Algemeen Reglement
Algemeen Reglement
der Verrichtingen
Geregistreerd te Brussel, op 17/04/2012
Belfius Bank NV Xxxxxxxxxxx 00
0000 XXXXXXX
HOOFDSTUK I: ALGEMEEN
DEEL 1 – REGLEMENT EN AANPASSINGEN
1. Doel van dit reglement
Het Algemeen Reglement der Verrichtingen, hierna “het Reglement” genoemd, omschrijft de voornaamste wederzijdse rechten en plichten van Belfius Bank NV, hierna “de Bank” genoemd, en de Klanten, in het kader van hun bankrelatie. Daarnaast zijn de hierna vermelde bepalingen, opgesomd in volgorde van prioriteit, van toepassing: bijzondere overeenkom- sten, de bijzondere reglementen, onderhavig Reglement en de bankgebruiken.
2. Waar vind ik dit reglement?
Het Reglement is beschikbaar in het Nederlands, het Frans en het Duits in de kantoren of op de website van de Bank: xxx.xxxxxxx.xx. De Duitse vertaling van het Reglement geldt als officieuze vertaling. In geval van tegenspraak tussen de Duitse tekst, en de Franse of Nederlandse tekst, gelden enkel de laatstgenoemde teksten. De Klant die een relatie met de Bank aangaat, ontvangt kosteloos een exemplaar van dit Reglement en aanvaardt dit Reglement.
3. Wijzigingen
De Bank kan het Reglement en de tarifering van haar diensten wijzigen of aanvullen, bijvoorbeeld als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën.
3.1. Hoe worden deze wijzigingen meegedeeld?
De Bank deelt de wijzigingen mee aan de Klanten minstens twee maanden voor de inwerkingtreding ervan via een brief, reke- ningafschriften of elektronische berichten.
3.2. Wanneer worden deze wijzigingen van kracht?
Behoudens wettelijke of reglementaire verplichtingen worden de wijzigingen aan het Reglement van kracht na het verstrijken van een termijn van twee maanden die begint de dag nadat ze werden meegedeeld aan de Klant. Deze laatste wordt geacht de wijzigingen te hebben aanvaard indien hij de Bank niet voor de voorgestelde datum van inwerkintreding van die wijzigingen ervan in kennis heeft gesteld dat hij de wijzigingen niet aan- vaardt. Een Klant die niet akkoord gaat met de aangekondigde wijziging, beschikt over de voormelde termijn van twee maanden om de diensten waarover hij beschikt, kosteloos op te zeggen. Wijzigingen in de rentevoet of de wisselkoers kunnen met onmiddellijke ingang zonder kennisgeving worden toegepast, indien de wijzigingen gebaseerd zijn op de overeengekomen referentierentevoet of -wisselkoers. De Klant wordt zo spoedig mogelijk van elke wijziging in kennis gesteld op de wijze zoals beschreven in artikel 3.1 van onderhavig Reglement.
Wijzigingen in de rentevoet of de wisselkoers in het voordeel van de Klant, kunnen zonder kennisgeving worden toegepast.
Klanten die gebruik blijven maken van de dienst nadat de wijzi- ging is ingegaan, stemmen stilzwijgend in met de nieuwe tarie- ven en/of voorwaarden.
3.3. Betwistingen worden beslecht op basis van het van kracht zijnde Reglement op datum van het betwiste feit.
DEEL 2 – DEFINITIES
Voor de toepassing van dit Reglement, gelden de volgende definities:
Bank: Belfius Bank NV, gevestigd te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00 en ingeschreven in het Register der Rechtspersonen te Brussel onder het nummer 0403.201.185.
Zelfstandige agenten: voor het verstrekken van haar diensten doet de Bank onder meer een beroep op agenten in bank- en beleggingsdiensten. De agenten zijn in België ingeschreven in het register van de tussenpersonen in bank- en beleggingsdien- sten, subcategorie makelaars in bank- en beleggingsdiensten. Dit register wordt beheerd door de FSMA.
FSMA: Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten die als toezichthoudende overheid optreedt en waarbij de Bank is inge- schreven in het register onder het nummer 19649 A.
SEPA: Single Euro Payments Area: de eengemaakte Europese betaalruimte die het mogelijk maakt dat gebruikers van betalingsdiensten met dezelfde betaalmiddelen hun betalingen kunnen afhandelen in alle landen die deel (zullen) uitmaken van het SEPA-betalingsgebied. Laatstgenoemde bestaat uit de EU- en EER-lidstaten, Monaco en Zwitserland.
EU-lidstaten (op heden): België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Luxemburg, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Slovenië, Cyprus, Malta en Slowakije (euro-lid- staten) en Xxxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx, Roemenië en Bulgarije (niet-euro-lidstaten).
EER-lidstaten (op heden): is de ruimte van de EU-lidstaten uitge- breid met Ijsland, Noorwegen en Liechtenstein.
Klant: de persoon die een contractuele relatie heeft met de Bank en in hoedanigheid van Betaler, Begunstigde of beide van een betalings- of andere dienst die de Bank aanbiedt gebruik maakt. Het kan zowel gaan om natuurlijke personen als rechtspersonen of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid.
Consument: een natuurlijke persoon die, in het raam van het gebruik van betalings- of andere diensten aangeboden door de Bank, handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroeps- werkzaamheden.
Niet-consument: de persoon of entiteit die niet onder het toe- passingsgebied van de definitie “Consument” van dit Reglement valt. Zo bijvoorbeeld entiteiten met rechtspersoonlijkheid, ver- enigingen zonder winstoogmerk, vrije beroepen, zelfstandigen (in hun professionele hoedanigheid).
Betaler: de persoon die een Betaalrekening aanhoudt bij de Bank en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toe- staat (bijv. een overschrijving), of voor een persoon die geen Betaalrekening heeft bij de Bank, diegene die een betalingsop- dracht geeft (bijv. de storting op een rekening van een derde).
Begunstigde: de persoon die de beoogde uiteindelijke ont- vanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft.
Duurzame drager: ieder hulpmiddel dat de Klant in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie gemakkelijk toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen, en die een ongewij- zigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt.
Zichtrekening: een op naam van één of meer Klanten aangehou- den rekening die gebruikt wordt met als hoofddoel de uitvoe- ring van betalingstransacties en waarvoor voor de uitvoering van transacties geen wettelijke of contractuele beperkingen gelden (hierna ook: betaalrekening).
(Gereglementeerde) Spaarrekening: de spaarrekening zoals bedoeld in artikel 2 van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen met betrekking tot de vrijstelling van roerende voorheffing, ook het Koninklijk Besluit m.b.t. de gereglementeerde spaarrekeningen genoemd.
Niet-gereglementeerde Spaarrekening: de spaarrekening die niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in het artikel 2 van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen met betrekking tot de vrijstelling van roerende voorheffing.
Termijnrekening: de rekening waarbij de gestorte gelden gedu- rende een vooraf bepaalde termijn vast staan en aldus in principe onbeschikbaar zijn tot aan het einde van de termijn.
Betalingsopdracht: door een Betaler of Begunstigde aan zijn bank gegeven instructie om een betalingstransactie uit te voe- ren.
Betalingstransactie: een door de Betaler of de Begunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedepo- neerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderlig- gende verplichtingen tussen de Betaler en de Begunstigde zijn.
Unieke identificator: de combinatie van letters, nummers of sym- bolen door de Betaler te verstrekken om voor een betalingstrans- actie de Begunstigde en/of zijn betaalrekening ondubbelzinnig te identificeren. Voor betalingsopdrachten door de Klant door- gegeven aan een Belgische bank voor een Belgische rekening, gaat het om het zogenaamde IBAN-nummer (+ BIC-code). Het International Bank Account Number (IBAN) zal worden gebruikt om Belgische rekeningen en rekeningen in andere SEPA-landen te identificeren. De Bank Identifier Code (BIC) is nodig ter iden- tificatie van de bank waarbij de Begunstigde zijn rekening heeft.
Domiciliëring: een betalingsdienst voor het debiteren van de betaalrekening van een Betaler, waarbij een betalingstransactie wordt geïnitieerd door de Begunstigde op basis van een door de Betaler aan de Begunstigde, aan de Bank van de Begunstigde of aan de Bank van de Betaler verstrekte instemming. Voor de toe- passing van dit Reglement wordt met dit begrip zowel geduid op het Belgische nationale domiciliëringssysteem als op de Europese domiciliëring.
Overschrijving: een betalingsdienst waarbij de Betaler aan zijn bank opdracht geeft zijn betaalrekening te debiteren ten gun- ste van een betaalrekening van een door de Betaler opgegeven Begunstigde. Voor de toepassing van dit Reglement wordt met dit begrip zowel geduid op de Belgische nationale overschrijving als op de Europese overschrijving.
Sepa Credit Transfer: Europese overschrijving uit te voeren via het Europese overschrijvingsformulier (hierna: Overschrijving).
Sepa Direct Debit: Europese domiciliëring uit te voeren op grond van het Europese domiciliëringsmandaat (hierna: Domiciliëring).
Betalingstransactie geïnitieerd door of via de Begunstigde: een transactie die geïnitieerd wordt hetzij door de Begunstigde, bijv. domiciliëring, hetzij via de Begunstigde, bijv. een betaling met bankkaart op een verkoopspunt. Bij een transactie geïnitieerd door de Begunstigde wordt het domiciliëringsmandaat immers door de Begunstigde aan de bank van de Betaler aangeboden ter betaling. Een aankoop bij een handelaar (of op een ander verkoopspunt) verloopt via de betaalterminal die de handelaar ter beschikking stelt van zijn Cliënteel en wordt dus via de Begunstigde geïnitieerd.
Cheque: een cheque in de zin van de Chequewet van 1 maart 1961.
Werkdag: een dag waarop de Bank toegankelijk is voor de bij de uitvoering van een betalingstransactie vereiste werkzaamheden. Een gedetailleerd overzicht van de dagen die door de Belgische banksector niet als werkdag worden beschouwd, vindt u terug in het document Tarieven en interestvoeten dat beschikbaar is op de site xxx.xxxxxxx.xx of in kantoor.
Cut off: het tijdstip aan het einde van de werkdag zoals door de Bank bepaald, waarna een betalingsopdracht geacht wordt te zijn ontvangen op de eerstvolgende werkdag. Een overzicht van deze tijdstippen, vindt u terug in het document Tarieven en interestvoeten dat beschikbaar is op de site xxx.xxxxxxx.xx of in het kantoor.
Referentiewisselkoers: de wisselkoers die als berekeningsgrond- slag wordt gehanteerd bij een valutawissel en die door de Bank beschikbaar wordt gesteld op de site xxx.xxxxxxx.xx en in het kantoor.
Referentierentevoet: de rentevoet die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd voor het aanrekenen van interesten en die afkomstig is van een voor het publiek toegankelijke bron en door de Bank en de Klant kan worden nagegaan. Meer details kunnen worden teruggevonden in het document Tarieven en interestvoeten.
Wet betreffende de betalingsdiensten: de wet betreffende de betalingsdiensten van 10 december 2009 (BS 15 januari 2010).
Transfer: een transactie tussen verschillende rekeningen of com- partimenten van rekeningen die de Klant bij de Bank aanhoudt.
DEEL 3 – TOEPASSINGSGEBIED
Dit Reglement is van toepassing op de bestaande nationale beta- lingsdiensten en -instrumenten tot hun volledige vervanging door de nieuwe Europese betalingsdiensten en -instrumenten waarop dit Reglement eveneens van toepassing is/zal zijn.
Tenzij andersluidende bepalingen, is dit Reglement van toepas- sing wanneer de transacties worden verricht in euro of in een munteenheid van een EU- of EER-lidstaat die de euro (nog) niet als munteenheid heeft.
De artikelen 10.3, 22.7, 41, 53, 54, 55 en 56 van onderhavig Reglement zullen niet als zodanig van toepassing zijn op niet- consumenten.
Gelet op artikel 27 en 55, §1 van de Wet op de Betalingsdiensten, behoudt de Bank zich het recht voor om passende kosten aan te rekenen aan niet-consumenten voor het vervullen van haar ver- plichtingen in hoofde van dit Reglement of geldende wetgeving.
DEEL 4 – ALGEMENE BEPALINGEN
4. Identificatie
4.1. Identificatiegegevens
De Bank gaat over tot de volledige identificatie van de Klant alvorens hem diensten toe te kennen of een van zijn orders uit te voeren, conform de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en conform de richtlijnen van de Nationale Bank van België. De identificatie omvat het nazicht van de identiteitsgegevens op basis van de wettelijk vereiste bewijsstukken, waarvan de Bank een kopie neemt. Zolang de identificatie niet heeft plaatsgehad, kan de Bank de dienst weigeren of de uitvoering van de order opschorten.
4.2. Naamlening
Als de Bank de mening is toegedaan dat de Klant niet voor eigen rekening handelt, kan zij eisen dat hij haar de identiteit mee- deelt van de persoon voor wie hij optreedt.
4.3. Bewijsstukken
De Bank kan bovendien de uitvoering van een verrichting laten afhangen van de mededeling van inlichtingen of bewijsstukken die zij nodig acht.
4.4. Controlerecht
De Klant machtigt de Bank om de juistheid/exactheid van de inlichtingen die de Klant, zelfs uit eigen initiatief, aan haar mee- deelt, na te gaan of te laten nagaan. De Klant geeft de Bank uitdrukkelijk de toelating om al deze inlichtingen in een gege- vensbank op te nemen.
5. Juridisch en fiscaal statuut van de Klant
5.1. Algemeen
De Klant is verplicht aan de Bank alle elementen en verant- woordingsstukken mee te delen die betrekking hebben op zijn juridisch of fiscaal statuut, zijn handelingsbekwaamheid, zijn huwelijksstelsel, de personen die gemachtigd zijn om hem te vertegenwoordigen, zijn naam, benaming en adres (woonplaats of maatschappelijke zetel), alsook op alle latere wijzigingen, en voegt daarbij de nodige bewijsstukken. De Klant is volledig aan- sprakelijk voor de inlichtingen en documenten die hij meedeelt. Hij waarborgt het juiste, conforme en geldige karakter ervan.
Elke Klant die onderworpen is aan een bijzonder statuut, leeft de wettelijke of reglementaire bepalingen die aan dit statuut ver- bonden zijn, na. De Bank is ter zake niet onderworpen aan enige controleplicht en kan geenszins aansprakelijk worden gesteld voor het niet naleven van deze regels door de Klant.
5.2. Vertegenwoordiging van een rechtspersoon
De organen van een rechtspersoon worden geacht te beschik- ken over een algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid. De wijzigingen of de beperking van deze bevoegdheden, alsook de interne beheersregels, zijn tegenstelbaar aan de Bank, vanaf de derde bankwerkdag volgend op de mededeling ervan aan de Bank.
De Klant moet de vertegenwoordiging van een rechtsper- soon staven met de documenten vereist in het kader van de onder 4.1. beschreven identificatie van de Klant en met elk document dat moet worden neergelegd ter griffie van de Rechtbank van Koophandel of met een publicatie in de bij- lagen bij het Belgisch Staatsblad, zoals de benoemingen van bestuurders of zaakvoerders, alsook het bewijs van de registra- tie in het Rijkspersonenregister bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen.
5.3. Klanten van vreemde nationaliteit
De Bank kan aan Klanten met een vreemde nationaliteit vragen om het bewijs te leveren van hun (juridische) bekwaamheid of hun juridisch of fiscaal statuut. Deze Klanten stellen de Bank in kennis van de wijzigingen in de wetgeving die een weerslag kun- nen hebben op hun rechtsbekwaamheid of hun bevoegdheden.
5.4. Klanten die Amerikaanse belastingplichtigen zijn
De Bank wordt erkend als gekwalificeerd tussenpersoon (“Qualified Intermediary” of “QI”), in haar relatie tot de fis- cale instanties van de Verenigde Staten van Amerika (VS). De Bank verstrekt a priori geen inlichtingen aan de Amerikaanse belastingadministratie over de Klanten – zowel de rechts- als de natuurlijke personen – die de hoedanigheid hebben van belas- tingplichtige in de VS. Dat heeft tot gevolg dat de Bank bepaalde regels moet naleven:
– geen Amerikaanse financiële instrumenten in bewaring hou- den voor rekening van Amerikaanse belastingplichtigen;
– haar Klanten geen beheer toelaten van hun effectendossiers, ongeacht de inhoud ervan, vanuit de VS;
– naar de VS geen briefwisseling versturen m.b.t. de verrich- tingen op producten die moeten worden gemeld aan de Amerikaanse belastingadministratie.
De Klant doet het nodige om te vermijden dat de Bank in gebreke zou worden gesteld met betrekking tot de toepassing van deze regels. Als de Bank vaststelt dat een Klant deze regels niet naleeft, kan zij:
– de Klant verzoeken hetzij de Amerikaanse financiële instru- menten uit zijn effectendossier te verwijderen, hetzij ze te verkopen. Indien de Klant dit niet zelf onverwijld uitvoert,
is de Bank gemachtigd om deze financiële instrumenten te gelde te maken op de kosten en risico’s van de Klant;
– de Klant verzoeken een formulier W-9 te leveren waarin hij zichzelf identificeert. In dit geval machtigt de Klant tevens de Bank om zijn identiteit en gegevens met betrekking tot onder andere de genoten inkomsten van financiële instru- menten bekend te maken aan de Amerikaanse belasting- administratie;
– geen gevolg geven aan de orders die worden gegeven vanuit de VS of het effectendossier opzeggen – of zelfs elke relatie met de Klant stopzetten of verbreken;
– de Klant vragen om een verzendingsadres buiten de VS mee te delen, bij gebreke hieraan, de relatie beëindigen.
Rechtspersonen en feitelijke verenigingen die niet onderworpen zijn aan de fiscale regels van de VS en die Amerikaanse finan- ciële instrumenten wensen aan te houden in hun effecten- dossier, verbinden zich ertoe aan de Bank alle gegevens met betrekking tot hun identificatie mee te delen. De Bank deelt deze gegevens in geen enkel geval mee aan de Amerikaanse belastingadministratie.
5.5. Gegevensuitwisseling in het kader van de Europese Spaarrichtlijn
Algemene bepalingen
De Bank beschouwt de natuurlijke personen die titularis zijn van rekeningen of effecten als de uiteindelijke gerechtigde van de inkomsten. De titularis dient elke wijziging van titularis onmid- dellijk aan de Bank te melden.
Wanneer de natuurlijke persoon, die titularis is van een reke- ning of effect, woonplaats heeft in een andere lidstaat van de Europese Unie, en de voorwaarden daartoe vervuld zijn, gebeurt er gegevensuitwisseling conform de Belgische wetgeving ter omzetting van de Europese Spaarrichtlijn.
De Klant vrijwaart de Bank voor elke schade die het gevolg zou kunnen zijn van zijn nalatigheid bij het nakomen van de ver- plichtingen vermeld in dit artikel, alsook de verplichtingen die voortvloeien uit de Belgische wetgeving ter omzetting van de Europese Spaarrichtlijn.
Onverdeeldheden
De Bank beschouwt alle natuurlijke personen, die titularissen zijn van een rekening of van effecten, en alle natuurlijke personen die deelgenoten zijn van een onverdeeldheid (o.a. in het kader van een burgerlijke maatschap) die titularis is van een rekening of van effecten, als de uiteindelijke gerechtigde van de inkom- sten.
Zodra één uiteindelijke gerechtigde zijn woonplaats heeft in een andere lidstaat van de Europese Unie en de voorwaarden daar- toe vervuld zijn, gebeurt er gegevensuitwisseling.
De titularissen verbinden zich ertoe elke wijziging van een titu- laris onmiddellijk aan de Bank te melden. De Bank kan geen rekening houden met een opsplitsing in blote eigendom en vruchtgebruik van de rechten waarover de deelgenoten van een onverdeeldheid beschikken.
Blote eigendom/vruchtgebruik
De Bank beschouwt alle verrichtingen die betrekking hebben op kapitaal niet als de uitbetaling of bijschrijving van inkomsten. De blote eigenaar is steeds de uiteindelijke gerechtigde bij een kapitaalverrichting, zelfs indien er tussen de blote eigenaar en de vruchtgebruiker een overeenkomst werd afgesloten op grond waarvan de opbrengst, zoals de realisatie van een meerwaarde, zou toekomen aan de vruchtgebruiker.
6. Het indienen van een specimen van handtekening
Enkel het specimen van de handtekening dat wordt ingediend door de Klant, via het document “identificatiegegevens Klant” of het document “opening/wijziging rekening”, kan worden ingeroepen tegen de Bank.
Wanneer de Klant aan de Bank een nieuwe volmachthouder of vertegenwoordiger meedeelt, certificeert hij de authenticiteit van de handtekening van de volmachthouder of vertegenwoor- diger op het document van aanstelling.
De Bank behoudt zich evenwel het recht voor om de handteke- ning van een Klant op om het even welk document voorzien van het opschrift van de Bank te beschouwen als een specimen van diens handtekening.
Voor zover niet in tegenstrijd met dwingende wettelijke bepa- lingen en behoudens bewezen opzet, bedrog of zware fout vanwege de Bank, haar aangestelden of lasthebbers, kunnen opdrachten, waarvan achteraf zou blijken dat ze zijn uitgevoerd op basis van een valse of vervalste handtekening of andere valse of vervalste elementen van een opdracht, worden tegengewor- pen aan de Klant, eventueel in afwijking van de gemeenrechte- lijke principes (bijvoorbeeld inzake bewaarneming, betaling, en dergelijke meer), en dus als geldig worden beschouwd.
7. Contractuele vrijheid
De Bank beslist vrij of zij een contractuele relatie wenst aan te gaan. Wanneer bij een eerste contact een Klant- of rekening- nummer wordt gecreëerd of bepaalde verrichtingen worden uitgevoerd, vormt dit bijgevolg nog geen vermoeden van aan- vaarding van de relatie. Gebeurlijk zal de Bank de Klant inlich- ten dat zij geen relatie met de betrokkene wenst aan te gaan. Onderhavig Reglement is van toepassing op verrichtingen die in tussentijd plaatsvonden.
8. Wijziging van de titularis, vertegenwoordiger of volmachthouder
Indien de Bank een wijziging van rekeninghouder toestaat, dient de nieuwe titularis de werkingsinstrumenten zoals debet- en kredietkaarten te recupereren. Hij is verantwoordelijk voor ver- richtingen die later uitgevoerd zouden worden door de voor- malige titularissen en hun volmachthouders door middel van deze instrumenten. Hetzelfde geldt voor de rechtspersoon of de leden van een feitelijke vereniging, of onverdeeldheid in geval van wijzigingen aangebracht in de lijst van hun vertegenwoor- digers of volmachthouders met betrekking tot de instrumenten ter beschikking gesteld aan voormalige vertegenwoordigers of volmachthouders.
9. Keuze van kantoor
Het domiciliekantoor is het kantoor waartoe de Klant zich heeft gewend bij de aanvang van de commerciële relatie en dat hij verondersteld wordt te kiezen voor zijn verdere relatie met de Bank. De Klant kan veranderen van domiciliekantoor door het formulier in te vullen dat het nieuwe kantoor hem ter beschik- king zal stellen.
Als de Klant de kluis die hij huurde in zijn oude kantoor niet wil behouden, moet hij zijn contract opzeggen via het daartoe bestemde formulier.
10. Briefwisseling
10.1. Vorm, drager en taal
De Bank bepaalt de vorm en de drager van de documenten die bestemd zijn voor de Klanten, bijvoorbeeld voor de rekeningaf- schriften. De informatieverstrekking en communicatie vanwege de Bank ten aanzien van de Klant verlopen in de taal die de Klant bij het aangaan van zijn Klantenrelatie aangegeven heeft. De Klant heeft daarbij de keuze tussen het Nederlands, het Frans of het Duits. Bepaalde documenten zullen echter ook in het Engels beschikbaar zijn.
10.2. Verzendingsadres
De briefwisseling van de Klant wordt verstuurd naar zijn laatst gekend adres of naar elk ander daartoe door hem opgegeven adres.
De Klant kan de briefwisseling betreffende de gebruikte dien- sten die hem ter beschikking worden gesteld, eveneens laten domiciliëren in het kantoor van zijn keuze.
Om veiligheidsredenen kan de Bank beslissen om bepaalde wer- kingsinstrumenten (zoals kredietkaarten) niet naar de Klant te versturen per post, maar ze in het domiciliekantoor ter beschik- king te houden van de Klant.
10.3. Terbeschikkingstelling van rekeninguittreksels en verzendingsfrequentie
De Bank stelt de rekeninguittreksels minstens eenmaal per
maand kosteloos ter beschikking van de Klant via de automa- tische loketten, het systeem voor internetbankieren of via het telefoonnummer 0800 12 053 (enkel voor Klanten die geen toegang hebben tot de automatische loketten of het systeem van internetbankieren, bijv. omdat zij niet over een bankkaart beschikken). Uitgezonderd dwingende wettelijke of reglemen- taire bepalingen, kiest de Klant zelf de verzendingsfrequentie van zijn briefwisseling.
Bij het aangaan van de Klantenrelatie kan de Klant zelf de perio- diciteit kiezen voor de verzending van zijn rekeninguittreksels naar het door hem opgegeven adres. Indien de Klant gedurende deze periode zijn rekeninguittreksels niet heeft opgevraagd, verzendt de Bank deze naar het door de Klant opgegeven domi- cilie- of verzendingsadres. De Bank kan hiervoor redelijke kosten aanrekenen.
10.4. Opvragen van de briefwisseling
De Klant wordt geacht de briefwisseling geregeld op te vragen via de middelen die de Bank daartoe ter beschikking stelt (auto- matische loketten, elektronische kanalen, internetbankieren …). De Klant wordt geacht kennis te hebben genomen van de brief- wisseling binnen de drie dagen vanaf de terbeschikkingstelling door de Bank via het door de Klant gekozen kanaal.
10.5. Bijzondere gevallen
De Bank kan in dezelfde omslag afschriften van diverse – zelfs verschillende – rekeningen versturen als deze rekeningen geopend werden op naam van dezelfde titularis of als deze afschriften aan dezelfde geadresseerde gericht zijn.
De briefwisseling die betrekking heeft op een rekening of een effectendossier dat geopend werd op naam van verscheidene natuurlijke personen of op naam van een rechtspersoon, wordt verzonden naar het (de) adres(sen) die werden meegedeeld door de perso(o)n(en) die gemachtigd is (zijn) de rekening of het effectendossier te beheren. Bij gebrek aan precieze instructies, wordt de briefwisseling verzonden naar de persoon wiens naam als eerste vermeld staat op de openingsdocumenten van de reke- ning of van het effectendossier.
10.6. Bewijs van verzending en inhoud van de briefwisseling
De Bank kan de verzending van de briefwisseling t.o.v. de Klant bewijzen door overlegging van een kopie van deze briefwisseling of van een overzicht van verrichtingen. Deze kopie kan een ande- re vorm hebben dan het origineel document, als dit het gevolg is van de gebruikte technologie, bijvoorbeeld de informatica.
10.7. Aansprakelijkheid
De Klant kan de Bank niet aansprakelijk stellen voor zijn eigen nalatigheid en kan niet aanvoeren dat hij niet tijdig kennis heeft genomen van een mededeling als hij zijn briefwisseling niet afhaalt.
11. Persoonlijke levenssfeer
Belfius Bank, de andere entiteiten van de Belfius-groep en de vennootschappen waarmee de Bank contractueel verbonden is in het kader van haar activiteiten, verwerken de persoonlijke gegevens van de Klant, met inbegrip van de gegevens die betrek- king hebben op de betalingsverrichtingen en het vermogen van
de Klant , en de persoonlijke gegevens van zijn echtgeno(o)t(e), van zijn partner en van de leden van zijn gezin die op hetzelfde adres wonen.
Teneinde de kwaliteit van de persoonsgegevens te waarborgen, kan de Bank een beroep doen op derden om deze gegevens aan te vullen of te verbeteren.
De verwerking kan een mededeling of een uitwisseling van gegevens tussen entiteiten van de Belfius-groep inhouden.
Deze gegevens worden verwerkt met het oog op het beheer van hun rekeningen, beleggingen, verzekeringen, kredieten of andere producten, om aangepaste verzekerings- of financiële en aanverwante producten en diensten aan de Klant aan te bieden en om de relatie met de Klant en diens echtgeno(o)t(e) te evalu- eren. Tevens kunnen de gegevens verwerkt worden om misbrui- ken te voorkomen, fraude op te sporen, geschillen te beheren en om na te gaan of zijn medewerkers, zijn gevolmachtigde bankagenten en de personen werkzaam bij een gevolmachtigde bankagent hun verplichtingen nakomen die voortspruiten uit de wet, uit de arbeidsovereenkomst of uit het mandaat van gevolmachtigd bankagent o.a. met betrekking tot schenkingen, volmachten enz.
De Bank kan contracten voor de levering van diensten afsluiten met derden die voor haar in het kader van Klant hun opdrachten bepaalde Klantengegevens beheren. De Bank treft de nodige maatregelen opdat die derden het vertrouwelijke karakter van deze gegevens zouden vrijwaren en om de beveiliging van deze gegevens te waarborgen, in het bijzonder ook wanneer dit tot gevolg heeft dat persoonsgegevens worden overgedragen naar landen buiten de Europese Unie met een wetgeving die geen evenwaardig beschermingsniveau voor persoonsgegevens biedt als in België of de Europese Unie.
Elke persoon van wie de gegevens door de Bank worden ver- werkt, kan zich op elk moment verzetten tegen het gebruik van deze persoonsgegevens voor direct marketingdoeleinden, hetzij schriftelijk bij Belfius Bank, Beheer Cliënteel, Xxxxxxxxxxx 00 te 0000 Xxxxxxx, hetzij in een kantoor met het daartoe bestemde document. Elke persoon kan zijn rechten van toegang en recht- zetting uitoefenen door zich schriftelijk tot hetzelfde adres te wenden, met toevoeging van een kopie van de voorzijde van zijn identiteitskaart.
De Bank deelt aan de Nationale Bank van België (de Berlaimont- laan 14 te 0000 Xxxxxxx) de gegevens mee die het mogelijk maken de kredietrisico’s te evalueren, alsook de gegevens in verband met de contracten betreffende het consumentenkrediet (wet 12 juni 1991) en het hypothecaire krediet (wet van 4 augustus 1992) én de gegevens bedoeld in artikel 91 van de wet van 22 maart 1993 betreffende het statuut en het toezicht op de kre- dietinstellingen. Daarnaast dient de Bank aan het ENR-bestand van de Nationale Bank een melding te doen van de betalings- achterstanden (de overschrijdingen op professionele rekeningen inbegrepen) bij kredietovereenkomsten en financiële verbin- tenissen die niet gereglementeerd worden door de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren en die voor privé- of beroepsdoeleinden worden afgesloten door natuurlijke personen. Deze verplichting van de Bank volgt uit een overeenkomst die afgesloten werd tussen de Bank en de Nationale Bank. De Klant erkent deze contractuele verplichting van de Bank.
Om veiligheidsredenen kunnen de gebouwen van de Bank vol- ledig of gedeeltelijk onder camerabewaking geplaatst worden. Deze gegevens worden verwerkt om de veiligheid van personen en goederen te waarborgen.
12. Discretieplicht
De Bank heeft een discretieplicht. Zij deelt aan derden geen inlichtingen mee betreffende de verrichtingen van haar Klanten, behalve indien zij hiervoor hun uitdrukkelijke toelating heeft
gekregen, ertoe verplicht wordt door een Belgische of buiten- landse wet of indien een gewettigd belang dit rechtvaardigt, of op grond van een uitdrukkelijk bevel van een toezichthoudende overheid of op grond van een gerechtelijke beslissing.
13. Nalatenschappen
13.1. Kennisgeving van het overlijden
Bij het overlijden van een Klant of diens partner, moeten de erf- genamen of de rechthebbenden de Bank onverwijld schriftelijk verwittigen. Zij zijn aansprakelijk voor de gevolgen van een te late aangifte aan de Bank.
13.2. Vrijgeven van de tegoeden van de nalatenschap
– Algemeen
Met het oog op de uitbetaling van de tegoeden of de opening van de kluizen en de teruggave van een gesloten omslag, moeten de erfgenamen of rechthebbenden een akte van erfopvolging opgesteld door een notaris of een attest van erfopvolging opgesteld door de ontvanger van het successiekantoor die de erfopvolging vaststelt, voorleg- gen evenals het eensluidend akkoord van de erfgenamen of rechthebbenden, of elk ander document dat op grond van de fiscale wetgeving vereist zou zijn.
– Langstlevende echtgenoot of langstlevende wettelijk samen- wonenden
Na de kennisgeving van het overlijden stelt de Bank aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) of aan de langstlevende wet- telijk samenwonende partner een bedrag ter beschikking, voor zover de saldi van de zicht- of spaarrekeningen positief zijn.
Het ter beschikking gestelde bedrag is maximaal 5 000 EUR, en dient om de langstlevende echtgeno(o)t(e) of de langst- levende wettelijk samenwonende partner toe te laten in de dringende kosten van diens levensonderhoud te voorzien.
Het bedrag van 5 000 EUR geldt als absoluut maximum dat de langstlevende kan opvragen bij de Bank en bij alle andere financiële instellingen samen.
Het Burgerlijk Wetboek laat niet toe dat de langstlevende echtgeno(o)t(e) meer dan de helft van de beschikbare creditsaldi op de gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarreke- ningen waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is, aanwendt zonder het akkoord van alle erfgenamen aangeduid in de akte of attest van erfopvolging, noch dat de langstlevende wettelijke samenwonende partner meer dan de helft van de beschikbare creditsaldi op de gemeen- schappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekeningen waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, aan- wendt zonder het akkoord van alle erfgenamen aangeduid in de akte of attest van erfopvolging.
Indien de langstlevende echtgeno(o)t(e) of de langstlevende wettelijk samenwonende meer aanwendt dan de helft van de bovenvermelde beschikbare creditsaldi, met een toegelaten absoluut maximum van 5 000 EUR bij de Bank en alle andere financiële instellingen samen, dan verliest deze ter waarde van de som die boven dat bedrag is afgehaald enig aandeel in het gemeenschappelijk vermogen, de onverdeeldheid of de nala- tenschap en verliest deze daarenboven de bevoegdheid om de nalatenschap te verwerpen of te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.
In voorkomend geval zal de langstlevende echtgeno(o)t(e) of de langstlevende wettelijk samenwonende partner de Bank vrijwa- ren voor elke vordering die ten aanzien van de Bank zou worden ingesteld wegens het ter beschikking stellen van een bedrag dat hoger is dan de wettelijk toegelaten maxima.
13.3. Kosten
– Algemeen
De kosten voor het beheer en de vereffening van de tegoe- den van een nalatenschap worden geboekt op het debet van de rekeningen van de nalatenschap. De opzoekingskosten komen ten laste van de erfgenaam die de opzoekingen aan- vraagt. Zij moeten vóór de opzoeking worden betaald. Bij
gebrek aan verduidelijkingen aanvaardt hij dat deze kosten worden gedebiteerd van om het even welke rekening waar- van hij houder is bij de Bank. Deze kosten worden vermeld in het document Tarieven en interestvoeten.
– Verkoop van financiële instrumenten
Als de erfgenamen opdracht geven tot verkoop van finan- ciële instrumenten waarvan de waarde lager ligt dan de ver- koopkosten (bijvoorbeeld “strips”), worden de erfgenamen verondersteld, bij gebrek aan verdere verduidelijkingen, er onherroepelijk van af te zien ten gunste van de Bank. Hetzelfde geldt voor de opvraging of de overdracht van financiële instrumenten wanneer de vaste kosten hoger lig- gen dan de waarde van de betrokken financiële instrumen- ten.
13.4. Hoofdelijkheid en ondeelbaarheid
De erfgenamen en rechthebbenden van een overleden Klant zijn hoofdelijk en ondeelbaar gehouden alle verbintenissen van de Klant ten aanzien van de Bank na te komen.
14. Tarieven
14.1. Tarieven en voorwaarden
De tarieven en voorwaarden van toepassing op de diensten aan- geboden door de Bank, staan vermeld in het document Tarieven en interestvoeten dat ter beschikking is in alle kantoren of op de website van de Bank xxx.xxxxxxx.xx. De Klant die een relatie aangaat met de Bank ontvangt gratis een exemplaar van deze tarieven en voorwaarden op papier of op duurzame drager. Op verzoek van de Klant verstrekt de Bank informatie omtrent de verschuldigde kosten, en de eventuele uitsplitsing daarvan, voor een uit te voeren individuele betalingstransactie.
14.2. Kosten of commissieloon
Uitgezonderd tegengestelde wettelijke of contractuele bepaling, zijn de gebruikelijke van de Bank geëiste kosten en commissie- lonen alsmede kosten die de Bank heeft moeten maken op vraag van de Klant of in zijn belang, ten laste van de Klant. Het betreft onder andere de kosten van bewaring, opzoekingen, verzending of terbeschikkingstelling van waarden van telex, fax, telegraaf, van duplicata, kosten van tussenkomst van correspondenten of tussenpersonen, kosten gebonden aan beslagen, verzet of revindicatie, alsook raadplegingskosten van derden of centrales, kosten van onderzoek ten laste van hem gevoerd door de over- heden, alsook kosten verbonden aan bewaringsmaatregelen, van hernieuwing en de recuperatie van rechten van de Bank tegenover de Klant.
14.3. Rechten, taksen, belastingen
Alle zegel- en registratierechten en andere taksen van welke aard ook, of retributies die verschuldigd zijn wegens of ter gele- genheid van een verrichting die door de Klant werd uitgevoerd, zijn ten laste van deze Klant. De inkomstenbelastingen die de Bank afhoudt als schuldenaar of als tussenpersoon, blijven ten laste van de begunstigde van de inkomsten.
14.4. Aanrekening van de kosten
De Bank verstrekt duidelijke informatie omtrent de aangere- kende kosten (met de eventuele uitsplitsing daarvan) en kan alle voornoemde kosten of taksen automatisch debiteren van de rekeningen van de Klant (ongeacht of deze houder, medehouder of volmachthouder is).
15. Archivering van de documenten – Bewijskracht
15.1. Plichten van de Bank
De Bank is niet verplicht de boekhouding, de bewijsstukken of andere documenten, onder welke vorm ook, langer te bewaren dan door de wet wordt bepaald.
15.2. Bewijskracht
De Klant aanvaardt dat de door de Bank opgeslagen informa- torische/elektronische gegevens het bewijs vormen van ver- richtingen, orders, berichten of informatie uitgewisseld via elektronische weg, ongeacht de drager waarop deze gegevens zich bevinden. Voor deze elektronische verrichtingen vervangt de elektronische handtekening van de Klant de handgeschreven handtekening. In functie van de diensten onderschreven door de Klant en de daarmee verbonden bijzondere reglementen, wordt
o.m. het inbrengen van de volgende gegevens als een elektroni- sche handtekening beschouwd: de pincode, de geheime code, de toegangscode, de combinatie van het inbrengen van de bank- of kredietkaart met de persoonlijke code, de combinatie van het rekening- en/of identificatienummer met de persoonlijke code, de dubbele (publieke en privé-) sleutel. De Klant aanvaardt het opnemen van zijn telefonisch gegeven orders en aanvaardt dat deze opnames in een gerechtelijke procedure worden gebruikt en een bewijsmiddel vormen.
15.3. Archiveringswijze
De Bank heeft het recht alle documenten te bewaren in de vorm van fotografische, microfotografische (films, microfilms), magnetische, elektronische of optische afschriften. Deze heb- ben dezelfde bewijskracht als de originele stukken waarvan zij geacht worden een waarheidsgetrouwe kopie te zijn en dit tot het bewijs van het tegendeel.
16. Verjaring
Het recht om tegen de Bank in rechte op te treden voor om het even welke dienst, met inbegrip van de kredieten, verjaart na een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de betwiste verrichting.
17. Klachten
17.1. Bewijs tegen de Bank
De documenten of borderellen die de Bank aflevert bij een stor- ting in contanten of de afgifte van financiële instrumenten, han- delspapier enz. kunnen slechts tegen de Bank worden ingeroe- pen als zij ten minste één handtekening van de Bank of een door de Bank erkend identificatieteken dragen. Om tegen de Bank te kunnen worden ingeroepen, moeten deze documenten de Klant identificeren, hetzij door de vermelding van zijn volledige identiteit, hetzij door de vermelding van een rekeningnummer.
17.2. Termijn om klacht in te dienen
Algemeen
De Klant moet onmiddellijk en schriftelijk alle anomalieën of vergissingen melden die hij vaststelt in alle documenten, zoals rekeningafschriften die hij van de Bank ontvangt.
Indien de Klant binnen een termijn van 30 dagen vanaf de terbe- schikkingstelling geen klacht indient, worden alle documenten, zoals rekeningafschriften, geacht goedgekeurd te zijn door de Klant en vormen zij een titel voor de Bank. De Klant wordt desgevallend geacht definitief afstand te doen van elk recht op betwisting.
Betalingstransacties
De Klant die zich rekenschap geeft van ofwel een niet-toege- stane betalingstransactie, ofwel een niet-correct uitgevoerde betalingstransactie, welke aanleiding geeft tot een vordering, verkrijgt alleen maar rechtzetting van de Bank indien hij haar onverwijld en uiterlijk 13 maanden na de valutadatum van de debitering of de creditering, kennis geeft van de bewuste trans- actie. Niet-consumenten in de zin van de Wet betreffende de betalingsdiensten, verkrijgen desgevallend alleen maar recht- zetting van de Bank indien ze haar onverwijld en uiterlijk één maand na de valutadatum van de debitering of de creditering kennis geven van de bewuste transactie.
Transacties in financiële instrumenten
De Klant die zich rekenschap geeft van ofwel een niet-correct uitgevoerde transactie in financiële instrumenten, ofwel een niet-toegestane transactie in financiële instrumenten, verkrijgt alleen maar rechtzetting van de Bank indien hij haar onverwijld en uiterlijk 10 dagen na de debitering of de creditering, kennis geeft van de bewuste transactie.
17.3. Ontbreken van een bevestiging
Als de Klant geen bevestiging ontvangt van een verrichting die hij heeft uitgevoerd, meldt hij dit onmiddellijk aan de Bank.
17.4. Automatische rechtzetting
De Bank heeft altijd het recht om binnen een redelijke termijn na de vaststelling ervan ambtshalve, met de juiste valutadatum de verrichtingen recht te zetten die hetzij in het nadeel van de Klant of van de Bank geboekt zouden zijn als gevolg van een vergissing van haar diensten, van haar volmachthouders of aangestelden, of van de financiële instelling die optreedt als tussenpersoon.
17.5. Debetinteresten
Telkens wanneer een automatische rechtzetting niet mogelijk is en de Klant weigert om het ten onrechte ontvangen bedrag terug te betalen, is hij vanaf de ingebrekestelling debetinteres- ten verschuldigd die gelden voor een overschrijding.
17.6. Klachtenprocedure
De Klant kan zich richten tot zijn agent, zijn relatiebeheerder of de dienst Xxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, DT 15/14, of op het e-mailadres xxxxx@xxxxxxx.xx,
Indien het antwoord van de Bank niet volstaat voor de Klant, kan hij zich richten tot de Bemiddelaar van de Bank DT 15/14, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, of op het e-mailadres mediation@ xxxxxxx.xx.
Indien een Klant, die optreedt als natuurlijk persoon en zijn privébelangen verdedigt, niet tevreden is met het antwoord dat hij van de Bemiddelaar gekregen heeft, kan hij zich wenden tot ofwel de Ombudsman van de Verzekeringen, Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx voor verzekeringscontracten, ofwel de Ombudsman van de Banken, Xxxxxxxxxxxxxx 00-00 Xxx 0, 0000 Xxxxxxx voor ban- caire producten.
18. Aansprakelijkheid van de Bank
18.1. Principe
Uitgezonderd afwijkende wettelijke of contractuele bepalingen, is de Bank enkel aansprakelijk in geval van een zware of opzet- telijke fout begaan tijdens de uitoefening van haar professionele activiteiten.
18.2. Overmacht – Overheidsmaatregelen
De Bank is niet aansprakelijk voor schade die haar Klanten zou- den lijden als gevolg van overmacht of van handelingen gesteld door de overheid.
18.3. Bijzondere gevallen
De Bank is evenmin aansprakelijk voor schade die wordt veroor- zaakt door gewapende overvallen, vergissingen of vertragingen die te wijten zijn aan derden, door onderbreking van telecom- municatieverbindingen, het geheel of gedeeltelijk uitvallen van informaticasystemen of ten gevolge van stakingen.
18.4. Minderjarigen
De wettige vertegenwoordigers van de minderjarige Klant vrij- waren de Bank hoofdelijk en ondeelbaar voor elke vordering ten aanzien van de Bank ten gevolge van het feit dat de wettige vertegenwoordigers de tegoeden van de minderjarige Klant niet hebben beheerd in het belang van de minderjarige Klant en in voorkomend geval niet beschikten over de noodzakelijke vooraf- gaande rechterlijke machtiging.
19. Waarborgen gesteld ten gunste van de Bank
19.1. Eenheid van de rekeningen
De diverse rekeningen waarvan een Klant (mede)houder is vormen, tenzij anders overeengekomen en voor zover hun werkingsmodaliteiten dit toelaten, de compartimenten van één enkele en ondeelbare rekening. De Bank mag op elk ogenblik, mits een eenvoudige mededeling, overdrachten verrichten van een compartiment naar een ander, van een debetsaldo naar een creditsaldo en omgekeerd, of van een debetsaldo naar een debetsaldo, teneinde te komen tot een enig saldo. Indien bepaalde compartimenten zijn uitgedrukt in vreemde munten, vormen zij ook deel van deze ene rekening. Bij afsluiting van de rekening worden de vreemde munten omgezet in euro op kosten van de Klant, zodat het eindsaldo van de rekening in euro wordt uitgedrukt.
19.2. Compensatie: principes
In geval de Klant zijn verplichtingen ten aanzien van de Bank niet nakomt, kan de Bank, zelfs na het faillissement van de Klant of na elke toestand van samenloop, al haar vorderingen ten aanzien van een Klant compenseren met alle vorderingen van deze Klant te haren laste, ongeacht of dit opeisbare dan wel niet-opeisbare vorderingen betreft en ongeacht of het vorderingen in euro dan wel in vreemde munten betreft.
19.3. Compensatie: gemeenschappelijke rekening
De Bank kan gelijk wanneer het debetsaldo van een gemeen- schappelijke rekening waarvan de Klant medehouder is, compen- seren met het creditsaldo van een rekening waarvan diezelfde Klant de enige houder is.
19.4. Compensatie: volmachthouder
Zo ook kan de Bank te allen tijde het debetsaldo van een reke- ning waarvan de Klant volmachthouder is, compenseren met het creditsaldo van een rekening waarvan diezelfde Klant de enige houder is, op voorwaarde dat deze Klant het debetsaldo heeft veroorzaakt.
19.5. Blokkering
Om objectief gerechtvaardigde redenen kan de Bank het saldo van een rekening voor een bepaalde periode, geheel of gedeel- telijk, onbeschikbaar maken.
19.6. Pandgeving
Alle bedragen, financiële instrumenten of tegoeden die de Bank voor rekening van een Klant houdt, dienen als waarborg voor de goede uitvoering van de verplichtingen van laatstgenoemde ten aanzien van de Bank. Indien de Klant in gebreke blijft zijn ver- plichtingen t.o.v. de Bank na te leven, mag de Bank deze tegoe- den te gelde maken mits naleving van de wettelijke procedures.
De Klant verbindt zich ertoe niets te ondernemen dat de waarde van deze pandgeving zou verlagen of de uitvoering ervan zou bemoeilijken, en onder andere deze bedragen, financiële instru- menten of tegoeden niet in pand te geven, noch over te dragen aan derden, zonder voorafgaande en schriftelijke goedkeuring van de Bank.
19.7. Retentierecht
De Bank kan eveneens weigeren om de bedragen, waarden of tegoeden die zij voor rekening van de Klant houdt aan de Klant terug te geven, tot zolang deze zijn verplichtingen niet nakomt.
19.8. Overdracht van schuldvordering
Als waarborg voor de terugbetaling van alle bedragen die de Klant aan de Bank verschuldigd zou kunnen zijn, draagt de Klant al zijn schuldvorderingen aan de Bank over, zowel actuele als toekomstige, ten laste van: alle huurders, pachters of andere personen die over een zakelijk of persoonlijk recht op een aan hem toebehorend roerend of onroerend goed beschikken; verzekeringsmaatschappijen; andere banken of financiële instel- lingen; elke werkgever of instelling voor sociale zekerheid; -alle schuldenaars van inkomsten, renten of alimentatievergoedin-
gen; en in het algemeen, alle bedragen waarvan hij schuldeiser zou worden.
Indien de Klant een van zijn verbintenissen tegenover de Bank niet zou nakomen, kan deze laatste, de overdracht betekenen aan de debiteuren van de schuldvorderingen, die vanaf dat ogenbik alleen nog geldig aan de Bank kunnen betalen.
De Klant verbindt zich om de Bank alle inlichtingen en docu- menten betreffende deze overgedragen schuldvorderingen te verstrekken indien zij daarom verzoekt. Hij machtigt bovendien de debiteuren om hetzelfde te doen.
20. Keuze van woonplaats
Voor de uitvoering van dit Reglement kiest de Bank woonplaats op haar zetel, Xxxxxxxxxxx 00 te 0000 Xxxxxxx. De Klant kiest woonplaats op het laatst door hem aan de Bank meegedeeld adres.
Indien de Klant geen bekende verblijf- of woonplaats heeft, wordt hij geacht woonplaats te kiezen bij het parket van de Procureur des Konings te Brussel, bij wie alle betekeningen en kennisgevingen rechtsgeldig kunnen gebeuren.
De Bank behoudt zich evenwel het recht voor rekening te hou- den met de werkelijke woonplaats van de Klant.
21. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Behoudens andersluidende wettelijke of contractuele bepaling, vallen de betwistingen tussen de Bank en een Klant onder de toepassing van het Belgisch recht en zijn de Belgische rechtban- ken uitsluitend bevoegd.
22. Opzegging, stopzetting van de relaties
22.1. Opzegging met een opzeggingstermijn
Opzegging van een zicht- en spaarrekening:
De Klant kan elke overeenkomst te allen tijde kosteloos opzeg- gen mits naleving van een opzeggingstermijn van één maand. De Bank kan een voor onbepaalde duur afgesloten overeen- komst beëindigen mits inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 2 maanden. Zij brengt de Klant van deze beëindiging op de hoogte per brief of via elke andere duurzame drager.
Opzegging van andere diensten:
Behoudens afwijking in bijzondere contractuele voorwaarden, kan de Klant elke overeenkomst te allen tijde kosteloos opzeg- gen mits naleving van een opzeggingstermijn van één maand. De Bank kan een voor onbepaalde duur afgesloten overeen- komst beëindigen mits inachtneming van een opzegtermijn van tenminste één maand. Zij brengt de Klant van deze beëindiging op de hoogte per brief of via elke andere duurzame drager.
22.2. Onmiddellijke ontbinding
In geval van een vertrouwensbreuk, niet-naleving van de Reglementen of een fout in hoofde van de Klant, heeft de Bank het recht onmiddellijk, zonder opzeggingstermijn en zonder ingebrekestelling een einde te maken aan de overeenkomst.
22.3. Slapende rekeningen
De Bank behoudt zich eveneens het recht voor om de rekeningen en effectendossiers van de Klant af te sluiten wanneer op deze rekeningen en effectendossiers gedurende een periode van vijf jaar geen andere verrichtingen werden geregistreerd dan de aanrekening van de kosten. Deze afsluiting houdt in voorko- mend geval de opzeg in van alle eraan verbonden diensten.
22.4. Teruggave
Wanneer de Klant of de Bank een einde maken aan het gebruik van een dienst, moet de Klant alle werkinstrumenten (overschrij- vingsformulieren of cheques, toegangskaart voor de automa- tische loketten, kredietkaarten enz.) onmiddellijk aan de Bank terugbezorgen. De Klant is aansprakelijk voor het gebruik van deze instrumenten na de ontbinding.
22.5. Opeisbaarheid
Wanneer de contractuele betrekkingen tussen de Bank en de Klant worden stopgezet of wanneer bepaalde diensten worden beëindigd, worden alle aan de Bank verschuldigde bedragen opeisbaar en lopen de creditinteresten niet langer.
22.6. Beschikbaarstelling van de tegoeden
Indien na de terugbetaling en teruggave van alle werkinstru- menten de Klant nog tegoeden bezit, stelt de Bank het credit- saldo ter beschikking van de Klant.
22.7. Aanrekening van de kosten
Op gezette tijden aangerekende kosten voor betalingsdiensten zijn slechts naar evenredigheid verschuldigd door de Klant tot de beëindiging van het contract. Indien de kosten vooraf zijn betaald, worden zij onverwijld en naar evenredigheid terugbe- taald vanaf de maand volgend op de datum van de beëindiging.
De Bank zal het positieve saldo van de betaalrekening, met inbegrip van alle interesten waarop de Klant ingevolge de wette- lijke en reglementaire bepalingen en de algemene voorwaarden recht heeft, zonder bijkomende kost uitbetalen, hetzij overschrij- ven op een door de Klant aangegeven betaalrekening bij een financiële instelling of betalingsinstelling.
Na het afsluiten van een betaalrekening, betaalt de Bank de door de Klant op jaarbasis betaalde beheerskosten voor de betaal- rekening terug naar evenredigheid met het aantal volledige kalendermaanden vanaf de maand volgend op de datum van het afsluiten van de rekening tot het einde van de periode waarvoor de beheerskosten werden betaald.
Dit artikel is van toepassing op zicht- en spaarrekeningen.
DEEL 5 – VOLMACHTEN
23. Volmachten: algemeen
Via de formulieren die de Bank hem ter beschikking stelt, kan de Klant een volmacht geven aan een derde om hem te verte- genwoordigen in zijn relaties met de Bank in het algemeen of voor een bepaalde dienst waarvan hij titularis is bij de Bank. Uitgezonderd andersluidende overeenkomst, heeft de volmacht- houder dezelfde bevoegdheden (beheer, beschikking, opzeg- ging …) als de titularis zelf, met uitzondering van het herroepen en toevoegen van andere volmachten.
Tijdens de duur van de volmacht heeft de volmachthouder recht op alle informatie met betrekking tot de diensten waarop de vol- macht betrekking heeft, dus ook over verrichtingen van voor het begin van de volmacht. Na het einde van de volmacht heeft de volmachthouder nog recht op alle informatie met betrekking tot de diensten waarop de volmacht betrekking had, maar beperkt tot de periode van de duur van de volmacht.
24. Herroeping van de volmacht
De volmachten lopen ten einde op de eerste bankwerkdag na de ontvangst door de Bank van het formulier voor herroeping, behoudens overmacht. Zij houden in elk geval op te bestaan op de dag dat een einde wordt gemaakt aan de dienst. Wanneer de volmachtgever of de volmachthouder een einde wenst te stellen aan de volmacht, moet hij dat schriftelijk doen en gebruikmaken van het daartoe bestemde formulier.
25. Overige manieren waarop de volmacht eindigt
Volmachten lopen ten einde bij het overlijden van de volmacht- gever of van de volmachthouder, uitgezonderd voor bepaalde onherroepelijke volmachten, en in het algemeen wegens de redenen voorzien in artikel 2003 van het Burgerlijk Wetboek. De volmachten die werden verleend door vennootschappen of door verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, lopen ten einde in geval van vereffening, ontbinding of faillissement.
26. Aansprakelijkheid van de volmachtgever
De volmachtgever is volledig aansprakelijk voor de verrichtin- gen die worden uitgevoerd door de volmachthouder, ongeacht of zij voortvloeien uit het wettelijk gebruik van de werkings- instrumenten die ter beschikking werden gesteld of van het frauduleus gebruik of misbruik ervan. De Bank is niet verplicht te controleren of de volmachten geldig werden verleend door vertegenwoordigers van een rechtspersoon. Wanneer de titula- ris van dienst een einde maakt aan een volmacht, brengt hij de volmachthouder daarvan op de hoogte d.m.v. een aangetekende zending en is hij verplicht de werkingsinstrumenten en de toe- gangskaart tot de kluis te recupereren van de volmachthouders.
27. Aansprakelijkheid van de volmachthouder
De volmachthouder is hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk voor alle door hem gegeven opdrachten of uitgevoerde ver- richtingen.
DEEL 6 – VERSCHEIDENE PERSONEN
Gezamenlijke bankdiensten
28. Rekeningen, effectendossiers en kluizen
Om gezamenlijke diensten te benoemen/aan te duiden, spreekt men over de rekening, het effectendossier of de kluis “Mr./Mevr. of Mevr./Mevr. of Mr./Mr.”. Zijn er meer dan twee houders, dan zal het opschrift de twee eerste namen hernemen, tenzij de Klant een andere benaming heeft opgegeven. De overschrij- vingen of cheques betreffende deze rekeningen, vermelden dezelfde benaming. De houders van een gezamenlijke rekening, effectendossier of kluis zijn zowel t.a.v. de Bank als t.a.v. elke belanghebbende derde, hoofdelijk en ondeelbaar, actief en pas- sief, aansprakelijk voor de verplichtingen die voortvloeien uit het bestaan en de werking van de rekening of het effectendossier.
29. Beschikkings-, toegangs- en opzeggingsrecht
Elke houder van een gezamenlijke rekening, effectendossier of huurder van een gezamenlijke kluis, geniet van een indivi- dueel beschikkings-, toegangs- of opzeggingsrecht, behoudens andersluidende bepaling. Hij kan individueel alle verrichtingen doen, beschikt over dezelfde bevoegdheden en heeft dezelfde verplichtingen als een individuele houder of huurder. Elke huur- der van een gezamenlijke kluis ontvangt een toegangskaart voor een volmachthouder. De medehuurders of volmachthouders die toegang willen hebben tot de kluis, tekenen het register van de gevolmachtigden.
Diensten in onverdeeldheid
30. Rekeningen, effectendossiers, kluizen
Om diensten in onverdeeldheid aan te duiden, spreken we over de rekening/het dossier “Mr./Mevr., Mr./Mr. en Mevr./Mevr.” Als er meer dan twee houders zijn, omvat de benaming van de dienst de vermelding “onverdeeldheid”, gevolgd door de twee eerste namen, als de Klant geen andere benaming heeft opgegeven. Alle houders of huurders moeten samen optreden voor elke beheers- of beschikkingsdaad of voor elk verzoek tot toegang tot de kluis. Zij kunnen evenwel hun bevoegdheden delegeren aan een of meer volmachthouders of aan elkaar wederzijdse volmacht geven.
31. Kaarten voor de toegang tot de kluizenzaal
De toegangskaart wordt opgemaakt op de naam van alle huur- ders. Het register der volmachthouders moet worden getekend door alle huurders of eventueel door de volmachthouder bij elke toegang tot de kluis.
Feitelijke verenigingen
32. Hoedanigheid van lid of vertegenwoordiger
Indien geen lijst met leden wordt overhandigd, erkent de Bank als leden, hierna “de leden” of “de vertegenwoordigers” genoemd, enkel die personen die werden geïdentificeerd en die hun hand- tekening hebben geplaatst op het document Identificatie Klant “feitelijke vereniging”. Indien de perso(o)n(en) die gemachtigd is (zijn) om de rekeningen of andere diensten, geopend door de vereniging (gevolmachtigden), te beheren, niet worden ver- meld, zorgen de vertegenwoordigers zelf voor het beheer en hebben zij de dubbele hoedanigheid van vertegenwoordiger en volmachthouder.
33. Regels die gelden bij het deponeren van de statuten of het reglement
Het beheer gebeurt conform de statuten die of het reglement dat via het daartoe bestemde formulier gedeponeerd werd(en) bij de Bank.
34. Regels die gelden bij gebrek aan of bij stilzwijgen van statuten of reglement
34.1. Beheer
Indien de vertegenwoordigers geen volmachthouders hebben aangeduid voor het beheer van een bepaalde rekening of een bepaald dossier, moeten de vertegenwoordigers twee aan twee optreden. Zij kunnen met deze dubbele handtekening een of meer volmachthouders aanstellen voor het beheer van de dien- sten die werden geopend in naam van de vereniging. Wijzigingen aan de lijst van de vertegenwoordigers zijn enkel tegenstelbaar aan de Bank als het daartoe opgesteld document wordt onder- tekend door minstens twee vertegenwoordigers. Bij overlijden moet een overlijdenscertificaat worden voorgelegd. Indien een volmachthouder wordt uitgesloten, is de handtekening van twee vertegenwoordigers noodzakelijk. Als het gaat om een ontslag, volstaat het dat het ontslag is ondertekend door de volmacht- houder. Zo ook kan een lid (vertegenwoordiger) individueel een rekening van de vereniging niet laten blokkeren, noch een kluis laten verzegelen of laten openbreken. Het verzoek moet op zijn minst worden ondertekend door twee vertegenwoordigers.
34.2. Eigendom van de tegoeden van de vereniging
De tegoeden behoren toe aan de vereniging; de leden of verte- genwoordigers verzaken uitdrukkelijk voor zichzelf en voor hun erfgenamen of rechthebbenden, aan alle rechten op de tegoe- den van de vereniging.
In geval van ontbinding van de vereniging of wanneer er nog slechts één lid is, worden de tegoeden bij voorkeur overgedra- gen aan een vereniging uit dezelfde regio die dezelfde doelein- den nastreeft.
35. Hoofdelijkheid en ondeelbaarheid
De leden van de vereniging zijn hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk ten aanzien van de Bank en van alle belangheb- bende derden voor de verbintenissen die voortvloeien en zullen voortvloeien uit het bestaan en de werking van de rekening, het effectendossier of de huurovereenkomst.
DEEL 7 – ALS WAARBORG GEBLOKKEERDE TEGOEDEN
36. Algemeen
De Bank kan op verzoek van de Klant een bepaald bedrag blok- keren op een spaarrekening of op een effectendossier en dit als waarborg van de verbintenissen van deze Klant ten aanzien van een derde. De Bank bevestigt de blokkering schriftelijk aan de derde.
Indien een beleggingsrekening wordt gebruikt als waarborg, moet het totaal saldo altijd als waarborg geblokkeerd zijn.
37. Vrijgave
De aldus geblokkeerde tegoeden kunnen enkel worden vrijge- geven na het overmaken van een document dat gezamenlijk wordt ondertekend door de houder van de rekening en de derde begunstigde van de waarborg, of van een uitvoerbaar vonnis dat bepaalt hoe de bedragen kunnen worden vrijgemaakt.
HOOFDSTUK II: DE REKENINGEN
DEEL 1 – ALGEMEEN
38. Opening van een rekening
De Klant kiest het type van de rekening alsook de werkings- en de beheersmodaliteiten uit de diverse formules die door de Bank ter beschikking worden gesteld door op het openingsdocument de gepaste vakjes aan te kruisen.
39. Verrichtingen aan de automatische loketten
De modaliteiten voor de opvraging aan de automatische loket- ten d.m.v. een bankkaart worden bepaald in de algemene voor- waarden van de betrokken kaarten.
40. Geldopname aan de loketten
De Klant kan opnemingen in contanten doen in de hoofdzetel of aan de loketten van de Bank, mits voorlegging van zijn identiteitskaart en zijn betaalkaart. De Bank kan opnemingen in contanten toestaan mits de enkele voorlegging van de iden- titeitskaart van de houder. Om veiligheidsredenen kan het bedrag van de opvragingen in speciën beperkt worden. Om de veiligheid van de personen in de kantoren te verbeteren, kan de Bank maatregelen nemen om de opname van contanten aan de loketten te beperken of de Klant alternatieve oplossingen aan- bieden. De Klant moet zich vooraf bij het kantoor informeren over de beschikbare hoeveelheid contanten en over de opname- modaliteiten.
41. Rekeningafschriften
Op de rekeningafschriften vermeldt de Bank voor elke verrich- ting die werd geregistreerd op de rekening, een referentie aan de hand waarvan de Klant kan uitmaken om welke (betalings) transactie het gaat, de benaming van de verrichting, de naam van de Begunstigde zoals ingegeven door de Betaler, het bedrag van de verrichtingen en de valuta waarin de betaalrekening van de Klant wordt gedebiteerd of gecrediteerd, het bedrag van de kosten voor de verrichting (en indien mogelijk de uitsplitsing ervan), desgevallend de gehanteerde wisselkoers en het bedrag van de betalingstransactie na de valutawissel, de datum van de verrichting, de valutadatum, het saldo van de rekening vóór de verrichtingen en het saldo na de verrichtingen. De afschriften zijn genummerd en worden opgemaakt in één exemplaar. De rekeninguittreksels worden minstens éénmaal per maand gratis ter beschikking gesteld van de Klant. Voor het versturen van de rekeninguittreksels naar het domicilie- of verzendingsadres van de Klant of het afleveren van extra exemplaren of van duplicata kunnen kosten worden aangerekend.
42. Valutadatum en datum van de verrichting
De datum vanaf dewelke een bedrag dat op een rekening wordt gestort, interest begint op te leveren of vanaf dewelke een opgevraagd bedrag ophoudt interest op te brengen, wordt valutadatum genoemd. De datum waarop de verrichting wordt uitgevoerd door de Klant is de verrichtingsdatum.
43. Credit- en debetrente
De geldende rentevoeten staan vermeld in het document Tarieven en interestvoeten. De Klant wordt op de door dit Reglement bepaalde wijze ingelicht over de rentewijzigingen. De Bank behoudt zich het recht voor om de debet- of creditrente die onder de in het document Tarieven en interestvoeten vastge- legde minima blijven, niet op de rekening te boeken.
DEEL 2 – ZICHTREKENINGEN
44. Valutadatum
Bij een storting in contanten op een Betaalrekening in de valuta van die Betaalrekening, zorgt de Bank ervoor dat het bedrag van de storting, onmiddellijk na het tijdstip van ontvangst van de geldmiddelen, onder voorbehoud van controle en verificatie, beschikbaar wordt gesteld en wordt gevaluteerd.
De valutadatum van de creditering van de Betaalrekening van de Klant (Begunstigde) valt uiterlijk op de werkdag waarop het bedrag van de betalingstransactie op de rekening van de Bank van de Klant (Begunstigde) wordt gecrediteerd.
De valutadatum van de debitering van de Betaalrekening van de Klant (Betaler) valt niet vroeger dan het tijdstip waarop het bedrag van de betalingstransactie van die rekening is gedebi- teerd.
De stortingen brengen interest op vanaf de werkdag waarop het bedrag op de rekening van de Klant wordt gecrediteerd. De opgevraagde bedragen houden op rente op te brengen vanaf de werkdag waarop het bedrag van de rekening van de Klant wordt gedebiteerd.
45. Debet op de rekening
Elke schuld op zichtrekening levert van rechtswege en zonder ingebrekestelling debetrente op voor de Bank tot de datum waarop deze schuld volledig wordt aangezuiverd, ongeacht of de rekening wordt afgesloten of niet.
46. Tijdstip van ontvangst van betalingsorders en uitvoeringstermijnen
46.1. De Bank acht een betalingsopdracht te hebben ontvangen op het tijdstip waarop de betalingsopdracht die rechtstreeks door de Betaler of onrechtstreeks door of via de Begunstigde wordt gegeven aan de Bank, door haar werd ontvangen.
Indien dit tijdstip van ontvangst voor de Bank niet op een werk- dag valt, wordt de betalingsopdracht geacht op de eerstvol- gende werkdag te zijn ontvangen.
Voor elk type betalingstransactie bepaalt de Bank een uiterste tijdstip aan het einde van een werkdag, na welk tijdstip een ontvangen betalingsopdracht geacht wordt op de eerstvolgende werkdag te zijn ontvangen. De uitvoeringstermijn zal derhalve ook maar pas op die eerstvolgende werkdag aanvatten.
De Bank en de Klant kunnen overeenkomen dat de uitvoering van de betalingsopdracht aanvangt hetzij op een specifieke datum, hetzij aan het einde van een bepaalde termijn, hetzij op de dag waarop de Klant de geldmiddelen ter beschikking van zijn Bank heeft gesteld. Het tijdstip van ontvangst van de beta- lingsopdracht wordt dan geacht op de overeengekomen dag te vallen. Is de overeengekomen dag geen werkdag voor de Bank, dan wordt de betalingsopdracht geacht op de eerstvolgende werkdag te zijn ontvangen.
Indien op de verrichtingsdatum onvoldoende geldmiddelen ter beschikking van de Bank zijn gesteld, wordt overeengekomen dat de Klant het tijdstip van ontvangst wenst uit te stellen tot de geldmiddelen ter beschikking zijn gesteld. Dit uitstel kan maxi- maal vier bankwerkdagen bedragen.
46.2. De uitvoeringstermijn van een door de Betaler doorge- geven nationale en grensoverschrijdende Overschrijving en Domiciliëring in euro is maximaal één bankwerkdag vanaf het ogenblik van ontvangst van de opdracht. Deze termijn kan met één bankwerkdag verlengd worden als de betalingsopdracht op een papieren drager wordt doorgegeven.
Voor de uitvoering van elektronisch doorgegeven nationale Overschrijving en Domiciliëring en wanneer de Bank handelt in de dubbele hoedanigheid van bank van de betaler en bank van de begunstigde, is de uitvoeringstermijn beperkt tot het einde van de bankwerkdag waarop de opdracht werd ontvangen.
De Klant erkent dat de Bank bepaalde vervaldagverbonden Overschrijvingen (met name betalingen die onderhevig zijn aan boetes in geval van laattijdige betaling) als dringend behandelt teneinde tijdige ontvangst door de Begunstigde te garanderen. Op eerste verzoek van de Klant wordt deze dienst uitgeschakeld. De Klant aanvaardt de aan deze dienst verbonden kosten.
47. Doorlopende opdrachten
Elke Rekeninghouder kan aan de Bank een opdracht geven om op vaste tijdstippen ten laste van zijn rekening automatisch wel- bepaalde overschrijvingsopdrachten uit te voeren.
48. Domiciliëringen
De totstandkoming van een domiciliëring vereist het verlenen van een lastgeving door de Betaler aan, naargelang, één of meerdere van de hierna volgende personen:
– de Begunstigde (schuldeiser)
– de bank van de Begunstigde
– de bank van de Betaler (schuldenaar).
Een exemplaar van deze lastgeving dient te worden overhandigd aan de Betaler en bevat de uitdrukkelijke toestemming van deze laatste en de te geven volmacht moet uitdrukkelijk verwijzen naar de onderliggende overeenkomst die op haar beurt de draagwijdte van de gedomicilieerde schuldvorderingen bepaalt
m.b.t. de aard, de vervaltermijn en zo mogelijk het juiste bedrag. De Klant informeert zich voldoende wat betreft de draagwijdte van de gedomicilieerde schuldvordering en draagt alle verant- woordelijkheid ter zake.
De domiciliëring kan slechts rechtsgeldig tot stand komen indien de Betaler (schuldenaar) voorafgaand in kennis werd gesteld van de onderliggende overeenkomst.
Een domiciliëring en de hiermee verbonden lastgeving kan door elke partij te allen tijde rechtsgeldig worden opgezegd, door de kennisgeving aan de medecontractant/tegenpartij.
De opzegging van de domiciliëring door de Betaler is rechtsgel- dig, en tegenstelbaar aan al zijn lasthebbers, wanneer de Betaler hiervan kennis geeft, hetzij aan zijn schuldeiser, hetzij aan zijn Bank. De Bank kan slechts rekening houden met deze opzegging vanaf de bankwerkdag volgend op de ontvangst van deze ken- nisgeving.
De Bank wijst als bank van de Betaler alle aansprakelijkheid af inzake de echtheid of de geldigheid van de aan de Begunstigde gegeven lastgeving.
49. Overschrijvingen
De overschrijvingsopdracht wordt door de betaler gegeven hetzij via elektronische weg (automatische loketten, internetbankie- ren), hetzij via een papieren overschrijvingsformulier.
50. Instemming met orders
Een betalingstransactie wordt pas als toegestaan beschouwd indien de Klant (Betaler) heeft ingestemd met de uitvoering van de betalingsopdracht. Dit kan voorafgaand aan de uitvoering gebeuren, of na de uitvoering.
Bij gebreke van een dergelijke instemming wordt een betalings- transactie als niet toegestaan aangemerkt.
De Klant (Betaler) wordt geacht te hebben ingestemd met een betalingstransactie wanneer:
– voor doorlopende opdrachten:
• geïnitieerd op papier: door het ondertekenen van een door de Bank overhandigd borderel
• geïnitieerd via elektronische weg (automatische loketten, internetbankieren): door het invoeren van de pincode en/ of het volgen en correct voltooien van bepaalde authen- tificatieprocedures ter bevestiging van de via het elektro- nische kanaal ingevoerde transactie
• geïnitieerd door de Begunstigde: de Klant na kennisname van het rekeningafschrift ter bevestiging van de creatie van de bestendige opdracht zich niet heeft verzet
– voor domiciliëringen: een geldige lastgeving werd gegeven door xx Xxxxxxx overeenkomstig artikel 48 van het Reglement
– voor overschrijvingen:
• geïnitieerd op papier: door een geldig ondertekend papieren overschrijvingsformulier aan de Bank te over- handigen
• geïnitieerd via elektronische weg (automatische loketten, internetbankieren): door het invoeren van de pincode en/ of het volgen en correct voltooien van bepaalde authen- tificatieprocedures ter bevestiging van de via het elektro- nische kanaal ingevoerde transactie.
51. Betwisting van een betalingstransactie
Niet-toegestane of niet correct uitgevoerde betalingstransacties De Klant die zich rekenschap geeft van een niet-toegestane of niet correct uitgevoerde betalingstransactie, welke aanleiding geeft tot een vordering, verkrijgt alleen rechtzetting van de Bank indien hij haar onverwijld en uiterlijk 13 maanden na de valutadatum van de debitering of de creditering, kennis geeft van de bewuste transactie.
Niet-consumenten verkrijgen desgevallend alleen maar recht- zetting van de Bank indien ze haar onverwijld en uiterlijk één maand na de valutadatum van de debitering of de creditering kennis geven van de bewuste transactie.
Wanneer de Klant ontkent dat hij een uitgevoerde betalings- transactie heeft toegestaan of aanvoert dat de betalingstrans- actie niet correct werd uitgevoerd, is de Bank gehouden het bewijs te leveren dat de betalingstransactie door de Klant toe- gestaan werd, juist geregistreerd en geboekt is en niet door een technische storing of enig ander falen is beïnvloed.
Aansprakelijkheid in geval van niet-toegestane betalingstransacties
De Bank betaalt de Betaler, in geval van een niet-toegestane
betalingstransactie, na een onderzoek met betrekking tot even- tueel bedrog in hoofde van de Betaler, onmiddellijk het bedrag van de niet-toegestane betalingstransactie terug en herstelt, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn, mocht de niet-toegestane betalingstransactie niet hebben plaatsge- vonden, desgevallend vermeerderd met de rente op dat bedrag. De Bank vergoedt tevens de eventueel verdere financiële gevol- gen, in het bijzonder het bedrag van de door de Klant gedragen kosten ter bepaling van de te vergoeden schade.
52. Terugbetaling van een door of via een Begunstigde geïnitieerde betalingstransactie
Te vervullen voorwaarden
De bank van de Betaler dient een toegestane, door of via een Begunstigde geïnitieerde betalingstransactie die reeds is uit- gevoerd, terug te betalen aan de Betaler, indien de volgende voorwaarden beide vervuld zijn:
1° toen de transactie werd toegestaan, werd het precieze bedrag van de betalingstransactie niet gespecifieerd, en
2° het bedrag van de betalingstransactie ligt hoger dan de Betaler, op grond van zijn eerdere uitgavenpatroon, de voor- waarden van zijn raamcontract en relevante aspecten van de zaak, redelijkerwijs had kunnen verwachten.
Voor deze laatste voorwaarde kan de Xxxxxxx evenwel geen beroep doen op met een valutawissel verband houdende rede- nen indien de referentiewisselkoers werd toegepast die werd overeengekomen.
De Betaler verstrekt de Bank op diens verzoek de feitelijke ele- menten omtrent die voorwaarden.
De terugbetaling bestaat uit het volledige bedrag van de uitge- voerde betalingstransactie.
Indien de Betaler een Consument is, kan hij voor domiciliëringen terugbetaling bekomen zonder dat voormelde voorwaarden zijn vervuld.
Afhankelijk van het gekozen domiciliëringsschema kunnen/moe- ten de Betaler en de Begunstigde, die beide niet-consumenten zijn in de zin van de Wet betreffende de betalingsdiensten, onderling overeenkomen dat er, na het uitvoeren van een domi- ciliëring, geen mogelijkheid is tot terugbetaling in de zin van dit artikel.
Periode
De Betaler kan gedurende een periode van 8 weken na de datum waarop de geldmiddelen zijn gedebiteerd, om de terugbetaling van een toegestane, door of via een Begunstigde geïnitieerde betalingstransactie verzoeken.
In het geval van domiciliëringen heeft de Bank niet het recht de terugbetaling te weigeren. Voor domiciliëringen betaalt de Bank de Klant/Consument onmiddellijk het bedrag van de toegestane transactie terug.
Voor de andere door of via een Begunstigde geïnitieerde trans- acties betaalt de Bank, binnen de 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek om terugbetaling, het volledige bedrag van de betalingstransactie terug of motiveert zij waarom zij weigert tot terugbetaling over te gaan. De Bank is niet verantwoordelijk voor het niet naleven van de voormelde termijn, indien dit te wijten is aan de tussenkomst van een derde partij.
Aansprakelijkheid voor de uitvoering van betalingsopdrachten
53. Uitvoering in overeenstemming met de Unieke Identificator
Een Betalingsopdracht uitgevoerd in overeenstemming met de Unieke Identificator, wordt geacht correct te zijn uitgevoerd in hoofde van de Bank voor wat de in de Unieke Identificator gespecificeerde Begunstigde betreft. De Bank hoeft geen reke- ning te houden met bijkomende informatie die verstrekt werd door de Klant.
Indien de Unieke Identificator verstrekt door de Klant onjuist is, is de Bank niet aansprakelijk voor de niet-uitvoering of gebrek- kige uitvoering van de betalingstransactie.
De Bank levert wel de redelijke inspanningen om de met de beta- lingstransactie gemoeide geldmiddelen terug te verkrijgen. Voor het terugverkrijgen van de gelden kunnen door de Bank kosten worden aangerekend.
54. Betalingsopdracht geïnitieerd door de Betaler
Wanneer de Bank optreedt als bank van de Betaler, is zij aanspra- kelijk voor de juiste uitvoering van de betalingstransactie, tenzij zij kan bewijzen dat de bank van de Begunstigde het bedrag van de betalingstransactie heeft ontvangen.
In het geval de aansprakelijkheid van de Bank wordt vastgesteld, betaalt ze haar Klant onverwijld het bedrag van de niet-uitge- voerde of gebrekkig uitgevoerde transactie terug en herstelt zij, in voorkomend geval, de betaalrekening van de Klant die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie niet hebben plaatsgevonden.
In het geval de aansprakelijkheid van de bank van de Begunstigde wordt vastgesteld, stelt deze onmiddellijk het bedrag van de betalingstransactie ter beschikking van de Begunstigde en cre- diteert hij, voor zover van toepassing, de betaalrekening van de Begunstigde met het overeenkomstige bedrag.
Wanneer de betalingstransactie niet of gebrekkig is uitgevoerd, tracht de Bank op vraag van de Betaler onmiddellijk de betalings- transactie te traceren en stelt zij de Betaler op de hoogte van de resultaten ervan.
55. Betalingsopdracht geïnitieerd door of via de Begunstigde
Wanneer de Bank optreedt als bank van de Begunstigde is zij aansprakelijk jegens de Begunstigde voor de juiste verzending van de betalingsopdracht aan de bank van de Betaler.
In het geval de aansprakelijkheid van de Bank wordt vastgesteld, geeft zij de betrokken betalingsopdracht onmiddellijk door aan de bank van de Betaler.
De Bank is jegens haar Klant verantwoordelijk voor de behan- deling van de betalingstransactie overeenkomstig de geldende valutaregels en zorgt ervoor dat het bedrag van de betalings- transactie onmiddellijk ter beschikking van de Klant wordt gesteld zodra de rekening van de Bank met het overeenkomstige bedrag is gecrediteerd.
Bij een niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalings- transactie waarvoor de Bank niet aansprakelijk is uit hoofde van dit artikel, is de bank van de Betaler aansprakelijk jegens de Betaler.
Wanneer de bank van de Betaler aansprakelijk is, betaalt zij, in voorkomend geval, de Betaler onverwijld het bedrag van de niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie terug en herstelt hij de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd, in de toestand zoals die geweest zou zijn mocht de gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie niet hebben plaats- gevonden.
Wanneer een betalingstransactie niet of gebrekkig is uitgevoerd, tracht de Bank, ongeacht de aansprakelijkheid uit hoofde van dit artikel, desgevraagd onmiddellijk de betalingstransactie te traceren en stelt zij de Begunstigde op de hoogte van de resul- taten daarvan.
56. Aansprakelijkheid voor kosten
De Bank is jegens haar Klanten aansprakelijk voor de vergoeding van de kosten en de interesten die de Klanten worden aangere- kend wegens niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering van de betalingstransactie.
De Klant heeft ook recht op aanvullende vergoedingen voor eventueel verdere financiële gevolgen.
57. Overmacht
De Bank is niet aansprakelijk uit hoofde van de artikelen 53 tot en met 56 in geval van overmacht, noch wanneer de Bank uit hoofde van nationale of Europese gemeenschapswetgeving andere wettelijke verplichtingen zou hebben.
Wanneer een betalingstransactie werd ingeleid op apparaten, terminals of met behulp van uitrusting die door de Bank werden aanvaard, en waarop zij al dan niet toezicht heeft, dan kan de Bank de eerste alinea van dit artikel niet inroepen in geval van niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering ingevolge het niet behoorlijk functioneren van deze apparatuur.
DEEL 3 – SPAARREKENINGEN
58. Gereglementeerde spaarrekeningen
De verrichtingen die kunnen worden uitgevoerd met een gere- glementeerde spaarrekening alsook het systeem van de valuta- data, zijn in overeenstemming met de criteria vastgelegd bij Koninklijk Besluit voor de niet-belastbaarheid van spaarinkom- sten. Deze voorwaarden worden aangepast afhankelijk van de evolutie van de reglementering en meegedeeld aan de Klant volgens de modaliteiten voorzien in dit Reglement.
59. Geldopname
Opnames van een bedrag van meer dan 1 250 EUR zijn mogelijk mits men vijf dagen vooraf verwittigt. Opnames kunnen worden beperkt tot 2 500 EUR per periode van twee weken. De vervallen rente kan op elk ogenblik worden opgevraagd.
60. Interest en premies
De basisrentevoet, de eventuele premies en hun respectieve percentages worden vermeld in het document Tarieven en inte- restvoeten. Rentewijzigingen worden aan de Klant meegedeeld via de rekeningafschriften of via elk ander geschikt kanaal. De wijze van berekening van de premies worden beschreven in het informatiedocument over de spaarrekeningen, dat beschikbaar is in de kantoren of op de website van de Bank. De basisinterest en de verworven premies worden jaarlijks op 31 december berekend en geboekt met als valutadatum 1 januari van het daaropvol- gende jaar.
XXXX (last in, first out)-principe
Ingeval er geld van een spaarrekening wordt gehaald, worden de premies berekend volgens het LIFO-principe. Elke opvraging wordt dus afgetrokken van de bedragen waarvoor de premiever- werving het minst ver is gevorderd.
61. Interest: berekeningswijze en valutadatum
De basisinterest wordt per dag berekend op basis van een kalen- derjaar van 365 (of 366) dagen.
De deposito’s brengen interest op vanaf de kalenderdag die volgt op de storting en houden op interest op te leveren vanaf de kalenderdag van de opname. De stortingen en de opnames die op dezelfde dag plaatsvinden, compenseren elkaar wat de berekening van de interest betreft.
62. Premies
Valutadatum en toekenningsvoorwaarden
De premieberekening gebeurt per kalenderdag. De premies beginnen te lopen vanaf de kalenderdag, volgend op de kalen- derdag van de storting. De berekeningswijze van de premies en de toekenningsvoorwaarden zijn beschikbaar in het kantoor of op de website van de Bank. De premies zijn niet gegarandeerd en zijn onderworpen aan schommelingen verbonden aan de marktvoorwaarden.
Aangroeipremie
De aangroeipremie is een vergoeding voor de toename van het kapitaal dat gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden op de rekening blijft staan, de zogenaamde verwer- vingsperiode.
Getrouwheidspremie
In voorkomend geval begint de getrouwheidspremie te lopen onmiddellijk na de verwerving van de aangroeipremie. De verwervingsperiode is de periode waarin de kapitalen op de rekening moeten blijven staan. Telkens een getrouwheidspre- mie verworven is, start een nieuwe berekeningsperiode voor de getrouwheidspremie.
Ingevolge wettelijke bepalingen kunnen één of meerdere pre- mies uitgesloten worden.
DEEL 4 – XXXXXXXXXXXXXXXXX
00. Centralisatierekening
Een termijnrekening is altijd gekoppeld aan een zichtrekening of een spaarrekening, die centralisatierekening wordt genoemd, en waarop de interest wordt gestort die de beleggingen op de tussentijdse vervaldagen hebben opgeleverd.
64. Bedrag van de beleggingen
Het minimumbedrag vereist voor een belegging op een termijn- rekening wordt vermeld in het document Tarieven en interest- voeten.
65. Duur van de belegging
De duur van de belegging wordt bepaald op het ogenblik van de belegging. De belegging begint te lopen op de dag dat de Bank de gelden in ontvangst neemt als het gaat om een rekening in euro, of op de tweede bankwerkdag na de ontvangst van de gelden als het gaat om vreemde munten. Zij loopt ten einde op de eerste bankwerkdag die volgt op het verstrijken van de over- eengekomen looptijd. Op de vervaldag kan de Klant opnieuw beschikken over de gelden.
66. Bestemming van de fondsen op de vervaldag
Afhankelijk van de instructies van de Klant, te geven uiterlijk de eerste bankwerkdag vóór de vervaldag als het gaat om bedragen in euro, of de tweede bankwerkdag als het gaat om vreemde munten, wordt de belegging (vermeerderd met de opbrengsten) stilzwijgend verlengd voor dezelfde periode, tegen de voorwaar- den die gelden op datum van de verlenging. Als de Klant een einde maakt aan een belegging in vreemde munten, worden deze overgeschreven naar de centralisatierekening in de munt van de belegging.
67. Rentevoeten
De rentevoet blijft vast gedurende de volledige looptijd van de belegging.
68. Volledige of gedeeltelijke vervroegde vrijmaking
De Bank kan op verzoek van de Klant, een gedeeltelijke of vol- ledige vrijmaking van de belegging vóór de vervaldag aanvaar- den, mits de daaraan verbonden kosten of vergoeding worden betaald.
69. Nalatenschap
Zolang de rechthebbenden van een overleden Xxxxx niet bekend zijn of geen instructies hebben gegeven, worden de beleggingen van de overledene voor dezelfde periode verlengd.
DEEL 5 – EFFECTENDOSSIER
70. Algemeen
De Klant kan zijn effecten deponeren in een effectendossier geopend bij de Bank. De Klant kan eveneens zijn gedemate- rialiseerde effecten boeken op dit effectendossier. De termen “effecten” en “financiële instrumenten” worden zonder onder- scheid gebruikt.
71. Centralisatierekening
Het effectendossier moet gekoppeld zijn aan een centralisatie- rekening (zichtrekening of spaarrekening) die bedoeld is voor het in ontvangst nemen van de opbrengst of de tegenwaarde van de effecten die werden gedeponeerd in het effectendossier. De Klant zorgt voor voldoende provisie op zijn centralisatiereke- ning met het oog op de afhouding van de kosten of vergoedin- gen, vermeld in de tarieven voor de voornaamste beleggingsver- richtingen, alsook voor de kosten of taksen die verschuldigd zijn
aan een correspondent van de Bank of voor de kosten voor het afleveren van speciale attesten.
72. Effecten die kunnen worden gedeponeerd
72.1. Zowel Belgische als buitenlandse effecten
Zowel Belgische als buitenlandse effecten kunnen worden gede- poneerd in of geboekt op een effectendossier mits daarvoor de kosten worden betaald die vermeld staan in de tarievengids. De Bank behoudt zich evenwel het recht voor de deponering of boeking van bepaalde effecten te weigeren of onder bepaalde voorwaarden te aanvaarden.
72.2. Regelmatige effecten
Elk effect dat aan de Bank wordt overhandigd moet “in goede staat” zijn, wat met name inhoudt dat het regelmatig moet zijn, in een goede materiële staat verkeert, dat het alle te vervallen coupons bevat, dat het niet vervallen verklaard werd, dat het niet in beslag werd genomen of dat er geen verzet tegen werd aangetekend, noch in België noch in het buitenland. De Klant stelt de Bank of haar onderbewaarders schadeloos voor de kos- ten of schade die voortvloeit uit de afgifte van een financieel instrument dat niet aan deze criteria voldoet.
72.3. Aansprakelijkheid
De Bank kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de schade die de Klant zou kunnen lijden als gevolg van gebreken die aan de door hem gedeponeerde effecten zelf verbonden zijn of voor onregelmatigheden die vóór de deponering zijn ontstaan.
73. Fungibiliteit
De Klant aanvaardt dat de financiële instrumenten die in bewa- ring worden gegeven, onderworpen zijn aan het stelsel van de fungibiliteit en dat zij dus kunnen worden vervangen door instrumenten van dezelfde aard en van gelijke waarde, maar met andere nummers, behalve als dit niet verenigbaar zou zijn met de kenmerken van het instrument.
74. Tussenkomst van derden
74.1. Beroep op onderbewaarnemers
De Klant machtigt de Bank om financiële instrumenten te depo- neren bij andere Belgische of buitenlandse (inter)professionele bewaringnemers. inclusief bewaarnemers gevestigd in andere landen dan Lidstaten van de Europese Economische ruimte. De Bank selecteert deze bewaarnemers met de nodige zorg. Zij houdt daarbij rekening met de marktreputatie en deskundigheid van de onderbewaarnemers.
74.2. Toepasselijk recht
De bij derden in bewaring gegeven effecten zijn onderworpen aan de werkingsregels van deze instellingen, aan de overeen- komsten die werden afgesloten tussen de Bank en deze bewaar- nemers, alsook aan de reglementering en de wetgeving van het land waar zij gevestigd zijn. Dit kan een invloed hebben op de rechten van de Klant met betrekking tot zijn financiële instru- menten.
74.3. Aansprakelijkheid van de Bank
De Bank zal voor het verlies van de effecten bij de onderbe- waarnemer en voor de daden van de onderbewaarnemer enkel verantwoordelijk zijn indien zou blijken dat de Bank bij de keuze van de onderbewaarnemer een keuze heeft gemaakt die een normaal en zorgvuldig bankier geplaatst in dezelfde omstandig- heden niet zou hebben gemaakt. In geval van faillissement van de onderbewaarnemer heeft dit mogelijks ook negatieve gevol- gen op de rechten van de Klant met betrekking tot de financiële instrumenten.
74.4. Omnibusrekening
Indien de buitenlandse bewaarnemer op grond van nationale wetgeving niet gehouden is tot segregatie van de effecten toe- behorend aan de Bank enerzijds en Klanteneffecten anderzijds,
stemt de Klant ermee in dat de Bank de desbetreffende effec- ten van de Klant houdt op een rekening bij deze bewaarnemer waarop ook de effecten van de Bank geboekt staan. In geval van faillissement van de Bank, kan dit mogelijks negatieve gevolgen hebben op de rechten van de Klant met betrekking tot de finan- ciële instrumenten.
74.5. Rechten van de onderbewaarder
In voorkomend geval kan de onderbewaarnemer een voorrecht, een recht van compensatie of enig ander zakelijk zekerheidsrecht hebben op de effecten van de Klant (zoals onder andere het voorrecht van de gekwalificeerde tussenpersonen zoals bedoeld in artikel 31 van de wet van 2 augustus 2002 met betrekking tot het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten).
74.6. Mededelingen
Wanneer de Bank in haar hoedanigheid van bewaarnemer, con- form de wetgeving die van toepassing is op de effecten, wordt gehoord over buitenlandse effecten die in bewaring zijn gege- ven door de Klant, machtigt deze de Bank onherroepelijk om aan de buitenlandse onderbewaarnemer, aan de bevoegde toezicht- houdende overheid of aan de vennootschap die het buitenlands effect heeft uitgegeven, de identiteit van de Klant bekend te maken, alsook de rechten die hij bezit op deze effecten (volle eigendom, vruchtgebruik …).
75. Wettelijk voorrecht van de bewaarder
De Bank beschikt over een voorrecht op de financiële instrumen- ten, gelden en deviezen:
A) die haar door de Klant zijn overhandigd om de dekking te vormen voor de uitvoering van transacties in financiële instrumenten, voor inschrijvingen op financiële instrumenten of voor termijnverrichtingen op deviezen;
B) die de Klant houdt ingevolge de uitvoering van transacties in financiële instrumenten of van termijnverrichtingen op deviezen of ingevolge de haar opgedragen vereffening van transacties in financiële instrumenten, van inschrijvingen op financiële instrumenten of van termijnverrichtingen op deviezen die door de Klant rechtstreeks zijn verricht.
Dit voorrecht waarborgt elke schuldvordering van de Bank ont- staan naar aanleiding van deze transacties, verrichtingen of ver- effeningen zoals bedoeld in het eerste lid, met inbegrip van de schuldvorderingen ontstaan uit leningen of voorschotten.
Werking van het effectendossier
76. Plichten van de Bank: administratief beheer
Het administratief beheer van de in bewaring gegeven effecten berust bij de Bank, wat het volgende inhoudt: de bewaring van de effecten; de regularisatieverrichtingen (vernieuwing van het couponblad, omruiling, omzetting, afstempeling enz.); de inning van de interest, dividenden en andere opbrengsten; de inning van de premies en van het beschikbaar geworden kapitaal; en de storting van deze bedragen op de centralisatierekening.
77. Corporate actions
77.1. Verplichtingen van de Bank
De Bank licht de Klant schriftelijk in over de facultatieve regula- risatieverrichtingen en over de uitoefening van de inschrijvings- of toewijzingsrechten, in de mate waarin zij daar te gelegener tijd kennis van heeft. Deze informatieplicht geldt niet voor de “mini tender offers” of voor de regularisatieverrichtingen van de Instellingen voor Collectieve Belegging (ICB’s). De Bank handelt volgens de instructies van de Klant wanneer zij regularisatiever- richtingen uitvoert met de in bewaring gegeven effecten.
77.2. Aansprakelijkheid van partijen
De Klant moet zijn instructies geven binnen de door de Bank aan hem vooraf schriftelijk gemelde termijnen wanneer hij voor een verrichting een keuze moet maken. Bij ontstentenis van derge- lijke instructies, neemt de Bank de beslissing die zij in haar brief aankondigt. De Klant kan de Bank niet verwijten dat deze een beslissing heeft genomen, en haar evenmin aansprakelijk stellen
als deze laatste te laat werd ingelicht over de keuze of wanneer de Klant zijn keuze niet binnen de gestelde termijn te kennen heeft gegeven.
77.3. Bijzondere gevallen
De Bank vraagt de betaling in contanten van een vervallen cou- pon wanneer het niet mogelijk is de Klant te vragen naar zijn keuze tussen de betaling in contanten en de toekenning van een nieuw instrument. Indien de Klant te gelegener tijd kiest voor de toekenning van een nieuw financieel instrument, ziet de Bank erop toe dat de Klant een maximum aantal financiële instrumen- ten ontvangt als tegenwaarde voor de coupons. Als de emittent vooraf vastlegt welke verhouding in acht moet worden genomen tussen de betaling in contanten en de toekenning van nieuwe effecten, worden enkel de coupons van de Klant die recht geven op de toekenning van een volledig effect aangeboden aan de emittent met het oog op de toekenning van nieuwe effecten; de eventuele overblijvende coupons worden aangeboden met het oog op een uitbetaling in contanten. Als deze verhouding niet vooraf werd vastgelegd door de emittent, worden alle coupons van de Klant aangeboden met het oog op het verkrijgen van nieuwe financiële instrumenten. De Klant is zich bewust van het feit dat hem bij de eindafrekening naast de nieuwe financiële instrumenten een fractie van de verkoopprijs kan worden toege- kend van het financieel instrument dat de Bank heeft verworven op een gereglementeerde of georganiseerde markt. Aangezien de Bank pas zal overgaan tot een verkoop op de markt nadat zij van de emittent de financiële instrumenten heeft ontvangen, kan deze waarde verschillen van de waarde van de in contanten uitbetaalde coupons of van de fiscale waarde van het financieel instrument, waarop een eventuele voorheffing of belasting werd berekend.
De Bank is in geen geval verplicht de aanzet te geven tot of deel
te nemen aan een zogenaamde “class action” of aan elke andere collectieve procedure voor de betaling van een schadevergoe- ding. De Bank kan evenwel, zonder hiertoe verplicht te worden, de Klant op de hoogte brengen van een dergelijke procedure op voorwaarde dat deze laatste op dat ogenblik zijn financiële instrumenten nog altijd in zijn effectendossier aanhoudt. Als de bank een standpunt inneemt in een geval dat betrekking heeft op een emittent, kan de Klant zich hierop niet baseren om zijn rechten te doen gelden of om de aansprakelijkheid van de Bank in te roepen.
78. Uittreksels uit de effectendossiers
78.1. Principe
Elke transactie in financiële instrumenten wordt door de Bank ten laatste één werkdag na uitvoering ervan bevestigd aan de Klant, hetzij via een bijlage aan de rekeninguittreksels van zijn effectendossier, hetzij via fax, hetzij op een andere door de Bank bepaalde wijze.
78.2. Overzicht
De Klant ontvangt periodiek (in principe éénmaal per jaar) een overzicht van de effecten die in bewaring werden gegeven op zijn effectendossier.
Als de Klant vaststelt dat er een fout staat in dit overzicht, moet hij dit binnen de tien werkdagen schriftelijk melden aan de Bank, zo niet wordt hij geacht akkoord te gaan met de inhoud.
Inschrijvingen op naam
79. Principe
De Klant kan via de Bank inschrijven op nominatieve effecten. Het nominatief certificaat dat de emittent aan de Klant bezorgt bij een dergelijke inschrijving, kan niet dienen als eigendomstitel. Enkel de inschrijving in het register van aandeelhouders of in het register van obligatiehouders kan dienen als eigendomsbewijs.
80. Deponeren van nominatieve certificaten
De Klant kan zijn nominatieve certificaten deponeren in een effectendossier. De kosten voor deze inbewaringneming staan voor de voornaamste beleggingsverrichtingen vermeld in de
tarievengids. De Bank neemt evenwel het administratief beheer van deze certificaten niet voor haar rekening. De diverse nomi- natieve posities die worden vastgelegd en die de Klant louter bij wijze van informatie ontvangt, kunnen niet worden ingeroepen of gebruikt als eigendomsbewijs.
DEEL 6 – VRUCHTGEBRUIK EN BLOTE EIGENDOM
81. Spaarrekeningen, termijnrekeningen en effectendossiers
Behoudens andersluidende overeenkomst worden effectendos- siers in vruchtgebruik en blote eigendom als volgt beheerd:
– het kapitaal is geblokkeerd op de (spaar-, termijn-)rekening of op het effectendossier, dat geopend is op naam van de blote eigenaar;
– de uittreksels en alle briefwisseling worden verstuurd naar de vruchtgebruiker;
– de opvragingen van financiële instrumenten, de vervreem- ding ervan, de uitoefening van de inschrijvings- of toewij- zingsrechten, alsook de opvraging van stukken kunnen uitsluitend worden uitgevoerd met de gezamenlijke hand- tekening van de blote eigenaar en de vruchtgebruiker;
– de rente en dividenden worden gestort op de centralisatie- rekening op naam van de vruchtgebruiker, die het eventueel bewaarloon verschuldigd is;
– de vruchtgebruiker en de blote eigenaar zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van alle kosten en taksen die voortvloeien uit de verrichtingen betreffende de financiële instrumenten waarop het vruchtgebruik slaat;
– de Bank behoudt zich het recht voor om bij het einde van het vruchtgebruik geen proratering toe te passen in verband met de periode voor, tijdens of na het vruchtgebruik. De partijen zullen dit onderling moeten regelen.
– de vervallen financiële instrumenten kunnen worden vervan- gen door soortgelijke instrumenten van dezelfde aard met een kortere of een gelijke looptijd, waarvoor enkel de hand- tekening van de vruchtgebruiker vereist is. Voor elke andere wederbelegging zijn de handtekeningen van de vruchtge- bruiker en van de blote eigenaar vereist.
DEEL 7 – BESCHERMING VAN DE DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
82. Algemeen regime
De Bank is toegetreden tot de Belgische Beschermingsregeling inzake Deposito's en Financiële Instrumenten.
De tegoeden en effecten van de Klant worden bijgevolg onder bepaalde voorwaarden beschermd wanneer de Bank ten gevolge deficiëntie haar verplichtingen niet meer kan voldoen.
83. Informatie voor de Klanten
De gedetailleerde voorwaarden van deze bescherming zijn ter beschikking van de klant in alle kantoren en op de website van de Bank.
HOOFDSTUK III: DIENSTEN VERBONDEN AAN REKENINGEN
DEEL 1 – VERRICHTINGEN OP REKENING
84. Soorten verrichtingen
De Bank bepaalt de diensten die zij aanbiedt, de verrichtingen of de orders die zij aanvaardt om uit te voeren, alsook tegen welke voorwaarden zij dit doet.
85. Geweigerde verrichtingen
Behoudens bijzondere voorwaarden betreffende de toegang tot de automatische loketten en tot de nachtkluizen, mag geen enkele storting in contanten worden afgegeven in een enve- loppe.
Om veiligheidsredenen is het aanbevolen dat de Klant geen enkele waarde of overschrijving deponeert in de brievenbus- sen van de gebouwen van de Bank en dat hij geen waarden ter incasso via de post verstuurt. Doet hij dat wel, dan is dat onder eigen verantwoordelijkheid.
Wanneer de Bank een betalingsopdracht weigert uit te voeren, wordt de Klant in kennis gesteld van deze weigering en, indien mogelijk, van de redenen daarvoor en van de procedure voor de correctie van eventuele feitelijke onjuistheden die tot de weige- ring hebben geleid.
De kennisgeving van deze weigering kan gebeuren via een reke- ningafschrift, via het systeem van internetbankieren of op het scherm van het automatische loket afhankelijk van het kanaal via hetwelk de Klant de betalingsopdracht doorgeeft.
86. Ontvangstbewijs
Bij elk depot in contanten levert de Bank een voorlopig ont- vangstbewijs af op een officieel formulier met vermelding van de te crediteren of de te debiteren rekening.
DEEL 2 – BETALINGSORDERS
Vorm van de orders
87. Papier en elektronische kanalen
De Bank stelt haar Klanten diverse papieren formulieren en elek- tronische kanalen ter beschikking om hun overdrachts- of beta- lingsorders door te geven. De Klant moet de formulieren met de grootste zorg bewaren en is aansprakelijk voor alle mogelijke gevolgen van diefstal, verlies of het wederrechtelijk gebruik van deze documenten. De Bank kan weigeren om een onvolledige of dubbelzinnige order uit te voeren die niet wordt gegeven op het daartoe voorziene formulier of waarvan de echtheid niet kan worden nagegaan. Behoudens een zware of opzettelijke fout kan de Klant de Bank niet aansprakelijk stellen voor het slecht uitvoeren van een dergelijke order.
Uitvoering van de orders
88. Orders die elektronisch, telefonisch of per fax worden gegeven
Behoudens een andersluidende contractuele bepaling is de Bank niet verplicht enig gevolg te geven aan orders die worden gege- ven over de telefoon, via fax of via elk ander soortgelijk medium. Als de Bank ze uitvoert, dan gebeurt dit steeds onder de verant- woordelijkheid van de Klant.
89. Onvoldoende provisie, niet-beschikbaarheid
De Bank voert de betalingsorders uit voor zover de rekening voldoende gestijfd is, wat inhoudt dat de bedragen definitief geboekt zijn of dat de bedragen beschikbaar zijn. De beschik-
baarheid hangt af van het niet opgenomen bedrag van de op de rekening toegekende kredietlijnen. De Bank kan de betaling toch uitvoeren zonder dat de Klant hieruit voor de toekomst enig recht op betalingsfaciliteiten kan afleiden.
90. Schadevergoeding
Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen en voor zover de Bank aansprakelijk kan worden gesteld, kan de Klant niet meer eisen dan de herstelling in de toestand zoals voor de ver- richting de terugbetaling van de moratoire rente of van de boete die hij heeft moeten betalen of de betaling van de creditinterest die hij heeft moeten derven als gevolg van de te late of foute uitvoering van zijn order door de Bank.
91. Xxxxxxxxx of herroeping van de orders
De Bank kan, maar moet geen rekening houden met de verzoe- ken tot wijziging of herroeping van de door de Klant gegeven orders.
92. Conversie begunstigde rekening
Behoudens uitdrukkelijk andersluidende instructie van de Klant, mag de Bank de bedragen of waarden boeken op het credit van de rekening van de Begunstigde in haar eigen boeken, zelfs indien de order een rekening van de Begunstigde bij een andere kredietinstelling vermeldt.
93. Order ten gunste van onbestaande rekeningen
De Bank, die een order ontvangt ten gunste van een geschrapt of onbestaand rekeningnummer, mag de fondsen weer overmaken aan de opdrachtgever of ze overhevelen naar een andere reke- ning in haar boeken op naam van diezelfde begunstigde.
DEEL 3 – INTERNATIONALE VERRICHTINGEN
De bepalingen van dit reglement gelden eveneens voor deze afdeling voor zover de volgende bepalingen daar niet uitdrukke- lijk van afwijken. Onder “internationale verrichtingen” verstaat men hier alle betalingsorders van of naar het buitenland, die al dan niet verlopen via rekeningen van de Klant of worden uitge- voerd door tussenpersonen (correspondenten). Deze verrichtin- gen zijn onderworpen aan de Belgische wisselreglementering en eventueel aan de reglementering van het derde land. De Klant moet vooraf de geldende tarieven raadplegen om kennis te heb- ben van de voorwaarden die gelden voor grensoverschrijdende overschrijvingen.
Bij de uitvoering van bepaalde verrichtingen (bv. internationale verrichtingen, verrichtingen in deviezen (met name verrichting in ander devies dan euro) …) kan de Bank een beroep op de diensten van CVBA SWIFT doen. In voorkomend geval kunnen persoonsgegevens worden doorgegeven naar het exploitatie- centrum van CVBA SWIFT in de Verenigde Staten, waardoor het Amerikaanse "Department of the Treasury" toegang kan hebben tot deze persoonsgegevens in het kader van de terrorismebestrij- ding. Door het geven van een opdracht tot een verrichting, aan- vaardt de Klant dat zijn gegevens kunnen worden overgedragen naar een land dat niet een evenwaardig beschermingsniveau als België biedt voor persoonsgegevens.
Als het gaat om een betalingstransactie buiten de Europese Economische Ruimte, gelden de maximum uitvoeringstermijnen, noch de maximumkosten voor de uitvoering van de grensover- schrijdende overschrijvingen of betalingen.
Uitvoering van verrichtingen met het buitenland
94. Identificatie van de begunstigde
Een correcte identificatie van de begunstigde, zijn rekening- nummer en de buitenlandse instelling is onontbeerlijk om een internationale verrichting te kunnen uitvoeren. De Klant moet er dus op toezien dat hij rekening houdt met de rekeningstructuur die van kracht is in het land van de begunstigde (bijvoorbeeld:
IBAN-code) en hij is aansprakelijk voor alle gevolgen van het niet naleven van deze voorschriften, zoals een foutieve uitvoering. Indien de Klant gelet op zijn individueel statuut of om enige andere reden gunstiger voorwaarden kan genieten, moet hij de Bank daarvan voorafgaandelijk op de hoogte brengen.
95. Kosten
Behoudens een andersluidende wettelijke of contractuele bepa- ling worden de kosten aangerekend door de Belgische of buiten- landse correspondenten voor hun aandeel in de uitvoering van een order, in mindering gebracht op de rekening van de Klant.
96. Uitvoeringswijze of weigering van bepaalde orders
De Bank voert de orders uit volgens de wijze die zij het meest geschikt acht en dit in functie van hun aard, de procedures of modaliteiten die bij haar van kracht zijn. De Bank kan bepaalde verrichtingen weigeren, met name omdat zij bepaalde soorten verrichtingen niet uitvoert (bijvoorbeeld: beschikbaarstelling van geld aan het loket van een buitenlandse bank), omdat de gevraagde verrichting een risico inhoudt van schending van wettelijke bepalingen in hoofde van de Bank, of omdat de voor- waarden voor uitvoering niet vervuld zijn. In voorkomend geval mag de Bank de uitvoering van de betalingsopdracht uitstellen totdat zij er zich van vergewist heeft dat de gevraagde betalings- opdracht niet geweigerd moet worden omwille van een van de hierboven vermelde redenen.
97. Boeking van de orders ten gunste van een Klant
De bedragen van verrichtingen die werden uitgevoerd door een correspondent of door een andere financiële instelling ten gunste van een rekening in de boeken van de Bank, zijn enkel verworven vanaf het ogenblik dat de bedragen door de cor- respondent of de kredietinstelling effectief en definitief gecre- diteerd zijn. Het crediteren van de rekening wordt altijd geacht te zijn gebeurd “onder voorbehoud”. Behoudens een schrifte- lijke andersluidende order, worden de overdrachten in vreemde munten geboekt in de vreemde munt van de overdracht op de rekening vermeld in de order.
DEEL 4 – HANDELSPAPIER
Incasso van handelspapier
98. Credit na incasso – Credit onder voorbehoud
98.1. Wissels en orderbriefjes
De Bank aanvaardt ter incasso enkel wisselbrieven/orderbriefjes die gedomicilieerd zijn op een rekening, op voorwaarde dat de Belgische financiële instelling, waarbij de rekening wordt aange- houden, wisselbrieven/orderbriefjes aanvaardt. De Bank kan de rekening van de Klant crediteren na de definitieve uitbetaling van de gelden om de rekening van de Klant te crediteren, een “credit na incasso”.
98.2. Ander handelspapier
De Bank aanvaardt ter incasso enkel handelspapier dat gedomi- cilieerd is op een rekening. De Bank kan ofwel de rekening van de Klant crediteren onder voorbehoud van de effectieve inning, een “credit onder voorbehoud”, ofwel wachten op de definitieve uitbetaling van de gelden om de rekening van de Klant te credi- teren, een “credit na incasso”.
99. Niet betaald handelspapier
Wanneer het ter incasso aangeboden effect niet wordt betaald, gaat de Bank over tot het aantekenen van verzet en het laten opmaken van protest. De Klant draagt de kosten van de niet- betaling, alsook de protestkosten. De Klant mandateert de Bank deze kosten ambtshalve te debiteren van zijn rekening.
Bijzondere bepalingen betreffende incassoverrichtingen met het buitenland
100. Eenvormige incassoregels
De uniforme incassoregels (URU 522) van de Internationale Kamer van Koophandel in Parijs gelden voor de hypothesen die niet voorzien zijn in dit Reglement of in de bijzondere overeen- komsten met de Klant.
101. Risico’s
De Klant draagt de risico’s die verbonden zijn aan de afgifte van effecten ter incasso in het buitenland, met inbegrip van de risico’s van de verzending van deze effecten door of aan de Bank. Hij moet het bedrag terugbetalen dat hem reeds door de Bank zou zijn gecrediteerd in de veronderstelling dat op grond van de geldende wetgeving deze laatste het effect moet terugbe- talen. Deze bedragen mogen ambtshalve in mindering worden gebracht van de rekening van de Klant.
Specifieke bepalingen voor handelspapier, met uitzondering van de cheque
102. Algemeen
De Bank verwerkt handelspapier dat uitgedrukt is in euro en gedomicilieerd bij een Belgische financiële instelling op een rekening, op voorwaarde dat de instelling, waarbij de rekening wordt aangehouden, handelspapier aanvaardt en de procedure voor de interbancaire verwerking van binnenlands handelspapier heeft onderschreven.
103. Vermelding van een rekeningnummer
De enige vermelding van een rekeningnummer van de betrok- kene op het effect doet een vermoeden ontstaan dat het effect gedomicilieerd en geldig is. De betrokkene die het effect aan- vaardt, wordt geacht de domiciliëring te aanvaarden. Als de debiteur het effect wil betalen na de vervaldag, voert hij de betaling uit via diezelfde rekening.
104. Recht op het terugkrijgen van het effect
De Klant ziet af van zijn recht tot teruggave van het effect te eisen in zijn hoedanigheid van debiteur van het effect nadat hij het effect heeft betaald.
105. Echtheid
De Bank staat niet in voor de authenticiteit of de geldigheid van de in bewaring gegeven effecten. Zij hebben desbetreffende geen enkele aansprakelijkheid.
106. Domiciliëring
Elke Klant van de Bank die houder is van een zichtrekening kan de betaling van de op hem getrokken handelseffecten in euro of in een vreemde munt domiciliëren aan de loketten van de hoofdzetel van de Bank. De Klant kan aan de Bank algemene richtlijnen geven om via debitering van zijn rekening ambtshalve alle handelseffecten te betalen die op hem werden getrokken en die door derden ter incasso zouden worden afgegeven, zelfs als deze handelseffecten niet de gewone domiciliëringsvermelding dragen.
Deze richtlijnen moeten ten minste acht dagen vóór de voorziene betaaldatum worden overgemaakt en blijven geldig tot de aan de Bank gerichte uitdrukkelijke herroeping ervan.
107. Provisie
De rekening van de Klant moet op de vervaldag van het handels- effect een toereikende provisie of een toereikend beschikbaar saldo vertonen.
Bijzondere bepalingen aangaande cheques
108. Beschikbaarstelling van de dienstverlening inzake cheques
De Bank beslist vrij over het al dan niet verlenen van de “dienst- verlening cheques” aan een Klant en over de voorwaarden hier- aan verbonden.
109. Verlies, diefstal of wederrechtelijk gebruik
Behoudens opzet of grove schuld van de Bank is de Klant aan- sprakelijk voor alle mogelijke gevolgen van het verlies, de dief- stal of het wederrechtelijk gebruik van zijn cheques of cheque- formulieren.
De Klant is verplicht de politie of de gerechtelijke instanties onmiddellijk op de hoogte te brengen van het verlies, de diefstal of het wederrechtelijk gebruik van zijn cheques of chequefor- mulieren, en moet de Bank hiervan schriftelijk op de hoogte brengen met een kopie van zijn aangifte. De aangifte op zich van het verlies of de diefstal van de cheques of de chequeformulieren via de spoedprocedure van verzet via de telefoon “Card Stop”, ontslaat de Klant niet van deze verplichting.
110. Xxxxxxxxxx en verzet
Een Klant die een cheque herroept of er verzet tegen aantekent, doet dit op eigen risico. De Bank moet geen rekening houden met de herroepingen of verzetsprocedures die in strijd zijn met de wet, de gebruiken of de interbancaire protocollen.
De herroeping van een cheque wordt pas van kracht na het verstrijken van de aanbiedingstermijn. Zolang er geen akkoord bestaat tussen de houder en de trekker van de cheque, kan de Bank op een rekening van de trekker een bedrag laten blokkeren (reserveren) of er een bedrag van laten debiteren dat overeen- stemt met het bedrag van de cheque. Dit bedrag brengt geen rente op.
De Klant kan verzet aantekenen tegen verloren, gestolen of wederrechtelijk gebruikte cheques ongeacht of het verlies, de diefstal of het wederrechtelijk gebruik van de cheques heeft plaatsgehad vóór of na de uitgifte ervan door de trekker zelf.
111. Weigering van betaling
De Bank kan de betaling weigeren van:
- cheques zonder provisie;
- cheques die niet voortkomen uit een door haar afgeleverd boekje;
- onvolledige of ongeldige cheques.
112. Cheques zonder provisie
De Bank kan zonder opzeggingstermijn noch schadevergoeding een einde maken aan haar relatie met de Klant en diens rekenin- gen afsluiten indien deze een ongedekte cheque uitgeeft.
DEEL 5 – DOCUMENTAIRE KREDIETEN EN DOCUMENTAIRE INCASSO'S
Documentaire kredieten
113. Regels inzake documentaire kredieten
De door de Bank toegekende documentaire kredieten val- len onder toepassing van de bepalingen van het document “Aanvraag tot opening van een documentair krediet”, de “Client trade”-conventie en de Uniforme Regels en Usances met betrek- king tot de Documentaire Kredieten (URU), die werden uitge- vaardigd door de Internationale Kamer van Koophandel (IKK).
114. Opeisbaarheid van de schuldvordering
De schuldvordering van de Bank ten aanzien van de opdracht- gever is opeisbaar vanaf de beschikbaarstelling van het docu- mentair krediet aan de begunstigde.
Tenzij anders overeengekomen, kan de Bank zelfs vooraleer zij haar verbintenissen uitvoert, stortingen in contanten eisen van de bedragen die nodig zijn voor de betaling van het documentair krediet of de rekening van de Klant voor de tegenwaarde ervan debiteren.
In elk geval verbindt de Klant zich ertoe tijdig te zorgen voor de nodige dekking, zodat hij de verbintenissen kan vereffenen die de Bank voor zijn rekening is aangegaan. Dat doet hij uiterlijk één dag voor het bedrag opeisbaar wordt, zoals bepaald in de kredietvoorwaarden.
115. Xxxxx van de correspondent
Indien de Bank een beroep doet op een correspondent naar haar keuze voor de uitvoering van de orders van de Klant, kan de Bank niet aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele fouten of nalatigheid van de correspondent.
116. Kosten en provisielonen
Tenzij anders werd overeengekomen tussen de partijen, worden de verschuldigde kosten en commissielonen bepaald door het artikel 18 C van de URU.
117. Schade aan de goederen
Zijn de goederen waarop het documentair krediet betrekking heeft, beschadigd, dan komt de verzekeringsvergoeding bij voorrang toe aan de Bank, ten belope van de haar verschuldigde bedragen.
118. Regels inzake “incoterms”
Behoudens anders overeengekomen tussen de partijen, zijn de regels die werden uitgevaardigd door de Internationale Kamer van Koophandel en die betrekking hebben op de internatio- nale commerciële voorwaarden (incoterms) van toepassing op de door de Bank toegestane documentaire kredieten.
Documentaire incasso's
119. Algemeen
Deze aangelegenheid wordt geregeld door de “uniforme regels en gebruiken van de IKK betreffende het incasso (URU 522)” in de mate dat de bijzondere overeenkomsten er niet van afwijken.
120. Rol en plichten van de Bank
De Bank komt niet tussen in de handelstransactie waarop de documenten betrekking hebben. Zij incasseert enkel de docu- menten in naam en voor rekening van de Klant. Zij staat in geen geval borg voor de solvabiliteit of de betrouwbaarheid van de tegenpartijen. De Klant kan de Bank niet aansprakelijk stellen als de documenten niet worden betaald en evenmin voor fouten, professionele tekortkomingen of het gebrek aan instructies van de verzekeringsmaatschappijen en van de vennootschappen die belast zijn met de uitwerking en de controle van de documenten en de goederen.
DEEL 6 – DEBET- EN KREDIETKAARTEN
De voorwaarden voor de toekenning en het gebruik van de debet- of de kredietkaart maken deel uit van een bijzonder reglement.
DEEL 7 – MULTIDEVIEZENDIENSTEN
121. Algemeen
De houder van een zichtrekening (of de volmachthouder op de rekening) kan op eenvoudig verzoek gebruikmaken van de multideviezendienst. Hij vermeldt het aantal compartimenten “in deviezen” dat hij aan zijn zichtrekening wenst toe te voegen,
op basis van één compartiment per munt. De Bank beslist vrij of ze deze dienst al dan niet toekent of hem beperkt tot bepaalde munten.
122. Reglementering inzake vreemde munten
De Bank moet zich houden aan de nationale of internationale reglementeringen die van toepassing zijn op de munten of de waarden die worden aangehouden in een compartiment. De munten van een Klant in een compartiment kunnen worden aangehouden door een correspondent van de Bank die zich in het land van de betrokken munt bevindt. In dat geval zijn alle reglementeringen die aangaande deze munt van kracht zijn in dat land, van toepassing op het betrokken compartiment. Dit omvat de wisselreglementering of de beperkingen op het vrij verkeer van de munt buiten het land.
123. Interest
De debet- en creditinterestvoet worden vastgelegd per com- partiment. Voor de berekening van de interest gelden voor elk compartiment dezelfde regels inzake valutadatum als voor de zichtrekening. De debet- of creditinterest wordt elk kwartaal per compartiment in de overeenkomstige munt geboekt.
124. Koersen
De Bank voert de orders van de Klant uit, met inbegrip van de transfers tussen de compartimenten van eenzelfde rekening, tegen de koers van de dag van de boeking.
125. Kosten
De Bank behoudt zich het recht voor het overeenkomstig com- partiment te debiteren voor de kosten die de correspondent zou aanrekenen voor de uitvoering van een order in de munt van het betrokken compartiment. De kosten voor de toekenning van de multideviezendienst (zie tarief) worden per kwartaal en vooraf van de zichtrekening gedebiteerd. De Klant moet zorgen voor voldoende provisie op zijn rekening met het oog op de aanreke- ning van deze kosten.
126. Rekeningafschriften
De afschriften geven een globaal overzicht van de zichtrekening en een overzicht van de verrichtingen per compartiment waarin er verrichtingen werden uitgevoerd.
127. Afsluiten van compartimenten
Alvorens een compartiment af te sluiten, zuivert de Bank elk debetsaldo van dit compartiment aan door het bedrag in minde- ring te brengen op de tegoeden van de andere compartimenten. Bij gebrek aan instructies van de Klant wordt het debetsaldo in de eerste plaats aangerekend op het compartiment in euro en wordt het creditsaldo geboekt op het compartiment in euro.
De Bank kan op eigen initiatief de compartimenten afsluiten die niet meer actief zijn, d.w.z. de compartimenten waarop sinds meer dan zes maanden geen enkele verrichting meer heeft plaatsgehad, tenzij andere instructies van de Klant.
128. Opzegging van de multideviezendienst
De Klant kan net als de Bank op elk ogenblik de multideviezen- dienst beëindigen zonder opzeggingstermijn en zonder zijn of haar beslissing te moeten rechtvaardigen. Deze rekening wordt dan weer een gewone zichtrekening in euro. Het verschuldigd geacht deel van de kosten voor de multideviezendienst blijft verworven voor de Bank als de opzegging uitgaat van de Klant of aan hem te wijten is.
129. Opdrachten in munten waarvoor er geen compartiment bestaat
Na de omzetting in een compartiment in euro, kan de Bank op risicio van de Klant een bepaalde verrichting uitvoeren in een munt waarvoor geen compartiment was geopend.
130. Beschikbaar saldo
De Bank voert een order in een bepaalde munt enkel uit als het globale saldo van de rekening met de multideviezenfunctie of als eventueel het saldo van betrokken compartiment toereikend is tot dekking van de verrichting en de eventueel ermee verbon- den kosten.
Het globaal saldo wordt berekend door de samenvoeging of de consolidatie van de diverse beschikbare saldi van alle comparti- menten van de multideviezenrekening na omzetting van de saldi van elk compartiment in euro tegen de contante wisselkoers.
De cheques worden geboekt in het compartiment van de munt waarin de cheque werd uitgeschreven, en als een dergelijk com- partiment niet voorhanden is, in het compartiment in euro.
Indien de Klant op zijn multideviezenrekening een kredietlijn in euro heeft, mag het globaal debetsaldo op zijn rekening nooit hoger zijn dan het bedrag van zijn kredietlijn. Hij moet elke drie maanden zijn kredietlijn globaal op nul brengen en de debet- saldi in elk compartiment aanzuiveren.
DEEL 8 – Overschrijding
131. Overschrijding op zichtrekening
De Bank kan, ten uitzonderlijken titel, de Klant de mogelijkheid bieden te beschikken over bedragen die het beschikbaar tegoed op zijn rekening overschrijden teneinde te vermijden dat bepaal- de betalingsopdrachten niet worden uitgevoerd of dat cheques niet worden voldaan. Debetinteresten op de overschrijding zijn slechts verschuldigd op het bedrag van de overschrijding. De Klant wordt onverwijld op papier of op een andere duurzame drager geïnformeerd van deze overschrijding en is gehouden het totale bedrag van de overschrijding vermeerderd met de verschuldigde interesten terug te betalen.
HOOFDSTUK IV: TRANSACTIES IN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
DEEL 1 – Klantenclassificatie
132. Categorieën van beleggersklanten
Bij het verstrekken van beleggingsdiensten (o.a. beleggings- advies, vermogensbeheer, ontvangen en doorgeven van trans- acties in financiële instrumenten deelt de Bank, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, haar Klanten in in drie verschillende categorieën, namelijk tegenpartijen, professionele Klanten en niet-professionele Klanten. Elk van de vermelde categorieën geniet een aangepast beschermingsniveau.
132.1. Tegenpartijen
Een Klant wordt geclassificeerd als tegenpartij indien hij actief is in de financiële sector (bvb. banken, beursvennootschappen, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, centrale banken maar ook nationale regeringen en overheidsdiensten betrokken bij het beheer van de overheidsschuld.) Een tegenpartij wordt verondersteld de werking van de financiële markten zelf vol- doende te kennen. Ten aanzien van deze Klant is de Bank er niet toe gehouden de hierna beschreven gedragsregels na te leven.
132.2. Professionele Klanten
Klanten die als professioneel kunnen worden beschouwd, wor- den opgesomd in bijlage A bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richt- lijn betreffende markten voor financiële instrumenten. De hierna beschreven gedragsregels zijn ten aanzien van deze Klanten wel van toepassing, zij het in beperktere mate. Een professionele Klant wordt immers verondersteld over de nodige kennis, erva- ring en deskundigheid te beschikken om zelf zijn beleggingsbe- slissingen te nemen en de genomen risico’s adequaat in te schat- ten. Bovendien zijn de informatieverplichtingen die de Bank ten aanzien van professionele Klanten heeft minder vergaand dan deze ten aanzien van niet-professionele Klanten.
132.3. Niet-professionele Klanten
Klanten die niet onder één van de twee vorige categorieën kun- nen worden ingedeeld, worden geclassificeerd als zijnde niet- professioneel. Zij genieten het hoogste beschermingsniveau. De hierna opgenomen gedragsregels zijn onbeperkt op hen van toepassing.
132.4. Informatie met betrekking tot de categorie-indeling
De Klant wordt door de Bank op de hoogte gebracht van de categorie waartoe hij op grond van de wettelijke bepalingen behoort. De Klant die van categorie wenst te veranderen meldt dit schriftelijk aan de Bank. De Bank is niet verplicht om aan het verzoek van de Klant een positief gevolg te geven.
DEEL 2 – Gedragsregels
De hierna volgende bepalingen zijn enkel van toepassing op pro- fessionele en niet-professionele Klanten.
133. Beleid van optimale uitvoering voor transacties in financiële instrumenten
Behoudens specifieke instructie van de Klant is de Bank er toe gehouden orders uit te voeren tegen de beste voorwaarden (best execution – optimale uitvoering). De Bank omschrijft in haar beleid de criteria die zij hanteert om te komen tot een opti- male uitvoering van een order. De Klant dient akkoord te gaan met dit beleid alvorens hij transacties in financiële instrumenten kan verrichten met de Bank. Dit beleid is ter beschikking in elk kantoor en op de website xxx.xxxxxxx.xx.
134. Beleggingsadvies – uitvoering van orders van de Klant
134.1. Verstrekken van beleggingsadvies
De Bank kan via haar relatiebeheerders beleggingsadvies ver- strekken aan de Klant. Hieronder verstaat de Bank het geven van aanbevelingen op maat van de Klant.
– Niet-professionele Klant
De niet-professionele Klant moet de Bank informeren over zijn beleggingsdoelstellingen, zijn financiële situatie en zijn kennis en ervaring. De Bank adviseert enkel transacties in financiële instrumenten indien hij aan de Bank de gevraagde informatie geeft. De Bank behoudt zich het recht voor trans- acties in financiële instrumenten die niet geschikt zijn voor de Klant te weigeren.
– Professionele Klant
Professionele Klanten worden geacht zelf de kennis, ervaring en deskundigheid te hebben om hun beleggingsbeslissingen te nemen en de eraan verbonden risico’s financieel te dragen. De Bank gaat enkel de beleggingsdoelstellingen van de Klant na alvorens een belegging te adviseren. De Bank behoudt zich het recht voor transacties in financiële instrumenten te weigeren die niet in overeenstemming zijn met de beleg- gingsdoelstellingen van de Klant.
134.2. Ontvangen en doorgeven van transacties in financiële instrumenten
Indien de Bank geen gepersonaliseerde aanbevelingen geeft
aan de Klant, beperkt de dienstverlening zich tot het louter uit- voeren en doorgeven van transacties in financiële instrumenten.
– Niet-professionele Klant
Onverminderd de toepasselijke wettelijke bepalingen, gaat de Bank in dit geval na of de Klant de vereiste kennis en ervaring heeft om de transacties in financiële instrumenten te verrichten. Heeft de Klant echter geweigerd om de door de Bank gevraagde informatie te geven, dan kan de Bank niet nagaan of de Klant de vereiste kennis en ervaring heeft om transacties in financiële instrumenten te verrichten.
– Professionele Klant
Deze Klant wordt verondersteld de vereiste kennis en erva- ring te hebben om transacties in financiële instrumenten te verrichten.
134.3. Verplichting van de Klant
De Klant brengt de Bank op de hoogte van elke wijziging in zijn financiële situatie, beleggingsdoelstellingen of kennis en erva- ring. Zolang deze mededeling niet is gebeurd mag de Bank zich vertrouwen op de door de Klant verstrekte informatie.
135. Infoverstrekking
135.1. Retrocessies
De Bank ontvangt als distributeur van Instellingen voor Collectieve Belegging (ICB) een deel van de beheerscommissie van de beheersvennootschap van de ICB (retrocessie). Deze com- missie wordt door de ICB aan de beheervennootschap betaald en wordt dagelijks berekend op basis van de netto-activa of maan- delijks op basis van de gemiddelde netto-activa. Deze retrocessie ligt tussen de 0 % en 70 %. De Klant kan op aanvraag hierover meer informatie bekomen.
In bepaalde gevallen ontvangt de Bank retrocessies bij de openbare aanbieding van financiële instrumenten. In dergelijke gevallen kan de Klant hierover meer informatie bekomen via zijn contactpersoon in zijn kantoor.
135.2. Risico’s verbonden aan financiële instrumenten
Er zijn risico’s verbonden aan elk financieel instrument. De Bank is van oordeel dat opties en warranten producten zijn met een zeer hoog risico. Aandelen blijken vaak, op basis van een vergelij- kende analyse van de koersevolutie, een groter risico te vertonen dan obligaties. Rekening houdend met het hefboomeffect dat de afgeleide producten (bvb. opties, future, speeder, turbo …) kenmerkt, kunnen ongunstige bewegingen op de markten lei- den tot aanzienlijke verliezen die veel hoger kunnen liggen dan
de kapitaalinleg van de Klant. Voor de instellingen voor collectie- ve belegging (beveks, gemeenschappelijke beleggingsfondsen
…), omschrijft het (vereenvoudigd) prospectus en/of document Essentiële beleggersinformatie (EBI) de risicoklasse. Door een “beursorder zonder limiet” te geven, aanvaardt de Klant dat zijn (verkoop- of koop-)order wordt uitgevoerd tegen om het even welke voorwaarden. Hij neemt dus het risico te kopen tegen een hogere prijs of te verkopen tegen een lagere prijs dan hij zou willen. Deze risico’s zijn ten laste van de Klant.
Een omschrijving van de diverse risico's is beschikbaar op
Alvorens een verrichting uit te voeren, moet de Klant vooraf de gespecialiseerde pers, de informatie die door de betrokken onderneming en/of de Bank ter beschikking wordt gesteld, raad- plegen. De Klant moet aandacht hebben voor de kenmerken van het instrument en voor de risico's die worden beschreven in o.a. het prospectus, de samenvatting ervan of in de informatie die ter beschikking wordt gesteld door de Bank en/of de emittent.
DEEL 3 – TRANSACTIE IN EEN FINANCIEEL INSTRUMENT
136. Definities
136.1. Financieel instrument
Het betreft de financiële instrumenten die de financiële wet- geving bedoelt, met name kasbons, obligaties, effecten van de overheidsschuld (staatsbons, OLO’s ...), aandelen, warran- ten, deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging (beveks, gemeenschappelijke beleggingsfondsen …), maar ook derivaten (opties, futures, swaps …).
136.2. Transacties in een financieel instrument
Hiermee worden alle verrichtingen bedoeld zoals de intekening, de aankoop, de verkoop, de terugkoop, de omruiling, de omzet- ting, het innen van de coupon, de terugbetaling, de uitoefening van de aan een financieel instrument verbonden rechten.
137. Kanalen voor het plaatsen van verrichtingen
De Bank stelt de Klant standaardformulieren ter beschikking voor orders gegeven in het kantoor of via de relatiebeheerder. De Klant erkent dat de ondertekende formulieren een formeel en volledig bewijs van zijn order vormen. Afhankelijk van de aard van de financiële instrumenten kan de Klant zijn orders doorge- ven via andere distributiekanalen, zoals bijvoorbeeld Comfort Banking, Belfius Direct Net (Business), Belfius Direct Private … na de ondertekening van de overeenkomst en de goedkeuring van het overeenstemmend reglement.
De uitvoering van een order die aan het kantoor door middel van een communicatiemiddel werd gegeven, vindt plaats op risico van de Klant. In dat geval vult de agent het orderformulier in naam en voor rekening van de Klant in. De Klant verbindt zich ertoe het ingevuld formulier uiterlijk de volgende bankwerkdag te ondertekenen. Bij gebrek aan een handtekening van de Klant, worden het ingevulde formulier en het uitvoeringsborderel geacht een correcte weergave te zijn van de door de Klant gege- ven aanwijzingen, indien hij het borderel niet binnen tien dagen betwist.
138. Minimumvermeldingen die in de order moeten worden opgenomen
Behoudens bijzonderheden, moet elke order die aan de Bank wordt doorgegeven, op zijn minst de volgende gegevens ver- melden:
– de identiteit van de Klant (naam, voornaam, adres);
– de rekening met contanten waarop de verrichting moet plaatsvinden;
– het bedoeld financieel instrument of de code die werd toege- kend door de marktondernemingen;
– de aard van de transactie (inschrijving, aankoop, verkoop enz.);
– de hoeveelheid (omschreven afhankelijk van het geval in een aantal, deelbewijzen of in een bedrag);
– eventueel:
• het nummer van het effectendossier, het nummer van de instrumenten;
• de gereglementeerde of niet gereglementeerde markt;
• een prijs of een prijslimiet, of de vermelding “tegen dag- koers”;
• de geldigheidsduur van de order.
Indien er geen duidelijkheid bestaat omtrent de koers, worden de orders geacht te zijn uitgedrukt aan dagkoers.
Alle hoeveelheden kunnen worden verhandeld, onder voorbe- houd van de bijzondere beperkingen die door de toezichthou- dende marktoverheid of door de emittent m.b.t. bepaalde finan- ciële instrumenten worden opgelegd. Indien een beursorder een technische reactie kan veroorzaken op de koers van een finan- cieel instrument gelet op het liquide karakter van de markt, kan de Bank, afhankelijk van de mogelijkheden op de markt en in het belang van de Klant, de order schorsen, beperken of indienen. De Bank brengt de Klant hierover zo snel mogelijk op de hoogte.
139. Uitvoering van de transacties
De Bank levert alle redelijke inspanningen opdat de transactie zo spoedig mogelijk kan uitgevoerd worden.
De Bank mag weigeren de transactie uit te voeren als zij zou vast- stellen dat de transactie niet beantwoordt aan de contractuele, reglementaire en wettelijke bepalingen ter zake.
140. Tussenkomst van derde instellingen
Ook de tussenkomst van een derde instelling, zoals onder andere de financiële markten en hun marktautoriteiten, kan de uit- voeringstermijnen beïnvloeden zonder dat de Bank daar enige controle op kan uitoefenen. Zo kan de uitvoering beperkt zijn tot de openingsuren van de betreffende tussenkomende partijen.
141. Provisie
Bij een intekening, een aankoop of een uitoefening moet de Klant zorgen voor voldoende provisie op zijn centralisatie- rekening, tenzij de Bank een andere dekking aanvaardt of eist. Debetinteresten op de zichtrekening zijn van rechtswege en zonder ingebrekestelling verschuldigd op een debetstand die het gevolg is van een onvoldoende provisie. In geval van verkoop, terugkoop, omruiling, uitoefening of omzetting, moet de Klant aan de Bank de betrokken financiële instrumenten overhandigen met het oog op de vereffening van de verrichting.
Alle financiële instrumenten, geldmiddelen en deviezen die de Klant overhandigt aan de Bank of die deze laatste aanhoudt voor rekening van de Klant, vormen de provisie die bestemd is voor de goede uitvoering door de Klant van zijn verrichtingen met financiële instrumenten. De Bank kan deze tegoeden op kosten en op risico van de Klant inhouden, verkopen en/of verrekenen in geval van niet-uitvoering van de order of indien de Klant in gebreke blijft.
De Bank heeft het recht om bij de plaatsing van een transactie in financiële instrumenten, een percentage van de tegenwaarde van de transactie te reserveren op de rekening waarvan de tegenwaarde op het einde van de transactie wordt afgeboekt. Deze reservatie heeft geen effect op het saldo van de rekening vermits geen debitering wordt uitgevoerd tot op het ogenblik van de transactie. Wel wordt het beschikbare saldo met het bedrag van de reservatie verminderd.
De Bank heeft het recht om de door de Klant aangekochte financiële instrumenten onverwijld te verkopen, evenals even- tuele andere financiële instrumenten van de Klant, teneinde het openstaande ontoereikende saldo op de rekening van de Klant aan te zuiveren.
142. Uiterste datum voor het plaatsen van een order
Een inschrijvingsorder moet tijdig aankomen bij de Bank, reke- ning houdend met de openingsuren van de Bank en de inschrij- vingsperiode of de periode van vervroegde afsluiting die door de emittent werden bepaald.
Een aankoop- of verkooporder m.b.t. een genoteerd financieel instrument kan enkel in de markt worden geplaatst als ze tijdig is aangekomen op de zetel van de Bank, rekening houdend met de openings- en sluitingsuren van de Bank en van die van de betrok- ken markt, alsook met een redelijke termijn voor het doorgeven van deze order.
De orders aangaande een openbare verkoop worden ingediend afhankelijk van het tijdschema voor de verkoop zoals het wordt vastgelegd door de betrokken overheid.
De orders m.b.t. deelbewijzen van een instelling voor collectieve belegging moeten tijdig aankomen op de zetel van de Bank, rekening houdend met het uiterste uur voor de aanvaarding zoals de emittent heeft bepaald in het (vereenvoudigd) prospec- tus en/of EBI en met een redelijke termijn voor het plaatsen van deze order. Bij ontstentenis hiervan en behoudens een anders- luidende instructie van de Klant, wordt de order bij de volgende afsluiting aangeboden. De Bank behoudt zich het recht voor om voorwaarden op te leggen voor het later aanpassen van orders die niet binnen een normale termijn kunnen worden uitgevoerd.
143. Limietenorders
Bij het doorgeven of wijzigen van een order, kan de Klant voor bepaalde financiële instrumenten en voor bepaalde verrichtin- gen de geldigheidsduur beperken of limietkoersen vastleggen. Deze limieten zullen omschreven worden in het orderformulier. Wijzigingen van beursorders geven niet automatisch recht op een aanpassing van de geldigheidsduur. Het vastleggen van een limietkoers is verplicht als de orders worden uitgevoerd op markten waar er geen enkele beperking geldt voor koersschom- melingen.
Wanneer de Klant een limietkoers opgeeft die niet in overeen- stemming is met de regels van de betrokken markt, behouden de Bank en haar correspondenten zich het recht voor de order aan te passen aan de geldende regels. Als het gaat om aankoop- orders, wordt de limietkoers neerwaarts aangepast tot aan de dichtstbijzijnde reglementaire limiet; indien het gaat om ver- kooporders wordt de limiet opwaarts aangepast. De Bank vestigt de aandacht van de Klant op de risico’s van orders die worden gegeven zonder limietkoers.
144. Aanvaarde en geweigerde orders
De Bank kan weigeren om orders uit te voeren die zijn onder- worpen aan opschortende en ontbindende voorwaarden of aan- kooporders die gekoppeld zijn aan verkooporders.
Op de Euronext-markten aanvaardt de Bank enkel de volgende soorten orders:
– orders “tegen dagkoers”: die moeten onmiddellijk worden uitgeoefend tegen de beste koers vastgelegd voor de orders in tegengestelde zin. In geval van een gedeeltelijke uitvoe- ring van een order, wordt het gedeelte van de order dat niet werd uitgevoerd, omgezet in een order met limietkoers tegen de laatste uitvoeringskoers;
– orders “met limietkoers”: die enkel kunnen worden uitge- voerd tegen de limietkoers vastgelegd in de order of tegen een betere koers. De limietkoers moet verenigbaar zijn met de marktregels; “stoploss orders”: zodra de stoplossdrempel wordt bereikt, worden deze orders uitgevoerd “tegen dag- koers”
Op de buitenlandse markten worden enkel beursorders “tegen limietkoers” of “tegen dagkoers” aanvaard zoals ze worden gedefinieerd door de betrokken markt.
145. Geldigheidsduur van een order
De geldigheidsduur van een order hangt af van het financieel instrument. De geldigheidsduur kan worden gespecificeerd in de order. De Bank kan voorwaarden opleggen aan het handhaven van orders die niet binnen een normale termijn kunnen worden uitgevoerd.
145.1. Financiële instrumenten genoteerd op een markt
Onder voorbehoud van de specifieke regels van de betrok- ken markt of van gebeurtenissen die gevolgen hebben voor bepaalde effecten, worden de orders die betrekking hebben op financiële instrumenten die genoteerd staan op een markt, bij- gehouden gedurende een periode van drie maanden die begint op de dag dat de order wordt geplaatst.
145.2. Financiële instrumenten die openbaar te koop worden aangeboden
De aankooporders die moeten worden uitgevoerd in het kader
van een openbare verkoop, zijn slechts geldig voor één zitting. De verkooporders worden bijgehouden gedurende een periode van drie maanden die begint vanaf de dag dat de order werd geplaatst.
145.3. Euro-obligaties
De orders die betrekking hebben op dit soort van financiële instrumenten worden bijgehouden gedurende een periode van één maand die begint vanaf de dag dat het order werd geplaatst.
145.4. Instelling voor collectieve belegging
De orders die betrekking hebben op deelbewijzen van instellin- gen voor collectieve belegging zijn enkel geldig tijdens de aan- vankelijke inschrijvingsperiode of enkel tijdens de aanvaardings- periode die voorafgaat aan het limietuur voor de aanvaarding zoals de emittent in het (vereenvoudigd) prospectus bepaalt.
146. Wijziging van de orders
Behalve indien het gaat om een inschrijvingsorder of een order dat verband houdt met deelbewijzen van instellingen voor col- lectieve belegging, kunnen orders die betrekking hebben op beursgenoteerde financiële instrumenten gewijzigd worden zolang de initieel doorgegeven orders nog niet werden uitge- voerd op de beurs.
Behalve indien de Klant verduidelijkt dat hij een vroegere order wil wijzigen, wordt elke latere order geacht te bestaan naast de eerste order. Het annuleren van een dubbele uitvoering gebeurt op kosten van de Klant.
147. Annulatie van orders
Behalve indien het gaat om een inschrijving, kunnen de orders die betrekking hebben op beursgenoteerde financiële instru- menten (en onder voorbehoud dat de initieel doorgegeven orders nog niet werden uitgevoerd op de beurs), worden gean- nuleerd hetzij op verzoek van de Klant, hetzij automatisch door toepassing van de regels van de betrokken markt of na een beslissing door de bevoegde overheden, bijvoorbeeld wanneer een coupon of enig recht of voordeel is losgekoppeld van het betrokken financieel instrument of in geval van wijziging van de nominale waarde of de stopzetting van de beursnotering.
Het uitgifteprospectus bepaalt of de orders die betrekking heb- ben op deelbewijzen van beleggingsinstellingen kunnen worden geannuleerd of geschorst.
De Bank kan de orders ambtshalve schorsen of annuleren in afwachting van de uitvoering wanneer de Klant in staking van betaling is, failliet werd verklaard of wanneer er een uitvoerend beslag werd gelegd op zijn goederen.
148. Gedeeltelijke uitvoering van een order
De orders die betrekking hebben op beursgenoteerde finan- ciële instrumenten kunnen gedeeltelijk worden uitgevoerd. In dat geval wordt het niet-uitgevoerde gedeelte bijgehouden tijdens de volledige geldigheidsduur van de order (supra). Op de Euronext-markten blijft het in de loop van de dag niet-uitge-
voerde saldo van een order openstaan “tegen limietkoers” tegen de koers waartegen hij gedeeltelijk werd uitgevoerd. Als het gaat om de buitenlandse markten, bepalen de op deze markten geldende regels of de uitvoering van het niet-uitgevoerde deel van een order plaatsheeft tegen de openingskoers of tegen de marktkoers.
149. Portefeuilleopvolging
De Klant kan steeds een overzicht van zijn gedematerialiseerde roerende waarden, rechten en financiële instrumenten opvra- gen, via zijn kantoor, Belfius Internetbanking of via de telefoon, volgens de specifieke overeenkomsten afgesloten met de Bank. De Klant verklaart er kennis van genomen te hebben dat de in het vorige lid bedoelde informatie niet onmiddellijk beschikbaar is nadat hij zijn transactie heeft doorgegeven.
Wat betreft de opvolging van doorgegeven orders, zal de beschikbaarheid van de informatie afhankelijk zijn van de aard van het financieel instrument, alsook de beurs waarop het instru- ment genoteerd staat en de eventuele tussenpersoon waarop de Bank beroep heeft moeten doen. De Bank neemt in deze geen enkele verplichting met betrekking tot de termijn op zich, maar engageert zich om de transactie zo snel als redelijkerwijze moge- lijk beschikbaar te maken. De Bank verbindt zich er niettemin toe het tijdelijk ontbreken van informatie tussen de uitvoering van de transactie en het ontvangen van informatie betreffende deze transactie tot een minimum te beperken.
Wat betreft de weergave van het saldo op de rekening van de Klant, zal deze informatie slechts beschikbaar zijn na het uitvoe- ren van de transactie en de volledige verwerking hiervan door de Bank. De Bank kan geen termijn garanderen, maar verbindt zich ertoe het nodige te doen opdat deze informatie zo snel mogelijk ter beschikking wordt gesteld van de Klant.
150. Overlijden van de opdrachtgever
Behoudens een andersluidende overeenkomst leidt het overlij- den van de Klant niet tot de schorsing of annulatie van een order of van de uitvoering ervan. In geval van overlijden deponeert de Bank dus de financiële instrumenten in een effectendossier of de opbrengst van hun tegeldemaking op een zichtrekening, beide geopend op naam van de nalatenschap.
151. Kosten van verrichtingen met financiële instrumenten
De door de Klant verschuldigde kosten, zoals de makelaarskos- ten, de instap- of de uitstapkosten staan vermeld in de tarieven van de voornaamste beleggingsverrichtingen en/of in het uitgif- teprospectus van het betrokken financieel instrument, behalve wanneer het gaat om de kosten die worden geëist door derden (tegenpartij, tussenpersoon, betrokken partij …).
152. Kosten verbonden aan de transfer van financiële instrumenten of aan het gebrek aan levering van financiële instrumenten
De Bank behoudt zich het recht voor om aan de Klant alle kos- ten, uitgaven en vergoedingen aan te rekenen die gemaakt worden tengevolge een situatie waarin financiële instrumenten niet kunnen geleverd worden, of die gemaakt worden met de bedoeling om een dergelijke situatie te vermijden, en die veroorzaakt worden door één of meerdere transactie(s) van financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op verschillende markten. Deze situatie kan zich voordoen in geval van aankoop en verkoop van eenzelfde financieel instrument op twee verschillende markten. De Klant geeft toestemming aan de Bank om automatisch van zijn rekening de sommen af te houden die hij ten dezen titel verschuldigd zou zijn en dit vanaf hun opeisbaarheid.
153. Vereffening van orders
Behoudens uitzonderingen, worden de verrichtingen op finan- ciële instrumenten vereffend binnen drie dagen na de uitvoering van de order. De orders die betrekking hebben op deelbewijzen
van instellingen voor collectieve belegging worden uitgevoerd binnen de termijn en volgens de modaliteiten die omschreven staan in het prospectus.
Behoudens een andersluidende bepaling, worden de verrich- tingen vereffend door het debiteren en/of crediteren van het effectendossier en/of de contantenrekening van de Klant. Deze vereffening hangt niet af van de materiële levering.
De vereffening door de Bank van de financiële instrumenten gebeurt onder voorbehoud; als de Bank ze om de een of andere reden niet kan innen, moet de Klant de Bank op haar eerste ver- zoek terugbetalen. De Klant machtigt de Bank om automatisch van zijn rekeningen de door hem verschuldigde bedragen af te houden vanaf de datum dat zij opeisbaar zijn geworden. In de veronderstelling dat de beschikbare bedragen niet volstaan om de order te vereffenen, moet de Klant de gevolgen dragen van de annulering van zijn order door de Bank.
In geval van overinschrijving gebeurt de toewijzing van de effec- ten volgens de aanwijzingen van de emittent.
De geldende gebruiken op de diverse markten kunnen worden ingeroepen tegen de Klant. Zo vindt op bepaalde markten de levering van de effecten niet noodzakelijk plaats op het ogenblik van de betaling.
Behalve indien de Klant een deviezenrekening heeft geopend, worden de verrichtingen met deviezen automatisch omgezet in euro, behalve indien dit anders vermeld staat op het orderformu- lier. De omzetting in euro vindt plaats tegen de koers van twee werkdagen vóór de datum van de vereffening of de betaaldatum die in het prospectus vermeld staat. Dit principe geldt eveneens voor de verrichtingen met instellingen voor collectieve beleg- ging, waarbij de wisselkoers evenwel niet kan worden berekend vóór de Bank de netto inventariswaarde heeft ontvangen.
De berekeningen voor de vereffening (omzetting, interest, kapi- talisatie ...) zijn beperkt tot drie decimalen.
154. Credit onder voorbehoud of credit na incasso
Als de terugbetaling van de coupons en de mantels die mate- rieel werden aangeboden, gebeurt door een onmiddellijk credit of met een bepaalde valutadatum voor de contantenrekening van de Klant, gebeurt dat altijd onder voorbehoud, d.w.z. onder voorbehoud van de goede uitvoering van de verrichting. Als de terugbetaling plaatsheeft na incasso, wacht de Bank de definitieve betaling door de tegenpartij af alvorens de contan- tenrekening van de Klant te crediteren. De valutadatum die de Bank toepast, hangt af van de datum van de betaling door de tegenpartij als het gaat om een terugbetaling na incasso of van de datum van de vervaldag of van de betaling of van het soort van product en van de datum van de voorlegging door de Klant als het gaat om een credit onder voorbehoud. In dat laatste geval vermeldt de Bank de valutadatum op het borderel.
155. Materiële levering
De fysieke stukken die in een kantoor van de Bank worden aan- geboden, zullen automatisch op een effectendossier worden geplaatst op naam van de begunstigde. Kosten voor de bewaring zullen van rechtswege verschuldigd zijn door de Klant.
HOOFDSTUK V: BELANGENCONFLICTEN
Inhoudstafel
HOOFDSTUK I: ALGEMEEN 3
DEEL 1 – REGLEMENT EN AANPASSINGEN 3
1. Doel van dit reglement 3
2. Waar vind ik dit reglement? 3
3. Wijzigingen 3
DEEL 2 – DEFINITIES 3
DEEL 3 – TOEPASSINGSGEBIED 4
DEEL 4 – ALGEMENE BEPALINGEN 4
4. Identificatie 4
5. Juridisch en fiscaal statuut van de Klant 5
6. Het indienen van een specimen van handtekening 6
7. Contractuele vrijheid 6
8. Wijziging van de titularis, vertegenwoordiger of volmachthouder 6
9. Keuze van kantoor 6
10. Briefwisseling 6
11. Persoonlijke levenssfeer 6
12. Discretieplicht 7
13. Nalatenschappen 7
14. Tarieven 8
15. Archivering van de documenten – Bewijskracht 8
16. Verjaring 8
17. Klachten 8
18. Aansprakelijkheid van de Bank 9
19. Waarborgen gesteld ten gunste van de Bank 9
20. Keuze van woonplaats 10
21. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken 10
22. Opzegging, stopzetting van de relaties 10
DEEL 5 – VOLMACHTEN 10
23. Volmachten: algemeen 10
24. Herroeping van de volmacht 10
25. Overige manieren waarop de volmacht eindigt 10
26. Aansprakelijkheid van de volmachtgever 11
27. Aansprakelijkheid van de volmachthouder 11
DEEL 6 – VERSCHEIDENE PERSONEN 11
28. Rekeningen, effectendossiers en kluizen 11
29. Beschikkings-, toegangs- en opzeggingsrecht 11
30. Rekeningen, effectendossiers, kluizen 11
31. Kaarten voor de toegang tot de kluizenzaal 11
32. Hoedanigheid van lid of vertegenwoordiger 11
33. Regels die gelden bij het deponeren van de statuten of het reglement 11
34. Regels die gelden bij gebrek aan of bij stilzwijgen van statuten of reglement 11
35. Hoofdelijkheid en ondeelbaarheid 11
DEEL 7 – ALS WAARBORG GEBLOKKEERDE TEGOEDEN 12
36. Algemeen 12
37. Xxxxxxxx 00
HOOFDSTUK II: DE REKENINGEN 12
DEEL 1 – ALGEMEEN 12
38. Opening van een rekening 12
39. Verrichtingen aan de automatische loketten 12
40. Geldopname aan de loketten 12
41. Rekeningafschriften 12
42. Valutadatum en datum van de verrichting 12
43. Credit- en debetrente 12
DEEL 2 – ZICHTREKENINGEN 13
44. Valutadatum 13
45. Debet op de rekening 13
46. Tijdstip van ontvangst van betalingsorders en uitvoeringstermijnen 13
47. Doorlopende opdrachten 13
48. Domiciliëringen 13
49. Overschrijvingen 13
50. Xxxxxxxxxx met orders 13
51. Betwisting van een betalingstransactie 14
52. Terugbetaling van een door of via een Begunstigde geïnitieerde betalingstransactie 14
53. Uitvoering in overeenstemming met de Unieke Identificator 14
54. Betalingsopdracht geïnitieerd door de Betaler 14
55. Betalingsopdracht geïnitieerd door of via de Begunstigde 15
56. Aansprakelijkheid voor kosten 15
57. Overmacht 15
DEEL 3 – SPAARREKENINGEN 15
58. Gereglementeerde spaarrekeningen 15
59. Geldopname 15
60. Interest en premies 15
61. Interest: berekeningswijze en valutadatum 15
62. Premies 15
DEEL 4 – TERMIJNREKENINGEN 16
63. Centralisatierekening 16
64. Bedrag van de beleggingen 16
65. Duur van de belegging 16
66. Bestemming van de fondsen op de vervaldag 16
67. Rentevoeten 16
68. Volledige of gedeeltelijke vervroegde vrijmaking 16
69. Nalatenschap 16
DEEL 5 – EFFECTENDOSSIER 16
70. Algemeen 16
71. Centralisatierekening 16
72. Effecten die kunnen worden gedeponeerd 16
73. Fungibiliteit 16
74. Tussenkomst van derden 16
75. Wettelijk voorrecht van de bewaarder 17
Werking van het effectendossier 17
76. Plichten van de Bank: administratief beheer 17
77. Corporate actions 17
78. Uittreksels uit de effectendossiers 17
Inschrijvingen op naam 17
79. Principe 17
80. Deponeren van nominatieve certificaten 17
DEEL 6 – VRUCHTGEBRUIK EN BLOTE EIGENDOM 18
81. Spaarrekeningen, termijnrekeningen en effectendossiers 18
DEEL 7 – BESCHERMING VAN DE DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN 18
82. Algemeen regime 18
83. Informatie voor de Klanten 18
HOOFDSTUK III: DIENSTEN VERBONDEN AAN REKENINGEN 18
DEEL 1 – VERRICHTINGEN OP REKENING 18
84. Soorten verrichtingen 18
85. Geweigerde verrichtingen 18
86. Ontvangstbewijs 18
DEEL 2 – BETALINGSORDERS 18
Vorm van de orders 18
87. Papier en elektronische kanalen 18
Uitvoering van de orders 18
88. Orders die elektronisch, telefonisch of per fax worden gegeven 18
89. Onvoldoende provisie, niet-beschikbaarheid 18
90. Schadevergoeding 19
91. Xxxxxxxxx of herroeping van de orders 19
92. Conversie begunstigde rekening 19
93. Order ten gunste van onbestaande rekeningen 19
DEEL 3 – INTERNATIONALE VERRICHTINGEN 19
Uitvoering van verrichtingen met het buitenland 19
94. Identificatie van de begunstigde 19
95. Kosten 19
96. Uitvoeringswijze of weigering van bepaalde orders 19
97. Boeking van de orders ten gunste van een Klant 19
DEEL 4 – HANDELSPAPIER 19
Incasso van handelspapier 19
98. Credit na incasso – Credit onder voorbehoud 19
99. Niet betaald handelspapier 19
Bijzondere bepalingen betreffende incassoverrichtingen met het buitenland 20
100. Eenvormige incassoregels 20
101. Risico’s 20
Specifieke bepalingen voor handelspapier, met uitzondering van de cheque 20
102. Algemeen 20
103. Vermelding van een rekeningnummer 20
104. Recht op het terugkrijgen van het effect 20
105. Echtheid 20
106. Domiciliëring 20
107. Provisie 20
Bijzondere bepalingen aangaande cheques 20
108. Beschikbaarstelling van de dienstverlening inzake cheques 20
109. Verlies, diefstal of wederrechtelijk gebruik 20
110. Xxxxxxxxxx en verzet 20
111. Weigering van betaling 20
112. Cheques zonder provisie 20
DEEL 5 – DOCUMENTAIRE KREDIETEN EN DOCUMENTAIRE INCASSO'S 20
113. Regels inzake documentaire kredieten 20
114. Opeisbaarheid van de schuldvordering 20
115. Xxxxx van de correspondent 21
116. Kosten en provisielonen 21
117. Schade aan de goederen 21
118. Regels inzake “incoterms” 21
Documentaire incasso's 21
119. Algemeen 21
120. Rol en plichten van de Bank 21
DEEL 6 – DEBET- EN KREDIETKAARTEN 21
DEEL 7 – MULTIDEVIEZENDIENSTEN 21
121. Algemeen 21
122. Reglementering inzake vreemde munten 21
123. Interest 21
124. Koersen 21
125. Kosten 21
126. Rekeningafschriften 21
127. Afsluiten van compartimenten 21
128. Opzegging van de multideviezendienst 21
129. Opdrachten in munten waarvoor er geen compartiment bestaat 21
130. Beschikbaar saldo 22
DEEL 8 – Overschrijding 22
131. Overschrijding op zichtrekening 22
HOOFDSTUK IV: TRANSACTIES IN FINANCIËLE INSTRUMENTEN 22
DEEL 1 – Klantenclassificatie 22
132. Categorieën van beleggersklanten 22
DEEL 2 – Gedragsregels 22
133. Beleid van optimale uitvoering voor transacties in financiële instrumenten 22
134. Beleggingsadvies – uitvoering van orders van de Klant 23
135. Infoverstrekking 23
DEEL 3 – TRANSACTIE IN EEN FINANCIEEL INSTRUMENT 23
136. Definities 23
137. Kanalen voor het plaatsen van verrichtingen 23
138. Minimumvermeldingen die in de order moeten worden opgenomen 23
139. Uitvoering van de transacties 24
140. Tussenkomst van derde instellingen 24
141. Provisie 24
142. Uiterste datum voor het plaatsen van een order 24
143. Limietenorders 24
144. Aanvaarde en geweigerde orders 24
145. Geldigheidsduur van een order 25
146. Wijziging van de orders 25
147. Annulatie van orders 25
148. Gedeeltelijke uitvoering van een order 25
149. Portefeuilleopvolging 25
150. Overlijden van de opdrachtgever 25
151. Kosten van verrichtingen met financiële instrumenten 25
152. Kosten verbonden aan de transfer van financiële instrumenten of aan het gebrek aan levering van financiële instrumenten 25
153. Vereffening van orders 25
154. Credit onder voorbehoud of credit na incasso 26
155. Materiële levering 26
HOOFDSTUK V: BELANGENCONFLICTEN 26
Belfius Bank NV • Maatschappelijke zetel: Xxxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxx • Tel.: 00 000 00 00 – xxx.xxxxxxx.xx •
SDOP3890-2
RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 • Verzekeringsagent FSMA 019649 A • BIC: XXXXXXXX – IBAN: XX00 0000 0000 0000 – Rekeningnummer 000-0000000-00