Inhoudsopgave
Wijkverpleging
Inhoudsopgave
1.1 Kern van het zorginkoopbeleid 2020 5
1.2 Belangrijkste wijzigingen in het zorginkoopbeleid 2020 5
1.3 Belangrijkste wijzigingen in de voorwaarden 6
voor een overeenkomst
2 Visie van CZ groep op de wijkverpleging 7
3 Inhoudelijk beleid en inkoopeisen 12
3.2 Specialistische zorg met aanvullende eisen 14
op de basisovereenkomst
3.5 Waardegedreven inkoop van wijkverpleging 21
3.6 Zorgvernieuwing en e-health 24
4 Proces contractering 2020 26
4.3 Publicatie gecontracteerd zorgaanbod 28
4.5 Controle van declaraties 28
5 Betrekken van verzekerden, zorgaanbieders en 29
belangenverenigingen bij het zorginkoopbeleid
5.1 Visie van CZ groep op het betrekken van verzekerden 29
en patiënten bij het zorginkoopbeleid
5.2 Specifiek beleid wijkverpleging 29
van wijkverpleging | ||
Dit document en alle bijbehorende bijlagen zijn met zorg samengesteld en met inachtneming van de vigerende wet- en regelgeving. Wijzigingen in wet- of regelgeving kunnen tot gevolg hebben dat de inhoud van dit
document moet worden aangepast. Als er onverhoopt een andere reden voor aanpassing zou zijn, geven wij dit duidelijk en met redenen omkleed aan.
Deze aanpassingen zullen zo spoedig mogelijk gepubliceerd worden.
CZ groep denkt mee over de toekomst van de zorg. Dat doen we door in onze zorginkoop aan te sluiten bij de regionale zorgbehoeften. Met inwoners, zorgverleners en andere betrokken partijen werken we samen aan betere en betaalbare zorg in de regio. In een aantal regio’s experimenteren we met nieuwe organisatievormen om dat zo effectief mogelijk te doen. Zie hiervoor xxx.xx.xx/xxxxx-xxxxx. In deze experimenteerregio’s worden afspraken gemaakt die kunnen afwijken van de afspraken voor de reguliere zorginkoop.
De rode draad door ons zorginkoopbeleid 2020 is ‘verantwoord en dichtbij’. In onze Zorgvisie 2020-2030 zien wij een toekomstbestendige zorg, waarbij we de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid voor onze verzekerden kunnen garanderen. Daarbij willen we hen ondersteunen bij het maken van persoonlijke keuzes in hun zorgvraag.
Hoe geven wij invulling aan ‘verantwoord en dichtbij’? Deze kernbegrippen geven voor ons richting aan de contractering met u als zorgaanbieder. De twee begrippen moeten ook in onderlinge samenhang gezien worden, en hebben een feitelijke en een overdrachtelijke betekenis.
‘Verantwoord’ betekent dat CZ groep zorg wil contracteren die betaalbaar is en die aansluit bij onze kwaliteitsvisie. We hanteren daarbij passende, ambitieuze normen. ‘Dichtbij’ is het uitgangspunt van de zorgverlening: thuis of dicht bij huis als dat kan en verder weg als dat beter is voor de kwaliteit. Met ‘dichtbij’ bedoelen we daarnaast: dicht bij de wensen en keuzes van verzekerden wat betreft hun behandeling. Bijvoorbeeld via gezamenlijke besluitvormingstrajecten en de inzet van nieuwe (distributie)vormen van diagnostiek en digitale ondersteuning. Zo maken we behandelingen minder belastend én persoonsgerichter.
In het zorginkoopbeleid wijkverpleging voor 2020 is ‘verantwoord en dichtbij’ op diverse plekken zichtbaar. Het uitgangspunt is dat de zorg rondom de cliënt integraal onderdeel uitmaakt van de totale keten van ouderenzorg. De focus ligt op het zo lang mogelijk in de eigen omgeving aanbieden van zorg, mits dit doelmatig en verantwoord te organiseren is. Zorg thuis moet voor iedereen toegankelijk en van goede kwaliteit zijn. Onze waardegedreven inkoop helpt ons bijvoorbeeld om differentiatie aan te brengen in de inkoop van de basiszorg op het gebied van kosten en kwaliteit. Daarbij houden we vanuit integraal oogpunt ook rekening met indicatoren als de opnameratio ELV/GRZ. CZ groep stimuleert initiatieven in het kader van ‘de juiste zorg op de juiste plek’, onder meer via substitutie van medisch specialistische zorg naar huisartsenzorg en via effectieve inzet van wijkverpleging. Een concreet voorbeeld hiervan is peritoneale dialyse in de thuissituatie. Ook stimuleren we de implementatie van ondersteunende hulpmiddelen zoals de e-health-toepassingen Medido, digitale dubbele medicatiecontrole en beeldbellen. Deze e-health-toepassingen moeten integraal onderdeel gaan uitmaken van het zorgproces om de zorg verantwoord en dichtbij te kunnen blijven organiseren.
Met ons zorginkoopbeleid 2020 geven we invulling aan ‘zorg die verder gaat’. Door te innoveren, samen te werken en te blijven werken aan structurele vooruitgang, verbeteren we de zorg continu. Wij dagen u uit om samen met ons de zorg in Nederland nóg beter te maken.
Xxxxxxxx Xxxxx
Manager a.i. V&V-Zvw
Managementsamenvatting
1.1 Kern van het
zorginkoopbeleid 2020
Mensen met een (intensieve) zorgvraag blijven langer thuis wonen. Dat doet een beroep op henzelf, hun omgeving en de samenwerking tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en gemeenten.
Zorg en ondersteuning in de nabijheid moeten onze verzekerden in staat stellen zo lang mogelijk in de eigen omgeving te blijven, ondanks ziekte, beperking of ouderdom en zo lang dat verantwoord en doelmatig te organiseren is. De focus ligt hierbij op zelfredzaamheid, ontzorgen, kwaliteit van leven en gepast zorggebruik.
CZ groep contracteert wijkverpleging vanuit een ‘generalistenmodel’, waarbij ruim 90% van de zorg past binnen de generalistische aanpak. We kopen deze zorg zo veel mogelijk ‘waardegedreven’ in, dus met aandacht voor een goede balans tussen kwaliteit en kosten. Als het ziektebeeld te complex of specialistisch is, verwachten wij dat de wijkverpleegkundige zorgt voor opschaling naar een specialist. Specialistische zorg binnen de wijkverpleging wordt ingekocht bij een beperkt aantal zorgaanbieders. CZ groep ziet wijkverpleging als een essentiële schakel binnen de zorgketen voor kwetsbare ouderen en stimuleert zorgaanbieders om hierover goede samenwerkingsafspraken te maken.
CZ groep ziet de laatste jaren een duidelijke trend binnen de wijkverpleging: steeds meer zorg wordt thuis bij de cliënt geleverd, ook complexere zorg die voorheen in het ziekenhuis plaatsvond. Een ontwikkeling die we stimuleren, maar waarbij we ons in toenemende mate de vraag stellen of dit in alle gevallen verantwoord is.
CZ groep gaat hier het komende jaar verder op inzoomen om meer inzicht te krijgen en om voorwaarden voor de levering van deze zorg te kunnen stellen. Verantwoord en dichtbij zijn de kernbegrippen die richting geven aan de contractering van u als zorgaanbieder.
De vergrijzing en de bijbehorende toenemende zorgbehoefte, het zo dicht mogelijk bij de cliënt leveren van zorg en de arbeidsmarktproblematiek in de wijkverpleging, maken dat het steeds belangrijker wordt om zorgvraag en zorgaanbod in een duurzaam evenwicht te brengen. Dit vraagt om een andere en slimmere manier van werken. Ondersteunende hulpmiddelen zoals e-health spelen een belangrijke, ondersteunende rol bij preventie, het langer thuis kunnen blijven wonen van ouderen en het stimuleren van zelfmanagement bij zorg in de thuissituatie.
1.2 Belangrijkste wijzigingen in het zorginkoopbeleid 2020
• Om toe te werken naar het borgen van de kwaliteit van generalistische palliatieve zorg, vinden wij het belangrijk dat iedere zorgaanbieder die palliatieve zorg levert zich aansluit bij het regionale Netwerk Palliatieve Zorg.
• CZ groep wil onnodige praktijkvariatie in het kader van palliatieve zorg nog verder terugdringen. Wij zullen voor 2020 een maximumbedrag per dag hanteren voor hospices die minimaal 4 bedden gecentreerd aanbieden en zelf verpleegkundigen en verzorgenden in dienst hebben. Op verzoek kan de zorgaanbieder die voldoet aan de voorwaarden voor een overeenkomst Eerstelijnsverblijf (ELV) zijn deel van het budget overhevelen en gebruik maken van de prestatie
ELV-palliatief.
• Zorgverzekeraars CZ groep, Zilveren Kruis, VGZ en Menzis hebben de handen ineen geslagen om te komen tot een gezamenlijke vragenlijst voor het meten van de uitkomsten van de complexe wondzorg. Hiermee wordt de administratielast voor zorgaanbieders aanzienlijk beperkt. Vanwege al gemaakte afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders zijn er nog een paar indicatoren die niet bij alle zorgverzekeraars aangeleverd hoeven te worden.
• Het verplichte patiënttevredenheidsonderzoek bij complexe wondzorg is afgeschaft.
• CZ groep stimuleert initiatieven in het kader van ‘de juiste zorg op de juiste plek’, onder meer via substitutie van medisch specialistische zorg naar huisartsenzorg en via effectieve inzet van wijkverpleging. In dit beleid staan de uitgangspunten voor implementatie, op basis waarvan wij de initiatieven beoordelen.
• Aanvullend op regionale ketenzorg gaan wij in 2019, samen met ziekenhuizen en thuiszorgzorgaanbieders, in een aantal regio’s kijken naar de praktijkvariatie van in- en uitstroom tussen geriatrische revalidatiezorg (GRZ), ELV en wijkverpleging.
• De urgentie om te investeren in e-health wordt steeds meer zichtbaar en gevoeld. Er zijn al diverse e-health- toepassingen beschikbaar en in ontwikkeling, maar toch werken veel zorgaanbieders hier nog niet mee. Wij willen ervoor zorgen dat effectieve e-health- toepassingen worden geïntegreerd en structureel onderdeel gaan uitmaken van het zorgproces.
• De toenemende negatieve gevolgen van de arbeids- marktproblematiek vragen om meer afstemming met de zorgaanbieders over de tijdigheidsnormen waarbinnen cliënten geplaatst dan wel doorbemiddeld worden. In 2019 gaan we afspraken maken met zorgaanbieders over hoe zij registreren en controleren of cliënten binnen deze tijdigheidsnormen geplaatst dan wel doorbemiddeld zijn.
1.3 Belangrijkste wijzigingen
in de voorwaarden voor een overeenkomst
• Nieuwe zorgaanbieders zijn doorgaans niet bekend binnen CZ groep. Daarom zullen we met hen in beginsel een overeenkomst sluiten voor 1 jaar. In deze overeenkomst maken we in onderling overleg afspraken over wederzijdse verwachtingen op het gebied van kwaliteit, kosten en toegankelijkheid.
• Zzp’ers die in 2020 voor het eerst een overeenkomst aangaan met CZ groep, moeten in bezit zijn van het KiWa- en/of HKZ-keurmerk. Dit geldt in 2021 voor alle zzp’ers.
Visie van CZ groep op de wijkverpleging
Zelfredzaamheid
Mensen met een (intensieve) zorgvraag blijven langer thuis wonen. Dat betekent een beroep op henzelf, hun omgeving en de samenwerking tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en gemeenten. Zorg en ondersteuning in de nabijheid moeten onze verzekerden in staat stellen zo lang mogelijk in de eigen omgeving te blijven, ondanks ziekte, beperking of ouderdom en zo lang dat verantwoord en doelmatig te organiseren is. De focus ligt hierbij op zelfredzaamheid, ontzorgen, kwaliteit van leven en gepast zorggebruik.
Met zelfredzaamheid bedoelen we de mate waarin iemand in staat is om zelfstandig te functioneren en om zelf de regie te voeren over zijn leven. Dat vergroot de patiëntbetrokkenheid en daarmee neemt de kwaliteit van zorg toe, omdat die zorg beter aansluit bij de behoefte van de patiënt (zorg op maat). Zelfredzaamheid wordt versterkt door de mogelijkheden van zelfregie te vergroten met bijvoorbeeld (effectieve) ICT en/of domotica, e-health en door de sociale contacten te bevorderen.
De driehoek op de volgende pagina is een schematische weergave van het begrip zelfredzaamheid:
Goede wijkverpleegkundige zorg versterkt de zelfred- zaamheid en kan de kwaliteit van leven van onze verzekerden in de thuissituatie vergroten. Ook kan het een beroep op zwaardere zorg en escalatie naar de tweede lijn voorkomen of uitstellen. CZ groep streeft naar wijk- verpleging die precies past bij wat onze verzekerden nodig hebben en die aansluit op wat ze zelf (in en met hun omgeving) kunnen organiseren.
Visie op ouderenzorg
Wijkverpleging, eerstelijnsverblijf (ELV) en geriatrische revalidatiezorg (GRZ) vormen belangrijke onderdelen van de brede regionale keten voor ouderenzorg. In die keten spelen ook het ziekenhuis, de huisarts, paramedische zorg, apothekers, de GGZ en zorgaanbieders die werken binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz) een belangrijke rol.
a
e
P
G
g
n
e
O
,
|
w
T
a
H
n
e
n
/
l
d
t
w
a
W
r
e
t
i
i
l
s
j
z
k
i
e
j
v
n
e
r
p
l
e
e
g
k
u
n
d
i
g
e
e
oth
gu
p
a
e
|
R
g
r
o
z
.
m
a
r
a
P
G
e
m
e
e
n
t
e
G
|
e
H
e
P
n
H
u
u
i
z
l
r
s
o
p
r
a
m
e
g
r
i
v
d
t
r
d
s
v
a
e
/
l
|
s
i
u
h
n
n
e
e
k
l
e
e
i
d
Z
d
d
|
Z
i
R
m
G
p
l
u
H
|
s
t
r
a
d
n
a
T
|
Z
G
G
|
e
g
i
d
n
n
j
u
i
k
g
z
e
l
e
l
e
p
r
w
e
v
h
&
c
s
i
t
g
s
li
a
a
i
a
c
e
r
p
v
S
|
g
r
V
L
o
E
|
z
O
S
e
|
r
r
e
e
k
i
l
e
i
t
a
u
t
i
s
s
i
s
i
r
C
Z
G
G
|
V
L
E
|
O
S
is
u
h
g
e
e
l
p
r
e
V
|
Z
G
CZ groep is samen met deze zorgaanbieders hard aan het werk om zijn visie op ouderenzorg te implementeren, om te komen tot een optimale keten om ouderen en mantelzorgers heen. Alleen zo werkt de zorgketen als een geïntegreerd en samenwerkend zorgcontinuüm. Dit doen we in een aantal regio’s waarin wij een substantieel marktaandeel hebben. Met deze regio’s zijn we in overleg om de verzamelde knelpunten in de keten voor ouderenzorg op te lossen. De zorgaanbieders in de regio nemen hierbij het voortouw.
Regie in de regio
Sommige regio’s waarin CZ groep een groot marktaandeel heeft, hebben te maken met een specifieke situatie. Een situatie die om een gerichte regionale afstemming vraagt van het sectorale inkoopbeleid. Regio’s verschillen van elkaar zowel qua zorgvraag als qua zorgaanbod. Soms zijn de uitdagingen om de zorg toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief van goed niveau te houden daardoor zo groot, dat we alleen effectief beleid kunnen voeren vanuit een gedeelde regionale visie tussen zorgverzekeraar,
(georganiseerde) zorgvragers en zorgaanbieders. Deze integrale aanpak noemen we ‘regie in de regio’.
Dit sluit aan bij het thema ‘verantwoord en dichtbij’ in ons zorginkoopbeleid 2020. De regie in de regio blijft niet beperkt tot de zorg (Zvw en Wlz). Zij kent verschillende gradaties en strekt zich waar nodig ook uit tot het sociale domein of zelfs daarbuiten. In deze situatie krijgt de rol van zorginkoop het karakter van co-makership.
Co-makership in de regio veronderstelt dat de betrokken partners collectief verantwoordelijkheid nemen voor de regionale opgave. Om de gezondheidszorg duurzaam te maken, lijnen de partners de belangen zoveel mogelijk gezamenlijk op, ieder vanuit de eigen verantwoordelijk- heid. Het sectorale zorginkoopbeleid zal dit co-makership faciliteren. Onder meer door het beleid van de meest relevante sectoren onderling af te stemmen in de regio. Maar ook waar nodig door regionaal maatwerk te leveren. In de Mijnstreek in Zuid-Limburg, in Zeeland en in West- Brabant wordt deze integrale aanpak al toegepast.
CZ groep stuurt op de toegankelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid van de professionele zorg. We zien bij de inzet van wijkverpleging een tweedeling van zorg:
• chronische zorg, waarbij de focus ligt op het zo veel mogelijk handhaven van de bestaande zelfredzaamheid en op een doelmatige inzet van zorg die past bij de zorgvraag en waarbij de zorginzet stabiel is;
• zorg die gericht is op een behandeldoelstelling, waarbij de aard, de intensiteit en de inzet van zorg fluctueert of zelfs helemaal naar zelfredzaamheid wordt afgebouwd.
Generalistische zorg
De essentie van de wijkverpleging is het geven van generalistische, continue en persoonsgerichte zorg op maat, waarbij zelfzorg wordt gestimuleerd die is ingebed in de dagelijkse werkzaamheden. Wijkverpleging begint met een goede zorgvraaganalyse1 die uitgaat van wat de patiënt nog zelf kan. In het indicatiegesprek (de zorgvraaganalyse) wordt ook gesproken over het doel, de keuzemogelijkheden, de voor- en nadelen daarvan en de uiteindelijke keuze die de patiënt maakt. De wijkverpleegkundige werkt volgens de principes van ontzorgen, eigen kracht, de inzet van formele zorg, regie bij de patiënt, het actief betrekken van het sociale domein en Advanced Care Planning (ACP). De zorgvraaganalyse wordt verwerkt in het zorgplan.
Door continu het gesprek te voeren, waarin we kijken of de aangeboden zorg nog wel passend is, kunnen we crisisopnames en overbelasting van mantelzorgers
voorkomen. Daarom is CZ groep voorstander van ACP. Daarbij is het belangrijk dat de wijkverpleegkundige tijdig het gesprek aangaat met de cliënt en zijn wensen, doelen en voorkeuren voor zorg vastlegt, zeker ook vooruitlopend op het moment dat hij niet meer thuis kan wonen of zelfs terminaal wordt. Maar bijvoorbeeld ook in het kader van (val)preventie om crisissituaties thuis te voorkomen.
Als de gezondheidssituatie verandert, moet het gesprek worden herhaald.
In de praktijk wordt het voeren van dit soort gesprekken als lastig ervaren. ACP is niet gebonden aan 1 discipline, maar is bij uitstek een onderwerp dat interdisciplinair moet worden opgepakt. Daarvoor is afstemming nodig tussen onder andere de huisarts, praktijkondersteuner huisarts (POH), wijkverpleegkundige, casemanager en de specialist oudergeneeskunde. Daarbij zijn scholing, intervisie en onderlinge afstemming over wie welke rol oppakt van belang.
In 2018 hebben alle betrokken organisaties in de wijkverpleging samen een handreiking ontwikkeld voor het werken met de registratiestandaard ‘zorgplan = planning = realisatie, tenzij’2 . De basis van het werken volgens deze standaard is het zorgplan. Als stelregel kan worden aangehouden dat het zorgplan alleen wordt aangepast als de aard, omvang of doelen/resultaten structureel wijzigen. In een evaluatie beoordeelt de wijkverpleegkundige de individuele cliëntsituatie en de verleende zorg in relatie tot de gezondheidssituatie. Ook stelt de wijkverpleegkundige vast of de in het zorgplan beoogde resultaten behaald zijn.
De zorg bestaat vooral uit het verrichten van verpleegkundige en verzorgende handelingen (planbaar en onplanbaar) en het ondersteunen naar zelfzorg en generalistisch casemanagement. Dit houdt in: regie en coördinatie bij multidisciplinaire zorgverlening en ondersteuning en instructie rondom zaken die in directe relatie staan tot de zorgbehoefte van de verzekerde en zijn naasten (indien nodig).
1 De wijkverpleegkundige niveau 5 (hbo) stelt de indicatie volgens het meest recente normenkader van de V&VN. Voor kinderthuiszorg, medische kindzorg, verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg geldt dat het indiceren en organiseren van zorg wordt geregeld door een kinderverpleegkundige niveau 5 of een verpleegkundig specialist.
2 xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxxx- registratiestandaard-wijkverpleging
De doelen die samen met
de cliënt in het zorgplan
worden vastgelegd worden
periodiek besproken.
Op basis van de zorgvraaganalyse wordt een zorgplan opgesteld.
Diagnostiek
Aard van de geplande zorg (handelingen en prestatie).
10
Doelen van de patiënt en de behandelaar. Zelfmanagement, eigen kracht en de
beschikbare mantelzorg.
Startdatum en verwachte duur van de te leveren zorg.
Afspraken met de cliënt, tijdstippen van zorgverlening, vakantieperiodes.
Specialistische zorg
In onze visie werkt elke wijkverpleegkundige in een team, waarin brede kennis en expertise beschikbaar zijn. Voor een aantal taken geldt dat deze niet door elk wijkteam kunnen worden uitgevoerd, omdat daarvoor specifieke kennis en/of infrastructuur nodig is. Net als voorgaande jaren leggen we de verantwoordelijkheid voor die infrastructuur bij 1 zorgaanbieder per (sub)regio.
Zo hebben andere zorgverleners (de huisarts en het Wmo-team) en wijzelf een duidelijk aanspreekpunt en organiseren we een doelmatige inzet van zorg. Deze zorgaanbieder kan ook een preventieve (niet-
toewijsbare) rol binnen het wijknetwerk vervullen, in samenwerking met de gemeente.
Om deze visie nog beter tot uitdrukking te laten komen in de praktijk en de toegankelijkheid, doelmatigheid en kwaliteit van zorg van specialistische functies te ver- beteren, is CZ groep in een verkennende fase die mogelijk leidt tot een andere inkoopstrategie voor deze zorg.
Verantwoord en dichtbij
CZ groep ziet de laatste jaren een duidelijke trend binnen de wijkverpleging: steeds meer zorg wordt thuis bij de cliënt geleverd, ook complexere zorg die voorheen in het ziekenhuis plaatsvond. Een ontwikkeling die we stimu-
Er is onvoldoende zicht op de kwaliteit en doelmatigheid van deze zorg, maar het is bijvoorbeeld ook de vraag of de patiëntveiligheid altijd gegarandeerd is. CZ groep gaat hier het komende jaar verder op inzoomen om meer inzicht te krijgen en om voorwaarden voor de levering van deze zorg te kunnen stellen. Verantwoord en dichtbij zijn de kernbegrippen die richting geven aan de contractering van u als zorgaanbieder.
Vraag en aanbod in evenwicht
De vergrijzing en de bijbehorende toenemende zorgbehoefte, het zo dicht mogelijk bij de cliënt leveren van zorg en de arbeidsmarktproblematiek in de wijk- verpleging, maken dat het steeds belangrijker wordt om zorgvraag en zorgaanbod in een duurzaam evenwicht te brengen. Dit vraagt om een andere en slimmere manier van werken.
Ondersteunende hulpmiddelen zoals e-health3 spelen een belangrijke, ondersteunende rol bij preventie, het langer thuis kunnen blijven wonen van ouderen en het stimuleren van zelfmanagement bij zorg in de thuissituatie. E-health verhoogt de kwaliteit van de zorg en helpt daarnaast om de zorg toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig te houden, vooral als het wordt ingezet op basis van blended care (in aanvulling op reguliere zorgmomenten en ter vervanging van bijvoorbeeld controlebezoeken). Mede ingegeven door de ontwikkelingen, de wens van de patiënten zelf en de druk van de xxxxxxxx0, ziet CZ groep een belangrijke rol weggelegd voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
Zij moeten inspelen op de huidige trends rondom e-health en thuiszorgtechnologie een stevigere positie geven in het zorgaanbod. Vernieuwing van het zorgaanbod betekent niet alleen een andere werkwijze, maar ook een andere cultuur binnen het zorgproces (oftewel: een systeem- innovatie). Het zorgproces moet zo ontworpen zijn dat techniek daarin een natuurlijke plaats inneemt, zodat het niet alleen bijdraagt aan de kwaliteit van leven en zorg, maar ook aan de betaalbaarheid en de efficiency van de zorg.
Dit document vormt de basis voor het gesprek met onze (potentiële) contractpartners voor 2020. We staan hierin stil bij het zorginkoopbeleid 2020 voor wijkverpleging en de procedure rondom deze inkoop. Tijdens de regio- bijeenkomsten in het voorjaar lichten we deze informatie nader toe.
3 De algemene definitie van e-health: e-health gaat over digitale toepassingen in de zorg: het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning of verbetering van de gezondheid en de gezondheidszorg.
4 Kamerbrief e-health 2016: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/ kamerstukken/2016/10/06/kamerbrief-voortgangsrapportage-e- health-en-zorgvernieuwing.
Inhoudelijk beleid en inkoopeisen
3.1 Basiszorg
CZ groep contracteert wijkverpleging vanuit een generalistenmodel. Dit betekent dat wij erop sturen dat de wijkverpleegkundige5 de zorg, samen met de huisarts,
zo veel mogelijk zelf kan oppakken en dat er dus niet te veel afstemtaken zijn. Ruim 90% van de zorg die wordt geleverd binnen de wijkverpleging past binnen deze generalistische aanpak en is onderdeel van de reguliere zorgverlening.
ic
h
t
w
e
r
k
G
e
n
,
e
P
G
m
B
i
n
e
d
i
e
c
a
n
t
i
e
t
)
e
|
G
e
s
p
e
c
W
i
K
a
i
l
i
R
n
s
e
G
w
i
d
e
j
z
e
g
i
o
r
e
e
i
k
r
d
f
g
e
s
j
u
v
v
n
|
e
p
k
c
e
r
t
p
i
e
v
r
C
l
e
a
e
s
g
(
c
e
p
e
c
i
i
m
n
o
r
l
g
a
m
a
e
n
p
l
p
a
|
l
e
g
e
i
l
e
P
x
s
R
e
g
H
i
o
n
u
a
l
i
e
s
f
u
a
n
c
r
t
i
t
e
s
s
(
w
i
j
k
g
e
Generalisten/ specialistenmodel
|
E-Health
r
j
i
w
g
|
r
o
z
s
i
e
s
i
a
g
B
e
r
n
e
g
i
E
g
m
x
x
x xxxx
) w
e
k
n
a
g
t
t
o
e
i
i
u
d
e
n
r
e
f
d
n
n
m
t
z
d
e
e
r
o
n
r
e
g
d
t
m
g
i
i
e
i
n
a
g
l
e
e
z
o
r
g
d
i
e
h
m
a
a
g
z
n
i
d
g
e
e
l
r
p
f
l
r
e
e
v
Z
k
5 Bij wijkverpleegkundige verwijzen wij voor de leesbaarheid enkel met ‘zij’ en ‘haar’. Wij bedoelen daarmee natuurlijk ook ‘hij’ en ‘zijn’.
en beschikbaar zijn (of dat georganiseerd hebben) voor patiënten met een acute en/of onvoorziene wijkverpleegkundige zorg- of ondersteuningsvraag. Het gaat om zorg die ontstaat door een onplanbare vraag die past binnen de aanspraak wijkverpleging en waarvoor het niet mogelijk is om de uren (structureel) op te nemen in het zorgplan. Het zijn handelingen die niet kunnen wachten tot de volgende dag of een tijdstip binnen de reguliere uren (zie bijlage 1 voor de visie van CZ groep op de beschikbaarheidsfunctie en de eisen die wij hieraan verbinden).
Naast generalistische zorg bestaat wijkverpleging uit specialistische zorg. Daarbij maakt CZ groep onderscheid tussen zorg die om infrastructurele redenen geconcen- treerd wordt aangeboden en zorg voor specifieke functies en doelgroepen, waarbij het zinvol is om een aantal taken in een regio of wijk te concentreren bij 1 of enkele zorgaanbieders. Hiervoor is niet zozeer specifieke kennis als wel een zekere schaal nodig.
In 2020 zijn de nieuwe beroepsprofielen, en dus ook het nieuwe beroep van regieverpleegkundige (nu is dat de hbo-verpleegkundige), een feit. Het staat nog niet vast wie direct toegang heeft tot het beroep van regie- verpleegkundige. Afhankelijk van landelijke besluit- vorming kan het zijn dat wij nog aanpassingen moeten doen op het inkoopbeleid.
Minimumeisen voor het leveren van basiszorg Alle zorgaanbieders moeten aantoonbaar (blijven) voldoen aan onderstaande eisen om voor een overeenkomst in aanmerking te komen:
• De kernactiviteit van de zorgaanbieder is het aanbieden van zorg die past binnen de aanspraak wijkverpleging.
• De zorgaanbieder beschikt over minimaal 1 AGB-code voor de zorgregistratie en zorgdeclaratie, waaraan minimaal 1 gekwalificeerde wijkverpleegkundige van minimaal hbo-niveau 5 is gekoppeld6.
• De zorgaanbieder voert periodiek (minimaal elke 2 jaar) een cliënttevredenheidsmeting uit (NPS),
bespreekt de resultaten met de cliëntenraad en stelt gezamenlijk met hen verbeterplannen op.
• De zorgaanbieder heeft een samenwerkingsrelatie met het sociaal domein binnen de gemeenten waarin hij actief is.
• De zorgaanbieder heeft een samenwerkingsrelatie met de huisartsen en de eerste lijn binnen de regio’s en wijken waarin hij actief is.
• De zorgaanbieder heeft voldoende verpleegkundigen van niveau 5 in dienst die de toegang bepalen, indiceren, coördineren en zorgplannen opstellen
en toetsen.
• De zorgaanbieder registreert de doelgroepen conform de landelijke afspraken inzake doelgroepregistratie7 en maakt dit inzichtelijk voor CZ groep.
• De zorgaanbieder heeft aantoonbaar de Governancecode Zorg ingevoerd.
• De zorgaanbieder maakt gebruik van een geautomatiseerd classificatiesysteem voor de inzet, de inhoud en het resultaat van zorg, zoals Omaha, Nanda of Gordon.
• De zorgaanbieder is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel.
• De zorgaanbieder beschikt over een formeel vereiste WTZi-toelating8 voor de levering van wijkverpleging, de verzekerde aanspraak onder de Zvw, en hij voldoet aantoonbaar aan alle voorwaarden daarvoor, tenzij dit op grond van de wet niet langer is vereist.
• De zorgaanbieder voldoet aan de Regeling verslaggeving WTZi.
• De zorgaanbieder voldoet aan de Regeling AO/IC, tenzij dit op grond van wet- en regelgeving niet langer is vereist.
• De zorgaanbieder werkt systematisch aan het verbeteren van de kwaliteit. Hij borgt dit door een werkend kwaliteitssysteem dat landelijk en/of internationaal erkend is en dat gepaard gaat met onafhankelijke toetsing (externe audit). In dit kwaliteitssysteem zijn de landelijke kwaliteitskaders voor de wijkverpleging geïntegreerd.
• De zorgaanbieder beschikt over een gedegen bedrijfsadministratie, waardoor hij indien gevraagd tijdig de gegevens kan verstrekken die de zorgverzekeraar nodig heeft.
• De zorgaanbieder beschikt over een eigen vastgelegd privacybeleid.
6 xxx.xx.xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx/ wijkverpleging/declareren
7 xxx.xx.xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx/ wijkverpleging/declareren
8 In het landelijke Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland wordt de ‘generalist’ ook wel ‘centrale zorgverlener’ genoemd.
• De zorgaanbieder beschikt over een eigen vastgelegde klachtenregeling conform de vereisten uit de Wkkgz.
• De zorgaanbieder handelt volgens de relevante wet- en regelgeving, waaronder de Wkkgz.
• De zorgaanbieder garandeert dat bij elke patiënt maximaal het aantal zorgverleners wordt ingezet dat is opgenomen in onderstaand schema:
3.2 Specialistische zorg met aanvullende eisen op de basisovereenkomst
Als het ziektebeeld te complex of specifiek is of als bijkomende problemen de competenties van de generalist8 en zijn directe team overstijgen, zorgt de wijkverpleegkundige voor opschaling naar een specialist uit het regionale netwerk. CZ groep vertrouwt op de deskundigheid van deze professional om tijdig om ondersteuning, advies of overname te vragen. In zeer complexe situaties is voor de overname van bepaalde zorg specifieke specialistische kennis nodig. CZ groep zet zijn beleid voort en koopt de volgende functies in bij een beperkt aantal zorgaanbieders met een regionale functie: palliatief verpleegkundige, casemanager dementie, regiefunctie complexe wondzorg, (medische) kindzorg en gespecialiseerde verpleging.
3.2.1 Palliatief verpleegkundige
Het kwaliteitskader Palliatieve Zorg uit 2017 vormt de basis voor het zorginkoopbeleid van CZ groep voor palliatieve zorg. Het kwaliteitskader is richtinggevend geschreven en moet bijdragen aan een landelijk, eenduidig beleid om de palliatieve zorg te verbeteren. Hierbij wordt geredeneerd vanuit de wensen en zorgvragen van de patiënt en diens naasten op fysiek, psychologisch, sociaal en spiritueel vlak.
Alle zorgverleners worden in staat geacht om generalistische palliatieve zorg te leveren en zo nodig specialistische ondersteuning in te schakelen. Voor alle zorgverleners geldt dan ook dat zij passende bij- en nascholing volgen om de kwaliteit van zorg te waarborgen. Om toe te werken naar het borgen van de kwaliteit van generalistische palliatieve zorg, vinden wij het van belang dat iedere zorgaanbieder die palliatieve zorg levert zich aansluit bij het regionale Netwerk Palliatieve Zorg (NPZ). Vooruitlopend op het beleid van 2021 verkennen wij de mogelijkheid om een zelfevaluatie- toets9 verplicht te stellen, waarbij per zorgaanbieder een
verbeterplan wordt opgesteld en afgestemd met het NPZ.
Om de zorg in de laatste levensfase te verbeteren, vinden wij het van belang dat 1 centrale zorgverlener de generalistische zorg verleent. Hij vraagt indien nodig ondersteuning aan collega’s met specialistische kennis. De situatie bepaalt welke centrale zorgverlener het best bij de patiënt past.
Er zijn geen scherpe criteria voor het markeren van de start van de stervensfase. In de praktijk gaat het om de laatste dagen voor het overlijden, waarin duidelijk is dat het stervensproces onomkeerbaar is. De vaststelling van de stervensfase gebeurt vooral op basis van goede observatie en klinische ervaring en altijd in overleg
met de (huis)arts. Daarbij is duidelijk aangegeven dat de patiënt een levensverwachting heeft van minder dan
3 maanden.
Om specialistische kennis op het gebied van palliatieve zorg te borgen en beschikbaar te stellen, selecteert
CZ groep hiervoor regionaal zorgaanbieders die aan de volgende eisen voldoen:
• De zorgaanbieder draagt 24 uur per dag, 7 dagen per week zorg voor de beschikbaarheid van verpleegkundigen met deskundigheidsniveau 4 of 5, die bevoegd en bekwaam zijn om palliatieve zorg te bieden (zoals beschreven in de competentiebeschrijving voor verpleegkundigen palliatieve zorg van de V&VN).
• De zorgaanbieder beschikt over een palliatief verpleegkundig consulent die direct betrokken is bij het primaire proces. Deze consulent beschikt over een erkende opleiding palliatieve zorg en beschikt over de benodigde expertise om advies en ondersteuning te kunnen bieden in bijzondere situaties.
• De zorgaanbieder is aangesloten bij het regionale Netwerk Palliatieve Zorg (NPZ).
• Conform de landelijke ontwikkelingen werkt de zorgaanbieder volgens het kwaliteitskader Palliatieve Zorg en de goede voorbeelden van palliatieve zorg10. De zorg wordt geleverd op basis van professionele en geregistreerde richtlijnen, protocollen en zorgpaden.
• De zorgaanbieder werkt nauw samen met huisartsen en werkt volgens de LESA-richtlijnen (Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak).
9 xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxx/xxxxxx/xxxxxx-xxxxxx/0000/00/00/ zelfevaluatie-palliatieve-zorg-beschikbaar
10 xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxx/xxxxx-xxxxxxxxxxx
• Uit het zorgplan blijkt dat de zorgaanbieder mantelzorgers en vrijwilligers actief betrekt bij het zorgproces om 24-uurs toezicht te borgen. De zorgaanbieder maakt hierbij gebruik van VPTZ- vrijwilligers (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg).
Zij bieden ondersteuning, zodat de laatste levensfase zo goed mogelijk doorleefd kan worden. De vrijwilligers kunnen rust en concrete hulp bieden in de zorg die mantelzorgers geven.
• Nazorg is onderdeel van palliatieve zorg. Het gaat hierbij concreet om 1 of 2 gesprekken of telefoontjes met de nabestaanden over het verloop van de palliatieve fase van de overledene en over hoe de begeleiding daarbij door de nabestaanden ervaren is.
We zien veel praktijkvariatie bij de inzet van palliatief terminale zorg (PTZ). Vooral als het gaat om aanwezig- heid en begeleiding, in de vorm van 24-uurs toezicht. Het inzetten van vrijwilligers en goede afstemming met de omgeving kan veelal een oplossing bieden voor het doelmatig inzetten van zorg. Ook is het goed om te kijken welke zorg kan worden georganiseerd vanuit het
Wmo-domein, bijvoorbeeld voor de begeleiding van mensen en de huishoudelijke verzorging van de woning.
CZ groep wil onnodige praktijkvariatie terugdringen. In 2018 hebben wij op basis van spiegelinformatie
gesprekken gevoerd en verbeterafspraken gemaakt met zorgaanbieders die op basis van ureninzet en kosten ondoelmatige zorginzet vertoonden. Deze praktijkvariatie wordt versterkt door de financiering van hospicezorg onder de aanspraak wijkverpleging, daar waar ook de prestatie ELV-palliatief beschikbaar is. Om deze praktijk- variatie verder terug te dringen en daarmee meer gelijkheid te creëren, hanteren we voor 2020 een maximumbedrag per dag voor hospices die minimaal
4 bedden gecentreerd aanbieden en zelf verpleegkundigen en verzorgenden in dienst hebben. Op verzoek kan de zorgaanbieder die voldoet aan de voorwaarden voor een overeenkomst ELV, zijn deel van het budget overhevelen en gebruik maken van de prestatie ELV-palliatief.
3.2.2 Dementie
CZ groep koopt specialistisch casemanagement dementie geoormerkt in bij zorgaanbieders:
• die uitgaan van het generalistenmodel ‘generalistisch als het kan, specialistisch als het moet’;
• bij wie casemanagement wordt uitgevoerd door een specialist, zoals een casemanager dementie;
• met wie ook in 2019 een addendum voor casemanagement dementie is afgesloten;
• die deelnemen aan een regionaal dementienetwerk dat zorg levert in overeenstemming met de meest recente Zorgstandaard Dementie.
CZ groep vindt het belangrijk dat dementienetwerken inzicht hebben in het eigen functioneren ten opzichte van de benchmark en dat zij verbeterpunten achterhalen. Daarom stimuleren we deelname aan de Uitkomst- indicatoren Dementiezorg, uitgevoerd door Xxxxxx.
CZ groep streeft naar goede uitkomsten van zorg voor zijn verzekerden. Daarin spelen dementienetwerken een belangrijke rol. Wij willen interventies aanjagen om de dementienetwerken te verbeteren. Samen met de dementienetwerken in ons kernwerkgebied hebben we via een Netwerk Review Scan in kaart gebracht hoe zij functioneren en georganiseerd zijn. Verbeteringen zijn vooral mogelijk op de onderdelen ICT-systeem, evaluatie vanuit het perspectief van de patiënt en de keten, financiële prestatie en controle. Vanuit onze ervaring in de experimentregio’s11 hebben we tools ontwikkeld die inspelen op deze verbeterpunten12. De bevindingen moeten leiden tot een optimalisatie van het zorgpad.
Aansluitend op de in 2018 opgeleverde meerjarenplannen, verwacht CZ groep dat de vertaling in het jaarplan en de ingezette acties in 2019 worden voortgezet en opgevolgd. CZ groep zal in zijn kernwerkgebieden als preferente zorgverzekeraar de voortgang per netwerk monitoren.
Het jaarplan 2020 en de behaalde resultaten zijn op verzoek inzichtelijk voor verzekeraars en de voortgang hiervan bespreken we minimaal 1 keer per jaar met het Dementienetwerk.
3.2.3 (Regiefunctie) complexe wondzorg
CZ groep vindt een goede samenwerking met ketenpartners in de eerste lijn van groot belang bij de organisatie van complexe wondzorg. Alleen dan kan deze zorg volgens het stepped-care-model georganiseerd worden, met bijvoorbeeld afspraken over het tijdig
door- en terugverwijzen (zie visiedocument Complexe wondzorg). Dat deze aanpak werkt, blijkt uit de aangeleverde data van de gecontracteerde zorgaan- bieders13 over de uitkomsten van de complexe wondzorg. De grootste winst zit in de tijd tussen het ontstaan van een complexe wond en de daadwerkelijke start van de behandeling. Voor een open been (ulcus cruris) is die
tijd sinds 2016 met minimaal 40 dagen afgenomen. Deze aanpak heeft ook een positieve invloed op het genezingsproces. We zien dat de sluitingstijd van complexe wonden afneemt.
De regiefunctie complexe wondzorg betreft de regie van de afstemming, coördinatie en continuïteit van de zorg, zoals ook beschreven in de beleidsregel Regiefunctie complexe wondzorg BR/REG-18103. Op individueel niveau betekent dit: zorgen dat een patiënt de benodigde zorg krijgt en dat die zorg op elkaar is afgestemd op een overzichtelijke, effectieve en efficiënte manier, zodat de patiënt zo onafhankelijk mogelijk kan blijven functioneren. Voor de patiënt is een duidelijk aanspreekpunt wenselijk. In eerste instantie is dit de wijkverpleegkundige of de huisarts. Na 4 weken is dit de wondregisseur die de regiefunctie complexe wondzorg uitvoert.
CZ groep hanteert ook komend jaar onderstaande (kwaliteits)eisen voor de wondregisseur die de regiefunctie complexe wondzorg uitvoert.
Daarmee sluiten we aan bij de kwaliteitsstandaard van de organisatie van de complexe wondzorg, met 1 uitzondering:
CZ groep vindt dat ook een hbo+-geschoolde professional (wondzorgconsulent) de functie van wondregisseur kan vervullen. De kwaliteitseisen voor de wondregisseur zijn:
• De wondregisseur is een hbo-opgeleide verpleegkundige met minimaal een van de volgende aanvullende opleidingen en/of werkervaring:
• post-hbo-opleiding tot decubitus- en wondconsulent (Rotterdam), of
• een vergelijkbare opleiding, ter beoordeling door CZ groep, of
• verpleegkundig specialist met minimaal 2 jaar werkervaring in de complexe wondzorg.
• De wondregisseur is bekwaam om een doppleronderzoek uit te voeren en een enkel-arm-index te bepalen.
• De wondregisseur zorgt ervoor dat de kennis en kunde van de overige betrokken medewerkers up-to-date is volgens de landelijke en/of regionale protocollen, standaarden en afspraken. De wondregisseur heeft hierbij ook aandacht voor de mantelzorg, die al dan niet participeert in de wondzorg door een deel van de zorg over te nemen.
11 In de regio’s Maastricht Heuvelland, Moerdijk en Zeeland heeft CZ groep samen met de zorgverleners in deze netwerken een regionale vertaling van de patiëntreis gemaakt en verbeterpunten opgepakt via een traject zorgpadoptimalisatie.
12 xxx.xx.xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxx-xxxxxx-xxx- toekomstbestendige-dementiezorg
13 Zorgaanbieders wijkverpleging waar CZ groep de regiefunctie complexe wondzorg inkoopt registreren alle complexe wonden in beeld en geschrift.
• De wondregisseur maakt procedureafspraken met de ketenpartners.
• De wondregisseur is verantwoordelijk voor de registratie van de wondbehandeling en ziet toe op de handhaving van de protocollen en de opvolging van andere procedures in de keten. De eisen die CZ groep stelt aan de monitor volgen uit de vragenlijst complexe wondzorg, zie bijlage 2.
• De wondregisseur bepaalt door welke organisatie de wond kan worden behandeld: mantelzorg, thuiszorg, expertisenetwerk of de tweede lijn.
• De wondregisseur is verantwoordelijk voor het opvolgen van het protocol en de bewaking van de vorderingen in het genezingsproces. Ook als de behandelaar een andere zorgverlener is.
• De wondregisseur stelt een behandelplan op aan de hand van het passende protocol van het type wond. Ook als de wond door de mantelzorgers en/of de thuiszorg verzorgd kan worden.
• De wondregisseur is verantwoordelijk voor het doelmatig en kostenefficiënt inzetten van wondverbandmiddelen.
Daarnaast stelt CZ groep als voorwaarde dat alle wonden in beeld en geschrift worden geregistreerd conform de vragenlijst opgenomen in bijlage 2. Deze vragenlijst is ook te vinden op onze website. De informatie uit de spiegel- rapportage gaan we gebruiken om een verdiepingsslag te maken op het huidige beleid.
De aanlevering van de specifieke uitvraag voor klant- tevredenheid komt te vervallen. We hopen aansluiting te vinden bij het kwaliteitskader wijkverpleging dat in ontwikkeling is en adviseren zorgaanbieders om de patiënttevredenheid te blijven meten voor eigen gebruik (voor verbetering van de complexe wondzorg).
3.2.4 Kindzorg
Kinderen ontvangen zorg onder de Zorgverzekeringswet als deze zorg in hoofdlijnen medisch van aard is en het gevolg van lichamelijke problemen of een lichamelijke handicap. Voor kindzorg wordt de indicatie en de organisatie van de zorg geregeld door een kinderverpleegkundige van niveau 5 of door een verpleegkundig specialist.
Ten behoeve van het indiceren van zorg wordt uit gegaan van de gewenste situatie binnen het gezin waarbij zowel ouders als kind zoveel mogelijk in hun zelfredzaamheid worden ondersteund. Hierbij wordt waar nodig zorg geleverd vanuit het juiste domein.
Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg (IKZ)
Als een ziekenhuisopname niet nodig of wenselijk is, maar er thuis geen adequate zorg kan worden geleverd, kan een verblijf op een locatie met IKZ geïndiceerd worden. Voorwaarde daarvoor is dat er sprake is van een ‘medische noodzaak in verband met geneeskundige zorg’. Er zijn 2 soorten verblijf: een verpleegkundig kinderdagverblijf en een verpleegkundig kinderzorghuis. Beide soorten zijn geënt op zorglevering op specifieke locaties, die zijn ingericht op ‘de zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden’.
CZ groep hanteert in 2020, net als in 2019, de volgende eisen voor de inkoop van (medische) kindzorg bij complexe lichamelijke problemen of een lichamelijke handicap waarbij behoefte is aan permanent toezicht of 24 uurs zorg in de nabijheid, in combinatie met specifieke verpleegkundige handelingen, verpleeg- kundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg:
• De zorgaanbieder werkt nauw samen met alle betrokken disciplines, zoals het ziekenhuis, de kinderarts, de huisarts, de fysiotherapeut, het consultatiebureau, de centra voor thuisbeademing, de medische kinderdagverblijven, de kinderthuiszorg en de hospices.
• De zorgaanbieder gebruikt de Hulpbehoeftescan14.
Deze scan brengt de eigen mogelijkheden
(de zelfredzaamheid) van het gezin, de mogelijke knelpunten voor de 4 kinderleefdomeinen en de gewenste professionele ondersteuning in kaart.
• De zorgaanbieder stemt de indicatie af op het verloop van de ziekte en de draagkracht/draaglastverhouding van het gezin15.
• De zorg is met alle betrokken disciplines afgestemd en verankerd in het zorgplan. De zorg richt zich op het toewerken naar een zo groot mogelijke zelfredzaamheid van de ouders en sluit aan bij de 4 kinderleefdomeinen die in kaart zijn gebracht met de Hulpbehoeftescan.
• De zorgaanbieder heeft een cliëntenraad/ouderraad.
• De zorg wordt geleverd door (kinder)verpleegkundigen die speciaal hiervoor zijn opgeleid.
• De zorgaanbieder is in het bezit van een pedagogisch plan en handelt conform dit plan.
14 xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx-xxxxxxxxx/ in-vier-fasen-naar-goede-zorg-voor-kind-en-gezin/fase-2
15 Rapport ‘Ernstig zieke kinderen hebben recht op gezonde zorg’, 2013.
Daarbij verwachten wij van zorgaanbieders die kinderpalliatieve zorg leveren, dat zij zich committeren aan de richtlijnen voor palliatieve zorg bij kinderen16.
• De zorgaanbieder kan alle persoonlijke en gespeciali- seerde verpleegkundige zorg leveren voor thuis- wonende kinderen en/of voor de dagopvang of het verblijf in het kader van de intensieve kindzorg. De (wijk) verpleegkundigen zijn hiervoor speciaal opgeleid en zijn 24 uur per dag beschikbaar, op afspraak en op afroep.
3.2.5 Gespecialiseerde verpleging
Het doel van gespecialiseerde verpleging is het uitvoeren van gespecialiseerde verpleegkundige handelingen die het herstel bevorderen, verergering van de ziekte of aandoening voorkomen en/of verlichting van lijden en ongemak bieden. Gespecialiseerde verpleging wordt geleverd door een verpleegkundige van niveau 4 of 5 die (actueel) geschoold is in medisch-technische handelingen.
De zorg vindt plaats op verzoek van de huisarts en wordt onder zijn regie uitgevoerd. Daarnaast worden in het zorgplan de specifieke activiteiten inhoudelijk benoemd en onderbouwd, en is zichtbaar welk niveau de betreffen- de zorgverlener heeft. Met zorgaanbieders die in 2019 geen afspraken hebben voor gespecialiseerde verpleging en met nieuwe zorgaanbieders, maken we voor 2020 geen afspraken. Als de zorg én de verpleging vanuit het zieken- huis worden georganiseerd en geleverd (oud-MSVT), dan rekenen we de verpleging tot de medisch specialistische zorg en is de medisch specialist zorginhoudelijk en financieel verantwoordelijk.
Om de toegankelijkheid van de zorg te waarborgen, moeten we steeds vaker expliciete keuzes maken over de locatie waar specifieke zorg wordt aangeboden. ‘De juiste zorg op de juiste plek’ is daarbij een actueel thema. CZ groep stimuleert initiatieven in het kader van ‘de juiste zorg op de juiste plek’, onder meer via substitutie van medisch specialistische zorg naar huisartsenzorg en via effectieve inzet van wijkverpleging. CZ groep voelt zich hierbij verantwoordelijk om de balans te houden tussen kosten, kwaliteit en toegankelijkheid.
Substitutie vindt al in verschillende vormen plaats: van samenwerking in een ‘anderhalvelijnscentrum’ en virtuele samenwerking met ondersteuning van e-health tot volledige overdracht van zorgactiviteiten van de tweede naar de eerste lijn.
Voor CZ groep zijn de volgende uitgangspunten leidend bij de implementatie van substitutieafspraken:
• De toegankelijkheid en kwaliteit van zorg moeten gewaarborgd blijven.
• Zorg wordt geleverd door de juiste zorgverlener. Dat wil zeggen dat de zorgverlener over de juiste competenties beschikt om de (diagnostische en therapeutische) zorg te kunnen leveren en dat hij de richtlijnen van de beroepsgroepen hanteert.
• Zorg wordt geleverd op de juiste plek. Dat wil zeggen daar waar de juiste faciliteiten beschikbaar zijn om goede zorg aan cliënten te leveren.
• Substitutie kan plaatsvinden van de tweede naar de eerste lijn of omgekeerd. Daarbij moet de kwaliteit minimaal gelijk blijven en de zorg moet tegen hetzelfde of een lager tarief worden uitgevoerd, waarbij het budget meegaat met de cliënt.
• Medisch specialisten en huisartsen werken samen en maken afspraken over de regie op de zorgverlening die in de eerste en tweede lijn plaatsvindt.
• Om het zorgproces voor een specifieke cliëntengroep te optimaliseren, zijn er concrete zorginhoudelijke samenwerkingsafspraken over kwaliteit, veiligheid en continuïteit van zorg gemaakt tussen de desbetreffende beroepsbeoefenaren in de eerste- en tweedelijnszorg.
• Substitutie wordt alleen gestimuleerd als er geen capaciteitsproblemen zijn in de wijkverpleging.
Zorg dichtbij betekent ook: de patiënt betrekken bij zijn keuze voor behandeling. Wij zien bij kwetsbare ouderen dat er nog verbeterslagen gemaakt kunnen worden in het samen beslissen, bijvoorbeeld over de keuze tussen een nierfunctievervangende behandeling of een conservatieve behandeling. CZ groep wil dat patiënten een behandeling op maat krijgen en dat ze op basis van goede informatie keuzes kunnen maken die passen bij hun eigen situatie. Met My Best Treatment (MBT) streven we naar een meer persoonsgerichte aanpak van samen beslissen, door de inzet van medische beslisonder- steuning. Dit draagt onder andere bij aan de zelfredzaamheid van de patiënt in de thuissituatie.
Aan de hand van bovenstaande uitgangspunten beschrijven we een voorbeeld van peritoneale dialyse in de thuissituatie. Peritoneale dialyse in de thuissituatie wordt gestimuleerd als:
16 xxx.xxx.xx/Xxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx/Xxxxxxx/xxxxxxxXxxx/ ArticleView/articleId/894/Palliatieve-zorg-voor-kinderen
• de handeling kan worden aangeleerd aan cliënt en/of diens mantelzorger;
• de cliënt mobiel genoeg is en/of voldoende mantelzorgers heeft om te helpen;
• de handeling in de thuissituatie onder de aanspraak wijkverpleging valt waarbij het dus gaat om ‘zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden’, zoals het aan- en afsluiten van een shunt waarna de cliënt de dialyse zelf kan uitvoeren;
• een medisch specialist goedkeuring geeft aan de cliënt dat hij de zorg thuis zelf gaat doen;
• het aanleren in eerste instantie in het ziekenhuis plaatsvindt;
• na overdracht van de cliënt de Diagnose Behandel Combinatie (DBC) in het ziekenhuis gesloten wordt;
• er tussen medisch specialist en huisarts samenwerkingsafspraken zijn over de regievoering;
• er specifieke zorginhoudelijke afspraken met een zorgaanbieder zijn gemaakt over het optimaliseren van het zorgproces voor deze doelgroep;
• er in de regio geen capaciteitsproblemen zijn voor wijkverpleging.
3.3 Regionale functies
Voor een doelmatige organisatie van de wijkverpleging is het zinvol om een aantal taken in een regio of wijk te concentreren bij 1 of enkele zorgaanbieders. Het gaat dan om specifieke functies waarvoor een infrastructuur nodig is, zoals bij onplanbare zorg, pgb-indicatiestelling en preventie op wijkniveau. Hiervoor is niet zozeer specifieke kennis als wel een zekere schaal nodig. Voor deze zorg zet CZ groep zijn beleid voort. Dit betekent dat we deze zorg bij een beperkt aantal zorgaanbieders inkopen, zodat per regio (wijk/gemeente/gebied) een duidelijk aanspreekpunt ontstaat.
Van deze zorgaanbieders verwachten wij dat ze in staat zijn een voortrekkersrol op zich te nemen. Zij borgen de zorginfrastructuur voor de specifieke functies zoals:
• de pgb-indicatiestelling;
• preventie op wijkniveau;
• het vervullen van een voortrekkersrol in het samen met elkaar (efficiënt) organiseren van de beschikbaarheid van zorg op alle momenten en in alle situaties.
Zorgaanbieders met wie we de regionale functies afspreken:
• leveren de specialistische functies zoals genoemd in paragraaf 3.2 (met uitzondering van kindzorg), zodat zij in elke situatie passende zorg kunnen organiseren;
• zijn goed ingebed in de regionale structuur en kunnen de zorg dankzij hun schaalgrootte doelmatig en kwalitatief goed organiseren;
• vervullen een duidelijke netwerkrol binnen de regio;
• hebben goede afspraken met de gemeenten in de regio over preventie en samenwerking met het wijkteam.
CZ groep wil per regio bekijken welke zorgaanbieders een regionale systeemfunctie vervullen en zet daarbij in op de continuïteit van bestaande structuren, afspraken en ketenvorming. We nemen dit onderwerp mee in de inkoopgesprekken om vast te stellen of bovengenoemde zaken voldoende geborgd zijn en om maatwerkafspraken te maken die een passende invulling geven aan de lokale situatie. Zo willen we toewerken naar regionaal georganiseerde zorgketens, waarbij er sprake is van 1 aanspreekpunt in de wijk.
3.3.1 Pgb-indicatiestelling
CZ groep koopt de prestatie pgb-indicatiestelling voor 2020 in bij een klein aantal gecontracteerde zorgaanbieders die zich hierin transparant en toetsbaar opstellen. Bij voorkeur zetten we de samenwerking voort met zorgaanbieders die hier in 2019 ook een overeenkomst voor hebben. Zo willen we voor onze verzekerden een duidelijk aanspreekpunt creëren. Bij de pgb- indicatiestelling geldt, net als bij naturazorg, dat sturen op eigen kracht en de betrokkenheid van mantelzorg belangrijk is. Ook geldt het normenkader van de V&VN.
In 2019 verstrekken wij spiegelinformatie aan zorgaanbieders over de pgb-indicaties die zij stellen. Als op basis daarvan blijkt dat een zorgaanbieder structureel veel meer zorg indiceert dan andere zorgaanbieders, verwachten wij een plan van aanpak om de hoogte van de indicaties terug te brengen naar een gemiddeld niveau.
Als een zorgaanbieder het opvolgende jaar slecht blijft presteren op het gebied van pgb-indicatiestelling, kan dit ertoe leiden dat CZ groep deze zorgaanbieder hiervoor niet meer contracteert. De verzekerde die aangeeft dat zijn voorkeur uitgaat naar een pgb als leveringsvorm, moet hiervoor een aanvraag bij CZ groep indienen. Voor het pgb- beleid en de aanvraag van een pgb-budget verwijzen we naar het meest recente pgb-reglement op onze website: xxx.xx.xx/xxxxxxxxxxxx/xxx-xxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxxxx.
Bij de overweging van pgb als al dan niet best passende vorm voor wijkverpleging, wordt rekening gehouden met de prognose van het ziektebeeld van het kind en de zelfredzaamheid van ouders en kind in de toekomst. In die overweging neemt de wijkverpleegkundige ook de mogelijkheid mee om een deel door een formele zorgverlener uit te laten voeren.
3.3.2 Preventie op wijkniveau
Een goede samenwerking tussen de wijkverpleging en het sociale domein is van belang om (zwaardere)
zorg- en hulpvragen te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen. Samenwerking tussen beide domeinen, bijvoorbeeld door samen te investeren in (zorg- gerelateerde) preventie en vroegsignalering, kan de
inzet van dure vormen van zorg verminderen, vooral bij mensen met een gezondheidsrisico zoals chronisch zieken en ouderen. Een voorbeeld is het samen tijdig signaleren van problemen bij bepaalde doelgroepen (zoals overbelaste mantelzorgers). De toename van het aantal kwetsbare en chronisch zieke mensen die langer thuis blijven wonen, maakt de preventieve taken van de wijkverpleegkundige in samenwerking met het sociale domein steeds belangrijker. De wijkverpleegkundige kan de regie op zich nemen voor het realiseren van een gezonde wijk. Zij kent de wijk, weet waar de hulpvragen vandaan komen en kan de verschillende domeinen met elkaar verbinden.
Er zijn verschillende activiteiten die vallen onder preventie op wijkniveau:
1 De wijkverpleegkundige is het gezicht in de wijk
Ze doet aan case finding: naar aanleiding van een
‘zorgsignaal’ van bijvoorbeeld de gemeente, de huisarts, een buurtbewoner of de kerk, gaat zij langs bij mensen die nog geen wijkverpleegkundige zorg ontvangen (zoals zorgmijders). De wijkverpleegkundige signaleert vervolgens wat er aan de hand is en verwijst indien nodig door. Deze taak is niet alleen voorbehouden aan specifieke wijkverpleegkundigen; elke wijkverpleeg- kundige kan op signalen afgaan.
Het gaat er voornamelijk om dat zij voor andere partijen het gezicht is in de wijk. Om de samenhang tussen zorg en ondersteuning te borgen, kan een specifieke wijkverpleegkundige structureel deelnemen aan het sociaal wijkteam. Zo kunnen relaties worden opgebouwd en blijven de lijntjes met de gemeente, huisartsen en andere (zorg)partners in de wijk kort. Een goede onderlinge vertrouwensrelatie is van belang voor het uitwisselen van signalen, het leren kennen van elkaars domein, het afstemmen bij multiproblematiek in de wijk en het samenwerken in een gedegen ketenaanpak.
2 De wijkverpleegkundige werkt samen met de gemeente aan preventie in de wijk
De wijkverpleegkundige pakt preventieve activiteiten of projecten op, in samenwerking met de gemeente en eventueel andere partijen in de wijk. Voorbeelden hiervan zijn:
• wijkvoorlichting geven over veelvoorkomende ziektebeelden of problematiek (bijvoorbeeld alcoholverslaving);
• in kaart brengen van de zelf- en samenredzaamheid in bepaalde wijken;
• samen met de gemeente wijkvoorlichting geven over hulpmiddelen, valpreventie, woningaanpassingen, veilig thuis wonen of mantelzorgondersteuning;
• organiseren van netwerkbijeenkomsten met bijvoorbeeld gemeenten, casemanagers, politie, GGD, GHOR, GGZ en GZ;
• meewerken aan een Alzheimercafé.
3 De wijkverpleegkundige versterkt de relatie tussen de huisarts, wijkverpleging en de gemeente
Om zorg op maat te kunnen leveren, moet er op alle levensdomeinen van inwoners ondersteuning en zorg geboden kunnen worden. De huisarts en de praktijkondersteuner (POH) kunnen deze integrale ondersteuning, in samenspraak met wijkverpleeg-
kundigen, niet alleen bieden. Op het moment dat er (ook) sociale problematiek speelt, zoals vereenzaming, gebrek aan zingeving en zelfverwaarlozing, is samenwerking
met en verwijzen naar sociaal werk, het sociaal wijkteam of vrijwilligerswerk geboden. De wijkverpleegkundige verbindt huisartsen/praktijkondersteuners en het sociaal domein met elkaar.
De wijkverpleegkundige is een bekend en duidelijk aanspreekpunt in de wijk. Zij heeft een actieve rol in het wijkteam, pakt samen met de gemeente de preventie in de wijk op, maakt de verbinding tussen de huisarts en het sociale domein en werkt white label. CZ groep maakt per regio afspraken met een klein aantal zorgaanbieders over welke preventieve activiteiten zij ondernemen. Met nieuwe zorgaanbieders en zorgaanbieders die in 2019 geen afspraken hebben voor wijkgericht werken, maken we voor 2020 geen afspraken, tenzij uit de evaluatie van de huidige afspraken blijkt dat een nieuwe zorgaanbieder wenselijk is. Net als in voorgaande jaren vragen wij in 2020 aan zorgaanbieders die een addendum hebben voor preventie op wijkniveau, om zich uiterlijk 1 oktober van het desbetreffende jaar te verantwoorden over de activiteiten die de wijkverpleegkundigen hebben ondernomen. De zorgaanbieder moet hiervoor een aantal vragen over bovenstaande 3 onderdelen laten beantwoorden door de wijkverpleegkundige die verantwoordelijk is voor preventie op wijkniveau in
die gemeente.
Het beschikbare budget voor preventie in de wijk is gebaseerd op het aantal CZ groep-verzekerden van 65 jaar en ouder. Met zorgaanbieders die een addendum hebben voor preventie op wijkniveau, maken wij afspraken over dit gemaximeerde budget per gemeente en de verwerking daarvan in de productieafspraken voor 2020.
3.3.3 Regionale ketenzorg
Een (klein) aantal zorgaanbieders fungeert als vangnet of neemt een voortrekkersrol in het regionaal organiseren van ketens en samenwerkingsvormen. Als zij zorg leveren op basis van lage gemiddelde kosten en een goede kwaliteit (zie paragraaf 3.5) en in voorgaande jaren hebben laten zien een betrouwbare partner te zijn voor CZ groep, dan spreken we conform het waardemodel ook een passende financiering af.
Aanvullend op regionale ketenzorg gaan wij in 2019, samen met ziekenhuizen en VVT-zorgaanbieders, in een aantal regio’s kijken naar de praktijkvariatie van in- en uitstroom tussen GRZ, ELV en wijkverpleging.
3.4 Uitsluitingen
Niet alle zorgaanbieders komen in aanmerking voor een overeenkomst 2019 met CZ groep. Dit geldt in ieder geval voor de zorgaanbieder:
• die in staat van faillissement of van liquidatie verkeert, wiens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens wie een surseance van betaling of een akkoord geldt of die in een andere vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die voorkomt in de op hem van toepassing zijnde wet- of regelgeving van een lidstaat van de EU;
• wiens faillissement of liquidatie is aangevraagd of tegen wie een procedure aanhangig is gemaakt van surseance van betaling of akkoord, of een andere soortgelijke procedure die voorkomt in van toepassing zijnde wet- of regelgeving van een lidstaat van de EU;
• die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij is gevestigd of van Nederland;
• die zich schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die voor de overeenkomst (kunnen) worden verlangd, of de
voor de overeenkomst relevante inlichtingen niet heeft verstrekt;
• waarbij een integriteitsonderzoek beletselen oplevert.
3.5 Waardegedreven inkoop van wijkverpleging
CZ groep definieert goede zorg als zorg die zo veel mogelijk waarde oplevert voor de verzekerde. De zorgdoelstellingen in het totale zorgtraject worden gehaald met een hoge kwaliteit van zorg en tegen lage kosten. Daarom is ons beleid voor wijkverpleging erop gericht om zorg in te kopen bij zorgaanbieders die inzetten op hoge kwaliteit én kostenbeheersing.
CZ groep voert een benchmark uit op regio- en zorgaan- biederniveau. Per regio brengen we de verschillen in kaart, zoals het aantal verzekerden dat zorg ontvangt en hun zorgverbruik. De benchmark op zorgaanbiederniveau geeft inzicht in de kwaliteit, de gemiddelde kosten per verzekerde en de gemiddelde zorgduur. Ook brengt deze benchmark onverklaarbare praktijkvariatie en de verschillen in het aandeel verzekerden per regio in beeld.
€ 100.000. Zorgaanbieders die voor 2019 een lagere productieafspraak krijgen, beoordelen we niet omdat we met hen alleen een prijsafspraak maken.
Hieronder beschrijven we uit welke onderdelen onze benchmark bestaat.
Kosten
Gemiddelde kosten per cliënt per doelgroep
Op het gebied van kosteneffectiviteit gaan wij zorg- aanbieders scoren ten opzichte van het CZ groep landelijk gemiddelde van de gecontracteerde zorgaanbieders wijkverpleging. Hierbij baseren we ons in 2020 op de doelgroepinformatie die sinds 2017 wordt meegeleverd in de declaraties. Verzekerden onder de 18
jaar nemen we niet mee in de weging van het waardemodel.
Outliers
In de benchmark voor de kosteneffectiviteit nemen we ook het aandeel patiënten mee bij wie de zorgkosten extreem afwijken van de gemiddelde kosten van de doelgroep. De uitkomsten hiervan worden meegewogen in de beoordeling.
Opnameratio
Naast de kosten per patiënt is ook het relatieve aantal patiënten dat in zorg is van invloed op de totale kosten van de wijkverpleging. CZ groep neemt daarom ook het totale gebruik van de wijkverpleging in de regio mee. Hiervoor berekenen we per zorgkantoorregio hoeveel CZ groep-verzekerden wijkverpleging ontvangen ten
Percentage ingeschreven in kwaliteitsregister
Raamwerk van de waardemonitor
Waarde van geleverde
zorg
Aantal FTE niveau 5/6 op totaal aantal fte
wjkverpleging
NPS
Resultaat
Patiënt- gerichtheid
Aandeel patiënten waarbij de NPS is afgenomen
Kwaliteit
Gemiddelde kosten per cliënt per doelgroep
Opnameratio
Kosten
per eenheid
Hoeveelheid zorg
Outliers
Kosten
Kwaliteit
Resultaat
Omdat directe uitkomsten (nog) niet of nauwelijks gemeten worden in de wijkverpleging, vragen we op dit punt naar zaken die de uitkomsten naar onze mening positief beïnvloeden:
• Het percentage verpleegkundigen en verzorgenden (in dienst of ingehuurd) dat staat ingeschreven in het Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. De kwaliteit van zorg is namelijk beter geborgd bij een verpleegkundige of verzorgende die beschikt over actuele deskundigheid en bekwaamheid. Door inschrijving en herregistratie in het Kwaliteitsregister V&VN geeft een verpleegkundige of verzorgende aan zich te committeren aan de beroepsnorm Deskundigheidsbevordering. Daarnaast biedt het individueel portfolio van het Kwaliteitsregister de mogelijkheid voor verpleegkundigen en verzorgenden om in gesprek te gaan met de werkgever over hun bekwaamheid rondom (voorbehouden of risicovolle) handelingen.
• Het aantal fte verpleegkundigen van niveau 5 (of hoger) op het totale aantal fte wijkverpleging. Hbo- opgeleide verpleegkundigen van niveau 5 hebben een centrale rol in het leveren van goede wijkverpleegkundige zorg. Een gewogen disciplinemix met voldoende verpleegkundigen van niveau 5 waarborgt een goede zorgvraaganalyse, ondersteuning naar zelfredzaamheid en een samenwerking met andere disciplines en domeinen.
Patiëntgerichtheid
• Voor de patiëntgerichtheid baseren wij ons op de aantallen uit de Net Promotor Score (NPS). Voor het berekenen van de NPS gaan we uit van (een variant op) de vraag: ‘Hoe waarschijnlijk is het dat u organisatie X zou aanbevelen aan een vriend of kennis?’. De NPS hoeft niet per definitie uit de CQ-I gehaald te worden.
Als de zorgaanbieder een ander, meer relevant cliënttevredenheidsonderzoek heeft uitgevoerd, mag dit ook worden gebruikt. Wij vragen om de uiteindelijke NPS, maar ook om de aantallen die ten grondslag liggen aan de berekening daarvan. De steekproef moet aselect uitgevoerd zijn en representatief zijn voor de hele patiëntenpopulatie in zorg. Aan de hand van de NPS kennen we punten toe voor de uiteindelijke score.
• We vinden actief beleid voor het ophalen van patiëntwaarderingen belangrijk, omdat ervaringen van patiënten gebruikt kunnen worden bij het verbeteren van de zorg. Daarom is het aandeel patiënten waarbij de NPS is afgenomen, een indicator in ons waardemodel.
Totale score
Op basis van de score worden zorgaanbieders ingedeeld in categorie A, B of C. Aan deze categorieën zijn ontwikkelscenario’s gekoppeld (groeiscenario, gelijkblijvend scenario of krimpscenario). CZ groep werkt dit model momenteel verder uit en informeert zorgaanbieders hierover in de aanbiedingsbrief bij de productievoorstellen 2020. De weging tussen kosten en kwaliteit leidt voor 2020 tot de volgende uitkomsten:
• Zorgaanbieders die vallen in categorie A, komen voor 2020 in aanmerking voor volumegroei.
• Zorgaanbieders die vallen in categorie B, komen voor 2020 niet in aanmerking voor volumegroei.
• Zorgaanbieders die vallen in categorie C, krijgen voor 2020 1% prijsafslag en komen niet in aanmerking voor volumegroei.
Aanlevering
Alle zorgaanbieders krijgen tussen 1 en 31 mei 2019 de gelegenheid om deze kwaliteitsinformatie digitaal aan te leveren via de uitvraagmodule in het VECOZO Zorginkoopportaal.
Om deze diensten te kunnen gebruiken, is een juist en geldig certificaat vereist (zie voor meer informatie: (xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/). Alle informatie die na 31 mei binnenkomt, kunnen wij niet meer meenemen in onze beoordeling. Het is ook niet mogelijk om eerder aangeleverde data te wijzigen na 31 mei 2019.
Zorgaanbieders die geen kwaliteitsaanvraag uploaden tussen 1 en 31 mei 2019 krijgen geen punten toegekend en worden automatisch ingedeeld in categorie C.
3.6 Zorgvernieuwing en e-health
De urgentie om te investeren in e-health wordt steeds meer zichtbaar en gevoeld. Professionals binnen de ouderenzorg vinden digitale toepassingen wenselijk en noodzakelijk, maar toch blijft het gebruik van deze toepassingen achter. Voorop staat dat e-health een meerwaarde voor de cliënt (en mantelzorger) oplevert, als het gaat om langer thuis kunnen blijven wonen,
de mogelijkheid tot zelfmanagement en behoud van kwaliteit van leven. Daarnaast kan e-health een antwoord zijn op de arbeidsmarktkrapte en een bijdrage leveren aan het beschikbaar houden van zorg. Bovendien kunnen
e-health-toepassingen het beroep van wijkverpleeg- kundige aantrekkelijker maken, de werkdruk verlagen en ruimte bieden voor betekenisvolle zorg.
Er zijn al diverse e-health-toepassingen beschikbaar en in ontwikkeling. Denk aan Medido, digitale dubbele medicatiecontrole, beeldbellen en het implementeren van sensortechnologie bij Leefstijlmonitoring.
Toch werken nog niet veel zorgaanbieders hiermee, omdat het hen te weinig oplevert of omdat de implementatie lastig is. Wij willen ervoor zorgen dat
e-health-toepassingen geheel worden geïntegreerd en structureel onderdeel gaan uitmaken van het zorgproces. Uit al afgeronde projecten zoals Leefstijlmonitoring, blijkt dat het effect niet altijd in de Zorgverzekeringswet zichtbaar is, maar juist in een ander domein. Daarom zijn samenwerking en afspraken over domeinen heen nodig.
Om de inzet van e-health te stimuleren wil CZ groep graag samen met zorgaanbieders komen tot een addendum, waarin de noodzakelijke randvoorwaarden geborgd worden voor kansrijke toepassingen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een meerjarenafspraak met daarin een shared savings-constructie. Of om deelname aan innovatieclusters in het kader van de SET-regeling17.
Een toepassing is kansrijk als aangetoond kan worden dat het effect heeft op de onderdelen: declarabele zorgkosten, organisatiekosten, klinische kwaliteit van zorg, patiënt- tevredenheid, technische en fysieke toegankelijkheid.
Onder kansrijk verstaan wij ook dat het gaat om een bepaald volume ten opzichte van de totale cliëntpopulatie.
Om dit doel te bereiken, daagt CZ groep zorgaanbieders binnen alle sectoren uit om goede ideeën en concrete plannen met de zorginkoper te delen. In het plan moet duidelijk staan welke toepassingen gebruikt gaan worden en hoe het inzetten van e-health leidt tot een
daling van de zorguren bij de verzekerden. Het plan moet een businesscase bevatten waarin de doelmatigheid wordt aangetoond in de zin van besparing op zorguren en opbrengsten. De verwachting is dat de inzet van e-health effect heeft op de patiënt (welke waarde wordt er toegevoegd?) en de hulpverlener (welke bijdrage levert de oplossing voor de arbeidsmarktproblematiek?) en dat het leidt tot een daling van de zorgkosten. Uiteraard moet de businesscase SMART (Specifiek, Meetbaar, Realistisch, Acceptabel en Tijdsgebonden) zijn.
3.7 Toegankelijkheid
Uitgangspunt bij de zorgcontractering is dat de zorg gespreid over het jaar wordt aangeboden. Immers, zonder een vorm van spreiding is het risico op overschrijding groot. Temporisering en/of anders organiseren van bepaalde vormen van zorg is daarom soms onvermijdelijk. Vanzelfsprekend moeten de consequenties hiervan minimaal en algemeen aanvaardbaar zijn, en niet ten koste gaan van de kwaliteit van de zorg.
De zorgaanbieder kan deze afwegingen, hoe lastig ook, het beste maken. Hij heeft zicht op de aard en urgentie van de zorgvraag.
CZ groep wil zijn verzekerden voldoende toegang tot wijkverpleging bieden. Het is aan de zorgaanbieder om binnen 3 werkdagen contact op te nemen met de verzekerde die zich bij hem heeft gemeld. De zorg- vraaganalyse moet vervolgens binnen 1 week plaatsvinden en de zorgverlening moet binnen 1 week daarna starten, of eerder als de wijkverpleegkundige dat nodig vindt. Door het versterken van zelfmanagement, het realiseren van ketenzorg en substitutie tussen de eerste en tweede lijn, wordt de zorg niet alleen goedkoper, maar kunnen de zorgverleners zich beter richten op hun kerntaken.
Als de zorgaanbieder geen zorg kan leveren binnen de Treeknorm, moet hij een passende oplossing voor de verzekerde zoeken en als dat niet lukt contact opnemen met het CZ-zorgteam.
De toenemende gevolgen van de arbeidsmarkt- problematiek vragen om meer afstemming met de
17 xxx.xxx.xx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/ stimuleringsregeling-ehealth-thuis-set
Zorgplicht
Een cliënt die al zorg ontvangt van een zorgaanbieder heeft recht op continuïteit van zorg, ook als de zorgaanbieder het omzetplafond heeft bereikt of als de zorgvraag verandert. Dit betekent onder andere dat de zorgaanbieder borgt dat de cliënt, bijvoorbeeld na een tijdelijke ziekenhuisopname, de zorg weer thuis kan ontvangen, ook als de zorgvraag (al dan niet tijdelijk) is verzwaard. Als de zorgvraag zodanig verandert dat de desbetreffende zorgaanbieder de zorg inhoudelijk niet meer verantwoord kan leveren, is die zorgaanbieder verantwoordelijk voor het vinden van een andere geschikte en gecontracteerde zorgaanbieder. Tot die tijd mag de zorg niet worden stopgezet.
Diversiteitsbeleid
Iemands levensbeschouwelijke overtuiging, culturele achtergrond of godsdienstige gezindheid kan van invloed zijn op de manier waarop hij in contact wil staan met zorgverleners of zorg af wil nemen. Wij vinden het belangrijk dat de zorgaanbieder daar bij de invulling van de zorgvraag zo veel mogelijk rekening mee houdt.
Proces contractering 2020
CZ groep maakt bij het aanbieden van een overeenkomst met (potentiële) contractpartners voor wijkverpleging een onderscheid tussen bestaande zorgaanbieders, nieuwe zorgaanbieders en zzp’ers.
Bestaande zorgaanbieders
Bestaande zorgaanbieders zijn zorgaanbieders die in 2019 een eenjarige of meerjarige overeenkomst hebben gesloten met CZ groep en op basis daarvan zorg hebben gedeclareerd. CZ groep biedt per zorgaanbieder 1 overeenkomst aan. Voor bestaande zorgaanbieders met een meerjarige overeenkomst die is aangeboden in 2019, geldt dat deze in 2020 nog steeds van toepassing is.
Zorgaanbieders die in 2019 een eenjarige overeenkomst ontvingen, komen voor 2020 in aanmerking voor een nieuwe overeenkomst als er op basis van de overeenkomst 2019 daadwerkelijk zorg is gedeclareerd.
Nieuwe zorgaanbieders
CZ groep wil in 2020 kansen blijven bieden aan innovatieve nieuwe zorgaanbieders en zzp’ers die een duidelijke toegevoegde waarde hebben voor de verzekerden en die op een vernieuwende manier invulling geven aan witte vlekken in een regio (dit ter beoordeling aan CZ groep). Vernieuwend vinden wij bijvoorbeeld e-health-toepassingen om de kwaliteit en doelmatigheid van de wijkverpleging te verbeteren.
Daarnaast is er ruimte voor zorgaanbieders die zorg leveren die nog niet of onvoldoende gecontracteerd is bij bestaande zorgaanbieders.
Nieuwe zorgaanbieders zijn doorgaans niet bekend binnen CZ groep. Daarom zullen we met hen in beginsel een overeenkomst sluiten voor de duur van 1 jaar.
In deze overeenkomst maken we in onderling overleg afspraken over wederzijdse verwachtingen op het gebied van kwaliteit, kosten en toegankelijkheid. In de tweede helft van het eerste contractjaar zullen we de resultaatsafspraken gezamenlijk evalueren. Op basis van deze evaluatie beslissen we of de zorgaanbieder voor het volgende jaar in aanmerking komt voor een
nieuwe overeenkomst. Als de zorgaanbieder geen nieuwe overeenkomst krijgt aangeboden, kan hij zich niet opnieuw inschrijven voor dat jaar.
Uitgangspunten voor het contracteren van nieuwe zorgaanbieders:
• Een nieuwe zorgaanbieder mag zich maximaal 1 keer per contractjaar inschrijven. Inschrijven kan door een digitale vragenlijst in VECOZO in te vullen. Om deze diensten te kunnen gebruiken, is een juist en geldig certificaat vereist (zie voor meer informatie: xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/).
• De nieuwe zorgaanbieder heeft een zorgomzet van minimaal € 50.000 op jaarbasis.
• De nieuwe zorgaanbieder heeft een toegevoegde waarde, bijvoorbeeld in de vorm van innovatieve zorgconcepten.
• Een integriteitsonderzoek is onderdeel van de beoordelingsprocedure.
Wij streven ernaar de zorgaanbieder binnen 2 maanden na inschrijving te laten weten of we een overeenkomst aanbieden. De aan te bieden overeenkomst geldt standaard voor de duur van 1 jaar. Als een inschrijving niet wordt gehonoreerd, nemen we een eventuele nieuwe inschrijving van diezelfde zorgaanbieder pas voor het volgende contractjaar opnieuw in behandeling.
Zzp’ers
Een zzp’er is een zelfstandige ondernemer die geen personeel in dienst heeft. Binnen de wijkverpleging ziet CZ groep een rol voor zzp’ers weggelegd, mits zij voldoen aan de eisen die de Belastingdienst stelt aan
zelfstandig ondernemerschap.
Zzp’ers kunnen zich alleen op persoonlijke titel (naam) inschrijven en niet met een bedrijfsnaam.
Deze persoonlijke titel nemen we ook op in onze Zorgvinder. Als een zzp’er zich met zijn bedrijfsnaam wil inschrijven, kan dat alleen als reguliere (nieuwe) zorgaanbieder en dan gelden de procedure en voorwaarden zoals hierboven beschreven. Om in aanmerking te komen voor een overeenkomst 2020, moeten zzp’ers aan dezelfde eisen van bekwaamheid voldoen als alle andere zorgaanbieders binnen de aanspraak wijkverpleging. Dit betekent concreet dat de zzp’er minimaal een BIG-geregistreerde hbo-opgeleide
verpleegkundige op niveau 5 is. Daarnaast is de zzp’er in het bezit van:
• het Keurmerk zzp’ers Thuiszorg (KiWa);
• zzp’ers die in 2020 voor het eerst een overeenkomst aangaan met CZ groep, moeten in bezit zijn van het KiWa- en/of HKZ-keurmerk. Dit geldt in 2021 voor alle zzp’ers;
• een schriftelijk vastgelegde achterwachtafspraak, waarbij afspraken zijn gemaakt met minimaal 2 door CZ groep gecontracteerde collega-zzp’ers en/of zorgaanbieders.
Voor zzp’ers geldt dat zij waar mogelijk moeten
aanvraag voor een contract tot en met het digitaal ondertekenen. Ook biedt het Zorginkoopportaal van VECOZO zorgaanbieders de mogelijkheid om het contracteerproces (het digitaal aanvragen en afsluiten van contracten) eenduidig via 1 partij (VECOZO) te laten verlopen.
4.2 Tijdpad
Planning Activiteiten
1 april 2019 Publicatie zorginkoopbeleid 2020 April & mei 2019 Regiobijeenkomsten zorgaanbieders;
zie voor meer informatie onze
website
Mei 2019 Invullen van de uitvraagmodule
kwaliteitsinformatie VECOZO voor waardegedreven inkoop (zie paragraaf 3.5)
handelen in de geest van de Governancecode Zorg. Nieuwe zzp’ers (die in 2019 nog geen overeenkomst hebben met CZ groep) moeten daarnaast nog aan de
1 juli t/m 31
oktober 2019
Contractering
vereisten voor nieuwe zorgaanbieders voldoen.
NB: Landelijk is er sprake van een mogelijke aanpassing in de wetgeving rondom zzp’ers, waarbij de kans bestaat dat de verhouding tussen CZ groep en de zzp’er verandert. De opschorting van de handhaving van de
Medio juli 2019 Bekendmaking productievoorstellen
31 oktober 2019 Uiterste datum ondertekening van overeenkomst
Wet DBA is uitgesteld tot 1 januari 2020. Vooralsnog gaan wij door met de modelovereenkomst voor zzp’ers zoals in 2019. Wijzigingen in wet- of regelgeving kunnen tot gevolg hebben dat de inhoud van dit document op dit onderdeel moet worden aangepast.
Als er onverhoopt een andere reden voor aanpassing zou zijn, geven wij dit duidelijk en beargumenteerd aan. Deze aanpassingen worden dan zo spoedig mogelijk gepubliceerd op onze website.
4.1 Vecozo
Voor zorgaanbieders met een productieafspraak vanaf
€ 250.000 maakt CZ groep gebruik van het digitale contracteerproces van het Zorginkoopportaal van VECOZO. Het Zorginkoopportaal biedt zorgverzekeraars en zorgaanbieders uitgebreide digitale ondersteuning bij de totstandkoming van contractafspraken, vanaf de
12 november
2019
Communicatie over gecontracteerde
zorgaanbieders op onze Zorgvinder.
4.3 Publicatie gecontracteerd zorgaanbod
Uiterlijk 12 november 2019 presenteert CZ groep de gecontracteerde zorgaanbieders voor 2020. Op xxx.xx.xx/ zorgvinder is per aandoening, behandeling, specialisme, zorgsoort en leverancier een lijst met zorgaanbieders te zien met daarbij de volgende informatie:
• NAW-gegevens van de zorgaanbieder;
• de contractstatus, die overeenkomt met de vergoedingsstatus voor de verzekerden;
• de wachttijden (indien beschikbaar);
• kwaliteitsinformatie, waaronder de selectieve inkoopresultaten (indien beschikbaar);
• patiëntervaringen (indien beschikbaar).
4.4 Bereikbaarheid
Via onze website informeren wij u steeds over de laatste stand van zaken.
• Voor vragen over contractering, monitoring en inschrijving kunt u mailen naar: xx.xxxxxxxxxxxxxx@xx.xx.
• Voor vragen over declaraties kunt u mailen naar:
• Voor overige vragen over het zorginkoopbeleid en relatiebeheer van CZ groep kunt u mailen naar: xxxxxxxxxxxxxx@xx.xx.
• Voor zorginhoudelijke vragen op verzekerdenniveau kunt u mailen naar: xxxxxxxx@xx.xx.
Wij streven ernaar om uw vragen binnen 5 werkdagen te beantwoorden.
4.5 Controle van declaraties
Declaraties moeten voldoen aan de eisen vanuit de Zvw, andere relevante wet- en regelgeving en aan de contractafspraken tussen CZ groep en de zorgaanbieder. Wij contoleren de declaraties vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid aan de hand van de landelijke wet- en regelgeving, maar ook aan de hand van de regelgeving en standpunten van onder meer de Nederlandse Zorgautoriteit, Zorginstituut Nederland en Zorgverzekeraars Nederland. Deze controles voeren wij uit met inachtneming van de privacyregels. Om dit te waarborgen, voldoen we bij materiële controles aan het Protocol materiële controle.
Tijdens het declaratieproces controleren we zo veel mogelijk direct. Als controle vooraf of tijdens het declaratieproces niet mogelijk is, controleren we achteraf. Gedurende het jaar kunnen nog wijzigingen en/of toevoegingen worden aangebracht. We informeren de zorgaanbieder schriftelijk over onze controles. Het controleprotocol publiceren we elk jaar op onze website.
Betrekken van verzekerden, zorgaanbieders en belangenverenigingen bij het zorginkoopbeleid
5.1 Visie van CZ groep op het betrekken van verzekerden en patiënten bij het
zorginkoopbeleid
CZ Groep wil zorg inkopen die in het belang van onze verzekerden is. Dat doen we door verzekerden en hun vertegenwoordigers actief en structureel te betrekken bij onze zorginkoop.
Luisteren naar de patiënt verbetert de zorginkoop
Dankzij patiëntenervaringen18 en betrokkenheid van patiëntenorganisaties en onze Ledenraad krijgen we beter inzicht in de wensen en behoeften van patiënten. Op basis van die input vormen en toetsen wij het inkoopbeleid en passen we het indien nodig aan.
Zo checken we of de zorg die we inkopen wel écht de zorg is die onze verzekerden zoeken en nodig hebben.
Hoe wij dit doen en wat we al bereikt hebben rondom kwaliteit, toegankelijkheid, doelmatigheid van zorg en/of transparantie van zorginkoop leest u hier. In welke mate de sector Wijkverpleging patiëntenorganisaties en verzekerden betrekt bij het vormgeven van het inkoop- beleid voor 2020 en wat hiermee bereikt is, leest u hieronder in 5.2.
5.2 Specifiek beleid wijkverpleging
Advanced Care Planning
In samenwerking met Xxxxxxxxxx en zorgaanbieders probeert CZ groep via een pilot duidelijk te krijgen welke items belangrijk zijn in een ACP-gesprek, en hoe en door wie deze items het beste kunnen worden besproken met cliënten en hun familie.
Palliatieve zorg
CZ groep heeft met een aantal ketencoördinatoren palliatieve zorg het huidige beleid doorgesproken. Op basis daarvan is het beleid aangescherpt.
Bijvoorbeeld als het gaat om de rol van het netwerk bij de zelfevaluatie en het tegengaan van praktijkvariatie.
Verantwoord en dichtbij
Het beleid rondom thuisdialyse onder de aanspraak wijkverpleging is in overleg met de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN) opgesteld. De NVN ondersteunt CZ groep bij het realiseren van kwalitatief, doelmatige en toegankelijke zorg. Na publicatie van dit inkoopbeleid, brengt de Taskforce Thuisdialyse een rapport uit waarin staat hoe je kunt omgaan met kwalificaties, concentratie van zorg, differentiatie en verantwoordelijkheden. Daarbij staan samen beslissen en de kwaliteit van leven centraal. Door het leveren van goede voorlichting over de gevolgen van iedere vorm van behandeling wordt de zorg persoonsgerichter.
Verzekerdenenquête
In 2019 zet CZ groep, net als in 2017, een enquête uit onder verzekerden. De uitkomsten hiervan nemen wij op in ons inkoopbeleid voor 2121.
18 Voor de leesbaarheid hebben we gekozen voor de term ‘patiënt’. Dit woord staat ook voor cliënt, naaste, ervaringsdeskundige en patiëntvertegenwoordiger.
Visie en eisen voor de beschikbaarheid van wijkverpleging
Het merendeel van de onplanbare zorgvragen vindt plaats buiten de afgesproken vaste tijden, in de ANW- uren: op maandag tot en met vrijdag tussen 20.00 en
7.00 uur, in het weekend en op feestdagen. In het zorgplan wordt – indien mogelijk – opgenomen óf er sprake kan zijn van onplanbare zorg en om welke handelingen het dan gaat. Ook worden de uiteindelijk uitgevoerde handelingen genoteerd in het zorgplan. CZ groep verwacht dat onplanbare momenten in overleg met de verzekerde zo snel mogelijk planbaar gemaakt worden. Daarnaast geldt het volgende:
• De zorgaanbieder is 24/7 telefonisch bereikbaar voor mensen met een acute wijkverpleegkundige zorg- of ondersteuningsvraag en hij beantwoordt de telefoon binnen 30 seconden tijdens de ANW-uren.
• De zorgaanbieder beschikt over een telefonisch triageprotocol om de benodigde vervolgactie in te kunnen schatten. Om te beoordelen of het gaat om verpleegkundige zorg, geneeskundige zorg (huisarts of HAP) of acute geneeskundige zorg (SEH) wordt dit triageprotocol afgestemd met andere 24 uursvoorzieningen.
• De zorgaanbieder is, indien nodig, binnen 30 minuten na de oproep ter plaatse, tenzij hierover met de zorgverzekeraar afwijkende afspraken zijn gemaakt (in de regio).
• De zorgaanbieder vult de beschikbaarheid in met een verpleegkundige met een opleiding op minimaal
mbo-niveau 3. Indien nodig kan er binnen 30 minuten iemand met mbo-niveau 4 of hbo-niveau 5 of hoger ter plaatse zijn.
Zorgaanbieders kunnen ervoor kiezen zich aan te sluiten bij de coöperatie Thuis en Veilig, waarbinnen bovenstaande onderdelen op een adequate manier worden ingevuld.
Als een zorgaanbieder besluit om zich niet aan te sluiten bij de coöperatie, verwachten wij dat hij kan uitleggen hoe de bovengenoemde voorwaarden dan worden ingevuld, bijvoorbeeld in een andere regionale samenwerkingsvorm.
Vragenlijst complexe wondzorg
Zorgverzekeraars CZ groep, Zilveren Kruis, VGZ en Menzis hebben de handen ineen geslagen om te komen tot een gezamenlijke vragenlijst voor het meten van de uitkomsten van de complexe wondzorg. Hiermee wordt de administratielast voor zorgaanbieders aanzienlijk beperkt. Vanwege al gemaakte afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders, zijn er nog een paar indicatoren die niet bij alle zorgverzekeraars aangeleverd hoeven te worden. Op termijn zal de lijst voor alle zorgverzekeraars uniform zijn.
Het is belangrijk dat de patiënt toestemming geeft om zijn gegevens met CZ groep te delen. Wij stellen een format op voor de registratie van bovenstaande ge- gevens, dat ingevuld naar ons opgestuurd kan worden. De macro in dit format zorgt ervoor dat er van patiënten die geen toestemming geven voor het delen van informatie, ook geen persoonsgevoelige informatie wordt weergegeven in de uitdraai.
Bovenstaande gegevens ontvangt CZ groep 2 keer per jaar (op 28 juni 2020 over de periode januari tot en met mei 2020 en op 29 januari 2021 over de periode juni tot en met december 2020). U kunt hiervoor het format gebruiken dat begin april 2019 op onze website gepubliceerd wordt. Dit format stuurt u naar xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx@xx.xx, onder vermelding van ‘indicatoren complexe wondzorg’.
Omdat het gegevens op patiëntniveau betreft, ontvangen wij de output graag via Cryptshare. Dit is een beveiligde manier van data-aanlevering. Cryptshare is te bereiken via: xxxxxxxxxxx.xx.xx/Xxxxx. Wij verwerken deze gegevens in een benchmark (waarbij we de privacywetgeving in acht nemen) en delen deze (geanonimiseerd) met de zorgaanbieders.
Antwoordcategorie | Toelichting | |
Relatienummer patiënt (9-cijferige code) | • Numeriek | Het is aan de zorgverzekeraar om deze |
indicator verplicht te stellen. CZ groep | ||
stelt deze indicator verplicht. | ||
Toestemming patiënt voor delen | • Ja/Nee | Het is aan de zorgverzekeraar om deze |
informatie? | indicator verplicht te stellen. CZ groep | |
stelt deze indicator verplicht. | ||
Type wond (het internationale | • Leg ulcer (ulcus cruris) | |
classificatiesysteem wordt gehanteerd) | • Pressure ulcer (doorligwond) | |
• Diabetic foot ulcer (diabetische | ||
voetulcer) | ||
• Malignant oncologic (oncologische | ||
wond) | ||
• Post traumatic/Surgical wound | ||
(traumatische/chirurgische wond) | ||
• Burns (brandwond) | ||
• Overig | ||
Verwijzer | • Huisarts | |
• Specialist ouderengeneeskunde | ||
• Medisch specialist | ||
• Verpleegkundig specialist/ | ||
Nurse practitioner | ||
• Wijkverpleegkundige in overleg met één | Het is aan de zorgverzekeraar om deze | |
van de bovengenoemde zorgverleners | indicator verplicht te stellen. CZ groep | |
stelt deze indicator verplicht. | ||
Datum ontstaan wond | • dd-mm-jjjj | |
Datum start behandeling regiefunctie | • dd-mm-jjjj | |
Datum beëindiging behandeling | • dd-mm-jjjj | |
regiefunctie | ||
Reden beëindiging behandeling | • Wond genezen | |
regiefunctie | • Wond genezen: nazorg | |
• Beëindiging behandeling op verzoek | ||
van verwijzer | ||
• Beëindiging behandeling op verzoek | ||
van patiënt | ||
• Ziekenhuisopname | ||
• Wondzorg overgedragen aan andere | ||
zorgaanbieder in de keten (-) | ||
• Wondzorg overgedragen aan andere | ||
zorgaanbieder in de keten (+) | ||
• Overdracht naar de Wlz | ||
• Alle zorg overgenomen door andere | ||
zorgaanbieder | ||
• Overlijden patiënt | ||
Aantal contactmomenten regiefunctie | • Numeriek | |
Is er naast de regiefunctie wondzorg die | • Ja/Nee | Het is aan de zorgverzekeraar om deze |
de cliënt ontvangt nog sprake van | indicator verplicht te stellen. CZ groep | |
reguliere wondzorg door een andere | stelt deze indicator verplicht. | |
zorgaanbieder? | ||
Het is aan de zorgverzekeraar om deze | ||
indicator verplicht te stellen. CZ groep | ||
stelt deze indicator verplicht. |