CHARTER VAN DE INSPECTEURS-ADVISEURS VOOR LEVENSBESCHOUWELIJKE VAKKEN
CHARTER VAN DE INSPECTEURS-ADVISEURS VOOR LEVENSBESCHOUWELIJKE VAKKEN
Dit charter is bedoeld voor alle leden van de inspectie-begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, met name voor de "inspecteurs-adviseurs" zoals bepaald in artikel 10 van het decreet dd. 1.12.1993 betreffende de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.
OPDRACHT
De inspecteurs-adviseurs levensbeschouwelijke vakken ontvangen de bevoegdheid voor het uitoefenen van hun ambt van twee onderscheiden overheden.
Enerzijds hebben zij een OPDRACHT ontvangen van de erkende instantie van de erkende godsdienst of van de erkende vereniging voor de niet-confessionele gemeenschap. Een ministerieel besluit geeft kennis van de erkenning van deze instanties voor de erkende godsdiensten en voor de vereniging van de niet-confessionele gemeenschap.
Anderzijds zijn de inspecteurs-adviseurs dragers van een AMBT, hun verleend door de wetgevende en uitvoerende macht van de Vlaamse gemeenschap en de Vlaamse regering. Voor de inspectie-begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken is deze tweevoudige articulatie van bevoegdheden geen te scheiden materie. Wegens zijn geëigende structuur en zijn specifieke bevoegdheden is de ambtsuitoefening van de inspecteur- adviseur strikt persoonsgebonden.
Het ambtsgebied waar de leden van de inspectie-begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken hun opdrachten met betrekking tot de levensbeschouwelijke vakgebieden uitvoeren zijn de onderwijsinstellingen van het gewoon en het buitengewoon lager en secundair onderwijs en de hogescholen - departementen lerarenopleiding - die een erkende levensbeschouwing - erkende godsdienst of niet-confessionele zedenleer - als vaktitel in de lessen- of vakkentabellen opnemen.
TAAKINVULLING
De bevoegdheden van de inspecteurs-adviseurs levensbeschouwelijke vakken zijn vastgelegd in het Decreet van 1.12.1993 betreffende de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken en in art. 35 van het Decreet van 8 mei 2009 betreffende kwaliteit van onderwijs (B.S. 28/08/2009).
KERNOPDRACHTEN
Deze bevoegdheden impliceren vijf kernopdrachten:
1. De controleopdracht
Het toezien op de naleving van alle wettelijke en reglementaire voorschriften met betrekking tot de cursus godsdienst/niet-confessionele zedenleer.
2. De begeleidingsopdracht
Het begeleiden van de leraar belast met het levensbeschouwelijk onderricht; het ontwikkelen en stimuleren van initiatieven die de vakbekwaamheid van de leraar levensbeschouwelijke vakken bevorderen.
3. De ondersteuningsopdracht
Het ondersteunen van de levensbeschouwing en het levensbeschouwelijk vakgebied in het kader van het pedagogisch project dat levensbeschouwelijk of pluralistisch of confessioneel is.
4. De beoordelingsopdracht
Het beoordelen van de beroeps- en pedagogische bekwaamheid van de leraar levens- beschouwelijke vakken.
5. De adviesopdracht
Het uitbrengen van beleidsadviezen over het onderwijs, meer bepaald de levens- beschouwelijke vakken.
DRAGENDE WAARDEN
Bij de uitvoering van hun opdrachten laten de inspecteurs-adviseurs zich leiden door algemeen geldende waardendomeinen die o.m. hun grondslagen vinden in wetten, ver- klaringen en overeenkomsten.
Zij eerbiedigen
- Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Rome 4.11.1950);
- Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (New York 10.12.1948);
- de rechten van het kind (New-York 20.11.1989);
- de rechten van de Belgen zoals bepaald in de gecoördineerde Grondwet, in het bijzonder de eerbiediging van de vrijheid van onderwijs;
- de verklaring over het uitschakelen van alle vormen van onverdraagzaamheid en discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging (Verenigde Naties 25.11.1981).
Zij erkennen
- de rechten en de waardigheid van alle onderwijsbetrokkenen;
- het pedagogisch concept/project van elke school/hogeschool - departement lerarenopleiding.
Zij komen op voor een volwaardige ontplooiing van de leerlingen en studenten.
Zij stimuleren de interlevensbeschouwelijke dialoog en realisering van de interlevensbeschouwelijke competenties.
STEUNPUNTEN
De inspecteurs-adviseurs waarborgen een positieve instelling ten opzichte van de andere levensbeschouwingen en bevorderen de samenwerking met de collega's van de andere levensbeschouwelijke vakken.
De erkende instanties en vereniging steunen deze samenwerking.
De commissie voor levensbeschouwelijke vakken concretiseert deze samenwerking in overleg met de respectievelijke instanties/vereniging.
TAAKUITOEFENING
1. De inspecteurs-adviseurs van de levensbeschouwelijke vakken voeren hun taak uit in een geest van loyale samenwerking met de erkende instanties van de erkende godsdiensten en de erkende vereniging van de niet-confessionele zedenleer;
2. de inspecteurs-adviseurs voeren hun taak uit als gemandateerde van de overheid. Zij nemen de regels en procedures in acht die door de Vlaamse regering en/of door de minister van onderwijs worden uitgevaardigd voor wat hun bevoegdheden betreft inzake de levensbeschouwelijke vakken, de personeelsleden levensbeschouwelijke vakken en de inspectie-begeleiding levensbeschouwelijke vakken;
3. de administratieve leiding van de inspecteurs-adviseurs berust bij de inspecteur- generaal bedoeld in het Decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs (B.S. 28/08/2009);
4. de inspecteurs-adviseurs zijn ertoe gehouden het ambtsgeheim te bewaren.
WAARBORGEN
De inspecteurs-adviseur streven naar professionaliteit, objectiviteit, toegankelijkheid, luisterbereidheid en dienstbaarheid:
1. in de pedagogische begeleiding ondersteunen de inspecteurs-adviseur vanuit de levensbeschouwing de uitbouw van het pedagogisch concept/project van elke school/hogeschool - departement lerarenopleiding in een geest van loyale samen- werking met de betrokken verantwoordelijken;
2. zij waarborgen de gelijke behandeling van alle scholen/hogescholen - departe- menten lerarenopleiding en alle personeelsleden belast met de levensbeschouwelijke vakken;
3. door persoonlijke studie en deelname aan nascholings- en bijscholingsinitiatieven streven zij naar maximale professionaliteit;
4. zij respecteren de regels en de organisatie die - met het oog op de goede werking - binnen het korps vastgelegd werden;
5. zij eerbiedigen dit charter;
6. inbreuken op de naleving van dit charter worden gemeld aan de inspecteur-generaal, aan de erkende instantie / de erkende vereniging en eventueel aan de bevoegde minister;
7. behandeling van klachten betreffende de naleving van dit charter geschiedt door de inspecteur-generaal en de erkende instantie/vereniging;
8. personeelsleden die tijdelijk met de uitoefening van een ambt inspecteur- adviseur worden belast, worden geacht dit charter te aanvaarden en te eerbiedigen.
Voor de erkende instantie/vereniging van:
de anglicaanse godsdienst
Xxx-Xxxxx Xxx Xxxxxx, voorzitter van de erkende instantie van de anglicaanse godsdienst, genaamd Comité Anglicaans Godsdienstonderwijs (CAGO)
de islamitische godsdienst
Xxxxxx Xxxxx, voorzitter van de erkende instantie van de islamitische godsdienst, genaamd Centrum Islamonderwijs
de israëlitische godsdienst
Xxxx Xxxxxx, verantwoordelijke voor de erkende instantie van de Israëlitische godsdienst
de niet-confessionele zedenleer
Xxxxxxx Xxxxxxx, voorzitter Raad voor Inspectie & Kwaliteitszorg niet-confessionele Zedenleer (RIKZ.Z)
de orthodoxe godsdienst
Mgr. Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx, voorzitter van de erkende instantie van de orthodoxe godsdienst, genaamd Pedagogische Commissie van de Orthodoxe Kerk in België voor het Nederlandstalig onderwijs
de protestants-evangelische godsdienst
ds. Xxxx Xxxxxxxxx, voorzitter erkende instantie van de protestants-evangelische godsdienst, genaamd Comité Protestants-Evangelisch Godsdienstonderwijs (PEGO)
de rooms-katholieke godsdienst
Mgr. Xxxxx Xxxxx, voorzitter van de Erkende Instantie Rooms-Katholieke Godsdienst
De inspecteur-generaal
Xxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxx, 00 januari 2021
Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx en Xxxxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxx
voorzitter en secretaris van de Erkende Instanties & Vereniging van de levensbeschouwelijke vakken