XXXXXXXX
Overeenkomst Kortdurend Verblijf tussen
Gemeente Oss
(“Centrumgemeente”)
en
XXXXXXXX
(“Aanbieder”)
Contractnummer: 2024-1
Ondergetekenden:
Gemeente Oss, gevestigd aan de Raadhuislaan 2 (5341 GM) te Oss, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxx xxx Xxxxxx, in de functie van wethouder Zorg & Welzijn, hierna ook te noemen Centrumgemeente,
en
XXXXXXXX
De overeenkomst noemt de Centrumgemeente en Aanbieder gezamenlijk Partijen en ook afzonderlijk van elkaar een Partij.
Partijen overwegen bij het aangaan van deze overeenkomst als volgt:
A. Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) zijn Gemeenten verantwoordelijk voor de levering van Maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wmo 2015. Om deze verantwoordelijkheid vorm te geven, heeft de Centrumgemeente in de overeenkomst afspraken gemaakt met Aanbieder.
B. In het kader van de overeenkomst is er sprake van een “open house” systeem waarbij Xxxxxxxxx zich ertoe verbindt om de betrokken diensten te leveren tegen vooraf vastgestelde voorwaarden, waarbij de Centrumgemeente geen selectie onder aanbieders maakt.
C. De Centrumgemeente stelt vast dat de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is op het
“open house“ systeem en de Centrumgemeente verklaart deze ook niet van toepassing.
D. Er geldt een uitzondering voor de uitsluitingsgronden genoemd in de artikelen 2.86 en 2.87 van de Aanbestedingswet 2012.
E. Aanbieder heeft verklaard en kan op verzoek van de Centrumgemeente middels het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) verklaren dat de uitsluitingsgronden genoemd in de voornoemde artikelen 2.86 en 2.87 van de Aanbestedingswet 2012 niet op hem van toepassing zijn.
Partijen komen als volgt overeen:
Artikel 1 Begrippen
De begripsbepalingen zoals vastgelegd in artikel 1.1.1 van de Wmo 2015 zijn onverkort van toepassing op de overeenkomst. De begripsbepalingen zijn in de overeenkomst met een hoofdletter geschreven.
1.1 Calamiteit: niet beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een Cliënt heeft geleid.
1.2 Centrumgemeente: de gemeente Oss in haar rol als opdrachtgever namens de Deelnemende gemeenten Bernheze, Boekel, Land van Cuijk, Maashorst en Oss en die als zodanig de inkoopprocedure uitvoert en overeenkomsten sluit met aanbieders.
1.3 Cliënt: een Inwoner die in aanmerking komt voor een Maatwerkvoorziening (afwijking van de definitie in de Wmo 2015).
1.4 Deelnemende gemeente: de gemeente Bernheze, Boekel, Land van Cuijk, Maashorst en Oss.
1.5 Fraude: het plegen of trachten te plegen van valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van rechthebbenden of verduistering bij de uitvoering van de Wmo door de Aanbieder, met het doel een prestatie, vergoeding, betaling of ander voordeel te krijgen waarop Xxxxxxxxx geen recht heeft of kan hebben.
1.6 Fysieke overlegtafel: op objectieve criteria door de Centrumgemeente geselecteerde Aanbieders die fysiek overleg plegen met de Centrumgemeente.
1.7 Geweldsincident: seksueel binnendringen van het lichaam of ontucht met een Cliënt, alsmede lichamelijk en geestelijk geweld jegens een Cliënt, door een beroepskracht dan wel door een andere Cliënt met wie de Cliënt gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van Xxxxxxxxx verblijft.
1.8 Inwoner: inwoner met een woonplaats in één van de Deelnemende gemeenten, die geregistreerd staat in de Basisregistratie Personen (Brp).
1.9 Medewerker toegang: een consulent van een Deelnemende gemeente of een welzijnsprofessional werkzaam in de toegang, afhankelijk van de lokale situatie.
1.10 Regisseur: de door Deelnemende gemeenten aan te wijzen Medewerker toegang of Aanbieder die aan een Cliënt is toegevoegd, voor zover de Cliënt zelf of zijn omgeving niet of niet volledig in staat is om regie te voeren over zijn situatie. De Regisseur zorgt voor voortgang en afstemming. In het geval meerdere aanbieders betrokken zijn bij de Maatwerkvoorziening, krijgt die aanbieder de regisseursrol waar het hoofdaccent van de ondersteuning ligt.
1.11 Traject: geheel van ondersteuningsactiviteiten van Aanbieder (inclusief die van zijn onderaannemer(s)) dat wordt verricht om de doelen uit de Verleningsbeschikking te bereiken.
1.12 Trajectplan: het door de Xxxxxxxxx opgestelde plan voor uitvoering van het Traject.
1.13 Verleningsbeschikking: een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht afgegeven door een Gemeente aan een Cliënt, waarin te bereiken resultaten worden vermeld en waarmee die Cliënt in aanmerking komt voor een Maatwerkvoorziening.
1.14 Verslag: verslag dat door de Medewerker toegang na een gesprek met de Cliënt wordt opgesteld. Het Verslag vermeldt onder meer de voor de Cliënt te bereiken doelen en resultaten, benoemd volgens de typen Maatwerkvoorzieningen waarvoor overeenkomsten zijn afgesloten.
Artikel 2 Voorwerp en doel van de overeenkomst
2.1 Aanbieder is verplicht om in opdracht van Deelnemende gemeenten de Maatwerkvoorziening te verlenen volgens de voorwaarden van de overeenkomst inclusief bijlagen, die daarvan integraal deel uitmaken. De volgende bijlagen zijn opgenomen:
Bijlage 1: Gegevens tarief
Bijlage 2: Eisen uitvoering en verantwoording
Bijlage 3: Wijze van bekostigen
Bijlage 4: Beleids- en uitvoeringsregels 2022 social return arbeidsmarktregio Noordoost Brabant met addendum
Bijlage 5: Kwaliteitskader Wmo Brabant Noordoost-Oost
2.2 Aanbieder verplicht zich er voor te zorgen dat de voorziening van goede kwaliteit en verantwoord is. Een voorziening wordt in elk geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht geleverd en is afgestemd op de reële behoefte van de Cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de Cliënt ontvangt.
2.3 De overeenkomst heeft tot doel het maken van afspraken over de levering van verantwoorde Maatwerkvoorzieningen binnen Deelnemende gemeenten.
Artikel 3 Algemene voorwaarden
3.1 De algemene voorwaarden van Partijen, onder welke naam of in welke vorm dan ook, zijn uitdrukkelijk niet van toepassing op de overeenkomst.
Artikel 4 Duur van de overeenkomst
4.1 De aangepaste overeenkomst gaat in op de in bijlage 1 genoemde datum.
4.2 De bepalingen uit de overeenkomst blijven van kracht zolang er geen wijzigingen hebben plaatsgevonden. Dit laat onverlet de mogelijkheid tot opzegging en ontbinding als bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de overeenkomst.
Artikel 5 Opzegging en beëindiging van de overeenkomst
5.1 Partijen hebben het recht om de overeenkomst tussentijds per aangetekende brief te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van zes kalendermaanden zonder tot enige vorm van schadevergoeding of vergoeding van andere kosten gehouden te zijn. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de aangetekende brief door de andere Partij is ontvangen.
5.2 Als Aanbieder van deze mogelijkheid gebruik maakt, is deze verplicht om voorafgaande aan de opzegging in overleg te treden met andere aanbieders over de (mogelijke) overname van verplichtingen, zoals personeel en dienstverlening aan Cliënten, voortvloeiende uit de overeenkomst. De Aanbieder verplicht zich tot redelijkerwijs te verlenen medewerking bij voornoemde overname.
5.3 De overeenkomst kan tussentijds en met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door de Centrumgemeente, zonder tot enige vorm van schadevergoeding of vergoeding van andere kosten gehouden te zijn, in geval van ernstige gedragingen van Aanbieder jegens Deelnemende gemeenten of derden, die naar algemeen aanvaarde (beroeps)opvattingen een schending vormen van zorgvuldigheid en het vertrouwen welke van een Aanbieder mag worden verwacht.
5.4 In het geval de aangepaste vergoeding zoals genoemd in artikel 15, tweede lid, bekend wordt gemaakt na 1 juli voorafgaand aan het volgend kalenderjaar en Aanbieder niet akkoord gaat met deze vergoeding, bedraagt de opzegtermijn in afwijking van het eerste lid vier maanden. Hetgeen bepaald is in artikel 5, tweede lid, is onverkort van toepassing.
5.5 De Centrumgemeente beëindigt de overeenkomst indien Aanbieder gedurende een jaar geen Cliënten meer uit de Deelnemende gemeenten heeft gehad op basis van deze overeenkomst.
Artikel 6 Ontbinding van de overeenkomst
6.1 Indien een Partij één of meer verplichtingen uit de overeenkomst niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt zullen Partijen trachten om deze in eerste instantie in onderling overleg op te lossen tenzij overleg redelijkerwijs niet tot een oplossing kan leiden.
6.2 Indien tijdens de procedure voor ondertekening van de overeenkomst en/of tijdens de looptijd van de overeenkomst blijkt dat
- één of meer van de uitsluitingsgronden van de artikelen 2.86 en 2.87 Aanbestedingswet 2012 van toepassing zijn of
- Aanbieder niet meer voldoet aan de in de overeenkomst gestelde voorwaarden, behoudt de Centrumgemeente zich het recht voor om de overeenkomst eenzijdig en per
direct bij aangetekende brief met Xxxxxxxxx te ontbinden. Deelnemende gemeenten zijn in die situatie geen schadevergoeding of vergoeding van andere kosten verschuldigd.
6.3 In geval van ontbinding, verplicht Aanbieder zich om per direct in overleg te treden met de Centrumgemeente over de (mogelijke) overname van verplichtingen, zoals personeel en dienstverlening aan Cliënten door een derde partij. De Aanbieder verplicht zich tot redelijkerwijs te verlenen medewerking bij voornoemde overname.
6.4 In geval van Fraude heeft de Centrumgemeente het recht om de overeenkomst te beëindigen en/of schadevergoeding te vorderen. De Centrumgemeente heeft het recht ten onrechte gedane betalingen terug te vorderen vermeerderd met wettelijke rente en te maken kosten, al dan niet door verrekening met nog openstaande dan wel toekomstige declaraties of voorschotten.
6.5 In het geval van ernstige tekortkomingen bij Aanbieder in de uitvoering van de overeenkomst, kunnen Deelnemende gemeenten een cliëntenstop hanteren. Bij een cliëntenstop brengen Deelnemende gemeenten geen nieuwe cliënten bij Aanbieder onder totdat de tekortkomingen deugdelijk en volledig zijn hersteld.
Artikel 7 Integriteit
7.1 Aanbieder en zijn directie en/of bestuur verklaren in het kader van hun integriteit door ondertekening van de overeenkomst dat zij in de afgelopen 5 jaren, voorafgaand aan de datum van ondertekening van de overeenkomst in ieder geval:
• niet betrokken zijn geweest bij strafbare feiten noch strafbare overtredingen hebben begaan;
• geen verdachten van strafbare feiten zijn geweest noch daarvoor zijn veroordeeld;
• geen bestuursrechtelijke en/of fiscaalrechtelijke boetes opgelegd hebben gekregen;
• geen bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen opgelegd hebben gekregen in de vorm van een last onder bestuursdwang en/of dwangsom;
• zich niet in het maatschappelijk en/of zakelijk verkeer onaanvaardbaar hebben gedragen;
• zich niet schuldig hebben gemaakt aan ongeoorloofde afspraken;
• medewerkers van de Deelnemende gemeenten geen persoonlijke voordelen hebben gegund met als doel om orders of overeenkomsten te krijgen of te houden.
7.2 Aanbieder is (ook) verplicht om zich gedurende de looptijd van de overeenkomst integer te gedragen, noch mogen er integriteitstwijfels bestaan of ontstaan. De integriteit van de Aanbieder is in ieder geval geschonden of er bestaan integriteitstwijfels indien:
• Aanbieder en zijn bestuur en/of directie strafbare feiten en/of overtredingen hebben gepleegd, medegepleegd of daaraan medeplichtig zijn of daarvan verdacht zijn of feiten hebben begaan die in het maatschappelijk verkeer als maatschappelijk onaanvaardbaar worden aangemerkt;
• sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat Xxxxxxxxx en/of zijn bestuur en/of directie in relatie staan tot strafbare feiten;
• sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen dat Xxxxxxxxx op enige wijze bedragen aan de bedrijfsvoering onttrekt ter aanwending van voor de branche niet- gebruikelijke, dan wel niet-integere, dan wel niet-marktconforme, dan wel niet ter ondersteuning van de bedrijfsvoering, bedoelde uitgaven;
• sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat Xxxxxxxxx en/of zijn bestuur en/of directie en/of de aan hen gelieerde vennootschappen een (zakelijk) samenwerkingsverband onderhouden met derden die in relatie staan tot strafbare feiten of daarvan verdacht worden;
• sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van deze overeenkomst door Xxxxxxxxx en/of zijn bestuur en/of directie een strafbaar feit is gepleegd of een overtreding is begaan.
7.3 De Deelnemende gemeente(n) kunnen een integriteitsonderzoek (laten) uitvoeren bij Aanbieder of zijn in te zetten onderaannemer en/of een advies vragen aan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen. Aanbieder werkt altijd kosteloos mee aan een dergelijk integriteitsonderzoek, tenzij dit redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd. De kosten van het onderzoek komen voor rekening van de Deelnemende gemeente(n), tenzij op grond van de uitkomst van het onderzoek de overeenkomst met Xxxxxxxxx wordt ontbonden als gevolg van integriteitsschending. In dat geval verhalen de Deelnemende gemeente(n) de kosten op Aanbieder.
7.4 De Centrumgemeente is gerechtigd de overeenkomst onmiddellijk en zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden, en zonder daarbij een termijn in acht te hoeven nemen indien:
i. Aanbieder niet naar waarheid heeft verklaard ten aanzien van het bepaalde in artikel 7 lid 1;
ii. een of meerdere van de omstandigheden als bedoeld in artikel 7 lid 2 op Aanbieder van toepassing is of wordt.
7.5 In geval van ontbinding van de overeenkomst als bedoeld in het vorige lid zijn de Deelnemende gemeenten niet gehouden tot vergoeding van welke schade van Aanbieder dan ook. Aanbieder vrijwaart de Deelnemende gemeenten van (schade-)claims van derden als gevolg van een ontbinding van de overeenkomst door de Centrumgemeente op grond van het vorige lid.
Artikel 8 Aansprakelijkheid en verzekering
8.1 Als Aanbieder toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van één of meer verplichtingen uit de overeenkomst is zij tegenover Deelnemende gemeenten aansprakelijk voor alle door de Deelnemende gemeenten geleden dan wel te lijden schade.
8.2 Aanbieder dient zich adequaat te verzekeren en zal zich adequaat verzekerd houden gedurende de looptijd van de overeenkomst voor bedrijfs- en wettelijke aansprakelijkheid. Als adequate verzekering wordt een verzekering aangemerkt van € 2.500.000,- (twee en een half miljoen Euro) per gebeurtenis. De Centrumgemeente ontvangt op aanvraag een kopie van de polis.
Artikel 9 Niet toerekenbare tekortkoming
9.1 Aanbieder kan zich jegens de Centrumgemeente slechts op niet-toerekenbare tekortkomingen beroepen, indien hij zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen drie dagen na het intreden van de niet-toerekenbare tekortkoming onder overlegging van de nodige bewijsstukken de Centrumgemeente schriftelijk van een dergelijk beroep in kennis stelt.
9.2 Indien de continuïteit van het aanbod op korte termijn door Aanbieder voor het uitvoeren van de overeenkomst niet kan worden gewaarborgd, bijvoorbeeld als gevolg van ziekte van personeel, dient Aanbieder dit terstond bij de Centrumgemeente te melden. Aanbieder zoekt, in overleg met de Medewerker toegang en de Cliënt, zo spoedig mogelijk naar een passend alternatief bij een andere door de Centrumgemeente gecontracteerde Aanbieder.
9.3 Onder een toerekenbare tekortkoming wordt in ieder geval verstaan een tekortkoming als gevolg van:
- gebrek aan personeel;
- stakingen.
Artikel 10 Nieuwe aanbieders
10.1 Gedurende de looptijd van de overeenkomst kunnen nieuwe aanbieders zich aanmelden bij de Centrumgemeente. Het is aan de Centrumgemeente om te bepalen of en op welk moment zij een nieuwe aanbieder toelaat.
10.2 De Centrumgemeente toetst of de nieuwe aanbieder voldoet aan de eisen gesteld in de overeenkomst.
10.3 Een aanbieder die zich aanmeldt op of na 1 januari van het lopende jaar komt niet in aanmerking voor een overeenkomst voor 1 juli van datzelfde jaar, tenzij:
- de Centrumgemeente vaststelt dat het aanbod van de betreffende aanbieder ondersteuning betreft waarvoor een tekort aan aanbod bestaat om de volledige ondersteuningsvraag af te dekken, of;
- de Centrumgemeente vaststelt dat het aanbod van de betreffende aanbieder uniek is en nog geen deel uitmaakt van het gecontracteerde aanbod.
10.4 Een aanbieder die zich aanmeldt op of na 1 juli van het jaar komt niet in aanmerking voor een overeenkomst voor 1 januari van het daaropvolgende jaar, tenzij:
- de Centrumgemeente vaststelt dat het aanbod van de betreffende aanbieder ondersteuning betreft waarvoor een tekort aan aanbod bestaat om de volledige ondersteuningsvraag af te dekken, of;
- de Centrumgemeente vaststelt dat het aanbod van de betreffende aanbieder specialistisch is waarin nog niet is voorzien en waaraan behoefte is.
Artikel 11 Eisen aan de ondersteuning
11.1 Aanbieder voldoet bij het uitvoeren van de overeenkomst aan alle (kwaliteits)eisen die voortvloeien uit de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. De Centrumgemeente kan dit tijdens de gehele uitvoering van de overeenkomst (laten) controleren.
11.2 De Centrumgemeente kan bij Aanbieder voor en tijdens de looptijd van de overeenkomst de volgende stukken opvragen:
- Verklaring van de belastingdienst (Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen) die niet ouder is dan 6 maanden;
- Gedragsverklaring aanbesteden die niet ouder is dan 2 jaar;
- Een uittreksel Kamer van Koophandel die niet ouder is dan 6 maanden;
- De meest recente jaarrekening, accountantsverklaring of beoordelings- of samenstellingsverklaring voor niet-jaarrekeningsplichtige Aanbieders;
- Een kopie van een adequate polis van verzekering tegen bedrijfs- en wettelijke aansprakelijkheid. Als adequate verzekering wordt een verzekering aangemerkt van
€ 2.500.000,- (twee en een half miljoen Euro) per gebeurtenis.
11.3 Aanbieder verplicht zich er voor te zorgen dat de voorziening van goede kwaliteit en verantwoord is. Een voorziening wordt in elk geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht geleverd en is afgestemd op de reële behoefte van de Cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de Cliënt ontvangt.
Artikel 12 Gegevensuitwisseling
12.1 Aanbieder is verantwoordelijk voor de juiste weergave van zijn gegevens in het AGB-register van Vektis. Het AGB-register is het identificerende register in de zorg met de AGB-code als unieke sleutel. De AGB-code is noodzakelijk voor het declareren en contracteren in de zorg.
12.2 Aanbieder is verantwoordelijk voor de juiste vermelding van de bedrijfsnaam, de AGB-code en onderaannemers in deze overeenkomst. De bedrijfsnaam dient in overeenstemming te zijn met de inschrijving in het handelsregister.
Artikel 13 Privacy
13.1 Ter uitvoering van deze overeenkomst worden persoonsgegevens verwerkt, waarbij Partijen ieder zelfstandig verwerkingsverantwoordelijke zijn in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
13.2 Aanbieder handelt bij de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de verwerking van persoonsgegevens.
13.3 Partijen stellen elkaar te allen tijde in staat om binnen de wettelijke termijnen te voldoen aan de verplichtingen op grond van de AVG.
13.4 Aanbieder verwerkt de persoonsgegevens niet voor enig ander doel dan noodzakelijk is voor het verrichten van de overeengekomen prestaties, behoudens afwijkende wettelijke verplichtingen.
13.5 Aanbieder draagt er zorg voor dat personen in dienst van, dan wel werkzaam ten behoeve van Xxxxxxxxx, verplicht zijn tot geheimhouding met betrekking tot de persoonsgegevens waarvan zij kennis kunnen nemen, behoudens voor zover een bij, of krachtens de wet gegeven voorschrift tot verstrekking verplicht.
13.6 Aanbieder neemt passende technische en organisatorische maatregelen om te waarborgen en te kunnen aantonen dat de verwerking in overeenstemming met de AVG wordt uitgevoerd. Deze maatregelen garanderen een passend beveiligingsniveau gelet op de te verrichten verwerkingen.
13.7 Partijen informeren elkaar zo spoedig mogelijk – doch uiterlijk binnen 24 uur na de eerste ontdekking – over alle inbreuken in verband met persoonsgegevens die op grond van wetgeving moeten worden gemeld aan de Autoriteit Persoonsgegevens en de betrokkene en waar persoonsgegevens in het kader van uitvoering van de overeenkomst bij betrokken zijn.
Artikel 14 Social Return
14.1 Aanbieder voert bij het uitvoeren van de overeenkomst de werkzaamheden in het kader van Social Return uit zoals opgenomen in bijlage 4 bij deze overeenkomst.
Artikel 15 Bekostiging
15.1 De wijze van bekostiging van de in bijlage 2 genoemde Maatwerkvoorziening is opgenomen in bijlage 3.
15.2 In bijlage 1 is het tarief opgenomen. Dit tarief kan door de Centrumgemeente jaarlijks opnieuw worden vastgesteld en wordt in dat geval in het vierde kwartaal, of zoveel eerder als mogelijk, voorafgaand aan het volgend kalenderjaar aan de Aanbieder kenbaar gemaakt.
15.3 Ten onrechte gedane betalingen door Deelnemende gemeenten leiden tot terugvordering bij Aanbieder van hetgeen onterecht voldaan is en, voor zover de ten onrechte gedane betalingen de Aanbieder zijn toe te rekenen, wordt dit vermeerderd met wettelijke rente en te maken kosten, al dan niet door verrekeningen met nog openstaande dan wel toekomstige declaraties of voorschotten.
15.4 Jaarlijks wordt het tarief genoemd in bijlage 1 geïndexeerd. Het indexcijfer wordt als volgt berekend:
A 90% van het (voorlopige) prijsindexcijfer voor personele kosten, voor het volgende kalenderjaar. Dit wordt vastgesteld op basis van de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) (Prijsindexcijfers | Nederlandse Zorgautoriteit (xxx.xx))
B 10% van het (voorlopige) prijsindexcijfer materiële kosten voor het volgende kalenderjaar. Dit wordt vastgesteld op basis van gegevens van het Centraal Planbureau (Prijsindexcijfers | Nederlandse Zorgautoriteit (xxx.xx))
15.5 Het verschil tussen het voorlopige prijsindexcijfer dat is gebruikt bij de berekening van het huidige tarief volgens artikel 15.4 en het definitieve prijsindexcijfer wordt in de nieuwe tarieven van het daarop volgende jaar verrekend. Dit gebeurt voor het eerst in 2024 ten behoeve van het verschil tussen het voorlopige prijsindexcijfer en het definitieve prijsindexcijfer over 2023.
15.6 Partijen erkennen dat het tarief zoals opgenomen in bijlage 1 is vastgesteld overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van de gevraagde dienst(en), waaronder de eisen aan de beroepskracht en rekening houdend met de continuïteit van de dienstverlening en waarbij rekening is gehouden met de kostprijselementen als bedoeld in artikel 5.4, derde lid van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015/ artikel 18, derde lid van de Verordening.
Artikel 16 Transformatie
16.1 Tijdens de looptijd van de overeenkomst treden Partijen periodiek met elkaar in overleg over de wijze waarop de beoogde transformatie van diensten wordt vormgegeven.
16.2 Aanbieder toont aan dat hij investeert in de beoogde transformatie van diensten.
Artikel 17 Combinatie, onderaanneming en ZZP
17.1 Indien Aanbieder deelneemt aan de Overeenkomst als combinatie, dient er een penvoerder te zijn die door de combinanten onherroepelijk en onvoorwaardelijk is gemachtigd de combinanten te vertegenwoordigen.
17.2 Alle combinanten zijn zowel gezamenlijk, in de hoedanigheid van combinatie, als hoofdelijk aansprakelijk voor de volledige en juiste uitvoering van de overeenkomst.
17.3 Indien Aanbieder gebruik maakt van een onderaannemer dient hij dit vooraf bij de Centrumgemeente te melden. Aanbieder dient aan te geven welke onderdelen van de overeenkomst hij laat uitvoeren door een onderaannemer. Aanbieder garandeert dat de ondersteuning door de onderaannemer aan dezelfde eisen voldoet, als die welke aan de ondersteuning door Xxxxxxxxx zijn gesteld en dat Aanbieder de onderaannemer een reële kostprijs betaalt. Aanbieder is als hoofdaannemer volledig aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst door de door hem ingeschakelde onderaannemer.
17.4 Ten aanzien van ieder van de combinanten en de hoofd- en onderaannemers zijn de uitsluitingsgronden genoemd in de artikelen 2.86 en 2.87 Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing. De combinanten dan wel de hoofd- en onderaannemers hebben hiertoe het Uniform Europees Aanbestedingsdocument ondertekend.
17.5 De constructie waarbij Aanbieder gebruik maakt van zelfstandigen zonder personeel
(ZZP’ers) merkt de Centrumgemeente aan als een constructie van onderaanneming.
17.6 Waar in de overeenkomst wordt gesproken van “personeel” of van “medewerkers” geldt dat daaronder ook wordt begrepen zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers). Aanbieder die gebruik maken van ZZP’ers om de overeenkomst uit te voeren, kent aldus dezelfde eisen voor wat betreft deze ZZP’ers als Aanbieder kent voor wat betreft in te zetten personeel c.q. medewerkers voor zover fiscaal toelaatbaar.
Artikel 18 Overdracht
18.1 Aanbieder verplicht zich ertoe dat bij overdracht van zijn onderneming aan een derde, of bij overdracht van de zeggenschap over zijn onderneming aan een derde, of bij overdracht van het leveren van ondersteuning zoals in deze overeenkomst beschreven aan een derde de Centrumgemeente tijdig vooraf schriftelijk te informeren.
18.2 Aanbieder is niet bevoegd zijn rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst aan derden over te dragen of deze met beperkte rechten te bezwaren, dan na verkregen schriftelijke toestemming van de Centrumgemeente. Deze schriftelijke toestemming zal niet op onredelijke gronden worden onthouden.
18.3 Aanbieder verplicht zich ertoe dat bij de overdracht zoals genoemd in het eerste lid, de derde de rechten en verplichtingen zoals vastgelegd in deze overeenkomst ongewijzigd overneemt.
18.4 Aangezien de Centrumgemeente de genoemde rechten en plichten op basis van deze overeenkomst moet kunnen afdwingen bij een derde, is de overdragende Aanbieder volledig aansprakelijk voor gemaakte (extra) kosten door de Centrumgemeente en derde.
Artikel 19 Vrijwaring
19.1 Indien Deelnemende gemeenten door een Cliënt of andere derde aansprakelijk worden gesteld voor tekortkomingen in de dienstverlening, zal Aanbieder Deelnemende gemeenten vrijwaren en schadeloos houden voor schade die een derde lijdt als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van enige verbintenis die op Aanbieder rust. Onderdeel van deze kosten vormen tevens redelijke kosten van rechtsbijstand die Deelnemende gemeenten in dezen moet maken, tenzij al rechtens is vastgesteld dat Aanbieder geen enkel verwijt gemaakt kan worden.
19.2 Voor zover Deelnemende gemeenten in rechte zullen worden betrokken, stellen zij Aanbieder in de gelegenheid zich te voegen in de procedure.
Artikel 20 Wijzigingen door de Centrumgemeente
20.1 De Centrumgemeente kan de overeenkomst wijzigen qua inhoud, tariefstelling en voorwaarden. Zij maakt voorstellen daartoe kenbaar via de website xxx.XXXXX.xx. Gecontracteerde aanbieders kunnen gedurende twee weken op deze voorstellen reageren.
20.2 De voorgestelde wijzigingen worden besproken aan de Fysieke overlegtafel, waarna de Centrumgemeente tot besluitvorming overgaat. Van de voortgang en uitwerking bericht de Centrumgemeente via de website.
20.3 De wijzigingen gaan in na ondertekening van een geheel aangepaste overeenkomst, voorzien van bijlage(n) op de datum zoals genoemd in de aangepaste overeenkomst. Deze
aangepaste overeenkomst vervangt de vorige versie van de overeenkomst. Als bijlagen bij de overeenkomst wijzigen is het voldoende gewijzigde bijlage(n) te vervangen.
20.4 Als Aanbieder niet akkoord gaat met de wijzigingen, zegt deze per aangetekende brief op conform artikel 5 lid 1 met inachtneming van een opzegtermijn van zes kalendermaanden, dan wel vier kalendermaanden als artikel 5 lid 4 van toepassing is. Gedurende de opzegtermijn geldt de voorgaande versie van de overeenkomst.
Artikel 21 Gedeeltelijke nietigheid
21.1 Indien één of meerdere bepalingen van de overeenkomst nietig zijn of niet rechtsgeldig worden verklaard, blijven de overige bepalingen van de overeenkomst van kracht. Partijen zullen over de bepalingen die nietig zijn of niet rechtsgeldig worden verklaard, overleg plegen teneinde een vervangende regeling te treffen, zodanig dat de strekking van de overeenkomst behouden blijft.
Artikel 22 Bevoegde rechter
22.1 Op de overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. Geschillen die ontstaan naar aan leiding van de overeenkomst dienen te worden voorgelegd aan de Rechtbank Oost- Brabant in ‘s-Hertogenbosch.
Partijen gaan akkoord met de overeenkomst inclusief bijlagen
Centrumgemeente Oss,
Ondertekend door:
Xxxxx xxx Xxxxxx
Handtekening:
Bijlage 1 Gegevens tarief
Deze aangepaste overeenkomst gaat in op 1 januari 2024.
1. Gegevens aanbieder
XXXXXXXX
2. Tarief
Er gelden twee all-in tarieven voor Xxxxxxxxxx verblijf:
Producten | Tarief per maand, per cliënt | Codes |
Kortdurend verblijf basis (zonder individuele ondersteuning) | € 304,17 | A4A00 |
kortdurend verblijf extra (met individuele ondersteuning) | € 748,58 | A4103 |
*De codes zijn relevant voor aanlevering in het factureringssysteem.
Bijlage 2: Eisen uitvoering en verantwoording
1. Maatwerkvoorzieningen algemeen
Deelnemende gemeenten hanteren vier typen Maatwerkvoorzieningen:
• Individuele ondersteuning;
• Gespecialiseerde dagbesteding;
• Kortdurend verblijf;
• Beschermd wonen inclusief Wonen met ondersteuning.
De grove indeling biedt de aanbieders mogelijkheden tot grote flexibiliteit. Per Maatwerkvoorziening is er een aparte overeenkomst.
2. Omschrijving, activiteiten en prestatie-eisen
2.1 Kortdurend verblijf
2.1.1 Omschrijving
Onder kortdurend verblijf wordt verstaan: kortdurend verblijf gedurende de week en vakanties voor Inwoners die probleem-specifieke begeleiding nodig hebben. Het doel is om de taak van mantelzorgers te verlichten en het mogelijk te maken om langer in de eigen thuissituatie te blijven wonen.
2.1.2 Activiteiten
Aanbieder is vrij om die activiteiten te organiseren die het beste bijdragen aan het verlichten van de taak van de mantelzorger en aan de Zelfredzaamheid van Cliënt.
Aanbieder is verantwoordelijk voor de continuïteit van de dienstverlening, ook tijdens ziekte of vakantie van medewerkers.
2.1.3 Uitgangspunten met betrekking tot de prestatie
Ten aanzien van het te leveren kortdurend verblijf gelden de volgende uitgangspunten:
• Het kortdurend verblijf is waar mogelijk gericht op vermindering van de behoefte aan die Maatwerkvoorziening, bijvoorbeeld door actieve ondersteuning van de mantelzorger of door inschakeling van de sociale omgeving van Cliënt;
• Het kortdurend verblijf sluit aan en is aanvullend op wat de mantelzorger of het eigen gezin kan bieden;
• Het kortdurend verblijf past binnen de in de Verleningsbeschikking vermelde resultaten;
• Als vanuit Deelnemende gemeenten een Regisseur is aangewezen, richt het kortdurend verblijf zich naar de afspraken met en aanwijzingen van de Regisseur.
3. De toegang en de wijze van verlenen van de Maatwerkvoorziening
3.1 Toegang
Aanbieder komt alleen in aanmerking voor financiering op basis van de overeenkomst indien Cliënt een Verleningsbeschikking van een Deelnemende gemeente heeft. De beoordeling van de benodigde indicatie ligt in handen van de Deelnemende Gemeenten.
De toegang kan per Deelnemende gemeente verschillend georganiseerd zijn, bijvoorbeeld in een Wmo-loket of een wijkteam. In het toegangsproces is de Inwoner geïnformeerd over de eigen bijdrage.
3.2 Verleningsbeschikking
Voor een Maatwerkvoorziening is een Verleningsbeschikking van een Deelnemende gemeente nodig. Het is de verantwoordelijkheid van de Wmo-consulent, dan wel een door Deelnemende gemeenten gemandateerde, om voor deze Verleningsbeschikking te zorgen. De Verleningsbeschikking is van kracht, voor zover er geen einddatum is opgenomen, tot er een nieuwe of aangepaste Verleningsbeschikking wordt afgegeven, of tot er wordt besloten dat de Maatwerkvoorziening wordt beëindigd.
3.3 Acceptatieplicht
Het streven is om iedereen de benodigde zorg te bieden, zonder wachtlijsten. Aanbieder heeft een acceptatieplicht ten aanzien van de Cliënt die een Verleningsbeschikking heeft van een Deelnemende gemeente. Aanbieder zoekt, in overleg met Medewerker toegang en Cliënt, binnen twee weken naar een passend alternatief bij een andere door de Centrumgemeente gecontracteerde aanbieder indien:
- Aanbieder over onvoldoende capaciteit beschikt;
- of Aanbieder zich niet in staat acht een voldoende passend aanbod te bieden. Gecontracteerde Xxxxxxxxxx hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Indien er binnen twee weken door de oorspronkelijke aanbieder geen passend alternatief wordt gevonden dan wel geen begin is gemaakt met de alternatieve hulp, blijft deze aanbieder verantwoordelijk voor het verlenen van kwalitatieve en verantwoorde hulp, totdat er een andere aanbieder is gevonden.
Een Cliënt heeft de keuze gebruik te maken van het geboden alternatief dan wel te wachten op de te verlenen ondersteuning door de oorspronkelijke aanbieder.
Indien ter overbrugging een ondersteuningsvorm uit een van de andere categorieën wordt geboden, wordt de ondersteuning die Cliënt daadwerkelijk ontvangt gefinancierd conform de betreffende overeenkomst waarin die Maatwerkvoorziening geregeld is. Deze overbrugging dient zo kort mogelijk te zijn. In alle gevallen dient er overleg plaats te vinden met de Medewerker toegang of, voor zover er een Regisseur is aangewezen, de Regisseur.
3.4 Aanvang Maatwerkvoorziening
Aanbieder start binnen twee weken na aanmelding met verlening van de Maatwerkvoorziening, tenzij in overleg met Cliënt anders is afgesproken en dit niet strijdig is met de gestelde resultaten in de Verleningsbeschikking. In geval van een spoedopdracht wordt er binnen 24 tot 48 uur na opdracht gestart met de ondersteuning.
3.5 Verslag, Trajectplan en voortgang
Wanneer Xxxxxx zelf niet of niet volledig in staat is om regie te voeren, kunnen Deelnemende gemeenten een Regisseur aanwijzen. Dat kan een Medewerker toegang zijn, of een van de aanbieders. Aanbieder is verplicht zich in zijn activiteiten te houden aan afspraken met de Regisseur.
Indien overplaatsing naar een andere aanbieder noodzakelijk is, is de oorspronkelijke aanbieder verantwoordelijk voor het vinden van een alternatief in overleg met Cliënt. Deze aanbieder blijft tevens verantwoordelijk voor de verlening van de ondersteuning zolang er geen begin is gemaakt met verlening van de alternatieve ondersteuning.
Indien de Deelnemende gemeente van mening is dat de ondersteuning van Aanbieder bij Cliënt onvoldoende leidt tot het behalen van de bepaalde resultaten, en dit bij een volgende evaluatie opnieuw het geval is, zoekt de Deelnemende gemeente na overleg met Aanbieder in overleg met de Cliënt naar een andere aanbieder.
4. Uitgangspunten transformatie
Partijen beschouwen de transformatie als succesvol als de uitgangspunten, zoals hieronder opgenomen, zijn gerealiseerd.
De uitgangspunten zijn:
• Van een relatief groot beroep op Maatwerkvoorzieningen naar een kleiner beroep daarop en meer beroep op de eigen kracht en het netwerk van Cliënten;
• Van te laat ingezette ondersteuning en gebruik van Maatwerkvoorzieningen naar (vroeg)tijdig;
• Van zwaardere naar lichtere typen Maatwerkvoorzieningen;
• Van versnippering naar integraliteit (integraal Trajectplan);
• Voorkomen/uitstellen van duurdere zorg;
• Het met ondersteuning langer functioneren in de thuissituatie mogelijk maken;
• Realiseren van een stabiele situatie.
Daarnaast wil de Centrumgemeente bij Aanbieder het volgende kunnen vaststellen:
• De rechten en de veiligheid van Cliënten zijn te allen tijde gewaarborgd;
• Cliënt is tevreden over de ontvangen Maatwerkvoorziening;
• De geboden Maatwerkondersteuning is effectief naar professionele maatstaven;
• Aanbieder werkt aantoonbaar aan verbetering en vernieuwing die de doelmatigheid van de dienstverlening verhogen en de betaalbaarheid van de Maatwerkvoorziening en het aanbod, ook op langere termijn verhogen;
• Aanbieders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het borgen van continuïteit en samenhang van de Maatwerkvoorziening op cliëntniveau;
• De ondersteuning wordt conform de eisen in het Kwaliteitskader Wmo Brabant Noordoost- Oost geleverd.
5. Wijze van verantwoorden en declareren
De Centrumgemeente is belast met het contractmanagement en de monitoring. De Deelnemende gemeenten doen de administratie, facturatie en de betalingen via het berichtenverkeer iWmo.
Aanbieder factureert conform het facturatieprotocol iWmo (xxx.XXXXX.xx) en handelt conform het daarin opgenomen proces digitaal berichtenverkeer iWmo.
5.1 Financiële verantwoording en controle bij jaarafsluiting
Bij afsluiting van het boekjaar is Aanbieder verplicht vóór 1 maart een productieverantwoording aan te leveren bij iedere Deelnemende gemeente uit de regio Brabant Noordoost-Oost waarin productie is geleverd.
Aanbieder dient daarbij gebruik te maken van het ‘Landelijk accountantsprotocol financiële
productieverantwoording Wmo en Jeugdwet’, gepubliceerd op de website i-Sociaaldomein. De Deelnemende gemeente kan conform het landelijk accountantsprotocol financiële productieverantwoording naast de productieverantwoording een controleverklaring van de accountant van Aanbieder opvragen. Aanbieder dient deze controleverklaring dan vóór 1 april in te leveren. De Centrumgemeente communiceert voor 1 januari of de controleverklaring vereist is. Is de controleverklaring vereist, dan zal de Centrumgemeente communiceren vanaf welke omzetgrens dit het geval is. Of dit nodig is, is afhankelijk van de hoogte van de omzet door Aanbieder in de Deelnemende gemeente.
Aanbieder verleent op verzoek van een Deelnemende gemeente medewerking aan bestandsvergelijking op de declaraties en productieverantwoording.
Als aan voorgaande eisen niet wordt voldaan worden de betalingen onrechtmatig geacht en kunnen toekomstige betalingen worden opgeschort. De Deelnemende gemeente is gerechtigd, op grond van de uitgevoerde controle, de ten onrechte gedeclareerde bedragen, waaronder mede wordt verstaan betalingen waarvan de rechtmatigheid niet kan worden gecontroleerd, en reeds uitbetaalde declaraties, terug te vorderen van, dan wel te verrekenen met Aanbieder, met verhoging van de wettelijke rente.
Bijlage 3: Wijze van bekostigen
1. Bekostiging
De Maatwerkvoorziening Kortdurend Verblijf wordt gefinancierd per Cliënt per maand. Er gelden twee all-in tarieven:
Kortdurend verblijf Basis (zonder individuele ondersteuning) Kortdurend verblijf Extra (met individuele ondersteuning)
Bij Kortdurend verblijf Extra gaat het om individuele ondersteuning die normaal in de thuissituatie wordt gegeven en meer is dan ondersteuning bij de algemeen dagelijkse levensbehoeften.
Als er tevens een indicatie is voor Individuele ondersteuning Basis of Extra, kan alleen Kortdurend verblijf Basis worden geïndiceerd en gedeclareerd. Als er tijdens het kortdurend verblijf individuele ondersteuning nodig is en er wordt door een andere aanbieder aan de Cliënt individuele ondersteuning geboden, worden er door Deelnemende gemeenten geen extra middelen beschikbaar gesteld maar is het aan aanbieders om hierover onderling afspraken te maken.
Als er geen indicatie is voor Individuele ondersteuning Basis of Extra, kan Kortdurend verblijf Extra worden geïndiceerd en gedeclareerd.
Het maandtarief gaat in op de eerste dag van de maand. Bij nieuwe Cliënten wordt gestart met de uitbetaling als er in die maand ook daadwerkelijk gestart is met het kortdurend verblijf. Bij beëindiging van het kortdurend verblijf, wordt de gehele maand uitbetaald.
Het maandtarief wordt aan Aanbieder doorbetaald tijdens ziekte of vakantie van Cliënt. Bij onderbreking van het kortdurend verblijf langer dan een maand dient Aanbieder contact op te nemen met de Medewerker toegang. Het is mogelijk dat de betaling dan wordt beëindigd.
Complexe Multiproblematiek
In zeer uitzonderlijke situaties, ter beoordeling van Deelnemende gemeenten, kan specifieke aanvullende ondersteuning worden afgesproken. Er zal voorafgaand altijd een plan van aanpak en offerte door Xxxxxxxxx moeten worden ingediend. Aanbieder dient bij deze aanvullende ondersteuning ook te voldoen aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in het in de bijlage opgenomen Kwaliteitskader Wmo Brabant Noordoost-Oost. De ondersteuning is in principe kortdurend (3 maanden tot een half jaar).
2. All-in tarief
De Maatwerkvoorziening is (indien noodzakelijk) inclusief:
• het bieden van informatie en advies aan Mantelzorgers, vrijwilligers en professionals in de 0e, 1e en 2e lijn;
• andere (overhead)kosten zoals - maar niet uitsluitend: administratie, registratie, rapportage, overleg, vervoer, (on)roerende zaken.
• vervoer. De Deelnemende gemeente bepaalt of er een indicatie voor vervoer is. Als er een indicatie voor vervoer is, dan is de Aanbieder daarvoor verantwoordelijk. Alleen indien Cliënt met zijn netwerk zélf niet in staat is om het vervoer te organiseren en ook niet met behulp van de sociale omgeving, wordt het vervoer vanuit Aanbieder verzorgd. Daarvoor wordt geen bijdrage in rekening gebracht. Het is niet mogelijk dat Cliënt dan gebruik maakt van de Regiotaxi.
3. Persoonsgebonden budget (PGB)
Aanbieder garandeert voor PGB-Cliënten de mogelijkheid om de Maatwerkvoorziening voor maximaal hetzelfde tarief als overeengekomen in de overeenkomst te bieden, in die gevallen waarin Cliënt kiest voor een PGB in plaats van zorg in natura. Deelnemende gemeenten zijn verder geen partij in de overeenkomst tussen PGB-Cliënt en Aanbieder.
4. Innovatie/transformatie
Aanbieder zet 2% van de omzet van Xxxxxxxxx in het kader van deze overeenkomst in voor innovatie/transformatie. Indien Aanbieder hier niet aan voldoet zal een evenredig deel van de omzet door de Centrumgemeente worden ingehouden ten behoeve van transformatie. In overleg met Aanbieders aan de Overlegtafel werkt de Centrumgemeente een regeling uit.
BIJLAGE 4 Beleids- en uitvoeringsregels 2022 social return arbeidsmarktregio Noordoost Brabant
1. INLEIDING
Aanbestedende diensten, waaronder gemeenten, kunnen bij het verlenen van opdrachten sociale voorwaarden stellen in de vorm van social return. Op het moment dat een aanbestedende dienst uit de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant een opdracht verleent aan een opdrachtnemer wordt er een tegenprestatie gevraagd in de vorm van het bieden van werkgelegenheid voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op deze manier stimuleren de aanbestedende diensten dat deze personen de kans krijgen om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Gezien het belang van werk voor deze groep worden bedrijven en instellingen op diverse manieren gestimuleerd om personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan werk(ervaring) te helpen.
De volgende organisaties en instanties hanteren deze regels van de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant:
• Gemeente ‘s-Hertogenbosch
• Gemeente Bernheze
• Gemeente Boekel
• Gemeente Boxtel
• Gemeente Land van Cuijk
• Gemeente Maashorst
• Gemeente Meierijstad
• Gemeente Oss
• Gemeente St Michielsgestel
• Xxxxxxxx Xxxxx
• Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx (m.u.v. artikel 27a)
• Waterschap Aa en Maas (m.u.v. artikel 27a)
• Woningcorporatie Zayaz.
2. ARTIKELEN
2.1 Definities
1. niet-uitkeringsgerechtigde (nug): iemand die staat ingeschreven als niet werkend- werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangt, en een indicatie heeft voor het doelgroepenregister, óf een jongere tussen 16 en 27 jaar die minimaal 6 maanden staat ingeschreven als niet werkend-werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangt met of zonder indicatie doelgroepenregister.
2. Onder BBL wordt verstaan Beroeps Begeleidende Leerweg. Bij een BBL-opleiding wordt werken en leren gecombineerd met een werkleertraject. Dit betekent meestal 1 dag per week naar school en 4 dagen per week werken bij een erkend leerbedrijf.
3. Onder BOL wordt verstaan Beroeps Opleidende Leerweg. Bij een BOL-opleiding wordt leren en werken gecombineerd. Het werken is dan in de vorm van een stage, meestal 1 dag per week, zodat ervaring in de praktijk wordt opgedaan.
4. Onder VSO wordt verstaan voortgezet speciaal onderwijs. Dit is onderwijs voor jongeren met een beperking.
5. Onder PRO wordt verstaan praktijkonderwijs, bedoeld voor leerlingen van 12 t/m 18 jaar die moeite hebben met leren op de traditionele manier. De leerling heeft een leerachterstand van drie jaar of meer op Inzichtelijk rekenen en/of Begrijpend lezen en/of Technisch lezen en/of Spellen.
6. Onder een WSW-gerechtigde wordt verstaan iemand, die arbeidsgehandicapt is en is geïndiceerd voor de Wet Sociale Werkvoorziening. Personen met een indicatie “beschut werk” op grond van de Participatiewet worden aan deze groep gelijkgesteld.
7. Onder loonkosten worden verstaan de brutoloonkosten, plus de directe werkgeverslasten.
8. De contractbeheerder is verantwoordelijk voor het afgesloten contract tussen de aanbestedende dienst als opdrachtgever en de opdrachtnemer.
9. De opdrachtgever is de aanbestedende partij die de opdracht in de markt zet.
10. De opdrachtnemer is de contractant die de opdracht uitvoert met een social return verplichting.
11. De coördinator social return is de persoon die binnen of namens de aanbestedende dienst verantwoordelijk is voor de uitvoering en coördinatie van social return. De taken van de coördinator zijn advisering, facilitering en monitoring. De coördinator is het aanspreekpunt voor de opdrachtnemer ten aanzien van de social returnverplichting en stemt dit af met de contractbeheerder.
12. PSO staat voor Prestatieladder Socialer Ondernemen, een keurmerk van TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk Onderzoek), uitgegeven door PSO Nederland (xxx.xxx-xxxxxxxxx.xx).
13. Een sociale onderneming is een onderneming zoals omschreven in artikel 2.82 Aanbestedingswet 2016: ‘(…) sociale werkplaatsen en (…) ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen tot hoofddoel hebben, of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde arbeid, mits ten minste 30% van de werknemers van deze werkplaatsen, ondernemingen of programma’s gehandicapte of kansarme werknemers zijn’. 1
14. De opdrachtwaarde: de totale waarde van de opdracht, exclusief btw, inclusief eventuele opties of verlengingen van de overeenkomst.
1 30% wordt gemeten in FTE, de onderneming dient dit aan te tonen door het overleggen van een PSO 30+ certificaat (of vergelijkbaar) of een accountantsverklaring. Het hoofddoel wordt aangetoond door de statuten of inschrijving KvK. Voor de definitie van gehandicapte of kansarme werknemers wordt aangesloten bij de definitie die Pianoo geeft: xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxxx-xxxxxx-xxx/xxx-xxx- het-inkoopproces-elkaar/wie-vallen-er-onder-de
2.2 Hoofdpunten voorwaarden social return
15. De voorwaarde social return wordt in ieder geval toegepast in opdrachten vanaf het Europese drempelbedrag exclusief btw voor Leveringen en Diensten in alle bedrijfssectoren. Dit drempelbedrag geldt ook bij Werken.
De voorwaarde social return bij leveringen zonder een arbeidscomponent kan worden toegepast in opdrachten vanaf het Europese drempelbedrag exclusief btw voor Leveringen en Diensten in alle bedrijfssectoren.
Alle aanbestedingen van leveringen, diensten en werken onder voornoemd Europese drempelbedrag worden in overleg met de coördinator social return beoordeeld of en op welke wijze het toepassen van social return mogelijk is.
16. De opdrachtnemer is verplicht bij arbeidsintensieve opdrachten, opdrachten met een loonsom van minstens 30% van de totale opdrachtwaarde, in principe 5% van de opdrachtwaarde exclusief btw te besteden aan invulling van zijn social return verplichting.
17. Wanneer de opdracht arbeidsextensief is, de loonsom is minder dan 30% van de totale opdrachtwaarde, wordt in principe 2% van de opdrachtwaarde exclusief btw als social return verplichting opgenomen.
18. Wanneer de voorwaarde social return van toepassing is verklaard op de aanbesteding en het aanbod van de opdrachtnemer onder de grens van social return is, dan blijft de voorwaarde social return van toepassing.
19. De opdrachtgever kan afwijkende percentages in de aanbesteding of offertevraag opnemen, of de social return verplichting beargumenteerd (op onderdelen of geheel) niet van toepassing verklaren.
20. De invulling van de social return-opdracht mag plaatsvinden zowel binnen als in relatie tot de gegunde opdracht.
21. Invulling van social return-opdrachten wordt gerealiseerd binnen de periode van de opdracht, tenzij partijen in wederzijds overleg een andere einddatum van de looptijd invulling social return overeenkomen. Uitgangspunt is om de opdracht na afronding van de werkzaamheden definitief af te rekenen. Daarvoor is het nodig dat beoordeeld kan worden in welke mate de social return verplichting is gerealiseerd.
2.3 Doelgroepen social return
22. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de werving van personen uit de doelgroepen of voor de alternatieve invulling van social return. De volgende doelgroepen uit de volgende regelingen tellen mee als invulling voor social return.
Regeling | Omschrijving | Tijdsduur meetellen als social return |
Participatiewet / IOAW/IOAZ | Personen die vóór instroom een bijstandsuitkering ontvingen van een gemeente. | Deze tellen vanaf het moment van instroom bij opdrachtnemer nog drie jaar na instroom mee voor social return, zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. |
Niet- uitkerings- gerechtigde | Personen die vóór instroom vallen onder de definitie van niet- uitkeringsgerechtigde. | Deze tellen vanaf het moment van instroom bij opdrachtnemer nog drie jaar na instroom mee voor social return, zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. |
WAO/WIA/ WAZ/ Wajong | Alle personen die vóór instroom bij de organisatie op grond van een claimbeoordeling volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn verklaard of dat zijn op basis van een jonggehandicapte status. | Zolang personen een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen, blijven ze volledig meetellen voor social return, vanaf het moment van instroom bij opdrachtnemer en |
zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. |
WSW / indicatie beschut werk | Personen tellen mee op grond van indicatiebeschikking SW of beschut werk op grond van de Participatiewet. | Personen met een indicatiebeschikking blijven meetellen voor social return zolang de indicatie geldig is, vanaf het moment van instroom bij opdrachtnemer en zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. |
WW | Personen met als uitgangspositie ‘WW- uitkering’ tellen pas mee als ze vóór instroom minimaal een half jaar een WW-uitkering ontvingen. Als een persoon tijdens zijn recht op een WW-uitkering weer aan het werk gaat en binnen 26 weken opnieuw werkloos wordt, loopt de oude uitkering weer verder (herleving van de uitkering) voor de duur die de werkloze nog te goed had. In dit geval telt voor social return de uitkeringsduur vóór het weer aan het werk gaan mee met de duur van de WW na het opnieuw werkloos worden (dit moet bij elkaar ook minimaal een half jaar zijn). | Personen met uitgangspositie WW tellen nog twee jaar na instroom bij opdrachtnemer mee voor social return, en zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. |
BBL/BOL niveau 1 en 2 + VSO/PRO | Personen die een leer/werkovereenkomst (BBL) of een stageovereenkomst (BOL) hebben die opleidt tot niveau 1 of tot niveau 2, dan wel leerlingen VSO/PRO die een stage- overeenkomst hebben voor een arbeidstoeleidingsstage. | Vanaf het moment van instroom bij opdrachtnemer xxxxxx ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer cq gedurende de stageperiode bij de opdrachtnemer. |
Doelgroep register | In het doelgroep register (UWV) staat iedereen geregistreerd die tot de doelgroep van de banenafspraak behoort. | Vanaf het moment van instroom bij opdrachtnemer tot einde registratie in het doelgroep register en zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. |
Een kandidaat genereert enkel waarde social return binnen de meetelperiode gedurende de periode dat de kandidaat actief is in het project of op de opdracht.
2.4 Invulmogelijkheden van de social return
23. Door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals benoemd in artikel 22, te betrekken bij de werkzaamheden.
24. Door inkoop bij en/of werkzaamheden uit te besteden aan sociale werkvoorzieningen (in de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant zijn dit Weener XL, WSD en IBN), of door inkoop bij en/of werkzaamheden uit te besteden aan sociale ondernemingen (artikel 13), of door inkoop en/of werkzaamheden uit te besteden aan een PSO gecertificeerde organisatie. Hiervoor geldt dat bij PSO trede 2 en 3 5% van de inkoopwaarde opgevoerd mag worden voor invulling social return.
25. Door te participeren in projecten ten behoeve van de ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals genoemd in artikel 22, en/of door kennis, expertise of bedrijfsmiddelen beschikbaar te stellen.
26. De opdrachtnemer mag gebruik maken van een onderaannemer ter invulling van de ‘social return’ verplichting, maar blijft ook dan verantwoordelijk voor een correcte invulling en afwikkeling. Hierbij dient wel aantoonbaar te worden gemaakt dat er een directe relatie met de uitvoering van de opdracht en de genoemde doelgroep in artikel 22 is.
27. a. Indien opdrachtnemer het landelijke keurmerk PSO trede 2 of hoger heeft, geldt dit als voldoende invulling van de social return verplichting en kan ontheffing van punt 16 of 17 worden verleend, met een maximum van 5%. Deze bepaling wordt meegenomen in de aanbesteding of offertevraag zodat bedrijven zich hiervan bewust zijn. Een organisatie dient bij het begin van de opdracht een geldig PSO-certificaat te overleggen en gedurende de gehele opdracht aan te tonen op dit niveau gecertificeerd te zijn geweest. Indien de geldigheid van het PSO-certificaat verloopt tijdens de opdracht en het certificaat niet wordt verlengd, dan dient de gehele social return verplichting alsnog ingevuld te worden. Wanneer een PSO certificaat gedurende de opdrachtperiode wordt behaald, dan dient in de periode voorafgaand aan de ingangsdatum van het certificaat de social return invulling te worden aangetoond.
b. In geval een opdrachtnemer delen van de opdracht belegt bij één of meerdere mede- opdrachtnemers als zijnde een combinatie van opdrachtnemers, dan geldt dat een PSO certificaat van de hoofdaannemer niet zondermeer tot invulling van de totale social return verplichting op de opdracht kan leiden. In dergelijke gevallen heeft opdrachtgever het recht een PSO certificaat niet of slechts naar rato te waarderen.
28. Uiteraard mag invulling van social return ook een combinatie van invulmogelijkheden zijn en kan de opdrachtnemer zelf met voorstellen komen, mits er een relatie blijft bestaan met het bieden van loonvormende arbeid voor, of het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De coördinator social return beoordeelt deze voorstellen.
Invullingsmogelijkheden door arbeidsontwikkeling: activiteiten in het kader van om-, her- en bijscholing met als doel de arbeidsmarktpositie te versterken van de geplaatste kandidaten, of de te plaatsen kandidaten die bij een werkgever in beeld zijn, waarbij opleiding of training noodzakelijk is voor plaatsing en die behoren tot de doelgroep van social return.
Arbeidsontwikkeling vindt altijd plaats in combinatie met werk. Het dient te worden ingevuld door een erkende opleiding of training. De ontwikkeling dient gericht te zijn op vakinhoudelijke kennis of persoonlijke arbeidsontwikkeling. De scholing of training dient in alle gevallen vooraf afgestemd te worden met de coördinator social return, die beoordeelt of dit mag worden opgevoerd.
Invullingsmogelijkheden door maatschappelijke meerwaarde: activiteiten ter ondersteuning van werkzoekenden uit de doelgroep social return, bij het vergroten van hun kennis, vaardigheden en arbeidsritme, zodat zij de stap naar duurzaam betaald werk kunnen maken. Maatschappelijke meerwaarde dient altijd een relatie te hebben met ontwikkeling en/of re-integratie naar werk. Denk aan gastlessen over het bedrijf, branche of sector of bedrijfsbezoeken. De activiteit kan ook gericht zijn op het aanpakken van onderliggende problematiek bij de doelgroep die belemmerend werkt voor arbeidsinschakeling. Denk aan ondersteuning bij brede maatschappelijke opgaven die bijdragen aan arbeidsparticipatie en arbeidsontwikkeling zoals activiteiten gericht op taalontwikkeling, bestrijding van eenzaamheid en sociaal isolement (participatie), of armoede en schuldenaanpak (doelgroep Participatiewet) of bijdragen in programma’s of projecten in het kader van arbeidsintegratie. De betreffende activiteit dient in alle gevallen vooraf afgestemd te worden met de coördinator social return, die beoordeelt of dit mag worden opgevoerd.
2.5 Vaststellen bedrag van de social return
Tarieven arbeidsontwikkeling
Tarieven maatschappelijke meerwaarde
29. De aanbestedende dienst rekent bij de invulling van social return met de volgende normbedragen voor mensen die werkzaam zijn bij de opdrachtnemer:
Doelgroep2 | Jaartarief3 t.b.v. invulling social return verplichting (op basis van fulltime dienstverband) |
WW met een duur van 6 maanden of langer | € 30.000,- |
Participatiewet, IOAW, IOAZ | € 35.000,- |
Niet-uitkeringsgerechtigde | € 35.000,- |
WIA / WAO/WAZ | € 35.000,- |
Wajong | € 35.000,- |
WSW, inclusief indicatie beschut werk | € 35.000,- |
Leerling BBL niveau 1 + 2 | € 20.000,- |
Leerling BOL niveau 1 + 2 | € 5.000,- |
Xxxxxxxx VSO / Praktijkonderwijs | € 5.000,- |
Geregistreerd in doelgroepregister UWV | € 35.000,- |
Bonus 50 jaar of ouder, jonger dan 55, behorend tot de doelgroep | € 5.000,- |
Bonus doelgroep 55 jaar of ouder, behorend tot de doelgroep | € 10.000,- |
Arbeidsontwikkeling | Tarief | Specificaties |
Activiteiten in het kader van om-, her- en bijscholing van kandidaten uit de doelgroep | Op basis van de facturen van de gemaakte kosten, exclusief BTW, reis- en verblijfkosten | Vooraf akkoord van de coördinator social return vereist |
Maatschappelijke meerwaarde | Tarief | Specificaties |
Gastlessen over bedrijf, branche of sector | € 100,- per besteed uur | Maximaal 2 uur per les. Voorbereiding en reistijd worden niet meegerekend. |
Bedrijfsbezoeken | € 100,- per besteed uur | Xxxxxxxx 4 uur per bezoek. Voorbereiding en reistijd worden niet meegerekend. |
Activiteiten gericht op het aanpakken van onderliggende problematiek bij de doelgroep | € 100,- per besteed uur, of op basis van de factuur van de ingezette activiteit | Maximaal 4 uur per activiteit. Voorbereiding en reistijd worden niet meegerekend. |
NB: vooraf akkoord door de coördinator social return is vereist. En de tarieven gelden voor de begeleider cq de activiteit, niet per deelnemer.
2 Met uitzondering van de leeftijdsgebonden bonus is een medewerker in maximaal één categorie ingeschaald.
3 Tarieven zijn all-in tarieven inclusief begeleidingskosten en werkgeverslasten. Fulltime is gedefinieerd als
minimaal 36 uur per week.
30. Wanneer medewerkers uit de doelgroep in een onbetaald re-integratietraject of werkervaringstraject begeleid worden, wordt aan deze begeleiding een social return waarde toegekend van maximaal 2 uur per week à €75,- per uur.
31. In geval van detachering via een sociale werkvoorziening wordt de volledige detacheringsvergoeding meegeteld. In alle andere gevallen wordt de detacheringsvergoeding gebaseerd op de loonkosten van de gedetacheerde medewerker (en niet het commerciële detacheringstarief).
32. Voor andere vormen van sociaal-maatschappelijk verantwoorde invulling van de social return verplichting mogen de daadwerkelijk gemaakte kosten worden ingebracht. Zulks ter beoordeling door de coördinator social return.
33. Bij de inzet van de PSO-trede 2 of hoger dient een kopie van het geldige certificaat overlegd te worden en – op verzoek van de coördinator social return – een afschrift van het PSO auditrapport welke de onderbouwing van het certificaat weergeeft.
2.6 Niet nakomen social return verplichting
34. Bij het niet voldoen aan de eisen met betrekking tot de social return verplichting, binnen de periode van de opdracht of binnen de in artikel 21 geregelde verlenging van de looptijd invulling social return, wordt niet voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking. Dit leidt tot een direct opeisbare boete welke gelijk staat aan anderhalf maal het niet ingevulde bedrag van de social returnverplichting.
35. Indien de opdrachtnemer in gebreke blijft met betrekking tot de invulling van de social returnverplichting, wordt bij de eindafrekening van de opdracht de hiervoor genoemde boete ingehouden, of wordt deze nadien direct opeisbaar en invorderbaar.
36. De boete zal in de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant worden ingezet voor projecten, initiatieven of instrumenten die de werkgelegenheid voor de doelgroep social return bevorderen.
2.7 Rapporteren en verantwoording social return
37. De opdrachtnemer rapporteert de invulling van social return in het ter beschikking gestelde monitorsysteem ‘WIZZR’ en voegt relevante bewijsstukken toe. Deze bewijsstukken omvatten tenminste:
• Bij een dienstverband: 1) een geldige arbeidsovereenkomst en 2) een geldige doelgroep verklaring, bewijs van uitkering of registratie doelgroep register;
• Bij inlening: 1) een geldige doelgroep verklaring, bewijs van uitkering of registratie doelgroep register, en 2) facturen van de inlening;
• Bij een stage of leerwerktraject: een stage- of leerwerkovereenkomst;
• Bij sociale inkopen: facturen van de dienst of werkzaamheden.
38. De coördinator social return informeert de opdrachtnemer welke informatie nodig is en op welke wijze de informatie aangeleverd dient te worden. De opdrachtnemer zal medewerking verlenen aan de verificatieonderzoeken die door de coördinator social return kunnen worden verricht.
39. Opdrachtnemer heeft de verplichting binnen 2 weken na gunning contact op te nemen met de coördinator social return om afspraken te maken over de invulling van social return.
40. Afhankelijk van de aard en omvang van de gegunde opdracht en social return verplichting kan opdrachtgever opdrachtnemer om een plan van aanpak vragen hoe opdrachtnemer de social return verplichting gaat invullen of welke acties opdrachtnemer gaat ondernemen om tot invulling te komen. Het plan van aanpak wordt ingediend bij en beoordeeld door de coördinator social return.
2.8 Advies door de coördinator social return
41. De opdrachtnemer kan contact opnemen met de coördinator social return voor advies en ondersteuning. De coördinator social return is de contactpersoon voor de opdrachtnemer voor bespreking van de praktische gang van zaken met betrekking tot de invulling van social return.
2.9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
42. Het bestuur van de aanbestedende dienst kan, indien de toepassing van bepalingen in deze beleids- en uitvoeringsregels in de individuele situatie tot onbillijkheden leidt, alsmede bij onvoorziene omstandigheden, geïndividualiseerd afwijken van deze regels.
2.10 Contactgegevens Coördinatoren Social Return
WeenerXL
Xxxxx xx Xxxx, x.xxxxxx@x-xxxxxxxxxxxxx.xx, 06-20577266 Xxxxx Xxxxxx, x.xxxxxx@x-xxxxxxxxxxxxx.xx, 06-46406400
WSD Groep Xxxx Xxxxxxxxxx, x.xxxxxxxxxx@xxx-xxxxx.xx, 06-10986029 Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, x.xxxxxxxxxx@xxx-xxxxx.xx, 06-22416977
XXX
Xxxx Xxxxxxx, xxxxxxxx@xxx.xx, 06-18308576
Addendum Social Return beleids- en uitvoeringsregels WMO Oost, periode 2023-2026
Conform de Social Return beleids- en uitvoeringsregels van de regio Noordoost Brabant, hebben zorgaanbieders te maken met een Social Return resultaatverplichting van 5%, wanneer hun omzet over de contractperiode uitkomt boven de aanbestedingsgrens. De zorgaanbieders zijn zelf met een voorstel gekomen dit naar vermogen in te vullen. Onderstaande regels zijn desgevraagd een aanvulling op de geldende Social Return beleids- en uitvoeringsregels en worden als pilot toegepast op de contractperiode 2023-2026:
a. Elke zorgaanbieder heeft een Social Return resultaatverplichting van 5%, wanneer haar omzet over de contractperiode uitkomt boven de aanbestedingsgrens (geen wijziging);
b. Alle zorgaanbieders met een verplichting gaan een gezamenlijke resultaatverplichting aan van 5% Social Return over het totaal van hun omzet in de regio over de contractperiode;
c. Zorgaanbieders vullen hun resultaatverplichting naar vermogen in, waarbij zorgaanbieders die zelfstandig niet de volledige 5% in kunnen vullen een samenwerking aangaan met één of meerdere andere zorgaanbieders, die zelf meer dan 5% in kunnen vullen en hun Social Return overwaarde ter beschikking willen stellen voor één of meer andere zorgaanbieders;
d. Iedere zorgaanbieder moet tenminste een deel van haar social return resultaatverplichting zelfstandig invullen. Hierover worden aan het begin van de contractperiode afspraken gemaakt met de coördinator Social Return;
e. Wanneer een zorgaanbieder niet zelfstandig tot volledige invulling kan komen, kan de coördinator Social Return de zorgaanbieder wijzen op één of meer andere zorgaanbieders, die kunnen bijdragen aan het invullen van het restant van de resultaatverplichting. De zorgaanbieder maakt hierover zelf afspraken met één of meer andere zorgaanbieders;
f. Gemaakte afspraken over gezamenlijke invulling worden door de zorgaanbieder doorgegeven aan de coördinator Social Return. Deze afspraken worden beoordeeld op haalbaarheid en na akkoord vastgelegd in het monitoringsysteem WIZZR;
g. Beoordeling van de invulling naar vermogen wordt gedurende de contractperiode gemonitord en geëvalueerd. Indien omstandigheden veranderen en daartoe aanleiding geven kunnen resultaatafspraken aangepast worden;
h. Iedere zorgaanbieder blijft individueel verantwoordelijk voor haar resultaatverplichting. Mocht een zorgaanbieder niet tot (volledige) invulling van haar Social Return verplichting komen, dan is artikel 34 van de Social Return beleids- en uitvoeringsregels van de regio Noordoost Brabant van toepassing.
Dit addendum is geaccordeerd door het POHO Arbeidsmarkt NOB op 31 maart 2022.
Bijlage 5 Kwaliteitskader Wmo Brabant Noordoost-Oost 01-01-2024
Dit kwaliteitskader preciseert aan welke eisen de Wmo-ondersteuning moet voldoen. Het vormt de basis om met elkaar te werken aan kwalitatief goede ondersteuning en kwaliteitsontwikkeling, zodat de ondersteuning goed aansluit bij de ondersteuningsvraag van de inwoner.
In dit kader zijn de eisen opgenomen die de regio stelt aan de kwaliteit van de volgende Wmo- ondersteuning:
• Individuele ondersteuning
• Gespecialiseerde dagbesteding
• Kortdurend verblijf
• Beschermd wonen en Wonen met ondersteuning.
Het kader is van toepassing op alle zorgaanbieders, zowel Zorg in Natura(ZIN)-aanbieders als PGB-aanbieders. De aanbieders die een overeenkomst met de gemeente hebben, stemmen via de overeenkomst in met de eisen. Bij inkoop via een PGB toetst de gemeente de cliënt op de PGB- vaardigheden. De budgethouder maakt afspraken met de zorgaanbieder en moet beoordelen en beargumenteren of de geleverde ondersteuning passend en kwalitatief goed is en of er een veilige situatie is. De gemeente kan periodiek controleren op de voortgang van de resultaten en kwaliteit van de ondersteuning.
Team Contractmanagement en Inkoop
Team Contractmanagement en Inkoop Wmo regio BNO-O gaat over het contractmanagement met de aanbieders in de regio BNO-O. De contractmanagers toetsen voorafgaande aan de contractering en tijdens de contractbezoeken de kwaliteit van de aanbieders. Team Contractmanagement en Inkoop bespreekt ook de kwaliteit met PGB-aanbieders beschermd wonen en wonen met ondersteuning. De gemeenten gaan over de verstrekkingen van de overige persoonsgebonden budgetten (PGB).
Wmo Toezicht
De gemeente Oss is gemandateerd voor de doorontwikkeling en uitvoering van het Wmo toezicht voor de regio BNO-O. De volgende toezichthouders zijn door het college van burgemeester en wethouders aangewezen:
1. Toezichthouder GGD Hart voor Brabant (GGD HvB) voor toezicht op calamiteiten en geweldsincidenten.
2. Toezichthoudend ambtenaar Wmo (namens alle gemeenten in regio BNO-O) voor algemeen Wmo toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid bij gecontracteerde, gesubsidieerde en PGB- aanbieders (zowel signaal gestuurd (reactief) als risico gestuurd (proactief).
De taak van Toezicht is een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de geleverde Wmo- ondersteuning in de regio Brabant Noordoost-Oost. Deze taak mag breed opgevat worden. Kwaliteit wordt omschreven als: “de vraag of de geboden hulp, ondersteuning of voorziening veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is”. Het betreft toezicht op de kwaliteit en rechtmatigheid. De toezichthouder hanteert verschillende instrumenten om te toetsen, zoals documentonderzoek, observatie, interviews met cliënten, medewerkers en externe samenwerkingspartners, onderzoek van personeels- en cliëntdossiers, onderzoek zorgovereenkomst SVB en aanvullende afspraken, gesprek vertegenwoordiger cliënt.
Opbouw kwaliteitskader
Dit kwaliteitskader bestaat uit twee onderdelen. Onderdeel A:
Dit onderdeel gaat over de kwaliteitseisen die gelden voor zowel zorg in natura als de
ondersteuning die is ingekocht met een PGB en die wordt geboden door een andere zorgaanbieder dan een persoon uit het sociaal netwerk (formeel PGB). De kwaliteitseisen zijn onderverdeeld in zes thema’s:
• Veiligheid van de cliënt
• Doelmatig, doeltreffend en cliëntgericht
• Afstemming op de reële behoefte van de cliënt en andere vormen van zorg of hulp
• Deskundigheid van de professional
• Kwaliteitsbeheersing
• Overige eisen
Elk thema is uitgewerkt in een aantal eisen. Per eis is aangegeven waar de gemeenten onder andere naar kijken om te beoordelen of deze eis behaald wordt.
In een aparte kolom is aangegeven op welke vorm van ondersteuning de eis van toepassing is. Onder Beschermd wonen wordt in dit document ook Wonen met ondersteuning verstaan. In een aparte kolom is aangegeven of een eis ziet op ondersteuning ingekocht met PGB.
Onderdeel B:
Dit onderdeel bevat de kwaliteitseisen voor de ondersteuning die is ingekocht met een PGB en die wordt geboden door een persoon uit het sociaal netwerk.
A. EISEN AANBIEDER EN ONDERSTEUNING ZORG IN NATURA EN FORMEEL PGB
VEILIGHEID VAN DE CLIENT De veiligheid van de cliënt is gewaarborgd bij de geboden voorziening. De relatie tussen cliënt en medewerker is voor de cliënt vertrouwd en stabiel, de medewerker neemt de privacy in acht en de medewerker onderneemt actie bij gesignaleerde onveiligheid in de situatie van cliënt. | ||||
Eis | Concrete uitwerking, waar kijkt de toezichthouder onder andere naar? | Geldt voor ZIN4 | Geldt voor PGB | |
1.1 | De aanbieder onderkent en beperkt veiligheidsrisico’s voor de cliënt. | • De aanbieder heeft de veiligheidsrisico’s voor cliënt in kaart gebracht, besproken met cliënt, opgenomen in het cliëntdossier en zij vormen onderdeel van de evaluaties. • De aanbieder neemt in samenspraak met de cliënt maatregelen om de veiligheidsrisico’s waar mogelijk te verkleinen of uit te sluiten. • De aanbieder treedt bij acute onveiligheid actief op. • De aanbieder biedt slechts begeleiding aan cliënten, van wie de problematiek past bij het aanbod en expertise van de aanbieder. • Uit het cliëntdossier blijkt dat besproken is of en welke begeleiding bij medicatiegebruik nodig is. | V | V |
1.2 | Ruimtes waar cliënten worden opgevangen zijn veilig en hygiënisch. De locatie is ingericht voor de doelgroep en in overeenstemming met de voor de functie relevante bepalingen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Bouwbesluit. | • De aanbieder zorgt voor voldoende aantoonbare veiligheidsmaatregelen indien verschillende doelgroepen op één locatie verblijven. • De ruimte voldoet aan veiligheids- en hygiëne eisen. • De ruimte is voorzien van preventie-/brandpreventiemiddelen. • Indien vereist is er een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik aanwezig. • De ruimte is rolstoeltoegankelijk en geschikt voor cliënten die er in het kader van de ondersteuning gebruik van willen maken. | BW en DB5 | BW en DB |
4 Als er een vinkje staat, geldt het voor de volgende Wmo-ondersteuning: Individuele ondersteuning, Gespecialiseerde Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Beschermd wonen inclusief Wonen met ondersteuning.
5 DB staat voor Gespecialiseerde dagbesteding.
• De ruimte is in overeenstemming met de voor de functie relevante bepalingen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Bouwbesluit. | ||||
1.3 | De aanbieder toont aan dat de zorg voor cliëntveiligheid goed is geborgd door het hebben, toepassen en continu onderhouden van beleid op dit terrein. | • Er is binnen de organisatie een methode geïmplementeerd waarmee in kaart wordt gebracht welke veiligheidsrisico’s er bestaan. • De professional werkt volgens relevante veiligheidsprotocollen, zoals een protocol ‘omgaan met suïcidedreiging’ en een protocol ‘omgaan met agressie’. Deze protocollen zijn bij de werknemers bekend en worden up-to-date gehouden. | BW | BW |
1.4 | De aanbieder zet ter ondersteuning van cliënten uitsluitend medewerkers, stagiaires en vrijwilligers6 in die beschikken over een Verklaring omtrent gedrag (VOG), gericht op het screeningsprofiel ‘gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’. Voor medewerkers die in dienst treden, geldt dat de VOG op het moment van indiensttreding niet ouder mag zijn dan 3 maanden. De eis van 3 maanden geldt voor zittende medewerkers niet. Als de aanbieder vermoedt dat een medewerker niet voldoet aan de eisen voor het afgeven van een VOG, eist hij dat binnen 4 weken een nieuwe VOG door de medewerker wordt aangevraagd en overgelegd. Als de VOG er niet (op tijd) komt, dient de aanbieder zo snel mogelijk maatregelen te nemen om cliënten te beschermen. Indien de aanbieder gebruik maakt van een onderaannemer, geldt deze eis ook voor de onderaannemer. De VOG is ook verplicht voor bestuurders van aanbieders. | • Alle bestuurders, werknemers, stagiaires en vrijwilligers die ingezet worden bij de ondersteuning zijn in het bezit van de vereiste VOG. De VOG is opgenomen in het personeelsdossier. • Bij nieuwe medewerkers is de VOG niet ouder dan 3 maanden. | V | V |
1.5 | De privacy van de cliënt is gewaarborgd. | • De aanbieder beschikt over een vastgelegd privacybeleid dat voldoet aan wet- en regelgeving. • Medewerkers zijn aantoonbaar op de hoogte van de van toepassing zijnde privacyregels en handelen hiernaar. | V | V |
6 Onder ‘vrijwilliger’ wordt verstaan: een persoon die op regelmatige, niet incidentele, basis werkzaam is bij de aanbieder en belast is met de begeleiding, verzorging of het bijdragen aan de ontwikkeling van cliënten.
• De aanbieder geeft of vraagt alleen informatie aan derden over de cliënt, nadat de cliënt is geïnformeerd, en indien nodig schriftelijk toestemming heeft gegeven. • De aanbieder geeft binnen de organisatie slechts toegang tot de gegevens van cliënten aan medewerkers voor wie dit noodzakelijk is voor het uitoefenen van hun taak. | ||||
1.6 | Bij aanmelding van cliënt/cliëntsysteem voert de professional altijd een kindcheck uit, waarin de professional toetst: • of er jeugdbeschermingsmaatregelen zijn; • de gezagsverhoudingen binnen het gezin; • of er kinderen mee komen en of er kinderen niet mee komen; • de veiligheidssituatie van kinderen die niet meekomen. | • De aanbieder legt het uitvoeren van een kindcheck vast in het cliëntdossier. | Alle | V |
1.7 | De aanbieder/medewerker van aanbieder bij wie de ondersteuning met een PGB wordt ingekocht, mag geen vertegenwoordiger van cliënt zijn ten aanzien van de zaken die te maken hebben met het beheer van het PGB zoals financiën, contract zorgverlener en kwaliteit. | Nvt | V |
Nr. 2 | DOELMATIG, DOELTREFFEND EN CLIENTGERICHT In samenwerking met de cliënt is een trajectplan opgesteld, waaruit blijkt wat de hulpvraag is, daaraan gekoppelde resultaten, doelen, subdoelen en acties. Ook wordt de ondersteuning regelmatig besproken, geëvalueerd en bijgesteld. De ondersteuning verloopt vervolgens zoals afgesproken om de eigen regie en zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren. | |||
Eis | Concrete uitwerking, waar kijkt de toezichthouder onder andere naar? | Geldt voor ZIN7 | Geldt voor PGB | |
2.1 | De aanbieder geeft aantoonbaar invulling aan het proces van de ‘regie bij de Cliënt’: • Aanbieder informeert de cliënt/sociaal netwerk over: - de ondersteuningsmogelijkheden - de keuzevrijheid van de cliënt - indien nodig, het recht op (onafhankelijke) cliëntondersteuning • Aanbieder betrekt de cliënt/sociaal netwerk bij - de invulling van de ondersteuning - het opstellen/bijstellen van de doelen, subdoelen en acties in het trajectplan - de evaluatie | • De cliënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger) en zijn naasten zijn aantoonbaar betrokken bij het opstellen van de doelen, subdoelen en acties in het trajectplan. • Uit het trajectplan/de evaluatie blijkt dat, en op welke datum, het trajectplan/de evaluatie besproken is met de cliënt en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger en dat ermee is ingestemd. • De eigen regie en zelfredzaamheid van de cliënt wordt gestimuleerd. • Indien nodig, is cliënt op de hoogte gebracht van het recht op (onafhankelijke) cliëntondersteuning en is dit vastgelegd in het cliëntdossier. | V | V |
2.2 | De Aanbieder legt doelen en afspraken met de cliënt schriftelijk vast in een trajectplan. In geval van Zorg in Natura stuurt Aanbieder binnen 8 weken na ontvangst van het iWmo bericht 301 van de Deelnemende gemeente via beveiligde mail een trajectplan naar die betreffende gemeente. De Aanbieder ontvangt bij niet-akkoord binnen 4 weken een inhoudelijke terugkoppeling vanuit de gemeente op welke punten het trajectplan verbeterd dient te worden. Indien het trajectplan niet-akkoord is, levert de Aanbieder binnen 2 tot 4 weken een aangepast trajectplan aan bij de gemeente. De terugkoppeling bij akkoord, op het meest recente trajectplan/evaluatieverslag vanuit de gemeente vindt plaats | • De professional werkt voor iedere cliënt met een trajectplan en legt dit vast in het cliëntdossier. • Het trajectplan bevat concreet geformuleerde doelen, subdoelen en acties, die met elkaar samenhangen en gericht zijn op het vergroten van de eigen regie en de zelfredzaamheid van de cliënt en op maatschappelijke participatie. • De geformuleerde doelen, subdoelen en acties in het trajectplan zijn in overeenstemming met, aansluitend en gekoppeld met de resultaten uit de beschikking, afgegeven door de gemeente, en passend bij de situatie en hulpvraag. • De ondersteuning is aanvullend op wat in de eigen omgeving geleverd kan worden. De wijze waarop het sociaal netwerk/mantelzorg betrokken is wordt vastgelegd. | V | V |
7 Als er een vinkje staat, geldt het voor de volgende Wmo-ondersteuning: Individuele ondersteuning, Gespecialiseerde Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Beschermd wonen inclusief Wonen met ondersteuning.
In het trajectplan (zowel voor ZIN als PGB) wordt minimaal ingegaan op: • De situatieschets van cliënt; • De hulpvraag, wensen en doelen van de cliënt; • De resultaten meegegeven in de beschikking vanuit de gemeente; • De omschrijving van de doelen waaraan wordt gewerkt, in overeenstemming met, aansluitend en gekoppeld met de resultaten uit de beschikking en de hulpvraag van de cliënt. Deze doelen zijn SMART geformuleerd; • Concrete activiteiten hoe aan doelen wordt gewerkt, wanneer en met wie; • Hoe de cliënt/sociaal netwerk/mantelzorg betrokken is bij het opstellen, bijstellen en behalen van de doelen, subdoelen en acties in het trajectplan; • Hoe de cliënt het trajectplan beheert; • Hoe invulling wordt gegeven aan een periodieke evaluatie van het trajectplan (minimaal 1 keer per jaar en eerder wanneer nodig); • Wie casusregisseur is; • Tussentijds bijstellen van doelen, subdoelen en acties en reden tot bijstellen. De cliënt en Aanbieder zorgen uiterlijk 4 weken voor de evaluatiedatum of einde indicatie voor het toesturen van een gewijzigd trajectplan/evaluatieverslag aan de betreffende gemeente. In het gewijzigde trajectplan/evaluatieverslag staat minimaal: • Per doel in hoeverre deze is behaald en welke ondersteuning daarvoor is ingezet; | • Alle activiteiten en acties (zoals contact en afspraken met derden) rondom de cliënt zijn opgenomen in het cliëntdossier. • Het plan wordt regelmatig besproken met de cliënt en diens netwerk en zo nodig bijgesteld. Het plan geeft aan wanneer en hoe dit gebeurt en is passend bij de aard van de indicatie. • Indien de ondersteuning afwijkt van het trajectplan, heeft aanbieder dit besproken met de cliënt en, indien van toepassing, zijn of haar sociale netwerk en is dit geregistreerd. |
• Per doel waarom het doel niet is behaald; hoe het vervolg hierop wordt ingezet; • Nieuwe doelen passend bij resultaat toevoegen; • Per resultaat uit de beschikking of deze niet/deels/geheel behaald is; • Of er verlenging van de indicatie nodig is; • Indien verlenging nodig wordt geacht, voor welke periode dit nodig is. | ||||
2.3 | Er is een passend aanbod van activiteiten en ondersteuning gericht op de doelen die passen bij de hulpvraag van de cliënt. Er is voldoende continuïteit in de verleende ondersteuning. | • Het aanbod van ondersteuning is gericht op het werken aan doelen die passen bij de hulpvraag, trajectplan en beschikking. Bijv. - Er is ondersteuning bij de dagbesteding; - De ondersteuning is gericht op: - Aanleren/behouden van dagstructuur en ritme; - Handhaven en bevorderen van het zo zelfstandig mogelijk functioneren; - Voorkomen van achteruitgang in fysieke, cognitieve en sociaal- emotionele vaardigheden; - Ontwikkelingsgerichte activiteiten, gericht op het hoogst haalbare per cliënt (toeleiding naar vrijwilligerswerk, arbeidsmatige dagbesteding of (begeleid) werk); - Gezondheid bevorderende activiteiten; - Ontlasten van mantelzorgers. • De professional signaleert veranderende mogelijkheden bij de cliënt en past de ondersteuning hierop aan. | V | V |
2.4 | Bij Gespecialiseerde dagbesteding: • Er is aantoonbaar voldoende toezicht. | • Er is aantoonbaar voldoende toezicht: de verhouding tussen het aantal cliënten en deskundige medewerkers is passend bij de doelgroep en de indicatie. | DB8 | DB |
2.5 | De aanbieder toont aan dat cliënt integrale ondersteuning ontvangt. Er is aandacht voor alle leefgebieden, waaronder: wonen, werk, dagbesteding, inkomen, sociale en | • Er is een passend aanbod van ondersteuning/activiteiten per cliënt gericht op het stimuleren en bevorderen van het zelf verrichten | BW | BW |
8 DB staat voor Gespecialiseerde dagbesteding
maatschappelijke participatie, psychische en fysieke gezondheid, leefstijl, hobby’s, vrije tijd, het sociale netwerk, veiligheid en justitie. Met cliënt zijn op alle voor hem/haar relevante leefgebieden doelen bepaald en afspraken gemaakt. | van algemene dagelijkse levensverrichtingen, zelfredzaamheid en regie voeren over het eigen leven. | |||
2.6 | De aanbieder werkt zoveel als mogelijk met vaste contactpersonen voor cliënt voor de duur van het traject. | BW | BW | |
2.7 | De cliënt wordt respectvol bejegend en zijn rechten worden gewaarborgd. | • De bejegening van de cliënt door de professional is passend en correct. • De cliënt ervaart betrokkenheid, vertrouwen en begrip. De aanbieder waarborgt de rechten van de cliënt. | V | V |
2.8 | De aanbieder meet minimaal één keer per twee jaar individuele cliëntervaringen. De aanbieder neemt de volgende vijf vragen op in de vragenlijst: • Wat vind ik van de kwaliteit van ondersteuning? • Past de ondersteuning die ik krijg bij mijn hulpvraag? • Kan ik door de ondersteuning beter de dingen doen die ik wil doen? • Kan ik mij door de ondersteuning beter redden? • Heb ik door de ondersteuning een betere kwaliteit van leven? Aanbieder toont aan dat hij aantoonbaar verbeteringen doorvoert op basis van de uitkomsten van de meting van individuele cliëntervaringen. De aanbieder stelt de centrumgemeente Oss één maal per twee jaar het meest recente cliënttevredenheidsonderzoek beschikbaar, inclusief de hieruit voortvloeiende verbeterplannen. | • De aanbieder onderzoekt minimaal één keer per twee jaar of cliënten tevreden zijn over de ondersteuning en over de kwaliteit van de organisatie en stelt daarbij de vereiste vragen. • De aanbieder legt de resultaten van het onderzoek vast in een rapportage en beschrijft daarbij wat de verbeteringen zijn die zij doorvoeren aan de hand van het onderzoek. | V | Nvt |
2.9 | De aanbieder toont aan op welke wijze hij invulling geeft aan het gedachtegoed van ‘instroom, doorstroom en uitstroom’ in de ondersteuning en het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie, het behouden daarvan of vertragen van de achteruitgang daarin. | • De aanbieder brengt jaarlijks schriftelijk de in-, door- en uitstroom in beeld. Hij geeft daarbij aan hoeveel cliënten geen Wmo- ondersteuning meer nodig hebben of waarvan dit is afgeschaald (niet PGB) • De aanbieder geeft in trajectplannen en evaluaties onderbouwd aan of doelen al dan niet behaald zijn. | V | Deels PGB |
2.10 | De aanbieder toont aan dat vroegtijdige uitval wordt geanalyseerd. | • De aanbieder brengt jaarlijks schriftelijk in beeld hoeveel vroegtijdige uitval er heeft plaats gevonden en wat de oorzaak daarvan is. • De aanbieder neemt verbetermaatregelen als blijkt dat vroegtijdige uitval is te voorkomen. • De aanbieder geeft in trajectplannen en evaluaties, indien van toepassing, een analyse van de vroegtijdige uitval. | V | Nvt |
Nr. 3 | De voorziening is AFGESTEMD op de reële behoefte van de cliënt en andere vormen van zorg of hulp. | |||
Eis | Concrete uitwerking, waar kijkt de toezichthouder onder andere naar? | Geldt voor ZIN9 | Geldt voor PGB | |
3.1 | De aanbieder zorgt voor ondersteuning in samenhang met andere hulp. In overleg met andere betrokken (professionele) partijen wordt vastgelegd welke professional de casusregisseur is. | • De professional heeft voldoende kennis van de lokale sociale kaart (verzameling van hulpverleningsinstanties op het gebied van bijvoorbeeld welzijn, gezondheidszorg, (sociale) organisatie en ondersteuning) in de gemeente (en aangrenzende gemeenten) waar de organisatie is gevestigd/ondersteuning wordt geboden. De professional weet de kennis van de sociale kaart waar mogelijk toe te passen. Dit blijkt uit het cliëntdossier. • De ondersteuning is aanvullend op wat in het eigen netwerk geleverd kan worden. • De professional zorgt dat hij beschikt over relevante informatie van overige hulpverleners en informeert hen binnen de wettelijke kaders over relevante gegevens en bevindingen zodat gezamenlijk verantwoorde ondersteuning, hulp, zorg en behandeling gegeven kan worden. • De professional maakt, in samenspraak met de cliënt, duidelijke afspraken met overige betrokken hulp- en zorgverleners over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot | V | V |
9 Als er een vinkje staat, geldt het voor de volgende Wmo-ondersteuning: Individuele ondersteuning, Gespecialiseerde Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Beschermd wonen inclusief Wonen met ondersteuning.
de geboden ondersteuning aan cliënt. Dit is vastgelegd in het cliëntdossier. • De professional stemt, in samenspraak met de cliënt, regelmatig, minimaal één keer per jaar, het trajectplan af met de overige betrokken hulp- en zorgverleners. Dit is vastgelegd in het cliëntdossier. • De professional werkt samen met andere partijen in de keten van voor- en natraject. Hij zorgt voor een goede aansluiting en een zorgvuldige overdracht en legt dit vast in het cliëntdossier. De aanbieder blijft verantwoordelijk voor de verlening van de ondersteuning zolang er geen begin is gemaakt met verlening van de alternatieve ondersteuning. | ||||
3.2 | De aanbieder betrekt, indien van toepassing, met toestemming van de cliënt, de mantelzorger(s) bij het opstellen van het trajectplan voor cliënt, maakt daarbij gebruik van de ervaringsdeskundigheid van de mantelzorger(s) en neemt in het trajectplan op welke informele zorg (mantelzorg) wordt ingezet. Bij een signaal van dreiging tot overbelasting van de mantelzorger verwijst de aanbieder de mantelzorger via een zorgvuldige overdracht door naar voor de mantelzorger passende ondersteuning. | • De professional gaat na of mantelzorgers ingezet kunnen worden en legt dit vast in het cliëntdossier. • De professional heeft aandacht voor de belangen en belastbaarheid van mantelzorgers. Zo nodig verwijst de aanbieder naar passende ondersteuning voor de mantelzorger en legt dit vast in het cliëntdossier. | V | V |
Nr. 4 | DESKUNDIGHEID VAN DE PROFESSIONAL De ondersteuning is van goede kwaliteit en wordt verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard. De medewerker heeft de vereiste kennis, houding en vaardigheden om passende ondersteuning in te zetten bij de betreffende doelgroep. | |||
Eis | Concrete uitwerking, waar kijkt de toezichthouder onder andere naar? | Geldt voor ZIN10 | Geldt voor PGB |
10 Als er een vinkje staat, geldt het voor de volgende Wmo-ondersteuning: Individuele ondersteuning, Gespecialiseerde Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Beschermd wonen inclusief Wonen met ondersteuning.
4.1 | De aanbieder toont aan dat professionals (betaald en onbetaald) aantoonbaar beschikken en blijven beschikken over de deskundigheid en vakbekwaamheid die nodig is voor het leveren van de ondersteuning en past bij de professionele standaard van de branche. Dit betekent dat het opleidingsniveau en de werkervaring van het in te zetten personeel passen bij de ondersteuningsbehoefte van de cliënt en indien van toepassing, een bijdrage leveren aan een structurele verbetering van zijn zelfredzaamheid en participatie. Dit geldt ook voor onderaannemers, ingehuurd personeel en zelfstandigen. Eventuele specifieke extra eisen per ondersteuningsvorm zijn vermeld in bijlage I. | • Professionals zijn in het bezit van een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Dit is terug te vinden in het personeelsdossier. • Professionals hebben competenties en vaardigheden die in lijn liggen met de professionele standaard en die aansluiten bij wat de doelgroep nodig heeft, en houden deze op peil. Dit is terug te vinden in het personeelsdossier. • Professionals handelen volgens de professionele standaard. • Professionals handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. • Professionals kunnen zo nodig voldoende expertise raadplegen. • Professionals kunnen zo nodig opschalen naar iemand met de vereiste deskundigheid. • De vereiste professionals zijn aanwezig/kunnen aanwezig zijn gedurende de vereiste tijd. • Er zijn voldoende deskundige professionals beschikbaar, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele ondersteuningsvragen. • Professionals kennen de grenzen van hun vakgebied. • Professionals verwijzen de cliënt, zo nodig en in overleg met de oorspronkelijke verwijzer door. • De aanbieder zorgt voor passende bij- en nascholing om de benodigde deskundigheid te kunnen leveren. | V | V |
4.2 | De aanbieder heeft een optimale balans tussen de inzet van professionals, ervaringsdeskundigen en vrijwilligers. Deze balans is afgestemd op de aanwezige cliënten en de actuele ondersteuningsvragen. Inzet van niet professionele medewerkers (vrijwilligers/ stagiaires/ ervaringsdeskundigen) vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van een deskundig en vakbekwame medewerker. | • De niet professionele inzet staat in redelijke verhouding tot de professionele inzet. • De aanbieder laat niet professionele medewerkers adequaat begeleiden door een medewerker die daarvoor bekwaam en bevoegd is. | V | PGB |
4.3 | In gemeenten waar het AVE-model is ingevoerd, handelt de professional conform dit model. | • De aanbieder stelt al zijn medewerkers op de hoogte van het AVE- model en de bijbehorende afspraken. | V | Nvt |
Nr. 5 | KWALITEITSBEHEERSING De aanbieder zet passende instrumenten in om de kwaliteit van de organisatie systematisch te beheren en te verbeteren. | |||
Eis | Concrete uitwerking, waar kijkt de toezichthouder onder andere naar? | Geldt voor ZIN11 | Geldt voor PGB | |
5.1 | De aanbieder toont aan dat hij werkt met een voor zijn branche geldend kwaliteitskeurmerk of een kwaliteitssysteem dat de kwaliteit van ondersteuning aantoonbaar moet bewaken, beheersen en verbeteren. | • De kwaliteit wordt systematisch geborgd door middel van een voor de branche geldend kwaliteitskeurmerk (bijv. HKZ, ISO 9001) of door het aantoonbaar werken met een kwaliteitssysteem. Dit kwaliteitssysteem is een schriftelijk kwaliteitsplan waarmee de kwaliteit in de organisatie duurzaam is geborgd en up-to-date gehouden wordt. • De aanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren. Deze voorwaarden zijn terug te vinden in een kwaliteitsplan. | V | V |
5.2 | De aanbieder meldt iedere calamiteit12 en ieder geweldsincident13 dat zich heeft voorgedaan bij de uitvoering van de ondersteuning binnen twee werkdagen aan de toezichthoudende ambtenaar van de GGD Hart voor Brabant. De aanbieder handelt conform de factsheet Melding van calamiteiten en geweld Wmo en het protocol van de GGD, te vinden via xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx/xx-xxx-xxxx- melden/meldpunt-toezicht-wmo Na deze melding informeert de aanbieder de centrumgemeente. Aanbieder leert van incidenten. | • De aanbieder hanteert een adequaat meldingssysteem voor calamiteiten en incidenten. • De aanbieder neemt zo nodig verbetermaatregelen n.a.v. de incidentmeldingen. | V | V |
5.3 | De aanbieder hanteert voor zijn medewerkers aantoonbaar een meldcode waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan. Aanbieder werkt bij de aanpak van huiselijk | • Binnen de organisatie is een meldcode vastgesteld die voldoet aan de wettelijke voorwaarden. • Professionals zijn aantoonbaar op de hoogte van de meldcode en handelen hiernaar. | V | V |
11 Als er een vinkje staat, geldt het voor de volgende Wmo-ondersteuning: Individuele ondersteuning, Gespecialiseerde Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Beschermd wonen inclusief Wonen met ondersteuning.
12 Calamiteit: niet beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt heeft geleid.
13 Geweldsincident: seksueel binnendringen van het lichaam of ontucht met een cliënt, alsmede lichamelijk en geestelijk geweld jegens een cliënt, door een beroepskracht dan wel door een andere cliënt met wie de cliënt gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van aanbieder verblijft.
geweld en kindermishandeling volgens de visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid. Deze meldcode draagt er toe bij dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden. De aanbieder bevordert aantoonbaar de kennis en het gebruik van de meldcode. | ||||
5.4 | De aanbieder heeft aantoonbaar een effectieve, laagdrempelige interne en externe klachten- en/of geschillenregeling en maakt duidelijk kenbaar aan cliënten hoe zij een klacht14 kunnen indienen. Dit betekent dat de cliënt op eenvoudige wijze zijn klacht kenbaar kan maken en dat het voor de cliënt helder is wat er met de klacht wordt gedaan. Bij Zorg in Natura: De aanbieder levert één maal per jaar een totaalrapportage aan van ontvangen klachten over de dienstverlening naar aard en oorzaak met verbeterpunten volgens een vastgesteld format (te vinden via xxx.XXXXX.xx). | • De aanbieder heeft een interne en externe klachten en/of geschillenregeling. • Cliënten zijn op de hoogte van de klachten en/of geschillenregeling. • Aanbieder koppelt de afhandeling van de klacht terug aan cliënt en legt dit vast in het cliëntdossier. • De aanbieder treft zo nodig verbetermaatregelen n.a.v. klachten. | V | Deels PGB |
5.5 | Cliënten hebben medezeggenschap over de manier waarop de ondersteuning wordt georganiseerd en uitgevoerd. De aanbieder zorgt ervoor dat de informatie over medezeggenschap voldoende kenbaar is bij cliënten. | • De aanbieder beschikt over een regeling voor de medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de cliënten van belang zijn. • De aanbieder zorgt ervoor dat de informatie over medezeggenschap voldoende kenbaar is bij cliënten. • Cliënten kunnen daadwerkelijk de medezeggenschap uitoefenen. | V | Nvt |
5.6 | De aanbieder meldt de inzet van een onderaannemer en welke onderdelen van de ondersteuning door de onderaannemer worden uitgevoerd. | • Indien de aanbieder gebruik maakt van onderaannemer(s) zijn deze gemeld. | V | Nvt |
14 Klacht: elke uiting van ontevredenheid, in welke vorm dan ook, over de uitvoering van de ondersteuning of een door de aanbieder ingeschakelde derde.
Nr. 6 | OVERIGE EISEN Deze eisen hebben te maken met integriteit en continuïteit van dienstverlening. | |||
Eis | Concrete uitwerking, waar kijkt de toezichthouder onder andere naar? | Geldt voor ZIN15 | Geldt voor PGB | |
6.1 | De aanbieder informeert de centrumgemeente Oss direct bij: • financiële problemen • het in gevaar zijn van de continuïteit en/of kwaliteit van diensten | V | Nvt | |
6.2 | Er bestaan geen integriteitstwijfels ten aanzien van de aanbieder en eigenaar/bestuurder en aan hen gelieerde vennootschappen (voor verdere uitwerking zie bijlage I). | • Bij Zorg in Natura: Gedragsverklaring aanbesteden die niet ouder is dan 2 jaar | V | V |
6.3 | De aanbieder verleent actief alle benodigde medewerking aan een onderzoek van de toezichthouders zoals de gemeentelijke toezichthouder en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en geeft opvolging aan aanbevelingen die uit deze onderzoeken voortkomen. | V | V | |
6.4 | De aanbieder is verplicht de gemeenten te informeren via xxxxxxxxxx@xxx.xx over ieder onderzoek bij de aanbieder of bij een door hem voor de uitvoering van de ondersteuning ingeschakelde onderaannemer naar de kwaliteit/veiligheid van de voorziening door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) of door een toezichthouder van een gemeente anders dan van de gemeenten in de regio Brabant Noordoost- Oost. Deze informatieplicht geldt indien er sprake is van een onderzoek naar aanleiding van een signaal over onvoldoende kwaliteit/veiligheid of rechtmatigheid. Als de aanbieder een verbeterplan moet opstellen om volledig te voldoen aan wet- en regelgeving en/of om risico’s beter te | V | V |
15 Als er een vinkje staat, geldt het voor de volgende Wmo-ondersteuning: Individuele ondersteuning, Gespecialiseerde Dagbesteding, Kortdurend verblijf, Beschermd wonen inclusief Wonen met ondersteuning.
beheersen, stuurt de aanbieder een kopie van dit verbeterplan onmiddellijk naar de gemeente. |
B. EISEN PGB-AANBIEDER SOCIAAL NETWERK
Eis | |
1.1 | De ondersteuning is veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht. |
1.2 | De ondersteuning is afgestemd op de persoonlijke situatie en behoeften van de cliënt en zijn omgeving. |
1.3 | De ondersteuning wordt geleverd door personen die beschikken over de competenties en vaardigheden die nodig zijn om de gevraagde dienstverlening uit te voeren. |
1.4 | De ondersteuning voldoet aan alle eisen die voortvloeien uit de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. |
1.5 | De cliënt maakt samen met de persoon die de ondersteuning gaat bieden een plan waarin doelen, afspraken en evaluatiemomenten worden vastgelegd. Het plan is afgestemd op door de gemeente gestelde doelen en evaluatiemomenten. Uit het plan blijkt de betrokkenheid van de inwoner en het sociaal netwerk. |
1.6 | De persoon die de ondersteuning biedt, doet op verzoek verslag aan de gemeente over de voortgang van de ondersteuning. |
1.7 | Als de gemeente dit nodig acht in het kader van de veiligheid van de ondersteuning, kan de gemeente bepalen dat de persoon die de ondersteuning biedt beschikt over een VOG die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop deze persoon is gestart met het bieden van ondersteuning. |
1.8 | De persoon die de ondersteuning levert meldt iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de uitvoering van de ondersteuning binnen twee werkdagen aan de toezichthoudende ambtenaar van de GGD Hart voor Brabant en handelt conform de factsheet Melding |
1.9 | De persoon die de ondersteuning levert mag niet tevens het administratief beheer van het persoonsgebonden budget doen. |
1.10 | De persoon die de ondersteuning levert verleent actief alle benodigde medewerking aan een onderzoek van de toezichthouder en verstrekt alle benodigde informatie. |
1.11 | De persoon die de ondersteuning levert is verplicht de gemeenten te informeren via xxxxxxxxxx@xxx.xx over ieder onderzoek naar de kwaliteit/veiligheid van de ondersteuning door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) of door een toezichthouder van een gemeente anders dan van de gemeenten in de regio Brabant Noordoost-Oost. Deze informatieplicht geldt indien er sprake is van een onderzoek naar aanleiding van een signaal over onvoldoende kwaliteit/veiligheid of rechtmatigheid. |
Kwaliteitskader Wmo - Bijlage I: Extra eisen ondersteuning en deskundigheid GESPECIALISEERDE DAGBESTEDING, INDIVIDUELE ONDERSTEUNING EN KORTDUREND VERBLIJF
Gespecialiseerde dagbesteding, individuele ondersteuning en kortdurend verblijf worden uitgevoerd door een professional met minimaal een afgeronde zorg gerelateerde mbo-opleiding op niveau 3 / 4, passend bij de zorg- of ondersteuningsvraag en achterliggende problematiek van de inwoner. Het moet passen bij de doelgroep.
Voor het opstellen van het trajectplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een professional ingezet te worden met een afgeronde zorg gerelateerde mbo-opleiding op niveau 4 of hoger, passend bij de zorg- of ondersteuningsvraag en achterliggende problematiek van de inwoner.
Onder een zorg gerelateerde opleiding wordt in ieder geval verstaan:
- minimaal MBO 3 of 4 Jeugdzorg
- WMD (Welzijn, maatschappelijke dienstverlening)
- GGZ (Geestelijke gezondheidszorg)
- GHZ (Gehandicaptenzorg), VVT (verpleging en verzorging thuis)
Een EVC-certificaat is niet gelijkwaardig aan een zorg gerelateerd diploma en voldoet daarom niet aan onze opleidingseisen. Een EVC-certificaat kan wel helpen om vrijstellingen te verkrijgen om op deze manier versneld aan een diploma te komen.
BESCHERMD WONEN
▪ Beschermd wonen met 24-uurs fysieke aanwezigheid van geschoold personeel, dat ingezet wordt bij niet planbare ondersteuning:
• De aanbieder kan aantoonbaar voldoende expertise raadplegen op het gebied van psychiatrie en gedragsdeskundigheid binnen de eigen instelling dan wel door middel van vastgelegde afspraken met een andere instelling.
• Er is 24 uurs fysieke aanwezigheid van geschoold personeel, in de nacht in de vorm van een slaap en/of waakdienst, waarbij personeel direct fysiek nabij en benaderbaar is door de cliënt. Dit personeel kan binnen 5 minuten bij cliënt aanwezig zijn vanuit de fysieke aanwezigheid op locatie, bijvoorbeeld in het geval van gegroepeerde woningen of bij een grote locatie vanuit elders op het terrein.
• Onder geschoold personeel wordt verstaan medewerkers op minimaal MBO-4 niveau met een zorginhoudelijke opleiding gericht op de doelgroep binnen de instelling. Onder een zorginhoudelijke opleiding op minimaal MBO-4 niveau wordt verstaan:
- MBO Agogisch medewerker GGZ- niveau 4
- MBO verpleegkundige GGZ - niveau 4
- MBO Vakopleiding woonbegeleiding - niveau 4
- MBO Sociaal Maatschappelijke Hulp - niveau 4 of een vergelijkbare opleiding.
• Het personeel moet daarnaast de mogelijkheid hebben om op te schalen naar een minimaal HBO geschoolde professional, BIG- geregistreerd (indien BIG- registratie voor het specialisme van toepassing is), met specialistische kennis van psychiatrische problematiek. Deze professional hoeft niet aanwezig te zijn binnen de instelling.
II Beschermd wonen met overdag fysieke aanwezigheid van geschoold personeel en ‘s nachts op afroep binnen 30 minuten, dat ingezet wordt bij niet planbare ondersteuning:
• Er is overdag fysieke aanwezigheid van geschoold personeel op locatie voor de niet planbare zorg, in de nacht is er op afroep geschoold personeel beschikbaar dat, indien noodzakelijk, fysiek binnen 30 minuten op locatie kan komen en tevens goed bereikbaar is. Telefonische bereikbaarheid is niet afdoende.
Xxxxxxx aanwezigheid overdag: er is begeleiding bij het opstarten van de dag tot (ten minste) aanvang van de avond zodat cliënten kunnen rekenen op ondersteuning bij ADL indien noodzakelijk. Begeleiding dient passend te zijn bij de ondersteuningsbehoefte van de doelgroep. Indien gedurende de dag alle cliënten afwezig zijn i.v.m. dagbesteding, is aanwezigheid van begeleiding niet verplicht.
• Onder geschoold personeel wordt verstaan medewerkers op minimaal MBO-4 niveau met een zorginhoudelijke opleiding gericht op de doelgroep binnen de instelling. Onder een zorginhoudelijke opleiding op minimaal MBO-4 niveau wordt verstaan:
- MBO Agogisch medewerker GGZ- niveau 4
- MBO verpleegkundige GGZ - niveau 4
- MBO Vakopleiding woonbegeleiding - niveau 4
- MBO Sociaal Maatschappelijke Hulp - niveau 4 of een vergelijkbare opleiding.
• Het personeel moet daarnaast de mogelijkheid hebben op te schalen naar een minimaal HBO geschoolde professional met kennis van psychiatrische problematiek. Deze professional hoeft niet aanwezig te zijn binnen de instelling.
WONEN MET ONDERSTEUNING:
Wonen met ondersteuning, dat ingezet wordt als de ondersteuningsvraag van cliënt planbaar is doordat cliënt in staat is om de vraag uit te stellen:
Naast geplande ondersteuning moet cliënt, in noodsituaties en in geval van incidenten, kunnen rekenen op directe ondersteuning. Dit betekent dat de aanbieder goed bereikbaar is en in geval van noodsituaties en incidenten binnen 30 minuten fysiek op locatie aanwezig kan zijn.
Kwaliteitskader Wmo - Bijlage II: Integriteit
1. Er bestaan geen integriteitstwijfels ten aanzien van de aanbieder en eigenaar/bestuurder en aan hen gelieerde vennootschappen inhoudende dat zij 5 jaar voor het sluiten van de overeenkomst/PGB-zorgovereenkomst:
• niet betrokken zijn geweest bij een strafbaar feit of strafbare overtredingen hebben begaan;
• geen verdachten van strafbare feiten zijn geweest of daarvoor zijn veroordeeld;
• geen bestuursrechtelijke en/of fiscaalrechtelijke boetes opgelegd hebben gekregen;
• geen bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen opgelegd hebben gekregen in de vorm van een last onder bestuursdwang en/of dwangsom;
• zich niet in het maatschappelijk en/of zakelijk verkeer onaanvaardbaar hebben gedragen;
• zich niet schuldig hebben gemaakt aan ongeoorloofde afspraken;
• medewerkers van de gemeenten geen persoonlijke voordelen hebben gegund met als doel om orders of overeenkomsten te krijgen of te houden.
2. De aanbieder, directie, medewerkers en door aanbieder eventueel in te zetten derden zijn verplicht om zich gedurende de looptijd van de overeenkomst/PGB-zorgovereenkomst integer te gedragen en er mogen geen integriteitstwijfels bestaan of ontstaan. De integriteit van de aanbieder is in ieder geval geschonden of er bestaan integriteitstwijfels indien:
• De aanbieder en zijn bestuur en/of directie strafbare feiten en/of overtredingen hebben gepleegd, medegepleegd of daaraan medeplichtig zijn of daarvan verdacht zijn of feiten hebben begaan die in het maatschappelijk verkeer als maatschappelijk onaanvaardbaar worden aangemerkt;
• Sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de aanbieder en/of zijn bestuur en/of directie in relatie staan tot strafbare feiten;
• Sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen dat de aanbieder op enige wijze bedragen aan de bedrijfsvoering onttrekt ter aanwending van voor de branche niet-gebruikelijke, dan wel niet-integere, dan wel niet-marktconforme, dan wel niet ter ondersteuning van de bedrijfsvoering, bedoelde uitgaven;
• Sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de aanbieder en/of zijn bestuur en/of directie en/of de aan hen gelieerde vennootschappen een (zakelijk) samenwerkingsverband onderhouden met derden die in relatie staan tot strafbare feiten of daarvan verdacht worden;
• Sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van een overeenkomst/PGB- zorgovereenkomst door de aanbieder en/of zijn bestuur en/of directie een strafbaar feit is gepleegd of een overtreding is begaan.