VOORWAARDEN “NEDERLANDSE BEURS-GOEDERENPOLIS 2014”
VOORWAARDEN “NEDERLANDSE BEURS-GOEDERENPOLIS 2014”
Artikel 2 Omvang van de dekking 2
Artikel 3 Overschrijding verzekerde som 2
Artikel 8 Zeewaardigheid of deugdelijkheid van het vervoermiddel 4
Artikel 10 Ligdagen en overwintering 5
Artikel 11 Schadevaststelling 5
Artikel 13 Zaken van verschillende soort en waarde 6
Artikel 15 Handels- en Economische Sancties 6
Artikel 17 Schuld van een verzekerde 7
Artikel 18 Premie en Schadebetaling 7
Artikel 19 Verplichtingen bij schade 9
Artikel 20 Verjaring van vordering 9
Artikel 21 Xxxxxxx op derden 9
Artikel 22 “Both to blame”-aanvaringclausule 10
Artikel 24 Vrij van oorlogsrisico en stakersrisico 10
Artikel 25 Overgang van eigendom of belang door een daad van oorlogsrisico of stakersrisico 11
Artikel 26 Toepasselijk Recht en Geschillen 11
VOORWAARDEN “NEDERLANDSE BEURS-GOEDERENPOLIS 2014”
Artikel 1 Onzeker voorval
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek, indien en voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een voorval waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.
Artikel 2 Omvang van de dekking
2.1. In de zin van deze polis wordt onder het begrip zaken verstaan, zaken waarin
door verzekeringnemer en/of verzekerde handel wordt gedreven, tenzij anders vermeld.
2.2. De in de polis genoemde verzekerde som geldt tevens als de door partijen vastgestelde waarde.
2.3. Winst of meerdere waarde wordt, onverschillig of deze al dan niet bij de polis is begroot, in geval van schade aan of verlies van de zaken vergoed zonder dat bewijs van deze winst of meerdere waarde gevorderd kan worden.
2.4. De verzekerde som is het hoogste bedrag tot uitkering waarvan de verzekeraar(s), behoudens het bij artikel 3 bepaalde als gevolg van eenzelfde voorval kunnen worden verplicht.
Worden de bij de polis verzekerde zaken door achtereenvolgende gedekte voorvallen getroffen, dan vergoeden de verzekeraar(s) alle schaden, onverschillig of het totale bedrag daarvan de verzekerde som overschrijdt.
Artikel 3 Overschrijding verzekerde som
3.1. Indien en voor zover de verzekeringnemer en/of de verzekerde naast zijn recht op vergoeding van schade aan of verlies van de zaken bovendien recht heeft op gehele of gedeeltelijke vergoeding van bijdrage in avarij-grosse zal dit bedrag, ten laste van de verzekeraar(s) komen.
3.2. Verzekeraar(s) vergoeden de kosten van maatregelen die door of vanwege de verzekeringnemer en/of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
3.3. In geval van lossing uit nood of in een noodhaven uit hoofde van een gedekt gevaar zijn ook de kosten van lossing, opslag en herlading, alsmede de extra kosten van verder vervoer voor rekening van de verzekeraar(s), ook al zou daardoor de verzekerde som worden overschreden.
Artikel 4 Verzekerde reis
4.1. Het risico voor de verzekeraar(s) gaat in op het moment waarop de zaken, tot het aanvangen van de verzekerde reis gereed liggen in het pakhuis of de opslagplaats in de plaats van afzending, genoemd in de polis, worden opgenomen of op een daarmede vergelijkbare wijze worden weggevoerd teneinde de verzekerde reis aan te vangen. Het risico blijft gedurende het normale verloop van de reis ononderbroken doorlopen en eindigt op het moment waarop de zaken zijn aangekomen in de plaats van bestemming, genoemd in de polis, op de plaats in het pakhuis of de opslagplaats die de ontvanger daarvoor heeft bestemd, mits de verzekeringnemer en/of verzekerde de zaken op de normale of op de met de verzekeraar(s) overeengekomen wijze doet vervoeren.
4.2. Het in 4.1. bepaalde blijft gelden, ook in geval van onderbreking van het vervoer, verandering van koers, reis of vervoermiddel, verlenging van de reis, door omstandigheden buiten de macht van de verzekeringnemer en/of de verzekerde met dien verstande dat, indien hierdoor de reis of reisduur wordt verlengd of het risico van de verzekeraar(s) wordt verzwaard, de verzekeraar(s) tot een passende premieverbetering gerechtigd zijn, tenzij deze omstandigheden het gevolg zijn van een gevaar waartegen verzekerd is. Een en ander met inachtneming van het in 4.4. bepaalde.
4.3. Wanneer, nadat het risico voor de verzekeraar(s) is ingegaan, de verzekeringnemer en/of verzekerde de reis van de zaken afbreekt voordat de zaken de in de polis genoemde plaats van bestemming hebben bereikt, of wanneer de verzekeringnemer en/of de verzekerde de zaken, voordat deze de plaats hebben bereikt waar volgens 4.1. het risico zou eindigen, naar een andere plaats doet verzenden, eindigt het risico voor de verzekeraar(s), tenzij anders wordt overeengekomen, na afloop van 15 dagen na aankomst van de zaken op de plaats waar de reis wordt afgebroken of veranderd of zoveel eerder als:
a) de zaken zijn verkocht en in deze plaats aan de koper(s) zijn afgeleverd, of
b) het vervoer van de zaken naar die andere bestemming een aanvang neemt of
c) de zaken in opdracht van of namens de verzekeringnemer en/of de verzekerde worden opgeslagen of behandeld voor distributie of anderszins.
Indien de lossing of aflevering ten gevolge van een door verzekeringnemer en/of de verzekerde te bewijzen wettige verhindering mocht zijn vertraagd, wordt de termijn van maximaal 15 dagen hierboven genoemd voor de duur van deze verhindering geschorst, echter met inachtneming van het bepaalde in 4.4.
4.4. In geval van vervoer dat geheel of gedeeltelijk per zeeschip plaatsvindt, eindigt het risico voor de verzekeraar(s), indien dit althans ingevolge andere bepalingen van deze polis niet reeds opeen vroeger tijdstip een einde heeft genomen, in ieder geval na afloop van 60 dagen na lossing van de zaken uit het zeeschip in de uiteindelijke haven van lossing.
Artikel 5 Retourzendingen
Indien de verzekerde zaken worden teruggezonden, blijven de verzekeraar(s), mits hun hiervan is kennis gegeven en zij zulks hebben aanvaard, hun risico op geheel dezelfde condities in directe aansluiting gedurende het verblijf en de terugzending doorlopen, en zulks tegen nader te regelen premie.
Artikel 6 Vervoer en opslag
6.1. Indien de verzekeringnemer en/of de verzekerde vervoer en opslag doet geschieden op condities zoals deze voor dat vervoer en die opslag in het normale verkeer gebezigd worden, zullen de verzekeraar(s) aan de aanvaarding van die condities noch een vordering op noch een verweer tegen de verzekeringnemer en/of de verzekerde ontlenen gegrond op Burgerlijk Wetboek Boek 7 Titel 17.
6.2. Vervoerders of personen aan wie het vervoer, de behandeling of bewaring van de zaken is toevertrouwd kunnen, voor zover zij niet uitdrukkelijk als verzekeringnemer en/of de verzekerde in de polis zijn genoemd, geen voordeel uit het bestaan van deze verzekering trekken.
Artikel 7 Xxxxx xxx xxxxx
Deze verzekering is van kracht ongeacht hoe en onverschillig waar de zaken in of op het vervoermiddel zijn geladen of gestuwd. Indien de zaken aan boord van een zeeschip bovendeks zijn geladen is de verzekering niet van kracht ten aanzien van zeewaterschaden en schaden door overboord werpen of spoelen, tenzij deze dekverlading gebruikelijk is of de verzekerde aannemelijk maakt dat zonder zijn toestemming de zaken bovendeks zijn geladen. Toestemming tot bovendeks laden zal niet worden aangenomen uitsluitend op grond van het doen vervoeren op de conditie dat de vervoerder op en/of onder dek mag stuwen of een soortgelijke conditie.
Artikel 8 Zeewaardigheid of deugdelijkheid van het vervoermiddel
De verzekeraar(s) zullen zich niet op onzeewaardigheid of ondeugdelijkheid van het vervoermiddel beroepen, tenzij de verzekerde kennis droeg van de onzeewaardigheid of ondeugdelijkheid. Indien dat het geval is, wordt de schade of het verlies veroorzaakt door onzeewaardigheid of ondeugdelijkheid niet vergoed.
Artikel 9 Avarij-grosse
9.1. Vergoed wordt de bijdrage in avarij-grosse, als vermeld in artikel 8:610 en 8:1020 Burgerlijk Wetboek waarmede de verzekerde zaken ingevolge de Nederlandse of een buitenlandse wet of bepalingen van het vervoercontract mochten worden belast, een en ander met terzijdestelling van artikel 16.
9.2. Indien de verzekerde som lager is dan de in de dispache vastgestelde dragende waarde of de in de depotkwitantie vermelde waarde, zijn de verzekeraar(s) slechts naar evenredigheid tot vergoeding van de bijdrage in avarij-grosse verplicht. Bij deze berekening wordt zaakschade, welke bij het vaststellen van die waarde in aanmerking is genomen en tevens door de verzekeraar(s) moet worden vergoed, van de verzekerde som afgetrokken.
9.3. Indien en voorzover geen omslag in avarij-grosse plaatsvindt omdat schip, lading en vracht of enige van deze belangen in één hand zijn, wordt gehandeld alsof tussen de in één hand zijnde belangen wel een omslag in avarij –grosse was vastgesteld overeenkomstig de York-Antwerp Rules als genoemd in art. 8:613 Burgerlijk Wetboek, de Avarij-grosseregels IVR als genoemd in art. 8:1022 Burgerlijk Wetboek of het toepasselijke recht van de plaats waar de reis wordt beëindigd.
9.4. a. Indien de verzekeringnemer en/of de verzekerde tot zekerheid van de betaling van de bijdrage in avarij-grosse of kosten uitsluitend ten laste van de lading komende, verplicht is een bedrag te storten, zijn de verzekeraar(s) indien de bijdrage in avarij- grosse of genoemde kosten te hunnen laste komen, gehouden aan de verzekerde tegen afgifte van het bewijs van storting het daarin vermelde bedrag te vergoeden met inachtneming van het onder d. bepaald.
b. De rechten uit de storting dienen aan de verzekeraar(s) te worden overgedragen.
c. De betaling van het onder a. bedoelde bedrag aan de verzekeringnemer en/of de verzekerde door de verzekeraar(s) ontheft laatstgenoemden niet van hun verplichting tot vergoeding van hetgeen de verzekeringnemer en/of de verzekerde in avarij-grosse mocht hebben bij te dragen, indien de onder a. vermelde storting tot dekking van bedoelde bijdragen onvoldoende mocht zijn of geheel of ten dele buiten schuld van de verzekerde mocht teniet gaan.
d. Bij de berekening van het door de verzekeraar(s) ingevolge a. te vergoeden bedrag zal het in 9.2. bepaalde toepassing vinden, met dien verstande dat voor de aldaar genoemde dragende waarde van de zaken, de door de verzekerde aan de dispacheur opgegeven waarde in de plaats treedt.
e. Mocht na het verbindend worden van de dispache blijken dat de dragende waarde van de zaken van de opgegeven waarde verschilt, dan zal het door de verzekeraar(s) wegens avarij-grosse verschuldigde overeenkomstig 9.2. met inachtneming van de dragende waarde vastgesteld worden.
Artikel 10 Ligdagen en overwintering
De verzekeraar(s) vergoeden nimmer onkosten van ligdagen en overwintering ook al zouden deze als bijdrage in avarij-grosse in de zin van artikel 9. Van de polis gevorderd kunnen worden, tenzij deze onkosten ook volgens de York-Antwerp Rules als genoemd in art. 8:613 Burgerlijk Wetboek of Avarijgrosseregels IVR als genoemd in art. 8:1022 Burgerlijk Wetboek als avarij-grosse kunnen worden aangemerkt.
Artikel 11 Schadevaststelling
11.1. Schade wordt vastgesteld óf in onderling overleg óf door een door de verzekeraar(s) aan te wijzen en te betalen deskundige.
De verzekerde heeft het recht eveneens - op zijn kosten - een deskundige aan te wijzen. Voor het geval de taxaties verschillen benoemen de twee deskundigen een derde deskundige die een bindende uitspraak zal doen binnen de grenzen van hun taxaties.
De kosten van deze derde deskundige zijn voor de helft voor rekening van de verzekeraar(s) en voor de helft voor die van de verzekerde.
11.2. Wanneer bij aankomst van de verzekerde zaken, deze zaken gedeeltelijk beschadigd zijn, zal door een expert worden vastgesteld wat de bruto waarde van de zaken (waarde inclusief vracht en kosten) zou zijn indien deze onbeschadigd zouden zijn aangekomen in de lossingshaven of de plaats van bestemming, welke zal worden aangemerkt als de gezonde marktwaarde, en wat de bruto waarde in de huidige staat is. De verzekeraar(s) vergoeden het deel van de verzekerde som, dat in verhouding staat met het verschil tussen de genoemde waarden, tenzij op het polisblad anders geregeld.
11.3. Het honorarium en de onkosten van de avarij-agent moeten door de verzekerde worden betaald, doch worden door de verzekeraar(s) aan de verzekerde vergoed indien de schade zelf onder de verzekering valt.
Artikel 12 Tijdingloosheid
Indien na verloop van een redelijke termijn geen bericht is ontvangen omtrent het vervoermiddel, waarmede de zaken vervoerd worden, wordt aangenomen dat deze verloren zijn gegaan, mits de verzekeringnemer en/of de verzekerde een schriftelijke verklaring van de vervoerder overlegt, waaruit deze tijdingloosheid blijkt.
Artikel 13 Zaken van verschillende soort en waarde
Bij zaken van verschillende soort of waarde zal, ter vaststelling van de schade, de verzekerde som voor de verschillende zaken worden berekend door de totale verzekerde som te verdelen in verhouding tot de factuurwaarde van de zaken. Bij het ontbreken van een factuurwaarde zal daarvoor worden genomen de gezonde marktwaarde ter bestemmingsplaats.
Artikel 14 Verpakking
14.1. Voor zover vergoeding wegens schade aan de zaken niet is uitgesloten, zullen in geval van vermindering van de waarde van de zaken uitsluitend ten gevolge van schade aan of verlies van de verpakking – daaronder begrepen het materiaal gebruikt voor de aanduiding van merk en soort – de kosten van herstel van deze verpakking voor rekening van de verzekeraar(s) zijn.
14.2. Zo zulk een herstel niet mogelijk is, dan wel de kosten daarvan bovenbedoelde waardevermindering te boven zouden gaan, vergoeden de verzekeraar(s) de waardevermindering. Indien dit herstel de waardevermindering niet geheel teniet doet, vergoeden de verzekeraar(s) de overblijvende waardevermindering.
Artikel 15 Handels- en Economische Sancties
15.1. De verzekeraar(s) zijn niet gehouden om dekking of schadeloosstelling te bieden krachtens deze verzekering, indien dit een inbreuk zou vormen op sanctiewet- en regelgeving uit hoofde waarvan het de verzekeraar(s) verboden is om krachtens deze verzekering dekking te bieden of een schadeloosstelling uit te keren.
15.2. Uitgesloten is schade aan en/of verlies van zaken waarin op grond van nationale of internationale regelgeving niet mag worden gehandeld.
15.3. Uitgesloten zijn de (financiële) belangen van personen, ondernemingen, overheden en andere entiteiten ten aanzien waarvan het verzekeraar(s) ingevolge nationale of internationale regelgeving niet is toegestaan die belangen te verzekeren.
Artikel 16 Aard en gebrek
16.1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen wordt schade of verlies die veroorzaakt is door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak niet vergoed.
16.2. Verzekeraar(s) zijn ingeval van schade of verlies door vertraging slechts dan tot vergoeding gehouden indien de vertraging door een voorval waartegen de zaken zijn verzekerd is veroorzaakt en het vervoermiddel dat de zaken vervoert daardoor is beschadigd.
Artikel 17 Schuld van een verzekerde
Artikel 18 Premie en Schadebetaling
18.1 Begripsomschrijvingen
18.1.1. Onder "premie" wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan de met de verzekering verband houdende overige verschuldigde bedragen.
18.1.2. Onder "verzekerde" wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan verzekeringnemer alsmede ieder ander die de premie verschuldigd is.
18.2 Premie
18.2.1. De makelaar neemt op zich de premie als eigen schuld aan de verzekeraar(s) te zullen voldoen op het moment dat deze krachtens de verzekeringsovereenkomst verschuldigd wordt door de verzekerde. Tenzij uitdrukkelijk anders is of wordt overeengekomen zal betaling van de premie door de makelaar plaatsvinden door creditering van verzekeraar(s) in rekening-courant voor de krachtens de verzekeringsovereenkomst door de verzekerde verschuldigde premie, op welk moment de verzekerde jegens verzekeraar(s) zal zijn gekweten.
18.2.2. Verzekerde is gehouden de premie aan de makelaar te vergoeden. Ingeval de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten en de verzekerde aan deze tweede tussenpersoon heeft betaald, is de verzekerde door deze betaling tegenover de makelaar eerst gekweten, wanneer deze tweede tussenpersoon aan de makelaar de premie heeft vergoed.
18.2.3. Onverminderd de aansprakelijkheid van verzekerde tot betaling van de verschuldigde premie aan de makelaar, zal de verzekering slechts van kracht zijn voor de termijn waarvoor de premie aan de makelaar is betaald alsmede voor de termijn, waarvoor de makelaar verzekerde krediet heeft verleend. Verzekerde zal bij de interpretatie hiervan geacht worden krediet te hebben gehad, tenzij hem dit schriftelijk is opgezegd.
18.2.4. Door het tot stand komen van de verzekering is de makelaar door de verzekerde onherroepelijk gemachtigd verzekeraar(s) tussentijds van hun verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst te ontslaan indien de verzekerde of, ingeval de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten, deze tweede tussenpersoon nalaat de premie aan de makelaar te voldoen.
De makelaar zal verzekeraar(s) niet van hun verplichtingen ontslaan zonder verzekerde vooraf schriftelijk van zijn voornemen in kennis te hebben gesteld.
18.2.5. In geval de verzekerde in staat van faillissement of surseance van betaling geraakt eindigt het onder 18.2.3. genoemde krediet onmiddellijk en zijn verzekeraar(s) ontslagen van hun verplichtingen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst als hiervoor onder 18.2.4. genoemd. Deze rechtsgevolgen treden in door het enkele uitspreken van het faillissement
of de surseance zonder dat voorafgaande ingebrekestelling is vereist. De curator of bewindvoerder is gedurende een maand na de datum van het uitspreken van het faillissement of de surseance, of, indien dit later is, tot 14 dagen nadat de makelaar hem over het vervallen van het krediet, het ontslag van de verzekeraar(s) van hun verplichtingen en van de bevoegdheid tot eventueel doen herleven van de dekking in kennis heeft gesteld, bevoegd om de dekking te laten herleven, ook ten aanzien van na de datum van faillissement of surseance gevallen schaden, indien en voor zover hij de totaal verschuldigde premie heeft betaald.
18.3. Schade-uitkeringen en premierestituties
18.3.1. Tenzij de rechthebbende xxxxxx xxxxx en dit vooraf schriftelijk aan verzekeraar(s) heeft medegedeeld zal de makelaar verzekeraar(s) in rekening-courant voor de verschuldigde schade-uitkeringen en premierestituties debiteren. Verzekeraar(s) zullen daardoor zijn gekweten, zodra de schade-uitkering door de rechthebbende zal zijn ontvangen, respectievelijk met hem zal zijn verrekend in overeenstemming met de wet dan wel een tussen hem en de makelaar bestaande regeling. Indien de verzekeraar(s) de schadepenningen hebben betaald aan de makelaar en deze in gebreke blijft om deze aan de rechthebbende door te betalen, kunnen verzekeraar(s) de schadepenningen van de makelaar terugvorderen indien zij tot hernieuwde betaling worden aangesproken door de rechthebbende. Indien de makelaar de van verzekeraar(s) ontvangen schadepenningen heeft doorbetaald aan de tweede tussenpersoon, maar deze laatste in gebreke blijft voor doorbetaling zorg te dragen, zal de makelaar de schadepenningen van de tweede tussenpersoon kunnen terugvorderen indien hij hetzij door de rechthebbende wordt aangesproken tot rechtstreekse betaling, hetzij de verzekeraar(s) die schadepenningen van de makelaar terugvorderen, zoals in dit lid voorzien.
18.3.2. De makelaar zal de schade-uitkeringen en premierestituties aan de rechthebbende afdragen. De makelaar is evenwel tot niet meer gehouden dan tot betaling van het saldo dat resteert na verrekening van deze schade-uitkeringen en premierestituties met ten tijde van het ontstaan van de afdracht verplichting al dan niet opeisbare doch reeds vaststaande vorderingen op verzekerde uit hoofde van welke verzekering ook. Deze verrekening zal evenwel niet plaatsvinden bij verzekeringen die aan toonder of order zijn gesteld, tenzij de verzekeringnemer tot de uitkering is gerechtigd en bij verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen. Indien op het recht op uitkering een pandrecht rust als bedoeld in artikel 3:229 BW, ofwel een voorrecht als bedoeld in art 3:283 BW, alsook in geval van een onverplichte verzekering tegen aansprakelijkheid, zal de verrekening zich niet verder uitstrekken dan tot hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is ter zake van de verzekering waarop de uitkering wordt gedaan.
Artikel 19 Verplichtingen bij schade
19.1. Zodra verzekeringnemer en/of de verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar(s) tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan verzekeraar(s) te melden.
19.2. Verzekeringnemer en/of verzekerde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraar(s) alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraar(s) van belang zijn om de uitkeringsplicht te beoordelen.
19.3. Verzekeringnemer en/of verzekerde zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraar(s) zou kunnen benadelen.
19.4. Verzekeringnemer en/of verzekerde zijn verplicht maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 Burgerlijk Wetboek.
19.5. Indien door de verzekeringnemer en/of verzekerde een verplichting als bedoeld in 19.1. t/m
19.4. van dit artikel niet is nagekomen, kan de verzekeraar(s) de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.
19.6. Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekeringnemer en/of verzekerde de in
19.1. t/m 19.4. van dit artikel genoemde verplichtingen niet zijn nagekomen met het opzet de verzekeraar(s) te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
Artikel 20 Verjaring van vordering
20.1. Een rechtsvordering tegen de verzekeraar(s) tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daar van bekend is geworden.
20.2. De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeraar(s) hetzij de aanspraak erkent, hetzij ondubbelzinnig heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen.
20.3. Bij verzekering tegen aansprakelijkheid wordt de verjaring in afwijking van 20.2., eerste zin, gestuit door iedere onderhandeling tussen de verzekeraar(s) en de tot uitkering gerechtigde of de benadeelde. In dat geval begint een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeraar(s) hetzij de aanspraak erkent, hetzij ondubbelzinnig aan degene met wie hij onderhandelt en, indien deze een ander is, aan de tot uitkering gerechtigde heeft medegedeeld dat hij de onderhandelingen afbreekt.
Artikel 21 Verhaal op derden
21.1. De verzekeraar(s) zijn altijd gerechtigd indien hun dit op redenen van verhaal op derden wenselijk voorkomt, betaling op te schorten totdat het verhaal is afgewikkeld, met dien verstande dat, indien de verzekerde dit verlangt, de verzekeraar(s) aan de verzekerde een renteloze lening zullen verschaffen tot het bedrag dat bij afwikkeling van de schade te voldoen zou zijn; indien de verzekeraar(s) deze lening opvorderen is de verzekerde gerechtigd zijn vordering uit de verzekering hiermede te compenseren. Indien de verzekerde
een renteloze lening als hiervoor bedoeld heeft ontvangen, is de vordering van de verzekerde op de verzekeraar(s) niet langer vatbaar voor enigerlei cessie, vervanging of welke overdracht of overgang ook.
21.2. De verzekeraar(s) hebben het recht:
a. of wel op naam van de verzekerde alle nodige maatregelen te nemen om tot verhaal op derden te komen;
b. of wel te eisen dat alle rechten van de verzekerde tegenover derden aan de verzekeraar(s) of aan een door hen aan te wijzen vertrouwensman worden overgedragen, opdat zij op eigen naam of op naam van de vertrouwensman verhaal op derden kunnen uitoefenen.
In beide gevallen zijn alle kosten verbonden aan het verhaal op derden voor rekening van de verzekeraar(s).
21.3. Ook voordat de verzekeraar(s) hebben betaald, is de verzekerde verplicht alle bescheiden en inlichtingen te verschaffen, die nodig of nuttig zijn voor het verhaal op derden en de voorbereiding daarvan.
Artikel 22 “Both to blame”-aanvaringclausule
Indien in het cognossement de zgn. “both to blame”-aanvaringsclausule voorkomt, dan zullen de verzekeraar(s) opkomen voor de financiële gevolgen van de vordering, die op grond van deze aanvaringsclausule tegen de verzekerde mocht worden ingesteld. In geval onder deze clausule door de rederij en/of de bevrachter een vordering tegen de verzekerde wordt ingesteld, moet hiervan onmiddellijk aan de verzekeraar(s) worden kennis gegeven, terwijl deze het recht zullen hebben op hun kosten deze vordering, zo nodig in rechte, te bestrijden. De verzekeringnemer en/of de verzekerde verbindt zich alle medewerking te verlenen.
Artikel 23 Rente
De verzekeraar(s) vergoeden slechts rente te rekenen van drie maanden na indiening van de schaderekening met de daartoe betrekkelijke bescheiden, mits binnen drie maanden daarna ter zake een dagvaarding aan de verzekeraar(s) is uitgebracht. Indien de dagvaarding later dan zes maanden na het indienen van de schaderekening wordt uitgebracht, is geen rente verschuldigd voor de dag van de dagvaarding.
Artikel 24 Vrij van oorlogsrisico en stakersrisico
Tenzij in deze polis uitdrukkelijk anders is overeengekomen wordt de verzekering geacht te zijn geschied onder het beding “vrij van oorlogsrisico en vrij van stakersrisico”.
Onder oorlogsrisico wordt verstaan:
- oorlog en op oorlog gelijkende handelingen, burgeroorlog, revolutie en opstand;
- uitwerking van daaruit achtergebleven torpedo’s, mijnen, bommen en dergelijke oorlogswerktuigen ook indien de schade in vredestijd is ontstaan;
- neming en aanhouding op last van hoger hand.
Onder stakersrisico wordt verstaan:
- gewelddaden gepleegd in verband met staking, uitsluiting van werknemers en arbeidsonlusten;
- gewelddaden gepleegd uit politieke overweging;
- oproer, opstootjes en plaatselijke ongeregeldheden. Een en ander voor zover niet vallende onder oorlogsrisico.
In geval van oorlogsrisico of stakersrisico aan zaken, aan het vervoermiddel waarin zij zich bevinden of aan beide overkomen, vervalt de verzekering niet en wordt de aansprakelijkheid van de verzekeraar(s) noch beperkt, onverschillig of de onderhavige verzekering al dan niet tegen enige vorm van oorlogsrisico of stakersrisico dekking geeft. Evenmin vervalt de verzekering of wordt de aansprakelijkheid van de verzekeraar(s) opgeheven of beperkt door het verrichten of nalaten van enige handeling door of vanwege de verzekeringnemer en/of de verzekerde of enige derde, indien het verrichten of het nalaten van die handeling plaatsvindt als gevolg van bedoeld oorlogsrisico of stakersrisico, of uit vrees daarvoor. De aansprakelijkheid van de verzekeraar(s) eindigt in ieder geval na verbeurdverklaring, prijsverklaring, requisitie van eigendom, onteigening of soortgelijke handelingen verricht door of in opdracht van enige militaire of burgerlijke Nederlandse of vreemde overheid, dan wel door of in opdracht van een orgaan van zodanige Nederlandse of vreemde overheid.
Artikel 25 Overgang van eigendom of belang door een daad van oorlogsrisico of stakersrisico
Degene, die zich door een daad van oorlogsrisico of stakersrisico de eigendom van de zaak of enig belang daarbij heeft verschaft, kan nimmer enig recht aan de verzekering ontlenen.
Artikel 26 Toepasselijk Recht en Geschillen
26.1. Deze verzekering wordt beheerst door Nederlands recht.
26.2. Alle geschillen voortvloeiende uit of verband houdende met de uitvoering van deze overeenkomst zijn in eerste aanleg onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter in Amsterdam of Rotterdam.