Tips voor de ondernemer
Inhoud
Tips voor de ondernemer
• Tijdig contracten aanpassen met nieuwe betalingstermijn
• Aftrek lijfrentepremie voor oudedagsreserve in 2017 alleen bij tijdige betaling
• Handhaving Wet DBA verder uitgesteld
• Ook stakingslijfrentepremie op tijd betalen voor aftrek in 2017
• Aanvraagtermijn compensatieregeling ZEZ bevallen onderneemsters start
• Bereid u voor op de nieuwe privacyregels
Tips voor de DGA
• ODV naar uw partner; pas uw testament aan!
• WW-recht voor echtgenote DGA
• Kan uw ex-partner de toebedeelde pensioenrechten afkopen of omzetten?
Tips voor werkgevers en werknemers
• Uitleg begrip ‘kalendermaand’ doorslaggevend voor recht op LKV’s
• Meerlingenverlof sinds 1 april minimaal 20 weken
• Meld tijdig betalingsonmacht bij uw pensioenfonds
• Check regelmatig of u de pensioenregeling juist uitvoert en voorkom claims
• Pas uw (basis)contract met uw arbodienst vóór 1 juli 2018 aan
• Bereid u voor op de nieuwe privacyregels bij arbeidsrelaties
Tips voor elke belastingbetaler
• Samen woning kopen en financieren
• Vraag alsnog de btw op uw zonnepanelen terug
• Afbouw algemene heffingskorting partner zonder inkomen mag
• Lenen met vermogen in de stenen
Nummer 2 - april 2018
ONDERNEMER
Tijdig contracten aanpassen met nieuwe betalingstermijn
Grote ondernemingen wachtten in het verleden lang met het betalen van de facturen van mkb-bedrijven en zzp’ers. Grote ondernemingen zijn rechtsperso- nen die op twee achtereenvolgende balansdata aan twee van de drie volgende criteria hebben voldaan:
• de waarde van de activa (balanstotaal) bedraagt meer dan € 20 miljoen;
• de netto-omzet bedraagt meer dan € 40 miljoen;
• het gemiddeld aantal werknemers bedraagt meer dan 250.
Om te zorgen dat grote ondernemingen de facturen van mkb-bedrijven en zzp’ers sneller betalen, geldt voor hen sinds 1 juli 2017 een maximale beta- lingstermijn van 60 dagen vanaf de factuurdatum. Deze termijn gold direct voor nieuwe overeenkomsten, maar niet voor op 1 juli 2017 bestaande overeenkom- sten tussen grote ondernemingen en mkb-bedrijven en zzp’ers. Die overeen- komsten moesten wel binnen één jaar na de inwerkingtreding van de maximum betalingstermijn worden aangepast. Die datum van 1 juli 2018 komt al snel dichterbij, dus u moet nu actie ondernemen om de betalingstermijn tijdig te hebben aangepast. En vergeet niet om die nieuwe betalingstermijn ook op uw facturen te vermelden.
Hoe zit het precies?
De standaard betalingstermijn is 30 dagen, tenzij u bent overeengekomen dat de termijn wordt verlengd tot maximaal 60 dagen. Wordt niet binnen de overeengekomen betalingstermijn betaald, dan mag u wettelijke rente (8%) in
rekening brengen aan de grote onderneming. De berekening van de wettelijke rente start in elk geval 60 dagen nadat de factuur is ontvangen. Overeenkom- sten met een langere betalingstermijn dan 60 dagen worden nietig verklaard en automatisch omgezet in een betalingstermijn van 30 dagen. Betaalt de grote onderneming pas na 30 dagen, dan is zij automatisch de wettelijke rente ver- schuldigd over de dagen waarmee de termijn wordt overschreden. U kunt de wettelijke rente opeisen tot 5 jaar na de overschrijding van de betalingstermijn.
1.
FIS KWARTAAL(TJE)
ONDERNEMER
Aftrek lijfrentepremie voor oudedagsreserve in 2017 alleen bij tijdige betaling
Wilt u uw oudedagsreserve omzetten in een lijfrente bij een bank of verzekeraar en de lijfrentepremie nog in de IB-aangifte 2017 in aftrek brengen? Zorg er dan voor dat u de premie op tijd betaalt. De lijfrentepremie is nog aftrekbaar in 2017 als u de premie uiterlijk vóór 1 juli 2018 heeft betaald. Het is toegestaan om in het jaar waarin u uw onderneming staakt, nog een bedrag toe te voegen aan de oudedagsreserve. Dit bedrag moet u dan wel mede gebruiken voor een lijfrente. Ook aan de overige voorwaarden voor toevoeging aan de oudedagsreserve moet u hebben voldaan. Vraag uw adviseur of u hieraan voldoet.
Let op
Met de vorming van de oudedagsreserve kunt u uw winst jaarlijks afromen, zonder dat u werkelijk een uitgave doet. Het is eigenlijk niet meer dan een papieren reserve in de vorm van een aftrekpost. U bouwt dus niet werkelijk een oudedagsvoorziening op, maar als u uw onderneming staakt, dan wordt de oudedagsreserve wel bij uw winst geteld en moet u er alsnog belasting over betalen. Als
u de financiële mogelijkheden daartoe heeft, doet u er verstandig aan om ook werkelijk liquide middelen opzij te zetten ter grootte van de jaarlijkse dotatie aan de oudedagsreserve.
ONDERNEMER
Handhaving Wet DBA verder uitgesteld
De handhaving van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) is verder uitgesteld tot 1 januari 2020. Dat is de beoogde inwerkingtredingsdatum van
de vervangende regeling. U hoeft als opdrachtgever en opdrachtnemer daardoor geen boetes of naheffingen te vrezen, wanneer achteraf wordt geconstateerd dat er sprake is van een dienstbetrekking. Maar vanaf 1 juli 2018 wordt de handhaving ten aanzien van kwaadwillenden wel uitgebreid. Xxx wordt er niet alleen handhavend opgetreden in de ernstigste gevallen, waarin opdrachtgevers opereren in
een context van opzet, fraude of zwendel, maar ook in andere situaties waarin een opdrachtgever opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, als hij/zij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. Merkt de Belastingdienst iemand aan als kwaadwillend, dan kunnen aan diegene correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen worden opgelegd.
ONDERNEMER
Ook stakingslijfrentepremie op tijd betalen voor aftrek in 2017
Heeft u uw onderneming in 2017 gestaakt en wilt u in dat jaar de stakingslijfrentepremieaftrek claimen? Zorg er ook in dat geval voor dat u de premie op tijd betaalt. ‘Op tijd’ wil ook hier zeggen dat u de lijfrentepremie uiterlijk vóór 1 juli 2018 moet hebben betaald. U mag de stakingslijfrentepremie dan in mindering brengen
op het inkomen in het stakingsjaar. De aftrek is wel gemaximeerd. De hoogte hangt onder meer af van uw leeftijd op het stakingsmoment, de mate van eventuele arbeidsongeschiktheid, of de staking het gevolg is van uw overlijden en van de ingangsdatum van de lijfrente- uitkeringen.
ONDERNEMER
Aanvraagtermijn compensatieregeling ZEZ bevallen onderneemsters start 15 mei 2018!
Vorig jaar xxxxxxxx berichtten wij u dat het UWV onder- neemsters moet compenseren die zijn bevallen tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008. In die periode bestond er name- lijk – ten onrechte – geen regeling voor zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen voor vrouwen die anders werkten dan in loondienst. De gemiddelde compensatie bedraagt 90% van het wettelijk minimumloon per dag over 2017 (inclusief vakantiegeld) tot ongeveer € 5.600 bruto per persoon. Was u in de genoemde periode onderneemster en bent u in deze periode bevallen, dan kunt u vanaf
15 mei 2018 een formulier downloaden via de website van het UWV om de compensatie aan te vragen. Uw aanvraag moet uiterlijk op 30 september 2018 binnen zijn bij het UWV. Aanvragen die later binnenkomen worden niet meer in behandeling genomen. Wees er dus op tijd bij!
Let op
De compensatie telt mee bij het bepalen van het (gezins-) inkomen en kan daardoor onder meer gevolgen hebben voor de toeslagen. Om die reden is ervoor gekozen om de compensatie door het UWV te laten uitbetalen in
het eerste kwartaal van 2019. U kunt dan tijdig uw extra inkomsten doorgeven aan de Belastingdienst.
Vanaf 4 juni 2008 ZEZ-uitkering
Op 4 juni 2008 is de Wet zwangerschaps- en bevallings- uitkering zelfstandigen (Wet ZEZ) in werking getreden. Zwangere onderneemsters hebben sindsdien recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering gedurende zestien weken.
ONDERNEMER
Bereid u voor op de nieuwe privacyregels
Als ondernemer heeft u de beschikking over veel klant- gegevens, maar ook over persoonsgegevens van leve- ranciers en dienstverleners. En heeft u personeel, dan beschikt u ook over hun gegevens. Er gaat vanaf 25 mei 2018 veel veranderen in de wijze waarop u die gegevens moet be- en verwerken, bewaren, beveiligen en gebrui- ken. Vanaf die datum moet namelijk iedere organisatie voldoen aan de strenge privacywetgeving van de Alge- mene Verordening Gegevensbescherming (AVG) die dan in de hele Europese Unie geldt. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) komt dan te vervallen. U moet u hierop voorbereiden, zodat uw onderneming tijdig AVG-proof is. Zo zult u moeten inventariseren welke persoonsgegevens u nu verzamelt, waarom en hoe u die nu be- en verwerkt, bewaart, beveiligt en gebruikt. U moet vervolgens toetsen of deze verwerkingsactiviteiten
voldoen aan de voorschriften van de nieuwe privacyregels en u zult deze waar nodig moeten aanpassen. Uw klanten (leveranciers, dienstverleners en personeel) zult u hierover moeten inlichten. Ook zult u een register moeten opstel- len van uw verwerkingsactiviteiten. Deelt u gegevens met andere partijen? In dat geval zult u hierover afspraken moeten maken met elkaar en deze vastleggen in een verwerkersovereenkomst. Verder moet u onder meer een privacyverklaring laten opstellen en een procedure voor de meldplicht datalekken vaststellen. Ook moet u in een register de datalekken bijhouden die zich bij uw bedrijf hebben voorgedaan. Kortom, er is het nodige werk te verzetten om op tijd te voldoen aan alle verplichtingen van de AVG. Vraag uw adviseur om u hierin te begeleiden, zodat u tijdig de juiste stappen onderneemt.
DGA
ODV naar uw partner; pas uw testament aan!
Wanneer u overlijdt en u heeft uw pensioen in eigen beheer omgezet in een oudedagsverplichting (ODV), dan behoort uw ODV tot uw nalatenschap. Hierdoor moet
uw partner erfgenaam worden, wil hij/zij na uw overlijden recht krijgen op uw ODV-aanspraken. Dit betekent in de praktijk dat u uw testament hierop moet inrichten. De
ODV-aanspraak wordt daarin dan aan uw partner gelega- teerd. Voorwaarde is wel dat uw partner ook erfgenaam is. Voor de praktijk zou het een veel betere oplossing zijn als u uw partner mag aanwijzen als begunstigde voor de uitkeringen na overlijden. Zo gebeurt dat ook bij een lijf- rente, maar zo is het nu (nog) niet geregeld bij een ODV.
DGA
WW-recht voor echtgenote DGA
Het hoogste rechtsorgaan in de sociale zekerheid, de Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft onlangs geoor- deeld dat een vrouw die werkte voor de bv van haar man, recht heeft op WW, hoewel er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst was. De vrouw verrichtte schoon- maakwerk en later ook administratief werk. Het echtpaar
had afgesproken hoeveel uur zij zou werken en zij gaf ook daadwerkelijk gehoor aan die oproepen. Daarmee is vol- gens de CRvB duidelijk dat de man instructies gaf over de aard en het tijdstip van haar werk. Dat zij bij haar dagelijks werk weinig aansturing nodig had, doet daar niet aan af. Dat de vrouw gehoor gaf aan deze instructies – omdat het bedrijf van haar man was en het voor haar voelde als werken voor zichzelf – maakt de beoordeling niet anders. De omstandigheid dat zij geen functioneringsgesprekken voerden, sluit evenmin uit dat de man haar kon controle- ren en zo nodig corrigeren. Bovendien was haar positie
binnen het bedrijf (aanzienlijk) lager dan die van haar man. De familierelatie en het hoge loon dat de vrouw ontving, maken volgens de CRvB niet dat een gezagsverhouding ontbreekt. Er is sprake van een dienstbetrekking en de vrouw heeft recht op WW.
Tip
Het beoordelen van verzekeringsplicht luistert erg nauw. Leg daarom in uw dossier zorgvuldig de feiten vast op grond waarvan u van mening bent dat er al dan niet sprake is van een dienstbetrekking.
Commentaar
De uitspraak betreft de WW-uitkering van de vrouw, maar deze had evengoed een naheffingsaanslag kunnen
betreffen van de Belastingdienst voor de premies werkne- mersverzekeringen. Het verschil is wel dat de Belasting- dienst dan met behulp van feiten moet aantonen dat er een dienstbetrekking is. In de praktijk zal dat lastig(er) zijn. De bv zal in dit geval geen premies hebben betaald. De Belastingdienst kan deze echter nog met terugwerkende kracht van 5 jaar naheffen. In dit geval was de bv echter failliet verklaard.
DGA
Kan uw ex-partner de toebedeelde pensioen- rechten afkopen of omzetten?
Xxxx, u heeft uw ex-partner in het kader van de echtschei- ding pensioenrechten toebedeeld. Kan zij/hij die wel of niet afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting (ODV)? Het antwoord op die vraag hangt af van de manier waarop u die pensioenrechten onderling heeft verdeeld. De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS) schrijft voor hoe u bij echtscheiding het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen tussen u
en uw ex-partner moet verdelen. Wanneer er sprake is van verevening, kan uw ex-partner alleen het bijzonder partnerpensioen afkopen of omzetten. Het ouderdoms- pensioen blijft in dat geval uw recht.
U mag echter van de wettelijke pensioenverevening afwijken door dit schriftelijk met elkaar overeen te komen. Meestal wordt dit vastgelegd in het echtscheidings- convenant. Heeft u gekozen voor conversie, dan heeft
uw ex-partner een geheel eigen recht verkregen. Dit recht kan door uw ex-partner worden afgekocht of omgezet.
WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Uitleg begrip ‘kalender- maand’ doorslaggevend voor recht op LKV’s
U kunt in aanmerking komen voor de loonkostenvoor- delen als de werknemer recht had op een uitkering in de kalendermaand voor hij/zij bij u in dienst kwam of bij u herplaatst werd. Dit is anders dan bij de premiekortingen die tot 1 januari 2018 konden worden toegepast. De voorwaarde ‘kalendermaand’ moet u namelijk volgens de uitleg van de Belastingdienst letterlijk opvatten. Wat de gevolgen zijn van deze uitleg, lichten we toe aan de hand van twee voorbeelden.
Voorbeeld 1
U neemt op 8 mei 2018 een werknemer in dienst van 57 jaar. Deze werknemer had van 1 mei 2018 tot en met 7 mei 2018 recht op een WW-uitkering. U heeft dan geen recht op het loonkostenvoordeel. Uw werknemer had in de kalendermaand voor hij in dienst kwam – dus in de maand april – geen recht op een uitkering. Het UWV zal een aanvraag voor een doelgroepverklaring afwijzen.
Voorbeeld 2
U neemt op 8 mei 2018 een werknemer in dienst van 57 jaar. Deze werknemer had van 20 april 2018 tot en met 7 mei 2018 recht op een WW-uitkering. Uw werknemer
voldoet nu wél aan de voorwaarde dat hij in de kalender- maand voor hij bij u in dienst kwam – april 2018 – recht op een uitkering had. Het UWV zal een doelgroepverklaring afgeven en u kunt het loonkostenvoordeel aanvragen in de aangifte loonheffingen.
Let op!
De werknemer hoeft dus niet de volledige kalendermaand voor indiensttreding of herplaatsing recht te hebben gehad op een uitkering. Eén dag is al voldoende. Was
de uitkering in het eerste voorbeeld op 30 april 2018 ingegaan, dan had u het loonkostenvoordeel wel kunnen aanvragen.
WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Meerlingenverlof sinds
1 april minimaal 20 weken
Nee, dit is geen 1-aprilgrap. Heeft u een werkneemster in dienst die zwanger is van een tweeling of meerling? Xxx heeft zij sinds 1 april 2018 recht op minimaal 20 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Tot dan toe was dat 16 weken. Zij kan haar verlof laten ingaan tussen 10 en 8 weken voor de dag na de uitgerekende datum van de be- valling. De werkneemster bepaalt zelf de eerste dag van haar verlof. Uiterlijk 3 weken voor de gewenste ingangs- datum van het zwangerschapsverlof vraagt zij bij u een zwangerschaps- en bevallingsuitkering aan. Zij overlegt u daarvoor een zwangerschapsverklaring. U vraagt de uit- kering namens de werkneemster aan bij het UWV. U en uw werkneemster spreken af aan wie het UWV de uitkering moet betalen. Meestal betaalt het UWV de uitkering
aan u en u betaalt het loon van de werkneemster door.
WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Meld tijdig betalings- onmacht bij uw pensioenfonds
Om niet hoofdelijk aansprakelijk te worden gesteld voor niet betaalde pensioenpremies, moet u tijdig melding doen van betalingsonmacht bij uw pensioenfonds. Maar stel, u heeft in december van een jaar deze melding gedaan, moet u dan voor de premiebetalingen in het volgende jaar in dat jaar een nieuwe melding doen? De Hoge Raad, de hoogste rechter, oordeelt dat u geen nieu- we melding hoeft te doen zolang er nog sprake is van een betalingsachterstand. Maar als het pensioenfonds aan u schriftelijk laat weten dat zij betalingsonmacht niet langer aanwezig acht, dan moet u wel opnieuw een melding doen. Let daarbij ook op de tekst van het pensioen- en/of het uitvoeringsreglement. Ook daarin kunnen bepalingen staan over de melding van betalingsonmacht.
WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Check regelmatig of u de pensioenregeling juist uit- voert en voorkom claims
Als u een pensioenregeling niet goed uitvoert, kunnen premies worden nagevorderd en moet u een schadever- goeding betalen aan uw werknemers. Dat blijkt uit een re- cente procedure. Een werkgever had aan een werknemer een beschikbarepremieregeling toegezegd. In de periode 2003 tot 2012 betaalde de werkgever een gelijkblijvende premie. Vanaf 2012 werd een met de leeftijd stijgende premie betaald. De werknemer eist echter dat ook voor de periode tot 2012 alsnog een stijgende premie wordt betaald. De rechter oordeelt dat de pensioenregeling in- derdaad een met de leeftijd stijgende premie inhield. De werkgever had de pensioenregeling niet goed uitgevoerd. De vordering tot premiebetaling wordt wegens verjaring afgewezen, maar de vordering tot schadevergoeding – met een langere verjaringstermijn – wordt toegewezen.
Tip
Zorg er dus voor dat u regelmatig laat controleren of u uw pensioenregeling nog juist toepast. De werkgever in deze procedure hoefde geen pensioenpremies na te betalen louter omdat de termijn daarvoor was verjaard,
maar hij moest voor deze ene werknemer wel een schade- vergoeding betalen van circa € 22.500!
WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Pas uw (basis)contract met uw arbodienst vóór 1 juli 2018 aan
De nieuwe Arbowet is sinds 1 juli 2017 van kracht. Hier- door worden nieuwe eisen gesteld aan de inhoud van een
contract met een arbodienst of zelfstandig bedrijfsarts en aan de arboverplichtingen die u als werkgever heeft. Maar weet u ook dat de op 1 juli 2017 bestaande contracten uiterlijk op 1 juli 2018 hieraan moeten zijn aangepast? Is dat dan niet gebeurd, dan volgen er boetes van de Inspectie SZW. Zorg er dus voor dat u het contract met uw arbodienstverlener tijdig laat aanpassen.
Xxxx u eigenrisicodrager voor de ZW en/of de WGA? Bent u een werkgever die eigenrisicodrager is voor de ZW en/of de WGA? U moet er dan voor zorgen dat de contrac- tuele afspraken met uw arbodienstverlener ook toezien op de verzuimbegeleiding van ex-werknemers.
Tip
Als u een nieuw arbocontract sluit met uw arbodienstverle- ner of u laat een bestaand contract aanpassen, maak dan ook alvast afspraken over de privacy van zieke werknemers en het opvragen van gegevens voor de no-riskpolis. Vallen uw zieke werknemers hieronder, dan komt u bij ziekte van die werknemers immers in aanmerking voor ZW-uitkeringen van het UWV.
WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Bereid u voor op de nieuwe privacyregels bij arbeidsrelaties
Privacy en de bescherming van de gegevens van uw werknemers zijn belangrijke thema's voor u in 2018. Op 25 mei 2018 treden namelijk de nieuwe privacyregels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking. Er zijn allerlei nieuwe regels voor het bewaren en gebruiken van de persoonsgegevens van uw werknemers. Denk bijvoorbeeld aan:
• wat er wel en niet in het personeelsdossier mag zitten en welke rechten uw werknemers hebben ten aanzien van hun dossier;
• of, en welke gegevens u mag delen met anderen;
• hoe u moet omgaan met de privacy van een zieke werknemer;
• de regels voor cameratoezicht, het maken van geluidsopnames en e-mailtoezicht;
• het opstellen van beleid voor uw medewerkers over hoe zij met de privacygegevens van uw werknemers moeten omgaan;
• het opstellen van een procedure voor de meldplicht bij een datalek, zowel in het geval uw werknemer een datalek veroorzaakt, als in het geval er bij een datalek gegevens van uw werknemers betrokken zijn.
De juiste omgang met de privacy en de gegevens van uw werknemers is van groot belang. Een onjuiste omgang hiermee leidt niet alleen tot problemen in de arbeidsverhouding met uw werknemers maar ook tot
imagoschade. Maar er hangen u ook flinke boetes boven het hoofd als u niet voldoet aan de nieuwe privacyregels van de AVG. Schakel daarom een deskundige in om te laten beoordelen wat u moet doen en wanneer u in actie moet komen om tijdig AVG-proof te zijn.
ELKE BELASTINGBETALER
Samen woning kopen en financieren
Xxxx, u en uw partner willen samen een woning kopen met een gezamenlijke financiering. Tot voor kort konden u en uw partner dan in bepaalde situaties de hypotheekrente niet helemaal aftrekken en/of u kon slechts beperkt gebruikmaken van de overgangsregeling die geldt
voor bestaande eigenwoningschulden van voor 2013. Daarin is inmiddels verandering gekomen. De wijziging is echter niet voor u en uw partner bedoeld als u in algehele gemeenschap van goederen bent getrouwd (of geregistreerd). Maar wel als u en uw partner:
• ongehuwd samenwonen of gaan samenwonen; of
• gehuwd zijn op huwelijkse voorwaarden zonder een beperkte gemeenschap van goederen voor de woning;
• gehuwd zijn op of na 1 januari 2018 in beperkte gemeenschap van goederen.
Welke situaties?
U krijgt niet altijd te maken met de hiervoor genoemde beperkingen. Die doen zich met name voor als een van u – voordat u samen een woning koopt – al een eigen woning met een hypotheek had of heeft gehad.
U heeft dan een zogenoemd ‘eigenwoningverleden’. Dit ‘eigenwoningverleden’ heeft ongewenste gevolgen:
• wanneer u uw eigen woning heeft verkocht met een overwaarde. Die overwaarde vormt dan de eigen- woningreserve die u – ter behoud van renteaftrek – moet herinvesteren in de gezamenlijk aangekochte woning;
• voor de duur van de renteaftrek;
• voor het gebruik van de overgangsregeling voor eigen- woningschulden die vóór 1 januari 2013 zijn aangegaan.
Ook als u beiden voorafgaand aan de gezamenlijke aan- koop een ‘eigenwoningverleden’ hadden, kunnen deze gevolgen zich over en weer voordoen.
Wat zijn de ongewenste gevolgen?
Stel dat u een eigenwoningverleden heeft en uw partner niet. Zonder nadere regelgeving zou u de eigenwoning- reserve (de overwaarde op uw vorige woning) helemaal moeten herinvesteren in uw deel van de aankoopsom van de gezamenlijke eigen woning. U krijgt dan minder rente- aftrek, namelijk voor uw helft van de eigenwoninglening verminderd met de hele eigenwoningreserve. Uw partner die geen eigen woning had, krijgt voor zijn/haar helft van de lening volledig renteaftrek.
Ook de duur van uw renteaftrek wordt beperkt. Sinds
1 januari 2001 bestaat maximaal 30 jaar recht op rente- aftrek. U heeft van die maximale renteaftrekperiode al enkele jaren gebruikt. U kan de rente van de nieuwe lening daardoor korter dan 30 jaar aftrekken. Uw partner krijgt renteaftrek voor de volle 30 jaar.
Bent u de lening voor uw vorige eigen woning aangegaan vóór 1 januari 2013? In dat geval is daarop de overgangs- regeling van toepassing. Had u een aflossingsvrije hypo- theek waarvan de rente volledig aftrekbaar was? Dan mag u daardoor ter grootte van de oude lening ook na 1 januari
2013 een aflossingsvrije hypotheek aangaan, waarvan de rente aftrekbaar is. Uw partner moet wel een hypotheek aangaan waarop zij jaarlijks aflost, anders krijgt hij/zij geen renteaftrek. Xxxxxx, de financiering/renteaftrek wordt zo voor u en uw partner een heel ingewikkeld verhaal.
Tegemoetkoming
Daarom is er voor bepaalde situaties een oplossing ge- komen die terugwerkt tot 1 januari 2013. U en uw partner kunnen van deze oplossing gebruikmaken als u de eigen woning ieder voor de helft koopt en ook de eigenwoning- schuld ieder voor de helft aangaat. In dat geval mag uw ‘eigenwoningverleden’ over u en uw partner gelijkelijk worden verdeeld. Dat geldt zowel voor de eigenwoningre- serve, de renteaftrek als voor de toepassing van de over- gangsregeling. Als u gebruik wilt maken van deze oplos- sing, dan geeft u dat aan uw aangifte inkomstenbelasting. Voor de jaren waarvan de aangifte inkomstenbelasting al is ingediend en de aanslag al onherroepelijk vaststaat, kunt u een gezamenlijk verzoek doen aan de Belastingdienst om een ambtshalve vermindering van de aanslag. Dit kunt u doen als minder dan 5 jaar zijn verstreken na het einde van het kalenderjaar waarop de aanslag betrekking heeft.
Let op
De oplossing geldt weliswaar bij een 50-50-aankoop en
-financiering, maar bij een andere verdeling van de geza- menlijke aankoop en financiering, kunt u dit voorleggen aan de Belastingdienst. Die beslist dan of u en uw partner ook van de oplossing gebruik mogen maken.
Er zijn ook nadelen
De geboden oplossing heeft op korte termijn vaak voordelen. Maar er zijn ook nadelen. Zo is de keuze voor de oplossing niet meer terug te draaien. Ook niet als u later uit elkaar gaat. U bent uw ‘eigenwoningverleden’ definitief voor de helft kwijt na de keuze voor de oplossing. U kan dan voor die helft geen aflossingsvrije lening met renteaftrek meer aangaan, omdat de overgangsregeling
in zoverre niet meer op u van toepassing is. Uw partner die uw ‘eigenwoningverleden’ voor de helft heeft overgenomen, wordt daardoor beperkt in de duur van de renteaftrekperiode. U doet er dan ook verstandig aan u te laten adviseren door een fiscaal adviseur, zodat u de fiscale gevolgen helemaal helder heeft, voordat u kiest om wel of niet van deze oplossing gebruik te maken.
ELKE BELASTINGBETALER
Vraag alsnog de btw op uw zonnepanelen terug
Heeft u als particulier de btw op de aanschaf en het onderhoud van uw zonnepanelen nog niet terug- gevraagd? Dat kan sinds kort alsnog, ongeacht het jaar van de aankoop. Daartoe is de teruggaafprocedure vereenvoudigd. U hoeft daarvoor maar één keer een btw-aangifte in te dienen over het tijdvak waarin de panelen zijn aangeschaft. U kunt de btw terugvragen door u als btw-ondernemer aan te melden met het formulier ‘Opgaaf zonnepaneelhouders’. Bent u al wel btw-ondernemer en heeft u zonnepanelen geplaatst op
een privépand en de btw nog niet teruggevraagd? In dat geval kunt u zich ook melden met dit formulier.
ELKE BELASTINGBETALER
Afbouw algemene heffingskorting partner zonder inkomen mag
Sinds 2009 wordt de uitbetaling van de algemene heffings- korting aan de partner zonder inkomen geleidelijk in vijftien jaar met 6,67% per jaar afgebouwd tot nul. Dit betekent dat er in 2018 ten hoogste 33,33% van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de minstverdienende partner. Xxxx claimden een man en een vrouw in de aangifte inkomstenbelasting voor hun beiden de volledige algemene heffingskorting, hoewel de vrouw geen inkomen had. Zij hielden geen rekening met de afbouw omdat dit
in strijd zou zijn met het Europese recht en internationale verdragen. De Hoge Raad, onze hoogste rechter, heeft onlangs beslist dat daarvan echter geen sprake is.
Let op
De afbouw geldt niet voor belastingplichtigen die geboren zijn vóór 1 januari 1963. Hierin komt met ingang van
1 januari 2019 verandering. Xxx geldt de afbouw ook voor de minstverdienende partners die vóór 1963 zijn geboren. In 2023 is de zogenoemde ‘aanrechtsubsidie’ geheel afgebouwd voor alle leeftijden.
ELKE BELASTINGBETALER
Lenen met vermogen in de stenen
Ouderen die beschikken over vermogen dat grotendeels bestaat uit de overwaarde van de eigen woning,
kunnen deze waarde niet altijd verzilveren. Als zij in hun huidige woning willen blijven wonen – maar het nodig is dat daar aanpassingen aan worden gedaan om deze ‘leeftijdsbestendig’ te maken – komen zij regelmatig vermogen of (pensioen)inkomen tekort om een nieuwe lening hiervoor te kunnen dragen of een bestaande lening voort te zetten. Verkeert u ook in deze situatie? De Verzilverlening van de Stichting Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting (SVn) biedt dan mogelijk uitkomst. Deze lening is echter niet bedoeld voor consumptieve uitgaven.
Verzilverlening
De Verzilverlening is een box-3-lening die niet hoeft te worden afgelost tijdens de looptijd. De rente is dus niet aftrekbaar, maar hoeft ook niet direct te worden betaald. De rente wordt bijgeschreven op de lening. Bij een Verzilverlening wordt ook niet gekeken naar de hoogte van het (pensioen)inkomen. De lening staat open voor eigenaren van een woning in de gemeente die deze lening aanbiedt. Wel moet u een leeftijd hebben die minimaal 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd ligt. Bij partners wordt gekeken naar de leeftijd van de jongste partner.
Looptijd en aflossing
Een Verzilverlening heeft een looptijd van 75 jaar en de rente staat voor 40 jaar vast (2018: 1,7%). Als u na deze 40 jaar nog leeft, wordt er vanaf dat moment
geen rente meer bijgeschreven op de lening. De lening moet worden afgelost bij verkoop van de woning of bij overlijden van de (langstlevende) schuldenaar. Vrijwillig vervroegd boetevrij aflossen kan altijd. De lening wordt verstrekt in de vorm van een hypothecaire lening. Na het sluiten van een Verzilverlening mag u geen nieuwe lening meer aangaan. De hoogte van de lening is bij aanvang maximaal 80% van de waarde van uw woning (WOZ- waarde of getaxeerde marktwaarde), inclusief bestaande leningen. Gemeenten kunnen extra voorwaarden en grenzen stellen aan de Verzilverlening en dus ook lagere maxima hanteren.
Tip
Het is ook mogelijk om de Verzilverlening aan een Vereniging van Eigenaren (VvE) te verstrekken. Xxxx u eigenaar van een appartement, dan kunt u dus ook een Verzilverlening krijgen. De jongste eigenaar van het appartement mag dan echter niet jonger zijn dan
57 jaar en drie maanden.
In deze brochure is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot 12 april 2018. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.