TIJDELIJKE HUUROVEREENKOMST
TIJDELIJKE HUUROVEREENKOMST
CFR RVB DD 13 MAART 2017
INGAANDE OP
«InvoegeDatum»
HUURDER «Naam»
«NaamPartner»
WONING «AdresWoning»
«PostnrWoning» «GemeenteWoning»
ID NR
«PiramideID»
Ingeschreven in het register van de burgerlijke vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap aangenomen hebben ter griffie van de Rechtbank van Koophandel te Dendermonde onder nummer 7.
Bouwmaatschappij tot nut van het algemeen, onderworpen aan de Huisvestingscode, erkend door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, onder nummer 419.
TER INFORMATIE: KENMERKEN VAN DE SOCIALE VERHURING
Titel VII van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (hierna titel VII van de Vlaamse Wooncode te noemen) en de besluiten die genomen zijn ter uitvoering van die titel, stellen de voorwaarden vast voor de verhuring van sociale huurwoningen. De voorwaarden betreffen onder meer de huurprijsberekening, de huurlasten, de huurdersverplichtingen, de waarborg, de opzegmogelijkheden en de voorwaarden waaraan de huurder blijvend moet voldoen.
De sociale verhuring komt tot stand in een strikt reglementair kader. Het is eigen aan reglementaire bepalingen dat ze door de overheid eenzijdig gewijzigd of aangevuld kunnen worden als het algemeen belang dat vereist. Als de regelgeving wijzigt, kan dat dus ook gevolgen hebben voor deze huurovereenkomst. Er wordt in deze huurovereenkomst dan ook vaak verwezen naar de reglementering. Een nadere toelichting bij de verwijzingen naar de reglementering wordt als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd.
Voor de aspecten die niet geregeld zijn in titel VII van de Vlaamse Wooncode of in de uitvoeringsbesluiten ervan, gelden de bepalingen van afdeling 1 (Algemene bepalingen betreffende de huur van onroerende goederen) en 2 (Regels betreffende de huurovereenkomsten m.b.t. de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder) van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, als ze niet afwijken van de voormelde regelingen of in strijd zijn met de geest ervan.
De huurovereenkomst met bijlagen en bijvoegsels werd goedgekeurd door de raad van bestuur van De Zonnige Woonst cvba d.d. 13 november 2017.
IDENTIFICATIE VAN DE HUURDER EN VERHUURDER
Artikel 1. De ondergetekenden:
a) De sociale huisvestingsmaatschappij De Zonnige Woonst CVBA met maatschappelijke zetel Rozenhoed 1 te 9220 Hamme, ingeschreven in het rechtspersonenregister in Dendermonde, onder het ondernemingsnummer BE 0405.085.262, erkend door de VHM (VMSW) onder het nummer 419, en hier vertegenwoordigd door:
• Xxxxxxx Xx Xxxxxxxx, voorzitter;
• Xxx Xxx Xxxxx, directeur;
hierna de verhuurder te noemen, enerzijds, b)
GEZIN «GEZINSLEDENNAAM» | GEBOORTEDATUM «GezinsledenGeboortedatu m» | RIJKSREGISTERNR. «GezinsledenRijksr egisternr» |
wonende te «ADRESPERSOON» te «POSTNRPERSOON» «GEMEENTEPERSOON»
hierna de huurder te noemen, anderzijds, zijn overeengekomen wat volgt:
(Alle meerderjarige personen die de sociale huurwoning bij de aanvang van de huurovereenkomst gaan bewonen, moeten hier worden vermeld en moeten de huurovereenkomst mee ondertekenen. De meerderjarige personen met uitzondering van de inwonende kinderen die meerderjarig worden tijdens de duur van de huurovereenkomst , die later tot de huurovereenkomst toetreden, worden opgenomen in een bijlage te voegen bij deze huurovereenkomst en ondertekenen deze huurovereenkomst en worden ook onder ‘de huurder’ begrepen).
VOORWERP VAN DE HUUR
Artikel 2. De verhuurder geeft in huur aan de huurder een woning met als adres «ADRESWONING» -
«POSTNRWONING» «GEMEENTEWONING».
De datum van eerste ter beschikkingstelling van deze woning: «TERBESCHIKKINGSTELLING».
Een omstandige tegensprekelijke schriftelijke plaatsbeschrijving van de staat van de woning wordt opgemaakt overeenkomstig artikel 97 van de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode (hierna het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 te noemen). De plaatsbeschrijving wordt bij de huurovereenkomst gevoegd.
Artikel 3. De woning mag alleen duurzaam betrokken worden door de huurder, vermeld in artikel 1, door de inwonende minderjarige kinderen en de huurders die later toetreden tot de huurovereenkomst. De huurder mag in geen geval de woning, of een deel ervan, onderverhuren of de huur overdragen.
DUUR VAN DE HUUR EN PROEFPERIODE
Artikel 4.
§1. Deze overeenkomst is gesloten voor een duur van negen jaar, die ingaat op «InvoegeDatum».
Onder de voorwaarden, vermeld in artikel 97bis van de Vlaamse Wooncode, wordt de huurovereenkomst automatisch verlengd voor een duur van telkens drie jaar.
§2. Aan deze huurovereenkomst is een proefperiode van twee jaar gekoppeld. De proefperiode heeft als doel de huurder te evalueren, nauwgezet te volgen en eventueel bij te sturen.
Voor de personen die na de aanvang van de huurovereenkomst toetreden, gaat de proefperiode van twee jaar in op de datum van de ondertekening van deze huurovereenkomst.
Voor de minderjarige kinderen die meerderjarig worden, geldt de proefperiode niet.
(Als deze huurovereenkomst een huurovereenkomst met dezelfde verhuurder van een duur van negen jaar die eventueel verlengd is, opvolgt, mag de duur van deze huurovereenkomst niet langer zijn dan negen jaar of negen jaar, vermeerderd met de aangevatte verlengperiode, met dien verstande dat de huurovereenkomst minimaal een duur van drie jaar bedraagt. Als er slechts een gedeelte van de proefperiode is doorlopen in de vorige huurovereenkomst, zal de duur van de proefperiode in deze huurovereenkomst gelijk zijn aan het resterende deel. Artikel 4 aan de situatie aanpassen.)
HUURPRIJS, KOSTEN EN LASTEN
Artikel 5. De huurprijs wordt berekend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007. De basishuurprijs wordt bepaald op «Basishuur2008» euro.
De te betalen huurprijs, die aangepast is aan het inkomen van de huurder, aan zijn gezinssamenstelling, en aan de kwaliteit van de woning bedraagt voor de eerste maand «Huurprijs» euro.
De verhuurder zal de huurder met een gewone brief op de hoogte brengen van elke wijziging van de basishuurprijs of van de te betalen huurprijs, alsook van de datum waarop de nieuwe te betalen huurprijs ingaat.
Artikel 6. De kosten en lasten die verbonden zijn aan de eigendom van de woning, zijn voor rekening van de verhuurder en zijn opgesomd in bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007. De onroerende voorheffing is ten laste van de verhuurder. Als de huurder recht heeft op een vermindering van onroerende voorheffing, wordt de aanvraag daarvoor door de verhuurder ingevuld en bij de bevoegde dienst ingediend. De vermindering van de onroerende voorheffing wordt in de huurprijs verrekend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007.
Artikel 7. De kosten en lasten die verbonden zijn aan het gebruik en het genot van de woning en de bewoning, zijn voor rekening van de huurder en zijn opgesomd in bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007.
De aanrekening van de kosten en lasten, met inbegrip van de jaarlijkse afrekening, gebeurt overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007.
Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst bedraagt de maandelijkse betaling voor de kosten en lasten «Huurlasten» euro.
Artikel 8. De huurder betaalt de huurprijs, «TotaalTeBetalen» euro samen met de kosten en lasten voor de tiende dag van de maand waarop de huurprijs betrekking heeft op rekeningnummer BE 02 001 0097740 40 van de verhuurder.
WAARBORG
Artikel 9. De waarborg strekt tot garantie van alle verplichtingen die voor de huurder gelden op basis van titel VII van de Vlaamse Wooncode en de uitvoeringsbesluiten ervan. De waarborg wordt gesteld overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007. De waarborg is vastgesteld op
«BedragWaarborg» euro.
Artikel 10. De waarborg zal op het einde van de huurovereenkomst aan de huurder of, bij zijn overlijden, aan zijn erfgenamen worden terugbetaald, na verrekening van de openstaande schulden en na aftrekking van de vergoeding van eventuele schade. De waarborg wordt verrekend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007.
ACHTERSTALLIGE BETALING/ONVERSCHULDIGDE BETALING
Artikel 11. Als de huurder de huurprijs, de kosten en lasten of de waarborg niet betaalt voor de tiende dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de som verschuldigd is, kan de verhuurder op de achterstallige som een verhoging van 10% toepassen, tenzij er een loonafstand is betekend bij afzonderlijke akte. De achterstallige som kan in dat geval ook worden vermeerderd met de wettelijke interesten.
Artikel 12. Als de huurder meer betaald heeft dan hij met toepassing van titel VII van de Vlaamse Wooncode en de uitvoeringsbesluiten ervan of deze overeenkomst verschuldigd is, moet hem het te veel betaalde op zijn verzoek worden terugbetaald. In afwijking van artikel 1728quater van het Burgerlijk Wetboek kan dat verzoek aan de verhuurder worden verzonden met een gewone brief. De teruggave kan alleen geëist worden voor de bedragen die vervallen zijn en betaald zijn tijdens de vijf jaar die aan dat verzoek voorafgaan. De vordering tot teruggave verjaart na verloop van een termijn van één jaar vanaf het verzoek tot terugbetaling.
VERPLICHTINGEN VAN DE VERHUURDER
Artikel 13. De verhuurder stelt de woning, die moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, vermeld in artikel 5 van de Vlaamse Wooncode, ter beschikking van de huurder. De verhuurder zorgt ervoor dat de woning tijdens de volledige duur van de huurovereenkomst blijft voldoen aan de bovenvermelde vereisten.
De verhuurder voert onverwijld de herstellingswerkzaamheden uit die overeenkomstig artikel 1720 van het Burgerlijk Wetboek en de plaatselijke gebruiken ten laste van hem vallen.
Artikel 14. Als een sociaal woonproject renovatie-, sloop, of aanpassingswerkzaamheden omvat, informeert de verhuurder de bewoners op gepaste wijze over de aard van de werken, de timing, de te verwachten hinder, de invloed op de huurprijs en de waarborg en de eventuele noodzaak van tijdelijke verhuizing.
VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER
Artikel 15. De huurder bestemt de woning tot zijn hoofdverblijfplaats en laat zich inschrijven in de bevolkingsregisters van de gemeente waar de woning ligt. Hij is ertoe gehouden om de woning, in voorkomend geval samen met zijn minderjarige kinderen, effectief te betrekken.
Iedere wijziging van de gezinssamenstelling moet binnen een maand aan de verhuurder schriftelijk worden meegedeeld. De huurder kan alleen toestaan dat extra personen hun hoofdverblijfplaats vestigen in de sociale huurwoning of er zich domiciliëren als dat in overeenstemming is met artikel 95, §1, tweede lid, van de Vlaamse Wooncode.
Artikel 16. De huurder is hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot betaling van de huurprijs, de waarborg, de huurlasten en de vergoeding voor de schade die vastgesteld wordt bij de beëindiging van de huurovereenkomst, die de waarborg overtreft.
Artikel 17. De huurder is verplicht de elementen die nodig zijn voor de berekening van de te betalen huurprijs onmiddellijk mee te delen als de verhuurder daarom verzoekt.
Artikel 18. De huurder is verplicht de woning te onderhouden als een goede huisvader. Hij zal de woning op zodanige wijze bewonen dat geen overmatige hinder wordt veroorzaakt voor de buren en de naaste omgeving en dat de leefbaarheid niet in het gedrang komt.
Artikel 19. De huurder is verplicht na een jaar over een taalvaardigheid van het Nederlands te beschikken die overeenstemt met niveau A.1 van het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen.
De huurder is vrijgesteld van de verplichting in de volgende gevallen: 1° de verhuurder leidt af uit de Kruispuntbank Inburgering dat de huurder wegens ernstige ziekte, mentale of fysieke handicap blijvend vrijgesteld is van het volgen van de opleiding Nederlands tweede taal;
2° de verhuurder verkrijgt via de Kruispuntbank Inburgering een verklaring van uitgeleerdheid, afgeleverd door een centrum voor basiseducatie, vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;
3° de huurder legt een medisch attest voor waaruit blijkt dat een ernstige ziekte, mentale of fysieke handicap hem blijvend belemmert om over de basistaalvaardigheid Nederlands te beschikken.
De huurder krijgt een uitstel van een jaar om te voldoen aan deze huurdersverplichting als de verhuurder via de Kruispuntbank Inburgering een van de volgende documenten verkrijgt: 1° een bewijs waaruit blijkt dat de huurder de opleiding Nederlands tweede taal om over de basistaalvaardigheid Nederlands te kunnen beschikken omwille van beroepsmatige, medische of persoonlijke redenen nog niet heeft gestart of heeft kunnen afronden; 2° een verklaring, afgeleverd door de organisaties die belast zijn met de uitvoering van het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, waaruit blijkt dat de huurder de opleiding Nederlands tweede taal om over de basistaalvaardigheid Nederlands te kunnen beschikken, nog niet heeft gestart of heeft kunnen afronden doordat een gepaste opleiding Nederlands tweede taal niet tijdig beschikbaar is..
Artikel 20. -
Artikel 21. De huurder is verplicht de afspraken na te leven die opgenomen zijn in de begeleidingsovereenkomst die opgemaakt is als voorwaarde voor de toewijzing van de sociale huurwoning. (dit artikel is alleen van toepassing als de toewijzing afhankelijk is gemaakt van het sluiten van een begeleidingsovereenkomst overeenkomstig titel VII van de Vlaamse Wooncode).
Art. 22. De huurder is verplicht om in te stemmen met de verhuizing naar een andere sociale huurwoning als de woning aangepast is aan de fysieke mogelijkheden van personen met een handicap, en niet langer wordt bewoond door een persoon die daar behoefte aan heeft. De verhuurder kan een gemotiveerde afwijking toestaan (dit is alleen van toepassing als de woning een ADL-woning is of een woning die aangepast is aan de huisvesting van personen met een handicap).
De huurder is verplicht om in te stemmen met de verhuizing naar een andere sociale huurwoning als de woning een sociale assistentiewoning is, en niet langer wordt bewoond door een persoon die minstens 65 jaar oud is. De verhuurder kan een gemotiveerde afwijking toestaan (dit is alleen van toepassing als de woning een sociale assistentiewoning is).
Artikel 23. De huurder voert onverwijld de onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit die overeenkomstig artikel 1754 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en de plaatselijke gebruiken ten laste van hem vallen.
De verhuurder kan, als de huurder daarmee akkoord gaat, de door de huurder aangegeven onderhouds- en herstellingswerkzaamheden die ten laste van hem vallen, uitvoeren tegen betaling van een bepaald bedrag per maand. Dat bedrag is gebaseerd op de reële kostprijs van die onderhouds- en herstellingswerken van een representatieve periode.
Het bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex (basis 2004) naar het gezondheidsindexcijfer van de maand juni van het voorgaande jaar en met als basis het gezondheidsindexcijfer van «Gezondheidsindex» voor juni «Jaar». (Het jaartal is het jaar waarin de huurovereenkomst wordt gesloten als de huurovereenkomst wordt gesloten na 30 juni en van het voorgaande jaar als de huurovereenkomst wordt gesloten voor 1 juli). Het resultaat wordt afgerond naar het eerstvolgende natuurlijke getal. Grotere aanpassingen van dat bedrag moeten ter goedkeuring aan de huurder worden voorgelegd. De verhuurder en de huurder kunnen bij elke jaarlijkse huurprijsaanpassing beslissen om de aangegeven onderhouds- of herstellingswerkzaamheden niet meer te laten uitvoeren door de verhuurder.
Als de huurder niet tijdig de onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uitvoert, uitgezonderd die welke vermeld zijn in het tweede lid, heeft de verhuurder, na ingebrekestelling met een aangetekende brief, het recht om die werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren door een derde voor rekening van de huurder. De huurder moet aan de verhuurder binnen een maand na de facturatie de door hem uitgegeven sommen terugbetalen. De verhuurder kan een afbetalingsplan opstellen.
De huurder is verplicht om elke schade waarvan de herstelling ten laste van de verhuurder valt, onmiddellijk aan de verhuurder te melden. Als de huurder die verplichting niet naleeft, wordt hij aansprakelijk gesteld voor elke uitbreiding van de schade en moet hij de verhuurder daarvoor schadeloos stellen.
Op het einde van de huurovereenkomst is de huurder ertoe gehouden de woning achter te laten in de staat, zoals beschreven in de tegensprekelijke plaatsbeschrijving die is opgemaakt bij de aanvang van de overeenkomst, met uitzondering van de schade die ontstaan is door overmacht, slijtage of ouderdom.
Artikel 24. Als er in de woning noodzakelijke of dringende herstellingen uitgevoerd moeten worden, die niet tot na de beëindiging van de huurovereenkomst kunnen worden uitgesteld, moet de huurder die zonder vergoeding laten uitvoeren, welke ongemakken hij daarvan ook ondervindt en al moet hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van de woning derven.
Als die werken langer dan veertig dagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd en van het gedeelte van het verhuurde goed waarvan hij het genot heeft moeten derven.
De huurder moet instemmen met een tijdelijke herhuisvesting als de verhuurder dat wegens renovatie-, sloop- of aanpassingswerkzaamheden aan het gehuurde goed noodzakelijk acht. De voorwaarden zijn opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007.
Artikel 25. De huurder mag alleen veranderingen aanbrengen aan de woning en de aanhorigheden ervan als de verhuurder daarvoor voorafgaandelijk schriftelijke toestemming heeft verleend, al dan niet onder voorbehoud van de herstelling in de oorspronkelijke staat van de woning op het einde van de huurovereenkomst. Een weigering moet worden gemotiveerd door de verhuurder.
Op het einde van de huurovereenkomst kan de verhuurder die veranderingen overnemen zonder vergoeding, tenzij het anders is overeengekomen.
Als de huurder zonder toestemming veranderingen aanbrengt aan het gehuurde goed, heeft de verhuurder het recht te eisen dat de woning en de aanhorigheden ervan onmiddellijk in de oorspronkelijke staat worden hersteld.
Artikel 26. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder mag de huurder niets plaatsen of bevestigen op het dak, aan de buitenmuren, noch op een ander deel van de woning of van het appartementsgebouw.
De verhuurder behoudt zich het recht voor de woning en de aanhorigheden ervan te bezoeken om er de goede uitvoering van de verplichtingen van de huurder, alsook de staat van het goed na te gaan. De verhuurder bepaalt samen met de huurder de bezoekdag en het bezoekuur binnen acht dagen na het verzoek.
Artikel 27. Het is de huurder alleen toegestaan dieren te houden als de bepalingen nageleefd worden van het reglement van inwendige orde, dat uitsluitend ter zake rekening zal houden met overdreven burenhinder.
Artikel 28. De huurder geeft zijn toestemming aan de verhuurder om het OCMW erbij te betrekken als er zich problemen voordoen bij het nakomen van de huurdersverplichtingen.
VERZEKERING
Artikel 29. De verhuurder sluit een brandverzekering af die een clausule van afstand van verhaal op de huurder bevat en waarin het verhaal van derden is uitgebreid ten voordele van de huurder.
De huurder verbindt er zich toe zijn inboedel te laten verzekeren.
EINDE VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 30. De huurder kan de huurovereenkomst op ieder moment opzeggen overeenkomstig artikel 98,
§2, van de Vlaamse Wooncode. De opzegging geldt alleen voor hem.
Er is geen opzegtermijn voor de huurder als er nog huurders in de woning blijven wonen die daartoe het recht hebben overeenkomstig titel VII van de Vlaamse Wooncode. Anders bedraagt de opzegtermijn drie maanden, tenzij de huurder opgenomen wordt in een woonzorgcentrum of in een voorziening met residentiële opvang van personen met een handicap. In dat geval bedraagt de opzegtermijn een maand. De opzegtermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de huurder met een aangetekende brief de huurovereenkomst heeft opgezegd.
Als een huurder de woning niet meer als hoofdverblijfplaats betrekt en als hij nalaat de huurovereenkomst op te zeggen, wordt de huurovereenkomst voor hem van rechtswege ontbonden overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 en wordt hij uit de huurovereenkomst geschrapt. Voor de gehuwde huurder moet bovendien worden aangetoond door de overblijvende huurder dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is.
Artikel 31. De verhuurder zegt de huurovereenkomst op in de gevallen, vermeld in artikel 98, §3, van de Vlaamse Wooncode.
De opzeg van de huurovereenkomst door de verhuurder geldt voor alle huurders.
Artikel 32. De huurovereenkomst wordt van rechtswege ontbonden als de laatste huurder die overeenkomstig titel VII van de Vlaamse Wooncode een persoonlijk recht heeft om de woning te bewonen, overlijdt of de huurovereenkomst heeft opgezegd of de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt zonder de huurovereenkomst te hebben opgezegd. De nadere regels zijn bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007.
Artikel 33. Gedurende de opzegtermijn of de ontbindingstermijn van de huurovereenkomst heeft de verhuurder het recht de woning gedurende twee dagen in de week en twee opeenvolgende uren per dag door kandidaat-huurders te laten bezichtigen. Elke partij bepaalt een van die twee dagen en uren. De verhuurder heeft ook het recht gedurende de opzegtermijn of de ontbindingstermijn van de huurovereenkomst een bericht aan de voorgevel van de woning aan te brengen op een goed zichtbare plaats.
Artikel 34. Bij de beëindiging van de huurovereenkomst bezoekt een afgevaardigde van de verhuurder de woning en maakt een tegensprekelijke plaatsbeschrijving van uittreding op.
Die plaatsbeschrijving wordt ondertekend door een van de huurders of door zijn vertegenwoordiger, die over een geldige volmacht beschikt.
In onderling overleg bepalen de verhuurder en de huurder de datum en het tijdstip van de plaatsbeschrijving binnen een termijn van een maand na de beëindiging van de huurovereenkomst.
Als de huurder of zijn vertegenwoordiger niet aanwezig is op de overeengekomen datum en het overeengekomen tijdstip, erkennen alle huurders onvoorwaardelijk de juistheid van de plaatsbeschrijving, tenzij overmacht wordt bewezen.
GESCHILLEN
Artikel 35. Elk geschil over deze overeenkomst behoort tot de bevoegdheid van de rechtbank in Dendermonde.
KEUZE VAN DOMICILIE
Artikel 36. De huurder woont tot het einde van de huurtermijn in het gehuurde goed. Elke betekening gebeurt rechtsgeldig op dat adres, ook als de huurder de woning verlaten heeft zonder de verhuurder officieel op de hoogte te brengen van zijn nieuwe adres.
REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE
Artikel 37. Een reglement van inwendige orde wordt bij deze overeenkomst gevoegd en maakt er integraal deel van uit.
De daarin voorkomende bepalingen die strijdig zijn met titel VII van de Vlaamse Wooncode en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden als niet geschreven beschouwd.
REGISTRATIE
Artikel 38. De verhuurder registreert deze overeenkomst.
De volgende bijlagen worden bij deze overeenkomst gevoegd:
I reglement inwendige orde;
II toelichting bij de verwijzingen naar de reglementering in de typehuurovereenkomst voor verhuring van sociale huurwoningen door de sociale huisvestingsmaatschappijen en de VMSW;
III privacy wetgeving;
IV waarborgregeling (indien van toepassing);
V staat van het goed bij het betrekken/verlaten van de woning.
Opgemaakt op 12-12-2017, te Hamme in evenveel exemplaren plus één als er partijen zijn. Het laatste exemplaar is bestemd voor de registratie.
Elke partij verklaart één exemplaar te hebben ontvangen.
Handtekening Handtekening(en)
De verhuurder, De huurder(s),
(handtekening voorafgegaan door "gelezen en goedgekeurd")
«GezinsledenNaam»
Namens De Zonnige Woonst
G. Van Gucht X. Xx Xxxxxxxx
directeur voorzitter
BIJLAGE I – REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE
In toepassing van artikel 37 van de huurovereenkomst:
1. Onderhoud en herstellingen: algemeen
2. Onderhoud waterverwarmer en centrale verwarmingsinstallatie
3. Verwarming met hout, kolen of gas
4. Ontplofbare producten – gasflessen
5. Onderhoud en herstellingen van sanitaire toestellen
6. Preventie CO-vergiftiging
7. Preventie vochtproblemen
8. Rookmelders
9. Ruimen van de septische put
10. Inrichting van de woning
11. Nutsleidingen
12. Telefoon- en internetaansluiting
13. Elektrische toestellen
14. Xxxxxxxx
00. Huisdieren
16. Schotelantenne
17. Reclame – uithangborden – aanplakbrieven
18. Tuinhuisje, veranda en bijgebouwen
19. Garageoprit, autostaanplaatsen, carports, fietsenberging en voetpaden
20. Garages
21. Onderhoud tuin, voortuin en beplanting openbaar domein
22. Nachtlawaai en burenoverlast
23. Huisvuilophaling
24. Procedure huurachterstal
25. Klachten
26. Afwijkende afspraken
Bijkomend voor bewoners van appartementsgebouwen:
27. Onderhoud en gebruik van gemeenschappelijke delen
28. Rookverbod
29. Liften
30. Xxxxxxxxxxx
00. Lawaai
Bijkomend voor huurders van volkstuinen:
32. Gemeenschappelijke voorzieningen
33. Inrichting en beplanting gehuurd perceel
Deze afsprakenlijst is geen limitatieve opsomming. Dit wil zeggen dat deze lijst niet over elk onderwerp afspraken bevat. Daarom kan het bestuur te allen tijde deze afsprakenlijst aanvullen of wijzigen. U kan de meest recente versie steeds downloaden via xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx of op eenvoudig verzoek verkrijgen.
1. Onderhoud en herstellingen: algemeen
De Zonnige Woonst draagt enkel de kosten van grote herstellingen zoals bepaald in de wetgeving. Wanneer blijkt dat zo’n herstelling veroorzaakt werd door de huurder, zal De Zonnige Woonst de herstelling op kosten van de huurder laten uitvoeren.
Alle andere herstellingen zijn ten laste van de huurder en dienen vakkundig uitgevoerd te worden.
De ZieZo-brochure, opgesteld door de provincie Oost-Vlaanderen, bevat een handig overzicht van herstellingstaken en hun verantwoordelijke (De Zonnige Woonst of u als huurder). De wetgeving is doorslaggevend bij onduidelijkheid in de ZieZo-brochure.
Als de huurder zelf aanpassingen aan of in de woning wenst uit te voeren, worden deze schriftelijk aangevraagd aan De Zonnige Woonst. Pas na goedkeuring mag de huurder het gevraagde uitvoeren.
Bij einde huur van een woning brengt een medewerker van De Zonnige Woonst een maand vooraf een plaatsbezoek aan de woning, de voorcontrole. Op dat moment licht de medewerker toe in welke staat de woning dient te worden achtergelaten en kan de huurder vragen stellen. Wanneer de huurder de aangehaalde problemen tegen de overdracht van de sleutels niet zelf in orde brengt, hanteert De Zonnige Woonst een aantal standaardtarieven om het herstel uit te voeren. Deze bedragen worden ingehouden van de waarborg. Deze standaardtarieven voor kleine, veel voorkomende herstellingen worden meegedeeld bij de voorcontrole. Bij onredelijkheid heeft De Zonnige Woonst steeds het recht om van de vastgelegde bedragen af te wijken en de kosten in eer en geweten te schatten of de reële factuur af te wachten.
2. Onderhoud waterverwarmer en centrale verwarmingsinstallatie
De Zonnige Woonst heeft een onderhoudscontract afgesloten met een gespecialiseerde firma die tweejaarlijks een grondige controle en onderhoud uitvoert. De huurder betaalt hiervoor een maandelijkse bijdrage via de huurlasten. Indien een herstelling vereist is, contacteert de huurder het secretariaat van De Zonnige Woonst.
Als de huurder op eigen initiatief en zonder kennisgeving aan De Zonnige Xxxxxx toch een derde inschakelt voor het herstel moet hij integraal de kosten betalen en is hij bovendien verantwoordelijk voor het uitgevoerde werk.
De huurder draagt zelf de zorg voor het behoud van de goede werking van de toestellen en installaties door de radiatoren jaarlijks te ontluchten en de druk van de verwarmingsinstallatie regelmatig te controleren en indien nodig bij te stellen. De Zonnige Xxxxxx stelt op vraag een korte handleiding ter beschikking.
3. Verwarming met hout, kolen of gas
Als er nog geen centrale verwarming aanwezig is in de woning, is verwarming met een gaskachel toegestaan. De aankoop van een gaskachel is steeds ten laste van de huurder. De Zonnige Woonst is op geen enkel moment verantwoordelijk voor de werking ervan. De huurder zorgt zelf voor een wettelijk verplichte controle en houdt hiervan een attest ter beschikking.
Het is strikt verboden uw woning te verwarmen op een andere manier dan met centrale verwarming of met een gaskachel.
4. Ontplofbare producten - gasflessen
Het is ten strengste verboden gasflessen en/of andere ontplofbare producten te gebruiken in de woningen, appartementen of aanhorigheden.
5. Onderhoud en herstellingen van sanitaire toestellen
De huurder is zelf verantwoordelijk voor onderhoud en herstel van kranen, sifons en de toiletten.
6. Preventie CO-vergiftiging
Het is verboden de verluchtingsroosters te sluiten.
7. Preventie vochtproblemen
De huurder moet zijn woning regelmatig verluchten en voldoende verwarmen om vochtproblemen die kunnen leiden tot schimmel, te vermijden.
8. Rookmelders
De Zonnige Woonst zorgt voor plaatsing en onderhoud van rookmelders in haar woningen. De huurder is zelf verantwoordelijk voor de jaarlijkse controle van de goede werking van de aanwezige rookmelders in zijn woning door de centrale knop van het toestel in te drukken. Het lampje zal flikkeren en het alarm zal afgaan. Beiden stoppen weer vanzelf.
De huurder dekt de rookmelders niet af, verwijdert ze niet of schakelt ze niet zelf uit en zorgt bij schilderwerken voor afscherming zodat ze niet mee geverfd worden.
Bij problemen met de rookmelders, neemt de huurder contact op met De Zonnige Woonst.
9. Ruimen van de septische put
Alle toezicht- en onderzoekputjes die deel uitmaken van het rioleringsstelsel moeten door de huurder regelmatig gecontroleerd en indien nodig ook gereinigd worden. De huurder is zelf verantwoordelijk voor eventuele verstoppingen.
Huurders van eengezinswoningen met een individuele septische put staan zelf in voor de lediging van de septische put wanneer nodig. Bij het verlaten van de woning zal de huurder de septische put laten ledigen en De Zonnige Woonst hiervan een attest voorleggen. Zo niet zal De Zonnige Xxxxxx op eigen initiatief dit werk te laten uitvoeren. De kosten zullen dan in mindering gebracht worden van de terug te betalen waarborg.
Bij woningen met een gemeenschappelijke septische put organiseert De Zonnige Woonst de regelmatige lediging. De kosten worden verrekend in de huurlasten. Wanneer blijkt dat de lediging noodzakelijk was omwille van een verstopping, zal De Zonnige Woonst de kosten volledig doorrekenen aan de betrokken huurder.
Het is verboden olie, vet, vloeistoffen of materialen en voorwerpen niet bestemd voor de riolering door te spoelen in de spoelbak of toilet.
10. Inrichting van de woning
10.1 Schilderen en behangen
De huurder mag plafond en muren behangen of schilderen naar eigen wens, enkel het gebruik van behang in glasweefsel (tasso) of platen in piepschuim (isomo) zijn verboden. De huurder zorgt bij schilderwerken dat lichtschakelaars, stopcontacten, radiatoren en rookmelders goed zijn afgeschermd zodat ze niet mee geschilderd worden.
Geverniste trappen, aluminium of kunststof ramen en deuren, dorpels, vensterbanken en tabletten mogen niet geschilderd worden.
De huurder mag geen bekleding aanbrengen die de bezetting van de muren beschadigt.
10.2 Ophangen van xxxxxxxxx, verlichting en wanddecoratie
De huurder mag wand- en plafonddecoratie aanbrengen met haakjes, nagels of duimspijkers. In deuren, ramen en vensterbanken mag de huurder echter geen gaten maken.
Gordijnen kunnen aangebracht worden op de daarvoor voorziene plaatsen. De wachtdraden in de plafonds voor verlichting mogen niet worden ingekort. De huurder mag geen verlaagd plafond plaatsen.
In het schrijnwerk (hout of PVC) van de vensters en deuren mogen geen gaten worden gemaakt.
10.3 Vloerbekleding
Het is verboden de vloeren en trap te bekleden met gelijmde tegels of vasttapijt. De huurder mag zelf geen nieuwe vloerbekleding aanbrengen zonder schriftelijke toestemming van De Zonnige Woonst.
Het inkorten van deuren is strikt verboden.
Overtredingen zullen aanleiding geven tot evenredige inhouding op de waarborg.
11. Nutsleidingen
Alle nutsaansluitpunten zijn aanwezig. Bij de verhuring dient de huurder zelf de aansluiting van aardgas, elektriciteit, tv en andere nutsleidingen te regelen met de nutsleverancier. Bij tijdelijke afwezigheid dienen vooraf alle leidingen voor water, gas en elektriciteit dichtgedraaid te worden.
12. Telefoon- en internetaansluiting
De huurder dient zelf de aanvraag te richten aan een leverancier naar keuze.
Alle schade veroorzaakt bij het plaatsen valt ten laste van de huurder. Indien bepaalde werken nodig zijn voor het plaatsen of herstellen van de aansluiting (bv. graven van sleuven voor de nodige bekabeling) is dat ten laste van de huurder.
13. Elektrische toestellen
Elektrische toestellen in de keuken zijn eigendom van de huurder. De huurder staat zelf in voor de herstelling of vervanging bij een defect. Wanneer een huurder in overleg met de uittredende huurder besluit om de aanwezige toestellen over te nemen, is dit op eigen verantwoordelijkheid.
In een nieuwbouwproject wordt door De Zonnige Woonst een dampkap op maat voorzien bij installatie van de keuken. Dit toestel is verplicht aan te kopen door de huurder.
14. Sleutels
Bij verlies van de sleutels dient de huurder zelf in te staan voor de vervanging ervan. Ook wanneer zou blijken dat hierdoor vervanging van het slot nodig is, is dit op kosten van de huurder.
Bij sleutels van gemeenschappelijke delen verloopt de vervanging via De Zonnige Woonst. De kosten worden doorgerekend aan de huurder die nood aan vervanging veroorzaakte.
Sleutels van garages en (fiets)bergingen mogen nooit doorgegeven worden aan derden.
15. Huisdieren (zie ook artikel 27 van het huurcontract)
Huisdieren zijn toegelaten als ze geen hinder aan de buren veroorzaken en geen schade aan de woning toebrengen. De huurder mag geen dieren houden die wegens hun omvang, gedrag of leefomgeving niet thuishoren in een sociale woning.
In individuele situaties kan De Zonnige Woonst ingrijpen om de rust te herstellen.
16. Schotelantenne
Het is verboden op de gebouwen of op enige andere plaats van het goed, een van buiten zichtbare radio- en/of T.V.-antenne, paraboolantenne en dergelijke te installeren of te laten installeren, tenzij dit uitdrukkelijk schriftelijk door De Zonnige Woonst zou toegestaan worden bij het ontbreken van elke mogelijkheid tot aansluiting op een commercieel distributienet.
Aan een huurder van een woning in een appartementsgebouw geeft De Zonnige Xxxxxx nooit goedkeuring voor plaatsing van een schotelantenne. Enkel voor een eengezinswoning kan toelating gegeven worden. Daarbij gelden volgende voorwaarden:
• de plaatsing mag geen schade aanbrengen aan de woning;
o enkel op een niet-permanente en verwijderbare constructie;
o kabels mogen niet door zelfgemaakte openingen in deuren, kozijnen of ramen naar binnen worden gebracht. Er mag wel gebruikt worden gemaakt van platte coaxkabels die onder een deur of venster doorlopen;
• de schotelantenne mag niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Plaatsing kan dus enkel achteraan de woning, op het terras of in de achtertuinstrook;
• er mag maximaal één schotel geplaatst worden met een maximale diameter van 120 cm en een maximale hoogte van 150cm boven het maaiveld van de volledige constructie;
• de installatie mag niet storend zijn voor de omwonenden.
Bij hinder kan De Zonnige Xxxxxx steeds beslissen om de goedkeuring weer in te trekken.
17. Reclame - uithangbord – aanplakbrief
De huurder mag op geen enkele van buiten af zichtbare plaats, in of op het goed, een reclameteken, uithangbord of aanplakbericht op vaste, langdurige termijn aanbrengen die het residentieel karakter van de wijk of de goede verstandhouding onder de bewoners in het gedrang kan brengen.
18. Tuinhuisje, veranda en bijgebouwen
De plaatsing van een veranda of andere aanbouw is verboden.
Voor de plaatsing van een tuinhuisje of serre kan de huurder een schriftelijke aanvraag indienen bij De Zonnige Woonst. Indien vereist zal de huurder ook de machtiging moeten verkrijgen van het gemeentebestuur. De huurder zal een verzekering aangaan die zijn verantwoordelijkheid voor eventuele lichamelijke en materiële schade aan derden evenals de aan het gebouw aangerichte schade dekt. Bij het verlaten van de woning kan De Zonnige Woonst eisen dat de huurder het tuinhuisje of serre weer afbreekt.
De tuinhuizen van De Zonnige Woonst mogen enkel in de opgelegde kleur worden geschilderd. De verf kan gratis afgehaald worden bij De Zonnige Woonst.
19. Garageoprit, autostaanplaatsen, carports, fietsenbergingen en voetpaden
De huurder zal steeds de nodige voorzorgen nemen zodat de ondergrond niet besmeurd wordt met vet of olie.
Carports mogen enkel gebruikt worden door de huurder.
20. Garages
De garage mag uitsluitend gebruikt worden als autobergplaats of bergplaats voor gemotoriseerde voertuigen met uitsluiting van elektrische fietsen. Het is verboden de garage te gebruiken als opslag- of werkplaats.
De autobergplaats mag enkel gebruikt worden door personen die rechtstreeks deel uitmaken van het gezin van de huurder.
Het is strikt verboden een garage onder te verhuren.
De plaatsing van een geautomatiseerde garagepoort of geautomatiseerde rolluiken kan door de huurder na schriftelijke goedkeuring van De Zonnige Woonst uitgevoerd worden. Enkel als het gaat om een rolstoelwoning neemt De Zonnige Woonst de kosten voor de automatisatie voor haar rekening.
21. Onderhoud van tuin, voortuin en beplantingen openbaar domein
De huurder moet zijn tuin doorheen het jaar goed onderhouden zodat de staat van de tuin geen hinder veroorzaakt voor de buurt. Dit betekent regelmatig onkruid wieden, gras maaien, hagen snoeien en afval verwijderen.
Het onderhoud van het openbaar domein gebeurt door de gemeente. De huurder draagt echter mee zorg voor het behoud ervan en maakt van de perken geen stortplaats.
21.1 De voortuin
Het onderhoud van de voortuin is ten laste van de huurder maar dient uitgevoerd te worden volgens de onderrichtingen van De Zonnige Woonst. Aan de voortuinstrook mag de huurder geen wijziging in beplanting aanbrengen. Indien de huurder toch veranderingen aanbrengt, heeft De Zonnige Woonst het recht te eisen dat de voortuin onmiddellijk in oorspronkelijke staat hersteld wordt, dit integraal op kosten van de huurder.
De doorgangen die grenzen aan de gehuurde tuin dient de huurder steeds vrij te houden van onkruid, mos en afval.
21.2 Afsluitingen
Wanneer er een gemeenschappelijke afsluiting aanwezig is, mag de huurder deze niet verwijderen. Het onderhoud van een gemeenschappelijke haag valt onder de verantwoordelijkheid van de huurder(s).
Wanneer de huurder een nieuwe tuinafsluiting wenst te plaatsen, vraagt de huurder steeds een schriftelijke toelating aan De Zonnige Woonst. Een tuinafsluiting moet deze gemaakt zijn uit natuurlijke materialen (houten panelen, groene haag,…) of een groene kleur hebben. Het aanplanten van coniferen, snelgroeiende bomen en hagen is toegestaan indien ze geen hinder vormen voor de buren en tijdig worden gesnoeid. De maximale hoogte bedraagt 2 m.
21.3 De private tuin
De tuin moet voor minstens 60% beplant worden met bloemen, struiken en/of gras.
Het is verboden om:
• snoei-, groen- en ander afval in de tuin te verbranden of begraven;
• de aard en het niveau van de bestaande bodem aanmerkelijk te wijzigen;
• in of op de bodem verharding of constructies aan te brengen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming;
• caravans of auto’s zonder nummerplaat in de tuin te parkeren.
22. Nachtlawaai en burenoverlast
Bij nachtlawaai spreekt de huurder de betrokken buren hierover aan. Wanneer dit niet helpt, dient men de politie te verwittigen. Overlast veroorzaakt door buren meldt de huurder aan de wijkagent.
23. Huisvuilophaling
De huurder plaatst huisvuil enkel buiten tijdens de daartoe bepaalde tijdstippen van de gemeentelijke ophalingen.
24. Huurachterstal – procedure
Stap | Actie |
Maandelijkse huur niet voor 10de van de maand betaald | 1ste rappelbrief De Zonnige Woonst |
Geen reactie 1ste rappel De Zonnige Woonst | 2de rappelbrief De Zonnige Woonst en 5 EUR aanmaningskosten, telefonisch contact medewerker De Zonnige Woonst |
Geen reactie 2de rappel De Zonnige Woonst | Aangetekende zending De Zonnige Woonst, 10 EUR aanmaningskosten en huisbezoek medewerker De Zonnige Woonst en dossier overmaken aan OCMW |
Geen reactie aangetekende zending De Zonnige Woonst | Opstart gerechtelijk dossier |
25. Klachten
Alle klachten maakt de huurder rechtstreeks en schriftelijk over aan De Zonnige Woonst. Al de gevallen die niet voorzien zijn door de huurovereenkomst en het reglement van inwendige orde zullen beslecht worden door het bestuur van De Zonnige Woonst. De Zonnige Xxxxxx behoudt zich het recht voor het reglement van inwendige orde ten alle tijde te wijzigen of aan te vullen.
26. Afwijkende afspraken
Via een toevoeging aan de staat van het goed kunnen tussen De Zonnige Woonst en huurder afwijkende afspraken, dan wat bepaald wordt in het reglement van inwendige orde, gemaakt worden. Deze afspraken worden voor akkoord door beide partijen ondertekend.
Bijkomende afspraken voor bewoners van appartementsgebouwen:
27. Onderhoud en gebruik van gemeenschappelijke delen
Wanneer de gemeenschappelijke ruimte met minstens drie huurders wordt gedeeld, zorgt De Zonnige Woonst voor periodieke reiniging. Deze kosten worden verrekend via de maandelijkse huurlasten.
In gebouwen met twee huurders voeren de bewoners in onderlinge afspraak met een beurtrol het onderhoud uit.
Het is verboden om voertuigen (fietsen – kinderwagens e.d.) of andere voorwerpen in de hal of op de trap te plaatsen. De trappen en gangen moeten leeg zijn. Ze moeten steeds toegankelijk zijn voor hulpdiensten.
28. Rookverbod
Het is verboden te roken in de gemeenschappelijke delen.
29. Liften
Kinderen onder de 12 jaar mogen enkel onder begeleiding de lift gebruiken.
Gebruik de liften volgens de vermelde aanwijzingen. Wanneer u de lift opzettelijk blokkeert, worden de kosten doorgerekend.
Het is verboden de liften te gebruiken voor verhuizing.
De Zonnige Woonst sloot een onderhoudscontract af voor de liften. De huurder betaalt hierin een bijdrage via de maandelijkse huurlasten.
30. Omgangsvorm
De huurders van een appartementsgebouw dienen rekening te houden met hun medebewoners in het kader van een goed buurtschap. Dit houdt onder meer volgende afspraken in:
• klop uw tapijten niet uit door de vensters;
• het is verboden om wasgoed uit vensters of over balkonterrassen te hangen;
• het is verboden alle soorten afval of voedselresten uit de venster te gooien;
• het is verboden om fietsen of bromfietsen mee te nemen naar uw appartement;
• de fietsenberging is geen bergruimte voor groot huisvuil of ander afval.
31. Lawaai
De huurders worden er attent op gemaakt dat het gebruik van televisie en muziekinstallaties niet storend mag zijn voor de medehuurders. Na 22 uur moet het stil zijn in en rond de appartementen (parkeerruimtes, trappen en hallen, garages,..).
De huurder is ook verantwoordelijk voor het lawaai van bezoekers. Dit wil zeggen dat ook zij de uren van stilte moeten respecteren.
Het is verboden de kinderen te laten spelen in de trapzalen.
Bij nachtlawaai dient men de politie te verwittigen. Overlast veroorzaakt door buren dient men te melden aan de wijkagent.
Bijkomende afspraken voor huurders van de volkstuinen:
32. Gemeenschappelijke voorzieningen
Er wordt een berging ter beschikking gesteld waarbij de huurder de sleutel ontvangt op het ogenblik van de ondertekening van het contract. Deze berging mag niet geschilderd worden. De berging mag geen overnachtingsmogelijkheid bieden en overnachtingen op de volkstuin zijn ten allen tijde ten strengste verboden.
De huurder mag gratis gebruik maken van de aanwezige waterpomp. Het water dient uitsluitend voor de volkstuin. Het water is niet drinkbaar.
Naast de gehuurde volkstuin dient de huurder ook zorg te dragen voor de gemeenschappelijke voorzieningen. Het betreft onder meer de paden tussen de tuinen, auto- en fietsstaanplaatsen, gemeenschappelijke groenvoorziening, de bergingen, waterpomp, …
33. Inrichting en beplanting gehuurd perceel
De tuintjes dienen aangelegd te worden met groenten-, bloemen-, grasperken, kruiden en/of kleinfruit. De huurder van een volkstuin moet zijn tuin doorheen het jaar goed onderhouden zodat de staat van de tuin geen hinder veroorzaakt voor de buurt. Dit betekent regelmatig onkruid wieden, gras maaien, afval verwijderen, enz.
De huurder mag geen tuinhuis of materiaalkist op zijn perceel plaatsen. Materiaal kan bewaard worden in de ter beschikking gestelde berging.
Een serre mag na schriftelijke toestemming geplaatst worden indien deze de maximum grondoppervlakte van 6m² en de maximumhoogte van 2m niet overschrijdt. Deze serre dient op het einde van de overeenkomst verwijderd te worden.
In de tuintjes mogen geen bomen (laag- en hoogstammen) geplant worden.
Het stoken van vuren, aanbrengen van terrassen of verhardingen, houden van dieren en kleinvee is ten allen tijde verboden.
Nuttige telefoonnummers
Water-Link defecten watervoorziening | 078/353.588 |
Gasreuk | |
tijdens diensturen: De Zonnige Woonst | 052/470.471 |
na de diensturen : Intergem/Eandis | 0800/65065 |
Stroomonderbreking en defecten Eandis | 078/35.35.00 |
Politie Hamme | 052/257.101 |
Politie Temse | 03/711.02.02 |
Politie Waasmunster | 0474/88.51.06 |
Noodnummer (brandweer, ziekenwagen, politie) | 112 |
BIJLAGE II – TOELICHTING BIJ DE VERWIJZINGEN NAAR DE REGLEMENTERING IN DE TYPEHUUROVEREENKOMST VOOR VERHURING VAN SOCIALE HUURWONINGEN DOOR DE SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN EN DE VMSW
1. Plaatsbeschrijving (zie artikel 2 en 34 van de huurovereenkomst)
De plaatsbeschrijving is een schriftelijke vaststelling van de feitelijke staat van de woning bij aanvang of beëindiging van de huur. De verhuurder of een deskundige die hij daartoe aanstelt, maakt een gedetailleerde plaatsbeschrijving op zowel bij de aanvang als bij de beëindiging van de huurovereenkomst. De verhuurder en de huurder moeten de plaatsbeschrijving ondertekenen en dateren. Als de verhuurder en de huurder niet overeenkomen, kan de vrederechter een deskundige aanwijzen die de plaatsbeschrijving opmaakt. De plaatsbeschrijving wordt bij de huurovereenkomst gevoegd.
Bij het einde van de huurovereenkomst moet de woning in dezelfde feitelijke staat zijn zoals beschreven in de plaatsbeschrijving bij de aanvang van de huurovereenkomst. Als de woning schade vertoont die niet in de beschrijving staat vermeld, moet de huurder die vergoeden of herstellen. Schade door ouderdom of overmacht of door het normale gebruik van de gehuurde woning moet de huurder niet vergoeden of herstellen.
De huurder betaalt maximaal de helft van de kosten van de plaatsbeschrijving, maar nooit meer dan een vastgesteld bedrag, dat jaarlijks wordt geïndexeerd. Als de plaatsbeschrijving opgemaakt wordt door een deskundige die de vrederechter heeft aangewezen, betaalt de huurder de helft van de kosten van de plaatsbeschrijving, zonder dat er een plafond is voorzien.
⮚ art. 97, vijfde en zesde lid van de Vlaamse Wooncode
⮚ art. 31 en 56 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
2. Huurprijsberekening (zie artikel 5 van de huurovereenkomst)
De huurprijsberekening houdt voornamelijk rekening met het inkomen van de huurder, het aantal personen ten laste, de grootte en de kwaliteit van de gehuurde woning. Bijgevolg is de huurprijs voor elke huurder verschillend.
RH = MHP < (I/55 – PK – GK) < BH
De berekening van de huurprijs wordt schematisch als volgt weergegeven:
RH | = | reële maandelijkse huurprijs |
MHP | = | minimale huurprijs |
I | = | geïndexeerd jaarinkomen, minstens leefloon |
PK | = | patrimoniumkorting |
GK | = | gezinskorting |
BH | = | basishuurprijs (=marktwaarde bij aanvang huurovereenkomst) |
De huurprijs kan niet lager zijn dan de minimale huurprijs, en niet hoger dan de marktwaarde van de woning (=basishuurprijs). Die twee grenzen houden enkel rekening met de waarde van de woning.
• Inkomen
De huurprijsberekening vertrekt van 1/55ste van het gezinsinkomen. Concreet betekent dit dat een huurder normaal niet meer dan 22% van zijn inkomen zal besteden aan de huurprijs (de huurlasten zijn hier niet in begrepen). Alleen als deze grens lager is dan de minimale huurprijs van de woning, zal de minimale huurprijs moeten worden betaald en zal er dus meer betaald worden dan 22% van het inkomen.
Voor het inkomen wordt gekeken naar het derde jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de huurprijs wordt bepaald. Dit is het referentiejaar. Om de huurprijs te berekenen wordt rekening gehouden met het geïndexeerde netto belastbare inkomen (inkomen uit arbeid of vervangingsinkomen) van alle meerderjarige gezinsleden. Het inkomen van de kinderen die nog geen 25 jaar oud zijn en die sinds hun 18de jaar onafgebroken deel uitmaakten van het gezin, wordt niet meegerekend. Het inkomen van de inwonende ouders of grootouders wordt maar voor de helft meegeteld. Als ze 65 jaar of ouder zijn, wordt hun inkomen niet meer meegerekend. Ook het inkomen van familieleden van de eerste en tweede graad die erkend zijn als ernstig gehandicapt, wordt niet meegerekend.
• Personen ten laste (gezinskorting)
Er wordt een gezinskorting toegekend voor personen ten laste. Onder personen ten laste worden de volgende personen begrepen:
-kinderen die gedomicilieerd zijn in de huurwoning en die minderjarig zijn of voor wie kinderbijslag of wezentoelage wordt betaald of die door de minister na voorlegging van bewijzen als ten laste worden beschouwd;
-personen die erkend zijn als ernstig gehandicapt;
-kinderen in co-ouderschap die niet in de huurwoning zijn gedomicilieerd maar er wel regelmatig verblijven.
Voor de laatste categorie wordt slechts de helft van de korting toegekend. De beide ouders dienen in dat geval een verklaring van co-ouderschap te ondertekenen.
De korting wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor een kind dat een ernstige handicap heeft, wordt het bedrag verdubbeld.
• Basishuurprijs
De basishuurprijs is gelijk aan de huurprijs zoals deze zou zijn op de private huurmarkt. Die private huurprijs is de marktwaarde. De marktwaarde van de sociale huurwoning wordt bepaald door een notaris rekening houdend met de ligging, de kwaliteit en het type van woning op de private huurmarkt. Dit is het maximum dat voor die woning betaald kan worden. De basishuurprijs wordt elk jaar geïndexeerd en negen jaar na de aanvang van de huurovereenkomst vervangen door de marktwaarde die op dat ogenblik geldt. Als de basishuurprijs wordt vervangen, worden ook de patrimoniumkorting en de minimale huurprijs opnieuw berekend.
Het enige moment waarop de verhuurder de basishuurprijs door een hogere of lagere marktwaarde kan vervangen tijdens de periode van negen jaar, is bij een grondige renovatie van de woning of als de marktwaarde zou gedaald zijn.
• Patrimoniumkorting
Een ander element dat belangrijk is voor de berekening van de huurprijs, is de patrimoniumkorting. Voor woningen met een lagere marktwaarde, die bijvoorbeeld van mindere kwaliteit zijn of die minder goed gelegen zijn, krijgt de huurder een grotere patrimoniumkorting. Voor woningen met een hogere marktwaarde, die bijvoorbeeld van betere kwaliteit zijn of die beter gelegen zijn, krijgt de huurder een kleinere patrimoniumkorting. Dus: hoe minder de woning waard is, hoe groter de patrimoniumkorting; hoe meer de woning waard is, hoe kleiner de patrimoniumkorting.
De patrimoniumkorting wordt, net als de gezinskorting, afgetrokken van de huurprijs. De patrimoniumkorting wordt ieder jaar geïndexeerd en opnieuw berekend bij wijziging van de basishuurprijs.
• Minimale huurprijs
Iedere woning heeft naast een maximale huurprijs, namelijk de basishuurprijs, ook een minimale huurprijs. De minimale huurprijs staat net als de patrimoniumkorting in verhouding tot de marktwaarde. Hoe hoger de marktwaarde is, hoe hoger de minimale huurprijs.
De berekende minimale huurprijs wordt ieder jaar geïndexeerd en opnieuw berekend bij wijziging van de basishuurprijs.
• Aanpassing van de huurprijs
De huurprijs wordt jaarlijks op 1 januari aangepast. Naast die aanpassing is het mogelijk dat de huurprijs in de loop van het jaar moet worden aangepast.
Dat kan in volgende gevallen:
- Xxxxxxxx, overlijden of schrapping uit de huurovereenkomst
Een gezinslid kan met pensioen gaan, verhuizen of overlijden, waardoor het gezinsinkomen daalt. De huurder kan aan de verhuurder vragen om de huurprijs opnieuw te berekenen. De huurprijs zal worden aangepast vanaf de maand die volgt op de maand waarin dit aan de verhuurder is gevraagd, aan de hand van bewijsstukken.
- Daling van het inkomen
Het kan ook gebeuren dat het gezinsinkomen plots daalt omdat bijvoorbeeld iemand langdurig ziek wordt of zijn job verliest. Als het gemiddeld inkomen, berekend over drie opeenvolgende maanden met minstens 20% gedaald is dan het inkomen van drie jaar geleden, kan de huurder aan de verhuurder vragen om de huurprijs opnieuw te berekenen. De huurprijs zal worden aangepast vanaf de maand die volgt op de maand waarin dit aan de verhuurder is gevraagd, aan de hand van bewijsstukken.
- Toetreders tot de huurovereenkomst
Als een persoon komt bijwonen in de sociale woning, van wie het inkomen moet meegeteld worden voor de huurprijs, wordt de huurprijs opnieuw berekend. De huurprijs zal worden aangepast vanaf de maand die volgt op de maand waarin de persoon er bij kwam.
- Als de basishuurprijs vervangen wordt;
- Als de verhuurder de basishuurprijs vervangt tijdens de periode van negen jaar, omwille van een grondige renovatie van de woning of omwille van een dalende marktwaarde van de woning, kan de huurprijs worden aangepast.
⮚ art. 99 van de Vlaamse Wooncode
⮚ art. 38 tot en met 50 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
⮚ art. 56 van het Kaderbesluit Sociale Huur
3. Verrekening van de vermindering van de onroerende voorheffing in de huurprijs (zie artikel 6 van de huurovereenkomst)
Verhuurders krijgen een vermindering van de onroerende voorheffing als hun huurder bijvoorbeeld een persoon met een handicap is of een aantal kinderen ten laste heeft. Die vermindering wordt in mindering gebracht van de huurprijs. Als de huurder ook recht heeft op een gezinskorting op basis van een ernstige handicap en/of persoon ten laste (zie punt 2), zal de huurder de hoogste van beide kortingen krijgen.
De verhuurder kan ofwel de korting op de onroerende voorheffing inschatten en maandelijks verrekenen om op het moment dat de verhuurder zelf de vermindering ontvangt na te gaan of er nog een saldo moet doorgestort worden, ofwel wachten tot het moment dat de verhuurder zelf de vermindering ontvangt om na te gaan welke korting het hoogst was en het eventuele saldo doorstorten aan de huurder.
⮚ art. 47 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
4. Kosten en lasten voor rekening van de verhuurder (zie artikel 6 van de huurovereenkomst)
De kosten en lasten die verbonden zijn aan de eigendom van de woning, zijn ten laste van de verhuurder:
• de kosten verbonden aan het berekenen en opvolgen van de maandelijkse voorafbetalingen en de jaarlijkse afrekening betreffende de kosten en lasten van de huurder;
• de kosten verbonden aan:
- de aanleg van groenruimten;
- grote onderhoudswerken in de gemeenschappelijke delen en groenruimten, zoals bijvoorbeeld het volledig (her)schilderen van de gemeenschappelijke delen en traphallen;
- de aankoop, de installatie, het herstellen en het groot onderhoud van liften, centrale verwarmingsinstallaties, ventilatiesystemen, regenwaterinstallaties, warmwatertoestellen, zonne-energiesystemen, zonneweersystemen en branddetectie-, brandbestrijdings- en beveiligingssystemen;
• de belastingen, heffingen en retributies verbonden aan het bezit van de woning.
⮚ art. 97, tweede lid van de Vlaamse Wooncode
⮚ art. 34, §1 en §2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
⮚ art. 1, §2 van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
5. Kosten en lasten voor rekening van de huurder (zie artikel 7 van de huurovereenkomst)
De kosten en lasten die verbonden zijn aan het gebruik van de woning, zijn ten laste van de huurder:
• de kosten verbonden aan het individuele verbruik van water, gas, stookolie, elektriciteit en andere energie, met inbegrip van de kosten betreffende de huur, het onderhoud en de opname van de individuele tellers of meettoestellen;
• de kosten verbonden aan het verbruik van water, gas, stookolie, elektriciteit en andere energie in
de gemeenschappelijke delen en het gebruik van de liften;
• de kosten verbonden aan:
- het normaal onderhoud en het schoonmaken van de gemene delen en de groenruimten, met inbegrip van de werkingskosten van de verhuurder betreffende de organisatie ervan en de kost van kuismateriaal;
- het ophalen en verwerken van huisvuil en het reinigen van vuilnislokalen- en containers;
- het reinigen en ontstoppen van septische putten, controleputten, afvoerleidingen en rioleringen;
- ongediertebestrijding en het ontsmetten van lokalen;
- het normaal onderhoud en de controle van liften, centrale verwarmingsinstallaties met inbegrip van het reinigen van schouwen, ventilatiesystemen, regenwaterinstallaties, drukopvoerinstallaties, geautomatiseerde systemen van toegang, warmwatertoestellen, zonne-energiesystemen en branddetectie-, brandbestrijdings- en beveiligingssystemen;
• de door de verhuurder aan de conciërge of huisbewaarder betaalde bezoldiging en sociale
bijdragen, met inbegrip van de voordelen van alle aard;
• de premiekost van de clausule afstand van verhaal op de huurder en het uitbreiden van het verhaal van derden ten voordele van de huurders in de omnium brandverzekering die door de verhuurder werd afgesloten, evenals de werkingskosten van de verhuurder betreffende het behandelen van schadedossiers;
• de kosten verbonden aan de huur, de aansluiting en het gewone onderhoud van de collectieve
schotel- televisie- of radio-antenne;
• de belastingen, heffingen en retributies verbonden aan het genot of het gebruik van de woning, zoals de milieuheffing op waterverbruik, de bijdrage voor groene stroom en de huisvuilbelasting;
• elke andere kost en last verbonden aan het gebruik en genot van de woning die het gevolg is van
nieuwe technologische ontwikkelingen;
• de werkingskosten van de verhuurder voor het behandelen van verhuisaanvragen van de huurder als de huurder vrijwillig wenst te verhuizen zonder dat hij een beroep kan doen op een voorrang.
Maandelijks wordt hiervoor een vast bedrag betaald. Op het einde van het jaar wordt berekend hoeveel de kosten precies waren voor dat jaar. Op de afrekening staan de verschillende kosten vermeld. Het kan zijn dat er nog bijbetaald moet worden of dat er een teruggave komt.
De verhuurder kan ook kiezen om voor een deel van de kosten en lasten te werken met afbetalingen in plaats van voorafbetalingen. De kosten en lasten worden dan van het vorige jaar afbetaald in twaalf schijven. Alleen vaste kosten komen hiervoor in aanmerking zoals de vergoeding voor een conciërge of het onderhoud van het groenpark of de liften. De kosten verbonden aan het individuele verbruik van water, gas, stookolie, elektriciteit en andere energie komen hiervoor niet in aanmerking en moeten ofwel rechtstreeks aan de leverancier betaald worden ofwel door middel van voorafbetalingen en een afrekening op het einde van het jaar. Als basis voor de maandelijkse voorafbetalingen of afbetalingen wordt de meest recente jaarlijkse afrekening gebruikt. De verhuurder kan de voorafbetalingen bijsturen als er een evolutie in de kosten of lasten in kwestie verwacht wordt, die hij duidelijk motiveert ten aanzien van de huurder.
De verhuurder bezorgt jaarlijks aan de huurder een overzicht van alle kosten en lasten die aan de huurder worden aangerekend. Dat overzicht omvat minimaal voor elke uitgavenpost:
• de totale kostprijs die aan de huurders wordt toegewezen voor het afgelopen jaar, onderverdeeld
volgens de belangrijkste onderdelen;
• de aan de huurder toe te wijzen kostprijs;
• in voorkomend geval de reeds betaalde voorafbetaling en het nog te betalen saldo;
• de voorafbetaling of afbetaling die het komende jaar zal worden aangerekend.
De verhuurder stelt informatie over de verdeelsleutels die hij gebruikt heeft om de kostprijs voor de huurder te berekenen, ter beschikking van de huurder.
⮚ art. 97, tweede lid van de Vlaamse Wooncode
⮚ art. 34, §2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
⮚ art. 1, §1 van bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
6. Waarborgregeling (zie artikel 9 en 10 van de huurovereenkomst) Bij de aanvang van de huurovereenkomst wordt een waarborg gesteld. Er zijn verschillende mogelijkheden:
• waarborgregeling van de private verhuring
• waarborg wordt in handen van de verhuurder gestort
• een schriftelijke garantie van het OCMW in afwachting van een eenmalige betaling door het OCMW van het volledige bedrag binnen achttien maanden na de ondertekening van de overeenkomst;
• een schriftelijke borgstelling van het OCMW
• de gespreide betaling van de waarborg aan de verhuurder
• Waarborgregeling van de private verhuring
- de waarborg wordt gestort op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder
Deze waarborg mag niet meer bedragen dan twee keer de basishuurprijs. Het bedrag wordt bij een financiële instelling geplaatst op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder.
- een bankwaarborg die de huurder in schijven afbetaalt
De waarborg mag niet meer dan drie keer de basishuurprijs bedragen. Kiest de huurder voor deze oplossing, dan garandeert een financiële instelling het totale bedrag van de waarborg bij het afsluiten van de huurovereenkomst. De huurder verbindt er zich toe om in maximaal drie jaar deze waarborg samen te stellen door maandelijkse afbetalingen. De
huurder bezorgt aan de verhuurder een attest waarin de bank bevestigt dat de huurder een waarborg heeft gesteld.
- een bankwaarborg ten gevolge van een standaardcontract tussen het OCMW en een financiële instelling
Als de huurder voor deze oplossing kiest, dan moet het OCMW een verzoek indienen bij de financiële instelling. In dat geval mag de waarborg niet meer dan drie keer de basishuurprijs bedragen.
• Waarborg wordt in handen van de verhuurder gestort
Als de verhuurder beslist dat de waarborg op een rekening van de verhuurder moet worden gestort, bedraagt de waarborg maximaal twee keer de basishuurprijs maar nooit meer dan een vastgesteld bedrag, dat jaarlijks wordt geïndexeerd. De waarborg wordt verhoogd met de in de loop van de huurovereenkomst gekapitaliseerde intresten tegen een intrestvoet die minimaal gelijk is aan de creditrentevoet, vermeld in artikel 3, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de VMSW.
• Een schriftelijke garantie van het OCMW
In afwachting van een eenmalige betaling door het OCMW van het volledige bedrag binnen achttien maanden na de ondertekening van de overeenkomst, geeft het OCMW een schriftelijke garantie aan de verhuurder dat de waarborg zal worden gestort. In dat geval mag de waarborg niet meer dan drie keer de basishuurprijs bedragen.
• Een schriftelijke borgstelling van het OCMW
Het OCMW stelt zich in dat geval garant voor de verplichtingen van de huurder.
• Een gespreide betaling van de waarborg aan de verhuurder
(Als de huurovereenkomst wordt gesloten vóór 1 maart 2014) De verhuurder kan instemmen met een gespreide betaling van de waarborg met maandelijkse afbetalingen volgens de voorwaarden die de verhuurder bepaalt.
(Als de huurovereenkomst wordt gesloten vanaf 1 maart 2014) De huurder heeft het recht om de waarborg met maandelijkse betalingen aan de verhuurder samen te stellen. De voorwaarden en de betalingstabel worden opgenomen in een bijlage die bij de huurovereenkomst wordt gevoegd en die wordt ondertekend voor kennisname door de huurder.
De verhuurder bezorgt jaarlijks een overzicht van de door de huurder gestelde waarborg, verhoogd met de gekapitaliseerde intresten.
Als de huurovereenkomst beëindigd wordt, wordt de waarborg plus de intresten vrijgegeven. Eventuele gemaakte kosten (bv. schade aan de woning) of schulden bij de SHM (bv. achterstallige huur) worden afgehouden van de waarborg. In principe wordt de waarborg aan de rechthebbende terugbetaald binnen drie maanden na de plaatsbeschrijving van uittreding, tenzij die termijn door de complexiteit van de bepaling van de vergoeding voor vastgestelde schade niet haalbaar is.
Als de verrekening van de huurlasten die via voorafbetaling zijn uitgevoerd, niet kan worden gemaakt binnen de termijn van drie maanden, kan de verhuurder, voor zover de huurder daarmee akkoord gaat, de verrekening doen op basis van een forfaitaire inschatting, die bevrijdend werkt of hij kan de verrekening uitstellen tot op het ogenblik dat hij de algemene jaarlijkse afrekening van de voorafbetaalde kosten heeft gemaakt. In het laatste geval kan de verhuurder een deel van de waarborg in reserve houden en betaalt hij binnen een maand na de jaarlijkse afrekening het te veel betaalde terug aan de huurder.
De verhuurder bezorgt aan de huurder een gedetailleerd overzicht van de afgehouden bedragen, alsook de bewijsstukken.
⮚ art. 97, eerste lid van de Vlaamse Wooncode
⮚ art. 37 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
7. Kwaliteitsvereisten woning (zie artikel 13 van de huurovereenkomst)
De woning moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, vermeld in artikel 5 van de Vlaamse Wooncode die verder uitgewerkt zijn in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Meer informatie hierover op xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx onder de rubriek ‘woningkwaliteit’.
⮚ art. 5 en art. 92, §2 van de Vlaamse Wooncode
⮚ besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen
8. Tijdelijke herhuisvesting wegens noodzakelijke renovatie van de woning (zie artikel 24 van de huurovereenkomst)
Als de sociale huurwoning herstellingen nodig heeft die niet tot na de beëindiging van de huurovereenkomst kunnen worden uitgesteld, moet de huurder die zonder vergoeding dulden, ongeacht de ongemakken die hij ervan ondervindt, en ook al moet hij gedurende de herstellingen het genot derven van een gedeelte van de woning.
Als die herstellingen langer dan veertig kalenderdagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd en van het gedeelte van het verhuurde goed waarvan de huurder het genot heeft moeten derven.
De huurder moet instemmen met een herhuisvesting als de verhuurder dat wegens renovatie- of aanpassingswerkzaamheden aan de sociale huurwoning noodzakelijk acht. De herhuisvesting kan van tijdelijke of definitieve aard zijn. De huurder hoeft bij de herhuisvesting niet te voldoen aan de inkomensvoorwaarde.
De tijdelijke herhuisvesting kan in een woning van de verhuurder of in een woning van een andere verhuurder. Bij een tijdelijke herhuisvesting kan de huurder het aanbod van een woning die voldoet aan de vereiste kwaliteitsnormen niet ongegrond weigeren. Een ongegronde weigering van een aanbod wordt beschouwd als een ernstige tekortkoming van de huurdersverplichtingen. De huurder kan ook tijdelijk op de private huurmarkt een woning huren of tijdelijk bij derden wonen. Bij deze huurovereenkomst wordt een bijlage gevoegd, waarin het adres van de tijdelijke woning wordt vermeld, de geplande duur van de herhuisvesting en, in voorkomend geval, een plaatsbeschrijving van de tijdelijke woning en de waarborgregeling. Als de tijdelijke herhuisvesting plaatsvindt in een sociale huurwoning, mag de te betalen huurprijs tijdens de duur van de werkzaamheden niet hoger liggen dan de huurprijs van de sociale huurwoning die gerenoveerd wordt.
Na de beëindiging van de renovatie- of aanpassingswerkzaamheden is de huurder verplicht om terug te keren naar de sociale huurwoning als hij die rationeel kan bezetten. Als dat niet het geval is, verhuist de huurder naar een andere woning van de verhuurder. In dat geval kan de huurder het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woningen aangeven waarvoor hij in aanmerking wil komen. Twee ongegronde weigeringen van een aanbod hebben de beëindiging van de huurovereenkomst tot gevolg. Als de verhuurder en de huurder overeenkomen dat de huurder in de woning die oorspronkelijk bestemd was voor de tijdelijke huisvesting, blijft wonen, als hij die rationeel kan bezetten, wordt een nieuwe huurovereenkomst gesloten met een huurprijs voor die woning. In de nieuwe huurovereenkomst worden de huurderscategorieën overgenomen die vastgesteld waren in de vorige huurovereenkomst.
Als de herhuisvesting onmiddellijk een definitief karakter heeft, kan de huurder het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woningen aangeven waarvoor hij in aanmerking wil komen. In dat geval wordt een nieuwe huurovereenkomst gesloten met een huurprijs die samenhangt met de nieuwe sociale huurwoning. In de nieuwe huurovereenkomst worden de huurderscategorieën overgenomen die vastgesteld waren in de vorige huurovereenkomst. Twee ongegronde weigeringen van een aanbod hebben de beëindiging van de huurovereenkomst tot gevolg.
⮚ art. 37bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
9. Einde van de huurovereenkomst (zie artikel 30, 31 en 32 van de huurovereenkomst)
De huurovereenkomst kan worden opgezegd door elke huurder en door de verhuurder, steeds met een aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging werd gegeven. In bepaalde gevallen kan de huurovereenkomst ook ‘van rechtswege worden ontbonden’.
• Opzeg door verhuurder
De verhuurder kan de huurovereenkomst in vijf gevallen opzeggen:
1. als de referentiehuurder en/of zijn wettelijke of feitelijke partner een woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik verwerven in het binnen- of buitenland. De opzeggingstermijn bedraagt dan zes maanden.
2. als de referentiehuurder en/of zijn wettelijke of feitelijke partner een perceel dat bestemd is voor woningbouw, volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik verwerven in het binnen- of buitenland. De opzeggingstermijn bedraagt dan 5 jaar.
3. als één van de huurders blijvend zijn verplichtingen als huurder niet nakomt. De opzeggingstermijn bedraagt dan drie maanden.
4. als één van de huurders ten gevolge van foute of onvolledige informatie onrechtmatig bepaalde voordelen heeft genoten waarop hij eigenlijk geen recht had of waardoor hij onrechtmatig is toegelaten tot de sociale huurwoning. De opzeggingstermijn bedraagt eveneens drie maanden.
5. als bij een huurprijsaanpassing op 1 januari blijkt dat de huurder voor het derde jaar op rij de basishuurprijs van de woning zal betalen en dat zijn inkomen voor het derde jaar op rij minimaal gelijk is aan het dubbele van de toepasselijke inkomensgrens. De opzeggingstermijn bedraagt dan twaalf maanden. Deze opzeggingsgrond kan alleen worden toegepast als dit werd opgenomen in het interne huurreglement.
De woning die in een ruimtelijke bestemmingszone in België ligt waar wonen niet toegelaten is, wordt niet beschouwd als een woning.
Als een woning of een perceel dat bestemd is voor woningbouw kosteloos wordt verworven, en men wenst niet opgezegd te worden, kan men de woning of het perceel dat bestemd is voor woningbouw vervreemden (verkopen, schenken). Voor een woning moet dat gebeuren binnen een termijn van een jaar na de verwerving. Voor een perceel bestemd voor woningbouw is dat vijf jaar. De huurder kan aan de verhuurder vragen om de termijn van een jaar te verlengen als hij daarvoor gegronde redenen kan aanvoeren.
Als de verhuurder de huurovereenkomst opzegt, geldt dat voor iedereen die in de woning woont.
• Opzeg door huurder
Elke huurder kan de huurovereenkomst op ieder moment opzeggen met een aangetekende brief. De opzegging geldt alleen voor de persoon die de opzeg doet. Zolang de referentiehuurder en/of zijn wettelijke partner blijft wonen, is er geen opzeggingstermijn. Enkel voor de laatst overblijvende referentiehuurder en/of zijn wettelijke of feitelijke partner geldt een opzeggingstermijn van drie
maanden, tenzij hij naar een woonzorgcentrum of een voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap verhuist. In dat geval bedraagt de opzeggingstermijn slechts een maand.
• Van rechtswege ontbonden
Als de laatst overgebleven referentiehuurder en/of zijn wettelijke of feitelijke partner overlijdt, de huurovereenkomst opzegt of de woning verlaat zonder opzeg, wordt de huurovereenkomst automatisch ontbonden voor de nog overblijvende huurders. De overblijvende huurders mogen dan nog zes maanden in de woning blijven. Op die manier hebben ze nog de tijd om een andere woning te zoeken. Als de laatste huurder toch sneller uit de woning wil, dan kan dit. Hij moet dan wel drie maanden op voorhand aan de verhuurder de datum van vertrek doorgeven. Omwille van billijkheidsredenen kan de verhuurder beslissen om die ontbindingstermijn van zes maanden te verlengen tot maximaal vijf jaar.
Als er geen andere huurders zijn op het moment dat de laatst overgebleven referentiehuurder en/of wettelijke of feitelijke partner overlijdt, vindt de ontbinding van de huurovereenkomst plaats op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van het overlijden.
Als er geen andere huurders zijn, als de laatst overgebleven referentiehuurder en/of wettelijke of feitelijke partner de woning niet langer als hoofdverblijfplaats betrekt zonder de huurovereenkomst te hebben opgezegd, vindt de ontbinding plaats op de laatste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin de verhuurder dat heeft vastgesteld. Als het adres bekend is, brengt de verhuurder de huurder onmiddellijk op de hoogte van de mogelijke ontbinding en van de mogelijkheid om de feiten te weerleggen binnen de termijn die hij vastlegt, maar in ieder geval voor dat de ontbinding plaatsvindt.
De huurovereenkomst wordt ook van rechtswege ontbonden als de huurders verhuizen naar een andere sociale huurwoning van dezelfde verhuurder. In dat geval vindt de ontbinding plaats op het moment dat de nieuwe huurovereenkomst ingaat.
Als een huurder die niet gehuwd is met een andere huurder en de woning niet meer als hoofdverblijfplaats betrekt, de huurovereenkomst niet heeft opgezegd, wordt de huurovereenkomst ten aanzien van hem van rechtswege ontbonden en wordt hij uit de huurovereenkomst geschrapt.
Als een huurder die gehuwd is met een andere huurder, de woning niet meer als hoofdverblijfplaats betrekt en hij heeft de huurovereenkomst niet opgezegd, dan wordt de huurovereenkomst ten aanzien van hem van rechtswege ontbonden en wordt hij uit de huurovereenkomst geschrapt op voorwaarde dat de overblijvende huurder aantoont dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is. De ontbinding gaat in op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin die feiten met bewijsstukken door de overblijvende huurder ter kennis van de verhuurder worden gebracht. Als het adres bekend is, brengt de verhuurder de huurder die de woning niet meer als hoofdverblijfplaats betrekt, onmiddellijk op de hoogte van het neerleggen van de bewijsstukken door de overblijvende huurder en van de mogelijkheid om de feiten te weerleggen binnen de termijn die hij vastlegt, maar in ieder geval voor dat de ontbinding plaatsvindt.
⮚ art. 98 van de Vlaamse Wooncode
⮚ art. 33 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007
BIJLAGE III – PRIVACYWETGEVING
De persoonsgegevens die ingezameld worden, zullen opgenomen worden in de bestanden van De Zonnige Woonst, Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxx en van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Xxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx. Deze gegevens worden uitsluitend verwerkt om de efficiënte en correcte samenstelling van het dossier van (kandidaat-)huurders, kopers of ontleners mogelijk te maken, om de concrete huur-, koop-, of ontleningsvoorwaarden voor een sociale woning of lening vast te stellen en om na te gaan of deze voorwaarden door de huurders worden nageleefd.
Overeenkomstig de beraadslagingen VTC 20 en VTC 21 van 26 september 2012 van de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (xxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx.xxx) kunnen de gegevens van de kandidaat-sociale huurders ook uitgewisseld worden met enerzijds de Huizen van het Nederlands voor de opvolging van de taalbereidheidsvoorwaarde en met de Onthaalbureaus voor de opvolging van de inburgeringsbereidheidsvoorwaarde.
Overeenkomstig de beraadslaging VTC 13/2013 van 8 mei 2013 van de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (xxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx.xxx) kunnen de gegevens van de (kandidaat-)sociale huurders ook uitgewisseld worden met het IVA.
Inspectie RWO in het kader van de naleving van de wet- en regelgeving omtrent sociale verhuring.
Overeenkomstig de beraadslaging VTC 37/2011 van 14 december 2011 van de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (xxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx.xxx) kunnen de gegevens van de (kandidaat-)sociale huurders ook uitgewisseld worden met het IVA Wonen Vlaanderen in het kader van de huurpremie.
Mits u uw identiteit aantoont en op uw schriftelijk verzoek hebt u overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens een inzage- en verbeteringsrecht. U beschikt ook over de mogelijkheid om het openbaar register van de geautomatiseerde verwerkingen te raadplegen bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxx-xxxxxxxx).
BIJLAGE IV – WAARBORGREGELING
De waarborg is vastgesteld op «BedragWaarborg» euro.
BIJLAGE V – STAAT VAN HET GOED BIJ HET BETREKKEN/VERLATEN VAN DE WONING
Zie verder hierbij.