Overeenkomst tussen de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant ten behoeve van de realisatie van een gezamenlijk project met Zon op Infra- technieken in het wegdek
Samenwerkingsovereenkomst Zon op Infra
Overeenkomst tussen de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant ten behoeve van de realisatie van een gezamenlijk project met Zon op Infra-technieken in het wegdek
Samenwerkingsovereenkomst Zon op Infra
Ondergetekenden:
· Provincie Noord-Brabant, gevestigd en kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch aan de Brabantlaan 1 , te dezen vertegenwoordigd door gedeputeerde X.X. xxx xxx Xxxx gevolmachtigd door de Commisaris van de Koning ingevolge artikel 1 76 van de Provinciewet,
Hierna te noemen ‘Noord-Brabant’
· Provincie Noord-Holland, te dezen krachtens het Besluit mandaat, volmacht en machtiging commissaris van de Koning van Noord-Holland rechtsgeldig vertegenwoordigd door Z. Pels, gedeputeerde Mobiliteit.
Hierna te noemen ‘Noord-Holland’
· Provincie Zuid-Holland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde X. Xxxxxxxxx, gemachtigd door de commissaris van de Koning handelende ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten
Hierna te noemen ‘Zuid-Holland’
Hierna afzonderlijk te noemen ‘Provincie’
Hierna gezamenlijk te noemen ‘Provincies’
Definities:
· Zon op Infra: energieopwekking uit het wegdek middels de toepassing van fotovoltaïsche
cellen (ook wel ‘PV’ genoemd). Hieronder wordt niet verstaan: de opwekking van energie uit het wegdek middels de toepassing van warmtecollectoren en de opwekking van energie middels de toepassing van fotovoltaïsche cellen in of op andere infrastructuur zoals de geleiderail, lantaarnpalen en bermen.
· Overeenkomst: de onderliggende Samenwerkingsovereenkomst
· Launching customer: een launching customer is een klant die de ontwikkeling van een product of
technologie vooruithelpt door in een vroeg stadium het product of de technologie af te nemen.
Considerans
Overwegende dat:
A. Een transitie naar duurzame opwekking van energie nodig is. In het klimaatakkoord van Parijs zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van klimaatverandering. In het regeerakkoord is opgenomen dat Nederland maatregelen neemt om toe te werken naar een CO2-reductie van 49% (ten opzichte van 1990) in 2030. Vertaald naar provinciaal niveau betekent dit dat ook de Provincies hierin een opgave hebben.
C. Zon op Infra een veelbelovende technologie is voor duurzame energieopwekking. Door toepassing van Zon op Infra ontstaat dubbel ruimtegebruik: dezelfde ruimte wordt gebruikt voor zowel mobiliteit als energieopwekking. Deze manier van duurzame energieopwekking vergt daardoor geen extra ruimte, wat wel het geval is bij veel andere vormen van duurzame energieopwekking. Hierdoor kan Zon op Infra een wenselijke aanvulling vormen op grootschalige windenergieopwekking en zonne-energieopwekking op land en de maatschappelijke uitdagingen daaromtrent.
D. De Provincies een bijdrage willen leveren aan het behalen van de klimaatdoelstellingen en wel door hun assets zoals fietspaden en wegen in te zetten voor het opwekken van energie.
X. Xxxxx-Xxxxxxx, Noord-Holland en Zuid-Holland reeds stappen gezet hebben naar Zon op Infra:
a. Noord-Holland heeft geïnvesteerd in pilotprojecten met Zon op Infra op een fietspad in Krommenie en op de parallelweg langs de N232 in de Haarlemmermeer.
x. Xxxxx-Xxxxxxx heeft geïnvesteerd in een Zon op Infra toepassing op een fietspad bij een bushalte in Grave.
c. Zuid-Holland heeft geïnvesteerd in een pilotproject langs de N211 (N211 geeft energie) en op de busbaan langs de N21 8 in Spijkenisse.
F. De Provincies de transitie naar grootschalige toepassing van Zon op Infra willen versnellen. Om deze versnelling te realiseren, willen de Provincies als Launching customer optreden door gezamenlijk te investeren in de toepassing van Zon op Infra.
G. De Provincies ter voorbereiding hierop een marktconsultatie hebben laten uitvoeren.
H. De Provincies een gezamenlijke visie delen:
a. De Provincies willen dat Zon op Infra een succesvolle toepassing wordt
b. De Provincies zien een belangrijke rol voor zichzelf als regisseur
c. De Provincies zijn zich ervan bewust dat er zicht op volume nodig is (investeringshorizon voor de markt) en gelijktijdig ook Research & Development moet plaatsvinden
d. Provincies willen het proces naar een vanuit maatschappelijk oogpunt rendabele investering versnellen (berekend middels een maatschappelijke kosten- batenanalyse).
e. De Provincies realiseren zich dat Zon op Infra een transitie betreft met verschillende fasen, waarvoor een adaptief programmatische aanpak gewenst is. Dat maakt het mogelijk om per fase instrumenten in te zetten die aansluiten bij wat er op dat moment nodig is om de transitie te versnellen.
f. De Provincies willen samenwerken om met onderlinge afstemming een substantieel volume Zon op Infra in de markt te zetten (uit te vragen) en de transitie versnellen door marktpartijen zicht te bieden op afname van dit volume.
g. Provincies monitoren op basis van een set van leervragen/-lijnen onder andere de prestaties en verdere ontwikkeling van Zon op Infra. Vervolgstappen en -projecten programmeren zij gezamenlijk.
h. De Provincies zijn zich bewust dat een werkgroep onder begeleiding van het CROW een generieke eisenset voor zonnewegen heeft ontwikkeld. Deze eisenset is inmiddels in het provinciaal contractbudget vastgelegd. De Provincies willen deze eisenset van toepassing verklaren bij het uitvragen van Zon op Infra toepassingen aan marktpartijen.
I. De Provincies juichen het toe als andere wegbeheerders die de visie (zoals beschreven onder overweging H) delen, zich aansluiten. De wijze waarop andere wegbeheerders zich kunnen aansluiten staat beschreven in artikel 6 van deze Overeenkomst.
J. De Provincies een gezamenlijke ambitie delen, te weten:
a. Provincies streven naar een versnelling van de ontwikkeling naar een volwassen markt voor Zon op Infra.
b. Provincies streven ernaar dat bij een volwassen markt minstens de extra investeringskosten voor de realisatie van Xxx op Infra ten opzichte van een regulier wegdek, binnen de levensduur van de Zon op Infra toepassing worden terugverdiend.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 : project
1 . De Provincies komen overeen om gezamenlijk een project uit te voeren waarin Xxx op Infra gerealiseerd wordt. Door dit gezamenlijk te doen, kunnen de Provincies meer leren dan wanneer elke provincie afzonderlijk een project uitvoert. Daarnaast toont een gezamenlijk project dat de Provincies de ontwikkelingen op het gebied van Zon op Infra serieus nemen. Deze Overeenkomst vormt de basis voor dit project.
2. De scope van dit project is de toepassing van Zon op Infra op fietspaden.
3. Als onderdeel van het project wordt in elke provincie op één of meerdere weggedeelten van een fietspad een Zon op Infratoepassing gerealiseerd. De Provincies stellen hiervoor elk (een gedeelte van) een provinciaal fietspad ter beschikking.
4. De focus van dit project is het uitrollen van meer volume met eventuele productverbetering, overeenkomstig de uitkomsten van de marktconsultatie.
5. Het project dient zo veel als mogelijk bij te dragen aan de visie (zie onder overweging H) en de ambitie (zie onder overweging J).
6. Voor het concretiseren van de bijdrage van het project aan de visie en de ambities is een drietal leerlijnen opgesteld, te weten: ‘prestaties’, ‘provinciale business case’ en ‘organisatie’. Deze zijn als volgt:
a. De leerlijn prestaties richt zich op de prestaties ten behoeve van de primaire functie (als weg), de prestaties ten behoeve van de secundaire functie (energieopwekking), en aanleg, onderhoud en circulariteit.
b. De leerlijn provinciale business case gaat over de kosten, de (maatschappelijke) baten, en de verdeling van de kosten en baten.
c. De leerlijn organisatie betreft aspecten als: rollen en verantwoordelijkheden in de keten, het inkoopproces, het beheer en contractmanagement, en bewustzijn en draagvlak (zowel intern als extern).
7. Het project bestaat uit verschillende fasen, zoals hieronder benoemd:
a. Voorbereiding aanbesteding
b. Aanbesteding
c. Realisatie
d. Monitoringsfase (gebruik en eventuele verbetering)
e. Evaluatiefase
f. Afronding project (inclusief afspraken over wat te doen met de gerealiseerde Zon op Infra toepassingen)
8. De Provincies stellen een gezamenlijk projectplan op, waarin de activiteiten per fase verder uitgewerkt worden, inclusief planning en risico’s.
9. De Provincies stellen een gezamenlijk communicatieplan op, waarin ook aandacht is voor kennisdeling richting derden, zoals andere wegbeheerders.
Artikel 2: Gezamenlijkheid in het inkoopproces
1 . De Provincies komen overeen dat zij één gezamenlijk inkoopproces organiseren ten behoeve van het project zoals bedoeld in artikel 1 . De Provincies maken onderlinge afspraken over de invulling van dit inkooptraject.
2. De Provincies stellen hiervoor een gezamenlijke inkoopstrategie op.
3. Noord-Brabant zal namens de Provincies als trekkende partij optreden in het inkoopproces in ieder geval tot en met de definitieve contractering. De definitieve keuze tot welk moment Noord-Brabant de Provincies vertegenwoordigt, evenals de keuze voor een contractvorm en ten aanzien van het financieel beheer worden gemaakt in afstemming met de op te stellen inkoopstrategie. De benodigde mandaten en volmachten worden separaat van deze Overeenkomst geregeld en als addendum aan deze Overeenkomst toegevoegd.
4. De Provincies stellen een gezamenlijk monitorings- en evaluatieplan op, met aandacht voor onderlinge kennisdeling.
Artikel 3: Bijdrage aan het project
1 . De Provincies stellen elk €1 .33 miljoen (exclusief BTW) beschikbaar voor de fasen van realisatie tot en met afronding van het project zoals bedoeld in artikel 1 .
2. De financiële bijdrage van xxxx Xxxxxxxxx wordt gebruikt voor het deel van het project dat op de locatie van die Provincie gerealiseerd wordt. Hoe deze bijdragen worden beheerd, wordt nader uitgewerkt afhankelijk van de inkoopstrategie zoals genoemd in artikel 2 lid 2.
3. Eventuele kosten voor het voorbereiden en uitvoeren van het inkoopproces delen Provincies evenredig.
4. De Provincies leveren, naast de financiële bijdrage, elk een gelijkwaardig deel van de benodigde personele inzet aan het project.
Artikel 4: Organisatie
1 . De organisatie van het project wordt ingericht volgens onderstaande organisatiestructuur. De Provincies zijn in elk onderdeel vertegenwoordigd.
a. Een interprovinciale stuurgroep, bestaande uit een daartoe gemandateerd persoon van elke Provincie.
b. Een gezamenlijke projectgroep, bestaande uit de projectleider van xxxx Xxxxxxxxx.
c. Een gezamenlijke monitorings- en evaluatiegroep, bestaande uit relevante medewerkers van iedere Provincie.
2. In leden a t/m c staat de besluitvorming van deze samenwerking beschreven.
a. De stuurgroep komt in principe minimaal eenmaal per fase (zoals beschreven onder artikel 1 lid 7) bij elkaar.
b. De stuurgroep bespreekt in ieder geval de resultaten van iedere fase en neemt besluiten ten aanzien van het vervolg, ten aanzien van projectwijzigingen en ten aanzien van eventuele toetreding van geïnteresseerde partijen (zie hiervoor ook artikel 6 van deze Overeenkomst).
c. Besluiten van de stuurgroep dienen unaniem genomen te worden en schriftelijk vastgelegd te worden.
d. De projectgroep heeft de dagelijkse leiding over het project, stelt de verschillende documenten op en bereidt besluiten voor.
e. De monitorings- en evaluatiegroep richt zich op monitoring en evaluatie specifiek in relatie tot de leerlijnen zoals genoemd in artikel 1 lid 6.
Artikel 5: Inwerkingtreding en looptijd Overeenkomst
1 . Deze Overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag van ondertekening door de laatste van de Provincies.
Artikel 6: Toetreding tot deze Overeenkomst
1 . Andere wegbeheerders kunnen zich bij het project aansluiten, mits zij de gezamenlijke visie, ambities en insteek van het project onderschrijven en dat aansluiting de projectplanning niet significant vertraagd. De stuurgroep besluit over toetreding van de geïnteresseerde partij(en) en de voorwaarden waaronder.
Artikel 7: Wijziging van deze Overeenkomst
1 . Wijzigingen of aanvullingen van deze Overeenkomst kunnen uitsluitend schriftelijk tussen Provincies worden overeengekomen.
2. Wijzigingen of aanvullingen zullen als addendum aan deze Overeenkomst worden gehecht.
Artikel 8: Onvoorziene omstandigheden
1 . Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van deze Overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, nodigt de Provincie die zich op de omstandigheden beroept de andere Provincies schriftelijk uit om in overleg te treden over een oplossing voor de gerezen problemen.
2. Zij verbinden zich alsdan op constructieve wijze met elkaar te overleggen en voorts al het mogelijke te doen ter verzekering van de nakoming van deze Overeenkomst.
3. Indien het in lid 1 bedoelde overleg tot overeenstemming leidt, zal herziening, wijziging of aanvulling van de Overeenkomst worden vastgelegd in een nader te sluiten wijzigings- of aanvullende overeenkomst.
4. Indien het overleg genoemd in lid 1 niet binnen drie maanden na verzending van de uitnodiging plaatsvindt of niet leidt tot overeenstemming dan kan de in lid 1 genoemde Provincie zich alsnog tot de rechter wenden met het verzoek de gevolgen van deze Overeenkomst te wijzigen of deze Overeenkomst te ontbinden.
5. De Provincies onderkennen de mogelijkheid dat zich omstandigheden voordoen die weliswaar de essentialia van de Overeenkomst betreffen en uit dien hoofde tot ontbinding van de Overeenkomst zouden kunnen leiden, doch die Provincies ertoe nopen ter uitvoering van deze Overeenkomst nadere afspraken met elkaar te maken.
Artikel 9: Ontbindende voorwaarden
1 . Elke Provincie is tot de publicatiedatum van de aanbesteding zoals bedoeld in artikel 2 gerechtigd deze Overeenkomst geheel of gedeeltelijk buiten rechte te ontbinden door schriftelijke kennisgeving hiervan aan de andere Provincies, indien:
a. besluiten of andere rechtshandelingen die op grond van wettelijke regelingen vereist zijn om te kunnen overgaan tot uitvoering van het project niet tot stand komen, dan wel de inhoud daarvan aan de nakoming van de in deze Overeenkomst aangegane verplichtingen geheel of gedeeltelijk in de weg staat;
b. door al dan niet gewijzigde beleidsinzichten van Gedeputeerde Staten en/of Provinciale Staten, de voor realisering van het project benodigde financiële middelen niet of in onvoldoende mate ter beschikking worden gesteld.
2. Bij eventuele gehele of gedeeltelijke ontbinding van deze Overeenkomst worden reeds gemaakte kosten en kosten die voortvloeien uit reeds aangegane verplichtingen in goed overleg naar rato verdeeld.
Artikel 10: Toepasselijk recht- en geschillenregeling
1 . Op deze Overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
2. Ingeval een Provincie meent dat een geschil bestaat, deelt zij dit schriftelijk aan de andere Provincies mee. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil en een aanduiding van een mogelijke oplossing daarvan. Provincies treden in geval van een geschil binnen twee weken na ontvangst van de mededeling met elkaar in overleg teneinde te bezien of in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden bereikt.
3. Indien binnen twee maanden na het toepassing geven aan het vorige lid geen overeenstemming is bereikt, staat het ieder van de Provincies vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde burgerlijke rechter.
Aldus overeengekomen en in veelvoud van ondertekenaars ondertekend:
Handtekeningen van Provincies
De provincie Noord-Brabant, Namens deze,
Datum:
Plaats:
Dhr. X.X. xxx xxx Xxxx, xxxxxxxxxxxx
Xx xxxxxxxxx Xxxx-Xxxxxxx, Namens deze,
Datum:
Plaats:
Xxx. X. Xxxxxxxxx, gedeputeerde
De provincie Noord-Holland Namens deze,
Datum:
Plaats:
Mw. Z. Pels, gedeputeerde