Algemene Voorwaarden bij de Onderwijsovereenkomst VAVO Summa College
Algemene Voorwaarden bij de Onderwijsovereenkomst VAVO Summa College
DATUM INWERKINGTREDING: oktober 2018
Artikel 1 Begrippen
1. VAVO: Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1 Wet Educatie en Beroepsonderwijs (“WEB”).
2. Student: de persoon die is ingeschreven bij de Instelling dan wel in het kader van het ‘Besluit Samen- werking VO-BVE’ d.d. 1 december 2005 door een school voor Voortgezet Onderwijs (“VO-school”) aan de instelling is uitbesteed, voor het volgen van een opleiding of een onderdeel daarvan.
3. School: Het Ster College, die als organisatorische eenheid binnen het Summa College de Opleidingen VAVO en overige Opleidingen educatie verzorgt.
4. Instelling: Summa College, gevestigd te Eindhoven. Summa College is een onderwijsinstelling die in stand wordt gehouden door de rechtspersoon Stichting ROC Summa College, waarop onder meer de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (“WEB”) en de Les- en Cursusgeldwet 2000 van toepassing zijn.
5. Opleiding: het vak of de vakken waarvoor de student een certificaat, certificaten dan wel diploma wil behalen in het kader van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (“VMBO”), het hoger algemeen voortgezet Onderwijs (“HAVO”) of het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (“VWO”) als bedoeld in respectievelijk de artikelen 21, 8 en 7 van de Wet op het voortgezet onderwijs (“WVO”)
6. Opleidingsblad: het deel van de onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3 van de WEB waarop wordt aangegeven: de naam van de opleiding (te weten VMBO, HAVO of VWO), het voltijdse of deeltijdse karakter van de opleiding, de startdatum van de Opleiding en de voorgenomen einddatum van de Opleiding.
7. Examendeelnemer: de persoon die is ingeschreven bij de Instelling dan wel in het kader van het ‘Besluit Samenwerking VO-BVE’ d.d. 1 december 2005 door een school voor Voortgezet Onderwijs (“VO-school”) aan de instelling is uitbesteed, voor uitsluitend het gebruik van de examenvoorzieningen.
8. Examenblad: Het deel van de Examenovereenkomst waarop wordt aangegeven: de naam van de Opleiding (te weten VMBO, HAVO of VWO en de datum vanaf wanneer de Examendeelnemer gebruik kan maken van de examenvoorzieningen.
Artikel 2 Aard van deze overeenkomst
1. Deze algemene voorwaarden vormen samen met het Opleidingsblad de onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3 van de WEB ("overeenkomst"). In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen.
2. De opleidingsgegevens zoals vermeld op het Opleidingsblad kunnen gedurende de Opleiding met wederzijdse instemming van partijen worden gewijzigd en/of aangevuld, zonder dat het gewijzigde en/of aangevulde Opleidingsblad opnieuw ondertekend hoeft te worden.
3. De Student en de Instelling kunnen beiden het initiatief nemen voor de totstandkoming van wijziging(en) en/of aanvulling(en) van de opleidingsgegevens, maar wijziging(en) en/of aanvulling(en) op het Opleidingsblad kunnen door de Instelling alleen op verzoek van of met instemming van de Student daadwerkelijk worden doorgevoerd. De Instelling kan de Student hierin altijd actief adviseren.
4. Bij door de Instelling doorgevoerde wijziging(en) en/of aanvulling(en) van de opleidingsgegevens gedurende de looptijd van de Opleiding, wordt het Opleidingsblad vervangen door een nieuw Opleidingsblad met daarop alle actuele opleidingsgegevens inclusief de wijziging(en) en/of aanvulling(en). De Instelling informeert de Student en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) schriftelijk dan wel digitaal over het nieuwe Opleidingsblad.
5. Als de Student en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) niet akkoord gaat (gaan) met de inhoud van het nieuwe Opleidingsblad bijvoorbeeld omdat de aangepaste opleidingsgegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet hij/zij dit binnen tien schooldagen schriftelijk dan wel digitaal aan de school doorgeven. De opleidingsgegevens worden in dergelijk geval gecorrigeerd en gecommuniceerd zoals beschreven in het voorgaande lid 4. Als de Student niet binnen de afgesproken termijn reageert, vervangt het nieuwe Opleidingsblad het vorige Opleidingsblad en wordt daarmee een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst.
6. De Instelling bewaart het Opleidingsblad en alle voorgaande Opleidingsbladen van deze overeenkomst in het dossier van de Student. De Student en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s), heeft (hebben) altijd recht op inzage in alle Opleidingsbladen.
7. Als de Student wordt uitgeschreven als Student en aansluitend bij de Instelling wordt ingeschreven als Examendeelnemer, wordt het Opleidingsblad vervangen door een Examenblad met bijbehorende algemene voorwaarden die te samen de Examenovereenkomst vormen, zonder dat het Examenblad hoeft te worden ondertekend, tenzij de Student en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)
/wettelijke vertegenwoordiger(s) binnen 10 schooldagen nadat de Instelling hen schriftelijk dan wel digitaal hierover heeft geïnformeerd, schriftelijk dan wel digitaal aan de School doorgeeft niet akkoord te gaan met de inhoud van het Examenblad en of bijbehorende algemene voorwaarden die te samen de Examenovereenkomst vormen.
8. De studentenraad van de Instelling heeft ingestemd met de model-onderwijsovereenkomst, bestaande uit het Opleidingsblad en de algemene voorwaarden. De van toepassing zijnde algemene voorwaarden zijn gepubliceerd op xxx.xxxxxxxxxxx.xx
9. De Instelling is na instemming van de Studentenraad bevoegd wijzigingen in deze algemene voorwaarden aan te brengen. Deze wijzigingen treden in werking op het aangekondigd tijdstip van in werking treden tenzij de Student zich hier binnen veertien dagen schriftelijk tegen heeft verzet. De Instelling zal de gewijzigde voorwaarden tijdig aan de Student kenbaar maken.
Artikel 3 Inhoud en inrichting van de onderwijs- en examenvoorzieningen
1. De Instelling is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen om de overeengekomen Opleiding of onderdelen daarvan zo efficiënt mogelijk te verzorgen.
2. De inhoud en inrichting van de Opleiding zijn door de Instelling voor wat betreft de examinering in een examenreglement vastgelegd. De School stelt de Student in de gelegenheid om tijdig voor aanvang van het studiejaar kennis te nemen van het Examenreglement.
3. In aanvulling op deze overeenkomst en het bijbehorende examenreglement kunnen door de Instelling en de Student schriftelijk nadere afspraken worden vastgelegd betreffende aanvullende ondersteunende activiteiten, eerder verworven competenties, vrijstellingen en andere op de Opleiding betrekking hebbende aangelegenheden. De betreffende schriftelijke afspraken maken onderdeel uit van deze overeenkomst.
Artikel 4 Tijdvakken en locaties
1. De Instelling maakt aan het begin van het schooljaar het rooster en de plaats waar het onderwijs wordt verzorgd kenbaar aan de Student.
2. De Student is verplicht het onderwijs volgens het voor hem/haar geldende rooster te volgen.
3. De Instelling heeft het recht de locatie of het rooster om organisatorische of onderwijsinhoudelijke redenen te wijzigen.
Artikel 5 Studie- en beroepskeuzevoorlichting, studiebegeleiding en -advisering
1. Studie- en beroepskeuzevoorlichting door de school vindt plaats op verzoek van de Student.
2. Op verzoek van de Student of bij onvoldoende voortgang in het studieverloop, zorgt de school voor een passende en op de Student gerichte studiebegeleiding en regelmatige advisering over voortzetting van de studie binnen of buiten de Opleiding.
3. Het door de Student tot tweemaal toe niet opvolgen van een schriftelijk vastgelegd studieadvies en het uitblijven van nadere afspraken tussen de Student en de school over de voortzetting van de studie, kunnen de Instelling noodzaken om een bindend studieadvies te verstrekken conform de Regeling bindend studieadvies van de Instelling.
Artikel 6 Financiële verplichtingen
1. De bij de Instelling ingeschreven Student voldoet aan zijn verplichtingen ingevolge de Les- en cursusgeldwet. Het lesgeld wordt geïnd door DUO. Het cursusgeld wordt geïnd door Summa College. De betaling van het cursusgeld moet uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur plaats hebben gevonden.
2. De Instelling verricht geen terugbetaling in andere gevallen dan bedoeld in artikel 14, tweede lid onder a tot en met d, van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet.
Artikel 7 Inspanningsverplichting, Studentenstatuut, Verzuim en Gedragingen
1. De Student is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen en heeft een eigen verantwoordelijkheid om de Opleiding binnen de voorgenomen onderwijsperiode met succes af te ronden. In het bijzonder verplicht de Student zich om, behoudens overmacht, actief deel te nemen aan de aangeboden opleidingsactiviteiten en examenvoorzieningen, de nader overeengekomen ondersteunende activiteiten en de aangeboden studiebegeleiding.
2. Voor de Student geldt het Studentenstatuut van de Instelling, houdende regels over leef- en werkomgeving alsmede de regels over het gedrag, het onderwijs waaronder het verzuimprotocol en de procedures inzake schorsing en verwijdering van de Student.
3. In het Verzuimprotocol is onder meer vastgelegd wat een Student moet doen bij ziekte en (voorgenomen) afwezigheid van onderwijsactiviteiten.
Artikel 8 Uitbesteding van Onderwijs
1. Met de student, die in het kader van het ‘Besluit Samenwerking VO-BVE’ door een VO-school aan de Instelling is uitbesteed voor het volgen van een opleiding of een onderdeel daarvan, wordt een Overeenkomst Uitbesteding van Onderwijs (“Uitbestedingsovereenkomst”) afgesloten. De Uitbestedingsovereenkomst wordt ondertekend door de Student en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s), het bevoegd gezag van de uitzendende VO-school en het bevoegd gezag van de ontvangende School van de Instelling.
2. De Student verplicht zich te houden aan de bepalingen van de Uitbestedingsovereenkomst. In geval van toerekenbare niet nakoming door de Student, kan de student door de Instelling aansprakelijk worden gesteld tot maximaal het met de VO-school in de Uitbestedingsovereenkomst overeengekomen bedrag terzake overdracht van rijksmiddelen als bedoeld in artikel 99 lid 8 van de Wet op het Voorgezet Onderwijs.
Artikel 9 Passende zorgplicht Instelling
1. De Instelling heeft op grond de Wet gelijke behandeling handicap en chronische ziekte een zorgplicht om voor iedere Student met een beperking doeltreffende aanpassingen van de onderwijsvoorzieningen te realiseren. Voorts is de Instelling verantwoordelijk voor een passend aanbod van zorg en begeleiding voor de Student met een extra ondersteuningsbehoefte.
2. Voor elke Student met een extra ondersteuningsbehoefte wordt vastgesteld welke ondersteuning nodig is en of deze ondersteuning door de Instelling geboden kan worden. Alsdan wordt een individueel handelings-en ondersteuningsplan opgesteld.
3. De Instelling maakt via publicaties op xxx.xxxxxxxxxxx.xx inzichtelijk welke basisvoorzieningen in de school aanwezig zijn, wat het extra ondersteuningsaanbod van scholen is, en hoe dit georganiseerd wordt.
Artikel 10 Aansprakelijkheid van de Instelling
1. De Instelling is niet aansprakelijk voor gevolgschade, indien de Opleiding door de Student tussentijds wordt onderbroken of deze overeenkomst door de Instelling wordt beëindigd wegens toerekenbare niet (behoorlijke) nakoming door de Student.
2. Behoudens in geval van opzet of grove schuld en onverlet wettelijke aansprakelijkheid, is de Instelling niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering en of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de Student.
3. De aansprakelijkheid van de Instelling voor schade wegens het toerekenbaar niet of niet behoorlijk nakomen van deze overeenkomst is beperkt tot een bedrag, dat gelijk is aan het bedrag dat overeenkomt met het wettelijk les- of cursusgeld van het betreffende studiejaar, dan wel een evenredig deel daarvan als de Opleiding eerder wordt beëindigd.
4. De instelling kan zich van zijn aansprakelijkheid kwijten door de opleiding op voldoende niveau te laten uitvoeren onder verantwoordelijkheid van een andere bevoegde en van overheidswege erkende instelling.
Artikel 11 Definitieve verwijdering student van de Opleiding
1. De overeenkomst kan door of namens de Instelling worden beëindigd conform het Studentenstatuut, indien de Student:
a. de voorschriften van de Opleiding overtreedt nadat hij reeds schriftelijk is gewaarschuwd en is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn handelen of nalaten, of;
b. zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag.
Artikel 12 Duur en einde Onderwijsovereenkomst
1. Deze overeenkomst treedt na ondertekening van het Opleidingsblad in werking en wordt aangegaan voor de overeengekomen duur van de Opleiding zoals vermeld op het Opleidingsblad.
2. Naast een beëindiging als bedoeld in artikel 11, eindigt deze overeenkomst tussentijds en daarmee indien van toepassing de inschrijving van de Student, zonder dat ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist:
a. door een overstap naar een andere Opleiding;
b. zodra de Student een diploma respectievelijk certificaat verwerft voor de Opleiding respectievelijk het deel van de Opleiding waarop deze overeenkomst betrekking heeft;
c. met wederzijds goedvinden van de Student en de Instelling;
d. in geval van een negatief bindend studieadvies als bedoeld in artikel 5 lid 3;
e. indien de Student er niet in is geslaagd binnen de vastgestelde examengelegenheden het examen te behalen;
f. indien niet wordt voldaan aan de financiële verplichting als bedoeld in artikel 6;
g. in geval de Student zich niet houdt aan de bepalingen van de Uitbestedingsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.
h. bij een voortijdig verlaten door de Student waarbij de Student niet (voldoende) reageert op een herhaalde schriftelijke oproep van de Instelling tot voortzetting van de Opleiding;
i. in het geval de Instelling door aantoonbare overmacht niet langer in staat is de Opleiding aan te bieden, waarbij de Instelling zich aanwijsbaar inspant om het voor de Student mogelijk te maken op een andere wijze de Opleiding af te maken;
j. met onmiddellijke ingang als blijkt dat de Student, die niet de Nederlandse nationaliteit bezit, volgens de wet niet ingeschreven had mogen worden als Student;
x. door het overlijden van de Student.
3. Indien de Student de Opleiding niet binnen de overeengekomen duur van de Opleiding met succes blijkt te (hebben) kunnen afronden, kunnen de Student en de Instelling in overleg besluiten tot verlenging van de Onderwijsovereenkomst middels uitgifte van een nieuw Opleidingsblad. Nadere afspraken daartoe worden schriftelijk vastgelegd in een addendum bij de overeenkomst als bedoeld in artikel 3 lid 3.
Artikel 13 Slotbepaling
1. In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist de Instelling na de Student gehoord te hebben.
2. De Student en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) verklaart (verklaren) kennis te hebben genomen van en in te stemmen met deze algemene voorwaarden, die deel uitmaken van de overeenkomst, alsmede kennis te nemen van en zich te houden aan alle van toepassing zijnde regelingen, reglementen en protocollen.
3. Indien een Student meent dat deze overeenkomst onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast kan de Student zijn geschil of klacht voorleggen aan de Instelling.
4. De Klachtenregelingen, het Studentenstatuut, de Regeling Bindend Studieadvies , het reglement en Gedragscode gebruik ICT middelen en het Privacyreglement worden vastgesteld door de Instelling en zijn in te zien op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx Het verzuimprotocol en de van toepassing zijnde Examenreglement zijn in te zien op xxx.xxxxxxxxxxx.xx
5. De Student stemt ermee in dat de Instelling de rechten en plichten van de Student ten opzichte van de Instelling overdraagt aan een rechtsopvolger, indien deze bevoegd en van overheidswege erkend is om de overeengekomen Opleiding uit te voeren.
6. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
***
Algemene Voorwaarden bij de Examenovereenkomst VAVO Summa College
DATUM INWERKINGTREDING: oktober 2018
Artikel 1 Begrippen
1. VAVO: Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1 Wet Educatie en Beroepsonderwijs (“WEB”).
2. Examendeelnemer: de persoon die is ingeschreven bij het Summa College dan wel in het kader van het ‘Besluit Samenwerking VO-BVE’ d.d. 1 december 2005 door een school voor Voortgezet Onderwijs (“VO-school”) aan de instelling is uitbesteed, voor uitsluitend het gebruik van de examenvoorzieningen.
3. School: Het Ster College, die als organisatorische eenheid binnen het Summa College de Opleidingen en examinering van het VAVO verzorgt.
4. Instelling: Summa College, gevestigd te Eindhoven. Summa College is een onderwijsinstelling die in stand wordt gehouden door de rechtspersoon Stichting ROC Summa College, waarop onder meer de Wet Educatie en Beroepsonderwijs ("WEB") en de Les- en Cursusgeldwet 2000 van toepassing zijn.
5. Examenblad: Het deel van de Examenovereenkomst waarop wordt aangegeven: de naam van de Opleiding (te weten VMBO, HAVO of VWO) en de datum vanaf wanneer de Examendeelnemer gebruik kan maken van de examenvoorzieningen.
6. Opleidingsblad: het deel van de onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3 van de WEB waarop wordt aangegeven: de naam van de opleiding (te weten VMBO, HAVO of VWO), het voltijdse of deeltijdse karakter van de opleiding, de startdatum van de Opleiding en de voorgenomen einddatum van de Opleiding.
Artikel 2 Aard van deze overeenkomst
1. Deze algemene voorwaarden vormen samen met het Examenblad de Examenovereenkomst (als bedoeld in artikel 8.1.3 van de WEB "overeenkomst"). In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen.
2. De Examenovereenkomst treedt in werking na ondertekening van het eerste Examenblad of door accordering van deze overeenkomst door de Examendeelnemer en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s). Van accordering is sprake als binnen de reactietermijn van
10 schooldagen geen bezwaar is gemaakt tegen het door de Instelling vervangen van het Opleidingsblad door het Examenblad inclusief bijbehorende algemene voorwaarden (zie artikel 2 lid 7 van de algemene voorwaarden bij de Onderwijsovereenkomst VAVO van de Instelling).
3. De gegevens zoals vermeld op het Examenblad kunnen gedurende de looptijd van de Examenovereenkomst met wederzijdse instemming van partijen worden gewijzigd en/of aangevuld, zonder dat het gewijzigde en/of aangevulde Examenblad opnieuw ondertekend hoeft te worden.
4. De Examendeelnemer en de Instelling kunnen beiden het initiatief nemen voor de totstandkoming van wijziging(en) en/of aanvulling(en) van de gegevens op het Examenblad, maar wijziging(en) en/of aanvulling(en) op het Examenblad kunnen door de Instelling alleen op verzoek van of met instemming van de Examendeelnemer daadwerkelijk worden doorgevoerd. De Instelling kan de Examendeelnemer hierin altijd actief adviseren.
5. Bij door de Instelling doorgevoerde wijziging(en) en/of aanvulling(en) van de gegevens op het Examenblad, wordt het Examenblad vervangen door een nieuw Examenblad met daarop alle actuele gegevens inclusief de wijziging(en) en/of aanvulling(en). De Instelling informeert de Examendeelnemer en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) schriftelijk dan wel digitaal over het nieuwe Examenblad.
6. Als de Examendeelnemer en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) niet akkoord gaat (gaan) met de inhoud van het nieuwe Examenblad bijvoorbeeld omdat de aangepaste gegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet hij/zij dit binnen tien schooldagen schriftelijk dan wel digitaal aan de school doorgeven. De gegevens op het Examenblad worden in dergelijk geval gecorrigeerd en gecommuniceerd zoals beschreven in het voorgaande lid 5. Als de Examendeelnemer niet binnen de afgesproken termijn reageert, vervangt het nieuwe Examenblad het vorige Examenblad en wordt daarmee een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst.
7. De Instelling bewaart het Examenblad en alle voorgaande Examenbladen van deze overeenkomst in het dossier van de Examendeelnemer. De Examendeelnemer en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s), heeft (hebben) altijd recht op inzage in alle Examenbladen.
8. De studentenraad van de Instelling heeft ingestemd met de model-examenovereenkomst, bestaande uit het Examenblad en de algemene voorwaarden. De van toepassing zijnde algemene voorwaarden zijn gepubliceerd op xxx.xxxxxxxxxxx.xx.
9. De Instelling is na instemming van de Studentenraad bevoegd wijzigingen in deze algemene voorwaarden aan te brengen. Deze wijzigingen treden in werking op het aangekondigd tijdstip van in werking treden tenzij de Examendeelnemer zich hier binnen veertien dagen schriftelijk tegen heeft verzet. De Instelling zal de gewijzigde voorwaarden tijdig aan de Examendeelnemer kenbaar maken.
Artikel 3 Inhoud en inrichting van de examenvoorzieningen
1. De Instelling is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen om de overeengekomen examenvoorzieningen zo efficiënt mogelijk te verzorgen. De inhoud en inrichting van de examenvoorzieningen zijn door de instelling vastgelegd in het Examenreglement. De School stelt de Examendeelnemer in de gelegenheid om tijdig voor aanvang van diens examinering kennis te nemen van het Examenreglement.
2. In aanvulling op de Examenovereenkomst en de bijbehorende Examenreglement kunnen door de Instelling en de Examendeelnemer schriftelijk nadere afspraken worden vastgelegd betreffende eerder verworven competenties, vrijstellingen en andere op de examenvoorziening betrekking hebbende aangelegenheden. De betreffende schriftelijke afspraken maken onderdeel uit van deze overeenkomst.
Artikel 4 Tijdvakken en locaties
1. De Instelling biedt de examenvoorzieningen aan in tijdvakken, zoals vermeld in het Examenreglement.
2. De Instelling biedt de examenvoorzieningen aan op een vooraf aan de examendeelnemer bekendgemaakte locatie van de instelling, tenzij het specifieke onderdelen betreft die buiten de instelling zullen plaatsvinden.
Artikel 5 Deelnameverplichting van de Examendeelnemer
1. De Examendeelnemer is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen en heeft een eigen verantwoordelijkheid om het examen binnen de overeengekomen termijn met succes af te ronden. De Examendeelnemer verplicht zich het examen en de toetsen voor de onderdelen van het examen af te leggen. Aan- en afwezigheid van de Examendeelnemer wordt door de School geregistreerd.
2. Voor de Examendeelnemer geldt het studentenstatuut van de Instelling, hieronder begrepen het verzuimprotocol. In het Verzuimprotocol is onder meer vastgelegd wat de Examendeelnemer moet doen bij ziekte en (voorgenomen) afwezigheid van Examenactiviteiten.
Artikel 6 Betalingsverplichting van de Examendeelnemer
1. De Examendeelnemer verplicht zich om het verschuldigde examengeld voor aanvang van het gebruik van de examenvoorziening te hebben voldaan dan wel de betaling te hebben geregeld. Diplomering kan slechts plaatsvinden nadat ook het verschuldigde examengeld daadwerkelijk door de Instelling is ontvangen.
2. Indien de Examendeelnemer het examengeld niet zelf voldoet, wordt pas overgegaan tot inschrijving nadat de Examendeelnemer schriftelijk heeft verklaard ermee in te stemmen dat een in die verklaring vermelde derde, namens de Examendeelnemer het examengeld voldoet.
3. Er is geen examengeld verschuldigd voor examengelegenheden waarop de Examendeelnemer nog recht had vanuit een voorafgaande onderwijsovereenkomst met de Instelling. In dit geval zijn voorgaande leden 1 en 2 niet van toepassing.
Artikel 7 Passende zorgplicht Instelling
1. De Instelling heeft op grond de Wet gelijke behandeling handicap en chronische ziekte een zorgplicht om voor iedere Examendeelnemer met een beperking de wijze van examinering aan te passen aan de beperking van de Examendeelnemer, voor zover de aanpassingen geen onevenredige belasting vormen voor de Instelling en niet leiden tot verlaging van het niveau van het Examen.
2. Een aanvraag voor aangepaste examinering dient door een Examendeelnemer te worden gedaan conform het daartoe bepaalde in het Examenreglement van de Instelling.
Artikel 8 Aansprakelijkheid van de instelling
1. De instelling is niet aansprakelijk voor gevolgschade, indien het gebruik van de examenvoorzieningen door de Examendeelnemer tussentijds wordt onderbroken of de Examenovereenkomst door de instelling wordt beëindigd wegens toerekenbare niet (behoorlijke) nakoming door de Examendeelnemer.
2. Behoudens in geval van opzet of grove schuld en onverlet wettelijke aansprakelijkheid, is de Instelling niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering en of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de Examendeelnemer.
3. De aansprakelijkheid van de Instelling voor schade wegens het toerekenbaar niet (behoorlijk) nakomen van de examenovereenkomst is beperkt tot een bedrag, dat gelijk is aan het bedrag dat de Examendeelnemer ter uitvoering van deze overeenkomst is verschuldigd aan de Instelling.
4. De Instelling kan zich van zijn aansprakelijkheid kwijten door de examenvoorzieningen op voldoende niveau te laten aanbieden onder verantwoordelijkheid van een andere bevoegde en van overheidswege erkende instelling.
Artikel 9 Eindigen en beëindigen van de Examenovereenkomst
1. De Examenovereenkomst eindigt:
a. na het verstrijken van de periode waarvoor de overeenkomst is aangegaan;
b. met onmiddellijke ingang als blijkt dat een Examendeelnemer, die niet de Nederlandse nationaliteit bezit, volgens de wet niet ingeschreven had mogen worden als Examendeelnemer;
c. zodra de Examendeelnemer een diploma respectievelijk een bewijsstuk van behaalde examenonderdelen verwerft, waarop deze overeenkomst betrekking heeft;
d. indien de Examendeelnemer er niet in is geslaagd om binnen de vastgestelde examengelegenheden het examen te behalen;
e. met wederzijds goedvinden van de Examendeelnemer en de Instelling;
f. door overlijden van de Examendeelnemer.
2. De Instelling beëindigt de overeenkomst door opzegging, zonder dat ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist, indien de Examendeelnemer deze overeenkomst toerekenbaar niet of niet behoorlijk nakomt; daaronder wordt in ieder geval begrepen:
a. verwijdering van de Examendeelnemer volgens de bepalingen in het studentenstatuut;
b. het niet voldoen aan wettelijke verplichtingen m.b.t. deze overeenkomst.
Artikel 10 Slotbepaling
1. In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist de Instelling na de Examendeelnemer gehoord te hebben.
2. De Examendeelnemer en bij diens minderjarigheid zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) verklaart (verklaren) kennis te hebben genomen van en in te stemmen met deze algemene voorwaarden, die deel uitmaken van de overeenkomst, alsmede kennis te nemen van en zich te houden aan alle van toepassing zijnde regelingen, reglementen en protocollen.
3. Indien een Examendeelnemer meent dat deze overeenkomst onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast kan de Examendeelnemer zijn geschil of klacht voorleggen aan de Instelling.
4. Indien de Examendeelnemer meent dat het Examenreglement onjuist of onzorgvuldig is toegepast kan de Examendeelnemer een klacht indienen conform de klachtenregeling van het Summa College: zie xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
5. De Klachtenregelingen, het Studentenstatuut, de Regeling Bindend Studieadvies, het reglement en Gedragscode gebruik ICT middelen en het Privacyreglement worden vastgesteld door de Instelling en zijn in te zien op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. Het verzuimprotocol en de van toepassing zijnde Examenreglement zijn zowel vóór als na totstandkoming van de Examenovereenkomst voor de Examendeelnemer in te zien op xxx.xxxxxxxxxxx.xx.
6. De Examendeelnemer stemt ermee in dat de Instelling de rechten en plichten van de Examendeelnemer ten opzichte van de Instelling overdraagt aan een rechtsopvolger, indien deze bevoegd en van overheidswege erkend is om het overeengekomen Examen uit te voeren.
7. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
***