Concessie voor het Hoofdrailnet
Concessie voor het Hoofdrailnet
2025-2033
Inhoudsopgave
1. Algemeen 6
Artikel 1. Definities 6
2. De scope van de Concessie 9
Artikel 2. Reikwijdte en opgave voor NS 9 Artikel 3. Bediening nieuwe stations 9 Artikel 4. Kort grensoverschrijdend verkeer 10 Artikel 5. Verbindingen naar België 10 Artikel 6. Voorzieningen grensoverschrijdende verbindingen 10 Artikel 7. Aanvraag van capaciteit voor grensoverschrijdende treindiensten en internationale samenwerking 10 Artikel 8. Vaststelling volume 11
3. Het bieden van een zo goed mogelijk vervoerproduct aan de NS-reiziger 13
3.1 Een optimale logistiek 13
Artikel 9. Logistieke prestatie-eisen 13 Artikel 10. Vervangend vervoer bij werkzaamheden 13 Artikel 11. Vervangend vervoer bij treindienstverstoringen 13 Artikel 12. Vervoerscapaciteit 14
Artikel 13. Spreiden 14
Artikel 14. Punctualiteit en uitval 15
3.2 Een comfortabel, gemakkelijk te gebruiken en toegankelijk vervoerproduct 15 Artikel 15. Toegankelijkheid 15 Artikel 16. Toegankelijkheid van treinreizen 15 Artikel 17. Toegankelijkheid van materieel 16 Artikel 18. Reisassistentie 16 Artikel 19. Fietsen in de trein 16
Artikel 20. Reisinformatie op het station 17 Artikel 21. Reisinformatie 17 Artikel 22. Reisinformatie tijdens treindienstverstoring 17 Artikel 23. Reisinformatie rond werkzaamheden 17 Artikel 24. Ontwikkeling serviceconcept 18 Artikel 25. Klantenservice en klachtafhandeling 18 Artikel 26. Service op stations 18
Artikel 27. Fietsparkeren 19
Artikel 28. Algemene Voorwaarden voor het vervoer van Reizigers en Handbagage van de Nederlandse
Spoorwegen (AVR-NS) en Geld terug bij vertraging (GTBV) 19 Artikel 29. OV-betaalmiddel en toekomstige betaalwijzen en het gebruik ervan 19
3.3 Een betaalbaar vervoerproduct voor de NS-reiziger 20
Artikel 30. Een betaalbaar vervoerproduct voor de NS-reiziger 20
3.4 Een duurzaam product 23 Artikel 31. Energie- en elektriciteitsverbruik 23 Artikel 32. Circulariteit 23
Artikel 33. Social return 23
3.5 Een veilig product 23
Artikel 34. Veiligheid 23
Artikel 35. Veilig gebruik van infrastructuur 24 Artikel 36. Sociale veiligheid 24
3.6 Rekening houden met de omgeving 24
Artikel 37. Beperken omgevingshinder 24
4. Faciliteren dat NS-reizigers zo optimaal en drempelloos mogelijk van
deur-tot-deur kunnen reizen 25
4.1 De Dienstregeling 25
Artikel 38. Dienstregelingsproces 25
4.2 Samenwerking 26
Artikel 39. Samenwerkingsstrategie 26 Artikel 40. Samenwerking met de Infrastructuurbeheerder 26 Artikel 41. Samenwerking met de Consumentenorganisaties 27 Artikel 42. Verzoeken tot het rijden van extra diensten voor derden 27
4.3 Overige maatregelen om (de betaling voor) de deur-tot-deurreis te vereenvoudigen 28
Artikel 43. Enkelvoudig in- en uitchecken 28 Artikel 44. Verkoop en betaling van kaarten via derden 28
5. Het maatschappelijk optimaal benutten van de publieke investeringen in het spoorsysteem als geheel 30
Artikel 45. Ontwikkeling van de materieelvloot bij systeemsprongen 30 Artikel 46. Maatschappelijk optimaal aansluiten van de Dienstregeling op beschikbare infrastructuur 30 Artikel 47. Investeren in nieuw of aangepast materieel 30 Artikel 48. Materieelparkplan 31
Artikel 49. Minimale eisen aan comfort van materieelvloot 31 Artikel 50. Introductie nieuw materieel en/of significante technische wijzigingen aan materieel 32
6. Het komen tot een verbeterde sturings- en verantwoordingsrelatie tussen
de Concessieverlener en NS 33
6.1 Sturing en verantwoording 33 Artikel 51. Procedure totstandkoming Vervoerplan en Beleidsprioriteitenbrief 33 Artikel 52. Prestatie-Indicatoren en Programma’s 34 Artikel 53. Beheer van de Concessie 34 Artikel 54. Kwaliteitsmanagementsysteem 35 Artikel 55. Financiële verantwoording 35 Artikel 56. Verantwoording 36 Artikel 57. Bonus-malus systematiek 36 Artikel 58. Midterm review 37 Artikel 59. Evaluatie 38
Artikel 60. Benchmark 38
Artikel 61. Programma 38
Artikel 62. Verbeterplan 39
6.2 De beschikbaarheid van informatie en data 39
Artikel 63. Xxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 64. Informatieverstrekking 39
Artikel 65. CIS 40
Artikel 66. Voorwaarden CIS 41 Artikel 67. Dataformats 41
6.3 Innovatie 42
Artikel 68. Innovatie- en ontwikkelagenda 42 Artikel 69. Uitvoering geven aan netwerkontwikkeling en systeemsprongen 42 Artikel 70. Pilots en experimenten 42
7. Opvolging van de Concessie 43
Artikel 71. Informatiebepalingen 43
Artikel 72. Productiemiddelen 43 Artikel 73. Informatieverplichtingen NS-reizigersdata 43
8. Slotbepalingen 44
Artikel 74. Concessiesubsidie 44
Artikel 75. Uitvoering van de Concessie 44 Artikel 75A. Redelijk rendement 44
Artikel 76. Vaststelling Netto Financieel Effect 44 Artikel 77. Risicoverdelingsafspraak reizigerskilometers 46 Artikel 78. Onvoorziene omstandigheden en gevolgen daarvan 46 Artikel 79. Onzekere ontwikkelingen i.r.t. Bodem- en Streefwaarden 47 Artikel 80. Ontheffing 47
Artikel 81. Looptijd en overgangsrecht 48
Bijlage 1 Overzicht Prestatie-Indicatoren en Informatie-Indicatoren 50 Bijlage 2 Voorgeschreven informatie in CIS en specifiek benodigde informatie 55 Bijlage 3 Halvaarverantwoording 60
Bijlage 4 Jaarverantwoording 62 Bijlage 5 Financiële verantwoording en prognose 64 Bijlage 7 Lijst van stations 76 Bijlage 8 Programma’s bij aanvang van de Concessie 104 Bijlage 9 Overzicht samenwerking 105 Bijlage 10 Volume van de Concessie 107 Bijlage 10A Eisen aan het Productiemodel 118 Bijlage 11 Minimaal op te leveren informatie bij overgang Concessie 119 Bijlage 12 Geld terug bij vertraging 120 Algemene toelichting 121
Artikelsgewijze toelichting 132
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
Gelet op de artikelen 20, eerste lid, 35a, 43c, tweede lid, en 64, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;
Gelet op het Beleidsvoornemen gunning vervoerconcessie voor het hoofdrailnet 2025 van 29 juni 2021 en het Programma van Eisen nieuwe Concessie Hoofdrailnet, zoals op 13 december 2022 is vastgesteld;
Gelet op de beraadslagingen met de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 1 november 2022 (Commissiedebat Pro- gramma van Eisen), 2 november 2022 (tweeminutendebat Programma van Eisen), 26 september 2023 (Commissiedebat ontwerp Concessie) en 3 oktober 2023 (tweeminutendebat ontwerp Concessie);
Gehoord de Consumentenorganisaties in het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (advies van 8 juni 2023 en advies van 28 juli 2023) en ProRail (advies van 5 juni 2023);
Gelet op het feit dat NS deze Concessie zonder voorbehoud heeft aanvaard; BESLUIT:
Aan NS Reizigers B.V., statutair gevestigd te Utrecht en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Utrecht en omstreken onder nummer 30124362, de volgende Concessie te verlenen:
1. Algemeen
Artikel 1. Definities
In deze Concessie wordt verstaan onder:
Alternatieve Reisoptie
Reismogelijkheid die NS aanbiedt als vervanging, op het moment dat de reguliere treindienst niet mogelijk is vanwege een Buitendienststelling of een treindienstverstoring.
Bestuursakkoord Toegankelijkheid-OV
Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2022-2032.
Beleidsdoel ‘Deur-Tot-Deurreis’
Beleidsdoel van de Concessieverlener waarbij wordt ingezet op een zo drempelloos mogelijke deur-tot-deurreis, waarin de reiziger zo optimaal en makkelijk mogelijk gebruik kan maken van de verschillende modaliteiten in combinatie met elkaar.
Beleidsprioriteitenbrief
Brief als bedoeld in artikel 51 van de Concessie.
Bodemwaarde
Waarde voor het jaarlijks minimaal te realiseren prestatieniveau op een Prestatie-Indicator.
Brede Groep Reizigers
Groep NS-reizigers waaronder mensen met een beperking, senioren, laaggeletterden en digitaal minder vaardigen, toeristen, niet-Nederlandstaligen, incidentele OV-reizigers, internationale reizigers, jongeren, studenten en forensen (ongeacht waar zij hun reis- of Vervoerbewijs hebben aangeschaft).
Buitendienststelling
Situatie waarin NS de reguliere treindienst niet kan uitvoeren als gevolg van tijdig vooraf door de Infrastructuurbeheerder aangekondigde geplande werkzaamheden.
CIS
Concessie Informatie Systeem beheerd door NS.
Concessie
Concessie die de Concessieverlener met dit besluit aan NS verleent en waarbij NS wordt belast met het beheer en de exploitatie van openbare personenvervoersdiensten.
Concessieverlener
Concessieverlener, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de Wet.
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (LOCOV) of in een door de Concessieverlener aan te wijzen opvolger daarvan.
Dal(uren)
Periode op maandag t/m vrijdag tussen 09:00 uur en 16:00 uur en tussen 18:30 uur en 06:30 uur en op zaterdagen, zonda- gen en feestdagen.
Decentrale Overheid
Concessieverlener als bedoeld in artikel 20, tweede en derde lid, van de Wet.
Decentrale Vervoerder
Vervoerder die een Concessie, verleend door een Decentrale Overheid, uitvoert.
Dienstregeling
Dienstregeling, bedoeld in artikel 1 van de Wet, voor de treindiensten vallend onder de Concessie.
Eindbeeld
Eindbeeld, omschreven in Bijlage 10.
European Rail Traflc Management System (ERTMS)
Europese standaard voor treinbeveiliging en -besturing als bedoeld in de TSI Besturing en Seingeving (TSI CCS).
HRN
Hoofdrailnet bestaande uit de spoorvervoerdiensten die als zodanig zijn aangewezen bij het Besluit hoofdrailnet.
HSWI (Hoofdspoorweginfrastructuur)
Hoofdspoorweginfrastructuur als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet.
Informatie-Indicator (II)
Maatstaf voor een niet bindende prestatie van NS.
Infrastructuurbeheerder
Organisatie die verantwoordelijk is voor de (nieuw)bouw en instandhouding van de Nederlandse (rail-)infrastructuur en verantwoordelijk voor het leiden van het verkeer over de HSWI en de eerlijke, niet discriminerende en transparante verdeling van de capaciteit van de HSWI.
IGA (Ingebruikname Advies)
Onderbouwde verwachting van de betrouwbaarheid van de treindienst met ten minste de geprognosticeerde uitval en punctualiteit en eventueel bijbehorende mitigerende maatregelen.
IPB (Integraal Proe@edrijf)
Door NS integraal proefdraaien ten behoeve van de introductie van nieuw of gereviseerd treinmaterieel. IPB beslaat de commerciële validatie testen (CVT), eventueel aangevuld met één of meer productstappen.
Mobility as a Service (MaaS)
Aanbod van (multimodale) mobiliteitsdiensten, waarbij op maat gemaakte reismogelijkheden via een digitaal platform met realtime informatie aan klanten kan worden aangeboden inclusief betaling en afhandeling van transacties.
MaaS-dienstverlener
Partij die de MaaS-dienst levert aan haar klanten, waaronder zakelijke klanten, en daarvoor overeenkomsten sluit met aanbieders van vervoersdiensten.
MIPOV
Model Informatieprofiel Openbaar Vervoer 2008 inclusief addenda en eventuele wijzigingen die nog worden doorgevoerd.
Ne7o Financieel Effect
Netto financieel effect overeenkomstig artikel 4, eerste lid, onder b, van (en de bijlage bij) de Verordening (EG) Nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad
(PbEU 2007, L 315).
NOVB
Nationaal Openbaar Vervoer Beraad, samenwerkingsverband van concessieverleners en concessiehouders op conces- sie-overstijgende onderwerpen ten behoeve van de doorontwikkeling van OV-betaalwijzen en belangen van de reiziger.
NS
Concessiehouder van de Concessie: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NS Reizigers B.V.
OV-betaalsysteem
Landelijk systeem dat is ingericht op het reizen met een digitaal vervoerbewijs en het elektronisch betalen in het openbaar vervoer.
Prestatie-Indicator
Maatstaf voor een bindende prestatie met een Bodemwaarde en een Streefwaarde.
Programma
Samenhangend pakket van maatregelen dat gericht is op een specifiek doel, onderwerp of gebied gerelateerd aan de uitvoering van de Concessie.
Productiemodel
Productiemodel als beschreven in Bijlage 10A.
Relevante Communicatiekanalen
Bij de inwerkingtreding van de Concessie betreffen dit ten minste: chat, telefoon, website en mobiele applicaties.
Reisinformatie
Informatie gericht op NS-reizigers over de actuele situatie van treindiensten.
Reisproduct
Reisrecht of kortingsrecht, uitgegeven door NS of een andere vervoerder.
Richtlijn 2012/34/EU
Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU L343).
Service op stations
Op de stations te woord staan van NS-reizigers, verstrekken van (reis)informatie, beantwoorden van vragen over het treinvervoer op het HRN en het geven van informatie over aansluitingen op overig (OV) vervoer.
Spits(uren)
Periode op werkdagen van 06:30 uur tot 09:00 uur (ochtendspits) en van 16:00 uur tot 18:30 uur (avondspits).
Streefwaarde
Waarde voor het na te streven prestatieniveau op een Prestatie-Indicator in 2029 en 2033.
Vervoerplan
Door NS jaarlijks op te stellen plan als bedoeld in artikel 51 van de Concessie en artikel 35a van de Wet, met inachtneming waarvan NS de Concessie uitvoert.
Vervoerbewijs
Bewijs dat een NS-reiziger gerechtigd is om een bepaalde reis te maken, dat NS ten tijde van de betreffende reis als vervoerbewijs erkent. Het Vervoerbewijs kan bestaan uit een digitaal Reisproduct op een gegevensdrager, eventueel in combinatie met voldoende saldo, of uit een papieren kaartje, e-ticket, eenmalige OV-chipkaart of een van de overige vervoerbewijzen van NS of van andere vervoerders.
Wet
Wet personenvervoer 2000.
2. De scope van de Concessie
Artikel 2. Reikwijdte en opgave voor NS
1. NS is in Nederland exclusief gerechtigd tot het uitvoeren van het openbaar personenvervoer per trein over de verbindin- gen die zijn aangewezen in het Besluit hoofdrailnet en die zijn opgenomen in de Concessie, onder de in de Concessie genoemde voorwaarden.
2. Onverminderd het vorige lid is NS ingevolge deze Concessie tevens gerechtigd om de spoorvervoerdienst tussen Utrecht Centraal en Utrecht Maliebaan uit te voeren. Vanwege het bijzondere karakter van deze spoorvervoerdienst zijn de overige artikelen van de Concessie niet van toepassing op deze spoorvervoerdienst, tenzij dat uitdrukkelijk in de Concessie is bepaald.
3. De intercity naar Brussel, bedoeld in artikel 5, maakt in ieder geval tot aan de grens deel uit van de Concessie. De grensoverschrijdende verbindingen genoemd in artikel 4 maken tot aan de grens deel uit van de Concessie.
4. De stations, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wet, waartussen de spoorvervoerdiensten worden afgewikkeld, zijn de stations, opgenomen in Bijlage 7, aangevuld met de stations die na inwerkingtreding van de Concessie worden aangelegd aan de spoorwegverbindingen die zijn aangewezen in het Besluit hoofdrailnet.
5. Deze Concessie laat onverlet:
a. de vóór verlening van deze Concessie bestaande rechten voortvloeiend uit andere op grond van artikel 20, vierde lid, van de Wet, verleende concessies, in termen van frequenties per uur per richting per station, voor zover benut in het dienstregelingsjaar 2024, om openbaar vervoer per trein te verrichten tussen de volgende stations, de tussengelegen stations daarbij inbegrepen:
i. Elst en Arnhem Centraal;
ii. Blerick en Venlo;
iii. Maastricht Randwyck en Maastricht;
iv. Arnhem Centraal en Arnhem Velperpoort;
v. Amersfoort Centraal en Hoevelaken;
vi. Groningen en Groningen Europapark;
vii. Enschede en Wierden;
viii. Roermond en Sittard;
ix. Sittard en Maastricht;
x. Sittard en Heerlen.
b. een uitbreiding van een frequentie van een concessie als bedoeld in onderdeel a, mits een dergelijke uitbreiding (i) per saldo een substantiële verbetering inhoudt voor de totale groep reizigers, (ii) het continueren van de bestaande dienstverlening door NS niet in de weg staat, (iii) NS niet belemmert in het nakomen van de verplichtingen van deze Concessie en (iv) geen substantieel financieel nadeel voor NS oplevert. De Concessieverlener treedt in overleg met de betrokken Decentrale Overheid en Decentrale Vervoerder indien voor de uitbreiding van de frequentie niet voldaan is aan één of meer omstandigheden als bedoeld in de vorige zin.
Artikel 3. Bediening nieuwe stations
1. Initiatieven voor nieuwe stations worden besproken binnen de landsdelige OV G spoortafels. NS onderzoekt samen met de betrokken Decentrale Overheden en de Infrastructuurbeheerder de maatschappelijke wenselijkheid van nieuwe stations op grond van attractiviteit voor reizigers in het openbaar vervoer, maakbaarheid in de Dienstregelingen van de betrokken vervoerders en betaalbaarheid van de bediening.
2. NS beoordeelt verzoeken tot het afgeven van een bedieningsgarantie binnen het van toepassing zijnde afsprakenkader1, op de wijze als beschreven in artikel 42.
3. NS geeft een bedieningsgarantie af als uit het gezamenlijke onderzoek op de genoemde criteria van het eerste lid een per saldo positief resultaat blijkt, en daarnaast het nieuwe station bijdraagt aan een kostendekkende exploitatie van het HRN. Binnen de landsdelige OV G spoortafels worden afspraken gemaakt over de betaalbaarheid.
4. Met inachtneming van het eerste en derde lid neemt de Concessieverlener het nieuwe station op in Bijlage 7 en bepaalt de Concessieverlener in overleg met NS welke minimale stationsbediening van toepassing is in de tijdvakken van Bijlage
7. In voorkomend geval treden NS en de Concessieverlener in overleg om afspraken te maken over de financiële gevolgen, met inachtneming van artikel 76, achtste en negende lid.
1 Kamerstukken II 2010/11, 31801, nr. 19.
Artikel 4. Kort grensoverschrijdend verkeer
1. NS voert een treindienst tussen Roosendaal en Antwerpen uit met een frequentie per richting per dag van 17 keer op werkdagen, 16 keer op zaterdagen en 14 keer op zon- en feestdagen. NS deelt de ambitie van Rijk en regio om de treindienst verder te ontwikkelen middels het verhogen van de frequentie (tot maximaal een halfuursdienst) en/of het verkorten van de reistijd, wanneer de techniek en de veiligheid dit toelaten. In de situatie dat de frequentie wordt verhoogd treden NS en de Concessieverlener in overleg om afspraken te maken over de financiële gevolgen.
2. NS voert een treindienst tussen Maastricht en Luik uit met een frequentie per richting per dag van 18 keer op werk- dagen, 17 keer op zaterdagen en 16 keer op zon- en feestdagen.
3. NS en de Concessieverlener onderschrijven de ambitie om de verbinding, als bedoeld in het tweede lid, op den duur in te richten als een drielandentrein, waarbinnen een koppeling geldt tussen de huidige verbinding Maastricht – Luik en de verbinding Maastricht – Aken uit de regionale concessie Limburg. De verbinding, bedoeld in het tweede lid, zal op een tijdig met NS afgestemd moment worden gedecentraliseerd. Dit moment zal zijn op één van de volgende momenten:
a. bij een wijziging van de Concessie ten gevolge van de midterm review, bedoeld in artikel 58;
b. bij aanvang van de nieuwe Concessie verleend door de Provincie Limburg; of
c. na afloop van deze Concessie.
4. NS voert een intercitydienst uit tussen Eindhoven en Aken, zodra de infrastructuur daarvoor gereed is en overeenstem- ming is over onder meer de lijnvoering en financiering. NS en de Concessieverlener treden in overleg over de frequentie en bediening van deze treindienst. In voorkomend geval treden NS en de Concessieverlener in overleg, met inacht- neming van artikel 76, achtste en negende lid, om afspraken te maken over de financiële gevolgen. Indien NS en de Concessieverlener geen overeenstemming bereiken, treden zij in overleg. NS werkt mee aan een mogelijke variant voor de dagranden totdat de intercitydienst uitgevoerd kan worden.
Artikel 5. Verbindingen naar België
1. NS voert een treindienst uit tussen Nederland en Brussel, met een frequentie van tweeëndertig treinen per richting per dag. Van deze tweeëndertig treinen rijden:
a. zestien treinen per richting per dag tussen Amsterdam, Schiphol Airport, Rotterdam Centraal en Brussel;
b. zestien treinen per richting per dag tussen Rotterdam Centraal, Breda en Brussel.
2. De treindiensten, bedoeld in het eerste lid, maken tussen Schiphol Airport en Rotterdam Centraal en tussen Rotterdam Centraal en Antwerpen Centraal, daar waar van toepassing, gebruik van de hogesnelheidsinfrastructuur.
3. Voor de treindiensten, bedoeld in het eerste lid, zijn de lijnvoering en voorwaarden onder voorbehoud van de afspraken die NS maakt met de buitenlandse spoorvervoerder. De Concessieverlener gaat in gesprek met de Belgische overheid over de treindiensten bedoeld in het eerste lid. Indien uit deze gesprekken afspraken volgen, kan NS hieraan uitsluitend gehouden worden door een wijziging van de Concessie.
4. Voor internationale reizen met de treinen, bedoeld in het eerste lid, geldt de tariefstructuur voor Non-Integrated Reservation Tickets, als vastgesteld in de Internationale Spoorwegunie. Voor binnenlandse reizen in die treinen gelden de reguliere Reisproducten en tarieven van NS. NS treft zover redelijkerwijs mogelijk maatregelen om reizigers uit het buitenland te faciliteren bij het gebruik van het OV-betaalsysteem.
Artikel 6. Voorzieningen grensoverschrijdende verbindingen
1. NS zal voorzieningen treffen om de reizigers gemakkelijk gebruik te laten maken van de grensoverschrijdende verbin- dingen, bedoeld in de artikelen 4 en 5. Onder deze voorzieningen worden in ieder geval verstaan: Reisinformatie en verkrijgbaarheid van vervoerbewijzen.
2. NS spant zich in door het benoemen van een eventuele overstap in bepaalde reisinformatiemiddelen op de daarvoor in aanmerking komende stations. Het gaat hierbij om de snelste verbindingen naar de belangrijkste bestemmingen vlak over de Nederlandse grens met maximaal één overstap in Nederland.
3. NS spant zich in de in CER-verband opgestelde verbeteringen (CER Ticketing Roadmap) ten aanzien van Reisinformatie en verkoopbaarheid te implementeren.
Artikel 7. Aanvraag van capaciteit voor grensoverschrijdende treindiensten en internationale samenwerking
1. De bedieningspatronen en de reistijden in de artikelen 4 en 5 gelden onder het voorbehoud dat NS, of vervoerders waarmee NS samenwerkt, de daarvoor benodigde spoorcapaciteit krijgt toebedeeld. Indien NS, of vervoerders waarmee NS samenwerkt, de benodigde spoorcapaciteit niet toebedeeld krijgt, meldt NS dit zo spoedig mogelijk aan de Concessieverlener en geeft daarbij inzicht in de onderzochte eventuele alternatieven.
2. NS vraagt de spoorcapaciteit die zij nodig heeft voor de uitvoering van het bedieningspatroon bedoeld in de artikelen 4 en 5 tijdig aan bij de Infrastructuurbeheerder.
3. NS behoeft niet aan de voorschriften van de artikelen 4 en 5 te voldoen, indien zij daartoe niet in staat is omdat een andere spoorvervoerder, ook na tussenkomst door de Concessieverlener:
a. haar de daarvoor noodzakelijke medewerking weigert (waaronder het niet ter beschikking stellen van materieel) of slechts onder onredelijke voorwaarden medewerking wil verlenen;
b. de vereiste toestemming niet heeft verkregen van het voor die spoorvervoerder relevante bevoegde gezag.
4. Indien een in het derde lid bedoelde spoorvervoerder aan het uitvoeren van een in de artikelen 4 en 5 genoemde treindienst aanvullende financiële voorwaarden verbindt, komen deze voor rekening van NS voor zover daartoe een uitdrukkelijke contractuele verplichting bestaat.
Artikel 8. Vaststelling volume
1. NS geeft uitvoering aan een Dienstregeling die voorziet in het aantal treinen per baanvak per richting per uur (frequen- ties) als opgenomen in Bijlage 10 en maakt daarbij onderscheid tussen de periodes van de dag en week zoals in Bijlage 10 opgenomen.
2. In 2027 actualiseert de Concessieverlener Bijlage 10 voor de jaren 2030 en verder. Eventuele wijzigingen ten gevolge van de actualisatie worden formeel vastgelegd bij de midterm review, bedoeld in artikel 58. De actualisatie ziet op de onderdelen 1b, 1c, 2 en 4 van Bijlage 10. De actualisatie vindt plaats om:
a. wijzigingen in wet- en regelgeving te kunnen verwerken;
b. het volume af te kunnen stemmen op de vervoervraag, mede op basis van actuele markt- en capaciteitsanalyses, bijvoorbeeld om ruimtelijke ontwikkelingen op te kunnen vangen en waarbij het uitgangspunt is dat de frequenties ten minste het aantal weergegeven in Bijlage 10, Annex 2, bedraagt en alleen bij uitzondering hoger is dan het Eindbeeld zoals dat bij de inwerkingtreding van de Concessie is vastgelegd in Bijlage 10.
Deze actualisatie behoeft afstemming met NS. Het bepaalde in artikel 76, achtste en negende lid, is van toepassing.
3. De Dienstregeling voorziet minimaal in de bediening per station als opgenomen in Bijlage 10, onderwerp 3, in combina- tie met Bijlage 7.
4. NS is gerechtigd af te wijken van het bepaalde in het eerste lid en een hoger volume te rijden, welk volume dan geacht wordt deel te zijn van het onder het eerste lid en Bijlage 10 bepaalde volume:
a. wanneer wijzigingen in wet- en regelgeving hiertoe nopen;
b. bij werkzaamheden en structurele beperkingen van de HSWI op andere trajecten die tot aanpassing van de Dienstregeling (en daarmee frequenties) leiden;
c. wanneer dit nodig is om de vervoervraag te bedienen in geval van evenementen;
d. ten behoeve van optimalisaties van de Dienstregeling op verzoek van stakeholders;
e. in geval dat NS een dienst in opdracht van derden rijdt, als bedoeld in artikel 42, zolang deze diensten in totaliteit geen grotere jaarlijkse waarde hebben dan 7.500.000 euro of het minder dan 500.000 geboden treinkilometers betreft;
f. als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen. De afwijkingen in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen worden afgestemd met de Concessieverlener.
5. NS is gerechtigd om in afwijking van het eerste lid een lager volume te rijden:
a. in de gevallen beschreven in het vierde lid, onderdelen a, c en d;
b. bij werkzaamheden en structurele beperkingen van de betreffende HSWI (waaronder te laat opgeleverde HSWI);
c. wanneer de vervoervraag het volume als beschreven in het eerste lid niet rechtvaardigt, tot maximaal 9 procent op jaarbasis van het totaal van treinkilometers zoals volgt uit het van toepassing zijnde onderdeel als beschreven in respectievelijk 1a (Startbeeld van de Concessie(2025)), 1b (Tussenliggende periode van de Concessie (2026-2032)), 1c (Toegroei naar het Eindbeeld van de Concessie (2030-2032)) en 1d (Eindbeeld van de Concessie (2033)) van Bijlage 10, waarbij de minimale stationsbediening als bedoeld in het derde lid en de Prestatie-Indicatoren als bedoeld in artikel 52, eerste lid, onverminderd gelden. NS onderbouwt de afwijkingen met vervoerinzichten. NS geeft door middel van het Productiemodel voor elke afwijking als bedoeld in dit vijfde lid, onderdeel c, de periode in jaren aan dat zij minder rijdt dan zij op grond van het eerste lid geacht wordt te rijden. NS toont middels de vertrouwelijke bijlage als bedoeld in het zesde lid, onderdeel c aan de Concessieverlener met vervoersinzichten aan dat deze afwijking gerechtvaardigd is. De Concessieverlener kan de voorgenomen afwijking onafhankelijk laten toetsen. Indien de Concessieverlener van oordeel is dat de actuele vervoersinzichten de voorgestelde afwijking niet rechtvaardigen, laat zij dit aan NS weten binnen zes weken nadat NS de vertrouwelijke bijlage heeft verstrekt. NS en de Concessie- verlener treden dan in overleg, om hierover tot een gezamenlijk standpunt over de rechtvaardiging van de afwijking te komen. Indien NS en de Concessieverlener geen gezamenlijk standpunt bereiken, zal in overleg tussen de Concessieverlener en NS naar een oplossing worden gezocht. De oplossing kan ook leiden tot toepassing van artikel 76, negende lid. De resultaten van dit overleg behoeven de instemming van de Concessieverlener en NS, die zij niet
op onredelijke gronden zullen onthouden. Het hiervoor beschreven proces moet uiterlijk op 15 maart van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de Dienstregeling ziet, zijn afgerond. NS verwerkt de afwijking in de Dienstregeling na afronding van het hierboven omschreven proces;
d. ten behoeve van een seizoens- of weersafhankelijke Dienstregeling op daartoe geëigende trajecten.
6. De uitwerking van het volume, bepaald in dit artikel, wordt door NS opgenomen in het Productiemodel. Het doel van het Productiemodel is om inzicht te geven in de (voorgenomen) ontwikkelingen van het aangeboden vervoer. De eisen aan het Productiemodel zijn nader uitgewerkt in Bijlage 10A, waarbij:
a. het Productiemodel inzicht geeft in het uitgewerkte volume respectievelijk één en twee jaar voor het betreffende dienstregelingsjaar;
b. NS het Productiemodel jaarlijks in januari met de Concessieverlener deelt en ervoor zorgt dat het Productiemodel publiekelijk toegankelijk is zodat Decentrale Overheden, Consumentorganisaties en andere vervoerders hier kennis van kunnen nemen;
c. NS geeft in een vertrouwelijk document inzicht aan de Concessieverlener in de onderbouwing van afwijkingen, als bedoeld in het vierde en vijfde lid. Dit wordt tegelijk opgeleverd met het Productiemodel.
7. Ingrijpende afwijkingen op grond van het vierde en vijfde lid, die ten tijde van het aanleveren van het Productiemodel nog niet bekend zijn, meldt NS zo spoedig mogelijk aan de Concessieverlener. Op ingrijpende afwijkingen die vallen onder het vijfde lid onderdeel c, is het proces, als omschreven in het vijfde lid, onderdeel c, van toepassing, waarbij NS en de Concessieverlener in overleg treden over de toepassing van de doorlooptijden. Deze wijzigingen worden ook gedeeld met de Decentrale Overheden en Consumentenorganisaties.
8. Ad hoc wijzigingen, zoals bijsturing en de Landelijk Uitgedunde Dienstregeling, vallen buiten de reikwijdte van dit artikel en Bijlage 10 en zijn onderdeel van het volume van de Concessie.
9. Dit artikel en Bijlage 10 beperken in geen geval faciliterende verplaatsingen van treinen, zoals het verplaatsen van treinen voor het begin en na het eind van een dienst van of naar een opstelterrein of onderhoudslocatie. Deze verplaat- singen zijn mogelijk als aanvulling op het in Bijlage 10 beschreven volume van deze Concessie.
3. Het bieden van een zo goed mogelijk vervoerproduct aan de NS-reiziger
3.1 Een optimale logistiek
Artikel 9. Logistieke prestatie-eisen
1. NS optimaliseert de reistijd voor de gemiddelde NS-reiziger, door in haar dienstverlening aandacht te hebben voor het volgende:
a. een zo kort mogelijke reistijd in de trein, mede dankzij zoveel mogelijk directe verbindingen;
b. zo optimaal mogelijke overstaptijden en aansluitingen (indien mogelijk cross-platform), zowel binnen het HRN als bij aansluitingen met andere vervoerders;
c. een zo kort mogelijke wachttijd;
d. een zo goed mogelijk herkenbaar en gelijkmatig verdeeld uurpatroon.
2. NS toont het in het eerste lid gestelde aan volgens de eisen, opgenomen in Bijlage 10A en vermeldt dat voorafgaand aan ieder concessiejaar, inclusief het eerste concessiejaar, in het Productiemodel.
Artikel 10. Vervangend vervoer bij werkzaamheden
1. NS spant zich, in samenwerking met de Infrastructuurbeheerder en andere stakeholders, in om het vervoer gedurende geplande werkzaamheden met zo min mogelijk hinder voor NS-reizigers te laten plaatsvinden.
2. NS brengt de effecten van deze geplande werkzaamheden op de reisroutes van NS-reizigers in kaart. NS mitigeert deze effecten door het vooraf uitwerken van effectieve maatregelen. NS werkt waar nodig samen met de Infrastructuurbe- heerder en andere stakeholders zoals Decentrale Overheden en Decentrale Vervoerders. In geval van een Buitendienst- stelling zorgt NS voor (een) Alternatieve Reisoptie(s) met een zo kort als redelijkerwijs mogelijke reistijd. Hierbij heeft NS aandacht voor de Brede Groep Reizigers en voor NS-reizigers die een fiets willen meenemen.
3. Als Alternatieve Reisoptie mogen in geval van een Buitendienststelling fungeren:
a. één of meerdere Alternatieve Reisopties per trein van NS met een maximale extra reistijd van 45 minuten, met voldoende capaciteit om alle NS-reizigers die naar verwachting gebruik zullen maken van een Alternatieve Reisop- tie, per trein van NS te vervoeren en met zitplaatsen voor zo veel mogelijk NS-reizigers; of
b. regulier openbaar vervoer van één of meer andere vervoerders met een maximale extra reistijd van 45 minuten, waarbij de Vervoerbewijzen van NS geldig zijn voor de Alternatieve Reisopties (waartoe NS met die andere vervoer- ders afspraken maakt).
4. Indien een Alternatieve Reisoptie als bedoeld in het derde lid, niet beschikbaar is, zorgt NS voor treinvervangend
bus- of taxivervoer als Alternatieve Reisoptie voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, waarbij NS ernaar streeft dat dit treinvervangend vervoer voor de NS-reiziger een maximale extra reistijd heeft van 45 minuten. Als een Alternatieve Reisoptie als bedoeld in het derde lid, beschikbaar is, maar niet binnen de genoemde grens van 45 minuten extra reistijd blijft, geldt de verplichting om treinvervangend bus- of taxivervoer in te zetten enkel als dat treinvervangend vervoer naar verwachting een reistijd oplevert die minimaal 5 minuten korter is dan de Alternatieve Reisoptie als bedoeld in
het derde lid.
Artikel 11. Vervangend vervoer bij treindienstverstoringen
1. In het geval van een treindienstverstoring met als gevolg dat de reguliere treindienst niet uitgevoerd kan worden op een baanvak, zorgt NS op een zo kort mogelijke termijn voor Alternatieve Reisopties met zo kort mogelijke omreistijden voor zover dit redelijkerwijs mogelijk en noodzakelijk is. NS biedt daarbij aan de NS-reiziger één of meerdere van de volgende Alternatieve Reisopties aan:
a. één of meerdere Alternatieve Reisopties per trein, gereden door NS;
b. regulier (openbaar) vervoer van één of meerdere andere vervoerders, waarbij de Vervoerbewijzen van NS geldig zijn voor de Alternatieve Reisopties (waartoe NS met die andere vervoerders afspraken maakt).
NS stelt hiertoe een draaiboek met scenario’s op, waarin zij, in overleg met de Infrastructuurbeheerder en waar relevant, na afstemming met de Decentrale Overheden en andere vervoerders (decentraal en open toegang), afhandelingsscenario’s opneemt voor toekomstige treindienstverstoringen.
2. In de uitwerking van de afhandelingsscenario’s, benoemd in het eerste lid, heeft NS aandacht voor de Brede Groep Reizigers en voor NS-reizigers die een fiets willen meenemen.
3. Indien NS daartoe aanleiding en mogelijkheden ziet, stelt zij verbeteracties (inclusief financiële gevolgen) ten aanzien van Alternatieve Reisopties voor aan de Concessieverlener. NS neemt afgestemde verbeteracties op verzoek van de Concessieverlener op in het Vervoerplan.
4. NS brengt NS-reizigers die stranden (bijvoorbeeld door vertraging of uitval van de laatste trein van NS), met vervangend vervoer naar hun eindbestemming in Nederland (tot de deur) tenzij die stranding veroorzaakt is door een andere vervoerder. NS spant zich in om afspraken te maken met andere vervoerders over de manier waarop om wordt gegaan met gestrande reizigers. Indien een gestrande NS-reiziger geen contact kan krijgen met een servicemedewerker van NS, is de NS-reiziger gerechtigd zelf vervangend vervoer te regelen en binnen redelijkheid de kosten daarvan te declareren bij NS. NS zal de gedeclareerde kosten binnen de door NS uitgewerkte en op haar website bekendgemaakte voorwaar- den vergoeden.
5. In de jaarlijkse verantwoordingsrapportage, bedoeld in Bijlage 4, rapporteert NS over impactvolle treindienstverstoringen.
Artikel 12. Vervoerscapaciteit
1. NS biedt voldoende vervoerscapaciteit door te voldoen aan de Bodemwaarde en te streven naar de Streefwaarde behorende bij de Prestatie-Indicator ‘Aantal drukke treinen per week in de Spits’, als genoemd in Bijlage 1.
2. NS biedt voldoende kans op een zitplaats door te voldoen aan de Bodemwaarde en te streven naar de Streefwaarde behorende bij de Prestatie-Indicatoren ‘Zitplaatskans2 in de Spits tweede klas’ en ‘Zitplaatskans in het Dal tweede klas’, als genoemd in Bijlage 1.
3. Indien er in 2026 geen nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel als bedoeld in artikel 30, negentiende tot en met vierentwin- tigste lid, is ingevoerd, NS wel uiterlijk 1 juli 2025 een voorstel heeft voorgelegd ter goedkeuring als bedoeld in het tweeëntwintigste lid, eerste volzin, en de Concessieverlener en NS in 2026 het eens zijn dat er geen zicht is op invoering op korte termijn, zullen de Bodemwaarde en Streefwaarde van de Prestatie-Indicator ‘Zitplaatskans in de Spits tweede klas’ naar beneden worden bijgesteld en treden de Concessieverlener en NS in overleg over aanpassing van de Bodem- waarde en de Streefwaarde behorende bij de Prestatie-Indicator ‘Zitplaatskans in het Dal tweede klas’. De hieruit voortvloeiende aanpassingen zijn van kracht in 2026 tot na afronding van de midterm review of, als dat eerder is, tot het eerstvolgende kalenderjaar na invoering van een gedifferentieerd tariefstelsel.
4. NS biedt via een dashboard op haar website maandelijks inzicht in zitplaatskans in het Dal tweede klas en zitplaatskans in de Spits tweede klas3 per aankomststation en voor de twintig meest voorkomende reisrelaties4 naar elk aankomststation.
Artikel 13. Spreiden
1. NS neemt in het Vervoerplan concrete maatregelen op om NS-reizigers beter te spreiden over de uren van de dag en/of over de week. Bijvoorbeeld door het reizen in het Dal en/of op bepaalde dagen van de week te stimuleren en/of verschuivingen binnen de Spits te stimuleren. Bij de maatregelen die NS neemt, neemt zij een brede nationale (en regionale) multimodale context in ogenschouw. De maatregelen betreffen onder andere:
a. communicatiemaatregelen;
b. overleg, samenwerking en/of gerichte afspraken met onderwijsinstellingen, grote werkgevers, werkgevers- en werknemersorganisaties en relevante overheidsorganisaties. NS maakt daarbij gebruik van ervaringen
met reizigersgedrag;
c. beprijzing: NS kan de tarieven differentiëren naar tijd en/of plaats binnen de kaders gesteld in artikel 30, negen- tiende lid tot en met vierentwintigste lid.
Het staat NS vrij om aanvullend op bovenstaande maatregelen alternatieve maatregelen te ontwikkelen die bijdragen aan het spreiden van NS-reizigers over de dag en/of over de week, bijvoorbeeld via proposities.
2. NS voert bovenstaande maatregelen uit en onderzoekt het effect van het totaalpakket aan maatregelen op het spreiden van NS-reizigers over de dag en over de week. NS neemt de belangrijkste conclusies van dit onderzoek op in het Vervoerplan.
2 Wanneer de overgang naar zitplaatstijd is gemaakt, zal dit zitplaatstijd in plaats van zitplaatskans betreffen.
3 Wanneer de overgang naar zitplaatstijd is gemaakt, zal dit zitplaatstijd in plaats van zitplaatskans betreffen. En zal er op stop-stop trajecten worden gerapporteerd in plaats van op reisrelaties.
4 Een reisrelatie is een relatie tussen een vertrekstation en een aankomststation, waartussen een reis op enkel het HRN (al dan niet met overstap) mogelijk is; bijvoorbeeld Utrecht Vaartsche Rijn – Schiphol Airport. Het betreft dus de ‘reis van de NS-reiziger’.
3. NS deelt de onderzoeksresultaten, bedoeld in het tweede lid, behoudens voor zover het bedrijfsvertrouwelijke informa- tie betreft als vastgesteld volgens artikel 64, zesde lid, op verzoek van de Concessieverlener met Decentrale Overheden, Consumentenorganisaties, andere vervoerders, onderwijsinstellingen, werkgevers- en werknemersorganisaties,
MaaS-dienstverleners, aanbieders van zakelijke mobiliteitsdiensten en deelmobiliteitaanbieders.
4. NS zorgt ervoor dat het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, dusdanig is opgezet dat de Concessieverlener kan beoordelen wat het generieke en waar mogelijk specifieke effect was van de maatregelen op korte en middellange termijn en waar en op welk tijdstip deze maatregelen het meest effectief waren.
5. NS sluit ten behoeve van het spreiden, bedoeld in het eerste lid, aan op een landelijk kader als het NOVB of overige landelijke afspraken voor zover die er zijn.
Artikel 14. Punctualiteit en uitval
1. NS biedt haar NS-reizigers een betrouwbaar vervoerproduct door te voldoen aan de Bodemwaarde en te streven naar de Streefwaarde behorende bij:
a. de Prestatie-Indicatoren ‘Reizigerspunctualiteit 3 minuten HRN’ en ‘Reizigerspunctualiteit 10 minuten HRN’ als genoemd in Bijlage 1;
b. de Prestatie-Indicator ‘Impactvolle verstoringen veroorzaakt door NS’, als genoemd in Bijlage 1; en
c. de Prestatie-Indicator ‘Kwaliteit van aansluitingen van NS op andere vervoerders’ als genoemd in Bijlage 1.
2. NS biedt via een dashboard op haar website maandelijks inzicht in reizigerspunctualiteit 3 minuten HRN en reizigers- punctualiteit 10 minuten HRN. Dat wil zeggen per aankomststation en voor de twintig meest voorkomende reisrelaties5 naar elk aankomststation.
3.2 Een comfortabel, gemakkelijk te gebruiken en toegankelijk vervoerproduct
Artikel 15. Toegankelijkheid
1. NS spant zich in voor de maatschappelijke ambitie om het OV zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor de Brede Groep Reizigers, om mogelijk te maken dat de Brede Groep Reizigers zich in principe zelfstandig kan verplaatsen met treindiensten vallend onder deze Concessie en daarmee beter in de gelegenheid wordt gesteld aan het openbare leven deel te nemen.
2. In aanvulling op de wettelijke eisen, committeert NS zich aan alle landelijke afspraken die in het kader van toegankelijk- heid zijn vastgelegd in het Bestuursakkoord Toegankelijkheid-OV en implementeert NS de afspraken die op NS van toepassing zijn. Indien hierop aanvullende afspraken worden gemaakt in het NOVB, bepalen de Concessieverlener en NS in gezamenlijkheid, en met inachtneming van artikel 76, achtste en negende lid, of wijzigingen in de Concessie noodzakelijk zijn.
3. NS besteedt in de opleiding van haar personeel, dat in direct contact staat met de NS-reizigers, aandacht aan de wijze waarop dat personeel omgaat met NS-reizigers met een beperking.
Artikel 16. Toegankelijkheid van treinreizen
1. NS voert minimaal halvaarlijks een overleg over de toegankelijkheid van treinreizen met Consumentenorganisaties die mede de Brede Groep Reizigers vertegenwoordigen en doet geregeld onderzoek om de wensen van deze reizigers in kaart te brengen. De resultaten van dit onderzoek bespreekt NS in het genoemde overleg.
2. NS ontwikkelt, binnen de kaders van uitvoerbaarheid, veiligheid, proportionaliteit en betaalbaarheid, een plan op basis van de resultaten uit het onderzoek en het overleg met de Consumentenorganisaties, bedoeld in het eerste lid, voor de uitbreiding en verbetering van voorzieningen en mogelijkheden voor de Brede Groep Reizigers om te reizen met treindiensten vallend onder deze Concessie. NS formuleert in overleg met Consumentenorganisaties, een te bereiken ambitie ter verbetering van de toegankelijkheid. In het Vervoerplan geeft NS aan hoe zij invulling geeft aan deze ambitie en geeft NS een vooruitblik op de te nemen acties in het betreffende jaar.
3. NS vervoert de begeleider van een NS-reiziger die in het bezit is van een legitimatiebewijs voor gehandicapten als bedoeld in artikel 45, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit personenvervoer 2000 (de zogenaamde OV-begeleiders- kaart) gratis. NS draagt zorg voor een zo soepel mogelijk verloop van de reis van deze NS-reiziger en zijn of haar eventuele begeleider.
5 Een reisrelatie is een relatie tussen een vertrekstation en een aankomststation, waartussen een reis op enkel het HRN (al dan niet met overstap) mogelijk is; bijvoorbeeld Utrecht Vaartsche Rijn – Schiphol Airport. Het betreft dus de ‘reis van de NS-reiziger’.
4. Bij een minimaal drie weken vooraf door de organisatie aangemeld evenement, waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat voor het vervoer naar en vanaf het evenement een groot aantal NS-reizigers met een beperking gebruik zal maken van de trein, voorziet NS in vervoer per trein of gelijkwaardig ander vervoer tegen een tarief dat niet hoger is dan dat voor het vervoer per trein op het desbetreffende traject.
5. NS voorziet in communicatie over de wijze van aanmelden van een evenement als bedoeld in het vierde lid.
Artikel 17. Toegankelijkheid van materieel
1. Nieuw materieel dat NS aanschaft of dat ten behoeve van haar wordt aangeschaft, is zelfstandig toegankelijk voor de Brede Groep Reizigers.
2. Indien NS tijdelijk (gehuurd) materieel inzet, is dit zelfstandig toegankelijk als omschreven in het eerste lid, tenzij NS aan de Concessieverlener motiveert dat dit redelijkerwijs niet mogelijk is.
3. NS biedt zo snel als mogelijk en in ieder geval binnen één jaar na aanvang van de Concessie een actuele informatievoor- ziening aan waaruit blijkt met welk soort hulpmiddel elk materieeltype toegankelijk is.
Artikel 18. Reisassistentie
1. NS biedt kosteloos reisassistentie aan op alle stations, die door de Infrastructuurbeheerder toegankelijk zijn gemaakt, waarop NS een bedieningsverplichting heeft en waar de perronsituatie dit toelaat. Reisassistentie omvat naast in- en uitstaphulp ook begeleiding tot aan de trein of tot aan de uitgang van het station. Bijlage 7 bevat een overzicht van de stations waar NS bij aanvang van de Concessie reisassistentie aanbiedt.
2. Van en naar de stations opgenomen in Bijlage 7 waar NS geen reisassistentie kan aanbieden, biedt NS gelijkwaardig ander vervoer aan tegen een tarief dat niet hoger is dan voor het vervoer per trein op het desbetreffende traject.
3. Op alle stations waarop NS reisassistentie aanbiedt, hanteert NS een vooraanmeldtijd voor reisassistentie van maxi- maal één uur voor aanvang van de reis.
4. NS draagt er zorg voor dat NS-reizigers zich 24 uur per dag ten minste telefonisch, via een website en via een mobiele applicatie kunnen aanmelden voor het gebruik van reisassistentie.
5. Indien een andere spoorvervoerder hier om verzoekt en daartoe een overeenkomst is aangegaan met NS, zal NS de regie voeren over het boeken van reisassistentie voor reizen met de betreffende spoorvervoerder. De andere spoorver- voerder is daarbij verantwoordelijk voor de feitelijke uitvoering en eventuele bijsturing van de reisassistentie, conform de afspraken in het Bestuursakkoord Toegankelijkheid-OV.
6. NS kan de kosten voor het voeren van de regie als bedoeld in het vijfde lid, bij de betreffende spoorvervoerder in rekening brengen naar rato van het aantal aanmeldingen van reizigers van die spoorvervoerder in verhouding tot het aantal aanmeldingen van reizigers van alle spoorvervoerders. NS onderbouwt de gemaakte kosten door middel van een gedetailleerde specificatie.
Artikel 19. Fietsen in de trein
1. NS spant zich in om NS-reizigers de mogelijkheid te bieden om in haar binnenlandse treindiensten veilig en tegen redelijke voorwaarden een fiets mee te nemen en om het aanbod van het fietstransport af te stemmen op de (verwachte) vraag rekening houdend met overige belangen, door te voldoen aan het bepaalde in het tweede tot en met zesde lid.
2. NS biedt ten minste in de Daluren de mogelijkheid tot het meenemen van een fiets in de trein.
3. NS zorgt binnen de redelijkheid, en met oog voor de overige binnen de Concessie gestelde verplichtingen, voor fietsplekken in de trein.
4. NS is vrij om aan het meenemen van fietsen voorwaarden te verbinden, waarbij het uitgangspunt is dat het meenemen van een fiets op een laagdrempelige wijze kan en NS-reizigers te allen tijde een overzicht hebben van de mogelijkheden om een fiets mee te nemen. NS tracht het overzicht over deze mogelijkheden zo volledig mogelijk te laten zijn en maakt dit overzicht bekend aan de NS-reiziger. Ook is er aandacht voor de omgang met verstoorde dienstregelingssituaties, vooral voor situaties waar geen geschikte Alternatieve Reisoptie over het spoor beschikbaar is.
5. NS voorziet de NS-reiziger van informatie over de locatie van fietsplekken in de trein als onderdeel van de Reisinformatie.
6. De voorwaarden, opgenomen in het vierde lid, gelden niet onverkort voor vouwfietsen en andere draagbare vervoer- middelen die als bagage meegenomen zijn. NS dient zichtbaar en eenduidig te communiceren over de voorwaarden die gelden voor het meenemen van dergelijke vervoermiddelen. Ook gelden de voorwaarden, opgenomen in het vierde lid, niet voor fietsen die aantoonbaar als hulpmiddel worden gebruikt door NS-reizigers met een functiebeperking; deze kunnen te allen tijde meegenomen worden, tenzij dit praktisch niet haalbaar is.
Artikel 20. Reisinformatie op het station
NS exploiteert het Dienstencentrum Reisinformatie. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
a. het Dienstencentrum Reisinformatie verricht de diensten die zijn opgenomen in de Netverklaring 2024 van de Infrastructuurbeheerder, versie 1.0 of de opvolgers van de Netverklaring 2024;
b. het Dienstencentrum Reisinformatie verzorgt op verzoek van andere spoorvervoerders die in Nederland personenver- voer per trein verrichten en onder niet-discriminatoire voorwaarden, reisinformatie via de informatieborden en omroepinstallaties op alle stations. Zij kan hiervoor een vergoeding vragen mits zij de kosten transparant onderbouwt.
Artikel 21. Reisinformatie
1. NS biedt voorafgaand aan een reis en tijdens de reis, zowel in de trein als op het Station, juiste, tijdige en consistente Reisinformatie.
2. NS biedt, waar mogelijk proactief, toegankelijke, consistente en eenduidige Reisinformatie via Relevante Communica- tiekanalen en houdt hierbij voldoende rekening met de behoeften en voorkeuren van de Brede Groep Reizigers en de mogelijkheden die de technologie hierin biedt. NS spant zich in om NS-reizigers zo goed mogelijk van specifiek op de NS-reiziger toegesneden adviezen te voorzien.
3. NS houdt in de keuze van communicatiekanalen en uitingen voldoende rekening met de behoeften en voorkeuren van de Brede Groep Reizigers, met ofwel een motorische, auditieve, visuele of verstandelijke beperking. NS betrekt Consumentenorganisaties in de ontwikkeling, aanpassing en/of aanvulling van diensten met betrekking
tot Reisinformatie.
4. NS biedt naast informatie over haar eigen treinen, waar mogelijk, ook op vergelijkbare wijze Reisinformatie over treinen van andere spoorvervoerders.
5. NS spant zich actief in om de deur-tot-deur reisinformatie gedurende de looptijd van de Concessie te verbeteren. In de uitwerking hiervan heeft NS aandacht voor het aanbod van andere aanbieders, indien dit voor de reiziger tot betere reisopties leidt.
6. NS voldoet aan de Bodemwaarde en streeft naar de Streefwaarde van de Prestatie-Indicator ‘Kwaliteit Reisinformatie inclusief verstoringen’, genoemd in Bijlage 1.
Artikel 22. Reisinformatie tijdens treindienstverstoring
NS informeert NS-reizigers bij treindienstverstoringen zo snel mogelijk over de verwachte duur en oorzaak van de trein- dienstverstoring, en actualiseert deze informatie regelmatig, met inachtneming van het volgende:
a. NS xxxxx zich actief in om in het geval van treindienstverstoringen zo snel mogelijk adviezen over Alternatieve Reis- opties te geven;
b. NS richt zich bij haar adviezen op NS-reizigers, in het bijzonder op de stations en in de treinen;
c. indien van toepassing bevatten adviezen ten minste Alternatieve Reisopties, zoals treinvervangend busvervoer of alternatief regulier openbaar vervoer van andere vervoerders, zoals metro, tram of (hoogfrequente) bus.
d. NS spant zich in om NS-reizigers zo goed mogelijk van specifieke adviezen te voorzien;
e. NS spant zich in het geval van treindienstverstoringen en calamiteiten actief in om personeel in te zetten ten behoeve van het informeren van NS-reizigers en zorgt ervoor dat haar personeel rond de treindienstverstoringen beschikt over de meest actuele Reisinformatie om vragen van NS-reizigers zo goed mogelijk te beantwoorden.
Artikel 23. Reisinformatie rond werkzaamheden
1. NS zorgt samen met de Infrastructuurbeheerder voor adequate en tijdige informatie over geplande werkzaamheden en geeft daarbij adviezen over Alternatieve Reisopties, als bedoeld in artikel 10, derde lid.
2. De bij een gewijzigde Dienstregeling behorende Reisinformatie en adviezen zijn zo snel mogelijk, maar ten minste tien dagen voor aanvang van de geplande werkzaamheden beschikbaar, tenzij dat gelet op het moment van de aankondi- ging van de werkzaamheden door de Infrastructuurbeheerder niet mogelijk is.
3. NS spant zich in om de groep NS-reizigers te informeren die geraakt wordt door de werkzaamheden en neemt daarbij het bepaalde in artikel 21, tweede lid, in acht.
4. Gedurende de werkzaamheden dient het in de treinen en op de stations aanwezige personeel van NS te beschikken over Reisinformatie en adviezen, als genoemd in het eerste en tweede lid.
Artikel 24. Ontwikkeling serviceconcept
1. NS heeft bij het ontwikkelen van het serviceconcept aandacht voor de Brede Groep Reizigers.
2. NS doet periodiek onderzoek onder de Brede Groep Reizigers, bedoeld in het eerste lid. Het onderzoek betreft de vraag hoe bestaande en nieuwe voorzieningen kunnen bijdragen aan een vergroting van het reisgemak en comfort voor de Brede Groep Reizigers, voorafgaand, tijdens en na hun reis met NS. Hierbij betrekt NS ook de Consumentenorganisaties.
3. Aanpassingen door NS bij verdere digitalisering van de service aan de NS-reiziger worden op toegankelijke wijze gebracht, waarbij ze rekening houdt met de verschillen binnen de Brede Groep Reizigers.
4. NS omschrijft in het Vervoerplan op welke wijze zij omgaat met de uitkomsten van het onderzoek uit het tweede lid, en hoe dit bijdraagt aan de ontwikkeling van het serviceconcept als genoemd in het eerste lid. Daarbij heeft NS ten minste aandacht voor de volgende punten:
a. de voorkeur van specifieke groepen NS-reizigers voor een vorm van menselijk contact tijdens de reis;
b. de toegankelijkheid van de service, rekening houdend met de behoeften en voorkeuren van de Brede Groep Reizigers en de mogelijkheden die de technologie op dat moment biedt.
5. NS voldoet aan de Bodemwaarde en streeft naar de Streefwaarde van de Prestatie-Indicator ‘Algemeen Klantoordeel’, genoemd in Bijlage 1.
Artikel 25. Klantenservice en klachtafhandeling
1. NS zorgt voor een klantenservice met zinvol contact, waar reizigers terecht kunnen met vragen, opmerkingen, wensen en klachten over de geboden dienstverlening door NS. NS borgt te allen tijde een acceptabele bereikbaarheid en beantwoordingstermijn. Daarbij geldt:
a. vanaf de inwerkingtreding van de Concessie wordt de klantenservice ten minste via Relevante Communicatiekana- len aangeboden, waarbij ten minste telefonisch contact zeven dagen per week vierentwintig uur per dag mogelijk is;
b. NS zorgt voor een laagdrempelig systeem voor het indienen van een klacht en biedt dit bij aanvang van de Conces- sie via Relevante Communicatiekanalen aan. Dit geldt ook voor klachten vanuit de reiziger met betrekking tot de door NS geboden dienstverlening waarbij het Vervoerbewijs niet direct bij NS is aangeschaft.
2. NS reageert binnen zeven dagen, gerekend vanaf de datum dat de klacht is ingediend, op een klacht en handelt deze binnen vier weken na indiening van de klacht op een naar het oordeel van NS passende wijze af.
3. Indien de NS-reiziger zich niet kan vinden in de afhandeling van de klacht dient NS de NS-reiziger te informeren over mogelijke vervolgopties.
4. Gedurende de looptijd van de Concessie beweegt NS, in haar aanbod van Relevante Communicatiekanalen mee met de mogelijkheden die de technologie biedt. Als NS van oordeel is dat een in de definitie van Relevante Communicatie- kanalen uitdrukkelijk genoemd communicatiekanaal niet langer voldoende relevant is, deelt NS de Concessieverlener dit gemotiveerd mede en legt zij een voorstel voor een passend alternatief voor. NS vraagt advies over het voorstel aan de Consumentenorganisaties.
Artikel 26. Service op stations
1. NS is vrij om Service op stations naar eigen inzicht in te richten, waarbij NS het niveau van april 2023 van Service op stations behoudt of verbetert. NS zet zich actief in voor verbetering van Service op stations ten behoeve van de Brede Groep Reizigers en houdt hierin rekening met zogeheten zinvol contact en het opzetten van geïntegreerde service- concepten op stations. NS betrekt hierbij andere partijen, waaronder de Infrastructuurbeheerder.
2. Als NS voornemens is om Service op stations aan te passen, onderbouwt zij haar voorstel en legt zij dit ter consultatie voor aan Consumentenorganisaties. NS bespreekt het voorstel met de Concessieverlener. Het voorstel omvat
ten minste:
a. de volgens NS voldoende aantoonbaar geschikte alternatieve oplossingen;
b. de wijze waarop rekening gehouden wordt met de behoeften en voorkeuren van de Brede Groep Reizigers;
c. de onderzochte samenwerking met andere partijen, bijvoorbeeld de ontwikkeling van geïntegreerde serviceconcepten;
d. de wijze waarop NS rekening houdt met gesignaleerde maatschappelijke wensen en de wijze waarop NS de klantwaarde voor de Brede Groep Reizigers behoudt en waar mogelijk verbetert.
3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, sluit NS aan bij overleggen van andere partijen over hun initiatieven rond het opzetten van geïntegreerde serviceconcepten op stations.
Artikel 27. Fietsparkeren
1. NS zorgt in redelijkheid, samen met andere partijen, voor voldoende fietsparkeerplaatsen in de stationsgebieden en voor optimale benutting van de beschikbare fietsparkeerplaatsen in het stationsgebied. Deze gezamenlijke inspanning is er onder meer op gericht dat er op een redelijke loopafstand van een station gratis fietsparkeermogelijkheden beschikbaar blijven. De samenwerking met de beheerders van de fietsenstallingen, exclusief de Infrastructuurbeheerder, worden opgenomen in de samenwerkingsstrategie, bedoeld in artikel 39.
2. NS werkt, op verzoek van Decentrale Overheden, mee aan het opstellen van integrale business cases van fietsparkeer- voorzieningen, waarbij partijen er naar streven deze sluitend te maken. Hierbij is aandacht voor de benutting van investeringen, voor de beperking van kosten en voor de publieke taken en verantwoordelijkheden. NS werkt mee aan een convenant/arrangement met alle bij het fietsparkeren betrokken partijen, waarin de verantwoordelijkheden en bijdragen van alle partijen worden opgenomen. NS draagt naar redelijkheid bij aan de integrale kosten van het fietspar- keren bij stations, waarbij een evenwichtige kostenverdeling tussen alle bij het fietsparkeren betrokken partijen het uitgangspunt is.
3. NS stelt ten minste één van de fietsenstallingen per station zoals vermeld in Bijlage 7 en op station Kampen, en die door haar worden geëxploiteerd, bewaakt en beveiligd, open voor reizigers vanaf minstens een kwartier voor het begin tot minstens een kwartier na de feitelijke aankomst van de laatste trein, niet zijnde treinen die onder het nachtnet vallen zoals beschreven in Bijlage 10 onderdeel 4 en niet zijnde vergelijkbare nachttreinen van andere vervoerders. Voor deze stallingen hanteert NS daar waar mogelijk een eerste 24-uur gratis regime. Daarnaast zullen de nog op te stellen richtlijnen voor exploitatie voor fietsparkeren gelden, alsook de richtlijnen voor beheer en handhaving.
4. Indien sprake is van gewijzigde inzichten bij de Concessieverlener ten aanzien van de organisatie van fietsparkeervoor- zieningen bij stations en dit een effect heeft op de verplichtingen van NS in deze concessie, dan kunnen de Concessie- verlener en NS de bepalingen in dit artikel aanpassen. NS en de Concessieverlener treden eveneens in overleg om te beoordelen welke bepalingen in de Concessie nog meer wijziging behoeven.
Artikel 28. Algemene Voorwaarden voor het vervoer van Reizigers en Handbagage van de Nederlandse Spoorwegen (AVR-NS) en Geld terug bij vertraging (GTBV)
1. De Algemene Voorwaarden voor het vervoer van Reizigers en Handbagage (AVR-NS) die NS hanteert in de vervoerover- eenkomst met de NS-reiziger bevatten een ‘geld terug bij vertraging’ (GTBV)-regeling. De AVR-NS en GTBV-regeling van NS zijn ook van toepassing op NS-reizigers die het Vervoerbewijs via derden hebben verkregen.
2. Wijzigingen in de AVR-NS legt NS ter consultatie voor aan de Consumentenorganisaties.
3. De AVR-NS bevatten ook een regeling voor gevonden voorwerpen.
4. Met de regeling, bedoeld in het derde lid, stelt NS NS-reizigers die iets verloren hebben door middel van een gebruikers- vriendelijke procedure en ten minste via alle Relevante Communicatiekanalen in de gelegenheid een beroep te doen op de regeling voor gevonden voorwerpen.
5. NS hanteert voor alle binnenlandse NS-reizigers ten minste de GTBV-regeling die NS bij inwerkingtreding van de Concessie hanteert, met inachtneming van de voorwaarden opgenomen in Bijlage 12. Het is toegestaan de separate GTBV-regeling voor de HSL-Zuid te laten vervallen.
6. NS zorgt dat de Brede Groep Reizigers op een toegankelijke manier gebruik kan maken van de GTBV-regeling. Bij aanvang van de Concessie verzorgt NS de uitvoering van de GTBV-regeling ten minste via een digitale online applicatie.
7. NS attendeert de NS-reiziger op het recht van GTBV.
8. NS hanteert voor internationale reizigers ten minste de compensatieregeling, opgenomen in Verordening (EU) 2021/782 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 betreffende de rechten en verplichtingen van treinreizigers (PbEU 2021, L 172).
Artikel 29. OV-betaalmiddel en toekomstige betaalwijzen en het gebruik ervan
1. NS faciliteert de systemen voor de aanschaf van landelijke vervoerbewijzen. Ze doet dit op een toegankelijke en makkelijke wijze, waarbij ze rekening houdt met de voorkeuren van de Brede Groep Reizigers en de mogelijkheden die de technologie op dat moment hierin biedt.
2. NS conformeert zich aan de besluiten van het NOVB rondom (concessie-overschrijdende) OV-betaalwijzen, invoering en uitfasering van betaaldragers en voert die besluiten voor zover van toepassing uit.
3. NS overlegt over gewenste wijzigingen van beschikbare betaalwijzen en dragers die zij wil doorvoeren met het NOVB. Daarbij vermeldt NS haar inzichten omtrent de voor- en nadelen voor de Brede Groep Reizigers.
4. NS spant zich samen met andere concessiehoudende OV-vervoerders in om een concessie-overschrijdende (multi- modale) reisproduct(en) met ook een meerwaarde voor NS-reizigers te ontwikkelen en spant zich in dat dit (deze) reisproduct(en) kan (kunnen) worden aangeboden.
5. NS zorgt voor uniforme bewegwijzering, herkenning en aanbieding van informatie over het gebruik en de plaatsing van apparatuur voor het OV-betaalsysteem op treinstations gelegen aan het HRN, tenzij anders overeengekomen in het NOVB en voor zover het de apparatuur van NS betreft. De voorgaande volzin geldt alleen indien dat is toegestaan binnen de geldende regels en afspraken. NS informeert de Concessieverlener erover wanneer regels en afspraken het NS niet toestaan om aan de eerste volzin van dit lid te voldoen en treedt met de Concessieverlener in overleg over een mogelijke oplossing.
6. Voor de treindiensten, vallend onder deze Concessie, hoeft geen zitplaatsreservering te worden gemaakt.
7. NS zorgt voor een systeem voor teruggave van te veel betaalde reiskosten bij vergeten uitcheck door de NS-reiziger. Wijze van teruggave is voor de NS-reiziger zo snel en laagdrempelig mogelijk en houdt in redelijkheid rekening met de voorkeuren van de Brede Groep Reizigers en de mogelijkheden die de technologie op dat moment hierin biedt. NS kan dit per NS-reiziger beperken tot drie keer per kalenderjaar.
8. NS biedt de NS-reiziger bij een vergeten OV-betaaldrager met abonnement van NS de mogelijkheid aan de gemaakte meerkosten voor die reis terug te vragen. NS kan dit beperken tot uiterlijk één maand na reisdatum met een maximum van drie keer per kalenderjaar per NS-reiziger en uitsluitend voor de kosten die binnen het abonnement vallen.
9. NS zorgt dat de NS-reiziger, in geval van diefstal, defect of verlies van een OV-betaaldrager waaraan een Reisproduct van NS is gekoppeld, zonder meerkosten voor het Reisproduct, tijdelijk, tot de OV-betaaldrager is vervangen of het Reisproduct aan een ander OV-betaaldrager is gekoppeld, het desbetreffende Reisproduct krijgt van de NS.
10. In geval van ontbrekende of defecte apparatuur voor het OV-betaalsysteem zorgt NS voor een klantvriendelijke oplossing richting de NS-reiziger.
3.3 Een betaalbaar vervoerproduct voor de NS-reiziger
Artikel 30. Een betaalbaar vervoerproduct voor de NS-reiziger
1. Het vervoerproduct moet betaalbaar zijn, volgens het bepaalde in dit artikel.
2. NS zorgt voor een productportfolio dat aansluit bij de wensen van diverse groepen NS-reizigers. NS behoudt voor senioren een propositie met ten minste een substantiële kortingsregeling voor reizen buiten de Spits en voor kinderen onder de 12 jaar een propositie met een gereduceerd tarief.
3. De volgende kaartsoorten worden door de Concessieverlener beschouwd als beschermde reisrechten voor de consumentenmarkt:
a. Binnenlandse enkele reizen voltarief tweede klas;
b. Binnenlandse tweede klas jaar- en maandtrajectkaarten;
c. Een binnenlands product dat vrij reizen mogelijk maakt in de tweede klas, ongeacht het tijdstip.
4. NS behoudt de beschermde reisrechten met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, tenzij zij in overleg met de Consumentenorganisaties en na overleg met de overige betrokken vervoerders binnen het NOVB, een goed alternatief heeft ontwikkeld. NS legt ter goedkeuring het vervangende beschermde reisrecht voor aan de Concessieverlener. Bij goedkeuring treedt dit vervangende beschermde reisrecht voor de werking van dit artikel in de plaats van het bestaande beschermde reisrecht.
5. NS stelt één keer per kalenderjaar de prijzen voor de beschermde reisrechten in het eerstvolgende kalenderjaar vast. Op grond van een besluit in het NOVB kan van het bepaalde in de vorige zin worden afgeweken. De prijzen worden op zodanige wijze vastgesteld dat jaarlijks de gemiddelde prijswijziging van de beschermde reisrechten (tezamen), gewogen aan de hand van de actuele omzet per afstandsklasse, niet uitgaat boven de som van:
a. de consumentenprijsindex (CPI) voor het in de aanhef bedoelde eerstvolgende kalenderjaar zoals geprognosticeerd in de meest recente Macro Economische Verkenning en daarbij rekening houdend met het twaalfde lid;
b. de procentuele wijziging van de over de prijs van een beschermd reisrecht berekende omzetbelasting (BTW), voor zover die wijziging niet reeds in de CPI is verdisconteerd;
c. een procentuele wijziging als gevolg van de in het zesde en zevende lid bedoelde doorberekening van de gebruiksvergoeding;
d. een procentuele wijziging als gevolg van de in het tiende lid bedoelde doorberekening van de energiekosten;
e. de in het kalenderjaar 2024 voor het kalenderjaar 2025 toegestane procentuele verhoging van 8,67 procent maal (1 + procentuele verhoging voor het kalenderjaar 2025 volgend uit onderdelen a tot en met d);
f. de in het kalenderjaar 2025 voor het kalenderjaar 2026 toegestane procentuele verhoging van 3,5 procent.
6. NS mag een stijging van de componenten van de gebruiksvergoeding, bedoeld in de onderdelen a, b, en c van dit lid, zodanig in haar prijzen doorberekenen dat de vervoersopbrengsten met hetzelfde bedrag stijgen, rekening houdend met het verwachte reizigersvolume zonder deze stijging en de verwachte vraaguitval. Deze stijging van de gebruiksver- goeding mag NS doorberekenen voor zover deze stijging uitgaat boven de CPI en het gevolg is van een stijging van de gebruiksvergoedingstarieven als gevolg van een stijging van:
a. de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien, bedoeld in artikel 31, derde lid, van de Richtlijn 2012/34/EU;
b. de tarieven van de Infrastructuurbeheerder voor de diensten ‘stations voor reizigersvervoer’ en ‘Opstelterreinen’; of
c. een extra heffing als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Richtlijn 2012/34/EU.
De in enig jaar niet gebruikte ruimte om de in dit lid bedoelde stijging van de gebruiksvergoeding door te berekenen kan worden benut in de volgende jaren.
7. NS brengt een daling van de componenten van de gebruiksvergoeding, bedoeld in de onderdelen a, b en c van dit lid, bij de eerstvolgende prijsvaststelling in mindering op haar prijzen voor zover deze daling het gevolg is van een daling van de gebruiksvergoedingstarieven als gevolg van een daling van:
a. de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien, bedoeld in artikel 31, derde lid, van de Richtlijn 2012/34/EU;
b. de tarieven van de Infrastructuurbeheerder voor de diensten ‘stations voor reizigersvervoer’ en ‘Opstelterreinen’; of
c. een extra heffing als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Richtlijn 2012/34/EU,
zodanig dat de vervoersopbrengsten met hetzelfde bedrag dalen, rekening houdend met het verwachte reizigersvolume zonder deze daling en de verwachte vraagtoename.
8. NS bepaalt jaarlijks het te verwachten procentuele verschil tussen de geprognosticeerde CPI, zoals bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, en de geprognosticeerde procentuele verandering van de energiekosten van NS van het eerstvolgende kalenderjaar en de financiële gevolgen daarvan.
9. NS stelt jaarlijks het verschil vast tussen de geprognosticeerde gevolgen als bedoeld in het achtste lid, en de werkelijke stijging van de energiekosten boven de gerealiseerde CPI van het voorgaande kalenderjaar. Het hieruit volgende bedrag verrekent NS bij de financiële gevolgen als bedoeld in het achtste lid, voor het eerstvolgende kalenderjaar.
10. NS past jaarlijks haar prijzen aan zodanig dat de totale vervoersopbrengsten van NS stijgen respectievelijk dalen met een bedrag dat gelijk is aan de financiële gevolgen, bedoeld in het achtste lid, in samenhang met het negende lid, rekening houdend met het verwachte reizigersvolume zonder deze stijging of daling en rekening houdend met de verwachte vraaguitval of vraagtoename.
11. Indien uit het achtste lid een procentueel verschil volgt dat groter is dan 5 procent en als gevolg van de toepassing van het tiende lid, NS een grote vraaguitval verwacht, treden NS en de Concessieverlener in overleg, conform het bepaalde in artikel 76, negende lid.
12. Als de daadwerkelijke CPI gedurende een kalenderjaar (peildatum september) hoger uitvalt dan de voor dat kalender- jaar geprognosticeerde CPI, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, mag NS het verschil in procentpunten meerekenen bij de vaststelling van de prijzen voor de beschermde reisrechten in het eerstvolgende kalenderjaar, bedoeld in het vijfde lid. Als de daadwerkelijke CPI gedurende een kalenderjaar (peildatum september) lager uitvalt dan de voor dat kalen- derjaar geprognosticeerde CPI, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, moet NS het verschil in procentpunten corrigeren bij de vaststelling van de prijzen voor de beschermde reisrechten in het eerstvolgende kalenderjaar, bedoeld in het vijfde lid.
13. Toepassing van het vijfde lid leidt niet tot een prijsstijging van één van de beschermde reisrechten, gewogen over alle afstandsklassen, die meer dan twee procentpunten verschilt van de gemiddelde prijswijziging, bedoeld in het vijfde lid.
14. Het is NS toegestaan een toeslag voor het reizen in de tweede klasse in een binnenlandse trein over de hogesnelheids- infrastructuur te rekenen tussen Schiphol Airport en Rotterdam Centraal van maximaal 30 procent van het tweede- klastarief tussen Schiphol Airport en Rotterdam Centraal, bedoeld in het derde lid, onderdeel a. Dit percentage bedraagt echter maximaal 20 procent van het tweedeklastarief tussen Schiphol Airport en Rotterdam Centraal zolang niet uitsluitend materieel wordt ingezet dat ten minste 200 kilometer per uur kan en mag rijden. Voor het reizen in een binnenlandse trein over de hogesnelheidsinfrastructuur tussen Rotterdam Centraal en Breda geldt geen toeslag.
15. NS overlegt tijdig met Consumentenorganisaties over de door NS voorgenomen tariefwijziging. NS vraagt hen advies.
16. NS deelt haar jaarlijkse prijsvaststelling ten minste twee maanden vóór de ingangsdatum aan de Concessieverlener mede, voorzien van een deugdelijke motivering. Deze informatie wordt voorzien van een door een accountant opge- steld rapport van feitelijke bevindingen, waarin de berekening van de prijsvaststelling conform het bepaalde in dit artikel op juistheid is onderzocht. Ten behoeve van dit rapport stelt NS voor inwerkingtreding van de Concessie een protocol op aan de hand waarvan deze werkzaamheden plaatsvinden. NS legt dit protocol ter instemming voor aan de Concessieverlener. NS verwijst in haar opdracht aan de accountant naar dit protocol. Indien wijzigingen van het protocol wenselijk en/of noodzakelijk zijn, geldt het voorgaande eveneens.
17. NS informeert NS-reizigers ten minste één maand vóór de ingangsdatum van tariefwijzigingen via Relevante Communicatiekanalen.
18. NS maakt jaarlijks op haar website de structuur van haar tarieven inzichtelijk.
19. NS kan gedurende de concessieperiode voorstellen doen voor de invoering van een nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel. De invoering van een nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel behoeft de goedkeuring van de Concessieverlener. Bij de ontwikkeling van de voorstellen moet NS minimaal rekening houden met:
a. een gewogen gemiddelde tariefverlaging;
b. het bepaalde in artikel 74;
c. een transparante en navolgbare informatieverstrekking aan de NS-reiziger over tarieven.
20. Een voorstel voor een nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel leidt naar voldoende onderbouwde verwachting tot een afname van het aantal spitsreizigers in de werkweek ten opzichte van het aantal dalreizigers in de werkweek. Daarbij is er aandacht voor eventuele negatieve effecten voor reizigersgroepen die de reiskosten niet vergoed krijgen en niet de keuze hebben om de Spits te mijden.
21. NS vraagt de Consumentenorganisaties om advies over het voorstel. Ook bespreekt NS de voorstellen voor een nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel met Decentrale Vervoerders en Decentrale Overheden in het NOVB.
22. NS legt het uitgewerkte voorstel ter goedkeuring aan de Concessieverlener voor. In het voorstel heeft NS aandacht voor het advies van de Consumentenorganisaties en de uitkomst van de gesprekken, als bedoeld in het eenentwintigste lid, en de wijze waarop met het advies is omgegaan en geeft NS een deugdelijke motivering als het advies niet is overgeno- men. De Concessieverlener beoordeelt het voorstel aan de hand van een afweegkader waarin minimaal zijn opgenomen de in het negentiende en twintigste lid benoemde criteria. De Concessieverlener beoordeelt of met het voorstel samenhangende wijzigingen van concessieverplichtingen nodig zijn. Ook laat de Concessieverlener het voorstel van NS extern onderzoeken. NS toont bij deze voorlegging aan de Concessieverlener aan dat uitvoering van minimaal de volgende maatregelen niet voldoende is om het met tariefdifferentiatie beoogde effect te behalen, niet haalbaar is zonder de financiële balans van de Concessie te verstoren, of anderszins een negatief effect heeft op de concessieverplichtingen:
a. de uitbreiding zitplaatscapaciteit;
b. de optimalisering van de Dienstregeling;
c. het alleen toepassen van een prijsverlaging.
23. De Concessieverlener zal het voorstel niet eerder goedkeuren dan acht weken nadat het voorstel aan de Tweede Kamer is overgelegd. Na goedkeuring van de Concessieverlener kan NS het nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel invoeren conform het goedgekeurde voorstel daarvoor. Invoering van een nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel vindt niet voor 2026 plaats.
24. Indien de Concessieverlener het voorstel voor het nieuw, gedifferentieerd tariefstelsel als bedoeld in het negentiende lid, niet ongewijzigd kan goedkeuren als gevolg van politieke oordeelsvorming en de als gevolg van de politieke oordeelsvorming gewenste wijzigingen op het voorstel voor het gedifferentieerde tariefstelsel effect hebben op verplichtingen in de Concessie dan is artikel 76, negende lid, van overeenkomstige toepassing. Nadat het proces beschreven in artikel 76, negende lid, is doorlopen kan de Concessieverlener het gewijzigde voorstel goedkeuren en daarbij ook artikel 74 aanpassen. De wijzigingen door politieke oordeelsvorming behoeven instemming van NS voorafgaand aan de goedkeuring door de Concessieverlener.
25. NS levert een constructieve bijdrage aan gesprekken in het NOVB over concessie-overstijgende vraagstukken op het gebied van tarieven.
26. De Concessieverlener kan initiatief nemen voor een nieuw Reisproduct en NS vragen een impactanalyse hierop uit te voeren. Op basis van deze impactanalyse zullen NS en de Concessieverlener in overleg treden, waarbij onder andere aandacht is voor de productvoorwaarden, de uitvoerbaarheid en of het passend is bij het bestaande Reisproductaan- bod. Indien vervolgens de Concessieverlener NS verzoekt het nieuwe Reisproduct daadwerkelijk in te voeren, zullen NS en de Concessieverlener overleggen hoe nadere invulling wordt gegeven aan dit verzoek en over hoe invulling wordt gegeven aan de productvoorwaarden en de implementatie van het Reisproduct. NS zal het verzoek niet op onredelijke gronden weigeren. Voordat het overeengekomen Reisproduct wordt ingevoerd treden de Concessieverlener en NS in overleg conform het bepaalde in artikel 76, negende lid.
3.4 Een duurzaam product
Artikel 31. Energie- en elektriciteitsverbruik
1. NS benut voor 100 procent van haar elektriciteitsverbruik groene elektriciteit.
2. NS streeft ernaar vanaf de inwerkingtreding van de Concessie 100 procent klimaatneutraal treinvervangend busvervoer te verzorgen.
3. NS streeft ernaar vanaf 2030 100 procent zero emissie treinvervangend busvervoer aan te bieden.
4. NS zet zich in voor het verminderen van de CO2-uitstoot door te voldoen aan de Bodemwaarde en te streven naar de Streefwaarde van de Prestatie-Indicator ‘Vermeden CO2-uitstoot’, als bedoeld in Bijlage 1.
Artikel 32. Circulariteit
1. NS draagt bij aan de doelstellingen van het Rijksbrede Programma Circulaire Economie ‘Nederland circulair in 2050’ door gedurende de concessieperiode het percentage circulaire inflow en outflow, berekend conform de CTI-meetme- thodiek van World Business Council for Sustainable Development van mei 2022, te verhogen.
2. NS beschrijft in het Vervoerplan, welke maatregelen NS treft om de in het eerste lid genoemde doelstelling te halen. Zij beschrijft in ieder geval:
a. de manier waarop maximaal wordt hergebruikt en hoogwaardige recycling wordt gewaarborgd;
b. een circulair ontwerp- en inkoopbeleid;
c. de tussentijdse doelstellingen en mijlpalen.
Artikel 33. Social return
1. NS dient door middel van social return een maatschappelijke bijdrage te leveren, gericht op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor de relevante groep mensen in de maatschappij.
2. NS stelt voor de inwerkingtreding van de Concessie een ambitie op, waarin zij invulling geeft aan social return. Deze ambitie wordt gedeeld met de Concessieverlener en bevat in ieder geval:
a. de wijze waarop NS impact creëert en verwacht te creëren;
b. de randvoorwaarden en het voorstel voor procesafspraken en planning (zoals aanspreekpunt en praktische invulling van het proces).
3. NS besteedt in het jaarverslag aandacht aan de invulling en voortgang rond social return.
3.5 Een veilig product
Artikel 34. Veiligheid
1. NS spant zich aantoonbaar in voor de veiligheid van haar operatie, middelen en systemen. Ook spant zij zich in voor de veiligheid van de NS-reizigers en het personeel. Zij heeft aandacht voor ontwikkelingen in dit veld, deelt op aanvraag ‘best practices’ met andere vervoerders en sluit zich aan bij regionale of landelijke initiatieven die rond dit thema spelen. Daarnaast neemt NS zitting in het Directeuren Overleg Spoorweg Veiligheid (DOSV) en/of eventuele opvolgers van dit overleg en geeft uitvoering aan de afspraken die in dit overleg worden gemaakt.
2. NS vervult, mede voor de spoorsector, een rol op het gebied van terrorismebestrijding. NS zal cameratoezicht in haar treinen beschikbaar hebben. NS informeert via een separate vertrouwelijke rapportage de Concessieverlener jaarlijks over de genomen acties en voortgang op het gebied van terrorismebestrijding.
3. NS spant zich actief in om onveilige perronsituaties door drukte te voorkomen of te mitigeren.
4. NS zet zich actief in voor initiatieven rond de preventie van suïcide op het spoor en werkt hierbij intensief samen met stakeholders. Daarnaast zet NS zich actief in voor de nazorg van haar eigen personeel en verwijst nabestaanden door naar organisaties voor slachtofferhulp in het geval van een suïcide op het spoor.
5. NS spant zich aantoonbaar in om het aantal STS-passages en de daaraan gekoppelde risico’s te verminderen, onder meer in overeenstemming met het STS-Verbeterprogramma, als genoemd in het STS-Verbeterprogramma in Bijlage 8.
6. NS heeft een zorgplicht om ten aanzien van haar materieel een verantwoorde mate van veiligheid te waarborgen bij overwegpassages en de kans op ongevallen te verkleinen. NS volgt ten minste haar eigen aanbevelingen op dit gebied op.
Artikel 35. Veilig gebruik van infrastructuur
1. NS neemt deel aan het Programma ERTMS en spant zich in om een tijdige operatie onder ERTMS mogelijk te maken conform de samenwerkingsafspraken van het Programma ERTMS. Deze samenwerkingsafspraken zijn opgenomen in ‘Convenant inbouw ERTMS op grond van de hoofdrailnet concessie’ tussen de Concessieverlener en NS en ‘Programma ERTMS Samenwerkingsovereenkomst Governance’ tussen NS en de Infrastructuurbeheerder.
2. De Concessieverlener en NS zullen het ‘Convenant inbouw ERTMS op grond van hoofdrailnetconcessie’ verlengen vóór de inwerkingtreding van de Concessie.
Artikel 36. Sociale veiligheid
1. NS draagt zorg voor een prettige en veilige omgeving in de trein en op het station door te voldoen aan de Bodem- waarde en te streven naar de Streefwaarde bij de Prestatie-Indicator ‘Klantoordeel Sociale veiligheid’, als genoemd in Bijlage 1.
2. NS heeft doorlopend aandacht voor de verbetering van de sociale veiligheid. NS monitort het aantal incidenten in de trein en op het station die op grond van de A-B-C registratiemethodiek6 zijn geregistreerd gedurende de Concessie.
3. NS rapporteert in de jaarrapportage, bedoeld in artikel 56, eerste lid, onderdeel b, over het aantal incidenten, volgens de A-B-C registratiemethodiek, geeft daarop een toelichting, en signaleert waar mogelijk trends.
4. NS spant zich in voor het nemen van maatregelen rond sociale veiligheid. Zij draagt samen met de Infrastructuurbe- heerder (vanuit ieders rol en verantwoordelijkheid) zorg voor de veiligheid in treinen, op het perron en in het station. NS beschrijft in het Vervoerplan de voorgenomen maatregelen op het gebied van sociale veiligheid en de verwachte effecten daarvan, tenzij NS en de Concessieverlener hierover andere afspraken hebben gemaakt. NS maakt een nadrukkelijke koppeling tussen het type incidenten en de te nemen maatregelen in het Vervoerplan.
5. NS geeft invulling aan het Landelijk Convenant Sociale veiligheid en de op basis daarvan vastgestelde onderzoeksa- genda en neemt actief deel aan het opstellen van nieuwe landelijke convenanten en arrangementen rond het thema sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer. Zij voert in dit kader periodiek overleg, bedoeld in artikel 3 van het Landelijk Convenant Sociale veiligheid, en maakt daar waar passend afspraken met Decentrale Overheden, gemeenten, politie en justitie en andere vervoerders of vervoersautoriteiten. NS heeft aandacht voor de verschillende behoeften van de Brede Groep Reizigers.
3.6 Rekening houden met de omgeving
Artikel 37. Beperken omgevingshinder
NS zet zich actief in om omgevingshinder van de uitvoering van haar diensten, zoals emissies, overlast van geluid en trillingen en impact op luchtkwaliteit, te mitigeren. NS werkt hierbij in elk geval samen met de Infrastructuurbeheerder en Decentrale Overheden. NS legt eventuele maatregelen voor de mitigatie van omgevingshinder (inclusief mogelijke financiële gevolgen) voor aan de Concessieverlener en bespreekt de maatregelen (inclusief de mogelijke financiële gevolgen) in periodieke overleggen tussen de Concessieverlener en NS.
6 Herijking ABC-methodiek openbaar vervoer 2022 | Rapport | Xxxxxxxxxxxxx.xx
4. Faciliteren dat NS-reizigers zo optimaal en drempelloos mogelijk van deur-tot- deur kunnen reizen
4.1 De Dienstregeling
Artikel 38. Dienstregelingsproces
1. NS stelt één keer per jaar de Dienstregeling voor het komende Dienstregelingsjaar vast en neemt daarbij voor zover mogelijk het geldende Vervoerplan in acht.
2. NS overlegt tijdig met andere vervoerders over de ontwikkeling van de Dienstregeling en borgt in gezamenlijkheid het belang van de reiziger, teneinde, voor zover mogelijk, een betere deur-tot-deurreis te realiseren (onder andere door goede overstapmogelijkheden te bieden). In dit overleg besteedt NS ook specifiek aandacht aan veranderingen in de Dienstregeling, die gevolgen kunnen hebben voor de aansluiting met andere vervoerders.
3. NS legt de voorgenomen Dienstregeling voor het aankomende dienstregelingsjaar, binnen het landsdelig overleg, tijdig voor aan de Decentrale Overheden. NS stelt de Decentrale Overheden in de gelegenheid om gezamenlijk advies uit te brengen. NS deelt de Decentrale Overheden gemotiveerd mee hoe ze met dit advies is omgegaan.
4. NS legt de voorgenomen Dienstregeling voor het aankomende dienstregelingsjaar tijdig voor aan de Consumentenor- ganisaties. NS stelt de Consumentenorganisaties in de gelegenheid om advies uit te brengen. NS deelt de Consumen- tenorganisaties gemotiveerd mee hoe NS met dit advies is omgegaan.
5. NS verzendt de Dienstregeling voor het komende Dienstregelingsjaar ten minste twee maanden voor de ingangsdatum aan de Concessieverlener. NS voegt hierbij de door Consumentenorganisaties en Decentrale Overheden geleverde adviezen en een toelichting op de wijze waarop NS hiermee is omgegaan.
6. NS is gerechtigd de Dienstregeling tussentijds te wijzigen. Op structurele wijzigingen van de Dienstregeling zijn het tweede en vierde lid van dit artikel van toepassing. NS informeert de Concessieverlener tijdig over structurele wijzigin- gen van de Dienstregeling en voegt daarbij het uitgebrachte advies van de Consumentenorganisaties.
7. NS informeert de NS-reizigers ten minste één maand voorafgaand aan de ingangsdatum op een adequate wijze via de Relevante Communicatiekanalen over de Dienstregeling en de ingangsdatum ervan. Daarnaast informeert NS de
NS-reizigers op een adequate wijze over eventuele tussentijdse wijzigingen van de Dienstregeling. Zij houdt hierbij voldoende rekening met de behoeften en voorkeuren van de Brede Groep Reizigers.
8. NS is gerechtigd na overleg met de Infrastructuurbeheerder in uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van (verwacht) extreem weer de Dienstregeling tijdelijk te wijzigen. Bij een tijdelijke wijziging verplicht NS zich:
a. in gezamenlijkheid met de Infrastructuurbeheerder de Concessieverlener zodanig tijdig te informeren over de wijziging en de redenen hiervoor dat ruimte voor toelichting aan en overleg met de Concessieverlener bestaat;
b. maatregelen te nemen om hinder voortvloeiend uit de tijdelijke wijziging voor NS-reizigers zoveel mogelijk te beperken;
c. de NS-reizigers vooraf en tijdens de reis adequaat te informeren;
d. Decentrale Vervoerders en Decentrale Overheden adequaat te informeren.
9. NS geeft de Concessieverlener inzicht in de afwegingen die NS maakt bij het komen tot een wijziging als bedoeld in het achtste lid. De ambitie is om de gevolgen, bij toepassing van het achtste lid, zo veel mogelijk te beperken voor de
NS-reiziger.
4.2 Samenwerking
Artikel 39. Samenwerkingsstrategie
1. NS werkt constructief samen met derden of vertegenwoordigende organisaties daarvan, in het belang van de reiziger en draagt hiermee bij aan de invulling van het Beleidsdoel ‘Deur-Tot-Deurreis’. Onder derden worden verstaan:
a. de volgende ministeries van de Rijksoverheid of hun opvolgers: Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Financiën (FIN), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Economische Zaken en Klimaat (EZK);
b. Decentrale Overheden, en de volgens NS en de Concessieverlener relevante overheden die geen concessieverlener zijn;
c. andere vervoerders: dit zijn zowel spoorvervoerders voor personen- en goederenvervoer als vervoerders buiten de spoorketen voor bus, tram en metro;
d. exploitanten van spoorgebonden diensten en dienstvoorzieningen uit Bijlage II van de Richtlijn 2012/34/EU;
e. werkgevers en onderwijsinstellingen;
x. XxxX-dienstverleners;
g. zakelijke mobiliteits- en serviceproviders;
h. deelmobiliteitaanbieders.
2. NS stelt, met in achtneming van Bijlage 9, een samenwerkingsstrategie op waarin de doelen en ambities van NS voor de samenwerking met de in het eerste lid genoemde derden staan beschreven. De samenwerkingsstrategie beschrijft daarnaast de wijze waarop NS de samenwerking borgt in haar organisatiestructuur.
3. NS treedt in overleg met de in het eerste lid genoemde derden over het vertalen van de samenwerkingsstrategie in samenwerkingsafspraken of het in stand houden van bestaande afspraken. In die afspraken wordt aandacht besteed aan de wijze waarop wordt gehandeld bij verschil van inzicht. NS kan van de samenwerkingsstrategie afwijken als er voor NS onderbouwde redenen zijn waarom het niet haalbaar zou zijn om die afspraken te maken of in stand te houden. Derden kunnen aan de samenwerkingsstrategie geen rechten ontlenen. NS geeft uitvoering aan de samenwerkingsafspraken.
4. NS werkt samen volgens een heldere en duidelijke procedure. NS maakt duidelijk waar derde partijen zonder onnodige belemmeringen terecht kunnen ten behoeve van de samenwerking.
5. De samenwerkingsstrategie benoemt expliciet dat en op welke wijze NS deelneemt aan de landsdelige en landelijke OV- G spoortafels.
6. NS werkt samen met de andere vervoerders en betrokken partijen aan de verdere ontwikkeling van een openbaar dashboard van informatie-elementen, onder beheer van het CROW, waarmee de reis van deur-tot-deur, waaronder de ontwikkeling van de reistijd door de jaren heen, in beeld wordt gebracht, zodat de resultaten op dat vlak kunnen worden gerapporteerd aan de landsdelige en landelijke OV G spoortafels, bedoeld in het vijfde lid.
7. In het Vervoerplan beschrijft NS de samenwerkingsstrategie en de resultaten daarvan. Bij de inwerkingtreding van de Concessie deelt NS de volledige samenwerkingsstrategie met de Concessieverlener. Wanneer de samenwerkings- strategie wordt herzien, deelt NS de herziene versie met de Concessieverlener.
Artikel 40. Samenwerking met de Infrastructuurbeheerder
1. NS werkt bij de uitvoering van deze Concessie, in het belang van een goede dienstverlening aan de NS-reizigers en de verbetering van de kwaliteit en de veiligheid van en rondom het spoor constructief samen met de Infrastructuurbeheer- der, vanuit ieders rol en verantwoordelijkheid, op basis van de samenwerkingsafspraken, bedoeld in het derde lid.
2. De in het eerste lid bedoelde samenwerking betreft in ieder geval:
a. de invulling van de gezamenlijke prestaties en de kwaliteit van de Dienstregeling, binnen de scope van deze Concessie, voor zover sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid;
b. het uitvoering geven aan de (gedeelde) spoorambities, zoals deze door NS en de Infrastructuurbeheerder in samenwerking met de Concessieverlener zijn ontwikkeld en uitgewerkt in de voor NS relevante onderdelen van het Toekomstbeeld OV en het samenwerken aan nieuwe spoorambities. Hierbij hoort ook beleid ten aanzien van de aansluiting van het treinvervoer op voor- en natransport.
c. de Programma’s, opgenomen in Bijlage 8, waarvoor NS en de Infrastructuurbeheerder gezamenlijk verantwoordelijk zijn;
d. de vraagstukken rond investeringen;
e. de vraagstukken rond capaciteitsverdeling, transferstromen- en voorzieningen en treinbesturing;
f. Reisinformatie.
3. NS treedt in overleg met de Infrastructuurbeheerder over het vastleggen van de samenwerkingsafspraken voortvloei- ende uit dit artikel, het inrichten van een escalatiemechanisme en de wijze waarop de afspraken in de organisatie van NS zijn geborgd.
4. Onverminderd het eerste lid, werkt NS in het belang van een goede dienstverlening aan de NS-reizigers constructief samen met de Infrastructuurbeheerder en de Concessieverlener aan een onderzoek naar de afbakening en/of regulering van systeemtaken. Indien dit op basis van dit onderzoek nodig blijkt, werkt NS na afronding van de midterm review constructief mee aan de opvolging van de onderzoeksresultaten.
5. Indien de Infrastructuurbeheerder niet (constructief) samenwerkt met NS, zal NS met de Concessieverlener hierover in gesprek gaan. Dit gesprek kan ertoe leiden dat NS niet gehouden is uitvoering te geven aan de verplichtingen waar de Infrastructuurbeheerder niet constructief samenwerkt.
Artikel 41. Samenwerking met de Consumentenorganisaties
1. NS werkt in het belang van een goede dienstverlening aan de NS-reizigers samen met de Consumentenorganisaties, overeenkomstig het daartoe bepaalde in de Wet en in deze Concessie.
2. NS betrekt de Consumentenorganisaties actief en constructief bij de volgende onderwerpen:
a. de resultaten van klantoordelen;
b. het verbeteren van de deur-tot-deurreis;
c. het onderzoek naar de wensen van de Brede Groep Reizigers, als bedoeld in artikel 24, tweede lid;
d. de ontwikkeling, aanpassing en/of aanvulling van Reisinformatiediensten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21;
e. de verbetering van het reisgemak en het comfort van de Brede Groep Reizigers, overeenkomstig het bepaalde in artikel 24;
f. de voorstellen voor afwijking van de Relevante Communicatiekanalen voor klantenservice en klachtafhandeling, als bedoeld in artikel 25, vierde lid;
g. de voornemens tot aanpassing van het serviceniveau op stations, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26;
x. xx xxxxxxxxx van de Algemene Voorwaarden voor het vervoer van Reizigers en Handbagage van de Nederlandse Spoorwegen (AVR-NS), overeenkomstig het bepaalde in artikel 28;
i. de voornemens tot wijziging en afschaffing van bestaande Reisproducten, als bedoeld in artikel 30, vierde lid;
j. de voorgenomen tariefwijzigingen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 30;
k. het voorstel voor een nieuw, gedifferentieerd tariefstel, als bedoeld in artikel 30, eenentwintigste lid;
l. de Dienstregeling, overeenkomstig het bepaalde in artikel 38;
m. de aanschaf of aanpassing van materieel, overeenkomstig het bepaalde in artikel 47;
n. het Vervoerplan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 51;
o. de experimenten of pilots, overeenkomstig het bepaalde in artikel 70;
p. de voornemens tot product- en servicevernieuwing;
q. het vervangend vervoer, waar relevant;
r. de innovaties, waar relevant;
s. de reinheid van het materieel, waar relevant.
3. NS vraagt overeenkomstig artikel 31 van de Wet in ieder geval advies aan de Consumentenorganisaties over de onderwerpen, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Wet en in artikel 33 van het Besluit personenvervoer 2000, alsmede over de onderwerpen ten aanzien waarvan dat in deze Concessie is bepaald. NS deelt de Consumentenorgani- saties gemotiveerd mee indien van het advies wordt afgeweken en geeft de Consumentenorganisaties de gelegenheid tot nader overleg. De vorige volzin is in beginsel van overeenkomstige toepassing op ongevraagde adviezen van de Consumentenorganisaties.
4. NS informeert de Consumentenorganisaties over de uitvoering van de in het Vervoerplan opgenomen relevante onderdelen door de verantwoordingsrapportages, bedoeld in artikel 56, aan de Consumentenorganisaties toe te zenden.
Artikel 42. Verzoeken tot het rijden van extra diensten voor derden
1. Wanneer NS van een derde partij (een Decentrale Overheid of een andere betrokkene) een verzoek ontvangt voor het uitvoeren van een additionele dienst op het HRN, reageert NS op het verzoek binnen een redelijke termijn. Een dienst op grond van dit artikel kan leiden tot een verhoging van het volume, als beschreven in artikel 8, vierde lid.
2. De reactie van NS is voorzien van een motivering en onderbouwing met relevante vervoerkundige, logistieke en financiële gegevens. NS geeft op verzoek van de betrokken partij inzicht in de wijze waarop de in dit lid bedoelde gegevens tot stand zijn gekomen. NS kan aan de verstrekking van deze informatie voorwaarden stellen over de bedrijfsvertrouwelijkheid ervan.
3. Indien mogelijk, gebaseerd op de gegevens, bedoeld in tweede lid, en indien NS niet voornemens is om op eigen initiatief uitvoering te geven aan een verzoek voor een additionele dienst, biedt NS aan de aanvrager de mogelijkheid om deze dienst in te kopen voor ten hoogste de netto kostprijs (kostprijs minus reizigersopbrengsten) vermeerderd met een redelijke winst. Daarbij hanteert NS een reële berekening die is gebaseerd op en herleidbaar is tot de gemaakte financiële afspraken met de Concessieverlener. Een aanvullende treindienst mag niet ten koste gaan van of strijdig zijn met het bepaalde in de Concessie.
4. Indien de betrokken partij dit wenst, kan zij op haar eigen kosten de gegevens en de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen, bedoeld in het tweede en derde lid, laten toetsen door een onafhankelijke deskundige. NS werkt
hieraan mee.
4.3 Overige maatregelen om (de betaling voor) de deur-tot-deurreis te vereenvoudigen
Artikel 43. Enkelvoudig in- en uitchecken
1. NS levert een constructieve bijdrage aan het overleg binnen het NOVB over de haalbaarheid en invoering van enkelvou- dig in- en uitchecken binnen het openbaar vervoer per trein en zo mogelijk binnen het gehele OV, waarbij enkelvoudig in- en uitchecken inhoudt dat uitsluitend bij aanvang en einde van de reis wordt ingecheckt respectievelijk uitgecheckt, en niet steeds bij elke overstap naar een andere vervoerder of soms ook tussen vervoermiddelen.
2. NS conformeert zich aan de besluiten van het NOVB over enkelvoudig in- en uitchecken.
Artikel 44. Verkoop en betaling van kaarten via derden
1. NS voldoet aan de eisen zoals opgenomen in het document ‘Concessiebijlage MaaS-waardige bestekseisen’ (versie 3.0 van 26 november 2021) dat is opgesteld door CROW-KpVV7 en is vastgesteld door de concessieverlenende overheden.
2. In het geval CROW-KpVV een nieuwe versie van het document ‘Concessiebijlage MaaS-waardige bestekseisen’ opstelt, treden NS en de Concessieverlener in overleg over de baten voor NS-reizigers en de (financiële) gevolgen voor de uitvoering van de Concessie van de implementatie van die nieuwe versie ten opzichte van de voorheen geldende versie. Voorafgaand aan het overleg brengt NS de (eventuele) (financiële) effecten van die implementatie in kaart en deelt deze op een transparante wijze met de Concessieverlener.
3. Indien uit het overleg als bedoeld in het tweede lid volgt dat het te verwachten negatieve financieel effect op de Concessie groter is dan 1 miljoen euro per jaar op het rendement van NS, geven NS en de Concessieverlener gezamenlijk opdracht tot het uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek naar deze (financiële) effecten en andere gevolgen van de implementatie op de uitvoering van de Concessie.
4. Indien de Concessieverlener vraagt om informatie ten behoeve van besluitvorming over de MaaS-waardige besteks- eisen overeenkomstig het eerste lid, levert NS deze informatie, voor zover beschikbaar, binnen een redelijke termijn op.
5. Voordat de Concessieverlener instemt met een nieuwe versie van het document ‘Concessiebijlage MaaS-waardige bestekseisen’ maken NS en de Concessieverlener afspraken over:
a. de eventuele financiële compensatie aan NS voor die implementatie overeenkomstig artikel 76, derde tot en met zevende lid; en/of
b. de gevolgen voor de uitvoering van de Concessie overeenkomstig artikel 76, negende lid, en de eventuele niet financiële gevolgen volgend uit de toepassing van artikel 76, vierde lid.
Hierbij wordt rekening gehouden met de uitkomsten van de onderzoeken, genoemd in het derde lid en artikel 76, vierde lid.
6. NS implementeert vervolgens de nieuwe versie van het document ‘Concessiebijlage MaaS-waardige bestekseisen’ binnen één jaar na publicatie van de door de concessieverlenende overheden vastgestelde versie.
7. In het geval de termijn van één jaar volgens NS niet haalbaar is, verzoekt zij de Concessieverlener schriftelijk en met redenen omkleed om toestemming voor uitstel.
8. NS kan, in aanvulling op het bepaalde in het eerste en tweede lid, jaarlijks een voorstel doen aan de Concessieverlener voor een eigen referentieaanbod. Dit voorstel moet een onderbouwing bevatten van zijn bijdrage aan het Beleidsdoel ‘Deur-Tot-Deurreis’, de ontwikkeling van duurzame mobiliteit en het verhogen van de bezetting in het OV. De onder- bouwing geeft inzicht in de (financiële) consequenties en bevat een impactanalyse door een onafhankelijke partij, waarin de berekening is getoetst.
7 Kennisplatform Verkeer en Vervoer.
9. De Concessieverlener beslist of het voorstel voor een eigen referentieaanbod uit het achtste lid wordt aangemerkt als invulling van de (tariferings)eisen die onderdeel zijn van de MaaS-waardige bestekeisen, genoemd in het eerste en tweede lid, of als aanvulling daarop. Als de Concessieverlener dit voorstel voor een referentieaanbod van NS als een aanvulling op die (tariferings)eisen ziet, heeft NS het recht om haar eigen referentieaanbod in te trekken indien NS aantoont dat de combinatie van die (tariferings)eisen en het door NS voorgestelde referentieaanbod negatieve (financiële) gevolgen hebben, waarvoor de Concessieverlener NS niet in een vergelijkbare positie wil brengen als voor de aanvulling. Indien de Concessieverlener instemt met een nieuwe versie van het document ’Concessiebijlage
MaaS-waardige bestekseisen’ als bedoeld in het zesde lid, dan heeft NS het recht haar eigen referentieaanbod (indien van toepassing) in te trekken.
10. NS en de Concessieverlener evalueren gezamenlijk de implementatie binnen één jaar na de implementatie. De Concessieverlener kan op basis van de uitkomsten uit de evaluatie voorstellen tot aanpassingen doen aan de wijze van implementatie.
5. Het maatschappelijk optimaal benutten van de publieke investeringen in het spoorsysteem als geheel
Artikel 45. Ontwikkeling van de materieelvloot bij systeemsprongen
1. In het geval de Concessieverlener voornemens is te besluiten of besluit tot de uitrol van nieuwe technieken en/of als onderdeel van een uitrolstrategie (ERTMS, FRMCS, ATO, of andere zoals 3kV) op (delen) van de HSWI met een directe impact op de technische staat van het materieel dat door NS wordt ingezet voor uitvoering van treindiensten die onderdeel uitmaken van de Concessie, levert NS, met inachtneming van het Netto Financieel Effect, als bedoeld in artikel 76, ombouwscenario’s voor materieel, met betrokkenheid van de Infrastructuurbeheerder.
2. De in het eerste lid bedoelde ombouwscenario’s zullen ten minste de volgende elementen omvatten:
a. een pilot om op kleine schaal de benodigde aanpassing aan materieel in combinatie met de infrastructuur, technisch en operationeel te beproeven;
b. een minimale variant, waarin zo min mogelijk materieel wordt omgebouwd, waarmee de toekomstig te verwachten diensten als passend binnen de in Bijlage 10 opgenomen volumedefinitie op de betreffende HSWI nog wel uitge- voerd kan worden, eventueel na doorvoering van wijzigingen in het operationele model van NS;
c. een maximale variant, waarin NS de maximaal door haar van belang geachte operationele vrijheid behoudt. NS levert op verzoek van de Concessieverlener aanvullende scenario’s.
3. De scenario’s, bedoeld in het tweede lid, moeten worden ondersteund met transparante, toetsbare informatie over alle belangrijke interne operationele effecten, waaronder ten minste de effecten op personeel, materieel, Dienstregeling en prestaties. De scenario’s omvatten ook een inschatting en onderbouwing van de implementatietermijn en een overzicht en onderbouwing van de financiële effecten van de ombouwscenario’s en effecten op de relevante Prestatie-Indica- toren, met inachtneming van het Netto Financieel Effect, als bedoeld in artikel 76.
4. NS werkt, op verzoek van de Concessieverlener, mee aan het uitwerken van een passende uitrolstrategie, of aan een onderdeel van een uitrolstrategie (inclusief implementatietermijn) voor nieuwe technieken als bedoeld in het eerste lid waarin de elementen, opgenomen in het tweede lid, een rol spelen.
5. Voor de financiële effecten van de uitvoering van een uitrolstrategie als bedoeld in het vierde lid, is artikel 76, derde tot en met zevende lid, van overeenkomstige toepassing.
6. Met betrekking tot de implementatie- en projectkosten die volgen uit de migratie naar nieuwe technieken die ten tijde van het besluitvormingsmoment over de uitrolstrategie nog niet of onvoldoende bekend zijn, treden NS en de Conces- sieverlener in overleg over de eventuele (gedeeltelijke) vergoeding overeenkomstig artikel 76, achtste en negende lid.
Artikel 46. Maatschappelijk optimaal aansluiten van de Dienstregeling op beschikbare infrastructuur
1. NS ontwerpt in principe een concept Dienstregeling die kan worden uitgevoerd op de beschikbare HSWI zonder dat hiervoor aanpassingen nodig zijn. Indien zij knelpunten ervaart, op de korte en/of de lange termijn, zoekt zij als eerste oplossingen in haar concept Dienstregeling en logistiek model, vervolgens in de inzet van ander materieel en daarna (in samenspraak met de Infrastructuurbeheerder) in de infrastructuur.
2. NS benut de mogelijkheden die de nieuwe HSWI biedt zo goed als mogelijk in lijn met de afspraken die hierover worden gemaakt ten tijde van de plan- en besluitvorming over infrastructuurprojecten.
3. Indien NS niet aan het eerste lid kan voldoen, moet zij dit schriftelijk aan de Concessieverlener kenbaar maken, gestaafd met toetsbare informatie dienaangaande, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin, met dien verstande dat in elk geval de oplossingen in haar Dienstregeling en logistiek model, de inzet van ander materieel en de mogelijke gevolgen voor de HSWI zullen worden toegelicht.
Artikel 47. Investeren in nieuw of aangepast materieel
1. NS, de Concessieverlener en de Infrastructuurbeheerder stellen uiterlijk zes maanden na gunning van de Concessie een afsprakenkader vast dat NS in acht neemt bij een investeringsbeslissing over nieuw materieel en modernisering van bestaand materieel.
Het afsprakenkader bevat in elk geval bepalingen omtrent:
a. de reikwijdte van het afsprakenkader;
b. initiële tijdslijnen voor de processen;
c. de rolverdeling tussen partijen;
d. de verplichting van NS om de Infrastructuurbeheerder tijdig om advies te vragen;
e. de criteria die partijen betrekken in hun overleg;
f. het proces dat beschrijft hoe besluitvorming over kostenverdeling van materieel-aanpassingen en infra-aanpassin- gen plaatsvindt.
2. Bij een investeringsbeslissing als bedoeld in het eerste lid hanteert NS als uitgangspunt dat het materieel waarin zij investeert inzetbaar zal zijn op de (geplande) HSWI, rekening houdend met de actuele Dienstregeling qua snelheid en frequentie. Voor beantwoording van de vraag in hoeverre het nieuwe materieel aan dit uitgangspunt voldoet vraagt NS tijdig advies aan de Infrastructuurbeheerder. Onder geplande HSWI wordt verstaan goedgekeurde wijzigingen en uitbreidingen van de HSWI waarover reeds een projectbeslissing is genomen.
3. NS informeert de Concessieverlener en de Infrastructuurbeheerder dusdanig tijdig over een investeringsbeslissing als bedoeld in het eerste lid dat deze partijen hun taken op grond van het afsprakenkader kunnen uitoefenen. NS infor- meert ook de Consumentenorganisaties tijdig over deze investeringsbeslissing.
4. De Concessieverlener kan NS verzoeken aanvullende kwaliteitseisen als gevolg van politieke oordeelsvorming in de investeringsbeslissing als bedoeld in het eerste lid te betrekken. Op het moment dat NS de Concessieverlener infor- meert als bedoeld in het derde lid, vermeldt NS expliciet tot welk moment een dergelijk verzoek mogelijk is.
5. Indien de Concessieverlener een verzoek als bedoeld in het vierde lid doet, verstrekt NS de Concessieverlener een onderbouwing van de verwachte hoogte van de extra kosten en baten die de aanvullende kwaliteitseisen met zich meebrengen, de technische maakbaarheid ervan en het effect ervan op de Prestatie-Indicatoren.
6. Indien de Concessieverlener vervolgens, binnen de termijn als volgend uit het vierde lid, besluit dat NS gehouden is bij een investeringsbeslissing als bedoeld in het eerste lid, de aanvullende kwaliteitseisen toe te passen, ontvangt NS van de Concessieverlener een aanvullende subsidie die gelijk is aan het Netto Financieel Effect van de aanvullende kwali- teitseisen gedurende de levensduur van het materieel en indien noodzakelijk kunnen de concessieverplichtingen en de afspraken aangaande de Bodem- en Streefwaarden van Prestatie-Indicatoren worden aangepast.
Artikel 48. Materieelparkplan
1. NS stelt jaarlijks een materieelparkplan op waarin een overzicht wordt gepresenteerd van de door NS voorziene instroom, uitstroom en revisie van materieel. NS actualiseert het materieelparkplan jaarlijks en informeert hierover de Concessieverlener. Het materieelparkplan ziet toe op de resterende looptijd van de Concessie en bevat ten minste:
a. een overzicht van de gehanteerde uitgangspunten, waaronder de gebruikte reizigersprognoses en druktenormen;
b. de uit a. volgende scenario’s voor de materieelbehoefte;
c. een overzicht van de inzetbare materieelvloot, inclusief resterende levensverwachting, uitgesplitst naar segmenten Sprinter en IC HSL/niet-HSL;
d. de verwachte uitstroom van materieel en de wijze van afvoer daarvan;
e. de verwachte aanschaf van materieel en, voor zover bekend, het inzetgebied daarvan;
f. de verwachte reservestelling;
g. de verwachte revisies en moderniseringen, inclusief uitvoeringstermijn;
h. een toelichting op de status van leveringen van nieuw materieel, inclusief planning;
i. een toelichting op de status van revisies.
2. NS organiseert jaarlijks een overleg met de Concessieverlener en de Infrastructuurbeheerder over het materieel- parkplan, waarin NS een toelichting op dat plan geeft. NS geeft inzicht in de keuzes en de afwegingen die zij ter zake heeft gemaakt.
3. NS stelt de Concessieverlener en Infrastructuurbeheerder tijdens het overleg, bedoeld in het tweede lid, tijdig in staat om zich uit te spreken over de keuzes en afwegingen die NS heeft gemaakt. NS ontvangt na afloop van het overleg een zienswijze van de Concessieverlener of de keuzes en afwegingen die NS heeft gemaakt naar het oordeel van de Concessieverlener in lijn zijn met het maatschappelijk belang. NS informeert de Concessieverlener over de wijze waarop zij in het materieelparkplan met de zienswijze van de Concessieverlener omgaat.
Artikel 49. Minimale eisen aan comfort van materieelvloot
1. Tijdens de uitvoering van de Concessie spant NS zich in voor de beschikbaarheid van ten minste één adequaat functio- nerend toilet per treinstel, in beginsel bereikbaar voor alle in de trein aanwezige NS-reizigers. NS heeft aandacht voor de reinheid van toiletten en defecten in toiletten worden binnen een redelijke termijn verholpen.
2. NS continueert in haar treinen het aanbod van gratis draadloos internet, zolang hier maatschappelijke en/of technologische noodzaak toe bestaat.
3. De treinstellen van nieuw materieel dienen voor elke zitplaats, behoudens de zitplaatsen op de balkons, van bereikbare elektrische laadvoorzieningen te worden voorzien. Voor bestaand materieel dient de laadvoorziening te worden aangebracht bij de eerstvolgende modernisering.
Artikel 50. Introductie nieuw materieel en/of significante technische wijzigingen aan materieel
1. NS spant zich in voor een betrouwbare introductie van nieuw materieel dat wordt ingezet voor de uitvoering van de Concessie. NS heeft specifiek aandacht voor het waar mogelijk beperken van de operationele hinder op de treindienst bij de introductie van nieuw materieel of materieel waaraan significante technische wijzigingen zijn doorgevoerd.
2. NS voert een IPB uit. De resultaten van het IPB worden door NS vastgelegd in een IGA dat aan de Concessieverlener wordt verstrekt. Nadat de Concessieverlener op het IGA heeft gereageerd, of heeft aangegeven niet te zullen reageren, of niet binnen een redelijke termijn reageert, neemt NS een besluit over de introductie van het nieuwe materieel.
3. Bij het ontwerp van het IPB betrekt NS actief de Infrastructuurbeheerder. Bij het opstellen van het IGA volgt NS de afspraken, vastgelegd in het afsprakenkader betrouwbare introductie nieuw materieel.
4. De Concessieverlener kan ontheffing geven voor de verplichting in het tweede lid indien NS aantoonbaar kan maken dat zij redelijkerwijs niet in staat is uitvoering te geven aan dit vereiste.
6. Het komen tot een verbeterde sturings- en verantwoordingsrelatie tussen de Concessieverlener en NS
6.1 Sturing en verantwoording
Artikel 51. Procedure totstandkoming Vervoerplan en Beleidsprioriteitenbrief
1. NS stelt voor 2025 en vervolgens elk jaar voor het eerstvolgende kalenderjaar een Vervoerplan als bedoeld in artikel 35a van de Wet, op met inachtneming van dit artikel en Bijlage 6. NS voert de Concessie uit met inachtneming van het Vervoerplan voor 2025 en vervolgens met inachtneming van het Vervoerplan dat het meest recent openbaar is gemaakt overeenkomstig het vijftiende lid.
2. NS geeft bij het opstellen van het Vervoerplan invulling aan de Beleidsprioriteitenbrief met inachtneming van dit artikel. NS ontvangt jaarlijks uiterlijk 1 april van de Concessieverlener een Beleidsprioriteitenbrief, waarin de Concessieverlener zijn prioriteiten vermeldt, mede op basis van actuele prestaties van NS. Deze brief bevat prioriteiten die gericht zijn op het voldoen aan de verplichtingen uit de Concessie en die bijdragen aan de invulling van de beleidsdoelen. De prioriteiten moeten proportioneel, redelijkerwijs maakbaar zijn en recht doen aan de positie van NS als zelfstandige onderneming.
3. De Beleidsprioriteitenbrief kan onder meer prioriteiten bevatten met betrekking tot:
a. Prestatie-Indicatoren;
b. Informatie-Indicatoren;
c. Programma’s;
d. verbetermaatregelen op specifieke trajecten en momenten, indien sprake is van onevenredig lage prestaties.
4. De Beleidsprioriteitenbrief bevat prioriteiten die NS alleen of in samenwerking met een betrokken partij, zoals de Infrastructuurbeheerder, dient op te pakken.
5. De Concessieverlener en NS overleggen na ontvangst van de Beleidsprioriteitenbrief of bij het opstellen van het ontwerp Vervoerplan over de mogelijke financiële en operationele consequenties van die brief en overleggen om overeenstemming te bereiken over de manier waarop hiermee wordt omgegaan.
6. Alvorens NS het ontwerp Vervoerplan aan de Concessieverlener voorlegt, als bedoeld in het achtste lid, overlegt NS tijdig over de hoofdlijnen van het ontwerp Vervoerplan, waarin door NS een concrete doorvertaling van de Beleidsprioriteitenbrief is opgenomen, en vraagt hierover advies aan:
a. de Consumentenorganisaties over de onderwerpen genoemd in het dertiende lid en overeenkomstig artikel 41, derde lid;
b. de Infrastructuurbeheerder vanuit diens rol, over de gehele inhoud;
c. de Decentrale Overheden in de landsdelige overleggen over hoe dit bijdraagt aan de invulling van het Beleidsdoel ‘Deur-Tot-Deurreis’.
7. Met betrekking tot de adviezen, bedoeld in het zesde lid, deelt NS de partijen deugdelijk gemotiveerd mee waarom in voorkomende gevallen van het advies wordt afgeweken.
8. NS legt jaarlijks uiterlijk 15 oktober het ontwerp Vervoerplan aan de Concessieverlener voor, met daarin opgenomen:
a. de beschrijving van de adviezen, als bedoeld in het zesde lid, en de wijze waarop met de adviezen is omgegaan met een deugdelijke motivering als een advies niet is overgenomen;
b. de beschrijving van de prioriteiten uit de Beleidsprioriteitenbrief, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, en de wijze waarop hiermee is omgegaan, met een deugdelijke motivering indien deze niet worden overgenomen of hiervan wordt afgeweken;
c. de onderwerpen, vermeld in Bijlage 6.
9. In geval van het niet overnemen of afwijken van de prioriteiten uit de Beleidsprioriteitenbrief in het ontwerp Vervoer- plan als bedoeld in het achtste lid, onderdeel b, spannen NS en de Concessieverlener zich in om tot een gezamenlijk standpunt over en uitwerking van de betrokken onderdelen van de Beleidsprioriteitenbrief te komen.
10. In het geval dat NS en de Concessieverlener niet tot een gezamenlijk standpunt als bedoeld in het negende lid komen, kan de Concessieverlener een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar de vraag of de prioriteiten voldoen aan de criteria in het tweede lid. De Concessieverlener stemt de onderzoeksopdracht af met NS. NS werkt mee aan
dit onderzoek.
11. Indien na het onderzoek geen overeenstemming is bereikt tussen de Concessieverlener en NS, zal in overleg tussen de Concessieverlener, de Minister van Financiën in zijn rol als vertegenwoordiger van de aandeelhouder van NS, en NS naar een oplossing worden gezocht. De resultaten van dit overleg behoeven de instemming van de Concessieverlener, NS en de Minister van Financiën, die zij niet op onredelijke gronden zullen onthouden.
12. NS legt jaarlijks uiterlijk 1 december het Vervoerplan aan de Concessieverlener voor.
13. Het Vervoerplan behoeft de instemming van de Concessieverlener ten aanzien van:
a. de Prestatie-Indicatoren, inclusief bijbehorende definities en meetmethoden, voor zover deze afwijken van wat er in deze Concessie is bepaald;
b. de Bodemwaarden die gelden vanaf 2030;
c. de Streefwaarden 2033;
d. de uitwerking van de Programma’s;
e. de uitwerking van de prioriteiten in de Beleidsprioriteitenbrief.
14. Indien de Concessieverlener na overleg met NS niet kan instemmen met onderdelen van het door NS voorgestelde Vervoerplan, bedoeld in het dertiende lid, zal in overleg tussen de Concessieverlener, de Minister van Financiën in zijn rol als vertegenwoordiger van de aandeelhouder van NS en NS naar een oplossing worden gezocht. Om tot een oplossing te komen kunnen partijen besluiten een aanvullend onderzoek uit te (laten) voeren. De resultaten van dit overleg behoeven de instemming van de Concessieverlener, NS en de Minister van Financiën, die zij niet op onredelijke gronden zullen onthouden.
15. NS maakt het Vervoerplan, na toezenden door de Concessieverlener aan de Tweede Kamer, openbaar.
Artikel 52. Prestatie-Indicatoren en Programma’s
1. NS dient in elk kalenderjaar minimaal de bij Prestatie-Indicatoren, als genoemd in Bijlage 1, behorende Bodemwaarden te realiseren. NS xxxxxxx daarnaast naar het behalen van de Streefwaarden in kalenderjaar 2029 en in kalenderjaar 2033. De resultaten voor alle Prestatie-Indicatoren moeten controleerbaar tot stand komen op basis van representatieve onderzoeken, op statistisch verantwoorde wijze en zodanig dat een vergelijking tussen verschillende kalenderjaren mogelijk is.
2. Het Vervoerplan bevat een beschrijving van de Prestatie-Indicatoren, Programma’s en overige onderwerpen, opgenomen in Bijlage 6.
3. In de Beleidsprioriteitenbrief kan de Concessieverlener bepalen dat het Vervoerplan, in afwijking van het tweede lid, al dan niet gedurende een bepaalde periode of ten aanzien van een bepaald onderdeel van het HRN, geen beschrijving van één of meer Prestatie-Indicatoren hoeft te bevatten of daarvan mag afwijken.
4. De Concessieverlener kan rekening houdend met het derde lid met de Beleidsprioriteitenbrief maximaal één additionele Prestatie-Indicator voorstellen aan Bijlage 1, wanneer sprake is van een groot reizigersbelang dat niet tot uitdrukking komt in de overige Prestatie-Indicatoren.
5. Indien de Concessieverlener en NS daartoe gezamenlijk besluiten, kunnen Prestatie-Indicatoren en Informatie-Indica- toren jaarlijks worden gewijzigd. Daarnaast kunnen definities en meetmethoden uitsluitend worden gewijzigd wanneer daarover overeenstemming bestaat tussen de Concessieverlener en NS. Gewijzigde Prestatie-Indicatoren worden geacht deel uit te maken van Bijlage 1.
6. Uiterlijk bij de midterm review zal de Prestatie-Indicator ‘Zitplaatskans’ vervangen worden door de Prestatie-Indicator ‘Zitplaatstijd’, die vervolgens deel uit zal maken van Bijlage 1.
7. De Concessieverlener en NS bepalen in overleg of en in hoeverre wijzigingen (van definities en/of meetmethoden) van Prestatie-Indicatoren ingevolge het vijfde en zesde lid tevens een aanpassing van de afgesproken Bodem- en Streef- waarden vergen, waarbij de oorspronkelijke ambitie die vervat is in de waarde, wordt behouden.
8. Indien NS en de Infrastructuurbeheerder samen verantwoordelijk zijn voor de realisatie van een Prestatie-Indicator, Programma of overige verplichting, stemt NS de uitwerking van het betreffende onderdeel van het Vervoerplan af met de Infrastructuurbeheerder. Hierin dienen de Prestatie-Indicator, de voortgang van het Programma of de verplichting met de mijlpalen voor de komende jaren, de verantwoordelijkheden en de samenwerking beschreven te zijn.
Artikel 53. Beheer van de Concessie
1. NS voert periodiek overleg met de Concessieverlener over het beheer en de uitvoering van de Concessie. NS draagt er zorg voor dat aan een dergelijk overleg vertegenwoordigers van NS deelnemen die zijn gemachtigd om namens NS tijdens het overleg afspraken te maken en toezeggingen te doen.
2. NS en de Concessieverlener stellen voor inwerkingtreding van de Concessie gezamenlijk een beheerprotocol op aan de hand waarvan zij de Concessie beheren. Voor aanpassingen van het beheerprotocol gedurende de looptijd van de Concessie is instemming van NS en de Concessieverlener noodzakelijk.
3. Het beheerprotocol bevat onder andere:
a. de uitwerking van het werkproces van de jaarlijkse cycli, waaronder de (financiële) verantwoording, de Dienst- regeling en het Vervoerplan;
b. de wijze van vastlegging van de informatie ten behoeve van de berekening genoemd in artikel 75A;
c. de wijze, het niveau en frequenties van overleg en afstemming tussen NS en de Concessieverlener;
d. concretisering en afspraken ten aanzien van het dagelijkse concessiebeheer en de gewenste houding en het gewenste gedrag van Concessieverlener en NS en het escalatieproces;
e. een concretisering van en afspraken ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen op de definities en/of meetmethoden van de Prestatie-Indicatoren, Informatie-Indicatoren en de CIS-elementen conform de NS (en ProRail) definities en MIPOV-definities in Bijlage 2;
f. een beschrijving van het werkproces en de in te zetten interventie-instrumenten.
4. NS geeft uitvoering aan de afspraken in het beheerprotocol.
5. De Concessieverlener stelt voor inwerkingtreding van de Concessie een interventiemenu op, waarmee zij op passende wijze kan bijsturen ten aanzien van de uitvoering van de Concessie.
Artikel 54. Kwaliteitsmanagementsysteem
1. NS beschikt over een adequaat en actueel kwaliteitsmanagementsysteem dat is gericht op de verbetering van de kwaliteit van het vervoer en past dit bij de uitvoering van de Concessie toe.
2. NS is ten behoeve van het sturen op kwaliteit van het vervoer:
a. bekend met het verband tussen de eigen operationele doelen, de eigen activiteiten en de resultaten;
b. bekend met de interactie-effecten tussen de eigen doelen en activiteiten en die van de Infrastructuurbeheerder;
c. bekend met de langetermijneffecten van de wijze van bedrijfsvoering;
d. in staat om haar bedrijfsvoering in te richten naar de in de onderdelen a tot en met c bedoelde kennis.
Artikel 55. Financiële verantwoording
1. NS zendt de Concessieverlener jaarlijks uiterlijk 1 april een financiële verantwoording conform Bijlage 5A, inzake de uitvoering van deze Concessie in het voorafgaande kalenderjaar, zowel met als zonder bijzondere waardeverminderin- gen (impairments), vergezeld van de informatie in Bijlage 5B. De Concessieverlener zal de financiële verantwoording die NS aanlevert behandelen als vertrouwelijke informatie.
2. NS zendt de Concessieverlener jaarlijks uiterlijk 1 april een financiële prognose met in ieder geval de gegevens, bedoeld in Bijlage 5C, vergezeld van de informatie in Bijlage 5D. NS hanteert een zodanige prognosemethodiek zodat de prognoses onderling en met de financiële verantwoording vergelijkbaar zijn. De Concessieverlener kan de financiële prognose extern laten toetsen op consequente toepassing van de prognosemethodiek. De Concessieverlener zal de financiële prognose die NS aanlevert behandelen als vertrouwelijke informatie.
3. NS verstrekt bij de in het eerste lid bedoelde financiële verantwoording en bij de in het tweede lid bedoelde financiële prognose een toelichting waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de gehanteerde reikwijdte, uitgangspunten en aannames en voor de:
a. financiële verantwoording: op de veranderingen ten opzichte van het vorige jaar (realisatie jaar N ten opzichte van zowel de realisatie jaar N-1 als het prognose jaar N) en de verklaringen daarvoor;
b. financiële prognose: op de veranderingen ten opzichte van de prognose van het vorige jaar en de verklaringen daarvoor, alsmede een gedegen motivering.
4. Bij wijziging van het gekozen waarderingsstelsel of een wijziging van de toedeling van opbrengsten en kosten aan de concessie-activiteiten borgt NS de volgtijdelijke stelselmatigheid van de financiële verantwoording. Daartoe presenteert NS een pro forma financiële verantwoording van het jaar N-1 alsof de wijziging van het gekozen waarderingsstelsel al één jaar eerder is ingevoerd. De financiële prognose volgt het stelsel en de toedeling uit de meest recente financiële verantwoording.
5. De financiële verantwoording, bedoeld in het eerste lid, en de hiervoor benodigde administratie, voldoen aan de volgende eisen:
a. de in de financiële verantwoording gebruikte gegevens worden ontleend aan de gecontroleerde NS-administratie(s) die de basis is (zijn) van de jaarrekening van NS;
b. NS overlegt bij de verantwoording een accountantsverklaring over de financiële verantwoording inclusief bijzondere waardeverminderingen en waar de rapportagetolerantie wordt overschreden, zoals vastgelegd in het financieel controleprotocol, genoemd in het zesde lid, een door de accountant opgestelde rapportage van bevindingen over niet-gecorrigeerde of niet-toegelichte afwijkingen;
c. de administratie wordt op controleerbare wijze bijgehouden;
d. de toedeling van opbrengsten en kosten aan de concessieactiviteiten vindt plaats op basis van het financieel controleprotocol, genoemd in het zesde lid, en de voor dat jaar gerealiseerde opbrengsten en kosten. Deze toedeling is navolgbaar en de gebruikte gegevens worden ontleend aan de gecontroleerde NS-administratie(s) die de basis is (zijn) van de jaarrekening van NS.
6. NS en de Concessieverlener stellen voor inwerkingtreding van de Concessie een financieel controleprotocol op aan de hand waarvan de accountant zijn werkzaamheden verricht en zijn verklaring en rapportage van bevindingen, als bedoeld in het vijfde lid, onderdeel b, opstelt. Voor aanpassingen van dit protocol gedurende de looptijd van de Concessie is instemming van NS en de Concessieverlener noodzakelijk. NS verwijst in haar opdracht aan de accountant, ten behoeve van het vijfde lid, onderdeel b, naar dit financieel controleprotocol, aan de hand waarvan de financiële verantwoording wordt gecontroleerd.
Artikel 56. Verantwoording
1. NS rapporteert aan de Concessieverlener over de uitvoering van de Concessie en lopende Programma’s:
a. in een halvaarrapportage, conform Bijlage 3: vóór 1 september van ieder jaar. NS maakt de halvaarrapportage openbaar na toezenden door de Concessieverlener aan de Tweede Kamer;
b. in een jaarrapportage, conform Bijlage 4: vóór 1 maart van ieder jaar. NS maakt de jaarrapportage openbaar na toezenden door de Concessieverlener aan de Tweede Kamer.
2. NS stelt de definities zodanig op en richt haar meetmethoden zodanig in dat de resultaten van de Prestatie- en Informatie-Indicatoren, die NS in de verantwoordingsrapportages beschrijft conform Bijlage 3 en Bijlage 4, een betrouwbaar beeld geven van de prestaties van NS.
3. NS werkt op verzoek van de Concessieverlener mee aan de OV-Klantenbarometer van het CROW-KpVV of diens opvolger.
4. De Concessieverlener laat, indien zij dit gewenst acht, een onafhankelijke derde een audit uitvoeren naar de meting van de prestaties, bedoeld in het tweede lid. NS verleent haar medewerking aan deze audit.
5. Op verzoek van de Concessieverlener voert NS een audit uit naar de uitvoering van onderdelen van deze Concessie, dan wel verleent NS haar medewerking aan een in opdracht en voor rekening van de Concessieverlener door een onafhan- kelijke derde uit te voeren audit naar de uitvoering van onderdelen van deze Concessie. De Concessieverlener bepaalt de omvang, aard en reikwijdte van de audit na overleg met NS. Indien de Concessieverlener daar om verzoekt, omschrijft NS in het Vervoerplan de maatregelen die naar aanleiding van de audit door NS genomen worden.
Artikel 57. Bonus-malus systematiek
1. NS schiet tekort in het realiseren van een Bodemwaarde wanneer:
a. in het geval de Bodemwaarde weergegeven is in hele procenten, er na rekenkundige afronding tot op een procent een negatieve afwijking bestaat van één procent of een veelvoud daarvan;
b. in het geval de Bodemwaarde weergegeven is in tiende procenten, er na rekenkundige afronding tot op een tiende procent een negatieve afwijking bestaat van één tiende procent of een veelvoud daarvan;
c. in het geval de Bodemwaarde weergegeven is in gehele getallen, er na rekenkundige afronding een negatieve afwijking bestaat van ten minste één;
d. in het geval de Bodemwaarde weergegeven is in een rapportcijfer, er na rekenkundige afronding een negatieve afwijking bestaat van ten minste één tiende.
2. Indien NS in enig kalenderjaar tekortschiet in het realiseren van één of meer Bodemwaarden, genoemd in Bijlage 1, is NS gehouden een geldsom te voldoen, behoudens wanneer naar het oordeel van de Concessieverlener:
a. voor het tekortschieten al dan niet op grond van artikel 79 een rechtvaardigingsgrond bestaat; of
b. een relevant Programma wordt uitgevoerd ten aanzien van een Prestatie-Indicator waarop NS tekortschiet.
3. De geldsom, bedoeld in het tweede lid, bedraagt 500.000 euro per niet gehaalde Xxxxxxxxxxx bij een eerste maal tekortschieten. De geldsom bedraagt 750.000 euro bij een tweede maal tekortschieten en 1 miljoen euro bij een derde of volgende keer tekortschieten op de betreffende Bodemwaarde. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.
4. De totale geldsom voor het tekortschieten in het realiseren van één of meer Bodemwaarden bedraagt ten hoogste 6,5 miljoen euro per jaar. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.
Meeteenheid Afwijkingen per meeteenheid
5. Indien NS de Streefwaarden voor 2029 en 2033, als opgenomen in Bijlage 1, niet haalt, is NS per Prestatie-Indicator een maximale geldsom van 1,5 miljoen euro verschuldigd behoudens het geval dat voor het niet halen van een Streefwaarde naar het oordeel van de Concessieverlener al dan niet op grond van artikel 79 een rechtvaardigingsgrond bestaat. Indien NS de bedoelde waarden haalt, ontvangt NS maximaal 1 miljoen euro per Prestatie-Indicator. Beoordeeld wordt conform het puntensysteem in navolgende tabel, waarbij een punt gelijk is aan 500.000 euro. De in dit lid genoemde bedragen worden niet geïndexeerd.
Procenten (afronding cf. eerste lid, onder a en b) | <-1,5% | -1,5% tot -1% | -1% tot -0,5% | -0,5% tot 1% | 1% tot 2% | >2% |
Gehele getallen (afronding cf. eerste lid, onder c) | <-25% | -25% tot -15% | -15% tot -5% | -5% tot en met 5% | >5% tot en met 15% | >15% |
Rapportcijfer (afronding cf. eerste lid, onder d) | <-0,6 | -0,6 tot -0,4 | -0,4 tot -0,2 | -0,2 tot en met 0,2 | >0,2 tot en met 0,4 | >0,4 |
Score | -3 punten | -2 punten | -1 punt | 0 punten | 1 punt | 2 punten |
6. Het vijfde lid levert in 2029 en 2033 maximaal een door NS te betalen geldsom van 15 miljoen euro op, dan wel maxi- maal een door de Concessieverlener te betalen bedrag van 10 miljoen euro. Deze bedragen worden niet geïndexeerd.
7. De Concessieverlener kan met inachtneming van de Algemene wet bestuursrecht, ten aanzien van andere verplichtingen dan bedoeld in het tweede lid, waaronder Programma’s, gebruik maken van zijn bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom.
Artikel 58. Midterm review
1. NS verleent haar medewerking aan de Concessieverlener bij het uitvoeren van een midterm review in 2029, waarin de Concessieverlener onderzoekt in welke mate de uitvoering van de Concessie door NS bijdraagt aan de invulling van de beleidsdoelen. In de midterm review worden in ieder geval de volgende zaken beoordeeld:
a. de werking van de sturingsrelatie tussen de Concessieverlener en NS, het bijbehorende instrumentarium en het sanctioneringsregime;
b. de realisatie van de voor Prestatie-Indicatoren opgenomen Streefwaarden voor 2029, genoemd in Bijlage 1;
c. de werking en geboden functionaliteit van het CIS;
d. de mate van het bereiken van spreiding als bedoeld in artikel 13;
e. de samenwerking met derden, met inachtneming van de samenwerkingsstrategie en afspraken als bedoeld in artikel 39;
f. de mate waarin, voor zover relevant op het moment van uitvoering van de midterm review, wordt voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 71, 72 en 73;
g. de werking van het concessievolume en van de reikwijdte;
h. de mogelijkheid (deels) uitvoering te geven aan moties 29984-11358, -11449 en -116210. De concessieverlener en NS spannen zich in om voorafgaand aan de midterm review zicht te krijgen op de wijze waarop en per wanneer (deels) uitvoering kan worden gegeven aan deze moties. NS en de Concessieverlener treden in overleg met de Infrastruc- tuurbeheerder om in kaart te laten brengen welke infrastructurele aanpassingen (eventueel) nodig zijn voor de (gedeeltelijke) uitvoering. NS betrekt de conclusies naar aanleiding van dit overleg bij een door haar uit te werken voorstel. NS treedt tevens in overleg met de relevante Decentrale Overheden over dit voorstel. De Concessieverlener bepaalt vervolgens of het voorstel van NS mee wordt genomen in de aanpassingen naar aanleiding van de
midterm review;
i. de hoogte van de concessiesubsidie(s), de financiële uitgangspunten en de business case die ten grondslag hebben gelegen aan deze Concessie, de verdeling van risico’s en de gevolgen van externe ontwikkelingen, waarbij gekeken wordt naar de impact van deze elementen op de financiële balans van de Concessie. Indien wordt geconstateerd dat hierdoor de financiële balans van de Concessie is verstoord, is artikel 76, negende lid, van overeenkomstige toepassing.
8 Kamerstukken II 2022/23, 29984, nr. 1135.
9 Kamerstukken II 2022/23, 29984, nr. 1144.
10 Kamerstukken II 2022/23, 29984, nr. 1162.
2. De Concessieverlener maakt het resultaat van de midterm review openbaar, behoudens voor zover deze bedrijfs- vertrouwelijke gegevens bevat.
3. Naar aanleiding van de midterm review worden in ieder geval:
a. Bodemwaarden vanaf 2030 en Streefwaarden voor 2033 vastgesteld en vervolgens Bijlage 1 overeenkomstig aangepast; en
b. de actualisatie als bedoeld in artikel 8, tweede lid, vastgelegd.
Artikel 59. Evaluatie
1. NS verleent op eerste verzoek van de Concessieverlener, haar medewerking aan één of meer evaluaties van deze Concessie door of namens de Concessieverlener.
2. De Concessieverlener kan in het geval dat zij hier aanleiding toe ziet, zoals wanneer een tekortkoming van de verplich- tingen uit de Concessie wordt gesignaleerd, NS vragen een specifieke evaluatie uit te voeren. De resultaten van deze evaluatie rapporteert NS aan de Concessieverlener.
3. NS levert medewerking aan evaluaties die de Concessieverlener in 2028 en 2031 verricht naar de meerwaarde van het CIS op de gestelde doelen, de verhouding tussen meerwaarde en kosten, alsmede het geëiste en het gerealiseerde kwaliteitsniveau van de informatie die NS in het CIS verstrekt. De Concessieverlener kan hierbij de verschillende groepen betrekken genoemd in artikel 65, eerste lid. NS voert het gesprek met de Concessieverlener over bevindingen en eventuele aanpassingen ter verbetering. NS is verplicht om overeengekomen aanpassingen in het op het evaluatie- moment volgende jaar uit te voeren.
4. De Concessieverlener en NS evalueren in de eerste helft van 2026 de opzet van het Vervoerplan en van het Productiemodel.
Artikel 60. Benchmark
1. NS voert op basis van samenwerking met andere ondernemingen twee benchmarks uit gedurende de looptijd van de Concessie, waarin een vergelijking wordt gemaakt met ten minste vier vergelijkbare ondernemingen, over ten minste de volgende onderwerpen:
a. aantrekkelijk product voor NS-reizigers (waaronder klanttevredenheid, Reisinformatie, duurzaamheid en service);
b. kwaliteit van de dienst (waaronder punctualiteit, uitval, Dienstregeling);
c. capaciteit en benutting, en de daarbij behorende prestaties, en
d. productiviteitsontwikkeling.
2. Indien NS na aantoonbare inspanning geen vier vergelijkbare ondernemingen als bedoeld in het eerste lid kan vinden om de vergelijking in het eerste lid uit te voeren, treedt NS hierover in overleg met de Concessieverlener om vervolgens te bezien op welke andere wijze (deels) aan het eerste lid uitvoering kan worden gegeven.
3. In overleg tussen de Concessieverlener en NS kunnen aan de in het eerste lid genoemde onderwerpen, specifieke relevante onderwerpen worden toegevoegd.
4. NS maakt, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is en waar dit toegevoegde waarde heeft, een analyse van beschikbare historische gegevens over de onderwerpen, genoemd in het eerste en derde lid, en de daarbij behorende prestaties.
5. Op verzoek van de Concessieverlener verleent NS haar medewerking aan een in opdracht van de Concessieverlener uit te voeren aanvullende benchmark van onderdelen van de uitvoering van de Concessie.
6. NS gebruikt de resultaten van de benchmarks om haar prestaties te monitoren en prestatieverbetering te bevorderen.
7. NS brengt zo spoedig mogelijk aan de Concessieverlener schriftelijk verslag uit over de benchmark, waarin in ieder geval een toelichting wordt gegeven op de geconstateerde verschillen en de inzichten die de benchmark heeft opgeleverd over het verbeteren van de prestaties van NS. NS levert in ieder geval in 2028 en in 2031 een rapport aan
de Concessieverlener.
Artikel 61. Programma
1. NS voert de Programma’s uit, genoemd in Bijlage 8. Zij doet dit, voor zover relevant, in nauwe samenwerking met de Infrastructuurbeheerder en andere vervoerders.
2. De Concessieverlener kan NS opdragen om Programma’s op te stellen en uit te voeren als:
a. de realisatie van de Prestatie-Indicatoren herhaaldelijk onder de afgesproken Xxxxxxxxxxxx blijft;
b. een substantieel deel van de NS-reizigers herhaaldelijk wordt geconfronteerd met onevenredig lagere prestaties;
c. uit een audit, benchmark of evaluatie als bedoeld in de Concessie, de noodzaak voor een Programma volgt of;
d. zich een acute noodsituatie voordoet die negatieve gevolgen heeft voor de uitvoering van de Concessie.
3. De Concessieverlener maakt van het Programma, bedoeld in het tweede lid, het gewenste doel kenbaar in de Beleidsprioriteitenbrief. Daarbij vermeldt zij de termijn waarbinnen NS uitvoering moet geven aan het Programma en welke partijen NS bij de uitvoering moet betrekken.
4. NS beschrijft in een plan van aanpak eenduidig de aanpak van het Programma, de te verrichten activiteiten, de (tussen) resultaten, de mijlpalen en de planning en zendt dit plan van aanpak toe aan de Concessieverlener. Waar relevant geeft NS aan hoe zij de verantwoordelijkheden en de gemaakte afspraken over de samenwerking met de Infrastructuur- beheerder en andere vervoerders vormgeeft.
5. NS neemt een beschrijving van het plan van aanpak, als bedoeld in het vierde lid, op in het Vervoerplan. Indien de uitvoering van een Programma een spoedeisend karakter heeft, kunnen de Concessieverlener en NS afwijken van het derde en vierde lid en voert NS dit Programma vooruitlopend op het nieuwe Vervoerplan uit.
6. Indien NS bij het opstellen van het Programma afwijkt van de aanwijzingen van de Concessieverlener als in het derde lid bepaald, maakt NS dit schriftelijk en gemotiveerd kenbaar aan de Concessieverlener en is artikel 51, negende tot en met elfde lid, van overeenkomstige toepassing.
7. NS vraagt de Concessieverlener onder toezending van het plan van aanpak goedkeuring voor het Programma. NS vangt aan met het Programma nadat goedkeuring is verkregen. Bij de goedkeuring geeft de Concessieverlener aan of, en indien dat het geval is voor welke Prestatie-Indicatoren, het Programma aan te merken valt als een relevant Programma als bedoeld in artikel 57, tweede lid, onderdeel b.
8. De Concessieverlener kan het separaat vastleggen van specifieke afspraken over Programma’s, bedoeld in het tweede lid, tussen de daarbij betrokken of te betrekken partijen initiëren.
9. NS kan de Concessieverlener verzoeken een Programma als afgerond te beschouwen. De Concessieverlener vermeldt in de Beleidsprioriteitenbrief welke Programma’s de Concessieverlener als afgerond beschouwt.
Artikel 62. Verbeterplan
1. De Concessieverlener kan NS opdragen een verbeterplan op te stellen en uit te voeren indien NS gedurende een langere periode, afhankelijk van de betreffende eis uit de Concessie, niet, of naar het oordeel van de Concessieverlener in onvoldoende mate, uitvoering geeft aan die specifieke eis uit de Concessie.
2. De Concessieverlener stelt NS in de gelegenheid om op de constateringen te reageren en eventueel schriftelijk gemoti- veerd kenbaar te maken waarom een verbeterplan volgens NS niet nodig is. In geval Concessieverlener en NS een verschil van inzicht hebben over de noodzaak van een verbeterplan treden Concessieverlener en NS hierover in overleg.
3. Alvorens de Concessieverlener NS opdraagt een verbeterplan op te stellen, stelt de Concessieverlener NS van haar voornemen in kennis en stelt zij NS in de gelegenheid om binnen een redelijke, in overleg met NS bepaalde termijn, de uitvoering van de eis in voldoende mate te verbeteren.
4. De Concessieverlener maakt het beoogde doel van het verbeterplan schriftelijk aan NS kenbaar. Daarbij vermeldt de Concessieverlener de, in overleg met NS bepaalde, termijn waarbinnen NS uitvoering moet geven aan het verbeterplan.
5. In het verbeterplan zet NS uiteen welke acties zij binnen de afgesproken termijn neemt, en welk effect zij hiervan verwacht. NS stuurt het verbeterplan ter informatie aan de Concessieverlener en licht dit, waar nodig toe in een regulier periodiek overleg. NS behoeft voor het verbeterplan geen goedkeuring van de Concessieverlener.
6. NS informeert de Concessieverlener over de uitvoering van het verbeterplan in ieder geval in de reguliere periodieke overleggen. NS kan de Concessieverlener verzoeken een verbeterplan als afgerond te beschouwen.
6.2 De beschikbaarheid van informatie en data
Artikel 63. Transparantie
1. NS stelt zich open en transparant op naar de reizigers, de bij de deur-tot-deur reis betrokken partijen, bedoeld in artikel 39, eerste lid, en de Concessieverlener door inzicht te bieden in alle vigerende Prestatie-Indicatoren en Informatie-Indi- catoren als opgenomen in Bijlage 1.
2. NS geeft, waar relevant en technisch mogelijk, ook inzicht in gedifferentieerde informatie, en maakt deze openbaar aan de Concessieverlener, reizigers en overheden.
3. NS biedt het in het tweede lid bedoelde inzicht door tijdig de meest actuele informatie op een toegankelijke wijze beschikbaar te stellen. De wijze waarop dit plaatsvindt, stemt NS af met de Concessieverlener gedurende de looptijd van de concessie.
Artikel 64. Informatieverstrekking
1. NS verstrekt op verzoek van de Concessieverlener informatie ten behoeve van het toezicht op de uitvoering van deze Concessie. NS levert de informatie binnen een termijn van maximaal zes weken aan de Concessieverlener. NS kan gemotiveerd uitstel vragen aan de Concessieverlener indien de termijn van zes weken volgens haar niet haalbaar is.
2. Onder de in het eerste lid omschreven verplichting wordt mede begrepen het geven van inzage in zakelijke gegevens en bescheiden. Van deze gegevens worden aan de Concessieverlener kopieën verstrekt, tenzij gerechtvaardigde belangen van NS zich daartegen verzetten.
3. NS verstrekt op schriftelijk verzoek van de Concessieverlener de bij NS aanwezige beschikbare informatie of daaruit af te leiden informatie ten behoeve van de beleidsmatige ontwikkeling van het openbaar vervoer per trein op de korte en lange termijn.
4. De Concessieverlener kan aan haar geleverde informatie, ten gevolge van het eerste of derde lid, en/of de totstand- koming van die informatie door een door haar aan te wijzen externe partij laten auditen. Indien de Concessieverlener daar om verzoekt, omschrijft NS in het Vervoerplan de maatregelen die naar aanleiding van de audit door NS genomen worden.
5. De Concessieverlener kan de op basis van dit artikel geleverde informatie, en analyses gebaseerd op deze informatie, naar eigen inzicht gebruiken en beschikbaar stellen aan derden.
6. NS kan bij de informatieverstrekking op grond van dit artikel de Concessieverlener gemotiveerd verzoeken de betref- fende informatie als bedrijfsvertrouwelijk aan te merken. Indien de Concessieverlener het verzoek van NS afwijst, wordt dit gemotiveerd kenbaar gemaakt aan NS. Indien de Concessieverlener de informatie als vertrouwelijk aanmerkt, wordt de informatie niet gedeeld met derden.
7. NS meldt ontwikkelingen of incidenten met potentieel aanmerkelijke gevolgen voor de uitvoering van de Concessie zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen zes weken aan de Concessieverlener.
8. Op verzoek van de Concessieverlener verstrekt NS binnen een redelijke termijn, aan een Decentrale Overheid informa- tie, voor zover gewenst gedifferentieerd, met betrekking tot de ontwikkeling van de tarieven en de verwachte vervoer- vraag, voor zover de Decentrale Overheid die informatie nodig heeft voor de vorming van beleid inzake het openbaar vervoer of de ruimtelijke ontwikkeling. De vorige zin geldt alleen voor zover die informatie niet bedrijfsvertrouwelijk is.
Artikel 65. CIS
1. Onverminderd artikel 64 is NS transparant richting de Concessieverlener over activiteiten die NS verricht binnen de scope van de Concessie door de in Bijlage 2 genoemde informatie-elementen met de Concessieverlener te delen via CIS. De inhoudelijke basis van het CIS wordt gevormd door het MIPOV. NS verstrekt de gegevens in de frequentie en vorm, beschreven in Bijlage 2. De Concessieverlener mag de uit het CIS verkregen informatie en analyses op basis hiervan gebruiken. NS maakt binnen het CIS onderscheid naar verschillende niveaus en toegangsrechten voor verschillende groepen: de Concessieverlener, Decentrale Overheden, Infrastructuurbeheerder en overige partijen.
2. Indien Concessieverlener en NS daartoe gezamenlijk besluiten, kunnen de definities en meetmethoden van de CIS-ele- menten conform NS (en ProRail) definitie: gereden treinen, aankomstpunctualiteit, bezettingsgraad en klachtenover- zicht jaarlijks worden gewijzigd. De definities van de overige CIS-elementen zijn opgenomen binnen het MIPOV. Voor een bruikbare invulling van het CIS kunnen de Concessieverlener en NS gezamenlijk besluiten om de MIPOV definities passend te maken voor de Concessie.
3. NS voedt het CIS met al dan niet bewerkte data uit bronsystemen van haarzelf of van andere partijen waarmee NS samenwerkt. NS maakt hierbij inzichtelijk of en zo ja welke soort bewerkingen op de data NS heeft toegepast om tot informatie-elementen te komen. NS richt het CIS zodanig in dat:
a. NS informatie-elementen conform de Bijlage 2 beschikbaar maakt;
b. het de Concessieverlener in staat stelt de benodigde beleidsmatige analyses uit te voeren op de in onderdeel a genoemde data, en
c. het de vereiste publiek toegankelijke informatie, als bedoeld in Bijlage 2 onder overige partijen, beschikbaar maakt. Het is NS toegestaan om binnen het CIS separate IT-omgevingen in te richten. Het staat NS vrij om ook andere informa- tie dan de in Bijlage 2 genoemde informatie-elementen in het CIS op te nemen, als zij dit wenselijk of noodzakelijk acht.
4. NS neemt actief deel aan de werkgroep die de actualiseringen van het MIPOV voorbereidt. NS en Concessieverlener besluiten in gezamenlijkheid of en op welke wijze de actualiseringen van het MIPOV worden doorgevoerd in het CIS. Na besluitvorming wordt Bijlage 2 indien nodig gewijzigd. NS brengt na de besluitvorming binnen redelijke termijn het CIS in lijn met de genomen besluiten.
5. Het publiek toegankelijke gedeelte van het CIS is laagdrempelig toegankelijk, dus zonder gebruikersnaam of inlogcode.
6. NS heeft het CIS bij aanvang van de Concessie volledig ingericht en werkend. NS kan hiervoor uitstel vragen indien zij dit op basis van een stappenplan kan onderbouwen. In dat geval treden NS en Concessieverlener in overleg over een nieuwe datum die maximaal een jaar ligt na de ingang van de concessie. NS is gehouden de informatie-elementen, bedoeld in Bijlage 2, aan de Concessieverlener beschikbaar te stellen vanaf aanvang van de Concessie. Gedurende de periode tussen de gunning en de ingang van de Concessie overlegt NS over de voortgang van de inrichting van het CIS.
7. NS en de Concessieverlener maken afspraken over het gebruik van de data en informatie uit het CIS, of analyses gebaseerd op informatie afkomstig uit het CIS en de wijze waarop deze gebruikt kunnen worden door of beschikbaar kunnen worden gesteld aan de groepen, bedoeld in het eerste lid. Hierbij wordt rekening gehouden met de geldende wet- en regelgeving. Het voorgaande geldt ook voor informatie die uit het CIS wordt opgevraagd in het kader van de Wet open overheid (Woo).
8. Bij de inrichting van het CIS besteedt NS aandacht aan privacy en voert zo nodig een ‘data protection impact assess- ment’ (DPIA) uit. Bij de inrichting van het CIS worden de uitkomsten van de DPIA in acht genomen. Indien de uitkomsten van de DPIA nopen tot afwijking van de Concessie voert NS hierover overleg met de Concessieverlener.
9. Bij de inrichting van het CIS zorgt NS ervoor dat de historische data minimaal vijf jaar bewaard kunnen worden in de database. NS zorgt ervoor dat in ieder geval voor het eerst vanaf 2030 over een periode van vijf jaar de historische data beschikbaar zijn, met inachtneming van het achtste lid.
10. Ten einde de continuïteit te borgen, stelt NS bij het einde van de Concessie de in het CIS aanwezige informatie van de gehele concessieperiode ter beschikking aan de Concessieverlener. De Concessieverlener en NS kunnen een regeling treffen voor de overdracht van informatie, als bedoeld in de eerste volzin.
Artikel 66. Voorwaarden CIS
1. NS actualiseert de data en informatie-elementen in het CIS ten minste volgens de specificatie en frequentie, opgeno- men in Bijlage 2 en draagt er zorg voor dat de data juist zijn. Indien de data zijn bewerkt, wordt dit vermeld in het CIS.
2. Alle informatie uit het CIS moet beschikbaar zijn en geleverd worden in downloadbare, inleesbare en algemeen geaccepteerde formats. Voor de verschillende groepen, als bedoeld in artikel 65, eerste lid, zijn de aggregatie- en rechtenniveaus apart gedefinieerd.
3. Eventuele wijzigingen of overgangen van bestandstype legt NS ten minste zes maanden van tevoren aan de Concessie- verlener voor. Wijzigingen van het bestandstype zijn compatibel met de eerdere versies. Bij de meer ingrijpende wijzigingen van de techniek treden de Concessieverlener en NS in overleg om te bepalen hoe hiermee omgegaan
moet worden.
4. NS richt het CIS zodanig in dat ten minste de Concessieverlener en de Infrastructuurbeheerder met meerdere accounts en conform artikel 65 toegang hebben tot het CIS. De Concessieverlener kan informatie en (delen van de) datasets downloaden voor analysedoeleinden. NS richt het CIS verder zodanig in dat ten minste de Concessieverlener in staat is analyses te maken met combinaties van informatie-elementen, zonder dat hiermee wijzigingen kunnen worden veroorzaakt in het CIS. NS zorgt ervoor dat de Concessieverlener te allen tijde (zeven dagen per week en 24 uur per dag) tot alle onderdelen van het CIS toegang heeft en dat de Concessieverlener de beschikking heeft over de data en informatie-elementen in het CIS. Het CIS is minimaal 95 procent van deze tijd beschikbaar voor gebruik rekening houdend met noodzakelijk onderhoud aan het systeem.
5. NS waarborgt dat data niet verloren gaan door hardware- of softwareproblemen.
Artikel 67. Dataformats
1. NS voldoet aan de wet- en regelgeving voor het openbaar maken van informatie. Daarnaast voldoet NS aan besluiten binnen het NOVB die betrekking hebben op het openbaar maken van informatie.
2. NS stemt de koppeling van data en informatie af met de Infrastructuurbeheerder en/of andere partijen waarmee NS samenwerkt voor informatie ten behoeve van het CIS en gebruikt zoveel mogelijk gelijke formats om consistentie te borgen.
3. NS werkt constructief samen met andere concessiehouders en concessieverleners binnen het samenwerkingsverband Decentrale OV-autoriteiten (DOVA), het platform Beheer Informatie Standaarden Openbaar Vervoer Nederland (BISON) en de databank Nationale Data Openbaar Vervoer (NDOV) of diens opvolgers, teneinde standaarden van de vorm waarin informatie aan derden beschikbaar wordt gesteld te beheren en te ontwikkelen.
4. NS stelt gegevens voor Reisinformatie, zoals deze zijn omschreven en van standaarden zijn voorzien in Bijlage 1 van het Publicatiedocument NDOV of diens opvolgers, transparant en kosteloos voor derden beschikbaar via de
NDOV-loketten.
6.3 Innovatie
Artikel 68. Innovatie- en ontwikkelagenda
5. NS stelt voor de inwerkingtreding van de Concessie een innovatie- en ontwikkelagenda op. Dat doet zij in samen- werking met de Infrastructuurbeheerder, voor die onderwerpen waarbij de Infrastructuurbeheerder betrokken is, en andere partijen. NS geeft daarbij in ieder geval een overzicht van de ontwikkelingen die NS initieert op het vlak van:
a. de verbetering van het vervoerproduct;
b. de verbetering van de deur-tot-deurreis;
c. de benutting van het spoorsysteem.
6. De innovatie- en ontwikkelagenda wordt bij de inwerkingtreding van de Concessie gedeeld met de Concessieverlener en in 2029 herzien. NS informeert de Concessieverlener over deze herziening. NS dient implementatie van innovaties uit de innovatie- en ontwikkelagenda in het Vervoerplan van het betreffende jaar op te nemen.
Artikel 69. Uitvoering geven aan netwerkontwikkeling en systeemsprongen
NS stelt zich proactief op ten opzichte van door de Concessieverlener gesteunde of geïnitieerde systeemoverstijgende innovaties. Dit omvat bijvoorbeeld het meewerken aan het beantwoorden van vragen en de uitwerking van scenario’s, alsmede het bieden van inhoudelijke expertise. NS neemt, op verzoek van en onder regie van de Concessieverlener, deel aan zogeheten ‘ontwikkelteams’.
Artikel 70. Pilots en experimenten
1. NS kan de Concessieverlener verzoeken toestemming te verlenen voor afwijking van voorschriften in de Concessie indien NS een experiment of pilot wenst uit te voeren met een nieuw product of nieuwe dienst. De Concessieverlener kan toestemming verlenen als het nieuwe product of de nieuwe dienst tot doel heeft NS-reizigers per saldo een verbetering van hun deur-tot-deurreis te bieden of als dit product of deze dienst een breder maatschappelijk
belang dient.
2. In het geval dat (een onderdeel van) het product of de dienst waar het experiment of de pilot betrekking op heeft in het reguliere aanbod van NS wordt opgenomen, zijn daarop alle voorschriften van de Concessie van toepassing.
3. Een verzoek tot afwijking als bedoeld in het eerste lid, gaat in ieder geval vergezeld van:
a. een concrete beschrijving van het experiment of de pilot, de doelstelling daarvan en de te behalen resultaten;
b. de artikelen uit de Concessie waarvan NS afwijking vraagt;
c. de begindatum en de duur van het experiment of de pilot;
d. een onderbouwing waarom afwijking noodzakelijk is;
e. de criteria op basis waarvan en het moment waarop NS beoordeelt of het experiment of de pilot hetzij wordt beëindigd, hetzij (deels) wordt opgenomen in het reguliere aanbod van NS.
4. Toestemming tot afwijking wordt verleend voor de duur van het experiment of de pilot.
5. NS rapporteert aan de Concessieverlener binnen redelijke termijn na afloop van het experiment of de pilot omtrent de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk, alsmede haar beslissing inzake het opnemen van het product of de dienst in het reguliere aanbod van NS. NS informeert ook de Consumentenorganisaties hierover.
6. NS kan voor een experiment of een pilot met een nieuw product of nieuwe dienst in beginsel slechts eenmaal toestemming tot afwijking verkrijgen.
7. Opvolging van de Concessie
Artikel 71. Informatiebepalingen
1. NS verstrekt, binnen een door de Concessieverlener te bepalen termijn, aan de Concessieverlener de informatie die de Concessieverlener noodzakelijk acht voor de voorbereiding van de verlening van een opvolgende concessie. Bijlage 11 beschrijft welke informatie dit ten minste betreft. Artikel 64, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing op de informatieverstrekking op grond van dit artikel.
2. NS levert de informatie, bedoeld in het eerste lid in downloadbare, inleesbare en algemeen geaccepteerde formats. NS kan hierbij gebruikmaken van het CIS. Op verzoek van de Concessieverlener actualiseert en/of herziet NS gedurende de looptijd van de Concessie de informatie die uitgevraagd wordt in het eerste lid. NS voorziet de opgave van informatie, bedoeld in het eerste lid, van een onafhankelijke beoordeling door onafhankelijke deskundigen die worden aangewezen door de Concessieverlener.
3. Indien dit op basis van een marktordeningsbesluit van de Concessieverlener nodig blijkt, werkt NS na afronding van de midterm review mee aan het kunnen toepassen van de voorgestelde wijze van verlening van een concessie bij een eventuele (gedeeltelijke) overgang naar (een) andere concessiehouder(s).
Artikel 72. Productiemiddelen
1. NS houdt zich aan de afspraken in het ‘Convenant inzake Productiemiddelen’ over de eigendoms- en gebruiksrechten van de productiemiddelen, waaronder het rollend materieel, die NS inzet voor de uitvoering van de Concessie.
2. Artikel 43a van de Wet is niet van toepassing.
Artikel 73. Informatieverplichtingen NS-reizigersdata
NS verstrekt op verzoek van de Concessieverlener een opgave van ten minste de voorgaande drie jaren met de informatie als opgenomen in Bijlage 11, onder ‘NS-reizigersdata’, voor zover deze informatie beschikbaar is en op grond van wet- en regelgeving mag worden gedeeld. NS levert deze informatie indien mogelijk via het CIS. Artikel 64, zesde lid, is van overeen- komstige toepassing op de informatieverstrekking op grond van dit artikel.
8. Slotbepalingen
Artikel 74. Concessiesubsidie
1. NS ontvangt voor de uitvoering van de Concessie een jaarlijkse subsidie van 5,5 miljoen euro.
2. De in het eerste lid bedoelde subsidie wordt verhoogd met:
a. een jaarlijks bedrag van 7,5 miljoen euro voor het financieren van de kosten voor technisch, applicatie- en functioneel beheer van het landelijke reisinformatiesysteem; en
b. een jaarlijks bedrag van maximaal 4,5 miljoen euro voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de provincie Zeeland, in lijn met het Advies Compensatiepakket Vlissingen en Zeeland ‘Wind in de zeilen – een nieuwe start’ van 26 juni 2020.
3. Betaling van deze subsidie vindt uiterlijk 15 december van elk kalenderjaar plaats.
4. De bedragen in dit artikel worden niet geïndexeerd.
Artikel 75. Uitvoering van de Concessie
1. NS voert de Concessie uit voor eigen rekening en risico, tenzij in de Concessie afwijkende afspraken zijn opgenomen.
2. NS maakt bij het uitvoeren van de Concessie voor zover nodig gebruik van andere vennootschappen die behoren tot het NS-concern.
3. Het is NS toegestaan voor de uitvoering van de Concessie derden in te schakelen waarbij NS instaat voor nakoming van de verplichting(en) van die derden.
4. De Concessieverlener en NS kunnen in overleg treden over het onderwerp spoorstaafschade aan de infrastructuur van de hogesnelheidslijn. De vorige zin kent geen werking indien de Concessieverlener en NS voor de inwerkingtreding van de Concessie overeenstemming hebben bereikt hierover.
5. De Concessieverlener en NS kunnen in overleg treden over (de gevolgen van) de mogelijke snelheidsbeperkingen of andere beperkingen als gevolg van de infrastructuur op en rondom de hogesnelheidslijn.
Artikel 75A. Redelijk rendement
1. Gelijktijdig met de financiële verantwoording, als bedoeld in artikel 55, verstrekt NS de gemiddelde ROI (return on investment vóór belastingen) die NS gedurende de looptijd van de Concessie gerealiseerd heeft. De gemiddelde ROI wordt als volgt berekend (zonder de effecten van bijzondere waardeverminderingen (impairments) en na toepassing van artikel 77):
2. Indien uit het eerste lid volgt dat over de jaren 2025 tot en met 2029 de gemiddelde ROI hoger is dan 6,3 procent, betaalt NS de Concessieverlener een vergoeding. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan het bedrag waarmee de bedrijfsresultaten over de kalenderjaren 2025 tot en met 2029 verlaagd moeten worden om tot een gemiddelde ROI vóór belastingen van 6,3 procent te komen.
3. Indien uit het eerste lid volgt dat over de jaren 2025 tot en met 2033 de gemiddelde ROI hoger is dan 6,3 procent, betaalt NS de Concessieverlener een vergoeding. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan het bedrag waarmee de bedrijfsre- sultaten over de kalenderjaren 2025 tot en met 2033 verlaagd moeten worden om tot een gemiddelde ROI vóór belastingen van 6,3 procent te komen minus het eventueel op grond van het tweede lid door NS betaalde bedrag.
4. Indien op grond van het derde lid blijkt dat de gemiddelde ROI vóór belastingen lager is dan 6,3 procent en de Conces- sieverlener op grond van het tweede lid een vergoeding van NS heeft ontvangen, betaalt de Concessieverlener deze vergoeding terug aan NS.
Artikel 76. Vaststelling Netto Financieel Effect
1. NS treft de maatregelen die, zonder dat de Concessie daarvoor behoeft te worden gewijzigd of ontheffing van verplich- tingen behoeft te worden verleend, redelijkerwijs van haar verwacht mogen worden om negatieve effecten van de ontwikkelingen, bedoeld in het tweede en achtste lid, op de kosten en baten van NS te beperken.
2. Het derde tot en met zevende lid is van toepassing zodra vaststaat dat zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet of zal voordoen:
a. wijziging of afschaffing van het studentenreisproduct;
b. besluiten van de Concessieverlener op grond van artikel 45, eerste lid, tot uitrol van nieuwe technieken en/of als onderdeel van een uitrolstrategie;
c. een andere partij dan NS wordt bevoegd tot het geheel of gedeeltelijk vaststellen van de tarieven;
d. nieuwe kwaliteitseisen op grond van politieke oordeelsvorming.
3. Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid verschaft NS de Concessieverlener een onderbouwde opgave van het Netto Financieel Effect van de som van de positieve en negatieve effecten van de desbetreffende ontwikkeling op de kosten en baten van NS over de gehele looptijd van de Concessie. NS sluit daarbij zoveel mogelijk aan op de wijze van verslagleggen van de meest recente verantwoordings- en prognosecijfers.
4. NS onderzoekt welke maatregelen zij in afwijking van deze Concessie redelijkerwijs kan treffen om het in het derde lid bedoelde Netto Financieel Effect zoveel mogelijk te beperken. NS verstrekt de Concessieverlener voor zover mogelijk een onderbouwing van de gevolgen van die maatregelen voor de NS-reiziger en voor het Netto Financieel effect. Indien de Concessieverlener besluit dat NS een maatregel moet uitvoeren, verleent de Concessieverlener daartoe ontheffing van een of meerdere verplichtingen uit de Concessie of wijzigt zij de Concessie.
5. NS verleent haar medewerking aan een verificatie van de opgave, bedoeld in het derde lid, en aan een verificatie van de onderbouwing, bedoeld in het vierde lid, door middel van een externe toets in opdracht van de Concessieverlener.
6. NS verleent haar medewerking aan voorstellen van de Concessieverlener bij het vinden, uitwerken en beoordelen van mogelijke andere maatregelen die het Netto Financieel Effect van een ontwikkeling, als bedoeld in het tweede lid, zoveel als mogelijk verkleinen. NS neemt de voorgestelde maatregelen mee in haar opgave, bedoeld in het derde lid, en in haar onderbouwing, bedoeld in het vierde lid, behoudens voor zover haar redelijke belangen zich
daartegen verzetten.
7. Nadat de verificatie als bedoeld in het vijfde lid heeft plaatsgevonden, ontvangt NS in geval van een negatief Netto Financieel Effect van de Concessieverlener een subsidie die gelijk is aan het Netto Financieel Effect, bedoeld in het derde lid, met inachtneming van de op basis van een ontheffing of wijziging van de Concessie gerealiseerde beperking als bedoeld in het vierde lid.
8. Het negende lid is van toepassing indien vaststaat dat zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet of zal voordoen:
a. wijziging van de gebruiksvergoedingstarieven voor de HSWI, behoudens voor zover bedoeld in onderdeel b, boven de gebruikelijke indexering aan het algemene prijspeil, met een totaal Netto Financieel Effect groter dan 10 miljoen euro gedurende de looptijd van de Concessie;
b. wijziging van het besluit HSL-heffing met een negatief Netto Financieel Effect groter dan 10 miljoen euro gedurende de looptijd van de Concessie;
c. zodanige afname van de kwaliteit en/of beschikbaarheid van de door NS bereden HSWI dat voor NS een totaal Netto Financieel Effect ontstaat groter dan 10 miljoen euro gedurende de looptijd van de Concessie;
d. een situatie als bedoeld in de artikelen 3, vierde lid, 4, eerste lid, 8, tweede lid, 15, tweede lid, 44, tweede lid, en 45, zesde lid, met een negatief Netto Financieel Effect dat groter is dan een door NS en de Concessieverlener overeen te komen bedrag.
e. de situatie dat voor NS de in artikel 30, vijfde lid, onderdelen d, e of f, en artikel 30, tiende lid, opgenomen toege- stane tariefaanpassing redelijkerwijs niet of niet volledig door te voeren is vanwege bijvoorbeeld politieke oordeelsvorming;
f. een Reisproduct als bedoeld in artikel 30, zesentwintigste lid;
g. de situatie dat een of meer andere spoorwegondernemingen passagiersvervoersdiensten uitvoeren, voor zover die passagiersvervoersdiensten worden uitgevoerd naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 57, vierde lid, van de Spoorwegwet die is gedaan voordat de Concessie is gegund en in het kader van die melding geen analyse als bedoeld in artikel 19a, vierde lid, van de Wet is uitgevoerd hoewel daartoe wel een aanvraag op grond van artikel 19b, tweede lid, van de Wet is ingediend en die passagiersvervoerdiensten een negatief Netto Financieel Effect hebben dat groter is dan 1 procent van het interne rendement per jaar van de Concessie. De 1 procent bedoeld in de vorige volzin neemt af tot een minimum van 0 procent als er na gunning van de Concessie andere passagiersver- voersdiensten worden uitgevoerd naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 57, vierde lid, van de Spoorwegwet en in het kader van die melding een analyse als bedoeld in artikel 19a, vierde lid, van de Wet is aangevraagd. De afname is gelijk aan het door de Autoriteit Consument G Markt vastgestelde effect op het interne rendement per jaar van de Concessie, rekening houdend met eventuele aanpassingen aan de betreffende passa- giersvervoerdiensten die de Autoriteit Consument G Markt op grond van artikel 19b, vierde lid, van de Wet heeft vastgesteld en rekening houdend met het in de vorige zin genoemde minimum. Voor de toepassing van het negende lid wordt alleen het negatief Netto Financieel Effect boven (de aangepaste) 1 procent van het interne rendement in aanmerking genomen.
9. Indien een situatie als bedoeld in het achtste lid zich voordoet, treedt NS in overleg met de Concessieverlener om de voorwaarden van de Concessie te wijzigen of om ontheffing te verkrijgen. In lijn met de uitkomst van dat overleg wijzigt de Concessieverlener de voorwaarden van de Concessie of verleent ontheffing op een wijze die recht doet aan alle gewijzigde omstandigheden tezamen, zowel gunstige als ongunstige, die gevolgen hebben voor de uitvoering van de Concessie en brengt de Concessieverlener NS in de positie die vergelijkbaar is met de positie voor het zich voordoen van de situatie als bedoeld in het achtste lid. Indien het voorgaande leidt tot een subsidie van de Concessieverlener aan NS, is voor het bepalen van de hoogte van de subsidie het derde tot en met het zevende lid van toepassing.
Artikel 77. Risicoverdelingsafspraak reizigerskilometers
1. Indien het aantal reizigerskilometers in een concessiejaar hoger is dan de bovengrens of lager is dan de ondergrens, zoals overeengekomen tussen NS en de Concessieverlener, gelden afwijkende afspraken over de risicoverdeling als bedoeld in artikel 75, eerste lid. NS en de Concessieverlener hebben de in de vorige zin bedoelde boven- en ondergrens vastgelegd in het document ‘Reeksen behorend bij artikel 77 van de Concessie’.
2. De Concessieverlener verstrekt NS een vergoeding indien het aantal reizigerskilometers in een concessiejaar lager is dan de daarbij behorende ondergrens. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan: 0,75*(gemiddelde opbrengst per reizigers- kilometer, opgenomen in het document, bedoeld in het eerste lid)*(ondergrens – gerealiseerde reizigerskilometers).
3. NS verstrekt de Concessieverlener een vergoeding indien het aantal reizigerskilometers in een concessiejaar hoger is dan de daarbij behorende bovengrens, opgenomen in het document, bedoeld in het eerste lid. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan: 0,75*(gemiddelde opbrengst per reizigerskilometer opgenomen in het document, bedoeld in het eerste lid)*(gerealiseerde reizigerskilometers – bovengrens).
4. In de financiële verantwoording, zoals bedoeld in artikel 55, stelt NS het aantal gerealiseerde reizigerskilometers vast. Betaling van de vergoeding, bedoeld in het tweede of derde lid, vindt uiterlijk 15 december van elk kalenderjaar plaats.
5. De totale vergoeding die NS gedurende de gehele concessieduur op basis van het tweede lid ontvangt is maximaal 410 miljoen euro. De totale vergoeding die de Concessieverlener gedurende de gehele concessieduur op basis van het derde lid ontvangt is maximaal 569 miljoen euro. Indien de uitkomsten van de berekeningen uit het tweede en derde lid, de maxima overschrijden, treden NS en de Concessieverlener in overleg.
6. NS en de Concessieverlener evalueren dit artikel en het document, bedoeld in het eerste lid in 2027 en bij de midterm review, bedoeld in artikel 58. NS en de Concessieverlener kunnen dit artikel en het document, bedoeld in het eerste lid, actualiseren naar aanleiding van een evaluatie bedoeld in de vorige volzin.
7. Bij de invoering van een nieuw tariefstelsel, bedoeld in artikel 30, negentiende lid tot en met het vierentwintigste lid, herijken NS en de Concessieverlener de afspraken over risicoverdeling in dit artikel en het document, bedoeld in het eerste lid. Het doel van die herijking is om te verzekeren dat de afspraken over risicoverdeling materieel dezelfde uitwerking hebben als in de situatie voor de invoering van het nieuwe tariefstelsel.
8. Bij de overgang naar een nieuw systeem waarmee NS de reizigerskilometers vaststelt (Flux), herijken NS en de Concessieverlener de afspraken over risicoverdeling in dit artikel en het document, bedoeld in het eerste lid. Het doel van die herijking is om te verzekeren dat de afspraken over risicoverdeling materieel dezelfde uitwerking hebben als in de situatie voor de overgang naar het nieuwe systeem.
9. In het geval als bedoeld in artikel 76, achtste lid, onderdelen e en f, herijken NS en de Concessieverlener de afspraken over risicoverdeling in dit artikel en het document, bedoeld in het eerste lid. Het doel van die herijking is om te verzekeren dat de afspraken over risicoverdeling materieel dezelfde uitwerking blijven hebben.
10. NS en de Concessieverlener herijken het document, bedoeld in het eerste lid, indien de daadwerkelijke CPI cumulatief met meer dan 2 procentpunt afwijkt van de CPI waarmee in dat document is gerekend.
11. NS en de Concessieverlener betrekken de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van reizigerskilometers in het periodieke overleg, bedoeld in artikel 53, eerste lid.
Artikel 78. Onvoorziene omstandigheden en gevolgen daarvan
1. Indien sprake is van (voorgenomen) wijziging van wet- en regelgeving, of van daarop gebaseerde besluitvorming, waaronder, maar niet uitsluitend, de (voorgenomen) omvorming van de Infrastructuurbeheerder naar een publiek- rechtelijk zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoonlijkheid (zbo), en deze wijziging een effect heeft op (de uitvoerbaarheid van) de verplichtingen van NS in deze Concessie, wordt bezien of NS tot nakoming van die verplichtin- gen gehouden is. Dit is slechts het geval indien nakoming mogelijk is binnen de (financiële) kaders van deze Concessie en deze verplichtingen redelijkerwijs operationeel uitvoerbaar zijn. Als de wijziging van wet- en regelgeving, of van daarop gebaseerde besluitvorming, een beperking van de rechten van NS in deze Concessie inhoudt of tot gevolg heeft, dan treden NS en de Concessieverlener in overleg over afspraken die recht doen aan de gevolgen van die wijziging voor NS, teneinde NS in de positie te brengen die vergelijkbaar is met de positie voor de betreffende wijziging.
2. Indien sprake is van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van NS liggen, waaronder (maar niet beperkt tot) infrastructurele aanpassingen, een significant hoger dan verwachte reizigersgroei, ontoereikende perronlengtes, Buitendienststellingen, problemen met baanstabiliteit en werkzaamheden aan het spoor, een virusuitbraak, en deze omstandigheden in onvoorziene mate effect hebben op de verplichtingen van NS in de Concessie, dan treden NS en de Concessieverlener in overleg om de omstandigheden buiten de invloedssfeer van NS te adresseren in relatie tot de verplichtingen die voortvloeien uit de Concessie en om NS in een positie te brengen die vergelijkbaar is met de positie waarin NS verkeerde voordat de betreffende omstandigheden zich voordeden.
3. Bij het beoordelen van de posities als bedoeld in het eerste en tweede lid en het beoordelen van de financiële gevolgen van de daar bedoelde wijzigingen en omstandigheden, is artikel 76, derde tot en met zevende lid, van toepassing.
Artikel 79. Onzekere ontwikkelingen i.r.t. Bodem- en Streefwaarden
1. Indien sprake is van een omstandigheid of omstandigheden die, al dan niet ten dele, buiten de invloedssfeer van NS liggen en die een effect hebben op het realiseren van één of meerdere in Bijlage 1 vermelde Bodem- en Streefwaarde(n), dan kan de Concessieverlener conform dit artikel voor het niet realiseren van één of meerdere van deze Bodem- en Streefwaarde(n) een rechtvaardigingsgrond als bedoeld in artikel 57, tweede lid, onder a, vaststellen of, indien dit passender is, de waarden middels een correctiefactor corrigeren voor het gedeelte van de omstandigheden dat buiten de invloedssfeer van NS ligt.
2. Indien een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid zich voordoet of dreigt voor te doen, meldt NS dat zo spoedig mogelijk aan de Concessieverlener. NS treedt na deze melding in overleg met de Concessieverlener over eventuele mitigerende maatregelen die Concessieverlener en NS kunnen nemen (individueel of gezamenlijk) of waar Concessie- verlener aan kan bijdragen.
3. Indien sprake is van één of meer in het eerste lid bedoelde omstandigheden zal NS voor de onderbouwing van een rechtvaardigingsgrond en/of van een correctiefactor als bedoeld in het eerste lid, de Concessieverlener een onderzoeks- resultaat overleggen waarin NS:
a. toelicht waarom de omstandigheid/omstandigheden (geheel of gedeeltelijk) buiten de invloedssfeer van NS ligt/liggen;
b. toelicht welke inspanning(en) door NS zijn verricht om de omstandigheid/omstandigheden te mitigeren;
c. daar waar redelijkerwijs mogelijk het geïsoleerde effect van de omstandigheid of omstandigheden op de betref- fende Prestatie-Indicatoren aantoont;
d. en onderbouwt waarom sprake is van een effect van de omstandigheid/omstandigheden op de betreffende Prestatie-Indicatoren waardoor één of meerdere Bodem- en Streefwaarde(n) niet gerealiseerd zijn en/of worden en dat de vaststelling van een rechtvaardigingsgrond of, indien wenselijker, een correctiefactor, inclusief de gewenste hoogte daarvan, dus passend zou zijn.
4. NS levert het onderzoeksresultaat als bedoeld in het derde lid, aan op het moment dat NS met voldoende zekerheid het negatieve effect van de omstandigheid of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid, kan vaststellen. NS levert het onderzoeksresultaat, daar waar mogelijk, op bij de jaarverantwoording als bedoeld in artikel 56, eerste lid, onderdeel b, maar uiterlijk binnen twaalf maanden na het jaar waar het onderzoek betrekking op heeft.
5. De Concessieverlener zal binnen drie maanden schriftelijk op het aangeleverde onderzoeksresultaat bedoeld in het vierde lid, reageren. In deze reactie stelt de Concessieverlener vast of al dan niet sprake is van een rechtvaardigings- grond als bedoeld in artikel 57, tweede lid, onderdeel a, of stelt, indien dat passender is, de te hanteren (hoogte van de) correctiefactor vast. De Concessieverlener zal de vaststelling van de rechtvaardigingsgrond of correctiefactor niet op onredelijke gronden onthouden.
6. Indien de Concessieverlener een correctiefactor vaststelt voor een Streefwaarde, kan deze correctiefactor er niet toe leiden dat NS voor die Streefwaarde punten, bedoeld in artikel 57, vijfde lid, ontvangt.
7. Bij voortduring van een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid, zal NS jaarlijks het onderzoeksresultaat, voor zover noodzakelijk geactualiseerd, opnieuw aanleveren aan de Concessieverlener, overeenkomstig het vierde lid. De Concessieverlener reageert op het opnieuw aangeleverde onderzoeksresultaat overeenkomstig het vijfde lid.
Artikel 80. Ontheffing
1. NS kan de Concessieverlener schriftelijk verzoeken om ontheffing te verlenen van:
a. artikelen 3, 4, 5 en 27;
b. Bijlage 10, onderwerp 2, onderdeel c, en de minimale stationsbediening als bedoeld in artikel 8, derde lid, in combinatie met Bijlage 7 en Bijlage 10, onderdeel 3;
c. artikel 8 en Bijlage 10 in het geval van zwaarwegende en niet in de Concessie voorziene omstandigheden, voor zover de onderwerpen niet in onderdeel a of b van dit artikel zijn genoemd.
2. NS dient het verzoek tijdig in. Voordat NS om ontheffing verzoekt, vraagt zij advies aan de Consumentenorganisaties, als bepaald in artikel 41, derde lid. NS vraagt advies aan de betrokken Decentrale Overheden en deelt hen gemotiveerd mee hoe ze met dit advies is omgegaan.
3. Het verzoek tot ontheffing gaat in ieder geval vergezeld van een deugdelijke motivering en de uitgebrachte adviezen op basis van het tweede lid, en de wijze waarop NS daarmee is omgegaan.
4. Voor een verzoek om ontheffing als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, motiveert NS waarom het ontheffings- verzoek gerechtvaardigd is vanuit vervoersinzichten (waarbij bijvoorbeeld gekeken wordt naar het aantal reizigers dat gevolgen ondervindt en de mate waarin) of dat een ontheffingsverzoek het gevolg is van kleine aanpassingen in de Dienstregeling (zoals patroonverschuivingen). NS en de Concessieverlener overleggen over de maatschappelijke gevolgen (zoals de beschikbaarheid van openbaar vervoer) van de verzochte ontheffing en de (financiële) gevolgen voor NS.
5. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend, onder meer voor wat betreft de duur van de ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
Artikel 81. Looptijd en overgangsrecht
1. Deze Concessie treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en eindigt op 24 december 2033.
2. Na beëindiging van de Concessie, is NS gehouden tot en met 31 december 2034 te voldoen aan de artikelen 55, 56, eerste lid, onderdeel b, en vijfde lid, voor zover betrekking hebbend op de financiële verantwoording, en aan de artikelen 57, 75a, 76 en 77 voor zover dat voor een goede uitvoering en afwikkeling van de Concessie noodzakelijk is.
DEN HAAG,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
drs. V.L.W.A. Heijnen
BEZWAARCLAUSULE
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;
e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.
Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.
Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend. Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.
Bijlage 1 Overzicht Prestatie-Indicatoren en Informatie-Indicatoren
Prestatie-Indicator
Bodemwaarde 2025-2029
Streefwaarde 2029 Benoemd in artikel
In onderstaande tabel, waarin een overzicht wordt gegeven van de Prestatie-Indicatoren, geldt dat voor de Prestatie-Indi- catoren ‘Impactvolle verstoringen veroorzaakt door NS’ en ‘Aantal drukke treinen per week in de Spits’ genoemde Bodem- en Streefwaarden gehaald worden indien op of onder het niveau wordt gepresteerd. Voor de overige Prestatie-Indicatoren geldt dat genoemde Bodem- en Streefwaarden gehaald worden indien op of boven het niveau gepresteerd wordt.
Algemeen Klantoordeel | 7,5 | 7,7 | Artikel 24 |
Klantoordeel Sociale veiligheid | 7,7 | 7,9 | Artikel 36 |
Aantal drukke treinen per week in de Spits | 109 | 92 | Artikel 12 |
Zitplaatskans in de Spits tweede klas11 | 90,2% | 92,4% | Artikel 12 |
Zitplaatskans in het Dal tweede klas12 | 96,3% | 97,3% | Artikel 12 |
Reizigerspunctualiteit 3 min HRN13 | 84,4% | 86,0% | Artikel 14 |
Reizigerspunctualiteit 10 min HRN14 | 94,5% | 95,1% | Artikel 14 |
Kwaliteit van aansluitingen van NS op andere vervoerders | 90,3% | 91,2% | Artikel 14 |
Impactvolle verstoringen veroorzaakt door NS | 240 | 190 | Artikel 14 |
Kwaliteit Reisinformatie inclusief verstoringen | 75,5% | 77,5% | Artikel 21 |
Vermeden CO2-uitstoot15 | 534 | 620 | Artikel 31 |
Inhoudelijke strekking Prestatie-Indicatoren op hoofdlijnen
Per Prestatie-Indicator volgt hieronder een korte omschrijving op hoofdlijnen van de inhoudelijke strekking.
Algemeen Klantoordeel16
De Prestatie-Indicator ‘Algemeen Klantoordeel’ brengt het totaaloordeel van NS-reizigers over het geboden product in beeld met een rapportcijfer.
11 Deze waarde zal ambitieneutraal met een maximale afwijking van circa 0,1 procentpunt worden omgezet in 2024 naar aanleiding van een optimalisatie van de meetmethodiek conform het definitiedocument.
12 Deze waarde zal ambitieneutraal met een maximale afwijking van circa 0,1 procentpunt worden omgezet in 2024 naar aanleiding van een optimalisatie van de meetmethodiek conform het definitiedocument.
13 Dit betreft een gezamenlijke Prestatie-Indicator met de Infrastructuurbeheerder.
14 Dit betreft een gezamenlijke Prestatie-Indicator met de Infrastructuurbeheerder.
15 Deze waarde zal ambitieneutraal omgezet worden in 2024 naar aanleiding van de overgang naar een nieuw systeem (Flux) en diverse (externe) onderzoeksresultaten die in 2024 beschikbaar komen.
16 Dit klantoordeel volgt uit de enquête vervat in de OV-Klantenbarometer.
Klantoordeel Sociale veiligheid17
De Prestatie-Indicator ‘Klantoordeel Sociale veiligheid’ geeft aan welk gemiddeld rapportcijfer NS-reizigers toekennen aan de mate van ervaren veiligheid op stations en in de treinen.
Aantal drukke treinen per week in de Spits
De Prestatie-Indicator ‘Aantal drukke treinen per week in de Spits’ geeft het gemiddeld aantal treinen weer per werkweek met een vertrektijd tijdens de Spits waarvoor het aantal NS-reizigers groter is geweest dan het aantal gerealiseerde vervoerplaatsen.
Zitplaatskans in de Spits tweede klas18
De Prestatie-Indicator ‘Zitplaatskans in de Spits tweede klas’ geeft een indicatie van de kans dat een NS-reizigers in de tweede klas die tijdens de Spits in de trein stapt de volledig reis heeft kunnen zitten.
Zitplaatskans in het Dal tweede klas19
De Prestatie-Indicator ‘Zitplaatskans in het Dal tweede klas’ geeft een indicatie van de kans dat een NS-reizigers in de tweede klas die tijdens het Dal in de trein stapt de volledig reis heeft kunnen zitten.’
Reizigerspunctualiteit 3 minuten HRN
De Prestatie-Indicator ‘Reizigerspunctualiteit 3 minuten’ geeft aan welk percentage van de NS-reizigers met minder dan drie minuten vertraging is aangekomen op het eindstation van de reis met NS.
Reizigerspunctualiteit 10 minuten HRN
De Prestatie-Indicator ‘Reizigerspunctualiteit 10 minuten’ geeft aan welk percentage van de NS-reizigers met minder dan tien minuten vertraging is aangekomen op het eindstation van de reis met NS.
Kwaliteit van aansluitingen van NS op andere vervoerders
De Prestatie-Indicator ‘Kwaliteit van aansluitingen van NS op andere vervoerders’ geeft op basis van aankomstpunctualiteit 3 minuten met een percentage weer hoe goed NS een overstap mogelijk maakt op treinen van andere vervoerders.
Impactvolle verstoringen veroorzaakt door NS
De Prestatie-Indicator ‘Impactvolle verstoringen veroorzaakt door NS’ geeft het aantal impactvolle verstoringen van de treindienst weer die zijn veroorzaakt door NS.
Kwaliteit Reisinformatie inclusief verstoringen
De Prestatie-Indicator ‘Kwaliteit Reisinformatie inclusief verstoringen’ geeft weer in hoeverre vertragingen, spoorwijzigin- gen, opgeheven stops tijdig en juist aan de NS-reizigers zijn gecommuniceerd en er eveneens volledig en tijdig handelings- perspectief is geboden in geval van ernstige verstoringen, met een juiste prognose van de duur van de verstoring. Het betreft de communicatie over treinen van alle OV-vervoerders via NS Reisplanners, borden/omroep stations en in (NS) treinen en via de NDOV-loketten met hun afnemers.
Vermeden CO2-uitstoot
De Prestatie-Indicator ‘Vermeden CO2-uitstoot’ geeft weer hoeveel kiloton CO2-uitstoot in totaal vermeden is door NS-reizigers die de trein nemen en de auto laten staan, minus de CO2-uitstoot in de operatie van NS en in de keten.
17 Dit klantoordeel volgt uit de enquête vervat in de OV-Klantenbarometer.
18 Deze Prestatie-Indicator wordt op een later moment omgezet in een Prestatie-Indicator ‘Zitplaatstijd in de Spits tweede klas’. Het moment van deze overgang is afhankelijk van de ervaring die wordt opgedaan met de Informatie-Indicator ‘Zitplaatstijd in de Spits tweede klas’, maar vindt ultimo bij de midterm review plaats.
19 Deze Prestatie-Indicator wordt op een later moment omgezet in een Prestatie-Indicator ‘Zitplaatstijd in het Dal tweede klas’. Het moment van deze overgang is afhankelijk van de ervaring die wordt opgedaan met de Informatie-Indicator ‘Zitplaatstijd in het Dal tweede klas’, maar vindt ultimo bij de midterm review plaats.
Informatie-Indicator |
Reizigerskilometers in de Spits |
Reizigerskilometers in het Dal |
Bezettingsgraad in de Spits |
Leveringsgraad busvervoer bij calamiteiten in de Spits |
Leveringsgraad busvervoer bij calamiteiten in het Dal |
Leveringsgraad busvervoer bij geplande Buitendienststellingen |
Zitplaatstijd in de Spits tweede klas |
Zitplaatstijd in het Dal tweede klas |
Spitsspreiding |
Weekspreiding |
Reizigerspunctualiteit 5 minuten HRN |
Reizigerspunctualiteit 15 minuten HRN |
Aankomstpunctualiteit 3 minuten |
Aankomstpunctualiteit 5 minuten |
Klantoordeel op tijd rijden |
Klantoordeel netheid treinen |
Klantoordeel Reisinformatie bij vertraging |
Klantoordeel klantvriendelijkheid personeel |
Klantoordeel klantenservice |
Klantoordeel overstaptijd |
Klantoordeel zitplaatskans |
Energie per reizigerskilometer |
Aantal STS-passages |
Gereden treinen |
Inhoudelijke strekking Informatie-Indicatoren op hoofdlijnen
Reizigerskilometers in de Spits
De Informatie-Indicator ‘Reizigerskilometers in de Spits’ geeft de in de Spits gereisde kilometers van NS-reizigers weer.
Reizigerskilometers in het Dal
De Informatie-Indicator ‘Reizigerskilometers in het Dal’ geeft de in het Dal gereisde kilometers van NS-reizigers weer.
Beze7ingsgraad in de Spits
De Informatie-Indicator ‘Bezettingsgraad in de Spits’ geeft een indicatie van de gerealiseerde gemiddelde bezetting in de spits weer.
Leveringsgraad busvervoer bij calamiteiten in de Spits
De Informatie-Indicator ‘Leveringsgraad busvervoer bij calamiteiten in de Spits’ geeft het percentage bussen aan dat op tijd geleverd is binnen 75 minuten ten opzichte van het totaal geleverde aantal bussen bij calamiteiten in de Spits.
Leveringsgraad busvervoer bij calamiteiten in het Dal
De Informatie-Indicator ‘Leveringsgraad busvervoer bij calamiteiten in het Dal’ geeft het percentage bussen aan dat op tijd geleverd is binnen 60 minuten ten opzichte van het totaal geleverde aantal bussen bij calamiteiten in het Dal.
Leveringsgraad busvervoer bij geplande Buitendienststelling
De Informatie-Indicator ‘Leveringsgraad busvervoer bij geplande Buitendienststelling’ geeft het percentage beschikbare bussen in de periode op het afgesproken tijdstip op de afgesproken locatie ten opzichte van het totaal aantal
ingezette bussen.
Zitplaatstijd in de Spits tweede klas
De Informatie-Indicator ‘Zitplaatstijd in de Spits tweede klas’ geeft het percentage weer van de reistijd die NS-reizigers in de tweede klas hebben kunnen zitten in de Spits.
Zitplaatstijd in het Dal tweede klas
De Informatie-Indicator ‘Zitplaatstijd in het Dal tweede klas ‘geeft het percentage weer van de reistijd die NS-reizigers in de tweede klas hebben kunnen zitten in het Dal.
Spitsspreiding
De Informatie-Indicator ‘Spitsspreiding’ geeft aan hoe druk het drukste uur van de ochtendspits is ten opzichte van de gehele ochtendspits. Hoe dichter de indicator bij de 100 procent is, hoe vlakker de Spits is.
Weekspreiding
De Informatie-Indicator ‘Weekspreiding’ geeft aan hoe druk de drukste werkdagochtendspits is ten opzichte van alle ochtendspitsen in dezelfde week. Hoe dichter de indicator bij de 100 procent is, des te meer wordt er gelijkelijk over de week verspreid gereisd.
Reizigerspunctualiteit 5 minuten HRN
De Informatie-Indicator ‘Reizigerspunctualiteit 5 minuten HRN’ geeft een indicatie van het percentage van de reizen dat met minder dan 5 minuten vertraging is verlopen tussen een HRN vertrek- en HRN aankomststation.
Reizigerspunctualiteit 15 minuten HRN
De Informatie-Indicator ‘Reizigerspunctualiteit 15 minuten HRN’ geeft een indicatie van het percentage van de reizen dat met minder dan 15 minuten vertraging is verlopen tussen een HRN-vertrekstation en HRN-aankomststation.
Aankomstpunctualiteit 3 minuten HRN
De Informatie-Indicator ‘Aankomstpunctualiteit 3 minuten HRN’ is een indicator voor het percentage van de treinen dat op tijd aankomt op de meetpunten. Een meetpunt is een HRN-intercitystation met meer dan 0,1 procent van de uitstappers of een station aan de rand van het HRN.
Aankomstpunctualiteit 5 minuten HRN
De Informatie-Indicator ‘Aankomstpunctualiteit 5 minuten HRN’ is een indicator voor het percentage van de treinen dat op tijd aankomt op de meetpunten. Een meetpunt is een HRN-intercitystation met meer dan 0,1 procent van de uitstappers of een station aan de rand van het HRN.
Klantoordeel op tijd rijden
De Informatie-Indicator ‘Klantoordeel op tijd rijden’ geeft het klantoordeel in een rapportcijfer over het op tijd rijden van de trein.
Klantoordeel netheid treinen
De Informatie-Indicator ‘Klantoordeel netheid treinen’ geeft het klantoordeel in een rapportcijfer over hoe netjes en schoon de trein was.
Klantoordeel Reisinformatie bij vertragingen
De Informatie-Indicator ‘Klantoordeel Reisinformatie bij vertraging’ geeft het klantoordeel in een rapportcijfer over de Reisinformatie bij vertraging gedurende de rit.
Klantoordeel klantvriendelijkheid personeel
De Informatie-Indicator ‘Klantoordeel klantvriendelijkheid personeel’ geeft het klantoordeel in een rapportcijfer over de klantvriendelijkheid van het NS-personeel.
Klantoordeel klantenservice
De Informatie-Indicator ‘Klantoordeel klantenservice’ geeft het klantoordeel in een rapportcijfer over de dienstverlening van de klantenservice van NS.
Klantoordeel overstaptijd
De Informatie-Indicator ‘Klantoordeel overstaptijd’ van ander openbaar vervoer geeft het klantoordeel in een rapportcijfer aan over het gemak waarmee de NS-reizigers van ander openbaar vervoer is overgestapt op NS.
Klantoordeel zitplaatskans
De Informatie-Indicator ‘Klantoordeel zitplaatskans’ geeft het klantoordeel in een rapportcijfer over het gemak waarmee de NS-reizigers een zitplaats kon vinden.
Energie per reizigerskilometer
De Informatie-Indicator ‘Energie per reizigerskilometer’ geeft de energie-efficiëntie van het vervoersproces op jaarbasis weer.
Aantal STS-passages
De Informatie-Indicator ‘Aantal STS-passages’ geeft het aantal keer aan dat een trein een sein met een stoptonend seinbeeld (StopTonendSein: STS, ‘rood sein’) heeft gepasseerd terwijl er geen technische infrastructurele oorzaak is van de STS, geen sprake is van een door de treindienstleider herroepen sein of er geen opdracht is gegeven de STS te passeren.
Gereden treinen
De Informatie-Indicator ‘Gereden treinen’ is een indicator voor het percentage treinen dat is aangekomen op de meetpun- ten t.o.v. het aantal geplande aankomsten. Een meetpunt is een HRN-intercitystation met meer dan 0,1 procent van de uitstappers of een station aan de rand van het HRN.
Bijlage 2 Voorgeschreven informatie in CIS en specifiek benodigde informatie
In deze bijlage is de voorgeschreven informatie voor CIS opgenomen en voorzien van nadere specificaties. Gegevens in het CIS zijn in absolute aantallen beschikbaar (en kunnen dus ook over meerdere maanden worden geaggregeerd, ook tot jaartotalen) tenzij anders aangegeven en worden door NS voor zover niet anders aangegeven maandelijks geüpdatet. Er geldt een minimum ondergrens in verband met de AVG van 50 waarnemingen. Dit getal van 50 kan wijzigen indien er relevante ontwikkelingen zijn. Bij het bepalen van het detailniveau van de informatie-elementen instappers, uitstappers en herkomst-bestemming worden de uitkomsten van een nog uit te voeren DPIA gerespecteerd.
MIPOV nr. | CIS-element conform MIPOV | Detaillering van de informatie | Periode/ tijdsniveau conform MIPOV20 | IenW | ProRail | Decentrale Overheden | Overige partijen |
Kernelementen | |||||||
1 | Overzicht treinlijnen | NS rapporteert per treinserienummer | Per dienstregeling | x | x | x | x |
Per dagsoort | x | x | x | x | |||
2 | N.v.t. | ||||||
3 | Aantal dienstregelings- kilometers | NS rapporteert over treinkilometers per kilometer infrastructuur | Per dienstregeling | x | x | x | x |
Per dagsoort | x | x | x | ||||
NS rapporteert over totaal treinkilometers per treinserienummer | Per dienstregeling | x | x | x | x | ||
Per dagsoort | x | x | x | ||||
4 | Gereden treinen21 | Gereden treinen (totaal) | Per maand | x | x | x | x |
Per dagsoort | x | x | x | ||||
Gereden treinen (per station) – voor IC-stations | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort | x | x | x | ||||
Gereden treinen (per treinserienummer) | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort | x | x | x | ||||
Gereden treinen (per sta- tion per treinserienum- mer) – voor IC-stations | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort | x | x | x |
20 De definitie van dagsoort wijkt af van het MIPOV. Onder dagsoort wordt verstaan de dag van de week, oftewel zeven aparte dagen.
21 Conform NS/ProRail definitie.
MIPOV nr. | CIS-element conform MIPOV | Detaillering van de informatie | Periode/ tijdsniveau conform MIPOV20 | IenW | ProRail | Decentrale Overheden | Overige partijen |
5 | Aankomst- punctualiteit22 | Aankomstpunctualiteit (3 en 5 min) – totaal | Per maand | x | x | x | x |
Per dagsoort, per dagdeel | x | x | |||||
Aankomstpunctualiteit (3 en 5 min) – per station | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort, per dagdeel | x | x | |||||
Aankomstpunctualiteit (3 en 5 min) – per treinserienummer | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort | x | x | |||||
Aankomstpunctualiteit (3 en 5 min) – per station en treinserienummer | Per maand | x | x | x | x | ||
6 | N.v.t. | ||||||
7 | Aantal instappers | Aantal instappers (totaal) | Per maand | x | x | x | x |
Per dagsoort, dagdeel, uurblok | x | x | x23 | x24 | |||
Aantal instappers (per station) | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort, dagdeel, uurblok | x | x | x25 | x26 | |||
8 | Bezettings- graad27 | Bezettingsgraad HRN | Per maand | x | x | x | x |
Per dagsoort | x | x | x | x |
22 Conform NS/ProRail definitie.
23 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
24 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
25 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
26 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
27 Conform NS/ProRail definitie.
MIPOV nr. | CIS-element conform MIPOV | Detaillering van de informatie | Periode/ tijdsniveau conform MIPOV20 | IenW | ProRail | Decentrale Overheden | Overige partijen |
9 | Aantal reizigers- kilometers | Aantal reizigers- kilometers (totaal) | Per maand | x | x | x | x |
Per dagsoort | x | x | |||||
Aantal reizigers- kilometers (per baanvak) | Per maand | x | x | ||||
Per dagsoort | x | x | |||||
Inzicht in klassen- verdeling | Per half jaar | x | x | ||||
10 | Reizigers- opbrengst | Reizigersopbrengst (totaal) | Per maand | x | |||
11 | Herkomst- bestemmings- gegevens | Aantal en gemiddelde NS-reizigers per H/B paar (totaal) | Per maand | x | x | x28 | x29 |
Per dagsoort, dagdeel | x | x | x30 | x31 | |||
Inzicht in klassen- verdeling | Per half jaar | x | x |
28 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid.
Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
29 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid.
Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
30 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid.
Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
31 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
MIPOV nr. | CIS-element conform XXXXX | Detaillering van de informatie | Periode/ tijdsniveau conform MIPOV32 | IenW | ProRail | Decentrale Overheden | Overige partijen |
Optionele elementen | |||||||
1 | Frequentie | Aantal vertrekkende treinen per station per richting | Per maand | x | x | x | x |
Per dagsoort | x | x | x | x | |||
Aantal aankomende treinen per station per richting | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort | x | x | x | x | |||
2 | N.v.t. | ||||||
3 | Afhandeling klachten | Aantal afgehandelde klachten (totaal) | Per maand | x | |||
4 | Klachten- overzicht33 | Aantal klachten per klachtrubriek | Per maand | x | |||
5 | N.v.t. | ||||||
6 | N.v.t. | ||||||
7 | Aantal uitstappers | Aantal uitstappers (totaal) | Per maand | x | x | x | x |
Per dagsoort G dagdeel, uurblok | x | x | x34 | x35 | |||
Aantal uitstappers (per station) | Per maand | x | x | x | x | ||
Per dagsoort G dagdeel, uurblok | x | x | x36 | x37 | |||
8 | N.v.t. | ||||||
9 | N.v.t. | ||||||
10 | N.v.t. | ||||||
11 | N.v.t. |
32 De definitie van dagsoort wijkt af van het MIPOV. Onder dagsoort wordt verstaan de dag van de week, oftewel zeven aparte dagen.
33 Conform NS-klachten-rubricering zoals deze binnen de NS klantenservice is ontwikkeld.
34 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
35 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
36 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
37 De desbetreffende informatie wordt uitsluitend op verzoek verstrekt, met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid. Indien wetgeving in werking treedt die van toepassing is op de verstrekking van dezelfde informatie, geschiedt de informatieverstrek- king niet langer met overeenkomstige toepassing van artikel 64, achtste lid, maar conform de wettelijke regeling.
MIPOV nr. | CIS-element conform XXXXX | Detaillering van de informatie | Periode/ tijdsniveau conform MIPOV38 | IenW | ProRail | Decentrale Overheden | Overige partijen |
Optionele elementen | |||||||
1 | N.v.t. | ||||||
2 | Herkomst- bestemmings- gegevens39 |
38 De definitie van dagsoort wijkt af van het MIPOV. Onder dagsoort wordt verstaan de dag van de week, oftewel zeven aparte dagen.
39 Niet van toepassing tot het moment dat er nieuwe wetgeving is die dit mogelijk maakt binnen de grenzen van de Concessie. Voor inwerkingtreding van deze nieuwe wetgeving treden NS en de Concessieverlener in overleg over de hierbij behorende toegangsrechten.
Bijlage 3 Halvaarverantwoording
De verantwoordingsrapportage, bedoeld in artikel 56, eerste lid, onderdeel a, bevat in elk geval:
1. Een beschrijving van de wijze waarop NS in de eerste twee kwartalen van het jaar waarop het Vervoerplan betrekking heeft, door uitvoering van de Concessie heeft bijgedragen aan de Beleidsdoelen. Daartoe omschrijft NS de resultaten ten aanzien van:
a. de Prestatie-Indicatoren. De cijfermatige ontwikkeling presenteert NS in ten minste kwartaalcijfers. Voor de Prestatie-Indicator ‘Algemeen Klantoordeel’ geldt een halvaarlijkse rapportagelast. Voor de Prestatie-Indicator ‘Klantoordeel Sociale veiligheid’ geldt een jaarlijkse rapportagelast. NS geeft een verklaring voor gerealiseerde prestaties van het afgelopen half jaar, waarbij minimaal aandacht wordt besteed aan de (negatieve) afwijkingen ten opzichte van de resultaten gedurende de eerste helft van het vorige jaar voor zover beschikbaar vanuit eerdere halvaarverantwoordingen, maatregelen ter beheersing van deze afwijkingen en aan de (negatieve) trends in de cijfers van het eerste en tweede kwartaal van de voorgaande vier jaren en aan de wijze waarop en de mate waarin NS naar de Streefwaarden, als opgenomen in Bijlage 1, is toegegroeid;
b. de Informatie-Indicatoren, tenzij anders overeengekomen;
c. de Programma’s, inclusief de (tussen-)producten. NS geeft daarbij ook een toelichting op zowel de voortgang van het Programma in het afgelopen half jaar, (voorgenomen) maatregelen, als voor de gerealiseerde voortgang gedurende het gehele verloop van de desbetreffende Programma’s;
d. op hoofdlijnen: de overige in deze Concessie opgenomen verplichtingen;
e. op hoofdlijnen: de samenwerking met andere partijen en de resultaten die met betrokken partijen zijn behaald die bijdragen aan de uitvoering van deze Concessie en specifiek het Vervoerplan.
2. NS geeft bij de omschrijving van de resultaten ook inzicht in de belangrijkste oorzaken en maatregelen die tot de resultaten geleid hebben en de belangrijkste zorgpunten die NS heeft, ook in het licht van het verwachte verloop over de rest van het jaar.
3. NS rapporteert over de gerealiseerde aansluiting op laagfrequente verbindingen via een relatief cijfer ten opzichte van aansluitingen op hoogfrequente verbindingen. NS geeft hierbij een kwalitatieve toelichting.
4. NS geeft een kwalitatieve toelichting op de invloed van NS op overstap van NS naar andere modaliteiten en vice versa in de reis van de klant (bijvoorbeeld: ketendiensten, Reisinformatie voor andere modaliteiten).
5. NS neemt de tien slechtst presterende reisrelaties op het gebied van reizigerspunctualiteit 3 en 10 minuten HRN40 en zitplaatskans in de Spits tweede klas en zitplaatskans in het Dal tweede klas41 op. NS geeft hierbij een kwalitatieve toelichting op de prestaties van de betreffende reisrelaties.
6. NS rapporteert over de vijf beste en de vijf slechtst presterende aankomststations42 voor reizigerspunctualiteit 10 minuten HRN43 en zitplaatskans in de Spits tweede klas44. Voor de vijf slechtst presterende aankomststations geeft NS een toelichting waarom het slechtst wordt gepresteerd. Ook geeft NS aan welke maatregelen zijn genomen of (kunnen) worden genomen om in de toekomst beter te presteren. Indien er geen passende maatregelen (kunnen) worden genomen, wordt een toelichting hierop gegeven.
7. NS rapporteert over het algemeen klantoordeel per half jaar op zowel het landelijk niveau als het landsdelig niveau. Dit doet zij ook op haar website. Voor het slechtst presterende landsdeel licht NS toe waarom het slechtst wordt gepres- teerd. Ook geeft NS aan welke maatregelen zijn genomen of (kunnen) worden genomen om in de toekomst beter te presteren. Indien er geen passende maatregelen (kunnen) worden genomen, wordt een toelichting hierop gegeven.
8. De internationale treinen die binnen de reikwijdte van de Concessie vallen, worden meegenomen in de metingen van de Prestatie-Indicatoren in Nederland. Voor de internationale treinen gelden de volgende uitzonderingen:
a. De KGOV-lijnen, zoals genoemd in het eerste en tweede lid van artikel 4, worden alleen meegenomen in de metingen van de Prestatie-Indicatoren ‘Impactvolle verstoringen veroorzaakt door NS’ en ‘Kwaliteit van reis- informatie inclusief verstoringen’.
40 Dit is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor NS en de Infrastructuurbeheerder.
41 Wanneer de overgang naar zitplaatstijd is gemaakt, zal dit zitplaatstijd in plaats van zitplaatskans betreffen. En zal er op stop-stop trajecten worden gerapporteerd in plaats van reisrelaties.
42 Er wordt gerapporteerd over stations uit Bijlage 7.
43 Dit is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor NS en de Infrastructuurbeheerder.
44 Wanneer de overgang naar zitplaatstijd is gemaakt, zal dit zitplaatstijd in plaats van zitplaatskans betreffen.
b. NS neemt, voor de internationale treinen die binnen de scope van deze Concessie vallen maar niet kunnen worden meegenomen in de metingen van de Prestatie-Indicatoren, in de halvaarverantwoording voor de thema’s afgeleid van desbetreffende Prestatie-Indicatoren een kwalitatieve terugblik op, indien de benodigde informatie hiervoor beschikbaar is.
Bijlage 4 Jaarverantwoording
De verantwoordingsrapportage, bedoeld in artikel 56, eerste lid, onderdeel b, bevat in elk geval:
1. een beschrijving van de wijze waarop NS door uitvoering van de Concessie heeft bijgedragen aan de Beleidsdoelen voor het jaar waarop het Vervoerplan betrekking heeft. Daartoe omschrijft NS de resultaten ten aanzien van:
a. de Prestatie-Indicatoren. De cijfermatige ontwikkeling presenteert NS in ten minste kwartaalcijfers en jaarcijfers. Voor de Prestatie-Indicator ‘Algemeen Klantoordeel’ geldt een halvaarlijkse rapportagelast. Voor de Prestatie-Indi- cator ‘Klantoordeel Sociale veiligheid’ geldt een jaarlijkse rapportagelast. NS geeft een verklaring voor gerealiseerde prestaties van het afgelopen jaar, waarbij NS minimaal aandacht besteedt aan de (negatieve) afwijkingen ten opzichte van de resultaten van het vorige jaar, aan de (negatieve) trends gedurende de voorgaande vier jaar en aan de wijze waarop en de mate waarin NS naar de Streefwaarden, als opgenomen in Bijlage 1, is toegegroeid;
b. de Informatie-Indicatoren, tenzij anders overeengekomen;
c. de Programma’s, inclusief de (tussen-)producten. NS geeft daarbij ook een verklaring voor zowel de voortgang van het Programma in het afgelopen jaar, (voorgenomen) maatregelen, als voor de gerealiseerde voortgang gedurende het gehele verloop van de desbetreffende Programma’s;
d. daar waar relevant of door de Concessieverlener gewenst: de overige in de Concessie opgenomen verplichtingen;
e. de samenwerking met andere partijen en de resultaten die met betrokken partijen zijn behaald ter ondersteuning van de uitvoering van de Concessie en specifiek het Vervoerplan.
2. NS geeft bij de omschrijving van de resultaten ook inzicht in de belangrijkste oorzaken en maatregelen die tot de resultaten geleid hebben en de belangrijkste zorgpunten die NS heeft, ook in het licht van het verwachte verloop over (de eerste helft van) het volgende jaar.
3. NS rapporteert over de gerealiseerde aansluiting op laagfrequente verbindingen via een relatief cijfer ten opzichte van aansluitingen op hoogfrequente verbindingen. NS geeft hierbij een kwalitatieve toelichting.
4. NS geeft een kwalitatieve toelichting op de invloed van NS op overstap van NS naar andere modaliteiten en vice versa in de reis van de klant (bijvoorbeeld ketendiensten, Reisinformatie voor andere modaliteiten).
5. NS neemt de tien slechtst presterende reisrelaties op het gebied van reizigerspunctualiteit 3 en 10 minuten HRN45 en zitplaatskans in de Spits tweede klas en zitplaatskans in het Dal tweede klas46 op. NS geeft hierbij een kwalitatieve toelichting op de prestaties van de betreffende reisrelaties.
6. NS rapporteert over de vijf beste en de vijf slechtst presterende aankomststations47 voor reizigerspunctualiteit 10 minuten HRN48 en zitplaatskans in de Spits tweede klas49. Voor de vijf slechtst presterende aankomststations geeft NS een toelichting waarom het slechtst wordt gepresteerd. Ook geeft NS aan welke maatregelen zijn genomen of (kunnen) worden genomen om in de toekomst beter te presteren. Indien er geen passende maatregelen (kunnen) worden genomen, wordt een toelichting hierop gegeven.
7. NS rapporteert over het algemeen klantoordeel per half jaar op zowel het landelijk niveau als het landsdelig niveau. Dit doet zij ook op haar website. Voor het slechtst presterende landsdeel licht NS toe waarom het slechtst wordt gepres- teerd. Ook geeft NS aan welke maatregelen zijn genomen of (kunnen) worden genomen om in de toekomst beter te presteren. Indien er geen passende maatregelen (kunnen) worden genomen, wordt een toelichting hierop gegeven.
8. De internationale treinen die binnen de reikwijdte van de Concessie vallen, worden meegenomen in de metingen van de Prestatie-Indicatoren in Nederland. Voor de internationale treinen gelden de volgende uitzonderingen:
a. De KGOV-lijnen, zoals genoemd in het eerste en tweede lid van artikel 4, worden alleen meegenomen in de metingen van de Prestatie-Indicatoren ‘Impactvolle verstoringen veroorzaakt door NS’ en ‘Kwaliteit van reis- informatie inclusief verstoringen’.
45 Dit is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor NS en de Infrastructuurbeheerder.
46 Wanneer de overgang naar zitplaatstijd is gemaakt, zal dit zitplaatstijd in plaats van zitplaatskans betreffen. En zal er op stop-stop trajecten worden gerapporteerd in plaats van reisrelaties.
47 Er wordt gerapporteerd over stations uit Bijlage 7.
48 Dit is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor NS en de Infrastructuurbeheerder.
49 Wanneer de overgang naar zitplaatstijd is gemaakt, zal dit zitplaatstijd in plaats van zitplaatskans betreffen.
b. NS neemt, voor de internationale treinen die binnen de scope van deze Concessie vallen maar niet kunnen worden meegenomen in de metingen van de Prestatie-Indicatoren, in de jaarverantwoording voor de thema’s afgeleid van desbetreffende Prestatie-Indicatoren een kwalitatieve terugblik op, indien de benodigde informatie hiervoor beschikbaar is.
9. NS rapporteert over impactvolle Verstoringen50. Voor een top 10 aan grootste Verstoringen op basis van ‘aantal vertragingsminuten’ beschrijft NS de oorzaak, het gegeven reisadvies, de gegeven prognose en of deze is behaald. Ook beschrijft NS maatregelen die zij heeft genomen of zal nemen om in het vervolg impactvolle Verstoringen te voor- komen, versneld op te lossen of gevolgen te verzachten. Impactvolle treindienstverstoringen zijn verstoringen die meer dan 7200 treinvertragingsminuten tot gevolg hebben, waarbij de top 10 bestaat uit de (impactvolle) treindienstversto- ringen met de meeste treinvertragingsminuten. Mocht de Concessieverlener, Infrastructuurbeheerder of NS een andere norm voor het bepalen van een impactvolle treindienstverstoring willen hanteren, dan treden zij hierover in overleg.
50 Dit is een gezamenlijke verplichting met de Infrastructuurbeheerder.
Bijlage 5 Financiële verantwoording en prognose
In Bijlage 5A en 5B wordt met jaar N bedoeld het jaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Dat is dus het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de verantwoording wordt ingediend. In Bijlage 5C en 5D wordt met jaar N bedoeld het lopend jaar waarin de prognose wordt ingediend.
Bijlage 5A Financiële verantwoording
Blad 1: Totaaloverzicht
N-1 N |
Omzet (in mln €) |
Kosten (in mln €) |
Bedrijfsresultaat (in mln €)51 |
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen (in mln €)52 |
Return on Investment (in %) vóór belasting |
51 Ter uitvoering van artikel 75A wordt deze post gebruikt, te weten de variant zonder de effecten van de bijzondere waardeverminderin- gen (impairments), als bedoeld in artikel 55, eerste lid, en na toepassing van artikel 77.
52 Ter uitvoering van artikel 75A wordt deze post gebruikt, te weten de variant zonder de effecten van de bijzondere waardeverminderin- gen (impairments), als bedoeld in artikel 55, eerste lid, en na toepassing van artikel 77.
Blad 2: Overzicht kosten
N-1 N | |
Omzet (in mln €) | |
Kosten (in mln €) | |
Personeelskosten | |
Afschrijvingen rollend materieel | |
Afschrijvingen overige activa | |
Materiaal verbruik | |
Energieverbruik tractie | |
Energieverbruik overig | |
Kosten van uitbesteed werk | |
Schoonmaakkosten | |
Onderhoudswerkzaamheden | |
Automatiseringskosten | |
Huisvestingskosten | |
Gebruiksvergoeding en infraheffing | |
Risicoverdelingsafspraak reizigerskilometers | |
Overige bedrijfslasten | |
Totaal | |
Bedrijfsresultaat (in mln. €)53 |
53 Dit is het bedrijfsresultaat nadat de risicoverdelingsafspraak reizigerskilometers (artikel 77) is verwerkt.
Blad 3: Overzicht geïnvesteerd vermogen
N-1 N
Samenstelling geïnvesteerd vermogen (in mln €, ultimo)
(Im)materiële vaste activa |
Financiële vaste activa |
Voorraden |
Vorderingen |
Liquide middelen ten behoeve van operatie |
Activa
Kortlopende schulden54 |
Geïnvesteerd vermogen |
Samenstelling (im)materiële vaste activa (in mln €, ultimo)
Rollend materieel |
Overige |
Werken en in constructie |
Totaal |
Ontwikkeling (im)materiële vaste activa (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waardeverminderingen |
Overige mutaties |
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
54 Exclusief rentedragende schulden.
Blad 4: Nader overzicht onderdelen materiële vaste activa
N-1 N
Ontwikkeling geactiveerd rollend materieel (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waardeverminderingen |
Overige mutaties |
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
Ontwikkeling overige geactiveerde materiële vaste activa (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waardeverminderingen |
Overige mutaties |
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
Ontwikkelingen werken en materieel in constructie (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waardeverminderingen |
Overige mutaties |
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
Bijlage 5B Beleidsinformatie bij Financiële verantwoording
N-1 N
Personeelsontwikkeling
Aantal FTE t.b.v. Dienstregeling |
Aantal FTE t.b.v. onderhoud |
Aantal FTE t.b.v. service |
Aantal FTE t.b.v. indirecte processen |
Uitsplitsing personeelskosten
T.b.v. Dienstregeling |
T.b.v. onderhoud |
T.b.v. service |
T.b.v. indirecte processen |
Totaal |
Energie-ontwikkeling
Aantal kWh energie (totaal) (mln) |
w.v. duurzaam opgewekt (mln) |
Tariefontwikkeling beschermde kaartsoorten
Per vervoerbewijscategorie Spits |
Per vervoerbewijscategorie Dal |
Reizigerskm’s (in mln)
Regulier assortiment Spits |
Regulier assortiment Dal |
Met studentenkaart Spits |
Met studentenkaart Dal |
Totaal |
Zitplaatskm’s (in mln)
In de Spits |
In het Dal |
Totaal |
Treinkm’s (in mln)
In de Spits |
In het Dal |
Totaal |
Omzet (in mln €)
Regulier assortiment Spits |
N-1 N |
Regulier assortiment Dal |
Met studentenkaart Spits |
Met studentenkaart Dal |
Overige opbrengsten |
Logistieke kwantiteiten per treinserie
Treinkilometers |
Reizigerskilometers |
Bijlage 5C Financiële prognose
Blad 1: Totaaloverzicht
N N+1 N+2 N+3 |
Omzet (in mln €) |
Kosten (in mln €) |
Bedrijfsresultaat (in mln €) |
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen (in mln €) |
Return on Investment (in %) vóór belasting |
Blad 2: Overzicht kosten
N N+1 N+2 N+3 | |
Omzet (in mln €) | |
Kosten (in mln €) | |
Personeelskosten | |
Afschrijvingen rollend materieel | |
Afschrijvingen overige activa | |
Materiaal verbruik | |
Energieverbruik tractie | |
Energieverbruik overig | |
Kosten van uitbesteed werk | |
Schoonmaakkosten | |
Onderhoudswerkzaamheden | |
Automatiseringskosten | |
Huisvestingskosten | |
Gebruiksvergoeding en infraheffing | |
Risicoverdelingsafspraak reizigerskilo- meters | |
Overige bedrijfslasten | |
Totaal | |
Bedrijfsresultaat (in mln. €)55 |
55 Dit is het bedrijfsresultaat nadat de risicoverdelingsafspraak reizigerskilometers (artikel 77) is verwerkt.
Blad 3: Overzicht geïnvesteerd vermogen
N N+1 N+2 N+3
Samenstelling geïnvesteerd vermogen (in mln €, ultimo)
(Im)materiële vaste activa |
Financiële vaste activa |
Voorraden |
Vorderingen |
Liquide middelen ten behoeve van operatie |
Activa
Kortlopende schulden56 |
Geïnvesteerd vermogen |
Samenstelling (im)materiële vaste activa (in mln €, ultimo)
Rollend materieel |
Overige |
Werken en in constructie |
Totaal |
Ontwikkeling (im)materiële vaste activa (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten HRN aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waarde- verminderingen |
Overige mutaties |
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
56 Exclusief rentedragende schulden.
Blad 4: Nader overzicht onderdelen materiële vaste activa
N N+1 N+2 N+3
Ontwikkeling (im)materiële rollend materieel (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten HRN aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waarde- verminderingen |
Overige mutaties |
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
Ontwikkeling overige geactiveerde materiële vaste activa (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waarde- verminderingen |
Overige mutaties |
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
Ontwikkeling werken en materieel in constructie (in mln €)
Boekwaarde (start boekjaar) |
Mutanten aandeel/reikwijdte |
Investeringen |
Activeringen |
Desinvesteringen |
Afschrijvingen en waarde- verminderingen |
Overige mutaties |
N N+1 N+2 N+3
Boekwaarde (eind boekjaar)
Gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
Aanschaffingsprijs |
Bijlage 5D Beleidsinformatie bij Financiële prognose
N N+1 N+2 N+3
Personeelsontwikkeling
Aantal FTE t.b.v. Dienstregeling |
Aantal FTE t.b.v. onderhoud |
Aantal FTE t.b.v. service |
Aantal FTE t.b.v. indirecte processen |
Uitsplitsing personeelskosten
T.b.v. Dienstregeling |
T.b.v. onderhoud |
T.b.v. service |
T.b.v. indirecte processen |
Totaal |
Energie-ontwikkeling
Aantal kWh energie (totaal) (mln) |
w.v. duurzaam opgewekt (mln) |
Tariefontwikkeling beschermde kaartsoorten
Per vervoerbewijscategorie Spits |
Per vervoerbewijscategorie Dal |
Reizigerskm’s (in mln)
Regulier assortiment Spits |
Regulier assortiment Dal |
Met studentenkaart Spits |
Met studentenkaart Dal |
Totaal |
Bijlage 6 Eisen aan het Vervoerplan
Het Vervoerplan van NS bevat verplichte onderdelen die jaarlijks worden beschreven en voortkomen uit verplichtingen die in de Concessie worden gesteld. NS gaat in Vervoerplan 2025 in op de punten als hieronder opgenomen. In de daaropvol- gende jaren gaat NS in op die punten waar ontwikkelingen zijn en worden verwacht ten opzichte van het voorgaande jaar. Het Vervoerplan laat zien hoe NS voldoet aan de verplichtingen van de Concessie en hoe NS oplossingen implementeert om het treinvervoer te verbeteren. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de onderdelen die ten minste worden opgenomen door NS in het Vervoerplan.
Artikel 11 | Op verzoek van de Concessieverlener: afgestemde verbeteracties (inclusief financiële gevolgen) ten aanzien van Alternatieve Reisopties, als bedoeld in artikel 11. |
Artikel 13 | De concrete maatregelen, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, om NS-reizigers beter te spreiden over de uren van de dag en/of over de week, en de belangrijkste conclusies van het onderzoek, als bedoeld in artikel 13, tweede lid, naar het effect van het totaalpakket aan maatregelen op het spreiden van NS-reizigers over de dag en over de week. |
Artikel 16 | Hoe NS invulling geeft aan de te bereiken ambitie ter verbetering van de toegankelijkheid van treinreizen en een vooruitblik op de te nemen acties in het betreffende jaar, zoals benoemd in artikel 16, tweede lid. |
Artikel 19 | De mogelijkheden ten aanzien van het meenemen van fietsen in de trein en de afwegingen die NS hierin maakt, als genoemd in artikel 19. |
Artikel 21 | Hoe NS invulling geeft aan de inspanningsverplichting als bedoeld in artikel 21, vijfde lid, om de deur-tot-deur reisinformatie te verbeteren. |
Artikel 24 | Op welke wijze NS omgaat met de uitkomsten van het onderzoek uit artikel 24, tweede lid, en hoe dit bijdraagt aan de ontwikkeling van het serviceconcept als genoemd in artikel 24, eerste lid. Daarbij heeft NS ten minste aandacht voor de volgende punten: a. de voorkeur van specifieke groepen NS-reizigers voor een vorm van menselijk contact tijdens de reis; b. de toegankelijkheid van de service, rekening houdend met de voorkeuren en behoeften van de Brede Groep Reizigers en de mogelijkheden die de technologie op dat moment biedt. |
Artikel 32 | Welke maatregelen NS treft om de in artikel 32, eerste lid genoemde doelstelling te halen. Dit behelst in ieder geval: a. de manier waarop maximaal wordt hergebruikt en hoogwaardige recycling wordt gewaarborgd; b. een circulair ontwerp- en inkoopbeleid; c. de tussentijdse doelstellingen en mijlpalen. |
Artikel 36 | De voorgenomen maatregelen op het gebied van Sociale veiligheid en de verwachte effecten ervan, als bedoeld in artikel 36, tenzij NS en de Concessieverlener hierover andere afspraken hebben gemaakt. NS maakt een nadrukkelijke koppeling tussen het type incidenten en de te nemen maatregelen. |
Artikel 39 | Een beschrijving van de samenwerkingsstrategie en de resultaten ervan, als bedoeld in artikel 39 en de aandachtspunten die hieruit voortvloeien. |
Artikel 43 | De ontwikkelingen ten aanzien van Enkelvoudig In- en uitchecken, als bedoeld in artikel 43. |
Artikel 51 | Hoe NS invulling geeft aan de prioriteiten uit de Beleidsprioriteitenbrief als bedoeld in artikel 51. |
Artikel 52 | Het meest actuele overeengekomen overzicht van de Prestatie-Indicatoren en bijbehorende Bodem- en Streefwaarden en de Informatie-Indicatoren, als bedoeld in artikel 52 en Bijlage 1. |
Artikel 52 | De verwijzing naar het actuele overzicht van de Prestatie-Indicatoren en bijbehorende meetme- thoden en de Informatie-Indicatoren op de website van NS, als bedoeld in artikel 52 en Bijlage 1. |
Artikel 52 | Een beschrijving van wijzigingen van definities en/of meetmethoden van Prestatie-Indicatoren, voor zover deze invloed hebben op de Bodem- en Streefwaarden, als bedoeld in artikel 52. |
Artikel 52 | Een doorkijk van vier jaar, voor zover mogelijk, over de voornaamste ontwikkelingen, plannen en verwachtingen ten aanzien van de Prestatie-Indicatoren, als bedoeld in artikel 52 en Bijlage 1. |
Artikel 52 | De wijze waarop NS de Bodemwaarden realiseert en streeft naar het behalen van de Streefwaar- den voor 2029 en 2033, als bedoeld in artikel 52, eerste lid, en Bijlage 1. |
Artikel 52 | NS is transparant over de afwegingen, indien zij die maakt, tussen de Prestatie-Indicatoren. |
Artikel 60 | De maatregelen die NS neemt naar aanleiding van de meest recente benchmark, bedoeld in artikel 60. |
Artikel 61 | Een beschrijving van het plan van aanpak van Programma’s, als bedoeld in artikel 61, vijfde lid. |
Artikel 61 | De meerjarige ontwikkelingen ten aanzien van de Programma’s en bijbehorende Informatie-In- dicatoren. Daarbij beschrijft NS de invloed van de Programma’s op de prestaties en stelt NS voor, in samenspraak met de Concessieverlener, waar dit kan en relevant is een of meerdere Informa- tie-Indicatoren voor waarmee de ontwikkeling op het betreffende Programma te monitoren is. |
Artikel 68 | De implementatie van innovaties uit de innovatie- en ontwikkelagenda, als bedoeld in artikel 68, tweede lid. |
Bijlage 7 Lijst van stations
In onderstaande tabel wordt voor het betreffende station per uur de minimale stationsbediening weergegeven voor het betreffende tijdsvak voor alle richtingen voor alle vertrekkende treinen vanaf dat station. Bijvoorbeeld daar waar een 2 staat vertrekken er in dat uur minimaal twee treinen in alle richtingen. Daarnaast zijn er de volgende uitzonderingen op deze algemene regel, te weten:
• 1*: dit houdt in dat er ten minste in één richting één trein vertrekt in dat uur en in de andere richting nul;
• 2*: dit houdt in dat er ten minste in één richting twee treinen vertrekken in dat uur en in de andere richting nul;
• 2**: dit houdt in dat er ten minste in één richting twee treinen vertrekken in dat uur en dat in de andere richting(en) er ten minste één trein vertrekt.
Reisassistentie
Fietsenstalling
Voor stations waar treinen in meer dan twee richtingen vertrekken, zijn de uitzonderingen hierop beschreven in het opmerkingen veld. Daarnaast zijn voor andere stations in het opmerkingenveld afwijkingen ten opzichte van het voor- gaande beschreven. In onderstaande tabel worden stations Hazerswoude en Leeuwarden Werpsterhoeke toegevoegd nadat de procedure als bedoeld in artikel 3 is doorlopen. Dit wordt voorzien voor 2027.
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Abcoude | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Akkrum | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 2** | 2** | |
za | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2** | 2** | |||
zo | 1* | 2* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2** | 2** | |||
Alkmaar | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Alkmaar Noord | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Almelo | x | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** |
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Almelo de Riet | x | ma-vrij | 0 | 2* | 2 | 2* | zie opm | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
za | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
zo | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
opmerking | ma-vrij 10.00-14.59 0x/u, 15:00-15:59 1*, 16:00-16:59 2x/u, 17:00-17:59 2**, 18:00-18:59 1* | ||||||||||||
Almere Buiten | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Almere Centrum | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Almere Muziekwijk | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Almere Oost- vaarders | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Almere Parkwijk | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Almere Poort | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Alphen a/d Rijn | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Amersfoort Centraal | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Den Dolder: za 6:00-6:59 en zo 7:00-7:59 1x/u, zo 6:00-6:59 0x/u richting Amersfoort Schothorst: za 6:00-6:59 1x/u, zo 6:00-6:59 0x/u richting Baarn: zo 7:00-7:59 1x/u |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Amersfoort Schothorst | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Amersfoort Vathorst | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Amsterdam Amstel | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Amsterdam Bijlmer ArenA | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Duivendrecht: za 6:00-6:59 1x/u, zo 7:00-7:59 0x/u richting Amsterdam Zuid: za 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-7:59 0x/u, zo 8:00-8:59 1 x/u | ||||||||||||
Amsterdam Centraal | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Amsterdam Holendrecht | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Amsterdam Lelylaan | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Amsterdam Muider- poort | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | zo 6:00-6:59: richting Amsterdam Science Park 0x/u | ||||||||||||
Amsterdam RAI | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Amsterdam Science Park | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Amsterdam Sloterdijk | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | zo 6:00-6:59: richting Halfweg-Zwanenburg en Zaandam 1x/u | ||||||||||||
Amsterdam Zuid | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Xxxx Xxxxxxxx | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
zo | 1* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
Apeldoorn | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Apeldoorn Osseveld | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | |
za | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Arnemuiden | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Arnhem Centraal | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | za 6:00-6:59: richting Arnhem Velperpoort en Oosterbeek 1x/u zo 6:00-6:59: richting Arnhem Zuid 0x/u | ||||||||||||
Arnhem Presikhaaf | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |
za | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Arnhem Velperpoort | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Arnhem Zuid | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 1* | 2** | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
Assen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Baarn | x | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2 |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | |||
zo | 1* | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | |||
opmerking | richting Amersfoort Centraal: ma-vrij 6:00:6:59 1x/u, za en zo 6:00-6:59 0x/u, richting Hilversum: ma-vr, zo 23:00-23:59 1x/u. richting Soestdijk: ma-za 21:00:23:59 1x/u, za 7:00-7:59 1x/u, zo 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-23:59 1x/u | ||||||||||||
Barendrecht | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Beilen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
Bergen op Zoom | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Best | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Beverwijk | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Bilthoven | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Blerick | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | ||
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Bloemendaal | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Bodegraven | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Borne | x | ma-vrij | 0 | 2* | 2 | 2* | zie opm | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
za | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
zo | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
opmerking | ma-vrij 10:00-14:59 0x/u, 15:00-15:59 1*, 16:00-16:59 2x/u, 17:00-17:59 2**, 18:00-18:59 1* | ||||||||||||
Boven- karspel Flora | x | ma-vrij | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Boven- karspel- Grootebroek | ma-vrij | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
za | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Boxtel | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | 2** | |
za | 1* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 1 | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | |||
opmerking | richting Vught: ma-vrij 20:00-23:59, zo 8:00-23:59 1x/u richting Oisterwijk: ma-za 21:00-23:59 1x/u, za 7:00-7:59 1x/u, zo 8:00-23:59 1x/u richting Best: za 6:00-6:59 0x/u. | ||||||||||||
Breda | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Breda Prinsenbeek | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |
za | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |||
Breukelen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Abcoude za 6:00-6:59: 1x/u, zo 7:00-7:59 0x/u. richting Maarssen: za 6:00-6:59: 1x/u, zo 7:00-8:59 1x/u | ||||||||||||
Brummen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Bunnik | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Bussum Zuid | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Capelle Schollevaar | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Castricum | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Culemborg | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
De Vink | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Delft | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Delft Campus | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Den Dolder | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | 2** | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 1* | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | |||
Den Haag Centraal | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Voorburg: zo 6:00-6:59 0x/u | ||||||||||||
Den Haag HS | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | zo 6:00-6:59: richting Den Haag CS en Den Haag Laan van NOI 1x/u. | ||||||||||||
Den Haag Laan van NOI | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Den Haag HS: za 6:00-6:59 1x/u, zo 6:00-6:59 0x/u richting Den Haag Centraal: zo 6:00-6:59 1x/u | ||||||||||||
Den Haag Mariahoeve | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Den Haag Moerwijk | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Den Haag Ypenburg | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Den Helder | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 2 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 2 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 2 | |||
opmerking | avonduren: voor inkomende treinen geldt een bediening van 2x per uur. |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Den Helder Zuid | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
zo | 1* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
Deurne | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Deventer | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | za 6:00-6:59: richting Olst, Deventer Colmschate, Zutphen 0x/u zo 7:00-7:59: richting Olst, Deventer Colmschate, Zutphen 1x/u | ||||||||||||
Deventer Colmschate | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Diemen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Diemen Zuid | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Dieren | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Dordrecht | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Dordrecht Zuid | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Driebergen- Zeist | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Driehuis | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Dronten | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |
za | 1* | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 2** | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
opmerking | zo 10:00-10:59: richting Kampen-Zuid 1x/u | ||||||||||||
Duiven- drecht | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | za 6:00-6:59: richting Amsterdam Amstel 1x/u zo 6:00-6:59: richting Amsterdam Amstel, Amsterdam Bijlmer Arena en Diemen Zuid 0x/u | ||||||||||||
Ede- Wageningen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Eindhoven Centraal | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Geldrop: za 6:00-6:59 0x/u, zo 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-7:59 1x/u richting Helmond Brandevoort: za 6:00-6:59 0x/u, zo 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-7:59 1x/u. | ||||||||||||
Eindhoven Strijp-S | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Elst | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 1* | 2** | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
Enkhuizen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Enschede | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 0 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 0 | |||
zo | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 0 | |||
Enschede Kennispark | x | ma-vrij | 0 | 1 | 2 | 1 | zie opm | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
za | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
zo | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
opmerking | ma-vrij: 10:00-14:59 0 x/u, 15:00-15:59 1*, 16:00-16:59 2 x/u, 17:00-17:59: 2x/u; 18:00-18:59: 0 x/u. | ||||||||||||
Ermelo | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |
za | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
Etten-Leur | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Gelder- malsen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Zaltbommel: za 6:00-6:59 0x/u, zo 8:00-8:59 1x/u richting Tiel Passewaaij: za 6:00-6:59 0x/u | ||||||||||||
Geldrop | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
za | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Gilze-Rijen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |
za | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 0 | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
Goes | x | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Gouda | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | za 6:00-6:59 en zo 7:00-7:59: richting Lansingerland-Zoetermeer en Nieuwer- kerk a/d Ijssel 1x/u. | ||||||||||||
Gouda Goverwelle | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Groningen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
Groningen Europapark | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 0 | 2* | 1 | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
opmerking | zo 10:00-10:59: 1x/u | ||||||||||||
Grou- Jirnsum | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 2** | 2** | |
za | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2** | 2** | |||
zo | 1* | 2* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2** | 2** | |||
Haarlem | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Bloemendaal: za 6:00-6:59 en zo 7:00-7:59 1x/u richting Overveen: za 6:00-6:59 en zo 7:00-7:59 1x/u, zo 6:00-6:59 0x/u | ||||||||||||
Haarlem Spaarn- woude | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Halfweg- Zwanenburg | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
’t Harde | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |
za | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Harderwijk | x | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** |
za | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
Haren | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 0 | 2* | 1 | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
opmerking | zo 10:00-10:59: 1x/u | ||||||||||||
Heemskerk | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Heemstede- Aerdenhout | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Heerenveen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Heerhugo- waard | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Schagen: za 7:00-7:59 1x/u, zo 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-7:59 1x/u. richting Obdam: ma-zo 21:00-23:59 1x/u, za 6:00-6:59 0 x/u, zo 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-8:59 1x/u . richting Alkmaar Noord: za 6:00-6:59 0x/u | ||||||||||||
Heerlen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Heeze | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
za | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Heiloo | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Helmond | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Helmond ’t Hout | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Helmond Brande- voort | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Helmond Brouwhuis | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Hengelo | x | x | ma-vrij | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2* |
za | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2* | |||
zo | 0 | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2* | |||
’s Hertogen- bosch | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2i** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Tilburg: za 6:00-6:59 1x/u richting Vught: za 6:00-6:59 1x/u, zo 7:00-7:59 0x/u richting ‘s Hertogenbosch Oost: za 6:00-6:59 0x/u | ||||||||||||
’s Hertogen- bosch Oost | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |||
Hillegom | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |
za | 1* | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |||
Hilversum | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | richting Hilversum Sportpark: za 6:00-7:59 en zo 7:00-8:59 1x/u richting Baarn: za 6:00-6:59 en zo 7:00-7:59 1x/u |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Hilversum Media Park | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Hilversum Sportpark | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Hollandsche Rading | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Holten | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Hoofddorp | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Hoogeveen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
Hoogkarspel | ma-vrij | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
za | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Hoorn | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | 2** |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | 2** | |||
zo | 1* | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | 2** | |||
opmerking | richting Obdam: ma-zo 20:00-23:59 1x/u, za en zo 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-8:59: 1x/u richting Hoorn Kersenboogerd: za en zo 6:00-6:59 0x/u, zo 7:00-8:59: 1x/u | ||||||||||||
Hoorn Kersen- boogerd | x | ma-vrij | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |
za | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Horst- Sevenum | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Houten | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Houten Castellum | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Kampen Zuid | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |
za | 1* | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 2** | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
Kapelle- Biezelinge | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Koog aan de Zaan | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Krabben- dijke | x | ma-vrij | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Krommenie- Assendelft | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Kruiningen- Yerseke | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Lage Zwaluwe | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | 2** | |
za | 1 | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | 2** | |||
opmerking | richting Breda-Prinsenbeek; ma-zo 22:00-23:59, za 7:00-7:59, zo 7:00-8:59 1x/u richting Zevenbergen: ma-vr 21:00-23:39 1x/u, za 6:00-21:59 1x/u en 22:00-23:59 0x/u, zo 7:00-23:59 1x/u | ||||||||||||
Lansinger- land- Zoetermeer | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Leeuwarden | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Leiden Centraal | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
opmerking | zo 6:00-6:59: richting Leiden Lammenschans en Voorhout 0x/u | ||||||||||||
Leiden Lammen- schans | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Lelystad Centrum | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Maarheeze | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |
za | 1* | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Maarn | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Maarssen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Maastricht | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | |||
Meppel | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** |
za | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 0 | 2* | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
opmerking | richting Hoogeveen: ma-zo 23:00-23:59 1x/u, zo 7:00-7:59 0x/u, 8.00-9:59 1x/u richting Steenwijk: zo 7:00-7:59 0x/u | ||||||||||||
Middelburg | x | x | ma-vrij | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** |
za | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 1* | 2* | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Naarden- Bussum | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Xxxxxxxxxxx a/d Ijssel | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Nieuw- Vennep | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Nijkerk | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Nijmegen | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Nijmegen Dukenburg | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |||
Nijmegen Goffert | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |
za | 2* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Nijmegen Lent | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
zo | 1* | 2** | 1 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | |||
Nunspeet | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |
za | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 2** | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
Obdam | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |
za | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |||
Oisterwijk | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |
za | 1* | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Olst | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Oosterbeek | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
za | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Oss | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Oss West | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |||
Oudenbosch | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | 1 | |
za | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Overveen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Purmerend | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Purmerend Overwhere | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2** | 2 | 2 | 2 | 1* | 1 | 1 | 1 | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Purmerend Weidevenne | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
za | 1* | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Putten | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |
za | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 2** | |||
Ravenstein | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 1 | 1 | |||
Rheden | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 1* | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Rhenen | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Rijssen | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
zo | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
Rijswijk | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Rilland- Bath | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
za | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 1* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reisassistentie
Fietsenstalling
Station | Minimale bediening | 6:00 - 6:59 | 7:00 - 7:59 | 8:00 - 8:59 | 9:00 - 9:59 | 10:00 - 18:59 | 19:00 - 19:59 | 20:00 - 20:59 | 21:00 - 21:59 | 22:00 - 22:59 | 23:00 - 23:59 | ||
Roermond | x | x | ma-vrij | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
za | 0 | 2* | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
zo | 0 | 0 | 2** | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||
Roosendaal | x | x | ma-vrij | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2** |
za | 2** | 2 | 2 |