Algemene voorwaarden
“bedrijfsleider”
Algemene voorwaarden
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen cv | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 KBO/BTW BE 0402 236 531 – RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 | |
6112 | 01/2016 |
Alle oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek.
Voor elke klacht m.b.t. onderhavig contract kan de verzekeringsnemer zich richten tot:
- In beroep: de Ombudsman v/d Verzekeringen, de Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.
INHOUDSOPGAVE
1. DE WERKINGSPRINCIPES
Artikel 1 Definities 4
Artikel 2 Wat is het voorwerp van het pensioenstelsel? 5
Artikel 3 Op welke grondslagen worden de ondernemingsbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst voor elke aangeslotene opgesteld? 6
Artikel 4 Wanneer gaat de verzekering in? 6
Artikel 5 Betaling van de premies 6
Artikel 6 Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene bij aansluiting of als gevolg van ziekte of ongeval 6
Artikel 7 Vrijwillige persoonlijke stortingen 8
Artikel 8 Voorschotten en inpandgevingen 9
Artikel 9 Communicatie 10
Artikel 10 Medische acceptatie 10
Artikel 11 Verplichtingen van de aangeslotene 10
Artikel 12 Aanvaarding van de begunstiging 11
Artikel 13 Betaling van de prestaties 11
Artikel 14 Wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging 11
Artikel 15 Financieringsfonds 12
2. AFKOOP – NIET-BETALING VAN DE PREMIES – WEDERINWERKINGSTELLING
Artikel 16 Definities 13
Artikel 17 Afkoop door de inrichter 13
Artikel 18 Afkoop door de aangeslotene 15
Artikel 19 Niet-betaling van de premies 15
Artikel 20 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0. XXXXXX XXX XX XXXXXXXX IN GEVAL VAN OVERLIJDEN
Artikel 21 Geografische uitgestrektheid 17
Artikel 22 Opzettelijke daad 17
Artikel 23 Luchtvaart 17
Artikel 24 Oproer 17
Artikel 25 Oorlog 17
Artikel 26 Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden 18
Artikel 27 Aangifte van een schadegeval 18
4. WINSTDEELNAME
Artikel 28 Winstdeelname 19
5. KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT
Artikel 29 Kennisgevingen 19
Artikel 30 Rechtsmacht 19
Artikel 31 Toepasselijk belastingsregime 20
Artikel 32 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 20
Artikel 33 Goede trouw, redelijkheid en billijkheid 20
6. BIJZONDERE UITGAVEN
Artikel 34 Bijzondere uitgaven 21
7. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 35 Algemene bepalingen 21
1. DE WERKINGSPRINCIPES
Artikel 1 Definities
Begunstigde:
De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn.
Benefit statement:
De pensioenfiche zoals voorgeschreven in de wetgeving.
Gemeenschappelijke kas:
De pensioeninstelling opgericht op basis van het Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de bedrijfsleiders bedoeld bij KB nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor bedrijfsleiders en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van dit KB vervangt en/of aanvult.
Individuele pensioentoezegging:
Een pensioentoezegging aan één bedrijfsleider en/of zijn rechthebbenden. In het geval dat de bijzondere voorwaarden bepalen dat de pensioentoezegging een individuele pensioentoezegging is, moeten in de algemene voorwaarden de woorden “groepsverzekering”, “pensioenreglement”, “pensioenstelsel” en “financieringsfonds” respectievelijk worden gelezen als “individuele pensioentoezeggingsverzekering”, “pensioenovereenkomst”, “individuele pensioentoezegging” en “technische voorzieningen”.
Inrichter:
De onderneming die een pensioentoezegging doet.
Onderneming:
De rechtspersoon die een pensioentoezegging doet aan haar bedrijfsleider.
De onderneming kan echter slechts een toezegging doen indien zij een vennootschap, vereniging, inrichting of instelling is die regelmatig is opgericht, rechtspersoonlijkheid bezit en een onderneming exploiteert of zich bezighoudt met verrichtingen van winstgevende aard.
Vennootschappen, verenigingen, inrichtingen en instellingen met rechtspersoonlijkheid die naar Belgisch recht zijn opgericht en voor de toepassing van de inkomstenbelastingen worden geacht geen rechtspersoonlijkheid te bezitten, worden niet beschouwd als onderneming.
Bedrijfsleider:
De perso(o)n(en) bedoeld in artikel 32 eerste lid, 1° en 2° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992, die in die hoedanigheid aan de onderneming is (zijn) verbonden en mits zij niet door een arbeidsovereenkomst gebonden zijn.
KB leven:
Het Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringen en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van dit KB vervangt en/of aanvult.
Pensioeninstelling:
VIVIUM, een merk van P&V Verzekeringen cv, verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058.
Pensioenreglement:
Het reglement waarin de rechten en de verplichtingen van de inrichter, van de onderneming, de aangeslotenen en van hun rechthebbenden, de aansluitingsvoorwaarden en de regels inzake de uitvoering van het pensioenstelsel worden bepaald. De algemene voorwaarden, de bijzondere voorwaarden en het benefit statement vormen samen het pensioenreglement.
Pensioenstelsel:
De collectieve pensioentoezegging.
Pensioentoezegging:
De toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, resp. kapitaal bij leven en/of kapitaal bij overlijden, door een inrichter aan één of meerdere bedrijfsleiders en/of hun rechthebbenden.
Persoonlijke bijdrageovereenkomst:
De overeenkomst die met persoonlijke bijdragen wordt gefinancierd.
Premies:
De ondernemingsbijdragen en/of de persoonlijke bijdragen. Deze kunnen de risicopremies en de koopsommen omvatten.
Tak 21 “groepsverzekeringen”:
Dit is de verzekeringstak waarbinnen de pensioeninstelling groepsverzekeringen beheert. De premies en de reserves binnen deze verzekeringstak genieten een rendementswaarborg. De modaliteiten van deze rendementswaarborg kunnen verschillend zijn in functie van het gekozen groepsverzekeringsproduct.
Verzekeringsjaar:
De periode gaande van de jaarlijkse aanpassingsdatum van enig jaar tot en met de dag onmiddellijk voorafgaand aan de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum.
Zo het reglement beëindigd wordt tussen twee jaarlijkse aanpassingsdatums, loopt het laatste verzekeringsjaar over de periode tussen de laatste jaarlijkse aanpassingsdatum tot de beëindigingsdatum van het reglement.
Vestigingskapitaal:
Het onderliggend kapitaal dat nodig is om een renteuitkering te verzekeren.
WAP:
De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult.
Ondernemingsbijdrageovereenkomst:
De overeenkomst die met ondernemingsbijdragen wordt gefinancierd.
Artikel 2 Wat is het voorwerp van het pensioenstelsel?
Het pensioenstelsel heeft als voorwerp, mits betaling van de premies door de inrichter, het waarborgen van de betaling aan de aangeslotene of aan de begunstigde van de prestaties, zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 3 Op welke grondslagen worden de ondernemingsbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst voor elke aangeslotene opgesteld?
Het pensioenstelsel is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die voor de levensverzekering gelden. De ondernemingsbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst worden opgesteld op basis van de inlichtingen die door de inrichter en de aangeslotene in alle oprechtheid en zonder verzwijging zijn verstrekt om de pensioeninstelling in te lichten over de risico's die ze ten laste neemt. De pensioeninstelling kan alle inlichtingen eisen die zij nodig acht met inachtneming van de vigerende wetgeving.
Evenwel, vanaf de aansluiting ziet de pensioeninstelling af van het aanvoeren van de nietigheid van de pensioentoezegging van een aangeslotene uit hoofde van de te goeder trouw geschiede verzwijgingen of onjuiste verklaringen.
Fraude, opzettelijke verzwijging(en) en/of opzettelijke onjuiste verklaring(en) hebben de nietigheid van de ondernemingsbijdrageovereenkomst(en) en/of de persoonlijke bijdrageovereenkomst(en) tot gevolg.
Bij onnauwkeurigheid in verband met de geboortedatum en het geslacht van de aangeslotene en/of de begunstigde indien de pensioentoezegging in een overdraagbare aanvullende pensioenrente voorziet, worden de prestaties aangepast, rekening houdend met de juiste gegevens.
Artikel 4 Wanneer gaat de verzekering in?
Voor de aangeslotenen die op de ingangsdatum van het pensioenstelsel worden aangesloten gaat de verzekering in na de eerste premiebetaling.
Voor latere aansluitingen of aanpassingen gaat de persoonlijke- en/of de ondernemingsbijdrageovereenkomst in op de ingangsdatum die in de bijzondere voorwaarden is vermeld.
Artikel 5 Betaling van de premies
De premies worden betaald volgens de beschikkingen van de bijzondere voorwaarden. De betaling geschiedt op de verschillende bank- of postrekeningen van de pensioeninstelling of in handen van de personen gelast met het innen van het bedrag, doch enkel tegen kwijtschriften uitgaande van de pensioeninstelling.
Artikel 6 Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene bij aansluiting of als gevolg van ziekte of ongeval
a) Voor pensioentoezeggingen die niet gekoppeld zijn aan een reglement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen:
- in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid:
• Voor een bedrijfsleider die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en voor een aangeslotene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, worden vanaf de aansluitingsdatum, resp. mutatiedatum de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen proportioneel herleid in functie van het percentage arbeidsgeschiktheid. Indien de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan worden voor het bepalen van het aantal pensioenjaren perioden van gedeeltelijke
arbeidsongeschiktheid herleid in functie van het percentage arbeidsgeschiktheid dat tijdens deze perioden van toepassing was. De som van voltijdse en herleidde jaren en maanden wordt beperkt tot het maximaal in aanmerking te nemen pensioenjaren.
- in geval van volledige arbeidsongeschiktheid:
• Voor een bedrijfsleider die volledig arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden wordt de aansluiting uitgesteld tot na werkhervatting.
• Voor een aangeslotene die volledig arbeidsongeschikt wordt, wordt vanaf de mutatiedatum de verschuldigdheid van premies stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen worden beëindigd en de ondernemingsbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd.
Bij werkhervatting zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van werkhervatting de premies opnieuw verschuldigd. Aanspraken en/of persoonlijke bijdragen volgens het principe “vaste bijdragen” worden proportioneel herleid in functie van het percentage arbeidsgeschiktheid. Aanspraken bepaald volgens het principe “vaste prestaties” worden herleid in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder “gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid”. Perioden van volledige arbeidsongeschiktheid worden gelijkgesteld met een tewerkstellingsgraad gelijk aan 0.
Indien de periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de arbeidsgeschiktheid van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.
b) Voor pensioentoezeggingen die wel gekoppeld zijn aan een reglement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen:
- in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid:
• Een bedrijfsleider die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en die nog niet aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, kan de waarborg premievrijstelling niet inroepen voor het gedeelte van de aanspraken die betrekking hebben op zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Vanaf de aansluitingsdatum worden zijn aanspraken en/of persoonlijke bijdragen berekend in functie van het percentage arbeidsgeschiktheid van de aangeslotene, in overeenstemming met de procedure hiervoor (cfr. a) omschreven onder “gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid”.
• Voor een aangeslotene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, worden vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals voorzien in het reglement premievrijstelling de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen berekend in functie van het percentage arbeidsgeschiktheid van de aangeslotene, in overeenstemming met de procedure hiervoor (cfr. a) omschreven onder “gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid”.
De verschuldigdheid van de premies die verband houden met de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling. Het gedeelte van de aanspraken dat betrekking heeft op de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt vanaf dan door de pensioeninstelling in stand gehouden op basis van de bepalingen van het reglement premievrijstelling. Tot het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen echter berekend aan het tewerkstellingspercentage van toepassing bij ingang van de arbeidsongeschiktheid.
- in geval van volledige arbeidsongeschiktheid:
• Voor een bedrijfsleider die volledig arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en die nog niet aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, wordt de aansluiting uitgesteld tot na werkhervatting. Deze bedrijfsleider kan de waarborg premievrijstelling niet inroepen.
• Voor een aangeslotene die volledig arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, wordt vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling de verschuldigdheid van premies stopgezet. Vanaf dat moment worden de aanspraken door de pensioeninstelling in stand gehouden op basis van de bepalingen van het reglement premievrijstelling.
Bij werkhervatting zijn de premies onmiddellijk opnieuw verschuldigd. De berekening van de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen gebeurt in functie van de bezoldiging en het percentage arbeidsgeschiktheid op dat moment, in overeenstemming met de procedure hiervoor (cfr. a) omschreven onder “gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid”. Indien de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan wordt de periode van arbeidsongeschiktheid voor het bepalen van de pensioenjaren mee in aanmerking genomen proportioneel het percentage arbeidsgeschiktheid bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Dit geldt echter niet voor de perioden waarvoor geen premievrijstelling kan worden ingeroepen.
Indien de periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de arbeidsgeschiktheid van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.
Artikel 7 Vrijwillige persoonlijke stortingen
Xxxxxx aangeslotene kan vrijwillige persoonlijke stortingen doen om de aanspraken van de op zijn leven gesloten verzekering(en) te verhogen.
Deze vrijwillige persoonlijke stortingen worden aangewend in een door de pensioeninstelling aangeboden individuele verzekeringscombinatie op basis van constante jaar- of maandpremies in het tarief van de tak 21 "individuele levensverzekeringen" die op dat moment van toepassing zijn op nieuw af te sluiten overeenkomsten.
Indien deze vrijwillige persoonlijke stortingen een verhoging van de verzekerde aanspraken bij overlijden inhouden, kan de pensioeninstelling de aanvaarding van deze verhoging afhankelijk stellen van de gunstige uitslag van een (bijkomend) geneeskundig onderzoek op haar kosten door de aangeslotene te ondergaan op het ogenblik dat de verhoging wordt aangevraagd en inzoverre de van toepassing zijnde wetgeving dit toelaat.
De individuele rekening waarop de vrijwillige persoonlijke stortingen worden gealloceerd, wordt "persoonlijke overeenkomst" genoemd.
De vrijwillige persoonlijke stortingen worden door de aangeslotene aan de pensioeninstelling overgemaakt.
In geval van uittreding kan de uittreder de persoonlijke overeenkomst geheel of gedeeltelijk verderzetten of de premiebetaling stopzetten en verzekerd blijven voor de premievrije waarde voor die verzekeringsbewerkingen waarbij dit mogelijk is. In dit geval moet iedere aanvraag tot wijziging van deze persoonlijke overeenkomst rechtstreeks bij de pensioeninstelling worden ingediend. Door de pensioeninstelling wordt hiervoor een document afgeleverd met opgave van
de verzekerde prestaties gefinancierd door de vrijwillige persoonlijke stortingen. Deze verzekerde prestaties worden niet op het benefit statement weergegeven.
De persoonlijke overeenkomst deelt in de “winstdeelname leven” toegekend door de pensioeninstelling in de tak 21 “individuele levensverzekeringen” indien aan de voorwaarden voldaan wordt.
Artikel 8 Voorschotten en inpandgevingen
Voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening worden enkel toegestaan om de aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Economische Ruimte (EER) onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen.
Het als bijzonder stelsel van aanslag bepaalde omzettingsstelsel is van toepassing in zoverre die voorschotten en inpandgevingen verleend zijn voor het bouwen, het verwerven, het verbouwen, het verbeteren of het herstellen van de in de Europese Economische Ruimte (EER) gelegen enige woning die uitsluitend bestemd is voor het persoonlijke gebruik van de voorschotnemer en zijn gezinsleden.
Voorschotten worden door de pensioeninstelling toegekend op voorwaarde dat:
- de aangeslotene een akte van voorschot ondertekent;
- de aangeslotene akkoord gaat met de vooruit te betalen intrest die door de pensioeninstelling op basis van de door haar gehanteerde intrestvoet wordt berekend op het ogenblik van toekenning;
- de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde(n) van de pensioentoezegging wordt bekomen.
Voorschotten moeten worden terugbetaald zodra die goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen of van zodra de dekking bij overlijden wegvalt.
De mogelijkheid tot opneming van voorschotten en inpandgevingen bestaat enkel ten belope van de netto theoretische afkoopwaarde (na bedrijfsvoorheffing, riziv, solidariteitsbijdrage en eventuele penalisatie) vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan 1 en waarvan de noemer gelijk is aan 1 plus de door de door de pensioeninstelling gehanteerde intrestvoet berekend op het ogenblik van toekenning van het voorschot. Hierbij kan het op te nemen voorschot echter nooit meer bedragen dan het verzekerde netto (vestigings)kapitaal bij overlijden. Indien het berekende voorschot kleiner is dan 2.500,00 EUR, dan wordt het niet toegekend.
Indien een voorschot is toegekend, vervalt het recht op winstdeelname voor het bedrag van de wiskundige reserves overeenstemmend met het bedrag van voorschot en dit overeenkomstig het winstdeelnameplan.
Artikel 9 Communicatie
De pensioeninstelling bezorgt éénmaal per jaar aan de aangeslotenen die hun verworven reserves in de pensioentoezegging hebben ondergebracht, met uitsluiting van de rentegenieters, een benefit statement waarop de volgende gegevens vermeld staan:
- het bedrag van de verworven reserves;
- het bedrag van de verworven prestaties en de datum waarop ze opeisbaar zijn;
- de variabele elementen waarmee bij de berekening van de verworven reserves en van de verworven prestaties rekening wordt gehouden;
- het bedrag van de verworven reserves van het vorige verzekeringsjaar;
- de mededeling dat de tekst van dit reglement op eenvoudig verzoek kan verkregen worden bij de inrichter.
Artikel 10 Medische acceptatie
De pensioeninstelling houdt zich het recht voor medische formaliteiten en/of onderzoeken op te leggen in zover dit wettelijk toegelaten is. In bepaalde gevallen zal de pensioeninstelling, in overeenstemming met haar medische acceptatiepolitiek, een medisch onderzoek opleggen waarvan zij de kosten ten laste neemt. Deze politiek kan, onder andere, in de volgende gevallen van toepassing zijn:
- bij aansluiting;
- bij verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden of van het weder in werking stellen van de overeenkomst;
- bij vrijwillige persoonlijke bijdragen;
- bij vervroegde vereffening van de voordelen bij leven;
- in geval van verdaging indien toegelaten door het pensioenreglement.
Indien een verhoogd risico wordt vastgesteld kan de pensioeninstelling, indien dit wettelijk toegelaten is, in toepassing van haar medische acceptatiepolitiek een bijpremie aanrekenen of het risico geheel of gedeeltelijk weigeren.
Artikel 11 Verplichtingen van de aangeslotene
De aangeslotene is verplicht onmiddellijk mededeling aan de inrichter te doen van iedere wijziging in de gezinssituatie of van de burgerlijke staat die aanleiding kan geven tot een aanpassing van de verzekerde prestaties of de begunstiging bij overlijden. De pensioeninstelling heeft het recht te eisen dat dergelijke wijzigingen gestaafd worden door officiële stukken.
De aangeslotene draagt de volle verantwoordelijkheid voor de volledigheid en juistheid van de door hem verstrekte inlichtingen.
Artikel 12 Aanvaarding van de begunstiging
De aangeslotene kan, conform de bepalingen in de bijzondere voorwaarden, een begunstigde aanwijzen.
Elke begunstigde mag de begunstiging aanvaarden mits akkoord van de inrichter. Aanvaarding geschiedt door een geschrift met de handtekening van de begunstigde, de inrichter, de aangeslotene en de pensioeninstelling.
De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, als gevolg dat de latere wijziging van de begunstiging, de afkoop of de reserve- overdracht, de inpandgeving en de opname van een voorschot slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde. Deze toestemming is eveneens vereist voor elke wijziging die een vermindering impliceert van de verzekeringsprestaties die ten gunste van de aanvaardende begunstigde verzekerd zijn door reeds betaalde premies.
In de mate dat de aanvaarding van de begunstiging ertoe leidt dat de bepalingen betreffende de begunstiging in de bijzondere voorwaarden niet kunnen worden toegepast, blijven de bepalingen in de bijzondere voorwaarden zonder uitwerking.
Artikel 13 Betaling van de prestaties
De prestaties worden in de vorm van een kapitaal uitgekeerd nadat de begunstigde(n) het door hen tegengetekend kwijtschrift samen met de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling hebben laten geworden. De uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van het tegengetekende kwijtschrift en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken.
De pensioeninstelling heeft het recht de hierboven genoemde stukken als haar eigendom te behouden.
Voor de vertraging in de uitkering van de door de pensioeninstelling verschuldigde bedragen, doordat deze bedragen niet zijn opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, of in het algemeen ten gevolge van een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling, wordt geen intrest door haar vergoed.
Artikel 14 Wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging
De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele beperkende wijziging aanbrengen in het pensioenreglement.
De inrichter kan de pensioentoezegging wijzigen of opheffen. In geen geval mag echter inbreuk gemaakt worden op de verzekerde prestaties opgebouwd door de door de inrichter aan de pensioeninstelling tot op het tijdstip van wijziging reeds betaalde of tot op dat ogenblik nog te betalen premies.
Bij wijziging overhandigt de inrichter aan elke actieve aangeslotene de tekst van de in het pensioenreglement aangebrachte wijzigingen. Indien de wijziging leidt tot een verhoging van de aanspraken, dan is deze verhoging onderworpen aan de voorwaarden die van kracht zijn op het ogenblik van de aanpassing, onder andere op het gebied van de aanvaarding. Indien de gevraagde aanpassing aanleiding geeft tot een vermindering van de prestaties die op het ogenblik van de wijziging door de reeds betaalde premies verzekerd zijn, moet de inrichter de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde voorleggen.
De inrichter kan de pensioentoezegging beëindigen mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de van toepassing zijnde wetgeving. In geen geval mag deze beëindiging tot gevolg hebben dat de reeds door de aangeslotenen verworven prestaties en verworven reserves, met uitzondering van de voordelen die gedekt zijn door risicoverzekeringen, op het ogenblik van de beëindiging verminderd worden. In dit geval worden de tijdelijke verzekeringen op basis van jaarlijks hernieuwbare risicopremies beëindigd.
Wordt aan de pensioentoezegging een einde gesteld door ontbinding of vereffening van de inrichter, zonder dat zijn verplichtingen door een andere inrichter worden overgenomen, dan zullen de individuele rekeningen in volle eigendom aan de aangeslotenen worden overgedragen.
In geval van wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging hebben de aangeslotenen het recht de bijdragebetalingen nodig voor de instandhouding van hun verzekeringen zelf voort te zetten conform de bepalingen in het artikel met betrekking tot de vrijwillige persoonlijke stortingen.
De aanvraag tot wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven.
De reductiewaarde wordt berekend op de datum van de vervaldag van de eerste niet betaalde bijdrage. Indien alle bijdragen betaald werden op het ogenblik dat de inrichter schriftelijk zijn inzicht kenbaar maakt zijn toekomstige bijdragen niet meer te betalen of over te gaan tot afkoop, heeft de reductie uitwerking op de eerstvolgende bijdragevervaldag tenzij een latere datum wordt opgegeven en mits verderzetting van de bijdragebetaling.
Artikel 15 Financieringsfonds
Samen met de pensioentoezegging wordt een financieringsfonds opgericht dat door de pensioeninstelling wordt beheerd. Het bevat de reserves die geen betrekking hebben op ondernemingsbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst en vormt een theoretische afkoopwaarde.
De activa van het financieringsfonds kunnen niet terug worden opgenomen in het vermogen van de inrichter.
De inrichter kan in dit fonds ten definitieve titel stortingen doen in het vooruitzicht van de financiering van de toekomstige lasten die voortspruiten uit de verzekeringsverrichtingen zoals voorzien in onderhavig pensioenreglement.
Naast de hiervoor genoemde stortingen ontvangt het fonds de bedragen die eraan worden toegekend in toepassing van het pensioenreglement.
Wanneer de totale gestorte ondernemingsbijdrage lager is dan deze die krachtens het pensioenreglement moet worden toegewezen aan de ondernemingsbijdrageovereenkomst, wordt het verschil uit het financieringsfonds geput. Dit is geen afdwingbaar recht tegenover de pensioeninstelling. De pensioeninstelling blijft in dit geval op elk ogenblik het recht behouden om de procedure wegens niet betaling van de premies in te zetten.
Indien de verworven reserves in uitvoering van een beslissing van de aangeslotene naar aanleiding van zijn uittreding naar een andere pensioeninstelling worden overgedragen, zullen eventuele tekorten die op dat ogenblik door de van kracht zijnde wetgeving moeten afgefinancierd worden, geput worden uit het financieringsfonds. Indien de reserves in het financieringsfonds door zulk een operatie negatief worden, zal de inrichter het negatieve saldo onmiddellijk aanzuiveren.
2. AFKOOP – NIET-BETALING VAN DE PREMIES – WEDERINWERKINGSTELLING
Artikel 16 Definities
Actuele inventariswaarde:
De actuele waarde op een bepaald ogenblik berekend in functie van de inventarisgrondslag, zijnde het geheel van de inventaristoeslagen, de technische rentevoet en de voorvalswetten die het tarief of het samenstellen van de reserves bepalen.
Afkoop van de pensioentoezegging:
Opzegging van de pensioentoezegging.
Beëindiging van het pensioenstelsel door de inrichter:
Opzegging van het pensioenstelsel door de inrichter.
Reductie van de pensioentoezegging:
De vermindering van de actuele waarde van de verzekerde prestaties ten gevolge van het stopzetten van de betaling van de bijdragen.
Reductiewaarde:
De prestatie die op het ogenblik van de stopzetting van de betaling van de bijdragen verzekerd blijft. Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de verzekerde prestaties bij overlijden, kan de actuele inventariswaarde berekend worden met de sterftetafels voor de verrichtingen bij leven.
Theoretische afkoopwaarde:
Het verschil tussen de actuele inventariswaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en de actuele waarde van de reductiepremies die betrekking hebben op de toekomstige vervaldagen. Dat verschil wordt verhoogd met het niet verbruikte gedeelte van de toeslagen. De technische grondslagen die voor de berekening van de theoretische afkoopwaarde gebruikt worden, zijn die die gebruikt worden voor de berekening van de premie.
Artikel 17 Afkoop door de inrichter
De inrichter kan, mits eerbiediging van de van toepassing zijnde wetgeving, beslissen om de theoretische afkoopwaarden over te dragen naar een andere toegelaten pensioeninstelling.
In geval van overdracht zal de pensioeninstelling een vereffeningsvergoeding vragen in toepassing van de wettelijke bepalingen. Bij de berekening van de vereffeningsvergoeding wordt rekening gehouden met de volgende elementen:
- de samenstelling van de portefeuille van de representatieve activa van de reserves opgebouwd door het geheel van de ondernemingsbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomsten en de financieringsfondsen beheerd door de pensioeninstelling;
- de beleggingsduur per categorie van representatieve activa;
- de evolutie van de door de pensioentoezegging opgebouwde reserves en van het financieringsfonds van deze pensioentoezegging;
- alle andere gerechtvaardigde overdrachtskosten;
- de regels eventueel vastgelegd door het reglement of een andere overeenkomst.
Deze vereffeningsvergoeding wordt als volgt berekend:
- Indien de over te dragen theoretische afkoopwaarden groter zijn dan 1.250.000,00 EUR1 wordt een vereffeningsvergoeding aangerekend die de som is van de volgende elementen:
• Forfaitaire vergoeding:
De forfaitaire vergoeding bedraagt 5% van de theoretische afkoopwaarde.
• Administratieve vergoeding:
De administratieve vergoeding bedraagt 45,00 EUR1 per aangeslotene met een maximum van 1.970,00 EUR1.
• Financiële vergoeding = theoretische afkoopwaarde x FV
De bepaling van de latente minderwaarden op de beleggingsportefeuille gebeurt op basis van het rendement van de OLO met een looptijd van 10 jaar.
De financiële vergoeding kan nooit negatief zijn en wordt uitgedrukt als een percentage van de pensioenreserves.
FV = (5 - 2u)(i1 - i2)
waarbij
• FV = 0 als i1 < of = i2
• FV = 0 als u > of = 2,5
met:
• u = duur in jaren en maanden tussen het moment van de afkoopmelding en de effectieve uitbetaling (of wens tot uitbetaling) van de afkoopwaarde;
• i1 = het OLO rendement (OLO 10 jaar) op het ogenblik van afkoopmelding. De pensioeninstelling behoudt zich het recht om, indien er geen OLO markt meer bestaat, het rendement te nemen van een gelijkwaardige EURO belegging;
• i 2 = het gemiddelde OLO rendement (OLO 10 jaar) over de laatste 5 jaar, op het moment van de afkoopmelding.
In geval van overdracht van de reserves van het financieringsfonds, rekent de pensioeninstelling eveneens een vereffeningsvergoeding aan die op dezelfde wijze en volgens dezelfde modaliteiten wordt berekend, zij het dat er geen administratieve vergoeding wordt toegepast.
- Indien de over te dragen theoretische afkoopwaarden kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 1.250.000,00 EUR1 wordt een vereffeningsvergoeding per aangeslotene aangerekend die gelijk is aan het maximum van:
• 75,00 EUR1
• het minimum van 5% van de theoretische afkoopwaarde en 1% van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tot de einddatum van de pensioentoezegging nog te verstrijken looptijd van de overeenkomst uitgedrukt in jaren.
In geval van overdracht van de theoretische afkoopwaarden mag geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd worden van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves worden afgetrokken.
De overdracht van de theoretische afkoopwaarden wordt uitgesteld totdat de vereffeningsvergoeding integraal betaald werd aan de pensioeninstelling.
Artikel 18 Afkoop door de aangeslotene
Er bestaat geen recht op afkoop voor de pensioentoezeggingen waarin uitsluitend verzekerde prestaties bij leven zijn bedongen. Zolang de aangeslotene niet is uitgetreden, kan het recht op afkoop niet worden uitgeoefend, behoudens in de door het reglement gespecifieerde gevallen en enkel ten voordele van de aangeslotene.
Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van uittreding of naar aanleiding van het opnemen van voorschotten, in pandgeving en het wedersamenstellen van een hypothecair krediet, zijn niet toegelaten.
De afkoopwaarde wordt vereffend ten belope van de verzekerde prestaties bij overlijden. Het eventuele saldo van de theoretische afkoopwaarde wordt aangewend voor de vorming, op basis van de inventarisgrondslag, van prestaties bij leven, betaalbaar op dezelfde vervaldagen en in dezelfde voorwaarden als de prestaties bij leven van de oorspronkelijke verrichting.
Bij afkoop vóór het bereiken van de leeftijd van 60 jaar is een afkoopvergoeding verschuldigd die gelijk is aan 1% van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tot de leeftijd van 60 jaar nog te verstrijken looptijd van de overeenkomst uitgedrukt in volledige jaren. De aldus berekende afkoopvergoeding mag niet meer bedragen dan 5% van de theoretische afkoopwaarde, maar zal altijd minstens gelijk zijn aan 75,00 EUR.2
De aanvraag tot afkoop geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven door de aangeslotene.
Voor de berekening van de afkoopwaarde wordt de datum van de aanvraag in aanmerking genomen. De afkoop heeft uitwerking op de datum waarop het voor akkoord ondertekend kwijtschrift van afkoop bij de pensioeninstelling toekomt.
Om de afkoopwaarde te verkrijgen moet de begunstigde een levensbewijs en een kopie van zijn identiteitskaart aan de pensioeninstelling overmaken.
Artikel 19 Niet-betaling van de premies
De betaling van de premies of een gedeelte ervan is ten aanzien van de pensioeninstelling niet verplicht.
De niet-betaling van de premies heeft de reductie van de persoonlijke- en de ondernemingsbijdrageovereenkomst tot gevolg, of de verbreking ervan indien de theoretische afkoopwaarde negatief is op de vervaldatum van de eerste niet betaalde premie. Tevens heeft dit de stopzetting van de tijdelijke overlijdensverzekeringen tot gevolg.
De aangetekende ingebrekestelling mag ten vroegste 30 dagen na de vervaldag van de onbetaalde premies worden verzonden.
Indien de premies niet meer gestort worden en behoudens schriftelijke verklaring van de inrichter dat hij de premiebetaling staakt, zullen de premies nà een eerste herinnering uit het financieringsfonds geput worden.
Indien er een betalingsachterstand wordt vastgesteld van 1 maand en de inrichter geen schriftelijke kennisgeving van stopzetting van (de premiebetaling voor) het pensioenstelsel aan
de pensioeninstelling heeft gericht, verstuurt deze laatste een aangetekende ingebrekestelling aan de inrichter waarin wordt vermeld dat de risicowaarborgen stopgezet worden.
De inrichter is verantwoordelijk voor de verdere communicatie aan de aangeslotenen, onverminderd het recht dat de pensioeninstelling heeft om elke aangeslotene in te lichten over de niet-betaling van de premie bij gewone brief per post.
Na uitputting van het financieringsfonds worden de respectievelijke persoonlijke bijdrageovereenkomst en ondernemingsbijdrageovereenkomst premievrij gemaakt voor alle aanspraken. Zij blijven onderworpen aan het pensioenreglement en delen verder in de winst van de tak 21 “groepsverzekeringen”.
In geval van reductie van de pensioentoezegging wordt bij een vermindering van de nog te vervallen premies een reductievergoeding aangerekend. Deze mag niet groter zijn dan:
- op het moment van de reductie, een forfait van 75,00 EUR3;
- nadien, op elke vervaldag van de oorspronkelijke voorziene premie, een vergoeding die overeenstemt met de vermindering van het gedeelte van de toeslagen dat het algemeen beheer van de overeenkomsten dekt en die tot 5 promille van de vermindering van de reductiepremie beperkt is. Deze vergoeding wordt als een inventaristoeslag beschouwd.
Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de waarborgen in geval van overlijden, wordt de inventariswaarde berekend met de sterftetafels voor verrichtingen bij leven.
Voor een tijdelijke overlijdensverzekering waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar, is er geen reductiewaarde.
Artikel 20 Wederinwerkingstelling
Een bij toepassing van het artikel betreffende de niet-betaling van de premies opgezegde, gereduceerde of afgekochte pensioentoezegging mag opnieuw in werking worden gesteld en dit gedurende een termijn van 3 maanden voor de opgezegde of afgekochte pensioentoezegging en gedurende een termijn van 3 jaar voor de gereduceerde pensioentoezegging. De wederinwerkingstelling mag afhankelijk worden gemaakt van medische acceptatie volgens de op dat ogenblik geldende voorwaarden.
Onverminderd eventuele andere verplichtingen die uit het pensioenreglement of uit de wettelijke bepalingen voortvloeien, geschiedt het opnieuw in werking stellen onder de oorspronkelijke voorwaarden, indien de aanvraag gedaan wordt binnen de 3 maanden na de opzeg of de afkoop en binnen de 3 jaar na de reductie en mits de achterstallige premies voorafgaandelijk betaald worden. Indien de pensioentoezegging werd afgekocht, moet eveneens de volledige afkoopwaarde worden teruggestort.
Onverminderd eventuele andere verplichtingen die uit het pensioenreglement of uit de wettelijke bepalingen voortvloeien, wordt de gereduceerde pensioentoezegging na de hogervermelde periode van 3 maanden opnieuw in werking gesteld zonder betaling van de achterstallige bijdragen maar dan op grond van een nieuwe bijdrage, berekend op basis van de leeftijd van de aangeslotene op dat ogenblik en rekening houdend met de theoretische afkoopwaarde op het ogenblik van het opnieuw in werking stellen van de pensioentoezegging.
De wederinwerkingstelling gaat in na kennisgeving ervan door de pensioeninstelling aan de inrichter.
3 Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de reductie voorafgaat.
3. OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN
Artikel 21 Geografische uitgestrektheid
Het overlijdensrisico geldt wereldwijd, onder voorbehoud van de bepalingen van de overige artikelen onder hoofdstuk 4.
Artikel 22 Opzettelijke daad
Het overlijden van de aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad van één van de begunstigden, of op hun aansporing, is niet gedekt. Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om de aangeslotene te doden of ernstige letselschade toe te brengen.
Artikel 23 Luchtvaart
Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als piloot of lid van het boordpersoneel is niet gewaarborgd.
Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is gewaarborgd, uitgezonderd wanneer het een toestel betreft:
- waarvan de aangeslotene wist of kon weten dat het geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen;
- van een luchtmacht dat niet bestemd is voor personenvervoer;
- dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst;
- dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd;
- dat proefvluchten uitvoert;
- van het type ultra-licht-gemotoriseerd.
Artikel 24 Oproer
Er wordt geen dekking verleend wanneer het overlijden het rechtstreekse en onmiddellijke gevolg is van oproer, burgerlijke onlusten, alle collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of welke gevestigde macht ook, indien de aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze aan heeft deelgenomen.
Artikel 25 Oorlog
Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van een oorlogsgebeurtenis, dat wil zeggen, een gebeurtenis die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een offensieve of defensieve actie van een oorlogvoerende mogendheid of van welke andere gebeurtenis van militaire aard ook.
Indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de aangeslotene in het buitenland, wordt dekking verleend van het oorlogsrisico op voorwaarde dat de aangeslotene niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.
Artikel 26 Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden
In de niet gewaarborgde gevallen, vastgesteld in de artikelen 22 tot en met 25, betaalt de pensioeninstelling de theoretische afkoopwaarde, berekend op de dag van het overlijden en beperkt tot het bij overlijden verzekerde kapitaal.
Wanneer het overlijden van de aangeslotene voortkomt uit een opzettelijke daad van (één van) de begunstigde(n), of op zijn (hun) aansporen, verliest (verliezen) de begunstigde(n), die het overlijden opzettelijk heeft (hebben) veroorzaakt, alle rechten op de verzekerde prestaties. De verzekerde prestaties worden dan, in tegenstelling tot de vorige paragraaf, niet beperkt tot de theoretische afkoopwaarde, maar komt integraal toe aan de medebegunstigde(n), of bij ontstentenis, aan de subsidiaire begunstigde(n) volgens de in de bijzondere voorwaarden vermelde volgorde, en bij gebreke daarvan, aan de nalatenschap van de aangeslotene.
De verzekerde prestaties in geval van overlijden worden zonder beperking uitgekeerd aan de begunstigde(n), indien het overlijden van de aangeslotene te wijten is aan zelfmoord.
Artikel 27 Aangifte van een schadegeval
Het overlijden van de aangeslotene moet bij de pensioeninstelling uiterlijk binnen 8 dagen worden aangegeven. Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het schadegeval zo snel als redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend.
De aangifte moet gebeuren via het daartoe bestemde formulier en moet vergezeld gaan van alle originele documenten, attesten en rapporten die het bestaan van het schadegeval kunnen aantonen.
De aangeslotenen stemmen ermee in dat de behandelende arts na hun overlijden aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling een verklaring over de doodsoorzaak bezorgt. De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gewaarborgd zijn van de schade.
Indien aan één van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel.
Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaalde feiten of omstandigheden worden verzwegen die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van het schadegeval, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst weigeren en elke ten onrechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke intrest.
4. WINSTDEELNAME
Artikel 28 Winstdeelname
De pensioentoezeggingen nemen kosteloos deel in de winst, in de categorie van de verzekeringscontracten, gemaakt volgens door de pensioeninstelling bepaalde regels die meegedeeld worden aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA).
Indien de pensioentoezegging opgezegd is in het kader van een overdracht van de reserves naar een andere pensioeninstelling, wordt gedurende de periode van de opzegging geen winstdeelname toegekend.
Het winstdeelnameplan wordt ter beschikking van het publiek gesteld op de zetel van de vestiging van de pensioeninstelling waar de pensioenovereenkomst werd afgesloten.
5. KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT
Artikel 29 Kennisgevingen
De inrichter zorgt ervoor dat alle aangeslotenen de voordelen die de pensioentoezegging hun biedt ten volle kunnen genieten door hen correct te informeren en alle nuttige documenten over te maken. De inrichter bezorgt de pensioeninstelling de nodige informatie zodat het beheer correct en vlot kan verlopen en zorgt voor de tijdige betaling van de premie.
Elke schriftelijke kennisgeving van een partij aan een andere wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de postafgifte en geschiedt geldig op hun laatste onderling meegedeelde adres. De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door het ontvangstbewijs van de post. Bij gebrek aan voorlegging van het originele exemplaar van enige briefwisseling, geldt het afschrift ervan in de dossiers van de pensioeninstelling als bewijs.
In afwijking van het voorgaande wordt iedere kennisgeving van de pensioeninstelling aan de aangeslotene geacht gedaan te zijn door middel van de laatst verstuurde benefit statement.
Artikel 30 Rechtsmacht
De pensioentoezegging is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die in België voor levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en voor groepsverzekeringen in het bijzonder gelden. Mocht de inrichter buiten België gevestigd zijn, dan wordt er, indien toegelaten, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen eveneens, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogenblik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gaan, beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de geneesheren wordt er door hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg een “derde” geneesheer aangesteld. Het aldus gevormde college beslist bij meerderheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren evenwel niet afwijken van de bepalingen van het pensioenreglement. Elke partij betaalt de honoraria van de door haar aangestelde geneesheer. De honoraria van de eventuele “derde” geneesheer worden door de partijen in gelijke delen gedragen.
Artikel 31 Toepasselijk belastingsregime
Voor wat betreft de fiscale lasten die op de premies drukken, geldt de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van de woonstaat van de inrichter.
De eventuele toekenning van belastingvoordelen op de premies wordt bepaald door de belastingwetgeving van het woonland van de inrichter en/of van de aangeslotene. In bepaalde gevallen is de wetgeving van het land toepasselijk waar belastbare inkomsten verkregen worden.
De verzekeringsprestaties worden belast in overeenstemming met de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde.
Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing.
De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties. Voor nadere inlichtingen over het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tot de pensioeninstelling.
Voor de toepassing van de fiscale begrenzing betreffende de toekenning van belastingvoordelen op de ondernemings- en de persoonlijke premies in functie van het bedrag van de pensioenreserves die op de in de bijzondere voorwaarden vermelde einddatum toekomen aan de aangeslotenen, wordt er rekening gehouden met alle door de aangeslotenen bij de inrichter gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren, verhoogd met het maximum fiscaal toegelaten aantal niet voor de onderneming gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren.
De inrichter behoudt zich het recht voor om de aanwending van het premiebudget voor de vorming van pensioenreserves te beperken indien de voornoemde fiscale begrenzing zou overschreden worden.
Artikel 32 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
De gegevens die op de aangeslotene betrekking hebben, worden opgenomen in bestanden die gehouden worden om de verzekeringsovereenkomsten te kunnen opstellen, te beheren en uit te voeren.
In overeenstemming met de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult, kan de aangeslotene van zijn persoonsgegevens kennis nemen en ze indien nodig doen verbeteren.
P&V Verzekeringen cv is verantwoordelijk voor de verwerking.
Artikel 33 Goede trouw, redelijkheid en billijkheid
De inrichter regelt de aangelegenheden in zijn verhouding met de aangeslotenen waarin het pensioenreglement niet expliciet voorziet of die vatbaar zouden zijn voor interpretatie. Indien de pensioeninstelling hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met haar. De regeling van dergelijke aangelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van het pensioenreglement.
6. BIJZONDERE UITGAVEN
Artikel 34 Bijzondere uitgaven
De pensioeninstelling heeft het recht om bepaalde kosten aan te rekenen in geval van bijzondere uitgaven veroorzaakt door toedoen van de inrichter, de aangeslotene(n) en de begunstigde(n).
Dit kan slechts na voorafgaandelijke kennisgeving van de pensioeninstelling aan de betrokkene(n).
7. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 35 Algemene bepalingen
De inrichter heeft het recht om de overeenkomst ten aanzien van de pensioeninstelling op te zeggen binnen 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. In dit geval stort de pensioeninstelling de betaalde premies terug, verminderd met de bedragen die werden verbruikt om het risico te dekken.
Indien de pensioeninstelling de algemene voorwaarden wenst te wijzigen, dan stelt zij bij aangetekend schrijven aan de inrichter voor om de gewijzigde algemene voorwaarden toe te passen vanaf een door haar bepaalde datum. Indien de inrichter binnen 90 dagen na dit voorstel aan de pensioeninstelling schriftelijk meldt dat hij of zij deze wijziging weigert, blijven de vroegere algemene voorwaarden van toepassing. De inrichter overhandigt in voorkomend geval een exemplaar van de gewijzigde algemene voorwaarden aan elke aangeslotene.