi-passief (enhanced) beheerd. De portefeuille ‘opkomende markten’ wordt semi-passief beheerd. Het USD-valutarisico met betrek- king tot de beleggingen in aandelen wordt voor ongeveer de helft afgedekt. Het valutarisico met betrekking tot de beleg- gingen in GBP en JPY wordt voor ongeveer 80% afgedekt.
Vastgoed
Dit betreft een belegging in indirect beursgenoteerd vastgoed. Deze bestaat voor de helft uit Europees en voor de helft uit Noord-Amerikaans vastgoed. Beide portefeuilles worden actief beheerd. Het USD-valutarisico met betrekking tot de belegging in vastgoed wordt voor ongeveer de helft afgedekt. Het GBP-va- lutarisico wordt voor ongeveer 80% afgedekt.
Alternatieve beleggingen
De 14% belegging in alternatieven bestaat voor 4% uit commodities en voor 10% uit absoluut rendementsfondsen, gespecialiseerde beleggingsfondsen gericht op rendement uit verschillende beleggingscategorieën met wisselende gewichten naar gelang marktomstandigheden.
Het beperkte USD-valutarisico met betrekking tot de commodi- ties wordt voor ongeveer de helft afgedekt. De absoluut rende- ment fondsen streven naar een absoluut rendement in euro’s, een ongewenst valutarisico wordt geheel afgedekt.
2017
Beleggingsbeleid op korte termijn
Instituut Gak streeft geen extra rendement na door market timing, maar hanteert juist een rendementsdoelstelling voor de lange termijn en maakt daarbij gebruik van een duidelijk
risico-kader. Extreme risico’s worden –waar nodig geacht– afge- dekt. Hierbij valt te denken aan de eerdergenoemde risico’s als het valuta-, inflatie-, krediet-, markt- en/of renterisico. Bij de implementatie van tactische ingrepen in de portefeuille is het streven gericht op een zo efficiënt mogelijke realisatie. Daartoe zijn overeenkomsten gesloten met een aantal investment banks, waardoor het mogelijk is om derivaten af te sluiten. Hierbij wordt het kredietrisico beperkt door een continue uitwisseling van onderpand. Bij het afsluiten van derivaten laat het instituut zich ondersteunen door externe specialisten.
Uit onderstaande tabel, waar zowel de voor een periode van tien jaar afgesloten inflatieswaps als de valuta afdekkingstransac- ties buiten beschouwing zijn gelaten, blijkt dat de verschillen tussen de werkelijke beleggingsmix en de voor 2018 geldende strategische beleggingsmix gering zijn. In het algemeen wordt gekozen voor een defensieve invulling van het beleggingsbe- leid. Een overweging naar de meer risicovolle beleggingscate- gorieën als gevolg van koersontwikkelingen wordt veelal snel gecorrigeerd. In geval van een ontstane onderweging wordt op basis van de geldende marktomstandigheden besloten over het wel of niet bijkopen van de meer risicovolle beleggingen.
op portefeuille niveau.
Diversificatie zorgt voor een betere spreiding van de beleggingen en voorkomt dat ‘alle eieren in één mandje worden gelegd’.
• Het rendement moet op een verantwoorde en duurzame wijze worden gegenereerd.
ESG is een belangrijk uitgangspunt van het beleggingsbeleid. Verantwoord beleggen is belangrijk en hoeft niet ten koste te gaan van het financieel rendement.
eurolanden en 22,5% wordt door twee verschillende vermo- gensbeheerders actief belegd in wereldwijde bedrijfsobligaties. In de wereldwijde bedrijfsobligatieportefeuille wordt slechts een zeer beperkt valutarisico genomen, daar de valuta exposure nagenoeg geheel wordt afgedekt naar de euro.
Aandelen
Binnen de aandelenportefeuille wordt 30% van het in de beleg- gingsmix genoemde totaal van 35% belegd in ‘ontwikkelde
Strategische mix strategie 31/12/17 31/03/18 30/06/18 30/09/18 31/12/18
Vastrentende waarden 41,0% 40,9% 41,4% 40,5% 39,8% 42,1%
Aandelen 35,0% 35,2% 34,8% 34,7% 36,0% 34,0%
Vastgoed 10,0% 10,2% 9,8% 10,7% 10,3% 9,9%
Commodities 4,0% 3,9% 3,9% 4,0% 4,1% 3,5%
Absoluut rendement fondsen 10,0% 9,8% 10,1% 10,1% 9,8% 10,5%
100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
42
BELEGGINGSBELEID 43
Duurzaamheid beleggingsportefeuille
Wat betreft het beheer van het vermogen van het instituut is het streven gericht op een praktisch uitvoerbaar duurzaam- heidsbeleid, dat past bij de aard en omvang van het instituut. Dit beleid houdt in dat:
1. Zowel in de ontwikkelde als in de opkomende landen niet wordt belegd in effecten van ondernemingen, waarvan een onafhankelijke partij (Sustainalytics) heeft vastgesteld dat
5. Instituut Gak vindt het belangrijk dat de aangestelde vermogensbeheerders de ‘Principles for Responsible Investing’ van de Verenigde Naties (UNPRI) ondertekenen. Daarmee geven zij aan bij de uitvoering van hun werkzaamheden rekening te houden met duurzaamheid op het gebied van milieu, bepaalde sociale kwesties en goed ondernemingsbestuur. Bij beheerders die nog niet tot ondertekening van de UNPRI zijn overgegaan, wordt erop aangedrongen hiertoe alsnog over te gaan.
Resultaat 2018
Het totaal belegde vermogen bedroeg ultimo 2018 ¤ 560 miljoen. Het hiervoor omschreven beleggingsbeleid leverde, inclusief risico mitigerende maatregelen, over het jaar 2018 een resultaat op van ¤ 28,7 miljoen negatief, ofwel -/- 4,86 %.
De onderstaande tabel biedt nader zicht op de totstandkoming van het beleggingsresultaat.
Per beleggingscategorie wordt de relatieve performance ten opzichte van de benchmark aangegeven. In de rechterkolom wordt de bijdrage (attributie) aan de outperformance gesplitst.
Voor een nadere toelichting op de beleggingen wordt verwezen naar het beleggingsbeleid op pagina 41 tot en met 42 en de toelichting op de jaarrekening pagina 48 tot en met 61.
deze zich niet houden aan de ‘Global Compact Principles’ van de Verenigde Naties (Mensenrechten, Arbeidsomstandigheden,
Milieu en Anti Corruptie). Evenmin wordt belegd in effecten van ondernemingen die zich bezighouden met de
ontwikkeling, productie of het onderhoud van controversiële wapens en in tabaksfabrikanten.
2. Ondernemingen waarin wordt belegd worden – vanaf
1 juli 2019 – aangesproken indien zij op bepaalde thema’s financieel en/of maatschappelijk hun prestaties verder kunnen verbeteren. De thema’s waarop het instituut door Achmea Investment Management (AIM) aan thematisch engagement laat doen sluiten aan op de doelstellingen van het instituut.
3. Wordt gestemd op aandeelhoudersvergaderingen. Voor de aan de verschillende vermogensbeheerders toevertrouwde aandelenmandaten, is AIM aangesteld als ‘proxy voting agent’. Dit houdt in dat AIM namens het instituut het stemrecht uitoefent wat betreft de aandelen die zich bevinden in
deze mandaten. AIM baseert zich hierbij op onderzoek van International Shareholder Services (ISS), ISS Governance Exchange, MSCI/Environmental Social Governance, van de ondernemingen ontvangen vergaderstukken, informatie op de website van de ondernemingen, informatie van de portefeuillemanagers, relevante factoren op het gebied van
milieu, sociale onderwerpen en goed ondernemingsbestuur, alsmede Corporate Governance engagements en alerts van Eumedion (een organisatie die de belangen van Nederlandse institutionele beleggers behartigt op het gebied van Corporate Governance en duurzaamheid).
4. In het geval het stemmen betrekking heeft op Nederlandse aandelen geldt dat AIM, indien nodig, door Xxxxxxxx op de hoogte wordt gesteld van mogelijk controversiële zaken. Daarnaast maakt AIM met bij Eumedion aangesloten institutionele beleggers afspraken wie er namens deze beleggers aanwezig is bij (en eventueel het woord voert tijdens) de aandeelhoudersvergaderingen van Nederlandse ondernemingen. In zeer specifieke gevallen kan Instituut Gak, als dit wenselijk wordt geacht, zelf het stemrecht uitoefenen. Besloten is aandelen in Nederlandse ondernemingen niet uit te lenen.
Beleggingsportefeuilles
Instituut Gak kiest voor een interne aansturing van en controle op het beleggingsproces. Het instituut heeft momenteel vijftien beleggingsportefeuilles bij elf verschillende professionele vermogensbeheerders. Tevens wordt gewerkt met een van de vermogensbeheerders onafhankelijk, gerenommeerd bewaar- bedrijf. Dit bedrijf is naast de bewaring, onder meer belast met een van de vermogensbeheerders onafhankelijke resultaatme- ting en compliance monitoring. Voorts wordt samengewerkt met externe adviseurs, die het instituut, waar nodig, onder- steunen bij een deskundige vaststelling en uitvoering van het beleggingsbeleid.
Kosten vermogensbeheer
De kosten van het vermogensbeheer bestaan enerzijds uit kosten die het bewaarbedrijf en de vermogensbeheerders bij het instituut in rekening brengen ad ¤ 1.882.000 (0,32% van het gemiddelde belegde vermogen) en anderzijds uit kosten welke direct ten laste van beleggingsfondsen worden gebracht. De totale kosten van het vermogensbeheer liggen ongeveer op hetzelfde niveau als in 2017 en bedragen circa 0,44% van het belegde vermogen. Sectorale vergelijking met andere fondsen van overeenkomstige omvang en een vergelijkbare inrichting van de beleggingsportefeuille toont dat deze kosten op een vergelijkbaar niveau liggen.
Rendement Benchmark Verschil Herkomst relatieve
performance
Vastrentende waarden -/- 1,67 % -/- 1,80 % 0,13 % 0,05 %
Aandelen -/- 4,31 % -/- 4,95 % 0,64 % 0,22 %
Vastgoed -/- 1,61 % -/- 3,73 % 2,12 % 0,21 %
Commodities -/- 13,72 % -/-13,40 % -/- 0,32 % -/- 0,01 % Absoluut rendement fondsen -/- 0,16 % -/- 0,28 % 0,12 % 0,01 % Allocatie-effect -/- 0,12 %
Totaal beursgenoteerd voor afdekken risico’s -/- 2,86 % -/- 3,22 % 0,36 % 0,36 % Afdekking valutarisico USD, GBP en JPY -/- 1,43 %
Opbrengst uitleen effecten 0,02 %
Kosten vermogensbeheer -/- 0,32 %
Totaal beursgenoteerd na afdekken
valutarisico en kosten -/- 4,59 %
Afdekking inflatierisico -/- 0,27 %
Totaal inclusief inflatiebescherming -/- 4,86 %
Gerealiseerd beleggingsresultaat versus doelstelling (3,5%* +inflatie) januari 2010 = 100
* Voor 2019 en verder is deze bijgesteld naar 2,75%.
44 BELEGGINGSBELEID
0RfiANI3ATIE
45
Verloop driejaarsvolatiliteit (vanaf 1 januari 2010) Bestuur
Het bestuur vergadert zesmaal per jaar. In deze vergaderingen worden onder andere besluiten genomen met betrekking tot:
• het te voeren beleid om de doelstellingen van het instituut te
kunnen realiseren;
• specifieke thema’s waaraan het instituut aandacht wil besteden;
• evaluatie van de voortgang van de verschillende
onderzoeksprogramma’s en projecten;
• beoordeling van de subsidieaanvragen en de onderzoeksprogramma’s in het licht van het beleid van het instituut;
• het functioneren van de bijzondere hoogleraren en lectoren
van wie de leerstoelen respectievelijk het lectoraat door het instituut worden gefinancierd, het benoemen van nieuwe hoogleraren en lectoren en eventuele instelling van nieuwe leerstoelen en lectoraten;
• het te voeren beleggingsbeleid.
Voor een aantal besluiten geldt dat het bestuur zich laat advi- seren door de raad van advies, de beleggingscommissie, de wetenschappelijke raad en/of het bureau.
Mevrouw mr. Xxxxxx xxx Xxxx heeft als voormalige staats- secretaris van Economische Zaken en bestuursvoorzitter van de Universiteit van Tilburg en de Universiteit Utrecht veel bestuurlijke ervaring. Zij was tot 1 december 2018 voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Zij is thans commissaris bij onder andere PwC, Philips Nederland en
Fuji-Europe en lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Gemeentemuseum Den Haag.
Drs. Xx xxx xxx Xxxx is voormalig bestuursvoorzitter van Siemens Nederland NV en is daarnaast vice-voorzitter van het hoofdbestuur VNO-NCW, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Universiteit Leiden en per 1 april 2018 voorzitter RvC TenneT.
Nevenfuncties
Uit oogpunt van zorgvuldigheid zijn alle nevenfuncties van de bestuursleden bekend bij de (vice) voorzitter dan wel het bureau.
Rooster van aftreden bestuur
Gevoeligheidsanalyse
De procentuele impact op het eigen vermogen bij een veran- dering in de marktwaarde bij de aandelenportefeuille van 10% wordt weergegeven in onderstaande tabel.
verandering 2018 2017
Aandelen + 10 % + 3,5 % + 3,5 %
Aandelen -/- 10 % -/- 3,5 % -/- 3,5 %
De procentuele impact op het eigen vermogen van verandering van de marktrente bij de obligatieportefeuille van 1% wordt weergegeven in onderstaande tabel.
verandering 2018 2017
Verwachtingen voor 2019
Gezien de actuele situatie op de financiële markten met lage rentes en grote volatiliteit op de aandelenbeurzen wordt – onder handhaving van het strikte risicoprofiel – over 2019 een voorzichtig positief beleggingsresultaat verwacht dat
echter lager zou kunnen zijn dan het nagestreefde gemiddelde rendement. In het eerste kwartaal van 2019 heeft het instituut een positief beleggingsresultaat van ¤ 41,3 miljoen, ofwel 7,4% gerealiseerd.
Het beschikbare budget voor subsidies en uitvoeringskosten voor het jaar 2019 is door het bestuur vastgesteld op een bedrag van ¤ 16,2 miljoen.
Toekenning van het subsidiebudget ad ¤ 14,2 miljoen is mede afhankelijk van de ontvangst van voldoende kwalitatief goede
Samenstelling bestuur per 8 mei 2019:
Xx. Xxxxxxxx Xxxxx (voorzitter) heeft als voormalig notaris bij De Brauw Blackstone Westbroek veel kennis van juridische, notariële, vennootschapsrechtelijke en fiscale zaken. Vanaf de oprichting, tot zijn benoeming als voorzitter per 1 september 2010, was hij vicevoorzitter.
Xx. Xxxx xx Xxxx (vicevoorzitter) was hoogleraar sociaal recht, voorzitter van de Sociale Verzekeringsraad, lid hoofddirectie en later president-directeur Vereniging GAK en voorzitter Raad van Bestuur Gak Groep N.V. Hij was lid van de Raad van Bestuur van Achmea Holding N.V. en van het bestuur van Stichting Gak Holding. Hij is vanaf de oprichting van het instituut lid van het bestuur en sinds 1 september 2010 vicevoorzitter.
Xx. Xxxx xx Xxxxx was onder meer directeur-generaal van de Rijksbegroting, vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van
Het bestuur heeft een rooster van aftreden vastgesteld op basis van de uitgangspunten dat de leden van het bestuur voor een periode van maximaal vier jaar worden benoemd, zij direct herbenoembaar zijn en dat er per jaar maximaal twee bestuurs- leden tegelijk aftreden.
Marktrente | + 1 % | -/- 2,1 % | -/- 2,0 % | projectvoorstellen. | Xxx Xxxxxxxx Bankiers en vicepresident van de Oost-Europa |
Marktrente | -/- 1 % | + 2,1 % | + 2,0 % | Bank in Londen. Momenteel is hij voorzitter van de Raad van | |
Commissarissen van Asset Management N.V., voorzitter van | |||||
de Beleggingscommissie van de Verenigde Naties, Office for | |||||
Projectservices, en lid van de Raad van Commissarissen van ETC | |||||
Nederland en Andreas Capital Group S.A. Luxemburg. | |||||
Xxx. Xxxx Xxxxxxx heeft als voormalig voorzitter van MKB- Nederland, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, | |||||
commissaris van de koningin in Friesland, burgemeester van | |||||
Zwolle, gemeenteraadslid in Nijmegen en lid van de Tweede | |||||
Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal langjarige | |||||
ervaring in het openbaar bestuur. |
46
ORGANISATIE 47
Beleggingscommissie
De beleggingscommissie vergadert viermaal per jaar. In deze vergaderingen worden adviezen aan het bestuur geformuleerd met betrekking tot:
• het strategische beleggingsbeleid van het instituut;
• de beoordeling van de rendementen van de beleggingsportefeuille, inclusief de vergelijking met de benchmarks;
• de risico’s in de beleggingsportefeuille, zowel in retrospectief
als vooruitkijkend;
• de wenselijkheid tot rebalancing en/of tactische maatregelen;
• de monitoring van de portefeuille.
De beleggingscommissie bestaat uit per 8 mei 2019 uit:
Xxx. Xxxxxxx Xxxxxxxxx – Voorzitter Prof. dr. Xxxxxx xxx xxx Xxxx Mevrouw dr. Xxxxx xx Xxxxx
Raad van advies
De raad van advies vergadert tweemaal per jaar en adviseert het bestuur over het te voeren beleid in brede zin.
De raad van advies bestaat per 8 mei 2019 uit: Mevrouw prof. xx. xx. Xxxxxxxx Xxxxxxxx-Xxxxxxxx – Voorzitter Xxx. Xxxx xx Xxxx
Xxx Xxxxxx
Xxxxxxx xx. Xxxx Xxxxx Xxxxxxx xxx. Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx xxx. Xxxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxx MBA
Xxxx. xx. Xxxxxxxxx Xxxxxxx Kan Xxx xxx xxx Xxx MSc
Xxxxx Xxxxxx
Xxxxx xxx Xxxxxxxxxxx Ing. Xxx xxx Xxxx
Xx. Xxxxxxx xxx Xxxxxxx
Mutaties raad van advies
Xx. Xxxxxxx Xxxxxx heeft afscheid genomen van de raad van advies. De heren Xxxxx Xxxxxx, Xxxxx xxx Xxxxxxxxxxx en
xx. Xxxxxxx xxx Xxxxxxx zijn toegetreden tot de raad van advies.
Adviseur
De heer xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxxx adviseert het bestuur.
Wetenschappelijke raad
De wetenschappelijke raad komt drie keer per jaar bijeen en adviseert het bestuur over nieuwe en reeds lopende onder- zoeksprojecten. De adviezen hebben betrekking op de:
• onderzoekbaarheid/wetenschappelijke operationalisering
van de jaarlijks door de raad van advies aangedragen (nieuwe) thema’s voor onderzoek;
• beoordeling van onderzoeksvoorstellen die op verzoek van
het instituut zijn ontvangen van onderzoeksinstituten en/of onderzoeksbureaus;
• beoordeling van onderzoeksvoorstellen die het instituut
heeft ontvangen als reactie op de open inschrijfprocedure;
• monitoring van reeds in uitvoering zijnde onderzoeksprojecten/-programma’s. Met betrekking tot de monitoring van lopende studies brengt de raad jaarlijks advies uit aan het bestuur over de toekenning van de periodieke subsidietranches;
• evaluatie van de opbrengst van voltooide studies naar beleid
en wetenschap. Naar aanleiding van deze evaluatie worden geconstateerde hiaten onder de aandacht gebracht van het bestuur.
• naar de mening van de wetenschappelijke raad in het
onderzoeksprogramma van het instituut ontbrekende thema’s waarop onderzoek gewenst is.
De wetenschappelijke raad bestaat per 8 mei 2019 uit: Xxxx. xx. Xxxxx Xxxxxx Xxxxxx (Rechtsgeleerdheid; staats- en bestuursrecht) – Voorzitter
Xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxxxxxxxxx (Rechtsgeleerdheid; staats- en bestuursrecht)
Xxxx. xx. Xxxxx Xxxxxxxxx (Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen)
Xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxx (Rechtsgeleerdheid; arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht)
Xxxx. xx. Xxxxx xxx Xxxxxxxx (Psychologie en Filosofie; sociale filosofie)
Mevrouw xxxx. xx. Xxxxxxxxx Xxxxxxx xxx xxx Xxxxx (Economie; onderwijs- en arbeidseconomie)
Mevrouw xxxx. xx. Xxxxxxxxxx Xxxxxxx (Psychologie; toegepaste statistiek)
Leerstoelen/lectoraat
Voor een overzicht van de door Instituut Gak ondersteunde leerstoelen en het lectoraat wordt verwezen naar pagina 34 tot en met 37 van dit jaarverslag.
Bureau
Het bureau van Instituut Gak is onder andere belast met:
• de voorbereiding en uitvoering van het jaarplan, het onderzoeksprogramma en het subsidie-, beleggings- en communicatiebeleid;
• de voorbereiding van de vergaderingen van bestuur, raad van
advies, beleggingscommissie en wetenschappelijke raad;
• de uitvoering van bestuursbesluiten;
• het voeren van de uit de bovenstaande punten voortvloeiende administraties, waaronder de projectadministratie en de financiële administratie.
Het bureau bestaat per 8 mei 2019 uit:
Xxx Xxxxx RA heeft als algemeen directeur de leiding van de organisatie. Daarnaast is hij belast met onder meer het beheer van het vermogen van het instituut en de in- en externe finan- ciële verslaggeving. Door zijn opleiding tot registeraccountant en werkervaring in de accountancy en in financiële functies heeft hij diepgaande kennis van vermogensbeheer en overige financiële zaken.
Xxxxx Xxxxxxx verzorgt de administratie en heeft door zijn opleiding en ervaring uitgebreide kennis van boekhouding, administratie, treasury en automatisering.
Xx. Xxxxxxx Xxxxxxx behandelt de spontane projectaanvragen en adviseert het bestuur hierover. Zij heeft een juridische ach- tergrond en ruime ervaring opgedaan bij diverse vermogens- fondsen, zoals Achmea Foundation, VSBfonds en NSGK.
Xx. Xxxxxxx Xxxxxxxxx is als adviseur onderzoeksprogramma medeverantwoordelijk voor het onderzoek dat Instituut Gak mogelijk maakt. Tevens houdt zij zich bezig met de toeganke- lijkheid en toepasbaarheid van de wetenschappelijke projecten en voert zij het secretariaat van een deel van de aan het instituut verbonden leerstoelen. Eerder werkte zij als trainer, docent, onderzoeker en adviseur op het gebied van duurzame arbeidsparticipatie.
Loesje Myron MSc is betrokken bij het vermogensbeheer van het instituut en de ondersteuning van de beleggingscommissie. Haar financieel-economische opleiding vormt daartoe een goede basis.
Xxxxxxxxx Xxxxxx ondersteunt de algemeen directeur en is verantwoordelijk voor de notulen van de vergaderingen van het bestuur en alle overige colleges. Haar opgedane ervaringen in eerdere secretariële functies sluiten hier goed op aan.
Xxx. Xxxx Xxxxxxxxxxx is communicatieadviseur. Naast de website, sociale media, het jaarverslag en de overige publicaties is zij verantwoordelijk voor kennisspreiding van de onderzoeks- resultaten voortkomend uit het onderzoek. Haar communicatie- opleiding is een goed uitgangspunt voor deze activiteiten.
Xx. Xxxxxx xxx xxx Xxxx is als adviseur onderzoeksprogramma medeverantwoordelijk voor het onderzoek dat Instituut Gak mogelijk maakt. Tevens houdt zij zich bezig met het toegankelijk maken van de uitkomsten van de wetenschappelijke projecten en voert zij het secretariaat van een deel van de aan het insti- tuut verbonden leerstoelen. Haar brede ervaring in de academi- sche wereld komt hierbij van pas.
Xx. Xxxxxxx Xxxxx is als coördinator onderzoeksprogramma integraal verantwoordelijk voor het onderzoeksprogramma van Instituut Gak. Daarnaast coördineert zij de aan het instituut verbonden leerstoelen en het lectoraat. Door haar jarenlange ervaring in onderzoeks- en beleidsfuncties heeft zij omvangrijke kennis opgedaan van wetenschappelijk en toegepast onderzoek en het belang van deze kennis voor de beleidspraktijk.
Xxx. Xxxxxx Xxxxx is als programmamanager verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van programma’s met actuele thema’s en adviseert het bestuur hierover. Zij heeft een economische achtergrond en ruime ervaring op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid.
Xxxxxxxx xx Xxxxx behandelt projectaanvragen en adviseert het bestuur hierover. Zij heeft bij fondsen gewerkt als het VSBfonds, het Xxxxx Xxxxxxx Fonds en het Oranje Fonds. Daarnaast heeft zij een aantal sociaal maatschappelijke projecten opgezet
en helpen opzetten. Zij heeft personeelsmanagement als opleidingsachtergrond.
Mutaties bureau
Xxxxxxx Xxxxxxxxx MA is per 1 juni 2018 uit dienst getreden. Daartegenover staat de indiensttreding van Xx. Xxxxxxx Xxxxxxx per 1 september 2018.
Hilversum, 8 mei 2019
Bestuur
Mr. F.K. Buijn – Voorzitter
Dr. X.X. xx Xxxx – Vicevoorzitter
Dr. L.J.C.M le Blanc
Drs. L.M.L.H.A. Hermans Mw. mr. X.X.X.X. xxx Xxxx Drs. X.X. xxx xxx Xxxx
Directie
X. Xxxxx RA Directeur
JAARREKENINfi 2018
48
JAARREKENING 49
Balans
(in duizenden euro’s; na verwerking van het resultaat)
Activa 31 december 2018 31 december 2017
Kasstroomoverzicht
(in duizenden euro’s)
2018 2017
Eigen vermogen (4) 548.433 588.289
Derivaten (2) 27.072 25.288
Kortlopende schulden (5) 18.863 15.819
594.368 629.396
Staat van baten en lasten
32.495 -/- 24.002
Materiële vaste activa | (1) | 4.508 | 4.596 | Kasstroom uit operationele activiteiten | |||||||
Vorderingen | 26 | 344 | Saldo staat van baten en lasten | -/- 39.856 | 30.275 | ||||||
Beleggingen | (2) | 587.037 | 614.386 | Aanpassingen voor: | |||||||
Liquide middelen | (3) | 2.797 | 10.070 | Afschrijvingen | 94 | 93 | |||||
594.368 | 629.396 | Mutaties in werkkapitaal: Belastingen en premies sociale verzekeringen | 3 | -/- | 2 | ||||||
Vorderingen | 318 | -/- | 238 | ||||||||
Beleggingen * | 29.133 | -/- 24.496 | |||||||||
Te betalen subsidies | 3.206 | 574 | |||||||||
Leveranciers | -/- 108 | 19 | |||||||||
Passiva | Overlopende passiva | -/- 57 | 141 |
Kasstroom uit operationele activiteiten -/- 7.267 6.366
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investering in materiële vaste activa -/- 6 -/- 6
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -/- 6 - -/- 6
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten - -
- -
(in duizenden euro’s) | |||||||||
2018 | 2017 | Netto-kasstroom | -/- | 7.273 | 6.360 | ||||
Dividenden | 7.662 | 6.564 | Liquide middelen per 1 januari | 10.070 | 3.710 | ||||
Interest | 6.255 | 6.742 | |||||||
Koersverschillen beleggingen (6) | -/- 40.688 | 27.505 | Liquide middelen per 31 december | 2.797 | 10.070 |
Kosten vermogensbeheer -/- 1.882 -/- 1.817
Resultaat beleggingen -/- 28.653 38.994
* Betreft mutatie in de beleggingsportefeuille inclusief derivaten, vorderingen en in deze portefeuille aanwezige liquide middelen.
Af: Projecten | (7) | -/- | 9.478 | -/- | 7.073 |
Af: Personeelskosten | (8) | -/- | 1.302 | -/- | 1.290 |
Af: Afschrijvingen | -/- | 94 | -/- | 93 | |
Af: Overige bedrijfskosten | (9) | -/- | 329 | -/- | 263 |
Voordelig (-/-=nadelig) saldo | -/- 39.856 | 30.275 |
50
JAARREKENINfi 51
Algemeen
Om de uitvoering van wetgeving op het terrein van de sociale zekerheid te kunnen privatiseren werden op 29 december 1995 Stichting Gak Nederland en Stichting Gak Holding opgericht.
Stichting Gak Nederland richtte zich via Gak Nederland BV op de publieke activiteiten van de nieuw opgerichte Gak Groep en Stichting Gak Holding via Gak Holding BV op de private
activiteiten. Op 1 januari 1996 kochten beide vennootschappen de bezittingen van de Vereniging Gemeenschappelijk Adminis- tratiekantoor tegen de waarde in het economisch verkeer. Gak Nederland BV nam vervolgens de publieke taken over van de Vereniging GAK en bereidde zich voor op de verwachte privati- sering, terwijl Gak Holding BV zich op de private mark richtte. Eind 1999 werd het politieke besluit genomen de voorgenomen privatisering van de uitvoering van de socialezekerheidswetge- ving niet door te zetten, maar deze uitvoering op te dragen aan het nieuw te vormen Uitvoeringsinstituut Werknemersverzeke- ringen, het UWV.
Door de duidelijke scheiding tussen de publieke en private acti- viteiten kon de Gak Groep binnen korte tijd worden ontmanteld. Stichting Gak Nederland en Gak Nederland BV gingen op in het UWV en Stichting Gak Holding besloot de private activiteiten te verkopen. Na deze verkoop bedroeg het vermogen circa ¤ 400 miljoen. Per 3 januari 2001 heeft het bestuur de naam veranderd in Stichting Instituut Gak en de doelstelling gewijzigd in het voor een bepaalde periode direct of indirect ondersteunen van projecten en programma’s op het gebied van sociale zekerheid, re-integratie, preventie, arbeidsmarkt, arbeidsomstandig- heden en andere maatschappelijke gebieden. Het tweede doel vormt het beheren en het beleggen van het vermogen van het instituut.
In 2003 is het instituut (statutair gevestigd te Hilversum op het adres ’s-Gravelandseweg 49) gefuseerd met Stichting ‘Meester
H.P.L.C. de Kruijff-fonds’ en Stichting ‘Bijzonder Hoogleraar- schap voor het Onderwijs in de Verzekeringsgeneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam’. Daarbij is de doelstelling van het instituut uitgebreid met het instellen en de instandhouding van (bijzondere) leerstoelen en lectoraten voor onderwijs op het terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt aan Neder- landse universiteiten en hogescholen.
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Daarbij is, voor zover van toepassing, rekening gehouden met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640, Organisaties zonder winststreven. In tegenstelling tot het vereiste in Richtlijn 640 is er niet voor gekozen om het budget op te nemen in de staat van baten en lasten, daar budgettering van het beleggingsresultaat niet als zinvol wordt beschouwd.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van het instituut. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.
Vreemde valuta
Beleggingen in vreemde valuta’s worden omgerekend naar euro’s tegen de op de balansdatum geldende koersen. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de geldende koers per transactiedatum. De bij omrekening optre- dende valutakoersverschillen worden als baten respectievelijk lasten in de staat van baten en lasten verwerkt.
Balans
De balans is opgesteld met inachtneming van de volgende waarderingsgrondslagen:
Algemeen
Een actief wordt in de balans opgenomen als het waarschijn- lijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het instituut zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan
gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een trans- actie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economi- sche voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opge- nomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toe- komstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij hierna anders is vermeld.
Continuïteit
Bij de opstelling van de jaarrekening is uitgegaan van de veron- derstelling dat het instituut de activiteiten voortzet.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde, verminderd met de jaarlijkse lineaire afschrij- vingen. Hierbij worden de stichtingskosten van het eigen kantoorpand van het instituut in dertig jaar afgeschreven, de inventaris in tien jaar en automatiseringsapparatuur en
– programmatuur in drie jaar. Op de aan het Koninklijk Concert- gebouw Orkest in bruikleen gegeven viool en de grond van het eigen kantoorpand wordt niet afgeschreven.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, vorderingen, geldmiddelen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten) en overige financieringsverplich- tingen, schulden en overige te betalen posten. In de jaarre- kening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: Beleggingsportefeuille (gekochte leningen en obligaties, investeringen in eigenvermogensinstrumenten en derivaten), vorderingen en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden door het instituut gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien:
• de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract
en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn;
• een apart instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou voldoen;
• het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen
reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten.
Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Daarbij worden (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname meegenomen. Indien dergelijke instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering en worden direct toerekenbare transactiekosten ook direct verwerkt in de staat van baten en lasten.
In contracten besloten financiële instrumenten, die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeen- stemming met het basiscontract.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Vorderingen
Dit betreft vorderingen met een looptijd korter dan een jaar. Die vorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde, even- tueel onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid. Deze waardering benadert de reële waarde.
Beleggingen
De (beursgenoteerde) effecten worden gewaardeerd tegen de reële waarde per balansdatum, waarbij het effecten-bewaarbe- drijf de overlopende couponrente bepaalt. In de effecten wordt actief gehandeld. Effecten in vreemde valuta worden omgere- kend in euro’s tegen de koersen per balansdatum. In geval van
fondsbeleggingen wordt de van de fondsbeheerders ontvangen opgave van de reële waarde per balansdatum aangehouden.
Alle aan- en verkopen worden met ingang van de transactie- datum verantwoord.
Valutatransacties waarmee het koersrisico met betrekking tot de beleggingen wordt afgedekt en derivatentransacties waarmee het inflatierisico deels wordt afgedekt zijn gewaar- deerd tegen de actuele waarde per balansdatum.
Bepaling reële waarde
De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde, maar van elkaar onafhankelijke partijen, die bereid zijn tot een transactie.
• De reële waarde van beursgenoteerde financiële
instrumenten wordt bepaald aan de hand van de slotkoers per jaareinde.
• De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële
instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd, vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.
• De reële waarde van derivaten waarbij onderpand wordt
uitgewisseld, wordt bepaald door het contant maken van de kasstromen aan de hand van de (Eonia) swapcurve, omdat door de uitwisseling het kredietrisico wordt gemitigeerd.
• De reële waarde van derivaten waarbij geen onderpand wordt
uitgewisseld, wordt bepaald door het contant maken van de kasstromen aan de hand van de relevante swapcurve vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.
Schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veron- derstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Staat van baten en lasten
De staat van baten en lasten is opgesteld met inachtneming van de volgende grondslagen voor resultaatbepaling:
Algemeen
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
52
JAARREKENING 53
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boek- jaar waarop zij betrekking hebben.
Resultaat beleggingen
Bij toepassing van de beurswaarde met betrekking tot de waar- dering van de effecten per balansdatum worden zowel de gere- aliseerde als de ongerealiseerde koersresultaten verantwoord ten gunste c.q. ten laste van het resultaat.
Projecten
De lasten uit hoofde van toegezegde subsidies worden genomen op het moment dat het bestuur besluit middelen beschikbaar te stellen voor een project.
Pensioenen
Het instituut heeft voor zijn personeelsleden een ‘defined benefit’ pensioenregeling afgesloten. In overeenstemming met Xxxxxxxxx 271.3 verantwoordt het instituut de verschuldigde betalingen aan de verzekeraar als pensioenlast.
Belastingen
Het instituut heeft de fiscale status van een algemeen nut beogende instelling en is uit dien hoofde vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij het saldo van de staat van baten en lasten als uitgangspunt is genomen. In het kasstroomoverzicht worden de beleggingen verantwoord inclusief ontvangen dividenden en interest. In de staat van baten en lasten zijn deze bedragen afzonderlijk opgenomen.
Risicomanagement en risicobeheersing
Hiernaast en op de volgende pagina worden de risico’s waaraan het instituut blootstaat weergegeven alsmede de wijze waarop deze worden beheerst.
Financiële Risico’s:
en de getroffen beheersmaatregelen
Marktrisico
Door het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van aandelen en obligaties bestaat het risico dat het beleggingsre- sultaat negatief wordt beïnvloed. Dit risico wordt beperkt door de diversificatie in de portefeuille en door de in de strategische beleggingsmix opgenomen allocatie naar een aantal fondsen die ongeacht de marktontwikkelingen (op langere termijn) in staat worden geacht een positief rendement te behalen.
Renterisico
Het risico op negatieve beïnvloeding van het beleggingsre- sultaat als gevolg van rentewijzigingen wordt beperkt door de keuze voor een staatsobligatieportefeuille met een kortere gemiddelde looptijd en door de beperkte ruimte die is gegeven aan de vermogensbeheerders die de bedrijfsobligatieporte- feuilles beheren, om de gemiddelde looptijden van de in de portefeuille opgenomen obligaties te laten afwijken van de gemiddelde looptijd van de overeengekomen benchmark.
Valutarisico
Het risico op een negatieve beïnvloeding van het beleggings- resultaat als gevolg van valutakoerswijzigingen wordt beperkt door afdekking van 50% van het USD-valutarisico, 80% van het GBP-valutarisico en 80% van het JPY-valutarisico voor de aan- delen-, vastgoed- en commodities portefeuilles en de nagenoeg volledige afdekking van alle valutarisico’s in de vastrentende portefeuilles.
Inflatierisico
Het risico dat de koopkracht van het vermogen - en dus de koopkracht van het subsidiebudget - niet in stand kan worden gehouden als gevolg van een bovengemiddeld inflatieniveau, wordt beperkt doordat in het jaar 2011 voor circa de helft van het vermogen inflatieswaps met een looptijd van tien jaar zijn afgesloten.
Kredietrisico
Het risico dat een tegenpartij contractuele verplichtingen niet nakomt, met als gevolg negatieve beïnvloeding van het beleggingsresultaat, wordt zoveel mogelijk beperkt door het ontvangen van onderpand bij het effecten uitleen programma van het bewaarbedrijf en het uitwisselen van onderpand met
banken waarmee inflatieswaps zijn afgesloten. Daarnaast wordt in de beleggingsportefeuille het maximaal aan een tegenpartij uit te lenen bedrag beperkt, terwijl tevens rekening wordt gehouden met de door de ratingbureaus aan tegenpartijen gegeven kredietratings.
Niet financiële Risico’s:
en de getroffen beheersmaatregelen
Operationeelrisico
Door samenstelling van het bureau van het instituut uit kwali- tatief en kwantitatief deskundig personeel is het operationeel risico beperkt.
Projectrisico
Het risico op financiële schade doordat, na uitkering van sub- sidie, blijkt dat een project niet conform de afspraak verloopt of is afgerond, wordt beperkt door gebruik te maken van duidelijke subsidieovereenkomsten, de uitvoerders van de projecten bij voorkeur voorafgaand aan de eerste betaling te laten bewijzen dat sprake is van voldoende medefinanciering, (deel)betalingen als regel op basis van (aangetoonde) voortgang plaatsvinden en de laatste termijn slechts wordt uitbetaald na ontvangst
van een inhoudelijke- en financiële eindverantwoording, veelal voorzien van een controleverklaring van een onafhankelijke accountant.
Uitbestedingsrisico
De belangrijkste uitbesteding betreft het vermogensbeheer. Het risico dat een externe vermogensbeheerder zich niet aan de gemaakte afspraken houdt, wordt beperkt door gebruik te maken van aanvullende diensten van het onafhankelijk bewaarbedrijf. Waar nodig wordt ondersteuning ingeroepen van een consultant op het terrein van het vermogensbeheer en ook is sprake van interne monitoring van de verschillende
beleggingsportefeuilles. Bij de contractonderhandelingen wordt een externe juridische adviseur ingeschakeld.
IT-risico
Het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continu of onvoldoende beveiligd worden ondersteund door IT, wordt beperkt door de inzet van software die bescherming biedt tegen computervirussen en ‘hackers’, door dagelijks op een geautomatiseerde wijze een ‘back-up’ van de bestanden te maken en via het gebruik van wachtwoorden.
Integriteitsrisico
Het risico van beïnvloeding van de integriteit, of van het financiële stelsel, door niet integere of onethische handelingen van de leiding of de medewerkers van de organisatie in het kader van wet- en regelgeving en van maatschappelijke en door het instituut opgestelde normen, wordt ingeperkt door een adequate inrichting van de administratieve organisatie en de daarin opgenomen interne controlemaatregelen. Met het oog op zorgvuldigheid zijn ook alle nevenfuncties van de bestuursleden bekend bij de (vice) voorzitter dan wel het bureau.
54
JAARREKENING \ TOELICHTING OP DE BALANS 55
TOELICHTING OP DE BALANS
(De in de toelichting op de balans en de staat van baten en
Geografische spreiding van de beleggingen per 31 december 2018
lasten opgenomen bedragen zijn in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld).
ACTIVA
Vastgoed | 14.707 | 1.319 | 11.434 | 29.204 | - | - | - | 56.664 | |||||||||
Alternatieve beleggingen | 78.362 | - | - | 3.713 | - | - | - | 82.075 | |||||||||
Stand per 1 januari | Overige | -20.584 | 63 | 323 | 7.766 | 82 | 228 | 20 | -12.102 | ||||||||
Aanschafwaarde | 5.373 | 5.367 | De beleggingen bestaan uit: | 31 dec. | 31 dec. | ||||||||||||
Cumulatieve afschrijvingen | -/- | 777 | -/- | 684 | Totaal | 224.492 | 8.790 | 42.589 | 227.416 | 6.127 | 19.877 | 30.674 | 559.965 | ||||
4.596 | 4.683 | Obligaties | 236.573 | 242.433 | |||||||||||||
Mutaties | Aandelen | 196.755 | 214.119 | ||||||||||||||
Investeringen | 6 | 16 | Vastgoed | 56.664 | 60.933 | ||||||||||||
Desinvesteringen | - | - | Alternatieve beleggingen | 82.075 | 84.040 Geografische spreiding van de beleggingen per 31 december 2017 | ||||||||||||
Afschrijvingen | -/- | 94 | -/- | 93 | Overigen | -/- | 12.102 | -/- 12.427 | |||||||||
Afschrijvingen desinvesteringen | - | - | Subtotaal | 559.965 | 589.098 | EURO NOORD1 | EURO ZUID2 | OVERIG EUROPA3 | VS EN CANADA | OCEANIË | AZIË | OPKOMEND | TOTAAL | ||||
Stand per 31 december | 4.508 | 4.596 | |||||||||||||||
Gepresenteerd onder de passiva | 27.072 | 25.288 | Obligaties | 135.070 | 6.903 | 18.216 | 73.093 | 1.910 | 1.122 | 6.119 | 242.433 | ||||||
Samenstelling stand per 31 december | Aandelen | 17.915 | 4.022 | 21.844 | 113.709 | 4.867 | 20.448 | 31.314 | 214.119 | ||||||||
Aanschafwaarde | 5.379 | 5.373 | 587.037 | 614.386 | Vastgoed | 15.004 | 1.445 | 13.674 | 30.810 | - | - | - | 60.933 | ||||
Cumulatieve afschrijvingen | -/- | 871 | -/- | 777 | Alternatieve beleggingen | 72.297 | - | - | 11.743 | - | - | - | 84.040 | ||||
Stand per 31 december | 4.508 | 4.596 | Overigen Totaal | -/- 19.346 220.940 | 84 12.454 | 375 54.109 | 3.981 233.336 | 57 6.834 | 2.345 23.915 | 77 37.510 | -/- 12.427 589.098 |
(1) Materiële vaste activa 2018 2017
(2) Beleggingen 2018 2017
Obligaties Aandelen
EURO NOORD1
136.819
15.188
EURO ZUID2
4.040
3.368
OVERIG EUROPA3
12.556
18.276
VS EN CANADA
77.735
108.998
OCEANIË
1.792
4.253
AZIË
1.342
18.307
OPKOMEND
2.289
28.365
TOTAAL
236.573
196.755
Bij het beheer van het vermogen worden financiële instrumenten benut die leiden tot blootstelling aan
markt- en/of kredietrisico. Het gaat hier om de, in de balans opgenomen, valutatermijncontracten voor afdekking van bepaalde valutarisico’s en inflatieswaps voor afdekking van het inflatierisico. Daarnaast handelt een deel van de externe vermogensbeheerders namens het instituut in dergelijke instrumenten. Daarbij zijn procedures en gedragslijnen van kracht om het kredietrisico te beperken.
1 België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk,
2 Griekenland, Italië, Portugal en Spanje,
0 Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx, XX, Zweden en Zwitserland.
Beleggingsmix
31 december 2018
2018 2017
31 december 2017
Geografische spreiding
31 december 2018
40% | - EURO NOORD - | 38% |
1% | - EURO ZUID - | 2% |
8% | - EUROPA OVERIG - | 9% |
41% | - VS/CANADA - | 40% |
1% | - OCEANIE - | 1% |
4% | - AZIE - | 4% |
5% | - OPKOMENDE MARKTEN - | 6% |
42% | - OBLIGATIES - | 41% |
34% | -AANDELEN - | 35% |
10% | - VASTGOED - | 10% |
14% | -ALTERNATIEVEN- | 14% |
2018 2017
31 december 2017
56
JAARREKENING \ TOELICHTING OP DE BALANS 57
Voor de belegging in vastrentende waarden wordt slechts een beperkt valutarisico genomen (grotendeels afgedekt naar euro). Van het valutarisico met betrekking tot beleggingen in aandelen en in vastgoed die in USD zijn genoteerd, is ongeveer de helft afgedekt via valutatermijncontracten. Het valutarisico
Samenstelling van de beleggingen
31 december 2018 2017
Vermogensbeheermandaten 492.424 510.350
Beleggingsfondsen 89.967 91.626
Directe beleggingen -/- 22.426 -/- 12.878
559.965 589.098
met betrekking tot beleggingen in aandelen en vastgoed die in GBP en JPY zijn genoteerd, wordt voor 80% afgedekt. Voor in
andere valuta genoteerde beleggingen in aandelen, vastgoed en commodities wordt het valutarisico niet afgedekt.
Verloop beleggingen
2018 2017
Stand per 1 januari 589.098 564.602
Dividenden * (aankopen) 7.662 6.564
Interest * (aankopen) 6.255 6.742
Toevoeging (aankopen) 16.270 46.492
Onttrekking (verkopen) -/- 18.632 -/- 62.807
Koersverschillen -/- 40.688 27.505
Stand per 31 december 559.965 589.098
De belegging in obligaties heeft betrekking op zowel staats- als bedrijfsobligaties. Deze obligaties hebben de volgende ratings:
31 december 2018 2017
AAA 69.221 58.669
AA 71.066 69.093
A 34.942 48.002
BBB 57.109 60.851
< BBB 4.235 5.733
Geen rating - 85
236.573 242.433
Bij (vooral) de vastrentende beleggingen wordt krediet- en renterisico gelopen.
Met betrekking tot het kredietrisico geldt dat circa de helft van de vastrentende portefeuille wordt belegd in staatsobligaties. Als gevolg van de keuze voor kortlopende obligaties van een geselecteerd aantal eurolanden is de exposure naar deze landen relatief groot. Deze bestaat voor 9,8% (van de totale
beleggingsportefeuille) uit Frankrijk (2017: 8,5%), voor 7,2% uit
Duitsland (2017: 6,8%), voor 2,1% uit Nederland (2017: 2,0%) en voor 1,3% uit Oostenrijk (2017: 1,4%). Bij bedrijfsobligaties is het maximaal aan een tegenpartij uit te lenen bedrag beperkt.
Het instituut gebruikt zelf geen afgeleide financiële instru- menten ter beperking van het renterisico, maar heeft dit risico beperkt door te kiezen voor een portefeuille staatsobligaties met een korte gemiddelde looptijd en door de externe ver- mogensbeheerders van de bedrijfsobligatieportefeuilles de mogelijkheid te bieden de gemiddelde resterende looptijd van de obligaties in beperkte mate aan te passen.
Waardering van de beleggingen
* Ontvangen dividenden en interest worden automatisch herbelegd.
Uitstaande valuta termijncontracten per 31 december 2018
(in duizenden)
Verkochte valuta: Onderliggende Datum Termijnkoers Koers per Ongerealiseerd waarde in v.v. 31 dec. 18 resultaat in EUR
Marktnotering (1) Afgeleid (2) Waarderingsmodellen 31 dec. 2018
Obligaties 236.573 - - 236.573
Aandelen 168.390 28.365 - 196.755
Vastgoed 56.664 - - 56.664
Alternatieve beleggingen 16.760 65.315 - 82.075
Overigen 13.994 -/- 26.096 - -/- 12.102
492.381 67.584 - 559.965
Marktnotering (1) Afgeleid (2) Waarderingsmodellen 31 dec. 2017
GBP 13.327 11-3-19 0,89038 0,89971 155
JPY 1.585.639 11-3-19 128,55949 000,00000 -/- 000
XXX -/- 00.000 11-3-19 126,99100 125,45897 9
USD 101.998 11-3-19 1,14097 1,14964 675
USD 20.674 11-3-19 1,14097 11,14964 137
USD -/- 7.509 11-3-19 1,14912 1,14964 -/- 3
USD 1.229 11-3-19 1,14912 1,14964 -
668
Uitstaande valuta termijncontracten per 31 december 2017
(in duizenden)
Obligaties | 242.433 | - | - | 242.433 | Verkochte valuta: | Onderliggende | Datum | Termijnkoers | Koers per | Ongerealiseerd | |
Aandelen | 182.805 | 31.314 | - | 214.119 | waarde in v.v. | 31 dec. 17 | resultaat in EUR | ||||
Vastgoed | 60.933 | - | - | 60.933 | |||||||
Alternatieve beleggingen | 11.985 | 72.055 | - | 84.040 | GBP | 14.478 | 9-3-18 | 0,89661 | 0,88929 | -/- 133 | |
Overigen | 12.220 | -/- 24.647 | - | -/- 12.427 | GBP | 962 | 9-3-18 | 0.88849 | 0,88929 | 1 | |
JPY | 1.771.056 | 9-3-18 | 132,92039 | 135,36241 | 240 | ||||||
510.376 | 78.722 | - | 589.098 | USD | 102.016 | 9-3-18 | 1,20077 | 1,20560 | 340 | ||
USD | 18.164 | 9-3-18 | 1,20077 | 1,20560 | 61 |
1.Gewaardeerd op de reële waarde per balansdatum zoals opgegeven door zowel het onafhankelijke effecten-bewaarbedrijf als de externe vermogensbeheerder. 2.Gewaardeerd op de opgaven van de externe vermogensbeheerders in geval van beleggingsfondsen.
509
Het ongerealiseerd resultaat is als beleggingsopbrengst opgenomen in de staat van baten en lasten. Uitwisseling van onderpand voor de valuta termijncontracten vindt niet plaats.
58
JAARREKENING \ TOELICHTING OP DE BALANS 59
PASSIVA
Uitstaande inflatieswap contracten per 31 december 2018
Datum Onderliggende Percentage Tegenpartij Ongerealiseerd
(4) Eigen Vermogen
2018 2017
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Instituut Gak benut het effecten-uitleenprogramma van het bewaarbedrijf, maar maakt geen gebruik van de mogelijkheid
waarde (EUR) resultaat in EUR
12-08-2021 50.000 2,195% Barclays Capital -/- 6.620
19-08-2021 50.000 2,140% Barclays Capital -/- 6.272
29-08-2021 50.000 2,049% RBS -/- 5.730
05-09-2021 50.000 2,025% RBS -/- 5.578
12-09-2021 25.000 1,950% RBS -/- 2.564
Totaal 225.000 -/- 26.764
Uitstaande inflatieswap contracten per 31 december 2017
Stand per 1 januari 588.289 558.014
Resultaat boekjaar -/- 39.856 30.275
Stand per 31 december 548.433 588.289
Resultaatbestemming
Het nadelig saldo over 2018 ad ¤ 39.856.000 komt in zijn geheel ten laste van het eigen vermogen.
Het eigen vermogen staat ter vrije beschikking van het instituut.
(5) Kortlopende schulden
om onderpand in geld te ontvangen en dit te herbeleggen in vastrentende waarden (leverage). Momenteel wordt alleen van uitleen van effecten gebruik gemaakt tegen onderpand,
bestaande uit beursgenoteerde aandelen en obligaties. Hiermee is een bedrag van ¤ 79,0 miljoen gemoeid (2017: ¤ 72,8 miljoen). Voor het uitlenen van de effecten is een vergoeding ontvangen ad ¤ 140.000 (2017: ¤ 143.000). Deze vergoeding is opgenomen in het resultaat beleggingen.
Het instituut heeft enkele derivaten (inflatieswaps) afgesloten waarbij uitwisseling van onderpand met de tegenpartijen plaatsvindt. Daartoe zijn effecten met een waarde van ¤ 26,5 miljoen (2017: ¤ 26,3 miljoen) als onderpand aan tegenpartijen ter beschikking gesteld.
Datum | Onderliggende waarde (EUR) | Percentage | Tegenpartij | Ongerealiseerd resultaat in EUR | Stand per 31 december Nog te betalen subsidies 2010 | 2018 - | 2017 46 | Instituut Gak heeft per balansdatum de volgende verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten: • contracten met betrekking tot auto-lease voor ¤ 27.000 | |
12-08-2021 | 50.000 | 2,195% | Barclays Capital | -/- 6.269 | Nog te betalen subsidies 2012 | 14 | 258 | (2017: ¤ 42.000). | |
19-08-2021 | 50.000 | 2,140% | Barclays Capital | -/- 5.910 | Nog te betalen subsidies 2013 | 716 | 997 | ||
29-08-2021 | 50.000 | 2,049% | RBS | -/- 5.371 | Nog te betalen subsidies 2014 | 211 | 780 | De niet in de balans opgenomen verplichtingen vervallen als | |
05-09-2021 | 50.000 | 2,025% | RBS | -/- 5.220 | Nog te betalen subsidies 2015 | 1.143 | 2.496 | volgt: | |
12-09-2021 | 25.000 | 1,950% | RBS | -/- 2.386 | Nog te betalen subsidies 2016 | 2.394 | 3.794 | ||
Nog te betalen subsidies 2017 | 4.096 | 6.412 | 31 december | 2018 | 2018 | ||||
Totaal | 225.000 | -/- | 25.156 | Nog te betalen subsidies 2018 | 9.415 | - | |||
Leveranciers | 161 | 269 | Binnen 1 jaar | 15 | 15 | ||||
Belastingen / | Tussen 1 en 5 jaar | 12 | 27 |
De wijziging in het ongerealiseerde resultaat ad ¤ 1.608.000 negatief is als beleggingsresultaat opgenomen in de staat van baten en lasten. Het bewaarbedrijf draagt zorg voor de uitwisse- ling van onderpand met Barclays Capital en RBS. Hierbij wordt een
minimum transferbedrag van ¤ 250.000 gehanteerd. Voor het beschikbaar gestelde onderpand wordt verwezen naar de niet in de balans opgenomen verplichtingen.
premies sociale verzekeringen 67 64
Overlopende passiva 646 703
Totaal 18.863 15.819
Totaal 27 42
(3) Liquide middelen | |||
per 31 december | 2018 | 2017 | De nog te betalen subsidies betreffen de in de genoemde jaren toegekende bedragen die per balansdatum nog niet zijn betaald, |
omdat de aanvrager nog niet aan alle voorwaarden heeft vol- | |||
ABN-AMRO | 2.797 | 5.070 | daan. Ook kan door de aard van de diverse projecten een beta- |
Rabobank* | - | 5.000 | ling op een later tijdstip plaatsvinden en dus een langlopend |
karakter hebben. Het gedeelde van de nog te betalen subsidies | |||
Totaal | 2.797 | 10.070 | dat een langlopend karakter heeft, wordt per 31 december 2018 |
geschat op ¤ 5,7 miljoen (2017: ¤ 3,8 miljoen). |
De liquide middelen staan per balansdatum ter vrije beschikking van het instituut.
*In verband met een tot 1 december 2018 lopende borgstelling, was een bedrag ter grootte van ¤ 5 miljoen gestort op een bankrekening bij de Rabobank. Vanaf 1 januari 2018 tot 1 december 2018 kon het instituut niet vrij over deze middelen beschikken.
Voor een deel van de nog te betalen subsidies is de toekomstige uitbetaling gebaseerd op aan te tonen prestaties. Daardoor
is het mogelijk dat de feitelijke toekomstige betalingen lager uitvallen dan de per balansdatum gereserveerde bedragen. Dit wordt op het moment van afsluiting van het project als een vrijval verantwoord.
60
JAARREKENING \ TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 61
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
(6) Koersverschillen beleggingen | 2018 | 2017 | (8) Personeelskosten | 2018 | 2017 | (9) Overige bedrijfskosten | 2018 | 2017 | ||
Mutatie waarde vastrentende waarden | -/- 10.462 | -/- 1.890 | ||||||||
Mutatie waarde aandelen | -/- 13.203 | 15.133 | Lonen en salarissen | 776 | 805 | Automatiseringskosten | 28 | 22 | ||
Mutatie waarde vastgoed | -/- 3.668 | 502 | Bezoldiging bestuur | 125 | 110 | Huisvestingskosten | 40 | 56 | ||
Mutatie waarde alternatieven | -/- 3.351 | 615 | Vergoeding beleggingscommissie * | 45 | 38 | Bureaukosten | 54 | 53 | ||
Mutatie waarde afdekking valutarisico’s | -/- 8.396 | 10.666 | Vergoeding raad van advies * | 22 | 22 | Advieskosten | 33 | 24 | ||
Mutatie waarde inflatieswaps | -/- 1.608 | 2.479 | Sociale lasten | 334 | 315 | Accountantskosten* | 30 | 29 | ||
Verzekeringen | 25 | 24 | ||||||||
Totaal | -/- 40.688 | 27.505 | Totaal | 1.302 | 1.290 | Overige kosten | 119 | 55 |
Bij toepassing van de beurswaarde met betrekking tot de waardering van de effecten per balansdatum worden zowel de gerealiseerde als de onge- realiseerde koersresultaten verantwoord ten gunste c.q. ten laste van het resultaat. Het totaal aan ongerealiseerde koersverschillen bedraagt per 31 december 2018 ¤ 4,9 miljoen (2017: ¤ 30,1 miljoen).
(7) Projecten 2018 2017
Toegezegde subsidies 10.480 7.570
Vrijgevallen subsidies * -/- 1.633 -/- 1.115
Honoraria hoogleraren 631 618
Totaal 9.478 7.073
* Het bedrag aan vrijgevallen subsidies ad ¤ 1.633.000 wordt voor ¤ 793.000 verklaard door het niet realiseren van de door de aanvragers beoogde aantallen in- en uitstromende deel- nemers in activeringsprojecten. Daarnaast wordt ¤ 392.000 verklaard doordat projecten uiteindelijk niet van de grond gekomen zijn. Het resterende bedrag is met name het gevolg van lagere kosten binnen projecten dan verwacht.
Categorie | Aantal | Bedrag | Aantal | Bedrag | X. Xxxxx RA Directeur |
Inclusieve arbeidsmarkt | 29 | 3.097 | 33 | 2.087 | |
Diversiteit en werk | 5 | 230 | 3 | 210 | |
Preventie en werk | 3 | 237 | 2 | 302 | |
Werk en toekomst | 1 | 70 | 4 | 848 | |
Programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ | 18 | 1.432 | - | - | |
Onderzoek | 16 | 4.515 | 14 | 3.605 | |
Garanties en reserveringen | - | 899 | - | 518 | |
Totaal | 72 | 10.480 | 56 | 7.570 |
Toegekende subsidies 2018 2017
* Sommige leden wijzen een andere begunstigde aan.
Instituut Gak maakt gebruik van de vrijstelling op grond van artikel 383 Titel 9 Boek 2 BW tot vermelding van de bezoldiging van de directie.
Werkzame personen
Het gemiddelde aantal werkzame personen in 2018 bedraagt 11 (2017: 10).
Sociale lasten
Instituut Gak heeft voor de medewerkers een defined benefit pensioenregeling afgesloten. Via gebruik van Richtlijn 271.3 worden de verschuldigde betalingen aan de verzekeraar als pensioenlast verantwoord. Dit is voor een bedrag ad ¤ 223.000 (2017: ¤ 225.000) onder sociale lasten opgenomen.
Stand per 31 december 329 263
*Het honorarium van de accountant (KPMG) bedraagt ¤ 30.000 (2017: ¤ 29.000).
Gebeurtenissen na balansdatum
Na balansdatum hebben zich geen noemenswaardige gebeurtenissen voorgedaan welke invloed hebben op de jaarrekening 2018.
Hilversum, 8 mei 2019
Bestuur
Mr. F.K. Buijn – Voorzitter
Dr. X.X. xx Xxxx – Vicevoorzitter
Dr. L.J.C.M le Blanc
Drs. L.M.L.H.A. Hermans Mw. mr. X.X.X.X. xxx Xxxx Drs. X.X. xxx xxx Xxxx
Directie
0VERIfiE fiEfiEVEN3
62
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT 63
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan het bestuur van Stichting Instituut Gak
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening
Ons oordeel
Wij hebben de jaarrekening 2018 van Stichting Instituut Gak (hierna ‘de stichting’) te Hilversum gecontroleerd.
Naar ons oordeel geeft de betreffende jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Instituut Gak per 31 december 2018 en van het resul- taat over 2018, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).
De jaarrekening bestaat uit:
1 de balans per 31 december 2018;
2 de staat van baten en lasten over 2018;
3 het kasstroomoverzicht over 2018; en
4 de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Wij zijn onafhankelijk van Stichting Instituut Gak zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie vol- doende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:
• Voorwoord van de voorzitter;
• Kerncijfers;
• Het bestuursverslag;
• De overige gegevens.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële
afwijkingen bevat;
• alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle van de jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere infor- matie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze con- trolewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening
Verantwoordelijkheden van het bestuur voor de jaarrekening
het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoor- delijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslag- gevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid, waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat
deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaar- rekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeels- vorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhanke- lijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
• het identificeren en inschatten van de risico’s dat de
jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter
dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden
te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting;
• het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
• het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om in onze controleverklaring de aandacht te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen.
Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring.
Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de stichting haar continuïteit niet langer kan handhaven;
• het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en
• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met de met governance belaste personen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de con- trole en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Utrecht, 8 mei 2019 KPMG Accountants X.X.
X.X. xxx Xxxxx RA
colofon Redactie en coördinatie: Instituut Gak •
‘x-Xxxxxxxxxxxxxx 00 • 0000 XX Xxxxxxxxx • (000) 000 00 00 •
xxxx@xxxxxxxxxxxx.xx • xxx.xxxxxxxxxxxx.xx •
Grafisch ontwerp: Xxxx xxx Xxxxx • Fotografie: Xxxxxxx Xxxxxx •
Lithografie: Grafimedia • Druk: xxxxx.xx