SOCIALE PENSIOEN- OVEREENKOMST V.A.P.Z.
SOCIALE PENSIOEN- OVEREENKOMST V.A.P.Z.
Reglement van het solidariteitsstelsel
1. DEFINITIES
2. VOORWERP VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT
2.1 Voorwerp van het Solidariteitsreglement 4
2.2 Inwerkingtreding 4
2.3 Grondslagen waarop het Solidariteitsreglement opgesteld is 4
2.4 Aansluiting 4
2.5 Aanduiding van de begunstigde(n) 4
3. SOLIDARITEITSBIJDRAGEN
3.1 Bedrag en modaliteiten 5
3.2 Kosten 5
4. SOLIDARITEITSPRESTATIES
4.1 Waarborgen 5
4.2 Voorwaarden waaronder de prestaties worden gewaarborgd 6
4.3 Betaling van de prestaties 7
5. VERPLICHTINGEN VAN HET SOLIDARITEITSORGANISME
5.1 Solidariteitsfonds 8
5.2 Financiering 9
5.3 Jaarverslag 9
6. KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT - TOEPASSELIJKE WETGEVING - MEDISCHE INFORMATIE
6.1 Kennisgevingen 9
6.2 Rechtsmacht – Toepasselijke wetgeving 9
6.3 Medische informatie 9
7. EINDE VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT EN DE VEREFFENINGSPROCEDURE VAN HET SOLIDARITEITSFONDS
7.1 Einde van het Solidariteitsreglement 10
7.2 Vereffeningsprocedure 10
1. DEFINITIES
Voor de toepassing van dit Solidariteitsreglement verstaat men onder:
Solidariteitsorganisme: Allianz Belgium NV
Aangeslotene: de persoon die de Pensioenovereenkomst Vrij Aanvullend Pensioen
voor Zelfstandigen (V.A.P.Z.), hierna genoemd Overeenkomst V.A.P.Z., aangaat en op wiens hoofd het risico wordt afgesloten overeenkomstig onderhavig Solidariteitsreglement.
Begunstigde: de persoon in wiens voordeel de solidariteitsprestaties zijn bedongen.
Bijdrage: het bedrag bepaald in de sociale pensioenovereenkomst, hetzij betaald door de aangeslotene, hetzij ontvangen in het kader van de sociale voordelen R.I.Z.I.V.
Bijdrage ‘ongeschiktheid’: het gedeelte van de bijdrage dat wordt toegewezen aan het gedeelte
van het contract dat betrekking heeft op de prestaties in geval van arbeidsongeschiktheid (die niet begrepen is in het solidariteitsstelsel).
Bijdrage ‘pensioen’: het gedeelte van de bijdrage dat wordt toegewezen aan het gedeelte
van het contract dat betrekking heeft op de prestaties pensioen en overlijden.
Bijdrage ‘solidariteit’: 10% van de bijdrage (en indien er een dekking ‘arbeidsongeschiktheids-
rente’ is 10% van de bijdrage die niet bestemd is voor deze dekking) bestemd voor het Solidariteitsorganisme.
Moederschapsrust: de vergoede rustperiode van maximaal 8 weken op het einde van de
zwangerschap waarbij er geen beroepsactiviteit is.
Ziekte: elke aantasting van de gezondheid van de aangeslotene, die niet door een ongeval veroorzaakt wordt en die objectieve symptomen vertoont vastgesteld door een arts die wettelijk gemachtigd is om de geneeskunde te beoefenen.
Ongeval: een plotselinge gebeurtenis die een aantasting van de lichamelijke integriteit van de aangeslotene veroorzaakt en waarvan de oorzaak of één van de oorzaken buiten het organisme van de aangeslotene ligt.
Ongeval van het privé-leven: een ongeval dat niet onder de wetgeving betreffende de
arbeidsongevallen valt of overkomen is op de weg van en naar het werk.
Fysiologische invaliditeit: een vermindering van de lichamelijke integriteit van de aangeslotene,
waarvan de graad door medische beslissing onder verwijzing naar het Officieel Belgisch Barema der Invaliditeiten en naar de desbetreffende Belgische rechtspraak wordt bepaald.
Economische invaliditeit: een vermindering van de arbeidsgeschiktheid van de aangeslotene ten
gevolge van een fysiologische invaliditeit. De graad ervan wordt bepaald rekening houdend met het beroep van de aangeslotene en met zijn mogelijkheden tot wederaanpassing in een beroepsactiviteit die strookt met zijn sociale status, zijn kennis en vaardigheid.
De economische invaliditeitsgraad wordt onafhankelijk van elk ander economisch criterium geraamd.
Eigenrisicotermijn met ‘afkoop’: periode tijdens dewelke een invaliditeit moet aanhouden opdat een
prestatie verschuldigd zou zijn door het solidariteitsorganisme en die een aanvang neemt hetzij op de datum waarop er een invaliditeit van 25% ontstaat, hetzij op de datum van verhoging van de graad van deze invaliditeit.
2. VOORWERP VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT
2.1 Voorwerp van het Solidariteitsreglement
Onderhavig Solidariteitsreglement is verbonden met de Overeenkomst Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (V.A.P.Z.) onderschreven tussen de aangeslotene en Allianz Belgium NV in uitvoering van artikel 46 § 2. van Programmawet (I) van 24 december 2002. Deze overeenkomst is bijgevoegd bij de hoofdverzekering waarvan de algemene voorwaarden en het Persoonlijk Certificaat toegevoegd zijn.
Onderhavig Solidariteitsreglement legt de rechten en verplichtingen van de aangeslotene en Allianz Belgium NV vast. De rechten en verplichtingen bepalen het Solidariteitsstelsel.
2.2 Inwerkingtreding
Het Solidariteitsreglement neemt aanvang op 1 januari volgend op de aanvangsdatum van de overeenkomst Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (V.A.P.Z.), hogerop genoemd of op 1 januari volgend op de vastgestelde datum van het aanhangsel waarbij het Solidariteitsstelsel onderschreven wordt.
2.3 Grondslagen waarop het Solidariteitsreglement opgesteld is.
Het Solidariteitsreglement volgt de beschikkingen van de overeenkomst Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (V.A.P.Z.) en is opgesteld op basis van de grondslagen vermeld onder 2.3 van de algemene voorwaarden.
2.4 Aansluiting
De aansluiting tot het Solidariteitsstelsel is slechts mogelijk voor artsen, tandartsen, apothekers of kinesisten die geconventioneerd zijn en aldus genieten van het sociaal statuut bepaald in uitvoering van artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
De aangeslotene verliest zijn recht op de aangeboden waarborgen in het Solidariteitsstelsel van zodra hij niet meer geniet van het sociaal statuut bepaald in uitvoering van artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Het solidariteitsorganisme kan de kandidaat-aangeslotene onderwerpen aan een medisch onderzoek. Echter de aansluiting bij het Solidariteitsstelsel is niet afhankelijk van het gunstige resultaat van dit onderzoek. Indien het medisch onderzoek ongunstig is, kunnen voor de waarborgen invaliditeit en overlijden, uitsluitingen met betrekking tot het verzwaarde risico of verminderde prestaties voorzien worden.
Dit is ook het geval, indien de kandidaat-aangeslotene het wenst, voor risicodekkingen die uitgesloten zijn in uitvoering van 4.2.3.
2.5 Aanduiding van de begunstigde(n)
2.5.1 Solidariteitsprestatie: Overlevingsrente
De begunstigden zijn diegene die aangeduid zijn in het Persoonlijk Certificaat (V.A.P.Z.).
Elke begunstigde kan de begunstiging van de Solidariteitsovereenkomst aanvaarden. Om de begunstiging tegen het Solidariteitsorganisme te kunnen laten gelden moet de aanvaarding van begunstiging geschieden:
• zolang de aangeslotene in leven is, door een bijvoegsel aan de Solidariteitsovereenkomst met de handtekeningen van de begunstigde, de aangeslotene en het Solidariteitsorganisme.
• na het overlijden van xx xxxxxxxxxxxx, door een geschrift betekend aan het Solidariteitsorganisme.
In geval van aanvaarding moet de aanduiding van een nieuwe begunstigde schriftelijk goedgekeurd worden door de begunstigde die reeds aanvaard had.
2.5.2 Andere Solidariteitsprestaties:
De begunstigde is de aangeslotene.
3. SOLIDARITEITSBIJDRAGEN
3.1 Bedrag en modaliteiten
De solidariteitsbijdragen bedragen 10% van de bijdragen ‘pensioen’ op jaarbasis gestort hetzij door de aangeslotene zelf hetzij door het Rijksinstituut voor Invaliditeit en Ziekteverzekering, bestemd voor de Overeenkomst Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen in het kader van de sociale voordelen in uitvoering van artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
3.2 Kosten
De beheerskosten bedragen 20% van de solidariteitsbijdrage.
4. SOLIDARITEITSPRESTATIES
4.1 Waarborgen
4.1.1 Overlevingsrente
Xxxxxxxx van een jaarlijkse overlevingsrente gedurende 10 jaar bij overlijden van de aangeslotene. Deze rente is in functie van de laatste bijdrage ‘pensioen’ op jaarbasis betaald aan het Solidariteitsorganisme, vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de leeftijd van de aangeslotene op het ogenblik van overlijden.
Indien deze leeftijd:
• lager is dan 30 jaar, is de factor 4
• lager dan 40 jaar en hoger of gelijk aan 30 jaar is, is de factor 3
• lager dan 50 jaar en hoger of gelijk aan 40 jaar is, is de factor 2
• hoger of gelijk aan 50 jaar is, is de factor 1.
De prestatie is slechts verschuldigd in geval van overlijden na een periode van 1 jaar die een aanvang neemt op de datum van inwerkingtreding van het Solidariteitsreglement, uitgezonderd bij overlijden van de aangeslotene tengevolge van een ongeval niet uitgesloten in uitvoering van 4.2.3.
4.1.2 Vrijstelling van premiebetaling bij moederschapsrust en bij invaliditeit van de aangeslotene
Betaling van een jaarlijks bedrag voor vrijstelling van de bijdrage van de Pensioenovereenkomst, is gelijk aan het verschil tussen:
• de betaalde bijdrage ‘pensioen’ door de aangeslotene of door het R.I.Z.I.V. aan het Solidariteitsorganisme gedurende het jaar vóór het ten laste nemen van de invaliditeit/moederschapsrust en
• de betaalde bijdrage ‘pensioen’ bij het ten laste nemen van de invaliditeit/moederschapsrust
• en dit proportioneel met de graad en de duurtijd van de invaliditeit van de aangeslotene.
De betaling neemt aanvang na een eigenrisicotermijn met ‘afkoop’ van 1 jaar (voor de prestatie moederschapsrust alleen het eerste verzekeringsjaar) en zal ten hoogste tot de 65ste verjaardag van de aangeslotene uitgevoerd worden.
4.1.3 Arbeidsongeschiktheidsrente
Betaling van een jaarlijkse rente voor een maximale duurtijd van 10 jaar bij blijvende en totale invaliditeit.
Het bedrag van deze rente is gelijk aan de laatste bijdrage ‘pensioen’ betaald door de aangeslotene of door het R.I.Z.I.V tijdens het jaar voorafgaand aan de aanvang van de invaliditeit, vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de leeftijd op het ogenblik van de eerste tenlasteneming van de invaliditeit.
Indien de leeftijd op het ogenblik van de aanvang van de blijvende en totale invaliditeit:
• lager is dan 30 jaar, is de factor 2
• lager dan 40 jaar en hoger of gelijk aan 30 jaar is, is de factor 1,5
• lager dan 50 jaar en hoger of gelijk aan 40 jaar is, is de factor 1
• hoger of gelijk aan 50 jaar is, is de factor 0,5.
De betaling van de rente begint pas na een eigenrisicotermijn met ‘afkoop’ van één jaar en zal ten laatste gestort worden tot de 65ste verjaardag van de verzekerde.
4.2 Voorwaarden waaronder de prestaties worden gewaarborgd
4.2.1 De overlevingsrente
Het overlijdensrisico is, ongeacht de oorzaak, gedekt over de hele wereld, onder voorbehoud van de bepalingen van 2.1.2.3 en 2.1.2.4 van de algemene voorwaarden.
4.2.2 Vrijstelling – Arbeidsongeschiktheidsrente
Het Solidariteitsreglement dekt de economische invaliditeit waardoor de aangeslotene getroffen wordt. De verwijzing naar de fysiologische invaliditeit dient enkel voor het bepalen van het bedrag van de uit te keren prestaties. Een invaliditeit van tenminste 67% wordt beschouwd als volledige invaliditeit. De invaliditeit is blijvend wanneer er door de artsen zo over beslist wordt overeenkomstig 4.3.2 en
• als de invaliditeit het gevolg is van een ongeval, na consolidatie van de gezondheidstoestand van de aangeslotene
• als de invaliditeit het gevolg is van een ziekte, na minstens 2 jaar volledige invaliditeit en na 3 jaar in geval van staat van krankzinnigheid.
De eventuele invaliditeit bij de inwerkingtreding van het Solidariteitsreglement of die voortvloeien uit een uitgesloten risico, komen niet in aanmerking voor het bepalen van de invaliditeitsgraad.
4.2.3 Overlevingsrente – Vrijstelling – Arbeidsongeschiktheidsrente
Zijn niet gedekt, noch de invaliditeit ten gevolge van een ziekte of van een ongeval, noch het overlijden ten gevolge van een ongeval:
1. voortvloeiend uit risico's die niet gedekt zijn krachtens 2.1.2.3 en 2.1.2.4 van de algemene voorwaarden
2. voortvloeiend uit een aandoening die niet kan worden gecontroleerd door medisch onderzoek of uit een psychische of mentale aandoening waarvan de diagnose niet berust op organische tekens
3. voortvloeiend uit een zelfmoord of poging daartoe, een opzettelijke daad van de aangeslotene, van de begunstigde of zijn rechthebbenden, uit weddenschappen, uitdagingen en alle kennelijk roekeloze daden behoudens bij redding van personen of van goederen
4. veroorzaakt door:
a. wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door wijziging van de structuur van de atoomkern
b. door elke nucleaire brandstof, radioactief product of afvalstof of door elke andere bron van ioniserende stralen die onder de uitsluitende aansprakelijkheid van een uitbater van een nucleaire installatie vallen. Behoudens bijzondere overeenkomst is eveneens uitgesloten de invaliditeit veroorzaakt door elke bron van ioniserende stralen (inzonderheid elke radio-isotoop) gebruikt of bestemd om te worden gebruikt buiten een nucleaire installatie en waarvan de aangeslotene of elke persoon voor wie hij instaat, eigenaar, bewaker of gebruiker is.
Er wordt evenmin dekking verleend voor de invaliditeit ten gevolge van een ziekte of een ongeval gebeurd voor de inwerkingtreding van deze Solidariteitsovereenkomst, voor zover aan één van de volgende twee voorwaarden voldaan wordt:
1. de aangeslotene moet er kennis van gehad hebben op het moment van de onderschrijving of op het moment van de verhoging van de contractuele waarborgen en er aangifte van gedaan hebben aan het Solidariteitsorganisme.
De aangegeven ziekte of het aangegeven ongeval wordt slechts uitgesloten indien deze uitsluiting vermeld wordt in de bijzondere voorwaarden
2. indien de aangeslotene geen aangifte gedaan heeft van de opgedane ziekte of het ongeval gebeurd voor de inwerkingtreding van de Solidariteitsovereenkomst, moet het Solidariteitsorganisme bewijzen dat de aangeslotene er kennis van had op het moment van onderschrijving of op het moment van de verhoging van de contractuele waarborgen.
De uitsluitingen gelden enkel als er een oorzakelijk verband bestaat tussen hen en de invaliditeit of het overlijden bij ongeval.
De begunstigden of hun rechthebbenden zullen vervallenverklaring oplopen indien er valse getuigschriften werden voorgelegd of indien er in de antwoorden aan het Solidariteitsorganisme bij het onderschrijven van
de Solidariteitsovereenkomst of in de loop ervan onjuiste verklaringen werden afgelegd of bepaalde feiten opzettelijk werden verzwegen, waardoor de beslissing van deze laatste kon worden beïnvloed.
4.3 Betaling van de prestaties
4.3.1 Overlevingsrente
De prestaties verschuldigd door het Solidariteitsorganisme worden aan de begunstigde(n) uitgekeerd na overhandiging van de Overeenkomst (V.A.P.Z.) en haar bijvoegsels.
Volgende documenten dienen voorgelegd te worden:
• een uittreksel uit de overlijdensakte met opgave van de geboortedatum van de aangeslotene
• een getuigschrift opgemaakt door de behandelde arts van de aangeslotene en over te maken aan de adviserende arts van het Solidariteitsorganisme, met vermelding van de overlijdensoorzaak; de aangeslotene gaat hiermee akkoord door de ondertekening van voorliggende Overeenkomst
• een akte van bekendheid met vermelding van de rechten van de begunstigde(n), wanneer hij (ze) niet met naam werd(en) aangeduid in de overeenkomst
• een kopie van de identiteitskaart van iedere begunstigde
• een levensbewijs op naam van iedere begunstigde.
4.3.2 Vrijstelling – Arbeidsongeschiktheidsrente
Het Solidariteitsorganisme waarborgt de prestaties van 4.1, voor zover de invaliditeit gedurende minstens de eigenrisicotermijn met ‘afkoop’ voorzien in onderhavig punt alsook de punten 4.1.2 en 4.1.3 en de invaliditeitsgraad minstens 25% bereikt in geval van gedeeltelijke of volledige invaliditeit en minstens 67% bereikt in geval van volledige invaliditeit.
De prestaties zijn verschuldigd vanaf de datum die gemeenschappelijk als begindatum van de invaliditeit bepaald wordt door de behandelende arts van de aangeslotene en de adviserende arts van het Solidariteitsorganisme.
Voor een aangeslotene die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, wordt een eigenrisicotermijn met ‘afkoop’ van 12 maanden toegepast tijdens dewelke er geen enkel recht op prestaties bestaat in geval van invaliditeit door ziekte.
Bij herval binnen 30 dagen volgend op het einde van de eerste invaliditeit te wijten aan dezelfde oorzaak en behoorlijk ter kennis van het Solidariteitsorganisme gebracht, zal die geen nieuwe eigenrisicotermijn met ‘afkoop’ opleggen. Indien de eigenrisicotermijn met ’afkoop’ echter op het einde van de eerste invaliditeit nog niet het aantal dagen voorzien in de punten 4.1.2 en 4.1.3 bereikt had, zal hij verlengd worden met een aantal dagen gelijk aan dewelke de aangeslotene niet in invaliditeit was.
Een nieuwe oorzaak van invaliditeit die een verhoging van de prestaties kan veroorzaken, zal het voorwerp uitmaken van een nieuwe eigenrisicotermijn met ‘afkoop’ voor wat deze verhoging betreft.
4.3.3 Verandering van de invaliditeitsgraad
Elke verandering van de invaliditeitsgraad van de aangeslotene moet bij het Solidariteitsorganisme worden aangegeven binnen een termijn van één maand door middel van een gedetailleerd attest van de behandelende arts.
De bepalingen van 4.3.4, 4.3.5 en 4.3.6 gelden bij verzwaring van de invaliditeit. De vermindering of stopzetting van de prestaties verschuldigd door het Solidariteitsorganisme heeft uitwerking op de dag van de vermindering of van de stopzetting van de invaliditeit. De door het Solidariteitsorganisme ten onrechte uitgekeerde prestaties dienen haar te worden terugbetaald.
4.3.4 Aangifte bij invaliditeit
Elke invaliditeit ingevolge een ziekte of een ongeval moet binnen de twee maanden schriftelijk worden aangegeven bij het Solidariteitsorganisme.
De aangeslotene moet eveneens elke verandering van de invaliditeitsgraad melden bij het Solidariteitsorganisme binnen een termijn van één maand door middel van een gedetailleerd attest van zijn behandelende arts.
Er zal echter geen vervallenverklaring, noch reductie van de prestaties worden ingeroepen bij laattijdige aangifte, voor zover bewezen wordt dat de aangifte binnen een redelijke tijdspanne gedaan werd. In ieder geval moet de medische controle van de invaliditeit op het ogenblik van de aangifte mogelijk zijn.
Samen met de aangifte moet(en) het (de) medische getuigschrift(en) ingediend worden met opgave van de oorzaken, de aard, de graad en de waarschijnlijke duur van de invaliditeit.
Het Solidariteitsorganisme behoudt zich het recht voor elke andere inlichting op te vragen en de aangeslotene te onderwerpen aan een medisch onderzoek bij een arts die ze aanstelt.
4.3.5 Vaststelling van de invaliditeitsgraad en medische expertise
Op grond van de verstrekte inlichtingen en van 4.2.2 en 4.3.2 spreekt het Solidariteitsorganisme zich uit naar echtheid, graad en duur van de invaliditeit. Het Solidariteitsorganisme brengt haar beslissing ter kennis van de aangeslotene. Deze beslissing wordt als aanvaard beschouwd zo deze laatste binnen 16 dagen na kennisgeving niet laat weten dat hij er niet mee instemt. Bij meningsverschil staat het de aangeslotene vrij een minnelijke medische expertise aan te vragen volgens de onderstaande modaliteiten: elke partij duidt een arts aan die als expert optreedt. Zo ze het niet eens kunnen worden, duiden beide experten er een derde aan. De experten zijn vrijgesteld van het afleggen van eed en van elke gerechtelijke formaliteit.
Elke partij draagt de kosten en erelonen van haar expert en de helft van die van specialisten eventueel geraadpleegd op verzoek van de experten, evenals de helft van die van de derde expert als diens optreden noodzakelijk blijkt. De expertise kan de rechten en uitzonderingen die het Solidariteitsorganisme kan inroepen, geenszins nadelig beïnvloeden.
4.3.6 Medische controle
Het Solidariteitsorganisme behoudt zich het recht voor, op ieder ogenblik een medisch attest te vragen over de gezondheidstoestand van de aangeslotene en over zijn invaliditeitsgraad, en die te laten controleren. In geval ze oordeelt dat er een wijziging van de invaliditeitsgraad ingetreden is, brengt ze dit ter kennis van de aangeslotene per aangetekend schrijven; de bepalingen van 4.3.5 zijn in dat geval toepasselijk.
4.3.7 Verzekeringsgebied
De prestaties ‘Vrijstelling’ en ‘Arbeidsongeschiktheidsrente’ gelden over de ganse wereld, voor zover de aangeslotene zijn gewone verblijfplaats in Europa heeft en de controles zoals omschreven in 4.3.6, uitgeoefend kunnen worden.
Wanneer de aangeslotene echter buiten Europa verblijft, worden de prestaties slechts gedurende een periode van drie maanden toegekend; ze zullen hervatten zodra de aangeslotene zijn verblijfplaats opnieuw in Europa vestigt.
4.3.8 Gemeenschappelijke beschikking voor alle Solidariteitsprestaties
De prestaties, reeds in uitvoering, blijven verschuldigd, zelfs als de aangeslotene niet meer geniet van het sociaal statuut bepaald in uitvoering van artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
5. VERPLICHTINGEN VAN HET SOLIDARITEITSORGANISME
5.1 Solidariteitsfonds
De bijdragen van het Solidariteitsstelsel worden gestort in het Solidariteitsfonds opgericht door Allianz Belgium NV.
Dit Solidariteitsfonds wordt slechts gedebiteerd voor de betalingen van de prestaties in uitvoering van onderhavig Solidariteitsreglement, voor de schommelingen in de voorzieningen voor de prestaties in voege, voor vergrijzing, of eender welke voorziening nodig voor een goed beheer van dit Solidariteitsfonds en voor de kosten bepaald in 3.2.
Het positief of negatief saldo kan overgedragen worden op een volgend boekjaar en/of gerecupereerd worden tijdens dat boekjaar indien het negatief is.
De activa van het Solidariteitsfonds moeten worden belegd en geëvalueerd overeenkomstig de regels van toepassing op de dekkingswaarden van de voorzorgsinstellingen onder meer in uitvoering van de wetgeving van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor de bedrijfspensioenvoorziening.
5.2 Financiering
Voor het geheel van de aangeslotenen en de verwachte prestaties is het bedrag van de financiering van het Solidariteitsfonds gelijk aan de som van de premies, verhoogd met de toeslagen nodig voor de beheerskosten te dekken alsook de verhogingen van de toekomstige kosten te wijten aan de fluctuatie van de risico’s en aan de vergrijzing in geval van een met de leeftijd stijgende voorvalswet.
Ingeval de activa de voorzieningen en de schulden niet dekken, legt het Solidariteitsfonds aan het FSMA binnen de door haar vastgestelde termijn een plan voor met de maatregelen om aan die toestand te verhelpen.
Dit plan kan leiden tot een vermindering van de Solidariteitsprestaties in de toekomst, maar tast de in voege zijnde prestaties niet aan, behalve bij akkoord van het FSMA.
5.3 Jaarverslag
Allianz Belgium NV stelt jaarlijks als Solidariteitsorganisme, een beheersverslag van het Solidariteitsfonds op. Dit verslag is ter beschikking van elke aangeslotene en/of geïnteresseerde op eenvoudig verzoek.
Dit rapport bevat inlichtingen over volgende elementen:
1. de investeringsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarbij rekening gehouden wordt met sociale, ethische en omgevingsaspecten
2. het rendement van de beleggingen
3. de kostenstructuur.
6. KENNISGEVINGEN – RECHTSMACHT – TOEPASSELIJKE WETGEVING - MEDISCHE INFORMATIE
6.1 Kennisgevingen
Om geldig te zijn moeten de kennisgevingen bestemd voor het Solidariteitsorganisme op haar zetel in België worden gedaan; deze bestemd voor de aangeslotene worden geldig gedaan op het adres vermeld in de Solidariteitsovereenkomst of op het adres dat hij nadien aan het Solidariteitsorganisme heeft meegedeeld. Elke kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan op de datum van afgifte op de post.
6.2 Rechtsmacht – Toepasselijke wetgeving
De betwistingen tussen de partijen met betrekking tot de uitvoering van het Solidariteitsreglement vallen onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken. De Belgische wetgeving is toepasselijk op de overeenkomst.
6.3 Medische informatie
De aangeslotene verbindt er zich toe alle attesten die het Solidariteitsorganisme nuttig acht voor het sluiten of voor de uitvoering van het Solidariteitsreglement aan te vragen bij zijn behandelende arts, die ertoe gehouden is ze uit te reiken.
De aangeslotene machtigt zijn arts ertoe een attest met vermelding van de oorzaak van zijn dood te bezorgen aan de adviserende arts van het Solidariteitsorganisme.
7. EINDE VAN HET SOLIDARITEITSREGLEMENT EN VEREFFENINGSPROCEDURE VAN HET SOLIDARITEITSFONDS.
7.1 Einde van het Solidariteitsreglement
Het Solidariteitsorganisme behoudt zich het recht voor op elk ogenblik een einde te stellen aan het Solidariteitsreglement, zonder impact op de rechten van de aangeslotenen of hun rechthebbenden voor de prestaties reeds in uitvoering.
De vereffening van het Solidariteitsfonds verloopt volgens de procedure omschreven in 7.2 van onderhavig Solidariteitsreglement.
7.2 Vereffeningsprocedure
Indien het plan, bepaald in 5.2, met maatregelen om te verhelpen aan de ontoereikendheid van de activa van het Solidariteitsfonds mislukt, zal er overgegaan worden tot de vereffening van het Solidariteitsfonds volgens onderstaande procedure.
Het Solidariteitsorganisme betekent schriftelijk aan alle aangeslotenen alsook aan het FSMA een overzicht van de activa en passiva van het Solidariteitsfonds alsook een verdelingsplan.
Bij ontstentenis van een reactie van het FSMA binnen de 60 dagen na de betekenis, zal het verdelingsplan als goedgekeurd door het FSMA beschouwd worden.
Het Solidariteitsorganisme zal overgaan tot een tweede betekening aan alle aangeslotenen waarin de afsluiting van de liquidatie van het Solidariteitsfonds opgenomen wordt.
Sociale Pensioenovereenkomst V.A.P.Z. 07 2010 – 14MAY140
Pagina 10 van 10