AANSLUITINGSREGLEMENT VAN RTC CELLA
AANSLUITINGSREGLEMENT VAN RTC CELLA
Afdeling A, algemeen Begripsomschrijvingen Artikel 1
wet: | iedere in Nederland geldende wet in formele zin alsmede daarop gegronde algemene maatregelen van bestuur, koninklijke besluiten of ministeriële regelingen. |
het RTC: | De Stichting RTC Cella, gevestigd te Alphen aan den Rijn. |
bestuur RTC: | het bestuur van het RTC. |
directeur RTC: | de directeur van het RTC. |
statuten: | de statuten van het RTC. |
participant: | het bevoegd gezag van één of meerdere scholen voor basisonderwijs en/of speciaal basisonderwijs en/of speciaal onderwijs, dat aansluiting heeft gekregen bij de stichting. |
aspirant-participant: | het bevoegd gezag van één of meerdere scholen voor basisonderwijs en/of speciaal basisonderwijs en/of speciaal onderwijs, dat om aansluiting heeft verzocht bij de stichting. |
kernteam: | de gezamenlijke leden van het kernteam. |
lid van het kernteam: | een gekwalificeerde groepsleraar (LA/LB/LC) die een dienstverband bij één van de participanten heeft, met wie een detacheringsovereenkomst als bedoeld in artikel 6 van het Reglement procedure vervangingen RTC Cella is gesloten en die op alle scholen van de participanten kan worden ingezet om aldaar te voorzien in de vervangingsbehoefte. |
schriftelijk: | per brief, of op een andere papieren gegevensdrager, of per e- mail. |
Afdeling B, Participatie Participatie en aanvang daarvan Artikel 2
1. Een aspirant-participant die zich bij het bestuur RTC aanmeldt met het verzoek aansluiting te krijgen bij de stichting wordt door het bestuur RTC toegelaten als hij voldoet aan de eisen genoemd in artikel 6, tweede lid van de statuten en aan de eisen die op grond van dit reglement aan die toelating worden gesteld.
2. Een aspirant-participant bedoeld in het vorige lid wordt eerst toegelaten indien hij voldoet aan de regels die voor elke participant op bestuursniveau gelden, zoals die zijn opgenomen in de artikelen 11 en 13 van het Reglement procedure vervangingen van RTC Cella.
3. Het bestuur RTC neemt over een verzoek bedoeld in het vorige lid een besluit, binnen twee maanden nadat dit verzoek is ingediend. Het bestuur RTC deelt haar besluit schriftelijk mee aan de aspirant-participant.
4. Het bestuur RTC kan bepalen dat de aspirant-participant een door het bestuur RTC vastgesteld bedrag aan entreegeld betaalt aan het RTC. Indien het bestuur RTC van deze bevoegdheid gebruik maakt, geeft zij door welke reeds gemaakte dan wel nog te maken kosten dit bedrag is bedoeld en hoe dit is samengesteld.
5. Indien een aspirant-participant wordt toegelaten sluit het bestuur RTC een aansluitingsovereenkomst met de betreffende aspirant-participant. De toelating als participant komt tot stand op het moment dat de aspirant-participant en het bestuur RTC beiden de aansluitingsovereenkomst hebben ondertekend.
Overdracht van participatie Artikel 3
1. Participatie is niet overdraagbaar, anders dan in de gevallen genoemd in het tweede lid.
2. De participatie is door de participant overdraagbaar bij:
a. een juridische fusie als bedoeld in artikel 2 : 309 en volgende van het Burgerlijk Wetboek;
b. een juridische splitsing als bedoeld in artikel 2 : 334a en volgende van het Burgerlijk Wetboek;
c. overdracht van een of meerdere scholen aan een andere rechtspersoon als bedoeld in artikel 56 van de Wet op het primair onderwijs en/of artikel 58 van de Wet op de expertisecentra.
Beëindiging van participatie Artikel 4
1. Participatie bij het RTC eindigt:
a. van rechtswege als de participant ophoudt te bestaan en er geen sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid van artikel 3;
b. van rechtswege als de participant wordt ontbonden;
x. xxx xxxxxxxxxx als de participant niet meer voldoet aan de toelaatbaarheidseisen genoemd in artikel 6 tweede lid van de statuten;
x. xxx xxxxxxxxxx als aan de participant surseance van betaling is verleend;
x. xxx xxxxxxxxxx als de participant failliet is verklaard.
f. opzegging door het RTC;
x. opzegging door de participant.
2. De beëindiging van de participatie op de gronden genoemd in het vorige lid onder sub a. tot en met sub e. vindt plaats op de dag waarop de betreffende grond voor het eerst aanwezig is.
Opzegging van de participatie door het RTC Artikel 5
1. Opzegging van de participatie door het RTC is mogelijk tegen iedere willekeurige datum, met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden, indien de participant zich naar het oordeel van het RTC niet houdt aan de verplichtingen die hij jegens het RTC heeft of die op hem rusten op basis van de door het bestuur vastgestelde reglementen.
2. Alvorens het RTC de overeenkomst opzegt op basis van het bepaalde in het vorige lid, legt zij haar voornemen tot opzegging voor aan de vergadering van participanten, genoemd in artikel 23 van de statuten.
3. De opzegging vindt plaats bij aangetekend schrijven aan het bij de Kamer van Koophandel voor participant geregistreerde adres.
Opzegging van de overeenkomst door de participant Artikel 6
1. Opzegging van de participatie door de participant is mogelijk tegen het einde van de werkingsduur, danwel de voortgezette werkingsduur van de met toepassing 2, derde lid afgesloten overeenkomst, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. Door opzegging maakt de participant kenbaar dat hij, na afloop van de opzeggingstermijn, geen gebruik meer wenst te maken van de ondersteuning door het RTC.
2. Opzegging dient bij aangetekend schrijven te geschieden, aan het adres van het RTC.
Gevolgen beëindiging participatie Artikel 7
1. Bij beëindiging van participatie als bedoeld in artikel 4 zal het RTC onderzoeken of en in hoeverre de overige participanten financiële schade lijden als gevolg van deze beëindiging.
2. Als het RTC concludeert dat er sprake is van financiële schade, zal deze schade door de participant wiens participatie eindigt, worden betaald aan de participant of participanten die de vastgestelde schade lijden.
3. Indien de participant of de participanten wier participatie is geëindigd zich niet kan of zich niet kunnen vinden in de schaderegeling zoals bedoeld in de vorige leden van dit artikel, legt deze participant of leggen deze participanten dit geschil voor aan een dan in het leven te roepen arbitragecommissie zoals bedoeld in de artikelen 9, 10, 11 en 12 van dit reglement.
Doorlopende verplichtingen Artikel 8
1. Indien bij een participant, wiens participatie eindigt, op het tijdstip waarop de beëindiging van participatie plaatsvindt, een of meerdere leden van het kernteam werkzaam zijn, duurt deze werkzaamheid voort totdat in de betreffende vervangingsvacature of vervangingsvacatures niet langer behoeft te worden voorzien.
2. De leden van het kernteam, die een dienstverhouding hebben met een participant wiens participatie eindigt, blijven hun werkzaamheid als zodanig voortzetten totdat in de betreffende vervangingsvacature of vervangingsvacature niet langer behoeft te worden voorzien.
3. Van het bepaalde in de vorige twee leden kan worden afgeweken indien alle partijen die bij de vervanging betrokken zijn hiermee instemmen.
Afdeling C, Arbitrage Arbitragecommissie Artikel 9
1. De arbitragecommissie bedoeld in het derde lid van artikel 7 bestaat uit drie personen. Eén persoon wordt aangewezen door de participant wiens participatie is geëindigd. Eén persoon wordt aangewezen door het RTC. De twee aldus aangewezen personen wijzen samen een derde persoon aan, die optreedt als voorzitter van de arbitragecommissie.
2. Personen die een functie als bestuurder, toezichthouder, of uitvoerder van een managementfunctie bij een participant of bij het RTC bekleden, dan wel in de twee jaar voorafgaand aan het instellen van de arbitragecommissie hebben bekleed, kunnen niet tot lid van de arbitragecommissie worden benoemd.
3. Indien er sprake is van meerdere participanten wier participatie is geëindigd die zich niet kunnen vinden in de schaderegeling als bedoeld in het derde lid van artikel 7, dan wijzen zij, in afwijking van het in het tweede lid van dit artikel gezamenlijk één lid voor de arbitragecommissie aan.
4. Het RTC bepaalt of aan de leden van de arbitragecommissie, ter zake de uitvoering van hun werkzaamheden, een vergoeding wordt verstrekt. Indien dat het geval is het RTC tevens de hoogte van de vergoeding vast. Deze vergoeding komt ten laste van het RTC en is niet te beschouwen als ‘financiële schade’ als bedoeld in dit reglement.
Opdracht arbitragecommissie Artikel 10
1. Indien de arbitragecommissie, na kennisneming van de standpunten van partijen ter zake het gerezen geschil, van oordeel is dat één of meer participanten daadwerkelijk financiële schade zullen lijden als gevolg van de beëindiging, dan bepaalt zij de inhoud van een redelijke schaderegeling.
2. De arbitragecommissie stelt binnen twee maanden na haar instelling de regeling op als bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Deze regeling wordt schriftelijk meegedeeld aan het RTC en aan de participant wiens of participanten wier participatie is geëindigd. Deze regeling bevat een motivering van de argumenten die hiertoe hebben geleid.
3. De arbitragecommissie licht desgevraagd door het RTC of door de participant wiens dan wel de participanten wier participatie is geëindigd de door haar opgestelde regeling toe.
4. Het oordeel van de arbitragecommissie dat er geen participanten zijn die financiële schade zullen lijden als gevolg van een opzegging, dan wel, indien er wel participanten zijn die financiële schade zullen lijden als gevolg van de opzegging, de door de arbitragecommissie opgestelde regeling is bindend voor alle partijen en wordt tevens door het RTC overgenomen.
Werkwijze van de arbitragecommissie Artikel 11
1. De arbitragecommissie bepaalt haar eigen werkwijze. Kosten die de arbitragecommissie in haar ogen noodzakelijkerwijs moet maken, komen ten laste van het RTC.
2. Besluitvorming in de arbitragecommissie vindt plaats met meerderheid van stemmen. Besluitvorming kan alleen plaatsvinden als de voltallige arbitragecommissie aanwezig is.
3. Als de arbitragecommissie het RTC verzoekt om haar secretariële ondersteuning te verlenen dan willigt het RTC dit verzoek in. Kosten verband houdend met deze secretariële ondersteuning komen ten laste van het RTC.
4. De arbitragecommissie licht de door haar opgestelde regeling in de vergadering van het RTC toe.
5. De participant wiens, danwel de participanten wier participatie is opgezegd zijn gerechtigd de vergadering, bedoeld in het vorige lid bijwonen. Zij zijn alsdan gerechtigd om in deze vergadering het woord te voeren.
Opheffing arbitragecommissie Artikel 12
Nadat de arbitragecommissie de door haar opgestelde regeling heeft toegelicht in de vergadering van het RTC, wordt zij van rechtswege ontbonden.
Afdeling D, rechten en plichten van RTC Cella en van participanten Artikel 13
1. Het RTC verplicht zich om, voor zover dat van hen in redelijkheid kan worden gevraagd, samen te werken met de werkorganisaties van de participanten, op het gebied van personele zaken, financiën en onderwijskwaliteit. De participanten verplichten zich om, voor zover dat van hen in redelijkheid kan worden gevraagd, samen te werken met het RTC op het gebied van personele zaken, financiën en onderwijskwaliteit.
2. Iedere participant is gerechtigd gebruik te maken van het kernteam. Voor de wijze waarop dit recht kan worden uitgeoefend is het bepaalde in het Reglement procedure vervangingen RTC Cella van toepassing.
3. Iedere participant is gerechtigd deel te nemen aan de besluitvormingsprocessen binnen het RTC, een en ander zoals bepaald in de statuten van het RTC, dit reglement en alle andere door het bestuur RTC vastgestelde reglementen.
4. Iedere participant ontvangt na vaststelling van het jaarverslag, in ieder geval bestaande uit het bestuursverslag, de jaarrekening en een goedkeurende accountantsverklaring over de jaarrekening, van het RTC een afschrift van dit jaarverslag.
5. Iedere participant ontvangt, ten minste één maand voorafgaand aan elk nieuw kalenderjaar, een activiteitenplan van het RTC voor het komend kalenderjaar.
Afdeling E, slotbepalingen Artikel 14
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur RTC, gehoord de directeur RTC.