SPIN-OFF 2021
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxx
T x00 0 000 00 00
SPIN-OFF 2021
REGLEMENT
Inhoudstafel
1 DOELSTELLING VAN DE ACTIE SPIN-OFF 2
6 BEHANDELING VAN UW AANVRAAG 4
6.2 Ontvankelijkheid en eerste evaluatie 5
6.4 Selectie van de projecten 6
8 REGLEMENT VOOR DE OPVOLGING VAN DE PROJECTEN 6
9 OPRICHTING VAN DE SPIN-OFF 8
11 STOPZETTING VAN DE FINANCIERING 9
12 CUMULATIE MET ANDERE FINANCIERING 9
14 FORMULIER ET INLICHTINGEN 10
1 DOELSTELLING VAN DE ACTIE SPIN-OFF
Het programma SPIN-OFF steunt de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als doel de resultaten van wetenschappelijk onderzoek economisch te valoriseren.
Het programma financiert projecten die:
• een innovatief product, proces of dienst finaliseren gebaseerd op resultaten die verworven werden door voorgaand onderzoek
• de voorwaarden van de industriële en commerciële exploitatie van verworven resultaten bestuderen met als doel een nieuwe economische activiteit op te richten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Er moet nog steeds sprake zijn van uitdagingen omtrent experimentele ontwikkeling bij de start van de gefinancierde projecten, die daarnaast een gunstige impact moeten hebben op de economie, de werkgelegenheid en het leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De Begunstigden van dit programma zijn de onderzoeksinstellingen die beantwoorden aan de definitie van punt 15 ee van de Kaderregeling inzake overheidssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie 2014/C 198/01 (universiteiten, hoge scholen, centrum “De Groote”, …) en die minstens een exploitatiezetel hebben in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Elk project wordt gedragen door een onderzoeker-ondernemer die verantwoordelijk is voor de realisatie van het project. Deze persoon neemt een centrale positie in bij de wetenschappelijke leiding en de economische valorisatie van het project. Hij doet er alles aan om ervoor te zorgen dat de resultaten van zijn project leiden tot een nieuwe onderneming.
De onderzoeker-ondernemer moet houder zijn van minstens een Masterdiploma, gelijkaardig door ervaring of gelijkaardige competenties kunnen verantwoorden. Zijn ondernemerscapaciteiten zijn even belangrijk als zijn wetenschappelijke competenties. Daarom zal de onderzoeker-ondernemer, wanneer hem/haar een SPIN- OFF financiering wordt toegekend, de eerste twee jaren van het project een budget krijgen dat de kosten dekt voor een opleiding bedrijfsbeheer-en oprichting. Als de onderzoeker-ondernemer al een opleiding gevolgd heeft, kan hij/zij hiervoor een aanvraag tot vrijstelling indienen bij Innoviris.
De onderzoeker-ondernemer kan onder geen enkele voorwaarde vervangen worden tijdens het project en kan geen doctoraat realiseren of afwerken in het kader van zijn/haar SPIN-OFF project.
Een technisch-economische tandem verhoogt de slaagkansen van het project. Het alter ego is een persoon die complementaire competenties heeft aan de competenties van de onderzoeker-ondernemer zodat ze samen een tandem kunnen vormen.
Indien het alter ego niet bekend is wanneer het project wordt ingediend, is het aangewezen dat de onderzoeker-ondernemer zo snel mogelijk een alter ego aanwijst met competenties in business development (economische aspecten, financierings-en communicatiestrategie, etc.).
De begeleidingsstructuur van de onderzoeker-ondernemer zal moeten bestaan uit een promotor, minimum
twee “peters” en indien van toepassing een verantwoordelijke van de interface van de gastinstelling .
1. Promotor
De promotor is een professor of gevestigd onderzoeker van de begunstigde onderzoeksinstelling. Meer in het bijzonder, indien de begunstigde noch een universiteit of een hogeschool is, is de promotor de onderzoeksverantwoordelijke van de instelling.
De promotor is verantwoordelijk voor de wetenschappelijke begeleiding van het project en voor de omkadering van de betrokken onderzoeker-ondernemer. De promotor zal het project voor akkoord voorleggen aan zijn/haar hiërarchische meerdere (rector, algemeen directeur, persoon die wettelijk gemachtigd is om de instelling te vertegenwoordigen), die het project bij Innoviris indient in naam van de instelling.
2. Interface
Voor de universiteiten en hogescholen is de betrokkenheid van de interface bij de uitwerking van het dossier verplicht. De interface werkt mee aan de uitwerking van het begeleidings- en opleidingsplan en ziet erop toe dat er rekening wordt gehouden met de economische doelstellingen van het project.
3. Peters
De onderzoeker-ondernemer moet zich laten omringen door minstens twee “peters” die hem/haar zullen begeleiden bij de economische valorisatie van het project. De “xxxxxx” moeten afkomstig zijn uit de economische (industrie of incubator) of financiële wereld (risicokapitaalfondsen, “business angels”). De ene xxxxx moet een goede kennis hebben van de beoogde markt. De andere xxxxx moet ervaring hebben met het oprichten of leiden van ondernemingen; de xxxxxx moeten afkomstig zijn uit verschillende ondernemingen of instellingen.
Een coach die de onderzoeker-ondernemer begeleidt in het kader van zijn opleiding bedrijfsbeheer, wordt niet beschouwd als xxxxx.
4. Besturingscomité
De promotor, de onderzoeker-ondernemer, de peters, en, indien van toepassing, de verantwoordelijke van de interface vormen een besturingscomité. Het comité moet, op basis van het werk van de onderzoeker- ondernemer, de economische valorisatieperspectieven (oprichting van een onderneming) evalueren. Het comité moet minstens twee keer per jaar samenkomen op initiatief van de onderzoeker-ondermenemer. Het besluit van deze samenkomsten moet hernomen worden in notulen die toegevoegd zullen worden aan het verslag dat bezorgd moet worden aan Innoviris (zie punt 1.7 van dit reglement).
De financiering die via dit programma bekomen kan worden, loopt over een periode van twee jaar. Deze periode kan met één jaar verlengd worden.
Uitzonderlijk kan een laatste periode van maximum 12 maanden toegekend worden.
De twee eerste jaren dekken volgende kosten:
• De personeelskosten, namelijk het salaris van de onderzoeker-ondernemer voor 100% en, indien van toepassing, van zijn/haar alter ego (indien deze persoon is ingeschreven op de payroll van de begunstigde) en het eventuele deeltijds ondersteunend personeel dat nodig is voor de uitvoering van de technische doelstelling van het project.
• De kosten met betrekking tot de technische doelstelling van het project, namelijk :
1. De kosten voor benodigdheden en materiaal voor de periode dat ze voor het project werden gebruikt
2. De andere exploitatiekosten
3. De kosten van contractueel onderzoek, kennis en patenten die werden gekocht of onder licentie genomen bij externe bronnen op voorwaarde van volledige concurrentie evenals kosten voor adviesdiensten en gelijkaardige diensten die enkel werden gebruikt voor het project
• Algemene kosten (10% van de personeelskosten en andere exploitatiekosten)
• Een budget dat de ondernemer-onderzoeker de mogelijkheid geeft een opleiding te volgen die verplicht gericht is in bedrijfsbeheer-en oprichting (max. €4000 voor 2 jaar)
• Een valorisatiebudget. Deze post kan kosten deken van:
1. Juridisch advies, marketingadvies, financieel of economisch advies voor de oprichting van de spin-off, inclusief de inkomsten van het alter ego, indien van toepassing
2. Economische demonstraties (beurzen, klantenwerving, certificatie, etc.)
3. Patentering (kosten verbonden aan het verwerven, de goedkeuring en het verdedigen van het patent verbonden aan het project).
Voor het derde jaar van het project dekt de financiële steun dezelfde toegelaten kosten behalve de kosten voor de kosten voor bedrijfsoprichting-en beheer, die niet meer toegelaten worden.
De toelage 1dekt 100% van de toegelaten kosten. Alle uitgaven moeten met bewijsstukken worden gestaafd en door Innoviris worden goedgekeurd. Een besluit en overeenkomst van de subsidie zullen de toegelaten uitgaven en de betalingswijzen vastleggen.
De projecten moeten elektronisch via het IRISBox platform door de onderzoeksinstelling ten laatste op 15 januari 2021 om 12.00 u ingediend worden bij Innoviris, het Brussels Instituut voor Onderzoek en Innovatie.
Projecten die na deze datum worden ingediend, komen niet in aanmerking.
Een elektronische versie moet verstuurd worden naar xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xxxxxxxx.
De aanvragen moeten opgesteld worden aan de hand van het formulier dat beschikbaar is op de website van Innoviris (xxx.xxxxxxxxx.xxxxxxxx) en op het IRISBox platform. Het formulier bestaat uit 2 delen:
1. Het eerste deel bevat de algemene informatie over het project die op het IRISBox platform moet worden ingevoerd;
2. het tweede deel bevat de beschrijving van het team, het project en de valorisatieperspectieven. Het moet op IRISBox in .doc of .odt formaat geüpload worden.
De aanvragen moeten goedgekeurd zijn door de onderzoeksinstelling.
Opgelet: de projecten moeten enkele dagen voor de deadline van indienen bij Innoviris al ingediend worden bij de Interface van de onderzoeksinstelling. Xxxxxxx dus zo vroeg mogelijk met die dienst contact te nemen om zijn interne deadline te kennen en uw aanvraag voor te bereiden.
Na ontvangst van uw aanvraag sturen de diensten van Innoviris u een ontvangstbewijs binnen de 5 dagen na indiening van de aanvraag.
1 Als er buitengewone kosten zijn, zal Innoviris nagaan of het mogelijk is om deze bij wijze van uitzondering te financieren. De aanvragen voor een aanvullende financiering worden opgesteld via een formulier dat aangevraagd moet worden bij Innoviris.
6.2 Ontvankelijkheid en eerste evaluatie
Vervolgens ontvangt u, binnen een maand, een brief die u op de hoogte brengt over de administratieve ontvankelijkheid van uw aanvraag.
Een dossier wordt ontvankelijk verklaard als het dossier volledig is en beantwoordt aan alle voorgaand gedefinieerde criteria, namelijk:
1. De onderzoeker-ondernemer moet minstens houder zijn van een Masterdiploma of equivalent door ervaring of gelijkaardige competenties kunnen verantwoorden
2. De promotor is een professor of een gevestigd onderzoeker van de begunstigde onderzoeksinstelling of is de onderzoekverantwoordelijke van de instelling
3. De aanvraag moet bij Innoviris worden ingediend met goedkeuring van de Rector, de Directeur van de hogeschool of een andere persoon die wettelijk gemachtigd is om de instelling te vertegenwoordigen en dit ten laatste op de vervaldatum van de oproep
4. Het project moet de valorisatie van innovatieve wetenschappelijke onderzoeksresultaten beogen via de oprichting van een spin-off in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
5. Minstens 2 xxxxxx die beantwoorden aan de definitie van punt 2.4/3 moeten zijn betrokken bij het project
6. De aanvrager moet voldoen aan alle verplichtingen die worden opgelegd in het kader van eventuele voorgaande steun die door het Gewest werd toegekend.
7. Het project mag niet van start gaan voordat de steunaanvraag is ingediend.
Op basis van de inhoud en het detailleringsniveau van het dossier moeten de leden van een jury het project kunnen beoordelen volgens de criteria beschreven in §6.3.
Wanneer een dossier opnieuw wordt ingediend (één keer mogelijk), moet het voldoende aangepast zijn om te kunnen voorstellen aan een jury van experten.
Naargelang het aantal ontvangen dossiers, zal Innoviris zich het recht behouden om enkel op basis van het dossier reeds een preselectie te maken volgens de criteria beschreven in §6.3. Deze stap kan worden uitgevoerd met behulp van externe experten. Enkel de projecten die deze fase doorstaan, kunnen verdedigd worden voor een jury van experten.
Elk ontvankelijk project zal geëvalueerd worden door een jury, die wordt samengesteld, georganiseerd en voorgezeten door Innoviris. Deze jury is samengesteld uit wetenschappelijke experten, een expert met een businessprofiel en vertegenwoordigers van Innoviris. De promotor kan bij de indiening van het dossier vermelden of er mogelijke belangenconflicten kunnen ontstaan met bepaalde specialisten uit de betrokken sector uit België of in het buitenland.
De expert ondertekent een vertrouwelijkheidsovereenkomst voordat hij ter voorbereiding een exemplaar van het project krijgt. De evaluatie gebeurt op basis van de ingediende documenten en een interview door de jury. Het project wordt verdedigd door de onderzoeker-ondernemer, in aanwezigheid van zijn promotor, de “peters” van het project en, indien van toepassing, een verantwoordelijke van de interface.
De aanvragen worden beoordeeld volgens onderstaande criteria:
1. Wetenschappelijk belang en innovatief karakter (/20):
1. De beschrijving van de state of the art en de verworven resultaten is van hoge kwaliteit.
2. Het/de product/proces/dienst in kwestie houdt disruptieve innovatie in die voortvloeit uit onderzoek uitgevoerd in een onderzoeksinstelling.
3. Bij de start van het project zijn er nog steeds uitdagingen op het gebied van experimentele ontwikkeling.
2. Haalbaarheid van het project (/20):
1. Een proof-of-concept2 van het/de product/proces/dienst is verkregen.
2. De voorgestelde methodologie en planning zijn geschikt om in te spelen op de technologische
en wetenschappelijke risico’s die er zijn bij de start van het project.
3. De wetenschappelijke benadering strookt met de zakelijke benadering.
4. De exploitatievrijdheid van het/de product/proces/dienst is bevestigd.
3. Competenties van de onderzoeker (/20):
1. De kandidaat heeft de ondernemingszin en motivatie om alle taken uit te voeren die nodig zijn om de spin-off op te richten.
2. De kandidaat beschikt over de wetenschappelijke en technische deskundigheid die nodig is om de technische doelstelling van het project te verwezenlijken.
4. Begeleiding van de onderzoeker (/20):
1. De onderzoeksomgeving is van hoge kwaliteit en de promotor beschikt over de technische vaardigheden om erop toe te zien dat de technische doelstelling wordt bereikt.
2. De profielen van de xxxxxx zijn geschikt.
3. Xx xxxxxx en de interface zijn duidelijk betrokken.
4. De mate van betrokkenheid en de missie van het alter ego maken het mogelijk een geschikte technische en economische tandem te vormen
5. Economisch potentieel (/20):
1. Het/de product/proces/dienst speelt duidelijk in op een nog onbeantwoorde marktvraag.
2. De voorgestelde positionering ten opzichte van concurrerende alternatieven is in dit stadium relevant.
3. De beoogde valorisatiestrategie zal leiden tot duurzame voordelen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op vlak van waarde en werkgelegenheid.
De projecten worden geselecteerd door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op basis van de resultaten van de evaluatie van de jury.
• Indienen van projecten bij Innoviris (15 januari 2021 - 12u)
• Evaluatie door "ad hoc" jury's (maart-april-mei 2021)
• Beslissing van de toekenning door de Regering (juli-september 2021)
• Het project vangt aan tussen 1 oktober 2021 en 1 januari 2022
8 REGLEMENT VOOR DE OPVOLGING VAN DE PROJECTEN
De promotor moet erop toezien dat het reglement voor de opvolging van het project gerespecteerd wordt. Het respecteren van het reglement is noodzakelijk voor het goede verloop van het programma.
De onderzoeker-ondernemer moet er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de technologie overgedragen wordt naar een nieuwe onderneming.
Het besturingscomité komt minstens 2 keer per jaar samen op initiatief van de promotor om de vooruitgang van het project en de perspectieven voor de oprichting van een onderneming te evalueren.
1. Na 6 maanden
Op het einde van het eerste semester moeten de onderzoeker-ondernemer en de promotor een elektronisch exemplaar van een tussentijds verslag indienen waarin de ontwikkelingen van de business tijdens de afgelopen zes eerste maanden worden uiteengezet.
2 « Proof of Concept»: objectieve demonstratie van de haalbaarheid en de betrouwbaarheid van een technologie, een methode of een idee via de korte, onvolledige uitvoering of uitvoering op kleine schaal van de technologie, methode of het idee.
U vindt u een voorbeeld van zo’n verslag op de website van Innoviris. Het verslag bestaat uit
• een samenvatting van enkele pagina’s van de belangrijkste gebeurtenissen en bedrijfsontwikkelingen van het afgelopen semester en de invloed daarvan op de technische ontwikkelingen;
• een tabel, opgesteld samen met de interface, met daarin de antwoorden op specifieke vragen om de behaalde bedrijfsresultaten te kunnen evalueren. De antwoorden op deze vragen worden beschouwd als de milestones van het project. Het gaat er dus niet om ze theoretisch en prospectief te beantwoorden, maar eerder om een concreet en gevalideerd antwoord te geven.
Innoviris zal het verslag evalueren. Indien de milestones niet worden bereikt, wordt een bijeenkomst georganiseerd tussen het team, KTO/KTI en Innoviris om te weten te komen waarom deze niet zijn bereikt en om te bepalen of de financiering voortgezet kan worden.
2. Na 12 maanden
Op het einde van het eerste jaar moeten de onderzoeker-ondernemer en zijn promotor volgende documenten indienen bij Innoviris, in twee papieren recto-verso exemplaren en één elektronisch exemplaar :
• een gedetailleerd wetenschappelijk verslag over de uitvoering van het project, de resultaten die tijdens de afgelopen 12 maanden behaald werden, en indien van toepassing, de afwijkingen tegenover het oorspronkelijk programma
• een gedetailleerd verslag over de economische vooruitgang, inclusief een evaluatie van de economische mogelijkheden van het project
• de notulen van de vergaderingen van het besturingscomité
• de aanpassingen aan het programma voor het tweede jaar van het project
De vooruitgang van het project wordt aan een opvolgingscomité voorgesteld om het goede verloop en het correcte gebruik van de subsidie door het onderzoeksteam te verzekeren. De promotor, de onderzoeker- ondernemer, en indien van toepassing, de interface en de peters worden uitgenodigd voor dit comité.
3. Na 18 maanden
Op het einde van het derde semester moeten de onderzoeker-ondernemer en de promotor een elektronisch exemplaar van het verslag indienen waarin de ontwikkelingen van de business tijdens de afgelopen zes maanden worden uiteengezet.
Je vindt een voorbeeld van dit verslag op de website van Innoviris. Dit document is qua vorm identiek aan het verslag dat na 6 maanden moet worden ingediend.
Innoviris zal het verslag evalueren. Indien de milestones niet worden bereikt, wordt een bijeenkomst georganiseerd tussen het team, KTO/KTI en Innoviris om te weten te komen waarom deze niet zijn bereikt en om te bepalen of de financiering voortgezet kan worden.
4. Na 20 maanden
Op vraag van Innoviris, geeft de onderzoeker-ondernemer aan of hij van plan is een hernieuwingsaanvraag voor een derde jaar in te dienen.
5. Na 22 maanden
Als de onderzoeker-ondernemer heeft aangegeven een hernieuwingsaanvraag te willen indienen, moet hij Innoviris het formulier van de hernieuwingsaanvraag bezorgen, in twee papieren recto-verso exemplaren en één elektronische versie, inclusief :
• een gedetailleerd wetenschappelijk verslag over de uitvoering van het project na 22 maanden met, indien van toepassing, een verantwoording van eventuele afwijkingen tegenover het oorspronkelijke programma
• een samenvatting van alle behaalde resultaten
• een gedetailleerd verslag over de economische vooruitgang (inclusief een businessplan en een
financieel plan)
• notulen van de vergaderingen van het besturingscomité
• een attest van het vormingsplan
• het gedetailleerde programma, de planning en het budget voor het derde jaar van het project
Een jury van experten evalueert de resultaten en het toekomstige programma. Innoviris stelt samen met de experten een advies op waarin het standpunt van de jury over de hernieuwing van het project uiteengezet wordt. Dit advies bevat eveneens aanbevelingen in om de slaagkansen van het project te verhogen. Innoviris bezorgt dit advies aan de onderzoeker-ondernemer.
Als het project wordt voortgezet, kan de financiële steun met maximum 1 jaar verlengd worden.
6. Na 24 maanden
Als de onderzoeker-ondernemer en zijn team geen hernieuwingsaanvraag hebben ingediend, moeten de onderzoeker-ondernemer en zijn promotor aan Innoviris volgende documenten bezorgen, in twee papieren recto -verso exemplaren en een elektronische versie :
• een gedetailleerd wetenschappelijk verslag van de uitvoering van het project tijdens de 12 laatste maanden, met, indien van toepassing, een verantwoording van de eventuele afwijkingen tegenover het oorspronkelijke programma
• een samenvatting van alle resultaten
• een gedetailleerd verslag over de vooruitgang die tijdens het laatste jaar vastgesteld werd op economisch vlak (inclusief een businessplan en een financieel plan)
• notulen van de vergaderingen van het begeleidingscomité
• een attest van het vormingsplan
Innoviris organiseert een laatste begeleidingscomité bestaande uit Brusselse instanties die een actieve rol kunnen spelen in de optimale valorisatie van het project (xxx.xxxxxxxx, xxxxxxx.xxxxxxxx).
Uitzonderlijk kan er een laatste periode van maximum 12 maanden aangevraagd worden. Deze aanvraag wordt geëvalueerd door een jury van ad hoc experten die zich over de zaak en het toe te kennen budget zal uitspreken.
Het doel van het SPIN-OFF programma is het steunen van projecten die leiden tot de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom wordt de SPINN-OFF-financiering algemeen stopgezet wanneer de spin-off wordt opgericht.
De spin-off en het SPIN-OFF -project kunnen echter gelijktijdig bestaan
1. als de economische activiteiten door de Begunstigde werden gerealiseerd of ;
2. als de eerste kapitaalsverhoging voor de start van de economische activiteiten van de Spin-off nog niet gefinaliseerd is.
Wanneer de economische activiteiten van de Spin-off van start zijn gegaan of de kapitaalsverhoging is afgesloten, stopt de financiering van het SPIN-OFF project. De nieuwe onderneming kan de ontwikkeling van het product, het prototype of de dienst verderzetten in het kader van een project van experimentele ontwikkeling dat gefinancierd kan worden door Innoviris.
De onderzoeker-ondernemer moet Innoviris onmiddellijk op de hoogte brengen van elke activiteit die verbonden is aan de oprichting van de onderneming.
Als er via de Begunstigde een economische activiteit wordt ontwikkeld in het kader van het Project, moeten de inkomsten onmiddellijk doorgegeven worden aan Innoviris, die de aard van deze inkomsten zal nagaan en eventueel met betrekking tot deze inkomsten :
a) de herinvestering van deze inkomsten in het project kan toelaten
b) de financiering vroegtijdig kan stopzetten
Als Innoviris een herinvestering van deze inkomsten toelaat, kunnen uitgaven met betrekking tot volgende posten worden gemaakt:
• Personeelskosten (alter ego, bijkomend ondersteunend technisch personeel)
• De kosten voor benodigdheden en materiaal voor de periode dat ze voor het project werden gebruikt
• Andere exploitatiekosten
• De kosten voor contractueel onderzoek, de kennis en patenten gekocht of onder licentie genomen bij externe bronnen onder voorwaarde van volledige concurrentie evenals kosten voor advies en gelijkaardige diensten die exclusief worden gebruikt voor het project.
• Juridisch advies, marketingadvies, financieel en economisch advies verbonden aan de oprichting van de spin-off, inclusief de inkomsten van het alter ego indien van toepassing.
• De kosten van economische representatie (beurzen, tentoonstellingen, klantenwerving en certificatie etc.)
• Patenten (hulp bij het schrijven van het patent, kosten voor het neerleggen, …)
• De kosten verbonden aan het volgen van een bijkomende economische opleiding
De Begunstigde verklaart op eer dat de inkomsten gebruikt zullen worden voor het maken van toegelaten uitgaven die nog geen onderwerp uitmaken van de toegekende subsidie. Alle bewijsstukken van de uitgaven die worden gemaakt met de geregistreerde inkomsten kunnen opgevraagd en geanalyseerd worden door Innoviris. Innoviris behoudt zich het recht de subsidie te verminderen met de inkomsten niet werden gebruikt conform de regels die in dit hoofdstuk worden uiteengezet.
De onderzoeksinstelling kan voor een bedrag van maximum 15% van de inkomsten opnemen in de algemene kosten.
11 STOPZETTING VAN DE FINANCIERING
Naast de situaties vermeld in punt 8, kunnen ook volgende omstandigheden leiden tot stopzetting van de financiering:
• het vroegtijdig stopzetten van het project
• het vroegtijdig vertrek van de onderzoeker-ondernemer
• het niet-respecteren van het reglement voor de opvolging van het project, dat uiteengezet werd in
§7;
• het niet-valoriseren van de resultaten van het project in het belang van de economie, de werkgelegenheid en het leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
12 CUMULATIE MET ANDERE FINANCIERING
Het SPIN-OFF project kan, voor dezelfde toegelaten uitgaven, niet gefinancierd worden door andere Belgische, buitenlandse of internationale instellingen.
De onderzoeker-ondernemer brengt Innoviris onmiddellijk op de hoogte van elke financieringsaanvraag en steun die hij in het kader van het project van andere instellingen ontvangen heeft ten voordele van de Begunstigde of de spin-off.
Als het project een gedeeltelijke financiering van een andere overheidsinstelling ontvangt, kan Innoviris haar financiële tussenkomst niet garanderen.
De promotor en de onderzoeker-ondernemer nemen alle noodzakelijke maatregelen om situaties te vermijden die de onpartijdige en objectieve uitvoering van het project kunnen beïnvloeden, inclusief belangenvermenging.
Een belangenvermenging kan ontstaan door economische belangen, politieke of nationale affiniteit, familiale of emotionele banden of andere relaties of gemeenschappelijke belangen.
Elke belangenconflict of elke situatie die kan leiden tot een belangenconflict tijdens de uitvoering van het project, moet schriftelijk en zonder uitstel gemeld worden aan Innoviris.
Het aanvraagformulier en onderstaand reglement zijn beschikbaar op de website van Innoviris (xxx.xxxxxxxxx.xxxxxxxx) en het platform IRISBox.
Voor bijkomende informatie, kunt u terecht bij: xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xxxxxxxx, 02 600 50 66