Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Xxxxxxxxxxx 0 Xxx Xxxx Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxx Xxxx
Ons kenmerk
ANVS-PP-2022/0094362-08
Datum 24 mei 2023
Betreft Kernenergiewet vergunning
Besluit:
KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN EXPRO NORTH SEA LIMITED VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET NEUTRONENGENERATOREN EN MATERIALEN MET VAN NATURE VOORKOMENDE RADIONUCLIDEN
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING
Pagina 1 van 16
Inhoudsopgave
1.1 Vergunning
Aan Expro North Sea Limited gevestigd te Den Helder wordt op grond van de artikelen 29 en 34 van de Kernenergiewet (Kew) en de artikelen 3.5 en 3.8, eerste lid van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs), voor onbepaalde tijd conform de aanvraag vergunning verleend voor:
A. NEUTRONENGENERATOR, VASTE LOCATIE
Het verrichten van handelingen ten behoeve van het testen, kalibreren en de opslag van neutronengeneratoren op de locatie van Expro North Sea Limited aan de Mastenmakersweg 1 te Den Helder binnen de volgende omvang:
1. vier deuterium-tritium neutronengeneratoren met een versnelspanning van maximaal 120 kV en ieder een ingekapselde bron tritium met een activiteit van maximaal 185 gigabecquerel (GBq), met een output van maximaal 2,0x108 neutronen per seconde en een neutronenenergie van maximaal 14 mega- elektronvolt (MeV), inclusief de onderdelen van de neutronengenerator waarin zich radioactieve stoffen bevinden die zijn ontstaan tijdens het gebruik van de neutronengenerator.
B. NEUTRONENGENERATOREN, MOBIEL
Het verrichten van handelingen ten behoeve van geofysische metingen aan ondergrondse formaties op wisselende locaties binnen geheel Nederland en op het Nederlands deel van het continentaal plat met neutronengeneratoren binnen de volgende omvang:
1. de onder A.1 genoemde neutronengeneratoren.
Wanneer de neutronengeneratoren, inclusief ingekapselde bron tritium, niet in gebruik zijn, vindt de opslag plaats op de locatie van Expro North Sea Limited, gelegen aan de Mastenmakersweg 1 te Den Helder.
C. MATERIALEN MET VAN NATURE VOORKOMENDE RADIONUCLIDEN
Binnen de locatie van Expro North Sea Limited, gelegen aan de Mastenmakersweg 1 te Den Helder, het voorhanden hebben van meetapparatuur met materialen met van nature voorkomende radionucliden, binnen de volgende omvang:
1. Het voorhanden hebben van:
a. meetapparatuur, voorwerpen en stoffen met de van nature voorkomende radionucliden:
- lood-210 met activiteitsconcentratie van maximaal 5.000 kilobecquerel per gram (kBq/kg)
- radium-226 met activiteitsconcentratie van maximaal 5.000 kBq/kg;
- radium-228 met activiteitsconcentratie van maximaal 5.000 kBq/kg;
- thorium-228 met activiteitsconcentratie van maximaal 5.000 kBq/kg;
De totale activiteit bedraagt op enig moment niet meer dan 128 megabecquerel (MBq);
b. aan het oppervlak besmette installatieonderdelen, hulpmiddelen en gereedschappen, in afwachting van hernieuwde inzet voor een periode van maximaal vier jaar te rekenen vanaf de datum waarop het materiaal voor het eerst in opslag is genomen.
2. het toepassen van materialen met hierin van nature voorkomende radionucliden voor:
a. het nemen van monsters;
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van controlemetingen;
c. het sorteren, verwijderen en/of afscheiden van materialen uit reststoffen en radioactieve afvalstoffen;
d. het gebruiken, hergebruiken en onderling uitwisselen van (oppervlakte)besmette installatieonderdelen, -hulpmiddelen, en - gereedschappen;
e. het verrichten van eenvoudige decontaminatiewerkzaamheden;
1.2 Intrekking
De eerder aan Expro North Sea Limited, gevestigd te Den Helder, verleende vergunning worden conform de aanvraag ingetrokken:
– de op 24 april 2019 verleende vergunning met nummer ANVS-PP- 2019/0048471-06, laatstelijk gewijzigd op 16 februari 2022 met nummer ANVS- PP-2021/0086561-07;
1.3 Voorschriften
Het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de ANVS-verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Vbs) bevatten rechtstreeks geldende bepalingen. De in deze vergunning opgenomen voorschriften betreffen aspecten die niet (volledig) zijn geregeld in de genoemde regelgeving. Naast de in deze vergunning opgenomen voorschriften dient de vergunninghouder te voldoen aan de van toepassing zijnde bepalingen uit het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs.
Aan deze vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
I. Algemeen
1. Voor zover in de vergunning inclusief de voorschriften niet anders is bepaald worden de handelingen verricht overeenkomstig en op de locatie zoals beschreven in de in paragraaf 1.4 genoemde documenten.
2. De ondernemer zorgt voor een procedure voor intern transport. Deze procedure is goedgekeurd door de stralingsbeschermingsdeskundige.
II. Organisatie
1. De ondernemer zorgt ervoor dat de handelingen plaatsvinden door of onder direct toezicht van een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming op het toepassingsgebied meet- en regeltoepassingen, versnellers of industriële radiografie, zoals bedoelt in artikel 5.22 van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs).
2. In het geval dat de stralingsbeschermingsdeskundige niet in dienst is van de vergunninghouder, maar wordt ingehuurd, zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de omvang van de tijdsbesteding vastgelegd in een contract.
III. Voorschriften met betrekking tot bronnen
A. Neutronengenerator
1. De neutronengenerator wordt niet onbeheerd achtergelaten. Voor aanvang en na beëindiging van de handelingen met de neutronengenerator wordt deze in de afgesloten bronhouder in een passende beheervoorziening (bijvoorbeeld in het vervoermiddel of in de bergplaats) bewaard.
2. Na beëindiging van de handelingen met de neutronengenerator wordt het apparaat in een transportverpakking opgeborgen. Op de buitenzijde van de transportverpakking staat een duidelijk leesbaar en onuitwisbaar opschrift ‘RADIOACTIEVE STOFFEN” en een duidelijk zichtbaar waarschuwingsteken.
B. Natuurlijke bronnen
Handelingen
1. Het is voor onbevoegden niet toegestaan om een werklocatie te betreden waar de mogelijkheid van besmetting met of verspreiding van radioactieve stoffen in de vorm van open stoffen met van nature voorkomende radionucliden bestaat, zonder dat de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming daarvoor toestemming heeft gegeven.
2. In of op een werklocatie waar de mogelijkheid van besmetting met of verspreiding van radioactieve stoffen in de vorm van open stoffen met van nature voorkomende radionucliden bestaat, worden maatregelen getroffen vergelijkbaar met een bewaakte zone. Deze maatregelen mogen pas worden opgeheven nadat vrijgave van deze werklocatie heeft plaatsgevonden.
3. In of bij een werklocatie waar de mogelijkheid van besmetting met of verspreiding van radioactieve stoffen in de vorm van open stoffen met van nature voorkomende radionucliden bestaat, zijn persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals werkkleding, overalls en handschoenen, aanwezig zodat voorkomen kan worden dat werknemers besmet raken. Ter controle van mogelijk aanwezige (oppervlakte)besmetting is besmettingscontrole apparatuur aanwezig.
4. Een werklocatie wordt regelmatig, volgens een vastgelegde procedure, gecontroleerd op radioactieve (oppervlakte)besmetting. Wanneer sprake is van radioactieve (oppervlakte)besmetting wordt deze door of onder toezicht van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming opgeruimd.
5. Bij een werklocatie is geschikte stralingsmeetapparatuur aanwezig die is afgestemd op de aanwezige nucliden.
6. Besmette neutronengeneratoren, hulpmiddelen en gereedschappen met van nature voorkomende radionucliden, die elders worden be- of verwerkt of elders worden her ingezet, verlaten de locatie slechts indien deze:
− gemerkt zijn als zijnde besmet;
− zodanig verpakt zijn dat verspreiding van radioactieve stoffen in de vorm van open stoffen met van nature voorkomende radionucliden wordt voorkomen;
− worden verpakt en vervoerd overeenkomstig de gestelde regels in verband
met vervoer, en
− nadat toestemming is gegeven door de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
(Oppervlakte)besmette materialen
7. Radioactieve afvalstoffen die afkomstig zijn van eenvoudige decontaminatie dienen direct na afloop van de eenvoudige decontaminatie te worden meegenomen door een ondernemer die geautoriseerd is voor ontvangst van deze afvalstoffen. Opslag van de radioactieve afvalstoffen op de locatie van Expro North Sea Limited is niet toegestaan.
IV. Voorschriften met betrekking tot de bergplaats
1. Bij onderbreking van handelingen op een locatie (buiten de vaste locatie) is het toegestaan de neutronengenerator in het vervoersmiddel op te slaan mits:
a. deze opslag niet langer duurt dan 4 uur per dag en 2 uur aaneengesloten;
b. de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming direct toezicht houdt op het vervoersmiddel;
c. het vervoersmiddel en de verpakking voldoen aan de eisen van het Besluit vervoer radioactieve stoffen, splijtstoffen en ertsen voor opslag in verband met vervoer.
V. Milieubelasting
A. Vaste locatie
1. De door de vergunde handelingen veroorzaakte bijdrage aan de effectieve dosis voor personen buiten elke locatie is zo laag als redelijkerwijs mogelijk is. De multifunctionele individuele dosis overschrijdt in geen geval de waarde van 10 microsievert per jaar.
B. Wisselende plaatsen
1. Buiten elke locatie is de door de vergunde handelingen veroorzaakte bijdrage aan de effectieve dosis voor personen als gevolg van handelingen op wisselende plaatsen in Nederland en op het Nederlands deel van het continentaal plat zo laag als redelijkerwijs mogelijk. De multifunctionele individuele dosis overschrijdt per werklocatie in geen geval de waarde van 10 microsievert per jaar.
VI. Controle, registratie, meldingen en rapportages
A. Algemeen
1. Wanneer de bron bij derden wordt toegepast of tijdelijk wordt opgeslagen, moet dit voorafgaand bekendgemaakt zijn aan de ondernemer waar de handeling plaatsvindt.
B. Rapportage
1. De rapportage bedoeld in artikel 5.27 van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming bevat, naast de in dit artikel bedoelde gegevens, tevens:
− een opgave van de totale stralingsbelasting voor het milieu ten gevolge van
alle bronnen binnen de locatie tezamen. De stralingsniveaus buiten de locatie worden in kaart gebracht met behulp van een plattegrond van de locatie;
− een evaluatie van de in VI.B.1 en VI.C.2 bedoelde gegevens;
− de hoeveelheden radioactieve rest- en/of afvalstoffen en besmette materialen, die op 31 december van het verslagjaar zijn opgeslagen;
− de in het rapportagejaar aan derden overgedragen materialen met van
nature voorkomende radionucliden, de naam en het adres van die derden en de datum van overdracht aan derden;
− inzicht in de mogelijkheden die redelijkerwijs bestaan om de dosis voor
werknemers en personen buiten de locatie verdergaand te reduceren (ALARA);
− een vergelijking van de blootstelling van werknemers en personen buiten de
locatie in het rapportagejaar met de gegevens van de twee voorafgaande kalenderjaren;
− een overzicht van de beoordeling van rechtvaardiging van nieuwe
handelingen binnen het kader van de vergunning en eventuele evaluatie van bestaande handelingen, alsmede van de maatregelen die zijn genomen om de effectieve dosis ten gevolge van deze handelingen zo laag als redelijkerwijs mogelijk te houden en de resultaten daarvan.
C. Registratie
1. Van iedere handeling met bronnen wordt een register bijgehouden. Dit register bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4.1 van de Vbs, tenminste:
− de naam van de locatie waar de handelingen zijn uitgevoerd;
− de aanduiding van de werklocatie;
− beschrijving van de handeling;
− de naam van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming;
− de datum van aanvang en beëindiging van de handeling;
− de datum van overdracht en de bestemming;
− de datum van transport naar een ondernemer die gerechtigd is deze bronnen te ontvangen en de naam en het adres van deze ondernemer.
2. Van de uitgevoerde metingen worden de volgende gegevens in een register vastgelegd:
− naam van degene die de meting heeft verricht;
− datum en plaats;
− de meetmethodiek en gebruikte meetinstrument;
− het resultaat van de metingen.
3. De onder VI.C.1. en VI.C.2. bedoelde registers zijn aanwezig op de locatie of zijn op een andere manier direct beschikbaar.
VII. Stralingsincident, ongeval of radiologische noodsituatie
1. Een stralingsincident dient onmiddellijk te worden gemeld aan de ANVS. Dit kan telefonisch via nummer 088-4890500. De melding dient in ieder geval te worden gedaan via het ANVS-loket volgens de aanwijzingen op de website van de ANVS.
1.4 Documenten
De plattegrond van bijlage C Overzicht locatie maakt deel uit van de vergunning.
1.5 Openbaarmaking en publicatie
De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming maakt dit besluit openbaar op xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/. Van het verlenen van dit besluit wordt ook kennisgegeven in de Staatscourant.
1.6 Het in werking treden van de vergunning
Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer (Wm).
2 De aanvraag, het toetsingskader en de beoordeling
2.1 De aanvraag
De aanvraag met kenmerk 2309.64/22.247789 heb ik op 15 november 2022 ontvangen en heeft betrekking op een aanvraag voor een revisievergunning.
In het bijzonder betreft het de volgende toepassingen:
– het verrichten van handelingen ten behoeve van geofysische metingen aan ondergrondse formaties (vochtigheid-porositeitsmetingen) op wisselende locaties binnen geheel Nederland en op het Nederlands deel van het continentaal plat met vier neutronengeneratoren;
– de tijdelijke opslag van de neutronengeneratoren op de vaste locatie van Expro North Sea Limited, gelegen aan de Mastenmakersweg 1 te Den Helder;
– het voorhanden hebben van materialen, voorwerpen en materialen met van nature voorkomende radionucliden;
– het gecontroleerd tijdelijk opslaan van materialen met van nature voorkomende radionucliden inclusief besmette installatieonderdelen, materialen, gereedschappen, hulpmiddelen en reststoffen.
Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd:
– aanvraag revisievergunning;
– bijlage A - Uittreksel handelsregister;
– bijlage B - Machtiging rechtshandelingen;
– bijlage C - Overzicht locatie;
– bijlage D - Specificaties bergplaats;
– bijlage E - bekendmaking bergplaats;
– bijlage F - Specificaties testtank;
– bijlage G - Overzicht testbunker;
– bijlage H - Werkinstructie kalibratie;
– bijlage I - Werkinstructie well logging;
– bijlage J - NOGEPA Standaard 65;
– bijlage K - Specificaties neutronengenerator;
– bijlage L - Mandaat SBD en diploma stralingsdeskundigheid;
– bijlage M - Aanwijzing TMS MR en diploma stralingsdeskundigheid;
– bijlage N - RIE NORM;
– bijlage O - RIE Neutronengenerator;
– bijlage P – Milieuanalyse.
Op 9 januari 2023 is verlenging beslistermijn bevestigd.
Op 19 januari 2023 heb ik de volgende aanvullende gegevens ontvangen:
– aanvullende informatie bij zaaknummer ANVS-PP-2022/0094362;
– aanvullende informatie Expro North Sea Ltd.
De aanvraag en de aanvullende informatie heb ik getoetst aan artikel 3.6, derde lid van het Bbs en paragraaf 3.2 van de Vbs en in behandeling genomen.
De risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E), zoals bedoeld in artikel 7.6 van het Bbs bevat samen met de aanvraag de elementen genoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, behorende bij artikel 2.1, eerste en tweede lid.
2.2 De gevolgde procedure
Dit besluit is ingevolge de artikelen 29a en 34 van de Kew en de artikelen 11.1 en
11.2 van het Bbs, voorbereid overeenkomstig de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht:
– Het ontwerpbesluit, inclusief daarbij behorende documenten, is gedurende de periode van 3 maart 2023 tot en met 14 april 2023 ter inzage gelegd op de volgende locaties:
− Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS), Xxxxxxxxxxx
0 xx Xxx Xxxx.
− Gemeente Den Helder, Kerkgracht 1 te Den Helder.
– Op 3 maart 2023 is hiervan kennisgeving gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Zienswijze
Er zijn naar aanleiding van de ontwerpbeschikking geen zienswijzen ingediend.
2.3 Het toetsingskader
Algemeen
Aan het wettelijk kader van de stralingsbescherming, zoals vastgelegd in de Kew en de onderliggende besluiten, liggen onder meer de drie principes van het stralingsbeschermingsbeleid ten grondslag, te weten: rechtvaardiging, optimalisatie en dosislimieten. Indien aan deze uitgangspunten niet wordt voldaan of indien sprake is van een weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 3.7 van het Bbs wordt de vergunning niet verleend.
De volgende in artikel 3.7 van het Bbs genoemde voorwaarde maakt, voor onderhavige vergunning, ook deel uit van het toetsingskader: deskundigheid op het gebied van stralingsbescherming.
Rechtvaardiging
Rechtvaardiging wil zeggen dat een handeling die blootstelling aan ioniserende straling met zich mee brengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Het rechtvaardigingprincipe is in de wetgeving vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs.
In dat artikel is bepaald dat een handeling slechts is toegestaan, indien deze door de ANVS is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Medische Zorg is gerechtvaardigd. In de Rbs is
in bijlage 2.1 een positieve en negatieve lijst opgenomen van respectievelijk gerechtvaardigde en niet-gerechtvaardigde categorieën handelingen. Naast deze categorale rechtvaardiging is in het kader van de vergunningverlening nog een specifieke rechtvaardiging aan de orde voor wat betreft de aangevraagde activiteit.
Optimalisatie
Onder optimalisatie wordt verstaan dat de bescherming van personen, die beroepsmatig of als lid van de bevolking in een geplande situatie aan straling worden blootgesteld, wordt geoptimaliseerd. Optimalisatie leidt ertoe dat de omvang van de individuele doses, de kans op het optreden van blootstelling en het aantal blootgestelde personen ten gevolge van een handeling zo beperkt als redelijkerwijs mogelijk worden gehouden. Daarbij wordt rekening gehouden met de huidige stand der techniek en met economische en sociale factoren en het omvat zowel milieuhygiënische als arbeidshygiënische aspecten.
Optimalisatie is vastgelegd in artikel 15c, derde lid, van de Kew en artikel 2.6 van het Bbs. In de praktijk van de stralingsbescherming wordt vaak de term ALARA (As Low As Reasonably Achievable) gebruikt in de plaats van optimalisatie.
Optimalisatie vindt plaats zowel in de voorbereidings- en planningsfase, voordat de activiteit is begonnen, als in de fase nadat de activiteit is toegestaan en tot uitvoering wordt gebracht. Optimalisatie heeft geen betrekking op de afweging tussen verschillende alternatieve activiteiten, maar ziet op de vraag in hoeverre de nadelige gevolgen van een bepaalde activiteit in redelijkheid moeten worden beperkt.
Dosislimieten
Dosislimieten zijn de absolute grenswaarden die in acht genomen moeten worden om een minimaal beschermingsniveau voor individuele werknemers en leden van de bevolking te garanderen. De blootstelling als gevolg van een combinatie van alle relevante handelingen mag niet hoger zijn dan de gestelde dosislimieten. Doel is dat geen enkel individu wordt blootgesteld aan onaanvaardbare stralingsrisico’s. Dit algemene beginsel van stralingsbescherming wordt gezien als vangnet na de toepassing van rechtvaardiging en optimalisatie.
Het principe van dosislimitering is vastgelegd in artikel 2.9 van het Bbs. De van toepassing zijnde dosislimieten zijn in de artikelen 7.3, 7.4, 7.34, 7.35, 7.36, 9.1 en
9.2 van het Bbs neergelegd.
Deskundigheid
In verband met de bescherming van mensen, dieren, planten en goederen op grond van artikel 31, van de Kew, is een verantwoorde uitvoering van handelingen met stralingsbronnen van belang. Deskundigheid is vereist op grond van de artikelen 5.4 en 5.7 van het Bbs.
2.4 Bevindingen en overwegingen
Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg.
De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie I.A.8, exploratieonderzoek, I.B.1, procesindustrie en I.B.2, energieopwekking. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen.
Specifieke rechtvaardiging
Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd.
Exploratie onderzoek, neutronenbackscatter voor opsporen water-, gas- en olievelden via boorputten
De handelingen in het kader van geofysische metingen aan ondergrondse formaties en het uitvoeren van tests in of aan olie-, gas en/of waterputten met een neutronengenerator (inclusief een ingekapselde bron) op wisselende locaties door hele Nederland en het Nederlandse deel van het continentaal plat, zijn nodig om informatie over de put-condities en/of de productie van olie, gas en/of water te kunnen aanleveren. Een ander doel van deze handelingen is om de toekomstige productie van olie, gas en/of water op economische wijze te vergroten en/of te optimaliseren en de ecologische gevolgen zo klein mogelijk te houden.
Energieopwekking, olie- en gastransport, geothermie
In het kader van energieopwekking is de maatschappij afhankelijk van de genoemde producten (olie, gas en water). Tevens zijn de bijproducten van deze productie essentieel voor de vervaardiging van diverse andere materialen waarvoor vooralsnog geen vervangende opties zijn.
Procesindustrie, olie- en gaswinning (testen en kalibreren van de neutronengenerator)
De meetinstrumenten die gebruikt worden, welke volgens de stand der techniek zijn ontwikkeld, zijn geoptimaliseerd ten behoeve van dosisbeperking voor de werknemers. Voor de juiste werking van de meetsystemen dienen deze gekalibreerd te worden voor ze bruikbaar zijn om de metingen aan de putten correct uit te voeren en de juiste informatie over de putten aan te leveren. Hiervoor zijn geen vervangende opties beschikbaar.
Decontaminatie en materialen met van nature voorkomende radionucliden
In de olie-, gas- en/of waterputten zijn materialen met van nature voorkomende radionucliden aanwezig. Daarom is het mogelijk dat, wanneer apparatuur gebruikt wordt in putten waarin zich de natuurlijke radionucliden bevinden, deze ook besmet kunnen raken met deze nucliden. De apparatuur dient dan te worden schoongemaakt (gedecontamineerd) voordat deze weer inzetbaar is op andere putten.
Het schoonmaken of eenvoudig decontamineren van de neutronengeneratoren en de gebruikte apparatuur wordt uitgevoerd door Expro North Sea Limited en vindt plaats op de vaste locatie van deze onderneming. Hierbij zijn de handelingen dus zoveel mogelijk gericht op hergebruik. De radioactieve afvalstoffen worden meegenomen door een onderneming die daarvoor een vergunning heeft.
Complexe decontaminatie maakt geen deel uit van deze vergunning. De bovengenoemde apparatuur wordt aangeboden ter decontaminatie aan een onderneming die hiervoor een passende autorisatie heeft.
Direct toezicht
In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat direct toezicht is vereist voor handelingen met neutronengeneratoren op wisselende locaties. Dit dient te gebeuren door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS) voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen met neutronengeneratoren.
Direct toezicht is vereist vanwege het potentiële risico omdat bij dit type werkzaamheden niet uit te sluiten is dat stralingsincidenten voorkomen waarbij snel handelen door de in voorschrift II.1 bedoelde deskundige nodig is. De handelingen zijn van essentieel belang voor zowel de aanvrager als derden waar deze handelingen worden uitgevoerd en worden volgens de best beschikbare techniek uitgevoerd en volgens de NOGEPA Standaard 65 – Richtlijnen voor de omgang met ioniserende stralingsbronnen.
Terreingrens voor handelingen bij derden
Overwegende dat de handelingen ook op locaties van derden worden uitgevoerd, waarvan vooraf niet duidelijk is waar deze locaties zijn, is voor deze locaties geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN).
Werknemersbescherming
Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld.
Milieubescherming
Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder
daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden.
Deskundigheid
Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
Wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit
Er zijn naar aanleiding van de ontwerpbeschikking geen zienswijzen ingediend. Daarom zijn er in de definitieve beschikking geen inhoudelijke aanpassingen doorgevoerd.
Er zijn enkele redactionele wijzigingen doorgevoerd om de leesbaarheid van de vergunning te verbeteren.
2.5 Conclusie
Op grond van het bovenstaande heb ik besloten om tot verlening van de vergunning over te gaan.
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING,
namens deze,
Dipl.-Ing. B.R. Xxxxxx, directeur
Beroep tegen dit besluit staat tot en met 5 juli 2023 open voor:
- Belanghebbenden. U kunt als belanghebbende worden aangemerkt indien u rechtstreeks door het besluit in uw belangen wordt geraakt.
- Niet-belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend of redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze te hebben ingediend.
Voor beide groepen geldt dat het beroep kan worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het beroepschrift moet van een handtekening, datum, naam en adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen dit besluit beroep aantekent. Zo mogelijk dient bij het beroepschrift een afschrift te worden gevoegd van het besluit waartegen het beroep zich richt.
Het besluit treedt op 6 juli 2023 in werking, tenzij voor deze datum een verzoek wordt gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening.
Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ‘s-Gravenhage. Het verzoek tot een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als burger kunt u uw beroepschrift of verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State verzenden (xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een beroep of een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070 426 4426.
Bijlage A Verklarende begrippenlijst
In deze vergunning gelden de onderstaande definities. Voor de overige termen en definities wordt naar de Kew, het Bbs en de onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs verwezen.
− continentaal plat:
continentaal plat zoals bedoeld in artikel 1 van de Mijnbouwwet;
− eenvoudige decontaminatiewerkzaamheden: het verwijderen van radioactieve stoffen van besmette installatieonderdelen, hulpmiddelen en gereedschappen door reiniging met behulp van spoelen en/of met een (zachte) borstel en zeepreinigingsmiddel schoonmaken van deze voorwerpen;
− intern transport:
het verplaatsen van radioactieve stoffen, splijtstoffen of ertsen binnen een inrichting of een locatie, of tussen twee locaties binnen een inrichting, indien het vervoer onderworpen is aan regelgeving die op de inrichting van toepassing is en het vervoer niet via de openbare weg plaatsvindt;
− terreingrens:
de begrenzing van de locatie, zoals aangeduid op plattegrond van bijlage C Overzicht locatie van de aanvraag d.d. 15 november 2022, en de begrenzing van de locaties bij derden (wisselende locaties binnen geheel Nederland en op het Nederlands deel van het continentaal plat), zoals bedoeld wordt met de omschrijving van de terreingrens in “bijlage P – Milieuanalyse” bij de aanvraag
d.d. 15 november 2022.