Verenigde Staten van Amerika (Gecoördineerde tekst)
Verenigde Staten van Amerika (Gecoördineerde tekst)
Verenigde Staten van Amerika (Gecoördineerde tekst)
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen.
Goedkeuringswet: 14.08.1972 Overeenkomst ondertekend op 09.07.1970
In werking getreden op 13.10.1972
Verschenen in Belgisch Staatsblad: 04.10.1972
Toepassing vanaf: - Bronbelasting: 01.01.1971 - Andere belastingen: 01.01.1971
Bull. 502
xxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxx/XXX/X0000/X00000000/X00000000.xxx
|
Goedkeuringswet: 16.06.1989 Protocol ondertekend op 31.12.1987
In werking getreden op 03.08.1989
Verschenen in Belgisch Staatsblad: 13.10.1989
Toepassing vanaf: - Bronbelasting: 01.01.1988 - Andere belastingen: -----
Bull. 689
xxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxx/XXX/X0000/X00000000/X00000000.xxx
|
Artikel 1 Personen op wie de Overeenkomst van toepassing is
Deze Overeenkomst is in het algemeen van toepassing op personen die verblijfhouders zijn van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten.
Artikel 2 Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is
1. |
De belastingen welke het onderwerp van deze Overeenkomst vormen zijn: |
a) |
met betrekking tot de Verenigde Staten, de inkomstenbelastingen van de Federatie geheven volgens de Internal Revenue Code, hierna te noemen "belasting van de Verenigde Staten", en |
b) |
met betrekking tot België: |
i) |
personenbelasting; |
ii) |
de vennootschapsbelasting; |
iii) |
de rechtspersonenbelasting; |
iv) |
de belasting der niet-verblijfhouders; |
v) |
de voorheffingen en aanvullende voorheffingen, en |
vi) |
de opcentiemen op elk van de onder (i) tot (v) hierboven vermelde belastingen alsmede de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, hierna te noemen "Belgische belasting". |
2. |
Deze Overeenkomst zal ook van toepassing zijn op elke gelijke of in wezen gelijksoortige belasting die naast of in de plaats van de bestaande belastingen wordt geheven na de dagtekening van de ondertekening van deze Overeenkomst. |
3. |
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten zullen elkaar de wijzigingen van hun belastingwetten volgens welke de in § (1) vermelde belastingen worden geheven en de invoering van belastingen als bedoeld zijn in § (2) mededelen door elkaar ten minste eenmaal per jaar de tekst van de wijzigingen of de nieuwe bepalingen toe te zenden. |
4. |
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten zullen elkaar de bekendmakingen door hun onderscheiden overeenkomstsluitende Staat van reglementen, onderrichtingen of rechterlijke beslissingen in verband met de toepassing van deze Overeenkomst mededelen door elkaar ten minste eenmaal per jaar de tekst daarvan toe te zenden. |
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
1. |
In deze Overeenkomst, tenzij het zinsverband anders vereist: |
a) |
|
i) |
betekent de uitdrukking "Verenigde Staten" de "Verenigde Staten van Amerika", en |
ii) |
wanneer zij in aardrijkskundig verband wordt gebruikt, betekent de uitdrukking "Verenigde Staten" de Staten en het District Columbia. Deze uitdrukking omvat ook: (A) de territoriale zee en (B) de zeebodem en de ondergrond van de onderzeese gebieden grenzend aan de territoriale zee, waarover de Verenigde Staten overeenkomstig het volkenrecht soevereine rechten van onderzoek en ontginning van de natuurlijke rijkdommen uitoefenen, maar slechts voor zover de persoon, het goed of de werkzaamheden waarop de Overeenkomst moet worden toegepast betrokken zijn bij zodanig onderzoek of ontginning; |
b) |
|
i) |
betekent de uitdrukking "België" het Koninkrijk België, en |
ii) |
wanneer zij in aardrijkskundig verband wordt gebruikt, betekent de uitdrukking "België" het grondgebied van België. Deze uitdrukking omvat ook: (A) de territoriale zee en (B) de zeebodem en de ondergrond van de onderzeese gebieden grenzend aan de territoriale zee, waarover België overeenkomstig het volkenrecht soevereine rechten van onderzoek en ontginning van de natuurlijke rijkdommen uitoefenen, maar slechts voor zover de persoon, het goed of de werkzaamheden waarop de Overeenkomst moet worden toegepast betrokken zijn bij zodanig onderzoek of ontginning; |
c) |
betekent de uitdrukking "een overeenkomstsluitende Staat" of "de andere overeenkomstsluitende Staat" de Verenigde Staten of België, al naar het zinsverband vereist; |
d) |
betekent de uitdrukking "persoon" een natuurlijke persoon, een deelgenootschap, een vennootschap, een nalatenschap, een trust of enige andere vereniging van personen; |
e) |
|
i) |
betekent de uitdrukking "Amerikaanse vennootschap" of "vennootschap van de Verenigde Staten" een vennootschap opgericht naar het recht van de Verenigde Staten of van een Staat of van het District Columbia of enig lichaam zonder rechtspersoonlijkheid dat voor de toepassing van de belasting van de Verenigde Staten als een Amerikaanse vennootschap wordt behandeld, mits die vennootschap of dat lichaam geen Belgische vennootschap is voor de toepassing van de Belgische belasting, en |
ii) |
betekent de uitdrukking "Belgische vennootschap" of "vennootschap van België" elk lichaam dat volgens de Belgische belastingwetgeving (A) een rechtspersoon is of als zodanig wordt behandeld en (B) verblijfhouder is van België, mits dat lichaam geen Amerikaanse vennootschap is voor de toepassing van de belasting van de Verenigde Staten; |
f) |
betekent de uitdrukking "bevoegde autoriteit": |
i) |
in de Verenigde Staten, de secretaris van de Schatkist of zijn vertegenwoordiger, en |
ii) |
in België, de autoriteit die volgens de Belgische wetgeving bevoegd is; |
g) |
betekent de uitdrukking "Staat" elke soevereine Staat, al dan niet zijnde een overeenkomstsluitende Staat. |
2. |
Onder voorbehoud van artikel 25, § (2), d) (Regeling voor onderling overleg), heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke andere in deze Overeenkomst gebruikte uitdrukking die daarin niet is omschreven de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat wiens belasting moet worden vastgesteld. |
Artikel 4 Fiscale woonplaats
1. |
In deze Overeenkomst: |
a) |
betekent de uitdrukking "verblijfhouder van België": |
i) |
een Belgische vennootschap, en |
ii) |
elke persoon (niet zijnde een vennootschap) die als een verblijfhouder van België wordt beschouwd voor de toepassing van de Belgische belasting; |
b) |
betekent de uitdrukking "verblijfhouder van de Verenigde Staten": |
i) |
een Amerikaanse vennootschap, en |
ii) |
elke persoon (behalve een vennootschap of enig ander lichaam dat voor de toepassing van de belasting van de Verenigde Staten als een vennootschap wordt behandeld) die verblijfhouder van de Verenigde Staten is voor de toepassing van de belasting van de Verenigde Staten, maar in het geval van een deelgenootschap, een nalatenschap of een trust slechts voor zover het door zulk een persoon verkregen inkomen aan de belasting van de Verenigde Staten onderworpen is als inkomen van een verblijfhouder. |
2. |
Indien een natuurlijke persoon ingevolge de bepaling van § (1) verblijfhouder van beide overeenkomstsluitende Staten is, geldt het volgende: |
a) |
hij wordt geacht verblijfhouder te zijn van de overeenkomstsluitende Staat waarin hij zijn duurzaam tehuis bezit. Indien hij in beide overeenkomstsluitende Staten of in geen van beide een duurzaam tehuis bezit, wordt hij geacht verblijfhouder te zijn van de overeenkomstsluitende Staat waarmede zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwste zijn (middelpunt van de levensbelangen); |
b) |
indien niet kan worden bepaald in welke overeenkomstsluitende Staat hij het middelpunt van zijn levensbelangen heeft, wordt hij geacht verblijfhouder te zijn van de overeenkomstsluitende Staat waarin hij gewoonlijk verblijft; |
c) |
indien hij in beide overeenkomstsluitende Staten of in geen van beide gewoonlijk verblijft, wordt hij geacht verblijfhouder te zijn van de overeenkomstsluitende Staat waarvan hij onderdaan is, en |
d) |
indien hij onderdaan is van beide overeenkomstsluitende Staten of van geen van beide, zullen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming regelen. |
|
Voor de toepassing van deze paragraaf is een duurzaam tehuis de plaats waar een natuurlijke persoon met zijn gezin woont. |
Artikel 5 Vaste inrichting
1. |
Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent. |
2. |
De uitdrukking "vaste bedrijfsinrichting" omvat in het bijzonder: |
a) |
een zetel van leiding; |
b) |
een filiaal; |
c) |
een kantoor; |
d) |
een fabriek; |
e) |
een werkplaats; |
f) |
een opslagplaats; |
g) |
een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen; |
h) |
de uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur 12 maanden overschrijdt. |
3. |
Niettegenstaande de bepalingen van § (1) en (2) wordt een vaste inrichting niet aanwezig geacht indien een vaste bedrijfsinrichting slechts voor één of meer van de volgende doeleinden gebruikt wordt: |
a) |
gebruik van inrichtingen voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de verblijfhouder toebehorende goederen; |
b) |
aanhouden van een aan de verblijfhouder toebehorende goederenvoorraad voor de opslag, uitstalling of aflevering; |
c) |
aanhouden van een aan de verblijfhouder toebehorende goederenvoorraad voor de bewerking of verwerking door een andere persoon; |
d) |
aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting om voor de verblijfhouder goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; |
e) |
aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden die voor de verblijfhouder van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, of |
f) |
uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur 12 maanden niet overschrijdt. |
4. |
Niettegenstaande de bepalingen van § (3), a), c) en d), indien een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste bedrijfsinrichting bezit en: |
a) |
goederen in de andere overeenkomstsluitende Staat worden bewerkt of verwerkt (hetzij in de andere overeenkomstsluitende Staat aangekocht of niet), of |
b) |
goederen in de andere overeenkomstsluitende Staat worden aangekocht (en niet buiten de andere overeenkomstsluitende Staat worden bewerkt of verwerkt), wordt die verblijfhouder geacht in die andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting te bezitten indien die goederen geheel of gedeeltelijk door of namens die verblijfhouder worden verkocht voor gebruik, verbruik of verhandeling in die andere overeenkomstsluitende Staat. |
5. |
Een persoon - niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van § (6) - die in een overeenkomstsluitende Staat voor een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens die verblijfhouder overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij de uitoefening van dat recht beperkt blijft tot de aankoop van goederen voor die verblijfhouder. |
6. |
Een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat hij aldaar een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat die makelaar, commissionair of vertegenwoordiger in de normale uitoefening van zijn bedrijf handelt. Deze paragraaf is niet van toepassing op een makelaar, commissionair of vertegenwoordiger die namens een verzekeringsmaatschappij handelt en een machtiging bezit, en dit recht gewoonlijk uitoefent, om namens die maatschappij overeenkomsten af te sluiten. |
7. |
De omstandigheid dat een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat verbonden is met een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat of met een persoon die in die andere overeenkomstsluitende Staat een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent (hetzij met hulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze) wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of die verblijfhouder van de eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting in die andere overeenkomstsluitende Staat bezit. |
8. |
De regelen van § (1) tot (7) zijn van toepassing om te bepalen of een vaste inrichting aanwezig is in een andere Staat dan een overeenkomstsluitende Staat dan wel of een andere persoon dan een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting in en overeenkomstsluitende Staat bezit. |
Artikel 6 Inkomsten uit onroerende goederen
1. |
Inkomsten uit onroerende goederen, daaronder begrepen vergoedingen ter zake van de exploitatie van mijnen, steengroeven of andere natuurlijke rijkdommen zomede winsten uit de verkoop, de ruiling of enige andere vorm van vervreemding van zulke goederen of van rechten die zulke vergoedingen opleveren, mogen worden belast door de overeenkomstsluitende Staat waarin die onroerende goederen, mijnen, steengroeven of andere natuurlijke rijkdommen gelegen zijn. |
|
Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden interesten van leningen met hypothecaire waarborg op onroerende goederen of met rechten die vergoedingen opleveren ter zake van de exploitatie van mijnen, steengroeven of andere natuurlijke rijkdommen niet als inkomsten van onroerende goederen beschouwd. |
2. |
Paragraaf 1 is van toepassing op inkomsten verkregen uit het vruchtgebruik, uit de rechtstreekse exploitatie, uit het verhuren of verpachten, of uit elke andere vorm van exploitatie van onroerende goederen. |
Artikel 7 Winst uit onderneming
1. |
De nijverheids- of handelswinsten van een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat worden door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting, tenzij die verblijfhouder in die andere overeenkomstsluitende Staat een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien die verblijfhouder aldus een bedrijf uitoefent, mogen de nijverheids- of handelswinsten van die verblijfhouder door die andere overeenkomstsluitende Staat worden belast, maar slechts voor zover zij aan de vaste inrichting kunnen worden toegerekend. |
2. |
Indien een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat een nijverheids- of handelsbedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting, worden in elke overeenkomstsluitende Staat aan die vaste inrichting de nijverheids- of handelswinsten toegerekend die haar zouden kunnen worden toegerekend indien zij een onafhankelijk lichaam zou zijn, dat dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en dat geheel onafhankelijk zou handelen. |
3. |
Bij het bepalen van de nijverheids- of handelswinsten van een vaste inrichting worden als aftrek toegelaten kosten welke redelijkerwijs verband houden met die winsten, daaronder begrepen kosten van leiding en algemene beheerskosten, gemaakt in de overeenkomstsluitende Staat waarin de vaste inrichting is gevestigd, hetzij elders. |
4. |
Geen winsten worden aan een vaste inrichting van een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat toegerekend enkel op grond van aankoop door de vaste inrichting, of door de verblijfhouder waarvan zij een vaste inrichting vormt, van goederen voor rekening van die verblijfhouder. |
5. |
Voor de toepassing van deze Overeenkomst omvat de uitdrukking "nijverheids- of handelswinsten": |
a) |
huren of royalty's verkregen uit bioscoopfilms of films of banden voor radio- of televisieuitzendingen of uit desbetreffende auteursrechten zomede inkomsten uit de verhuring van lichamelijke roerende goederen; |
b) |
maar niet bestanddelen van het inkomen die in het bijzonder in andere artikelen van deze Overeenkomst behandeld zijn, behoudens het bepaalde in die artikelen. |
|
Onder voorbehoud van de bepalingen van deze Overeenkomst mogen bestanddelen van het inkomen die uit de nijverheids- of handelswinsten zijn gesloten ingevolge subparagraaf b), afzonderlijk of samen met de nijverheids- of handelswinsten worden belast overeenkomstig de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat, wiens belasting moet worden vastgesteld. |
Artikel 8 Zee- en luchtvaart
1. |
Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7 (Winst uit onderneming) en 13 (Vermogenswinsten) worden inkomsten die een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit de exploitatie in internationaal verkeer van schepen welke in die overeenkomstsluitende Staat zijn ingeschreven, en winsten die een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit de verkoop, de ruiling of enige andere vorm van vervreemding van schepen welke door die verblijfhouder in internationaal verkeer worden geëxploiteerd en in die overeenkomstsluitende Staat zijn ingeschreven, door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting. |
2. |
Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7 (Winst uit onderneming) en 13 (Vermogenswinsten) worden inkomsten die een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit de exploitatie in internationaal verkeer van luchtvaartuigen die zijn ingeschreven in één van de overeenkomstsluitende Staten of in een Staat waarmede de andere overeenkomstsluitende Staat een belastingovereenkomst heeft die zulke inkomsten vrijstelt van belasting, en winsten die een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat verkrijgt uit de verkoop, de ruiling of enige andere vorm van vervreemding van luchtvaartuigen welke door die verblijfhouder in internationaal verkeer worden geëxploiteerd en zijn ingeschreven in één van de overeenkomstsluitende Staten of in een Staat waarmede de andere vereenkomstsluitende Staat een belastingovereenkomst heeft die zulke inkomsten vrijstelt van belasting, door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting. |
Artikel 9 Onderling afhankelijke ondernemingen
1. |
Indien een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat en een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat verbonden zijn en indien deze verbonden personen onder elkaar regelingen treffen of aan elkaar voorwaarden opleggen welke afwijken van die, welke zouden zijn gemaakt tussen onafhankelijke personen, mogen alle inkomsten, welke zonder deze regelingen of voorwaarden door de verblijfhouder van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat zouden zijn behaald maar ten gevolge van die regelingen of voorwaarden niet zijn behaald, voor de toepassing van deze Overeenkomst in de inkomsten van de verblijfhouder van de eerstbedoelde Staat worden begrepen en dienovereenkomstig worden belast. |
2. |
Een persoon is met een andere persoon verbonden indien één van beiden onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van, aan het toezicht op, dan wel in het kapitaal van de andere, of indien een derde persoon of derde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het toezicht op, dan wel in het kapitaal van beiden. |
Artikel 10 Dividenden
1. |
Dividenden betaald door een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast. |
2. |
Deze dividenden mogen echter ook in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan: |
a) |
5 % van het brutobedrag van de dividenden indien de uiteindelijk gerechtigde een vennootschap is die onmiddellijk ten minste 10 % bezit van de stemgerechtigde aandelen van de vennootschap die de dividenden betaalt; |
b) |
15 % van het brutobedrag van de dividenden in alle andere gevallen. |
|
Deze paragraaf laat onverlet de belastingheffing van de vennootschap ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald. |
3. |
De uitdrukking "dividenden", zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten op een aandeel in de winst, met uitzondering van schuldvorderingen, alsmede inkomsten uit andere rechten in vennootschappen die volgens de wetgeving van de Staat waarvan de uitkerende vennootschap inwoner is, op dezelfde wijze als inkomsten uit aandelen in de belastingheffing worden betrokken. Deze uitdrukking omvat ook inkomsten - zelfs indien zij worden toegekend in de vorm van interest - die belastbaar zijn als inkomsten van belegde kapitalen van vennoten in een vennootschap, niet zijnde een vennootschap op aandelen, die inwoner is van België. |
4. |
De bepalingen van de paragraaf 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is, een nijverheids- of handelsbedrijf met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting of een zelfstandig beroep door middel van een aldaar gevestigde vaste basis uitoefent en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald deel uitmaakt van de activa van die vaste inrichting of die vaste basis. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 (Ondernemingswinst) of artikel 14 (Zelfstandige beroepen), naar het geval, van toepassing. |
5. |
Indien een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat dividenden betaalt, mag de andere overeenkomstsluitende Staat geen belasting heffen op dividenden die door die vennootschap aan een inwoner van de eerstbedoelde Staat worden betaald, behalve indien het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald deel uitmaakt van de activa van een vaste inrichting of een vaste basis in die andere Staat. |
6. |
Voor de toepassing van paragraaf 4 en niettegenstaande elke andere bepaling van de Overeenkomst mogen dividenden betaald door een vennootschap die een inwoner is van België uit hoofde van een aandelenbezit dat deel uitmaakt van de activa van een vaste inrichting die in België is gevestigd, afzonderlijk worden belast in overeenstemming met de Belgische wetgeving. |
-------------------- Vervangen bij art. 1 Aanvullend Protocol 31 december 1987 goedgekeurd bij W. 16 juni 1989 (B.S., 13oktober 1989), met ingang van 1 januari 1988.
Artikel 11 Interest
1. |
Interest verkregen uit bronnen in een overeenkomstsluitende Staat door een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat mag door beide overeenkomstsluitende Staten worden belast. |
2. |
Het tarief van de belasting, door een overeenkomstsluitende Staat geheven op interest verkregen uit bronnen in die overeenkomstsluitende Staat door een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag niet hoger zijn dan 15 %. |
3. |
Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 1 en 2 wordt interest, verkregen door een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat uit bronnen in de andere overeenkomstsluitende Staat, door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting indien het betreft: |
a) |
interest van handelsschuldvorderingen - met inbegrip van vorderingen vertegenwoordigd door handelspapier - wegens termijnbetaling van leveringen van goederen of diensten door een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat aan een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat; |
b) |
interest tussen banken, behalve op leningen verdeeld in effecten aan toonder, of |
c) |
interest van niet in effecten aan toonder verdeelde gelddeposito's bij banken of andere financiële instellingen. |
4. |
Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 1 en 2 wordt interest, voor eigen rekening verkregen door een overeenkomstsluitende Staat of door een openbare instelling van die overeenkomstsluitende Staat welke door die overeenkomstsluitende Staat niet aan belasting op haar inkomen wordt onderworpen, door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting. |
5. |
De uitdrukking "interest" zoals gebruikt in deze Overeenkomst betekent inkomsten van obligaties, Overheidsfondsen, schuldbewijzen of andere effecten van lening, met of zonder waarborg en met of zonder recht van deelneming in de winst, van schuldvorderingen van welke aard ook, alsmede alle andere inkomsten die door de belastingwetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waarin de inkomsten hun bron hebben met inkomsten van geldleningen worden gelijkgesteld, maar niet interest die als dividenden wordt beschouwd overeenkomstig de tweede zin van artikel 10, § (3) (Dividenden) ; zij omvat wat België betreft ook loten van leningen. |
6. |
Interest wordt slechts geacht uit bronnen in een overeenkomstsluitende Staat afkomstig te zijn, indien hij wordt betaald door die overeenkomstsluitende Staat, door een staatkundig onderdeel of een plaatselijke gemeenschap daarvan, of door een verblijfhouder van die overeenkomstsluitende Staat. Niettegenstaande de vorige zin: |
a) |
indien de schuldenaar van de interest (ongeacht of hij verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat is of niet) in een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarvoor de lening, ter zake waarvan de interest wordt betaald, werd aangegaan en die de last van die interest draagt, of |
b) |
indien de schuldenaar van de interest verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat en in een andere Staat dan een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarvoor de lening ter zake waarvan de interest wordt betaald, werd aangegaan en die de last van de interest draagt, en die interest betaald is aan een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat, wordt die interest geacht afkomstig te zijn uit bronnen in de Staat waarin de vaste inrichting is gelegen. |
7. |
Paragraaf 2, 3 en 4 zijn niet van toepassing indien de genieter van de interest, verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarmede de schuldvordering die de interest oplevert wezenlijk verbonden is. In een zodanig geval zijn de bepalingen van artikel 7 (winst uit onderneming) van toepassing. |
8. |
Indien een interest, toegekend door een persoon aan een met deze verbonden persoon, hoger is dan het bedrag dat zou zijn toegekend aan een niet verbonden persoon, zijn de bepalingen van dit artikel slechts van toepassing op dat deel van de interest dat zou zijn toegekend aan een niet verbonden persoon. In een zodanig geval mag het daarboven uitgaande deel overeenkomstig zijn eigen wetgeving worden belast door de overeenkomstsluitende Staat waaruit de interest verkregen is. |
9. |
Interest toegekend door een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat aan een andere persoon dan een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt door die andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting. Deze paragraaf is niet van toepassing: |
a) |
indien die interest geacht wordt afkomstig te zijn uit bronnen in die andere overeenkomstsluitende Staat ingevolge paragraaf 6; |
b) |
indien de genieter van de interest in die andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting of een vaste basis heeft waarmee de interest wezenlijk verbonden is, of |
c) |
indien de interest afkomstig is uit bronnen in de Verenigde Staten en in België wordt verkregen door een persoon die geen staatsburger of verblijfhouder van de Verenigde Staten is. |
-------------------- Lid 5 gewijzigd bij art. 2 Aanvullend protocol 31 december 1987, goedgekeurd bij W. 16 juni 1989 (B.S., 13 oktober 1989), met ingang van 1 oktober 1988.
Artikel 12 Royalty's
1. |
Xxxxxxx'x verkregen uit bronnen in een overeenkomstsluitende Staat door een verblijfhouder van de andere overeenkomstsluitende Staat worden door de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting. |
2. |
De uitdrukking "royalty's" zoals gebruikt in dit artikel betekent: |
a) |
betalingen van welke aard ook als vergoeding voor het gebruik of voor het recht van gebruik van een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap (maar met uitsluiting van een auteursrecht op bioscoopfilms of films of banden voor radio- of televisieuitzendingen), van een octrooi, een ontwerp of model, een plan, een geheim recept of werkwijze, een fabrieks- of handelsmerk of een gelijksoortig goed of recht, of van kennis, ervaring of bekwaamheid (know-how), en |
b) |
winsten uit de verkoop, de ruiling of enige andere vorm van vervreemding van een zodanig goed of recht voor zover de bedragen ontvangen uit hoofde van die verkoop, ruiling of andere vorm van vervreemding afhankelijk zijn van de produktiviteit, het gebruik of de verhandeling van dat goed of recht. |
3. |
Royalty's worden slechts geacht uit bronnen in een overeenkomstsluitende Staat afkomstig te zijn indien zij worden betaald door die overeenkomstsluitende Staat, door een staatkundig onderdeel of een plaatselijke gemeenschap daarvan, of door een verblijfhouder van die overeenkomstsluitende Staat. Niettegenstaande de vorige zin: |
a) |
Indien de schuldenaar van de royalty's (ongeacht of hij verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat is of niet) in een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarmede het recht of het goed dat de royalty's oplevert wezenlijk verbonden is en die de last van de royalty's draagt, of |
b) |
Indien de schuldenaar van de royalty's verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat en in een andere dan een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarmede het recht of het goed dat de royalty's oplevert wezenlijk verbonden is en die de last van de royalty's draagt, |
|
worden die royalty's geacht afkomstig te zijn uit bronnen in de Staat waarin de vaste inrichting is gelegen. |
4. |
Paragraaf 1 is niet van toepassing indien de genieter van de royalty's, verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarmede het recht of het goed dat de royalty's oplevert wezenlijk verbonden is. In een zodanig geval zijn de bepalingen van artikel 7 (Winst uit onderneming) van toepassing. |
5. |
Indien een royalty, toegekend door een persoon aan een met deze verbonden persoon, hoger is dan het bedrag dat zou zijn toegekend aan een niet verbonden persoon, zijn de bepalingen van dit artikel slechts van toepassing op dat deel van de royalty dat zou zijn toegekend aan een niet verbonden persoon. In een zodanig geval mag het daarboven uitgaande deel overeenkomstig zijn eigen wetgeving worden belast door de overeenkomstsluitende Staat waaruit de royalty verkregen is. |
Artikel 12A Beperking van de voordelen
1. |
Een persoon (niet zijnde een natuurlijke persoon) die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat en dividenden, interest of royalty's uit die andere overeenkomstsluitende Staat ontvangt is in die andere overeenkomstsluitende Staat niet gerechtigd tot de in de artikelen 10 (Dividenden), 11 (Interest) of 12 (Royalty's) bepaalde vermindering of vrijstelling van belasting behalve indien: |
a) |
aan beide volgende voorwaarden is voldaan: |
i) |
meer dan 50 % van de belangen in die persoon (of, in het geval van een vennootschap, meer dan 50 % van het aantal aandelen van elke soort aandelen van de vennootschap) is, rechtstreeks of onrechtstreeks, eigendom van één of meer natuurlijke personen die inwoner zijn van één van de overeenkomstsluitende Staten, van één van de overeenkomstsluitende Staten of van één van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan, of van staatsburgers van de Verenigde Staten; en |
ii) |
meer dan 50 % van het bruto-inkomen van die persoon wordt noch rechtstreeks noch onrechtstreeks gebruikt ter voldoening van verplichtingen inzake interest of royalty's tegenover personen die niet zijn ofwel inwoner van één van de overeenkomstsluitende Staten, ofwel één van de overeenkomstsluitende Staten of één van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan ofwel staatsburger van de Verenigde Staten; of |
b) |
de dividenden, de interest of de royalty's verkregen uit de andere overeenkomstsluitende Staat rechtstreeks of bijkomstig verband houden met een nijverheids- of handelsbedrijf dat die persoon in de eerstbedoelde Staat werkelijk uitoefent (niet zijnde een bedrijf dat er hoofdzakelijk in bestaat investeringen in de andere Staat te doen of te beheren), of |
c) |
de persoon die de dividenden, de interest of de royalty's verkrijgt inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat en ofwel de voornaamste soort aandelen daarvan in belangrijke mate en geregeld wordt verhandeld op een erkende effectenbeurs, ofwel meer dan 50 % van de aandelen van elke soort aandelen daarvan eigendom is van een inwoner van die overeenkomstsluitende Staat en de voornaamste soort aandelen daarvan aldus in belangrijke mate en geregeld op een erkende effectenbeurs wordt verhandeld. |
2. |
Voor de toepassing van subparagraaf (1) (a) (ii), betekent de term bruto-inkomen: |
a) |
met betrekking tot de Verenigde Staten van Amerika, het bruto-inkomen zoals bepaald in de Internal Revenue Code van 1986, met elke latere wijziging, zonder dat de geografische herkomst van de inkomsten moet in acht worden genomen; |
b) |
met betrekking tot België, de bruto-ontvangsten of, indien de werkzaamheden van een onderneming het vervaardigen of voortbrengen van goederen omvat, de bruto-ontvangsten verminderd met de directe kosten van arbeid en materialen die toe te rekenen zijn aan het vervaardigen of produceren en uit die ontvangsten zijn betaald of zullen worden betaald. |
3. |
Voor de toepassing van subparagraaf (1) (c), betekent de uitdrukking "erkende effectenbeurs": |
a) |
het Nasdaq systeem van de "National Association of Securities Dealers Inc." en elke effectenbeurs geregistreerd bij de "Securities and Exchange Commission" in de hoedanigheid van nationale wisselbeurs in de zin van de "Securities Exchange Act of 1934"; |
b) |
de Belgische effectenbeurzen, en |
c) |
elke andere door de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten erkende effectenbeurs. |
-------------------- Ingevoegd bij art. 3 Aanvullend Protocol 31 december 1987, goedgekeurd bij W. 16 juni 1989 (B.S., 13 oktober 1989), met ingang van 1 januari 1988.
Artikel 13 Vermogenswinsten
Winsten verkregen door een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat uit de verkoop, de ruiling of enige andere vorm van vervreemding van een vermogensbestanddeel worden door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting, hetzij:
1) |
de winst door een verblijfhouder van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat is verkregen uit de verkoop, de ruiling of enige andere vorm van vervreemding van in die andere overeenkomstsluitende Staat gelegen goederen als omschreven in artikel 6 (Inkomsten uit onroerende goederen); |
2) |
de genieter van de winst, verblijfhouder van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat, in die andere overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting of een vaste basis heeft waarmede het goed dat de winst oplevert wezenlijk verbonden is, of |
3) |
de genieter van de winst, zijnde een natuurlijke persoon die verblijfhouder van de eerstbedoelde Staat is, in die andere overeenkomstsluitende Staat verblijft tijdens een tijdvak of tijdvakken van in totaal ten minste 183 dagen gedurende het belastbare tijdperk. |
Indien het goed wezenlijk verbonden is met een vaste inrichting in een geval als bedoeld in paragraaf 2, zijn de bepalingen van artikel 7 (Winst uit onderneming) van toepassing.
Artikel 14 Vrije beroepen
1. |
Inkomsten verkregen door een natuurlijke persoon die verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat is uit de uitoefening van een vrij beroep, mogen door die overeenkomstsluitende Staat worden belast. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 worden die inkomsten door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting. |
2. |
Inkomsten verkregen door een natuurlijke persoon die verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat is uit de uitoefening van een vrij beroep in de andere overeenkomstsluitende Staat mogen door die andere overeenkomstsluitende Staat worden belast indien: |
a) |
die persoon in die andere overeenkomstsluitende Staat verblijft tijdens een tijdvak of tijdvakken van in totaal ten minste 183 dagen gedurende het belastbare tijdperk; |
b) |
die persoon in die andere overeenkomstsluitende Staat over een vaste basis beschikt tijdens een tijdvak of tijdvakken van in totaal ten minste 183 dagen gedurende het belastbare tijdperk en de inkomsten aan die vaste basis kunnen worden toegerekend, of |
c) |
die persoon de inkomsten uit zijn vrij beroep verkrijgt als beroepsartiest, zoals een toneelspeler, film- of televisieartiest, musicus of sportbeoefenaar, tenzij hij in die andere overeenkomstsluitende Staat verblijft tijdens een tijdvak of tijdvakken die in totaal 90 dagen niet te boven gaan gedurende het belastbare tijdperk en die inkomsten gedurende het belastbare tijdperk in totaal 3.000 dollars of de tegenwaarde daarvan in Belgische xxxxx niet te boven gaan. |
Artikel 15 Niet-zelfstandige beroepen
1. |
Xxxxx, salarissen en soortgelijke beloningen verkregen door een natuurlijke persoon die verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat is uit persoonlijke arbeid of diensten ter zake van een dienstbetrekking, daaronder begrepen inkomsten uit diensten verricht als leidinggevend personeelslid van een vennootschap, mogen door die overeenkomstsluitende Staat worden belast. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 en van artikel 20 (Leraren) en 21 (Studenten en leerlingen) mogen de beloningen ter zake van persoonlijke arbeid of diensten verricht in de andere overeenkomstsluitende Staat ook door die andere overeenkomstsluitende Staat worden belast. |
2. |
Beloningen als omschreven in paragraaf 1, verkregen door een natuurlijke persoon die verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat is, worden door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting indien: |
a) |
die persoon in die andere overeenkomstsluitende Staat verblijft tijdens een tijdvak of tijdvakken van in totaal minder dan 183 dagen gedurende het belastbare tijdperk; |
b) |
die persoon in dienst is van een verblijfhouder van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat of van een in de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat gelegen vaste inrichting; en |
c) |
de last van de beloningen als zodanig niet wordt gedragen door een vaste inrichting die de werkgever in die andere overeenkomstsluitende Staat heeft. |
3. |
Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 1 en 2 worden beloningen door een natuurlijke persoon verkregen uit persoonlijke arbeid of diensten ter zake van een dienstbetrekking verricht aan boord van schepen of luchtvaartuigen die in een overeenkomstsluitende Staat zijn ingeschreven en in internationaal verkeer worden geëxploiteerd door een verblijfhouder van die overeenkomstsluitende Staat, door de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting indien die natuurlijke persoon lid is van de geregelde bemanning van het schip of het luchtvaartuig. |
Artikel 16 Tantièmes
Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 14 (Vrije beroepen) en 15 (Niet-zelfstandige beroepen) mogen tantièmes die een natuurlijke persoon, verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat, verkrijgt in zijn hoedanigheid van lid van de raad van beheer of van toezicht van een vennootschap van de andere overeenkomstsluitende Staat (met uitzondering van de vaste of veranderlijke betalingen verkregen als leidinggevend personeelslid of werknemer), en die bij de vennootschap niet als bedrijfslast aftrekbaar zijn maar in die andere overeenkomstsluitende Staat als verdeelde winst worden behandeld, door die andere overeenkomstsluitende Staat worden belast.
Artikel 17 Sociale uitkeringen
Sociale uitkeringen en soortgelijke pensioenen betaald door, of uit openbare fondsen in het leven geroepen door een overeenkomstsluitende Staat of een openbare instelling daarvan, aan een natuurlijke persoon die verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn slechts in de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat belastbaar.
Artikel 18 Particuliere pensioenen en renten
1. |
Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 17 (Sociale uitkeringen) en 19 (Overheidsfuncties) zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen, betaald aan een natuurlijke persoon, verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat, ter zake van een vroegere dienstbetrekking, slechts in die overeenkomstsluitende Staat belastbaar. |
2. |
Uitkeringen in geval van echtscheiding en renten, betaald aan een natuurlijke persoon die verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, zijn slechts in die overeenkomstsluitende Staat belastbaar. |
3. |
De uitdrukking "pensioenen en andere soortgelijke beloningen" zoals gebruikt in dit artikel betekent periodieke betalingen gedaan na de pensionering of het overlijden ter zake van bewezen diensten of als vergoeding voor bekomen letsel in verband met een vroegere dienstbetrekking. |
4. |
De uitdrukking "renten" zoals gebruikt in dit artikel betekent een vaste som, periodiek betaalbaar op vaste tijdstippen gedurende het leven of gedurende een bepaald aantal jaren, ingevolge een verbintenis tot het doen van betalingen in ruil voor een voldoende en volledige tegenprestatie (niet zijnde bewezen diensten). |
Artikel 19 Overheidsfuncties
1. |
Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 15 (Niet-zelfstandige beroepen), 17 (Sociale uitkeringen) en 18 (Particuliere pensioenen en renten) worden lonen, salarissen en soortgelijke beloningen, daaronder begrepen pensioenen en soortgelijke uitkeringen, betaald door of uit openbare fondsen van een overeenkomstsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan, ter zake van diensten bewezen aan die overeenkomstsluitende Staat of aan één van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan in de uitoefening van overheidsfuncties: |
a) |
aan een staatsburger van die overeenkomstsluitende Staat of |
b) |
aan een staatsburger van een andere Staat dan een overeenkomstsluitende Staat die zich naar de andere overeenkomstsluitende Staat begeeft met de bepaalde bedoeling in dienst te treden van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan, |
|
door die andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting. |
2. |
De bepalingen van de artikelen 15 (Niet-zelfstandige beroepen), 17 (Sociale uitkeringen) en 18 (Particuliere pensioenen en renten) vinden toepassing op lonen, salarissen en pensioenen ter zake van diensten bewezen in verband met enig handels- of nijverheidsbedrijf uitgeoefend door de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan. |
Artikel 20 Leraren
1. |
Een natuurlijke persoon die verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat bij de aanvang van zijn tijdelijk verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat en die, op uitnodiging van de Regering van die andere overeenkomstsluitende Staat of van een universiteit of andere erkende onderwijsinrichting in die andere overeenkomstsluitende Staat, tijdelijk aldaar verblijft in de eerste plaats met de bedoeling onderwijs te geven of zich met wetenschappelijk onderzoek bezig te houden, of met beide, aan een universiteit of andere erkende onderwijsinrichting, wordt door die andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting op zijn inkomsten uit persoonlijke diensten voor het geven van onderwijs of het onderzoek aan die universiteit of die onderwijsinrichting gedurende een tijdvak dat twee jaren te rekenen van de dag van zijn aankomst in die andere overeenkomstsluitende Staat niet te boven gaat. |
2. |
Dit artikel is niet van toepassing op inkomsten verkregen met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek, indien dit onderzoek niet wordt verricht in het algemeen belang, maar in de eerste plaats voor het persoonlijk nut van een bepaalde persoon of personen. |
Artikel 21 Studenten en leerlingen
1. |
|
a) |
Een natuurlijke persoon die verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat bij de aanvang van zijn tijdelijk verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat en die tijdelijk aldaar verblijft in de eerste plaats met de bedoeling: |
i) |
te studeren aan een universiteit of andere erkende onderwijsinrichting in die andere overeenkomstsluitende Staat, of |
ii) |
een opleiding te krijgen, die vereist is om hem te bekwamen voor de uitoefening van een beroep of van een gespecialiseerd beroep, of |
iii) |
te studeren of wetenschappelijk onderzoek te verrichten als begunstigde van een toelage, vergoeding of prijs verleend door een regerings-, godsdienstige, liefdadige, wetenschappelijke, letterkundige of onderwijsinstelling, |
|
wordt door die andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting op de in subparagraaf b) omschreven sommen gedurende ten hoogste vijf belastbare tijdperken te rekenen van de dag van zijn aankomst in die andere overeenkomstsluitende Staat; |
b) |
De sommen, waarop subparagraaf a) betrekking heeft, zijn: |
i) |
giften uit het buitenland ten behoeve van zijn onderhoud, onderwijs, studie, onderzoek of opleiding; |
ii) |
de toelage, vergoeding of prijs, en |
iii) |
inkomsten uit persoonlijke diensten verricht in die andere overeenkomstsluitende Staat tot een bedrag dat 2.000 dollars of de tegenwaarde daarvan in Belgische frank in enig belastbaar tijdperk niet te boven gaat. |
2. |
Een natuurlijk persoon die verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat bij de aanvang van zijn tijdelijk verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat en die tijdelijk in die andere overeenkomstsluitende Staat verblijft als werknemer van of onder een contract met een verblijfhouder van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat, in de eerste plaats met de bedoeling: |
a) |
technische, beroeps- of bedrijfservaring te verkrijgen van een andere persoon dan die verblijfhouder van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat of van een met die verblijfhouder verbonden persoon, of |
b) |
te studeren aan een universiteit of andere erkende onderwijsinrichting in die andere overeenkomstsluitende Staat, |
|
wordt door die andere overeenkomstsluitende Staat gedurende een tijdvak van twaalf opeenvolgende maanden vrijgesteld van belasting op zijn inkomsten uit persoonlijke diensten tot een totaal bedrag dat 5.000 dollars of de tegenwaarde daarvan in Belgische frank niet te boven gaat. |
3. |
Een natuurlijke persoon die verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat bij de aanvang van zijn tijdelijk verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat en die tijdelijk gedurende een tijdvak dat één jaar niet te boven gaat aldaar verblijft als deelnemer aan een programma onder de bescherming van de regering van die andere overeenkomstsluitende Staat, in de eerste plaats met de bedoeling een opleiding te krijgen, wetenschappelijk onderzoek te verrichten of te studeren, wordt door die andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting op zijn inkomsten uit persoonlijke diensten ter zake van die opleiding, dat onderzoek of die studie in die andere overeenkomstsluitende Staat tot een totaal bedrag dat 10.000 dollars of de tegenwaarde daarvan in Belgische frank niet te boven gaat. |
4. |
De voordelen ingevolge artikel 20 (Leraren) en paragraaf 1 van dit artikel worden slechts verleend voor zulk een tijdsduur als redelijkerwijze of gewoonlijk vereist is om het doel van het bezoek te bereiken, maar in geen geval kan een natuurlijke persoon die voordelen in totaal gedurende meer dan vijf belastbare tijdperken te rekenen van de dag van zijn aankomst genieten. |
Artikel 22 Niet uitdrukkelijk vermelde inkomsten
Bestanddelen van het inkomen van een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat, die niet uitdrukkelijk in de voorgaande artikelen van deze Overeenkomst zijn vermeld, zijn slechts in die Overeenkomstsluitende Staat belastbaar, maar indien zulk inkomen verkregen is uit bronnen in de andere overeenkomstsluitende Staat mag het ook door die andere overeenkomstsluitende Staat belast worden.
Artikel 23 Voorkoming van dubbel belasting
1. |
Niettegenstaande enige andere bepaling van deze Overeenkomst mag een overeenkomstsluitende Staat zijn staatsburgers en verblijfhouders in de zin van artikel 4 (Fiscale woonplaats) aan belasting onderwerpen als ware deze Overeenkomst niet in werking getreden, onder voorbehoud dat: |
a) |
deze bepaling onverlet laat de voordelen die een overeenkomstsluitende Staat verleent ingevolge dit artikel en de artikelen 17 (Sociale uitkeringen), 24 (Non-discriminatie) en 25 (Regeling voor onderling overleg); |
b) |
deze bepaling onverlet laat de voordelen die een overeenkomstsluitende Staat ingevolge de artikelen 19 (Overheidsfuncties), 20 (Leraren) en 21 (Studenten en leerlingen) verleent aan natuurlijke personen die noch staatsburger zijn van, noch de status van immigrant hebben in die andere overeenkomstsluitende Staat. |
2. |
Met inachtneming van de bepalingen van de Amerikaanse wetgeving die voor het betreffende belastbare tijdperk van toepassing is, verlenen de Verenigde Staten aan een staatsburger of verblijfhouder van de Verenigde Staten een verrekening met de belasting van de Verenigde Staten voor het passende bedrag van de Belgische belasting: de grondslag voor dit passende bedrag is het aan België betaalde belastingbedrag, doch overschrijdt niet het bedrag van de belasting van de Verenigde Staten dat aan de inkomsten uit bronnen in België kan worden toegerekend. Voor de toepassing van de verrekening in de Verenigde Staten ter zake van de Belgische belasting worden inkomsten die door België werden belast overeenkomstig de artikelen 6 tot 21 geacht afkomstig te zijn uit bronnen in België. |
3. |
Met betrekking tot inkomsten uit bronnen in de Verenigde Staten wordt dubbele belasting in België op de volgende wijze vermeden: |
a) |
Indien een verblijfhouder van België inkomsten ontvangt die door de Verenigde Staten werden belast overeenkomstig de artikelen 6 tot 21, en waarop de bepalingen van subparagrafen b) tot d) hierna niet van toepassing zijn, stelt België deze inkomsten vrij van belasting, maar om het bedrag van de belasting over het overige inkomen van die verblijfhouder te berekenen mag het hetzelfde tarief toepassen alsof die inkomsten niet waren vrijgesteld; |
b) |
Indien een verblijfhouder van België dividenden ontvangt waarop artikel 10, xxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxx) van toepassing is en die niet vrijgesteld zijn ingevolge subparagraaf d) hierna, of interesten waarop artikel 11, paragraaf 2 of 8 (Interest) van toepassing is, of royalty's waarop artikel 12, paragraaf 5 (Royalty's) van toepassing is, verleent België op de belasting naar die inkomsten een vermindering rekening houdend met de in de Verenigde Staten betaalde belasting. Die vermindering wordt toegestaan op de belasting in verband met het nettobedrag van de dividenden van Amerikaanse vennootschappen, alsmede van de interesten en royalty's uit bronnen in de Verenigde Staten, die aldaar werden belast; de vermindering stemt overeen met het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting, bepaald volgens de thans van kracht zijnde Belgische wetgeving en met inachtneming van elke latere wijziging die geen afbreuk doet aan het principe daarvan; |
c) |
Indien een verblijfhouder van België inkomsten ontvangt waarop artikel 22 (Niet uitdrukkelijk vermelde inkomsten) van toepassing is en die door de Verenigde Staten werden belast, mag het bedrag van de Belgische belasting dat evenredig op die inkomsten betrekking heeft, niet de belasting te boven gaan die volgens de Belgische wetgeving zou worden geheven indien die inkomsten belastbaar waren als in het buitenland behaalde en belaste bedrijfsinkomsten; |
d) |
Indien een Belgische vennootschap aandelen of delen in eigendom bezit van een Amerikaanse vennootschap die in de Verenigde Staten aan belasting is onderworpen ter zake van haar winsten, worden de dividenden die haar door deze laatste vennootschap werden toegekend en die in de Verenigde Staten volgens artikel 10, xxxxxxxxx 0 (Xxxxxxxxxx) belastbaar zijn, in België vrijgesteld van de vennootschapsbelasting voor zover vrijstelling zou worden verleend indien beide vennootschappen Belgische vennootschappen waren geweest. Deze bepaling belet niet dat van die dividenden roerende voorheffing wordt geheven overeenkomstig de Belgische wetgeving; |
e) |
Een Belgische vennootschap die gedurende het volledige boekjaar van een Amerikaanse vennootschap die in de Verenigde Staten aan belasting is onderworpen ter zake van haar winsten, aandelen of delen van deze laatste vennootschap in uitsluitende eigendom heeft bezeten, is ook vrijgesteld van de roerende voorheffing die volgens de Belgische wetgeving op de dividenden van de aandelen of delen is verschuldigd op voorwaarde dat zij zulks schriftelijk aanvraagt binnen de termijn waarin haar jaarlijkse aangifte moet worden ingediend; bij de wederuitkering van die aldus vrijgestelde dividenden aan haar eigen aandeelhouders, mogen die dividenden niet in mindering worden gebracht van de door die vennootschap uitgekeerde dividenden die aan de roerende voorheffing onderworpen zijn. Deze subparagraaf geldt niet wanneer de eerstbedoelde vennootschap de aanslag van haar winsten in de personenbelasting heeft gekozen. De toepassing van deze subparagraaf zal evenwel beperkt worden tot dividenden, toegekend door een Amerikaanse vennootschap aan een Belgische vennootschap die ten minste 10 % van het stemrecht in de eerstbedoelde vennootschap beheerst, ingeval voor de toepassing van de in subparagraaf d) bedoelde vrijstelling een dergelijke beperking in de Belgische wetgeving wordt neergelegd met betrekking tot dividenden, uitgekeerd door vennootschappen van België; |
f) |
Indien een natuurlijke persoon, die verblijfhouder is van België en staatsburger van de Verenigde Staten, inkomsten uit bronnen in de Verenigde Staten ontvangt, die noch van Belgische belasting zijn vrijgesteld ingevolge subparagraaf a), noch vallen onder subparagraaf c), mag het bedrag van de Belgische belasting dat evenredig op de inkomsten betrekking heeft, niet te boven gaan: |
i) |
met betrekking tot dividenden, interesten en royalty's, een bedrag dat, in voorkomend geval na de verrekening van het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting, overeenstemt met 20 % van die inkomsten; |
ii) |
met betrekking tot andere inkomsten, de belasting die volgens de Belgische wetgeving zou worden geheven indien die inkomsten belastbaar waren als in het buitenland behaalde en belaste bedrijfsinkomsten; |
g) |
Indien volgens de Belgische wetgeving verliezen, welke een verblijfhouder van België in een vaste inrichting in de Verenigde Staten heeft geleden, voor de belastingheffing van die verblijfhouder in België werkelijk in mindering van zijn winsten werden gebracht, is de vrijstelling ingevolge subparagraaf a) in België niet van toepassing op de winsten van andere belastbare tijdperken die aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend, voor zover die winsten ook voor de toepassing van de belasting van de Verenigde Staten werden verminderd wegens hun compensatie met die verliezen. |
4. |
Ingeval een vennootschap als een Amerikaanse vennootschap wordt behandeld voor de toepassing van de belasting van de Verenigde Staten en als een Belgische vennootschap voor de toepassing van de Belgische belasting, wordt dubbele belasting voorkomen overeenkomstig de beginselen van paragraaf 2 en 3. |
Artikel 24 Non-discriminatie
1. |
Een staatsburger van een overeenkomstsluitende Staat die verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt in die andere overeenkomstsluitende Staat niet aan drukkender belastingen onderworpen dan een staatsburger van die andere overeenkomstsluitende Staat die daarvan verblijfhouder is. |
2. |
Een vaste inrichting die een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft, wordt in die andere overeenkomstsluitende Staat niet aan drukkender belastingen onderworpen dan een verblijfhouder van die andere overeenkomstsluitende Staat die dezelfde werkzaamheden uitoefent. Deze paragraaf mag niet dusdanig worden uitgelegd, dat een overeenkomstsluitende Staat verplicht zou zijn aan natuurlijke personen die verblijfhouder zijn van de andere overeenkomstsluitende Staat bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen of verminderingen uit hoofde van burgerlijke staat of gezinslasten te verlenen die hij aan zijn eigen verblijfhouders, natuurlijke personen, verleent. |
3. |
Een vennootschap van een overeenkomstsluitende Staat, waarvan het kapitaal geheel of ten dele, onmiddellijk of middellijk, in het bezit is van of wordt beheerst door één of meer verblijfhouders van de andere overeenkomstsluitende Staat, wordt in de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat niet onderworpen aan enige belastingheffing of daarmede verband houdende verplichting, die anders of drukkender is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen, waarvan een vennootschap van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat die dezelfde werkzaamheden uitoefent en waarvan het kapitaal geheel in het bezit is van of wordt beheerst door één of meer verblijfhouders van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat, is of kan worden onderworpen. |
4. |
De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op belastingen van elke soort, ongeacht of het Rijksbelastingen, federale belastingen, staatsbelastingen, of plaatselijke belastingen betreft. |
5. |
De bepalingen van paragraaf 2 mogen niet dusdanig worden uitgelegd, dat zij België beletten de winst die kan worden toegerekend aan een vaste inrichting in België van een Amerikaanse vennootschap of enig ander lichaam dat verblijfhouder is van de Verenigde Staten, gezamenlijk aan belasting te onderwerpen tegen een tarief dat - vóór de toepassing van de opcentiemen vermeld in artikel 2, paragraaf 1, b), (vi) - niet meer bedraagt dan het hoogste tarief waaraan de winsten van een Belgische vennootschap kunnen worden onderworpen. |
a) |
Zolang evenwel België de uitgekeerde winst van een Belgische vennootschap tegen een lager tarief dan het hoogste tarief belast, zal de Belgische belasting op het deel van de winsten van de vaste inrichting dat geacht wordt te zijn uitgekeerd, geheven worden tegen een tarief dat - vóór de toepassing van de opcentiemen vermeld in artikel 2, paragraaf 1, b), (vi) - niet meer bedraagt dan het hoogste tarief waaraan de uitgekeerde winsten van een Belgische vennootschap kunnen worden onderworpen; |
b) |
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt de vaste inrichting in België geacht hetzelfde deel van haar winsten uit te keren als die verblijfhouder uit zijn totale winst uitkeert. |
Artikel 25 Regeling voor onderling overleg
1. |
Indien een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat van oordeel is dat de maatregelen van één of van beide overeenkomstsluitende Staten voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met deze Overeenkomst, kan hij, onverminderd de rechtsmiddelen waarin de nationale wetgeving van de overeenkomstsluitende Staten voorziet, binnen een termijn van twee jaren te rekenen van de betekening (of de inning bij de bron) van de belasting die het laatst werd geheven of geïnd, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende Staat waarvan hij verblijfhouder is. Indien het verzoek gegrond wordt geacht door de bevoegde autoriteit van de overeenkomstsluitende Staat waarbij het is ingediend, tracht die bevoegde autoriteit tot overeenstemming te komen met de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat teneinde belastingheffing in strijd met de bepalingen van deze Overeenkomst te vermijden. |
2. |
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de toepassing van deze Overeenkomst in onderlinge overeenstemming op te lossen. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten kunnen in het bijzonder overeenkomen: |
a) |
over dezelfde toerekening van nijverheids- of handelswinsten aan een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat en zijn vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat; |
b) |
over dezelfde toerekening van inkomsten, lasten, aftrekken of verrekeningen tussen een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat en een met deze verbonden persoon; |
c) |
over dezelfde bepaling van de bron van bepaalde bestanddelen van het inkomen, of |
d) |
over dezelfde betekenis van enige in deze Overeenkomst gebruikte uitdrukking. |
3. |
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten kunnen zich rechtstreeks met elkander in verbinding stellen teneinde een overeenstemming als bedoeld in dit artikel te bereiken. Indien zulks voor het bereiken van overeenstemming raadzaam voorkomt, kunnen de bevoegde autoriteiten voor een mondelinge gedachtenwisseling samenkomen. |
4. |
Ingeval de bevoegde autoriteiten overeenstemming bereiken, zullen de overeenkomstsluitende Staten dienovereenkomstig de belasting herzien en teruggaaf of verrekening van belasting toestaan. |
Artikel 26 Uitwisseling van inlichtingen
1. |
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepalingen van deze Overeenkomst of voor het vermijden van ontduiking of het ontgaan van belasting inzake de belastingen welke het onderwerp van deze Overeenkomst uitmaken. Elke aldus bekomen inlichting zal geheim worden gehouden en slechts worden medegedeeld aan personen (met inbegrip van rechtbanken en administratieve lichamen) die belast zijn met de vestiging, de inning, de invordering of de vervolgingen ter zake van de belastingen welke het onderwerp van deze Overeenkomst uitmaken. |
2. |
In geen geval mogen de bepalingen van § (1) aldus worden uitgelegd, dat zij een van de overeenkomstsluitende Staten de verplichting opleggen: |
a) |
administratieve maatregelen te nemen, welke afwijken van de wetgeving of van de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat; |
b) |
bijzonderheden te verstrekken, die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de Administratie van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat, of |
c) |
inlichtingen te verstrekken, die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde. |
3. |
De uitwisseling van inlichtingen zal geregeld dan wel op aanvraag met betrekking op bepaalde gevallen plaatsvinden. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten kunnen overeenkomen over de lijst van de inlichtingen die geregeld zullen worden medegedeeld. |
Artikel 27 Invorderingsbijstand
1. |
Iedere overeenkomstsluitende Staat zal trachten ten behoeve van de andere overeenkomstsluitende Staat zulke door die andere overeenkomstsluitende Staat geheven belastingen te innen als nodig zijn opdat de vrijstelling of het verlaagde belastingtarief welke die andere overeenkomstsluitende Staat ingevolge deze Overeenkomst verleent, niet wordt genoten door personen die daartoe niet gerechtigd zijn. |
2. |
In geen geval mogen de bepalingen van dit artikel aldus worden uitgelegd, dat zij een overeenkomstsluitende Staat de verplichting opleggen administratieve maatregelen te nemen, welke afwijken van de voorschriften en het gebruik van één van beide overeenkomstsluitende Staten of in strijd zijn met de soevereiniteit, de veiligheid of de openbare orde van de eerstbedoelde overeenkomstsluitende Staat. |
Artikel 28 Varia
1. |
De bepalingen van deze Overeenkomst tasten in geen enkel opzicht de fiscale voorrechten aan, die de diplomatieke of consulaire ambtenaren ontlenen aan de algemene regelen van het volkenrecht of aan de bepalingen van bijzondere overeenkomsten. |
2. |
De bepalingen van deze Overeenkomst mogen niet aldus worden uitgelegd, dat zij op enigerlei wijze beperken enige vrijstelling, aftrek, vermindering, verrekening of andere tegemoetkoming die wordt of mocht worden verleend: |
a) |
door de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat bij de vaststelling van de door die overeenkomstsluitende Staat geheven belasting, of |
b) |
door enige andere overeenkomst tussen de overeenkomstsluitende Staten. |
3. |
De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten kunnen zich rechtstreeks met elkander in verbinding stellen om de bepalingen van deze Overeenkomst ten uitvoer te leggen. |
Artikel 29 Uitbreiding tot andere gebieden
1. |
De Verenigde Staten zijn bevoegd, te allen tijde gedurende de geldingsduur van deze Overeenkomst, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan België verstrekt langs diplomatieke weg, hun wens kenbaar te maken dat de werking van deze Overeenkomst, hetzij in haar geheel, hetzij gedeeltelijk of met zodanige wijzigingen als in bijzondere gevallen noodzakelijk kunnen worden geacht, zal worden uitgebreid tot elk of enig gebied (waarop deze Overeenkomst anders niet van toepassing is), voor welks internationale betrekkingen zij verantwoordelijk zijn en dat in wezen gelijksoortige belastingen heft als de belastingen welke het onderwerp van deze Overeenkomst zijn. |
|
Wanneer België door middel van een schriftelijke mededeling langs diplomatieke weg aan de Verenigde Staten heeft betekend dat de kennisgeving met betrekking tot dat of die gebieden wordt aanvaard, en de kennisgeving en de mededeling zijn bekrachtigd en de bekrachtigingsoorkonden zijn uitgewisseld, zal deze Overeenkomst, in haar geheel of gedeeltelijk of met zodanige wijzigingen als in bijzondere gevallen noodzakelijk zijn geacht, zoals in de kennisgeving is vermeld, van toepassing zijn op het of de in de kennisgeving genoemde gebieden en uitwerking hebben met ingang van de daarin vermelde datum of datums. |
2. |
Te allen tijde na de datum van in werking treden van een uitbreiding overeenkomstig paragraaf 1, is elk van de overeenkomstsluitende Staten bevoegd om, door middel van een zes maanden vooraf aan de andere overeenkomstsluitende Staat langs diplomatieke weg verstrekte opzegging, de toepasselijkheid van deze Overeenkomst te beëindigen ten aanzien van elk gebied waartoe zij overeenkomstig paragraaf 1 is uitgebreid. In dat geval zal deze Overeenkomst met ingang van de eerste januari na het verstrijken van de termijn van zes maanden ophouden uitwerking te hebben ten aanzien van het of de in opzegging genoemde gebieden, maar dit zal niet de voortdurende toepassing van deze Overeenkomst op de Verenigde Staten, op België of op enig ander gebied waartoe zij overeenkomstig paragraaf 1 is uitgebreid, aantasten. |
3. |
Voor de toepassing van deze Overeenkomst ten aanzien van een gebied waartoe zij is uitgebreid ingevolge een kennisgeving door de Verenigde Staten, zullen verwijzingen naar de "Verenigde Staten" geacht worden op dat gebied betrekking te hebben. |
4. |
De beëindiging van deze Overeenkomst ten aanzien van de Verenigde Staten of België overeenkomstig artikel 31 (Opzegging) zal, tenzij door de overeenkomstsluitende Staten uitdrukkelijk anders is overeengekomen de toepasselijkheid van deze Overeenkomst beëindigen ten aanzien van elk gebied waartoe zij overeenkomstig dit artikel is uitgebreid. |
Artikel 30 Inwerkingtreding
1. |
Deze Overeenkomst zal worden bekrachtigd en de bekrachtigingsoorkonden zullen zo spoedig mogelijk te Washington worden uitgewisseld. Zij zal in werking treden een maand na de dag van de uitwisseling van de bekrachtigingsoorkonden. De bepalingen ervan zullen voor het eerst van toepassing zijn ten aanzien van inkomsten van kalenderjaren of belastbare tijdperken die beginnen (of voor aan de bron verschuldigde belastingen ten aanzien van betalingen gedaan) op of na 1 januari 1971. |
2. |
Tussen de Verenigde Staten en België zal de Overeenkomst tussen België en de Verenigde Staten van Amerika ter voorkoming van dubbele belasting en ter vermijding van fiscale ontduiking inzake inkomstenbelastingen, ondertekend te Washington op 28 oktober 1948, zoals zij is gewijzigd door de aanvullende Overeenkomsten, ondertekend te Washington op 9 september 1952 en 22 augustus 1957, en door het Protocol, ondertekend te Brussel op 21 mei 1965, tot een einde komen en ophouden uitwerking te hebben ten aanzien van inkomsten waarop deze Overeenkomst van toepassing is overeenkomstig § (1) van dit artikel. |
Artikel 31 Opzegging
1. |
Deze Overeenkomst blijft van kracht totdat zij door een van de overeenkomstsluitende Staten is opgezegd. Elk van de overeenkomstsluitende Staten kan de Overeenkomst te allen tijde na een termijn van vijf jaren te rekenen van de dag waarop zij in werking treedt opzeggen, mits ten minste zes maanden vooraf langs diplomatieke weg van de beëindiging kennis is gegeven. In dat geval houdt de Overeenkomst op uitwerking te hebben ten aanzien van inkomsten van kalenderjaren of belastbare tijdperken die beginnen (of voor aan de bron verschuldigde belastingen, ten aanzien van betalingen gedaan) op of na de eerste januari na het verstrijken van de termijn van zes maanden. |
2. |
Niettegenstaande de bepaling van § (1) en na voorafgaande kennisgeving langs diplomatieke weg, kunnen de bepalingen van artikel 17 (Sociale uitkeringen) door elk van de overeenkomstsluitende Staten te allen tijde na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst opgezegd worden. |