VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Eerste Lijn en Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. ‘…’, NAMENS HET CENTRUM VOOR PSYCHOSOCIALE REVALIDATIE ‘…’
TE ‘…’
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieconventies en revalidatieziekenhuizen, inzonderheid artikel 75;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 157;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de V.Z.W. ‘…’, te … (adres en HCO nummer). Deze wordt in deze overeenkomst verder aangeduid met de term "de revalidatievoorziening".
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering
van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° overnamebesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
2°/1 VSB-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering
van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
3° overnamedecreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3°/1: VSB-decreet: het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
4° ernstige psychische zorgnood: een psychische zorgnood die het gevolg is van een ernstige psychische aandoening en die gevolgen heeft voor meerdere domeinen van het functioneren van de gebruiker, zoals opleiding volgen, werken, wonen, vrijetijdsbesteding, relationeel leven, fysieke gezondheid;
5° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid, Gezin;
6° gebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of kan doen op de Vlaamse sociale bescherming, vermeld in artikel 4 van het decreet VSB.
VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Deze overeenkomst definieert
Inhoud
3.1 AANVRAGEN TEGEMOETKOMING VERSTREKKINGEN 8
3.2 VERGOEDBARE VERSTREKKINGEN 8
4. EENHEIDSPRIJS EN AFGELEIDEN 11
5. EXTRA VERGOEDINGEN VOOR DE GEBRUIKER 12
6. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING 13
9. CRITERIA IN HET KADER VAN KWALITEIT 18
1. DOELGROEP
Artikel 1. §1. De gebruikers van onderhavige overeenkomst zijn gebruikers die gebaat zijn bij een revalidatietraject gericht op verschillende levensdomeinen:
• Persoonlijkheid / psychisch welzijn
• Lichamelijk welzijn
• Werken / leren
• Sociale zelfstandigheid
• Netwerk en relaties
• Huishoudelijke zelfstandigheid
• Wonen en vrije tijd
§2. Om in aanmerking te komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, moeten gebruikers hulpvragen hebben in de fases van het persoonlijk en maatschappelijk herstel.
Persoonlijk herstel is het individuele proces dat een gebruiker doorloopt. Dit unieke proces vindt ondersteuning in het revalidatietraject door de aangeboden mogelijkheden om te exploreren en te onderzoeken waar iemands interesses, waarden … liggen. Gedurende het revalidatieprogramma worden vaardigheden aangeleerd en nieuwe mogelijkheden (her)ontdekt. Deze vaardigheden worden geïmplementeerd in activiteiten die voor de gebruiker zinvol zijn.
Maatschappelijk herstel richt zich op aansluiting van de gebruiker bij het sociaal netwerk en de maatschappij, waar binnen een revalidatietraject continu aandacht voor is. Een revalidatietraject draait om persoonlijke betekenisgeving en zingeving van de gebruiker, maar ook van diens ruimere context.
§3. Om in aanmerking te komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening moeten gebruikers door middel van dat revalidatieprogramma in een beperkte tijd hun vaardigheden kunnen verhogen en hun levenswijze kunnen aanpassen zodat ze daarna opnieuw hun beroepsactiviteiten kunnen uitoefenen (of hun studies voortzetten) en/of (opnieuw) zelfstandig kunnen wonen of (opnieuw) wonen in hun familiaal milieu of een ander leefmilieu en/of opnieuw zelfstandig kunnen functioneren in de verschillende levensdomeinen opgenomen in art 1 §1.
§4. Alleen de gebruikers voor wie een multidisciplinaire revalidatie aangewezen is, komen in aanmerking voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening.
§5. De gebruikers die in aanmerking komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening zijn gebruikers vanaf de leeftijd van 18 jaar. Indien de revalidatievoorziening voor hen het meest aangewezen behandelingsmilieu blijkt te zijn, komen gebruikers vanaf de leeftijd van 16 jaar ook in aanmerking voor het revalidatieprogramma.
§6. De ziekten en stoornissen die die aanleiding kunnen geven tot een ernstige psychische zorgnood, zijn de volgende:
(cf. DSM-V) | Ziekte of stoornis |
293.81 | Psychotische stoornis door een somatische aandoening met wanen |
293.82 | Psychotische stoornis door een somatische aandoening met hallucinaties |
295.90 | Xxxxxxxxxxxx |
000.0 | Xxxxxxxxxxxxxxx |
298.8 | Andere gespecifieerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis |
298.9 | Ongespecifieerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis |
296.2x | Depressieve stoornis (eenmalige episode), (0 ongespecifieerd, 1 licht, 2 matig, 3 ernstig, 4 met psychotische kenmerken, 5 gedeeltelijk in remissie, 6 volledig in remissie) |
296.3x | Depressieve stoornis (recidiverende episode), (0 > 6 idem) |
300.4 | Persisterende depressieve stoornis |
311 | Andere gespecifieerde / ongespecifieerde depressieve stemmingsstoornis |
296.40 | BP I stoornis ongespecifieerd, actuele meest recente episode (hypo)manisch |
296.4x | BP I stoornis, actuele meest recente episode manisch, (1 licht, 2 matig, 3 ernstig, 4 met psychotische kenmerken, 5 gedeeltelijk in remissie, 6 volledig in remissie ) |
296.5x | BP I stoornis actuele meest recente episode depressief, (1 > 6 idem) |
296.7 | BP I stoornis actuele meest recente episode ongespecifieerd |
296.89 | BP II stoornis |
301.13 | Cyclothyme stoornis |
296.80 | Ongespecifieerde bipolaire stemmingsstoornis |
293.83 | Depressieve/bipolaire stemmigsstoornis door een somatische aandoening |
296.99 | Disruptieve stemmingsdisregulatie stoornis |
299.00 | Autismespectrumstoornis |
300.00 | Andere gespecifieerde of ongespecifieerde angststoornis |
300.01 | Paniekstoornis |
300.22 | Agorafobie |
300.29 | Specifieke fobie |
300.23 | Sociale angststoornis |
300.3 | Andere gespecifieerde of ongespecifieerde obsessieve compulsieve of verwante stoornis/ obsessieve compulsieve stoornis (OCS)/verzamelstoornis |
309.81 | PTSS |
300.02 | GAD |
308.3 | Acute stressstoornis |
300.82 | Somatische symptoomstoornis |
300.11 | Conversiestoornis |
300.7 | Ziekteangststoornis |
300.13 | Dissociatieve amnesie (dissociatieve fugue) |
300.14 | Dissociatieve identiteitsstoornis |
300.6 | Depersonalisatie/derealisatiestoornis |
307.1 | Anorexia nervosa |
307.51 | Boulimia nervosa |
307.50 | Ongespecifieerde voedings- of eetstoornis |
301.0 | Paranoïde persoonlijkheidsstoornis (PS) |
301.20 | Schizoïde PS |
301.22 | Schizotypische PS |
301.7 | Antisociale PS |
301.83 | Borderline PS |
301.50 | Histrionische PS |
301.81 | Narcistische PS |
301.82 | Vermijdende PS |
301.6 | Afhankelijke PS |
301.4 | Dwangmatige PS |
301.9 | Ongespecifieerde PS |
309.0 | Aanpassingsstoornis (AS) met sombere stemming |
309.24 | AS met angst |
309.28 | AS met gemengde angstige en depressieve stemming |
309.3 | AS met een stoornis in het gedrag |
309.4 | AS met een gemengde stoornis van emoties en gedrag |
309.89 | Andere gespecifieerde trauma- of stressgerelateerde stoornis |
309.9 | AS ongespecifieerd/ongespecifieerde trauma- of stressorgerelateerde stoornis |
293.89 | Katatonie bij een andere psychische stoornis/ongespecifieerde katatonie |
310.1 | Persoonlijkheidsverandering door een somatische aandoening |
312.34 | Periodieke explosieve stoornis |
312.81 | Normoverschrijdende gedragsstoornis (beginnend in de kindertijd) |
312.82 | Normoverschrijdende gedragsstoornis (beginnend in de adolescentie) |
313.81 | Oppositionele opstandige stoornis |
312.9 | Ongespecifieerde disruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis |
De revalidatievoorziening kan werken met gebruikers die lijden aan een lichte verstandelijke beperking voor zover de psychische hulpvraag overheerst en het doel is om het psychisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel te bevorderen.
Gelet op de aard van het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening dat onder meer heel wat groepsactiviteiten bevat, is het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening niet aangewezen voor gebruikers die lijden aan een matige of een ernstige verstandelijke beperking (DSM-V-codes 318.0 en 318.1).
Gebruikers die lijden aan een nog voortdurende verslaving aan psychoactieve middelen (DSM-V-codes 303.00, 303.90, 304.00, 304.10, 304.20, 304.30, 304.40, 304.50, 304.60, 304.80, 304.90, 305.00, 305.20,
305.30, 305.40, 305.50, 305.60, 305.70, 305.80, 305.90 ) worden uitgesloten van het revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening. Fysiek ontwende gebruikers kunnen evenwel in aanmerking komen voor een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening, op voorwaarde dat ze beantwoorden aan de voorwaarden van de § 1 tot en met §6, dat de verslavingsproblematiek niet meer centraal staat in hun vraag om hulp.
Artikel 2. §1. De gebruikers die in aanmerking komen voor een "trajectbegeleiding" en "loopbaanbegeleiding" door de arbeidscoach, zijn personen die lijden aan een in artikel 1, §6, vermelde aandoening die weliswaar voldoende gestabiliseerd is opdat een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie gerealiseerd kan worden. Deze personen zijn gemotiveerd of worden gemotiveerd door de arbeidscoach om (opnieuw) een beroepsactiviteit uit te oefenen, maar ten gevolge van hun psychische zorgnoden zijn zij, om dit te bereiken, onvoldoende gebaat bij het bestaande aanbod van arbeidsbegeleiding en/of hebben zij hiervoor nood aan een eerder langdurig begeleidingsproces.
§2. Zowel gebruikers die het revalidatieprogramma van een psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen volgen of gevolgd hebben, als gebruikers waarvoor dit niet het geval is, komen in aanmerking voor de traject- en loopbaanbegeleiding.
2. ZORGAANBOD
Artikel 3. §1. De revalidatievoorziening heeft tot doel om aan bepaalde categorieën van mensen met ernstige psychische zorgnoden, in een specifieke fase van hun herstel, een revalidatieprogramma van beperkte duur aan te bieden dat er op gericht is om met bepaalde hulpvragen van die gebruikers aan de slag te gaan.
§2. De revalidatie in de revalidatievoorziening heeft in het algemeen tot doel om de vaardigheden van de in artikel 1 beoogde gebruikers te verhogen en hun levenswijze aan te passen teneinde tot tastbare en duurzame resultaten te komen in hun persoonlijk en maatschappelijk herstel of tot resultaten te komen in het ontwikkelen van een positieve identiteit (persoonlijk herstel) en participatie in de samenleving (maatschappelijk herstel), in minstens één van de drievolgende domeinen:
- het domein van de beroepsactiviteiten, voor die gebruikers van wie men denkt dat het voor hen haalbaar is om een bezoldigde beroepsactiviteit of studie uit te oefenen, maar die daar op dit ogenblik niet toe in staat zijn, gelet op hun huidige psychische toestand
- het domein van de persoonlijke autonomie en van de woonsituatie, voor die gebruikers die, door hun psychische toestand grote moeilijkheden ervaren om zich te handhaven in hun huidige woonsituatie
- domein van maatschappelijke inclusie
Artikel 4. De revalidatievoorziening behoort tot het zorgnetwerk van de regio xxxxx dat in toepassing van artikel 107 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, een overeenkomst heeft afgesloten met de Federale overheidsdienst Volksgezondheid.
Binnen dit zorgnetwerk maakt de revalidatievoorziening deel uit van functie 3 "rehabilitatieteams die werken rond herstel en sociale inclusie" die gedefinieerd wordt in de gids "Naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken".
Artikel 5. §1. Het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening verschilt duidelijk van de bestaande andere behandelingen voor mensen met ernstige psychische zorgnoden zoals enerzijds de behandelingen die worden gerealiseerd in het kader van de psychiatrische ziekenhuizen en de psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (zowel in de hospitalisatiefase als tijdens de fase van dagbehandeling en ambulante nabehandeling) en anderzijds de ambulante behandelingen gerealiseerd door psychiaters en door andere therapeuten (psychologen enz.), de centra voor geestelijke gezondheidszorg, de activiteitencentra, de begeleidingsdiensten en alle andere begeleidingscentra of dagcentra.
Het revalidatieprogramma verschilt ook nog van de initiatieven voor beschut wonen en van de psychiatrische verzorgingstehuizen.
Daarenboven verschilt het revalidatieprogramma van de activiteiten verstrekt door de in het kader van de "hervorming van de geestelijke gezondheidszorg (artikel 107)" opgerichte ambulante intensieve behandelteams voor personen met acute en chronische psychiatrische problemen (respectievelijk "mobiele equipes 2A" en "mobiele equipes 2B").
§2. De revalidatievoorziening biedt aan zijn gebruikers een gestructureerd revalidatieprogramma aan dat de volgende activiteiten kan omvatten:
• individuele begeleiding;
• revalidatieactiviteiten in groep;
• contextbegeleiding;
• arbeidstrajectbegeleiding (waarmee door de revalidatievoorziening begeleide arbeids- gerelateerde activiteit in alle mogelijke bedrijven en organisaties worden bedoeld met het oog op een professionele re-integratie).
Sporadisch kunnen er revalidatieactiviteiten georganiseerd worden in de woon- of leefomgeving van de gebruiker, die tot doel hebben om bepaalde vaardigheden "in vivo" aan te leren. De duur van deze activiteiten kan meegeteld worden om de vereiste tijd te bereiken voor een vergoedbare revalidatieprestatie zoals gedefinieerd in artikel 10.
§3. De revalidatievoorziening zal er voor zorgen dat zijn revalidatieprogramma een specifiek en aanvullend karakter heeft ten opzichte van de andere bestaande behandelingen van mensen met ernstige psychische zorgnoden, zonder daarbij de wetenschappelijke basis van zijn programma uit het oog te verliezen.
§4. Aangezien een revalidatieprogramma tot doel heeft om binnen een vrij korte termijn concrete doelstellingen te bereiken is de revalidatieduur waarvoor een beslissing tot goedkeuring kan worden verleend voor alle gebruikers steeds beperkt. De duur die noodzakelijk is om de revalidatiedoelstellingen te realiseren, kan variëren van gebruiker tot gebruiker. Het komt de revalidatievoorziening toe voor iedere gebruiker de noodzakelijk geachte revalidatieduur in te schatten.
Artikel 6. §1. De maximale duur van de periode tijdens welke een gebruiker het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening kan volgen, is vastgesteld op een termijn van twee jaar. Deze periode begint te lopen vanaf de datum dat in het kader van deze overeenkomst een eerste revalidatieprestatie, zoals gedefinieerd in artikel 10, is gerealiseerd
§2. Een onderbreking van de toegestane revalidatieperiode vormt geen reden om de maximale duur van de revalidatieperiode te verlengen. Indien de revalidatieperiode evenwel gedurende meer dan 30 opeenvolgende dagen wordt onderbroken dient er rekening gehouden te worden met deze onderbrekingsperiode om de maximale duur te verlengen. Dit is eveneens van toepassing indien een traject voor het einde van de maximale duur werd afgerond en de gebruiker dit wenst te hervatten, voor zover de gebruiker beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 1.
Wanneer de reeds goedgekeurde periode al de maximaal toegestane revalidatieperiode van twee jaar bedroeg, kan de maximumtermijn van twee jaar verlengd worden tot een contingent van maximaal 300 revalidatiedagen, op voorwaarde dat:
- een onderbreking van > 30 dagen gemeld aan de zorgkas binnen de 40 dagen na de start van de onderbreking
- er tijdens het lopende revalidatietraject een stopzetting werd gemeld aan de zorgkas
Artikel 7. §1. De "arbeidscoach" heeft als specifieke opdracht om personen met psychische zorgnoden te begeleiden naar een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie en/of personen met psychische zorgnoden te ondersteunen in functie van werkbehoud. Het gaat over personen die om dit te bereiken, ten gevolge van hun psychische kwetsbaarheid, onvoldoende gebaat zijn bij het bestaande aanbod van de verschillende actoren in het domein 'werk en sociale economie' en ‘geestelijke gezondheidszorg’.
§2. De arbeidscoach realiseert voor personen met psychische zorgnoden een integrale en gecoördineerde arbeidsbegeleiding die qua inhoud, duur en intensiteit voldoende is aangepast aan de noden die deze personen ten gevolge van hun psychische kwetsbaarheid ervaren om een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie te kunnen realiseren.
§3. De arbeidscoach differentieert zich van andere actoren uit het beleidsdomein werk en sociale economie door de intensiteit van de begeleiding en zorgondersteuning die aangepast is aan de noden van de gebruiker, de GGZ-expertise en de mogelijkheid tot continuïteit tussen traject- en loopbaanbegeleiding. De begeleidingen
door de arbeidscoach kunnen evenwel, indien aangewezen voor de gebruiker, in samenwerking met de andere actoren die betrokken zijn op het herstel- en arbeidstraject van de gebruiker worden gerealiseerd.
§4. De arbeidscoach realiseert zowel 'trajectbegeleidingen' als 'loopbaanbegeleidingen'. De arbeidscoach ondersteunt de gebruiker bij ‘trajectbegeleidingen’ naar een effectieve tewerkstelling door het zetten van concrete stappen tot (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De arbeidscoach zal hiertoe de gebruiker ondersteunen op verschillende vlakken zoals het psychisch, sociaal en administratief vlak. Er kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid tot het organiseren van een voorbereidende opleiding of werkstage.
De 'loopbaanbegeleidingen' worden gerealiseerd tijdens de periode dat deze personen (opnieuw) beroepsactief zijn
§5. Het doel van de "trajectbegeleiding" is de effectieve tewerkstelling van de gebruiker. Deze begeleiding kan volgende activiteiten omvatten:
• Begeleiding op vlak van werk en geestelijke gezondheidszorg in het kader van (re-)integratie op de arbeidsmarkt
• Contextbegeleiding met de betrokken werk- en zorgactoren (waaronder eventueel de werkvloer)
• Sociaal-administratieve ondersteuning
• Begeleiding voorbereidend op en tijdens werkstages
§6. De "loopbaanbegeleiding" vangt aan wanneer de gebruiker bij het werk dat hij heeft ondersteuning nodig heeft vanuit GGZ-expertise om het werk vol te houden en/of een langdurige uitval van de
arbeidsmarkt te voorkomen.
§7. De loopbaanbegeleiding kan tevens de evoluties van de trajectbegeleiding bestendigen op de werkvloer van de gebruiker.
§8. De loopbaanbegeleiding houdt een tijdelijke opvolging van de gebruiker in en heeft tot doel een herval van de gebruiker of langdurige professionele uitval van de gebruiker te voorkomen.
§9. Het bedrijf of de organisatie waarin de persoon een werkstage verricht, kan nooit de revalidatievoorziening zelf zijn.
§10. De arbeidscoach kan omwille van zijn expertise omtrent psychische kwetsbaarheid en de impact hiervan op het functioneren op de werkvloer een adviserende rol opnemen naar diverse betrokken partners en werkgevers.
De arbeidscoach schakelt zich in in de initiatieven die door een overheid ontwikkeld worden inzake integrale arbeidsbegeleiding voor personen met een arbeidshandicap en in het bijzonder personen met een psychische zorgnoden
§11. De arbeidscoach is verbonden aan de revalidatievoorziening, maar staat daarenboven open voor verwijzingen vanuit het netwerk zoals bedoeld in artikel 4. Dit betekent dat de arbeidscoach de trajectbegeleidingen en loopbaanbegeleidingen in gelijke mate zal aanbieden aan personen die woonachtig zijn of werken in de regio van het zorgnetwerk die beantwoorden aan de voorwaarden van deze overeenkomst.
§12. Samen duren de traject- en loopbaanbegeleiding maximum 2 jaar. De traject- en loopbaanbegeleiding samen kunnen langer dan 2 jaar duren in het geval dat deze begeleiding tijdelijk onderbroken wordt. De resterende termijn kan in dat geval hernomen worden.
3. VERSTREKKINGEN
3.1 AANVRAGEN TEGEMOETKOMING VERSTREKKINGEN
Artikel 8. Conform artikel 534/112 van het VSB-besluit wordt de aanvraag opgemaakt aan de hand van het model van aanvraagformulier dat is opgenomen in bijlage van de revalidatieovereenkomst.
Artikel 9. In het belang van de gebruiker vragen we de revalidatievoorziening om per gebruiker die de traject- en loopbaanbegeleiding van de arbeidscoach volgt, de verzekeringsinstelling van de gebruiker hierover in te lichten. Deze kennisgeving dient te gebeuren voorafgaandelijk aan de realisatie van de traject- en loopbaanbegeleiding. Indien het gaat over een gebruiker die voordien niet het revalidatieprogramma gevolgd heeft van de revalidatievoorziening of van een andere psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen, dan dient deze kennisgeving de in artikel 2, bedoelde vaststellingen van de psychiater van de revalidatievoorziening of van de behandelende psychiater van de gebruiker te bevatten. In het belang van de gebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
3.2 VERGOEDBARE VERSTREKKINGEN
Artikel 10. §1. De op basis van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekkingen zijn:
• de revalidatiedag (face to face/digitaal/digitaal gemengd)
• de halve revalidatiedag (face to face/digitaal/digitaal gemengd)
• individuele revalidatiezitting van minimum 30 of 60 minuten (face to face/digitaal/digitaal gemengd)
• de revalidatieweek (face to face/digitaal gemengd)
§2. Onder een «revalidatiedag» dient te worden verstaan, iedere dag waarin een gebruiker gedurende minstens 6 uur revalideert, wat inhoudt dat hij gedurende die tijd deelneemt aan revalidatieactiviteiten in groepsverband die georganiseerd zijn en begeleid geweest zijn door de revalidatievoorziening en/of dat hij gedurende die tijd individueel wordt begeleid (één therapeut tegenover één gebruiker). Een contextgesprek met de gebruiker kan eveneens deel uitmaken van de vereiste revalidatieduur.
§3. Onder een «halve revalidatiedag» dient te worden verstaan, iedere dag waarin een gebruiker gedurende minstens 3 uur revalideert.
§4. onder een «individuele revalidatiezitting» dient te worden verstaan, ieder therapeutisch contact waarbij een rechthebbende gedurende minstens 30 minuten of 60 minuten revalideert.
§5. Voor de «revalidatiedag» en de «halve revalidatiedag» geldt dat indien men aan een gebruiker (en de context) op eenzelfde dag op verschillende tijdstippen meerdere therapeutische contacten aanbiedt, de duur van deze contacten kan samen geteld worden om tot de duur van een vergoedbare revalidatieverstrekking te komen. De tijd die besteed wordt aan het gebruik van een maaltijd in de revalidatievoorziening, kan nooit deel uitmaken van de vooropgestelde duur van de revalidatieverstrekking.
§6. Onder een «revalidatieweek» dient te worden verstaan, iedere week (van zondag tot zaterdag) dat een gebruiker arbeids-gerelateerde activiteiten (stage, vrijwilligerswerk of betaald werk) in een bedrijf of organisatie verricht, als stap naar het (opnieuw) verrichten van (bezoldigde) beroepsactiviteiten.
In geen geval mag zo een werkervaringsperiode voor een gebruiker langer dan 6 maanden duren tijdens het revalidatietraject. Dat voor een gebruiker nog een werkervaringsperiode loopt, kan ook nooit worden ingeroepen om de krachtens artikel 6 vastgestelde maximale revalidatieduur voor die gebruiker te verlengen.
Om een «revalidatieweek» te kunnen aanrekenen, moet de rechthebbende tijdens die week minstens 4 halve dagen gewerkt hebben in het bedrijf of organisatie waarin hij werkervaring opdoet (waarbij een volledige dag kan worden beschouwd als twee halve dagen) en moeten er minimaal twee therapeutische contacten, onder de vorm van de beschreven revalidatieverstrekkingen in artikel 10, zijn geweest met de revalidatievoorziening.
Het bedrijf of de organisatie waarin de rechthebbende de werkstage verricht, kan nooit de revalidatievoorziening zelf zijn.
§7. Per rechthebbende en per dagdeel komt slechts één enkele prestatie voor vergoeding in aanmerking. Wanneer de «revalidatiedag» wordt aangerekend, kan voor diezelfde rechthebbende op die dag geen andere prestatie voor vergoeding in aanmerking komen.
Voor een zorggebruiker kan de facturatie van 50% per dagdeel niet overschreden worden.
Het aanrekenen van een «revalidatieweek» voor een bepaalde rechthebbende kan nooit gecumuleerd worden met het aanrekenen in diezelfde week van een revalidatieprestatie voor diezelfde rechthebbende.
§8. De prestaties in het kader van de trajectbegeleidingen en loopbaanbegeleidingen die door de arbeidscoach verricht worden, kunnen niet apart aangerekend worden.
De in artikel 10, §6, gedefinieerde revalidatieweek is enkel vergoedbaar in het kader van de bedoelde werkstages die een rechthebbende volgt tijdens het revalidatieprogramma. De revalidatieweek is
niet vergoedbaar in het kader van de werkstages die door de arbeidscoach begeleid worden en die geen deel uitmaken van het revalidatieprogramma.
§9. Digitale revalidatieprestaties dienen te voldoen aan de doelstellingen, inhoudelijke voorwaarden en kwaliteitsnormen zoals bepaald in de revalidatieovereenkomst. Telefonische contacten om te informeren naar de algemene toestand van de zorggebruiker of om praktische afspraken te maken, zijn geen reguliere revalidatieprestaties en kunnen niet gefactureerd worden.
Onder digitale revalidatieprestaties verstaan we elke interventie met gebruik van ICT en/of telefonie tussen zorggebruiker en/of context en zorgverlener. Er kan gebruik gemaakt worden van verschillende methodieken zoals beeldbellen, telefonische revalidatiezittingen, chatgesprekken, therapietools, digitale groepen, sociale media en online platformen. Deze lijst is niet limitatief.
Digitale revalidatieprestaties kunnen zowel individueel als in groep aangeboden worden.
Indien de revalidatievoorziening digitale revalidatieprestaties levert heeft het een beleid omtrent digitale revalidatieprestaties.
Hierin worden minstens volgende aspecten geconcretiseerd:
• De voorziening bepaalt in welke situaties digitale revalidatieprestaties een meerwaarde kunnen betekenen voor de zorggebruikers.
• De voorziening bepaalt in welke situaties digitaal overleg en digitale revalidatieprestaties een meerwaarde kunnen betekenen voor de hulpverleners en/of de voorziening. De voorziening beschikt over de nodige software, hardware en infrastructuur om op een veilige manier digitaal te communiceren met zorggebruikers en hun context.
• De voorziening informeert zorggebruikers over de mogelijkheden van digitale hulpverlening.
• De voorziening voorziet in opleiding van hulpverleners om digitale revalidatieprestaties/ hulpverlening aan te wenden in revalidatietrajecten.
• De voorziening wisselt waar mogelijk ervaringen en informatie met betrekking tot digitale hulpverlening uit en werkt waar mogelijk samen met andere voorzieningen binnen de sector of regio.
• De hulpverlener maakt heldere en concrete afspraken met de zorggebruiker over minimale voorwaarden om digitaal te communiceren op vlak van onder andere hardware, software, digitale skills, privacy en neemt deze afspraken ook op in verslagen, formulieren en/of procedures.
• Er is bepaald op welke manier digitale revalidatieprestaties worden geregistreerd. Minimaal is er een schriftelijke weerslag van de tijdsbesteding en de manier waarop de digitale revalidatieprestaties werden gepresteerd per zorggebruiker.
Digitale revalidatieprestaties kunnen op elk moment van het traject gerealiseerd worden indien ze een meerwaarde hebben voor de zorggebruiker. Dit gebeurt altijd:
• in overeenstemming met het beleid in de voorziening hieromtrent;
• op basis van de professionele inschatting van de zorgverlener en/of het multidisciplinaire team;
• in overleg met de zorggebruiker en/of context.
Digitaal gemengde revalidatieprestaties zijn revalidatieprestaties die deels face to face en deels digitaal verlopen en samen minstens de duurtijd van een factureerbare revalidatieprestatie bereiken. Dit betreft zowel revalidatieprestaties waarbij hybride gewerkt wordt en dus gelijktijdig face to face en digitaal, als revalidatieprestaties die ontstaan door het samentellen van face to face revalidatieprestaties en digitale revalidatieprestaties. Ook voor digitaal gemengde revalidatieprestaties worden afzonderlijke facturatiecodes voorzien.
Digitale gemengde revalidatieprestaties vormen een onderdeel van digitale revalidatie; alle bepalingen voor digitale revalidatieprestaties zijn ook van toepassing op digitaal gemengde revalidatieprestaties.
Digitale revalidatieprestaties zijn meestal realtime waarbij zorggebruikers en hulpverleners rechtstreeks op hetzelfde moment contact hebben met elkaar. De voorbereidings- en verwerkingstijd van realtime digitale revalidatieprestaties komen niet in aanmerking voor facturatie.
Individueel digitale revalidatieprestaties kunnen pas gefactureerd worden indien ze minstens de minimale duurtijd van een factureerbare revalidatieprestatie bereiken. De voorwaarde om aan een minimale duurtijd te voldoen, kan ook bereikt worden door het samentellen van verschillende revalidatiemomenten.
Indien enkel digitale revalidatiemomenten samengeteld worden, wordt dit een “digitale samengetelde revalidatieprestatie” genoemd. Voor deze revalidatieprestaties dient de ambulante digitale prestatiecode gebruikt te worden.
Ook een mix van face to face en digitale revalidatieprestaties is toegestaan. Dit worden “digitaal gemengde revalidatieprestaties” genoemd. Voor deze revalidatieprestaties dient de ambulante digitaal gemengde prestatiecode gebruikt te worden.
Voor voorzieningen die per dag factureren dienen alle revalidatieprestaties op dezelfde dag samengeteld te worden. Enkel indien een digitale revalidatieprestatie niet op dezelfde dag bijgeteld kan worden omdat de minimale duurtijd van een revalidatieprestatie op dagbasis niet bereikt is, kan deze revalidatieprestatie samengeteld worden met gelijkaardige revalidatieprestaties op een andere dag. Dit mag op maandbasis gebeuren.
Bij weekprestaties tellen de digitale revalidatieprestaties mee om tot de duurtijd en inhoudelijke voorwaarden te komen om te kunnen factureren.
De facturatie van samengetelde of digitaal gemengde revalidatieprestaties mag pas gebeuren na het laatste revalidatiecontact en op datum van de laatste deelprestatie. Enkel indien door het samentellen van deelprestaties de maximale prestatieduur op de dag van de laatste deelprestatie overschreden is, kan deze revalidatieprestatie op de dag van een andere deelprestatie gefactureerd worden, maar steeds nadat alle deelprestaties effectief plaats vonden.
Bij revalidatieprestaties, zowel digitaal als digitaal gemengd, waar meerdere contactmomenten worden samengeteld om aan de vooropgestelde tijdsduur van de revalidatieprestatie te komen, moeten de aparte sessies geregistreerd en bijgehouden worden door de voorziening. Hierbij dient ook opgenomen te worden welke digitale methodiek gebruikt werd. Deze gegevens kunnen door het Agentschap Zorg en Gezondheid opgevraagd worden.
Niet-realtime digitale revalidatieprestaties, zoals bijvoorbeeld het begeleiden van online therapietools, kunnen ook gefactureerd worden onder de nieuwe digitale of digitaal gemengde prestatiecodes onder volgende voorwaarden:
• De digitale revalidatieprestatie zonder realtime interactie omvat minstens:
-een voorbereiding op maat
-instructies rechtstreeks aan de zorggebruiker
-opvolging en analyse van de uitvoering van de opdracht door de zorggebruiker
-rechtstreekse feedback en nabespreking met de zorggebruiker Deze revalidatieprestaties worden steeds als geheel gefactureerd.
4. EENHEIDSPRIJS EN AFGELEIDEN
Artikel 11. §1. De prijs van de ‘revalidatiedag’ wordt beschouwd als de eenheidsprijs (100%) waaruit de prijs van de ‘halve revalidatiedag’, ‘individuele revalidatiezitting’ en de ‘revalidatieweek’ kan worden afgeleid.
§2. De prijs van de «revalidatiedag» wordt vastgesteld op XXX EURO, rekening houdend met het personeel en de werkingskosten vermeld in bijlage bij deze overeenkomst.
§3. De prijs van de «halve revalidatiedag» bedraagt 50% van de prijs van de «revalidatiedag», de
«individuele revalidatiezitting» bedraagt 50% of 25% van de prijs van de «revalidatiedag». De prijs van de «revalidatieweek» bedraagt steeds 150% van de prijs van de «revalidatiedag».
§4. Samenvattende tabel prijs vergoedbare revalidatieverstrekkingen:
Vergoedbare revalidatieverstrekking | Prijs |
Revalidatiedag (eenheidsprijs) | 100% |
Halve revalidatiedag | 50% |
Individuele revalidatiezitting minimum 30 minuten | 25% |
Individuele revalidatiezitting minimum 60 minuten | 50% |
Revalidatieweek | 150% |
§5. De prijzen dekken eveneens de personeelskosten van de arbeidscoach en de werkingskosten die gepaard gaan met de realisatie van de trajecten en loopbaanbegeleidingen en coaching van actoren werk en zorg.
§6. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde prijs per « revalidatiedag », wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 118,36 (augustus 2022; basis 2013) van de consumptieprijzen. Dat indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in bijlage bij deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen in artikel 537/91 van het besluit.
5. EXTRA VERGOEDINGEN VOOR DE GEBRUIKER
Artikel 12. §1. De volgende extra vergoedingen mogen conform artikel 534/100 aangerekend worden aan de gebruiker.
• Farmaceutische producten: het persoonlijk aandeel van de gebruiker met betrekking tot de verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen
• De kostprijs van dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt
• Voor sommige in het raam van het revalidatieprogramma georganiseerde socio-culturele activiteiten die buiten de revalidatie-revalidatievoorziening plaatsvinden, kan de revalidatievoorziening aan de gebruikers een bijdrage vragen in de kostprijs ervan. Het door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de werkelijk betaalde kostprijs, met inbegrip van de vervoerskosten.
§2. De kostprijs van de selectiegesprekken met kandidaat-gebruikers kan in geen geval worden aangerekend, noch aan de gebruiker, noch aan de zorgkassen, zelfs niet als een selectiegesprek niet gevolgd wordt door een effectieve revalidatie in de revalidatievoorziening.
§3. De kosten, samengaand, met de door het personeel van de revalidatievoorziening aan de gebruiker verleende verstrekkingen die niet tot de revalidatie of tot de traject- en loopbaanbegeleidingen zouden behoren, mogen nooit worden aangerekend, noch aan de gebruiker, noch aan de zorgkassen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening (waaronder de arbeidscoach) zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening en voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen (waaronder eventueel de arbeidscoach) die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor gebruikers buiten het kader van een ten laste genomen periode dat een
gebruiker het revalidatieprogramma volgt of begeleid wordt door de arbeidscoach (met name voor voormalige gebruikers of voor kandidaat-gebruikers)
6. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 13. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een daggemiddelde van 12 gebruikers die gans de dag worden gerevalideerd (deelname aan het revalidatieprogramma gedurende minstens 6 uur).
Het maximaal aantal gebruikers dat per dagdeel revalideert kan nooit hoger zijn dan het totaal aantal gebruikers op dat moment.
§2. Het aantal gebruikers dat een werkstage loopt in een bedrijf of organisatie, is per dag of per week niet begrensd. Met deze gebruikers moet geen rekening worden gehouden voor de toepassing van de in de vorige alinea's van deze paragraaf vermelde bepalingen. Het aantal in artikel 10 bedoelde
«revalidatieweken» dat in een bepaald kalenderjaar wordt gerealiseerd en dat voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, mag voor het geheel van de revalidatievoorziening op jaarbasis echter ten hoogste 90 bedragen. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dient dit aantal evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§3. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe voor een bepaald jaar niet méér
«revalidatieweken» aan te rekenen dan er dat jaar voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen .
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van dit artikel rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen gebruikers, met inbegrip van de gebruikers die niet kunnen aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming.
Artikel 14. §1. De in artikel 11, vastgestelde prijs van de «revalidatiedag» werd berekend, zoals vermeld in bijlage bij de overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90 %. De prijs van de
«revalidatiedag» werd daarbij beschouwd als de eenheidsprijs waaruit de prijs van de «halve revalidatiedag» en van de «revalidatieweek» kan worden afgeleid.
De «normale facturatiecapaciteit», zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde «revalidatiedagen» die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg xxx «revalidatiedagen», wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
De realiseerbare capaciteit bedraagt xxx «revalidatiedagen», wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100% in de revalidatievoorziening.
De «maximale facturatiecapaciteit» zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde
«revalidatiedagen» die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt xxx «revalidatiedagen», wat gelijk is aan een bezettingsgraad van 98 %.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit «revalidatiedagen» aan te rekenen boven de
«maximale facturatiecapaciteit» en dit noch aan de gebruiker, noch aan de verzekeringsinstellingen.
De «revalidatiedagen» die de revalidatievoorziening realiseert voor gebruikers die niet kunnen aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming , kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het
totaal van alle voor een bepaald kalenderjaar aangerekende «revalidatiedagen», mag echter nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening overschrijden die vastgesteld is in §1 van dit artikel.
§3. De revalidatievoorziening verbindt er zich tevens toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de
«normale facturatiecapaciteit» wordt overschreden, voor de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde revalidatieverstrekkingen die de «normale facturatiecapaciteit» overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de in artikel 15 vastgestelde prijzen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal «revalidatiedagen» dat voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de in artikel 11 vastgestelde prijzen van de «revalidatiedag», de «halve revalidatiedag», de ‘individuele revalidatiezitting van minstens 30 of 60 minuten’en de «revalidatieweek» :
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan XXXX (= 90% van de realiseerbare capaciteit) «revalidatiedagen» die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan XXXX (= 94 % van de realiseerbare capaciteit) «revalidatiedagen» die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de in artikel 11 vastgestelde prijzen van de «revalidatiedag», de «halve revalidatiedag»,
de ‘individuele revalidatiezitting van minstens 30 of 60 minuten’ en de «revalidatieweek» :
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde jaar, de revalidatievoorziening meer dan XXXX (= 94% van de realiseerbare capaciteit)
«revalidatiedagen» die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet overschreden werd, in minstens één kalenderjaar de revalidatievoorziening meer dan
XXXX (= 94 % van de realiseerbare capaciteit) «revalidatiedagen» die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
§4. Voor de toepassing van dit artikel, gelden een «halve revalidatiedag», en een ‘individuele revalidatiezitting van minstens 60 minuten als 0,5 van een «revalidatiedag», een ‘individuele revalidatiezitting van minstens 30 minuten als 0,25 van een ‘revalidatiedag’ en geldt een
«revalidatieweek» als 1,5 van een «revalidatiedag».
§5. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de in §2 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de «normale facturatiecapaciteit» en de «maximale facturatiecapaciteit» evenredig
verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
7. CUMULVERBODEN
Artikel 15. Indien voor een gebruiker de maximale periode van twee jaar (of het maximale contingent van 300 revalidatiedagen) afgelopen is, komt deze gebruiker vanaf de einddatum van het revalidatieprogramma gedurende minstens twee jaar niet meer in aanmerking voor eenzelfde revalidatieprogramma in een psychosociale revalidatievoorziening, ook al beantwoordt hij aan de voorwaarden van artikel 1.
Indien aangewezen kan een gebruiker na het doorlopen van een residentieel revalidatieprogramma in een revalidatievoorziening voor psychosociale revalidatie voor volwassenen wel opeenvolgend een ambulant revalidatieprogramma volgen in eenzelfde of een andere psychosociale revalidatievoorziening en visa versa.
8. PERSONEEL
Artikel 16. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, dat voorzien is in de bijlage bij de overeenkomst, steeds volledig op te vullen.
Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
Bij wijzigingen in het personeelskader wordt er gestreefd om de samenstelling van dit personeelskader steeds aan de volgende voorwaarden te doen beantwoorden, die betrekking hebben op de kwalificatie of functie van de personeelsleden en het aandeel van elke kwalificatie of functie:
Per 7VTE:
• Minimum 8 en maximum 12 uren per week geneesheer-specialist in psychiatrie
• In totaal maximum 2,5 VTE personeelsleden met een therapeutische functie die over een master- diploma beschikken en waarvoor volgens artikel 28, § 2, het barema 1/80 kan worden toegepast. Minimum 1,5 VTE van deze personeelsleden heeft een master-diploma in psychologie.
• Minimum 0,5 VTE bachelor sociaal werk of sociaal verpleegkundige (die niet de functie van
arbeidscoach invult)
• Maximum 1,20 VTE personeel met een niet-therapeutische functie (directie - administratie - informatica - onderhoud), waarvan maximum 0,5 VTE personeel met een directeursfunctie
De overige uren van het personeelskader worden ingevuld door personeel met een therapeutische functie.
§2. De kosten van de tewerkstelling van het voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de revalidatievoorziening te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat wordt tewerkgesteld in het kader van een bijzonder tewerkstellingsprogramma op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost.
Indien personeelsleden zouden worden vrijgesteld van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, conform de C.A.O.-bepalingen terzake, moet deze vrijstelling van
arbeidsprestaties worden gecompenseerd door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de arbeidsduur van andere personeelsleden, rekening houdende met de voor iedere functie voorziene kwalificaties. Dit bijkomend personeel moet boven op het voorziene personeelskader worden tewerkgesteld. De financiering van deze compenserende tewerkstelling (en van de premie voor de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken) valt buiten het kader van deze overeenkomst, maar is er niet mee in tegenspraak. In deze overeenkomst wordt er echter op geen enkele manier mee rekening gehouden. Het voor ieder personeelslid vooropgesteld aantal werkuren houdt dus geen rekening met de eventuele vrijstelling van arbeidsprestaties voor dat personeelslid en de in bijlage berekende loonkost houdt geen rekening met de premie die verschuldigd is aan de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken.
Ook met alle mogelijke regelingen op basis waarvan de revalidatievoorziening in aanmerking kan komen voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen, in ruil voor compenserende aanwervingen, houdt deze overeenkomst geen rekening. De in het personeelskader voorziene functies kunnen echter nooit worden vervuld door personeel dat door de revalidatievoorziening is aangeworven als compensatie voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen. Indien de revalidatievoorziening geen vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen geniet in ruil waarvoor bijkomend personeel moet worden tewerkgesteld, dient dit bijkomend personeel steeds boven op het voorziene personeelskader te worden tewerkgesteld.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van §2, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ...), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsprestaties meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§4. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 16 kan de minister ertoe besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel vastgestelde prijzen met een bepaald bedrag en voor een bepaalde periode te verminderen. In geen geval mag deze periode langer duren dan deze van de niet naleving van de verplichtingen van dit artikel en in ieder geval moet de revalidatievoorziening de kans gekregen hebben schriftelijk de redenen van deze niet-naleving uit te leggen.
§5. Het maximum bedrag waarmee de in artikel vastgestelde prijs van de « revalidatiedag» kan worden verminderd, wordt berekend door :
• In een eerste stap, het bruto-jaarloon te bepalen dat de niet-ingevulde arbeidsuren (op jaarbasis) vertegenwoordigen (= deel A), alsmede het gecumuleerde bruto-jaarloon van de volledige equipe(= deel B). Om deze bedragen te bepalen, kan het agentschap zich steeds baseren op de gegevens uit de laatste loonkostberekening die conform de bepalingen van artikel 29 van deze overeenkomst in het kader van deze overeenkomst is uitgevoerd, en
daarvoor eventueel uitgaan van het bruto-jaarloon van de collega's of de voorgangers van het afwezige personeelslid;
• In een tweede stap, de verhouding (in procent) te bepalen die deel A ten opzichte van deel B vertegenwoordigt;
• In een derde stap, het maximum bedrag van de vermindering te berekenen door het in stap 2 berekende percentage te vermenigvuldigen met 1,25 en dit nieuwe percentage toe te passen op het bedrag van de krachtens artikel 15 vastgestelde prijs van de
«revalidatiedag» die van toepassing is op de datum dat de forfaitvermindering zou ingaan.
§6. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de prestaties van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging onder meer het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zijn personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening berekening die zich in bijlage bij deze overeenkomst bevindt.
§8. Voor de arts is de berekening van de personeelskosten gebaseerd op het barema van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen. Voor de directeur is deze berekening gebaseerd op de barema's van de federale overheidsdiensten.
§9. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het PC 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van het agentschap in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
§10. Alhoewel deze overeenkomst, zoals vermeld in artikel , niet voorziet in de financiering van de vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek - waarvoor een financieringsmechanisme buiten deze overeenkomst is voorzien - verbindt de revalidatievoorziening zichertoe de bepalingen van de C.A.O.'s terzake ooktoetepassen voor zijn personeel. Het niet respecteren van die bepalingen kan dus net als het niet naleven van de andere bezoldigingsregels van deze overeenkomst worden beschouwd als een inbreuk op deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§11. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te
delen.
§12. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de «revalidatiedag» verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 EUR) over te maken voor iedere «revalidatiedag» die het voorbije kalenderjaar door de zorgkassen uitbetaald werd.
9. CRITERIA IN HET KADER VAN KWALITEIT
Artikel 17. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de gebruikers integreren in het zorgnetwerk opgericht in het kader van de "hervorming van de geestelijke gezondheidszorg (artikel 107)" en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere gebruiker steeds te verwijzen naar die vorm van hulpverlening die het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die te maken hebben met dezelfde gebruiker.
§2. De revalidatievoorziening participeert actief aan het tewerkstellingsbeleid voor de doelgroep van het in artikel bedoelde zorgnetwerk.
§3. De revalidatievoorziening zal er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde gebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot het herstelplan van die gebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie. De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de gebruikers te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de gebruikers beter te organiseren, om tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§4. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle artsen, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten, "mobiele equipes 2A" en "mobiele equipes 2B", enz., die te maken hebben met dezelfde gebruiker.
§5. De arbeidscoach van de revalidatievoorziening bouwt een netwerk op met de verschillende in artikel, bedoelde actoren in het domein 'werk en sociale economie'. Dankzij dit netwerk hebben de personen die door de arbeidscoach begeleid worden, vlot toegang tot deze actoren en worden de optimale kansen gecreëerd voor de professionele (re-)integratie van de gebruikers. De arbeidscoach maakt duidelijke afspraken met de andere tewerkstellingsactoren omtrent de taakverdeling bij de begeleiding van de bedoelde personen.
Artikel 18. De revalidatievoorziening en de arbeidscoach verbinden zich ertoe permanent de kwaliteit te bewaken van de inhoud en de resultaten van de revalidatie en van de inhoud en de resultaten van de trajecten loopbaanbegeleidingen door de arbeidscoach. De revalidatievoorziening zal daartoe ten allen tijde alle nuttige maatregelen nemen om na te gaan of het revalidatieprogramma en de begeleidingen door de arbeidscoach nog steeds aan de ter zake vooropgestelde doelstellingen beantwoorden en of deze doelstellingen effectief worden bereikt. Voor het revalidatieprogramma zijn dit met name de doelstellingen die zijn vastgesteld
in artikel. Voor de begeleidingen van de arbeidscoach zijn dit met name de doelstellingen die zijn vastgesteld in artikel.
Artikel 19. Indien de revalidatievoorziening geen initiatieven ontwikkelt om systematisch de evolutie van de gebruiker na het beëindigen van het revalidatieprogramma op te volgen, zal de revalidatievoorziening er toch naar streven om na het beëindigen van het revalidatieprogramma minstens die gegevens te registreren waarover ze beschikt (op basis van sporadische contacten met oud-gebruikers of van contacten met andere zorgverstrekkers) en die betrekking hebben op de evolutie van de situatie van de gebruikers na afloop van het revalidatieprogramma. Zulke gegevens kunnen enig licht werpen op de duurzaamheid van de behaalde resultaten.
Artikel 20. §1. Teneinde toezicht te kunnen houden en richting te kunnen geven aan de werking van de inrichting, verbindt de inrichting zich ertoe aan het agentschap de informatie en gegevens te bezorgen die bedoeld worden in dit artikel. De inrichting verbindt zich ertoe om de richtlijnen toe te passen die op basis hiervan gegeven worden
§2. Uiterlijk op 30 juni bezorgt de revalidatievoorziening een voortgangsverslag aan het agentschap met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar. Dit verslag dient de volgende gegevens te bevatten:
- gegevens met betrekking tot het engagement ten aanzien van de opdrachten van activeringstrajecten en arbeidsmatige activiteiten die ontwikkeld werden in het kader van het decreet houdende de werk- en zorgtrajecten.
- statistische gegevens met betrekking tot de gebruikers die begeleid worden door de arbeidscoach:
o aantal gebruikers
o reële duur van de traject- en loopbaanbegeleidingen
o type bedrijf of voorziening waar de gebruikers werkstages volgen
o resultaat van de begeleidingen
• aantallen gebruikers waarvoor de begeleidingen (ná de werkstages) geleid hebben tot een effectieve professionele re-integratie
• type bedrijf of organisatie waar deze gebruikers (ná hun werkstage) effectief tewerkgesteld worden
§3. Het agentschap kan de inhoud of de frequentie van het voortgangsverslag wijzigen.
§4. Het agentschap kan ten allen tijde meer gedetailleerde instructies uitvaardigen met betrekking tot enerzijds, de bewaking van de kwaliteit en de resultaten van de revalidatie en de begeleidingen door de arbeidscoach, en anderzijds, de samenstelling van het hierboven bedoelde rapport.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zich in te schakelen in eventuele door het agentschap ondersteunde initiatieven die tot doel hebben de resultaten van de revalidatie in de revalidatievoorziening en van de begeleidingen door de arbeidscoach te evalueren. Dit geldt met name ook voor de evaluaties in het kader van de in artikel bedoelde overeenkomst tussen het «zorgnetwerk artikel 107» en de FOD Volksgezondheid.
Artikel 21. §1. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn om zijn taak in de revalidatievoorziening te
kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
Artikel 22. §1. De revalidatievoorziening vormt een afzonderlijke functionele eenheid met eigen personeel en met eigen lokalen en die beantwoorden aan alle reglementaire veiligheidsnormen die van toepassing zijn.
§2. Indien de revalidatievoorziening of de inrichtende macht buiten het kader van deze revalidatie-overeenkomst nog andere activiteiten zou ontplooien, dient er een strikte scheiding te worden gehandhaafd tussen de activiteiten in het kader van de overeenkomst en de activiteiten buiten het kader van de overeenkomst, onder meer op het vlak van het personeel en het gebruik van de lokalen.
§3. Om organisatorische redenen mogen bepaalde administratieve en logistieke taken voor het geheel van de activiteiten van de raad van bestuur centraal worden uitgeoefend.
10. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 23. §1. In het register wordt de identiteit van alle gerevalideerde gebruikers, ongeacht of hiervoor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen of niet, opgetekend.
Het register moet dagelijks worden ingevuld.
§2. Het in §1 bedoelde aanwezigheidsregister vormt de basis voor de productiecijfers, waarmee wordt bedoeld: het aantal gepresteerde forfaits (per soort) vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijs.
§3. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijferster ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het agentschap de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de doorgestuurde productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de zorgkassen in het kader van deze overeenkomst.
§5. Bij het niet nakomen van de verplichting om de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het elektronisch aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§6. Het niet nakomen van de in de §§ 1 tot en met 4 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn in §5 van dit artikel beperken in geen geval het recht van het agentschap om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het Besluit niet zijn nagekomen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt geweigerd of teruggevorderd op grond van de bepalingen van §5 van dit artikel, niet aan te rekenen aan de gebruiker.
Artikel 24. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid; de revalidatievoorziening zal daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren
Artikel 25. De partijen verbinden zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van de bepalingen van deze revalidatieovereenkomst. Het niet naleven van de bepalingen van deze overeenkomst wordt door de partijen als een grond beschouwd voor het uiten van een voornemen tot beëindiging van de overeenkomst overeenkomstig artikel.
Artikel 26. §1. Deze overeenkomst is van onbepaalde duur.
§2. Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel van het besluit in het geval de minister of het agentschap de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform artikel van hetzelfde besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
Artikel 27. De bijlage bij deze overeenkomst maakt, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen, een integrerend deel ervan uit. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage. De bijlage I bevat de samenstelling van de prijs van de « revalidatiedag», bijlage II bevat deel 3 (medisch verslag) van het aanvraagformulier.
Artikel 28. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door de beide partijen, treedt in werking vanaf 01/10/2022.
Opgemaakt te Brussel op xx/xx/xxxx.
De voorzitter van de Raad van bestuur van de revalidatievoorziening, | De Vlaamse minister Volksgezondheid en Xxxxx | xxx | Xxxxxxx, | |||
Xxxxx Xxxxxxx | ||||||
De verantwoordelijke revalidatievoorziening, | arts | van | de | |||