BESTEK BB2021.002
BESTEK BB2021.002
BIJWERKING VAN DE KAART BRUSSELS URBIS OPENBARE PROCEDURE
OPDRACHT VOOR DIENSTEN
INHOUDSOPGAVE
VOLUME A Administratieve, reglementaire en contractuele bepalingen 5
A.1.1. Algemene context van de opdracht 5
A.1.3. Voorwerp van de opdracht 8
A.1.4. Aanbestedende overheid en leidend ambtenaar 9
A.1.5. Toepasselijke wetgeving en documenten van toepassing op de opdracht 9
A.1.6. Normen en reglementen 11
A.1.7. Contractuele bepalingen 12
A.1.8. Xxxx van de opdracht 12
A.1.9. Plaatsingswijze van de opdracht 12
A.1.11. Percelen of verantwoording van het ontbreken van percelen 12
A.1.12. verplichte optie(s) 13
A.1.13. Verzoeken om informatie 13
A.1.14. Prijs van de opdracht 13
A.1.15. Duur van de opdracht 14
A.1.16. Vorm en inhoud van de offertes 14
A.1.17. Indiening en opening van de offertes 17
A.1.18. Geldigheidsduur van de offerte 18
A.1.19. Naleving van de sociale wetgeving en de wetgeving op kinderarbeid 19
A.1.20. Selectie van de inschrijvers 19
A.1.21. Regelmatigheid van de offertes 28
A.1.23. Kennisgeving van de beslissing tot gunning van de opdracht 31
Reglementaire en contractuele bepalingen 32
A.2.1. Verplichtingen van de partijen 32
A.2.2. Termijnen en kennisgevingen 32
A.2.3. Regels met betrekking tot de borgtocht 33
A.2.4. Uitvoeringsregels voor de dienstverlening 35
A.2.5. Toezicht op de opdracht 40
A.2.6. Beoordeling van de uitgevoerde diensten en controlewerkzaamheden 41
A.2.7. Facturering en betaling 42
A.2.8. Onderaannemingsovereenkomsten 44
A.2.10. Vertegenwoordigers van de opdrachtnemer 45
A.2.11. Veiligheid en vertrouwelijkheid 45
A.2.13. Intellectuele rechten 46
A.2.14. Benadering en methodologie 47
A.2.15. Organisatie en governance van het project 47
VOLUME B Functionele en technische bepalingen 49
Luchtopnames en Luchtfotogrammetrie 49
B.1.2. Voorwerp, prestaties en deliverables 49
B.1.4. Planimetrisch en altimetrisch basisschema 51
B.1.7. Xxxxxx op het fotograferen van militaire domeinen en gevolgen voor de deliverables van deze opdracht 52
B.1.8. Aanvullende gegevens 53
B.1.10. Uitvoeringskalender 54
B.1.11. Vereiste nauwkeurigheid 54
B.1.12. Kwaliteits- en thematische volledigheidscontroles 55
B.1.14. Beschrijving van de deliverables 56
VOLUME C Bijlagen 121
Bijlagen 121
Prijsopgavemodel 121
VOLUME A ADMINISTRATIEVE, REGLEMENTAIRE EN CONTRACTUELE BEPALINGEN
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
A.1.1. Algemene context van de opdracht
Deze opdracht kadert in het proces van voortdurende bijwerking en evolutie van de kaart Brussels UrbIS.
De cartografische UrbIS-producten bestrijken het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat een oppervlakte heeft van circa 162 km².
Om tegemoet te komen aan de steeds grotere behoeften van de gebruikers en om de kwaliteit van de producten te verbeteren, zijn de technieken voor gegevensinzameling geëvolueerd sinds de eerste officiële versie van UrbIS die in 1992 uitkwam.
De fotogrammetrie, een techniek die in 1996 tot stand kwam, maakte het met name mogelijk het topografische referentiesysteem UrbIS-Topo te ontwikkelen.
Door de jaren nam de frequentie van fotogrammetrische vluchten gestaag toe. Sinds 2014 vinden ze jaarlijks plaats.
Sinds 2006 worden er na elke vlucht stelselmatig orthofotoplannen gemaakt en gepubliceerd. In 2008 ontstonden er behoeften op het vlak van 3D.
In 2009 verving het digitale beeld het beeld op pellicule.
Een eerste vereenvoudigd driedimensionaal model werd in 2009 gecreëerd als antwoord op de behoeften inzake ruimtelijke ordening. Ondanks zijn eenvoud nam Leefmilieu Brussel dit 3D-model in gebruik om de verspreiding van de elektromagnetische golven van gsm-antennes te simuleren voorafgaand aan de toekenning van milieuvergunningen.
Om de gebreken van het 3D-model te verhelpen, heeft een nieuw bijwerkingsproject, dat in 2012 werd gelanceerd en gebruik maakt van een coherent geheel van technieken (verticale en schuine luchtfoto's, LiDAR = Light Detection And Ranging), toegelaten de kwaliteit en de resolutie van het 3D-model op significante wijze te verbeteren.
In 2013 werd een digitaal terreinmodel (DTM) toegevoegd aan de lijst van UrbIS-producten.
In 2020 werd een digitaal oppervlaktemodel (DSM) toegevoegd aan de lijst van UrbIS-producten.
Sinds 2007 worden er tegelijk met de fotogrammetrie terrestrische topografische opnames gerealiseerd.
Terwijl de fotogrammetrie voornamelijk dient voor de vervaardiging van orthofotoplannen en de bijwerking van 2D- en 3D-gebouwen, wordt de terrestrische topografie gebruikt voor opnames en
bijwerkingen van de gerichte wijzigingen die aan het wegennet worden aangebracht als gevolg van wegeniswerken.
Het CIBG verzekert de coherente van de integratie in de UrbIS-producten van de verschillende deliverables die het resultaat zijn van de bijwerkingsopdrachten.
Het toenemende succes van een applicatie voor het grote publiek als Google Street View en het intensieve gebruik ervan, zowel voor privé- als professionele doeleinden, tonen aan dat technieken van mobile mapping interessante perspectieven bieden, niet alleen voor de raadpleging en verificatie van informatie, maar ook om bijvoorbeeld databanken van gegevens in verband met wegen aan te leggen.
De combinatie van panoramische 360°-foto's met LiDAR-technologieën en hun exploitatie via steeds efficiëntere webapplicaties en autonome applicaties vergroten de aantrekkingskracht van mobile mapping-technieken voor de ontwikkeling en instandhouding van stedelijke databanken met georeferenties.
De recente uitbreiding van die technologieën voor de weergave van de binnenkant van gebouwen en infrastructuur zoals tunnels, stations, metrostations of winkelgalerijen toont aan dat het voortaan mogelijk is de meeste aspecten in verband met de fysieke structuur van steden, zowel in open lucht als binnenin gebouwen en constructies, op coherente wijze te modelleren en te beheren.
Mobile mapping en indoor mapping zijn bevorderlijk voor de ontwikkeling van BIM (Building Information Modeling).
Om aan die uitdagingen te beantwoorden loopt sinds 2019 een andere opdracht met een luik dat gewijd is aan mobile mapping en indoor mapping.
De bedekking van de bodem kan weliswaar makkelijk worden geanalyseerd aan de hand van beelden in echte kleuren, sommige fenomenen met name met betrekking tot planten kunnen evenwel enkel met behulp van infraroodbeelden op een betrouwbare manier worden bestudeerd. Daarom werd beslist om in deze opdracht eveneens een deel over het maken van infraroodbeelden op te nemen.
De UrbIS-producten zijn gratis beschikbaar onder de vlag van een Open Data-licentie.
Bijkomende informatie over de UrbIS-producten kan worden geraadpleegd op de website van het CIBG op het adres xxxxx://xxxx.xxxxxxxx/xx/xxxx-xxxxxxxxxxx/XxxXX-xxxxxxxxx?xxx_xxxxxxxxxxx.
A.1.2. Definities
1. Aanbestedende overheid:
De aanbestedende overheid van de opdracht is het Centrum voor Informatica voor het Xxxxxxxxx Xxxxxx, Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
2. Leidend ambtenaar:
De ambtenaar of iedere andere persoon belast met de leiding over en de controle van de uitvoering van de opdracht. De identiteit van de leidend ambtenaar alsook zijn mandaat en de omvang ervan worden beschreven in punt A.1.4.
3. Ondernemer:
Elke natuurlijke persoon, elke privaat- of publiekrechtelijke rechtspersoon of elke combinatie van deze personen, met inbegrip van alle tijdelijke samenwerkingsverbanden van ondernemingen, die werken, een werk, leveringen of diensten op de markt aanbiedt. Het gaat, naargelang van het geval, om een aannemer, leverancier of dienstverlener.
4. Inschrijver:
Een ondernemer die een offerte indient.
5. Offerte:
De verbintenis van de inschrijver om de opdracht uit te voeren op basis van de opdrachtdocumenten en tegen de voorwaarden die hij aanbiedt.
6. Verplichte optie:
Een bijkomend element dat niet strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht, en dat verplicht wordt ingediend op verzoek van de aanbestedende overheid.
7. Opdrachtnemer:
De inschrijver met wie de opdracht wordt gesloten.
8. Onderaannemer:
De derde aan wie de opdrachtnemer alle of een deel van zijn verbintenissen toevertrouwt en met wie de aanbestedende overheid geen enkele contractuele band heeft.
9. Overheidsopdracht voor diensten:
De overeenkomst onder bezwarende titel gesloten tussen een ondernemer enerzijds en de aanbestedende overheid anderzijds, die betrekking heeft op de levering van diensten.
10. Plaatsing:
Procedure voor het uitschrijven van een overheidsopdracht, die in voorkomend geval de volgende aspecten omvat: de voorafgaande marktconsultatie, de bekendmaking, de selectie, de gunning en de sluiting van de opdracht.
11. Gunning van de opdracht:
De beslissing van de aanbestedende overheid om de gekozen inschrijver aan te wijzen.
12. Sluiting van de opdracht:
Het ontstaan van de contractuele band tussen de aanbestedende overheid en de opdrachtnemer via de kennisgeving aan die laatste dat zijn offerte is aanvaard.
A.1.3. Voorwerp van de opdracht
Het voorwerp van deze opdracht bestaat erin om, van 2021 tot en met 2024, verschillende soorten operaties uit te voeren omtrent de inzameling van gegevens gebaseerd op specifieke soorten luchtwerken (luchtfoto's, LiDAR).
Alle deliverables worden beschreven in volume B.
Deze operaties hebben tot doel om 2D- en 3D-gegevens te produceren, te corrigeren en bij te werken die gebruikt worden in de kaart op grote schaal "Brussels UrbIS" van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna 'BHG').
De geplande operaties omvatten:
• De realisatie tussen 2021 en 2024 van vier digitale stereoscopische verticale luchtopnames in 4 kanalen. De drie eerste kanalen hebben betrekking op het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum in de golflengtes rood, groen en blauw (RGB) en het vierde kanaal wordt opgenomen in het nabij infrarood (PIR)
De grondresolutie van de beelden bedraagt 5 cm.
Het vluchtplan moet elk jaar de volledige overvlucht van het Brussels Gewest omvatten langs de assen Oost/West EN Noord/Zuid.
• In 2021 en in 2023 zullen de vluchten plaatsvinden tussen 16 juni en 15 augustus.
• In 2022 en in 2024 zullen de vluchten uiterlijk op 15 april plaatsvinden.
• Elk jaar de productie en levering van RGB- en PIR-orthofotoplannen op basis van verticale beelden langs de vluchtassen Oost/West en Noord/Zuid.
De orthofotoplannen moeten grondresoluties van 5 cm en 40 cm hebben.
• Als eerste verplichte optie moeten de inschrijvers de mogelijkheid voorstellen om in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 tegelijk met de geplande stereoscopische opnames in die jaren LiDAR-opmetingen verrichten, met een basisgrondresolutie van 16 punten/m².
Als tweede verplichte optie moeten de inschrijvers een verbetering van de grondresolutie van XxXXX voorstellen, met de mogelijkheid om LiDAR-opmetingen uit te voeren in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 op hetzelfde moment als de geplande stereoscopische opnames in die jaren. De verbetering mag niet kleiner zijn dan 24 punten/m².
De LiDAR-opmetingen moeten de volgende deliverables omvatten:
▪ De levering van gefilterde en niet-gefilterde puntenwolken
▪ De productie en levering van digitale terrein- en oppervlaktemodellen van het type "Grids" met ruimtelijke resoluties van 50 cm
▪ De productie en levering van een digitaal terreinmodel (DTM) van het type TIN (Triangulated Irregular Network)
▪ De productie en levering van een bestand met hoogtelijnen met een gelijke afstand van 50 cm
• Elk jaar, tussen 2021 en 2024, de correctie en bijwerking van de volgende vectoriële cartografische entiteiten in 2D en 3D opgenomen in UrbIS:
o Updaten van de 2D- en 3D-gebouwen
o Updaten van de bomenrijen langs de weg
o Updaten van de spoorlijnen
o Updaten van de tram-/metrosporen
De verschillende operaties en/of deliverables worden beschreven in de afdeling "B.1. Luchtopnames en luchtfotogrammetrie".
A.1.4. Aanbestedende overheid en leidend ambtenaar
De aanbestedende overheid is het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (hierna het 'CIBG'), Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx (Xxxxxx).
Het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest wordt vertegenwoordigd door zijn leidend ambtenaren, de xxxx Xxxxxxx XXXXXX, directeur-generaal, en de heer Xxxx XXX XXX XXXXXXX, adjunct- directeur-generaal.
Mandaat van de leidend ambtenaren:
a) De leidend ambtenaren zijn gemachtigd om alle richtlijnen te geven die moeten leiden tot de goede uitvoering van de overeenkomst die eventueel uit dit bestek voortvloeit.
b) De leidend ambtenaren zijn in geen geval gemachtigd om de voorwaarden en de inventarissen van de overeenkomst die eventueel uit dit bestek voortvloeit, te wijzigen, ook al zijn de financiële gevolgen ervan nihil of negatief.
c) Xxxx xxxxxxx, wijziging of overeenkomst die afwijkt van de voorwaarden van het bestek en die niet binnen een termijn van dertig dagen door de aanbestedende overheid wordt meegedeeld, dient door beide partijen als zijnde van nul en gener waarde te worden beschouwd.
A.1.5. Toepasselijke wetgeving en documenten van toepassing op de opdracht
Toepasselijke wetgeving
Deze opdracht is onderworpen aan de algemene regelgeving betreffende overheidsopdrachten.
Elke inschrijver wordt geacht de bepalingen die in de onderstaande wetteksten en reglementen zijn opgenomen, te kennen en te aanvaarden:
• De wet van 17 juni 2016 (BS van 14.07.2016) inzake overheidsopdrachten.
• De wet van 17 juni 2013 (BS van 21.06.2013) betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 (BS van 09.05.2017) plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 (BS van 14.02.2013) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
• Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de Codex over het welzijn op het werk.
• De wet van 4 augustus 1996 (BS van 18.09.1996) betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
• Alle wijzigingen van de wetten en besluiten die hierboven worden vermeld en die van kracht zijn op de dag van het versturen voor publicatie van de aankondiging van opdracht naar het Publicatieblad van de Europese Unie.
De inschrijvers dienen zich eveneens te schikken naar de reglementeringen die betrekking hebben op het overvliegen van bepaalde delen van het Belgisch grondgebied en op de luchtfotografie.
De inschrijvers voegen bij hun offerte de attesten die werden afgeleverd door de bevoegde administraties met betrekking tot vergunningen, voorschriften en afwijkingen nodig voor het overvliegen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de realisatie van luchtfotografiewerken.
De belangrijkste betrokken wetgevingen zijn de volgende:
• Het koninklijk besluit van 11 juni 1954 houdende verbod tot vliegen boven zekere gedeelten van het grondgebied van het Rijk;
• Het koninklijk besluit van 14 april 1958 houdende verbod tot vliegen boven zekere gedeelten van het grondgebied van het Rijk;
• Artikel 120ter van het strafwetboek betreffende het verbod op het fotograferen van militaire installaties op een afstand van minder dan 10 km;
• Het ministerieel besluit van 15 januari 2019 tot bepaling van de verlofregeling zoals bedoeld in artikel 120ter van het Strafwetboek;
• Toestemming voor luchtarbeidsactiviteiten afgeleverd aan de exploitant van het luchtvaartuig waarmee de vluchten zullen worden uitgevoerd zoals bepaald in het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart;
Het bewijs van luchtwaardigheid met gebruiksmelding "luchtfotografie" van het luchtvaartuig waarmee de luchtfotografievlucht zal worden uitgevoerd zoals beschreven in het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart.
De afschriften die voor eensluidend werden verklaard door de overheid die daartoe bevoegd is, zullen worden gelijkgesteld met de originelen.
Documenten die de opdracht regelen
• Het bestek en de bijlagen ervan.
• De aankondiging van opdracht zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Bulletin der Aanbestedingen.
• De eventuele wijzigingsberichten met betrekking tot deze opdracht, zoals aangekondigd of bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Bulletin der Aanbestedingen. Deze berichten maken integraal deel uit van de contractvoorwaarden. De inschrijver wordt geacht er kennis van te hebben genomen en er bij het opstellen van zijn offerte rekening mee te hebben gehouden.
• Verduidelijkingen naar aanleiding van de gestelde vragen en de door de aanbestedende overheid gegeven antwoorden op de vragen die door de inschrijvers per e-mail werden gesteld. Deze verduidelijkingen maken integraal deel uit van de contractvoorwaarden. De inschrijver wordt geacht er kennis van te hebben genomen en er bij het opstellen van zijn offerte rekening mee te hebben gehouden.
• De documenten waarnaar de aanbestedende overheid in het bestek verwijst.
• De goedgekeurde offerte van de opdrachtnemer.
In geval van tegenstrijdigheid tussen voornoemde teksten is de orde van voorrang de volgende:
1. De wet van 17.06.2016, de wet van 17.06.2013, het K.B. van 18.04.2017, het K.B. van 14.01.2013.
2. Dit bestek.
3. De bijlagen bij het huidig bestek.
Opmerking:
Deze overheidsopdracht is onderworpen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet inzake overheidsopdrachten en uit dit bestek. Alle andere bepalingen, onder meer de door de inschrijver uitgevaardigde algemene verkoopvoorwaarden, worden als ongeldig beschouwd.
Het door de inschrijvers geformuleerde voorbehoud maakt hun offerte niet-conform.
De opdrachtnemer is verplicht om de onderstaande bepalingen na te leven en te doen naleven door elke persoon die in onderaanneming werkt in om het even welk stadium van de opdracht en tevens door elke persoon die personeel ter beschikking stelt:
- alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen zowel betreffende het arbeidsrecht, de veiligheid en de hygiëne als inzake de algemene arbeidsomstandigheden, die zowel het resultaat kunnen zijn van de wet of van paritaire akkoorden op nationaal, gewestelijk of lokaal niveau;
- alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen inzake fiscale aangelegenheden en sociale zekerheid.
De onderaannemers op wie een beroep wordt gedaan en zij die personeel ter beschikking stellen voor de uitvoering van deze opdracht, zijn onder dezelfde voorwaarden als de opdrachtnemer verplicht om de hierboven genoemde wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen na te leven en te doen naleven door hun eigen onderaannemers en door elke persoon die hen personeel ter beschikking stelt.
Elke betwisting valt onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Brussel.
Elk geschil met betrekking tot de gunning van de opdracht valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de Raad van State. Alle geschillen betreffende de uitvoering van de opdracht vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel.
A.1.6. Normen en reglementen
De prestaties moeten in alle opzichten in overeenstemming zijn met de technische specificaties van dit bestek en met de Europese normen, Europese technische goedkeuringen en gemeenschappelijke technische specificaties.
De gemeenschappelijke technische specificaties zijn alle in dit bestek opgenomen technische voorschriften die de vereiste kenmerken van een product of een prestatie definiëren en aan de hand
waarvan een prestatie objectief kan worden gedefinieerd, zodat ze beantwoordt aan het gebruik waarvoor ze bestemd is, door de aanbestedende overheid.
In alle gevallen moeten de prestaties in alle opzichten voldoen aan de regels van de kunst. Ze moeten van hoge kwaliteit en gebruiksvriendelijk zijn.
A.1.7. Contractuele bepalingen
Door het indienen van zijn offerte aanvaardt de inschrijver uitdrukkelijk alle voorwaarden die zijn voorgeschreven door de algemene reglementering inzake overheidsopdrachten en door dit bestek. Hij doet afstand van alle voorwaarden, zoals zijn eigen algemene voorwaarden, zelfs als deze in een of andere bijlage bij zijn offerte zijn opgenomen.
Elk voorbehoud of gebrek aan verbintenis ten aanzien van een van de bepalingen van de reglementering die van toepassing is op deze opdracht, zoals hierboven beschreven, of ten aanzien van een van de bepalingen van dit bestek, heeft tot gevolg dat de offerte onregelmatig is en dat deze offerte door de aanbestedende overheid wordt afgewezen.
Alle andere clausules, onder meer de clausules die verwijzen naar de algemene verkoopvoorwaarden van de inschrijver of die zijn aansprakelijkheid beperken of uitsluiten, worden als ongeschreven en niet- tegenwerpelijk jegens de aanbestedende overheid beschouwd.
A.1.8. Xxxx van de opdracht
Deze opdracht is een opdracht voor diensten, in de zin van artikel 2, 21° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
A.1.9. Plaatsingswijze van de opdracht
In overeenstemming met de artikelen 2, 22° en 36 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten is de plaatsingsprocedure van de opdracht een openbare procedure, met inachtneming van de Europese en Belgische bekendmakingsregels die door de Koning zijn vastgesteld voor een overheidsopdracht voor diensten.
A.1.10. Vrije varianten
Door de inschrijvers voorgestelde vrije varianten zijn verboden.
A.1.11. Percelen of verantwoording van het ontbreken van percelen
Deze opdracht omvat één enkel perceel.
In overeenstemming met de voorschriften van artikel 58 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten heeft de aanbestedende overheid overwogen om deze opdracht in percelen op te splitsen, maar heeft echter om de volgende hoofdredenen besloten dit niet te doen:
Gezien de aard van de opdracht en de prestaties die er het voorwerp van uitmaken, kan de verdeling in percelen, vanwege de mogelijkheid dat die aan verschillende dienstverleners kunnen worden
toegewezen, problemen opleveren op het gebied van de uitvoering, die verband houden met problemen op het vlak van de compatibiliteit van de door de verschillende dienstverleners geleverde diensten. Een dergelijke situatie zou in strijd zijn met de door deze opdracht nagestreefde doelstellingen van vlotheid en integratie.
A.1.12. Verplichte optie(s)
In overeenstemming met artikel 2, 54°, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten verstaat men onder 'optie' een bijkomend element dat niet strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht, dat hetzij op vraag van de aanbestedende overheid, hetzij op initiatief van de inschrijver wordt ingediend.
Onder "verplichte optie" wordt de optie verstaan waarvoor de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten het voorwerp, de aard en de reikwijdte van de optie beschrijft. De inschrijvers zijn overigens verplicht een offerte in te dienen voor deze optie.
In overeenstemming met artikel 48, § 1, van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren worden de opties in een apart deel van de offerte voorgesteld.
Indien de optie verplicht wordt gesteld, brengt de niet-naleving van de minimale vereisten de substantiële onregelmatigheid met zich mee van zowel de optie als van de basisofferte, en dit conform artikel 48, § 2, van het voornoemde KB van 18 april 2017.
De aanbestedende overheid is nooit verplicht om een optie te bestellen, noch bij de sluiting, noch tijdens de uitvoering van de opdracht. De inschrijvers zijn verplicht een offerte voor te leggen voor de hierna beschreven verplichte optie(s) en ze moeten voor deze verplichte optie(s) een prijsofferte aanbieden volgens het model dat is opgenomen in Volume C, punt C.1. van dit bestek.
De basis- en optionele deliverables worden bepaald in hoofdstuk B.1.14. van dit bestek.
A.1.13. Verzoeken om informatie
De inschrijvers kunnen hun vragen via elektronische weg, met uitsluiting van elk ander communicatiemiddel, naar het volgende adres sturen: xxx0000.000@xxxx.xxxxxxxx
De vragen dienen uiterlijk tegen 20/04/2021 vóór 14 uur te zijn opgestuurd.
De antwoorden op de vragen zullen, in de taal waarin de vraag werd gesteld, op de website van het CIBG worden gepubliceerd op het volgende adres: xxxxx://xxxx.xxxxxxxx/xx/xxxxxx/xxxxxxx- overheidsopdrachten/BB2021.002
A.1.14. Prijs van de opdracht
De opdracht is een opdracht tegen globale en forfaitaire prijs.
De prijzen van de verplichte opties worden vastgesteld op basis van een prijslijst, met vermoedelijke hoeveelheden. De minimale hoeveelheden voor elke optie zijn vastgesteld op 1 jaar en de maximale hoeveelheden op 4 jaar. Indien de aanbestedende overheid beide opties licht, zullen de gecombineerde maximumhoeveelheden nog steeds beperkt zijn tot 4 jaar.
In de offerte moeten de prijzen in euro worden weergegeven, inclusief alle kosten en uitgaven en exclusief btw.
Zijn meer bepaald maar niet beperkend in de prijzen inbegrepen:
- het administratieve beheer en secretariaat;
- de verplaatsingen, het vervoer en de verzekeringen;
- de documentatie betreffende de diensten;
- de aflevering van documenten of stukken die verband houden met de uitvoering;
- de voor het gebruik noodzakelijke opleiding;
- In voorkomend geval de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers worden opgelegd bij de uitvoering van hun werk;
- Alle in het huidige bestek beschreven prestaties, met inbegrip van de prestaties die niet in het bestek of zijn bijlagen worden beschreven maar nodig zijn voor de volledige en goede uitvoering van de opdracht met inachtneming van de regels van de kunst en van de regelgeving en documenten zoals bedoeld in het bestek.
De informatie met betrekking tot de opdrachten die het voorwerp zijn van forfaitaire vergoedingen of die in regie worden gerealiseerd, worden beschreven in de hoofdstukken die zijn gewijd aan de prijzenmetriek gekoppeld aan de deliverables zoals deze werden bepaald in het gedeelte "Volume B Functionele en technische bepalingen"
De prijs is conform de artikelen 2, 3°, 25, 26, 29 en 32, § 3 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
De inschrijver moet alle rubrieken van de tarieflijst opgenomen in Volume C, punt C.1. van dit bestek invullen en er de prijs excl. btw, alle kosten inbegrepen, opgegeven. Hij vermeldt afzonderlijk in zijn offerte, de eenheidsprijs voor de verplichte optie(s) bepaald in punt A.1.12.
Elke offerte die niet volledig in overeenstemming is met de bijgevoegde tarieflijst, zal als onregelmatig worden beschouwd en bijgevolg worden verworpen, aangezien de prijs een essentieel element van deze opdracht is, in toepassing van artikel 76 van voornoemd koninklijk besluit van 18 april 2017.
A.1.15. Duur van de opdracht
De opdracht wordt gesloten voor een bepaalde duur van vier (4) jaar, die niet verlengbaar is, vanaf de datum van kennisgeving van de gunning van onderhavige opdracht.
A.1.16. Vorm en inhoud van de offertes
Vorm van de offertes
De offertes moeten worden opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 77 tot 79 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren en verplicht op basis van het model dat wordt gespecificeerd in Volume C van dit bestek.
In overeenstemming met artikel 53 van voornoemd koninklijk besluit van 18 april 2017 wordt de offerte opgesteld in het Nederlands of in het Frans. De documenten van technische aard die bij de offerte worden gevoegd, mogen in het Engels opgesteld zijn, indien er geen vertaling voorhanden is in één van voornoemde talen.
De inschrijvers dienen één enkel dossier in (hierna de 'offerte'). In dit dossier verstrekken ze alle documenten en alle informatie die op grond van dit bestek zijn vereist, zodat de aanbestedende overheid de kwalitatieve selectie en vervolgens de analyse van de offertes op basis van de gunningscriteria kan uitvoeren.
De inschrijvers voegen bij hun offerte de eventuele verplichte attesten.
De inschrijver moet alle pagina's van zijn offerte en van de bijlagen voorzien van een doorlopende en ononderbroken nummering.
Alle documenten die in elektronische vorm worden ingediend, zijn in pdf-formaat (met uitzondering van de tabel met de prijzen die zoals beschreven in Afdeling C van dit document, die in XLS-formaat moet zijn), waarin de tekst kan worden doorzocht (geen gescande documenten voor het antwoord op het bestek en de technische documenten). De documenten worden voorzien van een tweecijferig voorvoegsel, gevolgd door "BB2021-002", de eerste vier letters van de naam van de inschrijver en de naam van het document, telkens van elkaar gescheiden met het teken "_" (underscore).
Bijvoorbeeld "01_BB2021-002_CIBG_Bijlage1.pdf"
De offerte moet 8 bestanden bevatten die in de onderstaande volgorde moeten worden ingediend: (xxxx zijn de 4 letters van de naam van de inschrijver)
Bestand | Vorm en Inhoud |
1 | De overzichtstabel van alle documenten in de offerte met de bestandsnamen en een beschrijving van de inhoud "01_BB2021-002_xxxx_Overzicht.pdf" |
2 | Het UEA of de UEA's in overeenstemming met de instructies in punt A.1.21.2 "02_ BB2021- 002_xxxx_UEA.pdf" |
3 | Het correct ingevulde offerteformulier "03_BB2021-002_xxxx_Bijlage1_ Offerteformulier.pdf" Het in het offerteformulier vermelde offertebedrag moet overeenstemmen met het bedrag dat is vermeld in het overeenkomstige veld van het eerste tabblad van de samenvattende tabel van de prijzen "04_BB2021-002_xxxx_Bijlage2_Samenvattende tabel van de prijzen.xlsx", namelijk de totale prijs excl. btw en incl. btw voor alle basis- en optionele deliverables voor de volledige duur van de opdracht (4 jaar) (€). |
4 | De overzichtstabel met prijzen die verplicht wordt opgesteld op basis van het Excel-model dat wordt aangeleverd door de aanbestedende overheid "04_BB2021.002_xxxx_Bijlage2_Overzichtstabel van de prijzen.xlsx" |
5 | De documenten, nota's en beschrijvingen die door dit bestek worden vereist en op basis waarvan de aanbestedende overheid de kwaliteit van de offerte kan beoordelen op het vlak van de gunningscriteria "05_BB2021-002_xxxx_Beoordeling_kwaliteit.pdf": - de uitvoeringsdetails lichten de gehanteerde etappes, processen en technologieën toe alsook de strategie om bijvoorbeeld de luchtoperaties uit te voeren en het bestuur, daarbij inbegrepen: het plan voor de uitvoering van de opdracht dat met name de opdeling respecteert in 3 zones en in percelen van 1 km²; de interpolatiemethode om het DTM en het DSM te kunnen samenstellen; de aanwijzing van eventuele grenzen van de werkmethode die de inschrijvers voorstellen op grond van de weersomstandigheden; de geschatte omtrekken van de gevoelige gebieden met mindere dichtheid; de gedetailleerde beschrijving van de verwerkingen die zullen worden toegepast om de geometrische kwaliteitscriteria van de |
deliverables te kunnen garanderen; de aanwijzing of ze eventueel beogen om bijkomende gegevens te gebruiken in het orthorectificatieproces. - de menselijke middelen van de inschrijver, de personen die beschikken over de vereiste bevoegdheden om het type prestatie te realiseren, de namen, kwalificaties en ervaringen van de personen die betrokken zijn bij de realisatie van de opdracht (CV). | |
6 | De correct ingevulde projectreferentiemodellen "06_BB2021- 002_xxxx_Bijlage3_Projectreferentiemodel.pdf", met inbegrip van de luchtfotografiestalen die werden gemaakt met het materieel dat zal worden gebruikt, samen met de metagegevens met de belangrijkste beeldopnameparameters. |
7 | De correct ingevulde formulieren die betrekking hebben op de technische informatie "07_BB2021- 002_xxxx_Bijlage4_Technische informatie.pdf" De inschrijvers kunnen hier de originaliteit toelichten van de oplossing/oplossingen die ze voorstellen om de operaties tot een goed einde te brengen. De formulieren moeten, in voorkomend geval, gepaard gaan met vluchtplanontwerpen en met kopieën van volledige kalibratieverslagen van de beeldopnamesystemen. |
8 | "8_ BB2021-002_xxxx_Varia.pdf" bevat de volgende documenten: - Een attest waarin wordt bevestigd dat de inschrijver rekening heeft gehouden met eventuele rechtzettingen; - De lijst met eventuele onderaannemers en het deel van de opdracht dat eraan zal worden toevertrouwd; - In voorkomend geval de gevraagde informatie op het vlak van de technische en beroepsbekwaamheid die niet in het UEA kon worden opgenomen; - De verklaring met betrekking tot de omzet; - De verklaring met de jaarlijkse gemiddelde personeelsaantallen van de inschrijver gedurende de 3 laatste jaren; - Het bewijs van een beroepsrisicoverzekering, of een bankverklaring, of een andere verklaring die door de aanbestedende overheid is toegestaan en waarmee alle risico's kunnen worden gedekt die zouden kunnen voorkomen in het kader van de uitvoering van de missies gekoppeld aan deze opdracht; - De documenten met betrekking tot eventuele corrigerende maatregelen; - Voor de derden waarop een beroep wordt gedaan voor de economische en financiële draagkracht: een schriftelijk attest waarmee zij aanvaarden hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor de uitvoering van de opdracht; - Wanneer er een beroep wordt gedaan op de draagkracht van derden: het bewijs van hun verbintenis om het betrokken deel van de opdracht uit te voeren; - Een kopie van de volgende documenten: de oprichtingsakten van de onderneming, de benoemingsakten en de akten die de vereiste machtiging toekennen aan de volmachthebber(s) die de offerte ondertekent (ondertekenen), of het uittreksel uit het Belgisch Staatsblad waarin wordt aangegeven dat de ondertekenaars van de offerte tekenbevoegdheid hebben. De mandaten moeten de verbintenis vanwege de inschrijver voor het bedrag van de offerte dekken. De ondertekening van de offerte vormt geen handeling van dagelijks beheer, onder voorbehoud van andersluidende bepaling in de statuten. De bewijsstukken moeten beëdigd worden vertaald in één van de twee talen van de opdracht. De relevante passages moeten worden onderlijnd. - In het geval van een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid: de overeenkomst gesloten tussen de verschillende deelnemers die hoofdelijk aansprakelijk zijn. Hierin moet worden aangegeven welke deelnemer de combinatie zal vertegenwoordigen ten aanzien van de aanbestedende overheid. |
- De eventuele verplichte attesten die van toepassing zijn en die afgeleverd werden door de bevoegde administraties met betrekking tot vergunningen, voorschriften en afwijkingen nodig voor het overvliegen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de realisatie van luchtfotografiewerken. De belangrijkste betrokken wetgevingen zijn het koninklijk besluit van 11 juni 1954 houdende verbod tot vliegen boven zekere gedeelten van het grondgebied van het Rijk, het koninklijk besluit van 14 april 1958 houdende verbod tot vliegen boven zekere gedeelten van het grondgebied van het Rijk, artikel 120ter van het strafwetboek dat het fotograferen van militaire installaties op een afstand van minder dan 10 km verbiedt, het ministerieel besluit van 15 januari 2019 houdende vaststelling van het vergunningstelsel bedoeld in artikel 120ter van het strafwetboek, de vergunning voor werkzaamheden in de lucht, afgegeven aan de exploitant van het luchtvaartuig waarmee de vluchten zullen worden uitgevoerd, zoals omschreven in het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, het bewijs van luchtwaardigheid met gebruiksmelding "luchtfotografie" van het luchtvaartuig waarmee de luchtfotografievlucht zal worden uitgevoerd zoals beschreven in het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart. - Aanvullende documenten van de inschrijver |
In het geval van een combinatie van ondernemers (tijdelijke vereniging, consortium of andere) moet per vereniging één enkele gezamenlijke offerte worden voorgesteld. De offerte moet duidelijk de deelnemers aan de combinatie vermelden en voor elke deelnemer de elementen bevatten die zijn vermeld in artikel 78, eerste lid, 1° van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, meer bepaald de naam, voornaam, hoedanigheid of beroep, nationaliteit en woonplaats van de inschrijver, of voor een rechtspersoon de handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, maatschappelijke zetel, het e-mailadres en, desgevallend, het ondernemingsnummer.
De gezamenlijke offerte wordt ondertekend door elke deelnemer aan de combinatie, op straffe van ongeldigverklaring (de verplichting tot ondertekening heeft ook betrekking op alle correcties en overschrijvingen). De deelnemers verbinden zich hoofdelijk en wijzen een van hen aan als vertegenwoordiger van de vereniging/groepering ten opzichte van de aanbestedende overheid. De opdracht mag niet worden gegund aan een combinatie van ondernemers wanneer één of meer inschrijvers van de vermeende combinatie (worden geacht) een afzonderlijke offerte (te) hebben ingediend. De overeenkomst die de genoemde combinatie regelt, wordt bij de offerte gevoegd.
De inschrijver moet overgaan tot een virusscan van de elektronische drager om te voorkomen dat de informatica-infrastructuur van de aanbestedende overheid zou worden besmet met een virus. Hij moet in zijn offerte melding maken van de gebruikte software voor de virusscan en de garantie geven dat de drager werd gecontroleerd en geen virussen bevat.
Overeenstemming van de offerte
Indien de bepalingen van bovenstaand punt A.1.16.1 op de een of andere manier niet worden nageleefd, kan de aanbestedende overheid de offerte als niet-conform aanmerken.
A.1.17. Indiening en opening van de offertes
Krachtens artikel 83 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren moet de offerte ten laatste op 06/05/2021 voor 14.00 uur op het e-tenderingplatform worden ingevoerd.
De inschrijver aanvaardt de volledige verantwoordelijkheid voor de wijze van verzending en de ontvangst van zijn offerte binnen de gestelde termijn.
Elke offerte die buiten de termijn wordt ingediend, wordt verworpen, ongeacht de reden van deze vertraging.
In overeenstemming met artikel 84 van voornoemd koninklijk besluit van 18 april 2017 zal de opening van de offertes plaatsvinden op de volgende datum en op het volgende tijdstip: 06/05/2021, om 14.00 uur.
De openingsverrichtingen verlopen in de volgende volgorde:
- Elektronische indiening van de offertes via het e-tenderingplatform;
- Opening van alle ingediende offertes;
- Opstelling van een verslag met daarin (1) de naam of handelsnaam van de inschrijvers, hun woonplaats en maatschappelijke zetel, (2) de naam van de persoon of personen die het indieningsrapport elektronisch heeft/hebben ondertekend.
In overeenstemming met artikel 42, § 1 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 ondertekent de inschrijver de offerte, de bijlagen en het UEA op globale wijze door het aanbrengen van een gekwalificeerde elektronische handtekening op het bijbehorende indieningsrapport.
Voor de wijzigingen aan een offerte die worden aangebracht na de ondertekening van het indieningsrapport, alsook voor de intrekking van de offerte, wordt een nieuw indieningsrapport opgemaakt dat moet worden ondertekend in overeenstemming met artikel 43 van voornoemd koninklijk besluit. Het voorwerp en de draagwijdte van de wijzigingen moeten nauwkeurig worden vermeld. De intrekking moet zuiver en eenvoudig zijn. Wanneer het indieningsrapport dat wordt opgesteld ingevolge de wijzigingen of de intrekking, niet voorzien is van de gekwalificeerde elektronische handtekening, is de wijziging of intrekking van rechtswege nietig. Die nietigheid slaat alleen op de wijzigingen of de intrekking en niet op de offerte zelf.
De voornoemde handtekeningen worden afgeleverd door de perso(o)n(en) die bevoegd of gemachtigd is/zijn om de inschrijver te verbinden. De inschrijver voegt de nodige documenten bij die zijn bevoegdheid om de vennootschap te verbinden aantonen (uittreksels van de statuten, mandaat, volmacht, ...).
Wanneer de offerte wordt ingediend door een groepering van ondernemers, moet voor elke deelnemer aan de groepering van ondernemers een gekwalificeerde handtekening van het indieningsrapport door een bevoegde of gemandateerde persoon worden aangebracht.
A.1.18. Geldigheidsduur van de offerte
De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte, zoals ze eventueel werd aangepast door de aanbestedende overheid, gedurende een termijn van zes (06) maanden die ingaat op de uiterste ontvangstdatum.
In overeenstemming met artikel 58, tweede lid van het voornoemde koninklijk besluit van 18 april 2017 kan de aanbestedende overheid vóór afloop van de verbintenistermijn aan de inschrijvers een vrijwillige verlenging van die termijn vragen, onverminderd de toepassing van artikel 89 van het voornoemde koninklijk besluit van 18 april 2017, in geval de inschrijvers geen gevolg aan die aanvraag geven.
A.1.19. Naleving van de sociale wetgeving en de wetgeving op kinderarbeid
De inschrijvers verbinden zich ertoe om bij de uitvoering van deze opdracht de dwingende bepalingen van de acht basisverdragen van de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) toe te passen of te laten toepassen door hun medewerkers en eventuele onderaannemers.
De opdrachtnemer biedt de aanbestedende overheid de gelegenheid om zijn registers van zijn verschillende medewerkers, filialen en onderaannemers in verband met deze opdracht te raadplegen.
A.1.20. Selectie van de inschrijvers
Algemene principes
§.1. In overeenstemming met artikel 66, § 1 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten worden de opdrachten gegund op basis van een of meerdere gunningscriteria, mits de aanbestedende overheid erop heeft toegezien dat aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de offerte voldoet aan de eisen, voorwaarden en criteria vermeld in de aankondiging van een opdracht en de opdrachtdocumenten;
2° de offerte is afkomstig van een inschrijver aan wie de toegang tot de opdracht niet is ontzegd op grond van de artikelen 67 tot 70 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en die voldoet aan de door de aanbestedende overheid vastgestelde selectiecriteria.
Onverminderd paragraaf 2 van het voornoemde artikel beslist de aanbestedende overheid, indien ze vaststelt dat de offerte van de inschrijver aan wie ze voornemens is te gunnen niet voldoet aan de in artikel 7 van de wet bedoelde verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal of arbeidsrecht, om de opdracht niet te gunnen aan de inschrijver van hogervermelde offerte, tenminste wanneer het een verplichting betreft waarvan de niet-naleving ook strafrechtelijk bestraft wordt. In de overige gevallen waarbij ze vaststelt dat de offerte niet voldoet aan de voormelde verplichtingen, kan ze hetzelfde doen.
§.2. De aanbestedende overheid mag, in het geval van een openbare procedure, de offertes controleren na de verificatie van het ontbreken van uitsluitingsgronden en van de naleving van de selectiecriteria op basis van enkel het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA). In die gevallen kan worden overgegaan tot de evaluatie van de offertes zonder dat een verdere grondige controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden en het voldoen aan de selectiecriteria is doorgevoerd in dit stadium. Vooraleer zij van deze mogelijkheid gebruikmaakt, moet de aanbestedende overheid echter de afwezigheid nagaan van fiscale en sociale schulden overeenkomstig artikel 68 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Zij ziet erop toe dat de verificatie van het ontbreken van uitsluitingsgronden en het voldoen aan de selectiecriteria op onpartijdige en transparante wijze plaatsvindt zodat er geen opdracht wordt gegund aan een inschrijver die had moeten worden uitgesloten of die niet voldoet aan de selectiecriteria.
In overeenstemming met artikel 59 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 en onverminderd artikel 73 van de wet van 17 juni 2016 kan de aanbestedende overheid, wanneer dit noodzakelijk is voor het goede verloop van de procedure:
1° via alle middelen die zij nuttig acht, inlichtingen inwinnen over de in artikel 66, § 1, 2°, van de wet bedoelde situatie van om het even welke kandidaat of inschrijver. Meer bepaald kan de aanbestedende overheid, wanneer zij twijfels heeft over de persoonlijke toestand van de kandidaten of inschrijvers,
ondanks de inlichtingen waarover zij beschikt, zich richten tot de bevoegde Belgische of buitenlandse overheden om de inlichtingen te verkrijgen die zij hieromtrent noodzakelijk acht;
2° van elke rechtspersoon die een aanvraag tot deelneming of een offerte heeft ingediend de voorlegging eisen van zijn statuten of vennootschapsakten, evenals van elke wijziging van de inlichtingen betreffende zijn bestuurders of zaakvoerders, voor zover het documenten en inlichtingen betreft die niet met toepassing van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van de Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, kunnen worden verkregen.
§.3. In overeenstemming met artikel 60 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 kan de aanbestedende overheid de selectie van een reeds geselecteerde kandidaat of inschrijver herzien, in welk stadium van de plaatsingsprocedure ook, indien zijn situatie in het licht van de uitsluitingsgronden, dan wel van het voldoen aan het of de toepasselijke selectiecriterium of -criteria, niet meer beantwoordt aan de voorwaarden.
Uniform Europees Aanbestedingsdocument
§.1. In overeenstemming met artikel 73, § 1 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten leggen de inschrijvers bij de indiening van de offertes het Uniform Europees Aanbestedingsdocument voor, dat bestaat uit een bijgewerkte eigen verklaring op erewoord en dat door de aanbestedende overheid als bewijs a priori wordt aanvaard ter vervanging van door overheidsinstanties of derden afgegeven documenten of certificaten die bevestigen dat de betrokken inschrijver aan alle hierna vermelde voorwaarden voldoet:
1° hij bevindt zich niet in een van de situaties als bedoeld in de artikelen 67 tot 69, waardoor kandidaten of inschrijvers kunnen of moeten worden uitgesloten;
2° hij voldoet aan de toepasselijke selectiecriteria zoals vastgelegd in overeenstemming met artikel 71 van de wet en met de artikelen 67 en 68 van het koninklijk besluit van 18 april 2017.
Wat deel IV van het UEA over de selectiecriteria betreft, kunnen de inschrijvers de aan te vullen informatie beperken tot louter de vraag of de ondernemer aan de vereiste selectiecriteria voldoet, in overeenstemming met de afdeling "Algemene aanwijzing voor alle selectiecriteria". Enkel deze afdeling moet dus worden ingevuld.
Indien de ondernemer een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten bevat het Uniform Europees Aanbestedingsdocument ook de in het eerste lid genoemde gegevens ten aanzien van die entiteiten.
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument bestaat uit een formele verklaring van de ondernemer waarin wordt bevestigd dat de betrokken uitsluitingsgrond niet van toepassing is en/of dat aan het betrokken selectiecriterium is voldaan en bevat de relevante informatie die door de aanbestedende overheid wordt vereist. Voorts vermeldt het Uniform Europees Aanbestedingsdocument welke overheidsinstantie of derde verantwoordelijk is voor het opstellen van de bewijsstukken en bevat het een formele verklaring dat de ondernemer in staat zal zijn om op verzoek en onverwijld die bewijsstukken te leveren.
Indien de aanbestedende overheid het bewijsstuk rechtstreeks kan verkrijgen door raadpleging van een databank conform de vierde paragraaf van voornoemd artikel 73, bevat het Uniform Europees Aanbestedingsdocument ook de daartoe vereiste informatie, zoals het internetadres van de databank, alle identificatiegegevens en, in voorkomend geval, de benodigde verklaring van instemming.
Ondernemers kunnen het reeds in een vorige overheidsopdrachtenprocedure gebruikte Uniform Europees Aanbestedingsdocument opnieuw gebruiken, op voorwaarde dat zij bevestigen dat de daarin opgenomen gegevens nog steeds correct zijn.
§.2. Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument wordt opgesteld op basis van het model dat is vastgelegd in uitvoeringsverordening 2016/7 van de Commissie van 5 januari 2016 houdende een standaardformulier voor het Uniform Europees Aanbestedingsdocument en wordt enkel in elektronische vorm bezorgd.
§.3. De aanbestedende overheid kan kandidaten en inschrijvers tijdens de procedure te allen tijde verzoeken de vereiste ondersteunende documenten geheel of gedeeltelijk in te dienen wanneer dit noodzakelijk is voor het goede verloop van de procedure.
In overeenstemming met artikel 40 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 moeten de deelnemers aan een combinatie van ondernemers één van hen aanstellen die de combinatie zal vertegenwoordigen ten opzichte van de aanbestedende overheid. Hiervan wordt melding gemaakt in deel II.B. van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument.
Wanneer een combinatie van ondernemers deelneemt aan de plaatsingsprocedure voor een opdracht moet er, op straffe van nietigheid, voor elk van de deelnemende ondernemers een apart UEA worden ingediend met daarin de informatie vereist in de delen II tot V van het UEA.
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (afgekort als 'UEA') is beschikbaar via de volgende link: xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxx/xxxx/xxxxxxx/ .
Uitsluitingsgronden
A.1.22.3.1. Verplichte uitsluitingsgronden
In overeenstemming met artikel 67 van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten en artikel 61 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, tenzij in het geval waarbij de kandidaat of de inschrijver, in overeenstemming met artikel 70 van het koninklijk besluit van 17 juni 2016 (corrigerende maatregelen), aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer ze heeft vastgesteld of anderszins ervan op de hoogte is dat deze kandidaat of inschrijver door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is voor een van de volgende misdrijven:
1. Deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek of in artikel 2 van kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit;
2. Omkoping als bedoeld in de artikelen 246 en 250 van het Strafwetboek of in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn of in artikel 2.1 van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector;
3. Fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
4. Terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten als bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek of in de zin van artikel 1 of 3 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ
van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit als bedoeld in artikel 4 van genoemd kaderbesluit;
5. Witwassen van geld of financiering van terrorisme als bedoeld in artikel 5 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;
6. Kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel als bedoeld in artikel 433quinquies van het Strafwetboek of in de zin van artikel 2 van richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad;
7. Tewerkstelling van onderdanen van derde landen die illegaal in het land verblijven in de zin van artikel 35/7 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers of in de zin van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van vreemde arbeiders.
A.1.22.3.2. Uitsluitingsgronden in verband met fiscale en sociale schulden
A.1.22.3.2.1. Uitsluitingsgronden in verband met sociale schulden
§.0.Xx overeenstemming met artikel 68 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en artikel 62 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren wordt de inschrijver die niet voldoet aan zijn verplichtingen inzake de betaling van zijn socialezekerheidsbijdragen uitgesloten van deelname aan een plaatsingsprocedure, in overeenstemming met artikel 68 van de wet. De toegang tot de procedure wordt evenwel niet ontzegd aan een kandidaat of inschrijver die geen bijdrageschuld heeft van meer dan € 3.000 of die voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
§.2. De aanbestedende overheid verifieert de toestand op het vlak van de sociale schulden van de kandidaten of inschrijvers op basis van de attesten die elektronisch beschikbaar zijn voor de aanbestedende overheid via de Telemarc-toepassing of via gelijkaardige gratis toegankelijke elektronische toepassingen in andere lidstaten. Deze verificatie gebeurt binnen twintig (20) dagen na de uiterste datum voor het indienen van de aanvragen tot deelneming of de offertes.
§.3. Wanneer de in de tweede paragraaf bedoelde verificatie niet toelaat om te weten of de kandidaat of inschrijver zijn socialezekerheidsbijdragen heeft betaald, verzoekt de aanbestedende overheid deze laatste een recent attest voor te leggen waaruit blijkt dat hij aan deze verplichtingen voldoet. Hetzelfde geldt wanneer er geen dergelijke toepassing beschikbaar is in een andere lidstaat.
Voor de kandidaat of inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wordt het in het eerste lid bedoelde recente attest uitgereikt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en heeft het betrekking op het laatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of de offertes, al naargelang.
Voor de kandidaat of inschrijver die personeel uit een andere lidstaat van de Europese Unie tewerkstelt dat niet onder het tweede lid valt, wordt het in het eerste lid bedoelde recente attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse overheid. Het bevestigt dat de kandidaat of inschrijver voldoet aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn sociale zekerheidsbijdragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij is gevestigd. Dit attest moet gelijkwaardig zijn met het in het tweede lid bedoelde attest.
Wanneer de kandidaat of de inschrijver personeel tewerkstelt dat zowel onder het tweede lid als onder het derde lid valt, zijn de bepalingen van beide leden toepasselijk.
In het geval waarin het door Telemarc of een gelijkaardige elektronische toepassing geleverde attest of het door de bevoegde overheid afgeleverde attest niet aantoont dat hij in regel is, kan de kandidaat of inschrijver beroep doen op de eenmalige regularisatie als bedoeld in artikel 68, § 1, derde lid van de wet. Indien de kandidaat of inschrijver een bijdrageschuld heeft van meer dan € 3.000, toont hij aan, teneinde niet te worden uitgesloten, dat hij op een aanbestedende overheid of op een overheidsbedrijf, een of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn voor een bedrag dat minstens gelijk is aan zijn schuld verminderd met € 3.000.
§.4. Voor de kandidaat of inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en als er nog twijfel blijft bestaan, gaat de aanbestedende overheid na of de sociale verplichtingen werden nageleefd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te ondervragen voor zover die de door de aanbestedende overheid gevraagde attesten uitreikt.
§.5. De aanbestedende overheid kan inlichtingen inwinnen over de toestand van de kandidaat of inschrijver die onderworpen is aan de sociale zekerheid van de zelfstandigen om na te gaan of hij aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn socialezekerheidsbijdragen heeft voldaan.
A.1.22.3.2.2. Uitsluitingsgronden in verband met fiscale schulden
§.0.Xx overeenstemming met artikel 68 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en artikel 63 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren wordt de inschrijver die niet voldoet aan zijn verplichtingen inzake de betaling van zijn fiscale schulden uitgesloten van deelname aan een plaatsingsprocedure, in overeenstemming met artikel 68 van de wet. De toegang tot de procedure wordt evenwel niet ontzegd aan een kandidaat of inschrijver die geen schuld heeft van meer dan € 3.000 of die voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
§.2. De aanbestedende overheid verifieert de fiscale toestand van de kandidaten of inschrijvers op basis van de attesten die elektronisch beschikbaar zijn voor de aanbestedende overheid via de Telemarc- toepassing of via gelijkaardige gratis toegankelijke elektronische toepassingen in andere lidstaten. Deze verificatie gebeurt binnen twintig (20) dagen na de uiterste datum voor het indienen van de aanvragen tot deelneming of de offertes.
§.3. Wanneer de in de tweede paragraaf bedoelde verificatie niet toelaat om te weten of de kandidaat of inschrijver aan zijn fiscale verplichtingen voldoet, verzoekt de aanbestedende overheid de kandidaat of inschrijver rechtstreeks een recent attest voor te leggen waaruit blijkt dat hij aan zijn fiscale verplichtingen voldoet. Hetzelfde geldt wanneer er geen dergelijke toepassing beschikbaar is in een andere lidstaat.
Het in het eerste lid bedoelde recente attest wordt uitgereikt door de bevoegde Belgische en/of buitenlandse overheid en bevestigt dat de kandidaat of inschrijver aan zijn fiscale verplichtingen heeft voldaan in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van het land waar hij is gevestigd.
In het geval waarin het door Telemarc, een gelijkaardige elektronische toepassing geleverde attest van een andere lidstaat of het door de bevoegde overheid afgeleverde attest niet aantoont dat hij in regel is, kan de kandidaat of inschrijver beroep doen op de eenmalige regularisatie als bedoeld in artikel 68, § 1, derde lid van de wet. Indien de kandidaat of inschrijver fiscale schulden heeft van meer dan € 3.000, toont hij aan, teneinde niet te worden uitgesloten, dat hij op een aanbestedende overheid of op een overheidsbedrijf, een of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn voor een bedrag dat minstens gelijk is aan zijn schuld verminderd met € 3.000.
§.4. Als er nog twijfel blijft bestaan, gaat de aanbestedende overheid na of de ondernemer zijn fiscale verplichtingen heeft nageleefd door de Federale Overheidsdienst Financiën te ondervragen voor zover die de door de aanbestedende overheid gevraagde attesten uitreikt.
§.5. De aanbestedende overheid kan overgaan tot de verificatie van de naleving van de betaling van andere dan de in paragraaf 4 bedoelde fiscale schulden. In dat geval preciseert ze in de opdrachtdocumenten welke andere fiscale schulden ze wenst te onderzoeken alsook aan de hand van welke documenten.
A.1.22.3.3. Facultatieve uitsluitingsgronden
Overeenkomstig artikel 69 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, behalve in het geval dat de inschrijver overeenkomstig artikel 70 van de voornoemde wet van 17 juni 2016 kan aantonen dat hij voldoende maatregelen heeft getroffen om zijn betrouwbaarheid te bewijzen, kan de aanbestedende overheid de inschrijver in gelijk welke fase van de gunningsprocedure in de volgende gevallen uitsluiten van deelname aan die procedure:
1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden;
2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
3° wanneer de aanbestedende overheid door welk geschikt middel dan ook kan aantonen dat de kandidaat of de inschrijver een ernstige beroepsfout heeft begaan waardoor zijn integriteit in vraag wordt gesteld;
4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, lid 2;
5° wanneer een belangenconflict in de zin van artikel 6 niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen;
6° wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen;
7° wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht,
een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties;
8° wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen; of
9° wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of verwijtbaar misleidende informatie heeft verstrekt die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning.
De in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk.
Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, is de aanbestedende overheid niet gehouden tot nazicht van de facultatieve uitsluitingsgronden in hoofde van de personen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.
Corrigerende maatregelen
In overeenstemming met artikel 70 van de wet van 17 juni 2016 mag elke kandidaat of inschrijver die in een van de in de artikelen 67 (verplichte uitsluitingsgronden) of 69 (facultatieve uitsluitingsgronden) van diezelfde wet bedoelde situaties verkeert, bewijzen dat de maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken kandidaat of inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.
Hiertoe bewijst de kandidaat of inschrijver, op eigen initiatief, dat hij eventuele schade als gevolg van strafrechtelijke inbreuken of fouten heeft betaald of heeft toegezegd te zullen vergoeden, dat hij de feiten en omstandigheden heeft opgehelderd door actief mee te werken met de onderzoekende autoriteiten en dat hij concrete technische, organisatorische en personeelsmaatregelen heeft genomen die geschikt zijn om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen.
De door de kandidaat of inschrijver genomen maatregelen worden beoordeeld met inachtneming van de ernst en de bijzondere omstandigheden van de strafrechtelijke inbreuken of de fout. Het betreft in alle gevallen een door de aanbestedende overheid te nemen beslissing die zowel op materieel als formeel vlak moet worden gemotiveerd. Wanneer de maatregelen onvoldoende worden geacht, worden aan de ondernemer de redenen daarvoor medegedeeld.
Een ondernemer die bij rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde is uitgesloten van deelneming aan plaatsingsprocedures voor opdrachten of procedures voor de gunning van concessies mag gedurende de duur van de uitsluiting als gevolg van die beslissing geen gebruik kunnen maken van de in dit artikel geboden mogelijkheid in de lidstaten waar het vonnis van kracht is.
Kwalitatieve selectie
A.1.22.5.1. Economische en financiële draagkracht van de inschrijver
Overeenkomstig artikel 67, § 1, tweede lid van het voornoemde koninklijk besluit van 18 april 2017 wordt de economische en financiële draagkracht van de inschrijver verantwoord door:
A) De verklaring betreffende de totale omzet en, in voorkomend geval, de omzet van de bedrijfsactiviteit die het voorwerp van de opdracht is, over de laatste drie beschikbare boekjaren, afhankelijk van de oprichtingsdatum of van de datum waarop de ondernemer met zijn bedrijvigheid is begonnen.
Opdat de inschrijver over een toereikende economische en financiële draagkracht zou beschikken om de opdracht uit te voeren, vraagt de aanbestedende overheid dat hij een totale jaaromzet van minimaal vijfhonderdduizend euro (€ 500.000) kan voorleggen.
B) Xxxxxx het bewijs van een beroepsrisicoverzekering of, in voorkomend geval, een bankverklaring waarmee alle risico's kunnen worden gedekt die zouden kunnen voorkomen in het kader van de uitvoering van de missies gekoppeld aan onderhavige opdracht.
Indien de inschrijver om gegronde redenen niet in staat is de gevraagde referenties voor te leggen, kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere documenten die de aanbestedende overheid geschikt acht.
A.1.22.5.2 Technische en beroepsbekwaamheid van de inschrijver
De technische en beroepsbekwaamheid van de inschrijvers wordt beoordeeld aan de hand van hun knowhow en ervaring.
In overeenstemming met artikel 68, eerste lid van voornoemd koninklijk besluit van 18 april 2017 wordt de technische en beroepsbekwaamheid verantwoord door de volgende referenties:
Door een verklaring met de jaarlijkse gemiddelde personeelsaantallen van de inschrijver gedurende de 3 laatste jaren.
De jaarlijkse gemiddelde personeelsaantallen mogen niet lager zijn dan 25 personen gemiddeld per jaar, zoals vermeld in de sociale balans die is opgenomen in de jaarrekening en die zullen worden toegewezen aan de uitvoering van de opdracht.
De inschrijvers moeten ervoor zorgen dat er voldoende personeel is, zowel wat aantallen als vaardigheden betreft, om alle in activiteiten waarin deze opdracht voorziet te kunnen uitvoeren, rekening houdend met het feit dat de activiteiten met betrekking tot de verplichte opties eventueel tegelijkertijd met de basisdiensten kunnen worden uitgevoerd en dat er dus verschillende personen met dezelfde vaardigheden tegelijk moeten worden ingezet.
De inschrijvers specificeren in hun offerte de voorwaarden voor de toewijzing van personen volgens de profielen en de fasen gekoppeld aan de basisdiensten en elke verplichte optie.
De inschrijvers kunnen hun beschrijving baseren op het volgende voorbeeld van een verdeling van personeel voor uitvoering van de basisdiensten:
• 3 personen voor de voorbereidingsfase (administratief en technisch beheer van de door de aanbestedende overheid verstrekte gegevens ...)
• 5 personen voor de voorbereiding en uitvoering van de vluchten (opstellen van de vluchtplannen, stereomodelvorming, beheer van de camera's en LiDAR- sensoren, besturing, het maken van de foto's en de LiDAR-opmetingen, beheer en controle van de opnames tijdens de vlucht...).
• 3 personen voor de verwerking van de beelden na de vluchten (controle en verwerking van stereokoppels, wazig maken van beelden, vervaardiging van deliverables, ...)
• 4 personen voor het opsporen van veranderingen door de beelden te vergelijken met de gegevens van de aanbestedende overheid
• 5 personen voor de fotogrammetrische bijwerking van de gegevens van de aanbestedende overheid
• 4 personen voor de terreincontroles
• 2 personen voor de vervaardiging en levering van de vectoriële deliverables
• 1 persoon voor het beheer van het project gedurende de volledige periode
De personen en hun eventuele vervangers die voor de uitvoering van deze opdracht zullen worden ingeschakeld, zijn onderworpen aan de voorafgaande aanvaarding door de aanbestedende overheid.
Opmerking:
Wat de economische en financiële draagkracht alsook de technische en professionele bekwaamheid betreft, indien een inschrijver zich op de draagkracht van andere entiteiten wenst te beroepen, ongeacht de juridische aard van de banden tussen hem en deze entiteiten, moet hij aan de aanbestedende overheid aantonen dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de dienstverlener dergelijke middelen ter beschikking te stellen. Deze entiteiten zijn onderworpen aan de toepassing van de artikelen 66 en 67 van voornoemd koninklijk besluit van 18 april 2017.
Overeenkomstig artikel 78 van de wet van 17 juni 2016 is het zo dat, indien een ondernemer een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten voor het vervullen van de economische en financiële criteria, de aanbestedende overheid eist dat de ondernemer en die entiteiten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid dient schriftelijk door die entiteit aanvaard te worden, anders kan de ondernemer zich niet op dergelijke draagkracht beroepen. Indien de voormelde schriftelijke aanvaarding niet wordt gegeven, kan de kandidaat of inschrijver zich niet op de draagkracht van die entiteit beroepen. Het onderhavig lid doet geen afbreuk aan krachtens andere wetten ingestelde hoofdelijke aansprakelijkheidsregelingen, met name op het vlak van sociale, fiscale of loonschulden.
Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van inschrijvers zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of die van andere entiteiten.
De aanbestedende overheid behoudt zich echter het recht voor om alle nuttige, morele of financiële inlichtingen in te winnen betreffende de inschrijver.
A.1.21. Regelmatigheid van de offertes
De offertes van de inschrijvers worden onderzocht vanuit het oogpunt van hun regelmatigheid, zowel formeel als materieel, in overeenstemming met de artikelen 75 en volgende van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren en met de bepalingen van dit bestek.
Offertes die een substantiële onregelmatigheid omvatten, zijn nietig.
Enkel de als regelmatig erkende offertes komen in aanmerking om te worden geëvalueerd op basis van de gunningscriteria.
A.1.22. Gunningscriteria
De opdracht zal worden gegund voor alle basisdiensten en verplichte opties aan de inschrijver die de economisch voordeligste regelmatige offerte heeft ingediend bepaald op basis van de volgende gunningscriteria die zijn opgelijst in afnemende volgorde van belangrijkheid:
Gunningscriteria | Weging |
Prijs 1) Prijzen van de basis-deliverables: 20% Dit is het totale bedrag van de prestaties in verband met de basis- deliverables die in aanmerking genomen zullen worden om de voordeligste offerte voor dit subcriterium te bepalen. Het gaat om het bedrag dat vermeld wordt in veld E4 van het eerste tabblad van de overzichtstabel van de prijzen "04_BB2021-002_ Bijlage2_Overzichtstabel van de prijzen.xlsx", vermeerderd met btw. 2) Prijzen van de twee opties: 10% Dit is het totale bedrag van de prestaties in verband met de twee verplichte opties die in aanmerking genomen zullen worden om de voordeligste offerte voor dit subcriterium te bepalen. Het gaat om de som van de bedragen die vermeld worden in de velden E5 en E6 van het eerste tabblad van de overzichtstabel van de prijzen "04_BB2021-002_ Bijlage2_Overzichtstabel van de prijzen.xlsx", vermeerderd met btw. | 30 % |
De technische waarde van de aangeboden diensten Dit criterium wordt geëvalueerd op basis van de informatie in de bijlagen "05_BB2021-002_xxxx Beoordeling_kwaliteit.pdf", "06_BB2021- 002_xxxx_Bijlage3_Projectreferentiemodel.pdf" en "07_BB2021- 002_xxxx_Bijlage4_Technische informatie.pdf": | 65 % |
3) Realisatie van opnames in kleur RGD en PIR met de volgende evaluatie-elementen en hun respectieve aandeel: • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de stereomodelvorming: 2,5 % • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de voorbereiding van de vluchtplannen met het oog op de volledige dekking van het grondgebied van het BHG langs de assen Oost/West en Noord/zuid: 2,5 % • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de opnames en het beheer van de beelden: 5 % • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de aerotriangulatie: 2,5 % 4) Realisatie van RGB- en PIR-orthofotoplannen met de volgende evaluatie-elementen en hun respectieve aandeel: • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de realisatie van de orthofotoplannen rekening houdend met de beperkingen die gelden voor de elementen op militaire domeinen: 7,5 % • Methode om de waarde "No Data" toe te kennen aan pixels buiten de buffer om geen gegevens weer te geven: 2,5 %. 5) Realisatie van de LiDAR-opmetingen met de volgende evaluatie- elementen en hun respectieve aandeel: • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de realisatie van de LiDAR- opmetingen: 7,5 % • Verbetering van de grondresolutie van de LiDAR- opmetingen (> 16 punten/m²): 10 % 6) Realisatie van digitale oppervlaktemodellen met de volgende evaluatie-elementen en hun respectieve aandeel: • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de realisatie van de digitale terrein- en oppervlaktemodellen en de gefilterde en niet- gefilterde puntenwolken rekening houdend met de beperkingen die gelden voor de elementen op militaire domeinen: 5 % 7) Correctie en bijwerking van de respectieve vectoriële cartografische entiteiten in 2D en 3D van UrbIS met de volgende evaluatie-elementen en hun respectieve aandeel: |
• Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de fotogrammetrie: 2,5 % • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de detectie van veranderingen: 2,5 % • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de 2D- en 3D-modelleringen rekening houdend met de beperkingen die gelden voor de elementen op militaire domeinen: 5 % • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor het beheer van de topologie: 5 % • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de opvolging en het beheer van de identificatie en historisering van de gegevens: 2,5 % 8) Stalen en projectreferenties • Representativiteit, geschiktheid en kwaliteit van de bezorgde stalen ten opzichte van de scope van deze opdracht: 2,5 % • Representativiteit, geschiktheid en kwaliteit van de bezorgde projectreferenties ten opzichte van de scope van deze opdracht: 2,5 % 9) Levering van de deliverables • Geschiktheid van de omgeving en de voorgestelde technische processen voor de levering van elke deliverable: 2,5 % | |
Het uitvoeringsplan dat uit twee luiken bestaat: 1. Benadering en voorgestelde methodologie om de met het project verbonden activiteiten uit te voeren (2,5 %) 2. Governance met inbegrip van een beschrijving van de rollen en verantwoordelijkheden. De personen die beschikken over de vereiste bevoegdheden om het type prestatie te realiseren, de namen, kwalificaties en ervaringen van de personen die betrokken zijn bij de realisatie van de opdracht (op basis van hun cv). De manier waarop de aan elke fase van het project gekoppelde acties beheerd worden (2,5 %) Dit criterium wordt geëvalueerd op basis van de informatie die in het document "05_BB2021-002_xxxx_Beoordeling_kwaliteit.pdf" aangereikt wordt. | 5% |
A.1.23. Kennisgeving van de beslissing tot gunning van de opdracht
In overeenstemming met artikel 8, § 1, 1e lid van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, brengt de aanbestedende overheid de inschrijvers van wie de offerte onregelmatig of niet-conform werd geacht of die niet werden gekozen, zo snel mogelijk na de gunningsbeslissing op de hoogte.
De aanbestedende overheid doet bij een ter post aangetekend schrijven kennisgeving van:
• aan elke niet-geselecteerde inschrijver: de redenen waarom hij niet geselecteerd werd, uittreksels van de gemotiveerde beslissing;
• aan elke inschrijver van wie de offerte als onregelmatig of niet-conform werd beschouwd: de redenen van de verwerping, uittreksels van de gemotiveerde beslissing;
• aan elke inschrijver van wie de offerte niet werd gekozen en aan de gekozen inschrijver: de gemotiveerde beslissing van de gunning van de opdracht.
In overeenstemming met artikel 8, § 1, 2e lid van de voornoemde wet vermeldt de aanbestedende overheid in voorkomend geval ook:
• de precieze vermelding van de termijn voor een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid, zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid van de voornoemde wet van 17 juni 2013;
• de aanbeveling om die mee te delen, binnen de termijn bedoeld in artikel 11, eerste lid van de voornoemde wet van 17 juni 2013, via e-mail naar het adres dat in de voorafgaande kennisgeving wordt vermeld, indien de betrokkene een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid zou indienen;
In overeenstemming met artikel 11 van de voornoemde wet van 17 juni 2013 kent de aanbestedende overheid de inschrijvers een termijn van vijftien (15) dagen toe die ingaat op de dag nadat de gemotiveerde beslissing naar de kandidaten, deelnemers en inschrijvers werd opgestuurd, zodat zij eventueel beroep kunnen aantekenen, en dit uitsluitend voor de Raad van State via een procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid. Indien de aanbestedende overheid binnen de toegestane termijn geen schriftelijke kennisgeving in die zin ontvangt op het hierboven vermelde adres, zal de gunningsprocedure worden voortgezet.
BEPALINGEN
A.2.1. Verplichtingen van de partijen
1. De partijen verbinden er zich toe om alle verplichtingen die de opdracht bepalen en die in het bestek en in punt A.1.5 (Toepasselijke wetgeving en documenten van toepassing op de opdracht) worden beschreven, na te leven.
De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de keuze van de verleende diensten met het oog op het behalen van de bedoelde resultaten, zoals beschreven in de functionele en technische vereisten van dit bestek (Volume B. hieronder) en verbindt zich ertoe om alle verbintenissen en alle waarborgen die hij in zijn offerte heeft gegeven en in elk door hem ondertekend document na te leven.
De opdrachtgever verbindt er zich toe om de diensten te benutten in overeenstemming met de specificaties die door de opdrachtnemer werden gegeven.
2. Geschillen betreffende verplichtingen die voortvloeien uit de bepalingen van deze opdracht, moeten in de mate van het mogelijke in gemeenschappelijk overleg worden beslecht. Bij ontstentenis van een akkoord en alvorens hun rechten voor de rechtbank te laten gelden, kunnen de partijen overeenkomen een beroep te doen op een of meer door beide partijen aanvaarde deskundigen. Die deskundigen moeten hun conclusies binnen dertig dagen na hun benoeming en het begin van hun opdracht aan beide partijen voorleggen. Deze interventie sluit het treffen van ambtshalve maatregelen niet uit. In laatste instantie zijn enkel de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel bevoegd.
A.2.2. Termijnen en kennisgevingen
Voor de uitvoering van deze opdracht en behoudens andersluidende bepalingen begint elke termijn te lopen de dag nadat het feit zich heeft voorgedaan dat als beginpunt voor die termijn dient.
Indien de kennisgeving van een beslissing of van een mededeling een termijn moet doen lopen, wordt dit document ter kennis gebracht bij een ter post aangetekende brief. In dat geval vangt de termijn aan op de eerste werkdag volgend op de dag waarop de kennisgeving bij de post werd ingediend.
Als een termijn in dagen is uitgedrukt, worden daaronder kalenderdagen verstaan, behoudens andersluidende overeenkomst, en loopt deze termijn af op het einde van de laatste dag van de voorziene periode. Als een termijn in maanden is uitgedrukt, wordt geteld van de zoveelste tot de zoveelste; indien er geen zoveelste bestaat in de maand waarop de termijn afloopt, loopt deze af op het einde van de laatste dag van die maand. Wanneer de laatste dag van een termijn een zaterdag, een zondag of een feestdag is, wordt de termijn verlengd tot het einde van de eerstvolgende werkdag.
A.2.3. Regels met betrekking tot de borgtocht
Borgtochtstelling
A.2.3.1.1. Bedrag van de borgtocht
De borgtocht dient als onderpand voor het nakomen van de verplichtingen van de opdrachtnemer tot de opdracht volledig is uitgevoerd.
In overeenstemming met artikelen 25 tot 33 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten is het bedrag van de borgtocht vastgelegd op 5% van het oorspronkelijke bedrag van de opdracht. Het gaat hier dus om 5 % van het offertebedrag.
Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond naar het hoger gelegen tiental euro.
A.2.3.1.2. Xxxx van de borgtocht en bewijs van borgtochtstelling.
In overeenstemming met artikel 26 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013, moet de borgtocht worden gesteld in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire voorschriften op dit vlak, hetzij in speciën, publieke fondsen, in de vorm van een gezamenlijke borgtochtstelling of door een waarborg toegekend door een kredietinstelling die beantwoordt aan de voorschriften van de wet van 22 maart 1993 op het statuut en het toezicht op de kredietinstelling of door een verzekeringsmaatschappij die beantwoordt aan de voorschriften van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen die erkend zijn voor tak 15 (borgtocht).
Binnen dertig (30) kalenderdagen na de dag waarop de opdracht wordt besloten, verantwoordt de opdrachtnemer de stelling van de borgtocht door xxxxxxx of door een derde op een van de volgende manieren:
- Wanneer de borgtocht in speciën wordt gesteld, door storting van het bedrag op de Postchequerekening van de Deposito- en Consignatiekas;
- Wanneer het publieke fondsen betreft, door het deponeren ervan in handen van de Rijkskassier op de zetel van de Nationale Bank te Brussel voor rekening van de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
- Wanneer het een gezamenlijke borgtocht betreft, door neerlegging door een maatschappij die daarvoor erkend is, van een akte van solidaire borg bij de Deposito- en Consignatiekas;
- Wanneer de borgtocht gesteld wordt door middel van een waarborg, door de verbintenisakte van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming.
Het bewijs wordt geleverd naargelang het geval door overlegging aan de aanbestedende overheid van hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult zoals aangegeven in het bestek; hetzij het debetbericht van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming; hetzij het deposito-attest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en Consignatiekas of een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult zoals aangegeven in het bestek; hetzij het origineel van de verbintenisakte opgemaakt door de kredietinstelling of de verzekeringsonderneming die een waarborg heeft toegestaan.
Deze documenten, ondertekend door de bewaargever, geven aan ten bate van wie de borgtocht wordt gesteld, de nauwkeurige bestemming ervan door de beknopte vermelding van het voorwerp van de opdracht en van de referentie van het bestek, alsook de naam, de voornaam en het volledige adres van de opdrachtnemer en eventueel van de derde die de deponering voor rekening heeft gedaan, met de vermelding van 'geldschieter' of 'lasthebber' naargelang het geval.
Aanpassing van de borgtocht
In overeenstemming met artikel 28 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013, geldt het volgende: wanneer de borgtocht door om het even welke reden niet meer aangepast is, met name als gevolg van ambtshalve afhoudingen door de opdrachtgever, bijkomende prestaties of door de opdrachtgever besloten wijzigingen, die het oorspronkelijke bedrag van de opdracht zonder belasting over de toegevoegde waarde met meer dan twintig procent (20 %) doen af- of toenemen, dient de borgtocht te worden aangevuld ten belope van het vroegere bedrag of te worden aangepast.
Verzuim van borgtochtstelling
In overeenstemming met artikel 29 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 wordt de opdrachtnemer in gebreke gesteld per aangetekende brief of via een e-mail die een gelijkaardige garantie biedt voor de exacte verzendingsdatum, wanneer hij geen borgtocht stelt binnen de in punt A.2.3.1.2. vastgestelde termijn. Deze ingebrekestelling geldt als proces-verbaal in de zin van artikel 44, § 2 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013.
Wanneer de opdrachtnemer de borgtocht niet stelt binnen een laatste termijn van vijftien (15) dagen vanaf de datum van verzending van de aangetekende brief of het elektronische bericht dat op een gelijkwaardige manier de exacte datum van de verzending aantoont, kan de opdrachtgever:
1. de borgtocht van rechtswege zelf samenstellen door de verschuldigde sommen voor de beschouwde opdracht in te houden. In dat geval wordt een boete opgelegd van twee procent (2 %) van het oorspronkelijke bedrag van de opdracht;
2. hetzij een ambtshalve maatregel toepassen. In elk geval sluit de verbreking van de opdracht op deze basis de toepassing van straffen of vertragingsboetes uit.
Wanneer de borgtocht niet meer integraal is gesteld en de opdrachtnemer nalaat het ontbrekende aan te vullen, kan de opdrachtgever van de te betalen bedragen een som, gelijk aan het ontbrekende, afhouden en deze aanwenden om de borgtocht opnieuw aan te vullen.
Rechten van de opdrachtgever op de borgtocht
In overeenstemming met artikel 30 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 houdt de opdrachtgever ambtshalve de sommen die hem toekomen van de borgtocht af, met name wanneer de opdrachtnemer bij de uitvoering in gebreke blijft in de zin van artikel 44, § 1, van voornoemd koninklijk besluit.
Deze afhouding dient te gebeuren met inachtneming van de voorwaarden van artikel 44, § 2, van voornoemd koninklijk besluit.
Vrijgave van de borgtocht
Overeenkomstig artikel 33 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 wordt de borgtocht na de definitieve oplevering van de opdracht vrijgegeven.
In elk geval dient de opdrachtnemer de aanvraag tot vrijgave van de borgtocht bij de opdrachtgever in. Voor zover de borgtocht kan worden vrijgegeven, verleent de opdrachtgever binnen vijftien (15) kalenderdagen na de dag van de ontvangst van de aanvraag opheffing.
A.2.4. Uitvoeringsregels voor de dienstverlening
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten is van toepassing.
Uitvoeringstermijn
In overeenstemming met artikel 147 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 wordt de uitvoeringstermijn vastgelegd in kalenderdagen, -weken of -maanden of van datum tot datum, in welk geval de termijn wordt opgeschort tijdens de sluiting van de onderneming van de dienstverlener voor de jaarlijkse vakantie.
De uitvoeringstermijn kan ook in werkdagen worden vastgelegd. In dat geval worden de volgende dagen niet als werkdagen beschouwd:
a) zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;
b) de betaalde jaarlijkse vakantiedagen en de inhaalrustdagen bepaald in een koninklijk besluit of in een bij koninklijk besluit algemeen bindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
Elk jaar moeten, voor de gehele duur van de opdracht, alle operaties die betrekking hebben op elke vlucht en de levering van de deliverables worden gerealiseerd binnen de termijnen die beschreven staan in hoofdstuk B.1.6.
Plaats van uitvoering
De operaties met betrekking tot de inzameling van de gegevens dienen te gebeuren op de sites die beschreven staan in de bestelbonnen.
Behalve indien anders bepaald, moeten de operaties met betrekking tot de gegevensverwerking worden gerealiseerd in de kantoren van de dienstverlener.
De consultancyactiviteiten dienen te gebeuren ter plaatse of in de kantoren van de dienstverlener op grond van de praktische modaliteiten die bepaald worden met de aanbestedende overheid en gepreciseerd worden in de bestelbonnen.
Gebrekkige uitvoering en rechtsmiddelen van de opdrachtgever
A.2.4.3.1. Boetes wegens gebrekkige uitvoering
De goede uitvoering van de diensten die het voorwerp uitmaken van deze opdracht, wordt geverifieerd in overeenstemming met de bepalingen van dit bestek (zie punt A.2.6. hieronder).
In overeenstemming met artikel 45, § 2, eerste lid van het voornoemde koninklijk besluit van 14 januari 2013 leidt elke gebrekkige uitvoering tot een algemene boete die:
- eenmalig is en 0,07 procent bedraagt van het oorspronkelijke bedrag van deze opdracht met een minimum van veertig euro (€ 40,00) en een maximum van vierhonderd euro (€ 400,00), of
- dagelijks is en 0,02 procent bedraagt van het oorspronkelijke bedrag van deze opdracht met een minimum van 20 euro (€ 20,00) en een maximum van 200 euro (€ 200,00), wanneer de gebrekkige uitvoering onmiddellijk ongedaan moet worden gemaakt.
In overeenstemming met artikel 45, § 2, tweede lid van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 wordt deze sanctie toegepast vanaf de derde dag na de datum van afgifte van de aangetekende brief of de elektronische zending die een gelijkaardige garantie biedt voor de exacte verzendingsdatum, bedoeld in artikel 44, § 2 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013, tot en met de dag waarop aan de gebrekkige uitvoering een einde werd gesteld door toedoen van de opdrachtnemer of van de opdrachtgever zelf.
A.2.4.3.2. Boetes wegens laattijdige uitvoering
De vertragingsboetes zijn onafhankelijk van de straffen wegens een uitvoeringsfout. Ze zijn opeisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn zonder opstelling van een proces-verbaal en worden van rechtswege toegepast voor het totale aantal dagen vertraging.
In toepassing van artikel 154 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 worden de boetes wegens laattijdige uitvoering berekend naar rato van 0,1 procent per dag vertraging, met een maximum van zevenenhalf procent (7,5 %), van de waarde van alle of van het deel van de diensten waarvan de uitvoering met dezelfde vertraging gebeurde.
Opmerking:
Alle boetes of straffen, evenals de vergoeding van de opgelopen schade, de aanverwante kosten en de uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van die regels worden in de eerste plaats geboekt op de bedragen die aan de opdrachtnemer verschuldigd zijn, wat daarvan ook de basis is (meer bepaald de facturen en vervolgens de borgtocht).
Niettegenstaande de toepassing van sancties behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor om betaling te weigeren aan de opdrachtnemer voor niet-geleverde diensten.
A.2.4.3.3. Ambtshalve maatregelen
In overeenstemming met artikel 47 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 kan het CIBG - wanneer de opdrachtnemer zijn verdedigingsmiddelen niet heeft laten gelden na afloop van een termijn
van vijftien (15) dagen na de verzending van het proces-verbaal ter vaststelling van de tekortkomingen bedoeld in artikel 44, § 2, tweede lid van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 of vóór het verstrijken van die termijn, als de opdrachtnemer de vastgestelde tekortkomingen erkent - het volgende ondernemen op kosten, risico's en gevaren van de in gebreke blijvende dienstverlener:
- de eenzijdige verbreking van de opdracht;
- de uitvoering in regie van het geheel of van een deel van de niet-uitgevoerde opdracht;
- de gunning van een of meer opdrachten, voor rekening met derden, voor de volledige of een deel van de opdracht die nog moet worden uitgevoerd.
De beslissing van het CIBG wordt via een aangetekende brief of bij elektronische zending die op vergelijkbare wijze de exacte datum van de verzending waarborgt of via een brief tegen ontvangstbewijs, ter kennis gebracht van de in gebreke blijvende opdrachtnemer. Vanaf dat moment mag de opdrachtnemer niet meer tussenkomen in de uitvoering van de opdracht.
Werkorganisatie
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe om de continuïteit van de te verstrekken diensten en prestaties te garanderen en de opdrachtgever onmiddellijk op de hoogte te brengen indien hij niet aan deze verplichtingen kan voldoen.
De dienstverlener verbindt zich ertoe om, indien een of meer personen die de prestaties leveren, niet in staat zouden blijken te zijn om de opdracht tot een goed einde te brengen, over te gaan tot de nodige vervangingen door personeel met een minstens gelijkwaardig profiel, en de lasten te dragen inzake kennisoverdracht. In dit geval is hem geen enkele compensatie verschuldigd.
Resultaatsverbintenis
De opdrachtnemer gaat een resultaatsverbintenis aan, opdat de verleende diensten perfect beantwoorden aan de regels van het kunst en de vereisten van de documenten van deze opdracht.
Aanpassingen aan de technologische evolutie
Rekening houdend met de tijd die kan verstrijken tussen het opstellen van de offerte en de uitvoering van de opdracht, moet de opdrachtnemer een dienst leveren die het best beantwoordt aan de stand van de technologische vooruitgang op het moment van de uitvoering. Die dienst moet echter aan de bepalingen van dit bestek beantwoorden en dit tijdens de volledige duur van de opdracht.
Verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer
In overeenstemming met artikelen 152 en 153 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 draagt de opdrachtnemer de volledige verantwoordelijkheid voor fouten of tekortkomingen in de verleende diensten in het kader van de uitvoering van de opdracht.
De diensten die niet beantwoorden aan de bepalingen en de voorwaarden van de opdracht of die niet werden uitgevoerd overeenkomstig de regels van het vak, dienen door de opdrachtnemer te worden herbegonnen op een datum die door de opdrachtgever moet worden vastgelegd. Zo niet geschiedt dit door het nemen van een ambtshalve maatregel door de opdrachtgever, op kosten en risico's van de
dienstverlener, via een van de middelen van optreden, vermeld in artikel 155 van hetzelfde koninklijk besluit.
De dienstverlener stelt zich bovendien bloot aan boetes en straffen wegens niet-naleving van de bepalingen en voorwaarden van de opdracht.
Bovendien vrijwaart de opdrachtnemer de opdrachtgever van alle schadevergoedingen die hij aan derden verschuldigd zou zijn wegens vertraging of tekortkomingen van zijn kant.
Op het vlak van de contractuele en de niet-contractuele aansprakelijkheid is de Belgische wetgeving van toepassing.
Die aansprakelijkheid kan door geen enkele contractuele bepaling worden beperkt.
Elke bepaling die de opdrachtnemer van zijn aansprakelijkheid ontslaat of die aansprakelijkheid of de schadevergoedingen waarvoor hij aansprakelijk is, beperkt, is niet-tegenwerpbaar ten opzichte van de opdrachtgever.
Overdracht van de opdracht
In overeenstemming met artikel 38 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 kan zonder nieuwe opdrachtprocedure een wijziging aan de opdracht worden aangebracht wanneer ze in de documenten van de oorspronkelijke opdracht werden voorzien - en dit in de vorm van een duidelijke, nauwkeurige en eenduidige bepaling van heronderzoek.
Het is de opdrachtnemer en de opdrachtgever niet toegestaan de opdracht of enigerlei bijbehorende rechten of plichten over te dragen of in waarborg te geven, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere partij.
De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor haar hoedanigheid van aanbestedende overheid op eender welk ogenblik over te dragen aan een andere entiteit op voorwaarde dat zo'n overdracht voortvloeit uit een wettelijke of reglementaire bepaling. De verplichtingen van de opdrachtnemer tegenover de aanbestedende overheid blijven gelden ten opzichte van deze entiteit. De opdrachtnemer wordt in kennis gesteld van het ogenblik waarop deze overdracht zal geschieden.
Voor zover hij voldoet aan de selectiecriteria en de uitsluitingscriteria beschreven in dit document, kan een nieuwe opdrachtnemer in de plaats komen van de opdrachtnemer aan wie de opdracht aanvankelijk werd gegund, indien deze laatste in gebreke is gebleven, wanneer de aanbestedende overheid wenst dat de uitvoering van de opdracht hoe dan ook wordt voortgezet om de continuïteit van de openbare dienstverlening te verzekeren.
De opdrachtnemer dient zijn aanvraag zo snel mogelijk per aangetekende brief in, met vermelding van de redenen voor de vervanging, een gedetailleerd overzicht van de staat van de reeds door hem verrichte uitvoeringen, de contactgegevens van de nieuwe opdrachtnemer, en de documenten en attesten waartoe de aanbestedende overheid geen kosteloze toegang heeft.
De vervanging zal het voorwerp uitmaken van een gedateerd en door de drie partijen ondertekend aanhangsel. De oorspronkelijke opdrachtnemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid voor de uitvoering van het resterende deel van de opdracht.
Faillissement
In overeenstemming met artikel 62, eerste lid, 1° van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013, onverminderd de toepassing van een ambtshalve maatregel, kan de opdrachtgever beslissen om onmiddellijk een einde te stellen aan de opdracht door dit schriftelijk te melden aan de opdrachtnemer of elke natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de opdracht, als de opdrachtnemer zich in een toestand van faillissement, vereffening of stopzetting van activiteiten bevindt of heeft bekend failliet te zijn of het voorwerp heeft uitgemaakt van een procedure van vereffening, behalve bij toepassing van de wetgeving inzake de continuïteit van bedrijven (de procedure van gerechtelijke reorganisatie), of zich in een andere analoge toestand bevindt ten gevolge van een procedure van dezelfde aard, die in andere nationale voorschriften bestaat (gevallen zoals bepaald in artikel 69, 1e lid, 2° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
De opdrachtgever mag de voormelde personen ook de mogelijkheid geven de opdracht verder uit te voeren, als zij garanderen dat wat in dit bestek is voorgeschreven, getrouw wordt uitgevoerd.
Overige uitsluitingsgronden
In overeenstemming met artikel 62, eerste lid, 1° van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013, onverminderd de toepassing van een ambtshalve maatregel, kan de opdrachtgever beslissen om onmiddellijk een einde te stellen aan de opdracht door dit schriftelijk te melden aan de opdrachtnemer of elke natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de opdracht, als de opdrachtnemer zich in een van de verplichte uitsluitingsgevallen bevindt vermeld in artikel 67 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten of in een van de uitsluitingsgevallen betreffende fiscale en sociale schulden vermeld in artikel 68 van de voornoemde wet van 17 juni 2016 of in een van de facultatieve uitsluitingsgevallen vermeld in artikel 69 van de voornoemde wet van 17 juni 2016.
De opdrachtgever mag de voormelde personen ook de mogelijkheid geven de opdracht verder uit te voeren, als zij garanderen dat wat in dit bestek is voorgeschreven, getrouw wordt uitgevoerd.
Vertrouwelijkheid en gebruik van de resultaten
In overeenstemming met artikel 18 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 zal de opdrachtnemer de vertrouwelijkheid in acht nemen van de informatie die hij naar aanleiding van de uitvoering van deze opdracht ontvangt. Hij dient deze geheimhoudingsplicht op te leggen aan zijn personeel en aan zijn onderaannemers.
Alle resultaten en verslagen die door de opdrachtnemer worden voorgelegd tijdens de uitvoering van deze opdracht, zijn eigendom van de opdrachtgever en mogen enkel worden gepubliceerd of meegedeeld aan derden nadat de opdrachtgever daarvoor vooraf zijn schriftelijke toestemming heeft gegeven.
De persoon die verantwoordelijk is voor de verlening van de diensten en zijn medewerkers zijn gehouden aan het beroepsgeheim inzake de informatie die zij zouden hebben verkregen tijdens de uitvoering van deze opdracht. Die informatie mag in geen geval zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever worden meegedeeld aan derden.
De opdrachtnemer mag deze opdracht evenwel als referentie vermelden.
Alle inlichtingen die aan het personeel van de opdrachtnemer worden verstrekt in het kader van zijn opdracht, alle documenten die hem worden toevertrouwd en alle vergaderingen waaraan hij deelneemt worden als strikt vertrouwelijk beschouwd.
Elke informatie en elke informatiedrager met informatie over het CIBG, door het CIBG aan de opdrachtnemer ter beschikking gesteld, blijft volledig eigendom van het CIBG, evenals elke informatiedrager waarop de opdrachtnemer informatie over het CIBG zou hebben gekopieerd of opgeslagen.
Het CIBG heeft het recht om, op elk moment, aan de opdrachtnemer te vragen om het geheel of een gedeelte van de informatiedragers waarop de opdrachtnemer de informatie van het CIBG heeft opgeslagen, terug te bezorgen.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de gevraagde dragers onmiddellijk terug te bezorgen zonder ze te kopiëren.
Na afloop van de uitvoering van de opdracht verbindt de opdrachtnemer er zich bovendien toe om aan het CIBG onmiddellijk alle informatiedragers terug te geven die informatie over het CIBG bevatten en die hem voor de uitvoering van de opdracht ter beschikking zouden zijn gesteld, voor zover die informatiedragers niet eerder al aan het CIBG werden terugbezorgd.
Door informatie ter beschikking te stellen verleent het CIBG aan de opdrachtnemer geen enkel licentierecht, expliciet noch impliciet, op auteursrechten of andere intellectuele rechten.
De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor alle schade waarvan het CIBG het slachtoffer zou zijn ten gevolge van het niet naleven door de opdrachtnemer zelf, door leden van zijn personeel of zijn onderaannemers van de verplichtingen die hem worden opgelegd volgens dit bestek.
A.2.5. Toezicht op de opdracht
In overeenstemming met artikel 39 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 mag de opdrachtgever overal en met alle geschikte middelen toezicht laten houden op de voorbereiding of de uitvoering van de prestaties.
De opdrachtnemer dient alle noodzakelijke inlichtingen en faciliteiten aan de gemachtigden van de opdrachtgever te verstrekken voor het vervullen van hun opdracht.
De opdrachtnemer kan zich niet beroepen op het toezicht of de controle uitgevoerd door de opdrachtgever om van zijn aansprakelijkheid te worden ontheven wanneer de prestaties uit hoofde van een of ander gebrek naderhand zouden worden geweigerd.
In de zin van artikel 150 van hetzelfde koninklijk besluit worden de diensten die het voorwerp van de opdracht uitmaken, aan controles onderworpen teneinde vast te stellen of zij beantwoorden aan de voorschriften die zijn vastgelegd in dit bestek.
A.2.6. Beoordeling van de uitgevoerde diensten en controlewerkzaamheden
In overeenstemming met wat wordt voorzien in artikel 64 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten worden de prestaties pas opgeleverd nadat ze de vereiste controles, technische opleveringen en voorgeschreven proeven hebben doorstaan.
Onder "oplevering" verstaat artikel 2, 15° van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 de vaststelling door de aanbestedende overheid dat de door de opdrachtnemer geheel of gedeeltelijk uitgevoerde diensten overeenstemmen met de regels van goed vakmanschap evenals met de bepalingen van de opdracht.
De opdrachtnemer moet rekening houden met de precisie- en volledigheidsniveaus alsook met de kwaliteitscontroleprocedures die vermeld staan in volume B van dit bestek.
De Dienstverlener stuurt naar de aanbestedende overheid per aangetekende brief een aanvraag om over te gaan tot de voorlopige oplevering van de deliverables waarvan hij meent dat ze beantwoorden aan de vereisten van de opdracht.
Indien de aanbestedende overheid vaststelt dat de deliverables niet in een toestand zijn die het mogelijk maakt om over te gaan tot de controle, wordt de aanvraag van de Dienstverlener als nietig beschouwd. Hij dient dan een nieuwe aanvraag tot oplevering in te dienen van zodra de deliverable aan de gestelde eisen voldoet.
De voorlopige oplevering
Tijdens oplevering controleert de aanbestedende overheid de deliverables met de middelen waartoe in gezamenlijk overleg werd beslist op het ogenblik van de gunning van de opdracht.
Deze verrichtingen omvatten een algemene controle en een controle van de precisie van de deliverables, van hun volledigheid en van het aantal fouten.
Conform artikel 156 van het voornoemde koninklijk besluit, beschikt de aanbestedende overheid over een termijn van 30 kalenderdagen om over te gaan tot de controle en om haar beslissing bekend te maken. De controleprocedure vindt plaats vanaf de datum van het einde van de diensten en van ontvangst van het bericht dat door de dienstverlener in dat opzicht werd bezorgd aan de aanbestedende overheid. Deze termijn gaat in voor zover de aanbesteder tegelijk in het bezit van de lijst van gepresteerde diensten of factuur wordt gesteld. Na deze termijn wordt een proces-verbaal van aanvaarding of weigering opgesteld.
Wanneer de diensten vóór of na deze datum worden beëindigd, informeert de dienstverlener de leidend ambtenaar daarover via aangetekend schrijven of elektronische post, waarbij hij op een gelijkwaardige manier de precieze datum van verzending naar de leidend ambtenaar waarborgt en vraagt om over te gaan tot de oplevering. In dat geval begint de controletermijn van dertig dagen te lopen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek van de dienstverlener.
De voorlopige oplevering kan worden beperkt tot enkel de elementen die worden toegestaan door de aanbestedende overheid.
De dienstverlener en zijn mandatarissen hebben toelating om de oplevering bij te wonen. Na afloop van deze oplevering wordt een proces-verbaal van oplevering opgesteld. Dit wordt verstuurd naar de dienstverlener.
De deliverables die de vereiste kwaliteiten niet bezitten, worden geweigerd. Indien de oplevering wordt geweigerd, wordt de dienstverlener daarvan op de hoogte gebracht aan hand van een aangetekende brief.
Fouten die door de aanbestedende overheid zouden worden gedetecteerd tijdens de controles, moet worden gecorrigeerd door de opdrachtnemer. Er dient dan een nieuwe levering van gecorrigeerde gegevens te worden uitgevoerd door de opdrachtnemer, voorafgaand aan de definitieve oplevering.
De dienstverlener verwijdert de geweigerde deliverables op eigen kosten en binnen een termijn van acht kalenderdagen. Wanneer de deliverables die worden aangeboden voor de oplevering een tweede keer worden geweigerd, zijn de kosten met betrekking tot een nieuwe oplevering ten laste van de dienstverlener.
In het geval van een tweede weigering kan de aanbestedende overheid ambtshalve maatregelen treffen die zijn voorzien in het voornoemde KB van 14 januari 2013.
De definitieve oplevering
De definitieve oplevering vindt plaats 30 kalenderdagen na de datum van de voorlopige oplevering van de deliverable. Deze oplevering is stilzwijgend in het geval waarin de aanbestedende overheid tijdens deze termijn geen enkele opmerking of vraag heeft gericht aan de Dienstverlener.
De definitieve oplevering van de opdracht gebeurt op hetzelfde tijdstip als de laatste definitieve oplevering van de laatste deliverable.
Na afloop van deze oplevering wordt een proces-verbaal van definitieve oplevering van de opdracht opgesteld. Dit wordt verstuurd naar de Dienstverlener.
A.2.7. Facturering en betaling
De betaling van de facturen vindt plaats na de keuring van de prestaties.
De betalingen worden verricht in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk 2, afdeling 11 met als titel "Algemene betalingsvoorwaarden" en met artikel 160 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Er mag geen enkel voorschot worden geëist.
De facturen moeten in twee (2) exemplaren aan de opdrachtgever worden voorgelegd op het volgende adres:
Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest Ter attentie van de boekhoudkundige dienst Xxxxxxxxx 00
0000 XXXXXXX
Overeenkomstig artikel 53, § 2 van het Btw-wetboek en artikel 5, § 2 van het koninklijk besluit nr. 1 van
29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, vermeldt de factuur een factuurnummer, de datum waarop de factuur werd opgesteld, een beschrijving van de verleende diensten, de eenheidsprijs excl. btw en incl. btw, de hoeveelheden, de subtotalen en de totalen incl. btw, het nummer van de bestelbon en de referentieopdracht ('BB2019.005'), het bankrekeningnummer waarop de factuur moet worden betaald en het btw-nummer van de dienstverlener.
De opdrachtnemer mag zijn facturen elektronisch versturen.
De elektronische facturen stemmen overeen met de Europese norm in verband met elektronische facturatie EN 16931-1:2017 en CEN/TS 16931-2:2017. Wanneer de Europese Commissie een norm goedkeurt die werd bijgewerkt in overeenstemming met artikel 5 van de richtlijn 2014/55/EU, wordt de verwijzing naar de Europese norm voor elektronische facturatie EN 16931-1:2017 en CEN/TS 16931- 2:2017 gezien als een verwijzing naar de bijgewerkte norm.
Een elektronische factuur bevat minstens de volgende essentiële elementen: 1° de identificatiegegevens van proces en factuur;
2° de factureringsperiode;
3° de inlichtingen betreffende de verkoper; 4° de inlichtingen betreffende de koper;
5° de inlichtingen betreffende de begunstigde van de betaling;
6° de inlichtingen betreffende de fiscale vertegenwoordiger van de verkoper; 7° de referentie van het contract;
8° de gedetailleerde informatie betreffende de levering; 9° de instructies betreffende de betaling;
10° de inlichtingen betreffende de aftrekken of extra kosten; 11° de inlichtingen betreffende de factuurposten;
12° de totale bedragen van de factuur;
13° de verdeling volgens het btw-percentage.
De elektronische facturen moeten worden verstuurd naar het Mercurius-platform xxxxx://xxxxxxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/.
Modaliteiten betreffende de verzending van de factuur:
De ondernemer voert zijn factuur in via zijn boekhoudkundige tool (ERP of boekhoudprogramma) die vooraf met het PEPPOL-netwerk werd verbonden (netwerk voor de uitwisseling van elektronische facturen die aan de Europese normen beantwoorden) via een toegangspunt (TP) 13. Indien de ondernemer niet over een boekhoudkundige tool beschikt, kan hij gratis gebruikmaken van het invoerportaal op de website van Mercurius.
A.2.8. Onderaannemingsovereenkomsten
Voor de praktische uitvoering van deze opdracht kan de opdrachtnemer onderaannemingsovereenkomsten met derden afsluiten.
De artikelen 12 tot 15 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten gelden voor eventuele onderaannemingsovereenkomsten gesloten met het oog op de uitvoering van deze opdracht.
De opdrachtnemer legt vooraf aan de aanbestedende overheid een lijst voor van de onderaannemers die in verhouding tot hun deelname aan de opdracht moeten beantwoorden aan de minimale vereisten van economische en financiële draagkracht en, overeenkomstig artikel 12/4 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, aan de minimale vereisten op het vlak van de technische en de beroepsbekwaamheid, zoals die door dit bestek worden vastgelegd.
Deze lijst moet door de aanbestedende overheid worden goedgekeurd. Afwijkingen mogen alleen worden aanvaard mits het akkoord van beide partijen.
Dergelijke verbintenissen worden alleen door de opdrachtnemer ondersteund. De opdrachtgever is contractueel alleen met de opdrachtnemer gebonden. Het beroep op onderaannemers en/of tijdelijke of definitieve verenigingen ontslaat de opdrachtnemer volledig noch gedeeltelijk van de algemene of specifieke bepalingen van dit bestek.
In overeenstemming met artikel 12, § 1 van voornoemd koninklijk besluit van 14 januari 2013 is de opdrachtnemer aansprakelijk ten opzichte van de opdrachtgever. Bovendien moet de onderaannemingsovereenkomst een bepaling bevatten volgens dewelke de onderaannemer en de opdrachtnemer zich hoofdelijk en ondeelbaar verbinden, de ene bij gebreke van de andere, ten opzichte van de aanbestedende overheid voor de goede uitvoering van de verplichtingen die uit de onderaannemingsovereenkomst voortvloeien.
A.2.9. Prijsherziening
De prijzen van de diensten kunnen aan een herziening worden onderworpen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en artikel 38/7, paragraaf 2 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
De prijsherziening kan plaatsvinden op de verjaardag van de gunning van de opdracht, op basis van de waarde van de parameters van de voorgaande maand. De opdrachtnemer richt het verzoek tot prijsherziening met de post aan de opdrachtgever, uiterlijk in de maand vóór de verjaardag van de gunning van de opdracht.
De prijsherzieningsformule is:
𝑆
0
𝑃 = 𝑃0 (0,8 𝑆
+ 0,2)
𝑃 = De jaarlijkse aangepaste prijs die geldig wordt op de verjaardag van de gunning van de opdracht op basis van de waarde van de parameters van de vorige maand.
𝑃0 = Basisprijs
𝑆 = De index van het gemiddelde uurloon van het personeel, zoals geattesteerd door AGORIA en vastgesteld in de maand voorafgaand aan de prijsherziening
𝑆0 = De index, zoals hiervoor bepaald, van de maand voorafgaand aan de gunningsdatum van de opdracht.
A.2.10. Vertegenwoordigers van de opdrachtnemer
Voor de uitvoering van de opdrachten die hen in het kader van deze opdracht worden toegekend, dienen de vertegenwoordigers van de opdrachtnemer door de opdrachtgever te worden erkend.
De opdrachtnemer duidt één enkele persoon aan die zal optreden als zijn afgevaardigde en die hem in al zijn relaties met de opdrachtgever zal vertegenwoordigen. Alle contacten tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever verlopen via deze persoon.
De opdrachtgever heeft het recht om, per aangetekende brief, de onmiddellijke vervanging te eisen van de vertegenwoordiger of een personeelslid van de opdrachtnemer, indien hij oordeelt dat diens kwalificaties niet overeenstemmen met de vereisten van dit bestek.
A.2.11. Veiligheid en vertrouwelijkheid
In overeenstemming met artikel 10 van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, zoals gewijzigd door de wet van 16 februari 2017, mogen bepaalde inlichtingen niet worden bekendgemaakt, wanneer hun verspreiding de toepassing van een wet zou belemmeren, tegenstrijdig zou zijn met het openbaar belang, nadeel zou berokkenen aan de legitieme commerciële belangen van openbare of private marktspelers of een eerlijke concurrentie tussen deze partijen zou bemoeilijken.
De gegevens die aan de opdrachtnemer worden verstrekt, mogen voor geen andere doeleinden dan de uitvoering van de opdracht worden gebruikt.
De opdrachtnemer bezorgt de opdrachtgever onmiddellijk alle gevraagde inlichtingen met betrekking tot de naleving van de verplichtingen op het vlak van vertrouwelijkheid en veiligheid.
Overigens verspreidt de opdrachtgever in toepassing van artikel 13, § 2 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten onverminderd de verplichtingen op het vlak van bekendmaking en het informeren van de kandidaten geen inlichtingen die een marktspeler hem vertrouwelijk heeft bekendgemaakt, met inbegrip van eventuele technische of handelsgeheimen en de vertrouwelijke aspecten van de offerte.
A.2.12. Reclame
De opdrachtnemer verbindt er zich toe om in zijn reclame geen melding te maken van deze opdracht of de resultaten die in het kader van deze opdracht werden behaald, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. Hij mag de opdracht echter wel citeren als referentie.
A.2.13. Intellectuele rechten
Algemeen
De opdrachtnemer verzekert dat de diensten die het voorwerp vormen van deze opdracht, bij zijn weten geen inbreuk vormen op octrooien, auteursrechten of licenties die aan derden toebehoren en die het gebruik ervan uitsluiten of beperken. Alle hiermee verband houdende rechten zijn ten laste van de opdrachtnemer.
Na toewijzing van de opdracht dient de opdrachtnemer de aanbestedende overheid te verdedigen tegen elke aantijging als zouden de producten een inbreuk vormen op octrooien of auteursrechten in België. Hij verbindt zich ertoe voor de opdrachtgever het recht te bekomen om de producten te blijven gebruiken, ofwel de producten op eigen kosten te wijzigen of te vervangen waardoor de inbreuk ophoudt, zonder daardoor de fundamentele specificaties van de producten te wijzigen.
De opdrachtnemer neemt, zonder beperking met betrekking tot het bedrag, elke betaling van schadevergoedingen en intresten, kosten of uitgaven die eruit zouden voortvloeien en die ten laste van de aanbestedende overheid zouden worden gelegd in een rechtszaak gebaseerd op een dergelijke aantijging, voor zijn rekening, voor zover de opdrachtnemer de controle heeft over de verdediging alsook over de onderhandelingen met het oog op een minnelijke schikking.
De opdrachtgever verbindt zich ertoe de opdrachtnemer onmiddellijk op de hoogte te brengen indien hem een dergelijke aantijging wordt aangerekend.
Overdracht van de intellectuele-eigendomsrechten aan de aanbestedende overheid
De opdrachtgever verkrijgt de intellectuele-eigendomsrechten die ontstaan, op punt worden gesteld of worden aangewend bij de uitvoering van deze opdracht.
De dienstverlener draagt aan de opdrachtgever alle intellectuele-eigendomsrechten over voor alle deliverables, rapporten, aanbevelingen en alsook elk document, ongeacht de drager, die een technisch belang hebben voor de realisatie van het voorwerp van deze opdracht.
Deze overdracht heeft wat betreft de auteursrechten met name betrekking op:
- De rechten nodig voor de evolutie van de cartografische concepten van de UrbIS-kaart;
- Het reproductierecht in alle vormen, op alle dragers en met inbegrip van de daaraan gekoppelde aanpassingsrechten;
- Het aanpassingsrecht;
- Het recht op mededeling aan het publiek via elk middel, met name via de telematicanetwerken;
- Het distributierecht;
- De afgeleide reproductie- en mededelingsrechten aan het publiek in het kader van de organieke opdrachten van de opdrachtnemer.
Deze overdracht is geldig voor de hele duur van de intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van hun eventuele verlengingen en voor alle landen. De opdrachtnemer kan bovendien, in het kader van zijn activiteiten, de algemene informatie gebruiken over het bestaan van de opdracht en over de bekomen resultaten, conform het bestek.
A.2.14. Benadering en methodologie
De inschrijvers beschrijven in de bijlage "05_BB2021-002_xxxx_Beoordeling_kwaliteit.pdf" hun benadering om het project te realiseren. Ze maken deze beschrijving zodanig op dat ze de specifieke kenmerken naar voor schuiven die betrekking hebben op de verschillende deliverables zoals beschreven in de functionele en technische bepalingen van het bestek: de opsplitsing in fasen en de hoofdactiviteiten, de daaraan gekoppelde deliverables, de verwachtingen jegens de aanbestedende overheid.
De inschrijvers moeten aantonen in welk opzicht hun methodologische benadering het best aansluit op het project wat betreft de kwaliteitsaspecten, het typisch aspect van dit soort projecten.
De inschrijvers moeten de kritieke factoren met betrekking tot het succes van het project verduidelijken op grond van hun kennis en hun begrip van context. Indien nodig dienen zij deze om te zetten in beperkingen.
A.2.15. Organisatie en governance van het project
Rollen en verantwoordelijkheden
De inschrijvers moeten een precieze beschrijving opmaken van de rollen en verantwoordelijkheden van de belangrijkste actoren die betrokken zijn bij de succesvolle uitvoering van dit project, vanaf het maken van de opnames tot aan de levering van de deliverables, over de verschillende processen en bijbehorende kwaliteitscontroles.
De informatie waarmee dit deel geëvalueerd kan worden, moet vermeld worden in het document "05_BB2021-002_xxxx_Beoordeling_kwaliteit.pdf".
Dit deel heeft meer specifiek betrekking op de rollen en verantwoordelijkheden van de persoon die het belangrijkste aanspreekpunt en de gesprekspartner van de aanbestedende overheid zal zijn voor alle zaken die verband houden met de administratie en de algemene organisatie van het project.
Dit deel heeft ook betrekking op de beschrijving van de rollen en verantwoordelijkheden van de personen die verantwoordelijk zijn voor de productie en de coördinatie van de technische uitvoering van het project en voor alle zaken die verband houden met mogelijke technische problemen, vragen over de voortgang van de productie en de leveringen.
Dit hoofdstuk heeft ook betrekking op de personen die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp, de opstelling, de opvolging en de uitvoering van het kwaliteitsplan van het project, alsook op de personen die instaan voor het beheer van de werken en de dagelijkse begeleiding van de teams.
Governance
De inschrijvers dienen de governance te beschrijven die ze wensen te realiseren rekening houdend met de organisatie die zij voorstellen.
De informatie waarmee dit deel geëvalueerd kan worden, moet vermeld worden in het document "05_BB2021-002_xxxx_Beoordeling_kwaliteit.pdf".
De governance zal worden geformaliseerd in de beginfase van het project in een projectkwaliteitsplan. Dit dient te gebeuren ten laatste 2 kalenderweken na de kick-offvergadering die zelf zal worden georganiseerd binnen 2 weken na de gunning van de opdracht.
VOLUME B FUNCTIONELE EN TECHNISCHE BEPALINGEN
LUCHTOPNAMES EN LUCHTFOTOGRAMMETRIE
B.1.1. Algemene context
Deze opdracht kadert in het proces van voortdurende bijwerking en evolutie van de kaart Brussels UrbIS. De UrbIS-producten bestrijken uitsluitend het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Tussen 1996 en 2020 werden 12 fotogrammetrische vluchten uitgevoerd.
De gegevens die worden verkregen via de fotogrammetrische vluchten, worden in hoofdzaak gebruikt om de cartografische referentie UrbIS aan te vullen en te updaten, maar ook om specifieke cartografiediensten te leveren aan de instanties van het BHG.
De diensten van het CIBG staan borg voor de coherentie van de integratie van de verschillende gegevens afkomstig uit de vluchten en de terrestrische topografische opnames in de UrbIS-producten.
B.1.2. Voorwerp, prestaties en deliverables
Conform de bepalingen en voorwaarden van dit bestek, bestaat de opdracht erin om van 2021 tot en met 2024 operaties uit te voeren, gebaseerd op luchtwerken met het oog op het produceren, corrigeren en updaten van een reeks vectoriële 2D- en 3D-gegevens en beelden die terug te vinden zijn op de kaart op grote schaal "Brussels UrbIS" van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het Brussels Gewest dient daarbij telkens volledig bestreken te worden.
De opdracht bestaat, elk jaar, uit een reeks verplichte en optionele deliverables met betrekking tot de volgende activiteiten:
1. Elk jaar, van 2021 tot en met 2024, De realisatie van een digitale stereoscopische verticale luchtopname in 4 kanalen. De drie eerste kanalen hebben betrekking op het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum in de golflengtes rood, groen en blauw (RGB) en het vierde kanaal wordt opgenomen in het nabij infrarood (PIR)
De grondresolutie van de beelden bedraagt 5 cm.
Het vluchtplan moet elk jaar de volledige overvlucht van het Brussels Gewest omvatten langs de assen Oost/West EN Noord/Zuid.
In 2021 en in 2023 zullen de vluchten plaatsvinden tussen 16 juni en 15 augustus. In 2022 en in 2024 zullen de vluchten uiterlijk op 15 april plaatsvinden.
Meerdere specifieke deliverables met betrekking tot deze post, worden beschreven in hoofdstuk B.1.14.1. hieronder.
LiDAR-opmetingen kunnen in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 worden gecombineerd met de hierboven beschreven stereoscopische luchtopnames.
Als eerste verplichte optie moeten de inschrijvers de mogelijkheid voorstellen om in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 tegelijk met de geplande stereoscopische opnames in die jaren LiDAR- opmetingen verrichten, met een basisgrondresolutie van 16 punten/m².
Als tweede verplichte optie moeten de inschrijvers een verbetering van de grondresolutie van XxXXX voorstellen, met de mogelijkheid om LiDAR-opmetingen uit te voeren in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 op hetzelfde moment als de geplande stereoscopische opnames in die jaren. De verbetering mag niet kleiner zijn dan 24 punten/m².
Meerdere specifieke deliverables met betrekking tot deze post, worden beschreven in hoofdstuk B.1.14.2. hieronder.
2. Productie en levering van twee RGB-orthofotoplannen met resoluties van 5 cm en 40 cm en twee PIR-orthofotoplannen met een resolutie van 5 cm.
De RGB- en PIR-orthofotoplannen worden gemaakt van beelden van respectievelijk de vluchtassen Oost/West en de Noord/Zuid.
Meerdere specifieke deliverables met betrekking tot deze post, worden beschreven in hoofdstuk B.1.14.3. hieronder.
3. Telkens wanneer een LiDAR-opmeting wordt uitgevoerd, worden digitale terrein- en oppervlaktemodellen opgesteld en geleverd.
Meerdere specifieke deliverables met betrekking tot deze post, worden beschreven in hoofdstuk B.1.14.3. hieronder.
4. Correctie en bijwerking van een reeks vectoriële cartografische entiteiten in 2D en 3D opgenomen in UrbIS met inbegrip van:
a) Updaten van de 2D- en 3D-gebouwen (vectoriële entiteiten);
b) Updaten van de bomenrijen langs de weg (vectoriële entiteit);
c) Updaten van de spoorlijnen (vectoriële entiteit);
d) Updaten van de tram-/metrolijnen (vectoriële entiteit).
Alle operaties die betrekking hebben op de jaarlijkse vluchten, dienen gerealiseerd te worden in een termijn van ten hoogste 12 maanden nadat de stereoscopische luchtopnames werden gemaakt.
De lijst met vectoriële 2D- en 3D-entiteiten die betrekking hebben op de opdracht, is terug te vinden in hoofdstuk B.1.14.3.1. van dit bestek.
B.1.3. Geografisch gebied
De specificaties die beschreven staan in het bestek zijn van toepassing op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
B.1.4. Planimetrisch en altimetrisch basisschema
Het planimetrisch basisschema voor de uitvoering van alle cartografische taken die deel uitmaken van voorliggende opdracht, komt overeen met het nationaal geodetisch referentiesysteem volgens het Belgische Lambert 72-coördinatenstelsel (ESPG 31370).
Het altimetrisch basisschema voor de uitvoering van alle cartografische taken die deel uitmaken van voorliggende opdracht, komt overeen met de Tweede Algemene Waterpassing (TAW) van het Koninkrijk.
De coördinaten worden uitgedrukt in meter met 2 significante cijfers na de komma.
De dienstverleners moeten ervoor zorgen dat de ontvangers die zij gebruiken, de juiste formules gebruiken om zeker te zijn van optimale plaatsbepalingen zowel inzake planimetrie als inzake altimetrie.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor de wijziging van het hoogteconversiemodel hBG18 die in augustus 2018 plaatsvond in het kader van de update van alle waterpassingsmerktekens door het NGI.
Het is mogelijk dat de officiële planimetrische en altimetrische basisschema’s tijdens de uitvoering van de opdracht evolueren bijvoorbeeld, door de invoering van het Belgische Lambertcoördinatensysteem 2008.
Als dat gebeurt, dient de opdrachtnemer zich voor de nieuwe vluchten en daaraan gekoppelde operaties, te schikken naar de nieuwe regels inzake planimetrie en altimetrie, en dit zonder prijssupplement.
Om de ad hoc-omzetting uit te voeren, moet de dienstverlener gebruik maken van de informatie en de gepaste parameters die worden gepubliceerd door het NGI.
B.1.5. Altimetrie
Behalve wanneer dat anders zou zijn bepaald of dit technisch onmogelijk is, dienen alle vectoriële entiteiten op grondniveau te worden opgenomen.
De hoogtes van alle punten die worden opgenomen door stereorestitutie of door aanvullende terrestrische topografische opnames dienen te worden geleverd voor zover deze hoogtes overeenstemmen met de reële positie van de objecten in de ruimte.
Afwijkende hoogtes zullen worden uitgesloten.
B.1.6. Uitvoeringstermijn
De totale - niet verlengbare - duur van de opdracht bedraagt vier (4) jaar, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de gunning van deze opdracht.
De uitvoeringstermijn wordt door de aanbestedende overheid in kalenderweken of -maanden vastgelegd voor de "beelden"-deliverables en wordt tijdens de sluiting van de onderneming van de dienstverlener voor de jaarlijkse vakanties opgeschort. (Zie de punten B.1.14.1.1; B.1.14.1.6; B.1.14.1.7 en B.1.14.2.4).
Ter herinnering: alle operaties die betrekking hebben op de vlucht, dienen gerealiseerd te worden in een termijn van ten hoogste 12 maanden nadat de stereoscopische luchtopnames werden gemaakt.
B.1.7. Xxxxxx op het fotograferen van militaire domeinen en gevolgen voor de deliverables van deze opdracht
Artikel 120ter van het strafwetboek, aangevuld met het ministerieel besluit van 15 januari 2019, verbiedt het fotograferen van militaire installaties op een afstand van minder dan 10 km;
Dit verbod is eveneens van toepassing op luchtfotografie.
Om deze reglementering na te leven, wordt momenteel gevraagd om de resolutie van foto's of van delen van foto's waarop militaire domeinen te zien zijn, te beperken tot 3 m x 3 m of meer.
Originele beelden met een resolutie van minder dan 3 m zullen worden gestructureerd volgens een rooster bestaande uit cellen van 3 m x 3 m.
Alle pixels in de cellen van 3 m × 3 m binnen in de cel of op het snijpunt met de grenzen van de militaire domeinen, dienen dezelfde kleur te hebben die overeenstemt met de gemiddelde RGB-waarde van alle pixels van elke cel.
De 3 onderstaande figuren illustreren de toegepaste principes om beelden waziger te maken waarop militaire zones te zien zijn:
Figuur 1 toont in rood de grens van een militair gebied. Het militair gebied bevindt zich links. De vierkanten vertegenwoordigen de pixels en de cijfers stemmen overeen met de kleurcodes van de pixels.
Figuur 2 toont de decompositie van het beeld in cellen van 3 m x 3 m (blauw vierkant).
Figuur 3 toont dat alle pixels van de cellen binnen de militaire gebieden of die de grenzen van deze militaire gebieden snijden, dezelfde kleurcode krijgen die overeenstemt met de gemiddelde RGB-waarde van de pixels waaruit elke cel van 3 m × 3 m bestaat.
Deze beperkingen zijn van toepassing op alle "beeld"-deliverables voorzien in dit bestek.
In het kader van deze opdracht dient elke "beeld"-deliverable geleverd te worden in 2 exemplaren.
Het eerste exemplaar moet zodanig zijn gemaakt dat de gebieden die overeenstemmen met de betrokken militaire infrastructuur, op de beelden te zien zijn met een grondresolutie van 3 m en de regels met betrekking tot de hierboven beschreven pixelkleuring worden gerespecteerd.
Voor het tweede exemplaar zal de grondresolutie van de militaire infrastructuur niet worden gewijzigd.
De opdrachtnemer dient bij het NGI of het bevoegde departement van de militaire overheid de lijst en de lokalisatie aan te vragen van de betrokken militaire infrastructuur.
De inschrijvers dienen het bewijs te leveren dat zijzelf en hun eventuele vennoten en/of onderaannemers beschikken over de gepaste veiligheidsmachtiging, zowel op het niveau van de onderneming als op het niveau van de personen die de operaties zullen uitvoeren die beschreven staan in deze opdracht en die betrekking hebben op de gevoelige zones.
Vermits de beperkingen (lijst, lokalisatie, uitgebreidheid en grondresolutie) met betrekking tot de zones die het voorwerp zijn van een luchtfotografieverbod mogelijks kunnen worden gewijzigd tijdens de duur van de opdracht, dient de opdrachtnemer erover te waken dat hij voor elke vlucht de meest recente lijst en lokalisatie gebruikt van militaire infrastructuur om er zich van te vergewissen dat de deliverables in overeenstemming blijven met de reglementering.
Omdat de beperkingen met betrekking tot het maskeren van militaire domeinen eventueel kunnen worden uitgebreid tot de vectoriële deliverables die betrekking hebben op deze opdracht, dient de opdrachtnemer er over te waken dat hij deze beperkingen naleeft en zich informeert bij het NGI en/of het betrokken departement van de militaire overheid aangaande deze verplichtingen.
Net zoals voor luchtfoto's, dient de opdrachtnemer voor elke vlucht de meest recente lijst, lokalisatie en specificaties te gebruiken om er zich van te vergewissen dat de deliverables in overeenstemming blijven met reglementering.
Er kunnen ook beperkingen gelden voor de vectoriële gegevens. Dit moet nagevraagd worden bij het NGI of het bevoegde departement van de militaire overheid en hiermee moet rekening gehouden worden in de offerte.
B.1.8. Aanvullende gegevens
De aanbestedende overheid stelt de inschrijvers een reeks aanvullende gegevens ter beschikking waarmee zij hun offerte kunnen opstellen.
Deze gegevens zijn terug te vinden als bijlage bij dit document. Wanneer het gaat om links naar websites, worden deze links vermeld in de verschillende hoofdstukken.
B.1.9. Luchtwerken
Om gegevens te kunnen verwerven zijn verschillende luchtoperaties nodig.
De inschrijvers dienen op zeer precieze manier in hun offertes de strategieën gedetailleerd toe te lichten die zij denken toe te passen om luchtoperaties uit te voeren, om te bewijzen dat zij een antwoord kunnen bieden op de beperkingen met betrekking tot de verschillende betrokken deliverables en dat de volledige dekking van het grondgebied van het BHG verzekerd is.
De vliegtuigen die zij daarvoor denken te gebruiken, moeten voorzien zijn van alle reglementaire vergunningen en beantwoorden aan de voorwaarden die zijn vereist voor het overvliegen van steden.
De details van de verschillende vluchtplannen die zijn gepland en die ook worden uitgevoerd, dienen bezorgd te worden aan de aanbestedende overheid volgens de modaliteiten beschreven in hoofdstuk B.1.14.1.3. hieronder.
B.1.10. Uitvoeringskalender
De totale - niet verlengbare - duur van de opdracht bedraagt vier (4) jaar (48 maanden), te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de gunning van deze opdracht.
In 2021 en in 2023 zullen de vluchten plaatsvinden tussen 16 juni en 15 augustus. In 2022 en in 2024 zullen de vluchten uiterlijk op 15 april plaatsvinden.
Als de datum van de gunning van de opdracht na 15 juli 2021 valt, moet de vlucht binnen 30 dagen na de gunning van de opdracht worden uitgevoerd.
Na de vlucht zijn verschillende tussentijdse leveringen gepland met soms specifieke levertermijnen. Deze termijnen worden beschreven in elk van de betrokken afdelingen.
Bij de uitvoering van de opdracht zal de aanbestedende overheid aandacht hebben voor de naleving van de termijnen die gelden voor de verschillende deliverables die voorzien zijn in het uitvoeringsplan van de in aanmerking genomen offerte.
B.1.11. Vereiste nauwkeurigheid
In een topografische database onderscheidt men de noties "hoge" en "lage" nauwkeurigheid van de topografische punten. Dit "wiskundig" onderscheid tussen hoge en lage nauwkeurigheid van de opgenomen punten heeft meer bepaald te maken met de onmogelijkheid om één en hetzelfde punt tweemaal op dezelfde plaats te meten met dezelfde nauwkeurigheid (zo zal elke waarnemer bijvoorbeeld het midden van een gracht op een andere manier bepalen). Het is evenmin altijd mogelijk om een bepaald object op dezelfde manier te identificeren. De nauwkeurigheid waarmee het object wordt geïdentificeerd, hangt bovendien af van het objecttype.
In dit verband komt de idealiseringsnauwkeurigheid σi overeen met de nauwkeurigheid waarmee men een punt- of lijnobject op het terrein kan waarnemen. Een idealiseringsklasse kan worden gekenmerkt door een standaardfout σi.
Er worden zes idealiseringsklassen in aanmerking genomen Zij staan vermeld in de onderstaande tabel met hun respectieve nauwkeurigheid.
De topografische punten met "hoge" nauwkeurigheid behoren tot de klassen I tot III. De topografische punten met "lage" nauwkeurigheid behoren tot de klassen IV tot VI.
Klasse | Nauwkeurigheid | σ i |
I | 0- 1 cm | 0,2 cm |
II | 1- 5 cm | 1 cm |
III | 5 - 10 cm | 2,5 cm |
IV | 10 - 20 cm | 5 cm |
V | 20 - 40 cm | 10 cm |
VI | 40 - 80 cm | 20 cm |
De verschillende objecttypes die zijn opgenomen in de topografische database werden ingedeeld in die zes klassen.
De aan een object verbonden nauwkeurigheidsklassen staan vermeld in de overeenstemmende beschrijvende fiche.
Aan elk objecttype wordt tevens een volledigheidsindex toegewezen die bereikt moet worden in de database. Deze volledigheidsindex staat eveneens vermeld in de beschrijvende fiche van elk object.
Om de planimetrische nauwkeurigheid van een topografische database te kunnen bepalen en analyseren, zijn twee sets coördinaten vereist:
o De kaartcoördinaten van een bepaald aantal objecten van de topografische database met hun respectieve nauwkeurigheid;
o De terreincoördinaten van diezelfde objecten, verkregen door opmeting en eveneens gekenmerkt door een bepaalde nauwkeurigheid.
De nauwkeurigheidstest bestaat erin de twee sets coördinaten met elkaar te vergelijken.
De coördinaten kunnen op twee manieren getest worden:
o Naar absolute nauwkeurigheid, met andere woorden ten opzichte van de geodetische punten waaruit het nationale referentienetwerk bestaat (Belgische Lambert 72 en Lambert 2008). Bij deze controle worden de verschillen in absolute coördinaten berekend en blijft de steekproef beperkt tot de gemakkelijk identificeerbare punten of objecten (de klassen I tot III in de bovenstaande tabel);
o Naar de relatieve nauwkeurigheid waarmee de objecten tegenover elkaar in verhouding staan.
Deze nauwkeurigheidstest houdt verband met alle klassen en objecttypes in de bovenstaande tabel.
B.1.12. Kwaliteits- en thematische volledigheidscontroles
De aanbestedende overheid behoudt zich de mogelijkheid voor alle nodige controlemiddelen in te zetten om zeker te zijn dat de hierboven uiteengezette voorschriften door de opdrachtnemer nauwgezet nageleefd werden, en om vervolgens de voorlopige en de definitieve oplevering al dan niet toe te staan (zie A.2.6.).
De kwaliteitscontroles zullen door de aanbestedende overheid zelf en/of door een door laatstgenoemde aangesteld controleorganisme uitgevoerd worden. In het verleden heeft de aanbestedende overheid een deel van die controles onder meer uitbesteed aan het Nationaal Geografisch Instituut (NGI).
Deze kwaliteitscontroles worden doorgaans uitgevoerd op basis van bemonsteringsplannen die uitgevoerd worden overeenkomstig de norm ISO-2859, niveau II.
De nauwkeurigheidsklassen staan beschreven in de tabel in punt B.1.11. hierboven.
De aanbestedende overheid dient controles uit te voeren om zich te vergewissen van de kwaliteit en thematische volledigheid van de opnemingen ten opzichte van het nominale terrein dat deze geacht worden voor te stellen.
Op de volgende niveaus zal onder meer gecontroleerd worden:
o Wordt de zone volledig bestreken?
o Is het aantal opgenomen entiteiten gelijk aan het aantal bestelde entiteiten?
o Is het aantal opgenomen objecten gelijk aan het aantal objecten op het terrein?
Er zullen tellingen uitgevoerd worden om het aantal objecten te bepalen van het geheel of een deel van de entiteiten die in de gecontroleerde zones aanwezig zijn. Voor elk type zal dit aantal vergeleken worden met het aantal dat vermeld staat in de door de opdrachtnemer aangeleverde gegevens.
Voor elk geselecteerde objecttype moet de percentsgewijs uitgedrukte verhouding tussen het aantal door de opdrachtnemer gekarteerde objecten en het aantal aanwezige objecten dat voor de gecontroleerde zone verkregen werd, groter zijn dan de volledigheidsindex die voor de entiteit in kwestie geëist wordt. Een 5 %-afwijking naar beneden wordt toegestaan.
Een object waaraan een verkeerde objecttypecode toegekend werd, wordt beschouwd, enerzijds als zijnde niet gekarteerd onder zijn werkelijke type en weliswaar toch aanwezig onder dit type (wordt als vergeten beschouwd), en anderzijds, als zijnde niet gekarteerd onder het verkeerde objecttype en dus niet op de kaart aanwezig onder dit laatste objecttype. Fouten zullen dus geen twee keer bestraft worden.
B.1.13. Stalen
De aanbestedende overheid houdt in de bijlage van dit document een reeks gegevensstalen ter beschikking van de inschrijvers.
B.1.14. Beschrijving van de deliverables
Een digitale stereoscopische luchtopname in echte kleuren en in het nabije infrarood.
Dit deel van de opdracht heeft tot doel om van 2021 tot en met 2024, vier digitale stereoscopische luchtopnames in kleur RGD en PIR op grote schaal en eventueel gecombineerd met LiDAR-opmetingen te maken van het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Alle clichés en aerotriangulatiegegevens zullen aan de aanbestedende overheid worden bezorgd na de vlucht conform de planning die vermeld staat in de offerte.
De clichés zullen worden gebruikt voor het maken van orthofotoplannen (zie hoofdstuk B.1.14.2.) en voor het fotogrammetrisch updaten van alle vectoriële 2D- en 3D-gegevens van XxxXX (zie hoofdstuk B.1.14.3.).
B.1.14.1.1. Kalender en weersomstandigheden
In 2021 en in 2023 zullen de vluchten plaatsvinden tussen 16 juni en 15 augustus. In 2022 en in 2024 zullen de vluchten uiterlijk op 15 april plaatsvinden.
In het geval de opnames niet kunnen worden uitgevoerd binnen de voorziene termijnen, kan de aanbestedende overheid eventueel een uitbreiding toestaan van de effectieve periode van de operaties.
Na deze datum, kan de opdrachtnemer niet het initiatief nemen om verticale opnames te maken zonder de formele, schriftelijke en voorafgaande toestemming van de aanbestedende overheid.
Deze toelatingsaanvraag kan gebeuren via elektronische post.
Om het probleem van de slagschaduw zoveel mogelijk te beperken, dient de invalshoek van de zon ten opzichte van de horizon minstens 35° te bedragen op het ogenblik van de opnames.
De opnames dienen te gebeuren in de periode met optimale weersomstandigheden, om de vereiste kwaliteit te kunnen garanderen.
Op de foto's mogen geen wolken, schaduwen van wolken en ook geen sneeuw te zien zijn.
De opnames dienen te gebeuren in de beste atmosferische omstandigheden; de grondzichtbaarheid dient minstens 7 km te bedragen.
B.1.14.1.2. Grondresolutie van de foto's
De grondresolutie (Ground Sample Distance of GSD) van de foto's is 5 cm.
De inschrijvers dienen in hun offerte de hoogte en de kenmerken van de vlucht te vermelden die ze denken toe te passen om de grondresolutie van 5 cm te kunnen respecteren.
De belangrijkste technische informatie moet opgenomen worden in de technische bijlage die voor dit doel is voorbehouden.
B.1.14.1.3. Vluchtplan
Het gebruikte vliegtuig dient te beantwoorden aan de voorwaarden die vereist zijn voor het overvliegen van steden.
Het vluchtplan moet georiënteerd worden langs de assen Oost/West EN Noord/Zuid.
Het vliegtuig moet zijn uitgerust met een navigatiesysteem waarmee de vluchtassen gecontroleerd kunnen worden.
De longitudinale overlapping tussen opeenvolgende clichés van eenzelfde vluchtas zal minstens 60 % bedragen van het formaat van de clichés. Het maximale getolereerde verschil tussen de effectieve overlapping en de opgelegde overlapping bedraagt 5 % van het formaat van het cliché.
De laterale overlapping tussen aangrenzende vluchtassen zal minstens 60 % bedragen van het formaat van de clichés. Het getolereerde verschil tussen de effectieve overlapping en de opgelegde overlapping bedraagt 5 %.
Dit longitudinaal en lateraal overlappingspercentage zal worden gehanteerd tijdens de hele duur van de opdracht.
De inschrijvers dienen in hun offertes het maximale hellingspercentage te vermelden dat zal worden verkregen door de parameters aan te wijzen die worden gebruikt om deze te berekenen op grond van de voorgestelde materiële configuraties.
De afstand van een clichémiddelpunt tot de gemiddelde rechte van de clichémiddelpunten dient kleiner te zijn of gelijk aan 10 % van het formaat van clichés.
De twee uiteinden van elke vluchtas dienen minstens 4 foto's te bevatten buiten het gebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals bepaald in UrbIS.
De maximale helling van de opname-as ten opzichte van de verticale bedraagt 5°. De afwijkingshoek bedraagt maximum 5° ten opzichte van de theoretische as.
Het gebruikte vliegtuig moet een optimale stabiliteit kunnen garanderen.
De digitale camera's zijn uitgerust met stabilisatiecontrolesystemen zoals Forward Motion Compensation en Angle Motion Compensation. Deze mechanismen moeten worden beschreven in de offertes.
De voorgestelde digitale camera's dienen gekoppeld te zijn aan een GPS/INS-positiesysteem. Het starten van de opnames dient automatisch te gebeuren door het navigatiesysteem.
De vluchthoogte moet constant zijn. Deze zal worden bepaald op grond van de kenmerken van het materieel waarmee de opnames worden gemaakt om de maximale resolutie te respecteren die wordt gemeten op grondniveau en die wordt bepaald in het kader van deze opdracht.
Bij het bepalen van de vlieghoogte zal rekening moeten worden gehouden met de opgelegde beperkingen en mogelijke ontheffingen met betrekking tot het overvliegen van Brussel en de koninklijke paleizen. Om deze reden is de minimale hoogte vastgesteld op 1.200 m (+/- 4.000 voet) voor de uitvoering van alle in dit bestek voorziene luchtoperaties.
Wanneer opnames van een vluchtplanas moeten wordt onderbroken, kan deze as opnieuw gedeeltelijk worden overvlogen voor het ontbrekende deel op voorwaarde dat kan gezorgd worden voor een minimale superpositie van 4 clichés tussen 2 stroken. Dit dient te worden gemeld in het technisch verslag dat op het einde van de opdracht wordt overhandigd aan de aanbestedende overheid.
B.1.14.1.4. Opnamesystemen en kenmerken van de beelden
De beelden worden opgenomen in minstens vier kanalen:
• De drie eerste kanalen hebben betrekking op het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum in de golflengtes rood, groen en blauw (RGB).
• Het vierde kanaal wordt opgenomen in het nabij infrarood (PIR). De beelden dienen digitaal gemaakt te worden.
In zijn offerte dient de inschrijver precies en gedetailleerd toelichting te verschaffen over de technische aspecten met betrekking tot de opnames. Om dit te doen, zal de inschrijver de documenten "05_BB2021- 002_xxxx Evaluatie_kwaliteit.pdf" en "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf" gebruiken om deze technische aspecten te preciseren.
De beelden die worden gemaakt in het zichtbare deel en in het nabij infrarood van het elektromagnetische spectrum, worden opgenomen in dezelfde vluchtomstandigheden en op hetzelfde moment.
De positie en het precieze uur van de opnames moeten worden geregistreerd en dienen te worden bezorgd aan de aanbestedende overheid.
De inschrijver bezorgt een kopie van het volledige kalibratieverslag van het opnamesysteem. Naast de datum, moet dit verslag ook minstens de volgende elementen bevatten: nummer van de camera, type en nummer van de lens, opening, filters, brandpuntsafstand, radiale vervormingstabel, fotografische resolutie, positie van het belangrijkste autocollimatiepunt; het belangrijkste symmetriepunt; afmeting van het beeld en pixelgrootte. Voor systemen met meerdere camera's moeten in het kalibratieverslag de parameters van elke camera worden vermeld. Om dit te doen, zal de inschrijver het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf" gebruiken om deze informatie te verstrekken.
De inschrijver levert alle nuttige informatie waarmee de aanbestedende overheid de technische kwaliteit van de offerte kan beoordelen. De inschrijver verstrekt de inlichtingen in de documenten "05_BB2021- 002_xxxx Evaluatie_kwaliteit.pdf" en "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf" om deze technische aspecten te preciseren.
B.1.14.1.5. Stereomodelvorming en aerotriangulatie
Om een correcte georeferentiëring te kunnen waarborgen van de opnames, moeten de paspunten voor aerotriangulatie bepaald kunnen worden.
Deze paspunten moeten voldoende zijn in aantal en homogeen verdeeld over het grondgebied dat wordt bestreken door deze opnames. Deze punten dienen planimetrische en altimetrische onzekerheden te hebben van minder dan of gelijk aan 5 cm om een geschikte mate van nauwkeurigheid te kunnen garanderen.
De inschrijvers dienen in hun offertes het aantal noodzakelijke paspunten te preciseren. De inschrijvers moeten het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf" gebruiken om deze waarde te preciseren.
De stereomodelvormingspunten moeten worden gedocumenteerd conform het model van beschrijvende fiche waarvan sprake in hoofdstuk B.1.14.3.13.12.
De opdrachtnemer kan gebruik maken van de fiches met basispunten gebruikt tijdens eerdere opnames.
De stereomodelvormingspunten moeten op duurzame wijze worden verwezenlijkt en duidelijk identificeerbaar zijn aan de hand van beschrijvende fiches.
B.1.14.1.6. Deliverables en controles
Alle digitale stereoscopische paren in echte kleuren en in nabij infrarood die overeenstemmen met alle vluchten dienen te worden geleverd aan de aanbestedende overheid binnen een termijn van ten hoogste 14 weken na de datum waarop elke opname werd gerealiseerd.
De stereoscopische paren moeten vergezeld zijn van de stereomodelvormings- en aerotriangulatiegegevens.
De vluchtresultaten moeten worden geleverd in de vorm van onbewerkte beeldensets (3 x 8 bits et 3 x 16 bits) die het dynamische gamma respecteren van de sensor. Deze beelden moeten steeds worden geleverd in ongecomprimeerd en untiled GeoTiff-formaat.
De volledige fotosets dienen eveneens te worden aangeleverd in ECW-formaat(Enhanced Compression Wavelet).
De fotoset moet voorzien zijn van een georeferentie in de Belgische projectiesystemen Lambert 72 en Lambert 2008.
Zoals vermeld in hoofdstuk B.1.7. moeten alle "beeld"-deliverables telkens worden geleverd rekening houdend met het verbod om luchtfoto's te nemen van bepaalde zones.
Elke "beeld"-deliverable moet daarom worden geleverd in 2 exemplaren.
Voor elk formaat dat werd gedefinieerd in het bestek (GeoTiff en ECW), moet een exemplaar van de stereoscopische beeldenreeks zodanig worden gerealiseerd dat de zones die het voorwerp zijn van een verbod op het nemen van luchtfoto's daarop worden voorgesteld met een grondresolutie van 3 m volgens de modaliteiten beschreven in hoofdstuk B.1.7.
Voor elk formaat dat wordt gedefinieerd in het bestek (GeoTiff en ECW), moet een tweede exemplaar van de stereoscopische beeldenreeks worden gerealiseerd zonder aanpassing van de grondresolutie.
Dit 2e exemplaar moet worden bezorgd aan het NGI.
Alle deliverables worden geleverd op externe harde schijven die de eigendom blijven van de aanbestedende overheid.
De benaming van de "beeld"-bestanden dient de sequentiële nummering te volgen van de opnames met vermelding van het jaar van de opnames in het achtervoegsel, bijvoorbeeld, foto nummer 12345 die werd gemaakt in 2020 krijgt de naam "12345Y20".
Zoals vermeld in hoofdstuk B.1.11, behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor om controles van de aerotriangulatie toe te vertrouwen aan derden. Het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) voerde in het verleden deze controles uit.
Ook dient elke bijstand te worden geleverd om de controles vlot te laten verlopen.
Alle metagegevens die verband houden met de stereomodelvormings- en aerotriangulatieprocessen dienen telkens te worden geleverd.
De inschrijvers dienen, als bijlage bij hun offerte, een of meerdere stalen van luchtfoto's in kleur te leveren die werden gerealiseerd met het materiaal dat ook gebruikt zal worden in het kader van de opdracht. De kenmerken van deze fotostalen dienen zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de kenmerken beschreven in dit bestek. De geleverde stalen dienen vergezeld te gaan van de metagegevens met de belangrijkste parameters van de opnames.
De inschrijvers dienen bij hun offerte het ontwerp-vluchtplan te voegen.
De stalen moeten beschreven worden in het document "06_BB2021- 002_xxxx_Bijlage3_Projectreferentiemodel.pdf". De grafische vector- en afbeeldingsstalen moeten ter beschikking van de aanbestedende overheid worden gesteld, bij voorkeur in de vorm van respectievelijk Shape File-, DGN- of DWG- of Tiff- of ECW-bestanden. Indien de stalen niet bij de offerte kunnen worden gevoegd, vermeldt de inschrijver in het bovenstaande document de links waarlangs de stalen kunnen worden gedownload. Deze links moeten actief blijven tijdens de hele geldigheidsduur van de offertes.
Het werkelijk uitgevoerde vluchtplan dient vervolgens te worden bezorgd aan de aanbestedende overheid.
Het ontwerp van vluchtplan moet beschreven worden in het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf". Het ontwerp van vluchtplan dient bij voorkeur in de vorm van Shape File-, DGN- of DWG-bestanden ter beschikking gesteld te worden van de aanbestedende overheid. Indien de grootte van het vluchtplanbestand niet bij de offerte gevoegd kan worden, vermeldt de inschrijver in het bovenstaande document de internetlink waar het gedownload kan worden. Deze link moet actief blijven tijdens de hele geldigheidsduur van de offertes.
Het geplande en het gerealiseerde vluchtplan moet in grafische bestanden worden voorgesteld in formaten die zullen worden bepaald bij de start van het project.
Het gerealiseerde vluchtplan moet minstens het volgende bevatten:
- De te fotograferen zone (omtrekken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
- De gerealiseerde vluchtassen
- De clichémiddelpunten
- De voetafdruk aan de grond van de clichés
Deze informatie moet gepaard gaan met een reeks documenten waarin volgende elementen worden gepreciseerd:
- Het aantal clichés
- De schaal
- De brandpuntsafstand
- De longitudinale overlapping
- De laterale overlapping
- De gebruikte camera
- De hoogte van de vlucht
- De afstand tussen de vluchtassen
- De vluchtomstandigheden (weersomstandigheden en verloop van de vlucht)
- De volledige lijst van de gerealiseerde clichés met vermelding van het uur van opname en de start- en einduren van de stroken
- Het daadwerkelijk gerealiseerde vluchtplan met vermelding van dezelfde informatie als in het gesimuleerde vluchtplan
- Het verloop van de operaties met vermelding van de gebruikte procedures, materialen en berekeningswijzen
- Een grafisch bestand met de lokalisatie en identificatie van alle stereomodelvormingspunten
- De volledige set beschrijvende fiches van de stereomodelvormingspunten overeenkomstig het model dat terug te vinden is in de bijlage van dit volume. De fiches dienen te worden aangeleverd in digitaal formaat (1 Excel-bestand per fiche).
De stereomodelvormingspunten moeten als volgt worden geïdentificeerd: "BP05aaaaaa" waarbij "aaaaaa" overeenstemt met het volgnummer van het punt rechts en wordt voorafgegaan door een "0" (nul).
- De gegevens met betrekking tot baanberekening na berekening en compensatie
B.1.14.1.7. Verloop en schematische chronologie van de belangrijkste etappes
De operaties met betrekking tot de fotogrammetrische vlucht schematisch verlopen elk jaar op de volgende manier:
- Indiening van het ontwerp van vluchtplan
- Toestemming voor het starten van de operaties door de aanbestedende overheid
- Stereomodelvorming
- Uitvoering van de luchtopnames
- Aerotriangulatie
- Binnen een termijn van een week na de datum van de vlucht, levering door de opdrachtnemer van het daadwerkelijk gerealiseerde vluchtplan en van een staal van gegevens bestaande uit 4 foto's die 2 stereoscopische sets vormen
- Binnen een termijn van ten hoogste 14 weken na de datum van de vlucht, levering door de opdrachtnemer van foto's (niet-gedegradeerd en gedegradeerd) en van de aerotriangulatiegegevens
- Controle van de gegevens door de aanbestedende overheid
- Voorlopige oplevering van de deliverables met betrekking tot de vlucht
- Definitieve oplevering.
Orthofotoplannen
De opdracht plant elk jaar de aanmaak en levering van orthofotoplannen in echte kleuren en in het nabij infrarood van het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op basis van beelden afkomstig van digitale stereoscopische luchtopnames in kleur op grote schaal zoals voorzien in hoofdstuk B.1.14.1 van dit bestek.
B.1.14.2.1. Aanmaak van orthofotoplannen in functie van de opname-assen
Aangezien het vluchtplan elk jaar opnames langs de assen Oost/West en Noord/Zuid omvat, zullen elk jaar voor elk van deze vluchtassen RGB- en PIR-orthofotoplannen aangemaakt worden.
B.1.14.2.2. Probleemoplossing
Na elke vlucht worden twee soorten orthofotoplannen gerealiseerd en afgeleverd in de verschillende hieronder beschreven configuraties.
De orthofotoplannen hebben dezelfde resolutie als de verticale stereoscopische luchtfoto's waarvan sprake in afdeling B.1.14.1.2. hierboven, met andere woorden, met een resolutie van 5 cm.
Er zullen orthofotoplannen afgeleid worden van de vorige om een resolutie te verkrijgen van 40 cm.
Er zullen specifieke orthofotoplannen worden gemaakt om rekening te houden met de beperkingen opgelegd voor de voorstelling van militaire domeinen. Deze twee orthofotoplannen zullen worden overhandigd aan de aanbestedende overheid.
B.1.14.2.3. Geometrische en radiometrische correcties
De foto's zullen worden ge-orthorectificeerd alvorens ze worden gemozaïekeerd en worden opgedeeld volgens het raster bepaald in hoofdstuk B.1.14.4.2.
Om de geometrische correctie te kunnen doorvoeren van de opnames, kan de opdrachtnemer gebruik maken van het digitale terreinmodel (DTM) dat beschikbaar is bij de aanbestedende overheid. Men dient evenwel rekening te houden met het tijdsverschil tussen dit DTM en de opnames die voorzien zijn in deze opdracht.
De inschrijvers bezorgen eveneens een gedetailleerde beschrijving van de verwerkingen die zullen worden toegepast om borg te kunnen staan voor de geometrische kwaliteitscriteria van de deliverables.
De inschrijvers dienen te preciseren of zij eventueel van plan zijn gebruik te maken van bijkomende gegevens in het orthorectificatieproces.
Deze informatie zal beschreven worden in het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf". De gegevens in kwestie zullen gebruikt worden om de offertes te vergelijken op basis van de gunningscriteria bepaald bij hoofdstuk A.1.22. hierboven.
Luchtfoto's moeten worden samengebracht (mozaïekering) en radiometrisch worden gecorrigeerd zodanig dat het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan worden voorgesteld in één enkel beeld waarvan de kleuren in evenwicht zijn.
De beelden moeten een hoog contrast hebben. Ze moeten ook een goede zichtbaarheid bieden op schaduwplaatsen.
Het histogram moet ook zo volledig mogelijk zijn voor elk RGB-kanaal.
Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan het proces van harmonisatie van de histogrammen om een mozaïek van goede geometrische en radiometrische kwaliteit voor het hele gebied te verkrijgen. De inschrijvers moeten de processen beschrijven die worden overwogen om de histogrammen te harmoniseren.
De beelden moeten vrij zijn atmosferische sluier en andere ruis. Er mag geen vignettering optreden op de beelden.
De naden tussen de beelden mogen niet zichtbaar zijn op het niveau van de rasters en ook niet langs weerszijden van de mozaïekeringslijn.
De beelden mogen ook geen wazige zones bevatten.
De dienstverlener dient een verslag te overhandigen waarin de radiometrische kwaliteit van de deliverables wordt beschreven.
B.1.14.2.4. Mozaïekering en opdeling van bestanden
De mozaïekeringslijnen moeten ook zo weinig zichtbaar als mogelijk zijn. Deze dienen zoveel mogelijk de natuurlijke "grenzen" van het terrein te respecteren alsook de homogeniteit en structuur van de bebouwde zones en van de objecten die erin voorkomen.
Elk jaar levert de opdrachtnemer een grafisch bestand af met daarin alle mozaïekeringslijnen. Het formaat van het te gebruiken grafische bestand wordt bepaald wanneer het project wordt gestart.
De orthofotoplannen worden georganiseerd volgens verschillende opdelingen.
De orthofotoplannen "5 cm" zullen worden aangeleverd op basis van de volgende opdelingen:
- Een enkel continu beeld dat het volledige grondgebied bestrijkt van het Gewest met een "buitenbuffer" van 200 m. De waarden van de pixels buiten deze buffer dienen "NoData"-waarden te zijn om het ontbreken van gegevens te kunnen aangeven.
De omtrek van het Gewest is terug te vinden in UrbIS-Adm, wat kan worden gedownload via de website van het CIBG.
- Een opdeling in dambordformaat met vierkante rasters met een zijde van 1 km (1 km²) zoals bepaald in onderstaand hoofdstuk B.1.14.4.2.
Deze opdeling is goed voor ± 200 beelden/bestand.
Deze opdeling in dambordformaat stemt overeen met het vierkante raster bepaald in de UrbIS- producten.
De waarden van de pixels buiten de gewestgrens dienen de "NoData"-waarde te bevatten om het ontbreken van gegevens te kunnen aangeven.
De rasters kunnen niet van elkaar worden losgemaakt en kunnen ook niet op elkaar worden geplaatst.
Het orthofotoplan "40 cm" dient georganiseerd te worden in de vorm van een uniek bestand dat het hele grondgebied van het Gewest bestrijkt met een externe "buffer" van 200 m. Ook hier moeten de waarden van de pixels buiten de buffer de "NoData"-waarde bevatten om het ontbreken van gegevens te kunnen aangeven.
De inschrijvers moeten de methode beschrijven die gebruikt wordt om de "NoData"-waarde aan de respectieve cellen toe te wijzen. De inschrijvers zullen het gebruik van een geldige beeldwaarde zoveel mogelijk vermijden.
Deze informatie zal beschreven worden in het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf". De gegevens in kwestie zullen gebruikt worden om de offertes te vergelijken op basis van de gunningscriteria bepaald bij hoofdstuk A.1.22. hierboven.
B.1.14.2.5. Deliverables
Alle orthofotoplannen moeten geleverd worden binnen een maximumtermijn van 18 weken na de datum waarop de verticale luchtfoto's werden gemaakt.
De mozaïekeringslijnen moeten samen met de grafische bestanden worden geleverd. Het formaat van het te gebruiken grafische bestand wordt bepaald wanneer het project wordt gestart.
De orthofotoplannen moeten worden geleverd in verschillende formaten.
De bestanden moeten gepaard gaan met de gepaste georeferentiële bestanden volgens de Belgische systemen Lambert 72 en Lambert 2008.
De benaming van de bestanden is gestandaardiseerd.
De benaming van de gewestelijke bestanden moet de volgende structuur respecteren: "UrbOrthoYXX_BHG_YYcm.ZZZ", waarbij "XX" overeenstemt met het jaar waarin de opnames werden gemaakt (bijvoorbeeld "XX" = "20" voor het jaar 2020), "YY" stemt overeen met de grondresolutie van het beeld uitgedrukt in centimeters (bijvoorbeeld "YY"" = "05" voor 5 cm) en "ZZZ" dat overeenstemt met het formaat (bijvoorbeeld "ZZZ" = "ECW").
Zoals vermeld in hoofdstuk B.1.7. moeten alle "beeld"-deliverables worden geleverd rekening houdend met het verbod om luchtfoto's te nemen van bepaalde zones.
Elke "beeld"-deliverable moet dus worden geleverd in twee exemplaren.
Voor elk formaat dat werd gedefinieerd in het bestek (GeoTIFF en ECW) en voor elke resolutie, moet een exemplaar van elk orthofotoplan of geheel van orthofotoplannen zodanig worden gerealiseerd dat de zones die het voorwerp zijn van een verbod op het nemen van luchtfoto's daarop worden voorgesteld volgens de modaliteiten beschreven in hoofdstuk B.1.7.
Voor elk formaat dat wordt gedefinieerd in het bestek (GeoTIFF en ECW), moet een tweede exemplaar van elk orthofotoplan of elk geheel van orthofotoplannen worden gerealiseerd zonder aanpassing van de grondresolutie.
De niet-gedegradeerde orthofotoplannen moeten aan het NGI bezorgd worden, als de aanbestedende overheid niet in het bezit is van de accreditaties afgeleverd door het bevoegde departement van de militaire overheid.
Orthofotoplannen | Formaten | |
GeoTIFF | ECW | |
Gewestelijke orthofotoplannen "5 cm" in echte kleuren zonder degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Nee | Ja |
Gewestelijke orthofotoplannen "5 cm" in nabij infrarood zonder degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Nee | Ja |
Gewestelijke orthofotoplannen "5 cm" in echte kleuren met degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Nee | Ja |
Gewestelijke orthofotoplannen "5 cm" in nabij infrarood met degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Nee | Ja |
Orthofotoplannen "5 cm" in vierkante rasters van 1 km², zoals bepaald in hoofdstuk B.1.13.3.2., in echte kleuren met degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Ja | Ja |
Orthofotoplannen "5 cm" in vierkante rasters van 1 km², zoals bepaald in hoofdstuk B.1.13.3.2., in nabij infrarood met degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Ja | Ja |
Orthofotoplannen "5 cm" in vierkante rasters van 1 km², zoals bepaald in hoofdstuk B.1.13.3.2., in echte kleuren zonder degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Ja | Ja |
Orthofotoplannen "5 cm" in vierkante rasters van 1 km², zoals bepaald in hoofdstuk B.1.13.3.2., in nabij infrarood zonder degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Ja | Ja |
Gewestelijke orthofotoplannen "40 cm" in echte kleuren zonder degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Ja | Ja |
Gewestelijke orthofotoplannen "40 cm" in echte kleuren met degradatie van de resolutie in bepaalde zones. | Ja | Ja |
De LiDAR-opmetingen
In het kader van de huidige opdracht is gepland om de LiDAR-opmetingen in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 te combineren met de hierboven beschreven stereoscopische luchtopnames.
De LiDAR-opmetingen zullen op hetzelfde moment als de stereoscopische luchtopnames gemaakt worden, die beschreven worden in hoofdstuk B.1.14.
B.1.14.3.1. Deliverables bij de verplichte opties
Als eerste verplichte optie moeten de inschrijvers de mogelijkheid voorstellen om in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 tegelijk met de geplande stereoscopische opnames in die jaren LiDAR-opmetingen verrichten, met een basisgrondresolutie van 16 punten/m².
Als tweede verplichte optie moeten de inschrijvers een verbetering van de grondresolutie van XxXXX voorstellen, met de mogelijkheid om LiDAR-opmetingen uit te voeren in 2021, 2022, 2023 en/of 2024 op hetzelfde moment als de geplande stereoscopische opnames in die jaren. De verbetering mag niet kleiner zijn dan 24 punten/m².
Deze financiële informatie moet opgenomen zijn in de Excel-tabel "04_BB2021- 002_xxxx_Bijlage2_Overzichtstabel van de prijzen.xlsx" die ter beschikking van de inschrijvers gesteld wordt.
B.1.14.3.2. Probleemoplossing
De inschrijvers moeten in hun offertes de grondresolutie specificeren die ze gedurende de hele opdracht zullen toepassen.
De basisgrondresolutie is vastgelegd op 16 punten/m² voor de 1e verplichte optie.
De verbetering van de grondresolutie van de 2e verplichte optie mag niet minder dan 24 punten/m² bedragen.
De inschrijvers moeten deze verbeteringswaarde aanleveren in het document "07_BB2021- 002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf".
De inschrijvers dienen in detail de diameter op de grond te preciseren en te beschrijven van de spot van elke golf op grond van de onderlinge afstand tussen twee punten rekening houdend met de voorgestelde oplossing.
De inschrijvers moeten de gebruikte golffrequenties verantwoorden.
De inschrijvers moeten deze verbeteringswaarde aanleveren in het document "07_BB2021- 002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf".
De verantwoordingen kunnen opgenomen worden in het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf" of in het document "04_BB2021-002_xxxx_Bijlage2_Overzichtstabel van de prijzen.xlsx".
De voorgestelde golflengte dient de volksgezondheid te respecteren en overeen te stemmen met de doelstellingen van de opdracht.
De inschrijvers zullen ervoor zorgen dat de deliverables voldoen aan de voor militaire domeinen opgelegde resolutiebeperkingen voor puntenwolken.
B.1.14.3.3. LiDAR-deliverables
De volgende deliverables moeten bezorgd worden na elke LiDAR-opmeting:
1. De onbewerkte-puntenpatronen die het resultaat zijn van de opname van de gegevens voor elke vluchtas, dienen geleverd te worden in specifieke bestanden in het LAS-formaat (versie 1.2 of later).
Gegevens die worden ingezameld tijdens bruuske manoeuvres van het vliegtuig (bochten, einde
van een opnamestrook…) zullen niet worden geleverd.
2. De gefilterde-puntenpatronen die overeenstemmen met de digitale oppervlakte- en terreinmodellen zullen worden geleverd in specifieke bestanden in LAS-formaat (versie 1.2 of later).
Deze deliverables zullen georganiseerd worden volgens de opdeling in vierkante rasters van 1 km² die is beschreven in hoofdstuk B.2.8.3.2.
De volgende vijf klassen moeten identificeerbaar zijn in de bestanden:
• Ground
• Low vegetation
• High vegetation
• Building
• Unclassified
De punten die niet behoren tot de klassen "Ground", "Low vegetation", "High vegetation" en "Building" zullen samengebracht worden in de klasse "Unclassified".
Een methodologische nota moet de deliverables vergezellen en dient de gebruikte filters te beschrijven alsook eventuele problemen waarmee men werd geconfronteerd tijdens de verwerking.
De puntenwolk wordt vanuit de clichés in RGB gekleurd.
De inschrijvers moeten de methode voor het kleuren van de punten die ze zullen gebruiken, beschrijven in het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf ».
3. De productie en levering van een digitaal terreinmodel (DTM) dat enkel overeenstemt met de natuurlijke terreinelementen, onder het gebladerte en met uitzondering van gebouwen, ruis en artefacten die in verband gebracht kunnen worden met aanwezigheid van geïsoleerde objecten (voertuigen, voetgangers, panelen, alleenstaande bomen…).
Het DTM moet een grondresolutie van 50 cm hebben.
Het DTM dient de vorm te hebben van vierkante rasters met een resolutie van 50 cm. Het DTM dient een dubbele vorm te hebben:
• Een enkel GeoTIFF-bestand dat het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestrijkt.
• Een reeks GeoTIFF-bestanden die overeenstemt met de opdeling van het BHG in vierkante rasters van 1 km² zoals beschreven in hoofdstuk B.1.14.4.2.
Het DTM zal worden geïnterpoleerd om een altimetrische waarde te verkrijgen voor elke plaats op het grondgebied.
De inschrijvers dienen de interpolatiemethode te beschrijven die zij denken te gebruiken om het DTM te maken.
Deze informatie moet opgenomen zijn in het document "05_BB2021-002_xxxx
Evaluatie_kwaliteit.pdf" dat bij de offertes gevoegd moet worden.
De vierkante rasters met zijden van 50 cm van het DTM zal worden vastgezet op de Lambert 72- en Lambert 2008-coördinaten per eenheid van het DTM.
4. De productie en levering van een digitaal oppervlaktemodel (DSM) waarin de kunstwerken zijn opgenomen.
Het DSM moet een resolutie van 50 cm hebben. Het DSM dient een dubbele vorm te hebben:
• Een enkel GeoTIFF-bestand dat het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestrijkt.
• Een reeks GeoTIFF-bestanden die overeenstemt met de opdeling van het BHG in vierkante rasters van 1 km² zoals beschreven in hoofdstuk B.1.14.4.2.
Het DSM zal worden geïnterpoleerd om een altimetrische waarde te verkrijgen voor elke plaats op het grondgebied.
De inschrijvers dienen de methode te beschrijven die zij denken te gebruiken om dit DSM te maken.
Deze informatie moet opgenomen zijn in het document "05_BB2021-002_xxxx
Evaluatie_kwaliteit.pdf" dat bij de offertes gevoegd moet worden.
Het vierkante raster met zijden van 50 cm van het DSM zal worden vastgezet op de Lambert 72- en Lambert 2008-coördinaten.
5. De productie en levering van een digitaal terreinmodel (DTM) van het type TIN (Triangulated Irregular Network) vanuit het DTM.
Het TIN (Triangulated Irregular Network) moet bezorgd worden in de vorm van een grafisch bestand waarvan het formaat zal worden bepaald wanneer het project van start gaat.
De productie van het TIN moet rekening houden met de structuur- en hellingsbreuklijnen van het terrein.
De berekeningsmethoden die het genereren van lange en smalle driehoeken zoveel mogelijk vermijden.
6. De productie en levering van 3D-hoogtelijnen met een gelijke afstand van 50 cm vanuit het DTM. De hoogtelijnen moeten aangeleverd worden in Microstation V8i DGN- en/of Autocad DWG- bestanden evenals ESRI Shape-bestanden.
7. Drie dichtheidskaarten in de vorm van rasters van 1 m² die het mogelijk maken om een beeld te hebben van:
a. Het aantal punten per m²
b. Het aantal punten gebruikt om het DTM te genereren.
c. Het aantal punten gebruikt om het DSM te genereren.
8. Er dient een verslag te worden ingediend waarin het volledig verloop van alle operaties wordt beschreven.
Dit verslag dient de procedés, gebruikte materialen en berekeningsmethodes te beschrijven waarmee alle deliverables gegenereerd moeten worden.
Correctie en updating van een gedeelte van de vectoriële kaart UrbIS 2D
en 3D
Dit deel van de opdracht beoogt de correctie en updating van een beperkt deel van de vectoriële 2D- en 3D-entiteiten van UrbIS.
De lijst van betrokken entiteiten is terug te vinden in hoofdstuk B.1.14.4.1. hieronder.
De correctie en updating zullen worden gerealiseerd in hoofdzaak op basis van de stereoscopische luchtfoto's in echte kleuren die voorzien zijn in deze opdracht. Deze operaties zullen herhaald worden na elke vlucht.
Taken met betrekking tot inspectie en terrestrische aanvulling kunnen noodzakelijk zijn.
Aanvullende terrestrische topografische opnames kunnen eveneens noodzakelijk zijn om de geografische positie te bepalen van entiteiten die onvoldoende zichtbaar zijn op de luchtfoto's.
Na de vlucht zullen 3 tussentijdse leveringen plaatsgrijpen. Deze drie leveringen stemmen overeen met de opdeling van het gewest in 3 zones A, B en C zoals ook is bepaald in het onderstaande hoofdstuk.
Op het einde van de correctie- en upgradingoperaties voor de vlucht, dient de aanbestedende overheid, voor het hele grondgebied van het Gewest, een geactualiseerde versie te ontvangen van de betrokken vectoriële entiteiten. Deze versie dient overeen te stemmen met de situatie op het terrein op het ogenblik van de luchtopnames.
De voorstelling van UrbIS-Topo-objecten dient overeen te stemmen met de voorschriften van dit bestek en met de regels die vermeld staan in de catalogus van objecten die terug te vinden is in hoofdstuk B.1.14.4.13 hieronder.
De aanbestedende overheid vestigt de aandacht van de inschrijvers op de betekenis die moet worden toegekend aan de hierboven vermelde term "corrigeren".
In de eerste plaats dient deze term gezien te worden als de actie waarbij niet alleen gegevens worden bijgewerkt, maar ook fouten en vergissingen worden weggewerkt. Men dient dit eveneens te zien als de actie die erin bestaat om de voorstelling van entiteiten te laten overeenstemmen met de evolutie van hun definitie en hun voorstelling op het terrein.
De aanbestedende overheid verwacht van de inschrijvers dat zij deze belangrijke begrippen opnemen in de realisatieplannen van de opdracht die zullen worden voorgesteld.
Deze begrippen moeten geëxpliciteerd worden in het document "05_BB2021-002_xxxx
Evaluatie_kwaliteit.pdf" dat bij de offertes gevoegd moet worden.
Om deze werkzaamheden uit te voeren, dient de opdrachtnemer gebruik te maken van de methodes, materialen en software van zijn keuze zodat de inhoud en de kwaliteit van de deliverables de technische voorschriften van het bestek kunnen naleven. Al deze middelen moeten worden beschreven in de offerte die wordt ingediend bij de aanbestedende overheid.
De bijwerking heeft betrekking op de objecten die reeds werden toegevoegd of geschrapt, alsook op de objecten die een volledige of gedeeltelijke wijziging hebben ondergaan in het horizontale (X, Y) en/of verticale vlak (Z). Gebouwen die enkel werden opgehoogd of verlaagd, bijvoorbeeld, zijn dus ten zeerste betrokken bij deze update.
Anderzijds, een gebouw waaraan een overstek werd toegevoegd dient in aanmerking genomen te worden bij de update wanneer de verticale projectie van het toegevoegde of weggehaalde deel meer dan een meter oversteekt of naar binnen komt in vergelijking met de rooilijn van de voorgevel ("BB01L").
De bijwerking van de voetafdruk aan de grond van het gebouw is belangrijk. Deze bepaalt de kwaliteit van het driedimensionale model dat eraan gekoppeld is.
De bijwerking heeft minstens betrekking op de 24 lagen die zijn opgenomen in de tabel in hoofdstuk B.1.13.3.1.
De bijwerking heeft verder tevens betrekking op het updaten van de volgende entiteiten:
• Hoogstammige bomen langs de weg (BG01P)
• Tram- en metrosporen (CT21L)
• Spoorwegrails (BT01L)
B.1.14.4.1. Betrokken entiteiten
Alle betrokken entiteiten maken deel uit van de producten UrbIS-Topo en UrbIS-Adm.
# | Entiteit/Laag | Beschrijving | Geometrie | Product |
1 | BP03P | Paspunten | 2D-punt | XxxXX-Xxxx |
0 | XX00X | Xxxxxxxxxxx | 2D-lijn | UrbIS-Topo |
3 | BB02L | "Gemene" gevels | 2D-lijn | XxxXX-Xxxx |
0 | XX00X | Xxxxxxx | 2D-lijn | XxxXX-Xxxx |
0 | XX00X | Xxxxxxxxx | 2D-lijn | XxxXX-Xxxx |
0 | XX00X | Xxxxxxxxxxxx | 2D-lijn | UrbIS-Topo |
7 | BB11L | Gesloten en overdekte terrassen | 2D-lijn | XxxXX-Xxxx |
0 | XX0000X | Xxxxxxxx van gebouwen | 2D-lijn | XxxXX-Xxxx |
0 | XX00X | Xxxxxx in uitvoering | 2D-lijn | UrbIS-Topo |
10 | BG01P | Hoogstammige boom langs de weg | 2D-punt | UrbIS-Topo |
11 | CT21L | Tram- en metrosporen | 2D-lijn | XxxXX-Xxxx |
00 | XX00X | Xxxxxxxxxxxxx | 2D-lijn | UrbIS-Topo |
13 | BU | Polygonale gebouwen 2D | Polygoon 2D | UrbIS-Adm 2D |
14 | BU_Solid | Gebouwen 3D (buitenste gebouwschil) | Solid 3D | UrbIS-Adm 3D |
15 | BU_Ground | Gebouwen 3D (voetafdruk aan de grond) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
16 | BU_Wall | Gebouwen 3D (muren) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
17 | BU_Roof | Gebouwen 3D (daken) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
18 | BU_OuterCeiling | Gebouwen 3D (plafond) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
19 | BU_OuterFloor | Gebouwen 3D (vloeren) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
20 | EW_Ground | Kunstwerken 3D (voetafdruk aan de grond) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
21 | EW_Wall | Kunstwerken 3D (muren) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
22 | EW_OuterFloor | Xxxxxxxxxxx 0 (xxxxxxx van het bovendek) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
23 | EW_OuterCeiling | Kunstwerken 3 (plafondplaat) | Polygoon 3D | UrbIS-Adm 3D |
24 | EW_Solid | Kunstwerken 3D (buitenste gebouwschil) | Solid 3D | UrbIS-Adm 3D |
Opmerking: De entiteiten vermeld in de bovenstaande tabel vertegenwoordigen maar een deel van de UrbIS-entiteiten.
B.1.14.4.2. Geografische organisatie van de update
Sinds de creatie van het UrbIS-Topoproduct, is het grondgebied van het Gewest opgesplitst in vierkante rasters (percelen en graadnetten) van 1 km² (1 km x 1 km).
Alle grafische entiteiten van UrbIS-Topo worden opgedeeld ter hoogte van de grenzen tussen aangrenzende percelen.
De polygonale gebouwen 2D, de gebouwen 3D en de kunstwerken 3D van UrbIS-Adm worden niet opgedeeld ter hoogte van de grenzen tussen aangrenzende percelen.
De deliverables worden georganiseerd op grond van de groepering van de percelen in 3 afzonderlijke werkzones "A", "B" en "C" volgens onderstaand figuur.
Geografische opdeling in 3 werkzones "A", "B" en "C" en in vierkante percelen van 1 km²
De alfabetische volgorde van de zones bepaalt ook de volgorde waarin de updatingoperaties moeten worden verricht, alsook de volgorde waarin de drie tussentijdse deliverables moeten worden overgedragen (zone "A" > zone "B" > zone "C").
De inschrijvers moeten in hun offerte een plan opnemen voor de realisatie van de opdracht dat deze opdeling in drie zones en in percelen van 1 km² respecteert.
De planning voor de levering van de drie tussentijdse deliverables dient duidelijk te zijn opgenomen in de offertes.
Het plan en de planning voor de uitvoering van de opdracht moeten beschreven worden in het document "07_BB2021-002_xxxx_Bijlage4 Technische informatie.pdf".
De afbakening van de drie zones alsook de lijst met percelen van 1 km² met referentie per zone, maken deel uit van het staal dat ter beschikking wordt gesteld van de inschrijvers als bijlage bij dit bestek.
B.1.14.4.3. Regels voor het updaten van 2D- en 3D-entiteiten
De opdracht heeft in hoofdzaak betrekking op het updaten van 2D- en 3D-gebouwen.
De entiteit "gebouw" is een essentieel onderdeel van de UrbIS-databank. Gebouwen bestaan uit lineaire, polygonale en volumieke elementen.
In het kader van deze opdracht worden de gebouwen in hoofdzaak door fotogrammetrie geüpdatet aan de hand van verticale luchtfoto's zoals beschreven in hoofdstuk B.1.14.1. hierboven.
Schematisch verlopen de operaties met betrekking tot het vormen/updaten van gebouwen op de volgende manier:
- Vorming/updating van lineaire 2D-omtrekken in de lagen "BB01L", "BB02L", "BB05L", "BB10L", "BB11L" en "BB12L" in het product UrbIS-Topo.
- Vorming/updating van polygonale 2D-omtrekken in het product UrbIS-Adm op basis van de lineaire elementen "BB01L", "BB02L", "BB05L", "BB10L" en "BB11L".
- Vorming/updating van 3D-volumes in het product UrbIS-Adm op basis van de voetafdruk aan de grond van de gebouwen waarmee de verticale elementen in verband worden gebracht, bestaande uit muren en een dak.
De entiteiten waaruit de gebouwen bestaan, dienen de volgende beperkingen te respecteren:
1. Voor de lineaire entiteiten:
- De entiteiten "BB01L, "BB02L", "BB05L", "BB10L", "BB11L" en "BB1201L" moeten een perfecte topologische structuur vormen.
De anomalieën die eigen zijn aan topologische structuren ("gaps", "overlap") moeten door de opdrachtnemer worden gedetecteerd en gecorrigeerd. Dubbele exemplaren moeten worden gewist. "Dangle"-fouten moeten worden gecorrigeerd.
- De lineaire entiteiten "BB01L", "BB02L", "BB05L", "BB10L", "BB11L" en "BB1201L" mogen elkaar niet kruisen of overlappen. Zij moeten hun uiteinden delen, zoals in de volgende figuur is aangegeven. Ar mogen geen hangende lijnen zijn (dangles)
De 2 lijnen L1 en L2 (entiteit "BB01L") en de lijn L3 (entiteit "BB02L") delen het punt P1
- De opname van overstekken ("BB12L") heeft enkel betrekking op de delen die zich bevinden langs de hoofdgevel ("BB01L").
- De entiteiten "BB01L", "BB02L", "BB05L", "BB10L" en "BB11L" worden opgenomen op het grondniveau.
- Enkel de lijnen "BB02L" en "BB10L" maken het mogelijk om de gemeenschappelijke grenzen voor te stellen tussen aangrenzende gebouwen.
- De lineaire entiteiten van UrbIS-Topo worden opgedeeld de hoogte van de grenzen van de percelen van 1 km² zoals bepaald in hoofdstuk B.1.14.4.2.
2. Voor de polygonale entiteiten:
- De geometrie van de polygonale gebouwen "BU" en van de 3D-gebouwen dient overeen te stemmen.
- De gebouwen mogen niet te vergaand worden opgedeeld.
Bijvoorbeeld, de lijnen "BB02L" en "BB10L" mogen geen niveauverschillen laten zien binnen de gebouwen. De omtrekken van de polygonen dienen de omtrekken gevormd door de lijnen binnen de lagen "BB01L", "BB02L", "BB05L", "BB10L" en "BB11L" volledig te bedekken.
- De gebouwen zullen worden ingedeeld volgens de grenzen van de kadastrale percelen (entiteit "CAPA") zoals ze voorkomen in het UrbIS-P&B-product dat beschikbaar is op de site xxxxxxxxx.xxxxxxxx.
- De polygonale gebouwen "BU" mogen onderling geen snijpunten hebben.
- Twee gescheiden gebouwen mogen geen parallelle of bijna parallelle zijden hebben van minder dan 10 cm van elkaar.
De twee volgende figuren illustreren twee beperkingen waarbij lineaire en polygonale gebouwen aan elkaar zijn gekoppeld.
De omtrekken van de gebouwen bestaan uit lijnen verdeeld in de 4 lagen "BB01L", "BB02L", "BB05L" en "BB10L" die een topologische structuur vormen. | De polygonale omtrekken van de gebouwen bedekken op perfecte wijze de lijnen in de lagen "BB01L", "BB02L", "BB05L" en "BB10L" |
De gebouwen die nog in de constructiefase zitten, zullen worden aangeduid aan de hand van elementen van het lijntype die dan zullen worden toegevoegd in de laag "BR08L".
Maar, indien een in opbouw zijnd gebouw in een onvoldoende gevorderde staat zou zijn op de luchtfoto's, zal dit evenwel volledig worden gemodelleerd in passende lagen ("BB01L", "BB02L" …). Er zal eveneens een omtrek worden toegevoegd in de laag "BR08L".
De volgende beelden tonen twee voorbeelden van gebouwen in de constructiefase die kunnen worden opgenomen door fotogrammetrie. In beide gevallen dienen ze vergezeld te gaan van "BR08L"-omtrekken.
De omtrekken van deze in opbouw zijnde gebouwen worden weergegeven in lagen "BB01L", "BB02L", "BB05L" en/of "BB10L". De werf wordt aangeduid door een omtrek in rood in de laag "BR08L".
De omtrek van dit in opbouw zijnde gebouw wordt weergegeven in de lagen "BB01L", "BB02L", "BB05L" en/of "BB10L". De werf wordt aangeduid door een omtrek in rood in de laag "BR08L".
Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de verwerking en aan het bodemtracé van de rooilijnen voor de gebouwen.
Het is immers zo, zoals blijkt uit de onderstaande beelden, dat men ervoor moet zorgen dat de breed uitkragende insprongen van de voorgevels van de gebouwen die te zien zijn op de luchtfoto's, niet verschijnen in het tracé van de voetafdruk aan de grond.
De foto toont de bovenkanten van de twee breed uitkragende delen van de voorgevel van het gebouw. Het correcte tracé is de groene lijn (bron van het beeld: Google Street View) |
De omtrekken van de twee breed uitkragende delen van de recente foto werden opgenomen in het tracé van de voetafdruk aan de grond van het gebouw. |
Het correcte tracé van de voetafdruk aan de grond is de groene lijn die geen uitsteek omvat ter hoogte van de 2 uitkragingen.
B.1.14.4.4. Updaten van de 3D-gebouwen
De opdrachtnemer dient de norm CityGML Version 2.0 na te leven om de 3D-gebouwen te modelliseren.
Momenteel beschikt het CIBG over een 3D-databank van gebouwen die werden gemodelleerd volgens de norm CityGML Version 1.0 Doel is om geleidelijk aan de norm CityGML Version 2.0 te veralgemenen.
De norm CityGML (City Geography Markup Language) maakt het mogelijk om verschillende soorten stedelijke objecten te modelliseren in drie dimensies: digitale terreinmodellen, gebouwen, bruggen, tunnels, wegen, waterlopen, stadsmeubilair, bomen…
De norm CityGML omvat 5 detailniveaus (LOD) gedefinieerd van 0 tot 4.
In het kader van deze opdracht moeten de gebouwen individueel worden gemodelleerd op basis van de specificaties die overeenstemmen met de versie 2.0 van de CityGML-norm zoals deze is beschreven in het document dat beschikbaar is op het adres xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxxx/xxxxxxx.
Deze gebouwen worden individueel gemodelleerd.
Bijkomende informatie over de CityGML-norm kan worden gekregen op het adres xxxxx://xxx.xxx.xxx/xxxxxxxxx/xxxxxxx.
De 3D-gebouwen van UrbIS worden individueel gemodelleerd met een detailniveau gelijkwaardig aan LOD2 (Level of Detail 2) van de norm CityGML.
De volgende figuren tonen de verschillen tussen de detailniveaus LOD2 en LOD3.
LOD 2-gebouwen worden voorgesteld in de vorm van blokken waarvan de dakstructuur is vereenvoudigd (dakramen zijn niet gemodelleerd) | L | OD 3-gebouwen worden voorgesteld in de vorm van blokken waarvan de dakstructuur gedetailleerder is (dakramen zijn gemodelleerd) |
In het kader van deze opdracht, werd de drempel om het detailniveau LOD 2 te definiëren, vastgelegd op 8 m³. Dit betekent dat dakramen en dakelementen met een volume minder dan 8 m³ niet moeten worden gemodelleerd.
Het driedimensionale model van het gebouw is niet getextureerd.
De altimetrische precisie van de gebouwen is vastgesteld op maximaal 20 cm. De gebouwen worden individueel voorgesteld op de volgende manier:
• Een horizontale voetafdruk aan de grond die overeenstemt met de basis van het gebouw
• Verticale muren
• Dakelementen
• Bijkomende elementen die niet zijn bepaald in de drie voorgaande categorieën die overhangen,
inspringende dakramen,… modelleren.
• Een buitenschil
De volgende figuren tonen de verschillende onderdelen van een gebouw zoals die zijn gedefinieerd in CityGML.
Over het algemeen bestaat een gebouw uit de muren, een voetafdruk aan de grond en een dak.
Onderaanzicht van het globale gebouw
De laag "BUILDING" bevat alle elementen waaruit het gebouw bestaat (voetafdruk aan de grond + muren + dak) verzameld in een enkel element van het type "solid".
De laag "ROOF" bevat het dak van het gebouw
De laag "WALL" bevat de muren van het gebouw
De laag "GROUND" bevat de voetafdruk aan de grond van het gebouw
De drie lagen "GROUND", "ROOF", "WALL" zijn echter niet voldoende voor de driedimensionale weergave van het gebouw.
Bepaalde specifieke ruimtelijke configuraties van de gebouwen doen een beroep op andere soorten oppervlakken: "OUTERCEILING" en "OUTERFLOOR". Deze twee oppervlaktypes maken het mogelijk om de delen van gebouwen met overstek, dakterrassen, inspringende dakvensters maar ook insprongen, … te modelliseren.
De opdrachtnemer dient deze twee oppervlaktypes te gebruiken om dit soort ruimtelijke configuraties te modelliseren.
De volgende figuur toont de manier waarop al deze objecttypes met elkaar in verband staan.
Teneinde echter tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van enkele gebruikers, mogen de elementen "OuterFloorSurface" (figuur B in bovenstaande afbeelding) niet gebruikt worden om de terrassen in open lucht op het dak te modelleren.
Deze bouwelementen moeten gemodelleerd worden met behulp van elementen van het type Roof zoals in onderstaande figuur.
De bodems van alkoofterrassen zoals weergegeven in de onderstaande figuur worden gemodelleerd met elementen van het type "OuterFloorSurface" zoals gedefinieerd in de CityGML 2.0-modeldefinitie.
De buitenschil van een gebouw is uniek. Die bestaat uit een eindig aantal polygonale zijden begrensd door de ribben van het volume.
B.1.14.4.5. Updaten van kunstwerken in 3D
Net als de 3D-gebouwen van UrbIS worden kunstwerken individueel gemodelleerd met een detailniveau gelijkwaardig aan LOD2 (Level of Detail 2) van de norm CityGML.
In het kader van deze opdracht, stemt het begrip kunstwerk overeen met bovengrondse constructies van het type brug, viaduct of loopbrug waarmee hindernissen kunnen worden overwonnen.
In deze context omvat het begrip kunstwerk weg- en spoorweginfrastructuur, alsook metrobruggen en loopbruggen voor voetgangers.
De volgende beelden geven een voorbeeld van een kunstwerk uit UrbIS. Deze voorbeelden tonen het verwachte detailniveau.
Voorbeeld van een kunstwerk (bovenaanzicht) |
Voorbeeld van een kunstwerk (onderaanzicht) |
De gebouwen en kunstwerken worden opgeslagen in specifieke tabellen "BU_3D_FACES" en "EW_3D_FACES"_ voor de zijden ("GROUND", "ROOF", "WALL", "OUTERCEILING", "OUTERFLOOR") en
"BU_3D" en "EW_3D" voor de vaste elementen.
De kunstwerken worden gemodelliseerd met de volgende objecten:
• De voetafdruk aan de grond bestaat uit de omtrekken van de horizontale elementen waarop het kunstwerk rust ("GROUND").
• De verticale muren, die het kunstwerk ondersteunen ("WALL").
• In tegenstelling tot de specificaties van CityGML 2.0 wordt het brugdek niet gemodelleerd door middel van een element van het type "OUTERFLOOR", maar door een element van het type "ROOF".
• De binnenstructuur (gewelf, boog, balk…) die eveneens het kunstwerk ondersteunt ("OUTERCEILING").
• Een dak, in het geval van een volledige structuur van het kunstwerk ("ROOF").
• De buitenschil die alle voorafgaande elementen combineert ("BUILDING").
Dit is een beeld dat de manier beschrijft waarop de verschillende objecten met elkaar in verband staan.
In het kader van deze opdracht moet de opdrachtnemer niet enkel borg staan voor het updaten van de bestaande kunstwerken, maar eveneens nieuwe kunstwerken toevoegen en gesloopte kunstwerken verwijderen.
Ken in de constructiefase zullen worden aangeduid aan de hand van een contour van het type "BR08L". B.1.14.4.6. Levering van gegevens aan de opdrachtnemer
De gegevens dienen te worden aangeleverd in de vorm van een extractie uit de Oracle-database van de aanbestedende overheid in een databankformaat dat zal worden bepaald met de opdrachtnemer wanneer het project wordt gestart.
B.1.14.4.7. Verwacht kwaliteitsniveau voor de 3D-entiteiten B.1.14.4.7.1. Geometrische beperkingen
Met uitzondering van gebouwen met delen in overstek, is de polygonale entiteit "Bu" identiek aan de entiteit "GROUND".
De voetafdruk aan de grond van een 3D-gebouw ("GROUND") moet zijn opgebouwd op een hoogte van minder dan 1 m ten overstaan van het laagste snijpunt van het gebouw met het digitale terreinmodel. De andere delen van het gebouw worden voorgesteld op hun werkelijke hoogte.
Bij de vorming/updating van 3D-gebouwen, dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de verwerking van bovengrondse delen in overstek ten opzichte van de rooilijn van de voorgevel.
De opname van overstekken ("BB12L") heeft enkel betrekking op de delen die zich bevinden langs de hoofdgevel ("BB01L").
De normale lijnen van alle vlakken ("GROUND", "ROOF", "WALL", "OUTERCEILING" en "OUTERFLOOR) moeten naar buiten gericht zijn.
Alle hoekpunten van de vlakken ("GROUND", "ROOF", "WALL", "OUTERCEILING" en "OUTERFLOOR") moeten coplanair zijn.
De objecten waarvan de geometrie niet beantwoordt aan de standaarden bepaald door de norm OGC (voor meer informatie, zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxxx/xxx) worden niet aanvaard.
Gebouwen die door de opdrachtnemer zouden zijn gewijzigd, dienen topologisch correct te zijn met de niet-gewijzigde gebouwen.
Anomalieën die eigen zijn aan de topologische structuren, alsook fouten in geometrische samenhang ("gaps", "dangles", "duplicates", "similars" …) dienen door de opdrachtnemer te worden gedetecteerd en gecorrigeerd. Op die manier mogen twee gescheiden gebouwen geen parallelle of bijna parallelle zijden hebben van minder dan 10 cm van elkaar.
De opdrachtnemer dient erop te letten om geen identificatie-elementen te dupliceren. 3D-polygonen met een oppervlakte van minder dan 0,01 m², worden niet aanvaard.
Elementen waaruit 3D-gebouwen zijn opgetrokken, dienen te worden opgeslagen in 6 tabellen of specifieke bestanden die het model naleven dat werd bepaald in het staal, zoals beschreven in hoofdstuk B.4.7.2.
B.1.14.4.7.2. Modellering van de kleine constructies en paviljoenen op het dak
Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de modellering van de kleine constructies en paviljoenen die zich ter hoogte van het dak bevinden.
Deze bouwelementen blijken namelijk vaak gemodelleerd te worden als onafhankelijke "gebouwen" bovenop de roofs van de gebouwen waarop ze zich bevinden.
Deze gebouwen bestaan uit elementen van het type "GROUND", "ROOF" en "WALL" zoals te zien is op de twee figuren hieronder. Een dergelijke configuratie is onjuist, omdat zij bijvoorbeeld bepaalde berekeningen voor de simulatie van de dispersie van elektromagnetische golven achterhaald kan maken.
Uit de bovenstaande figuur blijkt dat de drie paviljoenen simpelweg op het onderste gebouw zijn geplaatst, terwijl zij één homogene structuur zouden moeten vormen.
De twee onderstaande figuren tonen de correcte modellering van paviljoenen.
De figuur links toont de daken van het hoofdgebouw en het paviljoen erop. Het dak van het hoofdgebouw is opengewerkt door een veelhoek die overeenkomt met de dakprojectie ("ROOF") van het paviljoen.
Zoals in de figuur links is aangegeven, moet het paviljoen muren of "WALLS" (in het rood) hebben en geen vloer of "GROUND".
B.1.13.3.7.3. Structuur van de deliverable
De deliverables die worden aangeleverd door de opdrachtnemer dienen de volgende tabelnamen te respecteren:
• Tabellen "URB_A_BU_3D" en "URB_A_EW_3D": tabellen die respectievelijk de gebouwen enerzijds en de kunstwerken anderzijds bevatten in de vorm van 3D-solids;
• Tabel "URB_A_BU_FACES": tabel die de zijden van de 3D-gebouwen "BU_3D" bevat (planaire polygonen);
• Tabel "URB_A_EW_FACES": tabel die de zijden van de 3D-kunstwerken "EW_3D" bevat (planaire polygonen);
De voorwerpen die behoren tot de tabellen "BU" voor de gebouwen en "EW" voor de kunstwerken, moeten bestaan uit alle zijden (dak, wand, voetafdruk aan de grond, boven- en onderplafond) waarnaar verwezen wordt door de "PARENT_ID"-link van de zijden.
De gegevens moeten worden aangeleverd in de vorm van een databank die overeenstemt met het formaat dat werd bepaald wanneer het project werd gestart en dient ook het model te respecteren dat werd beschreven in het onderstaande UML-schema.
URB_A_BU_3D
P * ID NUMBER (10)
GEOM SDO_GEOMETRY
F * PARENT_ID
NUMBER (10)
URB_A_BU_3D_PK (ID)
URB_A_BU_3D_URB_A_BU_FK (PARENT_I
URB_A_EW_3D
P * ID NUMBER (10)
GEOM SDO_GEOMETRY F * TU_PARENT_ID NUMBER (10)
F * BG_PARENT_ID NUMBER (10)
URB_A_EW_3D (ID)
URB_A_EW_3D_URB_A_TU_FK (TU_PARENT_ID) URB_A_EW_3D_URB_A_BG_FK (BG_PARENT_ID)
URB_A_EW_3D_FACES_URB_A_BU_3D_FACES_TYPES_T _FK (TYPE) URB_A_EW_3D_FACES_URB_A_EW_3D_FK (PARENT_ID)
URB_A_BU_3D_FACES_URB_A_BU_3D_FK (PARENT_ID)
URB_A_BU_3D_FACES_URB_A_BU_3D_FACES_TYPES_T _FK (TYPE)
URB_A_EW_3D_FACES_PK (ID)
URB_A_BU_3D_FACES_PK (ID)
P * ID NUMBER (10)
F * TYPE NUMBER (10)
F * PARENT_ID NUMBER (10) GEOM SDO_GEOMETRY
URB_A_BU_3D_FACES_TYPES_T _PK (ID)
NUMBER (10)
NUMBER (10)
NUMBER (10) SDO_GEOMETRY
P * ID
F * TYPE
F * PARENT_ID GEOM
URB_A_EW_3D_FACES
P * ID NUMBER (10) Type VARCHAR2 (256)
URB_A_BU_3D_FACES
URB_A_BU_3D_FACES_TYPES_T
URB_A_BG_PK (ID)
P * ID NUMBER (10) GEOM SDO_GEOMETRY
URB_A_BG
URB_A_TU_PK (ID)
P * ID NUMBER (10) GEOM SDO_GEOMETRY
URB_A_TU
URB_A_BU_PK (ID)
P * ID NUMBER (10) GEOM SDO_GEOMETRY
URB_A_BU
Een gebouw (BU) of een kunstwerk (EW) bestaat uit een "Simple Solid". Het wordt ontbonden in zijden. Elke zijde wordt voorgesteld door een planaire 3D-polygoon.
Typologie van de zijden
Elke zijde heeft een van de volgende types (URB_A_BU_3D_FACES_TYPES_T):
• CLOSURE
• GROUNDSURFACE
• OUTERCEILING
• OUTERFLOOR
• ROOFSURFACE
• WALLSURFACE
Link naar de 2D -kaart
Er zal een identificatielink worden gelegd tussen het UrbIS 2D-gebouw (URB_A_BU) en zijn 3D- voorstelling.
Een identificatielink moet het ook mogelijk maken om de verschillende onderdelen van het 3D-gebouw aan elkaar te koppelen: "PARENT_ID".
Evenzo wordt een identificatielink tot stand gebracht tussen een 2D-structuur ("URB_A_TU" voor tunnels of "URB_A_BG" voor bruggen) en haar 3D-weergave (URB_A_EW_3D) respectievelijk via de link "TU_PARENT_ID" voor tunnels en "BG_PARENT_ID" voor bruggen.
Hiërarchische links tussen de zijden en de solids
De linken tussen 2D- en 3D-gebouwen werden op de volgende manier vastgesteld:
• Het identificatie-element van een 3D-gebouw of een 3D-kunstwerk van het type "Solid" bevinden zich in het veld "ID". Dit identificatie-element moet gelijk zijn aan de waarde in het veld "PARENT_ID" van de bijbehorende zijde "URB_A_BU_3D_FACES" of "URB_A_EW_3D_FACES";
B.1.43.4.7.4. Oracle-validatie
Soorten 3D-geometrieën
Zoals eerder uitgelegd, worden 3D-gebouwen en -kunstwerken gevraagd in de vorm van twee formaten:
• De zijden van de gebouwen en de kunstwerken in de vorm van vlakke 3D-oppervlakken en
• De volumes van de gebouwen en kunstwerken in de vorm van 3D-solids opgebouwd op basis van de zijden.
Projectie
De geometrieën worden bepaald in het Belgische coördinatensysteem Lambert 72 (opgemaakt met de referentie SRID 31370 in Oracle).
Goedkeuring
Los van de controles die het precisieniveau bepalen tussen de modellering en de daadwerkelijk situatie, dient elk gebouw dat wordt aangeleverd door de dienstverlener onderworpen te worden aan een controle van zijn geometrie gebaseerd op de volgende criteria:
• Naleving van het type geometrie (zijden en solid),
• Welslagen van de Oracle-validatie door de samenstellende zijden,
• Welslagen van de Oracle-validatie door de solid,
• Het naleven van de beperkingen die het gevolg zijn van de constructiemethodologie van de zijden, en
• Het opstellen van een robuust relationeel model.
De Oracle-validatie wordt gerealiseerd door gebruik te maken van de functie SDO_GEOM.VALIDATE_GEOMETRY_WITH_CONTEXT waarvan de details terug te vinden zijn op de documentaire internetsite van Oracle (xxxx://xxxx.xxxxxx.xxx/xx/X00000_00/xxxxxx.000/x00000/xxx_xxxxxxx.xxx#XXXXXXXX , pagina bezocht op 4/07/2019).
Deze kwaliteitscontroles worden uitgevoerd op basis van bemonsteringsplannen die uitgevoerd worden overeenkomstig de norm ISO-2859, niveau II. De aanvaarding van de deliverables gebeurt op grond van het resultaat van deze controles.
Vergissingen die worden geïdentificeerd tijdens controle, dienen gedocumenteerd te worden om de wijzigingen en correcties te oriënteren die door de dienstverlener doorgevoerd moeten worden.
Het CIBG of diens vertegenwoordigers blijven ter beschikking van de dienstverlener om de invoering te begeleiden van een productieketen die de regels respecteert die worden opgelegd in het kader van deze opdracht.
Soorten geometrieën
Elke zijde moet overeenstemmen met een eenvoudig oppervlak in de zin van Oracle Spatial, met andere woorden een effen en continue zijde die in de ruimte in 3 dimensies wordt bepaald. Deze bepaling wordt vertaald in een GTYPE gelijk aan 3003 en een ETYPE-sequentie beginnend met een code 1003 in de Oracle- omgeving. Samengestelde oppervlakken, assemblage van enkele aangrenzende niet-coplanaire oppervlakken, of multi-oppervlakken, assemblage van enkele en/of niet samengestelde niet-aanpalende oppervlakken, worden niet aanvaard.
Elke solid moet overeenstemmen met een enkele solid in de zin van Oracle Spatial voorgesteld door een GTYPE gelijk aan 3008 en een ETYPE-sequentie beginnend met een code 1007 in de Oracle-omgeving. De assemblage van zijden, enkele oppervlakken, in een multi-oppervlak worden niet aanvaard.
Validatie van de zijden
De vorming van de 3D-solid wordt gerealiseerd door assemblage van de zijden waaruit het gebouw bestaat. Alvorens men gaat kijken naar mogelijke problemen met betrekking tot de assemblage van zijden onderling, vereist de validatie van de solid dat elk van de zijden individueel geldig moet zijn in de zin van Oracle met een tolerantie van 1 mm (zijnde 0.001 als Oracle-tolerantie voor de SRID 31370).
De lijst met controlepunten die worden geanalyseerd tijdens de Oracle-validatie van een enkel oppervlak, ook al is die lijst niet volledig, kan als volgt worden samengevat:
• Het oppervlak moet vlak zijn.
• Het oppervlak is gesloten.
• Het oppervlak bevat geen dubbele punten (punten met onderlinge afstand met een waarde lager dan de validatietoleranties).
• De ribben van het oppervlak snijden elkaar niet. Met andere woorden, het oppervlak snijdt zichzelf niet.
• Het oppervlak wordt bepaald door minimum 3 punten.
Validatie van de solids
Een gebouw zal worden beschouwd als zijnde geldig wanneer de 3D-solid die door de dienstverlener wordt geleverd, de Oracle Spatial-validatie respecteert die wordt gerealiseerd eveneens met een tolerantie van 1 mm (zijnde 0.001 als Oracle-tolerantie voor de SRID 31370).
De lijst met controlepunten die worden geanalyseerd tijdens de Oracle-validatie van een solid, ook al is die lijst niet volledig, kan als volgt worden samengevat:
• De solid is gesloten (geen openingen of daaraan gekoppelde gaten).
• De zijden zijn correct georiënteerd volgens de Oracle-standaarden (normale vector gedefinieerd door de zijde die naar de buitenkant van de solid is gericht).
• De aanpalende zijden raken elkaar zonder elkaar te kruisen.
• De zijden bevatten individueel geen gaten.
Overgenomen beperkingen
Uitgaande van de constructiemethodologie van de zijden, dienen de volgende criteria steeds te worden gerespecteerd met een tolerantie van 1 mm (zijnde 0.001 als Oracle-tolerantie voor de SRID 3130):
• Het gebouw heeft een zijde "GROUND", minimum 3 zijden "WALL" en minstens een zijde "ROOF".
• De zijde "GROUND" is strikt horizontaal.
• De zijden "WALL" zijn strikt verticaal.
Relationeel model
Op de schaal van de tabellen met de zijden en solids:
• De uniciteit van de primaire sleutel moet worden gerespecteerd (een zelfde ID mag nooit meer dan 1 keer worden gebruikt).
Meer in het bijzonder in het geval van tabellen met zijden:
• Voor elke zijde moet een vreemde sleutel worden voorgesteld om het gebouw te documenteren.
De nummering van de zijden met de volgorde waarin de zijden worden geassembleerd binnen de solid, moet worden weergegeven. Deze waarde ter bepaling van de rangschikking van de zijden, kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door gebruik te maken van een "Label_ID". Deze nummering maakt eveneens een traceerbaarheid mogelijk tussen de fouten die worden gedetecteerd op de schaal van de solid en de zijden waaruit deze solid bestaat.
B.1.14.4.8. Identificatie en historisering van de gegevens
Alle grafische elementen die betrokken zijn bij dit onderdeel, worden opgeslagen, geüpdatet en gehistoriseerd in een ruimtelijke database van Oracle, die wordt gehost door het CIBG. Bij de start van het project zullen deze gegevens uit de database worden gehaald om dan ter beschikking te worden gesteld van de opdrachtnemer.
De aanbestedende overheid wenst borg te staan voor de opvolging van ID's en van de historiek van de gegevens om de samenhang te behouden bij de distributie van UrbIS-producten.
In deze context zullen de vectoriële gegevens die het voorwerp zijn van deze update, ter beschikking worden gesteld van de opdrachtnemer in een databank waarvan het formaat zal worden bepaald bij de start van het project, zijnde het Oracle-formaat in de vorm van een "dump" uit de productiedatabase van UrbIS.
Wijzigingen
De opdrachtnemer zal een veld "MODIFICATIONS" toevoegen aan alle tabellen van de database die het voorwerp zijn van een update, en zal dit veld aanvullen op basis van de hiernavolgende lijst met waarden:
• I: nieuw object ingevoerd in de database
• U: object geüpdatet in de database
• D: object dat werd verwijderd uit dat database
Alleen de nieuwe, gewijzigde of geschrapte gegevens zullen worden geleverd.
De opdrachtnemer dient erop te letten dat de primaire sleutel van de databank (veld ID) wordt behouden.
Voor de updates "U" en de schrappingen "D" moeten de "ID's" van de buildings en de kunstwerken bewaard worden.
Voor de invoegingen "I" moeten de Id's" uniek zijn.
B.1.14.4.9. Vervollediging en aanvullende opnames
Parallel met de fotogrammetrie, kan de opdrachtnemer gebruik maken van methodes en meetmaterialen van zijn keuze zodanig dat de precisie van de opgenomen punten compatibel is met de verwachte precisie met betrekking tot de objecten zoals ook gedefinieerd in de objectencatalogus.
Op basis van de vergelijking tussen de cartografische vectoriële gegevens en de verticale luchtfoto's, dient de opdrachtnemer de te corrigeren, schrappen en toe te voegen elementen te identificeren. Hij zal de nodige punten opmeten via restitutie en wijzigingen aanbrengen rechtstreeks in de bestanden die hem ter beschikking zullen worden gesteld.
Bij de terreinverkenning zal de opdrachtnemer gebruik maken van de resultaten van de restitutie, aangeduid op de UrbIS-kaart. Die verkenning heeft tot doel om de zones van het grondgebied aan te vullen die niet konden worden gerestitueerd, de objecten te identificeren die niet moesten worden gerestitueerd en om, daar waar nodig, restitutiefouten te corrigeren of te preciseren.
Aanvullende terrestrische topografische opnames kunnen worden overwogen om de geografische positie te bepalen van UrbIS-Topo-entiteiten die op foto onzichtbare of weinig zichtbare wijzigingen hebben ondergaan.
Indien terrestrische topografische opnames moeten worden uitgevoerd, zullen de punten van het basisschema "BP03" worden geconcretiseerd aan de hand van nagels of klinknagels die in stabiele ondergronden worden aangebracht.
Er zal een beschrijvende fiche worden opgesteld voor elk paspunt volgens het model dat terug te vinden is in B.1.14.4.13.12.
De enige UrbIS-Topo-entiteiten die moeten worden gewijzigd zijn de entiteiten die vermeld staan in de tabel van punt B.1.14.4.13. en waarvan de specificaties beschreven staan in de objectcatalogus die terug te vinden is in de delen B.1.14.4.13.1. tot B.1.14.4.13.11.
Op het einde van het updateproces dient de topografische databank de situatie te weerspiegelen zoals die ook te zien is op de luchtfoto's en wordt bevestigd door de terrestrische aanvulling. In geval van twijfel tussen de beide gegevens, dient de opdrachtnemer te opteren voor het meest recente gegeven.
Het volledigheidsniveau dat moet worden bereikt voor elk object is bepaald in de objectencatalogus.
B.1.14.4.10. Grafische onderdelen
De enige toegestane grafische onderdelen zijn, volgens het gekozen uitwisselingsformaat, de types:
o Polygoon, shape
o Lijn, Polylijn, Line String
o Solid
o Punten (Symbool, Cel)
Het gebruik van andere types zoals "Splines", "Arcs", "Ellipses", … is niet toegestaan.
B.1.14.4.11. Deliverables
Na de vlucht zijn drie tussentijdse deliverables gepland met betrekking tot de vectoriële gegevens. De deliverables stemmen overeen met de drie zones die beschreven staan in hoofdstuk B.1.14.4.2. hierboven.
Elke tussentijdse deliverable bevat voor elke zone alle vectoriële gegevens die betrekking hebben op de opdracht.
Elke deliverable bestaat uit de volgende elementen:
- Voor de UrbIS-Topo-gegevens, alle bijgewerkte percelen van de betrokken zone in de vorm van Microstation DGN- en/of AutoCAD-bestanden in versies die worden bepaald bij het starten van het project. De gegevens zullen ook worden aangeleverd in de vorm van Shape File 2D-bestanden die het model respecteren dat werd bepaald in het staal (zelfde tabelnamen, zelfde veldnamen,…).
Enkel de objecten die werden geüpdatet (invoegingen, wijzigingen of schrappingen) zullen worden geleverd.
In voorkomend geval zullen deze bestanden gepaard gaan met fiches die de paspunten beschrijven die worden gebruikt bij eventuele aanvullende topografische opnames.
- Voor de UrbIS-Adm-gegevens (2D) zullen de gegevens worden geleverd in de vorm van DGN V8i- en/of Autocad R2010-bestanden. De gegevens zullen ook worden aangeleverd in de vorm van Shape File 2D-bestanden die het model respecteren dat werd bepaald in het staal (zelfde tabelnamen, zelfde veldnamen, …).
- Voor de gebouwen en de kunstwerken in 3D zullen de gegevens worden aangeleverd in de vorm van Shape File 3D-bestanden die het model respecteren dat werd bepaald in het staal (zelfde tabelnamen, zelfde veldnamen, …).
Een tussentijdse deliverable kan enkel formeel worden opgeleverd wanneer die alle gegevens van de zone bevat.
De deliverables worden overhandigd aan de aanbestedende overheid op een drager die wordt bepaald wanneer het project wordt gestart, na gunning van de opdracht.
De grafische gegevens met betrekking tot de percelen van UrbIS-Topo zullen worden geleverd in het formaat dat zal worden overeengekomen tussen de aanbestedende overheid en de opdrachtnemer wanneer het project van start gaat.
De deliverables dienen de originele structuur van de gegevens te respecteren die ter beschikking worden gesteld van de opdrachtnemer wanneer het project van start gaat.
B.1.14.4.12. Verloop en schematische chronologie van de belangrijkste etappes
De operaties met betrekking tot de fotogrammetrische vlucht verlopen schematisch op de volgende manier:
- Start van het project
- Levering door de aanbestedende overheid van de gegevens die nodig zijn om het project tot een goed einde te brengen
- Maken van de luchtopnames en aerotriangulatie voor elke zone
- Detectie van veranderingen op basis van de luchtfoto's
- Stereorestitutie van de veranderingen, terrestrische aanvullingen en eventueel aanvullende terrestrische topografische opnames
- Overdracht van de wijziging in het de grafische bestanden
- Levering
- Controles door de aanbestedende overheid
- Voorlopige oplevering
- Eventuele correctie van gedetecteerde fouten
- Definitieve oplevering
- Einde van de fotogrammetrie-operaties.
B.1.14.4.13. Catalogus van de entiteiten van UrbIS-Topo
De volgende tabel bevat de lijst van UrbIS-Topo-entiteiten die betrokken zijn bij de opdracht:
# | Entiteit | Beschrijving |
1 | XX00 | Xxxxxxx |
0 | XX00 | Xxxxxxxxxx |
3 | BB02 | Gemene gevel |
4 | BB04 | Pijler |
5 | BB05 | Dakrand |
7 | BB10 | Xxxxxxxxxxx |
0 | XX00 | Xxxxxxxx en overdekt terras |
9 | BB12 | Xxxxxxxx (xxxxxx/xxxxxx) |
00 | XX00X | Xxxxxx in uitvoering |
11 | BG01P | Hoogstammige bomen langs de weg |
12 | CT21L | Tram- en metrosporen |
13 | BT01L | Treinsporen |
14 | BP03 | Technische fiche van de paspunten |
Opmerking: De entiteiten vermeld in de bovenstaande tabel vertegenwoordigen maar een deel van de entiteiten opgenomen in de vectoriële producten van UrbIS.
B.1.14.4.13.1. BP03 - Paspunt (meetpunt)
Benaming: Meetpunt | |
Type: Punt | |
UrbIS-laag: BP03P | Nauwkeurigheid: Topografie: Planimetrie: II (1-5 cm) Altimetrie: II (1-5 cm) Fotogrammetrie: Planimetrie: n.v.t. Altimetrie: n.v.t. |
Volledigheid: n.v.t. | |
UrbIS-objectcode: BP0301P Symbologie: • Oriëntatie: N • Kleur (RGB): Magenta (220,0,255) |
Beschrijving:
De meetpunten die worden gebruikt voor de topografische opnames worden weergegeven in de laag
"BP03P" aan de hand van het niet-georiënteerde symbool "BP0301P".
De meetpunten die worden gebruikt voor de opnames moeten het voorwerp zijn van een beschrijvende fiche volgens het model dat is terug te vinden in hoofdstuk B.1.14.4.13.12. hieronder.
B.1.14.4.13.2. BB01 - Hoofdgevel
Benaming: Hoofdgevel | |
Type: Lijn | |
UrbIS-laag: BB01L | Nauwkeurigheid: Topografie: Planimetrie: II (1-5 cm) Altimetrie: III (5-10 cm) Fotogrammetrie: Planimetrie: IV (10-20 cm) Altimetrie: n.v.t. |
Volledigheid: 97 % | |
UrbIS-objectcode: BB01L Symbologie: • Kleur (RGB): Zwart (0,0,0) • Dikte: 0 • Stijl: 0 |
Beschrijving:
De hoofdgevel is het gedeelte van de buitenmuur van een gebouw waar doorgaans de hoofdingang is.
De hoofdgevel bevindt zich doorgaans in de buurt van de openbare weg en loopt evenwijdig aan deze weg.
Ondanks hun afstand en hoek ten opzichte van de rand van de openbare weg kunnen geveldelen waaraan gebouwnummers zijn toegekend als hoofdgevels beschouwd worden.
De rooilijnen van hoofdgevels worden opgenomen op grondniveau en voorgesteld in de laag "BB01L" door middel van grafische elementen van het type "Lijn".
De hoofdgevels die voorzien zijn van een onderbouw (muurvoeting) of die van cartografisch belang zijn, moeten opgenomen worden volgens de oppervlakte die ze op grondniveau innemen.
De zijgevel komt overeen met elk deel van de buitenmuur gelegen aan de zijkant van een gebouw. De zijgevel vormt meestal een hoek met de hoofdgevel die dicht bij de loodlijn ligt.
De zijgevel is niet te verwarren met de gemene gevel, zijnde de binnenste scheidingsmuur tussen twee aangrenzende gebouwen.
De zijgevel op een straathoek wordt opgenomen en voorgesteld als hoofdgevel.
Elke zijgevel die niet op een straathoek ligt, wordt beschouwd als achtergevel ("BB10L"). Men onderscheidt verspringingen en insprongen.
In het geval van verspringingen wordt de rooilijn van de hoofdgevel gewijzigd en komt die niet naar zijn oorspronkelijke vlak terug.
Van insprong is sprake wanneer het tracé van de hoofdgevel afwijkt van de rooilijn om er iets verder op terug te keren.
Insprongen die gelijk zijn aan of groter dan 25 cm worden altijd opgenomen wanneer ze naar de openbare weg georiënteerd zijn.
Verspringingen en insprongen die naar de binnenkant van de gebouwen georiënteerd zijn, worden opgenomen wanneer ze gelijk zijn aan of groter dan 25 cm, en zich uitstrekken over de volledige hoogte van de gebouwen.
Overbouwde insprongen in de rooilijnen van de hoofdgevels, die bijvoorbeeld overeenkomen met de uitstalramen van winkels, ingangspoorten/voorportalen, ingangen van garages… moeten niet worden opgenomen tenzij zij liggen op de hoek van gebouwen die zelf een straathoek vormen.
Verspringingen die gelijk zijn aan of groter dan 10 cm ter plaatse van de gemene gevels ("BB02L") moeten opgenomen worden.
Verspringingen die gelijk zijn aan of groter dan 10 cm en zich op minder dan 1 meter bevinden van hoeken van gebouwen die zelf een straathoek vormen, moeten worden opgenomen.
Illustraties:
Verspringingen groter dan 25 cm worden opgenomen
Ter hoogte van de gemene muren moeten verspringingen gelijk aan en groter dan 10 cm opgenomen worden
Bij de hoeken van de gebouwen moeten verspringingen gelijk aan of groter dan 10 cm opgenomen worden indien zij op minder dan één meter van de hoek liggen
Verspringingen van meer dan 10 cm gelegen op minder dan één meter van de hoek van gebouwen moeten opgenomen worden
Een overbouwde insprong op een straathoek moet opgenomen en voorgesteld worden