SOLIDARITEITSREGLEMENT
SOLIDARITEITSREGLEMENT
Vrij Aanvullend Pensioen RIZIV
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 KBO/BTW BE 0402 236 531 – RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 |
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 3
ARTIKEL 1. DEFINITIES 3
ARTIKEL 2. SOLIDARITEITSBIJDRAGE 4
ARTIKEL 3. INRICHTING EN BEHEER VAN HET SOLIDARITEITSSTELSEL 4
ARTIKEL 4. AANSLUITING 4
ARTIKEL 5. WIJZIGING VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT 5
ARTIKEL 6. MEDISCHE FORMALITEITEN EN CONTROLE 5
Hoofdstuk 2. Solidariteitsprestaties 6
ARTIKEL 7. OVERZICHT 6
ARTIKEL 8. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ INVALIDITEIT 6
ARTIKEL 9. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ MOEDERSCHAPSRUST 7
ARTIKEL 10. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ ERNSTIGE ZIEKTE 7
ARTIKEL 11. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ OVERLIJDEN 8
ARTIKEL 12. VERPLICHTINGEN VAN DE AANGESLOTENE BIJ SCHADE 9
ARTIKEL 13. SCHADE VEROORZAAKT DOOR TERRORISME 9
Hoofdstuk 3. Slotbepalingen 10
ARTIKEL 14. FINANCIEEL ONEVENWICHT 10
ARTIKEL 15. VEREFFENING VAN HET SOLIDARITEITSFONDS 10
ARTIKEL 16. BETWISTINGEN 10
Dit solidariteitsreglement is opgesteld in toepassing van artikel 46 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 (Belgisch Staatsblad 31 december 2002) en overeenkomstig de Koninklijke Besluiten van
15 december 2003, tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale pensioenovereenkomsten.
De verzekeringsnemer en de verzekerde van deze pensioenovereenkomst worden hierna de aangeslotene genoemd.
Dit solidariteitsreglement maakt integraal deel uit van de pensioenovereenkomst.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
ARTIKEL 1. DEFINITIES
Voor de toepassing van dit solidariteitsreglement moet verstaan worden onder:
VIVIUM
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, die optreedt als verzekeraar van de polis, als inrichter van het solidariteitsstelsel en als verzekeraar van de solidariteitsprestaties.
Solidariteitsstelsel
Het stelsel van solidariteitsprestaties dat wordt ingericht ten voordele van de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden.
Sociale RIZIV-pensioenovereenkomst
De pensioenovereenkomst die wordt onderschreven door de aangesloten geneesheer, tandheelkundige, apotheker of kinesitherapeut bij VIVIUM, die voorziet in de opbouw van een aanvullend rust en/of overlevingspensioen, en die door de aangeslotene werd bestemd om het aandeel van het RIZIV in het kader van het Sociaal Statuut te kunnen aanwenden als premie voor de opbouw van dit pensioen.
Aan zo’n pensioenovereenkomst is verplicht een solidariteitsstelsel verbonden, waarvan de prestaties worden gefinancierd door een solidariteitsbijdrage van ten minste 10 %, geheven op de in het kader van de pensioenopbouw betaalde bijdrage.
Pensioenbijdrage
De premie die door het RIZIV ten gunste van de aangesloten zorgverstrekker gestort wordt in een sociale RIZIV-pensioenovereenkomst na aftrek van de premies voor de aanvullende verzekeringen en de solidariteitsbijdrage.
Laatste pensioenbijdrage
De pensioenbijdrage die werd gestort tijdens het jaar dat voorafgaat aan de gebeurtenis die aanleiding is tot de solidariteitsprestatie.
RIZIV-bijdrage
Het aandeel van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering in de premies of bijdragen voor overeenkomsten die een vervangingsinkomen garanderen bij invaliditeit of voor pensioenovereenkomsten die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in artikel 46, § 1, van de Programmawet (I) van 24 december 2002, en dat wordt toegekend aan de geneesheren, tandheelkundigen, apothekers en/of kinesitherapeuten die aanspraak maken op de regeling van de sociale voordelen, bedoeld in artikel 54 van de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Partner
De echtgenoot of echtgenote van de gehuwde aangeslotene of de persoon die samen met de aangeslotene de verklaring van wettelijke samenwoning overeenkomstig artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek heeft afgelegd.
Loontrekkende medicus
De geneesheer, tandheelkundige, apotheker en kinesitherapeut die hun beroepsactiviteiten, die aanleiding geven tot de sociale voordelen, uitoefenen in een stelsel dat aanleiding geeft tot volledige of gedeeltelijke onderwerping aan de socialezekerheidsregeling voor werknemers, voor zover en zolang zij aanspraak kunnen maken op de RIZIV-bijdrage.
Primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsrust
De betekenis die aan deze termen wordt gegeven in de Belgische sociale zekerheid.
(Wordt NIET als invaliditeit aanzien: de periode tijdens welke de aangeslotene een vooraf toegelaten arbeid hervat, zelfs indien die periode krachtens de sociale wetgeving als invaliditeit wordt aanzien.)
ARTIKEL 2. SOLIDARITEITSBIJDRAGE
De solidariteitsbijdrage bedraagt 10 % van de gestorte premie na aftrek van de premies voor de eventuele aanvullende verzekeringen.
Bij ontvangst van de RIZIV-bijdrage gestort ten gunste van de aangeslotene draagt VIVIUM de solidariteitsbijdrage over naar het solidariteitsfonds.
ARTIKEL 3. INRICHTING EN BEHEER VAN HET SOLIDARITEITSSTELSEL
VIVIUM treedt op als inrichter van het solidariteitsstelsel. De inrichter van het solidariteitsstelsel onderschrijft bij VIVIUM als verzekeraar een collectieve verzekering van de solidariteitsprestaties.
De aangeslotenen zijn de rechtstreekse begunstigden van de collectieve verzekering. Voor de solidariteitsprestaties bij invaliditeit en bij moederschapsrust worden de prestaties echter aangewend voor de financiering van de pensioenovereenkomst.
Het solidariteitsfonds wordt door VIVIUM afzonderlijk van haar andere activiteiten beheerd. Het wordt gecrediteerd voor de solidariteitsbijdragen zoals omschreven in artikel 2. Het wordt gedebiteerd voor de risicopremies voor de collectieve verzekering waarvan sprake in onderhavig artikel. De volledige solidariteitsbijdrage wordt bestemd voor de risicopremies voor deze collectieve verzekering.
De inrichter rekent geen kosten aan voor het beheer van het fonds. De kosten voor het beheer van de collectieve verzekering zijn begrepen in de risicopremies.
De rechten en de verplichtingen van de aangeslotene evenals de rechten en de verplichtingen van VIVIUM als inrichter van het solidariteitsstelsel en de regels op het gebied van de uitvoering van het solidariteitsstelsel en alle andere daarmee verband houdende regels worden vastgesteld in dit solidariteitsreglement.
Xxxxxx aangeslotene kan een afschrift van het reglement aanvragen.
ARTIKEL 4. AANSLUITING
Aangeslotenen bij het solidariteitsfonds zijn de zorgverstrekkers (geneesheren, tandartsen, apothekers, kinesitherapeuten), zelfstandig of loontrekkend, die verzekerd zijn in het kader van een polis VAPZ-RIZIV onderschreven bij VIVIUM waarop de RIZIV-bijdragen worden gestort.
De aansluiting gaat in vanaf de onderschrijving van een sociale pensioenovereenkomst, en zij geldt vanaf het kalenderjaar van de onderschrijving.
De aansluiting eindigt van rechtswege ingeval van overlijden van de aangeslotene, op de einddatum voorzien in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, in geval van stopzetting van de premiebetaling, in geval van afkoop van de sociale pensioenovereenkomst of in geval van overdracht van de pensioenreserves naar een andere pensioenovereenkomst.
Bovendien wordt de aansluiting van de aangeslotene van rechtswege geschorst, voor de kalenderjaren:
- waarvoor geen tariefovereenkomst, bedoeld in artikel 50, § 1 van de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, werd afgesloten voor de groep zorgverstrekkers, waartoe de aangeslotene behoort;
- waarvoor de aangeslotene geen aanspraak kan maken op de sociale voordelen, om welke reden dan ook;
- waarvoor de aangeslotene – niettegenstaande hij aanspraak kan maken op de sociale voordelen – niet of niet tijdig of niet geldig de sociale voordelen heeft aangevraagd, of indien hij de sociale voordelen wel heeft aangevraagd maar waarin hij niet minstens gedeeltelijk, de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst bij VIVIUM als bestemming voor de sociale voordelen heeft aangewezen.
Nochtans wordt de aansluiting niet geschorst van de aangeslotenen die, op het ogenblik waarop de schorsing normalerwijze zou ingaan, genieten van een solidariteitsprestatie die voorziet in de verderzetting van de pensioenopbouw tijdens een periode van invaliditeit of moederschapsrust.
ARTIKEL 5. WIJZIGING VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT
Het solidariteitsreglement kan eenzijdig worden gewijzigd door de inrichter wanneer deze dit nodig acht. De inrichter kan besluiten andere solidariteitsprestaties aan te bieden of bepaalde solidariteitsprestaties af te schaffen, dit onder meer wanneer de solidariteitsbijdragen niet meer volstaan voor de financiering van de collectieve verzekering van de solidariteitsprestaties.
De beslissing tot wijziging van de solidariteitsprestaties zal ter kennis gebracht worden aan de aangeslotenen en op dat ogenblik van kracht worden tenzij een andere ingangsdatum wordt meegedeeld. Behoudens uitdrukkelijke afwijking, zal deze wijziging gelden voor alle aangeslotenen, ook indien hun aansluiting inging vóór de wijziging.
Aangeslotenen die op het ogenblik van het in werking treden van de wijziging van het reglement uitkeringen ontvangen van solidariteitsprestaties op grond van het vroegere reglement, zullen met betrekking tot schadegevallen, die aanleiding gaven tot tussenkomst vóór de wijziging, evenwel hun aanspraken behouden op die prestaties, volgens de modaliteiten die golden vóór de wijziging.
ARTIKEL 6. MEDISCHE FORMALITEITEN EN CONTROLE
De aangeslotene moet bereid zijn, zijn medewerking te verlenen aan iedere medische formaliteit, die in voorkomend geval zou opgelegd worden door de verzekeraar die instaat voor de dekking van de risico’s.
Nochtans zal de uitkomst van de medische formaliteiten niet kunnen leiden tot een weigering van aansluiting van de aangeslotene aan het solidariteitsstelsel.
De inrichter heeft het recht de gezondheidstoestand op elk ogenblik te controleren. Indien deze controle wordt onmogelijk gemaakt door de aangeslotene, mag de inrichter elke tussenkomst weigeren of stopzetten.
De aangeslotene machtigt zijn aangestelde arts aan de raadgevende arts van de inrichter alle nodige inlichtingen mede te delen die deze laatste nuttig acht.
Hoofdstuk 2. Solidariteitsprestaties
ARTIKEL 7. OVERZICHT
Het solidariteitsstelsel voorziet volgende solidariteitsprestaties:
1) financiering van de pensioenopbouw bij invaliditeit ;
2) eenmalige storting in de sociale pensioenovereenkomst bij moederschapsrust;
3) eenmalige uitkering bij ernstige ziekte;
4) overlevingsrente bij overlijden.
De aangeslotene kan aanspraak maken op solidariteitsprestaties zolang hij aangesloten is bij het solidariteitsstelsel en op voorwaarde dat zijn aansluiting niet werd geschorst of beëindigd.
ARTIKEL 8. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ INVALIDITEIT
8.1. Definitie en aard van de prestatie:
Het solidariteitsstelsel voorziet in een verdere financiering van de pensioenopbouw in geval van invaliditeit volgend op een primaire arbeidsongeschiktheid, waarvoor de aangeslotene een wettelijke uitkering ontvangt in het stelsel van de sociale zekerheid der zelfstandigen.
De dekking zal enkel worden verleend bij volledige arbeidsongeschiktheid.
Onder invaliditeit wordt verstaan:
De toestand, die geldt als invaliditeit in de zin van de wetgeving in het kader van het wettelijk stelsel van de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, waarvoor in dat stelsel de wettelijke uitkeringen worden uitgekeerd.
Wordt eveneens beschouwd als invaliditeit:
De periodes van invaliditeit maar waarvoor de prestaties in het kader van het wettelijk stelsel worden geweigerd omdat voor de schade voortvloeiend uit ziekte, letsels, functionele stoornissen of overlijden, krachtens een andere Belgische wetgeving, een vreemde wetgeving of in het gemeen recht werkelijk schadeloosstelling is verleend.
Wordt NIET als invaliditeit aanzien:
De periode, tijdens welke de aangeslotene een vooraf toegelaten arbeid hervat, zelfs indien die periode krachtens de sociale wetgeving als invaliditeit wordt aanzien.
Indien de aangeslotene een loontrekkende medicus is, dan wordt onder invaliditeit verstaan:
Een toestand van volledige arbeidsongeschiktheid, die geldt als invaliditeit in de zin van de wetgeving in het kader van het wettelijk stelsel van de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering en die in dat stelsel dan ook wordt vergoed. In geval van invaliditeit voorziet het solidariteitsstelsel ook voor hem in een verdere financiering van de pensioenopbouw.
8.2. Duur en dekkingsperiode
De dekkingsperiode loopt tot de leeftijd van 65 jaar.
De dekking vangt aan op 1 januari van het jaar volgend op de aansluiting.
8.3. Bedrag
In geval van een vergoede periode van invaliditeit tijdens een kalenderjaar wordt in de loop van de maand december van dat jaar de pensioenbijdrage, die in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvang van de primaire arbeidsongeschiktheid, die de invaliditeit voorafgaat werd gestort in de sociale pensioenverzekeringsovereenkomst vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller gelijk is aan de duurtijd in volle maanden van het vergoede tijdperk van de invaliditeit gedurende het betrokken kalenderjaar en als noemer 12, gestort in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst van de aangeslotene voor de opbouw van het rust en/of overlevingspensioen.
Indien sinds de betaling van de pensioenbijdrage echter een nieuw Koninklijk Besluit, dat de RIZIV-bijdrage vaststelt, is verschenen, zal voor de berekening rekening worden gehouden met die nieuwe RIZIV-bijdrage, waarop de aangeslotene aanspraak kan maken.
Indien de aangeslotene bij zijn laatste betaling de RIZIV-bijdrage slechts gedeeltelijk gebruikte voor de opbouw van een rust- en overlevingspensioen, wordt de in aanmerking te nemen RIZIV-bijdrage in dat geval beperkt tot dat gedeelte van de bijdrage.
Indien de pensioenbijdrage, die in het kalenderjaar voorafgaand aan de periode van de primaire arbeidsongeschiktheid, die de invaliditeit voorafgaat, werd betaald hoger was dan de normale RIZIV- bijdrage over dat kalenderjaar, dan wordt voor de berekening van de prestatie rekening gehouden met een bedrag beperkt tot de RIZIV-bijdrage.
8.4. Uitbetalingsmodaliteiten
Indien de aangeslotene invalide is en mits hij aantoont dat hij hiervoor de wettelijke vergoeding ontving, zal hij ieder jaar aanspraak kunnen maken op de voorziene uitkeringen, en dit maximaal tot de einddatum, voorzien in de sociale RIZIV-pensioenovereenkomst, met dien verstande dat de tussenkomst in ieder geval eindigt op het ogenblik dat de aangeslotene de leeftijd van 65 jaar bereikt.
De solidariteitsprestatie wordt betaald in de vorm van een koopsom in de sociale RIZIV- pensioenovereenkomst.
ARTIKEL 9. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ MOEDERSCHAPSRUST
9.1. Definitie en aard van de prestatie
Wanneer de aangeslotene een moederschapsuitkering ontvangt, overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 20 juli 1971 ten voordele van de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten, stort de inrichter eenmalig een forfaitair bedrag in de sociale pensioenovereenkomst.
9.2. Duur en dekkingsperiode
De dekking vangt aan ten vroegste op 1 januari van het tweede jaar volgend op de aansluiting.
9.3. Bedrag
De vergoeding is gelijk aan 15% van de laatste pensioenbijdrage. Zij wordt éénmaal per bevalling toegekend.
9.4. Uitbetalingsmodaliteiten
De tussenkomst van de inrichter is onderworpen aan de voorlegging van een attest van het ziekenfonds of van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsuitkering, dat bevestigt dat aan de aangeslotene de moederschapsuitkering werd betaald.
De solidariteitsprestatie wordt betaald in de vorm van een eenmalige koopsom in de sociale pensioenovereenkomst.
ARTIKEL 10. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ ERNSTIGE ZIEKTE
10.1. Definitie en aard van de prestatie
De inrichter keert eenmalig een forfaitair bedrag uit indien bij de verzekerde voor zijn 60ste verjaardag één van volgende ernstige ziekten wordt vastgesteld:
kanker, leukemie, multiple sclerose, ziekte van Parkinson, ziekte van Hodgkin, ziekte van Alzheimer, AIDS, mucoviscidose, nierdialyse en progressieve spierdystrofie.
Het gaat om ernstige ziekten als zodanig erkend door de Minister van Sociale Zaken.
10.2. Duur en dekkingsperiode
De dekking vangt aan ten vroegste op 1 januari van het jaar volgend op de aansluiting.
10.3. Bedrag
De vergoeding is gelijk aan 1 keer de laatste pensioenbijdrage.
10.4. Uitbetalingsmodaliteiten
Het bedrag wordt door de inrichter uitgekeerd bij de diagnose van een van bovenvermelde ernstige ziekten, voor zover de verzekerde in leven blijft gedurende een periode van 90 dagen na de diagnose door een geneesheer-specialist gemachtigd om zijn beroep in België uit te oefenen.
ARTIKEL 11. SOLIDARITEITSPRESTATIE BIJ OVERLIJDEN
11.1. Definitie en aard van de prestatie
In geval van overlijden van de aangeslotene voor de leeftijd van 60 jaar, zal gedurende 10 jaar een overlevingspensioen in de vorm van een rente (overlevingsrente) worden toegekend aan zijn rechthebbende(n).
11.2. Duur en dekkingsperiode
De dekkingsperiode loopt tot de leeftijd van 60 jaar. De dekking vangt aan ten vroegste op 1 januari van het tweede jaar volgend op de aansluiting. Bij overlijden van de aangeslotene tengevolge van een ongeval vangt de dekking aan op 1 januari van het jaar volgend op de aansluiting.
11.3. Bedrag
De rente wordt bepaald op basis van de laatste pensioenbijdrage op jaarbasis die gestort werd in de sociale pensioenverzekeringsovereenkomst, vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de leeftijd van de aangeslotene op het ogenblik van overlijden.
Indien deze leeftijd:
o lager is dan 30 jaar, is de factor 4
o lager is dan 40 jaar en hoger of gelijk is aan 30 jaar, is de factor 3
o lager is dan 50 jaar en hoger of gelijk is aan 40 jaar, is de factor 2
o hoger of gelijk is aan 50 jaar, is de factor 1.
Indien sinds de betaling van de pensioenbijdrage echter een nieuw Koninklijk Besluit is verschenen dat de RIZIV-bijdrage vaststelt, zal voor de berekening rekening worden gehouden met die nieuwe RIZIV-bijdrage, waarop de aangeslotene aanspraak kan maken.
Indien de aangeslotene bij zijn laatste betaling de RIZIV-bijdrage slechts gedeeltelijk gebruikte voor de opbouw van een rust- en overlevingspensioen, wordt de in aanmerking te nemen RIZIV-bijdrage in dat geval beperkt tot dat gedeelte van de bijdrage.
Indien de pensioenbijdrage, die in het kalenderjaar voorafgaand aan het overlijden werd betaald hoger was dan de normale RIZIV-bijdrage over dat kalenderjaar, dan wordt voor de berekening van het vestigingskapitaal rekening gehouden met een bedrag beperkt tot de RIZIV-bijdrage.
Indien de aangeslotene evenwel in de periode sinds de laatste betaling van de RIZIV-bijdrage en zijn overlijden een verklaring zou hebben afgelegd waarbij het deel van de RIZIV-bijdrage dat bestemd is voor de opbouw van een aanvullend pensioen werd verminderd, zal enkel rekening worden gehouden met dat gedeelte van de bijdrage dat na de voorgenomen wijziging nog verder wordt aangewend voor de financiering van zijn aanvullend pensioen.
De rente kan in geen geval hoger zijn dan het wettelijk maximum van 20.000€ per jaar. 11.4. Uitbetalingsmodaliteiten
Deze voordelen worden verplicht uitgekeerd onder de vorm van rente, in uitvoering van de wettelijke
bepalingen. De uitkering in rente gebeurt door een jaarlijkse storting. De eerste rentetermijn wordt betaald op het einde van de maand, volgende op het overlijden. De volgende termijnen worden uitgekeerd op de verjaardagen van de eerste rentetermijn. Indien het jaarlijkse totaalbedrag aan rente kleiner is dan 300 euro, wordt het vestigingskapitaal in eenmaal uitgekeerd.
De eerste schijf is betaalbaar van zodra de nodige bewijsstukken voor het recht op uitkering worden aangeleverd.
Als bewijsstukken worden bedoeld:
1. het uittreksel uit de overlijdensakte;
2. een medisch attest met vermelding van de doodsoorzaak;
3. een akte van bekendheid tot vaststelling van de rechten van de begunstigde.
De uitkering is maar verschuldigd ingeval en zolang de rechthebbende in leven is. Indien evenwel de rechthebbende de weduwe/weduwnaar of de partner van de aangeslotene is, en deze overlijdt nadat de rente opeisbaar is geworden, dan worden de resterende rentetermijnen verder in gelijke delen uitgekeerd aan de kinderen van de aangeslotene, die nog niet de leeftijd van 25 jaar bereikt hebben en voor zover en zolang die recht geven op kinderbijslag.
De solidariteitsvergoeding wordt uitgekeerd aan de rechthebbenden.
Rechthebbenden op het overlevingspensioen in het kader van het solidariteitsstelsel zijn de rechthebbenden van het overlevingspensioen in de sociale RIZIV-Pensioenovereenkomst.
Indien op het ogenblik van het overlijden geen rechthebbende in aanmerking komt, of indien de rente ingevolge van overlijden van de rechthebbende voor de volledige uitkering niet langer wordt uitgekeerd, komt het vestigingskapitaal of het saldo ervan toe aan het solidariteitsfonds.
ARTIKEL 12. VERPLICHTINGEN VAN DE AANGESLOTENE BIJ SCHADE
Een schadegeval dat van die aard is dat het recht op een tussenkomst zou kunnen ontstaan, moet zodra mogelijk en in elk geval binnen de termijn van één maand aangegeven worden aan VIVIUM. Wij kunnen ons echter niet beroepen op de niet-naleving van de termijn indien de melding zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
ARTIKEL 13. SCHADE VEROORZAAKT DOOR TERRORISME
VIVIUM neemt deel aan de Terrorism Reinsurance and Insurance Pool die opgericht werd conform de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme. Bijgevolg, wanneer een schadegeval veroorzaakt wordt door een gebeurtenis die als terrorisme erkend wordt, komt de maatschappij haar contractuele verbintenissen na conform de bepalingen van deze wet, onder meer wat betreft het bedrag en de betalingstermijn van de uitkeringen.
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de autoriteiten onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Hoofdstuk 3. Slotbepalingen
ARTIKEL 14. FINANCIEEL ONEVENWICHT
Indien de activa van het solidariteitsfonds onvoldoende zijn om de provisies en schulden te dekken, legt de inrichter aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) een herstelplan voor om die toestand te verhelpen.
Indien dat plan het financieel evenwicht niet herstelt, wordt het solidariteitsstelsel stopgezet. In dat geval wordt overgegaan tot de vereffening van het solidariteitsfonds.
ARTIKEL 15. VEREFFENING VAN HET SOLIDARITEITSFONDS
De inrichter kan op elk ogenblik beslissen om over te gaan tot de liquidatie van het solidariteitsfonds.
Indien de activa niet langer de provisies dekken en indien de herstelplannen voor het solidariteitsfonds mislukken, zal de inrichter voorstellen om over te gaan tot de liquidatie van het solidariteitsfonds.
In geval van stopzetting blijven de lopende solidariteitsuitkeringen gewaarborgd.
Het fonds wordt vereffend door de activa onder de verzekeringnemers te verdelen in verhouding tot de in de hoofdverzekering gevormde opgebouwde reserves.
Indien het solidariteitsfonds daarentegen ontbonden wordt met als doel het solidariteitsstelsel verder te zetten bij een andere daartoe erkende instelling, zullen de activa naar deze instelling getransfereerd worden.
ARTIKEL 16. BETWISTINGEN
Elke betwisting van dit reglement of zijn toepassing valt onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.