Inleiding tot het economische recht
Inleiding tot het economische recht
Contactpersoon: xxxxx.xxxxxxxxx@xxx.xxxxxxxx.xx woensdag 10/10/2012
Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW)
- toestemming
- handelingsbekwaamheid
- bepaald voorwerp
- geoorloofde oorzaak
= buiten bij afwijkingen, ook voor rechtshandelingen
Overeenkomst eindigt niet bij overlijden
Voorbeeld:
- huurder of verhuurder sterft, overeenkomst blijft duren (Art. 1122 BW)
Overeenkomst geldt voor:
- Partij: de personen die de overeenkomst afsloten
- Rechtsopvolger: de personen die de rechten overnemen v/e partij (bv. bij sterfgeval)
- Derde: de rest v/d wereld
Soms ook: contracten verbonden aan de persoon
Voorbeeld:
- Werkovereenkomst (geen rechtsopvolger)
Geldigheidsvereisten voor rechtshandelingen
1. Een geldige wil
= om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten
Mogelijke manieren om wil te uiten:
- via Facebook
- per mail
- op een bierviltje
- mondeling
MAAR: ook de interpretatie tot wil (stilzwijgen) kan gebruikt worden
Voorbeeld:
Een persoon woont bij iemand anders, die persoon betaalt elke maand een bepaald bedrag aan een ander persoon, die eigenaar is, maar de ene persoon niet echt weg wilt. Ondanks dat er geen huurovereenkomst is, laten beide personen uitschijnen de wil te hebben om geld te geven voor onderdak en de andere onderdak aan te bieden. Deze "interpretatie" volstaat als contract.
Volwaardige wil
= degene die zijn wil uit is in staat de gevolgen van zijn daden in te schatten
Geen volwaardige wil bij:
- aanwezigheid die wilsvorming belemmeren (geesteszieken)
- handelingsonbekwaamheid
- tijdelijke belemmeringen (dronkenschap)
! Men spreekt pas v/e wilsovereenkomst wanneer beide partijen hun wil tegenover elkaar hebben geuit
! Voor de meeste contracten zijn er geen voorwaarden
Voorbeelden:
- verkoop van huis
- overname bedrijf
- ...
Uitzondering: Plechtige contracten
= contracten met vooraf vastgelegde voorwaarden
Voorbeelden:
- huwelijk (mondeling huwen kan niet)
- scheiding
- schenking (overeenkomst om niets)
- hypotheek
Werkelijke wil > uitgedrukte wil
= werkelijke wil primeert op uitgedrukte wil
= je moet werkelijke wil kunnen aantonen (art. 1156 BW)
Voorbeeld:
Beide spreken prijs af van €200.00, maar op contract staat €20.000
Gevolg: ondertekenden moet niet €20.000 betalen, als hij kan aantonen dat de onderhandeling rond het bedrag van €200.00 gingen. Bewijs is wel verplicht.
Bewust valse uitgedrukte wil
= partijen zetten bewust iets anders in de uitgedrukte wil
= vorm van fraude
= vaak stellen ze tegenbrief op om de werkelijke bedoeling op papier te hebben
Redenen:
- belastingen ontduiken
- schuldeisers ontduiken
Wanneer men fraude kan aantonen, zijn beide partijen strafrechtelijk vervolgbaar
Wilsgebreken
= tasten de overeenkomst aan
= probleem bij tot stand komen van werkelijke wil
= worden gesanctioneerd door relatieve nietigverklaring
! enkel van toepassing bij totstandkomen, niet bij uitvoering
A. DWALING
= verkeerde voorstelling van kenbare zaken (Art. 1110 BW)
Enkel nietigverklaring wanneer:
- dwaling essentieel is: de dwalende zou overeenkomst niet hebben gesloten indien hij juiste voorstelling had gemaakt
- dwaling kenbaar was: de tegenpartij wist dat de dwalende belangen had aan de eigenschappen
- dwaling verschoonbaar was: de dwalende mag geen vergissing begaan van een normaal zorgvuldig persoon
Voorbeeld:
Iemand koopt auto voor caravan aan te hangen en heeft dit duidelijk gezegd. Auto bevat geen trekhaak, overeenkomst kan nietig verklaard worden. De dwalende had de auto nl. niet gekocht zonder trekhaak en had kenbaar gemaakt dat hij één nodig had voor de caravan.
Voorbeeld:
De aankoop van een schilderwerk. De koper vermeldt duidelijk dat hij denkt dat het om een Xxxxxxx gaat en betaalt dus veel te veel voor een kopie. Er zal een nietigverklaring zijn, behalve wanneer het schilderij duidelijk geen Xxxxxxx kon zijn - in dit geval ging de koper de fout te handelen zonder informatie (zorgvuldig) op te zoeken.
B. BEDROG
= een partij gebruikt kunstgrepen (materieel element) om tegenpartij bewust (moreel element) te doen dwalen en hierdoor zijn toestemming bekomt tot de overeenkomst
Enkel nietigverklaring wanneer:
- bedrog aan de basis ligt v/d dwaling: zonder het bedrog, was er geen overeenkomst
- bedrog moet uitgaan van tegenpartij
Voorbeeld:
- bewust achterhouden van essentiële informatie (verplichting tot spreken)
C. GEWELD
= indien men fysisch of morele dwang uitoefent t.o.v. degene die het contract aangaat, zijn echtgenote of bloedverwanten in rechte lijn, waardoor de overeenkomst tot stand komt. Art. 1112 - 1113 BW
! geweld moet niet uitgaan van tegenpartij, een derde telt ook of (nood)omstandigheden
! enkel geweld wanneer de druk ongeoorloofd is
! geweld moet doorslaggevend zijn geweest voor het aangaan van de overeenkomst
Voorbeeld:
Overeenkomst met iemand afsluiten door hem onder schot te houden
Voorbeeld:
Persoon onder schot houden en hem spullen laten geven aan een derde. Die derde zal verplicht zijn de spullen terug te geven, desondanks dat hij zelf niet het geweer heeft gericht op het slachtoffer.
D. BENADELING
= een partij heeft duidelijk minder baadt bij het contract dan de andere
= heel subjectief, amper controleerbaar, komt zeer zelden voor
2. Handelingsbekwaamheid
= Rechtshandeling moet gesteld worden door iemand die ertoe bekwaam is
= bekwaamheid om rechten ook effectief uit te oefenen (Art. 1123 BW)
Voorbeelden handelingsonbekwaamheid:
- personen jonger dan 18
- geesteszieken
- gehandicapten
- gerechtelijk onbekwaamverklaarden
- ...
Handelingsonbekwaam:
- hebben rechten en plichten
MAAR: kunnen deze niet zelfstandig uitvoeren
= vorm van bescherming
3. Het voorwerp
= hoofdbestanddeel v/e rechtshandeling
= concrete rechtsgevolg dat partijen beogen
= moet bestaan (Vb: appartement op plan moet er ook effectief ooit komen indien verkocht)
! Anderzijds is het wel toegelaten "toekomstige zaken" als "bestaand" te zien
= moet geoorloofd zijn (mag niet indruisen tegen openbare orde/goede zeden)
= moet in de handel zijn (Vb: verkoop van openbare goederen mag niet of persoonlijke vergunning) (Art. 1128 BW)
= moet bepaald of bepaalbaar zijn (termen van akte of algemeen gangbaar)
Voorbeeld:
een "wagen" verkopen mag niet wanneer men niet kan vaststellen over welke wagen het gaat (Art. 1129 BW)
- partijen kunnen die bepaling aan een derde overlaten (Art. 1591/1592 BW) (Art. 25 WAO)
= beslissing v/d derde is de bindende derdebeslissing
4. De oorzaak
= juridische beweegredenen die partijen ertoe bewogen om de rechtshandeling uit te voeren
! Elke rechtshandeling moet een oorzaak hebben
= de oorzaak moet bestaan
= de oorzaak moet geoorloofd zijn
(de motieven mogen niet strijden met openbare orde, goede zeden of dwingend recht)
! Bij het gebrek van één van bovenstaande zaken zal men overgaan tot relatieve nietigheid.
! Bij het indruisen tegen openbare orde of goede zeden tot absolute nietigheid
Nietigheid van rechtshandelingen
Nietigheid
= sanctie door de rechter voor overtreding van regels tot de totstandkoming v/e rechtshandeling
Voorbeelden:
- handelingsonbekwaam
- geen geldige wil
- geen voorwerp
- ongeoorloofd voorwerp
- ...
Nietigheid geldt voor toekomst en wat reeds in het verleden is gebeurd (stopzetten overeenkomst + teruggeven wat reeds is gegeven)
= restitutieverbintenissen (doel om te herstellen)
Doel van nietigheid
= men acht dat de rechtshandeling nooit heeft bestaan
Aard van overtreden regel bepaald soort nietigheid
Absolute nietigheid: betrekking tot regels die openbare orde/goede zeden overtreden
= alle belanghebbenden kunnen zich op de nietigheid beroepen
= moet ambtshalve door rechter worden ingeroepen
= kan altijd worden ingeroepen
= beschermen algemeen belang
= geen bekrachting (afstand v/h recht) mogelijk
= omvang kring van vorderingsgerechtigden is groter
Relatieve nietigheid: betrekking tot regels die regels van dwingend recht (private regels) overtreden
- verschil tussen overtreden regels dwingend recht en dwingend recht van openbare orde
= enkel inroepbaar door beschermde personen
= enkel inroepbaar bij het begin v/d totstandkoming
= kan niet ambtshalve door rechter worden ingeroepen
= bekrachting (afstand v/h recht) mogelijk
Voorbeeld:
Xxxxxxx heeft wettelijke periode recht op opzegperiode. Hij kan hier vooraf niet van afwijken, maar bij eventuele opzegging kan hij wel akkoord gaan met een korte periode HET IDEE: de huurder had in het begin recht op bescherming, maar op het einde heeft hij deze bescherming niet meer nodig
Indeling van rechtshandelingen
Twee grote groepen:
Eenzijdige rechtshandelingen
= rechtshandelingen die de wilsuiting van slechts één persoon vereisen
Voorbeelden:
- het uitschrijven v/e beloning
- het opmaken v/e testament (handgeschreven of via notaris)
- opzeggen van een overeenkomst
Meerzijdige rechtshandelingen
= wilsuiting van meerdere partijen (meer dan één)
Voorbeelden:
- alle overeenkomsten (huur, lastgeving, aanneming, arbeid, bijzondere, ...)