Algemene Voorwaarden Particulier
Algemene Voorwaarden Particulier
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1 Definities 3
Artikel 2 Betalingen door de schuldenaar 3
Artikel 3 Rentepercentage 4
Artikel 4 Depot 4
Artikel 5 Vervroegde aflossing 4
Artikel 6 Meeneemfaciliteit/verhuizing 6
Artikel 7 Verzuim 6
Artikel 8 Vervroegde opeisbaarheid 6
Artikel 9 Voorwaarden en bedingen verpanding levensverzekering 8
Artikel 10 Verzekering van het onderpand 9
Artikel 11 Onderhoud en gebruik 10
Artikel 12 Huur en pacht 10
Artikel 13 Bezichtiging, hertaxatie van het onderpand 10
Artikel 14 Verpanding 11
Artikel 15 Beheer 12
Artikel 16 Executoriale verkoop 13
Artikel 17 Voldoening van lasten, belastingen, premies 14
Artikel 18 Mededelingen en berekeningen 14
Artikel 19 Volmachten 15
Artikel 20 Saldovaststelling 15
Artikel 21 Ontvangsten door de schuldeiser 15
Artikel 22 Hoofdelijkheid, borgstelling 15
Artikel 23 Hypotheekverlening door derden 16
Artikel 24 lnformatieplicht van de schuldenaar en/of de hypotheekgever 16
Artikel 25 Rechten en (administratie-)kosten 16
Artikel 26 Opzegging 17
Artikel 27 Uitoefening van rechten door de schuldeiser 17
Artikel 28 Overdracht hypothecaire vordering 17
Artikel 29 Wetswijziging 17
Artikel 30 Afwijking van de voorwaarden 17
Artikel 31 Inzage van de voorwaarden 17
Overzicht inschrijvingsgegevens Algemene Voorwaarden voor (hypothecaire) geldleningen
PVF Nederland nv 18
Algemene voorwaarden voor een hypothecaire geldlening met particulieren bij de naamloze vennootschap PVF Nederland nv, gevestigd te Amsterdam en bij deze vennootschap in administratie zijnde stichtingen, verenigingen of andere instellingen, welke voorwaarden zijn neergelegd in een akte op 15 juli 1996 verleden voor notaris mr H.R. Okkens te Rotterdam
Artikel 1 Definities
Deze algemene voorwaarden zijn van kracht met ingang van 1 augustus 1996.
In deze algemene voorwaarden, in de offerte en in de akte(n), waarin deze algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, wordt verstaan onder:
a akte: de akte(n) van geldlening met hypotheekverlening met de hierin van toepassing verklaarde algemene voorwaarden, alsmede alle daarmee verband houdende onderhandse akten en alle andere overeenkomsten waarbij wijzigingen daarin en/of aanvullingen daarop worden aangebracht;
b schuldeiser: de in de akte als zodanig aangeduide(n), alsmede zijn/hun rechtsopvolger(s);
c verzekeraar: de terzake van een hypothecaire geldlening met aflossing op basis van levensverzekering met PVF Nederland nv samenwerkende levensverzekeringsmaatschappij;
d schuldenaar: degene(n) aan wie de geldlening is verstrekt, de medeschuldena(a)r(en), de borg(en), hun rechtsopvolger(s), alsmede hun gevolmachtigde(n). De bepalingen met betrekking tot de schuldenaar zijn, voor zoveel mogelijk en voor zover hierna daarvan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken, op de hypotheekgever, die niet tevens de schuldenaar is, van toepassing;
e hypotheekgever: de rechthebbende(n) terzake van het onderpand, alsmede zijn/hun rechtsopvolger(s);
f schuld of verschuldigde: de hoofdsom van de geldlening of het nog niet afgeloste gedeelte daarvan, de renten, boeten, vergoedingen van welke aard ook, kosten, door de schuldeiser voor rekening van de schuldenaar en/of de hypotheekgever gedane betalingen en voorschotten, verzekeringspremies en dergelijke, en voorts al hetgeen de schuldenaar verder uit hoofde van de akte aan de schuldeiser verschuldigd mocht zijn of worden;
g depot: het door de schuldeiser, als zekerheid en pand voor het door de schuldenaar uit hoofde van de akte verschuldigde ingehouden bedrag;
h onderpand: het/(de) registergoed(eren), zowel het geheel als elk deel daarvan, waarop het recht van hypotheek is gevestigd, de bestanddelen ervan, te zamen met -zo uit de context niet anders voortvloeit- de bij of krachtens de akte aan de schuldeiser verpande goederen;
i levensverzekering: de (gemengde) verzekering die door en op het leven van (één van) de schuldena(a)r(en) is gesloten en waarvan de rechten, tot meerdere zekerheid voor de voldoening van de schuld of een gedeelte hiervan, zijn verpand aan de schuldeiser;
j spaarpremie: het spaargedeelte van de voor de levensverzekering aan de verzekeraar verschuldigde premie;
k afkoopwaarde: het bedrag dat door de verzekeraar bij beëindiging van de verzekering voor de overeengekomen einddatum, anders dan door overlijden van (één van) de verzekerden), wordt uitgekeerd.
Artikel 2 Betalingen door de schuldenaar
De betalingen van het door de schuldenaar aan de schuldeiser verschuldigde zullen plaats vinden op tussen partijen overeengekomen data en op een door de schuldeiser aan te geven wijze, zonder enige korting of verrekening uit welken hoofde ook, in wettig Nederlands betaalmiddel. Voor de berekening van de rente zal de maand op dertig dagen worden gesteld en het jaar op driehonderdzestig dagen.
Artikel 3 Rentepercentage
1. a Het rentepercentage waartegen de geldlening is verstrekt, alsmede de (eerste) periode waarvoor een rentepercentage geldt (rentevastheidsperiode), worden in de akte genoemd. De schuldeiser is bevoegd telkens op de renteherzieningsdatum zijn rentevoorwaarden te wijzigen. De schuldeiser zal daartoe tijdig voor het eindigen van de betreffende rentevastheidsperiode aan de schuldenaar een voorstel doen met betrekking tot de rente en de daarbijbehorende rentevastheidsperiode.
b Het rentepercentage blijft gedurende de rentevastheidsperiode in stand ongeacht waardemutaties van het onderpand, (gedeeltelijke vervroegde) aflossingen en/of stortingen op de levensverzekering.
2 Tussentijdse verlaging van het rentepercentage waartegen de geldlening is verstrekt is op schriftelijk verzoek van de schuldenaar mogelijk. Een dergelijke verlaging kan uitsluitend geschieden op een rentevervaldag en de schuldeiser behoudt zich het recht voor, onder opgaaf van redenen, het verzoek niet in te willigen. indien de schuldeiser het verzoek inwilligt is de schuldenaar verschuldigd de contante waarde van het door de schuldeiser te lijden renteverlies, met een minimum van drie (3) maanden rente, vermeerderd met administratiekosten. Gemelde contante waarde wordt berekend op de wijze zoals vermeld in artikel 5 lid 3b.
Artikel 4 Depot
1. Indien de waarde van het onderpand, naar het oordeel van de schuldeiser, onvoldoende is als zekerheid voor de terugbetaling van het verschuldigde, zal de schuldeiser het gehele ter leen verstrekte bedrag dan wel een door de schuldeiser te bepalen gedeelte daarvan in depot houden.
2 De schuldeiser is, indien het onderpand krachtens artikel 16 wordt verkocht, onherroepelijk gemachtigd bouwplannen, tekeningen, bestekken, begrotingen, vergunningen en alle overige bescheiden, benodigd om tot voltooiing van de (ver)bouw te geraken, kosteloos aan de koper(s) over te dragen. De schuldenaar verbindt zich aan de schuldeiser alle bovenbedoelde stukken te verschaffen.
3 De schuldeiser is onherroepelijk bevoegd zijn schuld aan de schuldenaar terzake van het depot te verrekenen met de vordering van de schuldeiser uit hoofde van het verschuldigde.
Artikel 5 Vervroegde aflossing
1 Het is de schuldenaar met inachtneming van het hierna in dit artikel bepaalde toegestaan de hoofdsom van de geldlening of het nog niet afgeloste gedeelte daarvan vervroegd af te lossen op de rentevervaldagen.
a Deze vervroegde aflossingen dienen in ronde sommen van eenhonderd gulden (fl 100,-) te geschieden, echter met een minimumbedrag van vijfhonderd gulden (fl 500,-).
b Van het voornemen tot vervroegde aflossing, niet zijnde een algehele aflossing, moet de schuldenaar schriftelijk, tenminste één (1) volle kalendermaand voor de desbetreffende rentevervaldag, aan de schuldeiser kennisgeven met vermelding van het bedrag dat vervroegd zal worden afgelost. De termijn van tenminste één (1) volle kalendermaand geldt niet voor aflossing als bedoeld in lid 5a eerste, tweede en derde aandachtsstreepje van dit artikel. Indien de aan de schuldeiser aangekondigde vervroegde aflossing, niet zijnde een algehele aflossing, door de schuldenaar wordt geannuleerd casu quo gewijzigd, hetgeen schriftelijk dient te geschieden, is de schuldenaar administratiekosten verschuldigd.
c Van het voornemen tot algehele vervroegde aflossing moet de schuldeiser (door de notaris) tenminste vijf (5) werkdagen voor de werkelijke aflossingsdatum schriftelijk in kennis zijn gesteld. De termijn van tenminste vijf (5) werkdagen geldt niet bij een vervroegde algehele aflossing als bedoeld in lid 5a eerste, tweede en derde aandachtsstreepje van dit artikel.
d Een vervroegde aflossing, niet zijnde een algehele aflossing, leidt tot aanpassing van de maandelijkse (aflossings-)termijn.
e Een vervroegde aflossing, niet zijnde een algehele aflossing, zal, indien er (nog) sprake is van een depot, eerst worden verrekend met de vordering van de schuldenaar terzake van het depot.
2 Vervroegde aflossingen kunnen zonder vergoeding geschieden voor zover zij in enig kalenderjaar een bedrag gelijk aan het daartoe in de akte vermelde percentage van de hoofdsom van de geldlening niet overschrijden, mits aan het bepaalde in lid 1 van dit artikel is voldaan.
3 a Indien in een kalenderjaar meer vervroegd wordt afgelost dan in lid 2 van dit artikel bedoeld, is de schuldenaar over dit meerdere aan de schuldeiser een vergoeding verschuldigd die gelijk is aan de contante waarde van het door de schuldeiser te lijden renteverlies met een minimum van drie (3) maanden rente.
b De contante waarde wordt door de schuldeiser berekend tot de overeengekomen renteherzieningsdatum casu quo de datum waarop de lening moet worden terugbetaald. De contante waarde wordt berekend op basis van het verschil tussen het door de schuldenaar verschuldigde rentepercentage en het door de schuldeiser gehanteerde rentepercentage voor soortgelijke hypothecaire geldleningen.
4 In afwijking van het in lid 3 van dit artikel bepaalde is geen vergoeding verschuldigd bij vervroegde algehele of gedeeltelijke aflossing, indien op het moment van aflossing het door de schuldeiser gehanteerde marktrentepercentage voor soort- gelijke hypothecaire geldleningen hoger is dan het door de schuldenaar verschuldigde rentepercentage.
5 a In afwijking van het in lid 3 van dit artikel bepaalde is geen vergoeding verschuldigd in de navolgende gevallen:
- bij aanwending van het depot ter vervroegde algehele of gedeeltelijke aflossing;
- bij vervroegde algehele of gedeeltelijke aflossing op de renteherzieningsdatum;
- ingeval van overlijden van de schuldenaar, indien algehele of gedeeltelijke aflossing plaatsvindt binnen een jaar na overlijden;
- bij vervroegde algehele aflossing wegens verkoop van het onderpand, alsmede bij vervroegde algehele aflossing wegens een uitkering die in plaats van het onderpand treedt, zoals bedoeld in artikel 229 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
b Onder verkoop als in lid 5a vierde aandachtsstreepje van dit artikel bedoeld is te verstaan zowel gedwongen aIs vrijwillige verkoop en levering van het onderpand en voorts alle vormen van overdracht, zulks naar het oordeel van de schuldeiser. Van verkoop als hiervoor bedoeld zijn uitdrukkelijk uitgesloten levering door middel van verdeling, gehele of gedeeltelijke levering van het onderpand uitsluitend in juridische dan wel economische zin, huurkoop en inbreng in dan wel levering aan een vennootschap, maatschap, stichting of vereniging.
6 Indien in de akte een rentebedenktijdperiode is opgenomen, is het bepaalde in lid 5a, tweede aandachtsstreepje, van dit artikel niet van toepassing gedurende deze rentebedenktijdperiode.
7 Wijziging in de persoon dan wel in de rechtspersoonlijkheid van de schuldeiser geeft geen recht tot vervroegde aflossing zonder dat hiervoor de in dit artikel bedoelde vergoeding verschuldigd is.
Artikel 6 Meeneemfaciliteit/verhuizing
1 Xxxxxxx van vervroegde algehele aflossing van de geldlening wegens vrijwillige verkoop en levering van het onderpand, kan de schuldenaar bij de schuldeiser een schriftelijke aanvraag indienen voor het verkrijgen van een nieuwe hypothecaire geldlening voor de financiering van (een) ander(e) registergoed(eren), bestemd voor zelfbewoning door de schuldenaar. Indien de schuldeiser besluit een offerte uit te brengen, zal zulks geschieden tegen:
a het rentepercentage dat de schuldeiser op de dag van ontvangst van de bedoelde aanvraag in rekening brengt voor soortgelijke hypothecaire geldleningen, indien dat lager is dan of gelijk is aan het rentepercentage van eerstbedoelde geldlening; of
b het rentepercentage vastgesteld door rentemiddeling, volgens de berekeningswijze van de schuldeiser, indien de schuldeiser op de dag van ontvangst van de bedoelde aanvraag een rentepercentage in rekening brengt voor soortgelijke hypothecaire geldleningen, dat hoger is dan het rentepercentage van eerstbedoelde geldlening.
2 De in lid 1 sub b van dit artikel bedoelde regeling is van kracht indien de akte, waarbij xxxxxxx van de nieuwe geldlening hypotheek wordt verleend, notarieel wordt verleden uiterlijk zes maanden na de in lid 1 bedoelde aflossing.
Artikel 7 Verzuim
1 De schuldenaar zal bij niet, niet-tijdige of niet-behoorlijke nakoming van enige verplichting jegens de schuldeiser en/of de verzekeraar voortvloeiende uit de akte, dan wel door het overtreden van of handelen in strijd met de overeengekomen voorwaarden, bedingen of bepalingen, door het enkele feit daarvan in verzuim zijn, zonder dat daartoe enige kennisgeving of ingebrekestelling vereist zal zijn. De schuldenaar zal dan gehouden zijn tot vergoeding van alle kosten en schaden, die voor de schuldeiser uit deze tekortkoming voortvloeien.
2 Onverminderd het voorgaande en onverminderd het in de akte over rentevergoeding bepaalde, is de schuldenaar bij niet, niet-tijdige of niet-behoorlijke betaling van het verschuldigde door het enkele tijdsverloop aan de schuldeiser een direct opeisbare boete verschuldigd van één procent (1%) per maand over het achterstallige bedrag, berekend over de periode vanaf de dag van tekortkoming tot de dag waarop het verschuldigde ter beschikking van de schuldeiser is gekomen, vermeerderd met administratiekosten. Een gedeelte van een maand wordt voor een gehele maand gerekend. De boete wordt maandelijks op het achterstallige bedrag bijgeschreven.
3 De schuldenaar zal de door hem verschuldigde kosten, schaden, boeten, vergoedingen en alle door de schuldeiser voor rekening van de schuldenaar gedane betalingen en voorschotten op eerste vordering van de schuldeiser voldoen.
Artikel 8 Vervroegde opeisbaarheid
1 Het bedrag van de geldlening en de rente zullen, onverminderd de overige rechten van de schuldeiser, terstond en in hun geheel opeisbaar zijn, zonder enige voorafgaande kennisgeving of ingebrekestelling, hoe ook genaamd, in de volgende gevallen:
a bij niet, niet-tijdige of niet-behoorlijke nakoming of overtreding door de schuldenaar en/of de hypotheekgever van enigerlei verplichting tegenover de schuldeiser die krachtens de akte en/of de wet op hem rust;
b bij overlijden, verklaring van vermoedelijk overlijden, emigratie, vermissing, onder curatelestelling, aanvraag tot surséance van betaling, faillissementsaanvraag door de schuldenaar of de hypotheekgever zelf, faillissement, voorstel tot buitengerechtelijk akkoord met crediteuren, onder beheerstelling, onder bewindstelling, vrijheidsberoving rechtens, een zich verwijderen zonder orde op zaken te hebben gesteld, boedelafstand, een en ander zowel van de schuldenaar als van de hypotheekgever, bij wijziging van het huwelijksgoederenregime van de schuldenaar en/of de hypotheekgever alsmede bij ontbinding of afstand van enige gemeenschap waarin de schuldenaar en/of de hypotheekgever mocht zijn gehuwd of mocht huwen en/of is of zal zijn gerechtigd, al het voorgaande indien de schuldeiser daardoor naar zijn mening benadeeld kan zijn of worden;
c indien blijkt dat de schuldenaar en/of de hypotheekgever voor of bij het aangaan van de geldlening onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt aangaande zijn solvabiliteit, de waarde van het onderpand, de bestaande verhuringen of verpachtingen en/of andere voor de schuldeiser van belang zijnde omstandigheden;
d indien, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser het onderpand geheel of gedeeltelijk in juridische dan wel economische zin wordt vervreemd, in huurkoop wordt verkocht, wordt ingebracht in dan wel geleverd aan een vennootschap, maatschap, stichting of vereniging, wordt verdeeld of indien in enig ander opzicht wijziging komt in de toestand met betrekking tot de gerechtigdheid tot het onderpand dan wel indien de verkoop van het onderpand ten publieke wordt aangekondigd;
e indien de schuldenaar en/of de hypotheekgever het onderpand zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser verhuurt of verpacht dan wel op enige andere grond niet meer of niet meer geheel in eigen gebruik heeft, voor zover en in het geval dat de schuldenaar en/of de hypotheekgever het onderpand bij het aangaan van de geldlening wel in eigen gebruik had, indien het onderpand leeg komt te staan, indien de schuldenaar en/of de hypotheekgever de feitelijke beschikking over het onderpand verliest aan personen die het zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar/beperkt gerechtigde in gebruik nemen, indien de voor de (ver-)bouw bestemde gelden voor andere doeleinden worden gebruikt of indien naar het oordeel van de schuldeiser de (ver-)bouw of de uitvoering van bouwkundige voorzieningen, ter financiering waarvan de geldlening is verstrekt, wordt stopgezet, stagneert of wanneer het (ver-)bouwplan wordt gewijzigd, indien xxxxxxx van het onderpand een aanschrijving geschiedt of een besluit wordt genomen houdende onbewoonbaarverklaring of verbod van (ver-)bouw, indien het onderpand geheel of gedeeltelijk wordt gesloopt, onteigend of tot onteigening wordt aangewezen, uit hoofde van enige wet wordt gevorderd, in een ruilverkaveling wordt begrepen, indien door de rechter of de grondkamer een machtiging tot verandering van de inrichting of gedaante van het onderpand wordt verleend, indien enige andere handeling, hoe ook genaamd, plaatsvindt tengevolge waarvan het onderpand direct of indirect uit de macht van de schuldenaar en/of de hypotheekgever kan geraken, indien het onderpand op een monumentenlijst wordt geplaatst alsmede zodra krachtens de Wet Voorkeursrecht Gemeenten de gemeente een recht van voorkeur op het onderpand krijgt of indien enige andere omstandigheid zich voordoet waardoor de waarde van het onderpand of de rechten van de schuldeiser naar zijn oordeel nadelig worden beïnvloed;
f indien het onderpand door brand of door andere oorzaak schade lijdt, geheel of gedeeltelijk tenietgaat, en/of een naar het oordeel van de schuldeiser ernstig gebrek vertoont, bij onvoldoende onderhoud of waardevermindering door andere oorzaak, bij beslaglegging op het geheel of een gedeelte van de huur- of pachtpenningen, alsmede indien de eventuele huur- of pachtprijs wordt verlaagd beneden het niveau ten tijde van het aangaan van de geldlening, of indien dit later ligt, het tijdstip van het ontstaan van de huur- of pachtverhouding, dan wel bij beslaglegging op het onderpand of op de (overige) goederen van de schuldenaar of wanneer een beslag dreigt;
g indien splitsing van het onderpand in appartementsrechten plaatsvindt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser;
h indien het onderpand bestaat uit een appartementsrecht: bij elk besluit, machtiging en/of eventueel bevel van de kantonrechter tot wijziging of aanvulling van de akte van splitsing of van het reglement, opheffing van de splitsing of gehele of gedeeltelijke sloping van het gebouw waarin het appartement is gelegen, indien het recht van gebruik aan de schuldenaar en/of de hypotheekgever wordt ontnomen, bij niet-nakoming of overtreding door de schuldenaar en/of de hypotheekgever en/of de gebruiker van het appartement van enige op het apparternentsrecht betrekking hebbende wetsbepaling en/of bepaling van het splitsingsreglement, bij feitelijke wijziging van het appartement of het gebouw waarvan dit deel uitmaakt, indien de schuldenaar en/of de hypotheekgever het verbonden appartement niet meer of niet meer geheel in eigen gebruik heeft tenzij zulks is geschied met voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser, als ook bij faillissement of surséance van betaling van de vereniging van eigenaars;
i indien een rechterlijke machtiging als bedoeld in artikel 1633 boek 7A van het Burgerlijk Wetboek of artikel 30 van de Pachtwet wordt verleend tegen de wil van de schuldeiser;
j indien enige andere geldlening door de schuldeiser verstrekt aan de schuldenaar, diens echtgeno(o)t(e) of partner met wie een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd, opeisbaar is geworden;
k indien de schuldenaar en/of de hypotheekgever, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser, overgaat tot het vestigen van een hypotheek op het onderpand ten behoeve van een ander dan de schuldeiser dan wel tot het belasten van het onderpand met enig ander beperkt recht;
l indien een eventuele andere hypotheekhouder tot executie van het onderpand overgaat;
m indien het onderpand bestaat uit een recht van erfpacht of opstal of enig ander beperkt genotsrecht: indien de voorwaarden waaronder dat beperkt recht is verleend worden gewijzigd, bij niet-nakoming of overtreding door de schuldenaar en/of de hypotheekgever van enige op dat beperkt recht betrekking hebbende wetsbepaling en/of voorwaarde waaronder dat beperkt recht is verleend, dan wel indien dit beperkt recht eindigt, daarvan de opheffing wordt gevorderd of dit recht door de eigenaar is opgezegd of indien naar het oordeel van de schuldeiser het recht een einde neemt of dreigt een einde te nemen;
n indien het verleende recht van hypotheek nietig, vernietigbaar of vernietigd is, indien blijkt van enig gebrek in de eigendomstitels of andere titels met betrekking tot het onderpand, dan wel in de aan de schuldeiser verleende rechten;
o ingeval de schuldenaar in verzuim is met de stipte betaling van de premies uit hoofde van de overeenkomst van levensverzekering;
p ingeval de overeenkomst van levensverzekering wordt gewijzigd of wordt geroyeerd dan wel nietig, vernietigbaar of vernietigd is;
q bij faillissement van de verzekeraar of indien door de Rechtbank ten aanzien van de verzekeraar wordt verklaard dat hij verkeert in de toestand, als bedoeld in Hoofdstuk VII, artikel 65 en volgende van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf.
2 Bij vervroegde opeising zal de schuldenaar over het gehele aldus opeisbare bedrag, de vergoeding voor vervroegde aflossing als bedoeld in artikel 5 lid 3 verschuldigd zijn, alsmede alle uit de vervroegde opeisbaarheid voor de schuldeiser voortvloeiende kosten, vergoedingen en schaden, één en ander onverminderd het bepaalde in artikel 7.
Artikel 9 Voorwaarden en bedingen verpanding levensverzekering
1 Aan de schuldeiser zijn tot meerdere zekerheid, als in de akte vermeld, verpand alle rechten en aanspraken voortvloeiende uit de levensverzekering. Gemelde levensverzekering is gesloten door en op het leven van de schuldena(a)r(en).
2 in alle gevallen waarin de hoofdsom van de geldlening ten laste van de schuldenaar opeisbaar is heeft de schuldeiser, voor zover mogelijk, het recht om vorenbedoelde levensverzekering af te kopen en zal het aan de schuldeiser uitbetaalde bedrag worden aangewend zoals in artikel 21 bepaald.
3 De schuldenaar zal, zolang de schuldeiser krachtens de akte nog enige vordering op de schuldenaar heeft, de premies, verschuldigd om voormelde overeenkomst van levensverzekering ongewijzigd in stand te houden, stipt aan de verzekeraar voldoen op de door de verzekeraar aangegeven wijze. De schuldeiser is bij wanbetaling bevoegd, doch niet verplicht, bedoelde premies namens de schuldenaar te voldoen. De schuldenaar en/of de hypotheekgever is verplicht op eerste vordering van de schuldeiser de op grond van het voorgaande betaalde premies en andere kosten te voldoen. De vordering die de schuldeiser daardoor verkrijgt op de schuldenaar valt onder de dekking van de bij of krachtens de akte verleende zekerheden.
4 De polis zal aan de schuldeiser worden afgegeven en onder diens berusting blijven gedurende de looptijd van de geldlening.
5 De schuldeiser zal al hetgeen hij uit hoofde van de levensverzekering te eniger tijd ontvangt doen strekken tot voldoening van het verschuldigde -ongeacht of dit al dan niet opeisbaar is- met dien verstande, dat hij, indien hetgeen hij zal ontvangen zijn vordering overtreft, het meerdere aan de schuldenaar zal betalen, dan wel aan de door de schuldenaar aangewezen begunstigden of degene(n), die krachtens wettelijke bepalingen hiervoor in aanmerking komen.
Artikel 10 Verzekering van het onderpand
1 De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal het onderpand bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf mag uitoefenen, op zijn kosten en tot genoegen van de schuldeiser tegen brandschade, blikseminslag, ontploffing, vliegtuigschade en zodanige andere schaden als de schuldeiser zal verlangen, op basis van herbouwwaarde/vervangingswaarde verzekeren en gedurende de looptijd van de geldlening verzekerd houden.
2 Heeft de schuldenaar en/of de hypotheekgever naar het oordeel van de schuldeiser aan bovengenoemde verplichtingen dan wel aan de verplichting tot stipte betaling van de premies, omslagen en andere kosten niet ten volle voldaan, dan zal de schuldeiser bevoegd zijn ten name van de schuldenaar en/of de hypotheekgever of op eigen naam het onderpand te verzekeren, respectievelijk een gesloten verzekering over te sluiten of zijn hypothecair belang te verzekeren en de premies, omslagen en andere kosten voor rekening van de schuldenaar en/of de hypotheekgever te voldoen. De schuldenaar en/of de hypotheekgever is verplicht op eerste vordering van de schuldeiser de op grond van het voorgaande betaalde premies, omslagen en andere kosten te voldoen. De vordering die de schuldeiser daardoor verkrijgt op de schuldenaar en/of de hypotheekgever valt onder de dekking van de bij of krachtens de akte verleende zekerheden.
3 De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal de polis of de polissen van verzekering die hij ingevolge lid 1 van dit artikel gehouden is te sluiten en gesloten te houden, alsmede de premiekwitanties binnen veertien (14) dagen na een daartoe strekkend verzoek aan de schuldeiser ter hand stellen.
4 De verzekeringspenningen die de schuldeiser op grond van het bepaalde in artikel 14 lid 2 onder zich heeft zullen naarmate de (her-)bouw vordert worden uitbetaald. Het bepaalde in artikel 4 is van overeenkomstige toepassing. De schuldeiser behoudt te allen tijde het recht van hypotheek op de ondergrond en het verder verbondene, voor zover niet tenietgegaan. Voor zover de schaderegeling met assuradeuren en het aanwijzen van een deskundige om de schade bindend te begroten niet door de schuldeiser zelf geschieden, zijn deze onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de schuldeiser.
5 Hetgeen hiervoor is bepaald ten aanzien van de verzekering van het onderpand, zal, indien het onderpand bestaat uit een appartementsrecht, niet van toepassing zijn, indien en voor zover de naleving daarvan in strijd is met of onmogelijk is door dwingende wetsbepalingen of bepalingen van het op het appartementsrecht betrekking hebbend reglement. In een dergelijk geval dient de schuldenaar en/of de hypotheekgever erop toe te zien dat de desbetreffende bepalingen) door de vereniging van eigenaars zullen worden nageleefd en de belangen van de schuldeiser niet zullen worden geschaad.
Artikel 11 Onderhoud en gebruik
1 De schuldenaar en/of de hypotheekgever is verplicht het onderpand gedurende de looptijd van de geldlening in goede staat van onderhoud te houden en alle redelijke voorzorgen te nemen tegen beschadiging of andere waardevermindering van het onderpand.
2 Het onderpand zal niet anders dan overeenkomstig zijn bestemming mogen worden gebruikt. De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal gehouden zijn onmiddellijk te voldoen aan vorderingen of aanschrijvingen van overheidswege tot het treffen van voorzieningen, tot het aanbrengen van verbeteringen of tot het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan het onderpand en verder de schuldeiser onverwijld in te lichten over zodanige vordering of aanschrijving. Indien de schuldenaar en/of de hypotheekgever niet voldoet aan de vordering of aanschrijving zal de schuldeiser gerechtigd zijn de verlangde werkzaamheden voor rekening van de schuldenaar en/of hypotheekgever te doen verrichten.
3 Het is de schuldenaar en/of de hypotheekgever gedurende de looptijd van de geldlening verboden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser, de inrichting, de gedaante, de aard of bestemming van het onderpand te veranderen, het onderpand geheel of gedeeltelijk af te breken, daarvan iets weg te nemen of te verwijderen of handelingen te verrichten die het onderpand op enige andere wijze in waarde doen verminderen.
4 Indien de schuldenaar en/of de hypotheekgever na de vestiging van de hypotheek veranderingen of toevoegingen aan het onderpand heeft aangebracht strekken deze mede tot onderpand voor het verschuldigde en is hij niet bevoegd deze weg te nemen.
5 Ingeval het onderpand bestaat uit een appartementsrecht, dient de schuldenaar en/of de hypotheekgever erop toe te zien dat de in dit artikel genoemde bepalingen door de vereniging van eigenaars zullen worden nageleefd en de belangen van de schuldeiser niet zullen worden geschaad.
Artikel 12 Huur en pacht
1 Het onderpand mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser, noch geheel, noch gedeeltelijk worden verhuurd of verpacht, noch op enigerlei andere wijze in gebruik of genot worden afgestaan.
2 Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx of verpachting mag, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schuldeiser, geen vooruitbetaling van huur- of pachtpenningen worden bedongen of aangenomen, noch uitstel van betaling, cessie, verpanding, afstand van of beschikking op andere wijze over nog niet verschenen huur- of pachtpenningen mogen plaatsvinden.
Artikel 13 Bezichtiging, hertaxatie van het onderpand
1 De schuldeiser heeft het recht en wordt door de schuldenaar en/of de hypotheekgever onherroepelijk gemachtigd, te allen tijde door bezichtiging van het onderpand zich persoonlijk of door middel van één of meer door hem aan te wijzen gevolmachtigde(n) te overtuigen van de nakoming door de schuldenaar en/of de hypotheekgever van diens verplichtingen. De kosten van de bezichtiging komen voor rekening van de schuldenaar en/of de hypotheekgever.
Mocht uit een bezichtiging blijken dat de schuldenaar en/of de hypotheekgever enige verplichting niet of niet naar behoren is nagekomen, dan is de schuldeiser bevoegd, onverminderd zijn overige rechten, hetgeen is nagelaten of in strijd daarmee is verricht alsnog op kosten van de schuldenaar en/of de hypotheekgever te doen verrichten respectievelijk teniet te doen.
2 De schuldeiser zal voorts te allen tijde bevoegd zijn, onder opgaaf van redenen, de waarde van het onderpand op kosten van de schuldenaar door een door de schuldeiser aan te wijzen deskundige te doen (her-)taxeren. Mocht uit een (her-) taxatie blijken dat de waarde van het onderpand naar het oordeel van de schuldeiser zodanig is gedaald dat deze waarde het verschuldigde niet dekt, dan heeft de schuldeiser het recht nadere voorwaarden te stellen.
3 De schuldenaar en/of de hypotheekgever is verplicht vrije toegang tot het onderpand te verlenen voor bezichtiging of (her-) taxatie en staat ervoor in dat ook derden vrije toegang tot het onderpand zullen verlenen. De schuldenaar en/of de hypotheekgever is voorts verplicht de gemachtigde en/of de taxateur alle door hem/hen gewenste medewerking te verlenen en de door hem/hen gevraagde inlichtingen te verstrekken en staat ervoor in dat dit ook geschiedt door derden. Weigering door een derde vrije toegang te verlenen casu quo inlichtingen te verstrekken zal gelden als weigering van de schuldenaar en/of de hypotheekgever.
Artikel 14 Verpanding
1. Tot meerdere zekerheid voor de betaling van het verschuldigde:
a verpandt de schuldenaar en/of de hypotheekgever door ondertekening van de akte aan de schuldeiser en verplicht de schuldenaar en/of de hypotheekgever zich, voor zover de hierna bedoelde rechten en vorderingen op de dag van het verlijden van de akte nog niet voor verpanding vatbaar mochten zijn, op eerste verzoek aan de schuldeiser te zullen verpanden:
- alle rechten en vorderingen die hij krachtens huur en/of pachtovereenkomsten jegens huurders en/of pachters van het onderpand heeft of zal verkrijgen alsmede alle rechten en vorderingen uit hoofde van andere overeenkomsten en rechtsverhoudingen met betrekking tot het onderpand die hij heeft of zal verkrijgen;
- alle rechten en vorderingen terzake van alle andere vergoedingen die hij met betrekking tot het onderpand heeft of zal verkrijgen, daaronder mede begrepen garanties of bijdragen van overheidswege, in zoverre deze niet vallen onder het wettelijk pandrecht als bedoeld in artikel 229 Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
b verbindt de schuldenaar en/of de hypotheekgever zich door ondertekening van de akte om, indien hij ten aanzien van het onderpand enigerlei nieuwe huur- en/of pacht- overeenkomst sluit, enige (andere) bestaande of toekomstige overeenkomst of rechtsverhouding betreffende het onderpand verlengt of betreffende het onderpand in de toekomst enige overeenkomst aangaat of bij een rechtsverhouding partij is, de uit die overeenkomsten en rechtsverhoudingen voortvloeiende rechten en vorderingen aan de schuldeiser te verpanden;
c verpandt de schuldenaar en/of de hypotheekgever door ondertekening van de akte aan de schuldeiser en verplicht de schuldenaar en/of de hypotheekgever zich te zullen verpanden, voor zover ten tijde van het verlijden van de akte nog niet mogelijk, alle roerende zaken die volgens verkeersopvatting bestemd zijn om het onderpand duurzaam te dienen en de machinerieën of werktuigen die bestemd zijn om daarmee een bedrijf in het onderpand uit te oefenen alsmede de door de schuldenaar en/of de hypotheekgever na de vestiging van de hypotheek aan het onderpand aangebrachte veranderingen en/of toevoegingen, indien deze in strijd zijn met artikel 11 lid 4 zijn verwijderd. De aldus verpande zaken zullen voor de toepassing van deze bepalingen zoveel mogelijk worden gerekend te behoren tot het onderpand;
d geeft door ondertekening van de akte de schuldenaar en/of de hypotheekgever de schuldeiser onherroepelijk volmacht -ter uitvoering van de onder a, b en c van dit lid bedoelde verplichting tot verpanding- alle rechten en vorderingen als vorenbedoeld telkens specifiek aan hem, de schuldeiser, te verpanden.
2 De schuldeiser heeft van rechtswege een recht van pand op alle vorderingen tot vergoeding die in de plaats van het onderpand treden, waaronder begrepen vorderingen terzake van waardevermindering van het onderpand. De schuldeiser is gerechtigd deze vorderingen te innen en daarvoor kwijting te geven en die verder ter keuze van de schuldeiser geheel of gedeeltelijk te doen strekken, hetzij tot betaling van het verschuldigde, hetzij deze penningen tot herbouw van het onderpand aan te wenden, en zolang zijn belangen dit eisen, onder zich te houden. Voor zover de rechten en vorderingen die de schuldenaar en/of de hypotheekgever tegenover derden heeft ingeval van onteigening, vordering, ruilverkaveling of enige andere overheidsmaatregel van een dergelijke strekking alsmede indien zich enig ander feit voordoet waardoor de schuldenaar en/of de hypotheekgever zijn rechten of het gebruik met betrekking tot het onderpand geheel of gedeeltelijk verliest, zoals door teniet gaan in de ruimste zin of beschadiging van het onderpand, niet onder het wettelijk pandrecht vallen, geldt het in lid 1a van dit artikel bepaalde met name ook voor deze rechten en vorderingen.
3 indien het onderpand bestaat uit een appartementsrecht, geldt het hiervoor bepaalde met name ook voor alle rechten en vorderingen, die de schuldenaar en/of de hypotheekgever terzake van zijn aandeel in de gemeenschap waarvan het appartementsrecht deel uitmaakt, dan wel ingeval van opheffing van de splitsing deel heeft uitgemaakt, mocht hebben of verkrijgen jegens derden, waaronder begrepen de vereniging van eigenaars, de gezamenlijke eigenaars, het bestuur en de verzekeraar.
4 Indien het onderpand bestaat uit een recht van erfpacht of opstal of enig ander beperkt genotsrecht, geldt het hiervoor bepaalde met name ook voor de rechten en vorderingen, die de schuldenaar en/of de hypotheekgever op grond van de betreffende overeenkomst mocht hebben of verkrijgen, alsmede voor de rechten op uitkering of schadevergoeding die hem terzake van de vermindering, de onteigening of het eindigen van zijn beperkt recht jegens de hoofdgerechtigde of derden toekomen.
5 Als pandhouder van de rechten en vorderingen hiervoor in dit artikel bedoeld is de schuldeiser onherroepelijk gevolmachtigd de nodige berekeningen, kennisgevingen en mededelingen te doen, bedoelde rechten en vorderingen voor en namens de schuldenaar en/of de hypotheekgever uit te oefenen en vast te stellen, deswege voor rekening van de schuldenaar en/of de hypotheekgever en met diens uitsluiting als partij te onderhandelen, te procederen of vaststellingsovereenkomsten aan te gaan, alle, naar het oordeel van de schuldeiser, nodige, nuttige of gewenste rechtshandelingen te verrichten, deskundigen te benoemen, in hangende procedures tussenbeide te komen, al hetgeen de schuldenaar en/of de hypotheekgever ter zake te vorderen heeft in en buiten rechte te innen en daarvoor kwijting te geven en voor en namens de schuldenaar en/of de hypotheekgever de vergaderingen van de vereniging van eigenaars of van de gezamenlijke eigenaars bij te wonen, daarin het woord te voeren en aan stemmingen deel te nemen en voorts alle andere eigenaarsbevoegdheden uit te oefenen, alles onverminderd de overige rechten van de schuldeiser.
Artikel 15 Beheer
De schuldeiser is bevoegd, indien de hypotheekgever in zijn verplichtingen jegens hem in ernstige mate te kort schiet, de President van de Rechtbank te verzoeken hem machtiging te verlenen het onderpand in beheer te nemen. Dit beheer houdt in:
a de gehele administratie en het gehele beheer van het onderpand, in de ruimste zin genomen, voor rekening van de schuldenaar en/of de hypotheekgever te voeren of te doen voeren, met name ook om bestaande huur- of pachtovereenkomsten voort te zetten, op te zeggen of te laten ontbinden, zo nodig met gerechtelijke ontruiming, en nieuwe huur- of pachtovereenkomsten aan te gaan met zodanige personen, voor zodanige tijd, voor zodanige prijzen en onder zodanige bedingen en voorwaarden als de schuldeiser geboden zal achten, aan het onderpand voor rekening van de schuldenaar alle door de schuldeiser nodig geacht(e) onderhoud, herstellingen, verbeteringen of vernieuwingen te laten verrichten, de huur- of pachtpenningen te ontvangen en daarvoor kwijting te verlenen, alle betalingen te doen terzake van het onderpand en van de daarop rustende hypotheken, beslagen, lasten en belastingen;
b terzake van het voorschrevene voorts te doen al hetgeen de schuldeiser nodig, nuttig of gewenst zal achten, alles met het recht van substitutie en met het recht van de schuldeiser om de uitvoering van al het voorschrevene over te dragen aan en te doen verrichten door zodanige personen als de schuldeiser gewenst zal achten, zulks onder uitkering aan die personen van de gebruikelijke beloning, welke beloning en alle andere kosten, die het uitvoeren van dit beheer mocht meebrengen, ten laste van de schuldenaar en/of de hypotheekgever komen.
Artikel 16 Executoriale verkoop
1 Indien de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van het verschuldigde of een gedeelte ervan, is de schuldeiser bevoegd het onderpand in het openbaar te doen verkopen, zoals bepaald in artikel 268 Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, teneinde uit de opbrengst het verschuldigde te verhalen.
2 in het in lid 1 van dit artikel bedoelde geval zal de schuldeiser gerechtigd zijn:
a in overleg met de met executoriale verkoop belaste notaris tijd, plaats en voorwaarden van de veiling vast te stellen;
b een aangekondigde veiling niet te doen doorgaan;
c de veiling geheel of gedeeltelijk op te houden met het recht de veiling op een later tijdstip te hervatten;
d het bedrag van de te betalen veilingkosten vast te stellen;
e tot herveiling over te gaan, zo nodig na ontbinding, zonder tussenkomst van de rechter, van de koop;
f kavels te maken en erfdienstbaarheden te vestigen;
g het onderpand te splitsen in appartementsrechten;
h de kooppenningen in te vorderen, te ontvangen en daarvoor kwijting te verlenen, het verkochte te leveren en bij gebreke van betaling van de kooppenningen of van de ter zake van de veiling verschuldigde kosten -waaromtrent geen verantwoording aan de schuldenaar en/of de hypotheekgever verschuldigd zal zijn- alle maatregelen te nemen die zijn belang zal meebrengen en al datgene verder te doen wat hij noodzakelijk, nuttig of gewenst acht;
i het onderpand geheel of ten dele zelf te kopen;
j de akte van splitsing, van uitgifte in erfpacht of van vestiging van het recht van opstal te doen opmaken, zoals de schuldeiser nodig of raadzaam zak achten, met het recht voor zoveel nodig voor en namens de schuldenaar op te treden en hem te vertegenwoordigen,
k bouwplannen, tekeningen, bestekken, begrotingen, vergunningen en alle overige bescheiden, benodigd om tot voltooiing van de (ver-)bouw van het onderpand te geraken, kosteloos aan de koper(s) over te dragen;
l alles te doen wat de schuldeiser xxxxxxx van het vorenstaande nodig of raadzaam zal achten, zonder dat de schuldeiser aansprakelijk zal zijn voor enig verzuim of schade te dezer zake.
3 Zowel de schuldeiser als de hypotheekgever kunnen de President van de Rechtbank verzoeken te bepalen dat de verkoop onderhands zal geschieden, zoals bepaald in artikel 268 lid 2 Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
4 ingeval van executoriale verkoop zal de schuldenaar en/of de hypotheekgever en zullen derden die zich in of op het onderpand bevinden of met betrekking daartoe enig recht hebben het onderpand volgens plaatselijk gebruik en bij verschil van mening of bij gebreke van een plaatselijk gebruik tenminste twee dagen van elke week, door de schuldeiser te bepalen, gedurende tenminste vier weken voor de verkoopdag, ter bezichtiging openstellen of doen openstellen.
5 Indien het te verkopen onderpand onbeheerd is, is de schuldeiser gerechtigd zichzelf toegang te verschaffen en het onderpand ter bezichtiging voor gegadigden open te stellen. De schuldeiser is gerechtigd de in het onderpand aanwezige goederen voor rekening van de schuldenaar en/of de hypotheekgever te doen wegvoeren en te doen opslaan.
6 Indien dit met het oog op de executoriale verkoop vereist is, is de schuldeiser bevoegd het onderpand onder zich te nemen en moet de schuldenaar en/of de hypotheekgever met al de zijnen en al het zijne het te verkopen onderpand, indien hij dit geheel of gedeeltelijk in gebruik heeft, ontruimen, bij gebreke waarvan de schuldeiser bevoegd is die ontruiming op kosten van de schuldenaar en/of de hypotheekgever te doen geschieden, zonder tussenkomst van de rechter, desgewenst met hulp van de sterke arm, krachtens de grosse van de akte(n) van hypotheekverlening.
7 indien de schuldenaar en/of de hypotheekgever mocht oordelen, dat hij niet in verzuim is ten aanzien van enige betalingsverplichting tegenover de schuldeiser, zal hij, ingeval hij niet tenminste drie dagen voor de verkoop daartegen in rechte is opgekomen, geen eis tot vernietiging van zodanige verkoop of tot schadeloosstelling kunnen instellen; ook kan hij geen vernietiging van de verkoop vorderen op grond van door of vanwege de schuldeiser bij de verkoop begane onregelmatigheden of gepleegd verzuim.
8 Eventuele betwisting van het verschuldigde bedrag verleent de schuldenaar en/of de hypotheekgever niet het recht tegen de verkoop op te komen of deze uit te doen stellen, doch slechts om na afloop van de verkoop en na ontvangst van de kooppenningen door de schuldeiser van deze rekening en verantwoording te vorderen.
Artikel 17 Voldoening van lasten, belastingen, premies
De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal al hetgeen in verband met het onderpand verschuldigd is aan een derde, zoals belastingen, retributies, zakelijke lasten, canons, renten en andere lasten en verplichtingen die op het onderpand betrekking hebben of uit enige handeling, overeenkomst of wettelijk voorschrift terzake van het onderpand voortvloeien, alsmede alle uit andere oorzaken aan een derde verschuldigde bedragen die op het onderpand verhaalbaar zijn, prompt voldoen en daarvan aan de schuldeiser op eerste verzoek doen blijken.
Indien aan het verzoek niet terstond gevolg wordt gegeven, is de schuldeiser onherroepelijk gemachtigd het verschuldigde te voldoen en met de eventuele door hem gemaakte kosten van de schuldenaar en/of de hypotheekgever terug te vorderen. De vordering die de schuldeiser op grond van het voorgaande verkrijgt op de schuldenaar en/of de hypotheekgever valt onder de dekking van de bij of krachtens de akte verleende zekerheden.
Artikel 18 Mededelingen en berekeningen
De schuldeiser heeft het recht alle naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende bepalingen van de akte en op grond daarvan verrichte handelingen of plaatsgevonden hebbende feiten namens de schuldenaar mede te delen en te doen betekenen aan allen, die dit naar zijn oordeel zal blijken aan te gaan.
Artikel 19 Volmachten
1 De in de akte aan de schuldeiser en/of de verzekeraar verleende volmachten maken een integrerend deel uit van de overeenkomst van geldlening en hypotheekstelling en zijn verstrekt in het uitsluitend belang van de schuldeiser en/of de verzekeraar. De schuldeiser en/of de verzekeraar zal terzake van bedoelde volmachten niet aansprakelijk zijn voor enige schade of verzuim.
2 De uitoefening van de aan de schuldeiser en/of de verzekeraar verleende rechten/volmachten en bevoegdheden staat geheel te zijner beoordeling, maar zal alleen geschieden, indien de schuldeiser en/of de verzekeraar daarbij een redelijk belang heeft.
3 Alle volmachten, die aan de schuldeiser en/of de verzekeraar zijn verleend, zijn verstrekt met het recht van substitutie.
Artikel 20 Saldovaststelling
De boeken van de schuldeiser strekken met betrekking tot het verschuldigde, de vorderingen, betalingsverplichtingen en saldi terzake van de schuldverhouding tot volledig bewijs, zolang de schuldenaar de onjuistheid daarvan niet heeft aangetoond. De boeken van de verzekeraar strekken met betrekking tot de afkoopwaarde, de vorderingen, betalingsverplichtingen en saldi van de levensverzekering tot volledig bewijs, zolang de schuldenaar en/of de hypotheekgever de onjuistheid daarvan niet heeft aangetoond. De betaling, executoriale verkoop of welke rechtsmaatregel ook, kan echter nimmer door de schuldenaar worden opgeschort of tegengehouden op grond van geschil betreffende het verschuldigde of de afkoopwaarde van de levensverzekering, onverminderd het recht van belanghebbenden om na betaling, executie of andere rechtsmaatregel een eventueel door de schuldeiser en/of de verzekeraar te veel geïncasseerd of te veel ingehouden bedrag terug te eisen.
Artikel 21 Ontvangsten door de schuldeiser
Hetgeen de schuldeiser krachtens de akte ontvangt, hetzij van de schuldenaar, hetzij van derden -de verzekeraar daaronder begrepen-, zal strekken in mindering op of tot voldoening van:
- in de eerste plaats de verschuldigde renten,
- in de tweede plaats de vergoeding van de door de schuldenaar verschuldigde en door de schuldeiser voldane premies van de levensverzekering en
- in de derde plaats kosten, boeten, al hetgeen de schuldeiser voor de schuldenaar en/of de hypotheekgever (verder) heeft betaald, de vergoeding wegens vervroegde aflossing als bedoeld in artikel 5 lid 3, de hoofdsom van de geldlening, al dan niet opeisbaar, zulks met uitsluiting van elke verrekening die ten voordele van de schuldenaar zou kunnen strekken. De schuldeiser zal over hetgeen hij heeft ontvangen geen rente verschuldigd zijn.
Artikel 22 Hoofdelijkheid, borgstelling
1 Indien er meer schuldenaren en/of hypotheekgevers zijn, zijn deze steeds hoofdelijk, en aldus zowel te zamen als ieder afzonderlijk, voor het geheel voor alle voor hen uit de akte voortvloeiende verbintenissen tegenover de schuldeiser verbonden.
2 Kwijtschelding van een schuld, uitstel van betaling of afstand of ontslag bij overeenkomst gegeven ten behoeve van een hoofdelijk schuldenaar of hypotheekgever zal de andere hoofdelijke schuldenaren of hypotheekgevers niet bevrijden van
hun verplichtingen als hoofdelijke schuldenaar of hypotheekgever jegens de schuldeiser.
3 Indien zich voor de schuld een borg verbindt doet hij afstand van alle rechten op verrekening en van alle rechten, verweren en voorrechten bij de wet aan borgen toegekend bij onder andere de artikelen 139 en 154 Boek 6 en de artikelen 852 en volgende Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of te eniger tijd nog toe te kennen.
Artikel 23 Hypotheekverlening door derden
1 De hypotheekgever, aan wie geen geldlening is verstrekt, verbindt zich door ondertekening van de akte om, wanneer hij door betaling aan de schuldeiser zal zijn gesubrogeerd in diens rechten, niet in de boedel(s) van de schuldenaar op te komen, zolang de schuldeiser zijn vordering niet geheel zal hebben verhaald.
2 Tot meerdere zekerheid van het aan de schuldeiser verschuldigde geeft de hypotheekgever als bedoeld in lid 1 van dit artikel door ondertekening van de akte in pand zijn vorderingen uit hoofde van de in het vorige lid bedoelde subrogatie, met onherroepelijke volmacht aan de schuldeiser om de verpanding mee te delen, omtrent de verpande vorderingen vaststellingsovereenkomsten aan te gaan, bedoelde vorderingen te innen en daarvoor kwijting te geven.
3 De hypotheekgever als bedoeld in lid 1 van dit artikel verleent door ondertekening van de akte aan de schuldeiser het recht, doch slechts zolang deze niet heeft medegedeeld tot uitwinning van het onderpand te zullen overgaan, om elke betaling van hem te weigeren, zolang de schuldeiser zulks in verband met de uitoefening van zijn verdere rechten geraden zal achten.
4 De hypotheekgever als bedoeld in lid 1 van dit artikel doet afstand van het voorrecht van uitwinning, hem in artikel 234 Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek toegekend, van het recht op vergoeding voor verbeteringen krachtens artikel 233 Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede van zijn rechten vermeld in artikel 139 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 24 lnformatieplicht van de schuldenaar en/of de hypotheekgever
a De schuldenaar en/of de hypotheekgever is verplicht de schuldeiser terstond schriftelijk in kennis te stellen van al hetgeen in verband met de toepassing van de akte voor de schuldeiser van belang kan zijn, alsmede van al hetgeen de waarde van het onderpand (in de toekomst) zal kunnen verminderen en verder van alle gevallen die de opeisbaarheid van de schuld tot gevolg kunnen hebben.
b De schuldenaar en/of de hypotheekgever is verplicht de schuldeiser op diens verzoek, binnen een redelijke termijn, alle inlichtingen en bescheiden te verstrekken, waaronder, voor wat betreft de schuldenaar, mede begrepen balansen en andere jaarstukken, welke de schuldeiser voor de uitoefening van zijn rechten nodig oordeelt.
Artikel 25 Rechten en (administratie-)kosten
Alle rechten en kosten, die voortvloeien uit of verband houden met de akte, waaronder mede begrepen zijn alle kosten die de schuldeiser heeft gemeend te moeten maken tot behoud of uit- oefening van zijn rechten, de rechten en kosten vallende op de vernieuwing, verbetering of doorhaling van de inschrijving, alsmede (administratie-) kosten tengevolge van werkzaamheden door omstandigheden opgekomen aan de kant van de schuldenaar en/of de hypotheekgever, komen voor rekening van de schuldenaar. De schuldeiser is bevoegd, doch niet verplicht, deze rechten en kosten voor rekening van de schuldenaar te voldoen. De schuldenaar is verplicht op eerste vordering van de schuldeiser de op grond van het voorgaande betaalde rechten en kosten te voldoen. De vordering die de schuldeiser daardoor verkrijgt op de schuldenaar valt onder de dekking van de bij of krachtens de akte verleende zekerheden.
Artikel 26 Opzegging
De schuldeiser heeft de bevoegdheid zijn hypotheek- en pand- recht op het geheel of op een gedeelte van het onderpand en de daarop betrekking hebbende pandrechten door opzegging te doen tenietgaan.
Artikel 27 Uitoefening van rechten door de schuldeiser
De uitoefening van de aan de schuldeiser toekomende rechten en rechtsvorderingen staat geheel te zijner beoordeling, doch zal alleen geschieden indien hij daarbij een redelijk belang heeft.
Artikel 28 Overdracht hypothecaire vordering
De schuldeiser heeft de bevoegdheid al hetgeen hij te vorderen heeft van de schuldenaar alsmede zijn hypotheek- en pandrecht op het geheel of een gedeelte van het onderpand zonder voorafgaan- de toestemming van de schuldenaar over te dragen aan een derde.
Artikel 29 Wetswijziging
Voor zover in voorafgaande artikelen verwezen is naar bepaalde wetsartikelen die later door wetswijziging worden vervangen, dient men in plaats daarvan te lezen de nieuwe wetsartikelen die dezelfde strekking hebben als de vervangen artikelen.
Artikel 30 Afwijking van de voorwaarden
Afwijkingen van deze algemene voorwaarden zijn slechts geldig indien zij schriftelijk zijn overeengekomen.
Artikel 31 Inzage van de voorwaarden
Deze algemene voorwaarden liggen ten kantore van PVF Nederland nv te Amsterdam voor belanghebbenden ter inzage en worden desgevraagd kosteloos ter beschikking gesteld.
Overzicht inschrijvingsgegevens Algemene Voorwaarden voor (hypothecaire) geldleningen PVF Nederland nv
Kadaster Datum Deel Nummer
Alkrnaar | 17 juli 1996 | 7257 | 11 |
Amsterdam | 17 juli 1996 | 11455 | 10 |
Arnhem | 17 juli 1996 | 12684 | 34 |
Assen | 17 juli 1996 | 3995 | 35 |
Breda | 17 juli 1996 | 8609 | 33 |
Eindhoven | 17 juli 1996 | 10139 | 22 |
Groningen | 17 juli 1996 | 4493 | 45 |
Leeuwarden | 17 juli 1996 | 4931 | 9 |
Lelystad | 17 juli 1996 | 992 | 33 |
Middelburg | 17 juli 1996 | 2966 | 46 |
Xxxxxxxx | 17 juli 1996 | 7566 | 33 |
Rotterdam | 17 juli 1996 | 12562 | 11 |
Utrecht | 17 juli 1996 | 8543 | 14 |
Zoetermeer | 17 juli 1996 | 11161 | 27 |
Zwolle | 17 juli 1996 | 7254 | 43 |
De algemene voorwaarden zijn tevens gedeponeerd bij de griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam op 17 juli 1996 onder nummer 138/1996.