ALGEMENE VOORWAARDEN
Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid architecten.
ALGEMENE VOORWAARDEN
Hoofdstuk 1.
DEFINITIES
1.1 VERZEKERAAR
N.V. Protect, Xxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxx.
1.2 VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke of rechtspersoon die de polis onderschrijft.
1.3 VERZEKERDEN
a) De natuurlijke of rechtspersoon die ertoe gemachtigd is om het beroep van architect uit te oefenen en die in de bijzondere voorwaarden als verzekerde vermeld is;
b) Het personeel, de stagiairs en andere medewerkers van de persoon vermeld onder a) wanneer zij voor rekening van die persoon handelen;
c) De bestuurders, zaakvoerders, leden van het directiecomité en alle andere organen van de rechtspersoon vermeld onder
a) die belast zijn met het beheer of het bestuur van de rechtspersoon wanneer zij handelen voor rekening van de rechtspersoon in het kader van de uitoefening van de verzekerde activiteiten;
d) De subcontractanten van a) doch enkel ingeval van waarborg in sectie 2.
1.4 DERDEN
Iedere andere natuurlijke of rechtspersoon dan:
a) De verzekeringnemer, zoals gedefinieerd in art. 1.2.;
b) De verzekerden, zoals gedefinieerd in art. 1.3.
1.5 DE BOUWHEER
Voor de waarborg in sectie 2 wordt verstaan onder bouwheer: de natuurlijke of rechtspersoon eigenaar van de verzekerde woning op het ogenblik van de aanvaarding alsmede iedere latere verkrijger ervan.
1.6 VERZEKERDE ACTIVITEITEN
De beroepsactiviteiten van de verzekerde waarvoor de waarborgen van de polis worden verleend en die omschreven zijn in de bijzondere voorwaarden.
1.7 VERZEKERDE WONING
Voor de waarborg onder sectie 2 wordt verstaan onder verzekerde woning: het gebouw of gedeelte van het gebouw dat het voorwerp uitmaakt van de onroerende werken dat van bij aanvang van de onroerende werken uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd is voor bewoning door een gezin of een alleenstaande, en waar verschillende gezinsactiviteiten worden uitgeoefend, en dat vermeld is op het verzekeringsattest uitgereikt door de verzekeraar bij aanvang der werken.
1.8 GESLOTEN RUWBOUW
Onder gesloten ruwbouw wordt verstaan de elementen die bijdragen tot de stabiliteit of soliditeit van het bouwwerk alsook de elementen die voor de “wind- en waterdichtheid” van het bouwwerk zorgen.
ARCH 2018
1.9 VOORVALLEN VAN DE SCHADE
Het veruitwendigen van de schade.
1.10 BURGERLIJKE VORDERING
Elke schriftelijke vraag van derden/bouwheer aan de verzekerde of de verzekeraar waarbij de derde/bouwheer impliciet of expliciet te kennen geeft een herstelling te willen bekomen van een vermeende geleden schade op basis van een in de polis gewaarborgde aansprakelijkheid.
1.11 SCHADEGEVAL VOOR WAARBORG IN SECTIE 1
Een schadegeval is elke burgerlijke vordering die bij de verzekeraar wordt aangemeld.
Alle burgerlijke vorderingen van een derde die het gevolg zijn van éénzelfde oorzaak en die betrekking hebben op hetzelfde gebouw of dezelfde reeks van gebouwen, worden beschouwd als één en hetzelfde schadegeval.
De datum van het schadegeval is de datum waarop de eerste burgerlijke vordering tegen de verzekerde of de verzekeraar wordt ingediend.
1.12 SCHADEGEVAL VOOR WAARBORG IN SECTIE 2
Iedere burgerlijke vordering van de bouwheer tegen de verzekerde, binnen de waarborgtermijn aangemeld bij de verzekeraar, gesteund op de art. 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek, voor een beschadiging of reeks beschadigingen van een verzekerde woning voorgevallen gedurende de termijn van tien jaar na aanvaarding van de onroerende werken.
Alle burgerlijke vorderingen die het gevolg zijn van éénzelfde oorzaak en die betrekking hebben op hetzelfde gebouw of reeks gebouwen, worden beschouwd als één en hetzelfde schadegeval.
De datum van het schadegeval is de datum waarop de eerste burgerlijke vordering tegen de verzekerde of de verzekeraar wordt ingediend.
1.13 MATERIELE SCHADE
Elke beschadiging, vernieling of tenietgaan van materiële goederen.
1.14 LICHAMELIJK LETSEL
Elke aantasting van de fysieke integriteit van een natuurlijke persoon.
1.15 IMMATERIËLE SCHADE
Elk in geld waardeerbaar en becijferbaar nadeel dat voortkomt uit het geheel of gedeeltelijk ontberen van het genot van een zaak of een recht, zoals gebruiksderving van een roerend of een onroerend goed, verlies van winst, verlies van cliënteel, productie- stilstand, …
1.16 ZUIVER IMMATERIËLE SCHADE
De immateriële schade die niet voortvloeit uit een materiële schade of een lichamelijk letsel.
1.17 TERRORISME
Hieronder dient verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
1.18 TOEVERTROUWDE VOORWERPEN
ARCH 0000
Xxxxxxxx goederen die aan derden toebehoren en in het kader van de verzekerde activiteit aan verzekerde worden toevertrouwd om het voorwerp uit te maken van een verzekerde contractuele opdracht of om gebruikt te worden om die opdracht uit te voeren.
1.19 HONORARIA OF ERELONEN
De som van de door de verzekerde gefactureerde of op een andere wijze opgevraagde bedragen (exclusief B.T.W.) als vergoeding voor de in het kader van de verzekerde activiteiten verleende diensten, xxxx.xx aangerekende kosten.
1.20 WAARDE VAN DE WERKEN
De som van de waarde van de uitgevoerde werken (exclusief B.T.W.), waarop de opdracht van de verzekerde betrekking heeft.
1.21 GELDIGHEIDSDUUR VAN DE POLIS
De periode(s) tussen de aanvangsdatum en de einddatum van de polis tijdens dewelke de waarborg van sectie 1 van kracht is en verzekeringsattesten voor waarborg in sectie 2 kunnen aangevraagd worden.
1.22 DE AANVAARDING
Dit is het PV van voorlopige oplevering of ieder ander geschrift waarbij de bouwheer bevestigt dat de verzekerde woning voltooid is in overeenstemming met de contractuele eisen.
Bij gebreke aan PV van voorlopige oplevering of enig ander geschrift geldt de ingebruikname van de woning als impliciete aanvaarding.
Hoofdstuk 2.
VOORWERP EN OMVANG VAN DE VERZEKERING
2.1 Sectie 1: Burgerlijke aansprakelijkheid
2.1.1 VOORWERP
Worden gewaarborgd in Sectie 1: de geldelijke gevolgen van de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade aan derden die voortvloeit uit of veroorzaakt werd tijdens een geoorloofde uitoefening van de verzekerde activiteiten.
Hierin inbegrepen zijn eveneens de geldelijke gevolgen van de burgerlijke aansprakelijkheid uitbating in de uitoefening van de verzekerde activiteiten van de verzekerde met uitsluiting van de BA-gebouw en BA- auto.
Evenwel worden in sectie 1 de geldelijke gevolgen van de tienjarige aansprakelijkheid conform artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek voor een verzekerde woning in België waarvoor de definitieve stedenbouwkundige vergunning is afgeleverd na 30 juni 2018 enkel in excedent gewaarborgd na uitputting van de waarborg van een globale verzekering tienjarige aansprakelijkheid woningbouw conform de wet van 31 mei 2017 of na uitputting van de waarborg in sectie 2.
De gewaarborgde kapitalen van de voormelde globale verzekering of het gewaarborgd kapitaal in sectie 2 gelden steeds als vrijstelling voor de waarborg in sectie 1.
Voormelde waarborg in excedent geldt tevens ingeval van uitsluiting van waarborg van een globale verzekering tienjarige aansprakelijkheid woningbouw conform de wet van 31 mei 2017 of uitsluiting waarborg in sectie 2, rekening houdende evenwel met de uitsluitingen voorzien in art. 2.1.7.
2.1.2 DE HOOFDELIJKHEID EN IN SOLIDUM VEROORDELING
Bij deelname aan een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid wordt de waarborg beperkt tot het aandeel van de verzekerde in de gemeenschappelijke opdracht. Het aandeel van de andere deelnemers is niet inbegrepen in de waarborg, behoudens andersluidend beding in de bijzondere voorwaarden.
ARCH 0000
Xxxxxxxxxxx is de waarborg van de polis uitgebreid tot de financiële gevolgen van de hoofdelijkheid die ten laste van de verzekerde wordt gelegd ingevolge een veroordeling in solidum met één of meerdere andere aansprakelijke bouwpartners.
2.1.3 VERZEKERDE BEDRAGEN
De gewaarborgde kapitalen per schadegeval worden vastgesteld in de bijzondere voorwaarden geldig op de datum van het schadegeval.
2.1.4 OMVANG VAN DE WAARBORG IN DE TIJD
A. Algemeen
De waarborg van sectie 1 geldt voor burgerlijke vorderingen die tijdens de geldigheidsduur van de polis worden ingesteld en die betrekking hebben op schade die tijdens diezelfde geldigheidsduur is voorgevallen.
B. Waarborg van het na-risico
Worden gewaarborgd onder sectie 1 op voorwaarde dat ze worden ingesteld binnen de 36 maanden te rekenen vanaf het einde van de polis, de burgerlijke vorderingen die betrekking hebben op:
• Schade die tijdens de geldigheidsduur van de polis is voorgevallen indien bij het einde van de polis het risico niet door een andere verzekeraar is gedekt;
• Daden of feiten die aanleiding kunnen geven tot schade, die tijdens de geldigheidsduur van de polis voorgevallen en aangegeven zijn aan de verzekeraar.
C. Beperkte posterioriteitswaarborg
Indien er een einde wordt gesteld aan de inschrijving van de in de bijzondere voorwaarden vermelde verzekerde op de tabel van de Orde van Architecten (hierna de schrapping genoemd), dan wordt de polis opgezegd op de datum van de schrapping op voorwaarde dat de verzekeraar schriftelijk in kennis gesteld wordt van deze datum ten laatste twee maanden na de schrapping. Indien de verzekeraar niet schriftelijk in kennis gesteld wordt binnen deze termijn, dan wordt de polis pas opgezegd op de datum waarop de verzekeraar schriftelijk in kennis gesteld wordt van de datum van de schrapping. De premies vervallen tot op de dag van de opzegging van de polis blijven verschuldigd. Op het ogenblik van de opzegging van de polis is eveneens een éénmalige premie verschuldigd die berekend wordt zoals bepaald in art. 5.1.6. Na betaling van alle openstaande premies, met inbegrip van deze éénmalige premie, blijven de waarborgen van sectie 1 verworven voor de burgerlijke vorderingen die worden ingesteld binnen een termijn van 3 jaar te rekenen vanaf de datum van de schrapping en die betrekking hebben op schade ten gevolge van fouten van de verzekerden begaan voor de schrapping, met uitsluiting evenwel van alle burgerlijke vorderingen gesteund op de artikelen 1792 en 2270 van het burgerlijk wetboek.
D. Uitgebreide posterioriteitswaarborg
Indien er een einde wordt gesteld aan de inschrijving van de in de bijzondere voorwaarden vermelde verzekerde op de tabel van de Orde van Architecten, kan op vraag van de verzekeringnemer een posterioriteitswaarborg worden verleend die ruimer is dan de onder C voorziene posterioriteitswaarborg (ruimer in de tijd en/of met inbegrip van de tienjarige aansprakelijkheid conform de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek), mits betaling van een overeen te komen premie.
E. Verzekerde opdrachten
Binnen de grenzen van A, B, C en D wordt de waarborg verleend voor schades die voortvloeien uit de volgende opdrachten:
1. Opdrachten die zijn uitgevoerd na de aanvangsdatum van de polis en waarvoor aangifte is gedaan overeenkomstig art. 4.1.1;
2. Opdrachten die zijn uitgevoerd na de aanvangsdatum van de polis en waarvoor nog geen aangifte diende te worden gedaan overeenkomstig art. 4.1.1;
3. Opdrachten die zijn uitgevoerd voor de aanvangsdatum van de polis, voor zover de verzekerde op het ogenblik van de aanvangsdatum van de polis geen kennis had van een oorzakelijke fout of feit die een schade zou kunnen veroorzaken.
2.1.5 TERRITORIALE UITGESTREKTHEID
De waarborg wordt verleend voor schades die voorvallen in alle landen met uitsluiting van Frankrijk, de Verenigde Staten van Amerika en Canada. De verzekeringnemer is evenwel gehouden melding te maken in de jaaraangifte van het land waar de betrokken werf is gelegen.
ARCH 2018
Nochtans kan de door de verzekeraar te verlenen waarborg, ongeacht de buitenlandse wetgeving en/of rechtspraak, nooit uitgebreider zijn dan diegene die hij krachtens de Belgische wetgeving en/of rechtspraak zou moeten verlenen.
2.1.6 GRENZEN VAN DE WAARBORG
Vallen buiten de omvang van de waarborg:
• De strafrechtelijke boetes, de contractuele, administratieve of economische boetes;
• De schade aan of het verlies van goederen waarvan de verzekerde eigenaar is of die hij huurt of die hij bezit om welke reden ook, behoudens de schade aan of het verlies van toevertrouwde voorwerpen;
• De schade die het gevolg is van louter financiële operaties, van het financiële beheer van het kantoor, van de deponering van geld of effecten, van de insolvabiliteit van de verzekeringnemer of de verzekerde of van de verduistering of het achterhouden van honoraria of sommen die ter beschikking gesteld zijn door de opdrachtgever;
• De schade die voortvloeit uit computervirussen;
• Schade veroorzaakt door oorlog of gelijkaardige feiten en door burgeroorlog, arbeidsconflicten en alle collectief geïnspireerde gewelddaden (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) al dan niet gepaard gaande met een opstand tegen het gezag, met inbegrip van aanslagen evenals daden van collectieve oorsprong, en daden van vandalisme;
• De schade die verzekerbaar is in het kader van Belgische of buitenlandse wetgeving op de verplichte verzekering burgerlijke aansprakelijkheid motorrijtuigen;
• De schade in het kader van de BA uitbating die verzekerbaar is in de verzekering brand of BA gebouw;
• De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de maatschappelijke lasthebbers van de verzekerde onderneming krachtens de geldende wetgeving betreffende de fouten in het beheer die zij zouden begaan in hun hoedanigheid van bestuurder of zaakvoerder;
• De vorderingen betreffende betwistingen, inhoudingen of terugvorderingen van honoraria en kosten;
• De schade die het gevolg is van overmacht en/of natuurrampen, zoals onder meer windhozen, cyclonen, overstromingen en aardbevingen.
2.1.7 UITSLUITINGEN
Zijn uitgesloten uit de waarborg:
• De schade ingevolge radioactiviteit;
• De schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels ingevolge de blootstelling aan wettelijk verboden producten;
• De schade die opzettelijk is veroorzaakt of die het gevolg is van een opzettelijke fout;
• De schade die wordt vergoed in het kader van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme.
Zijn bijkomend uitgesloten uit de waarborg in excedent voor de tienjarige aansprakelijkheid woningbouw vergund na 30.06.2018 voorzien in art.2.1.1 al.3,
• De schade aan een woning waarvoor geen verzekeringsattest globale verzekering tienjarige aansprakelijkheid woningbouw of waarborg sectie 2 bestaat;
• De schade ingevolge niet-accidentele pollutie;
• De materiële en immateriële schade lager dan 2.500 € geabexeerd met basisindex 648 (ABEX 1ste sem. 2007) en de index te weerhouden voor de indexatie zijnde deze op het moment van het schadegeval.
2.1.8 VERVAL VAN HET RECHT OP VERZEKERINGSPRESTATIE
A.. Het recht op verzekeringsprestatie vervalt voor de schade veroorzaakt door volgende gevallen van zware fout:
• Het met voorkennis niet naleven van wettelijke bepalingen van dwingende aard, onder meer veiligheidsvoorschriften, stedenbouwkundige voorschriften, bouwvergunningsvoorschriften en milieuvoorschriften;
ARCH 2018
• Het laten oprichten van constructies zonder voorafgaand bodemonderzoek op deze plaatsen en voor deze constructies waarvoor de normale regels van het vakmanschap klaarblijkelijk een bodemonderzoek vereisen; en daar waar een bodemonderzoek en/of stabiliteitsstudie gebeurde, het niet opvolgen van de adviezen van het raadgevend bureau;
• Het niet uitvoeren van de nodige werfcontroles, zoals gestipuleerd in de wet van 20 februari 1939, wanneer de verzekerde deze controles overeenkomstig de wetgeving of de rechtspraak diende uit te voeren. Het uitvoeren van de nodige werfcontroles dient bevestigd te worden door schriftelijke werfverslagen;
• Het niet aanstellen of laten aanstellen van een veiligheidscoördinator ontwerp en/of veiligheidscoördinator verwezenlijking;
• Beslissingen die klaarblijkelijk indruisen tegen de normale regels van het vakmanschap, terwijl andere bouwpartijen op de risico’s van de beslissing gewezen hadden;
• Het niet in acht nemen van de contractuele of wettelijke verplichting enig verzekeringscontract af te sluiten of in stand te houden;
• Het niet of laattijdig uitvoeren van contractuele verplichtingen;
• Plagiaat, kopiëring of nabootsing;
• Daden gesteld in staat van dronkenschap of van alcoholintoxicatie of onder invloed van verdovende middelen, tenzij de verzekerde kan aantonen dat er geen causaal verband bestaat tussen de staat waarin hij zich bevond en de schade;
• Elke ongeoorloofde uitoefening van de verzekerde activiteiten. Met ongeoorloofde uitoefening wordt in het bijzonder begrepen de uitoefening die van aard is de onafhankelijkheid van verzekerde in het gedrang te brengen.
Ingeval de verzekeraar gehouden is tot schadevergoeding ten aanzien van een derde, heeft hij een verhaalsrecht tegen de verzekerde(n) ten belope van zijn (hun) persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid.
Indien de schade veroorzaakt wordt door een niet-gewaarborgde zware fout van een onder art. 1.3. b) vermelde verzekerde, buiten medeweten van de onder art. 1.3. a) vermelde verzekerden, dan blijft de waarborg verworven voor de onder art. 1.3. a) vermelde verzekerden, zonder afbreuk te doen aan de verhaalsmogelijkheid van de verzekeraar tegen de onder art. 1.3. b) vermelde verzekerde die de fout heeft begaan.
B. Het recht op verzekeringsprestatie vervalt tevens voor schade die het gevolg is van het niet nakomen van één van de verplichtingen vermeld in art. 2.1.9.
2.1.9 VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERDE
A. De verzekerde verbindt er zich toe geen contractuele verbintenissen aan te gaan die de gebruikelijke bij wet voorziene aansprakelijkheid overschrijden.
B. De verzekerde verbindt er zich toe geen contractuele resultaatsverbintenissen aan te gaan waarvan het te bereiken resultaat mede afhankelijk is van andere bouwpartners of redelijkerwijs niet als realistisch kan beschouwd worden
C. De verzekerde verbindt er zich toe in zijn contracten de nodige bepalingen op te nemen om de bouwheer te verplichten voor elke betaling het bestaan van sociale en/of fiscale schulden in hoofde van de aannemer na te gaan met het oog op een eventuele inhoudings- en doorstortingsplicht. De verantwoordelijkheid voor de financiële gevolgen van het niet naleven van een inhoudings- en doorstortingsplicht zal contractueel ten laste van de bouwheer worden gelegd.
D. De verzekerde verbindt er zich toe in zijn contracten de nodige bepalingen op te nemen om te verhinderen dat er vorderingen tegen hem worden ingesteld voor de rechtsmachten van of op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika of Canada of dat er vorderingen tegen hem worden ingesteld volgens het in de Verenigde Staten van Amerika of in Canada toepasselijke recht.
ARCH 2018
E. De verzekerde verbindt er zich toe in het kader van het nazicht van de offertes in een overheidsopdracht geen advies te geven dat verder gaat dan de mededeling van de resultaten van zijn louter rekenkundig en materieel nazicht van de inschrijvingen, tenzij dit advies gegeven wordt met de schriftelijke goedkeuring van de verzekeraar.
2.2 Sectie 2: Tienjarige aansprakelijkheid woningbouw in België met definitieve stedenbouwkundige vergunning na 30.06.2018
2.2.1 VOORWERP
Wordt gewaarborgd in sectie 2, de geldelijke vergoeding waartoe de verzekerde gehouden kan zijn tegenover de bouwheer krachtens de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek ingevolge gebreken aan de gesloten ruwbouw van een verzekerde woning (zie artikel 1.7).
De waarborg in sectie 2 geldt enkel voor:
1. Opdrachten met betrekking tot gebouwen in België gelegen die van voor aanvang der werken uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestemd voor bewoning en
2. Waarvoor de definitieve stedenbouwkundige vergunning is toegekend na 30 juni 2018 en
3. Waarvoor een verzekeringsattest door de verzekeraar werd afgeleverd voor de start van de onroerende werken.
De waarborg in sectie 2 geldt enkel voor:
• De materiële schade en immateriële gevolgschade die zich voordoet binnen de tien jaar na aanvaarding der werken en waarvoor de verzekerde binnen diezelfde periode aansprakelijk gesteld wordt op basis van de art.1792 en 2270 BW en
• Die het gevolg is van gebreken aan de gesloten ruwbouw die de stabiliteit of soliditeit van de verzekerde woning aantasten alsmede van waterdichtheidsproblemen aan de gesloten ruwbouw indien ze de stabiliteit of soliditeit van de verzekerde woning in gevaar brengen.
De soliditeit van de verzekerde woning wordt in gevaar gebracht wanneer de duurzaamheid ervan wordt aangetast waardoor de stabiliteit van het gebouw in gevaar wordt gebracht.
2.2.2 HOOFDELIJKHEID EN VEROORDELING IN SOLIDUM
Bij deelname aan een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid wordt de waarborg beperkt tot het aandeel van de verzekerde in de gemeenschappelijke opdracht. Het aandeel van de andere deelnemers is niet inbegrepen in de waarborg, behoudens andersluidend beding in de bijzondere voorwaarden.
Daarentegen is de waarborg van de polis uitgebreid tot de financiële gevolgen van de hoofdelijkheid die ten laste van de verzekerde wordt gelegd ingevolge een veroordeling in solidum met één of meerdere andere aansprakelijke bouwpartners.
2.2.3 VERZEKERDE BEDRAGEN
Het gewaarborgde kapitaal voor de materiële en immateriële schade, wordt vastgelegd in de bijzondere voorwaarden geldig op het ogenblik van het afleveren van het verzekeringsattest.
2.2.4 OMVANG VAN DE WAARBORG IN DE TIJD
Per afgeleverd verzekeringsattest geldt de waarborg voor elke burgerlijke vordering gesteund op de artikelen 1792 en 2270 van het burgerlijk wetboek tot tien jaar na de aanvaarding.
2.2.5 UITSLUITINGEN
Zijn uitgesloten uit de waarborg:
• Schade ingevolge radioactiviteit;
• Schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels;
• Schade van esthetische aard;
ARCH 2018
• Zuiver immateriële schade;
• Zichtbare schade of schade die door de verzekerde gekend is op het moment van de voorlopige oplevering of die rechtstreeks volgt uit fouten, gebreken of wanprestaties van hem gekend op het moment van de voorlopige oplevering;
• Xxxxxx ingevolge niet-accidentele pollutie;
• Meerkosten voortvloeiend uit de wijzigingen en/of verbeteringen aan de woning na schadegeval;
• Materiële en immateriële schade lager dan 2.500 €. Dit bedrag is verbonden met de ABEX-index met als basisindex 648 (abex 1 sem. 2007) en de index te weerhouden voor de indexatie zijnde deze op het moment van de aangifte van het schadegeval;
• De schade die vergoed wordt in het kader van de wet van 1april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme.
Zijn eveneens uitgesloten conform de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen:
• De schade die opzettelijk is veroorzaakt of die het gevolg is van een opzettelijke fout;
• Schade veroorzaakt door oorlog of gelijkaardige feiten en door burgeroorlog, arbeidsconflicten en alle collectief geïnspireerde gewelddaden (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) al dan niet gepaard gaande met een opstand tegen het gezag, met inbegrip van aanslagen evenals daden van collectieve oorsprong,
en daden van vandalisme.
2.2.6 VERVAL VAN WAARBORG
Het recht op verzekeringsprestatie vervalt voor schade veroorzaakt door volgende gevallen van zware fout:
• Het met voorkennis niet naleven van wettelijke bepalingen van dwingende aard, onder meer veiligheids- voorschriften, stedenbouwkundige voorschriften, bouwvergunningsvoorschriften en milieuvoorschriften;
• Het niet naleven van verplichtingen opgelegd in de bijzondere voorwaarden of opgelegd bij de eventuele technische controle of technische inspectie conform de bijzondere voorwaarden;
• Het laten oprichten van constructies zonder voorafgaand bodemonderzoek op deze plaatsen en voor deze constructies waarvoor de normale regels van het vakmanschap klaarblijkelijk een bodemonderzoek vereisen; en daar waar een bodemonderzoek en/of stabiliteitsstudie gebeurde, het niet opvolgen van de adviezen van het raadgevend bureau.
Ingeval de verzekeraar gehouden is tot schadevergoeding ten aanzien van de bouwheer, heeft hij een verhaalsrecht tegen de verzekerde(n) ten belope van zijn (hun) persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid.
Indien de schade veroorzaakt wordt door een niet-gewaarborgde zware fout van een onder art. 1.3. b) vermelde verzekerde, buiten medeweten van de onder art. 1.3. a) vermelde verzekerden, dan blijft de waarborg verworven voor de onder art. 1.3. a) vermelde verzekerden, zonder afbreuk te doen aan de verhaalsmogelijkheid van de verzekeraar tegen de onder art. 1.3. b) vermelde verzekerde die de fout heeft begaan.
2.3 Gemeenschappelijke bepalingen voor de waarborg in sectie 1 en sectie 2
2.3.1 VERDEDIGING
ARCH 2018
De verzekeraar belast zich met de verdediging van de verzekerde bij elke burgerlijke vordering die tegen hem wordt ingesteld. De verzekeraar stelt een advocaat en/of een technische deskundige aan indien hij dit nodig acht. De kosten van de door de verzekeraar aangestelde advocaten en technische deskundigen worden door hem ten laste genomen, behoudens wat de vrijstelling betreft.
2.3.2 REDDINGSKOSTEN
De verzekeraar neemt eveneens de reddingskosten zoals bepaald in art.106 van de Verzekeringswet van 2014 ten laste. Dit zijn:
• De kosten die voortvloeien uit de maatregelen die de verzekeraar heeft gevraagd om de gevolgen van een gedekt schadegeval te voorkomen of te beperken;
• De kosten die voortvloeien uit de dringende en redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen om bij nakend gevaar een gedekt schadegeval te voorkomen, of, zodra het schadegeval ontstaat, om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken;
De maatregelen dienen dringend te zijn d.w.z. dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen zonder de mogelijkheid de verzekeraar te verwittigen en zijn voorafgaand akkoord te verkrijgen.
Het gevaar moet nakend zijn d.w.z. dat er op zeer korte termijn zeker een gedekt schadegeval zou volgend indien de maatregelen niet werden genomen.
Blijven ten laste van de verzekerde:
• De kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar of wanneer het nakend gevaar afnemend is;
• De kosten die voortvloeien uit de laattijdigheid van de verzekerde, uit zijn nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten genomen zijn.
De tussenkomst van de verzekeraar in de reddingskosten is evenwel beperkt tot:
• 495.787,05 € wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk aan 2.478.935,25 €;
• 495.787,05 € + 20% van het deel van het verzekerde totaalbedrag tussen 2.478.935,25 € en 12.394.676,23 € ligt;
• 2.478.935,25 € + 10% van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven de 12.394.676,23 € met een maximumbedrag van 9.915.740, 99 € reddingskosten.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de index der consumptieprijzen met als basisindex deze van november 1992, nl. 113,77 (basis 1988 = 100).
2.3.3 INTRESTEN EN KOSTEN
De verzekeraar neemt tevens, conform art.146 van Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, de intresten en kosten ten laste, zelfs boven de verzekerde waarborg, doch enkel in de verhouding tussen de gewaarborgde hoofdsom en de totale geldelijke vergoeding waartoe de verzekerde is gehouden.
Dit zijn:
• De intresten op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding;
• De kosten betreffende de burgerlijke rechtsvorderingen, inbegrepen de honoraria en kosten van advocaten en deskundigen, door de verzekeraar of met zijn toestemming gemaakt. De kosten gemaakt door de verzekerde zullen enkel ten laste genomen worden in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde en voor zover ze niet onredelijk zijn gemaakt.
De tussenkomst van de verzekeraar in de intresten en kosten is evenwel beperkt tot:
• 495.787,05 € wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk aan 2.478.935,25 €;
• 495.787,05 € + 20% van het deel van het verzekerde totaalbedrag tussen 2.478.935,25 € en 12.394.676,23 € ligt;
• 2.478.935,25 € + 10% van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven de 12.394.676,23 € met een maximumbedrag van 9.915.740, 99 € kosten en intresten.
ARCH 2018
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de index der consumptieprijzen met als basisindex deze van november 1992, nl. 113,77 (basis 1988 = 100).
Hoofdstuk 3.
KENNIS VAN HET RISICO EN RISICOVERZWARING
3.1 BESCHRIJVING VAN HET RISICO
3.1.1 De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de polis op spontane wijze alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijze moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar.
3.1.2 Het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, waardoor de verzekeraar misleid wordt bij de beoordeling van het risico, heeft de nietigheid van de polis voor gevolg.
De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen hem toe.
3.1.3 Ingeval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, heeft de verzekeraar het recht de overeenkomst te wijzigen of desgevallend op te zeggen conform art.60 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.
3.1.4 Indien een schadegeval zich voordoet voordat de wijziging of de opzegging van kracht is geworden en indien het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens:
• Niet kan verweten worden aan de verzekeringnemer, zal de verzekeraar de door de polis voorziene prestaties leveren;
• Kan verweten worden aan de verzekeringnemer, zal de verzekeraar slechts tot prestatie gehouden zijn op basis van de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekeringnemer zou hebben moeten betalen indien hij het risico naar behoren had meegedeeld.
Indien de verzekeraar bij het schadegeval het bewijs levert dat hij het risico, waarvan de ware aard door dat schadegeval aan het licht komt, in geen geval zou hebben verzekerd, wordt zijn prestatie beperkt tot het terugbetalen van alle betaalde premies.
3.2 MEEDELEN VAN WIJZIGINGEN VAN HET RISICO
3.2.1 De verzekeringnemer is verplicht om nieuwe omstandigheden of wijzigingen van de omstandigheden, die hij redelijkerwijze moet beschouwen als gegevens die de beoordeling van het risico kunnen beïnvloeden, spontaan mee te delen aan de verzekeraar.
Indien de nieuwe of gewijzigde omstandigheden een vermindering van het risico uitmaken zal de verzekeraar handelen overeenkomstig art.80 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.
Indien de nieuwe of gewijzigde omstandigheden een verzwaring van het risico uitmaken zal de verzekeraar hetzij de overeenkomst wijzigen hetzij deze opzeggen overeenkomstig art.81 van de Wet betreffende de Verzekeringen van 2014.
3.2.2 Indien een schadegeval zich voordoet voordat de wijziging of de opzegging van kracht is geworden zal de verzekeraar overeenkomstig art.81 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, ofwel:
• De voorziene prestatie leveren indien de verzwaring van het risico was gemeld door de verzekerde of de niet melding niet aan verzekerde kan verweten worden.
• De prestatie leveren naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekeringnemer had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking was genomen indien de niet-melding aan verzekerde kan verweten worden tenzij de verzekeraar kan bewijzen dat hij het risico nooit zou hebben verzekerde in welk geval de prestatie mag bepekt worden tot de terugbetaling van alle betaalde premies,
ARCH 2018
• De prestatie weigeren met behoud van de betaalde premies in geval van verzwijging met bedrieglijk opzet.
3.3 VERDUIDELIJKING
Voor de waarborg in sectie 1 wordt elke nieuwe opdracht van de verzekerde die binnen de omschrijving van de verzekerde activiteiten valt, beschouwd als een verzwaring van het risico. De verzekeringnemer dient dit soort risicoverzwaringen niet onmiddellijk mee te delen, maar wel bij de jaarlijkse aangifte zoals bepaald in art. 4.1.1. Indien de verzekeringnemer deze verplichting niet nakomt, wordt hij geacht met bedrieglijk opzet gehandeld te hebben.
Hoofdstuk 4.
AANGIFTE VAN DE OPDRACHTEN, DE HONORARIA, DE WAARDE VAN DE WERKEN
4.1 Sectie 1: Aangifte van alle opdrachten
4.1.1 JAARLIJKSE AANGIFTE
De verzekeringnemer verbindt er zich toe jaarlijks voor 15 februari per opdracht de honoraria opgevraagd in het afgelopen verzekeringsjaar en/of de waarde van de werken uitgevoerd in het afgelopen verzekeringsjaar aan te geven, evenals de overige door de verzekeraar opgevraagde gegevens. De aangifte dient te gebeuren via het elektronisch platform op de website van de verzekeraar. De verzekeringnemer zal tevens in de aangifte de opdrachten die ressorteren onder woningbouw in België met definitieve stedenbouwkundige vergunning na 30 juni 2018 afzonderlijk aanduiden met vermelding van de totale honoraria van de verzekerde voor de betrokken opdracht en/of de totale waarde van de werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft.
4.1.2 SUBCONTRACTANTEN
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend wordt op basis van de honoraria en de verzekerde een deel van de volledige honoraria heeft afgestaan aan een subcontractant, dan kunnen de afgestane honoraria bij de premieafrekening in mindering gebracht worden op de volledige honoraria op voorwaarde dat de verzekeringnemer het bewijs levert dat de beroepsaansprakelijkheid van de subcontractant verzekerd is met een afdoend verzekeringscontract dat gewaarborgde kapitalen voorziet die minstens even hoog zijn als de gewaarborgde kapitalen van de polis van de verzekeringnemer. Hiertoe dient de verzekeringnemer in een aparte rubriek in de aangifte de betrokken opdracht, de subcontractant en het bedrag van de afgestane honoraria te vermelden en in bijlage een recent verzekeringsattest afgeleverd door de verzekeraar van de subcontractant toe te voegen. Hoe dan ook dienen in de eerste plaats de volledige honoraria voor de betrokken opdracht (met inbegrip van de honoraria afgestaan aan de subcontractant) te worden aangegeven.
4.1.3 EVENREDIGHEIDSREGEL
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend wordt op basis van de honoraria en naar aanleiding van een schadegeval wordt vastgesteld dat de verzekeringnemer voor de betrokken opdracht niet de volledige honoraria heeft aangegeven, dan zal de tussenkomst van de verzekeraar beperkt worden volgens de verhouding tussen de aangegeven honoraria en de volledige honoraria.
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend wordt op basis van de waarde van de werken en naar aanleiding van een schadegeval wordt vastgesteld dat de verzekeringnemer voor de betrokken opdracht niet de volledige waarde van de werken heeft aangegeven, dan zal de tussenkomst van de verzekeraar beperkt worden volgens de verhouding tussen de aangegeven waarde van de werken en de volledige waarde van de werken.
ARCH 2018
Deze evenredigheidsregel zal niet worden toegepast indien de verzekeringnemer de volledige honoraria en/of de volledige waarde van de werken overeenkomstig art. 4.1.1 nog niet diende aan te geven.
4.2 Sectie 2: Aanvraag per opdracht
4.2.1 AANVRAAG WAARBORG EN AFLEVERING VERZEKERINGSATTEST
Voor de opdrachten die ressorteren onder woningbouw in België met definitieve stedenbouwkundige vergunning na 30 juni 2018 is de waarborg niet automatisch verworven maar kan de verzekeringnemer per opdracht een aanvraag indienen voor het bekomen van de waarborg in sectie 2.
De aanvraag dient te gebeuren via het elektronisch platform op de website van de verzekeraar.
Bij het indienen van de aanvraag dient de verzekeringnemer een raming van de totale honoraria voor de betrokken opdracht of een raming van de totale waarde van de werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft mee te delen, evenals de overige door de verzekeraar opgevraagde gegevens.
De aanvraag kan ten vroegste ingediend worden na het bekomen van de definitieve bouwvergunning en moet uiterlijk daags voor de aanvang van de onroerende werken worden ingediend.
Door het indienen van de aanvraag verbindt de verzekeringnemer zich ertoe, indien de aanvraag wordt goedgekeurd door de verzekeraar, de premie voor de waarborg in sectie 2 voor de betrokken opdracht te betalen binnen de aan hem opgelegde termijn. Indien de aanvraag wordt goedgekeurd door de verzekeraar, zal de verzekeraar een verzekeringsattest m.b.t. de waarborg in sectie 2 voor de betrokken opdracht afleveren via het elektronische platform op de website van de verzekeraar.
Er kan geen aanvraag voor waarborg in sectie 2 worden ingediend:
• Voor de aanvang van de polis en de betaling van de eerste premie in sectie 1;
• Wanneer de waarborg van de polis is geschorst;
• Na het einde van de polis;
• Voor opdrachten die niet ressorteren onder de woningbouw in België met definitieve stedenbouwkundige vergunning na 30 juni 2018.
Indien per vergissing toch een verzekeringsattest voor deze opdrachten zou aangevraagd en afgeleverd worden dan zal dit steeds als een nietig attest moeten beschouwd worden, met teruggave van de eventuele betaalde premie. In geen geval zal een nietig attest tot waarborg van een schadegeval kunnen verplichten.
4.2.2 SUBCONTRACTANTEN
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend wordt op basis van de honoraria en de verzekerde een deel van de volledige honoraria heeft afgestaan aan een subcontractant, dan dient de verzekeringnemer bij de aanvraag voor het bekomen van de waarborg in sectie 2 de volledige honoraria voor de betrokken opdracht aan te geven (met inbegrip van de honoraria afgestaan aan de subcontractant) en zal de premie berekend worden op basis van de volledige honoraria voor de betrokken opdracht (met inbegrip van de honoraria afgestaan aan de subcontractant).
4.2.3 OVERSTIJGING VAN DE GERAAMDE HONORARIA OF WAARDE VAN DE WERKEN MET MEER DAN 25%
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend wordt op basis van de honoraria en na aanvaarding van de werken blijkt dat de totale door de verzekerde opgevraagde honoraria voor de betrokken opdracht meer dan 25% hoger liggen dan de raming die de verzekeringnemer had opgegeven overeenkomstig art. 4.2.1., dan dient de verzekeringnemer de verzekeraar hiervan zo spoedig mogelijk in te lichten. Indien de verzekeringnemer nalaat de verzekeraar in te lichten, dan zal de tussenkomst van de verzekeraar bij schadegeval beperkt worden volgens de verhouding tussen de opgegeven raming van de honoraria voor de betrokken opdracht en de werkelijk opgevraagde honoraria voor de betrokken opdracht.
ARCH 2018
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend wordt op basis van de waarde van de werken en na aanvaarding van de werken blijkt dat de totale waarde van de uitgevoerde werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft meer dan 25% hoger ligt dan de raming die de verzekeringnemer had opgegeven overeenkomstig art. 4.2.1., dan dient de verzekeringnemer de verzekeraar hiervan zo spoedig mogelijk in te lichten. Indien de verzekeringnemer nalaat de verzekeraar in te lichten, dan zal de tussenkomst van de verzekeraar bij schadegeval beperkt worden volgens de verhouding tussen de opgegeven raming van de waarde van de werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft en de werkelijke waarde van de uitgevoerde werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft.
4.3 Gemeenschappelijke bepalingen voor sectie 1 en sectie 2
4.3.1 VERDUIDELIJKINGEN
A. Raming waarde werken
Indien de verzekeringnemer de precieze waarde van de werken niet kan bepalen, dan dient hij als waarde van de werken een bedrag aan te geven dat een raming is volgens algemeen gangbare methodes.
B. Beperkte opdrachten
Indien de verzekerde een beperkte opdracht heeft en de premie voor de betrokken opdracht berekend wordt op basis van de waarde van de werken, dan dient hij enkel de waarde aan te geven van de werken waarop zijn opdracht betrekking heeft op voorwaarde dat zijn opdracht hiertoe beperkt is door een schriftelijk contract.
C. Opdrachten zonder honoraria
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend zou moeten worden op basis van de honoraria en de verzekerde voor de betrokken opdracht geen honoraria heeft opgevraagd of zal opvragen, dan dient de verzekeringnemer dit aan de verzekeraar mede te delen zodra hij er kennis van heeft. De verzekeraar zal dan voor de betrokken opdracht een andere wijze van premiebepaling voorstellen. Indien de verzekeringnemer nalaat de verzekeraar in te lichten of niet akkoord gaat met de door de verzekeraar voorgestelde wijze van premiebepaling, zal er geen waarborg zijn voor de betrokken opdracht.
D. Opdrachten zonder uitvoering van werken
Indien voor een bepaalde opdracht de premie berekend zou moeten worden op basis van de waarde van de werken en er in het kader van de betrokken opdracht geen werken zijn uitgevoerd of zullen worden uitgevoerd, dan dient de verzekeringnemer dit aan de verzekeraar mede te delen zodra hij er kennis van heeft. De verzekeraar zal dan voor de betrokken opdracht een andere wijze van premiebepaling voorstellen. Indien de verzekeringnemer nalaat de verzekeraar in te lichten of niet akkoord gaat met de door de verzekeraar voorgestelde wijze van premiebepaling, zal er geen waarborg zijn voor de betrokken opdracht.
4.3.2 DE BEWIJSSTUKKEN
ARCH 2018
De verzekeraar heeft het inzagerecht van alle stukken die betrekking hebben op de verzekerde opdrachten, de honoraria van de verzekerde en de waarde van de werken. Deze stukken dienen op eenvoudig verzoek van de verzekeraar te worden voorgelegd en dit tot drie jaar na het einde van de polis of na de aangifte van het laatste schadegeval.
Hoofdstuk 5.
PREMIE, VRIJSTELLING EN AANPASSING VAN DE VOORWAARDEN
5.1 De premie in sectie 1
5.1.1 DE VOORLOPIGE PREMIE, DE MINIMUMPREMIE EN DE DEFINITIEVE PREMIE
Bij het afsluiten van de polis wordt een jaarlijkse voorlopige premie en een jaarlijkse minimumpremie bepaald.
De voorlopige premie is betaalbaar bij de aanvang van het verzekeringsjaar en is een voorschot op de definitieve premie voor het betrokken verzekeringsjaar.
De minimumpremie is de premie die minimaal betaald dient te worden voor het betrokken verzekeringsjaar.
De definitieve premie is de uiteindelijk te betalen premie voor het betrokken verzekeringsjaar en wordt vastgesteld door het opstellen van de premieafrekening. Zij kan niet lager zijn dan de minimumpremie voor het betrokken verzekeringsjaar.
5.1.2 AANPASSING VAN DE PREMIES
De voorlopige premie kan jaarlijks worden aangepast naar 75% van de definitieve premie van het laatste jaar waarvoor een premieafrekening is opgesteld, zonder dat zij lager kan zijn dan de minimumpremie.
De minimumpremie ligt vast voor de duur van drie jaar. Na verloop van drie jaar kan zij jaarlijks worden aangepast naar 75% van de gemiddelde definitieve premie van de laatste drie jaren waarvoor een premieafrekening is opgesteld.
5.1.3 DE PREMIEAFREKENING
Jaarlijks wordt er een premieafrekening opgesteld op basis van de premievoet die bepaald is in de bijzondere voorwaarden en de honoraria en/of de waarde van de werken die zijn aangegeven overeenkomstig art. 4.1.1. Door het opstellen van de premieafrekening wordt de definitieve premie vastgesteld. Indien de definitieve premie groter is dan de voorlopige premie, dient er een bijpremie betaald te worden ten belope van het verschil. Indien de definitieve premie lager is dan de voorlopige premie, vindt er een premieteruggave plaats ten belope van het verschil, doch rekening houdende met de minimumpremie.
5.1.4 FORFAITAIRE PREMIEAFREKENING
Indien de verzekeringnemer nalaat een jaarlijkse aangifte in te dienen overeenkomstig art. 4.1.1, dan mag de verzekeraar voor het betrokken verzekeringsjaar een forfaitaire premieafrekening opstellen en innen waarbij de definitieve premie forfaitair wordt vastgesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
• 125 % van de voorlopige premie van het betrokken verzekeringsjaar;
• 125 % van de definitieve premie van het laatste jaar waarvoor er een premieafrekening is opgesteld.
5.1.5 KORTINGEN
A. Mogelijke kortingen
De volgende kortingen kunnen worden toegekend, indien zij voorzien zijn in de bijzondere voorwaarden:
a. Een korting voor projecten waarvoor er een ABR-polis wordt afgesloten in eerste rang, waarin de verzekerde van de polis waarop deze algemene voorwaarden betrekking hebben eveneens verzekerd is, waarin zowel de schade aan het op te richten goed als de schade aan derden verzekerd is en waarin het foutief gedeelte verzekerd is.
ARCH 2018
b. Een korting voor projecten die niet ressorteren onder woningbouw in België met definitieve stedenbouwkundige vergunning na 30 juni 2018, waarvoor de uitvoering van de werken gecontroleerd wordt door een erkend controlebureau (SECO of een gelijkwaardig organisme) en een globale polis tienjarige aansprakelijkheid wordt afgesloten in eerste rang, waarin de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemers en de ontwerpers (waaronder de verzekerde van de polis waarop deze algemene voorwaarden betrekking hebben) verzekerd is. Opdat de korting volledig zou worden toegekend, dienen de controle en de globale polis tienjarige aansprakelijkheid betrekking te hebben op de volledige werken. Indien dit niet het geval is, dan wordt de korting toegekend volgens de verhouding tussen de waarde van de gecontroleerde/verzekerde werken en de waarde van de volledige werken.
c. Een korting voor projecten die ressorteren onder woningbouw in België met definitieve stedenbouwkundige vergunning na 30 juni 2018, waarvoor een globale polis tienjarige aansprakelijkheid wordt afgesloten in eerste rang bij de verzekeraar, waarin de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemers en de ontwerpers (waaronder de verzekerde van de polis waarop deze algemene voorwaarden betrekking hebben) verzekerd is.
d. Een korting voor projecten waarvoor de uitvoering van de werken gecontroleerd wordt door een erkend controlebureau (SECO of een gelijkwaardig organisme) zonder dat deze werken verzekerd zijn door een globale polis tienjarige aansprakelijkheid.
B. Modaliteiten
Het percentage van de korting wordt bepaald in de bijzondere voorwaarden.
De bijzondere voorwaarden kunnen bijkomende voorwaarden voor het toekennen van de korting voorzien. Om een korting te kunnen genieten dient de verzekeringnemer de nodige bewijsstukken, waaruit blijkt dat alle voorwaarden voor het bekomen van de korting zijn vervuld, over te maken.
De korting wordt, in de premieafrekening, toegepast op de premievoet die van toepassing is, zonder korting, voor de betrokken opdracht.
De op die manier verlaagde premievoet wordt enkel toegepast op de honoraria die voor de betrokken opdracht zijn opgevraagd in het verzekeringsjaar waarop de premieafrekening betrekking heeft of op de waarde van de werken die in het kader van de betrokken opdracht zijn uitgevoerd in het verzekeringsjaar waarop de premieafrekening betrekking heeft en wordt enkel toegepast in de premieafrekening die betrekking heeft op de jaarlijkse aangifte waarbij de nodige bewijsstukken voor het bekomen van de korting zijn gevoegd en in de premieafrekeningen die betrekking hebben op jaarlijkse aangiftes m.b.t. volgende verzekeringsjaren.
5.1.6 POSTERIORITEITSPREMIE
De éénmalige premie die verschuldigd is overeenkomstig art. 2.1.4. C bedraagt twee keer de gemiddelde definitieve premie van de laatste vijf volledige verzekeringsjaren voorafgaand aan de schrapping. Indien er minder dan vijf volledige verzekeringsjaren verstreken zijn tussen de aanvangsdatum van de polis en de schrapping, bedraagt deze éénmalige premie twee keer de gemiddelde definitieve premie van de volledige verzekeringsjaren die verstreken zijn tussen de aanvangsdatum van de polis en de schrapping. Indien er geen enkel volledig verzekeringsjaar verstreken is tussen de aanvangsdatum van de polis en de schrapping, bedraagt deze éénmalige premie twee keer de jaarlijkse voorlopige premie die van toepassing was op het ogenblik van de schrapping. Indien echter de berekening van de éénmalige premie, zoals hiervoor bepaald, een bedrag oplevert dat lager is dan 500 EUR (exclusief kosten en taksen), dan wordt de éénmalige premie vastgesteld op 500 EUR (exclusief kosten en taksen). Het bedrag van 500 EUR is gekoppeld aan de ABEX-index, met als basisindex deze van november 2006, namelijk 648.
Voor de berekening van de éénmalige premie wordt geen rekening gehouden met de premies betaald op de woningbouw met definitieve stedenbouwkundige vergunning na 30 juni 2018 op voorwaarde dat een verzekeringsattest voor waarborg in sectie 2 werd afgeleverd door de verzekeraar.
5.1.7 KOSTEN EN TAKSEN
De premies worden verhoogd met de kosten en de door de wet bepaalde verzekeringstaksen.
5.1.8 INVORDERING VAN DE PREMIE
Alle premies zijn haalbaar door de bemiddelaar of door de verzekeraar. De waarborg wordt nochtans slechts van kracht na betaling van de eerste premie.
5.2 De premie in sectie 2
5.2.1 BEPALING VAN DE PREMIE
ARCH 2018
Voor elke opdracht waarvoor de verzekeraar een verzekeringsattest m.b.t. de waarborg in sectie 2 heeft afgeleverd is er een eenmalige premie verschuldigd die wordt bepaald door de premievoet die van toepassing is op het ogenblik van het afleveren van het verzekeringsattest toe te passen op de door de verzekeringnemer opgegeven raming (overeenkomstig art. 4.2.1.) van de totale honoraria van de verzekerde voor de betrokken opdracht of van de totale waarde van de werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft.
5.2.2 DE PREMIEAFREKENING
Voor alle opdrachten waarvoor een verzekeringsattest m.b.t. de waarborg in sectie 2 is afgeleverd in hetzelfde verzekeringsjaar wordt de premie die is verschuldigd overeenkomstig art. 5.2.1. opgevraagd in één gezamenlijke premieafrekening voor het betrokken verzekeringsjaar, die wordt opgesteld en betaalbaar is na de beëindiging van het verzekeringsjaar.
5.2.3 DE VOORLOPIGE PREMIE
De verzekeraar kan bij de aanvang van het verzekeringsjaar een voorlopige premie vragen die niet meer zal bedragen dan 75% van de totale premie van het laatste verzekeringsjaar waarvoor er een premieafrekening is opgesteld. De voorlopige premie zal in rekening worden gebracht bij de premieafrekening van het betrokken verzekeringsjaar.
5.2.4 HERZIENING VAN DE EENMALIGE PREMIE
De eenmalige premie die overeenkomstig art. 5.2.1. per opdracht wordt vastgesteld is de definitieve premie voor de betrokken opdracht, tenzij na de aanvaarding van de werken blijkt dat de totale door de verzekerde opgevraagde honoraria voor de betrokken opdracht meer dan 25% hoger liggen dan de raming die de verzekeringnemer had opgegeven overeenkomstig art.
4.2.1. of de totale waarde van de uitgevoerde werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft meer dan 25% hoger ligt dan de raming die de verzekeringnemer had opgegeven overeenkomstig art. 4.2.1. In dat geval dient de verzekeringnemer de verzekeraar in te lichten overeenkomstig art. 4.2.3. en zal er voor de betrokken opdracht een bijkomende premie verschuldigd zijn die zodanig wordt vastgesteld dat de totale premie voor de betrokken opdracht overeenstemt met de premievoet die van toepassing was op het ogenblik van het afleveren van het verzekeringsattest toegepast op de werkelijk opgevraagde honoraria voor de betrokken opdracht of de werkelijke waarde van de uitgevoerde werken waarop de betrokken opdracht betrekking heeft.
5.2.5 KOSTEN EN TAKSEN
De premies worden verhoogd met de kosten en de door de wet bepaalde verzekeringstaksen.
5.3 Gemeenschappelijke bepalingen voor sectie 1 en sectie 2
5.3.1 VRIJSTELLING
De vrijstelling is het bedrag dat per schadegeval ten laste blijft van de verzekeringnemer. Het bedrag van de vrijstelling wordt vastgesteld in de bijzondere voorwaarden
• Geldig op datum van het schadegeval voor de waarborg in sectie 1
• Geldig op het ogenblik van het afleveren van het verzekeringsattest voor de waarborg in sectie 2
De vrijstelling is toepasselijk op het totaal van de uitgaven gedaan door de verzekeraar. Indien evenwel de verzekerde geen aansprakelijkheid draagt, zal de vrijstelling niet worden toegepast op de door de verzekeraar gemaakte kosten.
Indien de verzekeraar gehouden is tot waarborg in sectie 1 voor een schadegeval dat tevens gewaarborgd is in sectie 2 zal slechts één vrijstelling worden toegepast, nl. de vrijstelling geldig voor de waarborg in sectie 2.
5.3.2. AANPASSING VAN DE VOORWAARDEN
Behoudens de wijzigingen voorzien in hoofdstuk 3, zal de verzekeraar, indien hij de polisvoorwaarden wenst te wijzigen, dit per aangetekend schrijven aan de verzekeringnemer laten weten.
De wijzigingen worden van kracht vanaf de eerstvolgende vervaldag indien het aangetekend schrijven tenminste drie maanden voor de vervaldag is betekend. Indien dit niet het geval is, worden de wijzigingen van kracht na verloop van drie maanden na de betekening van het aangetekend schrijven.
ARCH 2018
De verzekeringnemer mag de polis opzeggen mits een aangetekend schrijven aan de verzekeraar binnen de maand na de betekening van de wijziging.
Hoofdstuk 6.
XXXX, SCHORSING EN OPZEGGING VAN DE POLIS
6.1 DUUR
De polis wordt gesloten voor een eerste periode die loopt vanaf de aanvangsdatum van de polis tot de eerste jaarlijkse vervaldag. Na afloop van deze periode wordt de polis stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één van de partijen minstens drie maanden voor de vervaldag bij een aangetekende brief, door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs of bij deurwaardersexploot.
De waarborg in sectie 2 blijft evenwel geldig voor alle woningen waarvoor een attest van verzekering werd afgeleverd door de verzekeraar en dit voor de duur van tien jaar ingaande op de datum van aanvaarding van de werken m.b.t. de verzekerde woning en eindigend van rechtswege op de laatste dag van de tien jaar om 24h00.
6.2 JAARLIJKSE VERVALDAG
De jaarlijkse vervaldag van de polis is 31 december om 24h00.
6.3 VERZEKERINGSJAAR
Het verzekeringsjaar is de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse vervaldagen.
6.4 SCHORSING
De waarborg van de polis wordt geschorst, vanaf de zestiende dag die volgt op betekening bij deurwaardersexploot of afgifte van de aangetekende ingebrekestelling, indien de verzekeringnemer nalaat een premie te betalen.
De waarborg wordt terug van kracht de dag na de ontvangst door de verzekeraar van de integrale betaling van de achterstallige premie.
De verzekeraar mag de premies, die eisbaar zijn geworden tijdens de schorsingsperiode, als schadevergoeding behouden. Dit recht is evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
Tijdens een schorsingsperiode is de waarborg van sectie 1 niet van kracht.
Tijdens de schorsingsperiode kan de verzekeringnemer geen aanvragen voor een verzekeringsattest voor waarborg in sectie 2 meer indienen en zal de verzekeraar geen verzekeringsattesten voor waarborg in sectie 2 afleveren.
6.5 ADMINISTRATIEVE KOST
De verzekeraar behoudt zich het recht voor om voor elke aangetekende ingebrekestelling wegens het niet betalen van een premie of wegens het niet-indienen van een jaarlijkse aangifte overeenkomstig art. 4.1.1 een administratieve kost van 20 EUR aan te rekenen aan de verzekeringnemer.
6.6 OPZEGGING
Indien de waarborg van de polis geschorst is overeenkomstig art. 6.4., dan kan de verzekeraar de polis opzeggen indien hij zich dat recht in de aangetekende ingebrekestelling heeft voorbehouden. In dat geval wordt de opzegging ten vroegste van kracht vanaf de vijftiende dag die volgt op de eerste dag van de schorsing.
ARCH 2018
Indien de verzekeraar zich het recht om de polis op te zeggen niet heeft voorbehouden in de aangetekende ingebrekestelling, dan kan de verzekeraar de polis slechts opzeggen mits een nieuwe aangetekende ingebrekestelling aan de verzekeringnemer. In dat geval wordt de opzegging van kracht vanaf de zestiende dag die volgt op de betekening bij deurwaardersexploot of afgifte van de nieuwe aangetekende ingebrekestelling.
De waarborg in sectie 2 blijft evenwel geldig voor alle woningen waarvoor een attest van verzekering werd afgeleverd door de verzekeraar en dit voor de duur van tien jaar ingaande op de datum van aanvaarding van de werken m.b.t. de verzekerde woning en eindigend van rechtswege op de laatste dag van de tien jaar om 24h.00.
Indien de schorsing en/of opzeg het gevolg is van het niet betalen van een voorlopige premie, premieafrekening of herziening van een eenmalige premie voor verzekeringsattesten afgeleverd in de desbetreffende periode zal de verzekeraar, in geval hij gehouden is een bouwheer te vergoeden bij een later schadegeval, verhaal kunnen uitoefenen op de aansprakelijke verzekerde in de verhouding tussen de betaalde premie en de verschuldigde premie voor de kwestieuze periode of de verzekerde woning.
6.7 OPZEGGING NA SCHADEGEVAL
Na elke schadeaangifte kan de verzekeraar de polis opzeggen bij aangetekend schrijven aan de verzekeringnemer ten laatste één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. De opzegging wordt van kracht na verloop van één maand na de afgifte of betekening van het aangetekend schrijven.
De waarborg in sectie 2 blijft evenwel geldig voor alle woningen waarvoor een attest van verzekering werd afgeleverd door de verzekeraar en dit voor de duur van tien jaar ingaande op de datum van aanvaarding van de werken m.b.t. de verzekerde woning en eindigend van rechtswege op de laatste dag van de tien jaar om 24 h00.
6.8 VERPLICHTING TOT HET MEEDELEN VAN DE OPZEGGING AAN DE ORDE VAN ARCHITECTEN
Voor alle gevallen van opzegging van de polis geldt dat de verzekeraar of de verzekeringnemer de polis niet kan opzeggen zonder hiervan de bevoegde Raad van de Orde van Architecten per aangetekende brief of op gelijkwaardige elektronische wijze te hebben verwittigd ten laatste vijftien dagen voor de inwerkingtreding van de opzegging waarvan hij tegelijkertijd de datum meedeelt.
Hoofdstuk 7.
DE SCHADEREGELING
7.1 DE AANGIFTE
De verzekeringnemer of de verzekerde dient de verzekeraar zo spoedig mogelijk en ten laatste binnen de acht dagen schriftelijk in kennis te stellen van elke burgerlijke vordering waarmee hij geconfronteerd wordt of van elk feit dat aanleiding kan geven tot een burgerlijke vordering, ongeacht of zijn aansprakelijkheid al dan niet daadwerkelijk in het gedrang wordt gebracht.
De verzekeringnemer of de verzekerde dient zonder verwijl aan de verzekeraar op elk moment van de behandeling van dit schadegeval alle nuttige inlichtingen te verstrekken en op de vragen te antwoorden die hem worden gesteld, teneinde de omstandigheden en de omvang van de schade te kunnen vaststellen en elke noodzakelijke medewerking te geven ter afhandeling van dit schadegeval.
Elke burgerlijke vordering, elk bericht, elke dagvaarding, elke ingebrekestelling en in het algemeen elke gerechtelijke of buitengerechtelijke akte dient zo spoedig mogelijk aan de verzekeraar te worden bezorgd.
7.2 SANCTIE
Indien de verzekeringnemer of de verzekerde één van de verplichtingen opgelegd door art. 7.1. niet nakomt en er daardoor een nadeel ontstaat voor de verzekeraar, kan de verzekeraar aanspraak maken op een vermindering van zijn prestatie ten belope van het door hem geleden nadeel.
ARCH 2018
De verzekeraar kan zijn dekking weigeren indien de verzekeringnemer of de verzekerde één van de verplichtingen opgelegd door art. 7.1. met bedrieglijk opzet niet is nagekomen.
7.3 OPVOLGING SCHADEAANGIFTE
7.3.1 Conform artikel 143 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen neemt de verzekeraar de leiding van het schadegeval dat door de verzekeringnemer of verzekerde werd aangegeven. De verzekeraar stelt zich achter de verzekerde binnen de grenzen van de waarborg. Daardoor treedt de verzekeraar in de rechten van de verzekeringnemer of verzekerde voor de afhandeling van het dossier. Hij voert de onderhandelingen met de schadelijders of hun rechthebbenden, sluit de dading en stelt alle handelingen tot de beëindiging van de burgerlijke vordering, steeds in nauw overleg met de verzekerde.
7.3.2 De verzekeraar stelt in naam en voor rekening van de verzekerde de advocaat en de eventuele deskundige aan. De verzekeraar en de verzekerde instrueren gedurende de volledige procesvoering de advocaat en/of expert. Het verloop en de afhandeling van het dossier dient steeds in nauw overleg met de verzekerde te gebeuren. De verzekeraar voert de onderhandelingen met de schadelijders of hun rechthebbenden, sluit de dadingen en stelt alle handelingen tot de beëindiging van het schadegeval. Hij houdt hierbij de verzekeringnemer/verzekerde op de hoogte van de evolutie van het schadegeval.
7.3.3 Elke schaderegeling door de verzekeraar is evenwel ondergeschikt aan het schriftelijk akkoord van de verzekeringnemer. Nochtans, indien deze laatste weigert dergelijk akkoord te geven en het bedrag van de schadevergoeding later meer beloopt dan dat waarvoor de verzekeraar eerder van de benadeelde derde het akkoord had bekomen, wordt de verbintenis van de verzekeraar, met inbegrip van de kosten voor de verdediging, beperkt tot het bedrag waarvoor het schadegeval geregeld had kunnen worden.
7.3.4 Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading en elke uitbetaling van schadevergoeding, door de verzekeringnemer of de verzekerde gedaan zonder het schriftelijk akkoord van de verzekeraar, is niet tegenstelbaar aan de verzekeraar. Deze bepaling is niet toepasselijk op de eenvoudige erkenning van de feiten zelf of op het verstrekken van de eerste geldelijke hulp of medische bijstand.
7.3.5 De verzekeraar betaalt het bedrag van de schadevergoeding aan de benadeelde derde of aan de verzekeringnemer onder aftrek van de vrijstelling die ten laste van de verzekeringnemer blijft. De betaling aan de verzekeringnemer is slechts mogelijk met akkoord van de benadeelde derde.
7.3.6 Gezien de verzekeraar de kosten van de verdediging van de verzekerde ten laste neemt overeenkomstig art. 2.3.1., komen de gerechtskosten en de eventuele rechtsplegingsvergoeding(en) die door de rechter aan de verzekerde worden toegekend toe aan de verzekeraar. De verzekeringnemer machtigt de verzekeraar om deze rechtstreeks bij derden te innen. In geval deze aan de verzekerde zouden zijn uitbetaald, zal de verzekeringnemer deze binnen de veertien dagen doorstorten aan de verzekeraar.
7.4 INVORDERING VAN DE VRIJSTELLING
Wanneer uit de gegevens van het dossier blijkt dat een vergoeding verschuldigd zal zijn, dan mag de verzekeraar het overeenstemmend bedrag van de vrijstelling invorderen. Indien achteraf blijkt dat het bedrag geheel of gedeeltelijk ten onrechte ingevorderd werd, dan zal de verzekeraar het niet-verschuldigd bedrag terugbetalen, verhoogd met de gerechtelijke intresten te rekenen vanaf de dag waarop het bedrag werd betaald.
Indien de verzekeringnemer weigert de vrijstelling te betalen, dan zal ze verhoogd worden met de gerechtelijke intresten te rekenen vanaf de dag van de aangetekende ingebrekestelling door de verzekeraar.
7.5 RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
Indien de verzekeraar ingevolge een rechtstreekse vordering van een derde/bouwheer gehouden is tot uitbetaling in een schadegeval dat overeenkomstig de polisvoorwaarden niet gedekt is, maar waarvan het niet-gedekt zijn niet tegenstelbaar is aan de derde/bouwheer, dan heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer en/of de verzekerde.
ARCH 2018
De verzekeraar heeft tevens een recht van verhaal tegen een aansprakelijke derde en/of zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar en, ingeval van betaling overeenkomstig de waarborg in sectie 2 tevens een recht van verhaal tegen een aansprakelijkheids- verzekeraar van een aansprakelijke subcontractant.
Hoofdstuk 8.
DIVERSE BEPALINGEN
8.1 DE EXCEDENTAIRE WAARBORGEN
Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat de waarborg van deze polis slechts verleend wordt in excedent van de bedragen die door de verzekeraar van elke andere polis verschuldigd zijn, zelfs indien die andere polis later werd afgesloten en alle of een gedeelte van de door deze polis verzekerde risico’s dekt. Die andere polissen zullen steeds als vrijstelling voor de waarborgen van deze polis worden beschouwd, zodat deze polis geldt als een tweederangspolis. Dit geldt onder meer voor de tienjarige aansprakelijkheidspolissen voor aannemers en ontwerpers overeenkomstig de wet van 31 mei 2017.
8.2 AFSTAND VAN VERHAAL
Indien de verzekeringnemer afstand van verhaal wenst te doen ten opzichte van een derde, dan dient hij de verzekeraar hiervan op voorhand in kennis te stellen. De verzekeraar kan het afstand van verhaal aanvaarden mits betaling van een bijpremie of kan het weigeren.
Indien de verzekeringnemer afstand van verhaal doet ten opzichte van een derde zonder de verzekeraar hiervan op voorhand in kennis te stellen of nadat de verzekeraar het afstand van verhaal heeft geweigerd en de verzekeraar moet tussenkomen zonder verhaalsmogelijkheid tegen de aansprakelijke derde, dan kan de verzekeraar van de verzekeringnemer de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding ten belope van het door hem geleden nadeel.
De gebruikelijke afstanden van verhaal op regies en openbare besturen dienen echter niet aan de verzekeraar te worden medegedeeld en worden ambtshalve door de verzekeraar aanvaard zonder bijpremie voor zover deze instellingen niet de bouwheer zijn.
8.3 HOOFDELIJKHEID VERZEKERINGNEMER/VERZEKERDE
De in de bijzondere voorwaarden vermelde verzekerde is hoofdelijk gehouden met de verzekeringnemer(s) tot de verplichtingen die voortvloeien uit de algemene en de bijzondere voorwaarden van de polis.
Indien de in de bijzondere voorwaarden vermelde verzekerde een rechtspersoon is, dan zijn alle zaakvoerders, bestuurders, leden van het directiecomité en meer algemeen alle zelfstandige mandatarissen die optreden in naam en voor rekening van de rechtspersoon eveneens hoofdelijk gehouden met de verzekeringnemer(s) tot de verplichtingen die voortvloeien uit de algemene en de bijzondere voorwaarden van de polis.
8.4 INFORMATIE
Alle berichten en mededelingen in verband met de polis en/of de regeling van de schadegevallen kunnen geldig gedaan worden via de bemiddelaar van de polis of rechtstreeks aan de verzekeraar.
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen worden geldig gedaan aan het laatste gekende adres van de verzekeringnemer.
8.5 ADRESWIJZIGING
De verzekeringnemer verbindt zich ertoe elke adreswijziging van kantoor of domicilie aan de verzekeraar mede te delen. Alle berichten zijn geldig verstuurd aan het laatst gekende adres van de verzekeringnemer.
8.6 TOEPASSELIJK RECHT EN BETWISTINGEN
De polis is onderworpen aan het Belgische recht.
Voor alle geschillen m.b.t. de polis zijn alleen de Belgische rechtbanken bevoegd.
8.7 WET BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN
ARCH 2018
Voor alles wat niet vermeld is in de polis wordt verwezen naar de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen. Alle wijzigingen aan deze wet zullen automatisch van toepassing zijn zodra de wetgever dit gebiedt of toelaat.
8.8 FRAUDE
In het kader van de huidige bepalingen, verstaat men onder “Verzekeringsfraude” het misleiden van de verzekeringsonderneming bij de sluiting of tijdens de looptijd van een verzekeringsovereenkomst of bij de aangifte dan wel afhandeling van een schadegeval met het oog op het verkrijgen van een verzekeringsdekking of een verzekeringsprestatie.
De aandacht van de verzekeringnemer wordt gevestigd op het feit dat iedere fraude of poging tot fraude gesanctioneerd wordt volgens de toepasselijke wetgeving en/of de bepalingen en in voorkomend geval kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
8.9 PRIVACY
1. Doeleinden van de gegevensverwerking – Ontvangers van de gegevens
De persoonsgegevens, meegedeeld door de betrokkene zelf of rechtmatig ontvangen door de verzekeraar of derden, kunnen door de verzekeraar worden verwerkt met het oog op het beheer van het klantenbestand, het beheer van de verzekeringsovereenkomsten en schadegevallen, de klantenservice, het beheer van de commerciële relatie, de opsporing, preventie en bestrijding van fraude, de aanvaarding van risico’s, het toezicht op de portefeuille, statistische studies, het beheer van de betwiste zaken en van de schuldinvordering, alsook de betaling van verzekeringssommen. De verzekeraar is verantwoordelijk voor deze verwerkingen.
Om een optimale service te verlenen in verband met bovenvermelde doeleinden, kunnen deze persoonsgegevens worden medegedeeld aan personen aangeduid in het kader van het beheer van het contract (zoals advocaten, experts, herverzekeraars, medeverzekeraars, dienstverleners,...).
2. Doorgeven van de gegevens aan een overheid
De verzekeraar kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het feit dat hij zelf, ondernemingen en/of personen die met hem in verbinding staan, aan wie persoonsgegevens worden meegedeeld, gegevens doorgeven (of verplicht zijn door te geven) aan de Belgische overheid, aan buitenlandse overheden of aan internationale instellingen in uitvoering van een wettelijke of reglementaire verplichting, in uitvoering van een gerechtelijke beslissing , of ook in het kader van de behartiging van een rechtmatig belang.
3. Vertrouwelijkheid
Alle gegevens zullen met de grootst mogelijke discretie worden behandeld.
4. Recht op toegang, rechtzetting en verzet
De betrokken persoon kan kennisnemen van zijn gegevens, ze laten rechtzetten en zich kosteloos verzetten tegen de verwerking ervan met het oog op direct marketing. Hiertoe dient hij een gedateerde en ondertekende aanvraag samen met een recto/verso kopie van zijn identiteitskaart te sturen aan de verzekeraar. Hij kan er ook meer informatie bekomen.
8.10 KLACHTENBEHANDELING
Voor klachten kan men steeds terecht:
• Bij Protect NV, Xxxxxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxx en op xxx@xxxxxxx.xx en op 02/412.39.01;
• De Ombudsdienst van de Verzekeringen, de Meeûssquare 35 te 0000 Xxxxxxx en op xxxx@xxxxxxxxx.xx of;
ARCH 2018
• De Klachtendienst FSMA, Xxxxxxxxxxxxx 00-00 te 0000 Xxxxxxx.