KAM – INSTRUCTIE
KAM – INSTRUCTIE
Ten behoeve van de medewerkers (incl. tijdelijke medewerkers en onderaannemers) werkzaam bij Mudde Bouw- en Aannemingsbedrijf B.V.
Voorwoord
Geachte medewerker/onderaannemer,
In verband met de verplichting vanuit de Arbeidsomstandighedenwet, dient de werkgever zorg te dragen voor doeltreffende voorlichting en onderricht met betrekking tot de Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu binnen de uit te voeren werkzaamheden (O.a. middels de VCA 2 ster certificering). Daarnaast besteedt Muddebouw uitvoerig aandacht aan de kwaliteit van de dienstverlening hetgeen is geborgd middels certificering op basis van de NEN-EN-ISO 9001:2015 norm. Milieuzaken worden geborgd middels de NEN-EN-ISO 14001:2015 norm.
In deze instructie worden minimum vereiste KAM-gedragsregels aangegeven voor het verrichten van werkzaamheden bij Mudde Bouw en Aannemingsbedrijf B.V., hierna te noemen Muddebouw.
Xxxxxxxxx verwacht van al haar medewerkers en onderaannemers dat de betreffende regels en voorschriften zowel bij de uitvoering als voorbereiding van de werkzaamheden moeten worden nageleefd. E.e.a. houdt niet in dat de KAM-instructie (lees Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden en Milieu instructie) altijd ter plekke aanwezig moet zijn.
Een onderaannemer ontvangt relevante KAM-informatie persoonlijk, per post en is te downloaden op onze website. U dient deze informatie wel ter kennis te nemen voor aanvang van de werkzaamheden.
KAM-GEDRAGSREGELS MUDDEBOUW
KAM-beleidsverklaring
Muddebouw is een organisatie die zich bezighoudt met bouwkundige werkzaamheden op het gebied van renovatie, onderhoud en nieuwbouw in de utiliteitsbouw en de particuliere sector. Tot onze klanten behoren onder andere woningcorporaties, gemeenten, scholen, bedrijven en particulieren.
Muddebouw beschouwt kwaliteitsborging en de zorg voor Arbo en Milieu als essentieel onderdeel van het ondernemingsbeleid en draagt de primaire verantwoording voor de invoering, de beoordeling en de instandhouding van het Kwaliteits-, Arbo- en Milieu managementsysteem (= KAM-managementsysteem).
Om een constante kwaliteit van onze diensten te blijven leveren is onze organisatie gecertificeerd volgens de internationale norm NEN-EN-ISO 9001:2015.
Daarnaast is de organisatie gecertificeerd op basis van de VCA** 2017 V 6.0 norm (veiligheid) en FSC- norm (Scoop: Hout en houtproducten voor woning- en utiliteitsbouw).
De NEN–EN-ISO 14001:2015 norm is een internationale norm met eisen voor een milieumanagementsysteem. Het milieumanagementsysteem wordt gebruikt om een bij de organisatie passend milieubeleid te ontwikkelen en de uitvoering ervan te borgen. De basis voor het milieumanagementsysteem is de 'plan-do-check-act' cyclus (PDCA).
Deze KAM-beleidsverklaring is opgesteld door de directie en gericht op het continu verbeteren van onze dienstverlening, waardoor Muddebouw hoogstaande en betrouwbare diensten kan leveren en zich positief kan onderscheiden binnen het beschreven marktsegment. Zowel de zorg voor Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden en Milieu zijn inmiddels goed in de organisatie ingebed. Hierbij is het uitgangspunt de continue verbetering van het KAM-managementsysteem te waarborgen.
De KAM-beleidsverklaring biedt een kader voor het vaststellen van onder andere kwaliteitsdoelstellingen en is daarom passend bij de missie en visie, strategische richting en de context van Muddebouw.
Missie
Muddebouw is een bouwkundige aannemer waar innovatie centraal staat en waarin wij in onze processen klimaatvriendelijk opereren. Onze werkzaamheden bestaan uit renovatie, verbouw, (groot en planmatig) onderhoud, contractonderhoud, nieuwbouw en het leveren van hoogwaardig vervaardigde producten uit onze eigen machinale houtbewerking.
Door het aanbieden van een breed dienstenpakket zijn wij in staat om opdrachtgevers (gemeenten, corporaties, bedrijven, schoolgemeenschappen, instellingen, etc.) geheel te ontzorgen. Alle disciplines die in dit proces nodig zijn hebben wij zelf in dienst, hierdoor kunnen wij flexibel en onafhankelijk opereren.
Visie
Muddebouw streeft ernaar middels voortdurende innovatie de klant een nog betere dienstverlening en een hoogwaardiger product te kunnen bieden. Wij bieden een veilige en sociale werkomgeving waarin de medewerkers centraal staan. Wij streven in de toekomst naar een uitbreiding van ons dienstenpakket rekening houdend met sociale en culturele aspecten.
Daarnaast streven wij dat binnen onze afdeling machinale houtbewerking met duurzame materialen wordt gewerkt, waar mogelijk conformeren wij ons aan de FSC norm.
Tevens staan duurzaamheid, techniek en verantwoord ondernemen centraal in onze organisatie. Dit houdt in dat wij ontwikkelingen hieromtrent op de voet volgen en onderdeel maken van onze organisatie. Onze ambitie is om de bestaande dienstverlening en productlevering uit te breiden naar een groter regionaal werkgebied.
Uitgangspunten
▪ Wil om te vernieuwen;
▪ Klanteis staat centraal;
▪ Resultaat gericht samenwerken voor een optimaler eindproduct;
▪ Terugdringen, tot het minimaal haalbare, van onze CO2 uitstoot.
De doelstellingen die gefaseerd worden ingevoerd zijn uiteraard ook gericht om het doel, strategische richting en de context van de organisatie vorm en inhoud te geven.
De KAM-beleidsverklaring wordt 3-jaarlijks geëvalueerd, zonodig bijgesteld en gecommuniceerd met belanghebbenden. De KAM-beleidsverklaring is van toepassing op alle eigen medewerkers, tijdelijke medewerkers en overige belanghebbenden en dient daarom altijd te worden nageleefd.
Het KAM-managementsysteem en de daarin opgenomen processen worden periodiek door het management getoetst en via continue verbeteringsprocessen (PDCA-model) bijgestuurd. Het beheersen van de processen leidt ertoe dat het KAM-managementsysteem continu verbeterd wordt en aansluit op onze dienstverlening.
Xxxxxxxxx ziet erop toe dat het KAM-beleid periodiek wordt gecommuniceerd, begrepen en toegepast binnen de organisatie.
Door het vaststellen van een strikt Arbeidsomstandighedenbeleid geeft de werkgever duidelijk inhoud aan de verplichting te zorgen voor een zo veilig mogelijk werkklimaat, ten einde persoonlijk letsel te voorkomen voor alle medewerkers als ook tijdelijk personeel. Daarnaast is het beleid erop gericht een minimale milieubelasting te bereiken. Wat uiteindelijk moet resulteren in het voorkomen van materiële- als ook milieuschade.
Muddebouw bevorderd het herstel en het beperken van verzuim door na een ongeval met potentieel verzuim aan de betrokken medewerker, gebruik makend van de nog aanwezige restcapaciteit, aangepast werk aan te bieden.
De directie van Xxxxxxxxx verklaart middels deze KAM-beleidsverklaring te voldoen aan
o.a. de bepalingen onderdeel van het KAM-managementsysteem, de geldende Arbowetgeving en de van toepassing zijnde (milieu)wetgeving.
Capelle aan de IJssel, d.d. 01-01-2022.
Dhr. Xxxxx Xxxxxx Xxx. Xxxx Xxxxxxx
Algemeen directeur directeur
PBM’s
Indien bestrijding bij de bron of collectieve bescherming niet mogelijk is, dan verstrekt Muddebouw ter voorkoming van letsel en/of beroepsziekte de noodzakelijke PBM.
Bij verlies, slijtage en beschadiging van de PBM draagt Xxxxxxxxx zorg voor omruil en vervanging (geldt niet voor onderaannemers en ZZP-ers).
De PBM’s zijn onderdeel van de “Basic bouwbox” iedere medewerker ontvangt een “Basic Bouwbox” bij tewerkstelling. De “Basic bouwbox” bevat onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen.
1 x gelaatsscherm;
1 x overzetbril met anticondensruit; 1 x veiligheidsbril;
1 x etui voor veiligheidsbril;
1 x koolstofmasker met A filter en 1 maal P1 filter (Snuitje); 1 x oogspoelfles;
1 x gehoorkap;
1 x veiligheidshelm.
Bij het verstrekken van de PBM’s zorgt afdeling HR voor een adequate instructie ten aanzien van gebruik en onderhoud. Registratie vindt plaats middels registratie formulier “Ontvangst PBM’s”.
Veiligheidsbril:
Bewaar de bril zodanig dat er geen krassen op het glas ontstaan. De bril dient te worden gedragen indien dit is (wordt) aangegeven of indien stof e.d. in de ogen kan terechtkomen.
Gelaatscherm:
Bewaar het gelaatscherm zodanig dat er geen krassen op het glas ontstaan. Het gelaatscherm dient te worden gedragen indien dit is (wordt) aangegeven of indien irriterende/bijtende vloeistoffen e.d. in het gelaat en ogen kunnen kan terechtkomen.
Veiligheidshelm:
De helm dient op de sloopwerken te worden gedragen, waar gevaar voor vallende voorwerpen bestaat en eventueel hijsactiviteiten plaatsvinden en op alle overige plaatsen waar dit is voorgeschreven.
De helm moet passend op het hoofd worden gedragen. Er mag niet mee worden gegooid en er mogen geen stickers op worden geplakt. Leg de helm niet in het felle zonlicht. Een helm met beschadigingen moet worden geruild.
Veiligheidsschoenen en (eventueel) laarzen:
Veiligheidsschoenen moeten worden gedragen ter voorkoming van beschadiging van de voeten tijdens het werk. De schoenen moeten goed passen en dienen niet overmatig beschadigd te zijn.
Valbeveiliging (optioneel):
Bij het werken op hoogten (boven 2,5 meter) moet valbeveiliging bij de terreinmedewerker worden ingeleverd. De beschikbare (valbeveiliging) harnassystemen worden op naam uitgegeven. De medewerker tekent voor ontvangst, instructie en gebruik. Instructie wordt, voorafgaand aan gebruik, door de terreinmedewerker gegeven.
Gehoorbescherming:
Indien de geluidsbelasting 80 dB(A) bedraagt is het geluid schadelijk bij langdurige blootstelling. De werkgever is verplicht om gehoorbeschermingsmiddelen te verstrekken, u wordt dringend aangeraden deze te dragen.
Bij 85 dB(A) moet de werkgever maatregelen nemen om het geluidsniveau omlaag te brengen, de werkgever is verplicht om gehoorbeschermingsmiddelen te verstrekken, u wordt verplicht gesteld om deze te dragen.
Gehoorbescherming bestaat in eerst instantie uit gehoorkappen.
Specifieke risico’s op het werk
Uw direct leidinggevende zal u nader informeren ten aanzien van specifieke risico’s op het werk. Mondelinge instructie kan geschieden in relatie tot het project specifieke (deel) V&G plan, een Taak Risico Analyse en/of het van toepassing zijnde werkplan.
House-keeping (orde en netheid op de werkplek)
Zorg te allen tijde voor een nette en opgeruimde werkplek, dit geldt tevens voor de schaft-
, toilet - en kantoorruimten. Gooi de verschillende afvalmaterialen in de daarvoor bestemde containers. U dient zich altijd aan de regels van de hoofdaannemer te houden. Materialen en materieel dienen veilig opgeborgen te worden. Laat elektrisch gereedschap of gasflessen niet onbeheerd op de werkplek achter.
Gedrag op locatie Muddebouw
Stel u op de hoogte van:
▪ De indeling van het gebouw, de plaats van de in- en uitgangen, nooduitgangen en dergelijke (incl. vluchtwegen);
▪ De plaats en werking van de nooduitgangen en de wijze waarop deze worden geopend;
▪ De plaats en werking van de kleine blusmiddelen en eventuele communicatiemiddelen;
▪ De inhoud van het bedrijfsnoodplan (alarmkaarten).
Werk mee aan:
▪ Het opgeruimd houden van de werkomgeving;
▪ Het opruimen van gangen en dergelijke of andere delen van vluchtwegen (zorgen dat er geen obstakels aanwezig zijn);
▪ Het vrijhouden van plaatsen waar blusmiddelen zijn opgesteld;
▪ Periodieke interne oefeningen m.b.t. noodsituaties.
Gedrag op de werkplek
▪ Alle gegevens die betrekking hebben op het bedrijf dienen op een vertrouwelijke manier te worden behandeld.
▪ Van alle medewerkers wordt verwacht dat ze zich fatsoenlijk gedragen tegenover collega’s, opdrachtgevers en derden.
▪ Ongewenst gedrag van medewerkers zoals (seksuele) intimidatie, pesten, agressie, geweld en discriminatie tegen eigen medewerkers en derden wordt door Muddebouw niet getolereerd (het sanctiebeleid is hierop van toepassing).
▪ Materialen en materieel dienen veilig te worden opgeborgen.
▪ Werk met gekeurd materieel (aantoonbaarheid eerstvolgende keuringsdatum moet herleidbaar zijn op het materieel (bijvoorbeeld aanwezigheid van een stikker)).
▪ Beschadigingen aan voorwerpen van de opdrachtgever of anderen dienen direct gemeld te worden bij de projectleider, uitvoerder, bedrijfsleider of de directie.
▪ Alle medewerkers zijn, in het kader van de wettelijke identificatieplicht, verplicht op de werkplek een geldig legitimatiebewijs bij zich te dragen. Geldige legitimatiebewijzen zijn alleen paspoort en identiteitskaart.
▪ Bij gebruik van medicijnen dient de medewerker na te gaan of dit van invloed is op het uitvoeren van de werkzaamheden en als dit zo is dient hij hiervan melding te maken bij de directie.
▪ Het is ten strengste verboden om drugs, alcohol of andere middelen die het gedrag dermate nadelig kunnen beïnvloeden te gebruiken. Het betreft hier een verbod van gebruik voor of tijdens de werkzaamheden. Daarnaast wordt niet gerookt op de werkplek.
▪ Gebruik van een radio is alleen toegestaan als de opdrachtgever daar toestemming voor heeft gegeven en het geluidsniveau niet leidt tot onacceptabele hinder bij derden.
▪ Elke medewerker dient de werkzaamheden veilig uit te voeren en geen gevaar te vormen voor zichzelf en zijn omgeving (incl. werken volgens de gestelde regels).
▪ De werkplek dient bij het verlaten schoon achtergelaten te worden.
▪ Alle eigendommen van het bedrijf en derden die hem/haar ter beschikking zijn gesteld dient hij/zij zorgvuldig te behandelen en te beheren.
▪ Elkaar aanspreken op onveilig gedrag.
▪ Wees representatief gekleed, indien beschikbaar gesteld in bedrijfskleding.
▪ Gebruik juiste PBM’s.
▪ Melden van (bijna) ongevallen en VGM-incidenten.
Veiligheid en arbeidsomstandigheden
▪ De organisatie zal het veilig verrichten van werkzaamheden door haar medewerkers actief en doelmatig bevorderen.
▪ Bij het werken op locatie van derden moet de medewerker zich op de hoogte te stellen van de lokaal geldende regels / procedures / instructies rondom Veiligheid en Milieu.
▪ Zorg voor een goede ventilatie op de werkplek. Indien dit praktisch niet mogelijk is dienen de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt te worden.
▪ Zorg altijd voor deugdelijke verlichting op de werkplek.
▪ Eten/drinken in de directe omgeving van gevaarlijke stoffen is niet toegestaan.
▪ Voor het eten en voor en na gebruik van toilet de handen wassen. Eten is alleen toegestaan in de daarvoor bestemde ruimtes.
▪ Zorg voor gekeurd en schoon gereedschap op de werkplek.
▪ Alle verwondingen (ook kleine) dienen direct verzorgd te worden en te worden gemeld (registratieplicht).
▪ Persoonlijke beschermingsmiddelen dienen, ook door bezoekers en derden, gebruikt te worden volgens de regels van de organisatie.
▪ De toegang tot brandblusmiddelen dient te allen tijde vrij gehouden te worden.
▪ Gekeurd materieel is voorzien van een keuringssticker waarop is aangegeven wanneer de eerstvolgende keuring moet worden uitgevoerd. Indien een (eigen) medewerker ziet dat een apparaat zijn keuringsdatum is overschreden, dient hij direct contact op te nemen met de terreinmedewerker.
▪ Onderaannemers en tijdelijke medewerkers dienen met gekeurd materieel te werken.
Milieu
▪ Als je de keet verlaat zet de verwarming uit.
▪ Als je de keet verlaat zet dan de verlichting, computers en (rand)apparatuur uit.
▪ Iedere medewerker is verantwoordelijk voor het naleven van alle geldende voorschriften (instructies en veiligheidsinformatiebladen) op gebied van het milieu.
▪ Lees de veiligheidsinformatieblad (VIB) en vraag deze zonodig op bij je leidinggevende.
▪ Bij het werken op de locatie van derden dient iedere medewerker zich op de hoogte te stellen en zich te gedragen volgens de lokale voorschriften op gebied van milieu.
▪ Xxxxxx altijd vooraf welke milieurisico’s de werkzaamheden met zich meebrengen en welke maatregelen genomen kunnen worden om calamiteiten te voorkomen.
▪ Gebruik de juiste (voorgeschreven) persoonlijke beschermingsmiddelen.
▪ Zorg voor een goede ventilatie of afzuiging.
▪ Op gemorste gevaarlijke afvalstoffen (vloeibaar) worden absorptiekorrels gestrooid.
▪ Bij een milieucalamiteit (bijvoorbeeld spil) dient men als eerste te zorgen dat de vervuiling wordt gestopt, ruim gemorst product direct op.
▪ Een milieucalamiteit wordt altijd bij de direct leidinggevende gemeld.
▪ Xxxxxxxxxx regelmatig controleren op beschadiging en lekkage.
▪ Vloeibare gevaarlijke stoffen altijd op de lekbak plaatsen.
▪ Verontreinigde absorptiekorrels wordt gescheiden bewaard (gesloten vat) en wordt als gevaarlijk afval behandeld.
▪ Gebruik alleen flessen, kannen e.d. die zijn voorzien van een etiket.
▪ Sla (gevaarlijke) afvalstoffen op in daarvoor bestemde opslaglocaties.
▪ Elke vorm van roken en/of open vuur in de directe buurt van gevaarlijke stoffen is niet toegestaan.
▪ Gevaarlijk afval dient gescheiden aangeboden te worden op het bedrijf.
▪ Afvalstoffen moeten, afgevoerd worden naar erkende bewerkers en verwerkers
▪ Laat machines, gereedschap, auto’s, busjes of materieel niet onnodig stationair draaien als zij niet worden gebruikt, hiermee wordt brandstof bespaard en de CO2-uitstoot verminderd.
▪ Let op het gevaarsymbool op de verpakking.
Pictogrammen
Gevaar voor Xxxxxx.
Oxiderende stoffen
Gevaar voor de gezondheid Acute Toxiciteit
Explosieve stoffen
Ernstig gevaar voor de gezondheid
Corrosieve stoffen
Ontvlambare stoffen
Houder onder druk
Milieu-schema (kantoor)
Soort afval | Wijze van opslag | Wijze van afvoer |
Huishoudelijk afval (Restafval) | Vuilnisemmer/container | Erkende verwerker |
Kantoorafval (Papier/karton e.d.) | Container | Erkende verwerker |
Klein chemisch afval (Toner e.d.) | (KCA)Container | Erkende verwerker |
Milieu-schema (projecten tot 50.000 euro > kleinere werken mutatie/reparatie)
Soort afval | Wijze van opslag | Wijze van afvoer |
Huishoudelijk afval (Restafval) | Vuilnisemmer/container | Erkende verwerker |
Kantoorafval (Papier/karton e.d.) | Container | Erkende verwerker |
A-Hout / B-hout (scheiden) | Container | Erkende verwerker |
Xxxxx | Container | Erkende verwerker |
IJzer | Container | Erkende verwerker |
Bitumen | Container | Erkende verwerker |
Klein chemisch afval (Toner e.d.) | (KCA)Container | Erkende verwerker |
Milieu-schema (projecten meer dan 50000 euro > grote werken)
Soort afval | Wijze van opslag | Wijze van afvoer |
Huishoudelijk afval (Restafval) | Vuilnisemmer/container | Erkende verwerker |
Kantoorafval (Papier/karton e.d.) | Container | Erkende verwerker |
BSA * | Container | Erkende verwerker |
Klein chemisch afval (Toner e.d.) | (KCA)Container | Erkende verwerker |
(*) Note |
Bouw- en sloop afval (BSA) bestaat voornamelijk uit de volgende fracties:
• grofvuil.
• puin (niet verontreinigd)
• zand / grond.
• kiezel.
• gips.
• hout.
• metalen.
• papier / karton.
Sanctiebeleid
▪ Wanneer een medewerker zich niet houdt aan de regels en voorschriften en de kwaliteitsstandaarden behoud de directie zich het recht om het sanctiebeleid van Xxxxxxxxx toe te passen.
Werkplekinspecties
▪ Elke maand worden enkele werkplekken geïnspecteerd. Dit geschiedt door de directie (minimaal 4 maal per jaar) en maandelijks door de leidinggevende.
▪ Bij het uitvoeren van werkplekinspecties wordt gebruik gemaakt van een werkplekinspectie-formulier. Op deze lijst worden problemen aangekruist, toegelicht en wordt aangegeven wie welke actie onderneemt.
Toolboxmeetings
▪ Minimaal 10x per jaar worden toolboxmeetings gehouden met het personeel. Dit geschiedt in principe door de directie, bedrijfsleider, projectleider en/of uitvoerder.
▪ Onderwerpen voor toolboxmeetings worden door de actualiteit bepaald (bijvoorbeeld ongevallen of bijna-ongevallen, recente Arbo-ontwikkelingen, resultaten van werkplekinspecties).
▪ Van toolboxmeetings wordt in enkele regels het besprokene vastgelegd. Alle aanwezigen dienen te tekenen voor aanwezigheid.
▪ De directie bewaakt dat alle medewerkers en inleenkrachten de frequentie van tien toolboxmeetings per jaar halen.
LMRA (Laatste minuut Risico Analyse)
De LMRA is bedoeld om zich te vergewissen of alle risico’s op de werkplek zijn onderkend en of afdoende beheersmaatregelen zijn getroffen. Uitgangspunt hierbij is dat risicovolle werkzaamheden pas worden gestart, indien afdoende maatregelen zijn getroffen. Van de LMRA hoeven geen registraties te worden bijgehouden. Onderstaande kaders bieden een handvat (richtlijn) voor de uitvoering. Raadpleeg bij twijfel altijd uw leidinggevende.
PAGO (Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek)
PAGO is een medische onderzoek bedoeld voor werknemers. De PAGO is bedoeld om arbeidsgebonden gezondheidsrisico’s in kaart te brengen.
Inhoud PAGO
Biometrisch onderzoek
Lengte en gewicht worden bepaald, de bloeddruk wordt gemeten en er wordt een onderzoek gedaan naar longfunctie, gehoor en gezichtsvermogen. Het bloed wordt onderzocht en bij werknemers ouder dan 40 jaar, wordt er ook een hartfilmpje gemaakt.
Vragenlijst
Een uitnodiging voor een onderzoek gaat samen met een vragenlijst die thuis kan worden ingevuld. De bedrijfsarts neemt deze vragenlijst voorafgaand aan het onderzoek door met de kandidaat. In het Arbobesluit staan geen exacte aanwijzingen over inhoud en periodiciteit van een PAGO. De deskundige eventueel in samenwerking met de Arbo-dienst wordt geacht hierover te adviseren, op grond van de uitkomsten van de Risico-inventarisatie en –evaluatie (RIE).
Lichamelijk onderzoek
De bedrijfsarts doet een lichamelijk onderzoek waarbij hij extra aandacht besteedt aan de specifieke gezondheidsrisico’s die een beroep met zich meebrengt. Daarnaast is leefstijl (eten, bewegen, roken en drinken) een punt van aandacht. De bedrijfsarts kan ook vaststellen of er sprake is van een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
PMO (Preventief Medisch Onderzoek)
PMO is een medische onderzoek bedoeld voor werknemers. Het PMO is een algemeen gezondheidskundig onderzoek. Het brengt de leefstijl en conditie van werknemers in kaart. Het PMO is dus een aanvulling op het PAGO en kan de werkgever helpen bij het beter invullen van het preventieve beleid op de werkvloer.
Er zijn vier belangrijke punten van verschil tussen PMO en PAGO:
1. Werkgever en de ondernemingsraad (of Personeelsvertegenwoordiging) zijn actief bij het opstellen en uitvoeren van het PMO betrokken. Zij bepalen, samen met de bedrijfsarts, de inhoud van het PMO en acties die in het bedrijf worden uitgevoerd. Dat was bij PAGO niet altijd het geval.
2. Het gaat bij PMO niet alleen om onderzoek naar de gezondheid, maar het dient ook preventief te werken. Met de uitkomsten van het onderzoek weet de werknemer immers wat de risico’s zijn voor zijn/haar gezondheid en wat hij of zij moet doen, of laten, om zijn/haar gezondheid te beschermen en te verbeteren als daar een reden voor bestaat, om verzuim in de toekomst te voorkomen.
3. Bij PMO is er ook aandacht voor de lichamelijke en geestelijke conditie en levensstijl van de medewerkers. Deze zaken zijn immers erg belangrijk voor het goed kunnen functioneren in het werk.
4. Eventuele verplichte keuringen (op grond van de wet of CAO) kunnen onderdeel uitmaken van het PMO.
Handgereedschappen
Het werken met handgereedschappen kan gevaarlijk zijn. Ieder handgereedschap heeft zijn eigen risico’s en daarvoor zijn beschermende maatregelen nodig.
Elektrisch gereedschap
Electrische gereedschappen (materieel) zijn voorzien van een keuringssticker met de keuringsdatum (eerstvolgende keuring). Let hier op!
Electrische gereedschappen moeten dubbel geïsoleerd zijn en elektrisch veilig.
Maatregelen:
▪ Zorg ervoor dat deze gereedschappen niet nat worden.
▪ Jaarlijkse keuring NEN 3140 laten uitvoeren.
Slijptollen
Bij het slijpen of afbramen komen veel hete staalsplinters vrij die gevaarlijk zijn. Ook is er risico voor het vallen van het apparaat of het losraken van de schijf.
Maatregelen:
▪ Draag oogbescherming, gehoorbescherming en handschoenen.
▪ Controleer of de schijf goed vast zit en de juiste schijf geplaatst is.
▪ Zorg ervoor dat het apparaat niet uit de handen kan vallen (stevig vasthouden).
▪ Zorg voor brandblusapparatuur.
Sloophamers
Bij het “jekkeren” komen beton of steensplinters vrij die gevaarlijk zijn voor de ogen. Ook geeft het apparaat veel trillingen en is er risico voor de voeten.
Maatregelen:
▪ Draag oogbescherming, gehoorbescherming en handschoenen.
▪ Controleer of de persluchtslangen goed zijn aangesloten.
Snijbranders
Bij het gebruiken van de snijbrander is er brandgevaar.
Ook is er gevaar door het gebruik van gas- en zuurstof. De rookgassen die vrijkomen bij het branden zijn schadelijk voor de gezondheid.
Maatregelen:
▪ Draag oogbescherming, gehoorbescherming en handschoenen.
▪ Maak gebruik van goede ventilatie of afzuiging, indien nodig van adembescherming.
▪ Let goed op de opstelling van het gas en zuurstof en de bijbehorende slangen.
▪ In besloten ruimten moet een slangbreukbeveiliging worden toegepast.
Boormachines
Bij boormachines is er gevaar voor boorsplinters. Bij kolomboormachines kunnen losse kledingstukken worden gegrepen en kan het werkstuk worden weggeslingerd.
Maatregelen:
▪ Draag oogbescherming.
▪ Let op voor losse kleding etc.
▪ Werkstuk in de kolomboor goed vastzetten.
Zaagmachines
Zaagmachines geven veel lawaai en stof.
Maatregelen:
▪ Zorg voor voldoende water ter koeling en ter voorkoming van stof (bij steenzaag).
▪ Controleer of het zaagblad goed vastzit en plaats de beschermkap.
▪ Draag bril en gehoorbescherming.
Algemene risico’s, stukadoren, vloeren maken en opperen.
Algemene risico’s
Activiteit | Risico | Maatregel |
Laden wagens | • Rugletsel/tillen • Aanrijdinggevaar • Overbelasting | • Xxxxx werkhouding • Tillen volgens de instructie • Niet te zwaar tillen • Extra opletten • Maximaal laadgewicht aanhouden |
Werken met de heftruck | • Aanrijdinggevaar • Ondeugdelijk materieel • Slechte bediening • Gevaar voor omgeving • Bevoegd personeel | • Bedieningsbevoegd • Extra opletten • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren • Aandacht voor omgeving |
Rijden op openbare weg | • Slechte verlichting • Normaal verkeersgevaar • Schuiven lading | • Bedieningsbevoegd (rijbewijs) • Maximaal gewicht aanhouden • Verlichting controleren |
• Goedgekeurd materiaal gebruiken • Lading goed vastzetten | ||
Rijen met aanhangwagens | • Overbelasting • Slechte verlichting • Schuiven lading • Ondeugdelijk materiaal | • Werken volgens instructie • Maximaal gewicht aanhouden • Verlichting controleren • Lading goed vastzetten • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren |
Losse wagens | • Rugletsel/tillen • Gladheid/struikelen • Hoge instap • Slechte verlichting • Moeilijk bereikbaar | • Goede werkhouding • Tillen volgens instructie • Zo goed mogelijk verlichten • Extra opletten • Orde en netheid • Hulpmiddelen gebruiken |
Lopen over de bouw | • Gladheid/struikelen • Voetletsel • Hoofdletsel | • Extra opletten • Orde en netheid • Goede verlichting • Dragen veiligheidschoenen en helm |
Werken op ladders en/of trapjes | • Omvallen materiaal • Vallen van hoogte • Ondeugdelijk materieel | • Werken volgens instructie • Max. laadgewicht aanhouden • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren • Extra opletten |
Werken met de bouwlift | • Beknellinggevaar • Vallend materiaal • Ondeugdelijk materieel • Overbelasting • Slechte opbouw | • Werken volgens de instructie • Max. (laad) gewicht aanhouden • Opbouw door deskundige • Extra opletten • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren |
Activiteit | Risico | Maatregel |
Lateiconstructies | • Rugletsel/tillen • Ondeugdelijk materieel | • Goede werkhouding • Werken volgens de instructie • Niet te zwaar tillen • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren |
Isoleren (glaswol) | • Werken met vezelmateriaal | • Stofmasker/stofafzuiging gebruiken • Productinformatie naleven |
Kozijn plaatsen/deur hangen | • Rugletsel/tillen • Beknellinggevaar • Naar beneden vallend materiaal | • Goede werkhouding • Werken volgens de instructie • Niet te zwaar tillen • Extra opletten • Helm dragen |
Zagen | • Stof • Slechte bediening • Ondeugdelijk materieel • Lawaai • Spatgevaar | • Werken volgens de instructie • Extra opletten • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren |
• Stofmasker/stofafzuiging gebruiken • Gehoor- en oogbescherming |
Stukadoren
Activiteit | Risico | Maatregel |
Stucwerk | • Werkhouding • Stof | • Extra opletten • Werken volgende de instructie • Stofmasker/-afzuiging gebruiken |
Mixen | • Beknellinggevaar • Stof • Ondeugdelijk materieel • Elektrocutie gevaar | • Extra opletten • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren • Stofmasker/-afzuiging gebruiken • Opletten met vocht |
Werk in trappenhuis (trapgaten) | • Moeilijk bereikbaar • Vallen van hoogte • Werkhouding • Slechte verlichting | • Zo goed mogelijk verlichten • Extra opletten • Val of rand beveiliging • Goede werkhouding • Werken volgens de instructie |
Vloeren maken
Activiteit | Risico | maatregel |
▪ Plaatsen bekisting | • Gladheid/struikelen | • Extra opletten • Orde en netheid |
▪ Plaatsen wapening | • Gladheid/struikelen | • Extra opletten • Orden en netheid |
▪ Storten beton (kruiwagen) | • Rugletsel/tillen • Gladheid/struikelen | • Goede werkhouding • Werken volgens de instructie • Niet te zwaar tillen • Extra opletten • Orde en netheid |
▪ Storten beton (met pomp) | • Communicatie probleem | • Extra opletten • Communicatie afspraken naleven |
▪ Leggen broodjes vloeren | • Rugletsel/tillen • Door vloer of gat vallen • Werkhouding | • Goede werkhouding • Werken volgens de instructie • Niet te zwaar tillen • Extra opletten • Afdekken sparingen • Beveiligingen in tact laten |
Beton balken leggen | • Rugletsel/tillen • Door vloer of gat vallen • Beknellinggevaar | • Goede werkhouding • Werken volgens de instructie • Niet te zwaar tillen • Extra opletten • Afdekken sparingen • Beveiligingen in tact laten |
Werken met speciemolen | • Beknellinggevaar • Ondeugdelijk materieel • Spatgevaar | • Extra opletten • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren • Oogbescherming |
Mixen | • Beknellinggevaar • Stof • Ondeugdelijk materieel | • Extra opletten • Goedgekeurd materiaal gebruiken |
• Elektrocutie gevaar | • Zelf laatste check uitvoeren • Gebruiken stofmasker/afzuiging • Opletten met vocht | |
Stutten/stempelen/scho ren | • Vallend materiaal • Omvallen materiaal | • Afdekken sparingen • Beveiligingen in tact laten • Werken volgens de instructie • Materiaal goed vastzetten |
Opperen
Activiteit | Risico | Maatregel |
Opperen | • Rugletsel/tillen • Gladheid/struikelen • Ondeugdelijk materieel • Omvallen materiaal • Overbelasting (vloer) | • Goede werkhouding • Tillen volgens instructie • Niet te zwaar tillen • Extra opletten • Orde en netheid • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Stabiel plaatsen materialen • Zelf laatste check uitvoeren |
Werken met verreiker | • Overbelasting • Normaal verkeersgevaar • Beknellinggevaar • Vallend materiaal • Ondeugdelijk materieel • Slechte bediening • Gevaar voor de omgeving • Ondeugdelijke ondergrond • Bevoegd personeel | • Rijbewijs • Bedieningsbevoegd • Extra opletten • Werken volgens de instructie • Maximaal gewicht aanhouden • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren • Aandacht voor omstanders • Werkgebied afzetten |
Werken met laadplateau | • Naar beneden vallend materiaal • Vallen van hoogte • Slechte bediening | • Werken volgens de instructie • Extra opletten • Val of randbeveiliging gebruiken • Goedgekeurd materiaal gebruiken • Zelf laatste check uitvoeren |
Instructies
Instructie Stutten en stempelen
▪ Visuele controle van de stempels en schoren; stempels behoren gekeurd te zijn.
▪ Xxxxx bevestiging van de schoren aan de vloer; bij een geïsoleerde vloer moet de betondekking voldoende zijn om de schoren vast te zetten.
▪ Richtlijnen van de blokkenleverancier opvolgen.
Instructie voor het schieten
▪ Lees voor het gebruik altijd de gebruiksaanwijzing en de schiethamer moet altijd een certificaat hebben.
▪ Personen die met een schiethamer werken moeten minimaal 18 jaar zijn, voldoende verantwoordelijkheidsgevoel hebben en kennis van bedienings- en veiligheidsvoorschriften hebben.
▪ Het dragen van oog- en gehoorbescherming is noodzakelijk.
▪ Richt de apparatuur nooit op personen.
Instructie voor het (machinaal) zagen
▪ De machinegebruikers dienen vooraf goed voorgelicht en geïnstrueerd zijn.
▪ Controleer voor het gebruik de machine; zijn spouwmes en beschermkap bevestigd en zit het juiste zaagblad op de machine.
▪ Zorg om het grijprisico te vermijden door goed aansluitende kleding te dragen; dit zelfde geldt ook voor lange haren en oorbellen of andere sierraden.
▪ Draag altijd een goede veiligheidsbril en oordopjes/-kappen i.v.m. stof, splinters en lawaai en zorg voor voldoende licht, zodat je kan zien wat je doet.
▪ Gebruik, waar mogelijk, stofafzuiging.
▪ Laat de machine uitlopen –niet met de hand afremmen!- en leg handgereedschap daarna pas weg.
▪ De voeding(elektriciteit)kabel moet vrij blijven van de zaag en de zaaguitrusting.
Instructie voor het leggen van betonribben
▪ De betonribben zo dicht als mogelijk laten lossen bij de werkplek.
▪ Fundering aanvullen, indien mogelijk.
▪ Zorgen voor een goed begaanbaar looppad.
▪ Ga niet onnodig alleen aan een betonrib staan tillen.
▪ Gebruik voor het tillen het liefst een hulpmiddel.
▪ Gebruik voor het verplaatsen c.q. leggen indien nodig een hulpmiddel.
▪ Indien er een kraan gebruikt wordt, een man de leiding nemen.
▪ Indien nodig P.B.M.’s gebruiken/dragen.
Instructie voor het storten van beton met kruiwagen
▪ Zorg voor een goed begaanbaar kruipad.
▪ Indien nodig bekisting (fundering) ter plaatse aanvullen.
▪ Gebruik een goede kruiwagen. (banden op spanning)
▪ Gebruik kruiplanken voor op de fundering en of systeem vloertje.
▪ Krui verantwoord en met verstand.
▪ Indien nodig P.B.M.’s gebruiken/dragen.
Instructie voor het handmatig plaatsen van lateien
▪ Tillen volgens instructie en zorg ervoor dat vingers niet beknelt kunnen raken.
▪ Zorg dat u kunt zien waar u loopt en wat je doet, vooral bij het beklimmen of afdalen van trappen/ladders; laat eventueel iemand u helpen.
Instructie voor het afhangen van deuren
▪ Vloer moet droog (geen plassen) en schoon zijn.
▪ Gebruik goed en scherp gereedschap.
▪ Elektrisch gereedschap dient gekeurd te zijn.
▪ Haspels en verlengkabels dienen breukvrij te zijn.
▪ Bij zwaardere deuren verantwoord tillen (2 man is niet altijd de oplossing).
▪ Indien nodig P.B.M.’s gebruiken/dragen.
Werken op hoogte (ladders, trappen, (rol)steigers, hoogwerkers, schuine en platte daken, gaten in vloeropeningen, trapgaten en traphuizen)
Ladders en trappen
▪ Kies een ladder van het juiste type en lengte.
▪ Ladders dienen te voldoen aan de NEN 2484 (draagbaar klimmaterieel).
▪ De ladder dient te worden gecontroleerd op aantasting, breuk, scheuren, vastheid, schrank etc.
▪ De ladderpoten moeten vlak en dragend op voldoende vaste ondergrond worden geplaatst.
▪ Men dient de ladderbomen tegen het te beklimmen object te laten rusten, er moet een stevige achtergrond zijn.
▪ De maximale lengte van een ladder in fabrieken is merendeels gesteld op 7 meter. Echter, in de wet- en regelgeving bedraagt deze 10 mtr.
▪ Ladders dienen te worden geborgd tegen zijdelings wegglijden.
▪ De hellingshoek van de ladder dient 70 tot 75 graden te bedragen.
▪ Het boveneinde van de ladder moet minimaal 1 meter boven de toegangsplaats uitsteken.
▪ Plaats geen ladder voor een deur. Zorg voor een waarschuwing zoals een bord of lint, indien de opstelplaats in een gevaarlijke route ligt.
▪ Metalen ladders zijn geleidend voor elektriciteit. Plaats de ladder op minimaal 2,5 meter van niet-geïsoleerde, onder spanning staande elektrische delen.
▪ Tijdens het beklimmen, afdalen en het werken op ladders, houdt men het gezicht naar de ladder toegekeerd.
▪ Ladders mogen uitsluitend worden beklommen, indien ten minste één hand beschikbaar is om vast te houden.
▪ Ladders mogen niet hoger beklommen worden dan tot op de vierde sport van bovenaf. Een vrijstaande driedelige reformladder mag slechts tot het scharnierpunt worden beklommen.
▪ Bij ladders en trappen mogen geen slippers, schoenen met hoge hak of klompschoenen worden gebruikt en evenmin schoeisel met gladde, vervuilde of loshangende zolen.
▪ Tijdens het verrichten van werkzaamheden moet altijd met beide voeten op sport, trede of platform worden gestaan.
▪ Laat nooit iemand onder de ladder staan terwijl daarop wordt gewerkt.
▪ Reik niet verder buiten de bomen dan een normale armlengte. Is het werk buiten dit bereik, verplaats dan de ladder.
▪ Gebruik een ladder nooit voor andere doeleinden dan waarvoor deze is bedoeld. Ladders mogen zeer zeker niet als loopplank of stellingplank worden gebruikt.
▪ Berg ladders zodanig op dat doorhangen wordt voorkomen.
▪ Berg houten klimmaterieel op in een koele en goed geventileerde ruimte vrij van weersinvloeden en chemicaliën.
▪ Controleer draagbaar klimmaterieel na ontvangst en voor ieder gebruik op staat en werking.
Steigers algemeen
▪ Het bouwen, afbreken en veranderen van een vaste stalen steiger mag alleen gedaan worden door daartoe aangewezen en bekwame medewerkers (wordt uitbesteed bij Mudde).
▪ Onder bijzondere omstandigheden waar voorzieningen ten dele zijn aangebracht, moet men gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen, bv. een goedgekeurde vanggordel.
▪ Geïmproviseerde steigers zoals kisten en olievaten zijn verboden.
▪ Gebruik steigers nooit als hijsmiddel voor materialen.
▪ Neem tijdens het beklimmen van een steiger geen materiaal mee omhoog. Hijs bijvoorbeeld met een touw een emmer met te gebruiken materialen en gereedschappen apart omhoog.
▪ Denk eraan dat de steiger is goedgekeurd (aanwezigheid steigerkaart).
▪ Xxxxxxxx nooit zelf iets aan een steiger.
▪ De maximale belasting mag nooit worden overschreden.
▪ Indien een steiger onveilig is, verwijder dan de steigerkaart en meldt dit bij uw leidinggevende.
Rolsteigers
▪ Zorg dat vóór het beklimmen van de steiger alle wielen op de rem staan.
▪ Verplaatsen van de steiger:
- Kijk uit voor overhangende kabels en andere obstakels;
- Zorg ervoor dat mensen van de steiger zijn en er geen gereedschap meer op ligt;
- Laat de stabilisatoren in dezelfde positie zitten, maar licht de stabilisatoren een paar centimeter boven de grond om het verrijden te vergemakkelijken;
- Trek bij het verplaatsen zo voorzichtig mogelijk aan de basis om overhellen te voorkomen
- Controleer na het verplaatsen van de steiger of deze weer waterpas staat, de stabilisatoren weer stevig op de grond staan en de wielen weer op de rem staan;
- De steiger wordt alleen verplaatst als de ondergrond vlak is en vrij van obstakels;
- Bij verplaatsing van hoge steigers dient de rolsteiger aan de bovenzijde begeleid te worden;
- Bij verplaatsing van steigers hoger dan 8 meter dient de steiger afgebroken te worden tot op een hoogte van maximaal 8 meter;
▪ De steiger moet altijd recht en waterpas staan. Gebruik de wielen op de juiste manier, dus niet om de vloerhoogte aan te passen, maar alleen om de steiger waterpas te stellen.
▪ Veranker de rolsteiger bij binnenwerk boven de 12 meter en bij buitenwerk boven de 8 meter aan een gebouw of een andere daarvoor geschikte constructie.
▪ Plaats geen ladders of trappen op de platformen.
▪ Klim of sta niet op de diagonaal of horizontaal schoren. Klim altijd aan de binnenkant van de steiger naar boven. Gebruik hiervoor platformen met luik.
▪ Gebruik de steiger nooit vlakbij niet geïsoleerde elektrische installaties of machines.
▪ Controleer of alle borgclips juist geplaatst zijn. Bouw nooit een steiger op zonder borgclips te gebruiken. Als de frames niet in gebruik zijn plaats dan de borgclips in de ruststand.
▪ Gebruik alleen goede stabilisatoren en de juiste verankering om de steiger te ondersteunen. Plaats de steiger nooit op de opgestapelde stenen of planken e.d.
▪ Werk niet met de steiger bij een windkracht van meer dan 6 beaufort. Verwijder sneeuw en ijs van de steiger alvorens te gaan werken en strooi indien nodig zand op het platform tegen wegglijden.
▪ Hijs tijdens het opbouwen de frames met een touw naar boven. Laat geen gereedschap of puin op het platform liggen.
▪ Draag altijd een veiligheidshelm en veiligheidsschoenen.
▪ Zuren en chemische producten kunnen corrosie veroorzaken aan het aluminium, dit kan de stevigheid van het aluminium aantasten.
▪ Bevestig geen lier of hijstakel aan de steiger.
▪ Wanneer steigers niet gebruikt worden, moeten zij verankerd worden. Neem voorzorgsmaatregelen zodat onbevoegde personen de steiger niet kunnen beklimmen.
▪ Overschrijd nooit de gelijkmatige verdeelde belasting van 250 kg per platform.
▪ Het gebruik van kantplanken is verplicht.
▪ Plaats geen trappen, ladders, kisten of andere hulpmiddelen op de steiger om extra werkhoogte te verkrijgen.
▪ Plaats geen loopvloeren tussen de steiger en een gebouw.
Hoogwerker
▪ Xxxx zorgvuldig het bedieningshandboek alvorens de hoogwerker te gebruiken.
▪ Het zelfstandig bedienen van de hoogwerker is alleen toegestaan aan personen die hiervoor een instructie hebben gevolgd en die bekend zijn met de bediening en de voorschriften van de leverancier.
▪ Bij het gebruik van een hoogwerker moet er een tweede man aanwezig en het gebied dient afgezet te worden met bijvoorbeeld markeringslint.
▪ De hoogwerker mag uitsluitend worden bediend door personen boven de 18 jaar.
▪ Het heffen en anderszins verplaatsen van de hoogwerker dient met de nodige zorg en voorzichtigheid te gebeuren, bovendien dient dit altijd door twee mensen te gebeuren.
▪ De ondergrond moet voldoende vlak en draagkrachtig zijn, zodat de stabiliteit gewaarborgd is (indien nodig onderlegschotten c.q. rijplaten gebruiken).
▪ De hoogwerker mag niet zwaarder worden belast dan de op de hoogwerker aangegeven toelaatbare last.
▪ De hoogwerker mag tijdens normaal gebruik slechts worden bediend vanaf het daarvoor bestemde platform.
▪ Het hijsen van materiaal of andere lasten is niet toegestaan.
▪ Het uitstappen op hoogte is niet toegestaan tenzij het platform of de werkbak voldoende aan of op het te betreden vlak is afgesteund en ontheffing is verleend door de Arbeidsinspectie.
▪ De hoogwerker die uitsluitend geschikt is voor gebruik in gesloten ruimten, mag i.v.m. windbelasting nooit buiten gebruikt worden; de overige hoogwerkers mogen gebruikt worden tot een maximale windkracht van 6 Beaufort (12,5m/sec.).
▪ Indien op de werkplek onvoldoende verlichting aanwezig is, dient de hoogwerker alsook de werkplek d.m.v. een verlichtingsinstallatie voldoende verlicht te worden.
▪ Afhankelijk van het gebruik en de gebruiksomstandigheden dient de hoogwerker dagelijks of periodiek geïnspecteerd te worden op deugdelijkheid (zie bedieningshandboek).
▪ Roken, open vuur, slijpen of lassen in de directe omgeving van accu's en brandstoftanks is verboden i.v.m. explosiegevaar.
▪ In geval van nood of storing kan het platform altijd naar de uitgangspositie gebracht worden via de benedenverdieping.
▪ Na gebruik van de hoogwerker de sleutel van de hoofdschakelaar verwijderen, zodat de machine niet door derden te gebruiken is.
▪ Bij storingen of gebreken gelieve contact op te nemen met ter zake kundigen.
▪ Aan het einde van de werkdag dient de bak van de hoogwerker minimaal drie meter boven de basis geplaatst te worden.
▪ Het gebruik van geschikte communicatiemiddelen is bij het gebruik van hoogwerkers verplicht.
Schuine, platte daken, gaten in vloeropeningen, trapgaten en traphuizen
Algemeen afzettingen
▪ Voor het afzetten van wegen, gedeelten van wegen of een stuk bouwterrein is altijd toestemming nodig van de opdrachtgever.
▪ Afzettingen dienen gemarkeerd te worden met de daarvoor bestemde borden, afzettingskabels, kettingen etc. Steigers dienen zonodig te worden afgezet voor onbevoegden.
▪ Wegafzettingen moeten voldoende gemarkeerd en verlicht zijn, opdat ze zowel overdag als 's nachts duidelijk zichtbaar zijn.
Werken op daken
▪ Wie op een dak moet werken, staat meestal op een stevige ondergrond. Daardoor lijkt werken op een dak al snel veilig. Dat gevoel van veiligheid is niet terecht; er gebeuren veel ongevallen met mensen die van daken vallen.
Schuine (hellende) daken
▪ Als de bedekking van een dak niet sterk genoeg is, moet u loopplanken gebruiken. Daardoor wordt uw gewicht gelijkmatig over het dak verdeeld.
▪ De loopplanken moeten lang genoeg zijn; ze moeten op de balken onder het dak kunnen steunen. Op de loopplanken moeten dwarslatjes zitten.
▪ De maximum afstand tussen de latten is 40 cm.
▪ De loopplank moet direct aansluiten op de ladder naar het dak of op een andere toegang.
▪ Als er grote openingen in het dak zitten moeten daar vangnetten onder zitten. Vaak zitten mensen die op schuine daken werken met een harnasgordel vast aan een stevig bevestigingspunt.
Bij platte daken is er geen risico dat u van het dak afglijdt. Toch is er nog een grote kans dat u van het dak valt. Daarom gelden bij een plat dak de volgende regels:
▪ De mensen op het dak dragen een valbeveiliging (harnasgordel);
▪ Een dakrandbeveiliging is verplicht (bij werkzaamheden boven de 2.5 meter). Dit is een verplaatsbare railing rond de rand van het dak. Dakrandbeveilgingen zijn er tegenwoordig in heel lichte uitvoeringen.
▪ Vangnetten kunnen nodig zijn als er toch nog risico voor vallen is. Vangnetten kunnen
bijvoorbeeld worden gebruikt bij open constructies, zoals een dak in aanbouw. Een goed vangnet is een uitstekende beveiliging.
▪ Ook het dragen van een harnasgordel kan nodig zijn.
Gaten in vloeropeningen
▪ Bijna de helft van alle dodelijke ongevallen heeft te maken met vallen van hoogte. Daarom zijn niet alleen daken belangrijk om te beveiligen.
▪ Ook vloeren met gaten erin zijn een risico. Dat geldt ook voor wanden met deuren waar geen trap onder zit.
▪ In eerste plaats moeten deze gaten worden afgedekt met stevig materiaal.
▪ Het is streng verboden om daar slap materiaal voor te gebruiken, zoals zeildoek. Aan beveiligingen mag niets worden veranderd.
▪ Als een beveiliging niet mogelijk is, dan moet het risico worden gemarkeerd.
▪ Als het werk klaar is, moet de beveiliging weer worden teruggezet.
Werken in trapgaten en trappenhuizen
▪ Controleer of benodigde beveiligingen zijn aangebracht.
▪ Waar nodig dient een steiger te geplaatst te zijn/worden, welke voldoet aan de normen.
▪ Een goede verlichting in het trappenhuis is nodig.
▪ Probeer de goede werkhouding te vinden, het scheelt u gewrichtsklachten.
▪ Een goed opgeruimde werkplek, ook de steiger, voorkomt struikelen of vallen.
▪ Extra opletten i.v.m. valgevaar, naar beneden (mensen) en boven (materieel/materiaal)
Besloten ruimten
Besloten ruimten zijn plaatsen waar om wat voor een redenen dan ook slechte ventilatie mogelijk is en daglicht maar moeilijk binnen kan komen. Tevens kunnen gevaren voor verstikking en elektrocutie aan de orde zijn. Deze gevaren kunnen in andere omstandigheden ook bestaan, maar in besloten ruimten is het veel moeilijker om er iets tegen te doen. Het werken in besloten ruimte is daarom een van de meest gevaarlijke werkzaamheden die bestaan. Omdat het werken in besloten ruimten zo gevaarlijk is, moeten er extra maatregelen worden getroffen. Kenmerken van besloten ruimten zijn:
- Ze zijn erg nauw;
- Zie zijn moeilijk te ventileren;
- Ze hebben kleine in- en uitgangen en zijn vaak moeilijk te bereiken;
- Ze zijn slecht verlicht, omdat er geen zonlicht bij kan komen. Electrische verlichting mag alleen onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt.
Voorbeelden van besloten ruimten zijn:
▪ Opslagreservoirs;
▪ (opslag)tanks;
▪ Reactieketels;
▪ Leidingen en riolen;
▪ Liften en liftschachten;
▪ Putten en sleuven.
Algemeen
▪ Bij het werken met open vuur moet altijd vooraf worden gemeten hoeveel gas (MAC waarde) en zuurstof (explosiemeting) in de kruipruimte aanwezig is.
▪ Het zuurstofpercentage moet 20 % zijn.
▪ De concentratie aan brandbare/explosieve stoffen moet lager zijn dan 10% van de LEL (Lowest Explosion Limit) onderste explosie grens.
▪ De concentratie aan giftige stoffen moet lager zijn dan de MAC waarde (maximaal aanvaarde concentratie).
▪ Gasflessen mogen nooit in de besloten ruimte worden geplaatst.
▪ Bij het werken in een besloten ruimte moet altijd een veiligheidsman of mangatbeveiliging worden ingezet. Deze mag zelf nooit de besloten ruimte betreden bij een calamiteit.
▪ Gebruik waterdichte en explosieveilige lampen (verlichting) .
▪ Indien een specifieke vergunning door opdrachtgever verplicht wordt gesteld dient u zich te houden aan de vergunningseisen;
▪ Plaats bij open vuur altijd twee blusser in de nabijheid.
▪ Gebruik een veilige spanning. (wisselspanning door middel van een veiligheidstransformator van maximaal 50 Volt of gelijkspanning van maximaal 120 Volt).
▪ Stel u op de hoogte van de juiste communicatiemiddelen, EHBO middelen en persoonlijke beschermingsmiddelen.
▪ Bij een calamiteit nooit zelf de besloten ruimte in gaan om te helpen. Waarschuw altijd de alarmdienst.
Ongevallen en VGM-incidenten
Iedere medewerker, uitzendkracht/onderaannemer, van Muddebouw is verantwoordelijk voor het melden van ongevallen en incidenten. Voor de volledigheid zullen de bovenstaande termen worden toegelicht.
Ongevallen (VGM-incident)
Onder een ongeval verstaan we een ongewenst voorval, waarbij persoonlijk letsel optreedt.
We onderscheiden:
▪ ongevallen met verzuim;
▪ ongevallen zonder verzuim;
▪ ongevallen met aangepast werk.
Overige VGM-Incidenten (Bijna ongeval, brand, materiële- en milieuschade, onveilige situaties en handelingen)
Onder VGM-incidenten wordt verstaan, een ongewenst voorval waarbij geen persoonlijk letsel maar waarbij wel schade is opgetreden, in welke vorm dan ook. Iedere medewerker en onderaannemer van Muddebouw is verantwoordelijk voor het melden van ongevallen en VGM-incidenten.
Melding dient direct te geschieden aan de projectleider, uitvoerder, bedrijfsleider of directie. De betreffende formulieren worden door de projectleider of directie (op kantoor) ingevuld.
Kwaliteit, Arbo en Milieu (KAM) klachten
Iedere medewerker van Muddebouw is verantwoordelijk voor het melden van (KAM)klachten bij de projectleider (leidinggevende van Mudde).
Algemeen
Xxxxxxxxx hoopt met dit schrijven voldoende tegemoet te zijn gekomen ten aanzien van de meest voorkomende risico’s bij de alledaagse werkzaamheden en hoe men veilig werkt om de risico’s zo klein mogelijk te houden. Echter, het is van uiterst belang zich te houden aan de geldende regels van de aannemers (opdrachtgevers), naast de geldende regels van Muddebouw en Aannemingsbedrijf B.V.